Vragen en antwoorden Commissie BBV 2016 deel IV

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Vragen en antwoorden Commissie BBV 2016 deel IV"

Transcriptie

1 Vragen en antwoorden Commissie BBV 2016 deel IV Vraag : In onze organisatie voeren teamhoofden functioneringsgesprekken. Uit de notitie Overhead begrijp ik dat de loonkosten van deze functies tot de overhead worden gerekend. Maar wat als een teamhoofd ca. 300 uur besteed aan leiding geven (incl. functioneringsgesprekken), en de overige ca uur besteed aan werkzaamheden tbv riolering? Moeten die 1200 uur dan direct toegerekend worden aan het desbetreffende taakveld? Of vallen die 1200 uur ook onder overhead (zoals het in de notitie genoemde voorbeeld van een zwembad-directeur die uitvoerende taken verricht)? Antwoord : Wanneer een functionaris hiërarchisch leidinggevend is, dan wordt hij voor 100% aan overhead toegerekend. Ook wanneer deze persoon daarnaast ook uitvoerende taken heeft. NB: hiërarchisch leidinggevende behelst meer dan alleen het voeren van functioneringsgesprekken. Het gaat om het hebben van personele verantwoordelijkheid, zie de definitie uit de notitie overhead: Het betreft alle hiërarchische leidinggevenden in het primair proces. Zij hebben een personele verantwoordelijkheid waaronder het voeren van functioneringsgesprekken. Niet: projectleiding en coördinatoren. Vraag : Categorie 0.0 verdwijnt. Op deze categorie hebben wij onze stelposten geraamd. Zo ook o.a. een bezuinigingstaakstelling waarvan nog niet bekend is hoe deze wordt gerealiseerd. Dus kan zijn bezuinigen op salarissen, subsidies, exteren dienstverlening etc.. Graag verneem ik van u op welke categorie deze, op basis van de nieuwe lijst, dient te worden geraamd Antwoord : Bij het inrichten van de nieuwe Iv is het de wens geweest om al op basis van de Iv3-begroting het EMUsaldo te kunnen af leiden. Dit ook met het oog op het mogelijk laten vervallen van de EMU-enquête. Van lasten/baten geboekt op een post 0.0 onverdeeld is het niet mogelijk om te bepalen of deze lasten/baten moeten worden meegeteld voor het EMU-saldo, dat wil zeggen of ze uiteindelijk op één van de categorieën 1.x t/m 5.x komen, of op 6.x t/m 7.x. Vandaar dat deze categorie is komen te vervallen. Voor het invullen van de Iv3-begrotingen is het dus wenselijk om deze lasten/baten (waaronder ook de stelposten) zo goed mogelijk te boeken op de categorieën die nu voorhanden zijn. Dat hierbij wat ruis gaat ontstaan doordat lasten/baten nog niet precies kunnen worden toegerekend aan de categorieën is daarbij te verwachten, maar het zo goed mogelijk maken van onderscheid tussen enerzijds 1.x t/m 5.x enerzijds en 6.x t/m 7.x is in elk geval wel belangrijk. Vraag : Investeringen met maatschappelijk nut (wegen, parken, openbare verlichting e.d.) moeten met ingang van 2017 verplicht worden geactiveerd. In hoeverre wordt onderhoud, c.q. vervanging van bestaand areaal (wegdelen, lichtmasten, armaturen, rioolstrengen, brugdelen), vervat in beheerplan, gekoppeld aan voorziening, beschouwd als "investering"? 1

2 Antwoord : Er zal onderscheid moeten worden gemaakt tussen vervangingsinvesteringen en onderhoudsuitgaven. (Vervangings-)investeringen moeten worden geactiveerd en groot onderhoud komt t.l.v. de voorziening. Bij een bestaand actief is sprake van een investering indien de gemaakte kosten: - leiden tot een levensduurverlenging; en/of - leiden tot een significante kwaliteitsverbetering; en/of - aanpassingen betreffen om te voldoen aan wet- en regelgeving (bijv. investeringen in gebouw om te voldoen aan veiligheidsvoorschriften). Wanneer kosten worden gemaakt ten behoeve van het behoud van de oorspronkelijke kwaliteit en levensduur van een actief, dan is sprake van onderhoud. Vraag : Eén van de wijzigingen in de BBV 2017 is de toerekening van de overhead. Hierbij kunnen alleen kosten die direct betrekking hebben op het primaire process worden toegerekend aan de programma's. Het is ons niet duidelijk hoe we de kosten van de gemeentewerven kunnen toerekenen aan het primaire proces. Dit was altijd een hulpkostenplaats die via een verdeelsleutel aan het tarief van personen werd toegerekend. Antwoord : De kosten van gemeentewerven moeten worden begroot en verantwoord op het taakveld of de taakvelden waarop de kosten betrekking hebben. Het feit dat kosten via een kostenplaats worden of werden verdeeld, betekent niet dat het overhead betreft. Overigens is het in het nieuwe BBV nog steeds toegestaan om met (hulp)kostenplaatsen te werken. De technische uitwerking van de boekingsgang is aan de gemeente, zolang aan de volgende in het BBV gestelde eisen wordt voldaan: 1. de kosten staan op het juiste/betreffende taakveld; 2. de kosten staan op de juiste/betreffende categorie. Het nieuwe BBV gaat er in principe vanuit dat er geen kostenplaatsen meer zijn. Er kan boekhoudkundig echter nog wel gebruik worden gemaakt van kostenplaatsen om de kosten te verzamelen en door te boeken (via negatieve last, niet via bate). Dit kan door bepaalde kosten in eerste instantie te verzamelen op een kostenplaats, gespecificeerd naar de betreffende categorieën. Vervolgens wordt de verdeelsleutel volgens welke de kosten worden verdeeld over de betreffende taakvelden toegepast op de totale kostenplaats per categorie. De verdeling naar de taakvelden vindt vervolgens plaats als negatieve last op de kostenplaats per categorie (en dus niet via de verrekencategorie, want dan komen de kosten niet op de juiste categorie terecht). Bovenstaande is slechts een voorbeeld. Zoals gesteld is de boekhoudkundige verwerking aan de gemeente, zolang aan de 2 voorwaarden wordt voldaan. Wanneer gebruik wordt gemaakt van een kostenplaats, is het daarnaast nog van belang dat de kosten niet via een bate worden doorbelast, maar via een negatieve last. Vraag : Dient er tussentijds te worden afgeschreven wanneer gemeentelijke gebouwen buiten gebruik worden gesteld en in een later stadium eventueel worden verkocht? 2

3 Antwoord : Indien het gebouw leegstaat tot het moment van verkoop, dan wordt er niet meer tussentijds afgeschreven. Bij tijdelijke verhuur aan derden wordt wel gewoon afgeschreven. Omdat de bestemming wijzigt, moet de actuele waarde in die nieuwe bestemming in de toelichting op de balans worden vermeld. Wanneer sprake is van een duurzame waardevermindering door deze bestemmingswijziging, dan moet tevens dit verlies worden genomen. Wanneer het gebouw daadwerkelijk wordt bestemd voor de verkoop, dient overboeking plaats te vinden naar de voorraden en dient afwaardering plaats te vinden indien de marktwaarde lager is dan de boekwaarde. Vraag : Vorige week ontvingen wij het gepubliceerd besluit tot vaststelling van de beleids-indicatoren die wij in de programma`s op moeten nemen. In de bijlage worden deze indicatoren gekoppeld aan de hoofdindeling van de taakvelden. Wij gaan de overzichten lasten en baten (niveau taakvelden)in de begroting opnemen als een bijlage. Houdt dit nu in dat we in de bijlage de indicatoren kunnen koppelen aan de hoofdindeling (bijvoorbeeld overhead aan 0) of moeten we aan de volledige indeling koppelen (bijvoorbeeld overhead aan 04). Antwoord : Het BBV vraagt niet om een koppeling tussen de taakvelden en de beleidsindicatoren. Het BBV stelt alleen dat de beleidsindicatoren moeten worden opgenomen binnen de betreffende programma s. Indien u in het overzicht van baten en lasten per taakveld ook een koppeling wilt maken naar de taakvelden, dan kunt u dit naar eigen inzicht doen. Vraag : Er wordt door de commissie gemeld dat de Paragraaf bedrijfsvoering alsnog blijft bestaan. Mijn vraag is of dit ook een plicht is, of dat de informatie ook in een nieuw programma Bedrijfsvoering (met daarin de overheadskosten) getoond mag worden. Antwoord : Het is een bewuste keuze van het Ministerie van BZK geweest om de paragraaf bedrijfsvoering te handhaven. Belangrijkste reden is dat dit wordt gezien als de plek waar straks de rechtmatigheidsverantwoording door het college zou moeten komen, indien dit inderdaad doorgang vindt. Verder is het o.b.v. BBV artikel 14 verplicht om in deze paragraaf ten minste inzicht in de stand van zaken en de beleidsvoornemens ten aanzien van de bedrijfsvoering. Overigens is het niet toegestaan om de overhead op te nemen in een programma. Dit moet in een apart overzicht náást de programma s. Zie ook de toelichting hieromtrent in de notitie overhead, pagina 9. Vraag : Vergunningverlening (op diverse terreinen) is door provincie uitbesteed aan omgevingsdiensten. Ook voor deze Gemeenschappelijke Regelingen gelden de nieuwe BBV-regels, echter met ingang van begroting Provincie dient in paragraaf heffingen bij eigen begroting 2017 al inzicht te bieden in opbouw kosten vergunningverlening (kostendekkende leges). Dit inzicht moet komen van verbonden partij waarvoor regels pas later gelden. Hoe nu te handelen? Krijgt provincie "uitstel" voor dit onderdeel? 3

4 Antwoord : De provincie krijgt geen uitstel voor dit onderdeel. De provincie zal de benodigde informatie voor de begroting 2017 van de provincie bij de GR moeten opvragen. Het is immers bekend welke kosten er zijn. Dat de GR zelf nog niet aan bepaalde BBV wijzigingen hoeft te voldoen is niet relevant. Vraag : De berekening van de rente aan grondexploitatie in de rentenotitie is afwijkend van de berekening in de nota grondbeleid. Welke is juist? Antwoord : Het klopt inderdaad dat hier een inconsistentie in was ontstaan. De berekening van de notitie grondexploitatie is leidend. Het bedoelde voorbeeld in de bijlage van de notitie rente is hier inmiddels op aangepast. Vraag : Voorzieningen die via de methode van contante waarde worden gewaardeerd moet tegen het percentage van de disconteringsvoet plaatsvinden. Er staat niet bij hoe dit percentage moet worden bepaald. In de nota grondbeleid is daar wel een definitie voor gegeven. Hoe moet het percentage disconteringsvoet in de rentenotitie berekend worden? Antwoord : Met uitzondering van de disconteringsvoet voor grondexploitaties, kent het BBV geen voorschriften voor de bepaling van de disconteringsvoet voor voorzieningen die tegen contante waarde worden gewaardeerd. Wel wordt er voor bijvoorbeeld de pensioenvoorzieningen landelijk gebruik gemaakt van het door de DNB vastgestelde rentetermijnstructuur pensioenfondsen. Vanuit eenvoud en begrijpelijkheid is het aan te raden om één van de volgende disconteringsvoeten te hanteren: Disconteringsvoet van 2%, conform grondexploitaties Disconteringsvoet gelijk aan de gewogen gemiddelde vermogensvoet (dus gelijk aan de omslagrente) Disconteringsvoet pensioenvoorzieningen: rentetermijnstructuur pensioenfondsen De jaarlijkse toevoeging aan de voorzieningen vanwege het 1 jaar minder contant maken, dient te gebeuren tegen het percentage waartegen de voorziening contant is gemaakt. Vraag : Vervallen. Vraag : Tegen welk percentage moeten de intern o.b.v. annuïteiten doorbelaste rente vanaf 2017 worden verwerkt? Toelichting: in het verleden (en nu ook nog) zijn met name bij investeringen in panden de rente en afschrijvingslasten bepaald o.b.v. annuïteiten in plaats van lineaire afschrijving. De reden hiervoor is dat de kapitaallast bij aanvang redelijk in lijn loopt met de te ontvangen huur(verhoging). In de praktijk betekent dit dat er nu bijvoorbeeld 5% aan activa in panden wordt doorbelast. Hoe werkt dit vanaf 2017, mag dan nog rekening worden gehouden met de toerekening van het hoge percentage (5%) of moet de rente aangepast worden naar het lagere omslagpercentage van bijvoorbeeld 2%? Stel dat het omslagpercentage een jaar later wordt verhoogd naar 2,5% en we blijven op annuïteitbasis 4

5 afschrijven dan heeft dit tot gevolg dat elk jaar een nieuwe annuïteit moet worden bepaald. Dat kan toch niet de bedoeling zijn. Graag helderheid over de renteberekening ingeval van annuïteiten. NB De investering wordt via integrale financiering gefinancierd. Antwoord : Het rentepercentage dat wordt gehanteerd in de berekening van de annuïteiten, moet per opnieuw worden berekend volgens de nieuwe regels die gelden voor het bepalen van de omslagrente. Dit betekent dat de annuïteiten per opnieuw moeten worden berekend en vanaf dat moment moeten worden toegepast op de resterende boekwaarde. Bijstelling in de daaropvolgende jaren hoeft alleen plaats te vinden op het moment dat de werkelijke (niet afgeronde) omslagrente meer dan 25% afwijkt van de rente die is gebruikt in de berekening van de annuïteit. Vraag : In de notitie Rente 2017 staat de stellige uitspraak: Als er wel een rentevergoeding over het eigen vermogen wordt berekend, dan is deze vergoeding maximaal het rentepercentage dat is gebaseerd op het gewogen samenstel van de externe rentelasten over de lang en kort aangetrokken financieringsmiddelen. De vraag is of het totaal aan vergoede rente maximaal de gemiddelde werkelijk betaalde rente x het eigen vermogen mag zijn of dat dit geldt per afzonderlijke vergoeding. Binnen de gemeente kennen we nl. een bestemmingsreserve, waarin investeringsbijdragen zijn opgenomen die niet rechtstreeks op de investering in mindering gebracht mochten worden. Aan investeringen wordt een omslagrente toegerekend en wanneer aan die bestemmingsreserve niet de omslagrente mag worden toegerekend wordt over de bewuste investeringen, waarvoor een vergoeding is ontvangen (in veel gevallen 100%), per saldo onterecht teveel rente in rekening gebracht. Antwoord : De rente over het EV wordt als volgt berekend: het rentepercentage over EV x totaal EV. Het rentepercentage EV mag maximaal de gewogen gemiddelde rente over de aangetrokken financiering zijn. De tegenboeking van rentelasten over het eigen vermogen kan een feitelijke toevoeging aan de reserves zijn of een rentebate (bespaarde rente) op het taakveld treasury. Dit mag de gemeente zelf bepalen. Er kan dus ook relatief gezien aan de ene reserve meer rente worden toegevoegd dan aan de andere reserve. Of aan bepaalde reserves wel rente en aan andere reserves geen rente. Zolang de totale toegevoegde rente aan één of meerdere reserves maar niet meer is dan het gewogen gemiddelde rentepercentage over de aangetrokken financiering. Vraag : Vervallen. Vraag : Onze gemeente hanteert voor sommige investeringen momenteel een zgn. uitzonderingsrente. Deze rente is gebaseerd op het destijds geldende rente % van bijv. 8%. De investering wordt annuïtair afgeschreven en tegenover de kapitaallasten staat eenzelfde bedrag aan huur of aan terugontvangen rente en aflossing. Kan deze systematiek ook nog vanaf 2017 worden gehanteerd? Antwoord : 5

6 Nee, deze systematiek moet vanaf 2017 worden aangepast. De annuïteiten (ook op bestaande investeringen) moeten worden herberekend op basis van de omslagrente. De nieuw berekende annuïteiten moeten worden toegepast op de resterende boekwaarde. Zogenoemde uitzonderingsrentes zijn niet meer toegestaan. Vraag : Op dit moment heeft de gemeente geen aangetrokken geldlening. Op basis van de nieuwe voorschriften betekent dit m.i. dat geen rente meer mag worden berekend over de boekwaarde per voor de bepaling van de kapitaallasten. Van uit het verleden zijn 2 activa geactiveerd op basis van annuïteiten. Hoe moet ik bij deze activa omgaan met de rente? Moet ik bij deze activa de afschrijvingsmethode aanpassen van annuïteiten naar lineair of mag ik voor deze activa toch het in het verleden vastgestelde rentepercentage hanteren? Antwoord : Wanneer er geen aangetrokken geldleningen zijn, betekent dit m.i.v inderdaad dat er geen rente meer mag worden toegerekend aan de taakvelden. Er wordt immers ook geen rente betaald. Afschrijving o.b.v. annuïteit is dan niet meer mogelijk. De afschrijvingsmethode moet dan inderdaad worden aangepast. Over de resterende boekwaarde dient lineair te worden afgeschreven. Vraag : Vervallen. Vraag : Moeten ook oude investeringen/activa met een rente omslagpercentage worden berekend? Antwoord : Het is vanaf de begroting 2017 niet meer mogelijk om een afwijkende rente toe te rekenen aan bepaalde investeringen. Vanaf 2017 gelden er geen uitzonderingspercentages meer die bijvoorbeeld bij een gesloten huishouding worden toegepast. Er mag vanaf 2017 niet meer rente worden toegerekend aan de taakvelden dan feitelijk is betaald (waaronder ook de omslagrente wordt verstaan). Vraag : In bijlage 3 van de notitie grondexploitaties worden voor de bepaling van het gewogen gemiddelde rentepercentage alleen de rentelasten van lang en kort geld genoemd. Mogen/moeten bovengenoemde rentebaten hierop in mindering worden gebracht? Antwoord : Nee, de gewogen gemiddelde rentepercentage voor de grondexploitaties wordt berekend op basis van de bruto rentelasten en de bruto leningenportefeuille, exclusief eventuele projectfinanciering en bijbehorende rentelasten. Vraag : Vervallen. 6

7 Vraag : Vervallen. Vraag : Waarom wordt in het rekenvoorbeeld in de notitie rente de toevoeging aan de voorziening die tegen NCW is gewaardeerd via de omslagrente over alle taakvelden verdeeld. Deze dotatie aan de (verlies)voorziening is toch een directe last op het taakveld Grondexploitaties? Antwoord : Er wordt inderdaad op het taakveld treasury niet een aparte rentelast geboekt voor de oprenting van de verliesvoorziening(en) grondexploitaties. De voorzieningen die credit op de balans staan die moeten met de discontovoet worden verhoogd, omdat anders de voorziening te laag is. Dat speelt bij grexen niet, omdat die verliesvoorzieningen jaarlijks worden geactualiseerd en vervolgens inderdaad worden verhoogd of verlaagd via het taakveld grondexploitaties. Vraag : In de rentenotitie 2017 staat dat de omslagrente op een veelvoud van een half procent mag worden afgerond. De omslagrente mag maximaal 0,5% afwijken van het werkelijke rentepercentage dat aan de taakvelden moet worden toegerekend. Het renteresultaat kan hiermee maximaal 0,5% zijn. Vraag: is de toegestane afwijking tot maximaal 0,5% alleen van toepassing bij afronding of mag de afwijking tot maximaal 0,5% altijd worden toegepast? Bijvoorbeeld: bij een rentepercentage van 2,99 is het dan toegestaan een marge toe te passen van 2,99% + 0,5% tot max. 3,49% of is de marge dan beperkt tot 2,99% + 0,01% (afronding naar 3%) Antwoord : De ruimte van 0,5% is bedoeld voor feitelijke afronding naar een dichtstbijzijnde handige rekenrente en dient ter stabiliteit bij kleine afwijkingen in navolgende jaren. Het is niet de bedoeling om de omslagrente zo ver mogelijk naar boven of naar beneden bij te stellen. Dan loopt u immers ook het risico dat de omslagrente meteen moet worden aangepast op het moment dat deze het volgende jaar op 2,98% wordt berekend. Vraag : a. Wat wordt precies verstaan onder projectfinanciering? b. Kun je ook een project (bijv. riolering) financieren met een deel van je eigen vermogen? c. Is het toegestaan daarvoor dan een afwijkend percentage voor te rekenen? Antwoord : a. Onder projectfinanciering wordt verstaan het aantrekken van externe financiering voor een specifiek project. b. Financiering met eigen vermogen wordt niet aangemerkt als projectfinanciering. Er moet echt extern een lening zijn aangetrokken om het betreffende project te kunnen financieren. c. In het geval van projectfinanciering wordt inderdaad de voor die aangetrokken lening geldende rente toegerekend aan het betreffende project. Dit kan derhalve een ander percentage zijn dan aan andere projecten wordt toegerekend o.b.v. de omslagrente. 7

8 Vraag : Bij onze berekening komt een negatief saldo door te rekenen rente uit. De aan taakvelden (programma's incl. overzicht Overhead) toe te rekenen rente. Moet deze "negatieve" rente (meer rentebaten dan lasten) aan de taakvelden worden toegerekend? Antwoord : Wanneer het saldo van rentelasten en rentebaten negatief is (de baten zijn hoger dan de lasten), dan blijft dit renteresultaat op het taakveld treasury. Er wordt geen negatieve renteomslag (rentebate) toegerekend aan de taakvelden. Vraag : Thans wordt in onze gemeente alleen bij de investeringen die een relatie hebben met een product waarvoor een kostprijs wordt berekend naast de afschrijvingslast ook een rentelast berekend. Betekent het invoeren van een rente-omslag nu ook dat verplicht over alle investeringen rente moet worden berekend? Antwoord : Binnen het BBV wordt rente beschouwd als directe kosten die aan de investeringen op de taakvelden moet worden toegerekend. Dit betekent inderdaad dat via de systematiek van de omslagrente de rente aan alle investeringen moet worden toegerekend, zodat rente op alle betreffende taakvelden als directe kostenpost staat. Vraag : In de notitie Rente 2017 staat het volgende: Als er wel een rentevergoeding over het eigen vermogen wordt berekend, dan is deze vergoeding maximaal het rentepercentage dat is gebaseerd op het gewogen samenstel van de externe rentelasten over de lang en kort aangetrokken financieringsmiddelen. Begrijp ik het dan goed dat er geen sprake is van saldering rentelasten en rente-inkomsten (Rente bij overtollige middelen) bij berekening van de rentevergoeding voor het eigen vermogen? Antwoord : Ja dat klopt. De berekening van het gewogen gemiddelde rentepercentage over de lang en kort aangetrokken financieringsmiddelen vindt plaats op basis van de bruto-rentelasten. De rentebaten worden in deze berekening niet betrokken. Vraag : Vervallen. Vraag : In de Notitie Grondexploitaties 2016 (verschenen maart 2016) staat op pagina 21 de volgende stellige uitspraak: De toegestane toe te rekenen rente aan de BIE moet worden gebaseerd op de daadwerkelijk te betalen rente over het vreemd vermogen. Het is niet toegestaan om rente over het eigen vermogen toe te rekenen aan BIE. Het over het vreemd vermogen te hanteren rentepercentage moet als volgt worden bepaald: Het rentepercentage van de direct aan de grondexploitatie gerelateerde financiering in het geval van 8

9 projectfinanciering; Het gewogen gemiddelde rentepercentage van de bestaande leningenportefeuille van de gemeente, naar verhouding vreemd vermogen/totaal vermogen, indien geen sprake is van projectfinanciering; Indien de gemeente geen externe financiering heeft, dan wordt geen rente toegerekend aan BIE. Casus: In onze gemeente is in 2005 het grootste gedeelte van onze leningenportefeuille geherstructureerd. Concreet betekende dit dat leningen die niet vervroegd aflosbaar waren omgezet zijn tegen één nieuwe lening met een lager rentepercentage. Daarvoor moest de gemeente agio (boeterente) betalen aan de geldgever. Deze boeterente is volgens de voorschriften geactiveerd op de balans onder de post Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en jaarlijks wordt middels afschrijvingen een gedeelte hiervan ten laste van de exploitatie gebracht. Vraagstelling: Mag het jaarlijks ten laste van de exploitatie gebrachte gedeelte van de boeterente (afschrijvingskosten) meegenomen worden bij de berekening van het gewogen gemiddelde rentepercentage van de leningenportefeuille van de gemeente? Antwoord : De jaarlijkse afschrijving op de geactiveerde boeterente wordt als kosten geboekt op het taakveld treasury. Deze kosten mogen worden meegenomen in de toe te rekenen rente aan investeringen en grondexploitatie. Vraag : a. In de notitie grondexploitaties 2016 zijn uitspraken gedaan over voorbereidingskosten voor grondexploitaties. Die mogen geactiveerd worden onder de immateriële vaste activa. De te activeren kosten moeten passen binnen de kostensoortenlijst van het Bro. Hieronder vallen ook rentekosten. Daar waar er regels zijn gesteld over het toe te rekenen rentepercentage voor BIE s, lijkt hier nog gekozen te kunnen worden voor de gehanteerde omslagrente. Klopt deze interpretatie? b. De voorbereidingskosten die ultimo 2015 zijn geactiveerd, worden dan per omgezet naar immateriële vaste activa, waarna er rente aan wordt toegerekend totdat de grondexploitatie wordt vastgesteld. Daarna wordt het geheel aan geactiveerde kosten op de immateriële vaste activa, ingebracht als kosten in de grondexploitatie. Klopt deze interpretatie? c. NIEGG s worden per tegen de huidige boekwaarde omgezet naar materiële vaste activa. Hierna worden er geen kosten of rente meer aan toegerekend. Het kan alleen wel zo zijn dat er vanaf 2016 nog voorbereidingskosten worden gemaakt in aanloop tot de vaststelling van een grondexploitatie. Is het dan de bedoeling om de kosten voor dit soort projecten vanaf 2016 te activeren als immateriële vaste activa? Hier is toch wel de mogelijkheid om rente te activeren? Dan zou bij de uiteindelijke vaststelling van de grondexploitatie de boekwaarde onder de MVA per zonder rente na worden ingebracht in de grondexploitatie, terwijl de resterende voorbereidingskosten vanaf 2016 via de immateriële vaste activa, wel met rente worden ingebracht. Kunt u dit punt verduidelijken? Antwoord : a. Nee, deze interpretatie is niet juist. Bij de gewijzigde regelgeving is onderkend dat het in de meeste gevallen noodzakelijk is voorbereidingskosten (in de betekenis van onderzoekskosten) te maken, alvorens een grondexploitatiecomplex operationeel kan worden. Het zijn daarom kosten die onlosmakelijk met de grondexploitatie samenhangen. Nu voor grondexploitatie de beperking is aangebracht ten aanzien van de toe te rekenen rente over het eigen vermogen, geldt deze beperking 9

10 evenzeer ten aanzien van de rente die wordt toegerekend aan de voorbereidingskosten die (tijdelijk) onder IMVA worden geactiveerd. b. Nee, deze redenatie klopt niet. De boekwaarde van de NIEGG per hoeven niet te worden gesplitst naar IMVA (voorbereidingskosten) en MVA (grond). Er vindt alleen overboeking naar de IMVA plaats indien er binnen een bepaalde NIEGG alléén voorbereidingskosten zijn geactiveerd en geen grond. c. De investeringen die tot en met 2015 onder NIEGG werden verantwoord en die in 2016 niet als BIE worden gekwalificeerd, zijn naar hun aard (dus) geen operationele grondexploitatiecomplexen. Zoals in de toelichting bij het wijzigingsbesluit is uiteengezet, zijn de boekwaarden van NIEGG de afgelopen jaren hoog opgelopen vanwege grondaankopen en toerekening van kosten, waaronder rente, zonder dat deze gronden actief in ontwikkeling gebracht konden worden. Dit heeft geleid tot te hoge boekwaarden en als gevolg daarvan substantiële afwaarderingen. Dat is (naast de fiscale achtergronden) de reden voor de gewijzigde regelgeving ten aanzien van NIEGG. Tegen deze achtergrond hoeft het geen nader betoog dat een verdere verhoging door rentetoerekening aan de mogelijk bij veel gemeenten nog aanwezige relatief hoge - boekwaarden van NIEGG thans MVA niet acceptabel wordt geacht. De mogelijke kosten van voorbereiding (zijnde niet-materiele activa) die vanaf 2016 onder IMVA worden verantwoord en die moeten worden gemaakt om te komen tot nieuwe of gewijzigde operationele grondexploitatiecomplexen achten wij van een andere orde. Zie verder antwoord 1. Vraag : Naar aanleiding van de nieuwe notitie grex 2016 heb ik een vraag over de bestaande NIEGG. In de notitie is niet duidelijk aangegeven of ook de kosten mogen worden opgenomen onder de immateriële vaste activa (kosten en onderzoek), als het gaat om bestaande NIEGG. Ik mis hierbij een extra overgangsregel. Mijn vraag is dus concreet: voor de huidige NIEGG projecten geldt daarvoor dat hierbij ook nog kosten mogen worden geactiveerd onder de immateriële vaste activa, in ieder geval tot ? Antwoord : Hier is geen overgangsregeling voor nodig. NIEGG projecten bestaan in de regel uit een samenstel van verworven gronden (en mogelijk opstallen) en toegerekende kosten, zoals kosten van voorbereiding, apparaatskosten en rente. De gemeente bepaalt hierbij zelf of deze projecten, zoals deze tot en met eind 2015 als NIEGG zijn verantwoord wel of niet in uitvoering genomen gaan worden als operationele BIE. Indien vaststaat dat een NIEGG-project niet in uitvoering genomen gaat worden, dan is er ook geen basis om de voorbereidingskosten die hiervoor tot en met 2015 zijn gemaakt, onder IMVA op te nemen. Het geheel van de NIEGG boekwaarde wordt overgeheveld naar MVA. Wanneer voor de (v.m.) NIEGG-projecten en andere gronden onder MVA nieuwe of herziene plannen worden ontwikkeld, dan kunnen de vanaf 2016 gemaakte voorbereidingskosten (in de betekenis van onderzoekskosten) worden geboekt onder de IMVA. Vraag : Moet de toe te rekenen rente (percentage berekend op de voorgeschreven wijze) naar bouwgrond in exploitatie (BIE) worden toegepast of mag je ook een lager rentepercentage hiervoor hanteren en moet het resultaat van de berekende rentepercentage worden gezien als een maximum toe te passen percentage. Voor de begroting 2017 hebben wij als rente 2,5% vastgesteld en de berekening rentetoerekening BIE komt op 2,7%. Wij willen voor de begroting overal eenzelfde percentage hanteren. 10

11 Antwoord : Het is niet toegestaan om een lager rentepercentage toe te rekenen aan grondexploitaties dan berekend volgens de formule in de notitie grondexploitaties. In het nieuwe BBV is de verplichting opgenomen om rente toe te rekenen aan de taakvelden. De baten en lasten van de grondexploitaties moeten op het taakveld 8.2 worden verantwoord, waarbij ook voor dat taakveld geldt dat rente verplicht wordt toegerekend. In het verlengde daarvan geldt vervolgens dat het verschil tussen baten en lasten van dit taakveld (dus inclusief de rente) wordt bij- of afgeschreven op de voorraad onderhanden werk (grondexploitaties) op de balans. Daarbij is een belangrijke doelstelling van de vernieuwing van het BBV geweest om tot een eenduidige wijze van toerekening van kosten aan grex, waaronder de rente, te komen. Dit heeft geleid tot de stellige uitspraak in de notitie grondexploitaties dat de toe te rekenen rente volgens een voorgeschreven wijze moet worden bepaald: De toegestane toe te rekenen rente aan BIE moet worden gebaseerd op de daadwerkelijk te betalen rente over het vreemd vermogen. Het is niet toegestaan om rente over het eigen vermogen toe te rekenen aan BIE. Het over het vreemd vermogen te hanteren rentepercentage moet als volgt worden bepaald: - het rentepercentage van de direct aan de grondexploitatie gerelateerde financiering in het geval van projectfinanciering; - het gewogen gemiddelde rentepercentage van de bestaande leningenportefeuille van de gemeente, naar verhouding vreemd vermogen/totaal vermogen, indien geen sprake is van projectfinanciering; Indien de gemeente geen externe financiering heeft, dan wordt geen rente toegerekend aan BIE. Vraag : a. In de notitie grondexploitaties 2016 is opgenomen dat de categorie NIEGG komt te vervallen. Bestaande NIEGG's worden geherrubriceerd naar materiele vaste activa. Voorbereidingskosten mogen geactiveerd worden als immateriele activa. Geldt dit voor zowel bestaande NIEGG's (4 jaar overgangstermijn) als nieuwe NIEGG's? b. Rentekosten staan ook op de kostensoortenlijst en mogen dus ook geactiveerd worden. Welk rentepercentage moet daarbij gehanteerd worden? Hetzelfde rentepercentage als over de BIE? Of het renteomslagpercentage? Of is de gemeente daar vrij in? Antwoord : a. Op de IMVA mogen inderdaad de vanaf 2016 te maken voorbereidingskosten (in de betekenis van onderzoekskosten) worden geactiveerd voor alle gronden die (mogelijk) in ontwikkeling komen. Dus dat kunnen gronden zijn die nieuw zijn aangekocht en onder MVA staan en/of gronden die vanuit NIEGG zijn overgeboekt naar MVA. Voorwaarde is wel dat de voorbereidingkosten moeten bijdragen aan de totstandkoming van de BIE. b. Rentekosten worden alleen geactiveerd voorzover betrekking hebbend op BIE. Rente over het eigen vermogen is daarbij uitgesloten. Rente over voorbereidingskosten IMVA mag eveneens worden geactiveerd, aangezien deze kosten bij het operationeel worden van het betreffende grondexploitatieproject naar BIE worden overgeheveld. Daarbij gelden dezelfde bepalingen als bij BIE, dus geen rente over het eigen vermogen. Over de boekwaarde van gronden opgenomen onder MVA mag geen rente worden geactiveerd. Vraag : Op pagina 17 van de notitie grondexploitaties 2016 staat vermeld dat sparen voor niet aan de grondexploitatie toerekenbare bovenwijkse voorzieningen die later worden aangelegd (na afsluiting van de grondexploitatie) mogelijk is via een bestemmingsreserve. De gemeente heeft ook een dergelijke reserve, genaamd reserve bovenwijkse werken. Deze reserve wordt gevoed op basis van een bedrag (een paar euro) per verkochte 11

12 vierkante meter. Nu staat in de notitie op pagina 17 het volgende: Wanneer bij afsluiting van de grondexploitatie een positief resultaat bestaat, kan (een deel van) dit resultaat via resultaatbestemming worden toegevoegd aan een bestemmingsreserve bovenwijkse voorzieningen.. Als de interpretatie juist is betekent dit dat de huidige methode van voeding van de reserve bovenwijkse voorziening niet meer mag ( per verkochte m2 grond), want er moet eerst sprake zijn winst voordat het via resultaatbestemming toegevoegd kan worden aan de reserve. Op dit moment is dit gespreksonderwerp i.v.m. de nieuwe investeringsaanvragen die worden gedaan. In de doorkijk van het verloop van de reserve die bij de bij de nieuwe investeringsaanvragen gemaakt is, is nog rekening gehouden met voeding op basis van de te verwachten grondverkopen. Op basis van de gewijzigde regelgeving wordt de komende jaren geen voeding verwacht. Zonder voeding en de reeds geplande onttrekkingen is er eind 2016 een negatief eindsaldo in de reserve. Dit bekent dat de dekking voor desbetreffende investeringsaanvragen geschrapt moet worden. Klopt het inderdaad dat de huidige werkwijze betreft het voeden van de reserve bovenwijkse werken niet meer mogelijk is? Is er nog een alternatief? Antwoord : De huidige werkwijze is inderdaad niet meer toegestaan. Er kan nog steeds voor worden gekozen om de reserve te voeden op basis van per verkochte m2 grond. De toevoeging aan de reserve kan echter niet meer direct ten laste van de grondexploitatie worden gedaan. Bij positieve grondexploitaties kan het nog wel indirect, door (een deel van) het positieve resultaat hiervoor aan te wenden. Dit kan op een aantal manieren: 1. Wanneer het mogelijk is om tussentijds winst te nemen (wat onder voorwaarden mogelijk is op het moment van verkoop), kan de toevoeging aan de reserve ook daadwerkelijk plaatsvinden op het moment van de verkoop door de winstneming via resultaatbestemming aan te wenden voor de storting in de reserve. 2. Wanneer (een deel van) de winst nog niet als gerealiseerd kan worden beschouwd, is er feitelijk nog geen winst beschikbaar om de toevoeging aan de reserve te doen. De gemeente kan er dan voor kiezen om de toevoeging aan de reserve t.l.v. het jaarresultaat of de algemene reserve te doen. Op het moment dat de winst uit de grex vervolgens wordt gerealiseerd, kan het deel van deze winst dat was bestemd voor de toevoeging aan de reserve bovenwijkse voorzieningen, t.g.v. het resultaat of de algemene reserve worden gebracht. 3. Wanneer sprake is van een negatieve grex, dan kan de reserve niet worden gevoed vanuit het resultaat uit de grex. De gemeente kan er wel voor kiezen om op basis van de gekozen systematiek (in het voorbeeld per verkochte m2 grond) een toevoeging aan de reserve te doen t.l.v. het reguliere exploitatieresultaat of de algemene middelen. Dit is ter besluitvorming door de raad. In de exploitatiebegroting is de ontvangen bijdrage dan een baat en is de storting in de reserve een last. In principe komt dit uiteindelijk op hetzelfde neer als wanneer een storting direct vanuit een verliesgevende grex zou worden gedaan. In dat geval wordt het verlies op de grex namelijk hoger en moet er t.l.v. de algemene middelen een hogere verliesvoorziening worden gevormd. In beide systematieken komt het bedrag van de toevoeging aan de reserve bovenwijkse voorzieningen bij negatieve grexen dan uiteindelijk t.l.v. de algemene middelen. 12

13 Vraag : Eind 2014 zijn in onze gemeente de NIEGG's beoordeeld. Deze bleken niet meer als NIEGG te kunnen worden aangemerkt. Aangezien ze ook niet als MVA aangemerkt konden worden, immers Materiële vaste activa (MVA) zijn de bezittingen van de gemeente, die zij langdurig gebruikt voor haar bedrijfsvoering, zijn die NIEGG's toen als A212 overige grond- en hulpstoffen opgenomen. De tekst die bij de wijziging 2016 staat lijkt aan te geven dat deze voorraden als óf A121b óf als A213 aangemerkt dienen te worden en niet opgenomen kunnen worden, zoals wij gedaan hebben, A212. Kunt u aangeven wat met de nieuwe A121b precies bedoelt wordt? Onze grondposities zijn er niet om de gemeente langdurig te dienen voor bedrijfsvoering. Antwoord : In de notitie grondexploitaties 2016 staat hierover het volgende: Over grond als vaste materiële activa kan worden gesteld, dat deze grond een vaste bestemming heeft en niet in een transformatieproces zit. Dit geldt ook voor gronden die anticiperend en strategisch zijn aangekocht maar waarbij (nog) geen sprake is van een raadsbesluit met de vaststelling van het grondexploitatiecomplex, inclusief grondexploitatiebegroting. Uitgangspunt is dat de grond wordt verondersteld langdurige voor eigen bedrijfsvoering te zijn, tot het moment dat er daadwerkelijk concrete plannen (vastgestelde grondexploitatie met grondexploitatiebegroting) zijn om de grond te gaan ontwikkelen. Vraag : We hebben voor een grondexploitatie een PPS. O.g.v. het nieuwe BBV wordt rente berekend over de boekwaarde per 1 januari. Mutaties in het boekjaar genereren dan geen rente. In het verleden hebben we met de private partij hierover een probleem gehad i.v.m. een forse verkoop van grond begin januari; wij berekenden toen ook geen rente over mutaties in het jaar. We zijn toen overgegaan op maandberekening van rente. Met deze BBV-wijziging zal het probleem zich wederom voor kunnen doen. Hoe kijkt de Commissie BBV hiernaar en wat is het advies aan de gemeente hoe daarmee om te gaan? Antwoord : Grondexploitaties die in samenwerking met marktpartijen worden uitgevoerd, kunnen diverse verschijningsvormen hebben. Het staat de gemeente vrij om in de verrekening met de samenwerkende partijen een andere contractueel overeengekomen rentetoerekening te hanteren dan in het BBV vanaf 2016 is voorgeschreven. De hieruit voortvloeiende renteresultaten worden dan in de rekening van lasten en baten verantwoord en maken geen deel uit van de kosten/opbrengsten die met BIE worden verrekend. Vraag : Paragraaf gaat over de bovenwijkse voorzieningen. In de stellige uitspraak is opgenomen dat toevoegingen aan de bestemmingsreserve vanuit de grondexploitaties alleen nog kunnen plaatsvinden via resultaatsbestemming. Wij vroegen ons af of dit ook geldt voor de bijdrage RO; mag deze ook pas naar de reserve nadat de exploitatie positief is afgesloten? 13

14 Antwoord : Het geldt inderdaad voor elk soort bijdrage aan een reserve dat deze niet meer direct ten laste van de grondexploitatie mag worden gebracht en dat de toevoeging aan de reserve dus niet als kosten op de grondexploitatie mag worden geboekt. Bijdragen aan reserves kunnen alleen nog via resultaatbestemming plaatsvinden, dus uit een evt. positief resultaat van de grondexploitatie of t.l.v. de algemene middelen (wanneer geen sprake is van een positief resultaat of de toevoeging aan de reserve niet plaatsvindt in hetzelfde jaar van winstneming op de positieve grondexploitatie). Vraag : In de notitie GRONDEXPLOITATIES 2016 is een stellige uitspraak gedaan over het toerekenen van de kosten van bovenwijkse voorzieningen en het storten van afdrachten in een reserve. Het is niet meer mogelijk om toevoegingen te doen aan een voorziening voor bovenwijkse voorzieningen. Het is wel mogelijk om te sparen voor bovenwijkse voorzieningen die na het afsluiten van een grondexploitatie zullen worden aangelegd, via een door de raad in te stellen bestemmingsreserve. Toevoegingen aan deze bestemmingsreserve kunnen alleen plaatsvinden via resultaatsbestemming. Volgens de Wro zijn gemeenten verplicht om de kosten voor grondexploitatie bij exploitanten in rekening te brengen. De toerekenbare kosten (volgens de ptp-criteria) voor bovenwijkse voorzieningen horen daar ook bij. Indien een bovenwijkse voorziening, die toerekenbaar is aan een grondexploitatie aangelegd wordt nadat de grondexploitatie is afgesloten kan de bijdrage voor de bovenwijkse voorziening niet "gestald" worden, omdat niet gestort mag worden in een voorziening. Met de "escape" om te sparen in een bestemmingsreserve via resultaatbestemming wordt onvoldoende invulling gegeven aan de wettelijke verplichting om de kosten voor bovenwijkse voorzieningen als kostenpost in de grondexploitatie (of anterieure overeenkomst) op te nemen. Immers als een grondexploitatie neutraal zou eindigen, maar daarin is wel de bijdrage aan bovenwijkse voorzieningen als kostenpost opgenomen, is er geen resultaat dat bestemd kan worden. Ik wil graag weten hoe ik in dergelijke situaties toch aan de plicht tot kostenverhaal kan voldoen. Antwoord : De bepalingen in de Wro m.b.t. kostenverhaal zijn van toepassing op faciliterend grondbeleid. Dus in de situatie dat de gemeente zelf geen grond in bezit heeft. De bepalingen in de notitie grondexploitaties zijn van toepassing op actief grondbeleid. Indien sprake is van een gemengd project, moet er een splitsing worden gemaakt in faciliterend grondbeleid en actieve grondexploitatie. In het exploitatieplan dat voor het faciliterende deel wordt opgesteld, moeten uiteraard alle verhaalbare kosten worden meegenomen. Vraag : In par. 4.6 is als stellige uitspraak opgenomen: Het is niet toegestaan om gelden uit eigen middelen (reserves) in mindering te brengen op de onderhanden werk positie van de bouwgronden in exploitatie. In de toelichting wordt aangegeven dat het verlagen door een vrijval van de eigen reserves als bate op de bouwgronden niet is toegestaan. Vraag: geldt dit alleen voor eigen middelen uit reserves of ook voor bijdragen uit reguliere investeringsprogramma's en exploitatieposten? Dan gaat het met name om bijdragen uit reguliere onderhoudsprogramma's openbaar gebied omdat tegelijkertijd met de grondexploitatie bestaand openbaar gebied wordt aangepakt. Antwoord : Ja, dit geldt ook voor bijdragen uit reguliere investeringsprogramma's en exploitatieposten. Het is overigens de vraag of aanpakken van bestaand openbaar gebied wel tot de grondexploitatie behoort, of dat hier sprake is 14

15 van een separaat herstructureringsproject. De kosten hiervoor (en de dekking uit eigen middelen) of het deel van de kosten dat niet tot de grondexploitatie behoort en vanuit een investeringsprogramma wordt gedekt, moeten in dat geval ook buiten de grondexploitatie blijven. Vraag : In paragraaf 5.4 van de notitie grondexploitaties 2016 is aangegeven dat het resultaat berekend wordt door het saldo van de toekomstige kasstromen en de voorziening voor het verlies gewaardeerd wordt op nominale waarde óf contante waarde. In onze gemeente wordt bij de bepaling van het resultaat in de grondexploitaties rekening gehouden met te verwachten toekomstige kosten- en opbrengstenmutaties. Voor de te hanteren kosten- en opbrengstenmutaties wordt jaarlijks advies gevraagd van een onafhankelijk adviesbureau. Feitelijk worden de resultaten dus gewaardeerd tegen reële waarde en vervolgens met een disconteringsvoet weer contant gemaakt. Vraag: kan deze methode gehandhaafd worden op basis van de nieuwe notitie? Antwoord : De beschreven methode kan worden gehandhaafd. Voor de berekening van de contante waarde moet de disconteringsvoet aansluiten bij het vanaf 2016 voorgeschreven percentage van 2. Vraag : Bij de implementatie van de notitie grondexploitaties 2016 lopen wij tegen de volgende vraag aan: Feiten: - Het complex X viel binnen de categorie NIEG-gronden - De overgangsregeling is hierop van toepassing - De boekwaarde ( 20 miljoen) wordt omgezet naar de materiële vaste activa - Er is voor dit complex een herwaarderingsvoorziening getroffen ( 1,5 miljoen) voor de jaarrekening Vraag: Met welke waarde moeten de gronden opgenomen worden onder de materiële vaste activa? De bruto investering of onder aftrek van de voorziening? Antwoord : De gronden worden in 2016 opgenomen onder MVA tegen de bruto investering onder aftrek van de voorziening. De voorziening mag derhalve bij overboeking naar de MVA gehandhaafd blijven. Voor een (verdere) afwaardering wegens duurzaam lagere waarde geldt de wettelijke overgangstermijn van 4 jaar. Mocht sprake zijn van marktwaardestijging, dan kan de voorziening voor dit deel vrijvallen. Vraag : De commissie heeft een nieuwe notitie Facilitair Grondbeleid uitgegeven. Hierin is duidelijker de splitsing tussen actief en facilitair grondbeleid aangegeven. Facilitaire projecten lopen tot dusver over product 830 Grondexploitaties. Nu is mijn vraag over welk product de facilitaire projecten (kostenverhaal) zouden moeten lopen. Zou dit 810 Bestemmingsplannen moeten zijn, of kan het 830 blijven? Antwoord : Met de nieuwe taakvelden zullen de baten en lasten over taakveld 8.1 Ruimtelijke ordening lopen. Voor 2016 zal het product 810 dan inderdaad het meest passend zijn. 15

16 Vraag : Wij hebben begrepen dat de berekening van de toe te rekenen rente aan grex als volgt gebeurt: Voor begroting berekenen obv begrote rentelasten. Dat percentage hanteren in de doorrekeningen in de prognoses. Die prognoses hoeven niet meer bijgesteld te worden als de werkelijke rente binnen de bandbreedte van 0,5% valt. Na afloop van het boekjaar moeten we de omslagrente voor de grex opnieuw berekenen op basis van de werkelijke cijfers en de rente die we daadwerkelijk toerekenen en boeken als lasten in het boekjaar daarop baseren. Dat kunnen we dus pas na afloop van het boekjaar verwerken (gelijk aan fiscaal voor de VPB). Klopt dat? Hoe moeten we de opmerking onder het voorbeeld in bijlage 3 uit de notitie dan plaatsen?: De rentelasten betreffen de begrote rentelasten over het vreemd vermogen. BBV-technisch behoeft hier per ultimo boekjaar geen nacalculatie op te worden uitgevoerd Antwoord : De beschreven systematiek klopt inderdaad. De bijschrijving op de boekwaarde is altijd de werkelijke rente. In de actualisatie van de prognoses hoeft in het BBV niet te worden nagecalculeerd indien binnen de bandbreedte van 0,5% wordt gebleven. Vraag : Wij menen dat het niet altijd nodig/mogelijk is om een BIE te openen mede op basis van een bestemmingsplan. Er zijn situaties waarin al eerder een BIE geopend kan/moet worden inclusief voldoende zekerheid dat het plan gerealiseerd zal worden. In de stellige uitspraak is de link met het bestemmingsplan ook niet gelegd. Mogen wij de stellige uitspraak ook zo interpreteren dat het vaststellen van een BIE niet altijd mede gebaseerd hoeft te zijn op een bijbehorend bestemmingsplan? Antwoord : Voor het verslaggevingstechnisch mogen openen van een BIE geldt de eis dat de gemeenteraad een grondexploitatiecomplex en grondexploitatiebegroting vaststelt. Op welke manier de raad bij deze besluitvorming het wel of niet bestaan van een passend bestemmingsplan betrekt, valt buiten de scope van het BBV. Vraag : In een grondexploitatie is het gebruikelijk ook een post voor onvoorziene kosten op te nemen. Dit is echter een kostensoort die niet voorkomt op de genoemde kostensoortenlijst. Wij menen dat het niettemin verstandig is om in de eigen grondexploitatiebegroting rekening te houden met een budget voor onvoorziene kosten. Strikte interpretatie van bovenstaande stellige uitspraak zou er echter toe leiden dat dat niet meer mogelijk is. Bent u het met ons eens dat het opnemen van een budget voor onvoorziene kosten desondanks mogelijk moet blijven? Antwoord : De post onvoorzien sec komt inderdaad niet meer voor. Dit is ook een post die fiscaal gezien niet wordt geaccepteerd. In beginsel kan nog steeds rekening worden gehouden met onvoorziene lasten, maar dan op de (ingeschatte) betreffende bestaande kostensoorten. Praktisch gezien zouden l kostensoorten die naar hun aard 16

17 minder goed zijn in te schatten, kunnen worden opgehoogd met een bepaald percentage voor onvoorziene lasten (o.b.v. ervaringscijfers). Vraag : In de stellige uitspraak is aangegeven dat het toerekenen van bovengenoemde kosten maximaal is. Een gemeente zou er dus voor kunnen kiezen bepaalde kosten die wel toerekenbaar zijn toch niet toe te rekenen aan de grondexploitatie. Eén van de beoogde doelen van deze nieuwe richtlijnen is echter het bevorderen van transparantie en vergelijkbaarheid. Zou een stellige uitspraak waarbij toerekenbare kosten ook toegerekend moeten worden niet beter bij dit doel aansluiten? Antwoord : Dit is niet de lijn van het BBV. De directe kosten behoren tot de (minimale) vervaardigingsprijs. Ten aanzien van de indirecte kosten bestaat beleidsvrijheid inzake het wel of niet toerekenen aan de vervaardigingsprijs. De Cie BBV wil dit niet overrulen met een stellige uitspraak. Overigens verwachten wij dat gemeenten vanuit fiscale overwegingen altijd voor de maximale kostenrekening zullen gaan en er vanuit die zin geen significante differentiatie in de praktijk zal ontstaan. Vraag : a. In de Notitie Grondexploitaties 2016 is onderstaande stellige uitspraak opgenomen: Het is vanaf 2016 niet meer toegestaan om toevoegingen te doen aan een voorziening voor bovenwijkse voorzieningen. Bestaande voorzieningen per ultimo 2015 mogen worden gehandhaafd en kunnen volgens planning worden afgewikkeld. Sparen voor bovenwijkse voorzieningen die na het afsluiten van een grondexploitatie zullen worden aangelegd, is nog wel mogelijk via een door de raad in te stellen bestemmingsreserve. Toevoegingen aan deze bestemmingsreserve kunnen alleen plaatsvinden via resultaatsbestemming. Klopt het dat de stellige uitspraak alleen betrekking heeft op niet-toerekenbare voorzieningen in lijn met de eerste zinsnede uit de paragraaf voorafgaand aan de stellige uitspraak? Of moeten wij de stellige uitspraak zo interpreteren dat ook voor toerekenbare voorzieningen niet meer op de gebruikelijke wijze gespaard kan worden, maar slechts door een eventueel positief resultaat daarvoor te bestemmen? Dit laatste lijkt ons alsdan wel vreemd omdat het immers om toerekenbare bovenwijkse voorzieningen gaat die juist dit resultaat ook zouden moeten beïnvloeden op dezelfde wijze als dat gebeurt bij het plegen van kostenverhaal via bijvoorbeeld een exploitatieplan. b. Indien de nieuwe richtlijnen worden gevolgd zou het effect kunnen zijn dat het bestaande fonds bovenwijkse voorzieningen gehandhaafd blijft en er tegelijkertijd een bestemmingsreserve voor bovenwijkse voorzieningen wordt gevormd. Bent u het met ons eens dat deze beide spaarpotjes samengevoegd moeten worden? De vernieuwing BBV zou kunnen betekenen dat het bestaande fonds bovenwijkse voorzieningen gehandhaafd blijft en er tegelijkertijd een bestemmingsreserve voor bovenwijkse voorzieningen wordt gevormd. Zouden deze niet samengevoegd moeten worden? Antwoord : a. Niet toerekenbare bovenwijkse voorzieningen konden en kunnen niet ten laste van de grondexploitatie worden gebracht. Hierin is niets gewijzigd. De kosten van bovenwijkse voorzieningen die met de operationele grondexploitatie worden aangelegd en daaraan toerekenbaar zijn volgens de geldende criteria kunnen ten laste van de operationele BIE worden gebracht. Wat niet meer is 17

1. Inleiding en richtlijnen

1. Inleiding en richtlijnen NOTITIE RENTE 2017 1. Inleiding en richtlijnen 1.1 Inleiding Bij de wijzigingen van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en de invoering van de Vennootschapsbelasting (VPB) voor de lagere overheden

Nadere informatie

Provincie Zuid-Holland Beleidsnota kostprijsberekening en rentetoerekening 2017

Provincie Zuid-Holland Beleidsnota kostprijsberekening en rentetoerekening 2017 Provincie Zuid-Holland Beleidsnota kostprijsberekening en rentetoerekening 2017 1 1. Inleiding en achtergrond De Financiële verordening van de provincie Zuid-Holland schrijft voor dat Provinciale Staten

Nadere informatie

Naam en telefoon. Coen van den Hout (9300) Afdeling. Portefeuillehouder

Naam en telefoon. Coen van den Hout (9300) Afdeling. Portefeuillehouder Onderwerp Invoering nieuwe voorschriften Besluit Begroting & Verantwoording (BBV). Datum 25 mei 2016 Naam en telefoon Coen van den Hout (9300) Afdeling F&C Portefeuillehouder Frank den Brok Waarover wil

Nadere informatie

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van de gemeente Leudal, 17 april 2018.

Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van de gemeente Leudal, 17 april 2018. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Leudal Nr. 91376 1 mei 218 Vaststellen rentenotitie Inleiding en richtlijnen De gemeenteraad van gemeente Leudal Gezien het voorstel van het college d.d.

Nadere informatie

Paragraaf blz. 20 van de nota Grondbeleid Paragraaf blz. 24 van de nota Grondbeleid 2008.

Paragraaf blz. 20 van de nota Grondbeleid Paragraaf blz. 24 van de nota Grondbeleid 2008. A. Het startpunt van een Bouwgrond in exploitatie (BIE) is het raadsbesluit met de vaststelling van het grondexploitatiecomplex, inclusief grondexploitatiebegroting. Vanaf dat moment wordt de BIE geopend

Nadere informatie

Notitie Grondexploitaties 2016 Commissie BBV

Notitie Grondexploitaties 2016 Commissie BBV 1 Notitie Grondexploitaties 2016 Commissie BBV In de volgorde zoals deze ook in gehanteerd in de notitie staan hieronder de stellige uitspreken en aanbevelingen. Omdat sommige aanbevelingen samenhangen

Nadere informatie

Inloopavond. 10 oktober 2016

Inloopavond. 10 oktober 2016 Inloopavond 10 oktober 2016 Agenda Technische behandeling Programmabegroting 2017 Vernieuwingen BBV Programmabegroting Niet beantwoorde vragen worden schriftelijk afgedaan Aanleiding 10 jaar BBV Doel versterking

Nadere informatie

Wijzigingsbesluit herziening BBV. De vernieuwing van het BBV met betrekking tot gemeentelijke grondexploitaties nader toegelicht

Wijzigingsbesluit herziening BBV. De vernieuwing van het BBV met betrekking tot gemeentelijke grondexploitaties nader toegelicht De vernieuwing van het BBV met betrekking tot gemeentelijke grondexploitaties nader toegelicht Indeling presentatie De theorie De Drontense praktijk Vragen? 10 november 2016 Jenneke Schuurkamp-Spijkerboer

Nadere informatie

Workshop Grondexploitatie / Faciliterend grondbeleid. Commissie BBV: Sytzo v.d. Schaaf Reinier v.d. Pol

Workshop Grondexploitatie / Faciliterend grondbeleid. Commissie BBV: Sytzo v.d. Schaaf Reinier v.d. Pol Workshop Grondexploitatie / Faciliterend grondbeleid Commissie BBV: Sytzo v.d. Schaaf Reinier v.d. Pol Agenda Stand van zaken Grondexploitatie en NIEGG Faciliterend grondbeleid Rente en disconteringsvoet

Nadere informatie

Commissie BBV NOTITIE RENTE 2017

Commissie BBV NOTITIE RENTE 2017 Commissie BBV NOTITIE RENTE 2017 Juli 2016 1. Inleiding en richtlijnen 1.1 Inleiding Bij de wijzigingen van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) en de invoering van de Vennootschapsbelasting (VPB)

Nadere informatie

Wijzigingen in Besluit Begroting en Verantwoording (BBV)

Wijzigingen in Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) Wijzigingen in Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) Notitie rente 2017/2018 In notities over specifieke onderwerpen doet de commissie BBV stellige uitspraken die de gemeente verplicht moet opvolgen

Nadere informatie

Richtlijnen van de commissie BBV januari 2018

Richtlijnen van de commissie BBV januari 2018 1 hoofdlijnen notitie resultaat bestemmen 2007 Geen. Geen. 2 Notitie Software 2007 Ingetrokken zie notitie MVA. zie notitie MVA. 3 Notitie verkrijging/vervaardiging en onderhoud van kapitaalgoederen 2007

Nadere informatie

Paragraaf 7: Grondbeleid

Paragraaf 7: Grondbeleid Paragraaf 7: Grondbeleid Beleid Uitgangspunt vormt de in 2015 vastgestelde Nota Grondbeleid. Het uitgangspunt is hierbij dat de gemeente, uitgezonderd de ontwikkeling van eigen gronden, een faciliterende

Nadere informatie

NOTA RENTEBELEID GEMEENTE BERGEN OP ZOOM

NOTA RENTEBELEID GEMEENTE BERGEN OP ZOOM l lllllll llll lllll llll llllll 111111111111111111111111111111111 815-023068 NOTA RENTEBELEID 2015 GEMEENTE BERGEN OP ZOOM Bergen op Zoom, oktober 2015 1. INLEIDING.""""""""""""""""""""""""""""""""""

Nadere informatie

Nummer : Onderwerp : Actualisatie exploitatie opzetten 2017

Nummer : Onderwerp : Actualisatie exploitatie opzetten 2017 Nummer : 11-05.2017 Onderwerp : Actualisatie exploitatie opzetten 2017 Korte inhoud : Jaarlijks worden de exploitatieopzetten ( Almersma, LTSlocatie en Scherphorn-Noord ) geactualiseerd en ter besluitvorming

Nadere informatie

inzicht in overhead 1

inzicht in overhead 1 inzicht in overhead 1 huidige situatie bij toerekening indirecte kosten onoverzichtelijk BBV geen voorschriften kostentoerekening, wel par. bedrijfsvoering en lokale heffingen nadelen regelmatige discussie

Nadere informatie

Technische Vragen. Fractie: LO. Vragensteller: Simon Vogel. Onderwerp: Begroting Zaaknummer: Z

Technische Vragen. Fractie: LO. Vragensteller: Simon Vogel. Onderwerp: Begroting Zaaknummer: Z Technische Vragen Fractie: LO Vragensteller: Simon Vogel Onderwerp: Begroting 2017-2020 Zaaknummer: Z 16-18077 # Pagina nummer Vraag 1 8 Schuldreductie Kan de tekst onder Schuldpositie schuld in 2025 vooralsnog

Nadere informatie

Richtlijnen van de commissie BBV

Richtlijnen van de commissie BBV Richtlijnen van de commissie BBV Stellige uitspraken gelden met ingang van begrotingsjaar T+1, het jaar nadat de uitspraak is gepubliceerd. 1. Notitie Software, mei 2007 1.1 Software (als afzonderlijk

Nadere informatie

ER KOMT VEEL OP GEMEENTEN AF VERNIEUWINGEN BBV AGENDA AANLEIDING VERNIEUWINGEN. JE presenteert. Aanleiding. Tijdspanne vernieuwingen

ER KOMT VEEL OP GEMEENTEN AF VERNIEUWINGEN BBV AGENDA AANLEIDING VERNIEUWINGEN. JE presenteert. Aanleiding. Tijdspanne vernieuwingen ER KOMT VEEL OP GEMEENTEN AF BBV JE presenteert 1 AGENDA Aanleiding Tijdspanne vernieuwingen De vernieuwingen Resterende vernieuwingen 2 AANLEIDING Rapport Adviescommissie Depla: Kaderstellende en controlerende

Nadere informatie

Nota Reserves en. Voorzieningen. Gemeente Ferwerderadiel

Nota Reserves en. Voorzieningen. Gemeente Ferwerderadiel Nota Reserves en Voorzieningen 2004 Gemeente Ferwerderadiel Inhoudsopgave Blz. 0. Inleiding 1. Doelstelling van deze nota 2. Functies reserves en voorzieningen. Onderscheid reserves en voorzieningen 4.

Nadere informatie

Notitie software Mei 2007

Notitie software Mei 2007 Notitie software Mei 2007 2 1 Inleiding 1.1 Algemeen De taak van de commissie Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (hierna: BBV) is om een eenduidige toepassing van het BBV te bevorderen.

Nadere informatie

Programmabegroting Versie:

Programmabegroting Versie: Programmabegroting 2017 Versie: 5.0.0.0.0.0 2.2 Wijzigingen regelgeving BBV Wijzigingen in Besluit begroting en verantwoording (BBV) verwerkt in Programmabegroting 2017-2020. Samenvatting Het Besluit begroting

Nadere informatie

Toelichting actualisatie Financiële verordening. Met ingang van 2017

Toelichting actualisatie Financiële verordening. Met ingang van 2017 Toelichting actualisatie Financiële verordening Met ingang van 2017 september 2016 Colofon uitgave Financiën Gemeente Utrecht 030-286 00 00 info@utrecht.nl in opdracht van BCS Financiën Gemeente Utrecht

Nadere informatie

Wijzigingen Besluit begroting en verantwoording. Papendrecht 24 oktober 2016 Wouter Kalkman JaapJan Visser

Wijzigingen Besluit begroting en verantwoording. Papendrecht 24 oktober 2016 Wouter Kalkman JaapJan Visser Wijzigingen Besluit begroting en verantwoording Papendrecht 24 oktober 2016 Wouter Kalkman JaapJan Visser Vernieuwing Besluit Begroting en Verantwoording 1 Vernieuwing Besluit Begroting en Verantwoording

Nadere informatie

NOTA RESERVES EN VOORZIENINGEN. Gemeente Nieuwkoop

NOTA RESERVES EN VOORZIENINGEN. Gemeente Nieuwkoop NOTA RESERVES EN VOORZIENINGEN Gemeente Nieuwkoop Afdeling Bedrijfsvoering April 2017 1 Inhoud 1. BEGRIPPEN EN KADERS... 4 ARTIKEL 1.1 RESERVES... 4 ARTIKEL 1.2 VOORZIENINGEN... 4 ARTIKEL 1.3 RENTE...

Nadere informatie

Wijzigingen nota financieel beleid 2018 tov 2013: Samenvatting. Hoofdstuk 1 Activeren, waarderen en afschrijven

Wijzigingen nota financieel beleid 2018 tov 2013: Samenvatting. Hoofdstuk 1 Activeren, waarderen en afschrijven Wijzigingen nota financieel beleid 2018 tov 2013: Samenvatting Weerstandvermogen: BBV wijziging verplichte kerngetallen toegevoegd. Hoofdstuk 1 Activeren, waarderen en afschrijven 1. Inleiding De volgende

Nadere informatie

In hoofdstuk 12 van deze nota zijn de financiële kaders opgenomen voor de grondexploitaties.

In hoofdstuk 12 van deze nota zijn de financiële kaders opgenomen voor de grondexploitaties. Collegevoorstel onder verantwoordelijkheid van Onderwerp Programma : wethouder mw. W.J.F. van der Rijt-van der Kruis : financiële kaders grondexploitaties : Wonen Voorstelnummer : 16.30 Info bij afdelingshoofd

Nadere informatie

Wijzigingen artikelsgewijs financiële verordening 212 nieuw versus huidig Bijlage 2

Wijzigingen artikelsgewijs financiële verordening 212 nieuw versus huidig Bijlage 2 Wijzigingen artikelsgewijs financiële 212 nieuw versus huidig Bijlage 2 Algemeen Bij de opstelling van de financiële, zoals deze ter besluitvorming voorligt in de raad van 14 februari 2017, is het uitgangspunt

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 7. Doetinchem, 22 mei 2013. Bijstellen begroting rentekosten met ingang van begrotingsjaar 2014

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 7. Doetinchem, 22 mei 2013. Bijstellen begroting rentekosten met ingang van begrotingsjaar 2014 Aan de raad AGENDAPUNT NR. 7 Bijstellen begroting rentekosten met ingang van begrotingsjaar 2014 Voorstel: 1. Met ingang van de programmabegroting 2014-2017 een bijstelling doorvoeren van de wijze van

Nadere informatie

De bij het opstellen van de jaarrekening gehanteerde uitgangspunten hebben betrekking op:

De bij het opstellen van de jaarrekening gehanteerde uitgangspunten hebben betrekking op: ADDENDUM PROGRAMMA- VERANTWOORDING EN REKENING 2005 GEMEENTE HAAREN In het jaarverslag 2005 (bestaande uit de programmaverantwoording en programmarekening) staan enkele onderwerpen vermeld die wij alsnog

Nadere informatie

Actualiteiten BBV. vbbv. Verbonden partijen Erfpacht Ontwikkelingen Vpb

Actualiteiten BBV. vbbv. Verbonden partijen Erfpacht Ontwikkelingen Vpb vbbv Actualiteiten BBV Aandachtspunten jaarrekening 2016 Vraagstukken gemeenten (grondexploitatie, rente, overhead) Stellingen Verbonden partijen Erfpacht Ontwikkelingen Vpb Actualiteiten BBV vbbv Jaarrekening

Nadere informatie

Gevolgen wijziging BBV grondexploitaties en vennootschapsbelastingplicht grondbedrijf

Gevolgen wijziging BBV grondexploitaties en vennootschapsbelastingplicht grondbedrijf Raadsvoorstel Registratiekenmerk: Datum raadsvergadering: 274321 27 oktober 2016 Portefeuillehouder: Onderwerp: A. Dragt Gevolgen wijziging BBV grondexploitaties en vennootschapsbelastingplicht grondbedrijf

Nadere informatie

BEGROTING 2017 PRESENTATIE

BEGROTING 2017 PRESENTATIE BEGROTING 2017 PRESENTATIE 1 Wijzigingen BBV 2016 Wijzigingen & Implementatie Hoofdlijnen (1) Taakvelden (2) Beleidsindicatoren (3) Verbonden partijen (4) Overhead (5) Investeringen (6) EMU saldo (7) Vpb

Nadere informatie

Jaarrekening Samenvatting

Jaarrekening Samenvatting Jaarrekening 2017 Samenvatting BALANS PER 31 DECEMBER 2017 2017 2016 ACTIVA Vaste activa I Immateriële vaste activa - - II Materiële vaste activa 920.229 1.047.664 III Financiële vaste activa - - Totale

Nadere informatie

Adviesnota aan gemeenteraad

Adviesnota aan gemeenteraad Onderwerp Wijziging regels begroting en verantwoording en algemene kosten grondbedrijf Datum 17 oktober 2016 Naam steller Margo van der Meer Kenmerk 280286 Teammanager Mariska Versleijen Team Ruimtelijke

Nadere informatie

Notitie Grondbeleid in begroting en jaarstukken 2019

Notitie Grondbeleid in begroting en jaarstukken 2019 Notitie Grondbeleid in begroting en jaarstukken 2019 Wat is nieuw Samenvoeging 4 notities + V&A (grex) Veel uitleg, doublures eruit Inhoudelijk geen aanscherpingen Hoofdstuk raad Hoofdstuk paragraaf grondbeleid

Nadere informatie

ECFE/U Lbr. 16/070

ECFE/U Lbr. 16/070 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft Modelverordening ex artikel 212 Gemeentewet uw kenmerk ons kenmerk ECFE/U201601248 Lbr. 16/070 bijlage(n)

Nadere informatie

Nota Reserves en Voorzieningen

Nota Reserves en Voorzieningen Nota Reserves en Voorzieningen 1 2 Inhoud 1 Visie en wettelijke kaders 5 1.1 1.2 Visie Wettelijke kaders 2 Reserves 7 2.1 Soorten reserves 8 2.1.1 Algemene reserves 2.2 2.3 2.4 3 Voorzieningen 11 3.1 3.2

Nadere informatie

Uitsplitsing overige inkomensoverdrachten en subsidies. Het uitsplitsing van het bedrag van 5,7 miljoen is als volgt:

Uitsplitsing overige inkomensoverdrachten en subsidies. Het uitsplitsing van het bedrag van 5,7 miljoen is als volgt: 1. 10 Begroting in vogelvlucht/ overzicht bezuinigingen/ Ruimtelijke ordeningen Inzicht in de hoeveelheid bestemmingsplannen en de kostendekking. Volgens de Wet ruimtelijke ordening dient bij het opstellen

Nadere informatie

Welke ontwikkelingen komen op ons af? Bijeenkomst spelregels vanuit financieel perspectief, 22 juni 2016 Wouter van den Wildenberg Erik Vlaming

Welke ontwikkelingen komen op ons af? Bijeenkomst spelregels vanuit financieel perspectief, 22 juni 2016 Wouter van den Wildenberg Erik Vlaming Welke ontwikkelingen komen op ons af? Bijeenkomst spelregels vanuit financieel perspectief, 22 juni 2016 Wouter van den Wildenberg Erik Vlaming Inhoud BBV Historie Actuele ontwikkelingen Vennootschapsbelasting

Nadere informatie

Notitie Rentebeleid 2007

Notitie Rentebeleid 2007 Notitie Rentebeleid 2007 Inhoudsopgave Inleiding 3 De positie van de nota rentebeleid 3 De werking van het marktconform percentage 3 Totaalfinanciering versus project- of objectfinanciering 4 Rentetoerekening

Nadere informatie

Eemsmond en nota activabeleid gemeente Eemsmond

Eemsmond en nota activabeleid gemeente Eemsmond Nummer : 11-12.2011 Onderwerp : Wijziging artikel 10, lid 2 van de Financiële verordening gemeente Eemsmond en nota activabeleid gemeente Eemsmond Korte inhoud : Actualisatie nota activabeleid gemeente

Nadere informatie

FACILITEREND GRONDBELEID

FACILITEREND GRONDBELEID FACILITEREND GRONDBELEID Maart 2016 Inhoud 1. Doelstelling notitie... 3 1.1. Inleiding... 3 1.2. Richtlijnen... 3 2. Waarom faciliterend grondbeleid?... 5 3. Verslaggevingsaspecten... 6 3.1. Kortlopende

Nadere informatie

Gemeente Breda ~Q~ ~,,~ Registratienr: [ 40523] Raadsvoorstel

Gemeente Breda ~Q~ ~,,~ Registratienr: [ 40523] Raadsvoorstel ~,,~ Raadsvoorstel Agendapuntnummer: Registratienr: [ 40523] Onderwerp Instemmen met het doonoeren van een stelselwijziging voor de verantwoording- en dekkingswijze van investeringen met maatschappelijk

Nadere informatie

Gemeente Stadskanaal: nota Waardering en afschrijving vaste activa

Gemeente Stadskanaal: nota Waardering en afschrijving vaste activa GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Stadskanaal. Nr. 182641 23 december 2016 Gemeente Stadskanaal: nota Waardering en afschrijving vaste activa 2016-2019 De raad van de gemeente Stadskanaal; gelezen

Nadere informatie

OPENBAAR tussentijds Meerjaren Programma Grondzaken 2017

OPENBAAR tussentijds Meerjaren Programma Grondzaken 2017 OPENBAAR tussentijds Meerjaren Programma Grondzaken 2017 Vlaardingen, (peildatum 1 juli 2017) De Eilanden, fase 2 INHOUDSOPGAVE Inleiding... 3 1 Planning en resultaten... 4 1.1 Planning... 4 1.2 Resultaten...

Nadere informatie

Voorstel: Wij stellen uw raad voor bijgaande Nota Reserves en Voorzieningen 2013 vast te stellen. Burgemeester en wethouders van Ferwerderadiel,

Voorstel: Wij stellen uw raad voor bijgaande Nota Reserves en Voorzieningen 2013 vast te stellen. Burgemeester en wethouders van Ferwerderadiel, AAN: De raad van de gemeente Ferwerderadiel. Sector : II Nr. : 06/52.13 Onderwerp : Vaststelling Nota Reserves en Voorzieningen 2013. Ferwert, 9 september 2013. Inleiding: Normaliter wordt de Nota Reserves

Nadere informatie

BBV en Vastgoedmanagement. Bijeenkomst Vastgoedprofessionals te s-hertogenbosch, 14 oktober 2011 H. Philippens

BBV en Vastgoedmanagement. Bijeenkomst Vastgoedprofessionals te s-hertogenbosch, 14 oktober 2011 H. Philippens BBV en Vastgoedmanagement Bijeenkomst Vastgoedprofessionals te s-hertogenbosch, 14 oktober 2011 H. Philippens Besluit Begroting en Verantwoording Gemeentewet (art 186) bepaalt dat begroting, meerjarenraming

Nadere informatie

VOORSTEL DRECHTRAAD CARROUSEL MIDDELEN 5 NOVEMBER 2013 VOORSTEL DRECHTRAAD 3 DECEMBER 2013

VOORSTEL DRECHTRAAD CARROUSEL MIDDELEN 5 NOVEMBER 2013 VOORSTEL DRECHTRAAD 3 DECEMBER 2013 Bijlage M1 VOORSTEL DRECHTRAAD CARROUSEL MIDDELEN 5 NOVEMBER 2013 VOORSTEL DRECHTRAAD 3 DECEMBER 2013 Portefeuillehouder Datum Status behandeling Carrousel R.T.A. Korteland 3 oktober 2013 opiniërend Steller

Nadere informatie

Verwerken onderhandenwerk grondexploitatie

Verwerken onderhandenwerk grondexploitatie Verwerken onderhandenwerk grondexploitatie Uit diverse reacties die bij de commissie BBV binnenkomen blijkt dat er nogal wat vragen bestaan over het administratief en verslaggevingstechnisch verwerken

Nadere informatie

Gemeente Delft VERZONDEN - 7 JAN Geachte leden van de raad,

Gemeente Delft VERZONDEN - 7 JAN Geachte leden van de raad, Gemeentebrede Bedrijfsvoeringsondersteuning Programmering Geld Gemeente Delft De Torenhove Martinus Nijhoffiaan 2 2624 ES Delft IBAN NL21 BNGH 0285 0017 87 t.n.v. gemeente Delft Retouradres : Programmering

Nadere informatie

Regeling waardering en afschrijving activa 2016 Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR)

Regeling waardering en afschrijving activa 2016 Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR) Regeling waardering en afschrijving activa 2016 Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR) Artikel 1. Definities In deze regeling wordt verstaan onder: Activa De bezittingen van de BSGR, deze zijn ingedeeld

Nadere informatie

Grondexploitatie BBV en Vpb. Henk van der Heijden, vz commissie BBV

Grondexploitatie BBV en Vpb. Henk van der Heijden, vz commissie BBV Grondexploitatie BBV en Vpb Henk van der Heijden, vz commissie BBV Wijziging verslaggeving Grondexploitaties Waarom? 2 3 4 5 Wijziging BBV Concepttekst wijzigingsbesluit Consultatiefase Ministerraad Advies

Nadere informatie

Financiële begroting 2016

Financiële begroting 2016 Financiële begroting 2016 113 114 Voor een overzicht van de baten en lasten per programma wordt verwezen naar het overzicht opgenomen onder Begroting van Baten en Lasten in het begin van deze begroting.

Nadere informatie

Nota reserves en voorzieningen

Nota reserves en voorzieningen Nota reserves en voorzieningen 2019 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 1 1. INLEIDING... 3 1.1 Waarom een nota reserves en voorzieningen?... 3 1.2 Inhoud van de nota... 3 2 Regelgeving en definities reserves

Nadere informatie

Doorkiesnummer : (0495) 57 50 00 Agendapunt: - ONDERWERP VOORSTEL COLLEGE

Doorkiesnummer : (0495) 57 50 00 Agendapunt: - ONDERWERP VOORSTEL COLLEGE Meijer, Jacco FIN S3 RAD: RAD150701 woensdag 1 juli 2015 BW: BW150526 voorstel gemeenteraad Vergadering van de gemeenteraad van 1 juli 2015 Portefeuillehouder : H.A. Litjens Behandelend ambtenaar : Jacco

Nadere informatie

PARAGRAAF 7 : GRONDBELEID

PARAGRAAF 7 : GRONDBELEID PARAGRAAF 7 : GRONDBELEID Beleid Uitgangspunt vormt de in 2015 vastgestelde Nota Grondbeleid. Het uitgangspunt is hierbij dat de gemeente actief sturing wenst te geven aan ruimtelijke ontwikkelingen. Hierbij

Nadere informatie

Notitie Grondbeleid in begroting en jaarstukken 2019

Notitie Grondbeleid in begroting en jaarstukken 2019 Notitie Grondbeleid in begroting en jaarstukken 2019 Regiodagen BZK 2019 27 juni Eindhoven 2 juni Zwolle 4 juli Utrecht Inleiders commissie BBV Henk van der Heijden (gemeente Den Haag) David van Hooff

Nadere informatie

Nota reserves en voorzieningen 2015-2018

Nota reserves en voorzieningen 2015-2018 Nota reserves en voorzieningen 2015-2018 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 2. Beleidslijnen reserves en voorzieningen... 4 2.1 Definities en regelgeving... 4 2.2 Toerekening van rente... 5 3. Huidige standen

Nadere informatie

Financiële kadernota Samen kom je verder! Gemeente Leiderdorp

Financiële kadernota Samen kom je verder! Gemeente Leiderdorp Financiële kadernota 2017-2020 Samen kom je verder! Gemeente Leiderdorp Algemene Dekkingsmiddelen Algemene dekkingsmiddelen Nr. Onderwerp i/s 2017 2018 2019 2020 401 Minder opbrengst precario S 40.000

Nadere informatie

Nota Reserves en. Voorzieningen

Nota Reserves en. Voorzieningen Nota Reserves en Voorzieningen 2016 Inhoudsopgave 0. Inleiding 1. Doelstelling van deze nota 2. Functies reserves en voorzieningen 3. Onderscheid reserves en voorzieningen 4. Rentetoerekening 5. Reserves

Nadere informatie

Beleidskader rente en afschrijvingen 2016

Beleidskader rente en afschrijvingen 2016 Beleidskader rente en afschrijvingen 2016 Augustus 2016 Inhoudsopgave 1. Wat willen we bereiken?... 3 1.1 Aanleiding... 3 1.2 Samenvatting... 3 1.3 Kaders... 4 2. Wat gaan we daarvoor doen?... 5 2.1 Investeringen,

Nadere informatie

Jaarrekening 2013. Gemeente Bunnik. Bunnik, 5 juni 2014 Open Huis gemeenteraad

Jaarrekening 2013. Gemeente Bunnik. Bunnik, 5 juni 2014 Open Huis gemeenteraad Jaarrekening 2013 Gemeente Bunnik Bunnik, 5 juni 2014 Open Huis gemeenteraad Agenda Controle van de jaarrekening De voorschriften voor de jaarrekening Jaarrekeningcontrole 2013 Controle van de jaarrekening

Nadere informatie

A. Dragt Gevolgen wijziging BBV grondexploitaties en vennootschapsbelastingplicht grondbedrijf

A. Dragt Gevolgen wijziging BBV grondexploitaties en vennootschapsbelastingplicht grondbedrijf Raadsvoorstel Registratiekenmerk: 274321 Datum raadsvergadering: 27 oktober 2016 Portefeuillehouder: Onderwerp: A. Dragt Gevolgen wijziging BBV s en vennootschapsbelastingplicht grondbedrijf Voorstel Het

Nadere informatie

Bijlage 1: Overzicht van methodiek en positie grondbedrijven

Bijlage 1: Overzicht van methodiek en positie grondbedrijven Bijlage 1: Overzicht van methodiek en positie grondbedrijven 1 2 3 4 Incl. fondsstortingen ten laste van de grex (groenfonds en bijdrage verliesnemingen cf. grondslagen Opm.: huidige boekwaarde is excl.

Nadere informatie

ONDERWERP: Vaststellen notitie activerings- en afschrijvingenbeleid

ONDERWERP: Vaststellen notitie activerings- en afschrijvingenbeleid Agendapunt: 19 No. 55/'10 Dokkum, 20 april 2010 ONDERWERP: Vaststellen notitie activerings- en afschrijvingenbeleid Aan de gemeenteraad, Op grond van de financiële verordening, laatst vastgesteld op 29

Nadere informatie

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 24-11-2015 Nummer voorstel: 2015/84

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 24-11-2015 Nummer voorstel: 2015/84 Voorstel aan de raad Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg 1 8331 XE Steenwijk Steenwijk, 24-11-2015 Nummer voorstel: 2015/84 Voor raadsvergadering d.d.: 08-12-2015 Agendapunt: Onderwerp:

Nadere informatie

Inhoudsopgave nota activabeleid 2013

Inhoudsopgave nota activabeleid 2013 NOTA ACTIVABELEID 2013 Inhoudsopgave nota activabeleid 2013 1 Inleiding 2 1.1 Wettelijk kader 3 1.2 Begripsbepaling 4 2 Activering van activa 6 2.1 Materiële vaste activa 6 2.2 Immateriële vaste activa

Nadere informatie

Bespreeknota wijziging Besluit Begroting en Verantwoording

Bespreeknota wijziging Besluit Begroting en Verantwoording Bespreeknota wijziging Besluit Begroting en Verantwoording Inleiding Met ingang van de begroting 2017 gaat er het nodige veranderen in het Besluit Begroting en Verantwoording en daarmee in onze begroting.

Nadere informatie

Begroten en Verantwoorden

Begroten en Verantwoorden Begroten en Verantwoorden Vastgoed, waarde, begroting, duurzaamheid en BBV 4 December 2018 Parallelsessie Najaarsbijeenkomst Doel en opbouw Doel: Presenteren resultaten discussie rond BBV financiële experts

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr Nota Reserves en Voorzieningen 2016

GEMEENTEBLAD. Nr Nota Reserves en Voorzieningen 2016 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Ferwerderadiel. Nr. 134255 30 september 2016 Nota Reserves en Voorzieningen 2016 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Doelstelling van deze nota 3. Functies reserves

Nadere informatie

NOTA INVESTERINGEN, WAARDERINGEN EN AFSCHRIJVINGEN RECREATIESCHAP ROTTEMEREN

NOTA INVESTERINGEN, WAARDERINGEN EN AFSCHRIJVINGEN RECREATIESCHAP ROTTEMEREN NOTA INVESTERINGEN, WAARDERINGEN EN AFSCHRIJVINGEN RECREATIESCHAP ROTTEMEREN Opgesteld door: G.Z-H In opdracht van: Recreatieschap Rottemeren Postbus 341 3100 AH Schiedam Tel.: 010-2981010 Fax: 010-2981020

Nadere informatie

Nota reserves en voorzieningen Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland

Nota reserves en voorzieningen Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland Nota reserves en voorzieningen Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland 2017-2020 1 INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING NOTA RESERVES EN VOORZIENINGEN 3 2. OMSCHRIJVING RESERVES EN VOORZIENINGEN 3 2.1. RESERVES 3

Nadere informatie

PARAGRAAF 3 FINANCIERING

PARAGRAAF 3 FINANCIERING PARAGRAAF 3 FINANCIERING In deze paragraaf beschrijven we de plannen en acties op het gebied van liquiditeitsbeheer, de financiële posities en de hieraan verbonden risico s voor de jaren 2019 tot en met

Nadere informatie

Reserve Ontwikkelingsprojecten Spelregels. Gemeente Albrandswaard

Reserve Ontwikkelingsprojecten Spelregels. Gemeente Albrandswaard Reserve Ontwikkelingsprojecten Spelregels Gemeente Albrandswaard Reserve Ontwikkelingsprojecten Spelregels Gemeente Albrandswaard Datum: 18 mei 2012 Afdeling: Bestuur, team ontwikkeling Afdelingshoofd:

Nadere informatie

Nota Waarderen, activeren en afschrijven vaste activa

Nota Waarderen, activeren en afschrijven vaste activa Nota Waarderen, activeren en afschrijven vaste activa 1 Inhoudsopgave Inleiding en aanleiding... 3 Samenvatting belangrijkste wijzigingen... 4 1. Uiteenzetting vaste activa... 5 1.1 Materiele vaste activa...

Nadere informatie

Nieuw begrotingsresultaat

Nieuw begrotingsresultaat Portefeuille: A. van Amerongen Dronten, 22 september 2015 Financiële ontwikkeling begroting 2016-2019 Aan de gemeenteraad VOORSTEL Wij stellen u voor: Deze toelichting op de financiële resultaten vast

Nadere informatie

BEGROTING 2014. Paragraaf Financiering

BEGROTING 2014. Paragraaf Financiering BEGROTING 2014 Paragraaf Financiering Ambtelijke programmamanager Afdelingshoofd Bedrijfsvoering Inleiding In de BBV 2004 (Besluit Beheer en Verantwoording Provincies en gemeenten) is een paragraaf financiering

Nadere informatie

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar 05-07-2016 [ ]Besloten --

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar 05-07-2016 [ ]Besloten -- Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Nieuwe regelgeving BBV 1- Notagegevens Notanummer 2016-001128 Datum 23-06-2016 Programma: Portefeuillehouder Weth. Grijsen Team AB 2- Bestuursorgaan [X]B

Nadere informatie

NOTA WAARDERING EN AFSCHRIJVINGSBELEID VASTE ACTIVA GEMEENTE DOETINCHEM

NOTA WAARDERING EN AFSCHRIJVINGSBELEID VASTE ACTIVA GEMEENTE DOETINCHEM NOTA WAARDERING EN AFSCHRIJVINGSBELEID VASTE ACTIVA GEMEENTE DOETINCHEM augustus 2008 1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 1. Inleiding 3 2. Investeren 4 2.1 Materiële vaste activa 4 2.2 Immateriële vaste activa

Nadere informatie

Stichting Kennisbank Filantropie Hilversum. Jaarrapport 2014

Stichting Kennisbank Filantropie Hilversum. Jaarrapport 2014 Hilversum Jaarrapport 2014 INHOUDSOPGAVE Pagina ACCOUNTANTSVERSLAG 2 Resultatenanalyse 3 JAARREKENING 1 Balans per 31 december 2014 4 2 Staat van baten en lasten over 2014 5 3 Grondslagen voor waardering

Nadere informatie

VOORSTEL DRECHTRAAD 3 DECEMBER 2013

VOORSTEL DRECHTRAAD 3 DECEMBER 2013 Bijlage 6 VOORSTEL DRECHTRAAD 3 DECEMBER 2013 Portefeuillehouder Datum R.T.A. Korteland 6 november 2013 Steller E-mail Telefoonnummer J. van Dijk Jvan.dijk@drechtsteden.nl (078) 7703954 Onderwerp Nota

Nadere informatie

De wijziging van de BBV betreft een wettelijke verplichting, maar in het verlengde hiervan kunnen er toch beperkte keuzes aan de orde komen.

De wijziging van de BBV betreft een wettelijke verplichting, maar in het verlengde hiervan kunnen er toch beperkte keuzes aan de orde komen. Vernieuwing Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) Inleiding In 2014 heeft een door de VNG ingestelde adviescommissie, bestaande uit vertegenwoordigers van de VNG, het ministerie van Binnenlandse Zaken

Nadere informatie

Themaraad financiën 3 april

Themaraad financiën 3 april Themaraad financiën 3 april 2017 1 Aanleiding en doelstelling P&C-cyclus Robuust financieel beleid Begroting Financiële positie Risico s Afsluiting Agenda 2 Aanleiding en doelstelling Aanleiding Vanuit

Nadere informatie

Erratum bij de rekening 2009

Erratum bij de rekening 2009 Erratum bij de rekening 2009 1 Grondbedrijf 1a Tussentijdse winst-/verliesname Van het nemen van winst is in de voorliggende jaarrekening 2009 afgezien. De lopende exploitatie TPE vertoont weliswaar een

Nadere informatie

Onderwerp Bestuursrapportage 2016 en Begroting 2017

Onderwerp Bestuursrapportage 2016 en Begroting 2017 Onderwerp Bestuursrapportage 2016 en Begroting 2017 Portefeuillehouder Zoetendal Datum collegebesluit 4 oktober 2016 Opsteller A. de Boer Registratie GF16.20071 Agendapunt 3/4 Voorstel 1. Vaststellen van

Nadere informatie

Paragraaf 4: Financiering

Paragraaf 4: Financiering Paragraaf 4: Financiering Geldstroombeheer van de gemeente Algemeen De treasuryfunctie omvat de financiering van de beleidsvoornemens en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn. Het beleid

Nadere informatie

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015

Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015 Jaarbericht Weller Wonen Holding BV 2015 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 1 1. Algemeen... 2 2. Jaarrekening... 3 2.1 Balans per 31 12 2015 (voor winstbestemming)... 3 2.2 Winst en verliesrekening over 2015...

Nadere informatie

Paragraaf Grondbeleid

Paragraaf Grondbeleid Paragraaf Grondbeleid Nota Grondbeleid 213-217 Eind 212 is de Nota grondbeleid 213-217 vastgesteld. In het licht van de economische crisis, die de rol van de gemeente in gebiedsontwikkelingen in een nieuw

Nadere informatie

Nota Grondbeleid gemeente Waadhoeke

Nota Grondbeleid gemeente Waadhoeke Nota Grondbeleid gemeente Waadhoeke 2018-2022 Datum: 9-1-2017 Inhoudsopgave 1. Algemeen... 5 Managementsamenvatting... 5 2. Wettelijk kader... 7 2.1 Wet ruimtelijke ordening (Wro)... 7 2.2 Besluit Begroten

Nadere informatie

Stichting Thus, Zevenaar. 1 BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na resultaatbestem m ing) 31 december december 2014 ACTIVA

Stichting Thus, Zevenaar. 1 BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na resultaatbestem m ing) 31 december december 2014 ACTIVA JAARREKENING 2015 Stichting Thus, Zevenaar 1 BALANS PER 31 DECEMBER 2015 (na resultaatbestem m ing) 31 december 2015 31 december 2014 ACTIVA Vaste activa Immateriële vaste activa (1) 1.114 Materiële vaste

Nadere informatie

Stichting Kennisbank Filantropie Hilversum. Jaarrapport 2013

Stichting Kennisbank Filantropie Hilversum. Jaarrapport 2013 Hilversum Jaarrapport 2013 INHOUDSOPGAVE Pagina ACCOUNTANTSRAPPORT 2 Resultatenanalyse 3 FINANCIEEL VERSLAG JAARREKENING 1 Balans per 31 december 2013 4 2 Staat van baten en lasten over 2013 5 3 Grondslagen

Nadere informatie

NB beide formulieren invullen (2 tabbladen)

NB beide formulieren invullen (2 tabbladen) Behandelend ambtenaar gemeente Begroting 2015 is Meerjarenbegroting 2016-2018 is Datum vaststelling begroting 2015 Datum ontvangst begroting 2015 Maatstaven Aantal inwoners per 1-1-2015 Aantal woonruimten

Nadere informatie

Onderstaande tabel geeft het verloop weer van onze huidige langlopende geldleningen.

Onderstaande tabel geeft het verloop weer van onze huidige langlopende geldleningen. 4 Financiering Het doel van deze paragraaf is om de raad beter te informeren omtrent het treasurybeleid en de beheersing van financiële risico s. De treasuryfunctie ondersteunt de uitvoering van de programma's

Nadere informatie

01 = ^ o d e l Financiële verordening 2016 GESCAND OP 2 6 SEP. Ge'meente Wormerland. Tjoelker, Nicolien. VNG Ledenbrief

01 = ^ o d e l Financiële verordening 2016 GESCAND OP 2 6 SEP. Ge'meente Wormerland. Tjoelker, Nicolien. VNG Ledenbrief GESCAND OP 2 6 SEP. Tjoelker, Nicolien Van: Verzonden: Aan: Onderwerp: Ge'meente Wormerland VNG namens VNG vrijdag 23 september 2016 14:36 Postbus Lbr.

Nadere informatie

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL Tiebot, Gijs PF-FB Wieger Mulder. Verlagen omslagrente

SAMENVATTING RAADSVOORSTEL Tiebot, Gijs PF-FB Wieger Mulder. Verlagen omslagrente SAMENVATTING RAADSVOORSTEL ZAAKNUMMER BEHANDELEND AMBTENAAR SECTOR PORT. HOUDER 1003652 Tiebot, Gijs PF-FB Wieger Mulder ONDERWERP Verlagen omslagrente AGENDANUMMER SAMENVATTING De afgelopen jaren is er

Nadere informatie

Kanttekeningen bij de Begroting 2015. Paragraaf 4 Financiering

Kanttekeningen bij de Begroting 2015. Paragraaf 4 Financiering Kanttekeningen bij de Begroting 2015 Paragraaf 4 Financiering Inhoud 1 Inleiding... 3 2 Financieringsbehoefte = Schuldgroei... 4 3 Oorzaak van Schuldgroei : Investeringen en Exploitatietekort... 5 4 Hoe

Nadere informatie

Stichting Openbaar Museum Modelbouw Leyenseweg BC BILTHOVEN. Financieel verslag 2014

Stichting Openbaar Museum Modelbouw Leyenseweg BC BILTHOVEN. Financieel verslag 2014 Stichting Openbaar Museum Modelbouw Leyenseweg 115 3721 BC BILTHOVEN Financieel verslag 2014 Stichting Openbaar Museum Modelbouw Leyenseweg 115 3721 BC BILTHOVEN Jaarrapport 2014 Rapportdatum: 29 juni

Nadere informatie

15 maart Begrotingswijziging

15 maart Begrotingswijziging Raadsvoorstel Agendanummer: Datum raadsvergadering: 15 maart 2018 Onderwerp: Begrotingswijziging Gevraagde Beslissing: Te besluiten om: 1. De wijzigingen van de budgetten te autoriseren. Aan de gemeenteraad

Nadere informatie

Datum raadsvergadering 19 december 2016

Datum raadsvergadering 19 december 2016 Raadsvoorstel Datum vaststelling voorstel door het college 15 november 2016 Datum raadsvergadering 19 december 2016 Nummer raadsvoorstel 2016-359 Bijbehorend veld van de programmabegroting Ruimte, cultuurhistorie,

Nadere informatie