Collegevoorstel 183/2003. Registratienummer Opgesteld door, telefoonnummer E.Janssen, Programma Arbeidsmarktbeleid

Transcriptie

1 183/2003 Registratienummer Opgesteld door, telefoonnummer E.Janssen, 2207 Programma Arbeidsmarktbeleid Portefeuillehouder mevr. H.T.M. Scholten Onderwerp van het voorstel Taakstellingen bezuinigingen gesubsidieerde arbeid Voorstel om te besluiten 1. De (verhoging van de) eigen bijdrage uit te stellen van tot ; 2. Het met het onder beslispunt 1 genoemde uitstel gemoeide extra tekort (ca. 1 miljoen) te dekken uit het ID-spaartegoed (zomernota ad 11); 3. In te stemmen met de in dit voorstel genoemde sectorale taakstellingen; 4. In te stemmen met het principe van de indeling in A,B resp. C categorieën 5. Indien een instelling de opgelegde reductietaakstelling per niet heeft waargemaakt, de ID-subsidie aan deze instelling per naar rato van de reductietaakstelling te verlagen; 6. Voor de compensatie van de onder de categorie A vermelde instellingen het in de perspectiefnota voor 2004 gereserveerde bedrag van in te zetten. 1 Korte inhoud van het voorstel De bezuinigingen binnen de gesubsidieerde arbeid, dwingen tot scherpe maatregelen. De raad heeft op 14 mei jl besloten tot een algemeen geformuleerde bezuinigingstaakstelling, waarbij uitstroom en per (verhoogde) eigen bijdrages voor werkgevers 1 de kern vormen. Uitwerking van dit raadsbesluit is nu aan de orde. Een aantal verschillen ten opzichte van het raadsbesluit van 14 mei zijn te constateren. Waar in eerste instantie ingeschat werd dat goed overleg met de instellingen en het aanbieden van trajectmatige ondersteuning voor de werknemers voldoende zou zijn om de taakstellingen goeddeels te 1 Met werkgevers worden in dit voorstel zowel ID-werkgevers als WIW-inleners bedoeld.

2 1 kunnen halen, geeft een eerste inventarisatie van de resultaten een heel ander beeld. We verwachten: Gedwongen ontslagen, omdat instelling niet in staat (willen) zijn de opgelegde eigen bijdrage te betalen; Ontoereikende reductie omdat veel instellingen financieel niet in staat zijn gesubsidieerde banen te witten en omdat de reguliere arbeidsmarkt op dit moment nauwelijks plek biedt voor de gesubsidieerde werknemer; Juridische procedures vanwege de korte termijn waarin de eigen bijdrage wordt opgelegd; Vanwege al het bovenstaande veel maatschappelijke onrust; Veel onrust bij de instellingen, omdat zij geconfronteerd worden met de effecten van de financiële taakstelling. Deze bevindingen dwingen tot een wat andere aanpak, dan uw Raad op 14 mei besloten heeft. Om enerzijds meer recht te doen aan de redelijke termijn waaraan het college bestuursrechtelijk gehouden is bij de afbouw van subsidie, stellen wij voor om de verhoging dan wel oplegging van de eigen bijdrages voor werkgevers niet per op te leggen, maar uit te stellen tot Dit resulteert wel in een extra tekort van ca. 1 miljoen. Anderzijds kan de extra ruimte gebruikt worden om nadere individuele afspraken met de werkgevers, die de reductietaakstelling voor hun rekening moeten nemen (instellingen vallend onder categorie C), te maken om te komen tot arrangementen, waarbij per werkgever is bepaald hoe de taakstellingen gerealiseerd kunnen worden. Indien blijkt dat de taakstellingen niet gerealiseerd worden dan stellen wij voor om deze instelling vanaf voor het aantal plekken dat zij tekort schiet op deze reductietaakstelling, geen subsidie meer te verlenen. Er moet geconstateerd worden dat gedwongen ontslagen onvermijdelijk zullen zijn. De uitstroomtaakstelling voor de WIW is nu al nagenoeg gerealiseerd. Er moeten in 2003 nog zo n 20 WIW-ers uitstromen. Dit betekent dat de afspraken over de reductie met werkgevers voor 2003 beperkt zullen zijn tot de ID-regeling. Vanuit de gedachte dat de sterkste schouders de zwaarste lasten moeten dragen is gekozen voor een sectorale aanpak, waarbij per sector verschillende taakstellingen zijn bepaald. Omdat de raad heeft aangegeven dat zij een deel van de sociale infrastructuur koste wat kost wil behouden is in dit voorstel tevens per sector aangegeven hoeveel instellingen er niet in staat zullen zijn de (verhoogde) eigen bijdrage te betalen (de instellingen vallend onder de categorie A). Dit is vertaald naar een budget dat nodig zal zijn om deze instellingen te compenseren: ,- in

3 Middels de perspectiefnota is voor 2004 dit bedrag van ,- gereserveerd. Voor 2005 is voor dit doel euro gereserveerd, voor 2006 is gen bedrag geraamd. De overige instellingen, vallend onder categorie B, krijgen slechts te maken met het betalen van een bijdrage. Deze hangt af van de sector waartoe men behoort. 2 Inleiding Sinds de aankondiging van de bezuinigingen op de gesubsidieerde arbeid in september 2002 zijn de volgende stappen ondernomen: In het najaar van 2002 is er een discussienota rond gesubsidieerde arbeid opgesteld, die vervolgens in het college en de raadscommissie Stedelijke Samenleving besproken is; Eind 2002 hebben er plenaire bijeenkomsten over de discussienota plaatsgevonden met werkgevers en werknemers; Naar aanleiding van de bevindingen omtrent de discussienota heeft het college op 15 april ingestemd met het raadsvoorstel; Op 16 april zijn alle werkgevers en werknemers schriftelijk geïnformeerd over onze voornemens; Begin mei hebben er, als aftrap voor de individuele gesprekken met de grootste werkgevers, plenaire, sectoraal georganiseerde informatiebijeenkomsten plaatsgevonden; Op 14 mei zijn onze voornemens geaccordeerd door uw raad; Vanaf begin juni zijn de gesprekken met de 60 werkgevers gestart. Er zijn 2 uitgangspunten bij de concretisering van de bezuinigingen van toepassing: het sectorale uitgangspunt en het categoriale uitgangspunt. Het eerste uitgangspunt is dat de zwaarste lasten bij de sterkste en grootste schouders moesten komen te liggen. Om dit verder uit te werken is gekozen voor een sectorale verdeling met betrekking tot uitstroom en de eigen bijdrage. Hierbij is aangesloten bij de aanpak die is gekozen in het convenant gesubsidieerde arbeid, dat op is afgesloten tussen het kabinet, de sociale partners en de VNG. In het convenant hebben de partners zich gecommitteerd aan sectorale taakstellingen. Deze taakstellingen zijn vertaald naar de Nijmeegse situatie. Om deze reden is het mogelijk dat de Nijmeegse taakstellingen (lichtelijk) afwijken van de landelijke. Het is mogelijk individuele afspraken te maken met werkgevers en ze aan te spreken op hun verantwoordelijkheid. Onderdeel van het raadsbesluit van 14 mei is het ophogen van de inleenvergoeding bij de WIW en het verlagen van de subsidies bij de ID per Ook hierbij is gekozen voor een sectorale aanpak.

4 3 Zoals hierboven aangegeven stellen wij voor deze datum te verzetten naar Alle taakstellingen voor 2003/2004 staan hieronder per sector weergegeven. Omdat de taakstelling op de WIW al nagenoeg gerealiseerd is, zal de taakstelling per instelling in 2003 hierop aangepast worden. Sectoren Aantal gesubsidieerde banen in de sector Totale financiele taakstelling per sector Totale benodigde reductie van het aantal gesubsidieerde arbeidsplaatsen Eigen bijdrage voor de werkgever op de loonkosten per sector Zorg ca (30%) 20% Welzijn ca (15%) 10% Cultuur ca (10%) 10% Onderwijs ca (15%) 15% (semi)overheid ca (25%) 30% Kinderopvang ca (15%) 15% Milieu ca (15%) 20% Profit ca (25%) 35% Mul.cult. & eman. ca (10%) 7% Sport & recreatie ca. 50 n.t.b. n.t.b. 15% Wijkwerk ca. 130 geen geen 5% Maatschap. Dienstv. ca. 25 n.t.b. n.t.b. 15% Naast de sectorale indeling is een tweede uitgangspunt van toepassing: de indeling in drie categorieen: Categorie A. De instellingen in de A-categorie zijn van hun voortbestaan zo afhankelijk van medewerkers in de gesubsidieerde arbeid en hun maatschappelijk toegevoegde waarde wordt zo belangrijk gevonden dat zij hun aantal banen mogen houden resp. dat zij een subsidie krijgen ter compensatie van de eigen bijdrage. Categorie B. Voor de instellingen in de B-categorie is in principe geen sprake van een reductie van het aantal gesubsidieerde banen. Hier speelt enkel de invoering van de eigen bijdrage voor de ID-werknemers dan wel de aanpassing van de WIWinleenvergoeding. Categorie C. In deze categorie zitten ruim 60 organisaties met de meeste werknemers in de gesubsidieerde arbeid. Deze instellingen dienen zowel de reductie van het aantal gesubsidieerde banen voor hun rekening te nemen als de betaling van de eigen bijdrage / aanpassing van de inleenvergoeding.

5 4 Momenteel is het nog zo dat alleen voor de WIW een inleenvergoeding geldt. Bij de ID ontvangen werkgevers nog voor alle werkgeverslasten een subsidie. Nu hier per verandering in komt zal dit voor een aantal instellingen ongetwijfeld een te grote belasting op de begroting vormen. Deze categorie A instellingen, die door het opleggen van een eigen bijdrage in continuïteitsproblemen dreigen te raken, zal de eigen bijdrage gecompenseerd worden uit het daarvoor in 2004 bestemde bedrag van euro 2 De reductietaakstelling zal gerealiseerd moeten worden door de ruim 60 instellingen in de categorie C. De afgelopen periode is er op basis van het raadsbesluit van 14 mei gesproken met die circa 60 instellingen waar veel mensen in de gesubsidieerde arbeid werkzaam zijn. In kwalitatieve zin zijn vooralsnog de volgende tendensen zichtbaar: De reductietaakstelling zal waarschijnlijk niet gehaald worden; Veel instellingen vinden het opleggen van de eigen bijdrage per onbehoorlijk en dreigen met juridische procedures en/of gedwongen ontslag; Instellingen worden geconfronteerd met de effecten van de financiële taakstelling. Als er bij de werknemers al mogelijkheden bestaan om regulier uit te stromen bieden de huidige arbeidsmarktomstandigheden hier weinig kans toe. Om deze redenen is het van belang dat de komende periode gebruikt wordt om per instelling op maat gemaakte oplossingen te vinden. Van belang is dat instellingen zich realiseren dat een gebrekkige inzet kan leiden tot een opgelegde inkrimping van het aantal banen per , doordat de gemeente de subsidie op de ID inhoudt. Resteert de categorie B. Voor deze instellingen geldt dat zij slechts te maken krijgen met een betaling van een eigen bijdrage dan wel een vermindering van de subsidie. Voor de cultuursector en voor de sector sport & recreatie geldt in z n algemeenheid dat de financiele draagkracht ontoereikend is om de eigen bijdrage op te hoesten. Bekeken zal worden op welke wijze extra reductie kan leiden tot het niet betalen van de eigen bijdrage. Beoogd resultaat Door uitstel van het verhogen/opleggen van de eigen bijdrage wordt meer zekerheid ten aanzien van de redelijke termijnen gecreëerd bij de werkgevers. Ze hoeven niet in te breken in lopende begrotingen. 2 Voor de inleenvergoeding op de WIW heeft altijd een subsidieregeling bestaan. Deze werd gefinancierd uit het Fonds voor Werk en Inkomen (FWI). Door veranderende wet- en regelgeving is dit sinds niet meer mogelijk. Voor 2003 is een overgangsregeling getroffen.

6 5 Dit kan mogelijk meer ruimte geven om te werken aan meer uitstroom en tot arrangementen met werkgevers te komen voor de periode Stopzetten van de ID-subsidie per indien werkgevers de taakstelling niet hebben behaald, maakt dat het financieel tekort voor de gemeente beperkt blijft. Deze maatregel leidt wel onherroepelijk tot gedwongen ontslagen. Door het in 2004 gereserveerde budget van ,- te gebruiken van waaruit die categorie A instellingen gecompenseerd kunnen worden op hun eigen bijdrage, blijft (een deel van) de sociale infrastructuur zoals deze de afgelopen jaren, mede door inzet van gesubsidieerde arbeidskrachten, is opgebouwd in 2004 deels mogelijk gespaard. Voor 2005 is voor dit doel euro gereserveerd, voor 2006 is geen bedrag geraamd. 3 Motivering en argumenten Met het raadsbesluit van 14 mei heeft uw raad aangegeven de verantwoordelijkheid te willen nemen voor de financiële taakstellingen en het in stand houden van de sociale infrastructuur, die in belangrijke mate afhankelijk is van gesubsidieerde arbeid. Daarbij is echter ook aangegeven dat de middelen die door het rijk ter beschikking worden gesteld voor de financiering van dit arbeidsmarktinstrument, aangewend moeten worden ten behoeve van de werknemers. De financiële taakstelling maakt het noodzakelijk dat er harde afspraken gemaakt worden met instellingen over reductie, bijdrages etc voor de periode Indien dit niet het gewenste resultaat oplevert zal de financiële taakstelling gerealiseerd moeten worden door het korten op de subsidie. Voor de sectorale aanpak is gekozen omdat de financiële draagkracht per sector verschillend is. Daarbij verschilt ook de verdeling van het aantal gesubsidieerde arbeidskrachten per sector. Zo werken er in de zorg veel gesubsidieerde krachten, terwijl bij sportinstellingen het aantal gesubsidieerde werknemers beperkt is. Dat verklaart waarom de taakstellingen per sector verschillend zijn. Indien de raad een instelling wil blijven ondersteunen, zal dit betaald moeten worden uit het daarvoor bestemde programma. 4 Extern draagvlak Uit de eerste gesprekken met de grootste werkgevers blijkt dat de maatregelen verschillend ervaren worden. Sommige instellingen zijn zeer coöperatief en zetten zich volledig in om de reductie en financiële taakstelling te behalen. Andere instellingen stellen zich veel meer in het geweer en dreigen met gedwongen ontslagen en juridische procedures. Welke aanpak ook gekozen wordt, feit is dat de maatschappelijke onrust naar aanleiding van de hier gekozen maatregelen groot zal

7 6 zijn. Zowel bij werkgevers waarbij er in veel gevallen een breuk zal ontstaan in de relatie met de gemeente, als bij werknemers, bij wie voor een aantal gedwongen ontslag onvermijdelijk is. 4.1 Planning Gedurende de periode tot 27 september zullen de gesprekken en onderhandelingstrajecten met de categorie C werkgevers worden voortgezet. De arrangementen kunnen dan in september worden opgemaakt. Daarover neemt het college in oktober besluiten De informatiebijeenkomsten met de werkgevers in de B categorie zullen medio september plaats vinden. Daarna zullen vervolggesprekken plaats vinden. Het college neemt in oktober over de uitkomsten besluiten. De komende periode zullen ook gesprekken met werknemers gevoerd gaan worden. Voor begin november zullen de ID werknemers van de 60 instellingen die de reductie moeten realiseren, een gesprek krijgen met mederwekers van de afdeling Sociale Zaken en Werk. Gesprekken met de WIW-ers worden voortgezet. 4.2 Evaluatie en verantwoording Op 14 oktober worden de resultaten van de huidige aanpak aan het college voorgelegd. Dan kan dus ook beoordeeld worden of de taakstellingen gerealiseerd gaan worden. Is dit niet het geval dan worden aanvullende maatregelen genomen in de vorm van het verplichtend opleggen van de financiële taakstelling. Indien dit laatste het geval is zal het college u hierover informeren. Sowieso zult u periodiek over de voortgang van de realisatie van de taakstelling op de hoogte gehouden worden. 5 Kosten, baten en dekking In het onder 2.1 opgenomen schema worden de financiële taakstellingen per sector genoemd. Het totaal van inspanningen moet voor resulteren in een bezuiniging van ca. 2 miljoen. Indien elke sector voldoet aan de overeengekomen taakstellingen, zal dit bedrag gerealiseerd worden. Zeker als per ID-subsidies worden stopgezet voor dat deel dat de taakstellingen niet gehaald zijn. In de perspectiefnota is voor ,- gereserveerd om instellingen vermeld in de lijst onder de A-categorie te compenseren voor hun eigen bijdrage. Voor 2005 is ,- voor dit doel gereserveerd. Op een later tijdstip zal aan uw college een voorstel worden voorgelegd hoe hier verder mee om te gaan. Het extra tekort dat ontstaat door het uitstel van de oplegging/verhoging van de eigen bijdrage tot van ongeveer

8 7 1 miljoen euro zal worden voor onttrokken aan het ID-spaartegoed. Dit resulteert in de volgende saldo-ontwikkeling: Meerjarenraming ID spaartegoed Bedragen * 1.000, Stand per 1 januari Toevoegingen Onttrekkingen Stand per 31 december

9 Ontwerp Raadsbesluit De Raad van de Gemeente Nijmegen, Bijeen op 17 september 2003; Gelezen het voorstel van het college van B&W d.d. 26 augustus 2003 over gesubsidieerde arbeid ; Gelet op ; Besluit 1. De (verhoging van de) eigen bijdrage uit te stellen van tot ; 2. Het met het onder beslispunt 1 genoemde uitstel gemoeide extra tekort (ca. 1 miljoen) te dekken uit het ID-spaartegoed (zomernota ad 11); 3. In te stemmen met de in dit voorstel genoemde sectorale taakstellingen; 4. In te stemmen met het principe van de indeling in A,B resp. C categorieën 5. Indien een instelling de opgelegde reductietaakstelling per niet heeft waargemaakt, de ID-subsidie aan deze instelling per naar rato van de reductietaakstelling te verlagen; 6. Voor de compensatie van de onder de categorie A vermelde instellingen het in de perspectiefnota voor 2004 gereserveerde bedrag van in te zetten. De voorzitter De raadsgriffier 183rbs.doc

10 Raadsgriffie Aan de leden van de commissie Stedelijke samenleving Korte Nieuwstraat PP Nijmegen Telefoon (024) Telefax (024) gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus HG Nijmegen Datum Datum uw brief Ons kenmerk C930/ Contactpersoon Agnes Lewe Onderwerp Wijziging agendavoorstel Aantal bijlagen 3 Doorkiesnummer Geachte leden, Voor de vakantie is u door wethouder Scholten een brief in het vooruitzicht gesteld, over de invulling die het College zou geven aan de bezuiniging op de gesubsidieerde arbeid. Deze heeft u onlangs via ontvangen en treft u tevens hier als bijlage aan. Daarnaast heeft het College besloten dit vorm te geven in het raadsvoorstel Taakstellingen bezuinigingen gesubsidieerde arbeid. Aangezien wethouder Van Rumund het raadsvoorstel Implementatie Opvoeden doe je niet alleen / Inzet GSO-middelen intrekt (zie bijlage), stel ik voor om het raadsvoorstel over de gesubsidieerde arbeid op 10 september a.s. te behandelen. Tenslotte stuur ik u een brief van wethouder Lucassen over het experiment gebruik rookruimte in de wijkaccommodaties. Met vriendelijke groeten, Agnes Lewe, voorzitter Bezoek ook onze website 183vb.doc

11 Gemeente Nijmegen Directie Inwoners; Afdeling Sociale Zaken en Werk Sector Uitstroom Openingstijden: maandag t/m vrijdag uur Aan de Raad van de gemeente Nijmegen t.a.v. de fracties Korte Nieuwstraat 6 Mariënburg PS Nijmegen Telefoon (024) Telefax (024) gemeente@nijmegen.nl Postadres Postbus BB Nijmegen Giro Datum Datum uw brief Ons kenmerk N810/ Contactpersoon B. Hulskotte Onderwerp Taakstellingen bezuinigingen gesubsidieerde arbeid Aantal bijlagen Doorkiesnummer Geachte leden van de Raad, De bezuinigingen binnen de gesubsidieerde arbeid, dwingen tot scherpe maatregelen. Uw raad heeft op 14 mei jl besloten tot een algemeen geformuleerde bezuinigingstaakstelling, waarbij uitstroom en (verhoogde) eigen bijdrages voor werkgevers per de kern vormen. Een tussenstand leert dat de taakstellingen binnen de WIW voor het gehele jaar nu al bijna gehaald zijn: Er hoeven nog maar zo n 20 personen uit te stromen en de gemiddelde inleenvergoeding bedraagt momenteel niet veel minder dan 3.000,-. Wel worden de inleenvergoedingen per nog sectoraal verdeeld, maar dit heeft voor de gemiddelde hoogte geen (negatieve) gevolgen. Bij de ID zien de prognoses er helaas anders uit. Daarom gaat ons college hier de komende tijd de nadruk op te leggen. Uitgangspunt bij de aanpak van de bezuinigingen is dat de zwaarste lasten bij de sterkste en grootste schouders moeten komen te liggen. In verlengde hiervan zijn in eerste instantie de circa 60 grootste werkgevers benaderd. Met hen zullen in de periode tot 27 september afspraken gemaakt worden over de realisatie van de reductie taakstellingen. Bovendien krijgen zij te maken met een eigen bijdrage per werknemer. Inmiddels kan een eerste inventarisatie naar aanleiding van de gesprekken opgemaakt worden. Ons college verwacht: Veel maatschappelijke onrust; Gedwongen ontslagen; Ontoereikende reductie; Juridische procedures. Bezoek ook onze website 183bijl1.doc

12 Gemeente Nijmegen Directie Inwoners; Afdeling Sociale Zaken en Werk Sector Uitstroom 1 De maatschappelijke onrust naar aanleiding van de gekozen maatregelen zal groot zijn. Zowel bij werkgevers waarbij er in veel gevallen een breuk zal ontstaan in de relatie met de gemeente, als bij werknemers, bij wie voor een aantal gedwongen ontslag onvermijdelijk is. Daarbij zullen werkgevers waarschijnlijk minder bereid zijn mee te werken aan de benodigde uitstroom naar regulier werk. Om meer recht te doen aan de redelijke termijnen waaran het gemeentebestuur bestuursrechterlijk gehouden is, heeft ons college besloten om de verhoging dan wel oplegging van de eigen bijdrages voor werkgevers niet per op te leggen, maar uit te stellen tot Dit resulteert wel in een extra tekort van ca. 1 miljoen. Dit extra tekort wordt gedekt uit het ID-spaartegoed. Hierover is reeds melding gemaakt in de zomernota. Om dit extra tekort zoveel mogelijk te compenseren is anderzijds een hardere aanpak vereist met betrekking tot de reductietaakstelling. Daarom heeft ons college besloten om, indien een instelling per de voor 2003 opgelegde reductietaakstelling in de ID niet heeft gehaald, deze instelling vanaf voor het aantal plekken dat zij tekort schieten op deze reductietaakstelling geen subsidie meer te verlenen. Sectorale taakstellingen Sectoren Aantal gesubsidieerde banen in de sector Totale financiele taakstelling per sector Totaal benodigde reductie van het aantal gesubsidieerde arbeidsplaatsen Eigen bijdrage voor de werkgever op de loonkosten per sector Zorg ca (30%) 20% Welzijn ca (15%) 10% Cultuur ca (10%) 10% Onderwijs ca (15%) 15% (semi)overheid ca (25%) 30% Kinderopvang ca (15%) 15% Milieu ca (15%) 20% Profit ca (25%) 35% Mul.cult. & eman. ca (10%) 7% Sport & recreatie ca. 50 n.t.b. n.t.b. 15% Wijkwerk ca. 130 geen geen 5% Maatschap. Dienstv. ca. 25 n.t.b. n.t.b. 15% Totaal ca Bezoek ook onze website 183bijl1.doc

13 Gemeente Nijmegen Directie Inwoners; Afdeling Sociale Zaken en Werk Sector Uitstroom 2 Ons college gaat ervan uit dat de reductie volledig bij deze grote instellingen gerealiseerd wordt. Sociale infrastructuur Omdat uw Raad heeft aangegeven dat zij een deel van de sociale infrastructuur de zogenaamde A categorie- wil behouden heeft ons college een lijst opgesteld met instellingen waarbij: Geen reductie op het aantal arbeidsplaatsen plaatsvindt; Vrijgekomen vacatures zoveel en zo snel mogelijk worden opgevuld; De eigen bijdrage op de werkgeverslasten worden gecompenseerd vanuit de diverse portefeuillebudgetten. In de perspectiefnota is voor deze compensatie een bedrag van ,- gereserveerd. Het aantal te compenseren arbeidsplaatsen (en dus instellingen) zal hieraan gerelateerd worden. Dit betekent wel dat er (in sommige gevallen pijnlijke) keuzes gemaakt moeten worden, omdat niet elke kleine minder draagkrachtige instelling gecompenseerd kan worden. Vanwege de omvang van het financiële probleem is dit echter onvermijdelijk. De zogenaamde categorie B instellingen, krijgen slechts te maken met een eigen bijdrage. Voor de cultuursector en de sector sport en recreatie wordt bezien of met meer reductie de financiële bijdrage (deels) achterwege kan blijven. Ons college betreurt dat de overheidsmaatregelen ons uiteindelijk toch dwingen deze hardere aanpak te volgen. Hoewel er is getracht en gehoopt dat gedwongen ontslagen vermeden konden worden, moet hier rekening mee gehouden worden. Hoogachtend, college van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Secretaris, mevr. dr. G. ter Horst ir. H.K.W. Bekkers Bezoek ook onze website 183bijl1.doc