Medewerker afmontage

Transcriptie

1 profiel: Medewerker afmontage Algemene informatie: datum: 2 februari 2005 versie: 1 Onder regie van kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven: Ontwikkeld door: Stichting Hout & Meubel Stichting Hout & Meubel, afdeling Ontwikkelcentrum Brondocument(en): Beroepsprofielen in de timmerindustrie (Dijk 12, Beleidsonderzoek, 2001) Legitimering beroepscompetentieprofiel: - op format vereisten - op de inhoud Stichting Hout & Meubel d.d. 2 februari 2005 Bestuur Stichting Scholings- en Werkgelegenheidsfonds Timmerindustrie d.d. 23 mei 2005 Mogelijke functiebenamingen - medewerker afmontage - montagemedewerker - afmontagemedewerker - afmonteerder 1

2 Inhoud 1. Beroepsbeschrijving Trends/innovaties Kerntaken van het beroep Kernopgaven van het beroep Competentiematrix s

3 1. Beroepsbeschrijving Beroepscontext/ werkzaamheden De medewerker afmontage verricht zijn werkzaamheden hoofdzakelijk bij middelgrote tot grote bedrijven die geveltimmerwerken vervaardigen, zoals ramen, kozijnen, deuren, dakkapellen en dergelijke. Deze bedrijven zijn vaak toeleveranciers voor aannemers en bouwbedrijven, maar een deel van de bedrijven levert ook aan particulieren. De medewerker afmontage monteert zelfstandig materialen en toebehoren aan een product, plaatst ramen en deuren en maakt ze sluitbaar. Hij werkt volgens tekening en mondelinge en/of schriftelijke werkinstructies. De medewerker afmontage werkt met diverse pneumatische of elektrische handgereedschappen. Het werk van de medewerker afmontage begint als de kozijnen, ramen en deuren zijn voorgemonteerd en indien van toepassing zijn gespoten. De producten worden inclusief werkopdracht en werktekening aangeleverd. De werkzaamheden eindigen wanneer alle materialen en toebehoren zijn afgemonteerd aan het kozijn, ramen en deuren zijn geplaatst en sluitbaar zijn gemaakt en het product gereed is voor verzending. De medewerker afmontage moet vanaf werkinstructies de werkvolgorde in acht nemen en het kozijn op de juiste wijze afmonteren en ramen en deuren op de juiste wijze plaatsen en sluitbaar maken. De benodigde technische vaardigheden en technieken zijn redelijk eenvoudig en hebben een routinematig karakter. De medewerker afmontage is binnen het bedrijf werkzaam in de werkplaats of op een specifieke afdeling (af-)montage en heeft in zijn werk vooral te maken met andere beroepen in de montage, zoals de opsluiter, de medewerker voormontage. Daarnaast heeft de medewerker afmontage te maken met medewerkers van het magazijn en met de direct leidinggevende. Rol en verantwoordelijkheden De medewerker afmontage moet zelfstandig kunnen opereren en hij draagt verantwoordelijkheid voor zijn eigen takenpakket. De medewerker afmontage moet verantwoording afleggen aan de (meewerkend) leidinggevende of bedrijfsleider. Sommige medewerkers afmontage houden toezicht op aankomende vaklieden (leerlingen) of ondersteunende medewerkers (bijvoorbeeld vakantie- of uitzendkrachten). De werkzaamheden worden verricht binnen vastgelegde richtlijnen en procedures. De meeste medewerkers afmontage zijn niet allround inzetbaar binnen de montage. Ze verrichten uitsluitend werkzaamheden met betrekking tot de afmontage van de producten. De medewerker afmontage verricht controle van aangeleverd 3

4 materiaal (compleetheid, maatvoering, beschadigingen, etc.). De medewerker afmontage verricht eindcontrole van de eigen werkzaamheden (compleetheid en beschadigingen) en houdt de werkplek schoon en opgeruimd. Complexiteit De werkzaamheden worden verricht volgens vastgelegde procedures en richtlijnen en hebben een routinematig karakter. Het werk van de medewerker afmontage is redelijk complex. De redelijke complexiteit van het werk wordt vooral bepaald door de volgende aspecten: de hoeveelheid materialen en toebehoren die aan het product moeten worden gemonteerd; de verscheidenheid aan materialen, met name hang- en sluitwerk; bijzondere bewegingen van ramen (zoals draaikiep-, tuimel- en schuiframen). De afbreukrisico s zijn over het algemeen relatief groot. De afbreukrisico s bij het afmonteren worden met name bepaald door de volgende aspecten: het lezen van de productiegegevens; nauwkeurigheid van werken (t.b.v. inbraakwerendheid). Typerende beroepshouding Zorgvuldigheid en nauwkeurigheid zijn van belang voor een goede taakuitoefening. De medewerker afmontage moet rustig, bedachtzaam en geconcentreerd kunnen werken. Er worden hoge eisen gesteld aan de kwaliteit van zijn werk. Kwaliteitsbewustzijn is van belang omdat de kwaliteit van het werk en de werkwijze van de medewerker afmontage mede bepalend is voor de kwaliteit van het eindproduct. Sociale vaardigheden en samenwerken zijn belangrijk voor het werken in teamverband. De medewerker afmontage communiceert veel met andere montagemedewerkers, medewerkers van het magazijn en daarnaast met direct leidinggevende. 4

5 2. Trends/innovaties Marktontwikkelingen Toenemende variatie in en verscheidenheid van materialen en toebehoren. De verscheidenheid aan materialen en toebehoren (met name inbraakwerend hang- en sluitwerk) neemt steeds meer toe. De medewerker afmontage moet op de hoogte zijn van het gebruik en het combineren van materialen en toebehoren. Bedrijven vervaardigen in toenemende mate een totaalpakket. Werkzaamheden met betrekking tot de afmontage die eerder op de bouwlocatie plaatsvonden, worden nu binnen de timmerbedrijven uitgevoerd. Dit betekent dat de medewerker afmontage meer werkzaamheden en handelingen verricht. De werkzaamheden worden hierdoor echter niet complexer, maar vooral meer. Wetgeving/ overheidsregulering Technologische ontwikkelingen Bedrijfsorganisatorische ontwikkelingen Internationale ontwikkelingen Loopbaanmogelijkheden Toenemende wet- en regelgeving (o.a. Bouwbesluit) Het betreft een toenemende wet- en regelgeving met betrekking tot kwaliteit, arbo en milieu. Bij de uitvoering van de werkzaamheden moet hier rekening mee gehouden worden. Er worden steeds hogere en strengere eisen gesteld aan de producten en de gebruikte materialen en toebehoren wat betreft inbraakwerend- en toegankelijkheid, lucht- en waterdichting en thermische isolatie. Toenemende mechanisering van werkzaamheden. Voor het (af)monteren van zware en grote producten wordt steeds vaker gebruik gemaakt van speciale afmontagebanken en hijs- en transportmiddelen. Dit heeft mede te maken met de wet- en regelgeving op het gebied van arbeidsomstandigheden. Niet van toepassing. Niet van toepassing De medewerker afmontage kan in principe doorstromen naar allround montagemedewerker. 5

6 3. Kerntaken van het beroep 1. Verricht afmontage werkzaamheden aan kozijnen, ramen en deuren. Kerntaak 1 Verricht afmontage werkzaamheden aan kozijnen, ramen en deuren Proces Input: De medewerker afmontage beschikt over werkinstructies en werktekeningen. Tevens beschikt hij over de aangeleverde voorgemonteerde kozijnen, ramen en deuren. Verwerking: Bepaalt werkvolgorde en werkwijze; Verzamelt benodigde onderdelen en materialen; Controleert de aangeleverde onderdelen en materialen; Brengt hang- en sluitwerk aan; Plaatst ramen en deuren; Monteert dichte vakvullingen; Voert overige (af)montagewerkzaamheden uit (zoals tochtstrippen, glaslatprofielen, voorzieningen voor aansluitingen in de bouw); Werkt de producten bij; Verricht controle eigen werkzaamheden; Voert de producten af naar het magazijn of opslagruimte; Maakt de producten gereed voor transport en verzending. Output: Kozijnen, die op de juiste manier zijn (af)gemonteerd en gereed zijn voor transport naar locatie. Rol/verantwoordelijkheden Complexiteit De medewerker afmontage is verantwoordelijk voor zijn eigen werk. Hij werkt zelfstandig, maar zijn werk vindt altijd plaats binnen door het bedrijf vastgestelde voorschriften, richtlijnen en procedures. Deze voorschriften, richtlijnen en procedures hebben betrekking op kwaliteit, arbo en milieu. De eindverantwoordelijkheid ligt bij de direct leidinggevende in de productie. De complexiteit van het werk is redelijk beperkt. De hoeveelheid onderdelen, de afwijkende vormen of grote afmetingen van het product kunnen het werk compliceren. Tevens kan het plaatsen van ramen en deuren door de bijzondere bewegingen van ramen (zoals draaikiep-, tuimel- en schuiframen) complex zijn. Betrokkenen De medewerker afmontage heeft in zijn werk te maken met andere medewerkers in de montage, zoals de opsluiter en de medewerker 6

7 voormontage. Daarnaast heeft hij te maken met medewerkers van het magazijn en zijn direct leidinggevende. (Hulp-)middelen Kwaliteit van proces en resultaat Voor de werkzaamheden kan de medewerker voormontage gebruik maken van instructies, productiegegevens, afmontagebanken, meetgereedschappen, elektrische en pneumatische handgereedschappen en hijs- en transportmiddelen. Daarnaast kan hij gebruik maken van voorschriften op het gebied van kwaliteit, arbo en milieu. Het is van belang, dat de medewerker afmontage werkt volgens voorschriften en regelgeving met betrekking tot kwaliteit, arbo en milieu. Keuzes en dilemma s Tijd versus kwaliteit Van de medewerker afmontage wordt verwacht dat hij onder tijdsdruk zorgvuldig afmontage werkzaamheden uitvoert, zoals het plaatsen van ramen en deuren en sluitbaar maken. Het plaatsen en sluitbaar maken van ramen en deuren kost tijd, terwijl het tegelijkertijd van groot belang is dat hij dit zo efficiënt mogelijk doet in verband met bijvoorbeeld de eisen ten aanzien van het inbraakwerend geveltimmerwerk. Goedkeuren versus afkeuren De medewerker afmontage kan geconfronteerd worden met het feit dat het aangeleverd materiaal niet geschikt is voor afmonteren (bijv. te veel vervorming, onjuiste maatvoering). De medewerker afmontage moet hierin een afweging maken, gebruik ik het materiaal voor afmonteren of keur ik het af. Zelf beslissen versus overleggen De medewerker afmontage moet een afweging maken tussen het zelf oplossen van een probleem (bijvoorbeeld een storing) en het inschakelen van zijn direct leidinggevende om het probleem te laten oplossen. 7

8 4. Kernopgaven van het beroep Kernopgave 1 Tijd versus veiligheid De medewerker afmontage staat voor de opgave om ook onder tijdsdruk zijn werk uit te voeren met inachtneming van de voorschriften met betrekking tot arbo en milieu. Snelheid van werken staat hier tegenover veiligheid en gezondheid van zichzelf en anderen. De medewerker afmontage moet alert zijn op onveilige situaties en zichzelf en anderen niet in gevaar brengen. Kernopgave 2 Tijd versus kwaliteit De medewerker afmontage staat voor de opgave om ook onder tijdsdruk nauwkeurig en efficiënt te blijven werken. De medewerker afmontage kan in de verleiding komen onzorgvuldiger te gaan werken, wanneer hij ziet aankomen dat de planning niet gehaald wordt. De medewerker afmontage moet kwaliteit boven kwantiteit laten gaan en problemen met betrekking tot de planning met zijn leidinggevende bespreken. Kernopgave 3 Goedkeuren versus afkeuren De medewerker afmontage staat voor de opgave om gedurende zijn werkzaamheden alert te zijn op de kwaliteit van het materiaal. Hij moet bijvoorbeeld kunnen beoordelen of een beschadiging aan een tochtstrip acceptabel is of niet. Als dit niet het geval is moet hij passende maatregelen nemen. Van hem wordt verwacht dat hij een keuze maakt tussen afkeuren of niet en dat hij voorstellen doet voor alternatieve oplossingen. Kernopgave 4 Zelf beslissen versus overleggen De medewerker afmontage staat voor de opgave om de juiste afweging te maken een probleem zelf op te lossen of hierover te overleggen met zijn leidinggevende. Problemen kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op storingen aan productiemiddelen, afwijkingen aan onderdelen en producten. Eenvoudige storingen en afwijkingen kan de medewerker afmontage zelf verhelpen. Bij meer ingewikkelde problemen waarschuwt hij zijn leidinggevende. 8

9 5. Competentiematrix s Kerntaak Kernopgave Voorbereiden eigen werkzaamheden x x x x x 2 Grondstoffen en halfproducten verzamelen en transporteren x x x x x 3 Plaatsen en sluitbaar maken van ramen en deuren x x x x x 4 Dichte vakvullingen opbouwen x x x x x 5 Uitvoeren van overige afmontage werkzaamheden x x x x x 6 Transportklaar maken van kozijnen x x x x x 7 Werkzaamheden met elektrische en pneumatische handgereedschappen x x x x uitvoeren 8 Productiemiddelen beheren x x x 9 Zorgdragen voor kwaliteit x x x x 10 Omgaan met problemen x x x 11 Samenwerken x x 12 Veilig en milieubewust werken x x x 13 Rapporteren over werkzaamheden x x x 14 Communiceren tijdens werkzaamheden x x x 15 Overleg voeren x x x 16 s blijven ontwikkelen x x x x x Kerntaken 1. Verricht afmontage werkzaamheden aan kozijnen, ramen en deuren. Kernopgaven 1. Tijd versus veiligheid 2. Tijd versus kwaliteit 3. Goedkeuren versus afkeuren 4. Zelf beslissen versus overleggen 9

10 6. s Dimensies die aan beroepscompetenties toegekend dienen te worden: Dimensie Toekennen aan competenties: VM Vakmethodische dimensie die gericht zijn om met behulp van technieken en hulpmiddelen kerntaken en kernopgaven uit te voeren. BOS Bestuurlijk organisatorische en strategische dimensie die gericht zijn op het beroepsmatig functioneren in de context van arbeidsorganisaties. SC Sociaal-communicatieve dimensie die gericht zijn op het leggen en onderhouden van contacten, samenwerken, functioneren in een team etc. ON Ontwikkelingsdimensie die bijdragen aan de ontwikkeling van een individu, team, beroep, organisatie of bedrijf. 1. Voorbereiden eigen werkzaamheden 1. (VM/BOS) Succescriteria Proces De medewerker afmontage is in staat om op adequate wijze zijn werkopdracht voor te bereiden, zodat deze efficiënt wordt uitgevoerd. 1. Verzamelt op basis van de ontvangen werkopdracht alle relevante informatie en interpreteert deze. 2. Controleert de compleetheid, juistheid en actualiteit van de aangeleverde productiegegevens en lost eventuele problemen op. 3. Neemt voor aanvang van zijn werkzaamheden kennis van de vastgestelde planning. 4. Stelt vast welke werkzaamheden moeten worden uitgevoerd. 5. Bepaalt de optimale volgorde voor de uitvoering van de werkzaamheden. 6. Stemt de aanpak van werken zonodig af met de leidinggevende en/of andere betrokkenen. 7. Verzamelt de juiste materialen, gereedschappen en materieel en maakt ze klaar voor gebruik (bijvoorbeeld hang- en sluitwerk en luchtdichtingsprofielen). Een goed voorbereide werkopdracht. 10

11 2. Grondstoffen en halfproducten verzamelen en transporteren 2. (BOS/SC) Succescriteria Proces De medewerker afmontage is in staat om op adequate wijze de benodigde grondstoffen en halfproducten te verzamelen, zodat de daaropvolgende werkzaamheden efficiënt uitgevoerd worden. 1. Verzamelt de juiste grondstoffen, halfproducten en aantallen op basis van de productiegegevens. 2. Controleert de juistheid van de afmetingen van grondstoffen en halfproducten en lost eventuele problemen op. 3. Selecteert grondstoffen en halfproducten op kwaliteitsafwijkingen. 4. Controleert de compleetheid van grondstoffen en halfproducten en lost eventuele problemen op. 5. Overlegt met zijn leidinggevende wanneer onderdelen aangevoerd of afgevoerd moeten worden. 6. Gebruikt uitsluitend de transportmiddelen waar hij een bevoegdheid voor heeft. 7. Plaatst volgens richtlijnen grondstoffen en halfproducten in/op transportmiddelen (bijvoorbeeld omvallen en beschadigingen voorkomen). 8. Plaatst maximaal verantwoord aantal grondstoffen en halfproducten in/op transportmiddelen. 9. Rangschikt grondstoffen en halfproducten voor een logische verwerkingsvolgorde. Het juiste aantal, soort en kwaliteit grondstoffen en halfproducten is verzameld. De grondstoffen en halfproducten zijn naar de juiste locatie getransporteerd. 3. Plaatsen en sluitbaar maken van ramen en deuren 3. (VM) De medewerker afmontage is in staat om op adequate wijze ramen en deuren te plaatsen en sluitbaar te maken. Succescriteria 1. Brengt luchtdichtingsprofielen aan. Proces 2. Voorziet de draaiende delen en de kozijnen van schanieronderdelen. 3. Hangt draaiende delen in kozijnen.. 4. Controleert hang- en sluitnaden en stelt ze eventueel bij. 5. Maakt ramen en deuren sluitbaar (bijvoorbeeld met sloten en slootvangers). 6. Bevestigt beslag (b.v. schilden, rozetten of cilinderringen). 7. Controleert het uitgevoerde werk en lost eventuele problemen op. De geplaatste en sluitbaar gemaakte ramen en deuren voldoen aan de gestelde eisen. 11

12 4. Dichte vakvullingen opbouwen 4. (VM) De medewerker afmontage is in staat om op adequate wijze de kozijnen te voorzien van dichte vakvullingen. Succescriteria 1. Plaatst en bevestigt vulhout. Proces 2. Plaatst en bevestigt folies en isolaties. 3. Plaatst en bevestigt binnen- en buitenbekledingen. 4. Plaatst en bevestigt sandwichpanelen. 5. Bevestigt glaslatten t.b.v. het opsluiten van buitenbekledingen. 6. Sluit buitenbekledingen op (bijvoorbeeld met kit en rugvulling). 7. Controleert het uitgevoerde werk en lost eventuele problemen op. De kozijnen zijn voorzien van dichte vakvullingen. 5. Uitvoeren van overige afmontage werkzaamheden 5. (VM) Succescriteria Proces De medewerker afmontage is in staat om op adequate wijze overige afmontage werkzaamheden aan kozijnen, ramen en deuren uit te voeren. 1. Voorziet het kozijn van materiaal in verband met de aansluitingen in de bouw (bijvoorbeeld bevestigen van DPC-folie). 2. Plaatst ventilatieroosters in kozijnen, ramen en deuren.. 3. Brengt voorzieningen aan tegen gevaren van vervorming, beschadigingen en kwaliteitsverlies tijdens transport en opslag in de bouw. 4. Voegt aan kozijnen, ramen en deuren de in de bouw te monteren onderdelen toe (zoals bijvoorbeeld glaslatten). 5. Repareert eventuele beschadigingen. 6. Controleert de eindproducten en lost eventuele problemen op. Kozijnen, ramen en deuren zijn volledig afgemonteerd en zijn gereed om transportklaar gemaakt te worden. 6. Transportklaar maken van kozijnen 6. (VM) De medewerker afmontage is in staat om op adequate wijze kozijnen transportklaar te maken. Succescriteria 1. Verzamelt de af te leveren kozijnen, ramen en deuren. Proces 2. Brengt voorzieningen aan tegen gevaren van vervorming, beschadiging en kwaliteitsverlies tijdens transport en opslag in de bouw. 3. Zet de kozijnen, ramen en deuren in een logische transportvolgorde klaar. 4. Pakketteert kozijnen. 5. Levert de juiste hulpmiddelen bij voor het transport. 6. Levert de juiste product- en verwerkingsgegevens bij voor de afnemer. Kozijnen, die transport klaar zijn. 12

13 7. Werkzaamheden met elektrisch, pneumatisch en handgereedschappen uitvoeren 7. (VM) De medewerker afmontage is in staat om op adequate wijze werkzaamheden met elektrisch, pneumatisch en handgereedschappen uit te voeren. Succescriteria 1. Kiest de juiste gereedschappen. Proces 2. Scherpt indien nodig de gereedschappen. 3. Verwisselt aanwezige gereedschappen (bijvoorbeeld boren). 4. Gebruikt de juiste en veilig functionerende gereedschappen volgens bedieningsinstructies. 5. Stelt, indien nodig, de gereedschappen in voor de gewenste bewerkingen / handelingen. 6. Monteert de benodigde hulpstukken en beveiligingen aan of op de gereedschappen. 7. Stelt toerental of druk in. 8. Bedient volgens richtlijnen gereedschappen. 9. Stelt zonodig instellingen bij. 10. Houdt tijdens werkzaamheden rekening met materiaal eigenschappen. 11. Controleert het werk met de juiste hulpmiddelen (maatvoering, kwaliteit) en lost eventuele problemen op. De grondstoffen en halfproducten zijn op de juiste wijze bewerkt, voldoen aan de gestelde eisen en kunnen naar de volgende procesgang. 8. Productiemiddelen beheren 8. (BOS/ON) Succescriteria Proces De medewerker afmontage is in staat om op adequate wijze de productiemiddelen, die hij gebruikt voor zijn eigen werkzaamheden, te beheren. 1. Past de aangeleverde onderhoudsgegevens toe. 2. Pleegt volgens richtlijnen onderhoud. 3. Registreert de onderhoudsbeurten. 4. Helpt indien nodig met het opstellen van een onderhoudsschema. 5. Controleert volgens richtlijnen de juiste werking van de productiemiddelen en lost eventuele problemen op. Goed functionerende productiemiddelen die optimaal beschikbaar zijn voor uitvoering van opdrachten. Er is voldaan aan de voorwaarden om de kans op storingen zo klein mogelijk te houden. Er is voldaan aan de voorwaarden voor een lange levensduur van de productiemiddelen. 13

14 9. Zorgdragen voor kwaliteit 9. (BOS/ON) De medewerker afmontage is in staat om op adequate wijze zijn werk in de vereiste kwaliteit af te leveren, zodat zowel aan de belangen van de klant als die van het eigen bedrijf tegemoet gekomen wordt. Succescriteria 1. Werkt volgens het kwaliteitssysteem van de werkgever. Proces 2. Werkt volgens de kwaliteitsvoorschriften van de werkgever/fabrikant/leverancier. 3. Komt gemaakte afspraken na. 4. Presenteert zichzelf en het bedrijf aan de klant als bewust optredend beroepsbeoefenaar. 5. Doet voorstellen voor verbetering van de kwaliteit van het werk. 6. Werkt (gedurende een lange periode) nauwkeurig, geconcentreerd en met oog voor detail. 7. Controleert na afloop het resultaat van het eigen werk en lost eventuele problemen op. 8. Is kritisch over eigen prestaties. 9. Toont initiatief om verbeterpunten aan te dragen. 10. Registreert werkzaamheden in verband met kwaliteitsborging. Een goede kwaliteit van het afgeleverde werk. Kwalitatief goed verlopende werk- en productieprocessen. 10. Omgaan met problemen 10. (BOS/SC) De medewerker afmontage is in staat om op adequate wijze met problemen met betrekking tot zijn eigen werkzaamheden (zoals storingen aan productiemiddelen, afwijkingen aan producten, planningsproblemen, etc) om te gaan, zodat deze verholpen en indien mogelijk in de toekomst voorkomen worden. Succescriteria 1. Signaleert het probleem. Proces 2. Analyseert het probleem (of brengt het probleem in kaart). 3. Raadpleegt zonodig collega s, leidinggevende(n) en/of deskundige(n). 4. Meldt problemen bij leidinggevende. 5. Maakt de juiste overweging om het probleem zelf te verhelpen of het te melden bij leidinggevende en/of andere belanghebbenden. 6. Blijft kalm in moeilijke situaties. 7. Lost in overleg met zijn leidinggevende planningsproblemen op. 8. Verhelpt indien mogelijk het probleem. 9. Biedt hulp bij het verhelpen van het probleem. 10. Test of het probleem niet meer optreedt. 11. Neemt maatregelen ter voorkoming van het probleem. 12. Speelt in op onverwachte en/of urgente zaken. Het probleem is verminderd, beheersbaar gemaakt of opgelost. Indien mogelijk zijn maatregelen ter preventie van verdere problemen opgenomen. 14

15 11. Samenwerken 11. (BOS/SC) De medewerker afmontage is in staat om op adequate wijze samen te werken, zodat het werk zo goed mogelijk wordt uitgevoerd. Succescriteria 1. Past zich aan de bedrijfscultuur aan. Proces 2. Maakt werkafspraken met collega s. 3. Komt gemaakte werkafspraken na. 4. Wijzigt werkwijze indien nodig naar aanleiding van gekregen feedback. 5. Communiceert met zijn collega s. 6. Vraagt collega s om hulp als hij er zelf niet uitkomt. 7. Heeft inzicht in de werkzaamheden van collega s. 8. Gaat flexibel om met wisselende taken. 9. Draagt bij aan een positieve werksfeer en toont interesse in het werk van anderen. 10. Levert op positieve wijze kritiek en staat zelf open voor kritiek. 11. Gaat respectvol om met mensen van andere disciplines, houdt rekening met de werkzaamheden van derden en overlegt bij eventuele problemen. De medewerker afmontage functioneert effectief en efficiënt binnen een team. De medewerker afmontage levert in een prettige werksfeer met anderen een gezamenlijke prestatie om doelen te realiseren. 12. Veilig en milieubewust werken 12. (BOS/SC) Succescriteria Proces De medewerker afmontage is in staat om op adequate wijze volgens voorschriften voor arbo en milieu te werken, zodat het werk verantwoord wordt uitgevoerd. 1. Handelt conform de richtlijnen/relevante voorschriften en bedrijfsvoorschriften op het gebied van arbo en milieu. 2. Reageert alert en actief op (het ontstaan van) onveilige situaties. 3. Neemt preventieve maatregelen om problemen te voorkomen. 4. Meldt optredende lichamelijke klachten aan leidinggevende. 5. Wijst collega s op risico s van onveilige situaties. 6. Gaat milieubewust om met het materiaal. 7. Meldt de situaties, waarin de richtlijnen op het gebied van arbo en milieu, niet worden nageleefd. 8. Brengt voorzieningen aan ter voorkoming van onveilige situaties op de werkplek. 9. Zorgt voor een ordelijke en veilige opslag van materiaal bij de werkplek. Het werk wordt conform de voorschriften voor arbo en milieu uitgevoerd. 15

16 13. Rapporteren over werkzaamheden 13. (SC) Succescriteria Proces De medewerker afmontage is in staat om op adequate wijze mondeling over zijn eigen werkzaamheden te rapporteren, zodat alle belanghebbenden doelmatig worden geïnformeerd. 1. Geeft duidelijke en complete informatie. 2. Gebruikt de gebruikelijke (éénduidige) vaktermen. 3. Rapporteert over de voortgang van de werkzaamheden. Alle belanghebbenden zijn adequaat geïnformeerd over de werkopdracht of de werkzaamheden. 14. Communiceren tijdens werkzaamheden 14. (SC) De medewerker afmontage is in staat om op adequate wijze met alle betrokkenen in het werkproces te communiceren, zodat dit ten goede komt aan het verloop van de werkzaamheden. Succescriteria 1. Hanteert correcte omgangsvormen. Proces 2. Stemt de communicatie af op de ander en op de situatie. 3. Luistert aandachtig en toont geduld. 4. Spreekt helder en duidelijk Nederlands en/of vreemde taal. 5. Stelt gerichte vragen om relevante informatie te achterhalen. 6. Vraagt zonodig door om de noodzakelijke informatie helder te krijgen. 7. Brengt een boodschap kort en duidelijk over. 8. Vraagt of de ander de boodschap begrepen heeft. 9. Geeft na een ontvangen opdracht aan wat hij gaat doen. 10. Vraagt feedback aan collega s. 11. Deelt relevante informatie tijdig mee. 12. Legt een probleem op duidelijke wijze voor aan de leidinggevende. Een vlot lopend werkproces. Adequaat geïnformeerde betrokkenen. De onderlinge werkverhoudingen zijn optimaal. 15. Overleg voeren 15. (ON) De medewerker afmontage is in staat om op adequate wijze overleg te voeren met betrokkenen. Succescriteria 1. Past gesprekstechnieken toe. Proces 2. Past vergadertechnieken toe. 3. Neemt actief deel aan werkbesprekingen 4. Brengt eigen mening op een heldere manier in Geïnformeerde betrokkenen. 16

17 16. s blijven ontwikkelen 16. (ON) De medewerker afmontage is in staat om op adequate wijze zijn beroepscompetenties te ontwikkelen om gedurende de loopbaan goed te blijven functioneren in zijn beroep. Succescriteria 1. Reflecteert met de leidinggevende op het beroepsmatig handelen. Proces 2. Brengt met de leidinggevende in kaart wat goed en nog niet goed gaat. 3. Bepaalt met de leidinggevende welke beroepscompetenties hij verder moet ontwikkelen. 4. Bepaalt met de leidinggevende welke activiteiten hij daartoe moet ondernemen. 5. Onderneemt de met de leidinggevende afgesproken activiteiten. 6. Past in overleg nieuwe werkwijzen toe. 7. Informeert regelmatig in- en extern naar nieuwe ontwikkelingen. 8. Leest regelmatig vakliteratuur. 9. Bezoekt vakbeurzen, trainingen, cursussen en seminars. Constante ontwikkeling en toepassing van de eigen beroepscompetenties. Bijdrage aan de kwaliteitsverbetering van de werkzaamheden. 17