OPVOLGING CONCEPTNOTA LEERZORG SITUERING: DOOR VSKO

Transcriptie

1 OPVOLGING CONCEPTNOTA LEERZORG SITUERING: In de conceptnota geeft de minister op verschillende plaatsten aan dat er nog zaken moeten worden onderzocht of ontwikkeld worden. Er zullen verschillende onderzoeks- en stuurgroepen opgericht worden. Het is van belang dat we pro-actief meewerken. Het - kan niet wachten op deze onderzoeks- en stuurgroepen en zal dus zelf voorbereidend studiewerk moeten doen. Nu moeten er dringend prioritaire keuzes gemaakt worden in functie van het opstarten van nieuwe werkgroepen in september DOOR A Blz. 58: Betreffende de toekenning van extra middelen voor lln uit LZN II in cluster 2 en 4 (huidige GON type 3,8 en ASS) via de scholengemeenschappen: We zullen het toekenningsmechanisme via de scholengemeenschappen evalueren. Mocht blijken dat het onvoldoende efficiënt verloopt, kan dit aanleiding geven tot bijsturing. B Blz. 66 (LZN III): draagkracht van de gewone school - draagkrachtpercentages: We houden in ieder geval rekening met de lln van LZN III. We zullen onderzoeken of naast het kwantitatief criterium andere parameters nodig zullen zijn die we eenvoudig kunnen objectiveren en die geen aanleiding geven tot juridisering. We willen de toekenning voor standpunt extra middelen voor lln uit LZN II en cluster 2 en 4 niet via de scholengemeenschappen. We wensen dat ook het aantal leerlingen met inschaling op LZN II en de aard van de problematiek in rekening wordt gebracht. Uitwerken van andere criteria met objectiveerbare standaarden. VVKBaO - VVKSO Hoorzitting mei 07 Partijcontact en juni-sept. 07 1

2 C Blz. 32: Om een onderscheid tussen de leerzorgniveaus te verduidelijken, zullen we operationele criteria ontwikkelen. We zullen daarvoor een stuurgroep oprichten met de betrokkenheid van de koepels, de CLB s en de wetenschappelijke wereld. Afgrenzing LZN i, II, III Afgrenzing LZN III, IV, V ZIE "S" D Blz. 53: (LZN II) Wanneer bepaalde scholen een grote toevloed zouden kennen van leerlingen met LZN II, moeten ze dit bespreekbaar kunnen stellen op lokaal/regionaal niveau. Het is nog niet uitgemaakt welke structuur, een bestaande of een nieuwe, dit overlegplatform moet aannemen. Uittekenen van overleg- en coördinatiestructuur voor het opvolgen en implementeren van leerzorg in het Katholiek onderwijs. Uitwerken van een model van internettenplatform. E Blz. 38: Er zal een stuurgroep opgericht worden om de objectieve, landelijke criteria en procedures uit te werken om de handelingsgerichte en classificerende diagnostiek voor het bepalen van het zorgniveau en voor het bepalen van de cluster en doelgroep op basis van de stoornissen. We willen duidelijke landelijke criteria voor het bepalen van de doelgroep en het leerzorgniveau. VCLB Commissie 21 (unief?) F Blz. 56: We willen een commissie of stuurgroep oprichten die de opleidingsmodules in kaart kan brengen die relevant zijn voor leerzorg. Werkgroep lerarenopleiding Blz. 72: We zullen onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om in een ruimer aanbod van nascholing voor de personeelsleden van het gew. en BuO te voorzien en voor de andere betrokken G Blz. 68: Inschrijvingsrecht LZN III: Tot 2016 is er een periode van vrijwilligheid. Tussentijdse evaluaties moeten toelaten de haalbaarheid te toetsen opdat dit vanaf 2016 in een kwantitatieve draagkrachtafweging en andere eenduidige objectiveerbare parameters kan vertaald worden. Opvolgen van de effectieve leerlingverschuivingen naar GO Bevraging van de scholen over hun parameters - criteria VVKBaO VVKSO H Blz. 48: Herziening van de opdrachten van de pedagogische begeleidingsdiensten. Bestaande nota s actualiseren en bespreken op CHB s PBDKO CPB/CHB s 2

3 I Blz. 39 We denken dat goede criteria en procedures en de opvolging, evaluatie en bijsturing van de inschalingpraktijk, geschillen maximaal moeten kunnen voorkomen. Maar wellicht zal dit niet alle discussiepunten uitsluiten. Daarom zullen we voorzien in een onafhankelijke beroepsinstantie. We werken voor het KO een concept van beroepsprocedure en beroepsinstantie uit. J Blz. 40: Taak CLB s: We willen een logistiek kader uittekenen voor de begeleidings- en inschalingpraktijk van de CLB s. Mocht uit evaluatie blijken dat de CLB s de vereiste onafhankelijkheid bij de inschaling niet kunnen bereiken, dan zullen we hun rol in het proces van indicatiestelling en toewijzing herbekijken. In dit kader willen we duidelijker de verantwoordelijkheden van CLB s én scholen aflijnen. We evalueren het (ontwerp)profiel CLB in functie van hun inschalingopdracht en voor de verantwoordelijkheidsverdeling CLB-SCHOOL -VCLB Comm 21 K Blz. 56 (therapie tijdens de lesuren) Overleg met de sector Op korte termijn willen we verduidelijken wat onder een schoolgebonden en niet-schoolgebonden aanbod moet worden begrepen. In elk geval willen we commercialisering van de zorg in het onderwijs tegengaan. Het overleg met de sector is aan de gang om tot een duidelijk protocol te komen. We zullen de voorstellen breed aftoetsen. Kritische studie van dit ontwerp protocol en formuleren van kanttekeningen of alternatieven L Blz. 74: Leerzorg zal overleg vragen. Op dit ogenblik is niet duidelijk welke de omvang is van die nood aan extra overleg. In de periode van vrijwilligheid en de uitbouw van goede praktijkvoorbeelden kunnen we in kaart brengen welke extra tijd leerkrachten nodig hebben wanneer ze voor een leerling een leeromgeving van LZN III moeten realiseren. Inventariseren en bevragen van scholen die in deze al actief zijn en stellen een minimumpakket op 3

4 DOOR VVKBUO M Blz. 32: Het kunnen duiden van de specifieke problematiek is van belang voor de school- en klaspraktijk. Welke specificaties van pedagogisch-didactische interventies en maatregelingen zijn nodig voor de doelgroepen? Profilering per doelgroep: Waar de kinderen met SOB ook onderwijs genieten, er zullen specifieke pedagogischdidactische interventies en maatregelingen nodig zijn. werkgroepen: profilering N Blz. 86: (LZN V) We zullen bij de start van leerzorg onderzoeken welke bekommernissen er zijn en een prioritaire aanpak moeten krijgen en hoe we dit binnen de eerste fase van het implementatietraject kunnen realiseren. We willen een degelijk overwogen en afgestemde uitbouw van een aanbod ASS WG leerzorg Stuurgroep ASS C Blz. 32: Om een onderscheid tussen de leerzorgniveaus te verduidelijken, zullen we operationele criteria ontwikkelen. We zullen daarvoor een stuurgroep oprichten met de betrokkenheid van de koepels, de CLB s en de wetenschappelijke wereld. Afgrenzing LZN i, II, III Afgrenzing LZN III, IV, V ZIE "S" O Blz. 37: We zullen onderzoeken of we de middelen per leerzorgveld kunnen bepalen en niet per doelgroep. We maken een overzicht van de normverschillen om het effect van de clusternorm te berekenen P Blz (LZN IV) een voorstel van criteria moet nog verder geoperationaliseerd worden. We willen een fijnmazig systeem van inschaling van zorgbehoefte ontwikkelen, waarbij in sommige gevallen alleen een keuze voor een gewone school mogelijk is, soms een gelijkwaardige keuze tussen gewoon en buitengewoon onderwijs. Zie C, M, E 4

5 Q Blz. 82: LZN IV: We zullen onderzoeken hoe we vertrekkende van het huidige normenstelsel BuO de verhouding onderwijskundigen t.a.v. paramedische omkadering kunnen aanpassen. ZIE C, M, E specifieke normen uitwerken Werkgroep meervoudige Toetsen van onze voorstellen (punten V & Q) bij Vlaams Welzijnsverbond - VWzVerb R Blz. 73: Goed management krijgt voor de directeur BuO binnen het leerzorgkader nog een grotere dimensie Herbekijken van de VLOR-tekst over de taken en opdracht van de BuO-directeur S Blz. 41: Voor lln binnen cluster 4 zullen we onderzoeken wat de modaliteiten zijn voor de toepassing van het subsidiariteitprincipe tussen de leerzorgniveaus. ZIE "C" T Blz. 76: Coens-Steyaert: de filosofie blijft behouden. Wel moeten er aanpassingen gebeuren aan de nieuwe realiteit en de gewijzigde opdrachten van de instellingen van het Vlaams Fonds. We willen een gegarandeerd paramedisch kader voor elke BuO-school. Overleg en Welzijnsverbond We werken mee aan een onderzoeksproject over de feitelijke samenwerking Coens- Steyaert. U Blz. 77: De link BuO- revalidatie We wensen dat de regelgeving het toelaat dat BuO-scholen adequaat kunnen samenwerken met revalidatiecentra. We werken een concept uit dat analoog is met het samenwerkingsmodel BuO-PMI. DCB - DCS 5

6 V Blz. 81: Voor de problematiek van schoolgaanden en nietschoolgaanden zal een stuurgroep indicatorenontwikkeling voorstellen moeten formuleren. W Blz : Verbreding en verdieping van het BuO-aanbod: We willen een procedure opzetten om, rekening houdend met de decretale contouren, de verbreding en de verdieping in praktijk om te zetten We zullen op regelmatige tijdstippen evalueren de profielen van de scholen worden in kaart gebracht. Vertegenwoordigers van scholen, ouders, deskundigen en overheid kunnen nagaan waar de behoeften zich situeren en welke oplossingen op korte, middellange en lange termijn mogelijk zijn. Er zal hierbij rekening gehouden worden met het acute karakter van de noden van bepaalde doelgroepen, knelpunten op gebied van het leerlingenvervoer en de realiteit van de scholen. Uitwerking van ideeën nota delta-werkgroep Zie C, M, E We willen geen verplichte verbreding. We willen per doelgroep redelijke afstanden omschrijven waarbinnen een BuO-aanbod realiseerbaar is, zonder in te leveren op de kwaliteit en de leefbaarheid van het bestaande aanbod of het op te richten aanbod. Werkgroep meervoudige DPCC Diocesane beg. studiegroep spreiding Mei dec 07 blz. 70: We willen dat in de toekomst de schoolgrootte bepalend is voor de programmatie en rationalisatie en niet zozeer de types of doelgroepen op zich. Bij de start van leerzorg zullen scholen voor BuO uitgenodigd worden zich te profileren van types naar leerzorgniveaus (III en/of IV), clusters en doelgroepen. We willen een kritische reflectie formuleren op de huidige programmatienormen en voorstellen doen voor wijzigingen. We willen per bisdom overleg tussen scholen organiseren over de wenselijke situaties en de afstemming van hun aanbod. Studiegroep spreiding DDV olv Diocesane Ped. begel. DPCC-procedure Juni okt 07 We toetsen onze spreidingsvoorstellen bij ouders en vakbonden. -VCOV -COV/COC Najaar 6

7 X Y Z Blz. 10: Volgens de conventie van de VN ter bescherming van personen met een handicap moeten de lidstaten leerkrachten tewerkstellen, inclusief leraren met een handicap, die bekwaam zijn in gebarentaal en braille. Blz. 77: Het GOK en zorgbeleid: niet voor het BuO: hoe we GOK in het BuO eventueel moeten concipiëren, moet nog verder grondig onderzocht worden. Blz. 35: Op dit ogenblik is nog niet duidelijk of de groep kinderen met STOS als afzonderlijke doelgroep met alle rechten en plichten binnen het leerzorgkader moet worden gescheiden. De stuurgroep zal zich buigen over de indicatorenontwikkeling en een grondig inzicht in deze problematiek moeten aanleveren op basis waarvan we een beslissing kunnen nemen over de positionering. We willen een statuut voor dove medewerkers op scholen voor leerlingen met een auditieve handicap. We wensen een kritische evaluatie van de toekenning en de werking van tolken. GOK-middelen, ook voor BuO. We maken zelf een evaluatie van de GOK-indicatoren in het BuO Een erkenning van leerlingen met STOS als een afzonderlijke doelgroep. We schrijven in een tekst de profilering van deze doelgroep uit. ZZ SOL LZN III ook in BuO!! Zie "O" ook voor werkingsmiddelen Werkgr. GOK/OVB Werkgroep T7 aanvulling type 8 7