Werkprincipes voor het uitbouwen van een uniform registratiesysteem
|
|
- Jonathan van der Woude
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Vzw Ondersteuningsstructuur Bijzondere Jeugdzorg - Werkprincipes voor het uitbouwen van een uniform registratiesysteem We formuleren hier twee belangrijke werkprincipes voor het uitwerken van een uniform registratiesysteem. Het eerste werkprincipe betreft het procesmatig werken vanuit de basis. Het tweede werkprincipe behelst het wetenschappelijk onderbouwd werken. Zoals zal blijken zijn beide werkprincipes met elkaar verbonden. Tevens zijn we er van overtuigd dat de kwaliteit van het uiteindelijke product alleen maar kan verhogen indien voldoende aandacht uitgaat naar beide principes. Bottom-up en procesmatig werken met aandacht voor de verschillende partijen Momenteel zijn geen goede en betrouwbare cijfers aanwezig met betrekking tot de volledige populatie van de BJB. Toch wordt het verlangen naar dergelijke cijfers bij de verschillende betrokken actoren steeds groter. Dit verlangen werd recent geconcretiseerd in ondermeer het Globaal Plan en in de resultaten van het behoefteonderzoek (Van Regenmortel 2006). We kunnen vijf belanghebbende partijen identificeren. Vooreerst heeft de overheid baat bij correcte en volledige cijfers. Daarnaast zijn cijfers nuttig voor de private voorzieningen. Binnen de voorzieningen zelf moeten we onderscheid maken tussen de werknemers die concreet met de jongeren werken en de mensen die het beleid van de organisatie uittekenen. Een vierde belanghebbende partij is de onderzoekswereld. Tot slot bevindt de vijfde partij zich op het intermediair niveau, namelijk de koepelorganisaties en de OSBJ. Rekening houden met de doelstellingen van de verschillende partijen De identificatie van belanghebbende partijen is één zaak. Daarnaast is het belangrijk om te kijken welke doelstellingen de verschillende partijen hierbij formuleren. Vanuit de overheid wil men vooral zicht krijgen op beleidsrelevante gegevens die het uittekenen van huidig en toekomstig beleid kunnen ondersteunen (Vervotte 2006, 65). Op het niveau van de private voorzieningen zal men enerzijds gegevens willen genereren die hen in staat stellen het beleid van de eigen organisatie aan te sturen (beleidsniveau binnen de organisatie) en anderzijds gegevens te verzamelen die het hulpverleningsproces op zich kunnen ondersteunen (het niveau van de hulpverleners). Tevens bleek uit het behoefteonderzoek dat het registratie-instrument gezien kan worden als een hulpmiddel bij de zelfevaluatie voor de private voorzieningen (Van Regenmortel 2006). Het beschikken over betrouwbare en valide cijfergegevens betekent een meerwaarde voor de OSBJ voor het inhoudelijke en methodisch ondersteunen van de private voorzieningen. Ook voor de drie koepelorganisaties kunnen de cijfers een belangrijke rol spelen in hun werking. Tot slot willen wetenschappelijke en beleidsonderzoekers gebruik maken van deze gegevens in hun zoektocht naar antwoorden op onderzoeksvragen. De hierboven vermelde doelstellingen zijn slechts gebaseerd op een logisch vermoeden. Wel is het zeker dat vooraleer een instrument geconstrueerd wordt deze doelstellingen door de verschillende partijen duidelijk moeten geformuleerd zijn. Zodoende kunnen deze in de uitwerking van het instrument maximaal op elkaar afgestemd worden. Met het oog op deze stap is het absoluut noodzakelijk dat voldoende overleg voorzien wordt met de betrokken partijen. Tevens moet in het proces voldoende transparantie bestaan naar de verschillende partijen teneinde een zo groot mogelijke consensus over het uiteindelijke instrument te bekomen. Dialoog is met andere woorden een belangrijk voorwaarde voor het welslagen van het proces. Bottom-up: werken vanuit de basis Het expliciteren van de doelstellingen sluit aan bij de aandachtspunten die Van Yperen formuleerde in zijn rapport omtrent registratie in de jeugdzorg in Nederland (Van Yperen 1995). Daarnaast stipt Van Yperen ook het belang aan van rekening houden met weerstanden bij het registreren van gegevens door hulpverleners, vooral wanneer deze gegevens doorstromen naar hogere niveaus (Van Yperen 1995, 22-23). Enerzijds valt deze weerstand te verklaren vanuit het feit dat diagnostiek in het kader waarvan belangrijke gegevens worden opgeslagen beschouwd wordt als een besloten en niet transparante activiteit. Tevens kunnen ethische overwegingen (bijvoorbeeld schending van privacy) meespelen. Anderzijds kan deze weerstand ook te maken hebben met een gebrek aan motivatie omdat men vaak als hulpverlener geen zicht heeft op wat uiteindelijk met de gegevens gebeurt of 1
2 omdat hierover slechts een gebrekkige of zelfs geen terugkoppeling bestaat. Het is belangrijk dat dergelijke weerstanden weggewerkt worden en zelfs onbestaande zijn. Hoewel de bovenstaande observaties geldig zijn voor de Nederlandse jeugdzorg, is het niet ondenkbaar dat ook in Vlaanderen gelijkaardige weerstanden kunnen waargenomen worden. Een weerstand die we zelf ervaren hebben in het kader van het registratiesysteem voor herstelrechtelijke en constructieve afhandelingen is de vrees dat de louter kwantitatieve gegevens onvoldoende in de context geplaatst worden en daardoor fout kunnen geïnterpreteerd worden door de overheid. Vooral wanneer hieraan een kwaliteitsbeoordeling zou gekoppeld worden en/of een beoordeling van de werklast voelen diensten zich erg kwetsbaar bij het transparant maken van deze registratiedata. Op de keper beschouwd zijn het de hulpverleners zelf die het registratie-instrument zullen moeten hanteren en van gegevens voorzien. Pas in tweede instantie kunnen de andere partijen echt gebruik maken van de gegenereerde gegevens. Omwille van deze reden is het uiterst belangrijk dat mogelijke weerstanden doorbroken en opgeheven worden. Een voorwaarde om dit te bereiken is het procesmatig werken met de verschillende partijen met een bijzondere aandacht voor de basis. Dit bottom-up werken is noodzakelijk omdat we zo beter zicht krijgen op weerstanden en deze kunnen overstijgen. Een registratie-instrument opleggen vanuit een top-down benadering werkt ons inziens de weerstanden meer in de hand. Het is uiterst belangrijk dat op een evenwichtige manier wordt rekening gehouden met de doelstellingen van de verschillende partijen. Ook met het oog op medewerking voor het registreren zelf, is duidelijkheid over het nut van het instrument als de meerwaarde ervan voor het werk van de hulpverlener zeer belangrijk. Besluit Met het eerste werkprincipe willen we benadrukken dat het uiterst belangrijk is dat het registratieinstrument tot stand moet komen op basis van een proces dat afgelegd wordt met de belanghebbende partijen. Hierbij is het belangrijk dat op een evenwichtige manier rekening wordt gehouden met de doelstellingen/verwachtingen van de verschillende partijen en dat het proces gedragen wordt door een transparante dialoog. Het proces moet gestalte krijgen vanuit een bottom-up benadering waarin een bijzondere aandacht moet gaan naar de mensen die het registratie-instrument later effectief zullen moeten invullen. Wetenschappelijk onderbouwd werken 1 Als tweede werkprincipe stellen we dat het registratie-instrument op een wetenschappelijk onderbouwde manier tot stand moet komen. Wetenschappelijk onderbouwd werken is een onmisbare voorwaarde om tot een kwalitatief eindproduct te komen. Zeker met het oog op exploitatie van de gegevens (Detry, Goedseels & Vanneste 2005). Wetenschappelijk onderbouwd werken verhoogt de duidelijkheid, zekerheid en degelijkheid van het geleverde werk. Ook wanneer beleidsbeslissingen worden genomen op basis van de verzamelde gegevens (Vervotte 2006) is het uiterst belangrijk dat deze gegevens van een hoogstaande kwaliteit zijn (Van Yperen 1995). Wat willen we registreren en waarom? Wat we willen registreren en waarom is de eerste vraag waar we ons moeten over buigen. Deze vraagstelling hangt uiteraard nauw samen met het formuleren van doelstellingen. Pas van hieruit kan bepaald worden welke kenmerken of variabelen van de doelgroep van de BJB we willen vastleggen. De kenmerken verschillen naar complexiteit en abstractie (Waege 2003). Complexe kenmerken zijn kenmerken die uiteenvallen in een aantal deelconcepten. Geslacht bijvoorbeeld is een niet-complex kenmerk, de gezinssituatie daarentegen is een complex kenmerk. Geslacht is ook een niet-abstract kenmerk omdat het een onmiddellijk waarneembaar kenmerk is. Een concept zoals maatschappelijke 1 De volgende literatuur werd geraadpleegd met het oog op het schrijven van dit punt: Van Yperen 1995, Bijleveld 2005, Waege 2003, Billiet 2003, Mark 1996, Carmines & Zeller
3 kwetsbaarheid is een abstract kenmerk dat niet onmiddellijk waarneembaar is maar dat gemeten kan worden aan de hand van een aantal andere kenmerken. Voor een effectieve registratie is het belangrijk dat de kenmerken voorzien worden van een goede conceptuele en operationele definitie. In de conceptuele definitie is het belangrijk om duidelijk te definiëren wat men verstaat onder een bepaald kenmerk. Het is belangrijk dat deze definitie door iedereen op een gelijkaardige manier wordt begrepen. Een goede conceptuele definitie is immers ook de enige kwaliteitsgarantie voor een goede operationalisering. Een kenmerk is goed geconceptualiseerd wanneer de definitie duidelijk te begrijpen valt en de definitie niet te verwarren valt met een andere definitie. Wanneer het mogelijk is, wordt een kenmerk het best geconceptualiseerd vanuit een reeds bestaande en getoetste achterliggende theorie, zeker wanneer het gaat over abstracte en/of complexe kenmerken (bijvoorbeeld maatschappelijke kwetsbaarheid ). Eens het kenmerk in een conceptuele definitie gegoten is, moet een operationele definitie opgesteld worden. In deze definitie worden de indicatoren opgenomen om dit kenmerk te meten (Waege 2003). Dit proces heet operationaliseren. Hiervoor kunnen we eveneens gebruik maken van een achterliggende getoetste theorie. Tevens moeten de stappen om het kenmerk effectief te meten duidelijk geëxpliciteerd worden. Belangrijke aandachtspunten hierbij zijn welke de indicatoren zijn en waar we onze informatie gaan ontsluiten. Welke indicatoren hanteer je om het gedrag van de jongere te meten? Leg je deze op voorhand vast of laat je dit aan de vrije interpretatie van de hulpverlener over? Waar ga je deze informatie ontsluiten? Op basis van een meetinstrument? Op basis van verslagen? Op basis van de indrukken van de hulpverlener? Eens de indicatoren bepaald zijn en we weten welke bronnen (de jongere zelf, verslagen, de ouders, ) we gaan gebruiken om de informatie te ontsluiten, is het nodig om in duidelijke richtlijnen vast te leggen hoe we deze informatie gaan optekenen. Concreet betekent dit dat het voor diegene die registreert duidelijk is hoe hij of zij moet registreren. Deze afspraken en richtlijnen kunnen opgetekend worden in een draaiboek of handleiding. Het is belangrijk dat deze indicatoren voldoen aan een aantal voorwaarden met het oog op een eventueel latere exploitatie van de gegevens. Concreet wil dit zeggen dat de indicatoren meetbaar moeten zijn. Dit betekent dat de antwoordcategorieën codeerbaar moeten zijn en omzetbaar in codes van nominaal, ordinaal, interval of ratio meetniveau (Mark 1996). Dit stelt ons in staat om de gegevens statistisch te verwerken. De antwoordcategorieën moeten ook exhaustief en mutueel exclusief zijn. Dit zorgt ervoor dat elk stuk gegeven slechts bij één antwoordcategorie kan ondergebracht worden (mutueel exclusief) en dat het gegeven kàn ondergebracht worden (exhaustief). Een voorbeeld kan dit verhelderen. Wanneer men het kenmerk etnische afkomst opneemt in het registratiesysteem moet men voldoende antwoordcategorieën opnemen zodat iedereen kan ondergebracht worden (dus bijvoorbeeld ook half Belgisch half Afrikaans). Indien men geen zicht heeft op het totaal aantal antwoordcategorieën waar de populatie kan onder aangebracht worden, moet men ook een soort van restcategorie voorzien. Het is trouwens steeds aan te raden om een antwoordcategorie andere te voorzien. Op die manier valt niemand uit de boot en zijn de antwoordcategorieën exhaustief. Tot slot merken we op dat bij de constructie van een registratiesysteem aan de voorwaarde van haalbaarheid moet voldaan worden. Met deze voorwaarde hangen een aantal bezorgdheden samen zoals bijvoorbeeld de tijdsinvestering van de hulpverlener voor het registreren. Ook de beschikbaarheid van de informatie moet hiermee in overweging genomen worden. Zo is het bijvoorbeeld zinloos om gegevens te willen registreren die moeilijk toegankelijk zijn voor de persoon die registreert. Deontologische vraagstellingen naar anonimiteit en bescherming van de privacy mogen ook niet links blijven liggen. Haalbaarheid heeft ook betrekking op de ambities van het registratiesysteem. Vandaar willen we nogmaals wijzen op het belang van het vooraf bepalen van de doelstellingen ervan. Pas wanneer deze duidelijk gesteld zijn en gedragen worden door een consensus kunnen de verschillende kenmerken bepaald worden. Onder haalbaarheid verstaan we tevens dat het vooropgestelde registratie-instrument informaticatechnisch haalbaar moet zijn. Met andere woorden, het registratie-instrument moet ook om te zetten zijn in een gebruiksvriendelijke informaticatoepassing. 3
4 Hoe willen we registreren? Om een kwaliteitsvol registratiesysteem op te bouwen moet voldaan worden aan twee belangrijke wetenschappelijke kwaliteitseisen, namelijk betrouwbaarheid en validiteit. Bij de uitwerking van een registratiesysteem dienen beide elementen duidelijk bewaakt en gemaximaliseerd te worden. Dit gebeurt het best door het volgen van een zorgvuldig uitgetekend proces. Betrouwbaarheid betekent eenvoudig gezegd dat bij elke herhaalde uitvoering eenzelfde resultaat behaald wordt. Het heeft met andere woorden betrekking op de uitvoering van de registratie en met name zo dat onafhankelijk van wie registreert hetzelfde resultaat bekomen wordt. Om dit te bereiken dient uiteraard aan een aantal voorwaarden te worden voldaan. Zo is het van primair belang dat een duidelijke, heldere conceptuele en operationele definitie van de kenmerken voorhanden is. Daarnaast moet een duidelijke handleiding aanwezig zijn die de invuller van het systeem begeleidt waardoor de kans op foutief ingeven zo klein mogelijk wordt gehouden. Alle instructies moeten eenduidig en helder begrijpbaar zijn. We moeten er ook naar streven om slechts één kenmerk per keer te registreren. Hiertoe vermijden we dat onder één kenmerk verschillende zaken worden verstaan. Daarom is het aangewezen om het registratie-instrument op voorhand te testen en bij te sturen waar nodig. Zo is het bijvoorbeeld noodzakelijk om te kijken of verschillende hulpverleners eenzelfde geval op dezelfde manier registreren. Tevens geeft dergelijke testfase ook zicht op de tijd die de hulpverlener in de toekomst hiervoor zal moeten uittrekken. Een instrument kan betrouwbaar zijn. Dit betekent niet noodzakelijk dat het ook valide is 2. Onder validiteit verstaan we dat wat we willen meten ook werkelijk gemeten wordt. Bijvoorbeeld wanneer we de mate van assertiviteit willen kennen en hiertoe een instrument opstellen, we ook werkelijk assertiviteit meten en bijvoorbeeld niet agressiviteit. Er zijn verschillende vormen van validiteit. Een eerste vorm van validiteit is inhoudsvaliditeit. Van Yperen noemt dit ook wel de dekking van het instrument (Van Yperen 1995). Deze vorm van validiteit wordt soms ook aangeduid met de term facevalidity (Bijleveld 2003, 147). Hieronder wordt verstaan dat het instrument alle aspecten met betrekking tot een bepaald domein ook werkelijk meet. Wanneer bijvoorbeeld een instrument ontwikkeld wordt over de vrijetijdsbesteding van jongeren dan moeten de verschillende aspecten van de vrijetijdsbesteding van de jongere in het instrument aan bod komen. Het instrument kan zich dan niet beperken tot een bevraging over vrienden en sport. Het instrument is dan niet inhoudsvalide. Wanneer in het registratiesysteem de sociale situatie van de jongeren bevraagd wordt, moeten alle aspecten van de jongere aan bod komen (thuis, school, vrije tijd, vrienden, ), zoniet is het instrument niet inhoudsvalide. Men kan deze vorm van validiteit niet helemaal testen. Het is vooral het resultaat van consensus tussen experten. Daarom is het belangrijk voor de constructie van het registratieinstrument voldoende overleg te voorzien zodat overeenstemming kan bereikt worden over wat geregistreerd moet worden met betrekking tot de jongeren van de BJB. Wanneer een registratie-instrument ontwikkeld wordt voor de populatie van de bijzondere jeugdzorg dient duidelijk vooraf gesteld te worden welke kenmerken hierin moeten opgenomen worden (afhankelijk van de doelstellingen) om te voldoen aan de kwaliteitseis van inhoudsvaliditeit. Vermoedelijk zullen deze wensen verschillen naargelang de erkenningscategorie. We moeten ons met andere woorden ook buigen over de vraag naar welk soort registratiesysteem we willen gaan. Willen we één registratiesysteem dat dezelfde basale gegevens verzamelt over de hele BJB heen of willen we ook verder (kunnen) differentiëren naar erkenningscategorie en bijgevolg per erkenningscategorie andere kenmerken opnemen? Een tweede vorm van validiteit is criteriumvaliditeit (Carmines & Zeller 1979). Dit houdt in dat de meting valide is wanneer deze overeenstemt met een extern criterium. De meting kan ofwel in het heden ofwel in de toekomst aan dit criterium getoetst worden. We spreken dan respectievelijk van concurrente en predictieve validiteit. Wanneer in het registratiesysteem gevraagd wordt naar de geregistreerde (!) graad van delinquentie kan de validiteit van dit kenmerk gemeten worden aan de hand van een extern criterium dat in het heden aanwezig is, namelijk aan de hand van gegevens op de jeugdrechtbank. Wanneer men recidive wil meten zal men met een criterium in de toekomst werken. In bovenstaand voorbeeld wordt het ook duidelijk dat deze vorm van validiteit beïnvloed kan worden door de informatiebron die men hanteert. Wanneer men bijvoorbeeld voor de geregistreerde graad van delinquentie beroep doet op het geheugen van de jongere in kwestie wordt de kans groter 2 Omgekeerd geldt wel dat een instrument altijd betrouwbaar moet zijn om valide te kunnen zijn. 4
5 dat de meting minder valide wordt. In dit geval valt het ook aan te raden om dergelijke meting te baseren op de gegevens op de jeugdrechtbank zelf indien deze ontsluitbaar zijn voor de invuller van het registratiesysteem. Een derde belangrijke vorm van validiteit is de constructvaliditeit. Deze houdt in dat een instrument het achterliggende construct ook werkelijk meet. Wanneer men bijvoorbeeld de maatschappelijke kwetsbaarheid van de jongere wil meten, kan men dit niet zomaar aan de inschatting van de invuller overlaten. Om een uitspraak te doen over de mate van maatschappelijke kwetsbaarheid dienen we een aantal aspecten in rekening te brengen die samen iets zeggen over de maatschappelijke kwetsbaarheid. Ook bijvoorbeeld antisociaal gedrag is iets wat niet aan de hand van één aspect in beeld kan gebracht worden, maar het resultaat is van een aantal aspecten die samen worden geëvalueerd. Het mag duidelijk zijn dat de algemene validiteit van het instrument beter wordt naarmate aandacht wordt geschonken aan deze drie vormen van validiteit. Een goede conceptuele en operationele definiëring van de verschillende variabelen verhoogt de validiteit van het instrument. Besluit Onder het tweede werkprincipe van wetenschappelijk onderbouwd werken verstaan we dat voldoende aandacht moet uitgaan naar de verschillende wetenschappelijke kwaliteitseisen. Vooreerst dienen de doelstellingen duidelijk voorop gesteld te worden, waarna de kenmerken kunnen geformuleerd worden. In een tweede stap is het belangrijk dat de kenmerken worden voorzien van een heldere en duidelijke conceptuele definitie. In een derde stap moeten de conceptuele definities geoperationaliseerd worden. Met het oog op de betrouwbaarheid van het registratie-instrument is het noodzakelijk om een draaiboek te voorzien met duidelijke instructies. Tevens dient de nodige aandacht uit te gaan naar de validiteit van het instrument. Deze validiteit valt onder te verdelen in inhoudsvaliditeit, constructvaliditeit en criteriumvaliditeit. Om de kwaliteit van het registratie-instrument te waarborgen is het noodzakelijk om dit procesmatig te ontwikkelen in overleg met de BJB waarbij het product steeds getoetst wordt aan de wetenschappelijke kwaliteitseisen. In dit proces dienen we ook steeds de haalbaarheid (en wenselijkheid) van het uiteindelijke product voor ogen te houden. Bibliografie BIJLEVELD, C. (2005), Methoden en technieken van onderzoek in de criminologie, Den Haag: Boom Juridische Uitgevers. BILLIET, J. (2003), De gestandaardiseerde vragenlijst, in WAEGE, H. & BILLIET, J. (eds.), Een samenleving onderzocht. Methoden van sociaal-wetenschappelijk onderzoek, Antwerpen: De Boeck, CARMINES, E. & ZELLER, R. (1979), Reliability and Validity Assessment (Quantitative Applications in the Social Sciences), Londen: SAGE Publications. DETRY, I., GOEDSEELS, E. & VANNESTE, C. (2005), Onderzoeksproject met betrekking tot de productie en exploitatie van statistieken inzake jeugddelinquentie en jeugdbescherming, Onderzoeksproject, Brussel: NICC. GEENS, P., GEKIERE, W., VAN DER STRAETE, I. & PUT, J. (2002), De invoering van een elektronisch dossier in de bijzondere jeugdbijstand. Een juridisch onderzoek, onderzoeksrapport, Instituut voor Sociaal Recht (KULeuven). GOEDSEELS, E., VANNESTE, C. & DETRY, I. (2005), Gerechtelijke statistieken inzake jeugddelinquentie en jeugdbescherming: een (grote) stap vooruit, Panopticon 26 (1), MARK, R. (1996), Research Made Simple. A Handbook for Social Workers, Londen: SAGE Publications. VAN REGENMORTEL, T. (2006), Behoefteonderzoek bij de private voorzieningen bijzondere jeugdbijstand, onderzoeksrapport HIVA (KULeuven). 5
6 VAN YPEREN, T. (1995), Het gebruik van instrumenten: registratie in de jeugdzorg, Utrecht: NIZW. VERVOTTE, I. (2006), Globaal Plan Jeugdzorg. De kwetsbaarheid voorbij Opnieuw verbinding maken, Brussel. WAEGE, H. (2003), Operationalseren, in WAEGE, H. & BILLIET, J. (eds.), Een samenleving onderzocht. Methoden van sociaal-wetenschappelijk onderzoek, Antwerpen: De Boeck,
PROJECTPLAN REGISTRATIESYSTEEM PRIVATE VOORZIENINGEN BIJZONDERE JEUGDZORG
PROJECTPLAN REGISTRATIESYSTEEM PRIVATE VOORZIENINGEN BIJZONDERE JEUGDZORG Stefaan VIAENE Johan PEETERS 30 maart 2007 1 A. CONTEXT VAN HET PROJECT - Doelstelling 32 van het Globaal Plan bepaalt: We geven
Nadere informatieSinds half maart 2007 hebben de OSBJ en het IVA Jongerenwelzijn de handen in elkaar geslagen om deze opdracht aan te vatten.
Registratie in de private voorzieningen bijzondere jeugdzorg Aanleiding De vraag naar objectieve en betrouwbare cijfers over de Bijzondere Jeugdzorg, leeft al een hele tijd, zowel in het veld als bij het
Nadere informatieMethodologie voor onderzoek in de verpleegkunde. Foeke van der Zee
Methodologie voor onderzoek in de verpleegkunde Foeke van der Zee Inhoudsopgave 1. Onderzoek, wat is dat eigenlijk... 1 1.1 Hoe is onderzoek te omschrijven... 1 1.2 Is de onderzoeker een probleemoplosser
Nadere informatieCollege Week 3 Kwaliteit meetinstrumenten; Inleiding SPSS
College Week 3 Kwaliteit meetinstrumenten; Inleiding SPSS Inleiding in de Methoden & Technieken 2013 2014 Hemmo Smit Overzicht van dit college Kwaliteit van een meetinstrument Inleiding SPSS Hiervoor lezen:
Nadere informatieVoorwoord... iii Verantwoording... v
Inhoudsopgave Voorwoord... iii Verantwoording... v INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker als probleemoplosser of de onderzoeker als adviseur...
Nadere informatieVoorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi
Inhoudsopgave Voorwoord van Hester van Herk... iii Voorwoord van Foeke van der Zee... iv Verantwoording... vi INTRODUCTIE... 1 1. Wat is onderzoek... 2 1.1 Een definitie van onderzoek... 2 1.2 De onderzoeker
Nadere informatieSYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING
SYNTHESERAPPORT EVALUATIE WETENSCHAPPELIJKE OLYMPIADES SAMENVATTING Studiedienst en Prospectief Beleid 1 Departement Economie, Wetenschap en Innovatie Vlaamse Overheid Koning Albert II-laan 35 bus 10 1030
Nadere informatieSamenvatting. Samenvatting 8. * COgnitive Functions And Mobiles; in dit advies aangeduid als het TNO-onderzoek.
Samenvatting In september 2003 publiceerde TNO de resultaten van een onderzoek naar de effecten op het welbevinden en op cognitieve functies van blootstelling van proefpersonen onder gecontroleerde omstandigheden
Nadere informatieInleiding. Johan Van der Heyden
Inleiding Johan Van der Heyden Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J. Wytsmanstraat, 14 B - 1050 Brussel 02 / 642 57 26 E-mail : johan.vanderheyden@iph.fgov.be
Nadere informatieOnderzoek Module 10.3 Het empirisch onderzoek ontwerpen. Master Innovation & Leadership in Education
Onderzoek Module 10.3 Het empirisch onderzoek ontwerpen Master Innovation & Leadership in Education Leerdoelen Aan het eind van deze lesdag heb je: Kennis van de dataverzamelingsmethodes vragenlijstonderzoek,
Nadere informatieMethodologie voor sociaalwetenschappelijk onderzoek. Foeke van der Zee
Methodologie voor sociaalwetenschappelijk onderzoek Foeke van der Zee Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt, in
Nadere informatieBELEIDSEFFECTMETING - HANDLEIDING VOOR STATENCOMMISSIES
BELEIDSEFFECTMETING - HANDLEIDING VOOR STATENCOMMISSIES 26 APRIL 2006 CONTEXT EN AANLEIDING Sinds maart 2003 is de Wet dualisering provinciebestuur van kracht. Mede in dit kader heeft het Presidium van
Nadere informatieZelfevaluatie-instrument
Zelfevaluatie-instrument voor het bepalen van de kwaliteit van een toets Faculteit Management en Bestuur Zoëzi Opleidingsadvies Drs. Hilde ter Horst Drs. Annemiek Metz Versie 4.0, 11 september 2008 1.
Nadere informatiejanuari 2015 - L.M. Sluys Tympaan Instituut Sociale wijkteams Krimpenerwaard - Tympaan Instituut - info@tympaan.nl
januari 2015 - L.M. Sluys Tympaan Instituut I Inhoud blz 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1 1.2 Vraagstelling 1 1.3 Aanpak en leeswijzer 1 2 Doelen 2.1 Doelen van beleid 3 2.2 Doelen van sociale wijkteams Krimpenerwaard
Nadere informatieHoorcollege 2: Onderzoeksmethoden 08-01-13!!
Hoorcollege 2: Onderzoeksmethoden 08-01-13 Stof hoorcollege Hennie Boeije, Harm t Hart, Joop Hox (2009). Onderzoeksmethoden, Boom onderwijs, achtste geheel herziene druk, ISBN 978-90-473-0111-0. Hoofdstuk
Nadere informatieWerkgroep Resultaatmeting 2016 regio Noord-Limburg:
Werkgroep Resultaatmeting 2016 regio Noord-Limburg: Subgroep: High Trust High Penalty (HTHP) Beschrijven partnership in de driehoek High trust high penalty v.v. (transparantie) Deelnemers: Inge Vogels,
Nadere informatieMethodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening. Foeke van der Zee
Methodologie voor onderzoek in zorg, welzijn en hulpverlening Foeke van der Zee Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt,
Nadere informatieDe invoering van kwaliteitszorg in de Vlaamse voorzieningen BJB
De invoering van kwaliteitszorg in de Vlaamse voorzieningen BJB Waarop moet ik letten bij de toepassing van het uitvoeringsbesluit? Ben ik verplicht om het kader bij dit besluit te gebruiken? Moeten we
Nadere informatieOntwikkeling van een recidivemonitor
Ontwikkeling van een recidivemonitor Promotoren: Prof. Dr. Lieven Pauwels (UGent), Dr. Antoinette Verhage (UGent) en Prof. Dr. Marleen Easton (HoGent). Onderzoekers: Jannie Noppe (UGent) en Kenneth Hemmerechts
Nadere informatieNaar een valide, betrouwbare, transparante, haalbare leerlingenevaluatie in 4 stappen. Stap 1
Naar een valide, betrouwbare, transparante, haalbare leerlingenevaluatie in 4 stappen Stap 1 EVALUATIE IS EEN ONDERDEEL VAN HET LEERPROCES. VOLGENDE ACTIVITEITEN GAAN EVALUEREN VOORAF: 1 JE LEEST DE LEERPLAN
Nadere informatieContext Informatiestandaarden
Context Informatiestandaarden Inleiding Om zorgverleners in staat te stellen om volgens een kwaliteitsstandaard te werken moeten proces, organisatie en ondersteunende middelen daarop aansluiten. Voor ICT-systemen
Nadere informatieMethodologie voor onderzoek in marketing en management. Foeke van der Zee
Methodologie voor onderzoek in marketing en management Foeke van der Zee Niets uit deze uitgave mag worden verveelvuldigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar worden gemaakt,
Nadere informatiePersoneelsplanning en werklastmeting: status quaestionis Prof. dr. em. Roger Depré Instituut voor de Overheid
Personeelsplanning en werklastmeting: status quaestionis Prof. dr. em. Roger Depré Instituut voor de Overheid 1 Het concept werklastmeting: doelstellingen In kaart brengen van de productie van het gerecht,
Nadere informatieBEGRIP VAN BEWIJS. vrije Universiteit amsterdam. Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk. Vragenlijst. Herman Schalk
Instituut voor Didactiek en Onderwijspraktijk BEGRIP VAN BEWIJS Herman Schalk Vragenlijst Toelichting bij de vragenlijst p. 3 Vragen bij de elementen van begrip van bewijs p. 4 vrije Universiteit amsterdam
Nadere informatiePetra de Bil. Observeren, registreren, rapporteren en interpreteren
Petra de Bil Observeren, registreren, rapporteren en interpreteren Copyright: 2004, 2014 Uitgeverij Boom Nelissen & Petra de Bil Omslag: Garage, Kampen Binnenwerk: CO2 Premedia, Amersfoort ISBN: 9789024403332
Nadere informatieGEZONDHEIDSENQUETE 2013
GEZONDHEIDSENQUETE 2013 RAPPORT 1: GEZONDHEID EN WELZIJN Johan Van Der Heyden, Rana Charafeddine (ed.) Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid Operationele Directie Volksgezondheid en surveillance J.
Nadere informatieBeoordelingscriteria scriptie Nemas HRM
Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus
Nadere informatiePatiëntregistratie. 9.1 Inleiding. 9.2 Variabelen en meetinstrumenten
9 Patiëntregistratie 9.1 Inleiding 81 In dit hoofdstuk wordt de patiëntregistratie beschreven. De patiëntregistratie is een van de zes gegevensverzamelingsmodules van de Tweede Nationale Studie. Het doel
Nadere informatieBeoordelingscriteria scriptie Nemas HRM
Beoordelingscriteria scriptie Nemas HRM Instructie Dit document hoort bij het beoordelingsformulier. Op het beoordelingsformulier kan de score per criterium worden ingevuld. Elk criterium kan op vijf niveaus
Nadere informatieEen Project Management model. Wat is IASDEO?
Een Project Management model Project Management betekent risico s beheersen, voldoen aan allerlei vereisten, klanten tevreden stellen, beslissingen nemen, producten leveren, activiteiten coördineren, inputs
Nadere informatieAanvraag voor steun van Kom op tegen Kanker
Aanvraag voor steun van Kom op tegen Kanker ONDERZOEKSPROJECT ZONDER DOCTORAATSFINALITEIT. Titel project. Projectvoorstel (max. 4000 woorden, excl. tabel ) a. State-of-the art en probleemstelling Omschrijf
Nadere informatieHoofdstuk 1 Het soort onderzoek waar dit boek op gericht is 15
Inhoud Voorwoord 11 Hoofdstuk 1 Het soort onderzoek waar dit boek op gericht is 15 1.1 Inleiding 15 1.2 Voorbeelden 16 1.2.1 Leiden problemen in welbevinden tot voortijdig schoolverlaten? 16 1.2.2 Beter
Nadere informatieSTUDIE INZAKE DE ONTWIKKELING VAN EEN REGISTRATIE-INSTRUMENT VOOR PALLIATIEVE ZORG
Directoraat-Generaal Organisatie Gezondheidszorgvoorzieningen Cel Chronische, Ouderen- en Palliatieve Zorg Victor Hortaplein 40, bus 10 1060 Brussel STUDIE INZAKE DE ONTWIKKELING VAN EEN REGISTRATIE-INSTRUMENT
Nadere informatieA D V I E S Nr Zitting van donderdag 31 mei
A D V I E S Nr. 1.613 ----------------------------- Zitting van donderdag 31 mei 2007 ----------------------------------------------- Ontwerp van koninklijk besluit tot uitvoering van de artikelen 5 tot
Nadere informatieActie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs
FEDERAAL WETENSCHAPSBELEID Wetenschapsstraat 8 B-1000 BRUSSEL Tel. 02 238 34 11 Fax 02 230 59 12 www.belspo.be Actie ter ondersteuning van de federale beleidsnota drugs Projectformulier ten behoeve van
Nadere informatieKwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 1
Kwaliteit begrotingsprogramma's Gemeente Dordrecht Bijlage 1 Beoordelingskader, ofwel hoe wij gekeken en geoordeeld hebben Inhoudsopgave 1 Inleiding 2 2 Uitgangspunten 2 3 Beoordelingscriteria 3 4 Hoe
Nadere informatietoolbox voor scholen
toolbox voor scholen Een integraal systeem voor onderwijsontwikkeling, strategisch personeelsbeleid en kwaliteitszorg e-loo heeft een drietal digitale instrumenten ontwikkeld, waarmee scholen nu volop
Nadere informatieIntroductie stage-scriptie combi. Orthopedagogiek G&G, 25 augustus 2011
Introductie stage-scriptie combi Orthopedagogiek G&G, 25 augustus 2011 Welkom toekomstige Scientist-Practitioners Achtergrond Vanuit Orthopedagogiek:GenG steeds meer accent op scientist-practitioner model
Nadere informatieROM de antwoorden op de meest gestelde vragen vanuit het cliëntenperspectief
ROM de antwoorden op de meest gestelde vragen vanuit het cliëntenperspectief GGZ Nederland/LPGGz d.d. 5 oktober 2010 Verantwoording GGZ Nederland en de cliënten-/familieorganisaties LPGGz, LOC werken samen
Nadere informatieOpzetten medewerker tevredenheid onderzoek
Opzetten medewerker tevredenheid onderzoek E: info@malvee.com T: +31 (0)76 7002012 Het opzetten en uitvoeren van een medewerker tevredenheid onderzoek is relatief eenvoudig zolang de te nemen stappen bekend
Nadere informatieInhoud registratiesysteem Private Voorzieningen
Inhoud registratiesysteem Private Voorzieningen De inhoud die hier wordt voorgesteld is het resultaat van een nauwe samenwerking met en inbreng van expertise uit de werkgroep registratie. Dit is pas realiteit
Nadere informatiegegevens analyseren Welk onderzoekmodel gebruik je? Quasiexperiment ( 5.5) zonder controle achtergronden
een handreiking 71 hoofdstuk 8 gegevens analyseren Door middel van analyse vat je de verzamelde gegevens samen, zodat een overzichtelijk beeld van het geheel ontstaat. Richt de analyse in de eerste plaats
Nadere informatieInhoudsopgave. Inleiding 13. Leeswijzer en website 23. Deel 1. Het diagnostisch proces. Inleiding deel I 33
Inhoudsopgave Inleiding 13 Leeswijzer en website 23 Deel 1 Het diagnostisch proces Inleiding deel I 33 1 Het diagnostisch proces in perspectief 35 1.1 De klinische cyclus 35 1.2 Het diagnostisch proces
Nadere informatieVLAAMS VRIJWILLIGERSBELEID
VLAAMS VRIJWILLIGERSBELEID Advies 2016-17 / 29.09.2016 www.vlaamsewoonraad.be INHOUD 1 Situering... 3 2 Beknopte inhoud... 3 3 Bespreking... 3 3.1 algemeen 3 3.2 geringe traditie 4 3.3 aanvullende werking
Nadere informatieResultaten gesprekssessie 1 Elektronische Productinformatie
Resultaten gesprekssessie 1 Elektronische Productinformatie De gesprekssessie werd geopend met een korte inleiding over het onderwerp Elektronische productinformatie. Hierin werd onder andere geïllustreerd
Nadere informatieBrussel, 5 februari _Advies_Huizen_van_het_Nederlands. Advies. over het voorontwerp van decreet betreffende de Huizen van het Nederlands
Brussel, 5 februari 2004 020504_Advies_Huizen_van_het_Nederlands Advies over het voorontwerp van decreet betreffende de Huizen van het Nederlands 1. Inleiding Op 26 januari 2004 heeft de raad van de Vlaams
Nadere informatieKwaliteitszorg met behulp van het INK-model.
Kwaliteitszorg met behulp van het INK-model. 1. Wat is het INK-model? Het INK-model is afgeleid van de European Foundation for Quality Management (EFQM). Het EFQM stelt zich ten doel Europese bedrijven
Nadere informatiePaper beschrijft het probleem (de wens) en motiveert de keuze hiervoor, zij het enigszins schetsmatig.
Paper 1 Ontwerpplan Criterium Onvoldoende Voldoende Ruim voldoende Excellent Probleembeschrijving Paper maakt niet duidelijk welk probleem (welke wens) centraal staat en om welke reden. Paper beschrijft
Nadere informatieStappenplan Social Return on Investment. Onderdeel van de Toolkit maatschappelijke business case ehealth
Stappenplan Social Return on Investment Onderdeel van de Toolkit maatschappelijke business case ehealth 1 1. Inleiding Het succesvol implementeren van ehealth is complex en vraagt investeringen van verschillende
Nadere informatieOrganiseren van samenwerking in het jeugddomein
Organiseren van samenwerking in het jeugddomein De overkoepelende resultaten van vier afstudeeronderzoeken Publiek Management In opdracht van Integraal Toezicht Jeugdzaken (ITJ) hebben vier studenten Bestuurs-
Nadere informatieRisicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008
Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008 Inleiding De veiligheid van het kind is een van de belangrijkste
Nadere informatieOnderzoeksvraag Uitkomst
Hoe doe je onderzoek? Hoewel er veel leuke boeken zijn geschreven over het doen van onderzoek (zie voor een lijstje de pdf op deze site) leer je onderzoeken niet uit een boekje! Als je onderzoek wilt doen
Nadere informatieDocentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument
Docentonderzoek binnen de AOS Bijeenkomst 8 Feedbackformulier bij het onderzoeksinstrument Het doel van deze opdracht is nagaan of je instrument geschikt is voor je onderzoek. Het is altijd verstandig
Nadere informatieAOS docentonderzoek bijeenkomst 2 Onderzoeksdoel en -vragen 9/21/ Rian Aarts & Kitty Leuverink
Bron: Baarda, B. (2014) Dit is onderzoek! AOS docentonderzoek bijeenkomst 2 Onderzoeksdoel en -vragen Rian Aarts & Kitty Leuverink 1 Inhoud bijeenkomst 2 Praktijkprobleem bespreken Onderzoeksdoel formuleren
Nadere informatieAOS docentonderzoek bijeenkomst 2 Onderzoeksdoel en -vragen
AOS docentonderzoek bijeenkomst 2 Onderzoeksdoel en -vragen Rian Aarts & Kitty Leuverink Bron: Baarda, B. (2014) Dit is onderzoek! Inhoud bijeenkomst 2 Praktijkprobleem bespreken Onderzoeksdoel formuleren
Nadere informatieQ1000 Richtlijnen voor verantwoord testgebruik
Q1000 Richtlijnen voor verantwoord testgebruik Inleiding Tests vormen een belangrijk hulpmiddel bij het adviseren aan en het selecteren van personen. Voor de geteste personen kunnen de resultaten verstrekkende
Nadere informatieCharter van gebruiker POD MI
Charter van gebruiker POD MI Een charter aangaan is meer dan het droogweg meedelen van de werking van een nieuw project. Het is een overeenkomst, een engagement. Het houdt verwachtingen in voor de toekomst.
Nadere informatieOVERZICHT. > Belang en historiek. > Kwaliteit van zorg, de blik vooruit. > Kwaliteit van leven, de blik vooruit. > Vikz.
OVERZICHT > Belang en historiek > Kwaliteit van zorg, de blik vooruit > Kwaliteit van leven, de blik vooruit > Vikz > Slotwoord 31.01.17 Zorg en Gezondheid 2 WAAROM HET VIP WZC? > Kwaliteit staat hoog
Nadere informatieZelfevaluatie InZicht Zelfevaluatie binnen het woon- en zorgcentrum
Zelfevaluatie InZicht Zelfevaluatie binnen het woon- en zorgcentrum Aanleiding onderzoek Tegen 2012 moet een woon- en zorgcentrum zelfevaluatie uitvoeren (Vlaamse Regering, 2009) Vraag vanuit externe stuurgroep
Nadere informatieEen integraal systeem voor onderwijsontwikkeling, strategisch personeelsbeleid en kwaliteitszorg
Een integraal systeem voor onderwijsontwikkeling, strategisch personeelsbeleid en kwaliteitszorg e-loo heeft een drietal digitale instrumenten ontwikkeld, waarmee scholen nu volop werken. e-loo was vooral
Nadere informatieHet observatieplan. 1 Inleiding
DC 23 Het observatieplan 1 Inleiding bserveren kan je helpen bij het oplossen van problemen van een cliënt of in een groep. Het helpt je om juiste beslissingen te nemen. bserveren doe je niet zomaar. Je
Nadere informatieRecept 4: Hoe meten we praktisch onze resultaten? Weten dat u met de juiste dingen bezig bent
Recept 4: Hoe meten we praktisch onze resultaten? Weten dat u met de juiste dingen bezig bent Het gerecht Het resultaat: weten dat u met de juiste dingen bezig bent. Alles is op een bepaalde manier meetbaar.
Nadere informatieBox 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO
Kees Dijkstra (Windesheim), Els de Jong (Hogeschool Utrecht) en Elle van Meurs (Fontys OSO). 31 mei 2012 Box 2: Vaststellen beginsituatie Handelingsgericht werken op PABO s en lerarenopleidingen VO Doel
Nadere informatieInleiding 15 Waarom deze methode? 15 Voor de student 16 Legenda gebruikte icoontjes 18 Personages: wie is wie? 18. In de startblokken 19
Inleiding 15 Waarom deze methode? 15 Voor de student 16 Legenda gebruikte icoontjes 18 Personages: wie is wie? 18 In de startblokken 19 STAP 1 Van interesse tot brainstormen over het onderwerp 29 Beschrijvende
Nadere informatieUitgebreide toelichting van het meetinstrument. + (verkorte versie) Sociale Steun Lijst- Interactie 12 (SSL-12)
Uitgebreide toelichting van het meetinstrument Sociale Steun Lijst - interactie en Sociale Steun Lijst - discrepanties + (verkorte versie) Sociale Steun Lijst- Interactie 12 (SSL-12) 26 november 2009 Review:
Nadere informatieHandleiding bij projectvoorstel Innovatie
OP ESF Vlaanderen 2014-2020 Prioriteit uit OP: 5 Innovatie en Transnationaliteit Handleiding bij projectvoorstel Innovatie Analyse De bedoeling is dat je bij het beantwoorden van de vragen helder en to
Nadere informatieFunctioneel meten en vakmanschap www.divosa.nl
De sociale dienst als lerende organisatie Functioneel meten en vakmanschap www.divosa.nl De sociale dienst als lerende organisatie Functioneel meten en vakmanschap Prof. dr. Roland Blonk, Chris Goosen
Nadere informatieMasterproef oktober 2009
Masterproef 1 29 oktober 2009 Wat is een masterproef? Beslaat +/- 50 blz (15000 woorden) Volgt de structuur van een wetenschappelijk artikel (onderzoek of literatuurstudie) Volgt de APA richtlijnen Deontologie
Nadere informatieBeroepsgeheim in de drughulpverlening
Beroepsgeheim in de drughulpverlening KU Leuven Broeders van Liefde Studiedag De8 Antwerps Integratiecentrum Antwerpen, 15 januari 2013 Inleiding Specifieke invalshoek Vanuit West-Europese en Vlaamse cultuur
Nadere informatieInformatie & Beroepsgeheim
Informatie & Beroepsgeheim Duffel 1 december 2009 Axel Liégeois, Waarden in dialoog, hoofdstuk 7, p. 147-181. Inleiding Afbakening onderwerp Alle gegevens over zorgvrager in zijn of haar leefwereld Mondeling
Nadere informatieAan de slag met de lokale samenwerkingsovereenkomst GBO van start tot finish
Aan de slag met de lokale samenwerkingsovereenkomst GBO van start tot finish Een lokale samenwerkingsovereenkomst is in wezen een eindpunt in een onderhandelingsproces om het samenwerkingsverband GBO vorm
Nadere informatieKwaliteitshandboek 5. Zelfevaluatie 5.1. Opstellen, uitvoeren en evalueren van het jaarlijks beleidsplan. Goedgekeurd: Filip Slosse Paraaf:
Khb.5.1. versie 3 1/4 Beoordeeld: Jan De Bruyn Paraaf: Doel Artikel 46 1/2, 47 en bijlage 3 TOEPASSINGSGEBIED Alle medewerkers Goedgekeurd: Filip Slosse Paraaf: Geldig vanaf: 01/03/2016 VERWANTE DOCUMENTEN
Nadere informatieHoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die
Hoofdstuk 2: Kritisch reflecteren 2.1. Kritisch reflecteren: definitie Definitie: Kritisch reflecteren verwijst naar een geheel van activiteiten die worden uitgevoerd om uit het gevonden bronnenmateriaal
Nadere informatieRapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut.
Samenvatting Rapport 834 Oud, W., & Emmelot, Y. (2010). De visitatieprocedure cultuurprofielscholen. Amsterdam: Kohnstamm Instituut. In 2007 is de Vereniging CultuurProfielScholen (VCPS) opgericht, het
Nadere informatieSuccesvolle toepassing van 360 graden feedback: De keuze van het 360 instrument en de voorbereiding op het 360 traject
Succesvolle toepassing van 360 graden feedback: De keuze van het 360 instrument en de voorbereiding op het 360 traject Augustus 2011 Waar werknemers onderdeel zijn van een organisatie, wordt beoordeeld.
Nadere informatieSAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN AGRESSIVITEIT
SAMENVATTING VAN DE RESULTATEN VAN DE FRKVA-INDICATOREN 2014-2015-2016 AGRESSIVITEIT 1 Inhoudstafel I. INLEIDING... 3 II. METHODOLOGIE... 3 STRUCTUURINDICATOREN... 3 PROCESINDICATOREN... 5 RESULTAATINDICATOREN...
Nadere informatieWORKSHOP ONDERZOEKSMETHODEN
WORKSHOP ONDERZOEKSMETHODEN INHOUD Kwantitatieve onderzoeksmethoden Algemene kenmerken Enquête Experiment Kwalitatieve onderzoeksmethoden Algemene kenmerken Observatie Interview Kwaliteit van het onderzoek
Nadere informatieProjectaanvraag implementatieproject
Aanvraag voor steun van Kom op tegen Kanker Projectaanvraag implementatieproject 1. Titel project. Projectvoorstel (in totaal niet meer dan 5 blz) a. Opzet Omschrijf het projectresultaat, het product,
Nadere informatieKwaliteitssysteem datamanagement. Meetbaar Beter
Kwaliteitssysteem datamanagement Meetbaar Beter Datum: 20 juli 2017 Versie : 0.10 Kwaliteitssysteem Meetbaar Beter versie 0.10.docx Pagina 1 van 8 Voorwoord Het aantal centra dat is aangesloten bij Meetbaar
Nadere informatieStap 1: Bepalen van het doel
Ontwerp van een onderzoeksproject Stap 1: Bepalen van het doel Eerst en vooral moet je weten wat je te weten wil komen en waarom. Het antwoord op deze vragen bepaalt Wat je zal moeten meten en hoe (doelvariabelen
Nadere informatieKwaliteit van toetsing onder de loep. kwaliteitszorg rondom toetsing 6 februari 2014
Kwaliteit van toetsing onder de loep kwaliteitszorg rondom toetsing 6 februari 2014 Ochtendprogramma inleiding op methodiek werken aan methodiek terugkoppelen opbrengsten presentatie opzet vervolgonderzoek
Nadere informatieCollege 2 Observeren en Meten
College 2 Observeren en Meten Inleiding M&T 2012 2013 Hemmo Smit Overzicht van dit college Observeren en Meten van Variabelen Betrouwbaarheid en Validiteit Dataverzamelingsmethoden Observeren en Meten
Nadere informatieAdvies van 4 maart 2010 omtrent een ontwerp van koninklijk besluit betreffende de inschrijving van auditors
North Gate III 6 e verdieping Koning Albert II laan 16 1000 Brussel Tel. 02/277.64.11 Fax 02/201.66.19 E-mail : CSPEHREB@skynet.be Internet : www.cspe-hreb.be Advies van 4 maart 2010 omtrent een ontwerp
Nadere informatieArnoud van de Ven Hogeschool Arnhem Nijmegen 7 april 2016
Navolgbaarheid bij kwalitatief onderzoek: consistentie van vraagstelling tot eindrapportaged van de Ven Arnoud van de Ven Hogeschool Arnhem Nijmegen 7 april 2016 Piet Verschuren en Hans Doorewaard (2015)
Nadere informatieAuteurs: Baarda e.a. isbn: 978-90-01-80771-9
Woord vooraf Het Basisboek Methoden en Technieken biedt je een handleiding voor het opzetten en uitvoeren van empirisch kwantitatief onderzoek. Je stelt door waarneming vast wat zich in de werkelijkheid
Nadere informatieAOS docentonderzoek bijeenkomst 2 Onderzoeksdoel en -vragen Rian Aarts & Kitty Leuverink. Waar moet je rekening mee houden?
Inhoud bijeenkomst 2 AOS docentonderzoek bijeenkomst 2 Onderzoeksdoel en -vragen Rian Aarts & Kitty Leuverink Onderzoeksdoel formuleren Onderzoeksvragen (hoofdvraag met deelvragen) formuleren Bron: Baarda,
Nadere informatieKwaliteitssysteem datamanagement. Meetbaar Beter
Kwaliteitssysteem datamanagement Meetbaar Beter Datum: 22 maart 2016 Versie : 0.8 Kwaliteitssysteem Meetbaar Beter versie 0.8 Pagina 1 van 8 Voorwoord Het aantal centra dat is aangesloten bij Meetbaar
Nadere informatieFUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader
Doel van de functiefamilie Leiden van een geheel van activiteiten en medewerkers en input geven naar het beleid teneinde een kwaliteitsvolle, klantgerichte dienstverlening te verzekeren en zodoende bij
Nadere informatieKlantonderzoek: statistiek!
Klantonderzoek: statistiek! Statistiek bij klantonderzoek Om de resultaten van klantonderzoek juist te interpreteren is het belangrijk de juiste analyses uit te voeren. Vaak worden de mogelijkheden van
Nadere informatieOperationaliseren van variabelen (abstracte begrippen)
Operationaliseren van variabelen (abstracte begrippen) Tabel 1, schematisch overzicht van abstracte begrippen, variabelen, dimensies, indicatoren en items. (Voorbeeld is ontleend aan de masterscriptie
Nadere informatieProfessionaliseringstraject onderzoeksvaardigheden voor docenten. prof. dr. Saskia Brand-Gruwel
Professionaliseringstraject onderzoeksvaardigheden voor docenten prof. dr. Saskia Brand-Gruwel Leerdoelen Na het volgen van dit professionaliseringtraject: heeft u kennis en inzicht in de gehele onderzoekscyclus;
Nadere informatie1. Wat is de naam van het meetinstrument? (incl. versienummer of jaartal van ontwerp) 20151105 Indicatorgids Cataract verslagjaar 2015 ZIN besluit
Aanbiedingsformulier Op grond van dit aanbiedingsformulier toetst Zorginstituut Nederland of het kwaliteitsproduct voldoet aan de criteria uit het Toetsingskader. Dit document speelt een essentiële rol
Nadere informatieInspectierapport Korelon (GOB) Lievershil RJ ZWIJNDRECHT Registratienummer:
Inspectierapport Korelon (GOB) Lievershil 42 3332RJ ZWIJNDRECHT Registratienummer: 125774060 Toezichthouder: Dienst Gezondheid en Jeugd In opdracht van gemeente: ZWIJNDRECHT Datum inspectiebezoek: 10-12-2013
Nadere informatieDe HGW-bril toegepast in de cel leerlingenbegeleiding
De HGW-bril toegepast in de cel woensdag 20 februari 2013 Kris Loobuyck 1 2 3 VVKSO 1 Uitgangspunten van HGW 4 HGW biedt kansen! 5 We zijn gericht op het geven van haalbare en bruikbare adviezen. We werken
Nadere informatieHoorcollege 1: Onderzoeksmethoden 06-01-13!!
Hoorcollege 1: Onderzoeksmethoden 06-01-13 Stof hoorcollege Hennie Boeije, Harm t Hart, Joop Hox (2009). Onderzoeksmethoden, Boom onderwijs, achtste geheel herziene druk, ISBN 978-90-473-0111-0. Hoofdstuk
Nadere informatieSectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»
Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid» SCSZ/09/049 ADVIES NR 09/10 VAN 2 JUNI 2009 MET BETREKKING TOT DE MEDEWERKING VAN DE RIJKSDIENST VOOR SOCIALE
Nadere informatieMinister van Binnenlandse Zaken
Minister van Binnenlandse Zaken Secretariaat van de Geïntegreerde Politie (SSGPI) SSGPI Ter attentie van : Fritz Toussaintstr. 8 - de korpschefs 1050 Brussel - de bijzondere rekenplichtigen T: 02 554 43
Nadere informatiePalliatieve zorg: Kwalitatief onderzoek
Palliatieve zorg: Kwalitatief onderzoek Hogeschool van Amsterdam Naam: Lauri Linn Konter Studentnr: 500642432 Klas: Lv12-2E2 Jaar: 2012-2013 Docent: M. Hoekstra Inhoudsopgave Inleiding Blz: 3 Verpleegprobleem
Nadere informatieDe ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID
SECONDANT #1 MAART 2011 53 De ontwikkeling van geweld in de Nederlandse samenleving VEEL MONITOREN, WEINIG EENDUIDIGHEID door Maartje Timmermans en Miranda Witvliet De auteurs werken als onderzoeker bij
Nadere informatieOuders over tevredenheidmetingen.
Vzw Roppov Martelaarslaan 212 9000 Gent tel 09/224.09.15 fax 09/233.35.89 e-mail info@roppov.be web www.roppov.be Mei 2009 december 2010 Ouders over tevredenheidmetingen. Dit is een bundeling van bemerkingen
Nadere informatie