Notulen van de openbare vergadering van de Raad van de gemeente Hoorn, gehouden op 7 oktober 2003 om uur.

Transcriptie

1 Notulen van de openbare vergadering van de Raad van de gemeente Hoorn, gehouden op 7 oktober 2003 om uur. Aanwezig 29 leden, te weten: de dames M.J.S. van Berkum-Schouten (CDA), M.L. Braam-Creebsburg (PvdA), L.J. van Diest (GroenLinks), J.F.M. Kamphuis (Hoorns Belang), H. Kaplan (PvdA), I. Tillema- Schuitmaker (D66), I.J.A. Wiebes-van den Brink (VVD) en M.J. Wilms-Nielen (PvdA) en de heren H.G. Bakker (GroenLinks), J.A. de Boer (GroenLinks), P. Brandsen (PvdA), S. Broersma (PvdA), P.J. Bruijns (PvdA), S.W.M. Commandeur (VVD), P.J. van der Hall (Hoorns Belang), W. van Hilten (VVD), J.W.A. Kukler (GroenLinks), C.A. van der Maat (VOCH), A. van der Meer (OuderenUnie), S. van der Meer (CDA), J. van Ossenbruggen (VVD), G.J. Otten (VOCH), E.S. Ottens (PvdA), L.W.H.M. Pinxten (D66), C. Schaap (CDA), J.J.M. Scholte (OuderenUnie), A. Stam (VOCH). J. van der Tuin (CDA), E.P. Wagemaker (PvdA). Voorzitter Burgemeester dr. G.O. van Veldhuizen Griffier Mevrouw drs. J.F. Kamminga Wethouders Mevrouw C.G. van Weel-Niesten De heren J.H. van Es, mr. F.H. Hansen, A. Helling en R.L.H.C.M. Tonnaer Gemeentesecretaris De heer J.A.M. Bakker 1. Opening en mededelingen. De voorzitter opent de vergadering en heet eenieder welkom. De voorzitter meldt dat hij bericht van verhindering ontvangen heeft van mevrouw J.N. Willemsma (CDA) en de heren E.J. Fillet (Hoorns Belang), R.J.R. Witteveen (PvdA) en H. van Lunteren (VVD), De voorzitter meldt dat hij namens het college nog een mededeling wil doen. Eenieder heeft wellicht in het weekend of afgelopen maandag het VNG-blad ontvangen met daarin de aankondiging van de bijzondere extra ledenvergadering op 9 oktober a.s. Het college heeft vanochtend besloten om zich daar ambtelijk te laten vertegenwoordigen, maar wel met een mandaat. Dit mandaat is dat het college de VNG in haar stellingname onder leiding van voorzitter Deetman zal ondersteunen. Hij signaleert dat er een aantal vragen zijn. Die vragen mag men aan de hand van de mededeling stellen; hij kan er wel kort een punt van maken. Als men het college over het overige aan de tand wil voelen kan dit gebeuren in de eerstvolgende commissie. Kort en goed, het college schaart zich dus achter het VNG-standpunt op die vergadering. De heer Kukler interrumpeert en stelt zich voor dat hij nu thuis bij de radio zit. Hij begrijpt dat het college een standpunt inneemt, maar hij heeft geen idee waar het over gaat. De voorzitter signaleert dat de heer Kukler een heel attente luisteraar is. Bedankt daarvoor! Hij zal een en ander kort en krachtig toelichten. De VNG (De Vereniging van Nederlandse Gemeenten) waar bijna alle 500 Nederlandse gemeenten lid van zijn - hij kent althans geen gemeente die geen lid is - maakt zich ernstige zorgen over de financiële maatregelen genomen door dit kabinet. Het komt er in het kort op neer dat de gemeenten daarbij zeer zwaar moeten inleveren en dat zij zich afvragen of men daardoor nog wel datgene kan doen wat er gedaan moet worden. Een bijzonder onderdeel in deze discussie is de afschaffing van de OZB (onroerend zaak belasting) omdat velen menen om verschillende redenen - één reden is de gemeentelijke autonomie, de gemeentelijke zelfstandigheid - dat een lokale democratie niet alleen over de kwaliteit van het leven moet kunnen spreken, maar ook een beetje over de prijs van het leven. Dit staat ook in het Europese handvest dat dit zo moet zijn en 1

2 dat dreigt in Nederland in gevaar te komen. In Nederland zit men helemaal achter aan de wagen in Europa. Gemiddeld is dit 30% eigen inkomsten. In Nederland nadert dit de vijf procent en misschien nog wel minder. Nogmaals bedankt hij de heer Kukler voor zijn opmerking. 2. Vaststelling van de agenda van de raadsvergadering van 7 oktober De voorzitter geeft het woord aan de heer Bakker van GroenLinks. De heer Bakker merkt op dat hij graag punt 22 (initiatiefvoorstel van GroenLinks over de haalbaarheid van het aanbieden van Zmok-onderwijs in Hoorn) naar voren zou willen halen. Ook zou hij de agendapunten 19 en 20 naar de bespreekpunten willen overhevelen. Als punt 19 aan de orde komt, dient daaraan agendapunt 21 gerelateerd te worden. Dit hangt af van wat er over agendapunt 19 besloten wordt. Ten aanzien van het initiatiefvoorstel van GroenLinks wijst de voorzitter erop dat volgens het reglement van orde men verplicht wordt om dit agendapunt helemaal achter aan de agenda te plaatsen. Een en ander zou zelfs een eigen kopje verdienen C initiatief voorstellen en niet moeten worden geplaatst onder de B-stukken. De heer Bakker vraagt als dit initiatiefvoorstel vermeld staat bij de agendapunten waarbij discussie niet nodig wordt geacht, of hij er dan gevoeglijk vanuit kan gaan dat het voorstel raadsbreed wordt aangenomen. De voorzitter antwoordt hierop dat de wens de vader van de gedachte is en dat de avond nog jong is. Hij stelt vast dat het voorstel van GroenLinks onder C zal worden geplaatst, zodat men het daar apart - men heeft hierover nu al samen plezier, dat doet hem deugd - kan behandelen. De voorzitter geeft het woord aan de heer Bruijns van de PvdA. De heer Bruijns stelt voor om dit agendapunt van deze raadsagenda af te voeren en om het te behandelen in de commissie, zoals dit ook is afgesproken met het presidium. Zaken worden eerst in de commissie behandeld. Inhoudelijk is er ook op dit punt heel wat af te dingen, maar hij denkt niet dat men dit op dit moment moet doen. Van verschillende fracties heeft hij begrepen dat men hierover graag inhoudelijk wil praten. De PvdA heeft hierbij het volgende standpunt. De voorzitter interrumpeert en signaleert dat de heer Bruijns nu inhoudelijk op dit agendapunt ingaat. Hij verzoekt de heer Bruijns hiermee te stoppen. Hij wijst erop dat de heer Bruijns kan aangeven dat agendapunt 19 overgeheveld kan worden naar de A-stukken, teneinde hierover te spreken. Ook kan de heer Bruijns aangeven dat dit agendapunt van de agenda afgevoerd kan worden, omdat een en ander nog niet genoegzaam is voorbereid. Er is in de commissie hierover uitvoerig gesproken, echter niet naar de smaak van de heer Bruijns. Men is geen democratie - en dat moet men ook vooral niet worden - die bij meerderheid besluit minderheden monddood te maken. Dit is geen goede zaak. Als de commissie heeft besloten dat men het voor bespreking rijp achtte - en zo is het via het presidium op de concept agenda beland - dan is het thans aan de raad (u krijgt zo de beurt mijnheer Ottens, zij die geloven haasten zich niet) om te bepalen of dit punt op de agenda moet blijven staan of niet. De heer Van der Hall wijst erop dat hij zojuist heeft vernomen dat het in de commissie is aangeboden ter kennisname en niet meer en niet minder. Hij steunt derhalve het voorstel van de heer Bruijns. De heer Ottens merkt op dat hij dit ook had willen zeggen. De voorzitter stelt vast dat thans het voorstel wordt gedaan om de agenda zo te behandelen. Er wordt dus in die zin een mondeling amendement ingediend, maar dat moet in dit geval zo kunnen. Er zijn nu twee fracties die agendapunt 19 van de agenda willen afvoeren. De heer A. van der Meer meldt dat hij agendapunt 19 van de agenda wenst af te halen. 2

3 De heer Van der Tuin geeft aan dat het CDA geen behoefte heeft om dit punt weer te gaan bespreken, omdat de kaders al zijn gesteld. Hij gaat er nu natuurlijk weer inhoudelijk op in. De motivatie is dat de kaders bij de Linten zijn gesteld en men aan de uitvoering toe is. Het CDA heeft er geen behoefte aan om elk stukje uitvoering weer opnieuw uitvoerig te gaan bediscussiëren. De heer Commandeur meldt dat hij zich in deze volledig bij de heer Van der Tuin aansluit. De heer Otten geeft aan dat de VOCH het agendapunt wil handhaven op de agenda. De VOCH sluit zich aan bij de VVD en het CDA. Mevrouw Van Diest meldt dat het van GroenLinks van de agenda af mag. Mevrouw Tillema merkt op dat het punt van D66 van de agenda af mag. De voorzitter signaleert dat de meerderheid er voor lijkt te zijn om agendapunt 19 van de agenda af te voeren, teneinde het in de desbetreffende commissie wederom aan de orde te stellen. De heer Commandeur merkt op dat hij hier problemen mee heeft. Men krijgt nu ook niet de kans om de argumentatie behoorlijk naar voren te brengen waarom er wel degelijk hierover een besluit genomen kan worden. Het is in de commissie aan de orde geweest. Daar is met name door de heer Bruijns de link met de discussie over de Linten gelegd. Er ligt daar nog een verkeersprobleem dat opgelost moet worden. Het ligt in de planning dat daarover nog gesproken gaat worden. Zoals de heer Van der Tuin al aangaf, zijn er eerder in de raad besluiten genomen die in de commissie zijn besproken over de inrichting van een aantal wegen. De raad heeft toen gesignaleerd dat hierbij een parkeerprobleem ontstaat doordat er geen auto s meer op de wegen mogen parkeren. Men heeft het college gevraagd hiervoor een oplossing te zoeken. Het college komt nu met een oplossing en hij vraagt zich dan ook af waarom dit punt nu van de agenda afgevoerd moet worden. De voorzitter merkt op dat hij het hiermee eens is en dat de heer Commandeur gelijk heeft. Verder vindt hij dat men het hier inhoudelijk niet meer over moet hebben. Het ziet er naar uit dat alleen het CDA, de VOCH en de VVD op dit moment bereid zijn agendapunt 19 voor besluitvorming op de agenda te houden. Dit is dus duidelijk niet de meerderheid, maar de minderheid. Dan kan men toch niet met elkaar anders besluiten dan dat dit punt zo niet te handhaven is? De heer Van der Tuin merkt op dat hij hier ook vrede mee heeft. Het is alleen even het punt (misschien ter bespreking in het komende weekend) wat dan de waarde is om in de commissie te vragen hoe er met die stukken wordt omgegaan en vervolgens wordt het stuk geagendeerd. Inmiddels zijn wij een week verder en gaan wij het nu niet bespreken. De voorzitter antwoordt hierop dat de heer Van der Tuin daarin gelijk heeft, maar dat deze discussie hem iets lijkt voor een andere tijd en een andere plaats. De voorzitter concludeert dat agendapunt 19 van de agenda is afgevoerd. De voorzitter geeft het woord aan de heer Bakker. De heer Bakker meldt dat hij ook agendapunt 20 als bespreekvoorstel had aangekondigd. De voorzitter geeft aan dat hij niet anders kan doen dan ermee akkoord te gaan dat agendapunt 20 als A-stuk zal worden besproken. De voorzitter geeft het woord aan de heer Bruijns. De heer Bruijns meldt dat ook hier geldt dat dit agendapunt niet is geagendeerd in de commissie Stadsontwikkeling en Leefomgeving. De ellende krijgen wij nu! De PvdA vindt dat men de argumenten van het college niet kent, waarom er nu gekozen moet worden voor een andere oversteek over Het Keern. Er wordt nu een wedstrijd uitgeschreven en dat is toch een weg die ingeslagen wordt en die niet teruggedraaid kan worden. Als het college nu verstandig is en de raad voor de volgende 3

4 commissie-vergadering Stadsontwikkeling en Leefomgeving informeert wat de beweegredenen zijn, dan is men eruit. De voorzitter reageert hierop dat hij de heer Bruijns nog een keer goed de duale procedure moet uitleggen. Het agendapunt stond ter kennisname op de raadsagenda. Bij het vaststellen van de commissieagenda kan een raadslid zeggen: ter kennisname is mij niet genoeg, ik wens het te bespreken. Als men op dat moment die kans laat lopen en het presidium vervolgens besluit dat het op de raadsagenda onder B komt, dan staat het daar. Het voorstel van de heer Bakker is nu om agendapunt 20 als een A-stuk te bespreken. De lijn is heel eenvoudig. Als een raadslid het wenst om van een B-stuk een A-stuk te maken, dan is de regel hier dat dit wordt gehonoreerd. Hij stelt derhalve vast dat agendapunt 20 aan de bespreekpunten zal worden toegevoegd, zodat hierover inhoudelijk gesproken kan worden hoe hiermee verder te gaan. De voorzitter geeft het woord aan de heer Stam. De heer Stam wenst agendapunt 20 als A-stuk te behandelen. De voorzitter geeft het woord aan de heer A. van der Meer. De heer A. van der Meer geeft aan dat bij punt 5 het vaststellen van de notulen van de raadsvergadering van 9 september 2003 staat vermeld. Op 9 september 2003 heeft er ook een besloten vergadering plaatsgevonden. Moeten die notulen ook niet vanavond behandeld worden? De voorzitter antwoordt hierop dat deze notulen in een aparte besloten vergadering na deze openbare raadsvergadering zullen worden behandeld. De heer A. van der Meer wijst erop dat dit echter niet op de agenda staat. De voorzitter antwoordt hierop dat dit er naar zijn mening wel staat. De heer A. van der Meer vraagt verder of hij over agendapunt 21 (begrotingswijzigingen) een vraag mag stellen. De voorzitter neemt aan dat als de heer A. van der Meer een vraag stelt, hij ook een antwoord wenst. Hij vindt dat van dit punt dan toch een A-stuk gemaakt moet worden. Als de heer A. van der Meer een vraag wil stellen en hij wenst daar ter vergadering een antwoord op te krijgen dan is dat bespreken en niet zonder meer goedkeuren. De voorzitter stelt vast dat agendapunt 21 aan de bespreekpunten zal worden toegevoegd. De voorzitter geeft het woord aan de heer Wagemaker. De heer Wagemaker geeft aan dat het een beetje vervelend begint te worden. Bijna alle B-stukken zouden eigenlijk A-stukken moeten zijn. In ieder geval geldt dit voor de PvdA voor agendapunt 14, waarbij er een krediet van ,- beschikbaar gesteld moet worden voor het Ontwikkelingsfonds Noord/West 8. De PvdA heeft wel behoefte om daar een kanttekening bij te plaatsen. Hij kan zich voorstellen dat er meer partijen zijn die daar iets over willen zeggen. De voorzitter stelt vast dat agendapunt 14 ook aan de bespreekpunten zal worden toegevoegd. De agenda van de raadsvergadering wordt met inachtneming van bovengenoemde wijzigingen vastgesteld. 3. Spreekrecht burgers. De voorzitter meldt dat de heer J. Jong, Westerblokker 116, zich hiervoor heeft gemeld. De heer Jong wenst in te spreken over agendapunt 19 (Voorstel inzake het beschikbaar stellen van een krediet van 4

5 ,- exclusief B.T.W. voor het realiseren van een parkeervoorziening langs de Linten) dat zojuist afgevoerd is. Hij wijst erop dat de heer Jong echter niet onverrichter zake naar huis zal gaan. Tevens wijst hij erop dat strikt formeel alleen vragen kunnen worden gesteld over punten die op de agenda staan. Hij vindt het echter van weinig hoffelijkheid getuigen nu de heer Jong hier vanavond is, dat hij niet in de gelegenheid wordt gesteld om kort aan te geven wat hij over agendapunt 19 wil zeggen. Hij denkt dat de raad zich hierin wel kan vinden als hij deze uitzondering maakt. Vervolgens geeft hij het woord aan de heer Jong. De heer Jong meldt dat hij al 62 jaar aan de Westerblokker woont tussen de Aldi en de Naaldhorst. Hij kent zijn dorp daarom aardig goed. Hij stond afgelopen zondagochtend met zijn buren in de ochtendzon te praten, toen er iemand aankwam met een briefje. Deze persoon wees hem en zijn buren erop dat er een parkeerplaats zal komen tussen de schapen en de geiten. Hij dacht dat dit een grapje was, want wat moet je er anders van zeggen? Later dacht hij, misschien zal het toch wel serieus zijn. Hij heeft dit besproken, waarbij geconcludeerd werd dat het een raar voorstel is. Er is namelijk geen parkeerprobleem. Op alle poorten en erven die daar aanwezig zijn kunnen tussen de drie en de tien auto s bij de huizen staan. Hij vraagt zich derhalve af om men geld in zo n parkeerterrein moet steken. Men begrijpt daar echt helemaal niets van en men was hier verontwaardigd over.vandaar dat hij vanavond hier is om er toch voor te pleiten dat dit een foute manier is om parkeerplaatsen te gaan creëren. De voorzitter bedankt de heer Jong voor zijn betoog en wenst hem wel thuis. De heer Jong kan natuurlijk ook nog even blijven. Leerlingen van het Copernicus college betreden de raadszaal en delen een pamflet uit. Hierin pleiten zij voor een bioscoop in Hoorn. De voorzitter bedankt de leerlingen voor hun komst en het verzoek om hoop. Jullie zijn in ieder geval onze hoop, dat jullie jonge en actieve medebewoners van Hoorn zijn die duidelijk maken wat zij graag willen. Dit is een originele manier van inspreken. Dit was de meest georganiseerde flash-mop in Nederland. Ook daarmee gefeliciteerd en nog een fijne avond toegewenst. 4. Vragen van raadsleden. De voorzitter stelt vast dat er geen vragen van raadsleden zijn. De heer Pinxten meldt dat hij een vraag heeft ingediend bij mevrouw Van der Laan. De voorzitter meldt dat hij zijn vraag niet bij mevrouw Van der Laan, maar bij de griffier had moeten indienen. Hij stelt vast dat mevrouw Van der Laan heel veel kan en dat zij wellicht de vraag van de heer Pinxten had kunnen beantwoorden. De heer Pinxten merkt op dat hij dacht dat dit de weg was om zijn vraag in te dienen. De voorzitter meldt dat de heer Pinxten dit 48 uur voor aanvang van de vergadering bij de griffie had moeten melden. De heer Van der Tuin merkt op dat hij nu wel nieuwsgierig wordt. De voorzitter concludeert dat dit helaas niet voor deze vergadering is. 5. Vaststelling van de notulen van de openbare raadsvergadering van 9 september De voorzitter geeft het woord aan de heer Wagemaker van de PvdA. De heer Wagemaker meldt dat hij het hele weekend tot op de dag van vandaag in een identiteitscrisis heeft gezeten. Wat zag hij namelijk op pagina 21. De voorzitter geeft het woord aan de heer Wagemaker van de VVD. Hij hoopt dat dit gewijzigd kan worden, want zo wil hij de geschiedenis niet 5

6 ingaan. Verder geeft hij aan dat er op pagina 22 - en dat is wat serieuzer, het eerste was overigens ook serieus - ongeveer halverwege de pagina twee keer wordt gesproken over de Museumstoomtram van de Twintigste Eeuw. Dit is misschien ooit een fusie waard, dat hem op zich wel prima lijkt. Het is duidelijk dat dit in die alinea even gecorrigeerd moet worden. De voorzitter antwoordt dat een en ander gecorrigeerd zal worden. Vervolgens geeft hij het woord aan mevrouw Kamphuis van Hoorns Belang. De voorzitter geeft het woord aan mevrouw Kamphuis van Hoorns Belang. Mevrouw Kamphuis verwijst naar pagina 15 - derde alinea, vierde zin moet worden: Het bouwplan mag niet meer bedragen dan de aangegeven minima en maxima (drie tot zes meter) en daar valt het tussen. De voorzitter antwoordt hierop dat dit ook gecorrigeerd zal worden. Het verslag wordt met inachtneming van bovengenoemde wijzigingen vastgesteld. Vaststelling van de notulen van de installatievergadering van de raad van 15 augustus De heer Pinxten interrumpeert en wijst de voorzitter erop dat er bij het spreekrecht burgers staat vermeld dat zij zich uiterlijk 48 uur voor de vergadering moeten aanmelden bij de griffier. Ten aanzien van de vragen van raadsleden staat er vermeld dat deze uiterlijk 24 uur voor de vergadering aangemeld moeten worden bij de raadsvoorzitter. De voorzitter constateert dat de heer Pinxten hier een punt heeft. Wellicht dat de griffier daar kort op kan antwoorden hoe de procedure dient te zijn. De griffier antwoordt hierop dat het in feite zo is dat de secretaris van de raadsvoorzitter de griffier is en dat de secretaresse van de burgemeester mevrouw Van der Laan is. Alles dat voor de raad bestemd is gaat via de griffie. De voorzitter merkt op dat hij de slechtste niet is en dat hij denkt dat niemand er moeite mee zal hebben als hij de heer Pinxten, nadat de installatievergadering van 15 augustus 2003 is vastgesteld, de gelegenheid geeft een vraag te stellen. De voorzitter geeft het woord aan de heer Commandeur van de VVD. De heer Commandeur wijst erop dat hij tijdens deze vergadering namens de raad is toegesproken door de heer Wagemaker. Nu weet hij dat hij af en toe een bijdrage doet aan de welvarendheid van Peter de Rijcke, maar zoals het hier staat zonder ck is het toch echt fout, het moet zijn Peter de Rijcke met ck. Het verslag wordt met inachtneming van bovengenoemde wijziging vastgesteld. De voorzitter geeft het woord aan de heer Pinxten van D66. De heer Pinxten geeft aan dat één van de belangrijkste agendapunten vanavond het krediet voor de voorbereidingskosten ten behoeve van de jachthavenontwikkeling en het ontwikkelen van een regatta centrum aan de Schelphoek is. Hiervoor heeft hij een raadsvoorstel ontvangen. Hij meldt dat hij niet de nota s Definitiefase haalbaarheidsstudie jachthaven Schelphoek Hoorn en Natuurtoets Jachthaven Schelphoek heeft ontvangen. Die nota s vindt hij echter dermate belangrijk omdat deze hem achtergrondinformatie kunnen verschaffen. Hij heeft daarom tijdig contact opgenomen met de griffie, waarbij hij als antwoord kreeg - dit heeft hij niet zozeer bij de griffie maar ook in het verleden al vaker te horen gekregen - dat deze nota s slechts in een beperkte oplage verspreid worden. Het zou een paar honderd euro extra kosten om deze nota s ook aan bijvoorbeeld plaatsvervangende leden (hij is plaatsvervangend lid van de commissie Stadsontwikkeling en Leefomgeving) te verspreiden. Hij heeft de nota s wel kunnen lenen van zijn fractievoorzitter, maar eigenlijk vindt hij dit toch niet geheel juist. 6

7 Hij vindt ook dat de plaatsvervangende raadsleden - ook als dit wat extra kost - aan hun informatie moeten kunnen komen. Zijn vraag is of de voorzitter deze mening ook is toegedaan. De voorzitter heeft zich echter op deze vraag niet kunnen voorbereiden. Als de voorzitter dit ook vindt, kunnen raadsleden, commissieleden en de plaatsvervangende raadsleden dan voortaan rekenen op toezending van dergelijke nota s ook als dit wat meer kost? De voorzitter antwoordt hierop dat wat de raadsvoorzitter hiervan vindt bijzonder interessant is, maar dat dit niet ter zake doet. De raad gaat er natuurlijk zelf over tegen welke kosten men welke kwaliteit wenst voor het raadswerk. Hij denkt dat het goed is als de griffier even kort uiteenzet hoe de procedure op dit punt is en of de schaarste inderdaad zo nijpend is. De griffier beaamt dat het inderdaad een kostenaspect is wat hierbij meespeelt. Die informatie is op zich correct op dit moment. Inmiddels heeft er overleg plaatsgevonden en het is de bedoeling dat de raadsleden, commissieleden en schaduwfractieleden deze rapporten gaan krijgen. Het zal nog even tijd kosten om die gedachte te implementeren. De griffie doet haar best! De heer Pinxten geeft aan dat hij zeer tevreden is met dit antwoord. De voorzitter merkt op dat de heer Pinxten dit ook mag zijn. De voorzitter geeft het woord aan de heer Van der Tuin van het CDA. De heer Van der Tuin geeft aan dat hij een beetje verbaasd is over dit antwoord. Er zijn namelijk recentelijk andere afspraken gemaakt. De voorzitter stelt voor om dit nog eens een keer in het presidium tegen het licht te houden. Vervolgens constateert hij dat dit in de werkgroep faciliteiten aan de orde is geweest. Mag hij het presidium - als verzamelpunt van dit soort vragen - vragen om hier dan goed mee om te gaan? Men zal de raad hierover via de geëigende wegen informeren. Geluk duurt soms kort, mijnheer Pinxten! 6. Eerste lijst van ingekomen stukken. De eerste lijst van ingekomen stukken wordt conform vastgesteld. Tweede lijst van ingekomen stukken. De voorzitter geeft het woord aan de heer Wagemaker van de PvdA. De heer Wagemaker verwijst naar een brief die hij van het college ontvangen heeft over het ontwikkelingsbeeld Noord/West Noord-Holland Noord. In het verslag van de B&W vergadering ziet hij dat deze brief is aangeboden aan de raad om deze eventueel te bespreken. Vervolgens vraagt hij of eenieder op de hoogte is over welke brief hij het nu heeft. Hij wijst erop dat deze brief vorige week is verstuurd. De heer Kukler interrumpeert en vraagt of de heer Wagemaker een andere tweede lijst van ingekomen stukken heeft dan hij. De heer Wagemaker antwoordt hierop dat deze brief niet op deze lijst staat vermeld. Het is een afschrift van een brief aan het college van Gedeputeerden. Het betreft een eerste reactie op hetgeen allemaal in Haarlem gebrouwd wordt met betrekking tot de ontwikkeling van het streekplan. Wat is de bedoeling hiervan? Zal hierover gesproken worden of niet of zal hierover een andere keer gesproken worden? De voorzitter antwoordt dat hierover vanavond in ieder geval niet gesproken zal worden. Men kan hier echter besluiten waar en wanneer de raad hierover wel gaat praten. 7

8 De heer Wagemaker merkt op dat het hem sowieso verstandig lijkt om deze brief zo snel mogelijk in de commissies Stadsontwikkeling en Leefomgeving en/of Bestuur en Middelen ter discussie te stellen. Het lijkt hem toch uitermate belangrijk om met elkaar te bediscussiëren wat er allemaal bedacht wordt in Haarlem. Mevrouw Tillema interrumpeert en meldt dat tijdens de vorige raadsvergadering hiervoor door de heer Ottens ook al een inzet is gegeven. De fractie van D66 heeft hierbij aangegeven dat zij die discussie in de raad wenst. Dit zou eventueel in oktober plaatsvinden. Zij begrijpt dat dit vanavond niet mogelijk is, maar zij zou dit onderwerp geagendeerd willen hebben voor een volgende raadsvergadering. De voorzitter vraagt of dit onderwerp besproken moet worden in een raadsvergadering of in een commissievergadering. De heer Wagemaker pleit heel sterk voor een commissievergadering, misschien zelfs wel een speciale avond. Het is namelijk heel erg belangrijk wat er allemaal gebeurt in Noord-Holland. Hij denkt dat het goed is dat men zich bijvoorbeeld aan de hand van sheets wat meer verdiept in de materie, zodat hierover vervolgens gediscussieerd kan worden. Hij neemt aan dat dit daarna terugkomt in de raad. Mevrouw Tillema wijst erop dat dit dan een soort themabijeenkomst moet worden. Als dit de bedoeling is, dan gaat zij hiermee akkoord. De voorzitter concludeert dat de wens genoteerd is en de informatie die de raad wenst, krijgt men ook Zo eenvoudig is dat. De tweede lijst van ingekomen stukken wordt conform vastgesteld. 7. Voorstel inzake de benoeming van diverse raadsleden in verschillende commissies. a. Benoemingen van de leden en plaatsvervangend leden in de raadscommissies Welzijn en Volksgezondheid en Mens en Bedrijf. De voorzitter wijst erop dat het reglement van orde op dit punt streng is en dat hierover altijd gestemd zou moeten worden. Aangezien er bij dit punt geen tegenkandidaten zijn wil hij dit toch - als dit enigszins mogelijk is - bij acclamatie doen. Bij acclamatie wordt conform het voorstel zonder hoofdelijke stemming besloten. b. Benoemingen van de voorzitter en plaatsvervangend voorzitters van de commissie Welzijn en Volksgezondheid De voorzitter meldt dat de heer C.A. van der Maat (VOCH) zich voor het voorzitterschap van de commissie Welzijn en Volksgezondheid heeft gemeld. Gedurende de vergadering kunnen zich ook nog extra kandidaten melden. Voorts meldt hij dat zich voor het plaatsvervangend voorzitterschap twee kandidaten hebben gemeld, namelijk de heer A. Stam (VOCH) en de heer A. van der Meer (OuderenUnie). Hierover dient gestemd te worden. Ten aanzien van de commissie Mens en Bedrijf hebben zich voor het plaatsvervangend voorzitterschap twee kandidaten gemeld: mevrouw J.F.M. Kamphuis (Hoorns Belang) en de heer A. van der Meer (OuderenUnie). Ook hierover dient gestemd te worden. De voorzitter vraagt of iemand stemming wenst over het voorzitterschap van de heer C.A. van der Maat van de VOCH. Hij constateert dat er geen raadsleden zijn die hierover stemming wensen. Vervolgens stelt hij vast dat de heer C.A. van der Maat wordt benoemd als voorzitter van de commissie Welzijn en Volksgezondheid. De voorzitter feliciteert hem met deze benoeming. De voorzitter stelt vast dat over het plaatsvervangend voorzitterschap van de commissie Welzijn en Volksgezondheid nu gestemd zal worden. Hij begrijpt dat het ook hier de goede 8

9 gewoonte is dat er een stemcommissie wordt ingesteld die de stembriefjes onder de bezielende leiding van de griffier zal tellen. Hij zal daarna de voorzitter van de stemcommissie verzoeken de uitslag bekend te maken. Er wordt een stemcommissie bestaande uit mevrouw H. Kaplan (PvdA), de heer S. van der Meer (CDA) en de heer Pinxten (D66) ingesteld. De voorzitter verzoekt op een briefje de naam van de plaatsvervangend voorzitter voor de commissie Welzijn en Volksgezondheid (de heer A. Stam of de heer A. van der Meer) te vermelden. De voorzitter schorst de vergadering. De voorzitter heropent de vergadering en verzoekt de heer S. van de Meer om namens de stemcommissie de uitslag van de stemming bekend te maken. De heer S. van der Meer meldt dat er 29 stemmen zijn uitgebracht. Hiervan zijn er geen ongeldig. Ten behoeve van de voorzitter van de commissie Welzijn en Volksgezondheid zijn er 29 stemmen uitgebracht voor de heer C.A. van der Maat. Als plaatsvervangend voorzitter van de commissie Welzijn en Volksgezondheid zijn er 14 stemmen uitgebracht voor de heer A. Stam en zijn er 15 stemmen uitgebracht voor de heer A. van der Meer. De voorzitter stelt vast dat de heer A. van der Meer hiermee dus plaatsvervangend voorzitter van de commissie Welzijn en Volksgezondheid is geworden. Hij feliciteert de heer A. van der Meer met deze benoeming. Vervolgens wil hij de stemcommissie hartelijk bedanken voor haar werk. Gezien het feit dat de stemcommissie zich zo uitstekend van haar taak heeft gekweten, zou hij, nu de commissie inmiddels is ingewerkt, haar willen verzoeken om ook de tweede stemming te doen. De heer A. van der Meer interrumpeert en wijst erop dat twee plaatsvervangend lidmaatschappen voor hem teveel is. Hij vraagt of hij zich mag terugtrekken voor het plaatsvervangend lidmaatschap voor de commissie Mens en Bedrijf. Er hoeft dan niet meer gestemd te worden. De voorzitter gaat hiermee akkoord, tenminste als een ander raadslid zich niet alsnog opwerpt als kandidaat voor deze functie. Dit lijkt echter niet het geval te zijn. Als plaatsvervangend voorzitter van de commissie Mens en Bedrijf wordt benoemd mevrouw J.F.M. Kamphuis van Hoorns Belang. De voorzitter feliciteert haar met deze benoeming en wenst haar hiermee veel succes en plezier. 8. Voorstel inzake het beschikbaar stellen van een krediet van 1 miljoen voor de voorbereidingskosten ten behoeve van de jachthavenontwikkeling en het ontwikkelen van een regatta centrum aan de Schelphoek. Reacties in eerste termijn. De voorzitter geeft het woord aan de heer Commandeur van de VVD. De heer Commandeur geeft aan dat het een feestelijke avond is en dat heeft niet alleen te maken met het feit dat het presidium weer met een prima lid is aangevuld, maar dat heeft alles te maken met het voorstel dat nu voorligt. Een voorstel dat door de VVD zeer wordt toegejuicht. De VVD heeft al heel lang gepleit voor een kwaliteitsontwikkeling in Hoorn, met name ook kwaliteit gericht op het thema Hoorn aan het water. Men weet allemaal dat de VVD ook heel graag een hotel wil aan het water, maar dat is vandaag niet aan de orde. De realisering van een nieuwe jachthaven, een nautisch kwartier, dat is werkelijk een uitstekende zaak. Goed voor het toerisme, goed voor de economie en goed voor 9

10 onze eigen bevolking. Strikt genomen mogen wij als gemeente een jachthaven niet subsidiëren. Dat hoeft ook niet wat de VVD betreft, want de VVD heeft in haar verkiezingsprogramma staan dat men voor een jachthaven is, maar dat zij niet wenst in de exploitatie daarvan te subsidiëren. Zo letterlijk staat het er echter niet, maar daar komt het op neer. Zo n jachthaven moet zijn eigen broek kunnen ophouden. Maar het is natuurlijk wel zo dat men in de totstandkoming van de jachthaven wel degelijk faciliterend bezig kan zijn. Faciliterend bezig zijn betekent gewoon de planontwikkeling, zorgen voor een bepaalde basisinfrastructuur en in die zin is de VVD heel graag bereid om dat miljoen euro wat wordt voorgelegd, ook voor dit doel beschikbaar te stellen. Hij noemde het al, het nautisch kwartier, vooral het educatieve deel wordt door de VVD bijzonder toegejuicht. Dit komt in Hoorn duidelijk voor een kwaliteitsimpuls in aanmerking. Zo n nieuwe jachthaven biedt natuurlijk gewoon ontzettend veel nieuwe mogelijkheden. Het staat niet als zodanig in het raadsvoorstel maar daar zou men over kunnen nadenken; men heeft in Hoorn het probleem van de bruine vloot, het bevoorraden van die boten, het opstappen, de mensen die met bussen naar die vloot moeten en er nauwelijks kunnen komen. Het lijkt de VVD dat wanneer wij een goede havenaccommodatie, goed bereikbaar aan de Schelphoek realiseren, dat er mogelijkheden zouden kunnen zijn om daar bijvoorbeeld ook goede opstapmogelijkheden voor de bruine vloot te realiseren. Met de realisering van zo n nieuwe jachthaven - het accent ligt wel enigszins op de vaste ligplaatsen - zou er ook een mogelijkheid kunnen ontstaan om toch meer ruimte voor passanten te realiseren. Het is natuurlijk duidelijk dat voor een passant in het algemeen een ligplaats in de nabijheid van de fraaie binnenstad te prevaleren is. Wat dat betreft denkt de VVD, dat naast een zekere mate van accommodatie op de Schelphoek, dat het wel een goede gelegenheid is om eens na te denken in hoeverre er van de bestaande accommodaties van de watersportvereniging en de stichting Jachthaven er mogelijkheden zijn - in overleg met die clubs - om tot het vrijmaken van vaste ligplaatsen te komen ten behoeve van passanten. Daar zou het college eens naar kunnen kijken, en misschien heeft het college ook wel andere ideeën om de hoeveelheid ligplaatsen voor passanten in de binnenstad te vergroten. Er zou ook eens gekeken kunnen worden naar een mogelijkheid om de Karperkuil beter te benutten. Een en al vreugde van de kant van de VVD. Gisteravond kwam naar voren dat als men dan toch een nieuwe jachthaven gaat realiseren zorg dan ook meteen voor een goede botenhelling, dat is natuurlijk ook iets waar een deel van onze bevolking een grote behoefte aan heeft. De VVD vindt dat het wel een goede zaak is als men gaat nadenken over de positie van het dierenasiel, want daar is natuurlijk in de toekomst op die plek geen plaats meer voor. Wellicht dat er binnen de geluidscontouren van de A7 - het is maar een hint - nog oplossingen voor het dierenasiel te bedenken zijn. Tenslotte sluit hij af met het college alle wijsheid toe te wensen om de volgende fase wederom met succes af te ronden. De voorzitter geeft het woord aan de heer Bruijns van de PvdA. De heer Bruijns geeft aan dat het een mooi voorstel is dat voorligt, maar of het een feestelijke avond wordt dat zal nog moeten nog blijken. Men weet nog niet precies hoe het uitpakt, dit is nog maar de eerste stap en wat dat betreft is de avond nog jong. Als de raad over een aantal jaar wordt gevraagd om extra kredieten, dan zal die feestelijke stemming snel omslaan. De PvdA heeft in de commissie om twee zaken gevraagd. Naast het feit dat men positief was over deze ontwikkeling, heeft de PvdA twee kritiekpunten genoemd. Eén kritiekpunt heeft te maken met de verplaatsingskosten van het dierenasiel (dierentehuis). Het andere kritiekpunt heeft betrekking op de subsidie voor het regattacentrum. Hij heeft inmiddels begrepen dat in de grondexploitatie van de jachthaven er onvoldoende geld is vrijgemaakt voor de verplaatsing. Hij neemt aan dat het college dit zal rechttrekken. Het dierentehuis staat nu op erfpacht en als dit verplaatst moet worden dient hiervoor een commercieel bedrag in rekening gebracht te worden. Overigens zullen die kosten op de investeringslijst komen te staan en volledig ten laste van de investeerders komen. Dit zal in het besluit nog even aangepast moeten worden. Als dit zo conform wordt aangepast, heeft de PvdA daar geen problemen mee. Het tweede punt ligt wat gevoeliger, in die zin dat men altijd heeft gezegd dat de 1 miljoen subsidie ten gunste moet komen van het regattacentrum. Overigens is er al jaren geleden eens gedacht aan een jachthaven in Hoorn en vanuit zijn fractie waren er toen geluiden dat er sprake was dat er helemaal geen gemeentelijke bijdrage zou moeten komen voor zo n exploitatie. De PvdA vindt op dit moment - zeker met het vergadercentrum erbij - dat men een subsidie kan billijken, alhoewel men het ongelofelijk veel geld vindt. Het is echter voor een doelgroep die de PvdA ondersteunt. Het college geeft de 1 miljoen niet à fonds perdu, maar men wil dat versleutelen met de voorbereidende kosten. Daar zit natuurlijk wat in, want het kan voor de gemeente heel lucratief zijn dat er binnen het stadhuis een aantal kosten wordt weggezet. Hier kunnen ook nadelen aan vastzitten. Men weet niet wat men allemaal nog kan tegenkomen, men pint zich vast aan de voorbereidende kosten. Hierdoor zou die 1 miljoen kunnen 10

11 oplopen. Dit zijn allemaal onzekere zaken. Een tweede punt is dat men ook het risico loopt dat er een aantal kosten natuurlijk wegvloeit naar andere takken van die ontwikkeling. De heer Commandeur gaf aan dat de VVD dit niet erg vindt, maar het is natuurlijk wel zo dat als men een en ander gaat voorbereiden, men dit doet voor het gehele gebied. Dit betekent dan ook dat de jachthaven en de bebouwde zaken daarvan profiteren. Dit vloeit dan weg uit de miljoen subsidie voor het regattacentrum. Dit is een beetje een moeilijke constructie en hij moet eerlijk zeggen dat hij niet direct kan aangeven hoe dit nu precies wel moet. Hij weet wel dat de PvdA dit signaleert en hij kan zich voorstellen - en dat hoeft niet op de cent nauwkeurig - dat er een soort verdeelsleutel wordt gemaakt, in die zin dat als er kosten gemoeid zijn voor de jachthaven dat deze versleuteld dienen te worden. Hij hoort graag de reactie van het college hierover en dan zal de PvdA haar standpunt bepalen. Men is uiteraard wel positief over deze ontwikkeling. De voorzitter geeft het woord aan mevrouw Van Diest van GroenLinks. Mevrouw Van Diest merkt op dat GroenLinks bij de samenvatting van de discussie in de commissie leest dat er een positieve reactie was van alle commissieleden. Dit is niet correct. GroenLinks heeft tegen het voorstel gestemd. Zij zou graag zien dat deze zin gerectificeerd wordt. De samenvatting verbaast GroenLinks dan ook. De gemeente wil 1 miljoen investeren. De mening van GroenLinks is niet veranderd. GroenLinks vindt dat de realisatie van de jachthaven de gemeente geen cent mag kosten. Het regattacentrum is voor GroenLinks geen prioriteit om daarin te gaan investeren. GroenLinks is van mening dat deze 1 miljoen beter geïnvesteerd kan worden in bijvoorbeeld de ondertunneling van Het Keern. Wel ziet men het als taak van de gemeente om de kosten van het bestemmingsplan, de MER en de verplaatsing van het asiel voor haar rekening te nemen. Dit kan echter nooit 1 miljoen zijn. GroenLinks kan dan ook niet meegaan met de toezegging van 1 miljoen. De voorzitter stelt vast dat de rectificatie een feit is met de uitspraak van mevrouw Van Diest. Vervolgens geeft hij het woord aan de heer Van der Tuin van het CDA. De heer Van der Tuin geeft aan dat hij aan de bijdrage van het CDA in de commissie (bijna) niets wil toevoegen, maar zeker niets wil afdoen. Het is vanavond al gezegd: wat voor toegevoegde waarde kan dit voor Hoorn hebben als het nautisch kwartier in Hoorn gerealiseerd kan worden? Het CDA heeft nog wel een aantal vragen. In de eerste plaats - en daarvan mag iedereen denken had dat in de commissie gezegd; maar soms bedenk je zaken toch wat later - maakt het dierenasiel (hij gelooft dat hij die naam wel kan gebruiken, want zo noemde men het vroeger ook) onderdeel uit van het nieuwe plan, althans daar gaat het nodige mee gebeuren. Vlak daarnaast staat een gebouw van scouting. De vraag rees in zijn fractie dat als er een nieuw nautisch kwartier (nieuw centrum) wordt gerealiseerd, in hoeverre het bestaande gebouw afbreuk zou kunnen doen aan de kwalitatieve uitstraling die dat nieuwe centrum heeft en of dat geen aandachtspunt is. Het wordt geen amendement, maar hij zou het college willen verzoeken om nog eens goed te kijken of men daarmee iets zou moeten doen. Misschien biedt dit ook nog wel perspectieven voor de reddingsbrigade. Een aandachtspunt dat het CDA in de commissie aan de orde heeft gesteld is het financiële verhaal. Daarbij heeft men de aandacht gevraagd voor slechts één woord, namelijk vooralsnog. Nu heeft hij zojuist een raadslid horen zeggen - althans zo heeft hij dat begrepen - dat het op termijn nog maar de vraag is of die 1 miljoen toereikend is. Het CDA is daar erg terughoudend in want er staat niet voor niets 1 miljoen in, maar men is wel wat ongerust. Want er staat: wij denken (dat is niet zo krachtig) het tekort te financieren via inspanningen van de initiatiefnemer en bijdrage van de provincie en onze gemeente. De vraag van het CDA is dan ook: hoe hard is dat? De voorzitter geeft het woord aan mevrouw Kamphuis van Hoorns Belang. Mevrouw Kamphuis meldt dat Hoorns Belang één punt heeft dat ook in de commissievergadering nog niet duidelijk is geworden. Er staat in het raadsvoorstel: Wij hechten er waarde aan om vooruitlopend hierop nader onderzoek te verrichten naar de mogelijkheid tot het realiseren van waterwoningen bij de jachthaven. Zijn dit waterwoningen die drijven op het water en bestemd zijn voor recreatie, of zijn deze bestemd voor normale persoonlijke bewoning? Worden die woningen door Ooms gebouwd? Kan er niet gelijk afgesproken worden dat dit juist niet gebeurt om belangenverstrengeling te voorkomen? Zij heeft laatst met de commissie gefietst. Het vertrekpunt was bij de Tuibrug, toen zag de commissie 11

12 dat er door Ooms van dit soort woningen werden gebouwd. Hierbij werd gevraagd: zijn ze alvast begonnen? Zij wenst hierover veel duidelijkheid, zodat hier geen rare dingen mee kunnen gebeuren. De voorzitter geeft het woord aan de heer Stam van de VOCH. De heer Stam meldt dat de VOCH natuurlijk voor het ontwikkelen van de jachthaven is op basis van particulier initiatief. De VOCH heeft in de commissie ook al aangegeven dat men wel mooie rapporten heeft gezien, dat de investeringskosten 21 miljoen zijn en dat er een tekort is van 3,5 miljoen, maar dat men verder niets heeft gezien. De VOCH heeft ook al in de commissie aangegeven dat als de gemeente een subsidie van de Provincie wil hebben, zij eerst moet subsidiëren want anders krijgt men niets van de Provincie. Nu is de vraag van de VOCH: is dat tekort gecreëerd of is dat tekort er daadwerkelijk? Hij heeft hierover geen cijfers gezien. Verder is er in de commissie gesproken over de financiering. Er staat in het raadsvoorstel dat een gedeelte wordt gefinancierd uit Actieplan Hoorn Kern Gezond. Hij dacht dat in de commissie is afgesproken - door een meerderheid van de commissie - dat een en ander niet mocht worden gefinancierd uit het Hoorn Kern Gezond of hij moet het helemaal verkeerd verstaan hebben. De VOCH heeft voorgesteld om een nacalculatie te doen. Vervolgens vraagt hij of er nog een nacalculatie komt. De 1 miljoen die de gemeente op tafel moet leggen is natuurlijk gewoon gemeenschapsgeld. Is het nu zo, dat als het aan het eind van de rit blijkt dat een en ander geen 21 miljoen heeft gekost maar 15 miljoen, dat die 1 miljoen weer terugkomt? Men moet namelijk óf het één óf het ander doen. Op het moment dat de gemeente er 1 miljoen in steekt en de Provincie twee miljoen, dan subsidieert men eigenlijk het bedrijfsleven als er niet wordt gezegd dat men het terug krijgt. De VOCH wil dus aan het eind van de rit graag weten hoe het gelopen is. De voorzitter geeft het woord aan de heer A. van der Meer van de OuderenUnie. De heer A. van der Meer merkt op dat tijdens de laatste commissievergadering de heer Van der Werf, oud wethouder, heeft ingesproken. De heer Van der Werf had het helemaal verkeerd begrepen, net zoals zijn fractie het verkeerd heeft begrepen wat er met die 1 miljoen gaat gebeuren. Hij heeft in een eerder stadium toegezegd dat er van de gemeente Hoorn geen geld wordt gestoken in de ontwikkeling van de jachthaven. Alleen private partijen zullen de kosten van de ontwikkeling van de jachthaven op zich nemen en het is aan de gemeente Hoorn om als dat lukt voorzieningen te treffen voor de watersportvereniging en voor de Zeeverkenners. Dit kan de OuderenUnie billijken. Uiteindelijk - eenieder kan zich dat misschien nog wel herinneren - is hij akkoord gegaan met dit plan, maar hij moet erop terugkomen. De wethouder heeft namelijk toegezegd dat er een splitsing aangegeven zou worden. Als dit niet lukt, wanneer private partijen niet in staat zijn om de middelen op te brengen om de jachthaven te ontwikkelen, dan zou het nautisch kwartier ook niet door kunnen gaan. Er moet dus niet geïnvesteerd worden in een nautisch kwartier als het niet zeker is of de jachthavenontwikkeling wel door kan gaan. Hij komt dus terug op zijn toezegging, omdat hij dacht dat de watersportvereniging dit wel zou waarderen. Die miljoen is niet voor de watersportvereniging en voor de Zeeverkenners, maar die is voor de jachthaven Kaap Hoorn. Daarom herziet hij zijn standpunt - hij heeft het recht om dit te doen - en meldt hij dat de OuderenUnie tegen het krediet van een miljoen is als er niet duidelijk een splitsing wordt aangegeven. Verder wil hij een toezegging van de wethouder hebben dat als er zich geen private partijen aandienen om het te ontwikkelen, dat het nautisch centrum daar dan ook niet doorgaat. De voorzitter geeft het woord aan mevrouw Tillema van D66. Mevrouw Tillema constateert dat er hierover al heel veel gezegd is en D66 is juist heel blij met deze ontwikkeling. Zij wenst geen commissievergadering over te doen. Ook leeft er - net zoals bij de heer Van der Tuin - bij haar een aantal vragen. Na zo n commissievergadering ga je toch nog eens een aantal stukken lezen. Eigenlijk is er geen raadslid - en dit valt haar zeker van GroenLinks een beetje tegen - ingegaan op de natuurtoets. Dit viel haar later op. Het is een technisch stuk. Zij zou de wethouder willen vragen of er maatregelen zijn genomen om bepaalde muissoorten en de mol de ruimte te geven. Kan de wethouder daar uitsluitsel over geven? Voorts geeft zij aan dat D66 op zich een voorstander is van de waterwoningen, alleen - en dit heeft volgens haar niemand zich gerealiseerd - zijn deze woningen in dit gebied niet in strijd met het beheersplan Markermeer van de provincie? Hoe passen de bouwvolumes zich aan ten opzichte van het nieuwe streekplan? Dit heeft zij in de vorige commissievergadering gevraagd, maar hierop heeft zij nog geen antwoord gekregen. 12

13 Wordt de raad hierover nader geïnformeerd? Wat het financieringstekort betreft, kan D66 akkoord gaan met de voorgestelde dekking. Reactie van het college in eerste termijn. De voorzitter geeft het woord aan wethouder Hansen. Wethouder Hansen wenst een reactie te geven in eerste instantie. Natuurlijk mijnheer Commandeur, het is een mooie avond waar het gaat om de ontwikkeling van de jachthaven De Schelphoek. In die zin is men - als de raad daar uiteindelijk mee instemt - een stap verder in het totale proces. Natuurlijk moet de heer Bruijns op dit punt ook wel gelijk krijgen; eerst zien dan geloven. Men moet ook gewoon realistisch blijven. Natuurlijk is men dat als college en is de raad dat ook. Het is wel zo dat het college ervan uitgaat dat die ontwikkeling plaats zal vinden, want de marktpartijen hebben zich hiervoor al gemeld en hebben er alle vertrouwen in om daar uiteindelijk hun mogelijkheden te benutten. Ten aanzien van de opmerking van de heer Commandeur, merkt hij op dat het louter en alleen faciliterend is voor de planontwikkeling in de basis infrastructuur, om in die zin een bijdrage te leveren aan het regattacentrum. Voorts verwijst hij naar de opmerking van de heer A. van der Meer van de OuderenUnie en merkt hij op dat er een splitsing aangebracht moet worden in de financiering van een jachthaven en de financiering van het regattacentrum. Dit laatste doet de gemeente. De financiering van het zogenaamde nautisch kwartier Hoorn. Men ondersteunt de havenontwikkeling. Er moet een jachthaven komen bij de Schelphoek hetgeen de gemeente ook in financiële zin een warm hart toedraagt. Zo staat het ook in het collegeprogramma, daar geeft men uiting aan. De verdere financiering van de gehele particuliere jachthaven waar de boten komen te liggen, is verder des markt. Dit zal de markt uiteindelijk moeten realiseren. Er is geen sprake van dat de gemeente daar publiek geld in steekt. De heer A. van der Meer interrumpeert en wijst erop dat als de marktpartijen het niet redden, het nautisch kwartier niet gerealiseerd kan worden en dan is die miljoen euro toch niet nodig? Wethouder Hansen antwoordt dat dit als/als is. Op dit moment is het zo dat het college ervan uitgaat dat het gerealiseerd wordt. Een jachthaven met een regattacentrum is te realiseren, maar een regattacentrum zonder jachthaven is niet te realiseren. Dit zijn echter doemscenario s waar hij zich op dit moment niet in wil verdiepen, met name ook omdat de markt het college heeft verteld dat men daarin wel heil ziet. Bij alle jachthavens waar het college op bezoek is geweest vroeg men hen op de hoogte te houden, want men kijkt ook naar de groeicijfers en de kerngegevens en men ziet daar potentiële groeimogelijkheden. De heer A. van der Meer suggereert om eerst de jachthaven te ontwikkelen en uit te voeren en dan pas een besluit te nemen om het nautisch kwartier te realiseren. Men is dan misschien wel een paar jaar verder, maar dan is de situatie toch duidelijker? Wethouder Hansen antwoordt hierop dat men een en ander integraal wil ontwikkelen. De heer Bruijns geeft aan dat hij akkoord is; hij hoopt dat de heer Bruijns ook akkoord gaat met het voorstel. Dit zal men zien! Verder wijst hij erop dat de zaken wel aan elkaar gekoppeld worden. Minimaal 500 ligplaatsen met daarnaast het regattacentrum om een totale bijdrage te leveren aan de toeristische infrastructuur van Hoorn en daarmee ook een bijdrage te leveren aan de stadseconomie van Hoorn. Ten aanzien van de opmerking van de heer Commandeur inzake de bereikbaarheid van de bruine vloot voor de zogenaamde opstapmogelijkheden, merkt hij op dat hij dit een interessante gedachte vindt. De heer Commandeur brengt dit naar voren en hij scoort hiermee een punt. Om de mogelijkheden te onderzoeken om daar opstapmogelijkheden te creëren voor de bruine vloot is een punt van nader onderzoek. Het college heeft daar op dit moment nog geen afdoende antwoord op, maar men zal zijn suggestie zeker meenemen bij het nader onderzoek. Hetzelfde geldt voor zijn opmerking inzake de vaste ligplaatsen voor passanten en de mogelijke afspraken die daarover gemaakt kunnen worden met de bestaande watersportverenigingen. Dit is iets dat in de samenwerkingsovereenkomst geregeld moet worden. Nogmaals, hier ligt geen taak voor de gemeente. Er zal in feite door de exploitant van de nieuwe jachthaven gesproken moeten worden met de bestaande verenigingen die zich in de haven bevinden. Dit is zeker iets dat hij onder hun aandacht zal brengen. Hij begrijpt hierbij de achterliggende gedachte dat als men daarmee kan zorgen dat er meer passanten binnen de bestaande haven dicht bij de binnenstad gegroepeerd kunnen worden, dan heeft dat natuurlijk ook een positieve 13