REGLEMENT AGILITY K.N.K. CYNOPHILIA

Transcriptie

1 REGLEMENT AGILITY K.N.K. CYNOPHILIA

2 Een uitgave van de Koninklijke NederlandseKennelclub Cynophilia Secretariaat: K.N.K. Cynophilia Nijverheidsweg Noord LP Amersfoort Tel: Internet: Reglementen - uitgave Uitgave: K.N.K. Cynophilia Update: oktober 2013 Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

3 INHOUD a CYNOPHILIA Hoofdstuk I Onderwerp Pagin DEFINITIES 1 1. Instanties 1 2. Algemeen 1 3. Officials 2 4. Deelnemers 2 II SOORTEN WEDSTRIJDEN 3 1. Open Wedstrijd 3 2. Regionale wedstrijd 3 3. Rayonwedstrijd 3 4. Selectiewedstrijd 3 5. Kampioenschapswedstrijd 4 6. Titelwedstrijd 4 7. W edstrijden voor Rasverenigingen 4 III WEDSTRIJDEN 5 1. Algemeen 5 2. Selectiewedstrijden 5 3. Open-, Regionale-, Rayonwedstrijden 4. Titel- en Kampioenschapswedstrijden 6 en wedstrijden van Rasverenigingen IV INFORM ATIEFORMULIER 7 INSCHRIJFPROCEDURE 7 CAT ALOGUS 11 OPMETEN VAN HONDEN Informatieformulier 7 2. Inschrijfprocedure 7 a. Startlicentie 8 b. Aanvraagformulier Startlicentie 9 c. Inschrijving via het inschrijfformulier 9 d. Inschrijfformulier Catalogus Opmeten van honden 11 V INSCHRIJVING 12 TOELATING 13 VI OFFICIALS 15 WEDSTRIJDLEIDER 15 FUNCTIONARISSEN 16 KLACHTEN 16

4 INHOUD Hoofdstuk Onderwerp Pagina VII HINDERNISSEN 17 CATEGORIEËN 18 KLASSEN 18 VIII WEDSTRIJDORGANISATIE 20 WEDSTRIJDUITSLAGEN 21 AFDRACHT AAN CYNOPHILIA 21 IX PARCOUR Algemeen Het parcours De wedstrijd 22 X STRAFPUNTEN 24 TIJDFOUTEN 24 WEIGERINGEN 24 DISKWALIFICATIE 25 HET NEMEN VAN DE TAFEL 26 BEVOEGDHEDEN KEURMEESTER 26 XI WEDSTRIJDPUNTEN 27 PUNTENVERWERKING 27 PROMOTIE / DEGRADATIE 27 XII KWALIFICATIE WK 28 TITELWEDSTRIJD 28 LOOPVOLGORDE TITELWEDSTRIJD 28 KAMPIOENSCHAPSWEDSTRIJD 29 PRIJSUITREIKINGEN 29 XIII STRAF- EN SLOTBEPALINGEN Aansprakelijkheid Organisator Honden en/of Geleider Competentie Strijdigheid en Dispensatie Bepalingen 31

5 HOOFDSTUK 1 DEFINITIES 1. INSTANTIES a. FCI: de Féderation Cynologique Internationale, internationaal overkoepelend orgaan. b. Raad van Beheer (de Raad): de Raad van Beheer op Kynologisch Gebied in Nederland, overkoepelend orgaan in Nederland. c. Cynophilia: het bestuur van de Koninklijke Nederlandse Kennelclub Cynophilia of een door dat bestuur voor de uitvoering van dit reglement benoemde commissie. d. Commissie Agility: de Commissie Agility van Cynophilia. e. Aangesloten vereniging: een bij de Raad aangesloten vereniging. f. Participant-vereniging: een bij Cynophilia aangesloten organisatie, waarop het KR en overige reglementen van de Raad van Beheer en de reglementen van Cynophilia van toepassing zijn. g. Organisator: de aangesloten vereniging dan wel de participantvereniging die een wedstrijd organiseert. 2. ALGEMEEN a. Kynologisch Reglement (KR): het Kynologisch Reglement van de Raad van Beheer. b. Wedstrijd: elke agility/behendigheidswedstrijd die wordt georganiseerd onder auspiciën van Cynophilia. c. Categorieën: wedstrijd- en spelonderdelen van een wedstrijd. d. Standaard Parcours Tijd (SPT): de tijd voor het afleggen van het parcours die bij overschrijding leidt tot toekenning van strafpunten. e. Maximum Parcours Tijd (MPT): de tijd voor het afleggen van het parcours die bij overschrijding leidt tot diskwalificatie. f. Promotie/degradatie: Jaarlijks wordt voorafgaand aan het wedstrijdseizoen een promotie/degradatie reglement vastgesteld en gepubliceerd op de website van Cynophilia. g. Internationaal-Agility-Brevet (brevet): aan honden die bij wedstrijden in de 1 e graad of bij reglementaire wedstrijden van rasverenigingen bij het Vast Parcours drie maal de kwalificatie U hebben behaald, wordt een Internationaal Agility Brevet afgegeven. Het brevet dient te worden - 2 -

6 aangevraagd bij Cynophilia. Rashonden ontvangen het Internationaal Agility Brevet F.C.I. en rasloze honden het Internationaal Agility Brevet Cynophilia. h. Startlicentie: startgerechtigdheidsbewijs voor de hond voor deelname aan agilitywedstrijden die gehouden worden onder auspiciën van Cynophilia. Het bezit van een startlicentie per hond is een voorwaarde. i. Wedstrijdlicentie: vergunning voor de aangesloten vereniging dan wel participant-vereniging en voorwaarde voor de organisatie van wedstrijden. j. Wedstrijdseizoen: de looptijd van het wedstrijdseizoen wordt aangegeven in het promotie/degradatie reglement K Wedstrijdring: het afgebakende gedeelte van een terrein waar de wedstrijd plaatsvindt. l. Raakvlak: het gedeelte van een toestel waarop de hond bij het op- of aflopen minimaal één poot moet zetten. m. Regio: Een door de organisator aan te geven begrenzing van een gebied van maximaal 75 km doorsnede, gemeten vanaf het terrein waar de wedstrijd wordt gehouden. 3. OFFICIALS a. Gedelegeerde: een door Cynophilia aangewezen persoon die haar bij een wedstrijd kan vertegenwoordigen en namens haar toeziet op de naleving van dit reglement. b. Aanspreekpunt: een door Cynophilia aangewezen persoon die haar bij een wedstrijd kan vertegenwoordigen en namens haar aangesproken kan worden over de naleving van dit reglement. c. Keurmeester: keurmeester die bij een wedstrijd een oordeel over (een deel van) de combinaties moet uitspreken en in die functie benoemd is door de Raad. d. Aspirant Keurmeester: keurmeester die in het kader van zijn/haar opleidingstraject bij een wedstrijd een oordeel over (een deel van) de combinaties moet uitspreken en in die functie aangewezen is door Cynophilia. Waar in dit reglement keurmeester wordt vermeld, wordt tevens een aspirant keurmeester bedoeld. e. Wedstrijdleider: de persoon die namens de organisator optreedt tijdens een wedstrijd. f. Functionaris: de persoon die namens de wedstrijdleider optreedt tijdens een wedstrijd

7 4. DEELNEMERS a. Eigenaar: de eigenaar van de rashond of rasloze hond die gerechtigd is de startlicentie van de hond aan te vragen. Door aanvraag en betaling van de startlicentie zijn het KR en overige reglementen van de Raad van Beheer en de reglementen van Cynophilia op deze persoon van toepassing. b. Participant van Cynophilia: de persoon die als participant geregistreerd staat bij Cynophilia, voorwaarde om als geleider deel te kunnen nemen aan de in dit reglement bedoelde sport. c. Geleider: de persoon die de hond tijdens de wedstrijd begeleidt en participant van Cynophilia die deelneemt aan de in dit reglement bedoelde sport, waarop het KR en overige reglementen van de Raad van Beheer en de reglementen van Cynophilia van toepassing zijn. d. Combinatie: de hond en de geleider die deelnemen aan een wedstrijd. e. Rashond: iedere hond die is ingeschreven in de Nederlandse Stamboekhouding of waarvoor die inschrijving is aangevraagd en niet is geweigerd, dan wel indien de eigenaar in het buitenland woonachtig is, ingeschreven is in een door de FCI erkende buitenlandse stamboekhouding. f. Rasloze hond: iedere hond die niet geregistreerd staat als rashond

8 HOOFDSTUK II SOORTEN WEDSTRIJDEN 1. CLUB WEDSTRIJD a. Iedere wedstrijd waaraan slechts door leden van die vereniging kan worden deelgenomen. b. Deze wedstrijd wordt niet onder auspiciën van Cynophilia georganiseerd. c. De geleider hoeft niet als participant bij Cynophilia geregistreerd te staan. De hond behoeft geen startlicentie. 2. REGIONALE WEDSTRIJD a. Iedere wedstrijd waaraan allen kan worden deelgenomen door leden van de organisator en door leden van verenigingen dit to de regio van de organisator behoren. b. Iedere organisator organiseert tenminste één wedstrijd. c. Aan deze wedstrijd kan worden deelgenomen door geleiders uit de regio van de organisatie, die als participant bij Cynophilia geregistreerd staan en honden die een startlicentie bezitten. 3. OPEN WEDSTRIJD Iedere wedstrijd waaraan kan worden deelgenomen door geleiders die als participant bij Cynophilia geregistreerd staan en honden die een startlicentie bezitten. 4. RAYONWEDSTRIJD a. Iedere wedstrijd waaraan kan worden deelgenomen door sporters uit een kynologisch rayon, te weten Noord, Oost, Zuid, West en Midden. b. Aan deze wedstrijd kan worden deelgenomen door geleiders uit het rayon die als participant bij Cynophilia geregistreerd staan en door honden die een startlicentie bezitten. 5. SELECTIE WEDSTRIJD a. Iedere open wedstrijd die door Cynophilia is aangewezen als een wedstrijd waarop de combinaties punten kunnen behalen voor het puntenklassement, geldend voor de titelwedstrijd

9 b. Cynophilia verstrekt wedstrijdlicenties voor het organiseren van ten minste negen selectiewedstrijden. c. Op selectiewedstrijden mogen naast de aangewezen wedstrijdklasse(n) de niet aangewezen klasse(n) worden opengesteld. d. Als bij selectiewedstrijden minder dan 45 large- en/of 5 small- en 10 medium honden deelnemen, geldt de wedstrijd ondanks de verleende vergunning niet als selectiewedstrijd. Hiervoor kan in bijzondere gevallen bij het wedstrijdsecretariaat Cynophilia dispensatie worden aangevraagd. 6. KAMPIOENSCHAPSWEDSTRIJD a. Iedere wedstrijd die door Cynophilia is aangemerkt als een wedstrijd waarop Behendigheidskampioenstitels, als bedoeld in artikel V.66 van het KR, kunnen worden behaald. b. Cynophilia verstrekt een wedstrijdlicentie voor het organiseren van ten hoogste twee kampioenschapswedstrijd per kalenderjaar. c. Aan een kampioenschapswedstrijd kunnen Nederlandse- en buitenlandse rashonden deelnemen zonder dat voorafgaande deelname aan een selectiewedstrijd vereist is. d. De kampioenschapswedstrijd wordt alleen voor de 2e en 3e graad opengesteld indien tenminste 45 combinaties zijn ingeschreven. e. Honden die behoren tot een ras of een categorie ten aanzien waarvan de Raad artikel V.2 lid 3 van het KR heeft toegepast, mogen niet worden ingeschreven. 7. WEDSTRIJDEN VOOR RASVERENIGINGEN Iedere wedstrijd voor rashonden die statutair tot de rasvereniging behoren en die in eigendom zijn van een lid van de betreffende rasvereniging, in de zin van artikel 2 lid 1 onder C Huishoudelijk Reglement Raad van Beheer. 8. TITELWEDSTRIJD a. De jaarlijks door Cynophilia georganiseerde wedstrijd waarop Behendigheidstitels met jaartal kunnen worden behaald als bedoeld in artikel V.67 van het KR. b. Cynophilia organiseert één maal per kalenderjaar een titelwedstrijd. c. De criteria voor deelname aan de titelwedstrijd worden voor aanvang van het seizoen gepubliceerd

10 HOOFDSTUK III WEDSTRIJDEN 1. ALGEMEEN a. Voor het organiseren van wedstrijden is een wedstrijdlicentie vereist met uitzondering van de clubwedstrijden welke niet plaats vinden onder auspiciën 7van Cynophilia. b. Een vergunning tot het organiseren van wedstrijden wordt alleen verleend aan een bij de Raad van Beheer aangesloten vereniging dan wel aan een door Cynophilia geaccepteerde participant-vereniging. c. Een verzoek om een wedstrijdlicentie voor het organiseren van een wedstrijd wordt door of namens de organisator online via de website van Cynophilia aangevraagd. d. Cynophilia stelt jaarlijks bij tarievenbesluit het tarief vast voor de verschillende wedstrijdlicenties. Uitgangspunt voor de verschillende tarieven zijn het type wedstrijd waarvoor de westrijdlicentie wordt gevraagd alsmede het aantal starts. 2. SELECTIEWEDSTRIJDEN a. De Organisator die een selectiewedstrijd wil organiseren moet deze voor 1 september, voorafgaande aan het volgende kalenderjaar, online aanvragen via de website van Cynophilia. De selectiewedstrijden zijn gebonden aan het wedstrijdseizoen. b. Bij de aanvraag dient de organisator meerdere voorkeursdata op te geven. c. De wedstrijd wordt gewoonlijk in één weekend georganiseerd. d. Bij een tweedaagse wedstrijd dient de organisator per wedstrijddag te beschikken over minimaal twee ringen. e. Bij een selectiewedstrijd mogen tot de sluitingsdatum geen deelnemers uit de klasse waarvoor de selectiewedstrijd bestemd is geweigerd worden. f. Als er meer dan 120 honden in een klasse hebben ingeschreven moet de organisator de klasse splitsen in twee evenredig verdeelde groepen. Als er meer dan 240 honden in een klasse hebben ingeschreven moet de organisator de klasse splitsen in 3 evenredig verdeelde groepen. g. Het hoofdstuk wedstrijdpunten is van toepassing; met dien verstande dat als de organisator een klasse gesplitst heeft in twee of meer groepen, op alle groepen het hoofdstuk wedstrijdpunten (Hoofdstuk XI van dit reglement) van toepassing is. h. Op de wedstrijd worden in elk geval de categorieën Vast Parcours en Jumping uitgeschreven. i. - vervallen

11 3. OPEN-, REGIONALE-, RAYONWEDSTRIJDEN EN WEDSTRIJDEN VOOR RASVERENIGINGEN a. De Organisator die een open-, regionale- of rayonwedstrijd of een (kampioenschaps)wedstrijd voor een rasvereniging wil organiseren moet minimaal drie maanden vóór de wedstrijddatum online een wedstrijdlicentie aanvragen via de website van Cynophilia. b. Een wedstrijd kan zowel op twee dagen dan wel op één dag, dan wel op een dagdeel georganiseerd worden. c. Bij aanvraag van een wedstrijd dient de organisator meerdere voorkeursdata alsmede het dagdeel op te geven. d. Het aantal ringen dat wordt opengesteld, wordt bepaald door de organisator. e. Op de wedstrijd worden in elk geval de categorieën Vast Parcours en Jumping uitgeschreven. f. Er kan een Uitmuntend worden behaald indien tenminste 45 honden zijn ingeschreven. Tijdens een wedstrijd kan per combinatie en per categorie slechts 1 maal een Uitmuntend worden behaald. 4. TITELWEDSTRIJD EN KAMPIOENSCHAPSWEDSTRIJD a. De Organisator die in aanmerking wil komen om de titel- of kampioenschapswedstrijd te organiseren dient deze voor 1 september, voorafgaande aan het volgende kalenderjaar, online aan te vragen via de website van Cynophilia

12 HOOFDSTUK IV INFORMATIEFORMULIER, INSCHRIJFPROCEDURE CATALOGUS EN OPMETEN VAN HONDEN 1. HET INFORMATIEFORMULIER a. De organisator publiceert de informatie aangaande de wedstrijd online en zendt een informatieformulier aan een ieder die daarom verzoekt. b. De wedstrijd wordt tenminste acht weken voor de wedstrijddatum zodanig gepubliceerd dat een ieder die in aanmerking komt voor inschrijving daarvan kennis kan nemen. c. Op het informatieformulier moeten tenminste de volgende gegevens worden vermeld: 1. de naam van de organisator 2. het adres van het (wedstrijd)secretariaat; 4. het adres en telefoonnummer van het wedstrijdsecretariaat; 5. de wedstrijddatum of data; 6. het adres van het wedstrijdterrein; 7. het telefoonnummer van het wedstrijdsecretariaat op de dag van de wedstrijd; 8. de datum van de opening van de inschrijving/betaling; 9. de sluitingsdatum van de inschrijving/betaling; 10. de aanvangstijd van de wedstrijd; 11. de namen van de keurmeesters; 12. de algemene voorwaarden voor deelname; 13. de kosten van inschrijving en de wijze van betaling; 14. de opengestelde klassen en categorieën; 15. voor welke klasse(n) het een selectiewedstrijd betreft; 16. de voorwaarden voor inschrijving; 17. bij een meerdaagse wedstrijd de indeling van de klassen per dag; 18. de bepaling m.b.t. de erkenning van rechtsmacht zoals bedoeld in artikel V.5 KR; 19. de eventuele bijzondere bepalingen. 2. DE INSCHRIJFPROCEDURE 2A. DE PARTICIPANT VAN CYNOPHILIA 1. De persoon die als participant geregistreerd staat bij Cynophilia. Dit is een voorwaarde om als geleider deel te kunnen nemen aan de in dit reglement bedoelde sport. 2. Registratie geschied via de website van Cynophilia 3. De aanvraag wordt volledig digitaal gedaan via de website van Cynophilia.

13 4. Slechts complete aanvragen worden in behandeling genomen, een en ander nadat de verschuldigde kosten door Cynophilia zijn ontvangen. 5. De registratie als participant is één jaar geldig. 2B. DE STARTLICENTIE 1. Honden die deelnemen aan agility/behendigheidswedstrijden die gehouden worden onder auspiciën van Cynophilia dienen in het bezit te zijn van een geldige startlicentie. 2. De startlicentie is één jaar geldig. 3. De kosten van de licentie worden jaarlijks door Cynophilia vastgesteld en bekend gemaakt in het tarievenbesluit. 4. De startlicentie dient ieder jaar online via de website van Cynophilia aangevraagd en betaald te worden. 5. De aanvraag van de startlicentie wordt aangevuld met een document betreffende de pagina s van het rashondenlogboek of het werkboekje waarop de gegevens van de hond vermeld staan. 6. De aanvraag wordt volledig digitaal gedaan, dan wel schriftelijk verzonden middels een print-out van het aanvraagformulier voorzien van voormelde documenten. 7. Slechts complete aanvragen worden in behandeling genomen, een en ander nadat de verschuldigde kosten door Cynophilia zijn ontvangen. 8. Op deze licentie kan de schofthoogte van de hond nog niet ingevuld worden, omdat de hond nog niet officieel is gemeten. 9. Honden, die promoveren krijgen gedurende het lopende jaar geen nieuwe startlicentie. 10. Indien de hond tijdens het lopende seizoen overgaat naar de Veteranenklasse, is de eigenaar verplicht dit minimaal vier weken voor de te lopen wedstrijd schriftelijk aan Cynophilia door te geven. Uitgezonderd hiervan zijn de honden die herstellende zijn van een blessure en buiten mededinging meelopen. 11. Verlenging van de startlicentie zonder wijziging van de gegevens behoeft geen kopie van de licentie en vindt online plaats via de website van Cynophilia, dan wel schriftelijk via een print-out van het aanvraagformulier. 12. Verlenging van de startlicentie mét een wijziging (uitgezonderd een klasse verandering) dient vergezeld te gaan van een document waarin de gewijzigde gegevens zijn opgenomen en vindt online plaats via de website van Cynophilia, dan wel schriftelijk via een print-out van het aanvraagformulier

14 2C. AANVRAAGFORMULIER STARTLICENTIE a. De aanvraag, waarmee de eerste startlicentie wordt aangevraagd, bevat tenminste de volgende gegevens: 1. de roepnaam van de hond; 2. indien van toepassing de volledige stamboomnaam van de hond; 3. het geslacht van de hond; 4. het ras of de vermeende kruising en de schofthoogte van de hond; 5. de geboortedatum, het tatoeage- of chipnummer, het licentie- nummer (in het geval van verlenging) en het eventuele stamboeknummer van de hond; 6. de vermoedelijke schofthoogte van de hond (S-M-L); 7. de naam en het adres van de eigenaar en de naam en het adres van de geleider. 8. bank- of girorekeningnummer van de eigenaar; b. Bij de aanvraag verklaart de eigenaar van de hond dat: 1. hij/zij door inschrijving voor een wedstrijd de rechtsmacht van de Raad van Beheer (artikel V.5 van het KR) en de werking van het KR, het Agility/Behendigheids-reglement en de ter zake geldende uitvoerings- bepalingen aanvaardt en geacht mag worden met deze bekend te zijn; 2. hij/zij zich bij inschrijving verplicht het inschrijfgeld te voldoen; 3. voor zover hem/haar bekend is de door hem/haar ingeschreven hond in goede gezondheid verkeert; 4. voor zover hem/haar bekend is, de door hem/haar ingeschreven hond gedurende het laatst verlopen tijdvak van twaalf weken voorafgaand aan een wedstrijd niet heeft verkeerd in omstandigheden waardoor gevaar van besmetting met hondenziekte of enige andere besmettelijke ziekte te vrezen valt en dat hij/zij niet met deze hond aan een wedstrijd zal deelnemen indien de bedoelde omstandigheden zich alsnog zullen voordoen; 5. de hond niet aan de oren en/of de staart is gecoupeerd; 6. dat het hem/haar bekend is dat de deelname aan de wedstrijd op eigen risico geschiedt; 7. dat hij/zij de betaling voor een wedstrijd niet eerder overmaakt dan toegestaan

15 c. De aanvraag wordt aangevuld met een document betreffende de pagina s van het rashondenlogboek of het werkboekje waarop de gegevens van de hond vermeld staan. 2 D. DE INSCHRIJVING VIA HET INSCHRIJFFORMULIER a. De organisator zendt een standaard inschrijfformulier aan buitenlandse deelnemers c.q. aan deelnemers aan wedstrijden, waarvoor geen startlicentie is vereist. 2 E. HET INSCHRIJFFORMULIER a. Op het inschrijfformulier moeten tenminste de volgende gegevens worden vermeld: 1. de roepnaam van de hond; 2. indien van toepassing de volledige stamboomnaam en het stamboeknummer van de hond; 3. het geslacht van de hond; 4. het ras of de soort en de schofthoogte van de hond; 5. de geboortedatum, het tatoeage- of chipnummer en het licentie nummer van de hond; 6. de naam en het adres van de eigenaar van de hond alsmede van de geleider van de hond wanneer de geleider niet de eigenaar is; 7. de klasse; b. Op het inschrijfformulier verklaart de inschrijver dat: 1. hij/zij door inschrijving de rechtsmacht van de Raad van Beheer (artikel V.5 van het KR) en de werking van het KR, het Agility / Behendigheidsreglement en de ter zake geldende uitvoeringsbepalingen aanvaardt en geacht mag worden met deze bekend te zijn; 2. hij/zij zich verplicht het inschrijfgeld te voldoen; 3. voor zover hem/haar bekend is, de door hem/haar ingeschreven hond gedurende het laatst verlopen tijdvak van twaalf weken niet heeft verkeerd in omstandigheden waardoor gevaar van besmetting met hondenziekte of enige andere besmettelijke ziekte te vrezen valt en dat hij/zij niet met deze hond aan de wedstrijd zal deelnemen indien de bedoelde omstandigheden zich alsnog zullen voordoen; 4. de hond niet aan de oren en/of de staart is gecoupeerd

16 3. CATALOGUS a. De organisator dient een gratis catalogus beschikbaar te stellen voor elke deelnemer. Deze catalogus mag digitaal gedistribueerd worden onder de volgende voorwaarden: 1. De digitale catalogus moet 2 dagen voor de wedstrijd beschikbaar zijn; 2. De deelnemers en Cynophilia dienen op de hoogte worden gebracht waar de digitale catalogus gevonden kan worden; 3. Op de wedstrijd dienen er bij elke ring een dagindeling en de startlijsten opgehangen te worden. b. In de catalogus dient minimaal opgenomen te worden: 1. Het startnummer, licentienummer, de (stamboom)naam en het ras van de hond; 2. de naam van de eigenaar; 3. de naam van de geleider, indien deze niet de eigenaar is; 4. de namen van de keurmeesters, de klasse(n) en de categorieën die zij keuren; 5. de naam van de gedelegeerde indien deze is aangewezen; 6. de naam van de wedstrijdleider; 7. de beschikbare prijzen; 8. de ring- en dagindeling. 4. HET OPMETEN VAN HONDEN a. Op de eerste wedstrijddag van een vermoedelijke small- of medium hond, wordt voor aanvang van de wedstrijd door de keurmeester de schofthoogte van de hond opgemeten. b. Indien de hond gemeten wordt binnen een marge van 2 cm van de klassegrens is een meting door een 2e keurmeester vereist. De hond dient op een vlakke en harde ondergrond te worden gemeten. c. De schofthoogte dient in het rashondenlogboek c.q. werkboekje te worden genoteerd en door de keurmeester te worden gedateerd en afgetekend. d. Van honden die tot een ras behoren waarvan de honden zowel in de medium- als in de large klasse deelnemen, dienen ook de large honden opgemeten te worden en de schofthoogte in het boekje vermeld te worden. - 11

17 HOOFDSTUK V INSCHRIJVING EN TOELATING 1. INSCHRIJVING a. Inschrijving en betaling geschied via de website, dan wel het inschrijfformulier, en het rekeningnummer van de organisator. b. Honden die aan de oren gecoupeerd zijn en die in Nederland geboren zijn na 30 april 1989 of in het buitenland nadat aldaar een wettelijk coupeerverbod van kracht is geworden, dan wel in het buitenland geboren zijn na 1 oktober 1996, mogen niet voor wedstrijden worden ingeschreven. c. Honden, geboren na 31 augustus 2001 in Nederland of in het buitenland nadat een wettelijk coupeerverbod van kracht is geworden, mogen niet aan de staart gecoupeerd zijn. d. Honden met geamputeerde staarten mogen deelnemen, mits deze amputatie het gevolg is van een medische noodzaak. e. De verklaring van de noodzakelijke amputatie dient door een praktiserende dierenarts schriftelijk in het Europees dierenpaspoort te zijn vastgelegd. Hiervoor kan de pagina operaties gebruikt worden. De verklaring in het paspoort dient te zijn voorzien van de reden (medische indicatie) en datum van de amputatie, alsmede een stempel met duidelijk vermelding van naam, adres en een originele handtekening van de dierenarts. f. Voor wedstrijden mogen alleen honden worden ingeschreven die getatoeëerd of gechipt zijn, in het bezit zijn van een startlicentie (indien van toepassing) en op de dag voor de wedstrijd de leeftijd van 18 maanden hebben bereikt. (Ter voorkoming van misverstanden; dit betekent dat ook bij een tweedaagse wedstrijd de dag voor de eerste dag van de wedstrijd geldt.) g. Voor wedstrijden, niet zijnde kampioenschapswedstrijden, mogen alleen honden worden ingeschreven die in Nederlands eigendom zijn en door een participant van Cynophilia worden gehandled. h. Honden die eigendom zijn van een in het buitenland woonachtige eigenaar, mogen worden ingeschreven indien betrokkene kan aantonen in zijn land lid te zijn van een vereniging die functioneert onder het gezag van een door de FCI erkend lichaam. i. Voor de titelwedstrijd mogen alleen honden worden ingeschreven die in de C-klasse uitkomen en op de dag van de wedstrijd de leeftijd van 2 jaar hebben bereikt

18 j. Voor kampioenschapswedstrijden mogen alleen rashonden worden ingeschreven die op de dag van de wedstrijd de leeftijd van 2 jaar hebben bereikt. k. Iedere hond mag slechts worden ingeschreven in één klasse, te weten in die klasse waartoe deze ingevolge de promotie- en degradatieregeling behoort. l. Buitenlandse honden die in het bezit zijn van een buitenlandse-, een Europese- of Wereld kampioenschapstitel, of buitenlandse honden die deelnemen in de 3e graad, dienen in te schrijven in de C- klasse. m. Honden die in het buitenland uitkomen in de tweede graad dienen in te schrijven in de B1-klasse. n. De organisator controleert vóór elke wedstrijd aan de hand van de werkboekjes van buitenlandse deelnemers of zij ingeschreven zijn in de klasse waarin zij gerechtigd zijn deel te nemen. o. Als de keurmeester constateert dat een hond in strijd met het KR is ingeschreven, moet hij de betreffende combinatie alsnog uitsluiten van deelname aan de wedstrijd. p. De organisator kan honden die in strijd met het KR zijn ingeschreven alsnog van het wedstrijdterrein doen verwijderen. 2. TOELATING a. Om tot een wedstrijd te kunnen worden toegelaten dient de geleider op de dag van de wedstrijd te kunnen overleggen: 1. Een rashondenlogboek van de Raad of hiermee gelijk te stellen buitenlands werkboekje voor de door hem/haar ingeschreven rashond, of; 2. Een werkboekje van Cynophilia of een hiermee gelijk te stellen buitenlands werkboekje voor de door hem/haar ingeschreven rasloze hond; 3. Een geldige startlicentie, indien van toepassing; 4. Een bewijs dat de geleider is geregistreerd als participant bij Cynophilia of; 5. Het bewijs dat een buitenlandse deelnemer gerechtigd is in eigen land aan officiële wedstrijden deel te nemen. 6. Een geldig inentingsbewijs tegen hondsdolheid voor zover de hond afkomstig is uit het buitenland of uit een streek waar hondsdolheid heerst. b. Tot een wedstrijd mogen ondanks inschrijving niet worden toegelaten: 1. Honden die niet getatoeëerd of gechipt zijn;

19 2. Drachtige teven; 3. Gewonde- en/of zieke honden; 4. Honden die aan de oren en/of staart zijn gecoupeerd (art. V 1 sub b). c. Honden die jonger zijn dan twaalf weken, mogen niet op het wedstrijd-terrein worden toegelaten. d. Honden die wel zijn ingeschreven maar niet in de catalogus zijn vermeld, zijn uitgesloten van deelname, tenzij de gedelegeerde respectievelijk het aanspreekpunt of - indien deze niet is aangewezen - de keurmeester daarvoor toestemming verleent. De toestemming wordt alleen in uitzonderlijke gevallen verleend en kan buiten mededinging inhouden. e. Honden waarvan de geleider het rashondenlogboek resp. werkboekje of de startlicentie (indien van toepassing) niet bij zich heeft, kunnen slechts buiten mededinging meedoen

20 HOOFDSTUK VI OFFICIALS, WEDSTRIJDLEIDER, FUNCTIONARISSEN EN KLACHTEN 1. KEURMEESTERS EN GEDELEGEERDE a. De organisator vraagt uitsluitend keurmeesters die op de Nederlandse keurmeesterslijst, dan wel buitenlandse keurmeesters die op de FCI keurmeesterslijst vermeld staan, met dien verstande dat voor laatstgenoemden vooraf schriftelijke toestemming van Cynophilia is vereist. b. De organisator bericht bij selectie- en kampioenschapswedstrijden vóór 1 januari van het lopende jaar en bij open wedstrijden uiterlijk twee maanden voor de wedstrijddatum Cynophilia welke keurmeesters zijn uitgenodigd. Keurmeesters voor de titelwedstrijd worden aangewezen door Cynophilia. c. Een keurmeester heeft recht op een reis- en onkostenvergoeding. Deze kosten komen ten laste van de organisator. d. Ten minste 14 dagen vóór de dag van de wedstrijd informeert de organisator de keurmeester over het aantal combinaties per klasse, de klasse en de categorieën die hij moet keuren; de beschikbare hindernissen met vermelding van het aantal sprongen; een situatieschets van het wedstrijdterrein waarop onder andere de maat van het terrein, de plaats van de ingang, de plaats van de kantine en de plaats voor het publiek zijn aangegeven. e. Tenminste 14 dagen voor de dag van de wedstrijd wordt aan de keurmeester de routebeschrijving, de informatie over de plaats, de aanvangstijd en de dagindeling van de wedstrijd gezonden. f. Ten minste één week voor de dag van de wedstrijd zendt de organisator aan de gedelegeerde resp. het aanspreekpunt een catalogus en een routebeschrijving, alsmede informatie over de datum, de plaats, de aanvangstijd en de dagindeling van de wedstrijd. 2. WEDSTRIJDLEIDER a. De organisator wijst voor iedere wedstrijd een wedstrijdleider aan. b. De wedstrijdleider is belast met de voorbereiding en met de zorg voor een ordelijk verloop van de wedstrijd op de wedstrijddag zelf

21 c. De wedstrijdleider zorgt er voor dat het hindernismateriaal en de overige -voor de wedstrijd benodigde- attributen in goede orde en tijdig op het terrein aanwezig zijn

22 3. FUNCTIONARISSEN NAMENS DE WEDSTRIJDLEIDER a. De wedstrijdleider wijst voor iedere wedstrijd ten minste 2 secretarissen aan die zorgen voor de verwerking van de beoordelingsformulieren en het opmaken van de rangschikking. b. De wedstrijdleider wijst voor iedere ring aan: 1. een ringmeester die verantwoordelijk is voor de juiste opbouw van het parcours en voor een correct verloop van de wedstrijd; hij regelt de binnenkomst en het vertrek van de combinaties respectievelijk in- en uit de ring; 2. een schrijver die de beoordelingsformulieren op aanwijzing van de keurmeester invult; 3. twee tijdwaarnemers die de parcourstijd tot en met honderdsten van seconden opnemen; 4. twee ringhulpen die de in het ongerede geraakte hindernissen herstellen; 5. een team van tenminste vier personen dat zorgt voor de opbouw van het parcours volgens de instructies van de keurmeester. 4. KLACHTEN a. Organisatoren en wedstrijdleiders hebben het recht klachten als bedoeld in artikel VI.2 van het KR betreffende de gang van zaken tijdens de wedstrijd bij de Raad in te dienen zonder daarvoor het in artikel VI.39 van het KR bedoelde bedrag te storten. b. Klachten als onder a. bedoeld worden tegelijkertijd in afschrift naar het secretariaat van Cynophilia toegezonden

23 HOOFDSTUK VII HINDERNISSEN, CATEGORIEËN en KLASSEN 1. HINDERNISSEN a. In een parcours mogen de volgende hindernissen worden gebruikt: 1. Horden (enkel-, dubbelsprong) 2. Viaduct / de muur 3. Breedtesprong 4. Band 5. Slalom 6. Kattenloop 7. Wip 8. A schutting 9. Tunnel 10. Slurf 11. Tafel b. De hindernissen behoren te voldoen aan het FCI reglement Agility, met dien verstanden dat de toestelwijzigingen zoals aangekondigd door de FCI in januari 2012 per 1 januari 2014 ingaan. c. Voor een wedstrijd ( Vast Parcours ) in de A-B1-B2 en C-klasse moeten alle primaire toestellen worden opgesteld (bij harde wind kan de keurmeester anders beslissen) Onder primaire toestellen wordt bedoeld alle raakvlaktoestellen ( excl. de tafel ) en de slalom. d. De eerste en de laatste hindernis moet een horde zijn, waarvan de eerste geen dubbelsprong mag zijn. e. De slalom en de band mogen slechts éénmaal in een parcours worden opgesteld. f. Het aantal beschikbare horden dient minimaal 14 te bedragen. g. Vóór de wedstrijd controleert de keurmeester of de hindernissen, die hem ter beschikking staan, aan de eisen voldoen. h. De schutting en de band mogen in een parcours voor Veteranen niet worden opgesteld. i. Een dubbelsprong mag niet worden gebruikt in de 1 e graad. j. De dubbelsprong, band en de breed moeten altijd zo worden geplaatst dat deze in een rechte lijn benaderbaar zijn t.o.v. de vorige hindernis

24 2. CATEGORIEËN a. Bij wedstrijden worden categorieën opengesteld, met dien verstande dat het Vast Parcours en de Jumping verplicht zijn. b. VAST PARCOURS: Een parcours inclusief raakvlaktoestellen en eventueel de tafel. c. JUMPING: Een parcours zonder raakvlaktoestellen en de tafel. d. De organisator mag aan een wedstrijd niet in dit reglement genoemde categorieën toevoegen, mits daarbij uitsluitend gebruik wordt gemaakt van gereglementeerde hindernissen. 3. KLASSEN Elke combinatie start in de 1 e graad. INDELING KLASSEN a. 1 e graad: Voor honden die nog geen drie keer een Uitmuntend behaald hebben. b. 2 e graad: Voor honden die naar de 2 e graad promoveren of degraderen. De 2 e graad is onderverdeeld in: A2-klasse (wedstrijdklasse), in deze klasse kunnen geen punten behaald worden voor de promotie / degradatieregeling; B1-klasse (competitieklasse), in deze klasse kunnen punten behaald worden voor de promotie/ degradatieregeling. c. 3 e graad: Voor honden die volgens de promotie/degradatieregeling in deze klasse behoren. De 3 e graad is onderverdeeld in: een B2- en C-klasse. d. Veteranen-klasse. Voor alle honden die op de dag van de wedstrijd de leeftijd van zeven jaar hebben bereikt. Inschrijving in deze klasse is vrijwillig. Als men besluit de hond in te schrijven voor deze klasse dan is men verplicht altijd in deze klasse in te schrijven

25 Als een hond terugkomt na een blessure en de leeftijd van zeven jaar nog niet heeft bereikt, mag de hond tijdelijk in deze klasse uitkomen maar doet buiten mededing in deze klasse mee. Voor honden jonger dan 7 jaar die om medische redenen niet in hun hoogteklasse uit mogen komen, kan dispensatie worden gevraagd om in de veteranen klasse te mogen uitkomen. Indien de hond tijdens het lopende seizoen overgaat naar de veteranenklasse, is de eigenaar verplicht dit minimaal vier weken voor de te lopen wedstrijd aan het wedstrijdsecretariaat van Cynophilia door te geven (zie ook artikel IV.2a.k). De hordes voor de veteranen klasse staan op de volgende hoogten: Veteranen Large cm Veteranen Medium cm Veteranen Small 25 cm e. Open klasse. Deze klasse wordt opengesteld voor honden lopende in de 1 e, 2 e en 3 e graad. 4. ONDERVERDELING KLASSEN Alle klassen zijn onderverdeeld in: a. Large-klasse voor honden vanaf 43 cm; b. Medium-klasse voor honden vanaf 35 cm tot 43 cm; c. Small-klasse voor honden minder dan 35 cm schofthoogte

26 HOOFDSTUK VIII WEDSTRIJDORGANISATIE, WEDSTRIJDUITSLAGEN EN BETALING WEDSTRIJDLICENTIE 1. WEDSTRIJDORGANISATIE a. De organisator is verantwoordelijk voor de gehele organisatie van de wedstrijd. b. Inschrijfgelden komen aan hem ten goede. Alle kosten, die van verzekeringen daaronder begrepen, komen voor zijn rekening. c. De organisator moet beschikken over een wedstrijdterrein waarop ringen van ten minste 20 x 40 meter kunnen worden uitgezet. d. Indien er twee of meer ringen worden uitgezet, moet er tussen de ringen een gesloten afscheiding of een tussenruimte van ten minste vijf meter aanwezig zijn. e. De organisator is tijdens selectie-, kampioenschaps- en titelwedstrijden verplicht zowel bij het Vast Parcours als bij de Jumping, zowel elektronische- als handmatige tijdwaarneming toe te passen. Bij open wedstrijden kan volstaan worden met handmatige tijdwaarneming. f. De organisator kan er voor zorgdragen dat er een inspringveld voor grote- en voor kleine honden aanwezig is, echter alleen met hoogte- sprongen. g. De bodemgesteldheid van het wedstrijdterrein dient zodanig te zijn dat het geen gevaar oplevert voor de honden of hun geleiders. h. Op het wedstrijdterrein moeten humane- en veterinaire hulp aanwezig zijn of op zeer korte termijn beschikbaar kunnen komen. i. De organisator stelt voor iedere categorie bekers of gelijkwaardige prijzen beschikbaar. j. Het aantal prijzen dient in de 1 e graad gelijk te zijn aan 10% van het aantal deelnemers, met een afronding naar boven. k. Als prijs mogen geen geldbedragen beschikbaar worden gesteld. l. De organisator bepaalt bij loting, per klasse en categorie, welk startnummer met de wedstrijd aanvangt; met dien verstande dat alle categorieën vervolgens op catalogusvolgorde worden gelopen. m. Het aantal administratief geplande starts mag niet meer bedragen dan 321 per keurmeester

27 2. WEDSTRIJDUITSLAGEN a. In de rashondenlogboeken c.q. werkboekjes dienen te worden genoteerd en door de keurmeester te worden afgetekend: 1. van de 1 e graad bij het vast parcours en de jumping de behaalde Uitmuntends en de resultaten van het aantal beschikbare prijzen met een minimum van vijf; 2. van de 2 e en 3 e graad, indien dit een selectiewedstrijd betreft, bij het Vast Parcours en de Jumping de resultaten van het aantal beschikbaar gestelde prijzen met een minimum van vijf. 3. Bij een open wedstrijd kan het invullen van de boekjes op verzoek van de geleider plaats vinden, met dien verstande dat alleen de resultaten van het aantal beschikbare prijzen ingevuld hoeven te worden. De bij het vast parcours en de jumping behaalde Uitmuntends in de 1 e graad dienen wel ingeschreven te worden. 4. De resultaten van het Vast Parcours van de buitenlandse deelnemers dienen op verzoek, ongeacht de behaalde plaats, te worden vermeld in het werkboekje. b. De organisator draagt er zorg voor dat van alle wedstrijden de wedstrijduitslagen van het Vast Parcours en de Jumping direct na afloop van de wedstrijd online worden geüpload via de website van Cynophilia. c. Binnen twee dagen na afloop van de wedstrijd dient een door de keurmeester ondertekende catalogus voorzien van de uitslagen van de wedstrijd naar Cynophilia te worden gezonden. d. De organisator dient de beoordelingsformulieren, de uitslagen en de catalogus minimaal één jaar in het eigen archief te bewaren. HOOFDSTUK IX PARCOURS 1. ALGEMEEN a. Bij een agility/behendigheidswedstrijd moet door de deelnemende honden in onderlinge competitie op de daarvoor voorgeschreven wijze en binnen een vooraf, door de keurmeester, bepaalde tijd een met hindernissen uitgezet parcours worden afgelegd. b. Een wedstrijd mag worden onderbroken voor calamiteiten. De verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de wedstrijdleider, dit altijd in samenspraak met de keurmeester(s).

28 2. HET PARCOURS a. De keurmeester stelt het parcours samen en is in deze ook de verantwoordelijke voor het parcours. b. Het parcours bevat ten minste twee veranderingen van richting. c. De afstand tussen twee opeenvolgende hindernissen bedraagt 4 tot 7 meter in de categorie Small en 5 tot 7 meter in de categorie Medium/Large. d. De ruimte voor de eerste hindernis en na de laatste hindernis dient minimaal 6 meter te zijn. e. Het parcours heeft een lengte van ten minste 100 meter en ten hoogste 200 meter, en bevat al naar gelang de categorie, 15 a 22 toestellen waarvan minimaal 7 horden. f. Voor de wedstrijd controleert de keurmeester of de hindernissen die hem ter beschikking staan aan de eisen voldoen. g. De keurmeester geeft een tekening van het parcours aan de ringmeester. h. De ringmeester zorgt voor het opstellen van de hindernissen overeenkomstig het door de keurmeester samengestelde parcours. i. De keurmeester controleert de opstelling van het parcours en - voor zo ver nodig - de maten van de hindernissen en meet vervolgens de juiste lengte van het parcours op. j. Het aanraken of verplaatsen van de toestellen tijdens het verkennen van het parcours is ten strengste verboden. 3. DE WEDSTRIJD a. Vóór de wedstrijd bepaalt de keurmeester voor het Vast Parcours en de Jumping de SPT; rekening houdend met de te keuren klasse en de ter plaatse geldende omstandigheden. De SPT zal worden bepaald door de lengte van het parcours te delen door de gekozen snelheid in meters per seconde. b. Naast de SPT bepaalt de keurmeester de MPT; rekening houdend met de te keuren klasse. De MPT bedraagt niet minder dan 1,5 maal de SPT en ten hoogste 2 maal de SPT. c. Vóór aanvang van elke wedstrijd brengt de keurmeester de deelnemers op de hoogte van de route van het parcours en deelt hij de SPT en de MPT mee. Hij wijst de deelnemers op het wedstrijdreglement en op de regels voor de toekenning van de strafpunten. d. Protesten over de hindernissen en/of het parcours moeten vóór aanvang van de wedstrijd aan de keurmeester kenbaar worden gemaakt.

29 e. Oefenen op het wedstrijdparcours is niet toegestaan. De geleider mag, zodra de klasse waarin hij is ingedeeld aan de beurt is, zonder hond het parcours verkennen. f. De geleider moet in de ring het betreffende startnummer duidelijk zichtbaar dragen. g. Vóór de start plaatst de geleider de hond zittend, liggend of staand voor de startlijn; neemt de halsband af en geeft op last van de keurmeester de hond het bevel om te vertrekken. i. De keurmeester geeft het startsignaal door middel van een fluitsignaal. j. Op het moment dat de hond de startlijn passeert, start de klok. k. De geleider mag zich op het parcours opstellen of met de hond meelopen; hij zorgt er voor dat de hond de hindernissen in de juiste volgorde neemt en mag tijdens het afleggen van het parcours signalen en bevelen geven. l. De geleider mag niets in de hand houden, de hond en de hindernissen niet aanraken, de hindernissen niet zelf nemen of er onder door gaan. m. Tijdens het lopen van een parcours mag de hond niets aan- of om hebben. n. Bij het afleggen van een parcours kunnen fouten gemaakt worden die onderscheiden worden in tijdfouten, fouten en weigeringen. o. Fouten leiden tot het toekennen van strafpunten en tot diskwalificatie. p. Op het moment dat de hond de finishlijn passeert, wordt de klok stilgezet. q. Nadat de hond de finish heeft gepasseerd, lijnt de geleider de hond aan en verlaat de ring. r. Wanneer een combinatie een diskwalificatie oploopt in het parcours mag deze het parcours vervolgen tot aan de vastgestelde SPT. De keurmeester is echter te allen tijde gerechtigd om de combinatie te verzoeken de ring te verlaten

30 HOOFDSTUK X STRAFPUNTEN, TIJDFOUTEN, WEIGERINGEN en DISKWALIFICATIE 1. STRAFPUNTEN Strafpunten worden gegeven als de hond of de geleider een fout maakt. Per fout gelden vijf strafpunten. Fouten mogen niet hersteld worden. Een fout wordt gegeven voor: a. het afwerpen van een onderdeel van een toestel, maar niet nadat het volgende toestel genomen is; b. het minder dan één poot zetten op een raakvlak; c. het voortijdig verlaten van de tafel voordat de keurmeester het teken geeft; deze fout moet wel hersteld worden; d. het van de wip afspringen nadat de hond met vier poten het middelpunt van de wip gepasseerd is en voordat deze de grond heeft geraakt; e. het tussen twee leggers doorspringen; f. het missen van een doorgang bij de slalom, deze wordt éénmaal bestraft, deze fout dient hersteld te worden; g. Het omverspringen of een poot plaatsen op een element of tussen twee elementen op de grond bij de breedtesprong; h. het door de start- of finishlijn lopen van de geleider; tevens gaat de tijd lopen als de geleider door de startlijn loopt; i. het door de geleider aanraken van de hond, waardoor voordeel wordt behaald; j. het door de geleider opzettelijk aanraken van een toestel. k. wanneer de band breekt wanneer de hond erdoor gaat (bij gebruik van een breekbare band) 2. TIJDFOUTEN a. De exacte tijd wordt genoteerd in honderdsten van een seconde. b. Tijdfouten worden gemaakt bij overschrijding van de SPT. c. Indien de exacte tijd gelijk is, kan de keurmeester besluiten tot een barrage. 3. WEIGERINGEN Weigeringen dienen hersteld te worden, indien dit achterwege blijft volgt diskwalificatie. Per weigering gelden vijf strafpunten. Aan de hond wordt een weigering gegeven voor: a. het duidelijk tot stilstand komen voor een toestel;

31 b. het geheel of gedeeltelijk voorbij lopen van een toestel; c. het steken van een poot of de snuit in de tunnel of de slurf en zich vervolgens terugtrekken; d. het niet met vier poten aangeraakt hebben van het dalende gedeelte van een raakvlaktoestel; e. het onder of naast de bandsprong of een open hindernis doorlopen; f. het schuin in- of uitspringen van de breedtesprong; g. het lopen over de breedtesprong; h. het nemen van een verkeerde ingang bij de slalom; dit geldt ook als na het maken van de fout opnieuw met de slalom begonnen wordt; i. het aan de tegenovergestelde kant van de looprichting de tafel op gaan. Deze weigering dient als enige niet hersteld te worden. 4. DISKWALIFICATIE Diskwalificatie wordt door de keurmeester met een fluitsignaal kenbaar gemaakt. De combinatie dient op last van de keurmeester de ring onmiddellijk te verlaten. Bij het bepalen van de rangschikking wordt de combinatie niet in aanmerking genomen. Een combinatie wordt gediskwalificeerd bij: a. de derde keer dat een weigering is gegeven; b. ruw gedrag tegenover de hond of onbehoorlijk gedrag tegenover de keurmeester; c. het door de hond dragen van een halsband of iets dergelijks; d. het door de hond bevuilen van de ring; e. het door de hond verlaten van de ring bij onvoldoende appèl; f. het door de hond verkeerd volgen van het parcours; g. het door de geleider dragen van schoeisel of kleding dat gevaar oplevert voor de hond; h. het overschrijden van de MPT of het door de geleider staken van de wedstrijd; i. het door de geleider nemen van een toestel; j. het door de geleider opnieuw voor de startlijn plaatsen van de hond nadat de hond op last van de keurmeester door de start is gegaan, tenzij dit gebeurt op aanwijzing van de keurmeester; k. het door de geleider in de ring dragen van het verkeerde startnummer; l. Het door de geleider iets in de hand houden; m. Het niet herstellen van een fout in de slalom, het vroegtijdig verlaten van de tafel of het niet herstellen van een weigering, resulteert bij het nemen van het volgende toestel tot een diskwalificatie; n. Het meer dan twee poortjes terug nemen bij de slalom;

32 CYNOPHILIA o. als de band breekt bij een weigering (bij gebruik van een breekbare band).

33 5 HET NEMEN VAN DE TAFEL DE TAFEL a. Gedurende vijf seconden dient de hond te wachten op de tafel. Dit mag in elke positie zijn, die gedurende het wachten mag worden veranderd. Het tellen start zodra de hond op de tafel is. b. Als de hond de tafel verlaat voordat het tellen is beëindigd en voordat de keurmeester hiervoor het signaal heeft gegeven, wordt dit bestraft met één fout. De hond dient weer terug te gaan op de tafel, waarna het tellen opnieuw gestart wordt. c. De hond mag zowel vanaf de voorkant als vanaf een zijkant op de tafel springen. d. Als de hond de tafel voorbij loopt en via de achterzijde op de tafel springt, wordt dit bestraft met een weigering. e. Als een hond van de tafel glijdt wordt dit bestraft met één fout. De hond mag van elke zijde terug op de tafel. f. Het onder de tafel doorlopen wordt bestraft met een weigering. 6. BEVOEGDHEDEN KEURMEESTER a. De keurmeester is bevoegd in niet voornoemde gevallen beslissingen te nemen die een sportieve voortzetting van de wedstrijd waar- borgen. b. Beslissingen van de keurmeester zijn bindend. c. Protesten over de rangschikking -in welke vorm ook- zijn niet mogelijk

34 HOOFDSTUK XI WEDSTRIJDPUNTEN ENPROMOTIE / DEGRADATIE 1. WEDSTRIJDPUNTEN a. Het totaal van het aantal -per klasse- aangewezen selectiewedstrijden die meetellen voor het puntenklassement wordt per jaar vastgelegd in het promotie en degradatiereglement. c. Bij selectiewedstrijden kunnen door de C-B2 en B1 klasse zowel bij het Vast parcours als bij de Jumping wedstrijd punten worden behaald, volgens een jaarlijks door de Commissie Agility vast te stellen schema, met dien verstande dat aan combinaties enkel wedstrijdpunten toegekend worden als zij een Uitmuntend hebben behaald. d. De regeling m.b.t. het behalen van een Uitmuntend : zie Promotie/degradatieregeling. 2. PUNTENVERWERKING EN COMBINATIES UIT HET BUITENLAND a. Van de 2 e en 3 e graad wordt gedurende het wedstrijdseizoen per categorie een puntenlijst samengesteld in rangorde van het aantal behaalde wedstrijdpunten; met dien verstande dat de punten van het Vast Parcours en de Jumping bij elkaar worden geteld. b. Combinaties uit het buitenland tellen bij het wedstrijdpuntensysteem niet mee. 3. PROMOTIE VAN DE EERSTE NAAR DE TWEEDE GRAAD a. Jaarlijks zal voor aanvang van het wedstrijdseizoen de promotie/degradatieregeling worden vastgesteld. Hiertoe zal een overzichtslijst worden gepubliceerd op de website van Cynophilia

35 HOOFDSTUK XII KWALIFICATIE WK, TITELWEDSTRIJD, KAMPIOENSCHAPS- WEDSTRIJD EN WEDSTRIJDWINNAAR 1. KWALIFICATIE WK (UITSLUITEND RASHONDEN) a. Aan het W.K. kan zo wel individueel als in teamverband worden deelgenomen. b. Jaarlijks wordt vastgesteld hoeveel honden er per categorie worden aangewezen. Tevens zal jaarlijks criteria voor deelname worden vastgesteld. c. - vervallen - d. De Commissie Agility behoudt zich het recht voor om, na de laatste selectiewedstrijd voor het WK, de overige plaatsen aan te wijzen. e. De wereldkampioen van het vorige jaar plaatst zich automatisch en wordt toegevoegd aan de selectie. 2. TITELWEDSTRIJD a. De Titelwedstrijd wordt in de maand juni gehouden; b. De Titelwedstrijd wordt conform de bepalingen van het WK georganiseerd; twee parcoursen (het Vast Parcours en de Jumping) waarbij de gelopen tijden (en fouten) bij elkaar opgeteld worden. c. De large-, medium- en small hond waaraan het laagste strafpuntentotaal en de snelste tijd is toegekend, komt in aanmerking voor de titel Behendigheidskampioen met jaartal als bedoeld in artikel V.67 van het KR. 3. LOOPVOLGORDE TIJDENS DE TITELWEDSTRIJD a. Gestart zal worden met de Jumping. De startvolgorde zal door loting worden bepaald en is gelijk aan de catalogusvolgorde. De startvolgorde van het Vast Parcours zal zijn in omgekeerde volgorde van het klassement na de Jumping. b. In alle gevallen is de startvolgorde Small Medium Large