Bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)"

Transcriptie

1 Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) Programma / Programmanummer Grondbeleid / 1032 BW-nummer Portefeuillehouder J. van der Meer Samenvatting Op 18 april 2012 heeft ons college met West End Vastgoed BV een koopovereenkomst gesloten voor de bouw van een viersterren Van der Valk hotel in Lent. De locatie maakt onderdeel uit van de ontwikkeling Knoop Lent. Het bestemmingsplan voorziet in de realisatie van een hotel met bijbehorende voorzieningen. Het ontwerpbestemmingsplan Dorp Lent 12 (Hotel Van der Valk) heeft in de periode van 7 maart t/m 17 april 2013 ter inzage gelegen. Tegen het ontwerpbestemmingsplan zijn 145 zienswijzen ingediend. De zienswijzen zijn in de zienswijzennota samengevat en van een beoordeling voorzien. De zienswijzen hebben geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan. Tevens zijn er enkele ambtshalve wijzigingen aangebracht. Het bestemmingsplan kan door de raad gewijzigd worden vastgesteld. Ter besluitvorming door het college Directie/afdeling, ambtenaar, telefoonnr. SO10, Martijn-Floris Jansen, 2720 Datum ambtelijk voorstel 15 augustus 2013 Registratienummer Paraaf akkoord Datum Aan de Raad voor te stellen 1. Het bestemmingsplan Dorp Lent 12 (Hotel Van der Valk) vast te stellen, overeenkomstig de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0268.BP141W12-VG01, met bijbehorende bestanden, waarbij voor de locatie van de geometrische planobjecten gebruik is gemaakt van een ondergrond welke is ontleend aan de GBKN (BP141W12_GBKN dxf); 2. Geen exploitatieplan vast te stellen als bedoeld in artikel 6.12 Wro; 3. De zienswijzennota van het ontwerpbestemmingsplan Dorp Lent 12 (Hotel Van der Valk) vast te stellen. Leidinggevende M.A. Versleijen, SO10 Programmamanager P. Oomens Programmadirecteur J. Sprangers Ter besluitvorming door de Raad Besluit B&W d.d. 27 augustus 2013 nummer: 3.6 Conform advies Aanhouden Anders, nl. Bestuursagenda Gemeentesecretaris Paraaf akkoord Datum Portefeuillehouder Voorstel aan het College van B.docx

2 Voorstel aan de Raad Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel 18 september 2013 / 125/2013 Fatale termijn: besluitvorming vóór: N.v.t. Onderwerp Bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) Programma / Programmanummer Grondbeleid / 1032 Portefeuillehouder J. van der Meer Voorstel van het College van Burgemeester en Wethouders d.d. 27 augustus 2013 Samenvatting Op 18 april 2012 heeft ons college met West End Vastgoed BV een koopovereenkomst gesloten voor de bouw van een viersterren Van der Valk hotel in Lent. De locatie maakt onderdeel uit van de ontwikkeling Knoop Lent. Het bestemmingsplan voorziet in de realisatie van een hotel met bijbehorende voorzieningen. Het ontwerpbestemmingsplan Dorp Lent 12 (Hotel Van der Valk) heeft in de periode van 7 maart t/m 17 april 2013 ter inzage gelegen. Tegen het ontwerpbestemmingsplan zijn 145 zienswijzen ingediend. De zienswijzen zijn in de zienswijzennota samengevat en van een beoordeling voorzien. De zienswijzen hebben geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan. Tevens zijn er enkele ambtshalve wijzigingen aangebracht. Het bestemmingsplan kan door uw raad gewijzigd worden vastgesteld. Voorstel om te besluiten 1. Het bestemmingsplan Dorp Lent 12 (Hotel Van der Valk) gewijzigd vast te stellen, overeenkomstig de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO W12-VG01 met bijbehorende bestanden, waarbij voor de locatie van de geometrische planobjecten gebruik is gemaakt van een ondergrond welke is ontleend aan de GBKN (BP141W12_GBKN dxf); 2. Geen exploitatieplan vast te stellen als bedoeld in artikel 6.12 van de Wet ruimtelijke ordening; 3. De zienswijzennota van het ontwerpbestemmingsplan Dorp Lent 12 (Hotel Van der Valk) vast te stellen. Opgesteld door, telefoonnummer, Martijn-Floris Jansen, 2720, m5.jansen@nijmegen.nl Datum raadsvergadering.docx

3 Voorstel aan de Raad Aan de Raad van de gemeente Nijmegen 1 Inleiding Op 18 april 2012 heeft ons college met West End Vastgoed BV een koopovereenkomst gesloten voor de bouw van een viersterren Van der Valk hotel in Lent. De locatie maakt onderdeel uit van de ontwikkeling Knoop Lent. Het bestemmingsplan voorziet in de realisatie van een hotel met bijbehorende voorzieningen. Het ontwerpbestemmingsplan Dorp Lent 12 (Hotel Van der Valk) heeft in de periode van 7 maart t/m 17 april 2013 ter inzage gelegen. Tegen het ontwerpbestemmingsplan zijn 145 zienswijzen ingediend. De zienswijzen zijn in de zienswijzennota samengevat en van een beoordeling voorzien. De zienswijzen hebben geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan. Tevens zijn er enkele ambtshalve wijzigingen aangebracht. Het bestemmingsplan kan door uw raad gewijzigd worden vastgesteld. 1.1 Wettelijk kader of beleidskader De vaststellingsprocedure is geregeld in artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening. Daarbij wordt verwezen naar de uniforme openbare voorbereidingsprocedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht. Dit houdt in dat het ontwerpbestemmingsplan gedurende 6 weken ter inzage is gelegd, met de mogelijkheid voor een ieder om zienswijzen naar voren te brengen. Van deze mogelijkheid is gebruik gemaakt. Er zijn 145 zienswijzen ingediend. De gemeentelijke reactie op deze zienswijzen is te vinden in de zienswijzennota. 1.2 Relatie met programma Dit bestemmingsplan behoort tot het programma Grondbeleid (1032). 2 Doelstelling Gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan Dorp Lent 12 (Hotel van der Valk) door uw raad. 3 Argumenten Een aantal onderwerpen in het bestemmingsplan, die ook terugkomen in de zienswijzen en de zienswijzennota, wordt hieronder nader toegelicht. Het betreft de volgende onderwerpen. 1. Hoogte van de nieuwbouw; 2. Parkeerbehoefte en bereikbaarheid; 3. Stedenbouwkundige inpassing (locatiekeuze). 1) Hoogte van de nieuwbouw Er is gekozen voor hoogbouw op deze locatie om uitdrukking te geven aan het stedelijk knooppunt Lent. Uitgangspunten zijn hierbij alzijdige georiënteerde bebouwing en herkenbaarheid vanuit de omgeving. Hoogbouw fungeert als herkenningspunt, evenals bij de andere stedelijke knooppunten in Nijmegen (structuurvisie Nijmegen 2010). De gekozen hoogte is enerzijds bepaald op basis van goede ruimtelijke verhoudingen van de bouwmassa zelf en anderzijds op basis van verantwoorde ruimtelijke inpassing in de omgeving. Datum raadsvergadering.docx

4 Voorstel aan de Raad Vervolgvel 2 In het ontwerpbestemmingsplan was een maximale hoogte opgenomen van 62 meter. Op basis van voortschrijdende inzichten wordt nu aan uw raad voorgesteld de maximale hoogte te verlagen van 62 meter naar 55 meter. De negatieve effecten van de beschaduwing worden daardoor minder, voor een aantal woningen betekent dit dat deze geen negatieve schaduweffecten meer hebben van de nieuwbouw. De minimale bouwhoogte is niet gewijzigd (52 meter). De bouwmassa bestaat uit twee elementen: een plintgebouw en een toren. Het plintgebouw heeft een maximale bouwhoogte van 12 meter. Het plintgebouw sluit daarmee ruimtelijk aan op de directe omgeving, terwijl de toren aansluit bij het stadssilhouet van Nijmegen. 2) Bereikbaarheid en parkeerbehoefte. De realisatie van het hotel zal extra verkeersbewegingen genereren. Er is echter geen aanleiding om aan te nemen dat er sprake is van een onveilige verkeerssituatie en/of van verkeersproblemen ten gevolge van de uitvoering van het bestemmingsplan. Onderstaand wordt daarop nader ingegaan. De verkeerseffecten ten gevolge van het bestemmingsplan dienen te worden beschouwd in de context van de directe omgeving en de realisatie van de nieuwe verkeersstructuur in Nijmegen-Noord in de periode Directe omgeving De directe omgeving betreft het systeem van de twee kruisingen met gekoppelde verkeersregelinstallaties van het Splitsingspunt Lent te weten (1) Prins Mauritssingel-Graaf Alardsingel en (2) Prins Mauritssingel Laauwikstraat. De ontwikkeling Van der Valk genereert op basis van het mogelijke bouwprogramma binnen het bestemmingsplan circa 550 ritten per dag: 275 heen en 275 terug. Per spitsuur wordt normaliter 10% van een dagproductie aangehouden, dus 28 per richting per uur. Gegeven de cyclustijd van de verkeersregelinstallatie van 120 seconden betekent dat gemiddeld 1 auto extra per cyclus. In de berekende minst gunstige situatie zal er zowel op de tak Stationsplein (uitgaand) als op de Prins Mauritssingel (inkomend) dus gemiddeld 1 auto per cyclus extra bijkomen. Dit aantal is relatief gezien verwaarloosbaar; het effect hiervan is niet of nauwelijks meetbaar. Verkeersstructuur Waalsprong De verkeersstructuur betreft in hoofdzaak de realisatie van de nieuwe stadsbrug en het Splitsingspunt waardoor het verkeer de keuze heeft om via de oude Waalbrug of via De Oversteek naar het zuiden te rijden. Voor het kruispunt Prins Mauritssingel - Vrouwe Udasingel vindt dosering plaats op de capaciteit van het Splitsingspunt. In de verkeersmodelberekeningen, waarbij op het niveau van de hoofdverkeersstructuur van Nijmegen wordt berekend hoeveel verkeer er over circa 10 jaar verwacht mag worden, wordt rekening gehouden met demografische ontwikkelingen en reeds vastgestelde infrastructurele en lokale ruimtelijke ontwikkelingen. Zo wordt op infrastructureel gebied o.a. rekening gehouden met de nieuwe stadsbrug De Oversteek, de Graaf Alardsingel en de Margaretha van Mechelenweg. Qua ruimtelijke ontwikkelingen wordt op hoofdlijnen rekening gehouden Datum raadsvergadering.docx

5 Voorstel aan de Raad Vervolgvel 3 met een bepaald aantal gerealiseerde woningen en andere ontwikkelingen. In de regel wordt in het verkeersmodel alleen rekening gehouden met reeds vastgestelde ontwikkelingen. Binnen de Waalsprong is binnen de periode van 10 jaar rekening gehouden met enkele andere ontwikkelingen dan woningbouw, zoals bedrijventerrein, detailhandel, horeca, recreatie, etc. De specifieke invulling van de ontwikkeling Van der Valk op deze specifieke locatie is niet in het verkeersmodel opgenomen, omdat dit nog geen (door de gemeenteraad) vastgestelde ontwikkeling betreft. Wél past de ontwikkeling Van der Valk (hotel, restaurant, congressen) binnen de ruimtelijke ontwikkelingen die op hoofdlijnen in het verkeersmodel zijn voorzien. De nieuwe verkeersstructuur richt zich op de situatie rond eind In de situatie rondom eind 2022 (modelmatig berekend zonder fietstunnel Laauwikstraat) wordt in het verkeersmodel gerekend met een verkeerstoename. De kruispunten zijn berekend op de verwerking van circa 95% van het spitsaanbod in Normale spitsen kunnen dan worden verwerkt, maar op enkele piekmomenten zal de capaciteit onvoldoende zijn. De koppeling tussen beide kruispunten zorgt altijd voor een optimale doorstroming op de Prins Mauritssingel staduitwaarts; de stadinwaartse rijrichting op de Prins Mauritssingel kan soms te maken krijgen met een minder soepele doorstroming. Om te voorkomen dat het Splitsingspunt geblokkeerd raakt, wordt de stadinwaartse verkeersstroom vanuit het noorden gedoseerd vóór het kruispunt Prins Mauritssingel Vrouwe Udasingel. Wanneer aan de noordzijde van de kruising Vrouwe Udasingel - Prins Mauritssingel een file ontstaat, wordt het verkeer tevens via de Margaretha van Mechelenweg verwezen richting de Oversteek. Het systeem van de twee kruispunten van het Splitsingspunt (kruispunt Prins Mauritssingel Graaf Alardsingel en kruispunt Prins Mauritssingel - Laauwikstraat) is ontworpen op verkeersmodelgegevens die uitgingen van een vastgoedontwikkeling bij Station Lent op de locatie van het bestemmingsplan, zij het niet specifiek hotel Van der Valk. In de zienswijzen wordt aandacht gevraagd voor de mogelijke parkeeroverlast die nieuwbouw zou kunnen opleveren. Hoewel de definitieve toets van het bouwplan aan de parkeernormen plaatsvindt bij het besluit omtrent verlening van de omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk, is in het bestemmingsplan geconcludeerd dat er voldoende parkeerplaatsen op eigen terrein kunnen worden gerealiseerd en dat het aantal verkeersbewegingen richting de Prins Mauritssingel geen invloed heeft op de doorstroming van de Prins Mauritssingel. Gelet op bovenstaande is er geen aanleiding om aan te nemen dat er sprake is van een onveilige verkeerssituatie en/of verkeersproblemen. 3) Stedenbouwkundige inpassing (locatiekeuze) De locatie maakt deel uit van de GREX Waalsprong en was als ontwikkellocatie beschikbaar. De initiatiefnemer heeft interesse in deze locatie getoond. Deze keuze sluit aan bij de ruimtelijke ambities die de gemeente voor deze locatie heeft. Gelet op de positionering van het hotel ten opzichte van omliggende woonbebouwing, spoor en ontsluitingswegen vindt ons college de gekozen locatie aanvaardbaar. Er is gezocht naar een positionering, zowel in bouwmassa als in plaats, waarbij effecten op de omgeving in Datum raadsvergadering.docx

6 Voorstel aan de Raad Vervolgvel 4 ogenschouw zijn genomen. Dit betreft ruimtelijke inpassing, bezonning, windhinder, geluid en verkeer. Deze onderdelen zijn afzonderlijk onderzocht. Van de onderdelen bezonning, windhinder en geluid zijn deelrapportages opgesteld, waarin de effecten inzichtelijk zijn gemaakt. In de toelichting van dit bestemmingsplan is een verantwoording gegeven van de afweging en gemaakte keuzes. De visie Kern Lent geeft antwoord op het vraagstuk van de ontwikkeling van de oude dorpskern in een snel veranderende omgeving. De belangrijkste strategische ruimtelijke opgave in de dorpsvisie is dan ook de vraag op welke wijze de oude dorpskern Lent haar identiteit kan behouden en versterken en op welke wijze zij zich kan aansluiten bij de ontwikkelingen in de directe omgeving. De visie gaat vooral in op de oude kern Lent. Knoop Lent, inclusief de ontwikkeling van het Van der Valk Hotel Nijmegen Lent, wordt zijdelings benoemd in de visie Kern Lent als het gaat over het leggen van verbindingen van de oude kern Lent naar de nieuwe ontwikkelingsgebieden in de Waalsprong. Ook wordt de afbraak van de Lentse Lus benoemd. De locatie is in de structuurvisie Nijmegen 2010 ook bestempeld als een knooppunt. Dat zijn multifunctionele plekken in de stad met bedrijven, kantoren, horeca, winkels in combinatie met hieraan ondersteunende functies, zoals culturele voorzieningen en specifieke woonmilieus (vaak gestapeld/ appartementen). Een belangrijk kenmerk is dat de knopen multimodaal ontsloten zijn, door auto, (H)OV, fiets en trein. De knopen bundelen de stedelijke dynamiek en zijn bij uitstek geschikt voor intensief ruimtegebruik, stedelijke werk- en woonmilieus en multimodaliteit, zodat de wijken met de bestaande woon- en verblijfskwaliteiten worden ontzien en luw(er) kunnen blijven. In de structuurvisie 2010 wordt ingezet op een stedelijke ontwikkeling van knoop Lent, dus met hoogstedelijke functies. Hoogbouw past daarin dus ook. Ook is het gebied aangewezen voor stationsontwikkeling (nieuw station Nijmegen Lent) en kantoorontwikkeling. Het is een van de twee gebieden die hiervoor in de stad geschikt worden geacht (naast Nijmegen Centraal). Ook in de ontwikkelingsstrategie Waalsprong 2013 is Knoop Lent benoemd als een markante en stedelijke plek in de Waalsprong. Het ligt op een zichtlocatie en is goed bereikbaar. De afgelopen jaren is onder meer geïnvesteerd in een treinstation, het Citadelcollege en sporthal de Triangel. De ambitie is om deze ontwikkeling voort te zetten in de omgeving van Knoop Lent tot een herkenbaar centrum. De Ontwikkelingsstrategie Waalsprong is op 29 mei 2013 door de Nijmeegse gemeenteraad vastgesteld. Wijzigingen mede naar aanleiding van de zienswijzen, zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd: Toelichting - Paragraaf Gemeentelijk beleid is aangepast in verband met de vastgestelde structuurvisie van 2010; - De maximale hoogte in paragraaf is aangepast naar 55 meter; - De tekst in paragraaf is aanpast, omdat er een nieuw bezonningsonderzoek heeft plaatsgevonden; - Paragraaf Windhinderonderzoek is toegevoegd; Datum raadsvergadering.docx

7 Voorstel aan de Raad Vervolgvel 5 - Paragraaf toeristisch recreatieve monitor Regio Arnhem Nijmegen 2011 is toegevoegd; - Paragraaf Externe veiligheid is aangepast; Verbeelding: - De maximale bouwhoogte van de toren is bepaald op 55 meter; - Specifieke bouwaanduiding 1 is opgenomen voor de bouw van een luifel. Regels: - Artikel 3.1. lid h is toegevoegd specifieke bouwaanduiding -1 voor de bouw van een luifel; - Artikel 3.1. lid f is toegevoegd voor de bouw van een luifel; - Artikel 3.3. is komen te vervallen; - Artikel 7.3 Horeca is vervangen door Horeca Hotel; - Artikel 7.3 is uitgebreid er mag nu ook worden voorzien in een parkeerdek. 4 Klimaat Bij de aanvraag om omgevingsvergunning worden de ambities en doelstellingen, geformuleerd in de Duurzaamheidsagenda , meegenomen. 5 Risico s Op het gebied van rechtsbescherming bestaat de mogelijkheid tot het instellen van beroep bij de bestuursrechter (Raad van State). Ook kan om schorsing van het besluit worden verzocht door middel van een voorlopige voorziening. De inwerkingtreding van het besluit kan daarom niet worden gegarandeerd. 6 Financiën Met de initiatiefnemer is een anterieure overeenkomst afgesloten op 18 april In deze overeenkomst zijn afspraken gemaakt over de inrichting van het gebied en de gemeentelijke plankosten. Deze kosten zijn voor rekening van de initiatiefnemer. Derhalve kan gesteld worden dat de bestemmingsherziening financieel-economisch uitvoerbaar is. Door de aanwezigheid van deze overeenkomst is er geen noodzaak een exploitatieplan te maken. 7 Communicatie Degenen die zienswijzen hebben ingediend, worden schriftelijk van het besluit tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan op de hoogte gebracht onder toezending van een afschrift van het raadsbesluit. Het raadsvoorstel en de zienswijzennota hebben zij voorafgaand aan behandeling van het bestemmingsplan in uw raad reeds toegezonden gekregen. Reclamanten worden door de Griffie uitgenodigd voor de behandeling in uw raad. Daarbij wordt gewezen op de mogelijkheid om bij uw raad over het bestemmingsplan in te spreken. Het besluit tot gewijzigde vaststelling zal worden bekendgemaakt in de Staatscourant en op de gemeentelijke website. In de bekendmaking wordt gewezen op de mogelijkheid om beroep in te stellen bij de Raad van State. Datum raadsvergadering.docx

8 Voorstel aan de Raad Vervolgvel 6 8 Uitvoering en evaluatie Na het besluit van uw raad tot gewijzigde vaststelling van het bestemmingsplan wordt het plan gedurende 6 weken ter visie gelegd. Daarnaast wordt het bestemmingsplan aan de landelijke website aangeboden. Gedurende de beroepstermijn van 6 weken kan beroep worden ingesteld bij de Raad van State. Dit beroep kan worden gecombineerd met een verzoek om voorlopige voorziening. Als er geen verzoek tot voorlopige voorziening wordt gedaan, krijgt het bestemmingsplan na afloop van de beroepstermijn rechtskracht. College van Burgemeester en Wethouders van Nijmegen, De Burgemeester, De Gemeentesecretaris, drs. H.M.F. Bruls drs. B. van der Ploeg Bijlage: Zienswijzennota Ter inzage: Bestemmingsplan Dorp Lent 12 (Hotel Van der Valk) Datum raadsvergadering.docx

9 Voorstel aan de Raad Vervolgvel 7 Onderzoeksrapporten Datum raadsvergadering.docx

10 Zienswijzennota in het kader van het bestemmingsplan (Wro) Bestemmingsplan Dorp Lent 12 (Hotel Van der Valk) Gemeente Nijmegen Afdeling Stadsontwikkeling Augustus

11 2

12 Inleiding Het ontwerpbestemmingsplan Dorp Lent 12 (Hotel Van der Valk) heeft in de periode van 7 maart 2013 tot en met 17 april 2013 ter inzage gelegen. Er zijn 145 zienswijzen binnengekomen. De zienswijzen zijn verwerkt in deze nota. De zienswijzen hebben geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan. Alle ingediende zienswijzen zijn binnen de zienswijzentermijn ingediend en daarmee ontvankelijk. De binnengekomen zienswijzen zijn samengevat en van een reactie voorzien. Als onderdelen van de zienswijzen, niet expliciet worden genoemd, wil dit niet zeggen dat deze niet bij de beoordeling zijn betrokken. De zienswijzen zijn allen in hun geheel beoordeeld. Gelet op het aantal ingediende zienswijzen is ervoor gekozen om deze op onderwerp te beantwoorden i.p.v. per adres. De zienswijzen hebben geleid tot verlaging van de maximale hoogte op de verbeelding naar 55 meter i.p.v. 62 meter, door deze aanpassing is het bezonningsonderzoek opnieuw uitgevoerd. Aan het bestemmingsplan is een drietal nieuwe onderzoeken toegevoegd (bezonningsstudie, windhinderonderzoek, Toeristisch - recreatieve monitor Regio Arnhem Nijmegen 2011). 3

13 Overzicht reclamanten Eigena(a)r(en) / bewoner(s) van: 1. Fruitlaan 12, 6681 NP BEMMEL 2. Oude Holleweg 5, 6572 AA BERG en DAL 3. Acacialaan 25, 6663 EH LENT (2x) 4. Akkerwinde 30, 6663 GE LENT 5. Azaleastraat 22, 6663 DH LENT (2x) 6. Azaleastraat 57, 6663 DG LENT 7. Beatlesstraat 24, 6663 GN LENT 8. Begoniastraat 42, 6663 DC LENT 9. Begoniastraat 46, 6663 DD LENT 10. Bloemenhof 2, 6663 BL LENT (2x) 11. Bloemenhof 30, 6663 BL LENT 12. Coldplaystraat 15, 6663 HX LENT 13. Cyclamenstraat 14, 6663 DM LENT 14. Dr Huygenshof 11, 6663 DV LENT 15. Edith Piafstraat 92, 6663 MA LENT 16. Edith Piafstraat 100, 6663 MA LENT 17. Eikenlaan 29, 6663 EN LENT 18. Eikenlaan 37, 6663 EN LENT 19. Esdoornstraat 13, 6663 EM LENT (2x) 20. Floralaan 11, 6663 BJ LENT 21. Floralaan 14, 6663 BK LENT 22. Floralaan 22, 6663 BK LENT 23. Floralaan 30, 6663 BK LENT (2x) 24. Floralaan 32, 6663 BK LENT 25. Fluitenkruid 12, 6663 GB LENT 26. Frankrijkstraat 329, 6663 MB LENT 27. Geldersehofstraat 5, 6663 KN LENT 28. Geldersehofstraat 6, 6663 KP LENT 29. Geldersehofstraat 12, 6663 KP LENT 30. Geldersehofstraat 13, 6663 KN LENT 31. Geldersehofstraat 17, 6663 KN LENT 32. Geldersehofstraat 18, 6663 KP LENT 33. Geldersehofstraat 19, 6663 KN LENT 34. Geldersehofstraat 23, 6663 KN LENT 4

14 35. Geldersehofstraat 24, 6663 KP LENT (2x) 36. Geldersehofstraat 27, 6663 KP LENT 37. Griftdijk 128, 6515 AG LENT 38. Griftdijk Zuid 99, 6663 BC LENT 39. Griftdijk Zuid 113, 6663 BD LENT 40. Griftdijk Zuid 117, 6663 BD LENT 41. Griftdijk Zuid 129, 6663 BD LENT 42. Griftdijk Zuid 139, 6663 BE LENT 43. Haagbeukstraat 17, 6663 EE LENT 44. Haagbeukstraat 21, 6663 EE LENT 45. Haagbeukstraat 24, 6663 GE LENT 46. Haagbeukstraat 33, 6663 EE LENT 47. Haagbeukstraat 36, 6663 EG LENT 48. Haagbeukstraat 70, 6663 EG LENT 49. Het Buske 49, 6663 KP LENT (3x) 50. Hoge Bongerd 11, 6663 AH LENT 51. Hoge Bongerd 17, 6663 AH LENT 52. Hortensiastraat 9, 6663 CX LENT 53. Laauwikstraat 10, 6663 CJ LENT 54. Laauwikstraat 16, 6663 CJ LENT 55. Laauwikstraat 40A, 6663 CK LENT 56. Laauwikstraat 76, 6663 CM LENT (2x) 57. Laauwikstraat 90, 6663 CM LENT 58. Lentse Schoolstraat 10, 6663 CP LENT 59. Lentse Tuinstraat 11, 6663 BG LENT 60. Lentse Tuinstraat 11a, 6663 BG LENT 61. Lentseveld 7, 6663 KL LENT (2x) 62. Lentseveld 15, 6663 KL LENT 63. Lentseveld 21, 6663 KL LENT 64. Molenpad 1, 6663 AT LENT (2x) 65. Molenpad 3, 6663 AT LENT 66. Molenpad 5, 6663 AT LENT 67. Molenpad 9, 6663 AT LENT (3x) 68. Molenpad 15, 6663 AT LENT 69. Murciastraat 12, 6663 NG LENT 70. Murciastraat 27, 6663 NG LENT 71. Parallelweg 16, 6663 AR LENT 72. Pastoor van Laakstraat 56, 6663 CB LENT (2x) 73. Pastoor van Laakstraat 58, 6663 CB LENT 74. Pastoor van Laakstraat 60, 6663 CB LENT 75. Pastoor van Laakstraat 62, 6663 CC LENT 5

15 76. Pastoor van Laakstraat 64, 6666 CC LENT 77. Pavialaan 35, 6663 EC LENT 78. Petuniastraat 13, 6663 DN LENT 79. Petuniastraat 86, 6663 DT LENT (2x) 80. Radmakerstraat 14, 6663 AJ LENT 81. Rolling Stonesstraat 109, 6663 HR LENT 82. Steltsestraat 7, 6663 BM LENT 83. Steltsestraat 14, 6663 BS LENT 84. Steltsestraat 14a, 6663 BS LENT 85. Steltsestraat 22b, 6663 BS LENT (2x) 86. Steltsestraat 24, 6663 BS LENT 87. Steltsestraat 81, 6663 BP LENT 88. Turennesingel 10, 6663 GZ LENT 89. Turrenesingel 108, 6663 GV LENT 90. Vrouwe Udasingel 190, 6663 GW LENT 91. Vrouwe Udasingel 212, 6663 GW LENT 92. Vrouwe Udasingel 215, 6663 GT LENT 93. Vrouwe Udasingel 217, 6663 GT LENT 94. Vrouwe Udasingel 234, 6663 GX LENT 95. Vrouwe Udasingel 238, 6663 GX LENT 96. Warmoezenierstraat 4, 6663 AL LENT 97. Warmoezenierstraat 6, 6663 AL LENT 98. Warmoezenierstraat 7, 6663 AK LENT 99. Warmoezenierstraat 8, 6663 AL LENT 100. Warmoezenierstraat 10, 6663 AL LENT (2x) 101. Warmoezenierstraat 12, 6663 LS LENT 102. Warmoezenierstraat 23, 6663 AK LENT 103. Warmoezenierstraat 25, 6663 AK LENT 104. Weverstraat 22, 6663 AX LENT 105. Weverstraat 28, 6663 AX LENT 106. Weverstraat 45 2, 6663 AW LENT 107. Weverstraat 45 3, 6663 AW LENT 108. Weverstraat 47, 6663 AW LENT (2x) 109. Weverstraat 51, 6663 AW LENT 110. Wikke 15, 6663 GG LENT 111. Wouter Reijndersstraat 2, 6663 AS LENT 112. Wouter Reijndersstraat 4, 6663 AS LENT 113. Wouter Reijndersstraat 6, 6663 AS LENT 114. Wouter Reijndersstraat 8, 6663 AS LENT 115. Wouter Reijndersstraat 10, 6663 AS LENT 116. Wouter Reijndersstraat 12, 6663 AS LENT (2x) 6

16 117. Wouter Reijndersstraat 16, 6663 AS LENT 118. Wouter Reijndersstraat 18, 6663 AS LENT 119. Oude Bovensteweg 51, 6584 CJ MOLENHOEK 120. Augustijnenstraat 3b, 6511 KD NIJMEGEN 121. Berg en Dalseweg 7, 6521 JA NIJMEGEN 122. Cipresstraat 59, 6523 HJ NIJMEGEN 123. Dupondiusstraat 36, 6515 DH NIJMEGEN (2x) 124. Hofkersstraat 68, 6515 CK NIJMEGEN 125 ONP, Zwanenveld, 6538 RV NIJMEGEN 7

17 Zienswijzen Reactie Algemeen/procedure/draagvlak 1 Is er inspraak mogelijk op de vorm van het hotel? Ja, als het gaat om bouwhoogte, positionering is het bestemmingsplan bepalend. Echter de uiterlijke verschijning van het gebouw maakt onderdeel uit van de procedure van de omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning voor de activiteit Bouwen van een bouwwerk zal door het Ruimtelijk Kwaliteitsteam Waalsprong worden getoetst. De toetsing betreft niet alleen de uiterlijke verschijningsvorm van de gebouwen, maar ook de landschappelijke inpassing daarvan en de inrichting van de ruimte om het gebouw. 2 Staat het vast dat het hotel er komt? Nee. De gemeenteraad van Nijmegen dient eerst te besluiten over het voorliggende bestemmingsplan Dorp Lent 12 (Hotel van der Valk). Nadat het bestemmingsplan in werking is getreden kan de omgevingsvergunning verleend worden voor het bouwen van een hotel op deze locatie. 3 Mochten er alternatieve locaties onderzocht zijn, wat zijn de argumenten om niet te kiezen voor een van deze locaties. Wie heeft dit onderzoek gedaan en op basis van welke criteria en welke aanpak is gehanteerd om tot een deugdelijk onderzoek te komen om tot een acceptabele afweging te komen voor alle partijen (burgers, ondernemers en gemeente). 4 Het bestemmingsplan is eenzijdig, niet evenwichtig en niet volledig opgesteld en uitsluitend ten voordele van gemeente Nijmegen. 5 Van een goede afweging van belangen van alle betrokkenen en specifiek de belangen van de direct aanwonenden is geenszins sprake. Door de gemeente Nijmegen zijn er geen alternatieve locaties onderzocht. De initiatiefnemer heeft zijn interesse getoond aan de gemeente ten aanzien van de van de vestiging van een hotel op deze locatie. De gemeente vindt deze locatie geschikt voor de vestiging van een hotel. Zie ook de antwoorden op de vragen 19, 24 en 42. Het bestemmingsplan is voorzien van een ruimtelijke onderbouwing. In deze ruimtelijke onderbouwing is uiteengezet waarom een hotelfunctie met faciliteiten op deze locatie mogelijk is. Hierbij is rekening gehouden met geldende wet- en regelgeving. De gemeente is zich ervan bewust dat door deze bestemmingsplanherziening de omgeving verandert, maar gelet op de positionering van het hotel tot omliggende woonbebouwing, spoor en ontsluitingswegen vindt de gemeente de gekozen locatie aanvaardbaar. Er is gezocht naar een positionering, zowel in bouwmassa als in plaats, waarbij effecten op de omgeving in ogenschouw zijn genomen. Dit betreft ruimtelijke inpassing, bezonning, windhinder, geluid en verkeer. Deze onderdelen zijn afzonderlijk onderzocht. Van de onderdelen bezonning, windhinder en geluid zijn deelrapportages opgesteld, waarin de effecten inzichtelijk zijn gemaakt. In de toelichting van dit bestemmingsplan is een 8

18 verantwoording gegeven van de afweging en gemaakte keuzes. Zie ook het antwoord op vraag 4. 6 Welke afspraken heeft de gemeente met VDV gemaakt over eventuele uitbreiding en exploitatie van andere activiteiten op de geplande locatie, met als doel meer gasten te trekken? In het bestemmingsplan is in artikel 7.3 een wijzigingsbevoegheid opgenomen voor een uitbreiding van het hotel aan de noordzijde van het perceel. Er zijn geen afspraken gemaakt over exploitatie van andere activiteiten. Het bestemmingsplan maakt alleen een hotel met bijbehorende voorzieningen mogelijk. 7 Maatschappelijk draagvlak voor plan ontbreekt. Het ontwerpbestemmingsplan is besproken met het Platform Waalsprong, Provincie Gelderland, Waterschap Rivierenland en de Kamer van Koophandel. Het bestemmingsplan wordt vastgesteld door de gemeenteraad, zij zijn het gekozen bestuursorgaan. Dit gemeenteorgaan besluit of het bestemmingsplan wordt vastgesteld. 8 Inwoners die sociale huurwoning te koop aangeboden hebben gekregen zullen zich bedenken bij het vooruitzicht van hoogbouw in Lent. 9 Gemeentelijke toezegging om tegemoet te komen aan wensen van Lentenaren wordt niet nagekomen. Geen goede belangenafweging. Geen serieus te noemen inspraakronde. Geen enkel argument wordt serieus genomen (zie bestemmingsplan, onderliggende onderzoeken en structuurvisie). 10 De link naar de bronbestanden in de publicatie van de Staatscourant werkt niet. Dit is o.a. geconstateerd met Firefox versie en met Internet Explorer versie 8.0. Het plan lag niet per direct ter visie bij de Stadswinkel. Het plan moet opnieuw ter visie. Deze zienswijze wordt voor kennisgeving aangenomen. Het ontwerpbestemmingsplan heeft gedurende 6 weken tervisie gelegen voor een ieder. Voorafgaand aan deze tervisielegging heeft een presentatie plaatsgevonden op 14 maart 2013 in het Witte Huis te Lent. Omwonenden hebben een uitnodiging ontvangen. De avond is tevens aangekondigd op de gemeentelijke website en in het huis-aan-huis blad De Brug. Dit bestemmingsplan voldoet aan de wettelijke vereisten. Zie ook het antwoord op vraag 4 en 7. De gemeente is verplicht om het (ontwerp) bestemmingsplan met bijbehorende bestanden te plaatsen op de landelijke website Om het (ontwerp) bestemmingsplan snel en gemakkelijk op deze site te kunnen vinden, wordt in de bekendmaking van het ontwerpplan een link opgenomen. Uit de zienswijze is niet geheel duidelijk of de link niet werkte en/of dat het (ontwerp)plan niet raadpleegbaar was via de site, dus of er sprake was van een technische fout. De link in de bekendmaking staat op de juiste wijze vermeld en is door ons getest. Door het aanklikken van de link komt u bij het juiste (ontwerp)bestemmingsplan terecht. In principe maakt het niet uit van welke browser u hierbij gebruik maakt; de link zou u naar de juiste locatie moeten leiden. Indien het ontwerpbestemmingsplan, via de link, (tijdelijk) niet raadpleegbaar was op de site, dan is er sprake van een technische fout. Dit komt, zoals bij heel veel andere websites, soms voor maar is nooit van lange duur. Om te kunnen spreken van een vormfout, moet aannemelijk zijn dat u, en/of eventuele andere 9

19 belanghebbenden, door het tijdelijk niet beschikbaar zijn van het (ontwerp)bestemmingsplan via de landelijke site in uw belang bent geschaad. Dit is echter niet het geval. Het (ontwerp)bestemmingsplan was immers ook op andere manieren raadpleegbaar, o.a. via de gemeentelijke site en de informatiebalie in de Stadswinkel. Deze andere manieren stonden eveneens vermeld in de bekendmaking. Ter inzageleggen (ontwerp)bestemmingsplan Op het moment dat het (ontwerp)bestemmingsplan ter inzage werd gelegd, was er een (fysiek) exemplaar van het plan aanwezig bij de informatiebalie van de Stadswinkel. Op enig moment werd het (ontwerp)plan echter vermist. Dit werd pas ontdekt toen degene die het ontwerpplan op dat moment wilde inzien, ernaar vroeg bij de informatiebalie. Helaas gebeurt het wel eens dat belangstellenden die het plan komen inzien, het plan (ongezien) meenemen. Maar natuurlijk is het ook goed mogelijk dat het plan, na inzage door een belangstellende, niet op de juiste plek is teruggelegd zodat het niet direct gevonden wordt. Toen bekend werd dat het plan werd vermist is er direct een nieuw exemplaar van het ontwerpbestemmingsplan naar de Stadswinkel gebracht. Alles bij elkaar is er hierdoor ongeveer 30 minuten geen (fysiek) plan aanwezig geweest. Omdat degene die het ontwerpplan wilde inzien niet kon wachten op het nieuwe exemplaar, is met deze persoon apart een afspraak gemaakt om het ontwerpplan alsnog te komen inzien. Ook hierbij is weer de vraag of er belangen zijn geschaad: het fysieke exemplaar van het plan is slechts voor hele korte duur niet beschikbaar geweest (maar dat kan zelfs ook het geval zijn als iemand anders het plan raadpleegt, net op het moment dat u het plan zou willen inzien). Bovendien geldt ook in dit geval dat het ontwerpbestemmingsplan, in de Stadswinkel, op andere manieren raadpleegbaar was. In de Stadswinkel staan computers waarop het plan ook digitaal raadpleegbaar is. 11 Waarom is Dorpsraad Lent niet betrokken in het vooroverleg? Dit plan heeft een groot effect op het uiterlijk van het oude dorp Lent. Dit moet alsnog gebeuren en hun inbreng moet verwerkt worden in het ontwerpbestemmingsplan dat opnieuw ter visie wordt gelegd. In artikel van het Besluit Ruimtelijke ordening staat dat het bestuursorgaan dat belast is met de voorbereiding van een bestemmingsplan overleg pleegt met de besturen van betrokken gemeenten en waterschappen en met die diensten van provincie en Rijk, die betrokken zijn bij de zorg voor de ruimtelijke ordening of belast zijn met de behartiging van belangen welke in het plan in het geding zijn. Het bestemmingsplan is onder meer besproken met het Platform Waalsprong. De gemeente overlegt met dit orgaan over plannen die op stapel staan in de Waalsprong. Het Platform Waalsprong is een formeel overlegorgaan waarin diverse belangengroeperingen meepraten. Stichting Dorpsraad Lent maakt deel uit van dit orgaan. 10

20 12 Het plan wordt integraal gebruikt als financiering van andere plannen in de omgeving. Het gebied Knoop Lent, waaronder het beoogde perceel voor het hotel, maakt onderdeel uit van de gemeentelijke grondexploitatie. Daarmee zijn de kosten en opbrengsten van voornoemde ontwikkeling eveneens onderdeel van deze grondexploitatie. Archeologie 13 De bouwontwikkeling is in strijd met de (dubbel-)bestemming archeologie. De bouwontwikkeling is niet in strijd met de dubbelbestemming. De dubbelbestemming waarde archeologie 3 heeft tot doel de archeologische waarden in de bodem te behouden en te beschermen (behoud in situ). Wanneer de aanvrager van een omgevingsvergunning kan aantonen dat de bouwontwikkeling de archeologische waarden niet schaadt, dan kan de bouw toegelaten worden. Wanneer de bescherming van de archeologische waarden niet mogelijk blijkt te zijn, kan worden besloten tot behoud ex situ, d.w.z. de archeologische waarden, voorafgaand aan de nieuwbouw, op te graven. De initiatiefnemer dient dan de kosten van het archeologisch onderzoek voor zijn rekening te nemen. De afweging om de waarden in situ dan wel ex situ te behouden, vindt plaats in het kader van de omgevingsvergunning, zoals in paragraaf van het bestemmingsplan beschreven staat. 14 Ten onrechte wordt gesuggereerd dat de grond al zo diep is geroerd dat er van sporen geen sprake meer is. Tussen 2008 en 2012 zijn in het noordelijk deel van het plangebied sloopwerkzaamheden, diverse saneringen en het explosievenonderzoek archeologisch begeleid. Daarbij zijn niet of nauwelijks archeologische sporen aangetroffen en er is geconstateerd dat de bodem op diverse plaatsen diep is verstoord. In 2009 heeft een archeologisch proefsleuvenonderzoek plaats gevonden (één sleuf in het midden van het noordelijk deel van het plangebied). De resultaten daarvan zijn vastgelegd in het rapport Een archeologisch proefsleuvenonderzoek aan de Lentse Lus te Nijmegen-Lent. De hierbij aangetroffen sporen voor zover dateerbaar- stammen uit de late middeleeuwen en nieuwe tijd( greppels, kuilen). Tevens zijn er plaatselijk recente verstoringen in de proefsleuf geconstateerd. In de rapportage van dit onderzoek zijn de archeologische resten gewaardeerd volgens de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie. Deze waardering is laag en de bijbehorende aanbeveling voor het noordelijk deel luidt dan ook dat de archeologische waarden hier niet als behoudenswaardig kunnen worden 11

21 aangemerkt. Op basis hiervan is toentertijd geadviseerd om de toekomstige bodemingrepen archeologisch te laten begeleiden. 15 Archeologisch onderzoek dient reeds nu plaats te vinden en niet pas in het stadium van de omgevingsvergunning. Zie het antwoord op vraag 13. Stedenbouw / Ruimtelijke beleidskaders T.a.v. de verschijningsvorm van het gebouw 16 Het gebouw is lelijk. De vormgeving van het gebouw is in het kader van het bestemmingsplan niet aan de orde. De toetsing in het kader van welstand vindt plaats bij de behandeling van de aanvraag omgevingsvergunning en maakt geen onderdeel uit van dit bestemmingsplan. Het Ruimtelijk Kwaliteitsteam Waalsprong toetst daartoe de vormgevingsaspecten van het ontwerp aan de criteria uit de uitwerkingsnota Beeldkwaliteit (2004) / kadernota Beeldkwaliteit (2013) en de notitie Hoogbouw (mei 2005). 17 Het gebouw is te hoog (16 verdiepingen) en te groot. Er is gekozen voor hoogbouw op deze locatie om uitdrukking te geven aan het stedelijk knooppunt Lent. Uitgangspunten zijn hierbij alzijdige georiënteerde bebouwing en herkenbaarheid vanuit de omgeving. Hoogbouw fungeert als herkenningspunt, evenals bij de andere stedelijke knooppunten in Nijmegen (Structuurvisie Nijmegen 2010). De gekozen hoogte is enerzijds bepaald op basis van goede ruimtelijke verhoudingen van de bouwmassa en anderzijds op basis van verantwoorde ruimtelijke inpassing in de omgeving. In het (ontwerp)bestemmingsplan is een maximale hoogte vastgesteld van 62 meter. Op basis van voortschrijdende inzichten is besloten de maximale hoogte te verlagen van 62 meter naar 55 meter. De negatieve effecten van de beschaduwing wordt minder, voor een aantal woningen betekent dit dat deze geen negatieve schaduweffecten meer hebben van de nieuwbouw. De uitwerking van het bouwplan heeft ertoe geleid dat de maximale gewenste bouwhoogte is bijgesteld tot maximaal 55 meter. De minimale bouwhoogte blijft gelijk. Daarmee kent het hotel een minimale bouwhoogte van 52 meter en maximaal 55 meter. De bouwmassa bestaat uit twee elementen: een plintgebouw en een toren. Het plintgebouw heeft een maximale bouwhoogte van 12 meter. Het plintgebouw sluit ruimtelijk aan op directe omgeving, terwijl de toren aansluit bij het stadssilhouet van Nijmegen. 12

22 18 Het gebouw bestaat uit beton en glas. De materialisatie past niet bij het dorpse karakter. De vormgeving en materialisatie van het gebouw is in het kader van het bestemmingsplan niet aan de orde. Zie ook het antwoord op vraag 16. T.a.v. de stedenbouwkundige inpassing op deze locatie 19 Gebouw past niet in dorps karakter (zoals afgesproken) /Dorpse karakter wordt aangetast/laagbouwomgeving/horizonvervuiling. De visie Kern Lent geeft antwoord op het vraagstuk van de ontwikkeling van de oude dorpskern in een snel veranderende omgeving. De belangrijkste strategische ruimtelijke opgave in de dorpsvisie is dan ook de vraag op welke wijze de oude dorpskern Lent haar identiteit kan behouden en versterken en op welke wijze zij zich kan aansluiten bij de ontwikkelingen in de directe omgeving. De visie gaat vooral in op de oude kern Lent. Knoop Lent, inclusief de ontwikkeling Van der Valk wordt zijdelings benoemd in de visie Kern Lent als het gaat over het leggen van verbindingen van de oude kern Lent naar de nieuwe ontwikkelingsgebieden in de Waalsprong. Ook wordt de afbraak van de Lentse Lus benoemd. Onduidelijk uit de zienswijze is waarop een eventuele afspraak terug te vinden is over het dorpse karakter van deze locatie. De locatie is in het ontwikkelingsbeeld Waalsprong 2007 als ook in de Structuurvisie Nijmegen 2010 en ontwikkelingsstrategie Waalsprong 2013 bestempeld als een knooppunt. Dat zijn multifunctionele plekken in de stad met bedrijven, kantoren, horeca, winkels in combinatie met hieraan ondersteunende functies, zoals culturele voorzieningen en specifieke woonmilieus (vaak gestapeld/ appartementen). Een belangrijk kenmerk is dat de knopen multimodaal ontsloten zijn, door auto, (H)OV, fiets en trein. De knopen bundelen de stedelijke dynamiek en zijn bij uitstek geschikt voor intensief ruimtegebruik, stedelijke werk- en woonmilieus en multimodaliteit, zodat de wijken met de bestaande woon- en verblijfskwaliteiten worden ontzien en luw(er) kunnen blijven. In de Structuurvisie Nijmegen 2010 wordt ingezet op een stedelijke ontwikkeling van knoop Lent, dus met hoogstedelijke functies. Hoogbouw past daarin dus ook. Ook is het gebied aangewezen voor stationsontwikkeling (nieuw station Nijmegen Lent) en kantoorontwikkeling. Het is een van de twee gebieden die hiervoor in de stad geschikt worden geacht (naast Nijmegen Centraal). Ook In de ontwikkelingsstrategie Waalsprong 2013 is Knoop Lent gepositioneerd als een markante en stedelijke plek in de Waalsprong. Het ligt op een zichtlocatie en is goed bereikbaar. De afgelopen jaren is onder meer geïnvesteerd in een treinstation, het Citadelcollege en sporthal de Triangel. De ambitie is om deze ontwikkeling voort te zetten in de omgeving van Knoop Lent tot een herkenbaar centrum. De Ontwikkelingsstrategie Waalsprong is op 29 mei 2013 door de Nijmeegse 13

23 20 Hotel heeft negatieve invloed op zicht op de skyline van Nijmegen/Stevenskerk/toekomstige Donjon. 21 De toren is anderhalf maal zo hoog als de kerktoren van Lent. Dit past niet in de omgeving/concurreert met de kerktoren. gemeenteraad vastgesteld. Het behoud van het zicht op de op de stuwwal gelegen Nijmeegse binnenstad is een belangrijke kwaliteit voor de oriëntatie vanuit het noorden via de Prins Mauritssingel. De positie van de toren van het hotel is zodanig bepaald dat hier geen afbreuk aan wordt gedaan. Het zicht op de St. Stevenstoren vanaf de Prins Mauritssingel blijft behouden vanaf de ovatonde tot ongeveer de kruising met de Vrouwe Udasingel. De toren van het hotel zal onderdeel gaan uitmaken van de skyline van Nijmegen. De toren is gesitueerd op circa 300 meter van de kerktoren van Lent aan de overzijde van de Prins Mauritssingel. De vormgeving en context van de kerktoren van Lent is van een andere orde als de beoogde toren van het hotel. Door deze afstand en het contextverschil zal er geen sprake zijn van concurrentie. Ieder gebied kent z n eigen karakteristiek in aansluiting op de karakterverandering van de Prins Mauritssingel waaraan zowel het Lentse dorpskarakter als het stedelijk karakter van knoop Lent samen komen. Zie ook het antwoord op vraag Door het bouwwerk wordt het station weggestopt. De zichtbaarheid van het station vanaf de Prins Mauritssingel is een belangrijk uitgangspunt voor de ruimtelijke vormgeving van de bebouwing aan het stationsplein. De begrenzing van het bouwvlak aan het stationsplein is zodanig bepaald dat zicht op het station is gewaarborgd. 23 Deze toren is de opmaat voor nog meer en hogere bebouwing in de omgeving. Dit bestemmingsplan heeft alleen betrekking op deze locatie met als doel het realiseren van een hotel in de vorm van een plintgebouw met een toren. Met dit bestemmingsplan worden geen ruimtelijke ontwikkelingen in de omgeving geregeld. Met de vaststelling van de Ontwikkelingsstrategie Waalsprong voor Knoop Lent zijn nieuwe ruimtelijke ambities vastgesteld voor gebieden in een bredere omgeving. Voor deze nu nog onbekende ruimtelijke ontwikkelingen zullen dan ook afzonderlijke planologische procedures gevolgd moeten worden. Zie hiervoor de antwoorden bij vraag Op geen enkele andere locatie in Nederland heeft Van der Valk, noch enig ander hotelconcern, zich gevestigd met een hoteltoren van 62 m. in een bestaande dorpskern. Wat zijn de redenen om voor deze drukke en dichte bewoonde locatie in Lent te kiezen en af te wijken van keuzes die door andere gemeenten zijn gemaakt? De locatie maakt deel uit van de GREX Waalsprong en was als ontwikkellocatie beschikbaar. De initiatiefnemer heeft interesse in deze locatie getoond. Deze keuze sluit aan bij de ruimtelijke ambities die de gemeente voor deze locatie heeft. Zie ook de antwoorden op vraag 3, 17 en 19. Overwegingen die ten grondslag hebben gelegen aan keuzes door andere 14

24 gemeenten zijn niet bekend. 25 Er wordt uitgegaan van een centrumfunctie in de Citadel, maar het hotel komt aan de andere zijde van het spoor. In het Ontwikkelbeeld Waalsprong 2007 vormde Knoop Lent de overgang tussen het stedelijk woonmilieu in de Citadel en het dorpse karakter van de kern Lent. Met de nieuwe Ontwikkelingsstrategie Waalsprong is afscheid genomen van de Citadel als hoogstedelijk centrumgebied met winkels en voorzieningen voor de Waalsprong. Het centrum van de Waalsprong komt te liggen bij Knoop Lent dat centraal gelegen is in de Waalsprong. Het gebied aan de Waal ten westen van de spoorlijn wordt ontwikkeld als een (hoog-)stedelijk woonmilieu: Hof van Holland. Voor een toelichting op de Ontwikkelingsstrategie Waalsprong verwijzen wij naar het antwoord op punt 19. De Ontwikkelingsstrategie Waalsprong is te vinden op de website van de gemeente Nijmegen. 26 Het gebouw sluit aan het voorzieningengebied van de Citadel, maar vanwege de bouwcrisis is het nog onduidelijk of de bouw wel (in deze vorm) doorgaat. De inrichting hiervan staat ter discussie en is tot nader order uitgesteld. 27 Op de informatieavond heeft Wethouder Van der Meer aangegeven dat de gemeente een nieuwe visie gaat ontwikkelen op de inrichting van de Citadel. Waarom wordt de ontwikkeling van het Van der Valk Hotel niet meegenomen in de visievorming van de Citadel? 28 De hoogbouw gaat architectonisch alleen een relatie aan met de omliggende bouwwerken en singels. De relatie met de bewoners uit Lent wordt niet meegenomen in de argumentatie. 29 Misleiding door de artist impression. Het geeft een volledig verkeerd beeld van het beoogde plan. De bomen zijn niet in verhouding met het gebouw en de grote groene weide rondom doet het lijken alsof er volop ruimte rondom het gebouw is met een haast parkachtig karakter. Ruimte die volledig zal worden opgeslokt door geparkeerde auto s of bebouwing zoals de bebouwingscontouren aangeven. Zie het antwoord op vraag 25. De ontwikkeling van het hotel is meegenomen in de herijking van de visie op de gehele Waalsprong. Deze is weergegeven in de Ontwikkelingsstrategie Waalsprong, die door de gemeenteraad is vastgesteld op 29 mei Zie ook het antwoord op vraag 19. De architectonische en stedenbouwkundige inpassing staat altijd ten dienste van bewoners en gebruikers. Daarbij gaat het om een integrale benadering van onder andere: belevingswaarde, verblijfs- en woonklimaat. Zie ook het antwoord op vraag 19. De artist impression is een voorstelling van de beoogde bebouwing waarbij het accent op het object ligt. Daaraan wordt de beoogde sfeer van de omgeving toegevoegd. De artist impression is niet bedoeld als exacte montage van een toekomstig fotografisch beeld. De artist impression geeft in het kader van dit bestemmingsplan een suggestie van een mogelijke uitvoering van de bebouwing. De ruimte om het hotel zal in aansluiting op de bomensingels van Graaf Alardsingel en de Prins Mauritssingel een groene inrichting krijgen. Dit sluit aan bij de groene inrichting van het stationsplein. 30 Een totaalvisie op het gebied ontbreekt. Niet duidelijk is wat vragensteller bedoeld met totaalvisie. De visie op het gebied is enerzijds vastgelegd in de Ontwikkelingsstrategie Waalsprong, mei 2013 (met het Ontwikkelingsbeeld Waalsprong 2007 als voorloper) en anderzijds op de Structuurvisie Nijmegen Beide 15

25 uitgangspunten leiden tot een ambitie van stedelijke knoop op deze locatie in directe relatie met het voorzieningencentrum voor de Waalsprong. 31 Het is niet te rijmen dat voor verschillende delen in de (stedenbouwkundige) planning van het dorp verschillende normen worden gebezigd. 32 Met de bouw van de Waalsprong, Betuwelijn en A15 heeft het gebied tussen Rijn en Waal veel van haar landelijke karakter verloren. Met dit plan wordt het gebied verder aangetast. Het dorp Lent en omgeving is zeer divers van karakter. In de stedenbouwkundige planning en de voorgestelde ingrepen is altijd de bestaande ruimtelijke context het uitgangspunt. Daarop worden de regels toegespitst en gebiedsspecifiek gemaakt. Algemene stedenbouwkundige normen, zoals licht, lucht en zon, gelden overal. Met de keuze voor ontwikkeling van de Waalsprong als VINEX-locatie is tegelijkertijd een keuze gemaakt voor verstedelijking van het landschap. Daarbij geldt als uitgangspunt het behouden en integreren van landschappelijk en cultuurhistorisch belangrijke elementen. Hoogbouw heeft effect op de landschapsbeleving. Dit project heeft tot gevolg dat de nabijheid van de stad meer beleefd zal worden vanuit het landschap. 33 De toren leidt tot verdere verrommeling van Lent. Lent heeft een krachtige uitstraling binnen de verstedelijking van de Waalsprong. De identiteit van het dorp is sterk. Kenmerken zijn dorps, kleinschalig en divers. De toren maakt onderdeel uit van de omringende verstedelijking en staat los van het dorp. Ruimtelijk-visueel heeft de toren invloed op het dorp als onderdeel van de Waalsprongontwikkeling. Daarmee wordt het diverse karakter van Lent niet aangetast. 34 Het unieke landschapsbeeld van de Nijmeegse stuwwal en het daarbij behorende uitzicht wordt ver(f)rommeld. 35 Het plan houdt geen rekening met de wijzigingen die inmiddels in de wegen- en woningsstructuur van Nijmegen-Noord en specifiek de ruimte rond de Mauritssingel en de Hoge Bongerd zijn aangebracht. 36 Er is al een goed herkenbaar station op dit punt. Waarom is er meer nodig? De opvatting dat rond het station hoogbouw moet zijn is nergens op gebaseerd. Behoud van de beleving van de Nijmeegse stuwwal is uitgangspunt bij de positionering van de hoogbouw. Het zicht op de stuwwal vanaf de Prins Mauritssingel blijft behouden. De toren zal onderdeel gaan vormen van het stadssilhouet. De ontwikkeling van Knoop Lent bestaat uit het geheel van infrastructurele werken, een stationsplein en ontwikkeling van deze vastgoedlocatie. Deze ontwikkelingen zijn in ruimtelijk opzicht op elkaar afgestemd. In groter perspectief zijn de ruimtelijke ontwikkelingen vastgelegd in het onwikkelingsbeeld Waalsprong 2007, de Nijmeegse Structuurvisie 2010 en de Ontwikkelingsstrategie Waalsprong mei Hoogbouw is gebaseerd op de visie met betrekking tot stedelijke knooppunten (Structuurvisie Nijmegen 2010), waarbij een herkenbare en unieke bebouwing wordt nagestreefd op deze plek. Het station is onderdeel van de stedelijke knoop. De bebouwing van het stationsgebouw is ruimtelijk ondergeschikt. De toren van het hotel draagt bij aan de ruimtelijke betekenis van de plek van het station. 37 In par. 1.4 wordt aangegeven dat: de Lentse lus momenteel niet functioneel wordt Deze opmerking wordt voor kennisgeving aangenomen. 16

26 gebruikt en kan dien ten gevolge getypeerd worden als braakliggend. Als het niet gebruikt wordt, hoeft het niet per definitie braakliggend te zijn. Groenvoorziening is ook functioneel. 38 Hier is geen sprake van een duurzame (planologische) invulling omdat er geen rekening wordt gehouden met de omgeving. Er is in de planvorming op alle relevante aspecten relatie gelegd met de omgeving, zodat het plan onderdeel hiervan wordt. In de hoofdstukken 3 en 4 van de toelichting wordt deze relatie beschreven. 39 Door de nieuwbouw raakt de woonwijk de Hoge Bongerd geïsoleerd. De bestaande ontsluiting van de Hoge Bongerd op de Prins Mauritssingel wordt vervangen door een nieuwe ontsluiting via het stationsplein. De huidige aansluiting op de Hoge Bongerd wordt circa 45 meter verplaatst in westelijke richting. Een inrichtingstekening van het stationsplein, waarop de nieuwe aansluiting is aangegeven, is opgenomen in het Beeldkwaliteitplan Knoop Lent Stationsomgeving d.d. 4 oktober 2011 (pg. 11). Overigens maakt de inrichting van de openbare ruimte geen deel uit van dit bestemmingsplan. Zie ook het antwoord op vraag 69, hierin wordt ingegaan op de verkeersaspecten. 40 De geplande bomen op het plein zijn slechts een vervanging van de gekapte bomen. Levert geen bijdrage aan de specifieke criteria voor hoogbouw. 41 De nieuwbouw gaat ten koste van groen, dit was de reden waarom wij in Lent zijn komen wonen, namelijk de groene omgeving. De geplande bomen zijn zowel een vervanging van bestaande te kappen bomen als een kwaliteitselement van de inrichting van de buitenruimte. De bomen dragen bij aan de verblijfskwaliteit van de openbare ruimte van het stationsplein. Als beeld refereren de bomen aan de boomgaarden van Lent en omgeving. Daarnaast zullen ter hoogte van onder meer Knoop Lent langs de Prins Mauritssingel en de Graaf Alardsingel bomenrijen worden geplant. Deze refereren qua sfeer en uitstraling aan de singels van Nijmegen zoals de Oranjesingel en de Nassausingel. De footprint van de bebouwing gaat nauwelijks ten koste van het groene karakter van de Lentse Lus. De bestaande asfaltwegen en het viaduct Lentse Lus verdwijnen. Rondom de footprint wordt voorzien in een ruime invulling van groen. De Prins Mauritssingel en de Graaf Alardsingel worden voorzien van bomen. Het referentiebeeld dat hierbij voor ogen wordt gehouden verwijst naar de Nijmeegse singels zoals de Oranjesingel en Nassausingel. Zie ook het antwoord op vraag 40. Leefbaarheid 42 Verkeersveiligheid en leefbaarheid komen in het geding door samenkomst van verkeer van de Waalbrug, de nieuwe stadsbrug, het spoor, de bussen van en naar station Lent, het fietsverkeer en in de toekomst het HOV-verkeer. In Knoop Lent komen diverse verkeersverbindingen samen. In het Beeldkwaliteitplan Knoop Lent Stationsomgeving d.d. 4 oktober 2011 is een toelichting opgenomen op de logistieke en ruimtelijke aspecten van dit verkeersknooppunt. De wijze van ruimtelijke vormgeving is daarin verder uitgewerkt met inachtname van de verkeersveiligheid en leefbaarheid. 17

27 43 Het gebouw is gepland op een locatie waar het al zo ontzettend druk is. Zie het antwoord op vraag 5. Gelet op de positionering van het hotel tot omliggende woonbebouwing, spoor en ontsluitingswegen vindt de gemeente de gekozen locatie aanvaardbaar. Er is gezocht naar een positionering, zowel in bouwmassa als in plaats, waarbij effecten op de omgeving in ogenschouw zijn genomen. Dit betreft ruimtelijke inpassing, bezonning, windhinder, geluid en verkeer. Deze onderdelen zijn afzonderlijk onderzocht. Van de onderdelen bezonning, windhinder en geluid zijn deelrapportages opgesteld, waarin de effecten inzichtelijk zijn gemaakt. In de toelichting van dit bestemmingsplan is een verantwoording gegeven van de afweging en gemaakte keuzes. 44 Bij het doorzetten van de plannen brengt de gemeente onherstelbare schade toe aan de leefomgeving van de aanwonenden. Zie het antwoord op vraag 5. Schaduw/bezonning/lichthinder/privacy 45 Het gebouw verstoort het uitzicht vanuit diverse woningen. Ja, vanuit diverse woningen zal het uitzicht veranderen. 46 Wat is het effect op de bezonningsuren voor terras van Witte Huis (Past. Van Laakstraat 54). In de bezonningstudie is bijvoorbeeld op figuur 11 te zien dat het pand Pastoor van Laakstraat 54 een blauw - groene kleur heeft. Aan de hand van het kleurenschema betekent dit een afname van minimaal een kwartier tot drie kwartier bezonningsduur op 21 april. Hierbij is geen rekening gehouden met de huidige inrichting van het terras. (bijvoorbeeld parasols, bomen, etc.) 47 Hotel neemt licht (bezonning), privacy en woongenot weg. Er is een bezonningsonderzoek verricht door adviesbureau Peutz ( 10 juni 2013) naar de eventuele gevolgen voor de situatie van de bezonning van de woningen binnen de invloedssfeer van de beoogde toren. De conclusie van dat onderzoek is dat bij geen van de omliggende woningen gedurende het hele jaar een verslechtering van de bezonning wordt verwacht als gevolg van de realisatie van de toren met een hoogte van 55 meter (zie ook het antwoord op vraag 17) Bij enkele woningen in de omgeving is sprake van enige verslechtering van de bezonning als gevolg van de geplande hoogbouw. Bij de dichtst bij het bouwplan gelegen woning aan de Spoorstraat is in februari / oktober een afname van de bezonningsduur vastgesteld van minder dan een uur. Bij enkele woningen aan de Pastoor van Laakstraat en de achterliggende woningen neemt afhankelijk van de ligging en het moment in het jaar de bezonningsduur af met een kwartier tot maximaal circa twee uur per dag. Doordat het invloedsgebied zich gedurende het jaar verplaatst wordt bij geen van de woningen gedurende het hele jaar een verslechtering van de bezonning verwacht. 18

28 Er wordt voldaan aan de veelal gehanteerde lichte TNO-norm van 2 mogelijke zonuren in de periode van 19 februari tot en met 21 oktober. De gemeente Nijmegen heeft geen specifieke, aanvullende bezonningsnorm vastgesteld. De afstand van de toren tot de dichtstbijzijnde woning is circa 100 meter. Op grond daarvan mag worden geconcludeerd dat er geen sprake is van inbreuk op de privacy en woongenot. 48 Zonnestudie is gemanipuleerd. Diverse maanden zijn niet onderzocht/de bezonningsstudie zegt niets over de wintersituatie/levert s winters extra schaduw op. Het bezonningsonderzoek is uitgevoerd door een gekwalificeerd ingenieursbureau dat als normstelling voor het onderzoek een door TNO gehanteerde norm heeft gebruikt. De periode tussen 21 oktober en 19 februari is niet maatgevend vanwege het geringe aantal uren daadwerkelijke zonneschijn en de lage zonnestand (minder dan 10 graden t.o.v. aardoppervlak). 49 De slagschaduw van het gebouw leidt tot gezondheidsklachten (epilepsie). De schaduw van het gebouw zal naar ons inziens niet leiden tot gezondheidsklachten (epilepsie). 50 Het Witte Huis is een erg markante plek. Dat gaat volledig overschaduwd worden (letterlijk en figuurlijk) door de hoge toren. 51 Het gebouw leidt tot windhinder rondom het station. Een onderzoek windhinder ontbreekt. Niet alle milieu-aspecten zijn nu afdoende onderzocht. Het moet nog mogelijk zijn op dit onderzoek in te spreken, alvorens bestemmingsplan wordt vastgesteld. Alle maatregelen moeten worden genomen om het windklimaat tot een aangenaam niveau te krijgen. Het Witte Huis bevindt zich op een afstand van circa 140 meter van de beoogde toren. Omdat het Witte Huis is gesitueerd aan de oost-zuidoost zijde van de toren is er een beperkte periode dat het gebouw in de avondzon schaduw geeft op het Witte Huis. Gedurende de rest van het jaar heeft de toren geen schaduweffect op het Witte Huis. Er is derhalve geen sprake van volledige overschaduwing door de toren. Zie ook het antwoord op punt 47. Aan het bestemmingsplan is een windhinderonderzoek toegevoegd. Wanneer de gemeenteraad het bestemmingsplan vaststelt, dan kan een belanghebbende gedurende 6 weken, die ingaan op de dag na de dag waarop het besluit ter inzage is gelegd, een schriftelijk beroepschrift indienen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Er is geen mogelijkheid meer tot inspraak. Door bureau Peutz is een windhinderonderzoek (H RA, 10 juni 2013) gedaan naar de mogelijke invloed van de hoogbouw op het windklimaat in de directe omgeving. Uit de resultaten van het onderzoek kunnen de volgende conclusies getrokken worden: Het bouwplan geeft geen overmatige windhinder bij de bestaande woningen. Nergens in het plangebied is sprake van een beoordeling slecht (beoordeling loopgebied) en tevens wordt het gevaarcriterium niet overschreden. 19

29 Bij de verdere planuitwerking (omgevingsaanvraag) dient rekening gehouden te worden met het treffen van windafschermende maatregelen ter plaatse van de hoofdentree en het terras van de nieuwbouw. 52 Het onderzoek van Peutz naar de bezonning is getoetst aan de lichte toets. De donkere herfst- en winterperiode is buiten beschouwing gelaten. In het onderzoek van Peutz wordt gesteld dat door de gemeente Nijmegen.geen specifieke criteria worden gesteld waaraan bezonning moet voldoen. Wel geeft Peutz aan dat de gemeente bijzondere eisen stelt t.a.v. technische, fysische en milieuaspecten als windhinder, schaduwwerking, geluidshinder, luchtkwaliteit en externe veiligheid 1. Niet duidelijk is waarom de gemeente geen specifieke criteria stelt aan bezonning. Waarom niet? 2. Het is een feit dat de impact op de bezonning en schaduwwerking van hoogbouw van 62 meter anders is dan hoogbouw van 25 meter. Wat zijn de redenen om hierin geen onderscheid te maken? 3. Hoe moet worden beschouwd dat de gemeente wel bijzondere eisen stelt ten aanzien van de schaduwwerking, maar geen specifieke eisen stelt aan de bezonning? 4. Het is niet helder welke eisen de gemeente stelt aan de overige genoemde kwaliteitseisen en of/op welke wijze deze door Peutz of een ander onderzoeksbureau zijn gemeten. 5. Hoe is door Nijmegen gewaarborgd dat het verrichte onderzoek volledig is en de impact voor de bewoners in dit gebied naar redelijkheid en billijkheid is onderzocht? 6. Wat zijn de argumenten geweest om juist de donkere wintermaanden buiten het onderzoek te houden, terwijl de geplande bouw juist in deze periode een nog grotere impact heeft op de bezonningssituatie en schaduwwerking? 7. De geplande hoteltoren heeft ook grote impact bij daglicht. Waarom is uitsluitend de impact op de bezonning bekeken en niet de impact op de situatie overdag bij normaal daglicht en een bewolkte dag? 8. In hoeverre zijn door de gemeente bijzondere eisen gesteld t.a.v. de technische, fysische en milieuaspecten als windhinder, schaduwwerking, geluidshinder, luchtkwaliteit en externe veiligheid onderzocht en wat zijn hiervan de uitkomsten. M.a.w. wat is de impact van de geplande bouw op elke bijzondere eis? Stedenbouw ad. 1 Zoals in de Notitie Hoogbouw is opgenomen.vindt te allen tijde beoordeling plaats op fysische- en milieuaspecten als beschaduwing. Toetsing op schaduwwerking is geen wettelijke verplichting en Nijmegen heeft daarom geen specifieke criteria vastgesteld. Om de toetsing uit te voeren worden in Nederland algemeen hanteerde en geaccepteerde normen gehanteerd zoals de lichte TNO norm. ad.2 Door TNO is ten aanzien van bezonning een criterium opgesteld, welke als volgt luidt: 'Ten minste twee mogelijke bezonningsuren per dag voor de gevels van woningen, in de periode van 19 februari tot 21 oktober'. Deze norm wordt ook wel de 'lichte TNO-norm 'genoemd. 19 februari is daarbij maatgevend; als op deze dag aan de norm wordt voldaan, zal dat ook in de overige maanden (tot en met 21 oktober) het geval zijn. Deze lichte TNO-norm wordt in Nederland vaak gehanteerd als kader bij schaduwstudies en is daarmee een geaccepteerde norm. De 'zware TNO-norm', die in principe zelden wordt gehanteerd, gaat uit van het volgende: 'Ten minste drie mogelijke bezonningsuren per dag voor de gevels van woningen, in de periode van 21 januari tot 22 november'. Het effect van beschaduwing wordt niet veroorzaakt door alleen de hoogte, maar ook de zijde en afstand tot de ruimtelijke ontwikkeling. Deze aspecten zijn locatiespecifiek. Om die reden vindt toetsing dus plaats op het aantal zonuren en niet op de hoogte. ad.3 Door de gemeente Nijmegen is geen specifieke norm gesteld aan schaduwwerking. Wel stelt de gemeente Nijmegen als eis dat bij hoogbouw de bezonning en schaduwwerking als gevolg van de geplande bebouwing inzichtelijk worden gemaakt door middel van een modelonderzoek. ad.4 Niet geheel duidelijk is op welke kwaliteitseisen hierbij worden bedoeld. In de Notitie Hoogbouw is beschreven op welke wijze de gemeente Nijmegen 20

30 hoogbouw toetst en welke criteria worden gesteld. Alle technische aspecten zoals beschaduwing, windhinder, geluid, luchtkwaliteit etc. zijn onderzocht en maken deel uit van de toelichting van het bestemmingsplan. In de toelichting is daarnaast beschreven op welke wijze aan de kwalitatieve aspecten (zoals de ruimtelijke en maatschappelijke) wordt voldaan. ad.5 Het onderzoek is uitgevoerd door een gekwalificeerd en erkend bureau. In het onderzoek is de TNO-normstelling als uitgangspunt gehanteerd. ad.6 De periode tussen 21 oktober en 19 februari is niet maatgevend vanwege het geringe aantal daadwerkelijke zonneschijn en de lage zonnestand (minder dan 10 graden t.o.v. aardoppervlak). ad.7 Bij een bewolkte dag zal de schaduw minder ver reiken dan nu in beeld is gebracht in de bezonningstudie. ad.8 De bijzondere eisen die de gemeente Nijmegen stelt hebben betrekking op de hoogbouw. Deze staan geformuleerd in de notitie Hoogbouw (mei 2005); in casu: windhinder, schaduwwerking / bezonning, geluidhinder, luchtkwaliteit en externe veiligheid. De resultaten van de genoemde onderzoeken, uitgezonderd windhinderonderzoek, staan vermeld in het bestemmingsplan. Het windhinderonderzoek is onlangs afgerond. Dit onderzoek is aan het bestemmingsplan bij de procedure toegevoegd. Past niet in het beleid 53 Het plan is in strijd met de Visie kern Lent en/of belofte dat Lent zijn dorpse karakter zou behouden. De visie Kern Lent gaat in op de ontwikkeling van de oude dorpskern in een veranderende omgeving. De belangrijkste strategische ruimtelijke opgave in de dorpsvisie is de vraag op welke wijze de oude dorpskern Lent haar identiteit kan behouden en versterken en op welke wijze zij zich kan aansluiten bij de ontwikkelingen in de directe omgeving. De visie gaat vooral in op de oude kern Lent. Het gebied van Van Der Valk wordt zijdelings benoemd in de visie als het gaat over het leggen van verbindingen van de oude kern Lent naar de nieuwe ontwikkelingsgebieden in de Waalsprong. Ook 21

31 wordt de afbraak van de Lentse Lus benoemd. Met het bestemmingsplan hotel Van der Valk worden deze verbindingen niet onmogelijk gemaakt. In tegendeel, in de plannen voor de verdere ontwikkeling van het gebied zit onder andere een nieuwe ongelijkvloerse kruising met de Prins Mauritssingel. Op de visiekaart staat op het gebied waar het Hotel Van der Valk Nijmegen Lent gepland is ook de aanduiding hart. Uitgangspunt is dat het hart ook in de toekomst een centrale ontmoetingsplek voor bewoners van de oude kern Lent blijft. Met dit hotel en de inrichting van het plein en de openbare ruimte, in combinatie met een nieuwe verbinding, voldoen we juist aan deze doelstelling. 54 Er zijn in het verleden toezeggingen gedaan dat er geen hoge gebouwen komen. Uit de reactie blijkt niet wanneer en in welk kader deze toezegging gedaan zou zijn. Wij zijn niet bekend met deze toezeggingen. 55 Het hotel voldoet niet aan Notitie Hoogbouw/structuurvisie/aan de criteria voor hoogbouw v.w.b. 1. Hoogbouw dient een positieve bijdrage te leveren aan de identiteit van buurt, wijk of stad 2. De relatie/aansluiting op omliggende bebouwing dient overtuigend te zijn 3. Hoogbouw dient een verrijking van het silhouet van de stad op te leveren 4. Stedenbouwkundige inpassing 5. Aansluiten bij menselijke maat 6. Etc (zie criteria in notitie). De criteria voor hoogbouw zijn beschreven in de Notitie hoogbouw, mei Wij gaan hieronder in op de specifieke toetsingscriteria voor hoogbouw. 1 Bij hoogbouw is altijd het bijzondere toetsingsniveau van kracht. Dit betekent dat het uiteindelijke bouwplan door de commissie Beeldkwaliteit zal worden beoordeeld op het bijzondere toetsingsniveau. 2 Hoogbouw dient op een positieve wijze bij te dragen aan de identiteit van de buurt, wijk en/of stad. De locatie Van der Valk is de eerste bebouwing in het ontwikkelgebied Knoop Lent. De ambities voor dit gebied zijn verwoordt in de Ontwikkelingsstrategie Waalsprong d.d. 29 mei Hoogbouw past in de visie van de gemeente op de stedelijke knooppunten. 3 Hoogbouwontwerp wordt beoordeeld in relatie tot bestaande hoogbouw, als onderdeel van het stadssilhouet. Dit dient een verrijking op te leveren, rekening houdend met hoogteverschillen in het landschap. De positie van de hoogbouw is zodanig bepaald dat rijdend op de Prins Mauritssingel vanuit het noorden het zicht op de Stevenstoren behouden blijft vanaf de Ovatonde tot de Vrouwe Udasingel. Tevens is het totale stadssilhouet, met andere hoogbouwlocaties, daarbij in ogenschouw genomen. De historische bovenstad met St. Stevenstoren blijft dominant. Het silhouet van het noordelijk stadsdeel wordt gevormd door de nieuwbouw van het Hotel Van der Valk op dit bestaande stedelijke knooppunt. 4 Bij hoogbouw extra aandacht voor zorgvuldige stedenbouwkundige inpassing; oog voor sociaal psychologische effecten, aansluiting op omgeving overtuigend, werking als herkenningspunt benutten. De inpassing binnen de omgeving is zodanig bepaald dat het onderdeel plint de overgang vormt naar de maat en schaal van de directe omgeving en de terugliggende toren een herkenningspunt vormt vanuit de wijdere omgeving. 22

32 5 Hoogbouw dient waardevolle bijdrage te leveren aan het uiterlijk van de stad door bijzondere architectonische kwaliteit. Het Ruimtelijk kwaliteitsteam Waalsprong zal het bijzondere toetsingsniveau welstand hanteren. 6. Bij clustering hoogbouw inspelen op vormrelatie tussen hoogbouwobjecten. Dit criterium is hier niet van toepassing. 7. Hoogbouw dient alzijdige oriëntatie en presentatie te hebben. Het plintgebouw grenst aan belangrijke stedelijke ruimten als het stationsplein en de Prins Mauritssingel. 8. Bij hoogbouw worden bijzondere eisen gesteld ten aanzien van de technische, fysische en milieuaspecten als windhinder, schaduwwerking, geluidhinder, luchtkwaliteit en externe veiligheid. Zie het antwoord op de vragen 5, 47 en Op maaiveldniveau dient hoogbouw goed aan te sluiten bij de menselijke maat en bij schaal, sfeer en functie van de openbare ruimte en de omringende bebouwing; bijzondere aandacht voor invulling van de plint van het gebouw. De plint van het gebouw sluit met een maximale bebouwingshoogte van 12 meter aan op de maat en schaal van de omringende bebouwing. In de plint worden functies als entree hotel, restaurant en congresfaciliteiten opgenomen. Dit sluit goed aan op het karakter van de openbare ruimte, zoals het stationsplein en de Prins Mauritssingel. 10. Aandacht besteden aan dakbeëindiging; technische ruimtes etc. integreren in het ontwerp. Op dit onderdeel zal worden getoetst bij de aanvraag omgevingsvergunning. 11. Het ontwerp dient te getuigen van een hoogwaardige inrichting van de omliggende buitenruimte. Dit bestemmingsplan regelt alleen de bebouwing van de kavel Van der Valk. De gemeente Nijmegen ontwerpt in samenhang met de beoogde bebouwing de omringende openbare ruimte. 12. Parkeren dient onder maaiveld of in een gebouwde voorziening te geschieden; de oplossing wordt op haar stedenbouwkundige en architectonische merites beoordeeld. In de plint van het gebouw is een parkeervoorziening opgenomen, die voorziet in de stallingbehoefte van het hotel. Deze parkeervoorziening maakt architectonisch onderdeel uit van de plint als geheel. In de aanvraag omgevingsvergunning wordt dit getoetst. 56 Knooppuntennota: Visie dat 6 knooppunten gemarkeerd moeten worden met hoogbouw dient geen enkel reëel doel. Hoogbouw is geen doel op zich. Bij de stedelijke knooppunten komen diverse functies en verkeersstromen samen. Omdat de ruimte beperkt is en de functies dicht bij bijvoorbeeld een OV verbindingen willen zitten, is hoogbouw vaak aan de orde op deze locaties. 23

33 57 Op basis van welk democratisch besluit is de hoogbouwnotitie vastgesteld en aangenomen? In hoeverre hebben burgers gelegenheid gekregen tot inspraak? De notitie Hoogbouw is vastgesteld op 14 september 2005 door de gemeenteraad. Voorafgaand aan de vaststelling door de gemeenteraad is de discussienota Nijmegen boven de boomgrens verschenen in oktober Dit is de onderlegger geweest voor het hoogbouwdebat dat daarna is gevoerd. Na behandeling in het College van B & W heeft de nota ter inzage (inspraak) gelegen in het Open Huis. Ook is het uitgangspunt geweest voor de workshops, debatten en prijsvraag tijdens de hoogbouwmanifestatie in november De resultaten hiervan hebben geleid tot aanpassingen en de uiteindelijke vastgestelde nota Hoogbouw, Nijmegen boven de boomgrens. 58 Wat is de argumentatie dat de volgende criteria: a. Nabijheid van een station b. Direct gelegen aan stedelijke hoofdwegen leidend te laten zijn voor de vaststelling dat een bepaald gebied een knooppunt is? 59 Graag vernemen wij van de gemeente hoe de uitgangspunten uit de Hoogbouwnotitie en de Visie Kern Lent zich laten verenigen met de bouw van het hotel. 60 Wij vernemen of en zo ja welke argumenten de gemeente heeft om van de Hoogbouwnotitie en de Visie Kern Lent af te wijken. 61 Van een leefbare en veilige omgeving, waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden (zoals genoemd in de structuurvisie van het Rijk) blijft niets over. 62 In de structuurvisie van de gemeente van 2012 is geen concrete bebouwing op deze plek opgenomen. Een knooppunt is een plek in de stad waar verschillende modaliteiten samenkomen (zoals auto, fiets en o.v.) en waar uitwisseling kan plaatsvinden. De plekken liggen dus bij een station of een andersoortige (H)OV verbinding en aan stedelijke hoofdwegen zodat uitwisseling tussen modaliteiten kan plaats vinden. Deze plekken bieden mogelijkheden voor ontwikkeling met verschillende stedelijke functies zoals wonen, kantoren, winkels en andere economische of sociaal-culturele functies. In de stad onderscheiden we zes knooppunten. Naast Lent is dat Nijmegen CS en Heyendaal, Brabantse Poort, (toekomstig) station Goffert en Ressen. Zie het antwoord op vraag 53. Zie beantwoording nr. 53 wat betreft visie Kern Lent. Wij wijken niet af van de visie Kern Lent. Niet duidelijk is uit de zienswijze waar en op welke wijze het Rijk het gebied van dit bestemmingsplan bestempeld heeft als leefbaar, veilig en met unieke en natuurlijke cultuurhistorische waarden. Wij gaan daarom niet in op deze zienswijze. In de Structuurvisie Nijmegen 2010 is het gebied opgenomen als één van de zes stedelijke knooppunten. Ook is er een aanduiding voor stations- en kantoorontwikkeling opgenomen. Dat geeft aan dat het gebied voor meerdere functies geschikt is en dat ontwikkelingen worden toegestaan. Dat staat ook beschreven in de bijbehorende tekst. Concrete bebouwing kan niet worden opgenomen omdat de ontwikkelingen nog niet bekend zijn. Een structuurvisie geeft een voornemen aan tot de periode van circa

34 63 Het plan is in strijd met de Structuurvisie. Zie beantwoording van zienswijze 62. Het plan voldoet aan de vigerende Structuurvisie Nijmegen De huidige locatie past niet in de knooppuntenvisie. Onduidelijk is op welke knooppuntenvisie wordt gedoeld en waarom de locatie niet past in de visie. Zoals in de beantwoording van zienswijze 58 duidelijk wordt past de ontwikkeling in de visie rondom de zes knooppunten in de stad. 65 De gemeente heeft niet duidelijk gemaakt bij de vaststelling van de knooppunten wat de gevolgen waren voor omwonenden. Uw zienswijze heeft betrekking op de Structuurvisie Nijmegen 2010 en deze vormt het uitgangspunt voor dit bestemmingsplan. 66 Ontwikkeling past niet binnen kader van Rijksbeleid. In de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte staat o.a. mobiliteit centraal in samenhang met de ruimtelijke ontwikkeling. Te lezen is dat: de opgave is het faciliteren van de groei van de mobiliteit waarbij de gebruiker voorop staat. Om dit te bereiken, moet de samenhang tussen de verschillende modaliteiten verbeteren en moet gekozen worden voor een integrale benadering die de mobiliteitsgroei in samenhang met ruimtelijke ontwikkeling faciliteert. En ook: In 2040 beschikken gebruikers over optimale ketenmobiliteit door een goede verbinding van de verschillende mobiliteitsnetwerken via multimodale knooppunten (voor personen en goederen) en door een goede afstemming van infrastructuur en ruimtelijke ontwikkeling. Bij Knoop Lent is sprake van een dergelijk multimodaal knooppunt waarin een functie als een hotel past. Cultuurhistorie 67 Het gebouw doet geen recht aan de Ruimte voor de Waal en de cultuurhistorische achtergrond van Lent. De Romeinen, de 2 e Wereldoorlog en andere historische gebeurtenissen die in het gebied hebben plaatsgevonden. Daarnaast doet het gebouw ook geen recht aan de dorpshistorie met zijn kassen en bongerds (specifieke criteria uit Notitie Hoogbouw). Het gebouw voegt zich naar de oude verkavelingsstructuur die min of meer haaks op de Grift heeft gelegen. Het gebouw ligt daardoor aan een oude verkavelingslijn, in het verlengde van de onderdoorgang ter plaatse van station Lent. Met de toepassing van veel glas verwijst de architectuur naar de kassen van Lent. 68 De hoogbouw past niet aan de historische Grift. Er is bewust gekozen voor een architectuur, passend bij het nieuwe knooppunt, die afwijkt van de historische bebouwing in de omgeving. Daarmee krijgt het knooppunt een eigen herkenbaarheid en identiteit. Verkeer Bereikbaarheid en doorstroming 69 Het hotel incl. congrescentrum leidt tot extra drukte, grote verkeersproblemen De realisatie van het hotel zal extra verkeersbewegingen genereren. Er is echter 25

35 en/of extra verkeersonveiligheid. geen aanleiding om aan te nemen dat er sprake is van een onveilige verkeerssituatie en/of verkeersproblemen ten gevolge van de uitvoering van het bestemmingsplan. Onderstaand gaan wij daar verder op in. De verkeerseffecten ten gevolge van het bestemmingsplan dienen te worden beschouwd in de context van de directe omgeving en de realisatie van de nieuwe verkeersstructuur in Nijmegen-noord in de periode Directe omgeving De directe omgeving betreft het systeem van de twee kruisingen met gekoppelde verkeersregelinstallaties van het Splitstingspunt te weten (1) Prins Mauritsssingel- Graaf Alardsingel en (2) Prins Mauritssingel Laauwikstraat. De ontwikkeling Van der Valk genereert op basis van het mogelijke bouwprogramma binnen het bestemmingsplan circa 550 ritten per dag: 275 heen en 275 terug. Per spitsuur wordt normaliter 10% van een dagproductie aangehouden, dus 28 per richting per uur. Gegeven de cyclustijd van de verkeersregelinstallatie van 120 seconden betekent dat 1 auto extra per cyclus. In de berekende minst gunstige situatie zal er zowel op de tak Stationsplein (uitgaand) als de Prins Mauritssingel (inkomend) 1 auto per cyclus extra bijkomen. Dit aantal is relatief gezien verwaarloosbaar; het effect hiervan is niet of nauwelijks meetbaar. Verkeersstructuur Waalsprong De verkeersstructuur betreft in hoofdzaak de realisatie van de nieuwe stadsbrug en het splitsingspunt waardoor het verkeer de keuze heeft om via de oude Waalbrug of via De Oversteek naar het zuiden te rijden. Voor het kruispunt Prins Mauritssingel-Vrouwe Udasingel vindt dosering plaats op de capaciteit van het Splitsingspunt. In de verkeersmodelberekeningen, waarbij op het niveau van de hoofdverkeersstructuur van Nijmegen wordt berekend hoeveel verkeer er over circa 10 jaar verwacht mag worden wordt rekening gehouden met demografische ontwikkelingen en reeds vastgestelde infrastructurele en lokale ruimtelijke ontwikkelingen. Zo wordt op infrastructureel gebied o.a. rekening gehouden met de nieuwe stadsbrug De Oversteek, de Graaf Alardsingel en de Westelijke Parallelroute. Qua ruimtelijke ontwikkelingen wordt op hoofdlijnen rekening gehouden met een bepaald aantal gerealiseerde woningen en andere ontwikkelingen. In de regel wordt in het verkeersmodel alleen rekening gehouden met reeds vastgestelde ontwikkelingen. Binnen de Waalsprong is binnen de periode van 10 jaar rekening gehouden met enkele andere ontwikkelingen dan 26

36 woningbouw, zoals bedrijventerrein, detailhandel, horeca, recreatie, etc. De specifieke invulling van de ontwikkeling Van der Valk op deze specifieke locatie is niet in het verkeersmodel opgenomen, omdat dit nog geen (door de gemeenteraad) vastgestelde ontwikkeling betreft. Wél past de ontwikkeling Van der Valk (hotel, restaurant, congressen) binnen de ruimtelijke ontwikkelingen die op hoofdlijnen in het verkeersmodel zijn voorzien. De nieuwe verkeerstructuur richt zich op de situatie rond eind In de situatie rondom eind 2022 (modelmatig berekend zonder fietstunnel Laauwikstraat) wordt in het verkeersmodel gerekend met een verkeerstoename. De kruispunten zijn berekend op de verwerking van circa 95% van het spitsaanbod in Normale spitsen kunnen dan worden verwerkt, maar op enkele piekmomenten zal de capaciteit onvoldoende zijn. De koppeling tussen beide kruispunten zorgt altijd voor een optimale doorstroming op de Prins Mauritssingel staduitwaarts; de stadinwaartse rijrichting op de Prins Mauritssingel kan soms te maken krijgen met een minder soepele doorstroming. Om te voorkomen dat het Splitsingspunt geblokkeerd raakt, wordt de stadinwaartse verkeersstroom vanuit het noorden gedoseerd vóór het kruispunt Prins Mauritssingel Vrouwe Udasingel. Wanneer aan de noordzijde van de kruising Vrouwe Udasingel - Prins Mauritssingel een file ontstaat, wordt het verkeer tevens via de Margaretha van Mechelenweg verwezen richting de Oversteek. Het systeem van de twee kruispunten van het Splitsingspunt (kruispunt Prins Mauritssingel Graaf Alardsingel en kruispunt Prins Mauritssingel - Laauwikstraat) is ontworpen op verkeersmodelgegevens die uitgingen van een vastgoedontwikkeling bij Station Lent op de locatie van het bestemmingsplan, zij het niet specifiek hotel Van der Valk. 70 Wij missen de onderbouwing dat de PMS de extra verkeersbewegingen als gevolg van het hotel aan kan. 71 Tijdens de informatieavond op heeft de gemeente aangegeven onderzoek te hebben verricht naar de effecten op de verkeersintensiteit van de Prins Mauritssingel. 1. Welk onderzoek is dit? 2. Welke onderzoeksmethodiek is gehanteerd? 3. Wat waren de onderzoeksresultaten? 4. In hoeverre is getoetst dat het onderzoek is uitgevoerd en/of de conclusie van de gemeente is getoetst door een van de gemeente onafhankelijke en Gelet op bovenstaande is er geen aanleiding om aan te nemen dat er sprake is van een onveilige verkeerssituatie en/of verkeersproblemen. Zie het antwoord op vraag 69. ad 1 Zie het antwoord op vraag 69. ad 2 Er is gebruikt gemaakt van een digitale modelstudie. Zie antwoord op vraag 69. ad 3 Zie het antwoord op vraag

37 deskundige partij 5. op basis van welke feiten, onderzoeksresultaten en aannames is de gemeente uiteindelijk tot haar conclusie gekomen dat deze niet van een maat en schaal zijn dat deze een negatief effect op de bereikbaarheid en doorstroming hebben 6. Zijn in dit onderzoek de effecten op de bereikbaarheid en doorstroming meegenomen in het geval zich een calamiteit voordoet in het hotel, op het stationsplein, station of op het spoor? Zo ja wat waren de uitkomsten? 7. In hoeverre is de toegankelijkheid van hulpverleners in het onderzoek meegenomen en wat waren de uitkomsten? 8. Wat zijn de terugvalscenario s mocht blijken dat de conclusie onjuist is en de bereikbaarheid en doorstroming op de PMS ernstig belemmerd worden? 9. In hoeverre zijn effecten op bereikbaarheid en doorstroming op de PMS onderzocht van eventuele uitbreiding en exploitatie van andere activiteiten op de geplande locatie van VDV, met als doel meer gasten te trekken? Wat waren hiervan de resultaten? 10. Wat zijn de redenen om het onderzoeksrapport niet toe te voegen als bijlage bij het ontwerp-bestemmingsplan? 11. Tevens vragen wij o.b.v. de Wet Openbaarheid van Bestuur (Wob) per omgaande het door de gemeente bedoelde onderzoeksrapport openbaar te maken alsmede de onderbouwing van de gemeente voor het trekken van haar conclusie. ad 4 De gegevens in het verkeersmodel worden beheerd door een gekwalificeerd en in Nederland erkend onderzoeksbureau, onder toezicht van gemeente Nijmegen. ad 5 Zie het antwoord op vraag 69. ad 6 Nee, het verkeersonderzoek gaat niet in op specifieke calamiteiten. ad 7. In het verkeersonderzoek is geen toegankelijkheid van hulpverleners meegenomen. Voor wat betreft bereikbaarheid voor veiligheidsdiensten zie ook de antwoorden bij vraag 99 t/m 101 en 104. ad 8 Op de schaalgrootte van de infrastructuur in Nijmegen-noord hebben we als terugvaloptie (of beheersmaatregel ) benoemd dat we de stadinkomende verkeersstroom kunnen doseren ter hoogte van kruispunt Prins Mauritssingel - Vrouwe Udasingel, indien het Splitsingspunt bijvoorbeeld tijdens piekmomenten toch vast dreigt te lopen. Dit scenario wordt in de verkeerslichten geprogrammeerd en wordt alleen toegepast indien nodig. Op deze manier zorgen we ervoor dat het Splitsingspunt (inclusief het kruispunt Prins Mauritssingel- Laauwikstraat) niet blokkeert. ad 9 Effecten op bereikbaarheid en doorstroming van andere activiteiten dan de bestemde activiteiten, dan wel eventuele uitbreiding van de geplande activiteiten zijn niet onderzocht. ad 10 Voor de analyse van de bereikbaarheid en doorstroming ten behoeve van het bestemmingsplan is het digitale verkeersmodel van de gemeente gehanteerd. Dit verkeersmodel is ontwikkeld met hiervoor bestemde software. Het model is, zonder deze software, niet raadpleegbaar. ad 11 Aan indiener is aangegeven dat voor de analyse van de bereikbaarheid en doorstroming ten behoeve van het bestemmingsplan het digitale verkeersmodel van de gemeente is gehanteerd. Dit verkeersmodel is ontwikkeld met hiervoor 28

38 bestemde software. Het model is, zonder deze software, niet raadpleegbaar. Dat betekent dat wij geen schriftelijk onderzoeksrapport openbaar kunnen maken. Wij hebben indiener uitgenodigd om een mondelinge toelichting te geven op dit verkeersmodel. Indiener heeft aangegeven hier geen behoefte aan te hebben. 72 Waar kan de berekening worden ingezien van het aantal extra verkeersbewegingen als gevolg van de realisatie van het hotel. 73 De ontwikkeling van het hotel is in het geding v.w.b. het verbeteren en ruimtelijk zekerstellen van bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat. 74 Het plan houdt geen rekening met de wijzigingen die inmiddels in de wegen- en woningstructuur van Nijmegen-Noord en specifiek de ruimte rond de Mauritssingel en de Hoge bongerd zijn aangebracht. 75 De verkeersafwikkeling van en naar het hotel wordt gecombineerd met die van het station en de wijk Hoge Bongerd. De ontsluiting ligt vlak bij Knoop Lent. Het geheel vormt een risico voor de verkeersveiligheid. 76 De gemeente is zelf niet echt zeker over een goede afwikkeling getuigen de uitspraak: volgens ons zou het moeten kunnen. 77 De verkeersonveiligheid neemt toe In combinatie met het grote aantal scholieren dat hier dagelijks langskomt, neemt de kans op ongelukken toe. 78 Als gevolg van het bestemmingsplan verdwijnt de ongelijkvloerse kruising eerder, wat onveilig is voor het langzaam verkeer. Voor de analyse van de bereikbaarheid en doorstroming ten behoeve van het bestemmingsplan is het digitale verkeersmodel van de gemeente gehanteerd. Dit verkeersmodel is ontwikkeld met hiervoor bestemde software. Het model is, zonder deze software, niet raadpleegbaar. Indien inzage op dit digitale verkeersmodel gewenst is kan de gemeente een toelichting geven op dit model. Zie ook het antwoord op vraag 69 Zie het antwoord op vraag 69. Zie het antwoord op vraag 69. De komst van het hotel heeft geen invloed op de verkeersveiligheid van knoop Lent en omgeving. Tevens is het antwoord op vraag 69 van toepassing. De gemeente neemt aan dat u hierbij verwijst naar een uitspraak op de gehouden informatieavond van 14 maart 2013 in het Witte Huis te Lent. Tijdens deze avond heeft de gemeente aangegeven dat de gemeente geen problemen verwacht aangaande de verkeersafwikkeling. Zie ook het antwoord op vraag 69. De inrichting van het openbaar gebied wordt zodanig vormgegeven dat deze voldoet aan de geldende richtlijnen en normen ten aanzien van verkeersveiligheid. Op dit moment eindigt de aanwezigheid van de tijdelijke brug ter plaatse van de voormalige Lentse Lus vooralsnog op 1 april De beoogde ingebruikname van de fietstunnel onder de Prins Mauritssingel is voorzien voor eind Dit betekent dat circa anderhalf jaar er geen sprake is van een ongelijkvloerse mogelijkheid om de Prins Mauritssingel over te steken. Het langzaam verkeer kan dan evenals in de huidige situatie gebruik maken van de gelijkvloerse kruising. Deze voldoet aan verkeerskundige eisen. De betreffende periode van circa anderhalf jaar is aan de orde ná de opening van de Oversteek. Vanwege die opening zal de intensiteit op de Prins Mauritssingel ter plaatse van deze oversteek zodanig verminderen, dat een gelijkvloerse oversteek op voldoende verkeersveilige wijze ingepast kan worden. 29

39 Overigens onderzoekt de gemeente momenteel de mogelijkheden om de tijdelijke brug langer in stand te houden. Naar verwachting zullen de resultaten hiervan in het najaar van 2013 bekend worden. 79 De beschaduwing van het gebouw leidt tot verkeersonveiligheid. De gemeente is geen onderzoek bekend waarbij is gebleken dat schaduwwerking van gebouwen invloed heeft op de verkeersonveiligheid. Overigens zijn in Nederland op vele plaatsen vergelijkbare beschaduwingseffecten aanwezig. 80 De komst van het hotel is in strijd met het rijksbeleid omdat de bereikbaarheid per auto naar en van Nijmegen in het geding is. 81 De locatie zelf herbergt te weinig ruimte om de te verwachten toestroom van verkeer te handelen, vergeleken met andere van der Valk vestigingen is de infraruimte zeer beperkt. In de ruimtelijke onderbouwing is aangegeven dat er geen sprake is van strijd met nationale wetgeving. Zie ook het antwoord op vraag 69. De initiatiefnemer zal moeten voorzien in zijn eigen parkeerbehoefte en expeditieruimte. Hieraan wordt in de omgevingsvergunning gevolg gegeven. Zie ook het antwoord op vraag 69 Parkeren 82 Het hotel leidt tot parkeerproblemen in de omgeving. De initiatiefnemer moet voorzien in zijn eigen parkeerbehoefte. Hieraan wordt in de omgevingsvergunning gevolg gegeven. 83 De extra parkeerdruk leidt tot de invoering van betaald parkeren. Dit is kostenverhogend voor de bewoners. 84 Wanneer er een congres/evenement plaatsvindt, moeten er grote aantallen auto s een parkeerplaats vinden. Onduidelijk is of en in welke mate bezoekers hiertoe met het openbaar vervoer komen. 85 Temeer daar bij het nieuwe station geen extra parkeerruimte (meer) voor P&R komt. NB: Parkeren bij de Ovatonde is geen serieus alternatief. We verwachten geen parkeeroverlast in de directe omgeving door de komst van het hotel. Mocht er desondanks toch parkeeroverlast ontstaan (door hotel, station of andere voorzieningen), dan volgt gemeente Nijmegen een reguliere procedure conform vastgesteld parkeerbeleid: objectieve vaststelling van de parkeerdruk/- overlast cq. vaststelling van het draagvlak om een vorm van gereguleerd parkeren (waaronder bv. betaald parkeren) in te voeren. Zie ook het antwoord op vraag 82. Met de parkeernormen is rekening gehouden met de functie congres/evenement, in de omvang die hier mogelijk wordt gemaakt. Vanwege de ligging direct naast een treinstation is het onze verwachting dat de gestelde parkeernormen aan de hoge kant zijn; een deel van de bezoekers zal per trein komen. In de beoordeling van de Omgevingsvergunning wordt bij het bepalen van het aantal parkeerplaatsen geen rekening gehouden met het mogelijke gunstige effect van de nabijheid van het treinstation en transferium. Bij het station Nijmegen Lent is ruimte gereserveerd voor 30 parkeerplaatsen. Vanaf het transferium rijden om het kwartier gedurende reguliere werktijden busverbindingen naar Lent en Nijmegen. Deze zal ook halteren nabij Station Nijmegen Lent. De verwachte reistijd is slechts enkele minuten. Dit is naar het oordeel van de gemeente Nijmegen een aanvaardbaar alternatief en maakt als faciliteit onderdeel uit van het gemeentelijk mobiliteitsbeleid. 30

40 86 De parkeervoorzieningen bij het Hotel zullen aan de wettelijke norm moeten voldoen: in de praktijk blijkt deze norm nooit toereikend te zijn (CROW norm is te specifiek). Wildparkeren er omheen is een garantie. 87 Het tekort aan parkeerruimte zal voor omwonenden en kinderen leidden tot verkeersonveilige situaties. De CROW-norm is een algemeen geaccepteerde en breed gedragen normstelling in Nederland, zie ook het antwoord op vraag 84. Ten aanzien van de opmerkingen inzake het wildparkeren verwijzen wij naar het antwoord op vraag 82. Zie het antwoord op vraag 82. Economische zaken Beleid/Marktbehoefte Hotel 88 Het onderzoek naar de hotelsector is niet meer actueel Ten opzichte van 2008 is de capaciteit van hotelkamers en bedden reeds behoorlijk toegenomen. Deze capaciteit zou nog hoger zijn als hotels Metterswane en Opus doorgang vinden, dramatisch voor bestaande hotels, onrendabele exploitaties. Het zakelijk verblijf in hotels is de afgelopen 5 jaar fors gedaald. Markt voor cursussen, trainingen, congressen is slecht. Geen grote (toeristische) evenementen/attracties en congresbezoek. Bezetting hotels is al slecht, gemiddelde kamerprijs zal verder onder druk komen te staan. Er zijn al hotels in Nijmegen bijgekomen. Nieuw onafhankelijk hotelonderzoek noodzakelijk. Economische haalbaarheid heeft een doorslaggevende rol voor de realisatie van het plan. Na het hotel-onderzoek uit 2008 is er nog een recenter onderzoek geweest, waarin is gekeken naar verblijfssector in de Stadsregio. Het betreft de laatste toeristisch-recreatieve monitor van de regio Arnhem-Nijmegen die is uitgebracht door het RBT-Kan en die dateert van mei Hieruit blijkt dat de hoofdlijnen uit het hotel-onderzoek van de gemeente Nijmegen uit 2008 en de toeristisch recreatieve monitor van het RBT KAN met elkaar in lijn zijn. Doel van de monitor van het RBT KAN is inzicht geven in de economische betekenis van toerisme en recreatie in de regio. Belangrijkste conclusies uit deze monitor: - Overnachtingen in de regio Arnhem-Nijmegen zijn gestegen met 12% tot bijna 1,7 miljoen overnachtingen. - De toeristisch-recreatieve bestedingen zijn in de afgelopen periode gestegen met 6% t.o.v. de vorige meting. Toeristen besteden circa 1,3 miljard in de regio. Op verblijfstoeristisch gebied gaat het om een stijging van 15%, de dagtoeristische bestedingen groeiden met 5% en het zakelijk dagtoerisme met ruim 6%. De groei van de toeristisch-recreatieve bestedingen tussen 2009 en 2011 kan voor 42% worden verklaard door een volume-effect (meer overnachtingen, standplaatsen en dagbezoeken) en voor 58% door bestedingseffect (hogere bestedingen per persoon per dag). De algemene conclusie van de monitor is dat de toeristische sector goed heeft gepresteerd, met name het verblijfstoerisme. De monitor bevat ook een aanbeveling. De aanbeveling is om gezien de resultaten van de afgelopen periode in combinatie met de potenties en aantrekkelijkheid van de regio in te zetten op een groei van het verblijfstoerisme (met de campagne Cool Breaks is hierin al een stap gezet). In dagrecreatief opzicht is de regio al sterk ontwikkeld (met sterke attracties, musea, evenementen, natuur, twee grote steden). Doorontwikkeling tot regio die ook meer als verblijfsregio te boek zal staan vergt onder andere meer toeristische verblijfscapaciteit met voldoende onderscheidend vermogen en een concurrerende kwaliteit. 31

41 89 Volgens een onderzoek onder hoteliers in Nijmegen is er geen momenteel en de Zie het antwoord op vraag 88. komende 10 jaar geen behoefte aan meer hotel/conferentieruimte. 90 Er is geen behoefte aan een hotel (in dit marktsegment). Dit leidt tot leegstand Zie het antwoord op vraag 88. (denk ook aan leegstand van kantoren). 91 Er is onvoldoende onderzoek naar de hotelbehoefte. Zie het antwoord op vraag Plan dient uitsluitend commerciële belangen. Zie het antwoord op vraag 88. Hotelontwikkeling in Nijmegen In de toeristisch recreatieve monitor van het RBT Kan staat ook een overzicht met het aantal bedden in de regio. Hieruit blijkt dat Nijmegen nog steeds achterblijft in aantal (875 bedden) in vergelijking tot een stad als Arnhem ( 1344 bedden). In de monitor wordt ook geconstateerd dat als het gaat het om verblijfstoerisme Nijmegen in de Stadsregio vier andere deelgebieden voor moet laten gaan. De oorzaak is, volgens de onderzoekers, het relatief beperkte hotel-aanbod in Nijmegen. Na oplevering van het hotel-onderzoek in 2008 heeft Nijmegen er slechts beperkte hotelcapaciteit bij gekregen. Het gaat daarbij met name om de komst van een klein stadshotel in het hogere segment (14 bedden) en B&B s. De komst van grotere hotels is vooralsnog uitgebleven. Met de realisatie van een Van der Valkhotel en het Stadshotel Opus (nabij de Wedren) wordt een leemte gevuld op de Nijmeegse hotelmarkt. Toerisme is nog steeds een groeisector Toerisme is nog steeds een groeisector. In vervolg op de monitor heeft het RBT KAN de Strategische Marketingsvisie uitgebracht. Het RBT-KAN geeft daarin als doelstelling aan om d.m.v. vernieuwende marketing- en promotieinspanningen meer bezoekers te genereren die langer blijven, meer besteden en tot herhalingsbezoek overgaan, om zo het toeristisch marktaandeel van de regio Arnhem-Nijmegen in het algemeen en dat van diverse deelgebieden in het bijzonder te vergroten. Als ambitie voor de komende vier jaar is geformuleerd het dagbezoek te verlengen naar meerdaags bezoek, waarmee de regio Arnhem- Nijmegen als verblijfsregio groeit. Inzet is om de regio als shortbreak-bestemming te promoten en zo meer bezoekers voor meerdere dagen uit zowel de internationale als de nationale te trekken. Focus op nieuwe doelgroepen: senioren, Nederlanders op korte vakantie, gezinnen met kinderen, de zakelijke markt en Duitsers, Belgen en Britten. 93 Het is een concurrent voor Holland Casino. Gezien de verschillen in de aard van de economische activiteiten van Holland 32

42 Casino en Hotel van der Valk zien wij hierin geen probleem. 94 Zorgen over werkgelegenheid andere hotels door komst nieuw hotel: er worden Zie het antwoord op vraag 88. geen extra arbeidsplaatsen gecreëerd, maar er treedt een verschuiving op omdat bij andere ondernemingen ontslagen gaan vallen. 95 Minder aantrekkelijk voor nieuwe inwoners om in Lent een woning te kopen. Wij zijn van mening dat de ruimtelijke ontwikkeling op deze locatie een aanvulling is op de ruimtelijke kwaliteit en lokale werkgelegenheid. Om die reden zien wij geen redenen aan te nemen dat dit (potentiële) kopers afschrikt. 96 Vanuit een oogpunt van goede ruimtelijke ordening is onvoldoende onderzocht of en zo ja hoe de huidige hotellocaties op verantwoorde wijze kunnen worden herbestemd. Locatie 97 Dit is geen goede locatie voor een hotel/er zijn betere alternatieven (Ovatonde/Ressen/Landschapszone, andere zijde spoor, bij Citadelcollege of Stadsbrug, Citadel). 98 Alternatieve bestemming is bijvoorbeeld een bioscoop, energiezuinig kunstwerk, zonnecelboom bij de Lentse Lus en het hotel bij de Ovatonde. Zie het antwoord op vraag 88 De voorgedragen alternatieven, op Ovatonde/Ressen/Landschapszone na, zijn in de Structuurvisie Nijmegen 2010 niet benoemd als een (stedelijk) knooppunt en komen om die reden niet in aanmerking voor een dergelijke ontwikkeling (met o.a. hoogbouw). De locatie Ovatonde /Ressen is wel benoemd als een knooppunt en zou in die zin een alternatieve locatie kunnen zijn voor een hotel. De locatie Ovatonde/Ressen heeft als nadeel dat deze niet bij een NS-station gelegen is en dus minder goed ontsloten is voor het openbaar vervoer. Zoals ook beschreven staat in de beantwoording van zienswijze nr. 3 is het verder zo dat een externe ontwikkelaar met het plan is gekomen om bij locatie Lent een dergelijke ontwikkeling te realiseren (en dus niet bij Ressen). Omdat een dergelijke ontwikkeling past binnen het beleid is dit bestemmingsplan voor de locatie Lent opgestart. Zie het antwoord op vraag 3 Veiligheid 99 De bereikbaarheid van de woningen door hulpdiensten verslechtert/is onvoldoende bij calamiteiten. Door de in de naaste omgeving van het hotel en het treinstation Nijmegen Lent uitgevoerde infrastructurele werken, zal in zijn algemeenheid kunnen worden gesteld dat die bereikbaarheid eerder zal verbeteren dan verslechteren. Bovendien zal de nieuw gebouwde brandweerkazerne in Lent net ten westen van de spoorlijn de aanrijroutes voor de eerst aanwezige brandweer en hulpverleners gezien de korte afstand tot de locatie zeer bekorten. 100 Voor de omgevingsvergunning (op blz. 38) gelden twee aandachtspunten: Met betrekking tot de bereikbaarheid verwijzen wij naar de beantwoording bij de 33

43 bereikbaarheid en bluswatervoorziening. Worden deze aandachtspunten opgelost en zo ja hoe? vragen 69 en 99. Tegelijkertijd met de uit te voeren infrastructurele werkzaamheden zijn ook de bluswatervoorzieningen binnen het plangebied op orde gebracht. Er zijn voldoende bluswaterpunten aangebracht ten behoeve van de bestrijding van brand. Daarmee bevinden de voorzieningen zich na realisatie op een adequaat niveau. In de omgevingsvergunning kunnen op basis van functie en gebruik aanvullende eisen worden gesteld ten aanzien van de veiligheid. 101 Bij rampen is onvoldoende capaciteit van de brandweer. In het advies van de Veiligheidsregio Gelderland Zuid staat dat over dit onderwerp kan opgemerkt worden dat er altijd worst case scenario s te bedenken zijn waarbij de capaciteit van calamiteitenbestrijding en hulpverlening tekort zullen schieten. Doordat het hier een nieuwe locatie met nieuwe verbindingen betreft zal de hulpverlening snel ter plaatse kunnen zijn. Echter, de calamiteit kan een dergelijke omvang aannemen dat de capaciteit van de in Nijmegen aanwezige hulpdiensten tekort schiet. Dan zullen omliggende veiligheidsregio s, waaronder Gelderland Midden, bij moeten springen. Gezien de goede bereikbaarheid en bestrijdbaarheid in combinatie met de zeer kleine kans op een dergelijke ramp, is de kans aanvaardbaar. 102 De bouw van het hotel levert extra veiligheidsrisico s op. Uit het advies van de Veiligheidsregio Gelderland Zuid kan geconcludeerd worden dat het bouwplan inderdaad leidt tot een, zij het beperkte, verhoging van het groepsrisico. Afgezet tegen de belangen van het plan achten wij als gemeente deze beperkte verhoging van het groepsrisico acceptabel, temeer daar het groepsrisico op termijn, ook in ogenschouw genomen de mogelijke groei van het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor, duidelijk onder de oriënterende waarde blijft. Dit is ook als zodanig in de toelichting van het bestemmingsplan in de paragraaf Externe Veiligheid beschreven. Opgemerkt kan hier nog worden dat met betrekking tot de andere risicobronnen er ook een (marginale) verhoging van het groepsrisico zal optreden, dat deze echter gezien de afstanden tot deze risicobronnen (TWO Chemical Logistics B.V. en de rivier de Waal) dan wel het marginale vervoer van gevaarlijke stoffen hierover (Prins Mauritssingel) nauwelijks meer kwantitatief tot uitdrukking kunnen worden gebracht. Het bestemmingsplan heeft ook geen betrekking op beperkt redzame personen en 103 Het plan voldoet niet aan de externe veiligheidseisen (de gesloten/dichte gevel is strijdig met de gewenste alzijdige uitstraling). Gezien de afstand van het te realiseren bouwwerk tot het spoor (meer dan 30 meter) kunnen vanuit de wetgeving (Bouwverordening/Basisnet Spoor) geen nadere aanvullende eisen aan het bouwwerk worden gesteld. 34

44 104 Er is geen tweede onafhankelijke ontvluchtingsmogelijkheid. De ontvluchtingsmogelijkheden worden gerekend vanaf de harde binnengelegen schil op 80 meter vanuit het spoor (liftenblok) en is daarmee redelijk calamiteitenresistent. Het hotel beschikt daarmee over een voldoende veilige interne ontvluchtingsmogelijkheid. De ontvluchtingsmogelijkheden buiten het hotel zijn in die mate aanwezig dat het terrein aan de oostzijde van het hotel een ruime keus aan ontvluchtingsmogelijkheden biedt onder meer over de Griftdijk, zowel naar het noorden, het zuiden alsook naar het oosten. Dit betekent bij een calamiteit op het spoor dat er altijd een vluchtroute in de veiligheidsschaduw van het gebouw van de calamiteit af ter beschikking staat. Hetzelfde doet zich echter op een veel lager niveau ook voor met betrekking tot de Prins Mauritssingel. Hier zijn de externe risico s echter zeer laag, en niet meer kwantitatief te omschrijven. Echter ook hier zijn naar de westzijde meerdere ontvluchtingsmogelijkheden van het hotel af mogelijk. Met betrekking tot de overige risicobronnen, TWO Chemicals B.V. en de Waal, is alleen een toxisch scenario van toepassing, zodat hier ontvluchting niet aan de orde is. Verblijf in een goed gesloten gebouw is dan de beste optie. 105 Het risico van een ernstig ongeluk op het knooppunt wordt wel erg geminimaliseerd. Er is een tweetal risico s met betrekking tot een ongeluk op of in de nabijheid van het knooppunt die van directe invloed kunnen zijn: a. De spoorlijn Arnhem Nijmegen b. De Prins Mauritssingel De overige risicobronnen liggen op een relatief grote afstand van het knooppunt. Hierover kan opgemerkt worden dat de risicobronnen die hier van belang zijn elkaar niet kunnen kruisen en domino-effecten en cumulatie van de risico s alleen al daar om niet van belang zijn. De risico s op het spoor en de weg zijn relatief laag, waarbij het risico van de weg niet meer kwantitatief te bepalen is vanwege het geringe vervoer van gevaarlijke stoffen. Dit houdt in dat de van belang zijnde risicobronnen een laag tot zeer laag veiligheidsrisico kennen, ook op en in de nabijheid van het knooppunt. Wij vinden daarom niet dat wij de risico s hebben gemarginaliseerd. Deze zijn vanuit hun eigen risico s gezien al marginaal. 106 Voldoet niet aan de veiligheidsmarges: 1100 i.p.v meter t.o.v. de Waal 3950 m i.p.v t.o.v. TWO Chemicals 30 meter vanaf het spoor Met betrekking tot de rivier de Waal en het bedrijf TWO Chemical Logstics B.V. kan opgemerkt worden dat het bestemmingsplan op een relatief gezien veilige afstand ligt van de risicobronnen. Slechts in uitzonderlijke gevallen zou een zogenaamd toxisch scenario (gifwolk) tot de mogelijkheden behoren. De locatie 35

45 ligt voor beide bronnen in zone 3, wat betekent dat zij slechts binnen het invloedsgebied van een zogenaamd toxisch scenario ligt. Een groot deel van de gemeente Nijmegen ligt binnen de invloedsgebieden van toxische scenario s. Dit betekent overigens niet dat dit meteen een dodelijk scenario is. De meest veilige oplossing is dan binnenblijven en ramen, deuren en ventilatiesystemen dicht te houden. Dit is voor het plangebied niet anders. Wij achten de ligging van het hotel ten opzichte van deze risicobronnen acceptabel. Het plangebied loopt weliswaar tot binnen het plasbrandgebied, zone 1, van het spoor, hier komen echter geen verblijfsruimten. Het hotel zelf komt buiten deze contour in zone 2 te liggen. Dit is het zogenaamde Blève aandachtsgebied waarin de effecten van een Blève het hevigst zijn. Hier is alleen vluchten van de risicobron af de juiste handeling. Opgemerkt kan hierover worden dat de mogelijkheden tot ontvluchting in het hotel aan hoge eisen zal voldoen. Wij achten dit acceptabel, mede gezien de ruime ontvluchtingsmogelijkheden aan de oostzijde van het hotel. 107 Er is een toename van de risico s aangaande Externe veiligheid door de gecreëerde verkeersknoop. De infrastructurele werkzaamheden, zijnde het Splitsingspunt Lent, vallen buiten het kader van dit bestemmingsplan. Met betrekking tot de externe veiligheid kan opgemerkt worden dat de situatie met betrekking tot het spoor niet veranderd ten opzichte van de huidige situatie, op een beperkte wijziging met betrekking tot de ligging van het nieuwe treinstation Nijmegen-Lent na. Ook kan opgemerkt worden dat de twee betrokken routes gevaarlijke stoffen, de spoorlijn en de Prins Mauritssingel niet kruisen. Met betrekking tot de Prins Mauritssingel kan opgemerkt worden dat de vervoerde hoeveelheden gevaarlijke stoffen over deze gemeentelijke vervoersader zeer laag zijn, zodat kwantitatief nauwelijks een groepsrisico is te bepalen, terwijl met betrekking tot de plaatsgebonden risicocontour is op te merken dat deze niet is te bepalen. Een knooppunt verandert hier niets aan. 108 De toren moet zo ver mogelijk van het spoor gesitueerd worden uit veiligheidsoverwegingen. Vanuit het dorp gezien, is er geen sprake van een optisch teruggelegen situatie. Met betrekking tot de hoteltoren kan opgemerkt worden dat die op circa 65 meter vanaf de spoorlijn komt te liggen. Binnen het bestemmingsplan en de daarin voorziene bebouwingsvlakken betekent dit dat het zwaartepunt van de terreininrichting dus meer richting Prins Mauritssingel dan de spoorlijn komt te liggen (afstanden respectievelijk 40 meter en 65 meter). Wij achten de gekozen invulling binnen het bestemmingsplan, voor wat de locatie van de toren ten opzichte van de maatgevende risicobron betreft, acceptabel. 109 Veiligheid is in het geding i.v.m. het nabije spoorvervoer/(toename van) Het is juist dat de nabije spoorlijn Arnhem Nijmegen voor een 36

46 goederenvervoer op het spoor. Dit leidt tot extra risico s. bepaalde (on)veiligheidscomponent zorgt, die in de toekomst kan toenemen door verhoging van het vervoer van gevaarlijke stoffen over dit spoor. Hier is onderzoek naar uitgevoerd door middel van de Externe veiligheidsstudie Van de Valk Hotel Lent, referentie9x /n0002/nijm d.d. 20 november 2012 van Royal Haskoning/DHV. In deze veiligheidsstudie, een zogenaamde QRA (kwantitatieve veiligheidsanalyse) is de maximale groeipotentie van het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor meegenomen zoals die voorzien zijn in het binnenkort van kracht zijnde Basisnet Spoor. In dit Basisnet Spoor worden het vervoer van gevaarlijke stoffen gemaximeerd en vastgelegd. Meer is ook in de toekomst niet toegestaan. De QRA houdt al rekening met deze stijging tot het maximum in 2022 en komt tot de conclusie De realisatie van het project Van der Valk hotel Lent op het plangebied leidt niet tot knelpunten met betrekking tot het groepsrisico. Wij achten de (gelimiteerde) maximale groei van het optredende risico gezien het hiervoor gestelde echter acceptabel. 110 Ligt de nieuwbouw in de vliegroutes van vliegtuigen, hiermee een gevaar vormend voor de inwoners? Nee. Voor de luchtvaart zijn geen aanvliegroutes in het bestemmingsplangebied vastgesteld. Algemene stelregel is dat men boven onbebouwd gebied minstens 500 voet (circa 150 meter) hoog moet vliegen en boven bebouwd gebied minstens 1000 voet (circa 330 meter) boven het hoogste punt (zoals een kerktoren). Planschade 111 Er treedt een vermindering op van de waarde van mijn woning. Indien reclamanten van mening zijn planschade te lijden door deze ontwikkeling dan kan op basis van artikel 6.1 WRO een verzoek voor planschade worden ingediend na het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan. Dit verzoek dient gericht te worden aan het College van B&W van de gemeente Nijmegen. Meer informatie vindt u op de gemeentelijke website. Een aanvraag voor een tegemoetkoming in schade ten gevolge van een oorzaak als bedoeld in het tweede lid van artikel 6.1 WRO, onder a, b, c, e, f of g, moet worden ingediend binnen vijf jaar na het moment waarop die oorzaak onherroepelijk is geworden Milieu 112 Negatieve effecten op luchtkwaliteit/fijnstof (o.m. verkeersaantrekkende werking). De gemeente maakt jaarlijks verkeersmodelberekeningen, waarbij op het niveau van de hoofdverkeersstructuur van Nijmegen wordt berekend hoeveel verkeer er over circa 10 jaar verwacht mag worden. Hierbij wordt rekening gehouden met demografische ontwikkelingen en reeds vastgestelde infrastructurele en 37

47 ruimtelijke ontwikkelingen. Zo wordt op infrastructureel gebied o.a. rekening gehouden met de nieuwe stadsbrug De Oversteek, de Graaf Alardsingel en de Westelijke Parallelroute. Qua ruimtelijke ontwikkelingen wordt op hoofdlijnen rekening gehouden met een bepaald aantal gerealiseerde woningen en andere ontwikkelingen. In de regel wordt in het verkeersmodel alleen rekening gehouden met reeds vastgestelde ontwikkelingen. Binnen de Waalsprong is binnen de periode van 10 jaar rekening gehouden met enkele andere ontwikkelingen dan woningbouw, zoals bedrijventerrein, detailhandel, recreatie, etc. De specifieke invulling van de ontwikkeling Van der Valk op deze specifieke locatie is niet in het verkeersmodel opgenomen, omdat dit nog geen (door de gemeenteraad) vastgestelde ontwikkeling betreft. Wél past de ontwikkeling Van der Valk (hotel, restaurant, congressen) binnen de ruimtelijke ontwikkelingen die op hoofdlijnen in het verkeersmodel zijn voorzien. Wij verwachten dat het nieuwe hotel, restaurant, congrescentrum circa 550 verkeersbewegingen per dag genereert. In vergelijking met prognoses voor de verkeersintensiteiten op de Prins Mauritssingel en de Graaf Alardsingel, vallen deze aantallen in het niet. Ze leveren een beperkte bijdrage aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Verder passen de genoemde verkeerseffecten binnen de verkeersgegevens in het NSL en haar rekeninstrument de saneringstool. Daarmee is aangetoond dat de luchtkwaliteit tijdig (per 1 januari 2015) aan de grenswaarden voldoet. De vaststelling van het bestemmingsplan voldoet daarmee aan de luchtregelgeving. 113 Negatieve effecten op geluid/hotelfunctie leidt tot geluidshinder. Zoals gesteld in paragraaf moet het nieuwe hotel voldoen aan de milieueisen die op basis van de Wet milieubeheer worden gesteld. Wij verwachten dat het hotel onder het Activiteitenbesluit valt. Hierin staan de standaardvoorschriften waaraan het hotel moet voldoen, er is slechts beperkt maatwerk mogelijk. De kortste afstand tussen het bouwvlak van het hotel en een woning bedraagt 60 meter. Het verkeer van en naar het hotel passeert de meest nabij gelegen woning op circa. 26 meter afstand. Beide afstanden liggen ruim buiten de in de VNG brochure Bedrijven en milieuzonering geadviseerde minimale afstand van 10 meter. 114 Paragraaf van bestemmingsplan: Voor het milieuaspect geluid moet wel degelijk in het kader van een goede ruimtelijke kwaliteit (alle aspecten bij betrekken) een onderzoek worden verricht, ook al zijn er geen geluidgevoelige bestemmingen, (indirecte hinder zie jurisprudentie). Zie het antwoord op vraag 69, 112 en

48 Indien dit het geval is, dan aangeven middels duidelijke en concrete maatregelen om deze geluidsemissie zo veel mogelijk te reduceren. Het moet nog mogelijk zijn op het akoestisch onderzoek in te spreken, alvorens bestemmingsplan wordt vastgesteld. Een akoestisch onderzoek is verplicht voor het veranderen van de Prins Mauritssingel met het kruispunt met de Graaf Alardsingel (die nu gerealiseerd wordt). Uit de ruimtelijke onderbouwing valt niet op te maken of de verkeersbewegingen die door dit plan gegenereerd zullen worden opgenomen zijn in de toekomstige prognoses die gehanteerd zijn voor dat akoestisch onderzoek voor het kruispunt. Indien de ontwikkeling van het hotel in dit plan niet expliciet is opgenomen in het akoestisch onderzoek, dan aangeven of de conclusies van dit onderzoek anders zouden zijn als de verkeersaantrekkende werking van het hotel wel zou zijn opgenomen. 115 Het hotel zal installaties voor bijv. luchtbehandeling hebben welke geluidhinder kunnen veroorzaken naar de omliggende woningen. In de ruimtelijke onderbouwing staat hier niets over. Hoe hoog verwacht u dat het bronvermogen zal zijn van elke afzonderlijke installatie en hoe denkt de gemeente de geluidhinder van deze installaties tot een minimum te beperken? 116 Er staat een tegenstrijdigheid in v.w.b. riolering: er wordt zowel gesproken over een gemengd rioleringsstelsel als een verbeterd gescheiden stelsel. Met betrekking tot eventueel optredende geluidoverlast van het hotel- /restaurantcomplex dient opgemerkt te worden dat het Van der Valk hotel wordt aangemerkt als een milieu-inlichting in het kader van de Wet milieubeheer en dat het een meldingsplichtige inrichting type B betreft waarop de voorschriften van het Activiteitenbesluit van toepassing zijn. In dit besluit valt het onderwerp geluid onder Afdeling 2.8 Geluidhinder. In deze afdeling staan de geluidnormen vermeld waaraan iedere meldingsplichtige inrichting binnen Nederland moet voldoen. Gezien de ervaringen met deze voorschriften, zowel binnen Nijmegen als wel binnen geheel Nederland, zijn deze voorschriften zodanig dat zij geluidoverlast naar geluidgevoelige bestemmingen, als bijvoorbeeld woningen, op een adequate wijze kunnen voorkomen. Het nieuw te bouwen hotel zal aan deze voorschriften moeten voldoen, en daarmee zal geluidsoverlast naar de omgeving voorkomen worden. In het oude dorp Lent worden afvalwater en hemelwater via een gemengd stelsel ingezameld en afgevoerd. Het grootste gedeelte van het stelsel van het oude dorp Lent ligt ten oosten van de Prins Mauritssingel, een klein gedeelte ligt echter - evenals het plangebied van het splitsingspunt - tussen Prins Mauritssingel en spoorlijn Arnhem Nijmegen. Ten westen van de spoorlijn Arnhem Nijmegen is de nieuwe wijk Citadel gepland. In die wijk zal een duurzaam gescheiden systeem gerealiseerd worden zoals die al in alle woonwijken van de Waalsprong gerealiseerd zijn en nog zullen worden. Bij een duurzaam gescheiden systeem wordt het huishoudelijke afvalwater uiteraard naar de zuivering afgevoerd, maar wordt het hemelwater bovengronds ingezameld en naar wadi s afgevoerd. Die wadi s 39

49 zorgen voor filtering, drainageleidingen onder de wadi's zorgen voor de afvoer van het hemelwater. Het plangebied van het splitsingspunt ligt dus op de grens van twee rioleringsgebieden, namelijk enerzijds een gebied met een gemengd stelsel en anderzijds een gebied met een duurzaam gescheiden stelsel. In het plangebied van het splitsingspunt wordt grotendeels het duurzaam gescheiden stelsel aangelegd met zaksloten in plaats van wadi's. Echter voor de intensief gebruikte stationsomgeving is afgesproken een verbeterd gescheiden stelsel te realiseren. In verbeterd gescheiden systemen worden huishoudelijk afvalwater en hemelwater apart ingezameld en ondergronds naar de zuivering afgevoerd. Voor hemelwaterdeel geldt dat bij hevige neerslag overstortingen naar de zaksloten in het plangebied kunnen plaatsvinden. Het hemelwater van het dak van het hotel wordt niet via het verbeterd gescheiden stelsel afgevoerd, maar naar de zaksloten in het plangebied. 117 Het gebouw leidt tot lichtverontreiniging. Met betrekking tot eventueel optredende lichthinder van het hotel- /restaurantcomplex dient opgemerkt te worden dat het Van der Valk hotel wordt aangemerkt als een milieu-inrichting in het kader van de Wet milieubeheer en dat het een meldingsplichtige inrichting type B betreft waarop de voorschriften van het Activiteitenbesluit van toepassing zijn. In dit besluit valt het onderwerp onder Afdeling 2.1 Zorgplicht, het artikel 2,1 sub 2.f, Uit dit artikel volgt dat het hotel eventueel optredende lichthinder ten minste tot een aanvaardbaar niveau dient terug te brengen voor zover hier al sprake van zou zijn. Op de voorschriften van het Activiteitenbesluit zal in voorkomende gevallen dan ook handhavend worden opgetreden. Lichtverontreiniging/-hinder van het hotel naar de omgeving toe zal daarom beperkt blijven dan wel achterwege blijven. 118 De lichtverontreiniging leidt tot gezondheidsklachten voor omwonenden. Zie het antwoord op vraag 117. Natuur 119 Ligt de nieuwbouw in de vliegroutes van gevogelte met alle gevolgen van dien? Door bureau Waardenburg is in 2012 onderzoek gedaan naar de effecten van het plan op flora en fauna. Uit dit onderzoek blijkt dat er vanuit natuurwetgeving geen belemmeringen zijn voor dit plan. Bureau Waardenburg geeft in haar onderzoek aan dat vogels geen migratiezones hebben langs de planlocatie en bovendien goed in staat zijn om langs een hoog gebouw te vliegen. 120 Negatieve effecten op flora en fauna, aan de randvoorwaarden van de Quick Scan wordt niet voldaan. In de quick scan uit 2010 wordt aanbevolen om nader onderzoek te doen. Dit is zowel in 2011 als in 2012 gedaan. Hieruit blijkt dat er geen belemmeringen zijn 40

50 voor dit plan ten aanzien van natuurwetgeving. 41

51 Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) Toelichting Regels Gemeente Nijmegen Afdeling Stadsontwikkeling

52 2 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

53 Inhoudsopgave Toelichting (ontwikkelplannen) 5 Hoofdstuk 1 Inleiding Aanleiding Juridisch kader Reikwijdte van het project Huidig gebruik projectgebied Situatie in het verleden Bestaande situatie omgeving Toekomstige situatie Leeswijzer 11 Hoofdstuk 2 Ruimtelijk beleid Rijksbeleid Provinciaal beleid Regionaal beleid Gemeentelijk beleid 17 Hoofdstuk 3 Toekomstige situatie plangebied en omgeving Toekomstige situatie plangebied en omgeving 21 Hoofdstuk 4 Sectoraal beleid Stedenbouwkundige context Economische zaken Verkeer Milieu Water Natuur & Landschap Archeologie en Cultuurhistorie 53 Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid Economische uitvoerbaarheid Maatschappelijke uitvoerbaarheid 55 Hoofdstuk 6 Plansystematiek en bestemmingen 57 Hoofdstuk 7 Vooroverleg Provincie Gelderland Waterschap Ministerie Verkeer en Infrastructuur Ministerie Defensie Prorail Kamer van Koophandel Platform Waalsprong 61 Bijlagen bij toelichting 64 Bijlage 1 Advies externe veiligheid 65 Regels 67 Hoofdstuk 1 Inleidende regels 69 Artikel 1 Begrippen 69 Artikel 2 Wijze van meten 78 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels 81 Artikel 3 Horeca - Hotel 81 Artikel 4 Waarde - Archeologie 3 83 Hoofdstuk 3 Algemene regels 87 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 3

54 Artikel 5 Anti-dubbeltelregel 87 Artikel 6 Algemene bouwregels 88 Artikel 7 Algemene gebruiksregels 89 Artikel 8 Algemene afwijkingsregels 90 Artikel 9 Overige regels 91 Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels 93 Artikel 10 Overgangsrecht 93 Artikel 11 Slotregel 94 4 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

55 Toelichting (ontwikkelplannen) bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 5

56 6 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

57 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding West End Vastgoed is voornemens een Van der Valk hotel te bouwen op de locatie binnen Knoop Lent. Deze knoop wordt gerealiseerd als verkeersverdeelpunt voor verkeer naar de oude Waalbrug en naar de nieuwe stadsbrug 'De Oversteek'. Het kwalitatief hoogstaande gebied is een uitstekende ontwikkellocatie voor het hotel dat qua uitstraling en voorzieningenniveau tot de betere hotels in de regio moet gaan behoren. Aangezien het huidige bestemmingsplan niet voorziet in een ontwikkeling op de beoogde locatie, dient voorliggende ruimtelijke onderbouwing als startpunt voor een herziening van het vigerende bestemmingsplan gericht op de realisatie van een hotel. 1.2 Juridisch kader Het geldende bestemmingsplan betreft het bestemmingsplan dorp Lent - 11(definitieve locatie station Nijmegen Lent e.o.). De bestemming die in dit plan is vastgelegd betreft Verkeer, deels met de dubbelbestemming Archeologie (waarde 3). Het bestemmingsplan voorziet dus niet in de beoogde bestemming. Hieronder treft u een afbeelding uit het bestemmingsplan dorp Lent - 11(definitieve locatie station Nijmegen Lent e.o.) aan. Figuur 1: Verbeelding 1.3 Reikwijdte van het project Het plangebied is gelegen tussen het nieuwe stationsgebied Nijmegen Lent, de Prins Mauritssingel en de nieuw aan te leggen Graaf Alardsingel. Op onderstaande afbeelding is het plangebied waarvoor deze ruimtelijke onderbouwing geschreven is weergegeven. bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 7

58 figuur 2: globale aanduiding plangrenzen Globaal kunnen we stellen dat in de toekomst de noord- en oostzijde van het gebied begrensd zullen worden door de Prins Mauritssingel, de westzijde door de spoorlijn Arnhem-Nijmegen en de zuidzijde door het nieuw te ontwikkelen stationsplein. 1.4 Huidig gebruik projectgebied De Lentse lus, die in de huidige situatie dienst doet als ongelijkvloerse verbinding voor fietsers en voetgangers, ligt voor een gedeelte op het huidige gebied. Met de aanleg van het kruispunt Laauwik is tevens een gelijkvloerse oversteek gecreëerd voor langzaamverkeer. Een groot deel van het projectgebied wordt momenteel niet functioneel gebruikt en kan dientengevolge getypeerd worden als braakliggend. 1.5 Situatie in het verleden Voordat het gebied aan een ingrijpende herstructurering onderworpen werd, kenmerkte de locatie zich grotendeels door vrijstaande (woon)bebouwing. De bebouwing aan de zuidzijde van het plangebied (hoge Bongerd) dateert voornamelijk uit het midden van de vorige eeuw en kan getypeerd worden als eengezinswoningen. De Lentse Lus vormt een belangrijk onderdeel van de locatie. De Lentse Lus diende in het verleden als verbinding voor zowel gemotoriseerd als langzaam verkeer tussen Lent en Lent Oost. De laatste jaren wordt deze verbinding alleen nog voor langzaam verkeer gebruikt. De Lentse Lus zal, voordat de ontwikkeling gerealiseerd wordt, gesloopt worden. Daarmee zal het historisch kader van de locatie in zijn geheel verdwenen zijn. 8 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

59 1.6 Bestaande situatie omgeving De bestaande situatie wordt eigenlijk geheel omgeven door verkeersstructuren. Aan de westzijde uiteraard de spoorlijn Arnhem - Nijmegen die zich door het talud tevens op enkele meters boven het maaiveldniveau van de locatie bevindt. De spoorlijn is een belangrijke OV-verbinding tussen Nijmegen/Venlo en Arnhem/Zwolle. Aan de noord - en oostzijde van het plangebied bevindt zich de Prins Mauritssingel en de Griftdijk Noord. Deze singels zijn de belangrijkste verkeersaders tussen Arnhem/Elst, Lent en Nijmegen. Er geldt op alle wegen een maximumsnelheid van 50 kilometer per uur, waardoor het leefklimaat, sinds de snelheidsverlaging, ter plaatse van het plangebied in positieve zin is beïnvloed. De beide wegen zijn echter ook dusdanig van karakter dat er toch nog steeds gesproken kan worden van een barrière tussen het plangebied en de dorpskern van Lent. De zuidzijde van het plangebied is momenteel nog een combinatie van lokale wegen en bestaande woonbebouwing. Deze zone zal in de toekomst omgevormd worden tot stationsplein voor het nieuw te bouwen station van Nijmegen Lent. De bestaande woonbebouwing zal gehandhaafd blijven. De foto's op de volgende pagina geven een sfeerimpressie van de huidige omgeving van het plangebied. Figuur 3: Prins Mauritssingel (rechts een stukje plangebied) bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 9

60 Figuur 4: Lentse Lus Figuur 5: Lentse lus met links uitzicht op plangebied 10 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

61 Figuur 6: rechts zicht op locatie 1.7 Toekomstige situatie Het plangebied is aan een grote herstructurering onderhevig. De verkeersstructuren richting de stad worden ingrijpend gewijzigd. In november 2013 wordt de nieuwe stadsbrug De Oversteek geopend. Daarvoor wordt de verkeerstructuur in het plangebied hierop aangepast. Deze aanpassing is medio 2013 gereed. 1.8 Leeswijzer In hoofdstuk 2 van deze toelichting wordt ingegaan op het relevante beleidskader op nationaal, provinciaal, regionaal en gemeentelijk niveau. Daarna wordt in hoofdstuk 3 ingegaan op de toekomstige situatie van het plangebied en omgeving. In hoofdstuk 4 worden de verschillende beleidsvelden besproken. In hoofdstuk 5 wordt ingegaan op de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid van het plan. bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 11

62 12 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

63 Hoofdstuk 2 Ruimtelijk beleid 2.1 Rijksbeleid Structuurvisie Infrastructuur en ruimte De structuurvisie infrastructuur en Ruimte is begin 2012 in werking getreden. In de nationale structuurvisie wordt het ruimtelijk beleid en het mobiliteitsbeleid samengevoegd en geactualiseerd. Relevante speerpunten van het Rijksbeleid t.a.v. de realisatie van het van der Valk Hotel Nijmegen - Lent worden hier behandeld. Het Rijk formuleert drie hoofddoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar en veilig te houden voor de middellange termijn (2028). Het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland. Het verbeteren en ruimtelijk zekerstellen van bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat. Het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn. De Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte laat een sterke focus zien op het herstel van de economie met prioriteit bij de ontwikkeling van knooppunten. Regio Nijmegen wordt in het rijksbeleid genoemd als 'stedelijke regio met een concentratie van topsectoren'. De ontwikkeling van locatie van der Valk Nijmegen-Lent draagt naast het vergroten van de concurrentiekracht bij aan deze focus. Door de omvangrijke infrastructurele veranderingen rond Nijmegen-Lent wordt tevens de bereikbaarheid van het gebied vergroot welke kansen biedt voor een succesvolle inpassing van het hotel in de omgeving. Naast deze drie hoofddoelen zijn in de SVIR dertien specifiekere 'nationale belangen' opgenomen waarvan er twee betrekking hebben op de ontwikkeling van het hotel. Alleen deze punten worden benoemd, te weten: Nationaal belang 4, 'Efficiënt gebruik van de ondergrond': Bij de ontwikkeling van het hotel dient rekening te worden gehouden met bodemaspecten te weten; Archeologie (zoals het cultureel erfgoed de Limes), ondergrondse rijksinfrastructuur (buisleidingen), het beheren van niet verwijderbare (resten van) bodemverontreiniging en de bescherming van de grondwaterkwaliteit en kwantiteit. Nationaal belang 6, 'Betere benutting van de capaciteit van het bestaande mobiliteitssysteem': Gezien de locatie van het Van der Valk hotel Nijmegen - Lent ten opzichte van station Nijmegen-Lent, is te verwachten dat ten gevolge van de oplevering van het Hotel het aantal passagiers daar toeneemt. Daarnaast wordt de toekomstige infrastructuur voor gemotoriseerd- en fietsverkeer aangepast aan de huidige ontwikkelingen het gebied Conclusie De ontwikkeling van het Van der Valk Hotel Nijmegen-Lent past binnen de kaders van het rijksbeleid. Op geen van de beleidsthema's zijn tegenstrijdigheden. bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 13

64 2.2 Provinciaal beleid Algemene Structuurvisie Ruimtelijke Ordening Gelderland Het ruimtelijk beleid van de provincie Gelderland staat beschreven in de Algemene Structuurvisie Ruimtelijke Ordening, voorheen het Streekplan Gelderland Met de inwerkingtreding van de Wet ruimtelijke ordening in 2008 heeft het streekplan de status van structuurvisie gekregen. De inhoud van het streekplan blijft voor de provincie de basis voor haar eigen optreden in de ruimtelijke ordening. De structuurvisie wordt eind 2012 geactualiseerd. Onderwerpen van de Gelderse structuurvisie die voor de realisatie van het Van der Valk Hotel Nijmegen Lent van belang zijn worden hier ingekaderd. Het streekplan verdeelt Gelderland in drie soorten gebieden. Voor elk van deze gebieden is het beleid verschillend. In de stedelijke netwerken, waaronder de Stadsregio Arnhem - Nijmegen, moet vooral de verstedelijking van Gelderland plaatsvinden. De realisatie van het Van der Valk Hotel Nijmegen - Lent valt onder het beleid rond stadsregio Arnhem Nijmegen en sluit in deze aan bij het beleid van de provincie ''stedelijke ontwikkeling'' Stedelijke ontwikkeling Hoofddoel van het provinciale beleid is het scheppen van ruimte voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak. Om krachtige steden en vitale regio's te bevorderen zijn de belangrijkste uitgangspunten: bundeling van verstedelijking aan/nabij infrastructuur en het organiseren in stedelijke netwerken. Locaties voor stedelijke uitbreiding dienen te passen in het bundelingsbeleid en te zijn afgestemd op de uitgangspunten van infrastructuur, water en milieu. Bij locatiekeuze en planuitwerking moet worden voldaan aan de basiskwaliteitseisen van bodem (waaronder archeologie), water, geluid, luchtkwaliteit en externe veiligheid. Stedelijke uitbreidingen moeten aansluiten bij de ruimtelijke structuur/kenmerken van de regio, met aandacht voor de actuele marktvraag. De provincie heeft afspraken gemaakt met de regio's om indicatief de reservering van uitbreidingsruimte voor stedelijke functies uit te werken in zoekzones voor stedelijke functies. In al deze aspecten past de realisatie van het hotel binnen het provinciale beleid van stedelijke ontwikkeling Locatiebeleid economische activiteiten Om voldoende geschikte vestigingsplaatsen voor bedrijvigheid en voorzieningen te kunnen bieden moeten provincies een locatiebeleid hebben voor economische activiteiten. Vraag en aanbod van terreinen en locaties moeten zo goed mogelijk op elkaar worden afgestemd. De provincie stelt bij verordening regels (onder andere conform de SER-ladder) aan bestemmingsplannen voor nieuwe bedrijventerreinen en locaties voor kantoren binnen en aansluitend op het bestaand bebouwd gebied of in nieuwe clusters van bebouwing. De bescheiden aanwezigheid van hotels in de omgeving en de geografische ligging het toekomstige Van der Valk Hotel Nijmegen - Lent geven aan dat aan deze richtlijn wordt voldaan. 14 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

65 2.2.4 Infrastructuur Doel van het ruimtelijk- infrastructurele beleid is het streven naar een goede bereikbaarheid. De economische centra, grote steden en concentraties van wonen en voorzieningen moeten goed bereikbaar zijn voor burgers en bedrijven. Inzet is een maximale benutting van de bestaande structuren en bundeling van infrastructuur en ruimtegebruik. Bereikbaarheids- en leefbaarheidsproblemen kunnen worden voorkomen door stedelijke ontwikkeling af te stemmen op de vervoerscapaciteit en milieubelasting van bestaande en reeds geplande infrastructuur. In de tweede plaats moet gezocht worden naar verstedelijkingslocaties die goed aansluiten op de infrastructuur. Kan hieraan niet worden voldaan, dan zal bij stedelijke ontwikkeling ook de bijbehorende infrastructuur moeten worden gerealiseerd of de capaciteit worden uitgebreid. Hiervan is op de locatie van het hotel geen sprake vanwege de ruime aanwezigheid van verkeersontsluitingen. Daarnaast zijn er intensiveringsplannen op het bestaande spoornet Arnhem-Nijmegen welke bijdragen aan een kwalitatieve spoorontsluiting. De provincie stimuleert daarnaast het fietsverkeer op de korte en middellange afstand, met name in stedelijke gebieden en naar economische centra, scholen en recreatieve voorzieningen. Bij verstedelijking moet bereikbaarheid met de fiets onderdeel zijn van de planvorming. De 'Snelbinder' voorziet het hotel van een goede fietsverbinding met de binnenstad van Nijmegen Ruimtelijke verordening Gelderland (RVG) De Wet ruimtelijke ordening (Wro) geeft de provincie de bevoegdheid algemene regels vast te leggen in een provinciale verordening. Daarmee stelt de provincie eisen aan de ruimtelijke besluiten van gemeenten. De provincie richt zich daarbij op onderwerpen die van provinciaal belang zijn, zoals verstedelijking, wonen, detailhandel, natuur en water. De voorschriften in de ruimtelijke verordening zijn gebaseerd op de provinciale structuurvisie zoals hierboven beschreven. De RVG is 15 december 2010 door Provinciale Staten vastgesteld en op 21 januari 2011 in werking getreden. Hiervan is alleen het verstedelijkingsbeleid relevant voor de realisatie van Hotel Van der Valk Nijmegen-Lent Verstedelijking De Ruimtelijke Verordening legt het rijksbundelingsbeleid voor de Stadsregio Arnhem-Nijmegen vast door voorschriften die bepalen dat nieuwe bebouwing voor wonen en werken voor het overgrote deel plaatsvindt: binnen bestaand bebouwd gebied, binnen de woningbouwcontour van de Stadsregio Arnhem-Nijmegen, binnen de zoekrichting woningbouw van de Stadsregio Arnhem-Nijmegen, binnen de zoekzones bedrijventerreinen van de Stadsregio Arnhem-Nijmegen en binnen de zoekzones bedrijventerreinen uit de Streekplanuitwerking Zoekzones stedelijke functies en landschappelijke versterking. Slechts een beperkt deel van verstedelijking kan plaatsvinden buiten deze gebieden. Het gaat dan om nieuwe bebouwing die functioneel gebonden is aan het buitengebied, bij functieverandering naar een niet-agrarische functie, bij oprichting van nieuwe landgoederen en voor uitbreiding van bestaande niet-agrarische bedrijven. Gedeputeerde Staten kunnen hiervan ontheffing verlenen, indien er sprake is van een ontwikkeling waarvan is aangetoond dat deze redelijkerwijs niet kan worden gerealiseerd binnen de genoemde gebieden en als de ontwikkeling bijdraagt aan de verbetering van de ruimtelijke kwaliteit. In de Stadsregio Arnhem-Nijmegen zijn grootschalige detailhandelsvestigingen alleen toegestaan in en direct aansluitend op de binnensteden van Arnhem en Nijmegen en de stadsdeelcentra Kronenburg/Gelredome en Dukenburg. Daarnaast is een Zoekgebied PDV A325 opgenomen, waarbinnen drie locaties in aanmerking komen voor de vestiging van bovenlokale winkel- en vrijetijdsvoorzieningen: Gelredome, Aamse poort en Ressen. Hotel Van der Valk Nijmegen-Lent bevindt zich in binnenstedelijk gebied. bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 15

66 2.2.7 conclusie De ontwikkeling van het Van der Valk Hotel Nijmegen-Lent past binnen de kaders van zowel de provinciale structuurvisie als binnen de toetsingsregels van de RVG zoals hierboven beschreven. 2.3 Regionaal beleid Het Regionaal Plan (RP) vormt een richtinggevend kader voor de Stadsregio Arnhem Nijmegen op het gebied van ruimte, economie, natuur, mobiliteit en culturele- en sociale ontwikkelingen. Met het Regionaal Plan wil de stadsregio werken aan een aantrekkelijke, bereikbare en internationaal concurrerende regio. Doel is bewoners, bedrijven en bezoekers aan de regio te binden door het creëren van een aantrekkelijk woon- en werkklimaat. In het Regionaal Plan kiest de stadsregio voor herstructurering, herontwikkeling en transformatie van de bestaande ruimte. Dit in tegenstelling tot het vorige regionale structuurplan, dat vooral gericht was op uitbreidingen, nieuwe infrastructuur en nieuwe bedrijventerreinen. Hieronder volgen de voor de realisatie van Hotel Van der Valk relevante hoofdlijnen van het Regionaal Plan Werken Het economisch profiel van de regio Arnhem - Nijmegen is breed. Er is een grote variatie in economische activiteiten. De regio kan zich profileren aan de hand van nieuwe kansrijke economieën die in de regio een sterke groei doormaken. Kennis is daarbij een belangrijke innovatieve factor. De Stadregio zet in op het ontwikkelen en versterken van een aantal hoogwaardige kennisconcentraties, zoals in Nijmegen rond de knopen Heyendaal en Winkelsteeg. Daarnaast wil de Stadsregio het klimaat voor de creatieve industrie stimuleren, bijvoorbeeld aan de rand van de binnensteden (Koers west). Daarnaast wordt in het regionaal plan ingezet op de A12-, A15- en A73-zone als concentratiegebieden voor regionale bedrijventerreinen, herstructurering en intensivering van bestaande bedrijventerreinen en clustering van perifere en grootschalige detailhandelsvestigingen in de A325-zone welke betrekking heeft op dit bestemmingsplan. Doelstelling van het beleid in het Regionaal plan ten aanzien van werken is het op zorgvuldige wijze ruimte inpassen voor het scheppen van voldoende werkgelegenheid voor de inwoners van de stadsregio, die aansluit bij het opleidingsniveau van de beroepsbevolking. Hotel Van der Valk is een gerenommeerde werkgever die werkplaatsen biedt aan verschillende lagen van de beroepsbevolking van Nijmegen en omgeving. Dit sluit goed aan op de huidige woningbouw ontwikkelingen in deze regio Recreatie en toerisme Inzetten op 'de gezonde regio' Eenzelfde vorm van kleinschalige dienstverlening, die we verspreid over de gehele regio terugvinden, is gericht op het beeld van de stadsregio als 'de gezonde, comfortabele regio', ook wel wellness (welzijn) en hospitality (gastvrijheid) genoemd. Deze recreatieve sector is sterk in ontwikkeling en zoekt nieuwe combinaties van zorg, buitenrecreatie, gezondheid en voeding. Sport en educatie, verblijfsrecreatie, studieen congresfaciliteiten, ontspanning en gezondheidsprogramma's in een groene, relaxte omgeving. Dit vraagt om een aantrekkelijk landschap met een uitgebreid recreatief netwerk van routes. De regio zet zich in om deze sector, die vooralsnog bestaat uit veelal afzonderlijke initiatieven, te ontwikkelen als een samenhangend profiel voor de regio. Concepten als 'Health Valley' en 'Food Valley' krijgen immers hier hun vertaling in een grote variëteit van economische activiteiten. Hotel Van der Valk draagt hier ook aan bij Conclusie Wat betreft het stimuleren van werkgelegenheid en verdere intensivering van het economisch klimaat in de KAN-regio, sluit de ontwikkeling van het Van der Valk Hotel Nijmegen-Lent goed aan bij de kaders van de regionale beleidsvisie. 16 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

67 2.4 Gemeentelijk beleid Structuurvisie Nijmegen 2010 De gemeenteraad heeft op 2 juni 2010 de 'Structuurvisie Nijmegen 2010, kansen voor ontwikkeling tot 2030' vastgesteld. De Structuurvisie schetst de ruimtelijke ambities tot 2030 en maakt duidelijk waar de stad op aan koerst. Het is een toetsingskader voor alle ruimtelijke plannen en een ontwikkelingskader voor investeringen. Het werkingsgebied van de Structuurvisie is het grondgebied van Nijmegen in relatie tot ontwikkelingen in de regio of in (inter)nationaal verband. De Structuurvisie geeft een concrete invulling aan de ambities van de gemeente Nijmegen. Voor de Structuurvisie is geen nieuw beleid ontwikkeld. De ruimtelijke gevolgen van vaststaand beleid zijn er in samengebracht. De Structuurvisie wordt eind 2012 geactualiseerd. De Structuurvisie is de opvolger van het Kansenboek. In beide documenten staan drie kwaliteitsuitgangspunten voor ruimtelijke ontwikkelingen centraal: nieuwe ontwikkelingen met respect inpassen, typisch Nijmeegse kenmerken versterken en huidige woon- en verblijfskwaliteiten ontzien door enerzijds bundeling op locaties waar nu al dynamiek heerst en anderzijds ontwikkeling van extensieve gebieden. Hiernaast zijn er in de Structuurvisie drie nieuwe accenten genoemd die een rol spelen bij alle ruimtelijke ontwikkelingen en ambities: Bruisende Stad, Verleden Verbeeld en Stad in Balans. bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 17

68 In de Structuurvisie worden de ambities van Nijmegen uitgewerkt voor de beleidsvelden: wonen, economie, maatschappelijk beleid, bereikbaarheid en parkeren, groen en water, milieu, beeldkwaliteit, cultuurhistorie en archeologie. De komst van Hotel van der Valk past binnen de volgende twee ambitiepunten van gemeente Nijmegen: Nijmegen omarmt de Waal. Vitale werkgebieden, kansen voor bedrijvigheid. 18 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

69 Nijmegen omarmt de Waal Nijmegen omarmt de Waal is een ambitieus programma voor het ontwikkelen van nieuwe aantrekkelijke stedelijke woonmilieus (Waalfront, Dijkteruglegging) in aanwezigheid van water of historische kwaliteiten gecombineerd met werken, voorzieningen, een betere bereikbaarheid en kansen voor toerisme en recreatie. Met name dit laatste punt wordt door de komst van het hotel gehoor aan gegeven Vitale werkgebieden, kansen voor bedrijvigheid Nijmegen wil bedrijven en de daarmee samenhangende werkgelegenheid kansen en ruimte bieden om zich te vestigen en verder te groeien. De gemeente zorgt voor voldoende en kwalitatief goede werklocaties afgestemd op de verschillende vormen van bedrijvigheid. We richten ons met het aantrekken van bedrijven en bezoekers op bedrijvigheid die de economische structuur van Nijmegen versterkt en op bezoekers die passen binnen het gewenste bezoekersprofiel. We kiezen ervoor om bestaand terrein zoveel mogelijk eerst te benutten (o.a. Novio Tech Campus en Mercuriuspark) voordat wordt overgegaan tot de aanleg van nieuwe terreinen. Nieuwe werklocaties worden gerealiseerd in de A-73 zone en in Nijmegen Noord aan de A-15. Ook wordt bedrijventerrein Bijsterhuizen afgerond. Nieuwe kantoren worden bij voorkeur geconcentreerd op de Knopen. Nijmegen wil het bezoekersaantal van recreanten en toeristen aan de stad vergroten door ontwikkeling van het cultuur-, verblijfs- en horeca-aanbod in de stad. Nieuwe horeca in het stadscentrum wordt zoveel mogelijk geconcentreerd binnen de horeca-accentgebieden. De komst van Hotel van der Valk is hier een concreet voorbeeld van Conclusie Binnen het kader van de gemeentelijke ambities ''Nijmegen omarmt de Waal'' en '' Vitale werkgebieden, kansen voor bedrijvigheid'' biedt de komst van het van de Valk Hotel een optimale aansluiting. In deze ambities past de realisatie van het hotel ook binnen het gemeentelijk beleid Ontwikkelingsstrategie Waalsprong (2013) In 2007 is het Ontwikkelingsbeeld Waalsprong opgesteld. Veel van de ambities daaruit zijn waargemaakt. Het Ontwikkelingsbeeld 2007 heeft een robuust raamwerk opgeleverd met een evenwichtige groen- en verkeersstructuur en een duurzaam watersysteem. Inmiddels is de tijd is veranderd: de economische crisis en de situatie op de woningmarkt betekent dat de vraag centraal staat en de gebiedsontwikkeling op kleinere schaal en meer organisch plaatsvindt. Tegelijkertijd willen we meer dan voorheen een meedenkende overheid zijn: minder hindermacht en meer facilitator. Het resultaat van de beschreven ontwikkelingen is dat we toe zijn aan een geactualiseerd Ontwikkelingsbeeld met een nieuw perspectief, een andere manier van gebiedsontwikkeling en een aangepaste fasering. Onze ambities voor de Waalsprong blijven echter onverminderd van kracht: het realiseren van een aantrekkelijk, kwalitatief en duurzaam stadsdeel. De ontwikkelingsstrategie 2013 geeft duidelijkheid over de koers tot en met 2016 en is tegelijkertijd globaal en flexibel genoeg om ruimte te bieden voor - nog onbekende en deels onvoorspelbare - toekomstige ontwikkelingen. De Ontwikkelingsstrategie Waalsprong 2013 is een uitwerking van de Stadsvisie 2020 en de Structuurvisie Nijmegen Ook de geactualiseerde Nota Beeldkwaliteit is er in verwerkt. bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 19

70 In de ontwikkelingsstrategie Waalsprong is Knoop Lent gepositioneerd als een markante en stedelijke plek in de Waalsprong. Het ligt op een zichtlocatie en is goed bereikbaar. De afgelopen jaren is geïnvesteerd in een treinstation, het Citadelcollege en sporthal de Triangel. De ambitie is om deze ontwikkeling voort te zetten in de omgeving van Knoop Lent tot een herkenbaar centrum. Knoop Lent biedt volop mogelijkheden voor een mix van functies in een hogere dichtheid dan de rest van de Waalsprong. Ten westen van het spoor, kan gefaseerd een wijkwinkelcentrum worden ontwikkeld in combinatie met woningen. We passen het concept van de Citadel hierop aan. In het Ontwikkelingsbeeld 2007 werd nog uitgegaan van de ontwikkeling van het deelgebied Citadel als intensief, hoogstedelijk en multifunctioneel centrumgebied aan de Waal, vergelijkbaar met de Binnenstad met ruimte voor niet-dagelijkse branches. De ontwikkeling wordt nu gericht op de dagelijkse behoeften van de Waalsprongbewoners. Vanuit Knoop Lent zijn er overgangsgebieden naar de wijk Hof van Holland waarbij de mix van functies gradueel overgaat in wonen. Tevens wordt vanuit Knoop Lent expliciet de relatie gezocht met de Lentse kade en Veur Lent die gezamenlijk het hart vormen van de Waalsprong, waarbij ieder gebied zijn eigen identiteit en sfeer kent. De Ontwikkelingsstrategie Waalsprong is op 29 mei 2013 door de Nijmeegse gemeenteraad vastgesteld. 20 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

71 Hoofdstuk 3 Toekomstige situatie plangebied en omgeving 3.1 Toekomstige situatie plangebied en omgeving Positie plangebied Het plangebied vormt een prominente schakel in de, in aanleg zijnde verbinding tussen de nieuwe westelijke Stadsbrug en de Prins Mauritssingel. De stadsbrug zal in november 2013 worden geopend. Daarmee wordt een nieuwe ontsluiting van Nijmegen-west via de noordzijde tot stand gebracht. Het plangebied grenst aan het zogeheten splitsingspunt Knoop Lent. Daarmee wordt een T-aansluiting gerealiseerd, om de verkeersstromen te verdelen naar Nijmegen-west en Nijmegen centrum en oost; respectievelijk via de Graaf Alardsingel - Stadsbrug en de Prins Mauritssingel - Waalbrug. Het huidige station Lent zal worden verplaatst in zuidelijke richting ten zuiden van de Graaf Alardsingel. Het station is gepland op een knooppunt van langzaam verkeerroutes vanuit Lent in westelijke richting en vanaf de binnenstad Nijmegen via de zogeheten Snelbinder (aan de Spoorbrug) in noordelijke richting. Op het nieuwe stationsplein komen deze routes samen. De noord-zuidroute maakt deel van van de snelfietsroute het Rijn-Waalpad. Het plangebied maakt op deze wijze onderdeel uit van de noordelijke entree van Nijmegen voor zowel gemotoriseerd autoverkeer als voor langzaam verkeer en openbaar vervoer. Daarmee is het plangebied een stedelijk knooppunt en is daarmee als vestigingsplaats voor een hotel, met publieksgerichte activiteiten, zoals congres- en vergaderruimten, bijzonder geschikt Verkenning / doorkijk situatie 2020 De locatieontwikkeling Knoop Lent, die met dit bestemmingsplan wordt geregeld, maakt onderdeel uit van een beoogde gebiedsontwikkeling, die kan worden aangeduid als een centrale plek Nijmegen Noord. Hiermee wordt bedoeld dat dit knooppunt, niet alleen voor verkeersstromen maar ook een verbindingsfunctie vervult naar het toekomstige voorzieningengebied vann het deelgebied de Citadel, ten westen van de spoordijk Het stationsplein wordt ruimtelijk verbonden met de westzijde. Recent is hiertoe de de onderdoorgang bij de Griftdijk-noord verbreed en is een nieuwe onderdoorgang gecreëerd. Het nieuwe stationsplein is in dat opzicht een poort naar het toekomstige voorzieningengebied voor Nijmegen Noord. Een ander aspect (ook qua tijdsplanning) betreft twee ongelijkvloerse kruisingen ter plaatse van de Graaf Alardsingel (fietsbrug) en Prins Mauritssingel (fietstunnel) ten behoeve van het langzaam verkeer. De verbinding over de Graaf Alardsingel zal in 2013 gerealiseerd zijn. De verbinding onder de Prins Mauritssingel zal zo snel mogelijk na 2013 gerealiseerd worden. Hiervoor wordt een afzonderlijke planologische procedure doorlopen. Kader: Beschrijving doorkijk 2020 Bebouwing ten noorden van Stationsplein Ten noorden van het stationsplein wordt bebouwing gesitueerd die georiënteerd is op knoop Lent, het verdere verloop van de Prins Mauritssingel richting Waalbrug en het stationsplein. Centraal in het bouwblok bevindt zich een binnenterrein dat gericht is op de spoordijk. Het binnenterrein is verbonden en zichtbaar vanuit het stationsplein en biedt de mogelijkheid voor expeditie en toegang tot een parkeervoorziening op of onder het binnenterrein en de bebouwing. De parkeervoorziening bestaat mogelijk uit een parkeergarage en voorziet in parkeerbehoefte van P&R en van het programma van (bovenliggende) bebouwing. bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 21

72 Ongelijkvloerse oversteek locatie Prins Mauritssingel (PMS) en Graaf Alardsingel (GAS) Medio 2013 zal er een fietsbrug over de Graaf Alardsingel zijn aangelegd. Voor de ongelijkvloerse oversteek in het verlengde van de Laauwikstraat in de vorm van een fietstunnel, zal de aanleg zo spoedig mogelijk starten van Belangrijke redenen voor deze ongelijkvloerse kruisingen zijn de toename van de verkeersintensiteit op deze twee verkeersaders. Aanleg van de ongelijkvloerse kruisingen hebben een belangrijke functie om de doorstroming van het verkeer te garanderen. Openbaar Vervoer Door/langs het plangebied zijn twee routes voor Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) geprojecteerd. Op korte termijn zullen daarvan bussen gebruik maken. Op de lange termijn (na 2020) wordt rekening de doorontwikkeling naar een tramverbining niet onmogelijk gemaakt. De HOV-route ligt over de Waalbrug als tweezijdig in één richting bereden rijbanen aan weerszijden van de Prins Mauritssingel, steekt dan het kruispunt Prins Mauritssingel- Laauwikstraat schuin over en vervolgt dan het traject als eenzijdig in twee richtingen bereden rijbaan langs de zuidzijde van de Graaf Alardsingel. Er is een HOV-halte gepland direct naast het stationsplein. Naast HOV zullen ook overige buslijnen langs het NS-station Nijmegen Lent rijden. Deze buslijnen kunnen mogelijk gebruik maken van de HOV-busbanen en halteren op het nieuwe stationsplein (en eventueel ook langs de Prins Mauritssingel nabij het kruispunt Laauwikstraat). Fietsroutes Het plangebied vormt een belangrijk uitwisselpunt van verschillende fiets- en looproutes. Allereerst ligt het Rijnwaalpad in het gebied (snelfietsroute Arnhem Nijmegen). Vanuit het zuiden komt de Snelbinder aan in het plangebied en vanuit het noorden wordt op korte termijn de Westelijke Parallelroute gerealiseerd (die aansluit op de reeds aangelegde Stadsas-Noord die weer aansluit op de Ovatonde), ten westen van het spoortalud. Als onderdeel van het Rijn-Waalfietspad zal een ongelijkvloerse kruising over de Graaf Alardsingel worden aangelegd, in het verlengde van de Griftdijk. Deze verbinding zal uitkomen op het westelijke stationsplein en maakt geen deel uit van voorliggend bestemmingsplan. De toekomstige Passage voor langzaam verkeer onder het nieuwe station en stationsgebied, zal een belangrijke fiets- en loopverbinding vormen tussen de nog te realiseren wijken in de Nijmegen Noord, het bestaande dorp Lent ten oosten van de Prins Mauritssingel en de verbinding naar Nijmegen ten zuiden van de Waal via de Waalbrug en Snelbinder. De verbinding naar Lent is momenteel geregeld aan de hand van een fiets- en voetgangersbrug (Lentse Lus) die aansluit op de Laauwikstraat; daarnaast kan ook gelijkvloers worden overgestoken bij de verkeerslichten op het kruispunt. In het kader van het project Ombouw Prins Mauritssingel naar een T-splitsing wordt de Lentse Lus verwijderd. De gemeenteraad heeft aangegeven dat er een nieuwe ongelijkvloerse verbinding terug moet komen. Deze nieuwe ongelijkvloerse verbinding wordt aangelegt in de periode na realisatie van het splitsingspunt en valt buiten de kaders van dit bestemmingsplan. 22 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

73 Hoofdstuk 4 Sectoraal beleid 4.1 Stedenbouwkundige context Inleiding Dit bestemmingsplan maakt een bouwontwikkeling mogelijk nabij het nieuwe station Nijmegen-Lent. Het gebied waarin dit bouwplan wordt mogelijk gemaakt wordt aangeduid met de stedelijke Knoop Lent De nieuwbouw vormt een nieuw entreepunt van stad Nijmegen. De noordelijke entree van de stad Nijmegen vanaf Prins Mauritssingel dient te voorzien in een representatieve functie en hoogwaardige architectuur. Vanuit het noorden vormt het gebouw een blikvanger. Ten eerste door de aanwezigheid van de hoogbouwtoren. In stedenbouwkundige zin markeert deze hoogbouwtoren het nieuwe splitsingspunt tussen de Prins Mauritssingel en de nieuwe stadsring die gevormd wordt door de Graaf Alardsingel en de Prins Mauritssingel zuid. In de Hoogbouwnotitie heeft de gemeente Nijmegen haar beleid ten aanzien van hoogbouw vastgelegd. Het beleid is gericht op de realisatie van hoogbouw bij de stedelijke knopen en langs stedelijke vervoersassen. De locatie voldoet aan de criteria die worden gesteld in de hoogbouwnotitie. Enerzijds is sprake van de nabijheid van het station en anderzijds ligt het plangebied direct aan de stedelijke hoofdwegen; Prins Mauritssingel en de toekomstige Graaf Alardsingel. Een belangrijk uitgangspunt is dat hoogbouw dient te worden beoordeeld in relatie tot bestaande hoogbouw als onderdeel van het silhouet van Nijmegen. Hoogbouw dient een verrijking van dit silhouet op te leveren. Een ander belangrijk uitgangspunt is dat de hoogbouw met respect voor het bestaande dorp wordt gesitueerd. Daarom is er voor gekozen om vanaf het maaiveld een gebouw te realiseren van 2 lagen. Dit gebouw past bij de schaal van het dorp Lent. De slanke toren wordt enigszins teruggelegen gesitueerd op dit gebouw van twee lagen Balans tussen dorps en stedelijk De opgave is om enerzijds aansluiting te zoeken bij de kleinschalige, dorpse bebouwing Lent en anderzijds de uitstraling van de nieuwe stedelijke knoop vorm te geven. Om aan te haken op de bestaande omgeving dient de bebouwing zich te verhouden tot de bestaande bebouwing aan de Prins Mauritssingel. De bestaande bebouwing aan de Prins Mauritssingel wordt gekenmerkt door een grote mate van variatie en bestaat uit kerken, horeca, verschillende woningen zoals villa's, vrijstaande en tweekappers. Deze gebouwen komen sinds de onlangs uitgevoerde transformatie van snelweg naar stadsweg beter tot hun recht en krijgen weer het respect die ze verdienen. De bebouwing is bepalend voor de beleving van de weg richting Nijmegen Centrum. Ten noorden van het splitsingspunt langs de Prins Mauritssingel, wordt een nieuwe stedelijke wand ontwikkeld die onderdeel uitmaakt van het plan Laauwik. Hier is gekozen voor een meer stedelijke invulling dan ten zuiden van het splitsingspunt. In deze wand wordt variatie en een rijke detaillering nagestreefd. De T-splitsing vormt een keuzemoment voor een route via 'de oversteek' of via de Waalbrug. Het stedenbouwkundig plan stelt dan ook een verbijzondering /accent voor in de bebouwing die georiënteerd is op de kop van de T-splitsing. Het uitgangspunt is een alzijdig georiënteerd gebouw schakelpunt naar nieuwe ontwikkeling deelgebied Citadel. Een minstens even belangrijke relatie is de verbinding van de Laauwikstraat via het stationsplein naar het toekomstige voorzieningengebied van de Waalsprong. bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 23

74 De Passage die wordt gemaakt met de bouw van het nieuwe station is een onderdoorgang ofwel een extra coupure naast de samengestelde coupures ter hoogte van de Graaf Alardsingel. De Passage heeft in stedenbouwkundige context primair een verbindende functie tussen de toekomstige Citadel en Dorp Lent. Daarbinnen worden er andere functies in geïntegreerd. Namelijk een perronverbinding en een langzaamverkeerverbinding voor fietsers en voetgangers. Het hotel vormt hierin een belangrijke schakel. Het is dan ook van belang dat het gebouw een positieve uitstraling heeft aan de zijde van het stationsplein koppeling aan stationsomgeving Lent De ontsluiting van het gebouw loopt via het stationsplein. Het is gewenst om zoveel mogelijk activiteit aan het stationsplein te creëren waardoor de ontmoetingsfunctie van het plein tot haar recht komt. Tussen de bebouwing en de doorgaande route (Graaf Alardsingel, Splitsingspunt en Prins Mauritssingel) wordt voorzien in een groene zone waarin een bomenrij wordt aangebracht. De bebouwing zal omzoomd worden door de laanbeplanting van het Splitsingspunt/Prins Mauritssingel-zuid. In de toekomst zal aan de zijde van het stationsplein een tunnelingang worden gerealiseerd, die een ongelijkvloerse kruising van de Prins Mauritssingel mogelijk maakt. Deze tunnel maakt geen onderdeel uit van onderhavig bestemmingsplan De inpassing van het gebouw in de omgeving Het hotel zal gelegen zijn aan het stationsplein en zorgt voor levendigheid op het stationsplein. Het plein wordt op het terrein van het hotel doorgetrokken tot aan de ingang van het hotel. In grote lijnen zal het hotel bestaan uit een basement van 2 lagen (ongeveer 12 meter hoog) en een hoteltoren van maximaal 14 lagen, zijnde 43 meter hoog. De totale bouwhoogte zal dus maximaal 55 meter bedragen. De toren die op het basement geplaatst is, huisvest alle hotelkamers en enkele ondersteunende functies. Het volume meet ongeveer 19x28 meter en is met zijn kopgevel ook georiënteerd naar het stationsplein. Hiermee wordt bereikt dat de toren vanaf de Prins Mauritssingel een interessant volume wordt. Ook dient het gebouw op de eerste twee lagen een oriëntatie te hebben op het voornoemde kruispunt. De inrichting van de buitenruimte aan de zijde van het splitsingspunt dient naadloos aan te sluiten op de inrichting van het stationsplein. Het basement is alzijdig georiënteerd. De voorzijde van het hotel is gerelateerd aan het lijnenspel van het stationsplein en legt hiermee een direct verband tussen hotel en plein. Door vervolgens de oostzijde en de noordzijde te relateren aan respectievelijk de Prins Mauritssingel en de Graaf Alardsingel gaat het basement een relatie aan met zijn omgeving. Doelstelling is bovendien de gevelstructuur zodanig op te zetten dat geen van deze gevels als een 'achtergevel' getypeerd kan worden. Van belang bij deze aanpassing is het situeren van het fietsparkeren. Het gebouw voorziet in een openbare fietsenstalling ten behoeve van het station. Het parkeren wordt op eigen terrein opgelost in een gebouwde parkeervoorziening, zodat het parkeren grotendeels aan het zicht onttrokken wordt. De ontsluiting van de parkeervoorziening loopt via het stationsplein richting de Prins Mauritssingel. Dit geldt eveneens voor expeditieverkeer. Aan de zijde van het stationsplein is een mogelijkheid voor 'kort'parkeren. De huidige opzet beantwoordt aan de ruimtelijke behoefte van het hotel en de stedenbouwkundige wensen van de gemeente. De doelstelling is in ieder geval een hoogwaardige architectuur toe te passen met een zorgvuldige detaillering en uitstraling. Hierbij speelt ook de toekomstige stationsomgeving een rol. 24 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

75 4.1.3 Specifieke criteria voor hoogbouw Vanuit de hoogbouwnotitie zijn de volgende aanvullende criteria van toepassing. Bij hoogbouw is altijd het bijzondere toetsingsniveau van kracht. Hoogbouw dient een positieve bijdrage te leveren aan identiteit van buurt, wijk en/of stad. Hoogbouwontwerp wordt beoordeeld in relatie tot bestaande hoogbouw, als onderdeel van het silhouet van de stad. Het moet een verrijking zijn van het silhouet. Er moet rekening worden gehouden met de hoogteverschillen in het landschap. Er wordt ingezet op hoge eisen voor stedenbouwkundige inpassing. De aansluiting op de omliggende bebouwing dient overtuigend te zijn, zeker in cultuurhistorisch waardevolle gebieden. Ook dient ingespeeld te worden op hoogbouw als landmark / herkenningspunt. Hoogbouw dient door een bijzondere architectonische kwaliteit een waardevolle bijdrage te leveren aan het uiterlijk van de stad. Hoogbouw mag geen achterkant hebben. Een alzijdige oriëntatie en presentatie wordt verwacht. Bij hoogbouw worden bijzondere eisen gesteld t.a.v. technische, fysische en milieu aspecten, zoals windhinder, schaduwwerking, geluidhinder, luchtkwaliteit en externe veiligheid. Er is een goede aansluiting op maaiveldniveau bij de menselijke maat, schaal, sfeer en functie van de omringende bebouwing. Er is bijzondere aandacht voor de invulling van de plint van het gebouw. Er is aandacht voor dakbeëindiging. Het ontwerp dient te getuigen van een hoogwaardige inrichting van de omliggende buitenruimte. Parkeren dient onder maaiveld of in een gebouwde voorziening te gebeuren. De beoordeling en advisering vindt plaats door het Ruimtelijk Kwaliteitsteam/ Commissie Beeldkwaliteit De inbedding van de hoogbouw in de omgeving. De inbedding van het hotel Van der Valk dient enerzijds gezien te worden in relatie met het te ontwikkelen centrumgebied aan de westzijde van het station. Deze functie loopt vooruit op de voorgenomen stedenbouwkundige ontwikkelingen van de Citadel. Daarvan vormt station Lent een essentieel onderdeel. Dit is een kooppunt van vervoersbewegingen: openbaar vervoer, stedelijk wegennet voor auto- en langzaam verkeer. Anderzijds is de locatie een belangrijk oriëntatiepunt bij de benadering van Nijmegen vanuit het Noorden. De Prins Mauritssingel sluit hier aan op de nieuwe stadsring.; Graaf Alardsingel als verlengde van de Oranjesingel. Deze eigenschap rechtvaardigt een markant gebouw. Komend vanuit het noorden wordt de functie van oriëntatiepunt versterkt door dit gebouw als hoogbouw uit te voeren. Daarbij blijft evenwel uitgangspunt dat het zicht op de Stevenstoren niet wordt belemmerd. Stedenbouwkundig is het uitgangspunt dat hoogbouw altijd ingebed moet worden in de omgeving. Het ontwikkelingsbeeld Waalsprong 2007 en de notitie Hoogbouw 2005 zijn daarbij uitgangspunt. Vanuit deze kaders zijn er voorlopig geen voornemes om in de directe omgeving van het geplande hotel Van der Valk hoogbouw te projecteren. In het ontwikkelgebied "de Citadel wordt voorzien in een compact stedelijk gebied in een overwegende laagbouwsetting. bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 25

76 4.1.5 Bezonningsonderzoek Door bureau Peutz is een bezonningsonderzoek (H RA, 10 juni 2013) gedaan naar de mogelijke invloed van de hoogbouw op de bezonning van de omliggende woonbebouwing. Uit de resultaten van het onderzoek kunnen de volgende conclusies getrokken worden: Bij enkele woningen in de omgeving is sprake van enige verslechtering van de bezonning als gevolg van de geplande hoogbouw. Bij de dichtst bij het bouwplan gelegen woning aan de Spoorstraat is in februari /oktober een afname van de bezonningsduur vastgesteld van minder dan een uur. Bij enkele woningen aan de Pastoor van Laakstraat en de achterliggende woningen neemt afhankelijk van de ligging en het moment in het jaar de bezonningsduur af met een kwartier tot maximaal circa twee uur. Doordat het invloedsgebied zich gedurende het jaar verplaatst wordt bij geen van de woningen gedurende het hele jaar een verslechtering van de bezonning verwacht Windhinderonderzoek Door bureau Peutz is een windhinderonderzoek (H RA, 10 juni 2013) gedaan naar de mogelijke invloed van de hoogbouw op het windklimaat in de directe omgeving. Uit de resultaten van het onderzoek kunnen de volgende conclusies getrokken worden: Het bouwplan geeft geen overmatige windhinder bij de bestaande woningen. Nergens in het plangebied is sprake van een beoordeling slecht (beoordeling loopgebied) en tevens wordt het gevaarcriterium niet overschreden. Bij de verdere planuitwerking (omgevingsaanvraag) dient rekening gehouden te worden met het treffen van windafschermende maatregelen ter plaatse van de hoofdentree en het terras van de nieuwbouw. 4.2 Economische zaken Hotelonderzoek 2008 In 2008 is een onderzoek uitgevoerd naar de hotelsector in Nijmegen. Uit dit onderzoek bleek dat er ruimte is op de Nijmeegse hotelmarkt: De huidige rendementverwachting in Nijmegen is positief, met name in het congres- en toeristisch segment. Nijmegen heeft nu nog een relatief klein aanbod aan grootschalige hotels. In Nijmegen ontbreekt aanbod aan de bovenkant (4-sterren) en aan de onderkant van de markt (1-2 sterren). Er zijn mogelijkheden voor nieuwe hotels in specifieke marktsegmenten, gericht op bepaalde doelgroepen. De hotelsector levert voor een stad als Nijmegen diverse voordelen. Zo draagt een goed hotelaanbod bij aan het verbeteren van het toeristisch klimaat in Nijmegen en zorgt voor het aantrekken van nog meer toeristen. Een aantrekkelijk hotelaanbod verbetert de levendigheid in de stad en zorgt voor een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven. De hotelsector levert veel werkgelegenheid op. Daarbij gaat het zowel om directe (laag- en middelgeschoolde) banen, als om indirecte werkgelegenheid. Voor nieuwe hotels geldt de beleidslijn dat, gezien de ruimte op de Nijmeegse hotelmarkt, nieuwe hotelinitiatieven op dit moment positief zullen worden benaderd en zullen worden beoordeeld op hun eigen merites. Het plan voor vestiging van een hotel aan de Prins Mauritssingel past binnen de huidig vastgestelde beleidslijn. De locatie is zeer geschikt, gezien de directe nabijheid van het stadscentrum en station Nijmegen Lent. Ook is de locatie gesitueerd in de directe nabijheid van het nog te ontwikkelen centrum van de Waalsprong Citadel/Hof van Holland. Horeca 26 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

77 Horeca is toegestaan, in aanvulling op de hotelfunctie. Het gaat daarbij om lichte horeca: restaurant, café, lunchroom, terrasfunctie etc. Congres Tot 250 deelnemers zijn er in Nijmegen en directe omgeving prima mogelijkheden voor een meerdaags congres. Boven de 250 deelnemers is dat minder gemakkelijk. De ligging en bereikbaarheid en het aantal beschikbare hotelkamers, maakt dit hotel geschikt om meerdaagse congressen te gaan organiseren. Wellness en Leisure De vrijetijdseconomie wordt steeds belangrijker. We besteden steeds meer tijd aan beleven, ontspannen en persoonlijke verzorging. Voorzieningen op het gebied van wellness sluiten aan bij functies als een hotel en congres/vergaderfaciliteit Toeristisch - recreatieve monitor Regio Arnhem Nijmegen 2011 Dit onderzoek is uitgebracht door het RBT-Kan en dateert van mei Doel van deze monitor is inzicht geven in de economische betekenis van toerisme en recreatie in de regio. Belangrijkste conclusies uit deze monitor: Overnachtingen in de regio Arnhem-Nijmegen zijn gestegen met 12 % tot bijna 1,7 miljoen overnachtingen. De toeristisch-recreatieve bestedingen zijn in de afgelopen periode gestegen met 6 % t.o.v. de vorige meting. Toeristen besteden circa 1,3 mrd in de regio. Op verblijfstoeristisch gebied gaat het om een stijging van 15 %, de dagtoeristische bestedingen groeiden met 5 % en het zakelijk dagtoerisme met ruim 6%. De groei van de toeristisch-recreatieve bestedingen tussen 2009 en 2011 kan voor 42% worden verklaard door een volume-effect (meer overnachtingen, standplaatsen en dagbezoeken) en voor 58% door bestedingseffect (hogere bestedingen per persoon per dag). Algemene conclusie van de monitor: de toeristische sector heeft goed gepresteerd, met name het verblijfstoerisme (pagina 3). De monitor bevat ook een aanbeveling. De aanbeveling is om gezien de resultaten van de afgelopen periode in combinatie met de potenties en aantrekkelijkheid van de regio in te zetten op een groei van het verblijfstoerisme (met de campagne Cool Breaks is hierin al een stap gezet). In dagrecreatief opzicht is de regio al sterk ontwikkeld (met sterke attracties, musea, evenementen, natuur, twee grote steden). Doorontwikkeling tot regio die ook meer als verblijfsregio te boek zal staan vergt onder andere meer toeristische verblijfscapaciteit met voldoende onderscheidend vermogen en een concurrerende kwaliteit. Hotel-ontwikkeling in Nijmegen In de toeristisch recreatieve monitor van het RBT Kan staat ook een overzicht met het aantal bedden in de regio. Hieruit blijkt dat Nijmegen nog steeds achterblijft in aantal (875 bedden) in vergelijking tot een stad als Arnhem ( 1344 bedden). In de monitor wordt ook geconstateerd dat als het gaat het om verblijfstoerisme Nijmegen in de Stadsregio vier andere deelgebieden voor moet laten gaan. De oorzaak is, volgens de onderzoekers, het relatief beperkte hotel-aanbod in Nijmegen. Na oplevering van het hotel-onderzoek in 2008 heeft Nijmegen er slechtst beperkte hotel-capaciteit bij gekregen. Het gaat daarbij met name om de komst van een klein stadshotel in het hogere segment (14 bedden) en B&B's. De komst van grotere hotels is vooralsnog uitgebleven. Met de realisatie van een Van der Valk-hotel en het stadshotel Opus wordt in een leemte op de Nijmeegse hotelmarkt, die er nog steeds is voorzien. bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 27

78 Toerisme is nog steeds een groeisector Toerisme is nog steeds een groeisector. In vervolg op de monitor heeft het RBT KAN de Strategische Marketingsvisie uitgebracht. Het RBT-KAN geeft daarin als doelstelling aan om door middel van vernieuwende marketing- en promotie-inspanningen meer bezoekers te genereren die langer blijven, meer besteden en tot herhalingsbezoek overgaan, om zo het toeristisch marktaandeel van de regio Arnhem-Nijmegen in het bijzonder en dat van diverse deelgebieden in het bijzonder te vergroten. Als ambitie voor de komende vier jaar is geformuleerd het dagbezoek te verlengen naar meerdaags bezoek, waarmee de regio Arnhem-Nijmegen als verblijfsregio groeit. Inzet is om de regio als shortbreak-bestemming te promoten en zo meer bezoekers voor meerdere dagen uit zowel de internationale als de nationale te trekken. Focus op nieuwe doelgroepen: senioren, Nederlanders op korte vakantie, gezinnen met kinderen, de zakelijke markt en Duitsers, Belgen en Britten. 4.3 Verkeer Ontsluiting gemotoriseerd verkeer Het project Knoop Lent bestaat uit verschillende infrastructurele deelprojecten, waarbij de doorstroming van het autoverkeer centraal staat. Verkeer vanuit het noorden kan vanaf eind 2013 op het kruispunt Prins Mauritssingel - Graaf Alardsingel (Splitsingspunt) kiezen voor het vervolgen van de route via de Waalbrug of de Oversteek (Stadsbrug). De kruispunten Prins Mauritssingel - Graaf Alardsingel en Prins Mauritssingel - Laauwikstraat - Stationsplein zullen met verkeerslichten worden geregeld. Het Stationsplein wordt dus als geregelde tak aangesloten op het kruispunt Prins Mauritssingel Laauwikstraat Stationsplein. Het Stationsplein is primair bedoeld voor autoverkeer dat trein- of buspassagiers komt halen of brengen. Daarnaast wordt een deel van de wijk Hoge Bongerd via het Stationsplein ontsloten op de Prins Mauritssingel. Ook het hotel wordt via het Stationsplein ontsloten op de Prins Mauritssingel. In de beoogde verkeerslichtenregeling is rekening gehouden met het aantal verkeersbewegingen passend bij een dergelijke (hotel)ontwikkeling. De uitrit vanuit het hotel mondt uit op het Stationsplein, maar kruist eerst nog de fietsverbinding van/naar de beoogde fietstunnel Laauwikstraat. Verkeer vanuit de uitrit dient voorrang te verlenen aan fietsers op de fietsverbinding en aan verkeer op het Stationsplein Langzaam verkeer Knoop Lent vormt vanaf 2013 de draaischijf voor fietsverkeer van/naar alle windrichtingen in Nijmegen-noord. Recht voor de beoogde uitrit van het hotel kruisen twee snelfietsroutes: de noord-zuid-route tussen fietsbrug Graaf Alardsingel en Snelbinder en de oost-west-route tussen Dorp-Lent en Citadel. De fietsbrug Graaf Alardsingel en de meeste fietsinfrastructuur binnen Knoop Lent is medio 2013 opgeleverd. Waarschijnlijk wordt begin 2014 gestart met de aanleg van de fietstunnel Laauwikstraat Parkeren Uitgangspunt bij het hanteren van parkeernormen voor nieuwbouw is dat het aantal te realiseren parkeerplaatsen overeenstemt met de (verwachte) parkeerbehoefte. Het aantal noodzakelijke parkeerplaatsen wordt vastgesteld aan de hand van de door burgemeester en wethouders vastgestelde parkeervisie 2012 en de hierin verbonden nota parkeernormen gemeente Nijmegen (2012). 28 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

79 De betreffende locatie ligt in een gebied wat is ingedeeld als stedelijke zone 'centrum'. Voor de onderhavige ontwikkeling gelden dus de volgende parkeernormen: Programma Restaurant Congres- / vergaderruimten Bar Hotel normstelling parkeerplaats (pp) 9 pp per 100m 2 bvo 4 pp per 100m 2 bvo 5 pp per 100m 2 bvo 1 pp per kamer In deze parkeernormen is de parkeerbehoefte van zowel bezoekers als personeel samengenomen. Rekenkundig dubbelgebruik van dezelfde parkeerplaatsen is toegestaan, voor zover de parkeerbehoeften van de verschillende deelfuncties ook daadwerkelijk aan verschillende gebruikstijden kunnen worden toegerekend. Deze genormeerde gebruikstijden zijn weergegeven in de parkeernormering. Ook dienen voldoende fietsklemmen te worden gerealiseerd. Voor fietsparkeernormen wordt verwezen naar CROW-publicatie 230 'ontwerpwijzer fietsverkeer' Openbaar vervoer Bij de ontwikkeling van Knoop Lent is rekening gehouden met twee HOV-verbindingen: vanaf knoop Lent richting Bemmel via de Prins Mauritssingel en vanaf knoop Lent richting Elst via de Griftdijk. De delen van de HOV-verbindingen die via de kruispunten Prins Mauritssingel Graaf Alardsingel en Prins Mauritssingel Laauwikstraat Stationsplein lopen, worden als vrijliggende busbanen aangelegd. Het HOV zal zoveel mogelijk prioriteit krijgen binnen de verkeerslichtenregeling. Bij het kruispunt Prins Mauritssingel Laauwikstraat Stationsplein worden haltes gerealiseerd. In eerste instantie blijven de haltes min of meer op de huidige locaties liggen, dus ten zuiden van het kruispunt. Vanaf eind 2013 zullen de haltes direct ten noordwesten van het kruispunt in gebruik worden genomen. Deze haltes liggen pal tussen het kruispunt en het hotel. Na het uitstappen kunnen de HOV-passagiers direct voor het hotel langs lopen richting o.a. stationsopgang en fietsenstalling Verkeersveiligheid Het beoogde eindbeeld is dat het fietsverkeer volledig ongelijkvloers wordt afgewikkeld ten opzichte van doorgaand autoverkeer op de Prins Mauritssingel en de Graaf Alardsingel. In 2013 wordt de fietsbrug Graaf Alardsingel aangelegd. Daarnaast worden voorbereidingen getroffen om in 2014 te starten met de fietstunnel Prins Mauritssingel (t.h.v. Laauwikstraat). Verder zal het stationsplein onderdeel zijn van een 30kh-zone. Met deze maatregelen is de verkeersveiligheid voor alle verkeersdeelnemers geborgd. 4.4 Milieu Bedrijvigheid In de nabijheid van het bestemmingsplan, echter op een afstand van tenminste 60 meter, zijn woningen aanwezig. Volgens de VNG brochure Bedrijven en milieuzonering, Editie 2009, bedraagt de hindercontour voor een hotelfunctie 10 meter. Dit betekent dat het hotel ten minste op 10 meter afstand dient te liggen van gevoelige bestemmingen als woningen. Voorts staat een dergelijke hotelfunctie ook genoemd in de Staat van bedrijfsactiviteiten-functiemenging Categorie A Activiteiten die zodanig weinig belastend voor hun omgeving zijn, dat deze aanpandig aan woningen kunnen worden uitgevoerd. De eisen uit het Bouwbesluit voor de scheiding tussen wonen en bedrijven zijn daarbij toereikend. Het voorliggend plan voldoet aan het bovenstaande. bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 29

80 Indirecte hinder Met betrekking tot de indirecte hinder kan opgemerkt worden dat het beoogde hotel op deze locatie over voldoende parkeergelegenheid gaat beschikken op eigen terrein. Bovendien krijgt het plan een goede ontsluiting op de nieuwe wegenstructuur ter plaatse. Een grotere parkeerdruk in de nabijgelegen delen van het dorp Lent, evenals toenemende overlast van aan- en afrijdend verkeer ten behoeve van het hotel zijn daarom niet te verwachten. Conclusie Het plan kan vanuit Milieu Algemeen/Bedrijvigheid als acceptabel worden aangemerkt Bodem Binnen het plangebied zijn de volgende bodemonderzoeken uitgevoerd: Locatie Onderzoeksburea u Soort Datum Rapport Rapportnumm Internnummer er Griftdijk Noord 3 Syncera VO B05B Griftdijk Noord 5 Heidemij Advies VO / Griftdijk Noord 5 Grontmij VO Griftdijk Noord 5 Grontmij VO Griftdijk Noord 5 DIBEC B.V. NO Griftdijk Noord 5 DIBEC B.V. NO (aanvulling) Griftdijk Noord 5 DIBEC B.V. EV Griftdijk Noord 5 DIBEC B.V. EV Laauwikstraat / Prins Mauritssingel Envita Nijmegen VO R O2/JSP 4933 VO = verkennend bodemonderzoek EV = Evaluatierapport De bodemrapportages zijn via het internet te raadplegen door op de plaats van # het interne nummer te plaatsen: Uit de bodemonderzoeken blijkt dat de grond schoon tot licht verontreinigd is met zware metalen, PAK, minerale olie en/of bestrijdingsmiddelen. Het grondwater is schoon tot licht verontreinigd. Binnen het plangebied is een asbest bodemsanering uitgevoerd. Uit de rapportage met intern nummer 5118 blijkt dat op een aantal plaatsen nog een beperkte hoeveelheid asbest verontreiniging aanwezig is. De asbestverontreiniging wordt bij de toekomstige ontwikkeling van het gebied verwijderd. Ten behoeve van de omgevingsvergunning activiteit bouw, dient een actualiserend bodemonderzoek conform de NEN 5740/NEN 5707 te worden uitgevoerd. De aangetroffen lichte verontreinigingen vormen geen risico voor het beoogde gebruik. De beperkte hoeveelheid asbest verontreinigde grond wordt bij de toekomstige ontwikkeling verwijderd. Bij het realiseren van de gewijzigde bestemming verwachten we geen maatschappelijke en financiële belemmeringen ten gevolge van een bodemverontreiniging. 30 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

81 4.4.3 Geluid Het plan voorziet in de vestiging van een hotel. Geluidsgevoelige bestemmingen als wonen zijn niet voorzien. Een eventuele beoordeling aan de hand van de Wet geluidhinder (Wgh) is daarom niet aan de orde. Vanuit de Wgh behoeven er verder geen procedures te worden gevolgd Luchtkwaliteit Op 15 november 2007 is de Wet Milieubeheer uitgebreid met hoofdstuk 5, titel 5.2 Luchtkwaliteiteisen. De regelgeving met betrekking tot luchtkwaliteitseisen is verder uitgewerkt in AMvB's (Besluit niet in betekenende mate bijdragen luchtkwaliteitseisen; Besluit gevoelige bestemmingen luchtkwaliteitseisen) en Ministeriele regelingen (Regeling niet in betekenende mate bijdragen luchtkwaliteitseisen; Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007; Regeling projectsaldering luchtkwaliteit 2007). Bij toetsing van een ruimtelijk plan op luchtkwaliteit moet conform regelgeving gelet worden op de volgende 2 aspecten: (a) het plan als veroorzaker van verkeer en daardoor bron van slechte luchtkwaliteit en (b) het plan als te beschermen object tegen slechte luchtkwaliteit. Ad a. het plan als veroorzaker van verkeer en daardoor bron van slechte luchtkwaliteit Grenswaarden voor luchtkwaliteit gelden voor de volgende stoffen: stikstofdioxide (NO 2 ); fijn stof (PM 10 ); benzeen (C 6 H 6 ); zwaveldioxide (SO 2 ); koolmonoxide (CO) en benzo(a)pyreen (BaP). In Nederland worden in het algemeen alleen voor NO 2 en PM 10 mogelijk overschrijdingen verwacht. De grenswaarden betreffen bestuurlijke normen, ook beneden de grenswaarden zijn in studies gezondheidseffecten waargenomen. Getalsmatig kan de normering voor NO 2 en PM 10 als volgt weergegeven worden: 40 ug/m 3 40 ug/m 3 Jaargemiddelde grenswaarde NO 2 Jaargemiddelde grenswaarde PM 10 Daggemiddelde grenswaarde PM 10 max. 35 dagen/jaar >50 ug/m Vaststelling van een ruimtelijk plan voldoet aan de luchtkwaliteitsnormen indien: aannemelijk is gemaakt dat het plan niet leidt tot het overschrijden van een grenswaarde (vanaf ingangsdatum) danwel niet leidt tot een toename van reeds bestaande overschrijding van een grenswaarde; aannemelijk is gemaakt dat de luchtkwaliteit als gevolg van het plan per saldo verbetert of ten minste gelijk blijft; danwel bij een beperkte verslechtering van de luchtkwaliteit, door een met het plan samenhangende maatregel of een door die uitoefening of toepassing optredend effect, de luchtkwaliteit per saldo verbetert (saldering); aannemelijk is gemaakt dat het plan niet in betekenende mate bijdraagt aan de concentratie in de buitenlucht van een stof waarvoor een grenswaarde is opgenomen (zgn. NIBM-plan); (art lid 1 onder d Wm) de activiteit waarvoor vergunning wordt gevraagd is genoemd, beschreven ofwel past binnen of in elk geval niet in strijd is met een vastgesteld programma, bijvoorbeeld het NSL (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit). Een IBM-plan mag geen bijdrage leveren aan een verslechtering van de luchtkwaliteit op plaatsen waar de grenswaarden overschreden worden of dreigen te worden. Indien door een IBM-plan wel een bijdrage geleverd wordt aan een verslechtering boven de bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 31

82 grenswaarde, dan moet aan het plan maatregelen gekoppeld worden om deze bijdrage te compenseren. Op 1 augustus 2009 is het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit (NSL) van kracht geworden. Het NSL is een programma als bedoeld in artikel 5.16 lid 1 onder d Wm. Het NSL bevat een pakket van ruimtelijke ontwikkelingen c.q. projecten (Bijvoorbeeld (rijks)wegen, woningen, landbouw en industrie) en maatregelen om de luchtkwaliteit te verbeteren. Met deze maatregelen zal Nederland tijdig aan de Europese luchtnormen voldoen. Deze maatregelen zijn onder meer: nationale, generieke maatregelen van het Rijk (stimulering roetfilters, belastingvoordeel voor schone auto's, etc.) en daarnaast maatregelen op het hoofd- of onderliggend wegennet zoals doorstromingsmaatregelen, snelheidsverlaging en schermen. Het plangebied Hotel Van der Valk past binnen het projectgebied Nijmegen Waalsprong, dat als IBM-project opgenomen is in dit NSL onder IB-nr Tevens is de hoofdinfrastructuur van de Waalsprong (o.a. Nijmegen Stadsas onder IB-nr. 298, nu geheten Prins Mauritssingel) onderdeel van het NSL. Ten behoeve van de definitieve vaststelling van het NSL is het rekeninstrument Saneringstool (versie 3.1) ontwikkeld. De omvang van de saneringsopgave voor luchtkwaliteit wordt met dit instrument op een eenduidige en uniforme wijze in kaart gebracht. Het positieve effect op de luchtkwaliteit van de maatregelen is bepaald door middel van de Saneringstool 3.1. In deze Saneringstool leidt het inbrengen van de IBM-projecten in Nijmegen alsmede de voorgestelde maatregelen tot het tijdig oplossen van de knelpunten in de luchtkwaliteit in Nijmegen. Het onderhavige bestemmingsplan voldoet met haar projectkenmerken aan de in het NSL opgenomen projectkenmerken. In de gebruikte verkeersmodellen voor de Saneringstool (versie 3.1) zijn de verkeerseffecten opgenomen van de voorgenomen ruimtelijke ontwikkelingen in Nijmegen (waaronder de eerdergenoemde in het NSL opgenomen IBM-projecten. Het onderhavige bestemmingsplan voldoet daarmee aan de luchtkwaliteitsnormen en kan derhalve worden gerealiseerd Het Besluit gevoelige bestemmingen luchtkwaliteitseisen Op 16 januari 2009 is het Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen) in werking getreden. Met deze amvb wordt de bouw van zogenaamde gevoelige bestemmingen in de nabijheid van (snel)wegen beperkt. Het besluit heeft als doel het beschermen van mensen met een verhoogde gevoeligheid voor fijnstof (PM10) en stikstofdioxide (NO2), met name kinderen, ouderen en zieken. Over gemeentelijke wegen zegt het besluit niets en is derhalve geen beperking voor het plan. De volgende gebouwen met de bijbehorende terreinen zijn aangemerkt als gevoelige bestemming: scholen, kinderdagverblijven, en verzorgings-, verpleeg- en bejaardentehuizen. Ziekenhuizen, woningen en sportaccommodaties, maar ook een hotel, worden niet als gevoelige bestemming gezien. In de recente landelijke "GGD-Richtlijn medische milieukunde: luchtkwaliteit en gezondheid" adviseert de GGD ten aanzien van het bouwen van gevoelige bestemmingen langs drukke gemeentelijke wegen (meer dan mvt/etm): geen afstandscriterium; niet bouwen direct langs een drukke weg (dus niet in 1e lijnsbebouwing); GGD Amsterdam heeft het advies niet in 1e lijnsbebouwing aangevuld met dat dit minimaal moet gelden binnen 50 meter van de rand van de drukke gemeentelijke weg. Gemeente Nijmegen conformeert zich aan deze GGD-richtlijnen Conclusie Een hotel kan in het kader van de luchtkwaliteit getypeerd worden als een 'niet gevoelig' object. Gezien het bovenstaande zal een toets aan de eisen in hoofdstuk 5 van de Wet milieubeheer niet aan de orde zijn. 32 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

83 4.4.5 Externe veiligheid Algemeen De gemeente heeft de wettelijke plicht externe veiligheid mee te wegen in de besluitvorming over ruimtelijke ontwikkelingen. In deze afweging is het van belang de risico's te beschouwen die, in dit geval, voornamelijk ontstaan door de spoorlijn Arnhem - Nijmegen. De kans dat er een zwaar ongeval op deze route gevaarlijke stoffen plaatsvindt, is zeer klein. De effecten van een dergelijk ongeval kunnen echter zeer groot zijn. In het bestemmingsplan voor Dorp Lent-12 (Hotel Van der Valk) moet van deze kans op een zwaar ongeval rekenschap gegeven worden, dit heet de verantwoording van het risico. Criteria bij de invulling van de verantwoordingsplicht In Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen zijn criteria gegeven die betrokken moeten worden bij het invullen van de verantwoordingsplicht. De gemeente Nijmegen heeft hiernaast haar eigen beleidsvisie over hoe om te gaan met de verantwoording. Externe risico's bestemmingsplan Dorp Lent-12 (Hotel Van der Valk) Met betrekking tot externe risico's kunnen worden onderscheiden: a. Risico's ten gevolge van Inrichtingen en activiteiten die onder het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) vallen. b. Risico's ten gevolge van vervoer van gevaarlijke stoffen. c. Risico's ten gevolge van hogedrukaardgasleidingen Ad a. Inrichtingen en activiteiten die onder Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) vallen. Inrichtingen en activiteiten die gevaar opleveren, bijvoorbeeld inrichtingen vallend onder het Bevi, zijn in de naaste omgeving van het plangebied niet aanwezig. Wel valt het plangebied met zijn afstand van 3950 meter tot het bedrijf TWO Chemical Logistics BV aan De Vlotkampweg 67 op het industrieterrein West-Kanaaldijk nog net binnen het invloedsgebied van van dat bedrijf. Ad b. Vervoer van gevaarlijke stoffen. Het plangebied ligt op ongeveer: 22 meter uit het hart van het dichtstbijgelegen spoor van de spoorlijn Arnhem - Nijmegen 30 meter uit het hart van de van de Prins Mauritssingel 1100 uit het hart van de rivier De Waal De bovenstaande vervoersaders worden aangemerkt als routes gevaarlijke stoffen en hebben alle een invloedsgebied van 1500 meter. Ad c. Hogedrukaardgastransportleidingen Een hogedrukaardgastransportleiding is in de nabijheid van het plangebied niet aanwezig. Plaatsgebonden risico (PR) en Groepsrisico (GR) en cumulatie van de onderscheiden rsico's De risico's worden voor wat betreft externe veiligheid nog nader verdeeld naar plaatsgebonden risico's (PR) en groepsrisico's (GR). Bovendien dient er nog gekeken te worden naar de cumulatie van risico's omdat het plangebied ligt binnen de risicocontouren van meerdere risicobronnen. bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 33

84 Plaatsgebonden risico (PR) Onder het plaatsgebonden risico (PR) verstaat men de kans per jaar dat een persoon, die zich continu en onbeschermd op een bepaalde plaats in de omgeving van een gevarenbron bevindt, overlijdt ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Voor het plaatsgebonden risico zijn grenswaarden als toetsingswaarden (ijkpunten) aangegeven. Groepsrisico (GR) Het groepsrisico (GR) geeft aan wat de kans is op een ongeval met ten minste 10, 100 of 1000 dodelijke slachtoffers in de omgeving van de beschouwde bron. Het groepsrisico wordt getoetst aan de hand van zogenaamde oriënterende waarden. Van deze oriënterende waarde kan in voorkomende gevallen eventueel worden afgeweken. Hieraan dient wel een Collegebesluit ten grondslag te liggen, waarin de onderbouwing van de afwijking is opgenomen (verantwoordingsplicht groepsrisico). Voorafgaand aan het Collegebesluit stelt het bevoegd gezag het bestuur van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ) in de gelegenheid advies uit te brengen met betrekking tot het groepsrisico. Cumulatie Aan het eind van de verantwoording wordt ingegaan op de cumulatie van de risico's omdat binnen het plangebied alle bovenomschreven risicocontouren elkaar overlappen. Hieronder worden de onderscheiden risico's voor TWO Chemical Logistics BV, de rivier de Waal, de spoorlijn Arnhem Nijmegen en de Prins Mauritssingel verantwoord. Verantwoording plaatsgebonden (PR) Met betrekking tot het plaatsgebonden risico (PR) kan opgemerkt worden dat de 10-6 contour van de spoorlijn zich binnen het baanlichaam van deze spoorlijn bevindt en dus geen invloed op planvorming uitoefent. Met betrekking tot de Prins Mauritssingel kan in dit kader opgemerkt worden dat voor deze gemeentelijke route gevaarlijke stoffen geen PR 10-6 contour is te bepalen, het PR is daarvoor te laag. Voor zowel de rivier de Waal als wel het bedrijf TWO Chemicals Logistics BV kan opgemerkt worden dat de afstand tot deze risicobronnen dermate groot is dat de wel aanwezige PR 10-6 contouren op grote afstand van het plangebied liggen. De conclusie is dat plaatsgebonden risico van geen van de risicobronnen de planvorming kan beïnvloeden. Verantwoording plaatsgebonden (PR) Algemeen Voor de risicobronnen zijn in de beleidsvisie externe veiligheid Nijmegen drie zones vastgesteld waarbinnen bepaalde verantwoordingsniveaus gelden. De zones zijn globaal gebaseerd op de reikwijdte van incidenten met gevaarlijke stoffen. Omdat verschillende risicobronnen verschillende rampscenario's hebben, verschilt ook de zone-indeling per risicobron. De zone indeling is schematisch weergegeven in onderstaande figuur: 34 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

85 Figuur 3.2: zone indeling Rijks- en spoorwegen, provinciale- en gemeentelijke wegen Vaarwegen Aardgastransportleidin gen LPG tankstations LNG tankstations Overige Bevi-inrichtingen Zone 1 Zone 2 Zone 3 30 meter 200 meter (invloedsgebied (aandachtsgebie plasbrand) d BLEVE) toxisch) 25 meter (invloedsgebied planbrand) 90 meter (invloedsgebied BLEVE) 1500 meter (invloedsgebied 1500 meter (invloedsgebied toxisch) PR 10-6 contour 100% 1% letaalgrens Letaalgrens PR 10-6 contour 150 meter - (invloedsgebied) PR 10-6 contour 300 meter - (invloedsgebied) PR 10-6 contour PR 10-8 contour Invloedsgebied Uit het bovenstaande overzicht blijkt dat voor de spoorlijn als wel de Prins Mauritssingel het plangebied loopt tot in zone 1, met respectievelijk 22 en 26 meter afstand. Echter ligt het bebouwingsvlak niet op de plangrenzen, maar op respectievelijk 33 en 32 meter afstand en dus in zone 2. Volgens de Beleidsvisie externe veiligheid Nijmegen dient alleen voor de spoorlijn een zware verantwoording externe veiligheid te worden geleverd. Met betrekking tot de Prins Mauritssingel is slechts een beknopte verantwoording als bij de rivier de Waal en TWO Chemical Logistics aan de orde. Het plangebied ligt voor wat betreft de Bevi inrichting TWO Chemical Logistics BV en de rivier de Waal in zone 3. Onderstaand volgt de verantwoording GR voor de Spoorlijn Arnhem - Nijmegen Bij de onderstaande verantwoording GR is gebruik gemaakt van de Externe veiligheidsstudie Van de Valk Hotel Lent, referentie9x /n0002/nijm, d.d. 20 november Uitgangspunten Groepsrisicoverantwoording Spoorlijn Arnhem - Nijmegen a. Algemene beschouwing 1. Beschouwen van personendichtheid binnen invloedsgebied 2. De hoogte van het huidige en toekomstige groepsrisico en de ligging daarvan ten opzichte van de oriëntatie waarde 3. De mogelijkheden en voorgenomen maatregelen ter beperking van het groepsrisico in de nabije toekomst. 4. De aanwezigheid van beperkt zelfredzame groepen b. Noodzaak 1. Noodzaak van de ontwikkeling op deze risicovolle locatie moet worden aangetoond. 2. Voor- en nadelen van veiliger alternatieven worden inzichtelijk gemaakt. c. Ruimtelijke veiligheidsmaatregelen 1. Mogelijkheid beperking ontwikkeling beschouwen 2. Mogelijkheden om afstand tot risicobron vergroten beschouwen 3. Beschouwen oriëntatie van de bebouwing ten opzichte van risicobron. 4. Minimaal twee van de risicobron afgerichte externe vluchtwegen. d. Bronmaatregelen 1. Beschouwen mogelijke veiligheidsmaatregelen aan de bron. e. Objectgerelateerde veiligheidsmaatregelen 1. Beschouwen mogelijkheden bouwtechnische veiligheidsmaatregelen. 2. Beschouwen mogelijkheden intern ontruimingsplan afstemmen op externe veiligheid. 3. Beschouwen interne vluchtwegen ten opzichte van de risicobron. 4. Beschouwen mogelijkheden ter verbetering van alarmering. 5. Beschouwen mogelijkheden tot het houden van rampoefeningen bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 35

86 6. Beschouwen mogelijkheden tot centraal afsluitbaar ventilatiesysteem f. Zelfredzaamheid 1. Advies van Veiligheidsregio met betrekking tot zelfredzaamheid inwinnen en beoordelen g. Bestrijdbaarheid 1. Advies van veiligheidsregio met betrekking tot bestrijdbaarheid inwinnen en beoordelen Hieronder volgt de puntsgewijze afhandeling van de uitgangspunten GR verantwoording De spoorlijn Arnhem Nijmegen a. Algemene beschouwing 1. Met betrekking tot de personendichtheid binnen het invloedsgebied van de spoorlijn Arnhem Nijmegen gelegen, moet opgemerkt worden dat deze binnen het plangebied stijgt van 15 naar rond de 835 personen. In de naaste omgeving van het plangebied zal deze verder binnen de te beschouwen zone 1 en 2 van de spoorlijn toenemen door de ontwikkeling van een aantal nieuwbouwwijken ten westen van de spoorlijn. Deze ontwikkelingen hebben echter niets te maken met de onderhavige planontwikkeling. Het dorp Lent blijft in zijn huidige vorm behouden. Binnen het plangebied zelf, met een oppervlakte van ongeveer 0,75 ha, gaat uiteindelijk de dichtheid omhoog van rond 20 pers./ha naar rond 1100 pers./ha. 2. Het groepsrisico als bepaald voor 2012 bedraagt: In 2012 zonder de nieuwe ontwikkeling: x oriënterende waarde.in 2022 (na realisatie van het Basisnet Spoor) zonder en met de nieuwe ontwikkeling resp x oriënterende waarde. 3. Met betrekking tot de te nemen maatregelen zijn vooral die voortvloeiende uit het Basisnet Spoor van belang, zoals minder wissels en minder storingsgevoelige wissels, betere beveiligingen op het spoor als bijvoorbeeld geavanceerd ATB, de brand-/hittewerende coating van de ketelwagons en het niet meer uit bloktreinen mogen bestaan met wagons gevaarlijke stoffen. Dit resulteert uiteindelijk in beduidend lager berekende groepsrisico's voor de toekomst. Opgemerkt dient wel te worden dat het realiseren van deze maatregelen zich bevindt buiten de invloedsmogelijkheden van de Gemeente Nijmegen. 4. De invulling van het bouwplan betreft alleen een uitgebreide hotelfunctie, wat aangemerkt kan worden als een kwetsbare bestemming, specifieke verblijfsruimten voor beperkt zelfredzame personen welke worden aangemerkt als zeer kwetsbare objecten zijn binnen deze hotelfunctie niet aanwezig. b. Noodzaak 1. De locatie kan als geschikt worden aangemerkt onder meer rekening houdend met de korte afstand zowel via de weg, als wel met het openbaar vervoer via de weg dan wel het spoor tot stadscentrum van Nijmegen 2. Het plan ligt op zeer korte loopafstand van het nieuw te bouwen station Nijmegen-Lent 3. Het plangebied heeft een directe fietstoegang via de zogenaamde snelbinder naar het centrum van Nijmegen. 4. De locatie is gesitueerd in de onmiddellijke nabijheid van het te ontwikkelen centrum van de Waalsprong Citadel/Hof van Holland. 5. De locatie is goed bereikbaar van de A325/N325/Prins Mauritssingel en de A Het hotel vormt door zijn uitstraling en bouwmassa een goede accentuering van de toekomstige Knoop Lent. c. Alternatieven In wezen zijn er weinig alternatieven binnen de gemeente Nijmegen aanwezig die een dergelijke functie op een enigermate gelijkwaardig geschikte plaats mogelijk maakt. Een mogelijk alternatief zou zijn het plangebied Brabantse Poort, maar gezien de daar aanwezige risicovolle vervoersfuncties kan een dergelijke locatie niet de voorkeur genieten vanuit veiligheidsoptiek. Probleem binnen de gemeente Nijmegen is dat vooral het stadsgebied ten zuiden van de Waal redelijk is dichtgebouwd, en dit in Nijmegen ten 36 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

87 noorden van de Waal de invulling al voor een groot deel vastligt. Dit houdt onder meer in dat aan te wijzen locaties of eveneens over risicopotenties beschikken of een hoog `in the middle of nowhere` gehalte beschikken, wat deze locaties zeker niet geschikter maakt dan de gekozen opzet. d. Ruimtelijke veiligheidsmaatregelen 1. De ontwikkeling betreft een hotelfunctie waar oorspronkelijk geen bebouwing aanwezig was. Het hieruit resulterend aantal aanwezigen is ten gevolge van dit plan zeer veel hoger dan de oorspronkelijke invulling met een villa en een viaduct, toeleidingsstroken voor de Snelbinder en verder onbebouwd terrein. Een beperking op het bouwplan is echter niet goed mogelijk gezien de meerdere aspecten buiten die van de externe veiligheid die hier binnen stedelijk gebied spelen, waaronder die van de ruimtelijke-/planologische- en financiële invulling zwaar wegen. 2. Aangezien de ontwikkellocatie op een bepaalde plaats binnen de gemeente Nijmegen ligt, en het een eigenschap is van onroerend goed dat deze locatie-gebonden is, is het binnen de planlocatie niet mogelijk de invulling zodanig te wijzigen dat het bouwplan op grotere afstand van de risicobron kan worden gesitueerd. 3. De ontwikkellocatie op zich ligt ten minste: 22 meter uit het hart van het dichtstbijgelegen spoor van de spoorlijn Arnhem - Nijmegen; Het bouwplan zelf ligt op tenminste: 33 meter uit het hart van het dichtstbijgelegen spoor van de spoorlijn Arnhem - Nijmegen; De interne ontvluchtingmogelijkheid (centraal trappenhuis) van het hotel op ongeveer 80 meter van de risicobron, deze ontvluchtingmogelijkheid ligt gedeeltelijk ingekapseld binnen het gebouw, omgeven door een harde schil, en is daarmee redelijk calamiteitenresistent te noemen. Opgemerkt kan worden dat het overgrote deel van de aanwezigen daarmee over een voldoende veilige interne ontvluchtingmogelijkheid beschikt. 4. Overdrachtsbeperkende maatregelen zijn binnen het overdrachtsgebied ten behoeve van deze locatie niet te treffen. Rondom de hotelfunctie is nu en in de toekomst geen afscherming aanwezig, maar blijft de locatie een open karakter houden. 5. Het plan is volledig ontsloten op de Griftdijk Noord, die een vluchtroute oplevert van de spoorlijn af. Met betrekking tot de risicobron dient een tweede onafhankelijke ontvluchtingmogelijkheid gecreëerd te worden van de risicobron (het spoor) af. 6. Aangezien het bouwplan van de ontwikkeling zich op meer dan 30 meter uit de spoorlijn bevindt kunnen vanuit het Basisnet Spoor geen aanvullende bouwkundige eisen aan de gevels worden gesteld. e. Bronmaatregelen 1. Met betrekking tot de mogelijke bronmaatregelen wordt opgemerkt dat maatregelen als bijvoorbeeld minder vervoer van gevaarlijke stoffen, maatregelen aan het wagenpark en het spoor zelf niet tot de mogelijkheden van de gemeente Nijmegen behoren om hierop invloed uit te oefenen. Wel zal bij inwerking trede van het Basisnet spoor het groepsrisico zoveel als mogelijk worden gemaximeerd door flankerende maatregelen als gecoate tankwagons, LPG-wagons verdelen in een trein, zodat deze wagons niet meer als bloktrein worden vervoerd maar er wagons zonder gevaarlijke (vloeibare) stoffen dienen te worden tussengeschakeld en maatregelen aan het spoor zelf om risicopunten als bijvoorbeeld wissels zoveel als mogelijk te beperken. Gevolg hiervan is dat het groepsrisico op termijn, ondanks toegenomen vervoer volgens de prognoses, zal dalen. f. Objectgerelateerde veiligheidsmaatregelen 1. Met betrekking tot bouwtechnische maatregelen kan worden opgemerkt dat het Basisnet Spoor hier wel in voorziet, maar alleen in zone 1, tot 30 meter afstand van het spoor. Aangezien het bouwplan zich op ten minste 33 meter afstand van het spoor bevindt zijn specifieke maatregelen via een wettelijke regeling niet af te dwingen. Bovendien betreft het hier een uitgebreide hotelfunctie, waarbij dergelijke voorzieningen die voornamelijk zullen bestaan uit sterk brandwerende (voornamelijk blinde) gevels niet wenselijk worden geacht. Gekozen is daarom toch bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 37

88 voor gevels met veel licht en lucht. 2. Met betrekking tot de interne vluchtwegen wordt opgemerkt dat het centrale trappenhuis en entree van het hotel zich binnen de 200 meter zone (Blève gebied) vanaf de spoorlijn bevindt. Echter gezien de inpandige en afgeschermde ligging binnen het hotel is het niet aannemelijk dat dit trappenhuis niet als interne vluchtweg ten gevolge van een calamiteit op de risicobron te gebruiken zou zijn. 3. Binnen het plangebied worden uitsluitend een kwetsbare bestemming gerealiseerd. Actieve risicocommunicatie naar het personeel/de werknemers toe levert naar verwachting een positieve bijdrage aan het maken van een juiste gevaarinschatting door aanwezigen/verblijvenden in het hotel. Een juiste gevaarinschatting draagt bij aan de zelfredzaamheid van deze personen. Met betrekking tot het plan zal specifieke voorlichting worden verstrekt over de risico's van een calamiteit op het spoor en om hen te (laten) informeren over hoe te handelen in geval van een incident bij het spoor en/of de singel. De Veiligheidsregio Gelderland-Zuid is daartoe in samenwerking met alle regiogemeenten een risicocommunicatiecampagne gestart. Onder de naam Gelderland-Zuid denkt vooruit zijn er diverse tools ontwikkeld om de inwoners te informeren over de mogelijke risico's en zijn er voor de twee belangrijkste handelingsperspectieven, te weten vluchten en schuilen, instructiekaarten aangemaakt. Werknemers zullen standaard een folder ontvangen. Verder zal in geval van een calamiteit tijdig gewaarschuwd worden door het in werking stellen van het WAS (Waarschuwings- en alarmsysteem) als onderdeel van de algemene Rampenbestrijding. Het grondgebied van de gemeente Nijmegen valt grotendeels binnen de dekking van de sirenepalen. Op termijn zal dit waarschuwingssysteem vervangen worden door NL-alert. 4. Aangezien het plangebied ook binnen het invloedsgebied van een toxisch scenario ligt, zal een centraal afsluitbaar ventilatiesysteem veplicht onderdeel uit gaan maken van het bouwplan. Wettelijk adviseur Ondanks dat nu en in de toekomst de oriënterende waarde nergens wordt overschreden, maakt een advies van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ), als wettelijk adviseur onderdeel uit van de besluitvorming. Advies Veiligheidsregio Gelderland-Zuid Uit onze analyse (zie bijlage) blijkt dat, als gevolg van transport van gevaarlijke stoffen over het spoor, calamiteiten denkbaar zijn met zeer grote effecten binnen het plangebied. De kans op dergelijke calamiteiten is echter zeer klein. Voor het bestrijden van dergelijke calamiteiten hebben wij gesignaleerd dat het aantal te verwachten slachtoffers van de maatscenario's (vrijkomen van een toxisch gas en een Blève) boven de mogelijkheden van de geneeskundige hulpverlening uit stijgt. Ook de mogelijkheden tot zelfredding zijn niet optimaal. De verwachting is namelijk dat burgers (in dit geval grotendeels hotelgasten) niet voor alle maatscenario's in staat zijn een juiste inschatting te maken van het risico. Tevens is geconstateerd dat de gemeente Nijmegen geen actieve risicocommunicatiecampagne voert. Een dergelijke campagne kan een positieve bijdrage leveren aan het maken van een juiste gevaarinschatting door burgers bij calamiteiten. Tot slot ligt het plangebied dermate dicht bij het spoor dat in geval van het scenario van de Blève (gasexplosie) schuilen zinloos is en vluchten niet mogelijk is indien het scenario zich zeer snel voltrekt. Ter verbetering van de mogelijkheden voor de rampenbestrijding en de zelfredzaamheid van burgers zijn in de analyse in de bijlage mogelijke maatregelen benoemd. Wij wijzen u er echter op dat, hoewel deze maatregelen bijdragen aan het terugdringen van de risico's, de risico's niet tot nul kunnen worden gereduceerd. Ook na het treffen van de benoemde maatregelen kunnen zich calamiteiten voordoen waarbij de mogelijkheden voor de rampenbestrijding worden overstegen. Het is aan het bevoegd gezag dit risico expliciet te 38 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

89 accepteren en in het ruimtelijk besluit te verantwoorden binnen de verantwoordingsplicht groepsrisico. Aanbevelingen Veiligheidsregio Gelderland Zuid Onderstaand worden mogelijke maatregelen gegeven ter verbetering van de mogelijkheden voor de rampenbestrijding en de zelfredzaamheid van burgers. Dit betreft een niet-limitatieve opsomming. Niet alle maatregelen zijn te treffen binnen de ruimtelijke procedure. Indien u één of meerdere van onderstaande maatregelen overweegt te treffen, verzoeken wij u contact met ons op te nemen over de exacte uitvoering. Inrichting plangebied Indien men kiest om het hotel op de voorgestelde locatie te realiseren, dan valt door de inrichting van het terrein nog enige veiligheidswinst te behalen. Zo kan men kiezen om onderdelen met een lage bezettingsgraad (zoals een parkeerterrein of groenvoorziening) aan de zijde van het spoor te plaatsen en onderdelen met hogere bezettingsgraad juist zo ver mogelijk van het spoor te alloceren. Verder zou, aangezien het merendeel van het transport van gevaarlijke stoffen 's nachts plaatsvindt, overwogen kunnen worden om die bouwdelen waar 's nachts niet of nauwelijks mensen verblijven (bijvoorbeeld conferentiezalen, keukens en/of kantoorruimte) aan de zijde van het spoor te plaatsen en hotelkamers zo ver mogelijk van het spoor af te leggen. Bedrijfshulpverlening inlichten met betrekking tot incidenten met gevaarlijke stoffen Gasten van het hotel zijn deels toevertrouwd aan de zorg van het hotelpersoneel. Bekendheid van de bedrijfshulpverlening (BHV) van het hotel met de risico's van transport met gevaarlijke stoffen en inzicht in het juiste handelingsperspectief bij de verschillende scenario's, kan een adequaat optreden van de bedrijfshulpverlening bevorderen. Om die reden adviseren wij u de (toekomstige) eigenaar/gebruiker van het plangebied actief voor te lichten over de risico's en deze personen een handelingsperspectief te bieden in geval van een calamiteit. Eventueel aanwezige mechanische ventilatie voorzien van een mogelijkheid tot het centraal uitschakelen van deze ventilatie Indien toxische stoffen vrijkomen, dienen aanwezige personen de mogelijkheid te hebben om binnen gebouwen te schuilen. Het is dan van belang dat eventueel aanwezige mechanische ventilatie centraal uitschakelbaar is. Hierbij dient te worden opgemerkt dat het van belang is om in geval van een calamiteit deze mogelijkheid ook daadwerkelijk te gebruiken. De gebruikers van het betreffende pand (bijvoorbeeld de BHV-organisatie) dienen derhalve op de hoogte te worden gesteld van deze mogelijkheid, bijvoorbeeld door actieve risicocommunicatie. Het beperken van de gevelopeningen aan de zijde van het spoor Om aanwezige personen de mogelijkheid te geven om binnen het pand te schuilen tegen de gevolgen van warmtestraling bij een plasbrandscenario, adviseren wij het pand uit te voeren met zo min mogelijk gevelopeningen aan de zijde van het spoor. De mate van effectiviteit van deze maatregel is vooral afhankelijk van de afstand van de bouwdelen tot het spoor: met name voor bouwdelen die zeer dicht bij het spoor liggen kan deze maatregel de overlevingskansen vergroten. Deze maatregel heeft daarnaast een positieve bijdrage indien personen binnen het gebouw moeten schuilen voor het vrijkomen van toxische stoffen. Uit het bovenstaande blijkt dat de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid (VRGZ) inhoudelijke adviezen met betrekking tot zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid geeft, gaat de gemeente hieronder kort in op de zelfredzaamheid en bestrijdbaarheid. Met betrekking tot het advies van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid kan opgemerkt worden dat inderdaad de planvorming van een zodanige omvang is dat het groepsrisico binnen het plangebied toeneemt. In het onderstaande wordt ingegaan op het advies in het kader van de verantwoording van het groepsrisico en worden ook de onderwerpen bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 39

90 beheersbaarheid en zelfredzaamheid kort beoordeeld. g. Zelfredzaamheid 1. Beïnvloeding van de planinrichting ten behoeve van de vermindering van de effecten van een calamiteit en de daaruit mogelijk voortvloeiende verbetering van de zelfredzaamheid van verblijvenden/aanwezigen kan slechts in beperkte mate worden beïnvloed door de gemeente Nijmegen. De inrichting van het buitenterrein van de inrichting staat niet ter beoordeling van de gemeente, maar dient een onderdeel te zijn van het intern inrichtingsplan van het hotel. Uiteraard zal het voorstel, overigens het gehele VRGZ advies worden meegegeven ter overweging aan de ontwerpers van het hotel. Aangezien er echter geen dwingend wettelijk kader is kan dit niet verder gaan dan een advies. 2. Het op een adequate wijze inlichten van de bedrijfshulpverlening evenals de medewerkers van het hotel is een gangbare methode om de zelfredzaamheid van personeel en hotelgasten in aanzienlijke mate te vergroten en zal daarom worden opgepakt bij ingebruikname van het hotel. 3. Ter vergroting van de zelfredzaamheid en de vermindering van het risico van een zogenaamd toxisch scenario zal het hotel dienen te worden voorzien van een mechanische ventilatie voorzien van een mogelijkheid tot het centraal uitschakelen van deze ventilatie in geval van een calamiteit. Doordat het hotel dag en nacht bezet zal zijn en gedreven wordt in ploegendienst zal het intern geen moeilijkheden geven om voor deze uit te schakelen ventilatie verantwoordelijke BHV-medewerkers aan te wijzen. 4. Het beperken van de gevelopeningen aan de zijde van het spoor zal een ingrijpende architectonische operatie zijn die de uitstraling en praktische inrichting van het gebouw in hoge mate kunnen beïnvloeden. Indien de exploitant hiermede akkoord kan gaan zal hieruit mogelijk enige veiligheidswinst kunnen worden gehaald. Echter is dit een afweging die de gemeente Nijmegen niet op basis van enige wettelijke regeling af kan dwingen. Deze afweging zal de exploitant zelf moeten maken. h. Bestrijdbaarheid 1. Het optimaliseren van de bereikbaarheid van incidenten op het spoor. Op zich is dit een aandachtspunt voor het gehele spoortraject 's-hertogenbosch - Nijmegen - Arnhem voor zover binnen de gemeente Nijmegen liggend. De bereikbaarheid in de nabijheid van het plangebied is ook niet optimaal. Echter zal dit onderwerp zijn van de ter plaatse nog langs het spoor te entameren bestemmingsplannen. Zij maken daarom ook geen onderdeel uit van het bestemmingsplan Het onderhavige plan kan hierin dan ook niet voorzien omdat een mogelijke realisering hiervan slechts voor een beperkte mate dit plangebied kan betreffen omdat dit plangebied slechts op ongeveer 90 meter aan het spoor grenst. 2. Het realiseren van blus-/koelwatervoorzieningen die direct bruikbaar zijn bij een incident op het spoor (primaire bluswatervoorzieningen met een minimale capaciteit van 90m 3 water per uur) Met betrekking tot het niet in voldoende mate aanwezig zijn van blus- en koelwatervoorzieningen kan opgemerkt worden dat in het plangebied wel voldoende blus- en koelwatervoorzieningen aanwezig zullen zijn, maar dat dit op de terreinen aanpalend aan de spoorlijn niet het geval is voor wat mogelijke calamiteiten op het spoor betreft. Echter zal dit onderwerp zijn van de langs het spoor zelf te entameren bestemmingsplannen. Een invulling met betrekking tot voldoende blusmiddelen langs het spoor kan daarom ook geen onderdeel uitmaken van het bestemmingsplan Dorp Lent-12. Het onderhavige plan kan hierin dan ook maar in beperkte mate voorzien. Conclusie Onderstaand volgt de verantwoording GR groepsrisico Prins Mauritssingel, de Rivier de Waal en de inrichting TWO chemical Logistics Het plangebied ligt binnen het invloedsgebied van de Prins Mauritssingel, de Rivier de Waal en TWO Chemical Logistics 40 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

91 Met betrekking tot elk van deze risico's is alleen het zogenaamde toxisch scenario van belang. Dit houdt tevens in dat voor deze drie risicobronnen de verantwoording dezelfde zal zijn. Daarom wordt deze verantwoording onderstaand gecombineerd uitgevoerd. Verantwoording GR Het plangebied en de geprojecteerde ontwikkeling bevinden zich binnen het invloedsgebied van de Prins Mauritssingel,een gemeentelijke weg waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd, de rivier de Waal en de Bevi inrichting TWO Chemical Logistics BV aan De Vlotkampweg 67. Het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, de rivier en de risico's van de inrichting zijn relatief laag, voor wat betreft de rivier en de inrichting van wege de afstand tot de risicobron en voor wat betreft de weg voor wat betreft het algehele risico in verband met het beperkt gebruik wat van deze weg wordt gemaakt (zie Beleidsvisie externe veiligheid Nijmegen). Het groepsrisico Het groepsrisico van de weg, de rivier en de inrichting liggen ruim beneden de oriëntatiewaarde (zie Beleidsvisie externe veiligheid Nijmegen). Het maatgevend scenario voor alle drie risicobronnen is een toxisch scenario. De invloed van de ontwikkeling op het groepsrisico zal daarom ook nauwelijks tot niet significant zijn. Het lage groepsrisico zal door de geprojecteerde ontwikkeling dus niet of nauwelijks toenemen. De mogelijkheid tot beperking van het groepsrisico door het beïnvloeden van de personendichtheid is van weinig invloed omdat binnen het plangebied uitgegaan wordt van een toxisch scenario en niet van een plasbrand. Ook is de kans te overlijden als gevolg van een incident met gevaarlijke stoffen is in het plangebied vele malen kleiner dan 1/ (10-6 ) Gezien het zeer beperkte risico's van de risicobronnen zijn aanvullende veiligheidsmaatregelen niet realistisch. Mogelijkheden tot zelfredzaamheid Blootstelling aan een toxisch gas is het bepalende scenario. In geval van een calamiteit dienen personen te schuilen. De mate waarin deze bouwwerken afsluitbaar zijn tegen de indringing van toxisch gas en de tijdsduur dat deze bouwwerken worden blootgesteld zijn hierbij parameters. Nieuwe bouwwerken, waar grotere massa's mensen aanwezig kunnen zijn, als bijvoorbeeld woonflats, hotels en kantoren, zijn goed geïsoleerd, waardoor ze een goede bescherming bieden tegen het binnendringen van het toxisch gas. Belangrijk is wel dat luchtbehandelinginstallaties met één druk op de knop uit te schakelen zijn. Verder dient in geval van een calamiteit tijdig gewaarschuwd te worden. Dit gebeurt door het in werking stellen van het WAS (Waarschuwings- en alarmsysteem) als onderdeel van de algemene Rampenbestrijding. Het grondgebied van Nijmegen valt grotendeels binnen de dekking van de sirenepalen. Op termijn zal dit waarschuwingssysteem vervangen worden door NL-alert. Deze verantwoording dient gelezen te worden in combinatie met de beleidsvisie externe veiligheid Nijmegen en de daarin gemaakte keuzes. Verantwoording cumulatie Groepsrisico's Het plangebied ligt binnen de elkaar overlappende risicocontouren van een spoorlijn, een vaarweg, een gemeentelijke route gevaarlijke stoffen en een Bevi inrichting. De cumulatie bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 41

92 van deze vier risico's wordt hieronder verantwoord. Domino effecten ontstaan wanneer het falen van de ene risicobron leidt tot het falen van de ander. Cumulatie van risico's is het optellen van het risico van afzonderlijke bronnen. Voor zowel domino-effecten als cumulatie van risico's geldt dat kwantificering lastig, dan wel onmogelijk is. Tevens bestaat er geen landelijk toetsingskader waaraan getoetst kan worden. Afwegen van domino-effecten en cumulatie is onderdeel van groepsrisicoverantwoording. Indien relevant, worden beide aspecten in de verantwoording kwalitatief beschouwd bij de interpretatie van fn-curves. Gelet op de spoorlijn en de drie overige risicobronnen omdat de afstand van het bestemmingsplan Dorp Lent-12 tot twee van de risicobronnen uitermate groot is, de gemeentelijke route gevaarlijke stoffen nauwelijks iets toevoegt en alleen de spoorlijn relevant is, en daarom kwantitatief in feite weinig aan de cumulatie kunnen toevoegen. Daarom is op deze locatie het toegevoegde risico van domino-effecten evenals die van cumulatie zeer beperkt. Beide aspecten werken daarom niet door in de groepsrisicoverantwoording. Conclusie In het bovenstaande zijn de relevante wegingspunten met betrekking tot alle vier risicobronnen opgevoerd. Het plan levert voornamelijk door de externe veiligheid met betrekking tot het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor een enigermate significante verhoging van het groepsrisico op. De overige drie risicobronnen voegen in feite nauwelijks iets toe en een van een significante stijging is hier zeker geen sprake. Het bestemmingsplan Dorp Lent-12 is acceptabel vanwege de onderstaande redenen: 1. Het plan heeft vrij beperkt verhogende invloed op het groepsrisico, maar blijft als zodanig ruim onder de oriënterende waarde groepsrisico. 2. Het plangebied ligt weliswaar geheel binnen het invloedsgebied van vier risicobronnen, echter is alleen de spoorweg in dit kader relevant. De overige drie risicobronnen zijn dat niet. 3. Het bestemmingsplan heeft geen betrekking op beperkt redzame personen en voldoet daarmee aan het gestelde in de Beleidsvisie externe veiligheid Nijmegen. Het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad van Nijmegen hebben kennis genomen van het advies van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid en achten het groepsrisico, dat tengevolge van het bestemmingsplan Dorp Lent-12 weliswaar stijgt maar ruim beneden de oriënterende waarde groepsrisico blijft, nu en in de in de toekomst, aanvaardbaar. Rekening houdend met het bovenstaande kan opgemerkt worden dat externe veiligheid geen belemmering vormt voor de vaststelling van het bestemmingsplan Dorp Lent-12. Gelet op het gegeven dat er een risico voor wat betreft externe veiligheid bestaat en ondanks dat de adviezen van de Veiligheidsregio Gelderland Zuid (VRGZ) in zoveel als doenlijk is binnen het plangebied van het Dorp Lent-12 zullen worden uitgevoerd, dit echter niet kwantitatief in berekeningen kan worden vervat en dit bovendien niet leidt tot een risico zijnde nul (0), zal er een zogenaamd restrisico overblijven. Dit restrisico wordt door het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad van Nijmegen expliciet geaccepteerd. Verantwoording Deze verantwoording dient gelezen te worden in combinatie met de Concept Beleidsvisie externe veiligheid Nijmegen van april 2012 en de daarin gemaakte keuzes. Deze beleidsvisie wordt gedragen door alle daarbij betrekken ambtelijke disciplines en is daardoor aan de basis van de bovenstaande verantwoording gelegd. 42 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

93 4.4.6 Fysieke veiligheid Het aspect (brand)veiligheid stelt voorwaarden aan de inrichting van de openbare ruimte, de situering van gebouwen ten opzichte van elkaar, de bluswatervoorziening en de bereikbaarheid. De brandweer heeft geadviseerd op het aspect fysieke veiligheid Inrichting openbare ruimte: ontvluchting en zelfredzaamheid Hoe de openbare ruimte is ingericht, is van invloed op de mate waarin hulpdiensten de incidentlocatie kunnen bereiken en betrokkenen bij een incident in staat zijn een locatie te ontvluchten. In dit kader zijn de mogelijkheden voor ontvluchting en zelfredzaamheid binnen het plangebied getoetst. Op voorhand zijn geen beperkingen te constateren Situering van gebouwen In verband met de brandveiligheid kan het Bouwbesluit voorwaarden stellen aan de afstand tussen gebouwen onderling en de positionering ten opzichte van elkaar. Op basis van de verbeelding ziet de brandweer op voorhand geen bijzondere beperkingen. Eventuele nadere eisen kunnen in het kader van de omgevingsvergunning gesteld worden Bluswatervoorziening De brandweer stelt eisen aan de beschikbaarheid van bluswater. De capaciteit van een dergelijke voorziening dient voor dit pand minimaal 60 m 3 water per uur te bedragen. De afstand van de bluswatervoorziening tot de brandweertoegang(en) van het gebouw dient maximaal 40 meter te bedragen. Indien het pand van een droge busleiding wordt voorzien dan zal ter hoogte van het vulpunt van deze leiding (binnen 35 meter) een bovengrondse brandkraan geplaatst moeten worden Bereikbaarheid Wat bereikbaarheid betreft, zijn voor dit plan met name de dimensionering van de wegen en de bereikbaarheid van de hoofdtoegang(en)/brandweertoegang(en) van de gebouwen vanaf de weg van belang. De afstand van de straat (of ontsluitingweg op eigen terrein) tot deze brandweertoegang mag niet meer dan 10 meter bedragen en er dient een opstelplaats voor het voertuig te zijn. Indien in het pand een droge blusleiding wordt aangelegd, dan moet het vulpunt tot op 10 meter bereikbaar zijn voor brandweervoertuigen en de vulpunten voor de droge busleiding van het station tot op 15 meter. Tevens zal t.h.v. het station een bovengrondse brandkraan geplaatst moeten worden die ook tot op 15 meter door het brandweervoertuig benaderd kan worden en binnen 35 meter van de vulpunten ligt. De ontwikkeling mag hiermee niet conflicteren Conclusie Vanuit het oogpunt van fysieke veiligheid constateert de brandweer geen beperkingen ten aanzien van het voorliggende bestemmingsplan. Aandachtspunten bij de omgevingsvergunning zijn: Bereikbaarheid en bluswatervoorziening Klimaat De klimaatverandering noopt tot aanpassingen in ruimtelijke ontwikkelingen. De Gemeenteraad van Nijmegen heeft haar visie hierop in de Kadernotitie Klimaat en de duurzaamheidsagenda vastgelegd. Kernbegrippen zijn compensatie en adaptatie. Compensatie is het tegengaan en verminderen van negatieve effecten op het klimaat. Dit kan door energiegebruik te beperken en/of duurzame energiebronnen te gebruiken en door gebruik te maken materialen uit vernieuwbare bronnen. Nijmegen streeft er daarom naar om als stad energieneutraal te worden. bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 43

94 Adaptatie is het aanpassen aan de wijzigende omstandigheden zoals extremere weersomstandigheden en een stijgende energieprijs. Voorbeelden hiervan zijn het voorkomen van oververhitting, aandacht voor windklimaat en het realiseren van grotere piekbergingen voor neerslag. Zeker in de relatief stenige omgeving rond dit project kan het microklimaat extremer zijn en tot hinder leiden. In de gebouwde omgeving zijn voor energiegebruik en oververhitting de oriëntatie van de bebouwing en de manier waarop met de bezonning is omgegaan bepalende factoren. Het microklimaat wordt bepaald door de verhouding tussen bebouwd en begroend oppervlak en de relatie tussen bebouwde en groene structuren. Een goed groenontwerp helpt oververhitting tegen te gaan en vangt neerslag en luchtverontreiniging op. De verwachting is dat in de toekomst de luchtverontreiniging op deze locatie onder de geldende wettelijke normen zal liggen. Desondanks blijft dit een locatie met bronnen voor luchtverontreiniging, zoals door verkeer opwervelend stof. Hierin kan in het ontwerp rekening gehouden worden door te zorgen voor het afvangen van luchtverontreiniging (gevelbegroeiing, daktuinen etc.). Verantwoord materiaalgebruik, beperking van energievraag en een verstandige positionering van functies dragen mede bij aan de klimaatdoelstellingen. Voor utiliteitsbouw en woningbouw liggen kernpunten bij terugdringen van de CO 2 uitstoot en aanpassing aan veranderde weersomstandigheden. Bijkomend voordeel hierbij is dat dit leidt tot lagere woonlasten en een gezondere, comfortabeler gebouw. Om de mogelijkheden per plan in beeld te brengen kan de voor het bouwplan noodzakelijke EPC-onderzoek omgezet worden tot een energiescan. Daarmee kunnen zowel de warmtevraag als de koelingsbehoefte en de inzet van collectieve systemen onderzocht worden. Op die manier kan de bijdrage van dit project aan de hierboven genoemde doelstellingen in beeld woorden gebracht. In het gebied zal op relatief korte termijn een duurzaam warmtenet aangelegd worden, waarmee de primaire warmtebehoefte van het gebouw voorzien kan worden. Het gebied is onder voorwaarden geschikt voor bodemenergiesystemen zoals Koude-Warmte opslag. Voor het bepalen van deze voorwaarden zal afstemming gezocht moeten worden met eventuele andere grondwatergebruikers in de omgeving en zal de milieuhygiënische situatie van de bodem en het grondwater mee moeten worden gewogen Kabels, leidingen en explosieven Explosieven Op dit moment zijn er geen bekende 'niet-gesprongen' explosieven binnen het plangebied. Mede als gevolg van de bodemroering als gevolg van de huidige herstructureringswerkzaamheden door de gemeente Nijmegen is het niet de verwachting dat er explosieven aanwezig zijn. Afhankelijk van de bouwwijze van de nieuwe ontwikkeling is wellicht diepgaander bodemonderzoek nodig om alle risico's te vermijden. Dit zal voorafgaand aan of ten tijde van de daadwerkelijke start bouw worden beoordeeld. 4.5 Water Inleiding In het kader van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is het verplicht ruimtelijke plannen te 'toetsen op water', de zogenaamde Watertoets. De Watertoets is een waarborg voor water in ruimtelijke plannen en besluiten. In bestemmingsplannen is de watertoets verankerd in de zogenaamde waterparagraaf. In deze waterparagraaf wordt ingegaan op de waterhuishoudkundige effecten van de realisatie van hotel Van der Valk, onderdeel van Knoop Lent. In het overleg van 8 april 2011 zijn hierover procesafspraken gemaakt tussen Waterschap Rivierenland, GEM Waalsprong en Gemeente Nijmegen. 44 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

95 Het Waterhuishoudkundig Inrichtingsplan Waalsprong 2009 is het overkoepelende plan voor de waterhuishouding van de Waalsprong. Knoop Lent is meegenomen in de wateropgave van de Waalsprong. Er is echter nog geen besluit genomen waar het gebied naar toe moet afwateren als het uitontwikkeld is. Hierdoor is het op dit moment niet mogelijk om voor afzonderlijke deelplannen binnen Knoop Lent een waterhuishoudkundig plan uit te werken. De uitwerking van de waterhuishoudkundige plannen is onderdeel geworden van het uitvoeringscontract met de opdrachtnemer van Knoop Lent. In de eisen van het contract is opgenomen dat het waterhuishoudkundige plan moet passen binnen de gestelde kaders die gelden voor de Waalsprong. De eisen zijn voorafgaand aan de aanbesteding met het waterschap besproken. Op deze wijze wordt geborgd dat: het watersysteem voldoet aan de eisen van de waterbeheerder, in dit geval Waterschap Rivierenland; voldaan is aan de eisen voor een goede afstemming met de waterbeheerder in het kader van de watertoets Watersysteem Waalsprong Oppervlaktewater; kwantiteit Het plangebied maakt onderdeel uit van het watersysteem voor de gehele Waalsprong. De uitgangspunten en hoofdcontouren van dit watersysteem zijn vastgelegd in het Waterhuishoudkundig Inrichtingsplan Waalsprong 2009 van 20 november 2009 met kenmerk 9T9874.A0. Dit plan is op 26 januari 2010 door het College van Burgemeester en Wethouders van gemeente Nijmegen vastgesteld en op 24 februari 2010 door GEM Waalsprong, Waterschap Rivierenland en Gemeente Nijmegen ondertekend. Uitgangspunt ten behoeve van het watersysteem in de Waalsprong is dat (schoon) regenwater en vuilwater zoveel mogelijk gescheiden blijven. In de Waalsprong wordt voor de afvoer van het schone hemelwater een systeem aangelegd dat bestaat uit goten, wadi's, singels en plassen. Het hemelwater dat op het gebied valt, wordt in eerste instantie geborgen in wadi's. In de wadi's vindt (in)filtratie van het water plaats. Het gefilterde water uit de wadi's komt vertraagd via het drainagesysteem onder de wadi's in het singelsysteem terecht. Wanneer de wadi's vol zitten, wordt het overtollige water direct afgevoerd naar de singels. De singels staan in verbinding met de drie plassen in de Landschapszone en voeren het water op deze manier af. Onderweg vindt een natuurlijke zuivering van het water plaats met behulp van natuurvriendelijke oevers en biologische activiteit in het water. In de Waalsprong ontstaat op deze wijze een waterkringloop. In natte periodes wordt het wateroverschot opgevangen in de waterplassen. In droge periodes wordt het water vanuit de plassen rondgepompt door de singels. Op deze wijze blijft het ecosysteem het hele jaar door in stand. Door de singels en plassen zoveel mogelijk te voorzien van natuurvriendelijke oevers kan in en rond het water in de Waalsprong een bijzonder ecosysteem ontstaan, dat kansen biedt voor zowel planten- als diersoorten. bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 45

96 De plassen in de Landschapszone met een grootte van circa 60 hectare dienen onder meer als retentieoppervlak (piekberging) voor regenwater uit de gehele Waalsprong. Tevens kan er water uit de plassen worden ingelaten in de singels (seizoensberging) om die door te spoelen. Na realisatie zullen deze waterplassen eveneens een belangrijke recreatieve functie vervullen Oppervlaktewater; kwaliteit Bij het afkoppelen van regenwater dient waar mogelijk conform het convenant Duurzaam bouwen in het KAN 2000 gebruik te worden gemaakt van duurzame bouwmaterialen. In het WIW 2009 is opgenomen dat bij aanleg van waterpartijen tenminste gestreefd wordt naar aanleg van natuurvriendelijke oevers aan één zijde van de watergangen. De zuivering van het afstromende hemelwater wordt zo veel mogelijk gereguleerd door de aanleg van wadi's die het water filteren. In overleg met Waterschap Rivierenland is toepassing van alternatieve filtersystemen mogelijk. 46 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

97 Grondwater Het plangebied bevindt zich niet in een grondwaterwingebied of grondwaterbeschermingsgebied. Bij hoog water op de Waal treedt kwel op. Deze is afhankelijk van de afstand tot de Waal en de weerstand van de deklaag. De afstand ten opzichte van de Waal is circa 1,1 km en de invloed van de kwel is in de bestaande situatie aanwezig. In het plangebied zijn geen watergangen aanwezig. Bestaande watergangen rond het gebied functioneren voornamelijk voor het afvangen van de kwel en vallen droog bij lage grondwaterstanden. Voor de grondwateronttrekkingsvergunning voor het bouwen in de Waalsprong wordt in de Waalsprong sinds 2000 de grondwaterstand gemeten. Voor de MER dijkteruglegging Lent wordt nabij de projectlocatie sinds maart 2009 de grondwaterstand gemeten. Gemeten grondwaterstanden laten zien dat deze zich gemiddeld rond NAP + 7,50 en 8,00 m bevindt. Bij hoge waterstanden in de Waal boven de NAP + 12,00 m stijgt het grondwater tot ongeveer NAP + 9,00 m. Tijdens de droogteperiode in 2003 zakte het grondwater uit tot NAP + 6,60 m. Als gevolg van de dijkteruglegging bij Lent (met de aanleg van een kwelscherm) en de inrichting van het watersysteem Waalsprong zal het grondwaterregime in de toekomst veranderen. De verandering en het effect van het kwelscherm zal door monitoring gevolgd worden. Gemeente Nijmegen en Waterschap Rivierenland hebben een gezamenlijk Meetplan stedelijk water met monitoringsactiviteiten opgesteld. Vanuit het nationale project Ruimte voor de Waal worden het effect van het kwelscherm en eventuele aanvullende maatregelen gedurende 25 jaar gevolgd Algemeen deel: Knoop Lent Knoop Lent is een verzamelnaam voor de volgende deelprojecten: de aanleg van een T-splitsing die de Prins Mauritssingel verbindt met de Graaf Alardsingel. de verbreding van de huidige doorgang onder het spoor (Griftdijk Noord) naar de Graaf Alardsingel; de aanleg van het definitieve treinstation Nijmegen Lent; 1. het inrichten van een nieuw stationsplein aan de 'oude' Lentse kant van het spoor; 2. de aanleg van een nieuwe doorgang voor voetgangers en fietsers onder het spoor; deze komt onder het definitieve treinstation. 3. het aanbrengen van geluidsschermen langs het spoor (van het definitieve station tot aan de spoorbrug). 4. het aanpassen van de Snelbinder (het fietspad langs de spoorbrug) zodat het aansluit op Knoop Lent en aanleg fietsbrug Graaf Alardsingel. In de huidige situatie watert het regenwater af naar de berm van de Griftdijk. Binnen het plangebied van Knoop Lent is geen oppervlaktewater aanwezig. Voor de toekomstige situatie zijn tot op heden vier opties mogelijk die in samenhang bekeken moeten worden: Afvoer naar het bestaande gemengde stelsel van Lent (biedt beperkte capaciteit); Afvoer naar het toekomstige verbeterd gescheiden stelsel van Citadel/Hof van Holland; Afvoer na alternatieve filtering via het regenwaterriool Graaf Alardsingel naar het singelsysteem Waalsprong; Afvoer naar wadi's en via het regenwaterriool Graaf Alardsingel naar het singelsysteem Waalsprong. In de fase waarin het watersysteem Waalsprong nog niet gerealiseerd is, geldt dat de realisatie van nieuw verhard oppervlak waterneutraal moet worden uitgevoerd. Dit betekent dat compenserende maatregelen moeten worden genomen, zodat het oppervlaktewatersysteem na het gereedkomen van de verharding niet zwaarder wordt belast dan voordien. De initiatiefnemer moet bij de aanvraag van de watervergunning zelf aangeven op welke manier en waar hij de compensatie gaat maken. De afvoer uit het bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 47

98 gebied mag de landelijke afvoernorm van 1,5 l/s/ha niet overschrijden. In de tijdelijke situatie kan op het slotenstelsel van het huidige agrarische watersysteem afgevoerd worden, mits dit niet ten nadele is van nog in agrarisch gebruik zijnde percelen Riolering De riolering rondom het plangebied is een gemengd rioleringsstelsel. Ingezameld afvalwater en hemelwater stromen onder vrij verval af naar het rioolgemaal van Lent, dat in de Laauwikstraat staat. Langs de Griftdijk Noord ligt drukriolering. Het afvalwater van een aantal clusters woningen wordt ingezameld en naar drukrioolgemalen afgevoerd. Deze gemalen pompen het water via een persleiding naar het gemengde rioleringsstelsel van Lent. Deze persleiding doorkruist het plangebied. Voor de afvoer van het afvalwater uit de bestaande en nieuwe gebieden in de Waalsprong is een pompenplan (Haskoning voor GEM Waalsprong, december 2004) opgesteld. Voor het gebied ten westen van de Prins Mauritssingel zal een nieuw rioolgemaal het afvalwater via een persleiding in noordelijke richting afvoeren. Deze persleiding zal aansluiten op de bestaande persleiding die het water naar het eindgemaal van de Waalsprong afvoert. Dat gemaal transporteert het water verder naar de RWZI Arnhem Zuid. Het nieuwe rioolgemaal is het rioolgemaal van de nieuwe wijk Hof van Holland Deelproject: Hotel Van der Valk Het verharde oppervlak neemt door de realisatie van hotel Van der Valk toe met bijna m 2. Dit oppervlak mag niet overschreden worden, behalve als er voor de overschrijdende oppervlakte een oplossing wordt geboden, die na formele instemming van Waterschap Rivierenland mag worden uitgevoerd. Voor de toename van het verharde oppervlak dienen compenserende maatregelen te worden genomen. In de toekomstige situatie zal het plangebied op de volgende manier afwateren: Het hemelwater dat afstroomt van de verharde oppervlakken in de omliggende intensief te gebruiken stationsomgeving wordt via een verbeterd gescheiden stelsel afgevoerd. Een rioolgemaal pompt dat deel van het afgevoerde hemelwater naar het bestaande gemengde stelsel van Lent. Het hemelwater dat afstroomt van het dak van het hotel wordt afgevoerd naar zaksloten. Vanuit de zaksloten wordt het water vertraagd naar oppervlaktewater of grondwater afgevoerd. Alleen bij hevige neerslag kan hemelwater vanuit de zaksloten overlopen naar oppervlaktewater en kan dus sprake zijn van rechtstreekse afvoer van hemelwater naar oppervlaktewater. Alle zaksloten binnen het plangebied van het Splitsingspunt Lent zijn onderling verbonden via ondergrondse leidingen. De overstort naar oppervlaktewater bevindt zich aan de overzijde van het spoortalud. 48 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

99 4.6 Natuur & Landschap EHS & Natuurbeschermingswet Het ruimtelijk beleid voor de EHS is gericht op behoud en ontwikkeling van de wezenlijke kenmerken en waarden. Daarom geldt in de EHS een 'nee, tenzij'-regime. Indien een voorgenomen ingreep de 'nee, tenzij'-afweging met positief gevolg doorloopt kan de ingreep plaatsvinden, mits de eventuele nadelige gevolgen worden gemitigeerd en resterende schade wordt gecompenseerd. Indien een voorgenomen ingreep niet voldoet aan de voorwaarden uit het 'nee, tenzij'-regime dan kan de ingreep niet plaatsvinden. Bevoegd gezag voor de beoordeling van het beoogde project en eventuele compensatieverplichtingen is de provincie Gelderland. Het plangebied maakt geen onderdeel uit van de Ecologische Hoofdstructuur Gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998 De gewijzigde Natuurbeschermingswet 1998 richt zich op gebieden die zijn aangewezen op basis van de Vogel- en Habitatrichtlijn. Dit zijn de Natura 2000-gebieden. Natura 2000 is een samenhangend Europees netwerk van beschermde natuurgebieden. Bij ruimtelijke ingrepen dient er altijd te worden nagegaan of er een vergunning nodig is op grond van de gewijzigde Natuurbeschermingswet In het vergunningentraject speelt het voorzorgsbeginsel een belangrijke rol. Het voorzorgbeginsel houdt in dat alle aspecten die met een project samenhangen (zowel op zichzelf als in combinatie met andere projecten) en de instandhoudingsdoelstellingen in gevaar kan brengen, moeten worden onderzocht. Toestemming wordt alleen verleend als op basis van de beste wetenschappelijke kennis zekerheid kan worden verschaft dat het project de instandhoudingsdoelstellingen niet in gevaar brengt. Bij twijfel wordt geen toestemming verleend. Als een project niet in een Natura 2000-gebied plaatsvindt, kan het mogelijk toch schade aanbrengen aan een Natura 2000-gebied. Dit wordt ook wel de zogenaamde externe werking genoemd. Ook kan het project mogelijk schadelijke gevolgen hebben in combinatie met andere projecten. Dit wordt cumulatieve effecten genoemd. Op enige honderden meters afstand van het plangebied liggen de Natura 2000-gebieden Gelderse Poort en Uiterwaarden Waal. Soorten en habitats die zijn aangewezen voor deze gebieden betreffen riviergebonden vissen, amfibieën en zoogdieren. Verder zijn riviergebonden habitats aangewezen en een reeks water- en moerasvogels. In het plangebied komen geen soorten of habitats voor die voor deze gebieden zijn aangewezen. Evenmin is er biotoop voor de soorten van deze gebieden. De soorten en habitats van deze gebieden hebben ook geen binding met het plangebied. Hoewel het hotel zichtbaar zal zijn vanuit de beschermde gebieden, treden er geen effecten op bijvoorbeeld vogels. Vogels hebben geen migratiezones langs de planlocatie en ze zijn bovendien goed in staat langs een hoog gebouw te vliegen. Van externe werking is derhalve geen sprake. Effecten op Natura 2000-gebied Uiterwaarden Waal of Gelderse Poort zijn uitgesloten Flora en Fauna Flora- en faunaonderzoek Door Bureau Waardenburg is in 2010 en 2011 een quick-scan en een aanvullend onderzoek (met kenmerk / /GerHo en 1069/ /GerHo) gedaan naar het voorkomen van soorten die beschermd zijn ingevolge de Flora- en faunawet. Daarbij is getoetst of er ten aanzien van eventueel aanwezige beschermde soorten negatieve effecten optreden als gevolg van de realisatie van knoop Lent. Tevens is getoetst of er ten aanzien van Natura 2000-gebieden en/of de EHS negatieve effecten zijn te verwachten. Bureau Waardenburg heeft op basis van een oriënterend veldonderzoek (d.d. 22 augustus 2012) de effectenvan de gewijzigde ingreep beoordeeld. Ten opzichte van het eerder getoetste plan zijn de belangrijkste verschillen bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 49

100 bouw van een hotel van circa 16 verdiepingen in plaats van een grote open parkeerplaats wordt een parkeerplaats aangelegd met een grote hoeveelheid bomen aanplant van een bomenrij met lindes langs het hotel Grondgebonden zoogdieren Tijdens het recente veldbezoek (22 augustus 2012) zijn geen sporen gevonden van steenmarters. Er staat nog maar één gebouw in het gebied, dit gebouw is echter niet geschikt als verblijfplaats. Vaste verblijfplaatsen van deze soort komen niet voor omdat ook holle bomen en/of hopen met bijvoorbeeld snoeihout ontbreken. Het voorkomen van Steenmarters is hiermee uitgesloten. Vogels met jaarrond beschermde nestplaats en overige vogels Uit het onderzoek in 2011 is gebleken dat huismus, gierzwaluw en steenuil niet broeden in het plangebied. Het enige overgebleven gebouw is niet geschikt als broedplaats voor steenuil, gierzwaluw en/of huismus. Omdat in het plangebied inmiddels vrijwel geen gebouwen meer staan, is de vestiging van nieuwe broedparen in het gebied uitgesloten. Vleermuizen Het nog resterende pand in het plangebied is niet in gebruik door vleermuizen.in 2011 is geconstateerd dat het plangebied voor een kleine groep gewone vleermuizen betekenis heeft als foerageergebied. Geconcludeerd werd, dat (onder bepaalde voorwaarden) bij de verdere planontwikkeling geen foerageergebied verloren zou gaan. De komst van het hotel leidt ertoe dat er oppervlakte van het groen op peil blijft of zelfs wordt vergroot. Het hotel vormt geen belemmering voor foeragerende vleermuizen. Overige soorten In het plangebied kunnen nog steeds licht beschermde Tabel 1 soorten amfibieën voorkomen en algemeen voorkomende soorten als diverse soorten muizen en mol. Voor konijn en egel is het plangebied inmiddels niet meer van betekenis. Conclusie De betekenis als foerageergebied die het plangebied voor een kleine groep gewone dwergvleermuizen blijft behouden. Het plangebied biedt voor strikt beschermde soorten geen vaste rust- en of verblijfplaatsen. Voor de licht beschermde soorten die in het plangebied voorkomen bestaat vrijstelling van verbodsbepalingen bij ruimtelijke ingrepen. Derhalve zijn er vanuit de natuurwetgeving geen belemmeringen die de komst van het hotel kunnen belemmeren. Wel dient dij de uitvoering van het project rekening te worden gehouden met het broedseizoen van vogels Waardevolle bomen / groen Er zijn in het plangebied geen monumentale bomen aanwezig Waardevol groen Er is binnen het plangebied geen waardevol groen aanwezig. 50 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

101 4.6.6 Groenstructuur Knoop Lent De groenstructuur rondom knoop Lent wordt gevormd door de toekomstige beplantingen die gerealiseerd worden met de aanleg van het verkeersknooppunt en het stationsplein. De nieuwe aansluiting van de Prins Mauritssingel en de Graafalardsing worden voorzien van laanbeplantingen. Er is sprake van royale groene bermen bij het verkeersknooppunt Lent. Voor de inrichting van het stationsplein is het concept gekozen van een Boomgaard. Dit is uitgewerkt in een plan met vele fruitbomen, gras en hagen. Een aantal monumentale bomen worden gehandhaafd bij de aanleg van het Stationsplein. Het talud van de spoorlijn krijgt ter plekke van het station een hoogwaardige groene inrichting. Verderop is het beeld een groen grastalud. Het deel ten westen van de spoorlijn blijft voorlopig groen. De groenstructuur aldaar wordt bepaalt wanneer de stedenbouwkundige plannen uitgewerkt worden voor dit deel. Beeld van onderdoorgang spoortalud bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 51

102 Beeld van het stationsplein Beeld van inrichting Stationsplein 52 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

103 4.7 Archeologie en Cultuurhistorie Cultuurhistorische waarden Omdat de stadsuitbreiding van Nijmegen aan de overzijde van de Waal grote ruimtelijke gevolgen voor het dorp Lent zouden hebben heeft de gemeente het Gelders Genootschap opgedragen een onderzoek te doen naar de cultuurhistorische waarden van het gebied. In zijn rapport heeft het genootschap in 1995 waardevolle historische structuren, waardevolle gebieden en beschermde monumenten beschreven. Onderdeel van het rapport is een kaart waarop die waardevolle gebieden, historische structuren en beschermde monumenten aangegeven zijn. De kaart is in 2002 geactualiseerd, was mede leidraad bij de planontwikkeling van het gebied en gebruikt voor de MER-procedure voor de Waalsprong. Het dorp Lent, met verschillende beschermde monumenten, is daarop geheel als waardevol gebied aangegeven. De snelweg, die sinds de Tweede Wereldoorlog het dorp Lent doorsneed, is al teruggebracht tot een stadsweg. Het tijdelijke Station Nijmegen-Lent, dat een belangrijke functie heeft in de nieuwe stedenbouwkundige opzet, zal een definitieve vorm krijgen. Het verkeer over de nieuwe Waalbrug zal via de Griftdijk bij het nieuwe Lentse station aansluiten op deze weg. Door de lagere verkeerssnelheden zijn ongelijkvloerse kruisingen hier niet meer nodig en worden de verbindingen tussen beide delen van het dorp weer op een natuurlijker wijze tot stand gebracht. Daarmee is de noodzaak van een viaduct verdwenen Plangebied Het plan voor een hotel past bij de nieuwe functie van het gebied rondom het station. Op dit centrale punt tussen de nieuwe stadsuitbreidingen en het dorp Lent is een markant gebouw gedacht. Het viaduct, de Lentse lus, is cultuurhistorisch interessant als herinnering aan de tijd van de snelweg, maar was ook steeds symbool van die harde barrière in het dorp. Dat dit symbool nu kan verdwijnen, zal de visuele eenheid van het dorp ten goede komen Archeologie Met de ondertekening van het Verdrag van Valletta (Malta) in 1992 is in Nederland de beleidsmatige zorg voor het archeologisch bodemarchief aanzienlijk toegenomen. In het verdrag staat: Archeologische waarden dienen als onvervangbaar onderdeel van het culturele erfgoed te worden meegenomen en te worden ontzien bij de ontwikkeling en besluitvorming van ruimtelijke plannen. Mocht bescherming onvoldoende mogelijk zijn dan dient, volgens dit verdrag, de informatie te worden onttrokken aan de bodem via archeologisch onderzoek. Uitgangspunt hierbij is dat de initiatiefnemer van de verstoring van het bodemarchief de kosten van het onderzoek dient te dragen. Inmiddels zijn de uitgangspunten van het Verdrag in de Nederlandse wetgeving geïmplementeerd in de Monumentenwet 1988 via de wijzigingswet Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMz, ). Het archeologiebeleid van de gemeente Nijmegen is, in overeenstemming met Malta en de Monumentenwet 1988, er op gericht om het bodemarchief zoveel mogelijk te ontzien. Indien dat niet mogelijk is, wordt voorafgaande aan de bodemverstoring archeologisch onderzoek verricht. De wijze van onderzoek wordt bepaald op basis van de vast te stellen archeologische waarden en de aard en omvang van de bodemingrepen. De archeologische (in bredere zin: cultuurhistorische) kennis die hierbij wordt vergaard, levert informatie op die ook als inspiratiebron kan dienen voor het ontwerp van een gebouw of bij het inrichten van de openbare ruimte. Zo kan het 'verhaal van de plek' ook door toekomstige generaties nog worden gelezen. bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 53

104 Het zal duidelijk zijn dat een betere bescherming van het bodemarchief en vooral ook het tijdig meewegen van de archeologische belangen vraagt om een zo goed mogelijk inzicht in de verwachte ligging, verspreiding en aard van het bodemarchief. Om deze reden heeft Bureau Archeologie en Monumenten van de gemeente Nijmegen een archeologische beleidskaart ontwikkeld waarop de belangrijkste archeologische vindplaatsen en gebieden met hun waardering zijn aangegeven Plangebied Het plangebied splitsingspunt Lent ligt voor een klein deel in een gebied met een zeer hoge archeologische waarde (waarde 3 op de archeologische beleidskaart) en bevat archeologische resten die behoudenswaardig zijn. Voor dit gedeelte van het plangebied geldt dat er maatregelen genomen moeten worden om het bodemarchief te beschermen. Het grootste deel van het plangebied (noordelijk deel) ligt in een gebied met een nader te onderzoeken archeologisch belang(waarde 1). In 2009 is hier een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd. De conclusie van dit onderzoek was dat verdere bodemingrepen in dit gebied (met waarde 1) onder archeologische begeleiding zouden moeten plaatsvinden. Inmiddels is echter tijdens de sloop van de opstallen de grond zo diep geroerd dat van archeologsiche sporen geen sprake meer is. Daarom hoeft in dit deel van het plangebied geen archeologisch onderzoek meer plaats te vinden Voorwaarden Het zuidelijke deel van het plangebied krijgt de dubbelbestemming: waarde-archeologie 3 met bijbehorende voorschriften. Doel van deze maatregel is om de verwachte archeologische waarden in de bodem te beschermen. Door het opnemen van deze dubbelbestemming zal een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het betreffende gebied eerst beoordeeld moeten worden op eventuele gevolgen voor de archeologische waarden. Blijkt dat de bescherming van de verwachte waarden niet of onvoldoende mogelijk is dan dient voorafgaand aan verdere planvorming een archeologisch proefsleuvenonderzoek uitgevoerd te worden. Op basis van de resultaten van dit onderzoek neemt het bevoegd gezag (gemeente Nijmegen) het besluit of archeologisch vervolgonderzoek noodzakelijk is. De kosten van het archeologisch onderzoek (inclusief uitwerking en rapportage) zullen als gevolg van de implementatie van het Verdrag van Valletta ten laste komen van de verstoorder van het bodemarchief (verstoorder betaalt-principe) Informatieplicht Een persoon die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt, waarvan deze weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat het een monument is (in roerende of onroerende zin), is verplicht hiervan binnen drie dagen aangifte te doen (artikel 53 Monumentenwet 1988). Deze aangifte dient te gebeuren bij de minister van OCW, in casu de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. 54 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

105 Hoofdstuk 5 Uitvoerbaarheid 5.1 Economische uitvoerbaarheid De betreffende locatie is eigendom van de gemeente Nijmegen. De kosten voortvloeiende uit aanpassingen, noodzakelijk om bouwrijpe grond aan te bieden, zoals o.a. kosten van de inrichting van het openbaar gebied en gemeentelijke plankosten zijn verantwoord in de vastgestelde gemeentelijke planexploitatie Waalsprong. Dekking van de te maken kosten vindt plaats door de verkoop van bouwrijpe grond ten behoeve van het te realiseren hotel. Daarom kan gesteld worden dat de bestemmingswijziging financieel-economisch uitvoerbaar is. Aangezien de grond al eigendom is van de gemeente Nijmegen is vaststelling van een exploitatieplan op grond van art WRO niet noodzakelijk. Bovenstaande overwegingen tonen aan dat de economische uitvoerbaarheid van de elementen betrekking hebbend op dit plan voldoende zijn gewaarborgd en het onderhavige bestemmingsplan financieel-economisch uitvoerbaar is. 5.2 Maatschappelijke uitvoerbaarheid Conform de inspraakverordening heeft er inspraak plaatsgevonden via de zienswijzeprocedure. Het ontwerpbestemmingsplan heeft gedurende 6 weken ter visie gelegen. De kennisgeving van de terinzagelegging heeft plaats gevonden via de website van de gemeente Nijmegen ( en de Staatscourant. De stukken hebben fysiek ter inzage gelegen bij de informatiebalie van de gemeente Nijmegen. De belangen van omwonenden zijn niet zo zwaarwegend dat die zich tegen verlening verzetten. bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 55

106 56 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

107 Hoofdstuk 6 Plansystematiek en bestemmingen Onderhavig bestemmingsplan heeft tot doel de realisatie van een hotel. Voor het bestemmingsplan is aangesloten bij de standaard planregels van de gemeente nijmegen. Verder is voor het plan aangesloten bij de bewoordingen en opbouw van planregels conform de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP). Ten slotte voldoet het plan aan de bepalingen zoals opgenomen in de Wet ruimtelijke ordening en het Besluit ruimtelijke ordening. Voor onderhavige ontwikkeling is gekozen voor de bestemmingen: "Horeca - Hotel" en de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie 3". bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 57

108 58 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

109 Hoofdstuk 7 Vooroverleg 7.1 Provincie Gelderland Bij brief van 5 juni 2008 heeft de Provincie Gelderland aangegeven op welke wijze waarop en de mate waarin de Provincie betrokken willen worden bij het vooroverleg ex. artikel Bro. In deze brief is gesteld dat voor plannen van puur lokaal belang geen rol is weggelegd voor de provincie en geen vooroverleg hoeft plaats te vinden. De provinciale afdelingen hebben geconstateerd dat in het ontwerp geen provinciale belangen aan de orde zijn. Zij zien daarom geen reden hierover advies uit te brengen. Dit hebben zij per brief van 16 januari 2013 bevestigd. 7.2 Waterschap De inhoud van de waterparagraaf is besproken met het Waterschap Rivierenland. Zij hebben aangegeven geen opmerkingen te hebben over het onderhavige ontwerpbestemmingsplan. 7.3 Ministerie Verkeer en Infrastructuur In juni 2008 heeft het kabinet de Realisatieparagraaf Nationaal ruimtelijk beleid vastgesteld. Deze paragraaf geeft inzicht in welke nationale belangen het kabinet heeft gedefinieerd en op welke wijze het rijk deze wil verwezenlijken. Het resultaat is een helder en scherpe markering voor gevallen waarvoor de medeoverheden afstemming moeten zoeken met het Rijk. Inzicht wanneer het Rijk vooroverleg van belang acht is te herleiden uit de nationale belangen zoals opgenomen in de Realisatieparagraaf. De volgende nationale belangen zijn opgenomen in de Realisatieparagraaf: Bundeling van verstedelijking en economische activiteiten Grote rivieren Kustfundament IJsselmeergebieden IJsselmeergebied Regionale watersystemen Ecologische hoofdstructuur Nationale Landschappen Rijksbufferzones Recreatie Derde Nota Waddenzee Tweede Structuurschema Militaire Terreinen Project Mainport Rotterdam Voor het nationale ruimtelijke belang Grote rivieren geldt het beleidskader voor buitendijkse gebieden en voor reserveringen voor lange termijn locaties voor ruimte voor de rivier. Het perceel is binnendijks gelegen en valt buiten de gebieden voor reservering van lange termijn locaties voor ruimte voor de rivier (dijkteruglegging bij Lent, bron: startnotitie milieu effect rapportage Ruimte voor de Waal Nijmegen, april 2009). Onderhavig project doorkruist geen van bovengenoemde nationale belangen en is geen vooroverleg ex. artikel Bro met de VROM inspectie noodzakelijk. bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 59

110 7.4 Ministerie Defensie Per van 16 januari 2013 heeft het Ministerie van Defensie aangegeven dat zij geen bezwaren hebben tegen de realisatie van dit plan. De toegestaande hoogte zal geen invloed hebben op de radar van Volkel. 7.5 Prorail Per van 1 februari 2013 geeft Prorail aan dat zij kunnen instemmen met de voorgenomen ontwikkeling. 7.6 Kamer van Koophandel Per brief van 17 december 2012 geeft de Kamer van Koophandel aan dat zij in hoofdlijnen kunnen instemmen met het ontwerpbestemmingsplan. Wel hebben zij opmerkingen over de bereikbaarheid en het parkeren: De gemeente Nijmegen geeft in het bestemmingsplan terecht aan dat de verkeersprognoses een flinke toename van verkeersstromen laat zien aan de noordzijde van Nijmegen. De Graaf Alardsingel en de Prins Mauritssingel zijn daarbij belangrijke invalswegen voor het verkeer dat vanuit deze zijde de stad Nijmegen in wil. In de toelichting geeft de gemeente aan dat de ontsluiting van het hotel via het stationsplein wordt ontsloten op de Prins Mauritssingel. Daarbij wordt gebruik gemaakt van een verkeerslichtenregeling waarbij rekening gehouden wordt met het aantal verkeersbewegingen passend bij een dergelijk hotel. Het hotel heeft naast de reguliere hotelfunctie ook de ambitie om grootschalige congressen te organiseren. Gelet op het grote belang van zowel de Prins Mauritssingel en de Graaf Alardsingel voor de doorstroming van het verkeer, vragen wij de gemeente bij de inrichting van de verkeerslichtenregeling rekening te houden met een groter aantal verkeersbewegingen als gevolg van deze grootschalige congressen (piekmomenten). Verder vinden in dit relatief kleine en filegevoelige gebied de komende jaren veel (bouw)werkzaamheden plaats. Een goede en betrouwbare bereikbaarheid is ook tijdens deze werkzaamheden van groot belang voor het functioneren van de regionale economie en de daar aanwezige bedrijvigheid. Wij vragen u dan ook om te zorgen voor een goede lokale en regionale afstemming van de diverse werkzaamheden. Tevens zien wij graag dat bij de aanbesteding het aspect "bereikbaarheid" zwaar wordt meegewogen. Parkeren Voor wat betreft het parkeren is het uitgangspunt dat deze op eigen terrein zal plaatsvinden. Kijkend naar de parkeernormen die de gemeente in het bestemmingsplan heeft opgenomen dan valt ons op dat deze voor de parkeercategorieën 'hotel' en 'restaurant' ruim zijn. Echter als het gaat om 'congressen/evenementen' vinden wij de parkeernormen aan de lage kant. De parkeernorm (4 parkeerplaatsen per 100 m 2 ) die hier wordt gehanteerd zijn een ondergrens voor een "(zeer) sterk stedelijke" omgeving. Het CROW gaat namelijk in haar parkeerkencijfers uit van minimaal 4 en maximaal 7 parkeerplaatsen per 100 m 2. Zeker gelet op de eerder genoemde ambities van het hotel voor de organisatie van grootschalige congressen (piekmomenten), hebben wij dan ook onze twijfels of de parkeervoorzieningen toereikend zullen zijn. Voorkomen dient te worden dat hotel/congresbezoekers gebruik gaan maken van de P+R faciliteiten bij station Lent of parkeervoorzieningen elders in de omgeving. Wij vragen de gemeente dan ook de parkeernorm nog eens kritisch tegen het licht te houden en zo mogelijk te verhogen. Reactie gemeente Knoop Lent wordt hét splitsingspunt voor het autoverkeer van en naar Arnhem, de Waalbrug en de nieuwe stadsbrug De Oversteek. Daarnaast komt er een definitief treinstation Nijmegen Lent, een stationsplein en een fietsbrug over de Graaf Alardsingel. Knoop Lent is een belangrijk onderdeel van de nieuwe verkeersstructuur in Nijmegen Noord. Het draagt bij aan het verbeteren van de bereikbaarheid van Nijmegen. 60 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

111 Op dit moment wordt volop aan de infrastructuur gewerkt, zodat het Splitsingspunt tijdig gereed voor de opening van de nieuwe stadsbrug 'De Oversteek'. Wij kunnen bevestigen dat bij de aanbesteding van dit infrastructurele werk in de aanbesteding de bereikbaarheid een belangrijk onderdeel heeft uitgemaakt. Uiteindelijk hebben wij dit werk gegund aan een aannemer die in de aanbesteding ten aanzien van het onderdeel bereikbaarheid en doorstroming een zeer goede score behaalde. Zo is het aantal benodigde weekendafsluitingen gereduceerd en blijft de functie van de Lentse Lus, als ongelijkvloerse kruising voor het fietsverkeer, tot medio 2014 in stand. Voor de afstemming tussen de afzonderlijke projecten binnen de Waalsprong heeft de gemeente Nijmegen in 2010 een bereikbaarheidscoördinator aangesteld. Met deze bereikbaarheidscoördinator wordt de bouwfasering en de effecten op de bereikbaarheid besproken en vastgesteld. Juist de bereikbaarheidscoördinator heeft als taak om de effecten van diverse projecten in beeld te brengen, zodat daarin keuzes gemaakt kunnen worden. De bereikbaarheid en verkeersdoorstroming is een belangrijk onderwerp wat veel aandacht vraagt. Met de bereikbaarheidscoördinator worden eisen bepaald waar het project aan moet voldoen. Het geheel voorkomen van overlast kan, gezien de omvang van de ingreep, niet worden gegarandeerd.. Echter, gezien de locatie van de toekomstige bouwwerkzaamheden, gelegen buiten het hoofdwegennet van de Prins Mauritssingel en Graaf Alardsingel, worden geen negatieve effecten op de bereikbaarheid en doorstroming niet verwacht. Ten aanzien van mogelijk negatieve effecten op de bereikbaarheid en doorstroming als gevolg van het organiseren van congressen kunnen wij u aangeven dat, gezien de intensiteit van het verkeer op de Prins Mauritssingel, deze niet van een maat en schaal zijn dat deze een negatief effect op de bereikbaarheid en doorstroming hebben. De Nijmegen parkeernormen passen binnen de richtlijnen van de CROW. Vanuit het beleid om gebruik van andere vervoersmodaliteiten te bevorderen hanteert Nijmegen de bestaande normstelling. De situering van het hotel naast een treinstation en naast de snelfietsroute van het RijnWaalpad ondersteund dit beleid. Overigens kunnen bezoekers van het hotel, naast de in de aanwezige parkeerfaciliteiten, gebruik maken van het nabijgelegen transferium bij de Ovatonde. 7.7 Platform Waalsprong Het platform heeft bij brief van 17 januari 2013 laten weten dat zij in grote lijnen kunnen instemmen met de bestemmingsplanherziening. Planvorming Al vaker krijgen we - zoals nu - deelplannen voorlegd, waardoor het totaaloverzicht ontbreekt. Afstemming en integrale afweging zijn doordoor lastig. Onduidelijk is daardoor ook de inbedding van het te realiseren hotel in de omgeving. Is dit in de toekomst een landmark, dat de horizon domineert of is het één van vele hoge gebouwen in het gebied? Gezien de voorziene hoogte van de bebouwing verzoeken wij u ook een paragraaf over bezonning in het bestemmingsplan op te nemen. Een bestemmingsplan dient zich ons insziens te beperken tot harde feiten en meetbare conclusies. Dat ontbreekt nogal eens. Veel opvattingen en conclusies lijken geschreven vanuit een subjectieve beleving en tekst is deels gebaseerd op aannames, die in werkelijkheid wellicht anders heel anders uitpakken. Enkele voorbeelden zijn verderop beschreven. De toon in het bestemmingsplan is erg toegeschreven naar hotelfunctie voor Van der Valk. We missen een duidelijke beschrijving van realiseerbaar omgevingsgroen. bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 61

112 Uit de mondelinge toelichting aan ons Platform Waalsprong begrijpen wij dat uw College het ontwerpbestemmingsplan op een informatieavond begin 2013 aan de bewoners van Lent en overige belanghebbenden toelicht. Dat juichen we toe. Daarbij geven wij u dringend in overweging de gemeente niet alleen te beperken tot de voorziene huidige bestemmingsplanherziening, maar dat de gemeente ook een totaalbeeld schetst van mogelijke hoogte en bebouwing op de langere termijn. In de communicatie zou de gemeente ook een referentiepunt kunnen kiezen. Bijvoorbeeld hoe hoog is dit ten opzichte van de kerk in Lent. Verder betreuren wij het dat de bestemmingsplanherziening voor de aan te leggen fietstunnel, zeer dichtbij (en deels in) het bestemmingsplangebied gelegen niet meteen is meegenomen. Uit de toelichting bij het onderhavige bestemmingsplan wordt diverse keren gemeld dat de fietstunnel in 2014 gerealiseerd zal worden. Daar zijn wij blij mee. Wat ons betreft heeft de veiligheid voor langzaam verkeer topprioriteit, zeker op het toekomstige knooppunt aan wegen met aanzienlijke verkeersstromen. Dat betekent ook dat er tijdig begonnen moet worden met de bestemmingsplanherziening ten behoeve van de fietstunnel. Reactie gemeente Het bestemmingsplan behandelt datgeen waar nu besluitvorming over is. Er is reeds een vigerend bestemmingsplan voor het splitsingspunt beschikbaar (BP Graaf Alardsingel en BP Station Lent) Dit bestemmingsplan heeft betrekking op het hotel en daarbij benodigde voorzieningen nabij het station. In een later stadium zal er een bestemmingsplanwijziging ten behoeve van de fietstunnel worden voorbereid. Op dit moment is de planvorming en besluitvorming nog niet zover gevorderd dat een combinatie met het bestemmingsplan van hotel Van der Valk mogelijk is. Wij begrijpen dat de opeenvolging van bestemmingsplannen uit oogpunt van overzichtelijkheid niet ideaal is. Wij zullen er ons voor inspannen om de integraliteit zoveel mogelijk te waarborgen. Met dit bestemmingsplan wordt de realisatie van het Van der Valk Hotel Nijmegen - Lent inclusief voorzieningen zoals (fiets-)parkeren, congreszalen en groen gerealiseerd. In de volgende fase van het bestemmingsplan zal de conclusie uit een bezonningsstudie worden toegevoegd aan de stedenbouwkundige toelichting. Verdere vragen/opmerkingen paragraaf De inpassing van het gebouw in de omgeving 1 e regel 5 e alinea: 'het parkeren... gebouwde parkeervoorziening'. Uit de mondelinge toelichting begrepen wij dat er een parkeergarage/kelder en een parkeerdek mogelijk gemaakt wordt. Het lijkt ons van belang dat juist de auto's op het parkeerdek aan het zicht zijn onttrokken. 1 e regel na 6e alinea: 'huidige opzet beantwoordt...' : Niet alleen de ruimtelijke behoefte van het hotel en de stedenbouwkundige wensen van de gemeente zijn van belang, maar ook - en dat blijft onvermeld- de ruimtelijke impact voor bewoners. Reactie gemeente De daadwerkelijke uitwerking van het bouwplan zal getoetst worden door de commissie Beeldkwaliteit. De parkeergelegenheid op het dak wordt voorzien van een rand om het parkeren zoveel mogelijk aan het zicht vanaf het station te onttrekken. De gemeente is er zich van bewust dat de komst van een hotel ook ruimtelijk impact heeft voor omwonenden. 62 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

113 paragraaf Specifieke criteria voor hoogbouw geen achterkant, indien mogelijk specifieker beschrijven bijzondere eisen. Graag meetbare kwalificaties bij windhinder en vooral schaduwwerking parkeren. Om hoeveel auto's gaat het hierbij? Reactie gemeente Bij de omgevingsaanvraag zal het bouwplan o.a. getoetst worden aan de hand van de parkeernota 2012 en het uiterlijk wordt beoordeeld door de commissie Beeldkwaliteit. Dit vindt mede plaats op basis van de notitie Hoogbouw. In de plantoelichting van het bestemmingsplan is de conclusie uit de bezonningsstudie opgenomen. Paragraaf 4.2 Economische zaken opnemen dat Van der Valk het aanbod aan de bovenkant bedient (4 sterren). Reactie Gemeente Uit de paragraaf blijkt dat er behoefte is aan een hotel die de bovenkant van de markt bediend en van der Valk voorziet hierin. Paragraaf Ontsluiting gemotoriseerd verkeer boven 2 e alinea: 'aantal verkeersbewegingen passend bij een hotel. Wat is passend? Graag meetbaar benoemen. boven pagina 27: Het aantal kamers, het aantal m 2 bvo e.d. is bekend. Dat resulteert in hoeveel parkeerplaatsen, mede gelet op deeltijdfuncties, verschillende gebruikstijden, dubbeltellingen? Worden P&R plaatsen hierin ook betrokken als het hotel dit vraagt? Er ontstaat ongetwijfeld een grote parkeerdruk en overlast in directe omgeving. Daarbij komt nog dat het plan bovendien een goede ontsluiting krijgt op de nieuwe wegenstructuur ter plaatse. Reactie gemeente Bij de omgevingsaanvraag zal het bouwplan o.a. getoetst worden aan de hand van de parkeernota 2012, pas dan is exact bekend hoeveel m2 er gebouwd gaat worden. Uitgangspunt van de parkeernota is dat parkeren voor bezoekers en personeel op eigen terrein wordt opgelost. Het bestemmingsplan maakt dit ook mogelijk. Artikel 3 Horeca Op de locatie mogen horecabedrijven komen die voorkomen in categorie 1a, 1b en 2a van de Staat van horeca-activiteiten. In bijlage 1 Staat van horeca-activiteiten staat dat dan maximaal 250m 2 voor horeca ingericht mag worden. Dit lijkt ons zeer onwaarschijnlijk. Reactie gemeente Artikel 3 is aangepast en bijlage 1 Staat van horeca-activiteiten is komen te vervallen. bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 63

114 Bijlagen bij toelichting 64 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

115 Bijlage 1 Advies externe veiligheid bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 65

116 66 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

117 Regels bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 67

118 68 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

119 Hoofdstuk 1 Inleidende regels Artikel 1 Begrippen 1.1 plan: het bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) van de gemeente Nijmegen. 1.2 bestemmingsplan: de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0268.BP141W12-ON01 met de bijbehorende regels (en eventuele bijlagen). 1.3 aanbouw een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw, dat op de grond staat, dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en dat een aparte ruimte vormt die al dan niet vanuit het hoofdgebouw bereikbaar is. 1.4 aan huis verbonden beroepsactiviteiten een dienstverlenend beroep, dat op kleine schaal in een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende beroepsuitoefening een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie. 1.5 aan huis verbonden bedrijfsactiviteiten het verlenen van diensten, het uitoefenen van ambachtelijke bedrijvigheid (geheel of overwegend door middel van handwerk uit te oefenen), het voeren van de administratie van bedrijfsactiviteiten die (behoudens genoemde administratieve werkzaamheden) niet ter plaatse worden uitgeoefend, het verstrekken van logies en ontbijt (bed and breakfast) waarvan de aard, omvang en uitstraling zodanig zijn dat de activiteit in de woning met behoud van de woonfunctie ter plaatse kan worden uitgeoefend. 1.6 aanduiding een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden. 1.7 aanduidingsgrens de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft. 1.8 achtergevellijn de achterste grens van het bouwvlak en het verlengde daarvan; 1.9 archeologisch deskundige de gemeentelijk (beleids)archeoloog of een andere door het College van Burgemeester en Wethouders aan te wijzen deskundige op het gebied van de archeologie. bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 69

120 1.10 archeologisch onderzoek onderzoek (bureauonderzoek en/of boren en/of geofysisch onderzoek en/of graven en/of begeleiden) verricht door de gemeente Nijmegen of namens de gemeente Nijmegen door een dienst, bedrijf of instelling erkend door het College voor de Archeologische Kwaliteit (CvAK/SIKB), beschikkend over een opgravingsvergunning ex artikel 39 MW en werkend volgens de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie agrarisch bedrijf een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of houden van dieren bebouwing één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde bed and breakfast een activiteit waarbij het verstrekken van logies en ontbijt plaatsvindt in de woning en ondergeschikt is aan de woonfunctie bedrijf een onderneming waarbij het accent ligt op het vervaardigen, bewerken, installeren en verhandelen van goederen dan wel op het bedrijfsmatig verlenen van diensten, waarbij eventueel detailhandel plaatsvindt uitsluitend als niet zelfstandig en ondergeschikt onderdeel van de onderneming in de vorm van verkoop c.q. levering van ter plaatse vervaardigde, bewerkte of herstelde goederen, dan wel goederen die in rechtstreeks verband staan met de uitgeoefende handelingen bedrijfswoning een woning in of bij een gebouw of op of bij een terrein kennelijk slechts bedoeld voor de huisvesting van (het huishouden van) een persoon wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk moet worden geacht bedrijvigheid het uitoefenen van een bedrijf, met aanverwante activiteiten als laden en lossen en parkeren bestaand a. bestaande bouwwerken: een legaal bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning; b. bestaand gebruik: het legale gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan bestemmingsgrens de grens van een bestemmingsvlak bestemmingsvlak een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming bevoegd gezag bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning. 70 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

121 1.21 bijgebouw een vrijstaand, in functioneel en bouwkundig opzicht aan het hoofdgebouw ondergeschikt gebouw op hetzelfde bouwperceel dat op de grond staat en alleen bedoeld en ingericht ten behoeve van (huishoudelijke) berging, hobby- en/of stallingruimte bouwen het plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats bouwhistorisch onderzoek in een schriftelijke rapportage vastgelegd onderzoek naar de bouw-, verbouwings- en gebruiksgeschiedenis en bouwhistorische kwaliteit van een monument in de vorm van een bouwhistorische inventarisatie, -verkenning, -opname of -ontleding, uitgevoerd overeenkomstig de Richtlijnen Bouwhistorisch Onderzoek bouwgrens de grens van een bouwvlak bouwlaag een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder bouwmarkt een geheel of gedeeltelijk overdekt detailhandelsbedrijf met een overdekt verkoopvloeroppervlak van minimaal m 2, waarop een volledig of nagenoeg volledig assortiment van bouw- en doe-het-zelf producten uit voorraad wordt aangeboden bouwperceel een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten bouwperceelsgrens een grens van een bouwperceel bouwvlak een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegelaten bouwwerk elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal die hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond cultuur en ontspanning voorzieningen gericht op cultuur en ontspanning, zoals een atelier, bioscoop, bowlingbaan, creativiteitscentrum, dansschool, museum, muziekschool, muziektheater, sauna, theater en wellness. Prostitutie, raamprostitutie/raamexploitatie of seksinrichting is uitgesloten. Een casino is alleen toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'casino'. bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 71

122 1.32 cultuurhistorische waarden waarden die zijn gekoppeld aan de beschavingsgeschiedenis, ondergebracht als historisch (steden)bouwkundig erfgoed, historisch landschappelijk erfgoed of archeologisch erfgoed detailhandel het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ter verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die de goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit, met uitzondering van het bieden van gelegenheid om gekochte etenswaren ter plaatse te nuttigen. Onder detailhandel wordt niet verstaan detailhandel in volumineuze goederen detailhandel in volumineuze goederen detailhandel die vanwege de omvang van de gevoerde artikelen een groot oppervlak nodig heeft voor de uitstalling, zoals: verkoop van auto's, boten, caravans, tuininrichtingsartikelen, grove bouwmaterialen, keukens, meubels en woninginrichting en sanitair dienstverlenend bedrijf een bedrijf met een uitsluitend of in hoofdzaak dienstverlenende of verzorgende taak al dan niet met een baliefunctie, zoals: uitzendbureaus, reisbureaus, wasserettes, kapsalons, bijkantoren van banken en van sociaal-culturele instellingen, postagentschappen, telefoon-, internet-, telegraaf- en telexdiensten, snelfoto-ontwikkel- en copyshops, videotheken, autorijscholen en dergelijke erf de gronden met een woonbestemming gelegen binnen het bouwperceel maar buiten het bouwvlak escortbedrijf de natuurlijke persoon, groep van personen of rechtspersoon, die bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt, die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend (escortservices, bemiddelingsbureaus, overige) evenement evenement zoals bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Nijmegen (APV) garagebedrijf een bedrijf dat uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd voor verkoop, onderhoud en reparatie van motorvoertuigen, met dien verstande dat de verkoop van motorbrandstoffen is uitgezonderd garagebox overdekte berg- en bewaarplaats, stalling voor auto's en (motor)fietsen gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt geluidsgevoelige functies geluidsgevoelige functies als bedoeld in de Wet geluidhinder, te weten: geluidsgevoelige gebouwen a. woningen; 72 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

123 b. andere geluidsgevoelige gebouwen: 1. onderwijsgebouwen; 2. ziekenhuizen; 3. verpleeghuizen; 4. de volgende 'andere gezondheidszorggebouwen dan ziekenhuizen en verpleeghuizen': verzorgingstehuizen; psychiatrische inrichtingen; medische centra; poliklinieken; medische kleuterdagverblijven. geluidsgevoelige terreinen I. terreinen die behoren bij de hiervoor lid b onder 4 bedoelde 'andere gezondheidszorggebouwen dan algemene, categorale en academische ziekenhuizen, alsmede verpleeghuizen', voor zover deze bestemd zijn of worden gebruikt voor de in die gebouwen verleende zorg; II. woonwagenstandplaatsen gevelbreedte de breedte van de gevel waar tegenaan wordt gebouwd groothandel het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan wederverkopers, dan wel aan instellingen of personen ter aanwending in een andere bedrijfsactiviteit historisch stedenbouwkundig erfgoed fysieke verschijningsvorm en geschiedenis van de gebouwde omgeving historisch landschappelijk erfgoed fysieke verschijningsvorm en geschiedenis van landschap en geografie hoekovergang een aan- of uitbouw die buiten de gevelbreedten van het hoofdgebouw wordt gerealiseerd en die een verbinding vormt tussen een aan- of uitbouw aan de voorgevel en een aan- en of uitbouw aan de zijgevel van het hoofdgebouw hoofdbebouwing hoofdgebouw(en) inclusief aan- en of uitbouwen binnen het bouwvlak hoofdgebouw(en) gebouw of gebouwen, die op een bouwperceel door zijn/hun aard, constructie en/of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk(en) is/zijn aan te merken horecabedrijf een bedrijf of instelling waar als hoofddoel bedrijfsmatig dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse worden verstrekt en/of waarin bedrijfsmatig logies wordt verstrekt, niet zijnde detailhandel en/of ondersteunende horeca of bed and breakfast hotel een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse. bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 73

124 1.52 kantoor een ruimte welke door de aard en indeling kennelijk is bestemd om uitsluitend of in hoofdzaak dienstig te zijn tot het verrichten van administratieve en/of ontwerptechnische arbeid, al dan niet met een ondergeschikte baliefunctie landschappelijke waarden waarden gebaseerd op aardkundige, cultuurhistorische en visueel-ruimtelijke aspecten, zowel afzonderlijk als in onderlinge samenhang kiosk een gebouw, al dan niet met een (gebouwd) terras, van beperkte omvang, veelal geplaatst in de openbare ruimte, gericht op het ter plaatse aan passanten te koop aanbieden van producten zoals souvenirs, kranten, tijdschriften, bloemen en planten, vis, groenten, versnaperingen, niet-alcoholische en licht alcoholische dranken, rookwaren, e.d maatschappelijke voorzieningen het openbaar bestuur, medische, sociale, educatieve en levensbeschouwelijke diensten, openbare orde en veiligheid en daarmee gelijk te stellen diensten, zoals: huisarts, apotheek, school, sportzaal, kinderdagverblijf, wijkcentrum, kerkgebouw, verzorgingstehuis, onzelfstandige woonvormen, uitvaartcentrum en bibliotheek natuurlijke waarden de aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, bodemkundige, ecologische en biologische elementen voorkomende in dat gebied omgevingsvergunning vergunning voor activiteiten als genoemd in artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht ondergronds bouwwerk a. een (gedeelte van een) gebouw dat gelegen is onder het niveau van de begane grondvloer van dat gebouw, waarbij de hoogte van die begane grondvloer nergens hoger ligt dan 0,25 meter boven het aansluitende maaiveld ter plaatse van de hoofdtoegang; b. een zelfstandig voor mensen toegankelijk bouwwerk waarvan de bovenkant nergens hoger is dan het maaiveld van het bouwperceel ter plaatse van dat bouwwerk ondergeschikte detailhandel detailhandel waarbij de detailhandelsactiviteit een directe relatie heeft met de hoofdactiviteit maar daaraan ondergeschikt is ondergeschikte kantoren kantoren waarbij het kantoor een directe relatie heeft met de hoofdactiviteit maar daaraan ondergeschikt is. 74 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

125 1.61 ondergrond voor de ondergrond van het plan is gebruik gemaakt van de Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN), als vervat in het bestand BP141W12_GBKN dxf ondersteunende horeca horeca waarbij de horeca-activiteit ondersteunend is aan de hoofdactiviteit maar daaraan ondergeschikt is overkapping een op de grond staand, plat afgedekt bouwwerk, bestaande uit ten minste een dak, niet zijnde een gebouw pension een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies voor langere tijd met als nevenactiviteiten het verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse perceelsgrens de grens van een bouwperceel permanente bewoning bewoning van een ruimte als hoofdverblijf door dezelfde persoon productiegebonden detailhandel detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd, gerepareerd en/of toegepast in het productieproces, waar de detailhandelsfunctie ondergeschikt is aan de productiefunctie prostitutie het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele diensten ten behoeve van een ander tegen vergoeding raamprostitutie een seksinrichting met één of meer ramen van waarachter de prostituee/prostitué tracht de aandacht van passanten op zich te vestigen recreatieve voorzieningen op verblijfs- en dagrecreatie gerichte voorzieningen, niet zijnde een sportvoorziening, zoals: kampeerterrein, kampeerboerderij, recreatiewoning en een volkstuin seksinrichting een voor het publiek toegankelijk gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde dan wel onderkomen, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder tevens begrepen een erotische massagesalon, al of niet in combinatie met elkaar. bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 75

126 1.72 sportvoorzieningen gebouwde en niet-gebouwde voorzieningen gericht op sport, niet zijnde een recreatieve voorziening, zoals: fitnesscentrum, ijsbaan, manege, speelterrein, sporthal, sportveld, stadion, tennisbaan en zwembad straatmeubilair de op of bij de weg behorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals: verkeerstekens, wegbebakeningen, bewegwijzeringen, verlichting, halteaanduidingen, parkeerregulerende constructies, road barriers, afvalinzamelsystemen, openbare toiletvoorzieningen, brandkranen, informatie- en reclameobjecten, fietsenstallingen, papier- en plantenbakken, zitbanken, communicatievoorzieningen, beeldende kunst, gedenktekens, sport- en speelvoorzieningen, jongerenontmoetingsplaatsen, abri's en dergelijke straatprostitutie het op straat door handelingen, houding, woord, gebaar of op andere wijze, passanten tot seksuele handelingen te bewegen, uit te nodigen dan wel aan te lokken stacaravan een caravan, die, ook als deze niet omgevingvergunningplichtig is, toch als bouwwerk valt aan te merken standplaats een kavel, bestemd voor het plaatsen van een woonwagen, waarop voorzieningen aanwezig zijn die op het leidingnet van de openbare nutsbedrijven, andere instellingen of van gemeenten kunnen worden aangesloten supermarkt een (grootschalig) detailhandelsbedrijf, veelal onderdeel van een supermarktketen, met een grote verscheidenheid aan levensmiddelen terreinen met een archeologisch belang terreinen met een hoge verwachtingswaarde op het aantreffen van archeologische resten in de bodem of waarvan bekend is dat er in beperkte mate waardevolle archeologische resten in de bodem aanwezig zijn terreinen van zeer hoge archeologische waarde terreinen waarvan bekend is dat er waardevolle archeologische resten aanwezig zijn uitbouw een op de grond staand en aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw dat in bouwkundig opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw en dat een vergroting betreft van een in het gebouw gelegen ruimte voorgevellijn de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde ervan wadi voorziening voor de infiltratie van regenwater. Een wadi is een laagte waarin het regenwater zich kan verzamelen en in de bodem kan infiltreren werk een werk, geen bouwwerk zijnde. 76 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

127 1.84 winkelcentrum een cluster van winkels, al dan niet in combinatie met andere functies, die in ruimtelijk-economisch opzicht als eenheid beschouwd moet worden wonen de huisvesting van één of meerdere personen in een gebouw, niet zijnde een woonwagen of woonschip woning een (gedeelte van een) gebouw dat dient voor de huisvesting van een of meer personen woonwagen een voor bewoning bestemd gebouw dat is geplaatst op een standplaats en dat in zijn geheel of in delen kan worden verplaatst woonschip elk vaar- of drijftuig dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als, of te beoordelen naar zijn constructie en/of inrichting in hoofdzaak bestemd is tot, hoofdbewoning geldend dagen/of nachtverblijf van één of meer personen zaalverhuur een inrichting ten behoeve van het al dan niet bedrijfsmatig exploiteren van zaalaccommodatie, waarbij het verstrekken van al dan niet ter plaatse bereide etenswaren en/of het verstrekken van drank voor consumptie ter plaatse mogelijk is. bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 77

128 Artikel 2 Wijze van meten Bij de toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten: 2.1 de afstand van een gebouw tot een zijdelingse perceelsgrens de afstand gemeten vanaf het dichtst bij de perceelsgrens gelegen punt van het gebouw tot aan de zijdelingse perceelsgrens. 2.2 de afstanden tussen lijnen afstanden tussen lijnen worden gemeten van het hart van de ene lijn tot het hart van de andere lijn. 2.3 de bedrijfsvloeroppervlakte de totale oppervlakte, binnenwerks gemeten, van alle op een bouwperceel aanwezige bebouwing, boven en onder peil, ten dienste van één bepaalde binnen een bestemming toegestane activiteit/functie. 2.4 de diepte van een bouwwerk, niet zijnde een hoofdgebouw de afstand gemeten vanaf het verste punt van het bouwwerk loodrecht op de gevel waartegen het bouwwerk wordt aangebouwd. 2.5 de bouwhoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, lichtkoepels, dakkapellen, lucht- en liftkokers, zonnepanelen, andere technische ruimten en/of technische constructies, hekwerken en antennes. 2.6 de bouwhoogte van een dakopbouw vanaf de afdekking van de bovenste bouwlaag tot aan het hoogste punt van de dakopbouw. 2.7 de bouwhoogte van een kap vanaf de bovenkant goot, boeibord of daarmee gelijk te stellen constructiedeel tot aan het hoogste punt van de kap. 2.8 de dakhelling langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak. 2.9 de goothoogte van een bouwwerk vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, lichtkoepels, dakkapellen, lucht- en liftkokers, zonnepanelen, andere technische ruimten en/of technische constructies, hekwerken en antennes. Voor de meest voorkomende dakvormen bij woningen is in onderstaande schetsjes aangegeven waar de goothoogte wordt bepaald. Daarbij geldt dat voorzover het gaat om een bestaand zadeldak deze niet mag worden uitgebouwd tot een afgetopte dakvorm. 78 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

129 2.10 de hoogte van een windturbine vanaf het peil tot aan de (wieken)as van de windturbine de inhoud van een bouwwerk tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen. bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 79

130 2.12 de oppervlakte van een bouwwerk tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk het bebouwde oppervlakte de buitenwerks gemeten oppervlakte van de verticale projectie van alle in een nader aan te geven gebied aanwezige, al dan niet ondergrondse, bouwwerken, met uitzondering van ondergeschikte bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zoals pompputten, luifels en balkons het bebouwingspercentage het percentage dat de oppervlakte van (een gedeelte van) het bouwvlak aangeeft dat binnen de aanduiding 'bouwvlak' maximaal mag worden bebouwd. Dit percentage geldt voor elk afzonderlijk bouwperceel het peil de plaats vanwaar in het kader van dit bestemmingsplan de hoogte wordt gemeten als bedoeld bouw- en goothoogte en als volgt bepaald: a. voor bouwwerken boven het maaiveld, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een (al dan niet openbare) weg grenst: de hoogte van de kruin van die weg ter plaatse van de hoofdtoegang; b. voor bouwwerken boven het maaiveld, waarvan de hoofdtoegang niet onmiddellijk aan de hiervoor bedoelde weg grenst: de hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld ter plaatse van de hoofdtoegang; c. voor bouwwerken onder het maaiveld, het peil van het bijbehorende bovengrondse hoofdgebouw; d. voor drijvende bouwwerken: de waterlijn; e. in de andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte maaiveld het (bruto) verkoopvloeroppervlak de totale oppervlakte van de voor publiek toegankelijke ruimten, etalages en ruimten achter toonbanken het vloeroppervlak de totale oppervlakte, binnenwerks gemeten, van alle ruimten ondergronds, op de begane grond, de verdiepingen, de zolder en de bijbehorende aan- en uitbouwen. 80 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

131 Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels Artikel 3 Horeca - Hotel 3.1 Bestemmingsomschrijving De voor 'Horeca - Hotel' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. hotel met bijbehorende voorziening zoals congreszalen en restaurant; b. terrassen en groenvoorzieningen; c. wadi's, water en waterhuishoudkundige voorzieningen, alsmede daarbij behorende voorzieningen zoals duikers, kunstwerken en overbruggingen; d. ter plaatse van de gronden met de aanduiding "openbare dienstverlening' tevens voor een fietsenstalling ten behoeve van het openbaar vervoer; e. ter plaatse van de gronden met de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - parkeerdak" tevens voor een parkeerdak; f. ter plaatse van de gronden met de aanduiding "specifieke bouwaanduiding - parkeerterrein" voor een parkeerterrein; g. ter plaatse van de gronden met de aanduiding "specifieke bouwaanduiding-erfafscheiding" voor een erfafscheiding; h. ter plaatse van de aanduiding "specifieke bouwaanduiding -1" voor een luifel. 3.2 Bouwregels Algemene bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen en overkappingen; b. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde Specifieke bouwregels De in artikel genoemde bouwwerken zijn toegestaan voor zover voldaan wordt aan de volgende regels: a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend worden opgericht binnen de aanduiding 'bouwvlak'; b. ten aanzien van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' gelden de volgende bepalingen: 1. het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' tot maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven bebouwingspercentage worden bebouwd; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' geheel worden bebouwd; 2. de goot- en bouwhoogte van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' niet meer mogen bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven; 3. de goot- en bouwhoogte van gebouwen en overkappingen binnen de aanduiding 'bouwvlak' niet minder mogen bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'minimale goot- en bouwhoogte' is aangegeven; c. bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mogen zowel binnen als buiten de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht met dien verstande dat: 1. de bouwhoogte van palen en (licht)masten mag niet meer dan 10 meter bedragen en de bouwhoogte van andere bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, niet meer dan 4 meter. d. erfafscheidingen mogen binnen de aanduiding 'bouwvlak' worden opgericht en ter plaatse van de aanduiding 'sba-ea' met dien verstande dat: 1. de bouwhoogte van erfafscheidingen mag niet meer dan 2 meter bedragen. e. parkeren mag uitsluitend plaatsvinden: 1. inpandig, en; 2. bovenop het horecapand ter plaatse van de gronden met de aanduiding 'sba-pd', en; bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 81

132 3. op de gronden met de aanduiding 'parkeerterrein' tot maximaal het ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' aangegeven bebouwingspercentage worden bebouwd; indien geen bebouwingspercentage is aangegeven mag het bouwperceel binnen de aanduiding 'bouwvlak' geheel worden bebouwd; f. aangrenzend aan het hoofdgebouw mag een luifel worden gebouwd binnen de aanduiding "specifieke bouwaanduiding-1" 82 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

133 Artikel 4 Waarde - Archeologie bestemmingsomschrijving De voor Waarde - Archeologie 3 aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor het behoud en de bescherming van de archeologische waarden van de gronden (zeer hoge archeologische waarde). 4.2 bouwregels Algemene bouwregels Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde worden gebouwd Specifieke bouwregels a. de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, mag niet meer dan 4 meter bedragen, met dien verstande dat palen en (licht)masten hoger mogen zijn; b. op deze gronden mag ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen, in afwijking van het bepaalde in de bijbehorende bouwregels, niet worden gebouwd, tenzij aan een van onderstaande voorwaarden wordt voldaan: 1. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn; 2. het bouwplan betrekking heeft op een of meer van de volgende activiteiten of bouwwerken: vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bebouwing, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en waarbij gebruik wordt gemaakt van bestaande fundering; 3. geen grondwerk wordt verricht dieper dan 0,30 meter onder maaiveld. 4.3 Afwijken van de bouwregels Afwijkingsbevoegdheid Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid onder b voor bouwwerken ten behoeve van de overige voor deze gronden geldende bestemmingen Toelaatbaarheid Een omgevingsvergunning kan worden verleend indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond, dat de archeologische waarden door de bouwactiviteiten niet onevenredig (kunnen) worden geschaad Adviesprocedure voor afwijkingen Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast, en welke voorschriften, ter bescherming van de archeologische waarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden. Aan een omgevingsvergunning kunnen voorschriften worden verbonden zoals: a. de verplichting tot het treffen van technische maatregelen, waardoor archeologische waarden in de bodem kunnen worden behouden, zoals alternatieven voor heiwerk, het aanbrengen van een beschermende bodemlaag of andere voorzieningen die op dit doel zijn gericht; b. het doen van archeologisch onderzoek; c. het begeleiden van de activiteiten waarvoor omgevingsvergunning is verleend door een daarvoor aangewezen archeologisch deskundige. bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 83

134 4.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Werken en werkzaamheden Het is verboden op of in de in lid 4.1 bedoelde grond zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren: a. grondwerkzaamheden, waartoe worden gerekend het afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren en ontginnen van gronden, alsmede het graven of vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren, het aanleggen van drainage en het verwijderen van bestaande funderingen; b. het ophogen van de bodem met meer dan 1 meter; c. het tot stand brengen en/of in exploitatie brengen van boor- en pompputten; d. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, voet-, ruiter- of rijwielpaden, banen of parkeergelegenheden en het aanleggen van andere oppervlakteverhardingen, e. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en/of het op een of andere wijze indrijven van voorwerpen in de grond; f. het verlagen van het waterpeil; g. het aanleggen of rooien van bos of boomgaard waarbij stobben worden verwijderd; h. het omzetten van grasland in bouwland; i. het aanleggen van nieuwe ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur Uitzonderingen Het in lid vervatte verbod geldt niet voor werken en werkzaamheden indien: a. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat de archeologische waarden niet onevenredig (kunnen) worden aangetast; b. de werkzaamheden in de bodem niet dieper gaan dan 0,30 meter onder het maaiveld; c. de werken en werkzaamheden het normale onderhoud en/of gebruik betreffen, met inbegrip van onderhouds-en vervangingswerkzaamheden van bestaande bestratingen en beplantingen binnen bestaande tracés van kabels en leidingen; d. de werken en werkzaamheden: 1. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; 2. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan; 3. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning; 4. het archeologisch onderzoek betreffen Adviesprocedure voor omgevingsvergunningen voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast en welke voorschriften, ter bescherming van de archeologische waarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden. 84 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

135 4.5 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk Sloopverbod Het is verboden op of in de in lid 4.1 bedoelde grond zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag bestaande bouwwerken te slopen, tenzij: a. het slopen van een bestaand bouwwerk binnen het archeologisch waardevol terrein op basis van het voorheen geldende bestemmingsplan niet omgevingsvergunningplichtig was en waarvan de sloop reeds in uitvoering was ten tijde van de inwerkingtreding van het plan; b. op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn; c. de sloopwerken niet dieper gaan dan 0,30 meter onder het maaiveld Adviesprocedure voor omgevingsvergunningen voor het slopen van een bouwwerk Alvorens het bevoegd gezag beslist over een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door het verlenen van de omgevingsvergunning archeologische waarden (kunnen) worden aangetast en welke voorschriften, ter bescherming van de archeologische waarden, aan de omgevingsvergunning moeten worden verbonden. 4.6 Wijzigingsbevoegdheid Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met toepassing van artikel 3.6, lid 1, onder a van de Wet ruimtelijke ordening het bestemmingsplan te wijzigen door: a. de bestemming Waarde - Archeologie 3 als bedoeld in lid 4.1 geheel of gedeeltelijk te doen vervallen, indien op basis van archeologisch onderzoek is aangetoond dat op de betrokken locatie geen archeologische waarden (meer) aanwezig zijn, dan wel er niet langer archeologische begeleiding of zorg nodig is. b. gronden alsnog te bestemmen als Waarde - Archeologie 3 indien uit archeologisch onderzoek blijkt dat ter plaatse behoudenswaardige archeologische waarden aanwezig zijn. bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 85

136 86 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

137 Hoofdstuk 3 Algemene regels Artikel 5 Anti-dubbeltelregel Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing. bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 87

138 Artikel 6 Algemene bouwregels 6.1 Beeldende kunst Het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen of overkappingen zijnde, ten behoeve van beeldende kunst is binnen alle bestemmingen toegestaan tot een maximale bouwhoogte van 15 meter, met dien verstande dat de regels van de dubbelbestemmingen onverkort van toepassing blijven. 6.2 Ondergronds bouwen Bouwen onder peil ten behoeve van de bestemming is toegestaan, met dien verstande dat: a. bouwen onder peil is toegestaan ten behoeve van ondergrondse parkeervoorzieningen; b. bouwen onder peil is toegestaan binnen de aanduiding 'bouwvlak'. Bebouwing onder peil mag uitsluitend worden gebruikt ter ondersteuning van ingevolge deze regels op de begane grond toegestane functies; 88 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

139 Artikel 7 Algemene gebruiksregels 7.1 Evenementen Evenementen zijn binnen alle bestemmingen toegestaan, mits hiervoor vergunning is verleend op grond van de Algemeen Plaatselijke Verordening. 7.2 Seksinrichting of escortbedrijf Specifieke gebruiksregels Tot een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt in ieder geval verstaan een gebruik van gronden en gebouwen ten behoeve van: a. een seksinrichting of een escortbedrijf voorzover binnen de geldende bestemming geen aanduiding 'seksinrichting' is opgenomen; b. raam- en straatprostitutie. 7.3 wro-zone - wijzigingsgebied Burgemeester en Wethouders kunnen overeenkomstig artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening het bouwvlak wijzigingen binnen de bestemming Horeca - Hotel onder de voorwaarden dat: a. er dient in de parkeerbehoefte inpandig te worden voorzien; b. er mag ook in de parkeerbehoefte worden voorzien middels een parkeerdak; c. de goot- en bouwhoogte van gebouwen en overkappingen niet meer mogen bedragen dan 12 meter. bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 89

140 Artikel 8 Algemene afwijkingsregels Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van de bepalingen van dit plan, voor zover het een in beperkte mate afwijking van de maatvoering betreft, noodzakelijk om het bouwwerk zodanig te laten aansluiten op een bestaande, legale situatie dat dit vanuit architectonisch en/of bouwkundig opzicht een verbetering is. 90 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

141 Artikel 9 Overige regels 9.1 Uitsluiting aanvullende werking van de bouwverordening De voorschriften van de Bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen: a. de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer; b. de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten; c. de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden; d. de ruimte tussen bouwwerken. 9.2 Voorrangsregeling bestemmingen Bij toepassing van de bestemmingen uit Hoofdstuk 2 geldt, indien op deze gronden een (enkelvoudige) bestemming samenvalt met een dubbelbestemming, primair het bepaalde met betrekking tot de dubbelbestemming. bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 91

142 92 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

143 Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels Artikel 10 Overgangsrecht 10.1 Overgangsrecht bouwwerken Algemeen Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot, a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan Afwijken bij omgevingsvergunning Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van het bepaalde in artikel een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in artikel met maximaal 10% Uitzonderingen Artikel is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan Overgangsrecht gebruik Algemeen Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet Strijdig gebruik a. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in artikel , te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind. b. Indien het gebruik, bedoeld in artikel , na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten Uitzonderingen Artikel is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan. bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) 93

144 Artikel 11 Slotregel Deze regels worden aangehaald als: Regels van het bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk). 94 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk)

145 Spoorlijn Arnhem - Nijmegen Snelbinder 68 Legenda Plangebied 62 1 Bestemmingen H-H Horeca - Hotel Griftdijk Noord Dubbelbestemmingen A325 WR-A3 Waarde - Archeologie 3 Aanduidingen wro-zone - wijzigingsgebied (od) openbare dienstverlening [sba-pd] Griftdijk Noord [sba-ea] H-H (p) parkeerterrein Griftdijk Noord (p) [sba-ea] specifieke bouwaanduiding - erfafscheiding 5255 WR-A3 1 [sba-pd] specifieke bouwaanduiding - parkeerdak (od) [sba-1] specifieke bouwaanduiding - 1 (p) [sba-1] bouwvlak Griftdijk Zuid 5255 minimale-maximale bouwhoogte (m) 2 2a maximale goot- en bouwhoogte (m) Algemeen 53 Ondergrond bestaande bebouwing BP141W12_GBKN dxf Gemeente Nijmegen Spoorlijn Arnhem - Nijmegen Hoge Bongerd ter visielegging m.i.v. vaststelling door Raad Raad van State dd: dd: nr: dd: nr: datum: gewijzigd: schaal: 1:1000_A3 bestemmingsplan Dorp Lent - 12 (Hotel Van der Valk) get. / gez.: EF nummer: cadnr.: NL.IMRO.0268.BP141W12-VG01

146 Postbus AJ Culemborg tel: fax: Gemeente Nijmegen t.a.v. T. Martens Postbus HG Nijmegen datum: 25 oktober 2010 ons kenmerk: / /GerHo uw kenmerk: VPL-nummer auteur: G. Hoefsloot projectleider: G.F.J. Smit status: versie 1.0 Flora- en faunawet quick scan splitsingspunt Lent Inleiding De gemeente Nijmegen is voornemens om ter hoogte van station Lent verschillende infrastructurele werken uit te voeren. Hierbij zal rekening gehouden moeten worden met het huidige voorkomen van soorten planten en dieren die beschermd zijn krachtens de Flora- en faunawet. De gemeente Nijmegen heeft aan Bureau Waardenburg opdracht gegeven de betekenis van het plangebied voor beschermde soorten in kaart te brengen. In voorliggende notitie die is opgesteld in het kader van de bestemmingsplanprocedure zijn de resultaten beschreven van het quick scan onderzoek. Het plangebied waar mogelijk werkzaamheden gaan plaatsvinden is weergegeven in figuur 1. Aan de westkant van station Lent betreft het twee akkers waar in 2010 maïs op verbouwd is, een Engels raaigrasland en een verruigd grasland langs het spoor Arnhem-Nijmegen. Alle greppels in en om het plangebied stonden op het moment van het veldbezoek droog. De vegetatie in de greppels en op de oevers was recent gemaaid. Waarschijnlijk bevatten de greppels alleen water bij hoge waterstanden in de rivier en na hevige regenval. Langs de Zaligestraat staan een tiental knotwilgen en drie afgezaagde stammen van dode abelen. Aan opvallende beplanting staat er aan de westkant van het spoor nog een 125 meter lange rij met hoge zwarte elzen. Aan bebouwing staan aan de westkant van het spoor verschillende woonhuizen met kleine erven aan de Spoorstraat, hiervan zullen er een aantal worden gesloopt. Het huis met grote schuren aan Griftdijk Noord 9 staat ook in het plangebied en zal in het kader van de ingreep worden gesloopt. Dit geldt ook voor de woonhuizen aan Griftdijk Zuid 1 en 3 en Laauwikstraat 141 en 143 aan de oostkant van het spoor. In figuur 1 zijn de gebieden waar bebouwing zal worden gesloopt met een gele lijn omcirkeld. Aan de oostkant van het spoor heeft het plangebied een meer stedelijk karakter. Hier bevinden zich de parkeerplaats en fietsenstalling van station Lent. Aan wegen liggen hier de N325, de Laauwikstraat inclusief de brug over de N325 en de Pastoor van Laakstraat. Langs het spoor aan de oostkant ligt een klein oppervlakte groen bestaande uit verruigd grasland met braamstruweel en speelgazon. Als laatste opvallend element in het plangebied

147 wordt hier het hoge spoortalud beschreven. Het spoortalud is aan de oostkant begroeid met voornamelijk braam. Aan de westkant is de begroeiing meer gevarieerd. In de kruidlaag groeien hier voornamelijk glanshaver, fluitenkruid, dauwbraam en aan struiken en lage bomen staan er vooral eenstijlige meidoorn, sleedoorn, hondsroos, gewone vlier, sering, iep, gewone esdoorn en zomereik. In figuur 2 is een foto te zien van het westelijk spoortalud en aanliggende parallelweg en graslanden. Figuur 1. Het plangebied. De grens van het plangebied is aangegeven met rode lijn. Gebieden waar huizen worden gesloopt zijn geel omcirkeld. 2 Flora- en faunawet quick scan splitsingspunt Lent

148 Figuur 2. Westzijde van het spoortalud met parallelweg en aanliggende graslanden. Methodiek Het plangebied is overdag op 25 oktober 2010 bezocht 1. Tijdens het terreinbezoek is zoveel mogelijk concrete informatie verzameld met betrekking tot de aan- of afwezigheid van beschermde soorten (zicht- en geluidswaarnemingen, sporenonderzoek naar de aanwezigheid van pootafdrukken, nesten, holen, uitwerpselen, haren, etc). Op basis van terreinkenmerken en expert judgement is beoordeeld of het terrein geschikt is voor de in de regio voorkomende beschermde soorten. Bij het onderzoek is geen gebruik gemaakt van een schepnet om sloten te bemonsteren op beschermde soorten. Alle sloten en greppels in het plangebied stonden op het moment van het veldbezoek droog. Aanwezige bebouwing en bomen zijn extern beoordeeld op aanwezigheid van (sporen van) vleermuizen. Aanvullend op het terreinbezoek heeft beperkt bronnenonderzoek plaatsgevonden. Voor een actueel overzicht van beschermde soorten die in de regio voorkomen zijn online beschikbare bronnen geraadpleegd, waaronder de NDFF (telmee.nl, waarneming.nl). Daarnaast is gebruik gemaakt van eerder uitgevoerde studies die deels overlappen met het plangebied dat in voorliggende notitie is onderzocht (Aarts, 2010; van Straalen, 2009). 1 Het onderzoek is uitgevoerd in het kader van de Flora- en faunawet. In de Flora- en faunawet worden drie beschermingsregimes onderscheiden. Voor soorten uit Tabel 1 geldt vrijstelling van verbodsbepalingen bij werkzaamheden in het kader van ruimtelijke ontwikkeling en inrichting. In voorkomende gevallen hoeft geen ontheffing van de Flora- en faunawet te worden aangevraagd. Voor soorten van Tabel 2 of 3 geldt geen vrijstelling en kan aanvraag van een ontheffing aan de orde zijn bij overtreding van verbodsbepalingen. In de lopende tekst is per beschermde soort aangegeven in welke categorie deze is opgenomen. Flora- en faunawet quick scan splitsingspunt Lent 3

149 Resultaten Planten In het plangebied komen de volgende soorten beschermde planten voor: brede wespenorchis, grote kaardenbol en aardaker (Aarts, 2010). Groeiplaatsen van deze soorten uit Tabel 1 van de Flora- en faunawet zijn in 2010 gevonden tussen het spoortalud en de N325 ter hoogte van station Lent. Tijdens het veldbezoek zijn op de westzijde van het spoortalud ter hoogte het station enkele exemplaren van grote kaardenbol gevonden. Andere dan de drie genoemde soorten beschermde planten zijn tijdens dit onderzoek en andere studies in het plangebied niet aangetroffen (Aarts, 2010; van Straalen, 2009). Op basis van het aanwezig biotoop en het ontbreken van waarnemingen wordt beoordeeld dat er geen andere beschermde soorten voorkomen. Ongewervelden In de nabij het plangebied gelegen Waal komt de beschermde rivierrombout voor. Deze libel uit Tabel 3 van de Flora- en faunawet zet eitjes af op het wateroppervlak van de rivier. De larven leven op de bodem van de rivier en sluipen uit op de strandjes langs de Waal. Het plangebied heeft voor de libel weinig betekenis als leefgebied. Het is uiteraard wel mogelijk dat imago s het plangebied kruisen tijdens foerageertochten. In de Oude Waal nabij de gemeente Nijmegen is de platte schijfhoren aangetroffen (Kurstjens et al., 2004). Voor deze zoetwaterslak uit Tabel 3 van de Flora- en faunawet is in het plangebied geen geschikt biotoop aanwezig, het ontbreekt aan permanent oppervlakte water. Een andere beschermde soort die in de gemeente Nijmegen voorkomt is het vliegend hert. Deze kever uit Tabel 3 van de Flora- en faunawet plant zich voort in bosgebieden met oude eiken. Eitjes worden afgezet in dood eikenhout. Aangezien dergelijke oude bossen ontbreken in het plangebied is het uitgesloten dat er populaties van het vliegend hert in het plangebied voorkomen. Andere beschermde ongewervelden komen in de gemeente Nijmegen niet voor. Vissen In het plangebied komen geen beschermde soorten vissen voor. Er zijn geen sloten waarin permanent water staat. Amfibieën Tijdens het veldbezoek is een gewone pad gevonden onder een houtplaat langs de Zaligestraat. Andere soorten amfibieën zijn niet gevonden in het plangebied. Mogelijk kunnen ook kleine populaties van bruine kikker en kleine watersalamander in het plangebied ten westen van het spoortalud voorkomen (Aarts, 2010; van Straalen, 2009). Als de greppels in het vroege voorjaar tijdelijk water bevatten, kunnen deze algemeen voorkomende soorten uit Tabel 1 van de Flora- en faunawet eitjes afzetten in het water. Voor andere beschermde soorten amfibieën die in de omgeving voorkomen zoals rugstreeppad, poelkikker, kamsalamander (Tabel 3 Flora- en faunawet) en bastaardkikker (Tabel 1 Flora- en faunawet) ontbreekt het in het plangebied aan geschikt voortplantingswater. Populaties van deze soorten komen in het plangebied niet voor. Het is wel mogelijk dat zwervende bastaardkikkers afkomstig uit de omgeving in het plangebied terechtkomen. Reptielen Er zijn tijdens het veldbezoek geen reptielen waargenomen. Waarnemingen van inheemse soorten reptielen zijn rondom Lent niet bekend. Op basis van het aanwezig biotoop en het ontbreken van waarnemingen van reptielen in de omgeving wordt beoordeeld dat er geen reptielen voorkomen in het plangebied. 4 Flora- en faunawet quick scan splitsingspunt Lent

150 Grondgebonden zoogdieren In het plangebied zijn sporen van konijn, haas en mol waargenomen. Verwacht wordt dat ook de volgende soorten zoogdieren voorkomen: egel, huispitsmuis, veldmuis, bosmuis, vos, bunzing, hermelijn, wezel en steenmarter. De grotere roofdieren (vos en marterachtigen) zullen het plangebied sporadisch kruisen. Het plangebied is onderdeel van een groter leefgebied in het landelijk gebied langs de rivier. Van de overige hierboven genoemde soorten kunnen populaties voorkomen in het plangebied en dan met name in het gebied ten westen van het spoortalud. Van de genoemde soorten staat alleen de steenmarter in Tabel 2 van de Flora- en faunawet, de andere soorten staan in Tabel 1. Aan de zuidzijde van de Waal rondom en in de stad Nijmegen komt een grote populatie steenmarters voor. Rondom Lent zijn enkele waarnemingen van steenmarters gemeld door bewoners. Waarschijnlijk zijn deze dieren afkomstig van de grote populatie rondom Nijmegen. Via de spoorbrug en de Waalbrug kunnen deze dieren de overkant van de rivier gemakkelijk bereiken. Het is niet bekend hoeveel steenmarters rondom Lent leven, waarschijnlijk gaat het om enkele dieren. Vleermuizen Er zijn tijdens het veldbezoek geen sporen van vleermuizen gevonden. Alle te slopen gebouwen zijn extern beoordeeld op geschiktheid als verblijfplaats voor vleermuizen. Alle te slopen woonhuizen hebben voor vleermuizen geschikte verblijfplaatsen zoals toegankelijke spouwmuren en pannendaken. In figuur 3 zijn de te slopen huizen aan de Griftdijk Zuid te zien, gefotografeerd vanaf de brug over de N325. Rondom de huizen is veel groen aanwezig wat deze huizen als verblijfplaats extra geschikt maakt. Aan de Griftdijk Noord zijn de bewoners gevraagd of er in de grote schuren sporen van vleermuizen zijn gevonden. De bewoners gaven aan dat er een jaar geleden een vleermuis in de schuur vliegend is waargenomen. Aan lijnvormige elementen zijn in het plangebied een 125 meter lange rij elzen en het begroeide spoortalud aanwezig. Vleermuizen gebruiken dergelijke structuren als vliegroute tussen verblijfplaatsen en foerageergebieden. De lijnvormige elementen bieden voor vleermuizen beschutting tegen wind en dekking voor predatoren zoals roofvogels. Het is mogelijk dat vleermuizen de lijnvormige elementen in het vrij open landschap ten westen van het spoor gebruiken als vaste vliegroute. Vanaf 2008 tot en met 2010 is een vleermuisonderzoek uitgevoerd in het zuidelijk deel van Lent (Hoefsloot, 2010). Tijdens dit onderzoek zijn in de bebouwde kom alleen gewone dwergvleermuizen waargenomen. Kolonieplaatsen zijn in het zuidelijk deel van Lent niet gevonden. In de ochtendschemering in 2009 en 2010 is verschillende malen vastgesteld dat dieren in noordelijke richting naar verblijfplaatsen vlogen. Flora- en faunawet quick scan splitsingspunt Lent 5

151 Figuur 3. De te slopen huizen aan de Griftdijk Zuid. Vogels met jaarrond beschermde nestplaats 2 In de omgeving van het plangebied bevinden zich territoria van de steenuil. Nestplaatsen van deze uil en bijbehorend leefgebied zijn jaarrond beschermd krachtens de Flora- en faunawet. In het plangebied zijn twee locaties aanwezig die voor uilen enigszins geschikt zijn als leefgebied. Het gaat om het huis en de tuin aan de Zaligestraat 3 en de bebouwing en omgeving van Griftdijk Noord 9. In een van de schuren aan Griftdijk Noord 9 is volgens de bewoners in 2009 een steenuil gezien. Op het perceel van Zaligestraat 3 ontbreekt het op het eerste gezicht aan nestgelegenheid voor de steenuil. Omdat de bewoners niet thuis waren kon niet worden geïnformeerd of geïnspecteerd of er steenuilen op het terrein voorkomen. Volgens de bewoners van de Griftdijk Noord 9 broeden er in de schuren op het terrein elk jaar ongeveer 30 paartjes boerenzwaluwen. Deze vogels zijn op deze locatie gaan broeden nadat er in omgeving andere bebouwing is afgebroken. Verder zijn er tijdens het veldbezoek in het plangebied huismussen waargenomen. De te slopen bebouwing biedt voor deze vogel waarvan de nestplaats jaarrond beschermd is zeker nestgelegenheid. Het is niet bekend of huismussen daadwerkelijk broeden in de te slopen panden. De te slopen bebouwing is ook als nestplaats geschikt voor de gierzwaluw. Ook van deze soort is het niet bekend of ze in de te slopen panden broeden. In elk geval zullen gierzwaluwen boven het plangebied jagen. Voor andere vogelsoorten waarvan de nestplaats jaarrond is beschermd zijn in het plangebied geen geschikte nestplaatsen aanwezig. 2 Op grond van door het ministerie van LNV verstrekte handreikingen worden nesten van de volgende soorten als jaarrond beschermde nestplaatsen beschouwd: boomvalk, buizerd, gierzwaluw, grote gele kwikstaart, havik, huismus, kerkuil, oehoe, ooievaar, ransuil, roek, slechtvalk, sperwer, steenuil, wespendief, zwarte wouw. 6 Flora- en faunawet quick scan splitsingspunt Lent

152 Beschermde gebieden Het plangebied maakt geen deel uit van een beschermd gebied of speciale beschermingszone. De kortste afstand tussen het plangebied en het Natura 2000-gebied Uiterwaarden Waal, wat tevens deel uitmaakt van de Ecologische Hoofdstructuur, bedraagt ongeveer 400 meter (Gebiedendatabase van het Ministerie van LNV). Het betreft de buitendijkse graslanden langs de rivier. Ten westen van de spoorbrug zijn de graslanden in het Ontwerp Natuurbeheerplan Gelderland 2011 ook aangewezen als beheergebied voor ganzen (Atlas Groen Gelderland). Effecten De sloop van de gebouwen in het plangebied kan negatieve effecten veroorzaken voor vaste rust- en verblijfplaatsen van gewone dwergvleermuis, steenuil, huismus en gierzwaluw. Omdat het niet bekend is of er verblijf- of nestplaatsen van deze soorten in de te slopen bebouwing aanwezig zijn wordt aanbevolen om nader veldonderzoek uit te voeren (zie aanbevelingen). In dit aanvullend onderzoek kan tevens gelet worden op de aanwezigheid van vliegroutes van vleermuizen langs lijnvormige verbindingen en vaste rust- en verblijfplaatsen van de steenmarter. In het plangebied komen verschillende beschermde soorten planten en dieren van Tabel 1 van de Flora- en faunawet voor. De ingreep kan voor deze soorten negatieve effecten veroorzaken. Voor overtreding van verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet geldt in het geval van ruimtelijke ontwikkelingen voor soorten uit Tabel 1 een vrijstelling. Wel geldt voor alle in het wild levende planten en dieren de zorgplicht. In het kader van deze zorgplicht zijn hieronder verschillende mitigerende maatregelen beschreven waarmee negatieve effecten op dieren zoveel mogelijk voorkomen kunnen worden (zie mitigerende maatregelen). Aangezien de soorten uit Tabel 1 in de omgeving algemeen voorkomen komt de gunstige staat van instandhouding door de ingreep niet in gevaar. Het plangebied ligt op ruime afstand van het Natura 2000-gebied Uiterwaarden Waal en de Ecologische hoofdstructuur. Van directe aantasting van beschermde gebieden is geen sprake. Als voorkomen wordt dat de beschermde gebieden als gevolg van de ingreep worden verstoord door bijvoorbeeld verlichting en geluid, zal er ook geen sprake zijn van indirecte effecten. Mitigerende maatregelen Om negatieve effecten op amfibieën en kleine zoogdieren zoveel mogelijk te voorkomen wordt geadviseerd voor de uitvoer van graafwerkzaamheden schuilplaatsen zoals takken- en bladhopen, steenhopen, houtplaten en stukken plastic te inspecteren op aanwezige dieren en de betreffende schuilplaatsen te verwijderen. Aanwezige dieren kunnen worden verplaatst naar locaties waar geen werkzaamheden worden uitgevoerd. Vervolgens wordt de aanwezige vegetatie afgemaaid zodat dieren aanwezig in de grond, bijvoorbeeld in muizenholletjes, het plangebied zullen verlaten in verband met het ontbreken van dekking en voedsel. Bij alle werkzaamheden dient verstoring van broedende vogels te worden voorkomen. Aanbevolen wordt om grondwerkzaamheden en het maaien / rooien van vegetatie en beplanting buiten het broedseizoen uit te voeren. Het broedseizoen loopt van maart tot en met augustus. Indien de werkzaamheden binnen dit seizoen zijn gepland kunnen deze worden uitgevoerd indien is vastgesteld dat er met de werkzaamheden geen nesten van broedvogels worden verstoord. Dit kan door voorafgaande aan de uitvoering het betreffende werkgebied te controleren op broedende vogels. Flora- en faunawet quick scan splitsingspunt Lent 7

153 Conclusie De te slopen bebouwing in het plangebied is geschikt als verblijf- en nestplaats voor verschillende beschermde soorten uit Tabel 2 en 3 van de Flora- en faunawet. Het gaat om de soorten gewone dwergvleermuis, steenmarter, steenuil, huismus en gierzwaluw. Lijnvormige elementen in het plangebied kunnen door vleermuizen worden gebruikt als vaste vliegroute. Om te onderzoeken of er vaste rust- en verblijfplaatsen aanwezig zijn is aanvullend veldonderzoek nodig. Aan de hand van deze informatie kan worden beoordeeld of verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet overtreden worden door de ingreep en compenserende en/of mitigerende maatregelen nodig zijn. Dergelijke maatregelen kunnen uitgevoerd worden in of nabij het plangebied. Op voorhand lijkt de Flora- en faunawet de bestemmingsplanprocedure niet in de weg te staan. Voor verschillende soorten planten en dieren van Tabel 1 van de Flora- en faunawet die in het plangebied voorkomen geldt een vrijstelling van de verbodsbepalingen. In het kader van de zorgplicht zijn mitigerende maatregelen voorgesteld. Als voorkomen wordt dat de nabijgelegen beschermde gebieden door de ingreep worden verstoord door bijvoorbeeld licht en geluid, is er geen sprake van negatieve effecten op instandhoudingsdoelen van het Natura 2000-gebied Uiterwaarden Waal en de wezenlijke waarden en kenmerken van de EHS. Aanbevelingen Geadviseerd wordt aanvullend veldonderzoek uit te voeren naar de aanwezigheid van vaste rust- en verblijfplaatsen van gewone dwergvleermuis, steenmarter, steenuil, huismus en gierzwaluw in de te slopen bebouwing. Van deze soorten kan op basis van de quick scan onvoldoende worden ingeschat of zij in de te slopen bebouwing verblijf- en nestplaatsen hebben en wat de mogelijke effecten zijn van de geplande ingreep. Aanvullend onderzoek naar vaste vliegroutes van vleermuizen is nodig als de rij elzen als gevolg van de ingreep moet worden gekapt of de begroeiing aan de westzijde van het spoortalud wordt verwijderd. Geadviseerd wordt het aanvullend onderzoek uit te voeren volgens het protocol vleermuisinventarisaties dat in 2009 is opgesteld door de Gegevensautoriteit Natuur, Netwerk Groene Bureaus en Zoogdiervereniging VZZ. Het onderzoek naar vleermuizen en overige soorten kan worden gecombineerd en dient plaats te vinden in de maanden mei tot en met september. Literatuur Aarts, B., Flora- en faunawet beoordeling plangebied Splitsingspunt Prins Mauritssingel te Nijmegen. Notitie met kenmerk / /BraAa. Bureau Waardenburg bv, Culemborg. Hoefsloot, G. & M. van der Valk, Vleermuisonderzoek dijkverleggingszone Lent. Onderzoek in het kader van de Flora- en faunawet. Rapport Bureau Waardenburg bv, Culemborg Kurstjens, G., P. Calle & B. Peters, Fauna in de Gelderse Poort en opzet voor een meetnet. Historische en recente verspreiding van bedreigde en beschermde zoogdieren, reptielen, dagvlinders, libellen, sprinkhanen en overige ongewervelden. Flora en Faunawerkgroep Gelderse Poort, Beek-Ubbergen. Straalen, K.D., Flora- en faunawet onderzoek Spoorstraat, Lent. Notitie met kenmerk / /DirSt. Bureau Waardenburg bv, Culemborg. 8 Flora- en faunawet quick scan splitsingspunt Lent

154 Voor vragen over deze notitie kunt u contact opnemen met G. Hoefsloot. Akkoord voor uitgave: ir. E.J.F de Boer Teamleider Natuur & Landschap Bureau Waardenburg bv is niet aansprakelijk voor gevolgschade, alsmede voor schade welke voortvloeit uit toepassingen van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van Bureau Waardenburg bv; opdrachtgever vrijwaart Bureau Waardenburg bv voor aanspraken van derden in verband met deze toepassing. Bureau Waardenburg bv / Gemeente Nijmegen. Dit rapport is vervaardigd op verzoek van opdrachtgever hierboven aangegeven en is zijn eigendom. Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever hierboven aangegeven en Bureau Waardenburg bv, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitsmanagementsysteem van Bureau Waardenburg bv is door CERTIKED gecertificeerd overeenkomstig BRL 9990:2001 / ISO 9001:2001. Flora- en faunawet quick scan splitsingspunt Lent 9

155 Postbus AJ Culemborg tel: fax: Gemeente Nijmegen T.a.v. de heer Hel Postbus HG Nijmegen datum: 4 oktober 2011 ons kenmerk: / /GerHo uw kenmerk: G761/ auteur: G. Hoefsloot projectleider: G. Hoefsloot status: versie 1.1 Inventarisatie beschermde soorten Splitsingspunt Lent Inleiding De gemeente Nijmegen is voornemens reconstructiewerkzaamheden uit te voeren ter hoogte van treinstation Lent. Het treinstation zal in zuidelijke richting worden verplaatst. De onderdoorgang van de Griftdijk onder het spoor zal worden aangepast en er worden parkeerplaatsen aangelegd. In figuur 1 is een schets te zien van de toekomstige situatie. Om de beschreven ontwikkelingen mogelijk te maken worden er woningen gesloopt. In figuur 2 zijn de te slopen woningen aangegeven op kaart. De resultaten van een oriënterend onderzoek uitgevoerd in oktober 2010 gaven aan dat de woningen mogelijk deel uitmaken van het leefgebied van beschermde soorten vogels en zoogdieren (brief met kenmerk / /GerHo van 25 oktober 2010). De gemeente heeft aan Bureau Waardenburg opdracht gegeven de betekenis van deze woningen voor vleermuizen, steenmarter, gierzwaluw, huismus en steenuil te onderzoeken. In deze notitie zijn de resultaten van het aanvullend onderzoek beschreven. Onderzoeksgebied De onderzochte huizen met erven en tuinen bevinden zich aan beide zijden van de spoorlijn Arnhem-Nijmegen ter hoogte van station Lent (zie figuur 2). Aan de oostzijde van het spoor betreft het alleen woonhuizen met bijgebouwtjes zoals een garage of een schuur. Aan de westzijde staan naast woonhuizen enkele schuren die grenzen aan een akker (Griftdijk Noord 9). De woningen aan de Spoorstraat worden waarschijnlijk pas in 2014 gesloopt. Deze woningen zijn tijdens de inventarisatie wel volledig meegenomen. Methodiek Het plangebied is in 2011 in totaal acht keer bezocht. In tabel 1 zijn de verschillende ronden en de daarbij geïnventariseerde soorten weergegeven.

156 Tabel 1. Overzicht van de uitgevoerde inventarisatieronden in Datum Tijd Geïnventariseerde soort 21 maart 19:30 21:00 steenuil 4 april 19:45 21:30 steenuil, vleermuizen 1 juni 03:45 05:30 vleermuizen, huismus, gierzwaluw 26 juni 21:00 22:00 gierzwaluw, huismus 30 juni 03:30 06:00 vleermuizen, huismus, gierzwaluw 11 juli 03:30 06:00 vleermuizen, huismus, gierzwaluw 13 september 21:45 00:15 vleermuizen 29 september 23:00 00:30 Vleermuizen, inspectie ivm steenmarter Vogels Het onderzoek naar de steenuil is uitgevoerd aan de westzijde van het spoor. Aan de oostzijde is in het plangebied geen geschikt broedbiotoop aanwezig voor de steenuil. Er zijn twee veldbezoeken uitgevoerd in de avondschemer. Op verschillende locaties in het plangebied is met een MP3 speler en kleine speaker tienmaal de territoriumroep van de steenuil afgespeeld. Vervolgens is een minuut geluisterd of er gereageerd werd door steenuilen. Deze aanpak is nog tweemaal herhaald als er geen roepende uilen werden gehoord. Roepende uilen zijn in het veld ingetekend op een plattegrond van de omgeving. Het onderzoek naar nestplaatsen van gierzwaluw en huismus is aansluitend op het vleermuisonderzoek uitgevoerd. Tijdens de zonsopgang is gelet op territoriumindicerend gedrag in het onderzoeksgebied, bijvoorbeeld roepende huismussen en rondvliegende gierzwaluwen bij de te slopen woningen. In juni is eenmaal een avondbezoek uitgevoerd om gierzwaluw- en huismusterritoria te inventariseren. Vleermuizen Het vleermuisonderzoek is uitgevoerd met een Pettersson D240x batdetector. Waargenomen vleermuizen zijn tijdens het veldonderzoek direct ingetekend op kaart. De meeste tijd is besteedt aan het onderzoeken van de vleermuisactiviteit rond de te slopen bebouwing. Om ook een indruk te krijgen van de vleermuisactiviteit in de omgeving is bij elk veldbezoek tot 500 meter afstand van het plangebied in alle richtingen gezocht naar vleermuizen (ook aan de overzijde van de Prins Mauritssingel). Steenmarter Tijdens alle inventarisatieronden is gelet op sporen van de steenmarter. Op verzoek van de gemeente zijn geen omwonenden geïnterviewd om waarnemingen van steenmarters te achterhalen. Woningen zijn niet van binnen geïnspecteerd om te zoeken naar verblijfplaatsen van steenmarters. Overige soorten Tijdens het veldonderzoek zijn waarnemingen van andere soorten vogels en zoogdieren genoteerd op kaart. 2 Inventarisatie beschermde soorten Splitsingspunt Lent

157 Figuur 1. Toekomstige inrichting van het plangebied (Bron: gemeente Nijmegen). Inventarisatie beschermde soorten Splitsingspunt Lent 3

158 Figuur 2. Sloopplanning van de onderzochte woningen en bijgebouwen. De woningen in de oranje cirkel en groene omkadering (Spoorstraat) worden in een later stadium gesloopt. 4 Inventarisatie beschermde soorten Splitsingspunt Lent

159 Resultaten Steenuil In het plangebied zijn geen territoria van steenuilen aanwezig. Op een afstand van ongeveer 250 meter vanaf Griftdijk Noord 9 zijn 21 maart en 4 april roepende steenuilen gehoord. Op 4 april zijn twee vogels gehoord die tegelijkertijd riepen. De vogels zijn afkomstig van een territorium aan de Woenderskamp of de Historische tuin van Lent. In deze tuin hangt een steenuilkast in een fruitboom (zie notitie van 18 december 2009 met kenmerk G511/ ). Huismus Rond de huizen aan de Spoorstraat 9 en 11 zijn tijdens twee inventarisatieronden in juni een vijftal roepende huismussen waargenomen. De precieze locatie van de nesten is niet gevonden. In het overig deel van het plangebied zijn geen territoria van huismussen gevonden. Op korte afstand ten zuiden van het plangebied bevinden zich territoria van huismus in huizen aan de Hoge Bongerd. Gierzwaluw Boven het dorp Lent zijn op 26 juni verschillende kleine groepjes gierzwaluwen gezien die aan het jagen waren. Boven het plangebied zijn geen waarnemingen van gierzwaluwen gedaan. Er zijn geen territoria van gierzwaluwen aanwezig in het plangebied. Steenmarter Eenmaal is een geurspoor van een dier geroken bij de te slopen woningen aan de Griftdijk Noord 1 en 3 oost van het spoor. De betreffende woningen zijn op 29 september aan de buitenzijde grondig geïnspecteerd op sporen van steenmarter (prooiresten, uitwerpselen, geursporen). Er zijn geen sporen van steenmarters waargenomen. Er zijn geen verblijfplaatsen van steenmarters in het plangebied aanwezig. Vleermuizen In het plangebied zijn gewone dwergvleermuizen waargenomen. Op 13 september is eenmaal een watervleermuis gehoord die langs de Griftdijk Zuid aan de oostzijde van het spoor overvloog. Andere soorten vleermuizen zijn niet waargenomen. Bij geen van de te slopen woningen zijn vleermuizen gezien die naar binnen vlogen of anderszins binding vertoonden met een pand. Het aantal gewone dwergvleermuizen dat per bezoek is waargenomen is laag. Wel werden op een aantal locaties, zoals onder de haagbeuken naast de Lentse lus en boven de huizen aan de Spoorstraat, bij elk bezoek tot in de ochtendschemer jagende dieren waargenomen. Deze dieren vlogen laat in de ochtendschemer naar een locatie buiten het plangebied om te gaan slapen. Het is niet gelukt de verblijfplaatsen van deze dieren vast te stellen. In september is eenmaal een sociale roep gehoord van een gewone dwergvleermuis die boven de Griftdijk Noord vloog ter hoogte van de te slopen bungalows. Er is op deze locatie geen paarterritorium aanwezig. Overige soorten Tijdens de verschillende veldbezoeken zijn territoria van de volgende vogelsoorten gevonden: roodborst, vink, koolmees, merel, zwartkop, tjiftjaf, winterkoning, grasmus, braamsluiper, zanglijster en zwarte kraai. Vooral het spoortalud en het groen bij de Lentse lus zijn rijk aan territoria van verschillende soorten vogels. Konijn en egel zijn waargenomen langs het spoortalud aan de Spoorstraat en in het groen bij de Lentse lus. Er zijn geen amfibieën in het plangebied waargenomen. In een vijver aan de Griftdijk Zuid zijn goudvissen aanwezig. Inventarisatie beschermde soorten Splitsingspunt Lent 5

160 Effecten en aanbevelingen De te slopen panden aan de Griftdijk Noord 9 en de overige woningen aan de oostzijde van het spoor hebben geen betekenis voor huismus, gierzwaluw, steenuil, steenmarter en gewone dwergvleermuis. Het slopen van deze panden heeft geen negatieve effecten voor deze soorten. Het groen nabij de Lentse lus en rondom de Spoorstraat wordt door een vijftal gewone dwergvleermuizen gebruikt als foerageergebied. De nieuwe inrichting van het plangebied voorziet in een vergelijkbaar oppervlakte groen. Aanbevolen wordt om in het beplantingsplan inheems plantmateriaal te gebruiken wat voldoende hoog wordt (struiken en bomen) en te zorgen dat het groen en de omgeving hiervan zo min mogelijk belicht wordt (zie figuur 3). Afname van het oppervlakte aan geschikt foerageergebied voor vleermuizen en negatieve effecten voor vleermuizen zijn dan niet aan de orde. Figuur 3. Straatverlichting waarbij zo min mogelijk strooilicht ontstaat. Belangrijk is dat groenstroken niet worden belicht. (Bron: Technische inrichting lichthinder Friedel Pas). In het plangebied zijn verblijfplaatsen van egel en konijn aanwezig. Deze dieren staan in Tabel 1 van de Flora- en faunawet. Er geldt een vrijstelling van de verbodsbepalingen voor soorten uit Tabel 1. Aanbevolen wordt om voor het verwijderen van takkenhopen en dicht struikgewas deze te inspecteren op aanwezige egels en dieren te verplaatsen buiten het bereik van de werkzaamheden. Aanbevolen wordt om konijnen uit de burchten te jagen voordat deze vergraven worden. In de woningen aan de Spoorstraat zijn in 2011 enkele territoria van huismus gevonden. Boven deze woningen werden regelmatig foeragerende gewone dwergvleermuizen waargenomen. Deze woningen worden in 2014 gesloopt. Aanbevolen wordt deze woningen in 2013 opnieuw te beoordelen op betekenis voor huismus en gewone dwergvleermuis. Conclusie Door de sloop van de panden aan de Griftdijk Noord 9 en de overige woningen aan de oostzijde van het spoor worden met betrekking tot huismus, gierzwaluw, steenuil, steenmarter en gewone dwergvleermuis geen verbodsbepalingen van de Flora- en faunawet overtreden. Aanbevolen wordt om in de uiteindelijke inrichting van het plangebied het groen zo donker mogelijk te houden en te voorkomen dat egels en konijnen door de werkzaamheden worden gedood. 6 Inventarisatie beschermde soorten Splitsingspunt Lent

161 Voor vragen over deze notitie kunt u contact opnemen met G. Hoefsloot. Akkoord voor uitgave: G.F.J. Smit Teamleider Bureau Waardenburg bv is niet aansprakelijk voor gevolgschade, alsmede voor schade welke voortvloeit uit toepassingen van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van Bureau Waardenburg bv; opdrachtgever vrijwaart Bureau Waardenburg bv voor aanspraken van derden in verband met deze toepassing. Bureau Waardenburg bv / gemeente Nijmegen Dit rapport is vervaardigd op verzoek van opdrachtgever hierboven aangegeven en is zijn eigendom. Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de opdrachtgever hierboven aangegeven en Bureau Waardenburg bv, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitsmanagementsysteem van Bureau Waardenburg bv is door CERTIKED gecertificeerd overeenkomstig BRL 9990:2001 / ISO 9001:2001. Inventarisatie beschermde soorten Splitsingspunt Lent 7

162 Gemeente Nijmegen Afdeling Projectmanagement en Realisatie Korte Nieuwstraat 6 Postbus HG Nijmegen DATUM: 1 oktober 2012 ONS KENMERK: UW KENMERK: AUTEUR: PROJECTLEIDER: STATUS: versie 2.0 CONTROLE: / /IngHR G761/D drs. ing. I. Hille Ris Lambers drs. ing. I. Hille Ris Lambers G.F.J. Smit Toetsing ontwikkelingen knoop Lent aan de Flora- en faunawet en Natuurbeschermingswet De Gemeente Nijmegen is voornemens om in plangebied Knoop Lent in de Gemeente Nijmegen ruimtelijke ontwikkelingen te realiseren. Het betreft een wijziging ten opzichte van een in 2010 en 2011 getoetste ontwikkeling. Uit dit eerder onderzoek bleek dat het plangebied voor een beperkt aantal gewone dwergvleermuizen van betekenis te zijn als foerageergebied. Bureau Waardenburg heeft op basis van een oriënterend veldonderzoek (d.d. 22 augustus), het eerder uitgevoerde onderzoek (met kenmerk / /GerHo en 10-69/ /GerHo) en bronnenonderzoek de effecten van de gewijzigde ingreep beoordeeld in het kader van de Flora- en faunawet. Plangebied en werkzaamheden Het plangebied Knoop Lent omvat een braakliggend terrein waarin veel ruigtekruiden staan. Deze pioniersvegetatie omvat onder andere bijvoet, boerenwormkruid, klaproos, Canadese fijnstraal, distel, kamille, melganzevoet, smalle weegbree. Aan weerszijden van het talud van de Lentse brug staat opgaande begroeiing met esdoorn, meidoorn, vlier, witte abeel, linde en geoorde of waterwilg. De ondergroei bestaat uit braam of brandnetel. Langs het voetgangerspaadje staat een rij haagbeuken. In geen van de aanwezige bomen in het plangebied zijn holtes aanwezig. Langs de doorgaande weg is nog één (leeg) pand aanwezig. Dit pand heeft een dubbelsteense muur (zonder spouw) en pannendak. Aan achterzijde staat een (vervallen) houten aanbouw met golfplaten dak en enige beplanting van fruitbomen.

163 Dit pand is in het eerdere onderzoek onderzocht op steenmarter en vleermuizen. Verblijfplaatsen van deze soorten zijn niet aangetroffen in Ten opzichte van het eerder getoetste plan zijn de belangrijkste verschillen (zie figuur 1): - bouw van een hotel van circa 16 verdiepingen; - in plaats van een grote open parkeerplaats wordt een parkeerplaats aangelegd met een grote hoeveelheid solitaire bomen (wilde kers, prunus avium); - aanplant van een bomenrij met lindes onderlangs het hotel. Voor de eerder getoetste ontwikkelingen werden geen effecten verwacht op strikt beschermde soorten indien bij de sloop en herontwikkeling de randvoorwaarden werden gehanteerd (Hoefsloot, 2011). De sloopwerkzaamheden hebben inmiddels plaatsgevonden conform de instructies uit dat plan. In het plangebied bevinden zich, op het beschreven pand na, geen gebouwen meer. Figuur 1. De in onderhavig onderzoek getoetste planwijziging op planlocatie Knoop Lent. 2 Toetsing ontwikkelingen knoop Lent aan de Flora- en faunawet en Natuurbeschermingswet

164 Methodiek Van het plangebied is een recente quick scan en aanvullende inventarisatie beschikbaar. Om een goede indruk te hebben van de meest actuele natuurwaarden in het plangebied heeft een veldbezoek plaatsgevonden. Het plangebied Knoop Lent is op 22 augustus 2012 bezocht. Op basis van het veldbezoek, bronnenonderzoek en de beschikbare onderzoeken uit 2010 en 2011 heeft een inschatting van de effecten van de gewijzigde ingrepen plaatsgevonden. Hierbij is opnieuw aandacht besteed aan de soort(groep)en waarop het nader onderzoek in 2011 was gericht, zodat de actuele situatie in het plangebied ook is beoordeeld. Resultaten Grondgebonden zoogdieren Tijdens het veldbezoek zijn geen sporen van steenmarters gevonden. Er staat nog maar één gebouw in het gebied; dit is echter niet geschikt als verblijfplaats. Vaste verblijfplaatsen van deze soort komen niet voor omdat ook holle bomen en/of hopen met bijvoorbeeld snoeihout ontbreken. Het voorkomen van de steenmarter is uitgesloten. Vogels met jaarrond beschermde nestplaats 1 en overige vogels Uit de inventarisatie in 2011 is gebleken dat huismus, gierzwaluw en steenuil niet broeden in het plangebied. Het enige overgebleven gebouw is niet geschikt als broedplaats voor steenuil, gierzwaluw en/of huismus. Omdat in het plangebied inmiddels vrijwel geen gebouwen meer staan, is de vestiging van nieuwe broedparen in het gebied uitgesloten. In het plangebied kunnen in de bomen/ beplanting algemeen voorkomende soorten vogels broeden. Vleermuizen Het pand in het plangebied is nog steeds niet in gebruik bij vleermuizen. Dit komt omdat het gebied kaler en dus onaantrekkelijker is geworden en er betere locaties in de omgeving beschikbaar zijn (bijvoorbeeld met spouwmuur). In 2011 is geconstateerd dat het plangebied voor een kleine groep (circa 5 ex.) gewone dwergvleermuizen betekenis heeft als foerageergebied. Geconcludeerd werd, dat onder bepaalde voorwaarden bij de verdere planontwikkeling geen foerageergebied verloren zou gaan. Als randvoorwaarden zijn gesteld: - behoud van een vergelijkbare oppervlakte beplanting/groen; - beperking van de uitstraling van verlichting (zie 10-69/ /GerHo). De uitgangspunten van het gewijzigd plan zijn niet wezenlijk anders voor wat betreft deze randvoorwaarden: de oppervlakte beplanting/groen blijft hoog of is zelfs groter. Het hotel vormt geen belemmering voor foeragerende vleermuizen. Van de aan te brengen 1 Op grond van door het ministerie van LNV verstrekte handreikingen worden nesten van de volgende soorten als jaarrond beschermde nestplaatsen beschouwd: boomvalk, buizerd, gierzwaluw, grote gele kwikstaart, havik, huismus, kerkuil, oehoe, ooievaar, ransuil, roek, slechtvalk, sperwer, steenuil, wespendief, zwarte wouw. Toetsing ontwikkelingen knoop Lent aan de Flora- en faunawet en Natuurbeschermingswet 3

165 verlichting op het stationsplein zal geen uitstraling omhoog plaatsvinden. Hiervoor is een speciale energiebesparende LED-armatuur gekozen met een afscherming voor opstralend licht en met minder lichthinder en lichtvervuiling dan met traditionele straatverlichting (de standaard afgeschermde kegelvorm). Overige soorten In het plangebied kunnen nog steeds licht beschermde Tabel 1-soorten amfibieën voorkomen en algemeen voorkomen soorten als diverse soorten muizen en mol. Voor konijn en egel is het plangebied inmiddels niet meer aantrekkelijk. Conclusie Flora- en faunawet De betekenis als foerageergebied die het plangebied heeft voor een kleine groep gewone dwergvleermuizen blijft behouden als gevolg van de beoordeelde planwijziging. Het plangebied biedt strikt beschermde soorten nog steeds geen vaste rust- en of verblijfplaatsen. De planwijziging heeft dan ook bij voorbaat geen consequenties voor soorten van tabel 2 en 3. Voor de licht beschermde soorten die in het plangebied voorkomen bestaat vrijstelling van verbodsbepalingen bij ruimtelijke ingrepen. Bij uitvoering van het gewijzigd plan dient evengoed nog rekening te worden gehouden met het broedseizoen van vogels. De meeste vogels broeden in de periode maart-half augustus. Een enkele keer kan echter ook een broedende vogel buiten deze periode broeden. Controleer het werkgebied op broedende vogels voorafgaande aan de uitvoering om verstoring van nesten te voorkomen. Indien geen nesten worden aangetroffen kan overigens ook binnen het broedseizoen worden gewerkt. Toetsing aan de Natuurbeschermingswet Op enige honderden meters afstand van het plangebied liggen de Natura 2000-gebieden Gelderse Poort en Uiterwaarden Waal. Soorten en habitats die zijn aangewezen voor deze gebieden betreffen riviergebonden vissen, amfibieën en zoogdieren. Verder zijn riviergebonden habitats aangewezen en een reeks water en moerasvogels. In het plangebied komen geen soorten of habitats voor die voor deze gebieden zijn aangewezen. Evenmin is er biotoop voor de soorten van deze gebieden. De soorten en habitats van deze gebieden hebben ook geen binding met het plangebied. Hoewel het hotel zichtbaar kan zijn vanuit de beschermde gebieden, treden er geen effecten op op bijvoorbeeld vogels. Vogels hebben geen migratiezones langs de planlocatie en ze zijn bovendien goed in staat langs een hoog gebouw te vliegen. Van externe werking van is derhalve geen sprake. Effecten op Natura 2000-gebied Uiterwaarden Waal of Gelderse Poort zijn uitgesloten. 4 Toetsing ontwikkelingen knoop Lent aan de Flora- en faunawet en Natuurbeschermingswet

166 Literatuur G. Hoefsloot, Flora- en faunawet quick scan splitsingspunt Lent. Brief met kenmerk / /GerHo. Bureau Waardenburg, Culemborg. G. Hoefsloot, Inventarisatie beschermde soorten Splitsingspunt Lent. Brief met kenmerk G761/ Bureau Waardenburg, Culemborg. Voor vragen over deze notitie kunt u contact opnemen met I. Hille Ris Lambers. Akkoord voor uitgave: Teamleider Bureau Waardenburg bv drs. G.J.F. Smit Paraaf: Bureau Waardenburg bv is niet aansprakelijk voor gevolgschade, alsmede voor schade welke voortvloeit uit toepassingen van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van Bureau Waardenburg bv; opdrachtgever vrijwaart Bureau Waardenburg bv voor aanspraken van derden in verband met deze toepassing. Bureau Waardenburg bv / Gemeente Nijmegen Dit rapport is vervaardigd op verzoek van opdrachtgever hierboven aangegeven en is zijn eigendom. Niets uit dit rapport mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden d.m.v. druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder vooraf-gaande schrif-telijke toestemming van de opdrachtgever hierboven aangegeven en Bureau Waardenburg bv, noch mag het zonder een dergelijke toestemming worden gebruikt voor enig ander werk dan waarvoor het is vervaardigd. Het kwaliteitsmanagementsysteem van Bureau Waardenburg bv is door CERTIKED gecertificeerd overeenkomstig ISO 9001:2008. Toetsing ontwikkelingen knoop Lent aan de Flora- en faunawet en Natuurbeschermingswet 5

167

168

169

170

171

172

173

174

175

176

177

178

179

180

181

182

183

184

185

186

187

188

189

190

191

192

193

194 Notitie HASKONING NEDERLAND B.V. BUILDINGS Aan : Dhr. K Arts (Wiegerinck Architecten) Van : Dhr. E. Reurslag (Royal HaskoningDHV) Datum : 20 november 2012 Kopie : Dhr. G. Jansen (Royal HaskoningDHV) Onze referentie : 9X /N0002/Nijm Betreft : Externe veiligheidsstudie Van der Valk Hotel Lent 1 INLEIDING De gemeente Nijmegen en Van der Valk zijn voornemens om een hotel te realiseren nabij het nieuwe treinstation Lent: Van der Valk Hotel Lent. In de omgeving van het plangebied voor deze ontwikkeling zijn meerdere risicovolle activiteiten aanwezig die van invloed zijn op het aspect externe veiligheid. Het gaat hierbij voornamelijk om het transport van gevaarlijke stoffen via de weg en het spoor. Om inzicht te krijgen in de externe veiligheidsrisico s (EV-risico s) is een externe veiligheidsonderzoek uitgevoerd, waarbij op verzoek van de gemeente Nijmegen, enkel ingegaan is op het onderdeel groepsrisico. 2 AANWEZIGE RISICOBRONNEN Aan de hand van de professionele risicokaart [1] zijn de risicovolle activiteiten rondom de ontwikkeling Van der Valk hotel Lent geïnventariseerd. De geïnventariseerde risicobronnen zijn in onderstaande figuur opgenomen. Dit betreffen de volgende risicobronnen: Een vijftal opslagtanks voor propaan; Waterweg met transport van gevaarlijke stoffen (Waal) (niet zichtbaar in figuur); Autoweg met transport van gevaarlijke stoffen (N325); Spoorlijn met transport van gevaarlijke stoffen (Arnhem Nijmegen). A company of Royal Haskoning 20 november X /N0002/Nijm 1/12

195 Legenda: Opslagtank propaan Spoorlijn met transport van gevaarlijke stoffen Weg met transport van gevaarlijke stoffen Planontwikkeling Figuur 1 Overzicht risicobronnen in de omgeving van het plangebied 3 BESCHOUWING RISICOBRONNEN 3.1 Opslagtanks propaan In de omgeving van de planontwikkeling ligt een vijftal propaanopslagtanks. Het invloedsgebied (roze arcering in Figuur 1) van deze opslagtanks reikt in geen enkel geval tot de planontwikkeling, derhalve zijn deze risicobronnen niet relevant voor het aspect externe veiligheid en is verdere toetsing in het kader van externe veiligheid niet aan de orde. 3.2 Waterweg met transport van gevaarlijke stoffen (Waal) Over de rivier de Waal vindt transport plaats van gevaarlijke stoffen. Van deze getransporteerde gevaarlijke stoffen heeft het transport van toxisch gas (codering GT3) bij een ongeval het grootste invloedsgebied; te weten meter vanaf het midden van de vaargeul. Aangezien het plangebied zich op een grotere afstand bevindt dan deze meter heeft het geen invloed op het plangebied en kan derhalve buiten beschouwing worden gelaten in dit onderzoek. 20 november X /N0002/Nijm 2/12

196 3.3 Autoweg met transport van gevaarlijke stoffen (N325) Over de rijksweg N325 vindt structureel vervoer van gevaarlijke stoffen plaatst. De planlocatie ligt binnen de toetsingsafstand van 200 meter zoals gesteld in de Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (Crnvgs) [2]. Derhalve dient het groepsrisico voor deze transportroute berekend te worden. Dit onderzoek is in bijlage 1 opgenomen. Hieruit blijkt het volgende: In de huidige situatie, autonome ontwikkeling en in de toekomstige situatie wordt de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico niet overschreden; In de toekomstige situatie (inclusief realisatie van Van der Valk hotel Lent) vindt, ten opzichte van de autonome ontwikkeling, een toename plaats van het groepsrisico, verantwoording van het groepsrisico is derhalve nodig; De realisatie van Van der Valk hotel Lent leidt niet tot knelpunten met betrekking tot het groepsrisico. 3.4 Spoorlijn met transport van gevaarlijke stoffen (Arnhem Nijmegen) Direct naast het plangebied ligt de spoorweg Arnhem-Nijmegen. Op dit traject vindt structureel vervoer van gevaarlijke stoffen plaats [3], tevens is dit traject opgenomen in het concept Basisnet Spoor [2]. Derhalve dient het groepsrisico voor deze transportroute berekend te worden. Dit onderzoek is in bijlage 1 opgenomen. Hieruit blijkt het volgende: In de huidige situatie, autonome ontwikkeling en in de toekomstige situatie wordt de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico niet overschreden; In de toekomstige situatie (inclusief realisatie van Van der Valk hotel Lent) vindt, ten opzichte van de autonome ontwikkeling, een toename plaats van het groepsrisico, verantwoording van het groepsrisico is derhalve benodigd; De realisatie van Van der Valk hotel Lent leidt niet tot knelpunten met betrekking tot het groepsrisico. 4 CONCLUSIE Uit voorgaande analyse worden de volgende conclusies getrokken: In de omgeving van het plangebied is een aantal risicobronnen aanwezig die een mogelijk knelpunt vormen in de zin van externe veiligheid voor de voorgenomen ontwikkeling; Opslagtanks voor propaan in de omgeving leiden niet tot een knelpunt ten aanzien van externe veiligheid (groepsrisico) voor de realisatie van Van der Valk hotel Lent; Het transport van gevaarlijke stoffen over de rivier de Waal heeft geen effect op het plangebied; Als gevolg van de realisatie van Van der Valk hotel Lent neemt het groepsrisico van het transport van gevaarlijke stoffen over de N325 toe, derhalve is verantwoording van het groepsrisico door de gemeente Nijmegen noodzakelijk; Als gevolg van de realisatie van Van der Valk hotel Lent neemt het groepsrisico van het transport van gevaarlijke stoffen over spoorlijn Nijmegen Arnhem toe, derhalve is verantwoording van het groepsrisico door de gemeente Nijmegen noodzakelijk. 20 november X /N0002/Nijm 3/12

197 5 REFERENTIES [1] Professionele Risicokaart, bezocht op 12 september 2012; [2] Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen, Ministerie van Verkeer en Waterstaat; [3] Tabel spoorvervoer "meldplichtige" stoffen alle vervoerders 2010, ProRail Vervoersanalyse en Capaciteitsontwikkeling, versie 1.0 VACO/MC , 28 april 2011; [4] Populatiegegevens omgeving plangebied, gemeente Nijmegen, van dhr. E. Olzheim (Gemeente Nijmegen) aan dhr. E. Reurslag (RoyalHaskoningDHV), 30 augustus 2012; [5] Waalsprongmonitor 2011, Gemeente Nijmegen, augustus 2012; [6] Tellingen gemeente Gelderland, Rijkswaterstaat Dienst voor Verkeer en Scheepvaart, maart 2012; [7] Kader externe veiligheid weg, Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Dienst Verkeer en Scheepvaart, januari 2011; [8] Te verwerken in Kader externe veiligheid weg (versie 4), Rijkswaterstaat, Ministerie van Infrastructuur en Milieu, Dienst Verkeer en Scheepvaart, 31 mei 2012; [9] RBM-II, Risicoberekeningsmethodiek II, versie build: 503, AVIV / Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 24 augustus 2012; [10] Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico, ministerie van VROM (voorheen) versie 1.0, november november X /N0002/Nijm 4/12

198 Bijlage 1: Kwantitatief onderzoek transport van gevaarlijke stoffen over de weg en het spoor 1 INLEIDING 1.1 Aanleiding In de omgeving van de planontwikkeling Van der Valk hotel Lent zijn twee risicobronnen aanwezig die van invloed kunnen zijn op het aspect externe veiligheid op deze ontwikkeling. Dit betreft het transport van gevaarlijke stoffen over de weg (N325) en het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor (Nijmegen Arnhem). Gezien de directe ligging van deze transportroutes aan het plangebied is voor beide risicobronnen een kwalitatief onderzoek (QRA) gedaan naar het aspect externe veiligheid. Hierbij is enkel het groepsrisico (GR) beschouwd. Door de gemeente Nijmegen is aangegeven dat het plaatsgebonden risico (PR) buiten beschouwing kan worden gelaten. 1.2 Leeswijzer Voor de uitvoering van de QRA is een aantal uitgangspunten van belang. Onder andere de te onderzoeken scenario s, maar ook gegevens omtrent aanwezige populatie, transportintensiteiten en het toegepaste modelleringsprogramma. De uitgangspunten voor beide onderzoeken (wegen spoortransport) zijn opgenomen in hoofdstuk 2. Hoofdstuk 3 bevat de resultaten van dit onderzoek. De conclusie is opgenomen in hoofdstuk 4. 2 UITGANGSPUNTEN 2.1 Scenario s Om een goed beeld te krijgen van het gevolg van de realisatie van het Van der valk hotel Lent op het gebied van externe veiligheid, in het bijzonder het transport van gevaarlijke stoffen, zijn de scenario s onderzocht zoals opgenomen in tabel B1.1. Tabel B1.1: Beschouwde scenario s Scenario Populatie Transport Rijksweg N325 Transport spoorlijn Nijmegen - Arnhem Huidige situatie Populatie conform vigerende Intensiteiten Rijkswaterstaat [5] Intensiteiten ProRail [3] bestemmingsplannen 1 Autonome ontwikkeling Populatie conform vigerende bestemmingsplannen 1 Intensiteitstoename conform Kader externe veiligheid weg [7], [8] Intensiteiten basisnet spoor [2] Toekomstige situatie Populatie conform vigerende bestemmingsplannen 1 + planontwikkeling Intensiteitstoename conform Kader externe veiligheid weg [7], [8] Intensiteiten basisnet spoor [2] 1. De gemeente Nijmegen heeft een inventarisatie gemaakt van de actuele populatie in de reeds bebouwde omgeving en deze aangevuld met de woningbouwplanning (GREX 2011). Samen vormt dit de populatie die conform vigerende bestemmingsplannen thans aanwezig kan zijn. Voor de huidige situatie en de autonome ontwikkeling zijn de populatiegegevens derhalve identiek. 20 november X /N0002/Nijm 5/12

199 2.2 Rekenmodel De modellering vindt plaats met de meest recente versie van het programma RBM-II [9]: versie 2.2.0, build 503. RBM-II is in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu door AVIV ontwikkeld. RBM-II berekent op basis van een aantal invoerparameters, zoals populatiegegevens, ongevalsgegevens en aantallen transporten van gevaarlijke stoffen de externe veiligheidsrisico s van het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg, het spoor en de binnenwateren. 2.3 Meteorologische omstandigheden In de modellering wordt gebruik gemaakt van de meteorologische omstandigheden van het weerstation Deelen. Dit is in het programma RBM II het weerstation dat het meest in de buurt is gelegen van het onderzoeksgebied. Weersomstandigheden zijn van invloed op het gedrag van een vrijgekomen hoeveelheid gevaarlijke stoffen. Dit geldt met name voor een wolk van een toxische stof. 2.4 Transportintensiteiten vervoer gevaarlijke stoffen Transport over de weg N325 Door Rijkswaterstaat zijn in 2007 tellingen uitgevoerd op de N325 ter hoogte van Lent. Op basis van deze tellingen zijn transportintensiteiten afgeleid per stofcategorie gevaarlijke stof [6]. Deze gegevens zijn op basis van groeifactoren [7] geëxtrapoleerd naar de huidige situatie (2012) en naar de autonome ontwikkeling (2022) en de toekomstige situatie (2022). De intensiteiten per scenario zijn in tabel B1.2 opgenomen. In deze tabel zijn enkel de relevante stofcategorieën opgenomen, transport van overige stofcategorieën vindt niet plaats op dit traject. Tabel B1.2 Transportintensiteiten vervoer gevaarlijke stoffen over de N325 ter hoogte van Lent (A15 / A325 (knooppunt Ressen) - N325 / N840 / N841 (Beek)) Scenario / referentiejaar Brandbare vloeistof Zeer brandbare vloeistof Zeer brandbaar gas LF1 LF2 GF3 1 Telling (2007) Groeipercentage per jaar 1% (tot 2020) 1% (tot 2020) 0% 0,3% (vanaf 2020) 0,3% (vanaf 2020) Huidige situatie (2012) Autonome ontwikkeling (2022) Toekomstige situatie (2022) Opgemerkt wordt dat deze route niet is opgenomen in het basisnet Weg [2], derhalve gelden geen maximale vervoersintensiteiten voor stofcategorie GF3. 20 november X /N0002/Nijm 6/12

200 Transport over de spoorlijn Nijmegen Arnhem In onderstaande tabel zijn de transportintensiteiten voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over het traject ter hoogte van de planontwikkeling weergegeven. Opgemerkt wordt dat het Basisnet Spoor [2] transportintensiteiten geeft tot Er zijn geen cijfers bekend voor na 2020, derhalve worden de intensiteiten tot 2020 in beschouwing genomen. Tabel B1.3 Transportintensiteiten vervoer gevaarlijke stoffen over het spoor (Nijmegen Arnhem) Scenario / referentiejaar Brandbare gassen Toxische gassen Zeer toxische gassen Zeer brandbare vloeistoffen Toxische vloeistoffen Zeer toxische vloeistoffen A B2 B3 C3 D3 D4 Huidige situatie (2012) Autonome ontwikkeling (2020) Toekomstige situatie (2020) Afkomstig van ProRail [3]. Dit traject is door ProRail aangeduid als Nijmegen - Betuweroute Valburg Oost ; 2. Afkomstig uit het basisnet Spoor [2]. Dit traject is in het basisnet aangeduid als Nijmegen Noord Ressen Zuid. 2.5 Populatie De omvang van het groepsrisico wordt bepaald door de aanwezigheid van personen in de omgeving van de transportroutes met gevaarlijke stoffen. In overeenstemming met de scenario s wordt voor de populatie onderscheid gemaakt in de huidige populatie en de toekomstige populatie. Huidige situatie en autonome ontwikkeling De gemeente Nijmegen heeft een inventarisatie gemaakt van de actuele populatie [4] en deze aangevuld met de woningbouwplanning (GREX 2011) [5]. Voor de huidige situatie en de autonome ontwikkeling zijn deze gegevens identiek. In figuur B1.1 is een grafisch overzicht gegeven van de aangereikte informatie. Tabel B1.4 geeft een overzicht van de gehanteerde aantallen personen voor de woonpopulatie. Tabel B1.5 geeft een overzicht van de gehanteerde aantallen personen voor de bedrijfspopulatie. Waarbij aangenomen is dat dit enkel bedrijven in dagdienst betreft. 20 november X /N0002/Nijm 7/12

201 Figuur B1.1 Grafisch overzicht Populatie huidige situatie [4] Tabel B1.4 Populatie huidige situatie en autonome ontwikkeling (wonen) [4], [5] Schil Aantal personen [meter] Dag 1 (8.00u 18.30u) Nacht (18.30u 8.00u) Overeenkomstig de Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico [10] wordt de populatie in de dagperiode gecorrigeerd met een factor 0,5 ten opzichte van de nachtpopulatie. 20 november X /N0002/Nijm 8/12

202 Tabel B1.5 Populatie huidige situatie en autonome ontwikkeling (werken) [4], [5] Schil [meter] Dag (8.00u 18.30u) Aantal personen Nacht (18.30u 8.00u) In de berekeningen is aangenomen dat de populatie evenredig verdeeld is binnen een schil. In werkelijk is dat niet geval, echter kan op basis van de verstrekte gegevens geen gedetailleerdere inschatting hiervan gemaakt worden. Voor de beoordeling van het groepsrisico is het relevant om het verschil tussen de autonome ontwikkeling en de toekomstige situatie mét planontwikkeling in kaart te brengen. Wanneer de populatie in beide scenario s (huidige situatie en autonome ontwikkeling) hetzelfde wordt ingevoerd, kan in de berekeningen wel het verschil in het groepsrisico zichtbaar gemaakt worden. Toekomstige situatie Voor de populatie van de toekomstige situatie is aan de populatie uit de huidige situatie/autonome situatie de invulling van de planontwikkeling Van de Valk hotel Lent toegevoegd. Gezien het verschil tussen de tijden wanneer er personen aanwezig zijn in het hotel en de tijden zoals deze gehanteerd worden in het rekenprogramma is er een worst case aanname gedaan van 850 personen per 24 uur. 3 RESULTATEN Met behulp van het rekenpakket RBM II [9] is voor de beschreven scenario s het groepsrisico (GR) berekend voor het transport over de weg (N325) en het spoor (Nijmegen Arnhem). De resultaten hiervan zijn hieronder weergegeven. Het groepsrisico geeft de kans weer dat een bepaalde groep mensen door de effecten van een activiteit dodelijk wordt getroffen. Het groepsrisico wordt grafisch weergegeven als zogenaamde fn-curve, waarbij de kans (f) wordt uitgezet tegen het mogelijke aantal doden (N) en is afhankelijk van de bevolkingsdichtheid in de omgeving van de transportas. Transport van gevaarlijke stoffen over de weg In onderstaande figuur is het groepsrisico van het transport van gevaarlijke stoffen over de weg (N325) weergegeven. Hieruit blijkt dat, als gevolg van de realisatie van het hotel, er een toename plaatsvindt van het groepsrisico in de toekomstige situatie ten opzichte van de autonome situatie. 20 november X /N0002/Nijm 9/12

203 Figuur B1.2 Groepsrisico transport van gevaarlijke stoffen over de weg (Opgemerkt wordt dat de curve voor de huidige situatie (blauw) onder de autonome ontwikkeling (rood) is gelegen.) Tabel B1.6 Normwaarden 1 groepsrisico transport van gevaarlijke stoffen over de weg Scenario Totale route Hoogste GR per kilometer Normwaarde Max. aantal slachtoffers Normwaarde Max. aantal slachtoffers Huidige situatie 0, , Autonome situatie 0, , Toekomstige situatie 0, , Normwaarde: de maximale waarde van het groepsrisico ten opzichte van de oriëntatiewaarde. De maximale waarde wordt berekend als het product van de frequentie met het kwadraat van het aantal slachtoffers. De normwaarde is vermenigvuldigd met een factor 100, waardoor vergeleken kan worden de oriëntatiewaarde die gelijk gesteld is aan een waarde 1. Een normwaarde > 1 betekent een overschrijding van de oriëntatiewaarde. Transport van gevaarlijke stoffen over het spoor In onderstaande figuur is het groepsrisico van het transport van gevaarlijke stoffen over het spoor weergegeven. Hieruit blijkt dat, als gevolg van de realisatie van het hotel, er een toename plaatsvindt van het groepsrisico in de toekomstige situatie ten opzichte van de autonome situatie. 20 november X /N0002/Nijm 10/12

204 Figuur B1.3 Groepsrisico transport van gevaarlijke stoffen over het spoor Tabel B1.7 Normwaarden 1 groepsrisico transport van gevaarlijke stoffen over de weg Scenario Totale route Hoogste GR per kilometer Normwaarde Max. aantal slachtoffers Normwaarde Max. aantal slachtoffers Huidige situatie 0, , Autonome situatie 0, , Toekomstige situatie 0, , Normwaarde: de maximale waarde van het groepsrisico ten opzichte van de oriëntatiewaarde. De maximale waarde wordt berekend als het product van de frequentie met het kwadraat van het aantal slachtoffers. De normwaarde is vermenigvuldigd met een factor 100, waardoor vergeleken kan worden de oriëntatiewaarde die gelijk gesteld is aan een waarde 1. Een normwaarde > 1 betekent een overschrijding van de oriëntatiewaarde. 20 november X /N0002/Nijm 11/12

205 4 CONCLUSIES Uit de berekende externe veiligheidsrisico s blijkt het volgende: Transport van gevaarlijke stoffen over de weg In de huidige situatie, autonome ontwikkeling en in de toekomstige situatie wordt de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico voor wegtransport niet overschreden; In de toekomstige situatie vindt een verhoging van het groepsrisico plaats ten opzichte van de autonome situatie. Transport van gevaarlijke stoffen over het spoor In de huidige situatie, autonome ontwikkeling en in de toekomstige situatie wordt de oriëntatiewaarde voor het groepsrisico voor spoortransport niet overschreden; In de toekomstige situatie vindt een verhoging van het groepsrisico plaats ten opzichte van de autonome situatie. Algemeen De realisatie van het project Van der Valk hotel Lent op het plangebied leidt niet tot knelpunten met betrekking tot het groepsrisico. Aangezien er een verhoging is van het groepsrisico ten opzichte van de autonome situatie dient de gemeente Nijmegen het groepsrisico te verantwoorden. 20 november X /N0002/Nijm 12/12

ijmegen 111 Ter besluitvorming door de Raad (uitedijk 9 mei 2012) Collegevoorstel Openbaar

ijmegen 111 Ter besluitvorming door de Raad (uitedijk 9 mei 2012) Collegevoorstel Openbaar Collegevoorstel Openbaar G E M E E N T E ijmegen Onderwerp gewijzigde vaststelling bestemmingsplan "Nijmegen West I -87" Programma / Programmanummer Ruimte & Cultuurhistone /1031 BW-nummer Portefeuillehouder

Nadere informatie

0 Ter besluitvorming door de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Bestemmingsplan Nijmegen Dukenburg -13 (Meijhorst 60-10)

0 Ter besluitvorming door de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Bestemmingsplan Nijmegen Dukenburg -13 (Meijhorst 60-10) Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Bestemmingsplan Nijmegen Dukenburg -13 (Meijhorst 60-10) Programma Stedelijke ontwikkeling B. Velthuis Samenvatting Het plangebied ligt centraal in stadsdeel Dukenburg,

Nadere informatie

Besluit tot coördinatie procedures Ressen/Bouwmarkt

Besluit tot coördinatie procedures Ressen/Bouwmarkt Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Besluit tot coördinatie procedures Ressen/Bouwmarkt Programma Stedelijke ontwikkeling Portefeuillehouder B. Velthuis Samenvatting De initiatiefnemer van de realisatie

Nadere informatie

lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllll Landgraaf, 23 april 2019

lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllll Landgraaf, 23 april 2019 Voorstel raad en aadsbesluit Programma Gemeente Landgraaf Documentnummer: B.19.0775 lllllllllllllllllllllllllllllllllllllllilllllllllllll Landgraaf, 23 april 2019 ONDERWERP: Vaststelling bestemmingsplan

Nadere informatie

2. De verkoop plaats te laten vinden conform de voorwaarden en bepalingen zoals zijn vastgelegd in bijgevoegde koopovereenkomst.

2. De verkoop plaats te laten vinden conform de voorwaarden en bepalingen zoals zijn vastgelegd in bijgevoegde koopovereenkomst. Embargo tot 18 april 2012 (11.00 uur) Onderwerp Verkoop van bouwterrein ten behoeve van een hotelontwikkeling, gelegen nabij de Prins Mauritssingel te Lent. Programma / Programmanummer Grondbeleid / 1032

Nadere informatie

ONDERWERP Gedeeltelijke herziening bestemmingsplan "Centrum en omgeving" t.b.v. nieuwbouw Vomar

ONDERWERP Gedeeltelijke herziening bestemmingsplan Centrum en omgeving t.b.v. nieuwbouw Vomar ONDERWERP Gedeeltelijke herziening bestemmingsplan "Centrum en omgeving" t.b.v. nieuwbouw Vomar SAMENVATTING Op 22 mei 2017 is door Trottoir Participaties B.V. (Hoorne Vastgoed) een verzoek om wijziging

Nadere informatie

Voorstel aan de gemeenteraad

Voorstel aan de gemeenteraad Voorstel aan de gemeenteraad Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan Eerste herziening bestemmingsplan Drechterland Zuid RTG: 12-10-2015 Raadsvoorstel: 22-9-2015, nr. 2015-53 Portefeuillehouder: Programma:

Nadere informatie

: Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan "Katwijk aan den Rijn 2012

: Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan Katwijk aan den Rijn 2012 Aan de gemeenteraad Zaaknummer : 2012-23744 Programma : Wonen en ruimte Onderwerp : Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan "Katwijk aan den Rijn 2012 Katwijk, 18 december 2012 Inleiding Bestemmingsplan

Nadere informatie

Vaststelling bestemmingsplan Agter de Hoven ong. Wanssum (NL.IMRO.0984.BP va01)

Vaststelling bestemmingsplan Agter de Hoven ong. Wanssum (NL.IMRO.0984.BP va01) B en W Adviesnota Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan Agter de Hoven ong. Wanssum (NL.IMRO.0984.BP19009- va01) Zaaknummer Teammanager Margon van den Hoek B & W datum 15 juli 2019 Afdeling/Team Stad

Nadere informatie

Ter besluitvorming door het college. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp RijnWaalpad westelijk tracé. BW-nummer

Ter besluitvorming door het college. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp RijnWaalpad westelijk tracé. BW-nummer Openbaar Onderwerp RijnWaalpad westelijk tracé Programma / Programmanummer Mobiliteit / 1072 BW-nummer Portefeuillehouder H. Beerten Samenvatting In 2010 is het besluit genomen tot aanleg van het RijnWaalpad,

Nadere informatie

Tel. steller: Raadsvoorstel Naamgeving in gebied treinstation Lent

Tel. steller: Raadsvoorstel Naamgeving in gebied treinstation Lent Toelichting over de behandeling van: HAMERSTUK Raadsvoorstel Naamgeving in gebied treinstation Lent Van: Het college van B&W van 11 december 2012 Doel: Toelichting: Besluiten Voorliggende besluitvorming

Nadere informatie

26 maart 2019 R.P. Hoytink-Roubos G.W. Janssen tel: :

26 maart 2019 R.P. Hoytink-Roubos G.W. Janssen tel: : Zaaknummer Raadsvergadering 167379 21 mei 2019 gemeente ~- Berkelland Onderwerp Collegevergadering Portefeuillehouder Steller Bestemmingsplan "Buitengebied, Schuppen Recreatie 2018" 26 maart 2019 R.P.

Nadere informatie

Onderwerp Ontwerp beheersverordeningen Nijmegen Vossenpels Midden-Noord en Nijmegen Bedrijventerrein Oosterhout en Rietgraaf e.o.

Onderwerp Ontwerp beheersverordeningen Nijmegen Vossenpels Midden-Noord en Nijmegen Bedrijventerrein Oosterhout en Rietgraaf e.o. Openbaar megen Onderwerp Ontwerp beheersverordeningen Nijmegen Vossenpels Midden-Noord en Nijmegen Bedrijventerrein Oosterhout en Rietgraaf e.o. Programma Stedelijke Ontwikkeling BW-nummer Portefeuillehouder

Nadere informatie

E. van den Boom raad00684

E. van den Boom raad00684 Agendapunt commissie: steller telefoonnummer email E. van den Boom 3665 ebo@valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering onderwerp 13raad00684 Vaststellen bestemmingsplan Waalreseweg - Dijkstraat

Nadere informatie

V A L K E N S WA A R. D

V A L K E N S WA A R. D G E M E E N T E V A L K E N S WA A R. D Agendapunt commissie: steller telefoonnummer email C. Evers 678 cev(o)valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 10raad00743 onderwerp Vaststellen

Nadere informatie

Ter besluitvorming door de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Verordening elektronische publicatie BW-nummer

Ter besluitvorming door de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Verordening elektronische publicatie BW-nummer Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Verordening elektronische publicatie 2012 Programma / Programmanummer Bestuur & Middelen / 1042 BW-nummer Portefeuillehouder H.M.F. Bruls Samenvatting De Verordening

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.19.0295 *B.19.0295* Landgraaf, 19 februari 2019 ONDERWERP: Vaststelling bestemmingsplan "Paardenhouderij Hoeve Vulenbach" PROGRAMMA

Nadere informatie

Doelstelling van onderhavig plan is het juridisch-planologisch mogelijk maken van de bouw van maximaal één woning op voornoemde locatie.

Doelstelling van onderhavig plan is het juridisch-planologisch mogelijk maken van de bouw van maximaal één woning op voornoemde locatie. Raadsvoorstel Zaaknummer: 2017-008843 gemeente Onderwerp Ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan "Zandeind 29a" (Riel) Datum voorstel Datum raadsvergadering Bijlagen 20-06-2017 30-01-2018 Ter inzage 1.

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp Ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan Dorpsplein 18 (Riel) 12 maart Aan de gemeenteraad,

Raadsvoorstel. Onderwerp Ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan Dorpsplein 18 (Riel) 12 maart Aan de gemeenteraad, Raadsvoorstel Zaaknummer: 2018-001138 Onderwerp Ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan Dorpsplein 18 (Riel) Datum voorstel 12 maart 2019 Datum raadsvergadering Aan de gemeenteraad, Voorstel Maximaal 5

Nadere informatie

: M.P.C. Gadella - Van Gils

: M.P.C. Gadella - Van Gils RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Datum Forum vergadering : 15 februari 2016 Zaaknummer : 235763 Datum Raadsvergadering : 29 februari 2016 Portefeuillehouder Verantwoordelijk MT-lid Evaluatiedatum:

Nadere informatie

Jan Wibier secretaris-directeur

Jan Wibier secretaris-directeur Aan de gemeenteraad Portefeuillehouder Cluster Nummer Datum Onderwerp Nico Oud regelgeving 7 juli 2015 bestemmingsplan op aanvraag voor het toevoegen van twee woningen op het perceel Molenweg 6 te Hollum

Nadere informatie

Voorstel raad en raadsbesluit

Voorstel raad en raadsbesluit Voorstel raad en raadsbesluit Gemeente Landgraaf Programma Documentnummer: B.17.0834 B.17.0834 Landgraaf, 10 mei 2018 ONDERWERP: Vaststelling Bestemmingsplan Woning Vogelzankweg ong. PROGRAMMA 9. Volkshuisvesting,

Nadere informatie

- Raadsbesluit betreffende straatnaamgeving van 30 januari 2013, (raadsvoorstel nummer 2/2013). - de fietsbrug de naam Het Groentje;

- Raadsbesluit betreffende straatnaamgeving van 30 januari 2013, (raadsvoorstel nummer 2/2013). - de fietsbrug de naam Het Groentje; Gemeenteblad Nijmegen Jaartal / nummer 2013 / 031 Titel Naamgeving: gebied treinstation Lent Publicatiedatum 5 februari 2013 Opmerkingen - Raadsbesluit betreffende straatnaamgeving van 30 januari 2013,

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp Ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan Ronde Akkers. Aan de gemeenteraad,

Raadsvoorstel. Onderwerp Ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan Ronde Akkers. Aan de gemeenteraad, Raadsvoorstel Agendapunt: Zaaknummer: 2017-013931 Onderwerp Ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan Ronde Akkers Datum voorstel Datum raadsvergadering Aan de gemeenteraad, Voorstel Eén woning mogelijk

Nadere informatie

Raadsvoorstel ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan "Dorpstraat 59"(Riel)

Raadsvoorstel ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan Dorpstraat 59(Riel) Raadsvoorstel ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan "Dorpstraat 59"(Riel) Agendapunt: Zaaknummer: 2018-008690 Onderwerp Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. Datum voorstel Datum raadsvergadering Aan de

Nadere informatie

VOORBLAD RAADSVOORSTEL. Jacqueline Verbeek publiek & dienstverlening :j Bestemmingsplan "Odijkerweg e.o."

VOORBLAD RAADSVOORSTEL. Jacqueline Verbeek publiek & dienstverlening :j Bestemmingsplan Odijkerweg e.o. VOORBLAD RAADSVOORSTEL Gemeente Zeist I 13RV0039 Ronde Tafel Debat Raadsvergadering Gewijzigd voorstel Portefeuillehouder Organisatieonderdeel Telefoon Datum Onderwerp I 14 mei 2013 Jacqueline Verbeek

Nadere informatie

Voorstel aan de Raad. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel (in te vullen door Griffie) / (In te vullen door Griffie)

Voorstel aan de Raad. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel (in te vullen door Griffie) / (In te vullen door Griffie) Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel (in te vullen door Griffie) / (In te vullen door Griffie) Fatale termijn: besluitvorming vóór: N.v.t. Onderwerp reparatie bestemmingsplan Nijmegen Groot Bijsterhuizen

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg. Aan de raad,

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg. Aan de raad, RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 12-09-2013 13-065 Onderwerp gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg Aan de raad, Onderwerp Gewijzigd vaststellen ontwerpbestemmingsplan Vinkenburg.

Nadere informatie

Ambtelijke bijstand: Janke Bolt 1

Ambtelijke bijstand: Janke Bolt 1 Raadsvoorstel Onderwerp Ongewijzigd vaststellen bestemmingsplan "Zandeind 29a" (Riel) Datum voorstel Datum raadsvergadering Bijlagen Ter inzage XX-XX-XXXX XX-XX-XXXX 1. Vast te stellen bestemmingsplan

Nadere informatie

E.G.M. van den Boom / juli 2017

E.G.M. van den Boom / juli 2017 steller telefoonnummer email Agendapunt commissie: 3.1 E.G.M. van den Boom 3665 Evelien.van.den.Boom@valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 120977/239451 6 juli 2017 portefeuillehouder

Nadere informatie

Raadsvoorstel Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan 'Luchthaven Eindhoven e.o.'

Raadsvoorstel Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan 'Luchthaven Eindhoven e.o.' gemeente Eindhoven Inboeknummer Dossiernummer 17.30.654 B&W beslisdatum 25 juli 2017 Raadsvoorstel Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan 'Luchthaven Eindhoven e.o.' Inleiding Voor Luchthaven Eindhoven

Nadere informatie

gehoord de commissie Economie, Ruimtelijke Ordening en Milieu op 24 januari 2018

gehoord de commissie Economie, Ruimtelijke Ordening en Milieu op 24 januari 2018 RAADSBESLUIT Vaststelling bestemmingsplan 'Buitengebied Rucphen 2012, herstelbesluit recreatieobjecten' 31 januari 2018 De raad van de gemeente Rucphen, gezien het voorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Vaststelling bestemmingsplan Oirloseheide 2 Oirlo (NL.IMRO.0984.BP17009-va01)

Vaststelling bestemmingsplan Oirloseheide 2 Oirlo (NL.IMRO.0984.BP17009-va01) B en W Adviesnota Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan Oirloseheide 2 Oirlo (NL.IMRO.0984.BP17009-va01) Zaaknummer Teammanager Margon van den Hoek B & W datum 15 april 2019 Afdeling/Team Stad Dorpen

Nadere informatie

Gelet op het collegebesluit van 22 januari 2019, gelet op de Wet ruimtelijke ordening en het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht;

Gelet op het collegebesluit van 22 januari 2019, gelet op de Wet ruimtelijke ordening en het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht; venlo Raadsvoorstel GEMEENTEBESTUUR onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Vilgert 47 Velden' raadsnummer 2019 14 collegevergadering d.d. 22-01-2019 raadsvergadering d.d. 27-02-2019 fatale termijn programma

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL NR april Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Parallelweg 3 Bunnik. Aan de raad,

RAADSVOORSTEL NR april Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Parallelweg 3 Bunnik. Aan de raad, RAADSVOORSTEL NR. 19-45 Raadsvergadering Zaaknummer 18 april 2019 653643 Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan Parallelweg 3 Bunnik Aan de raad, Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan Parallelweg 3, Bunnik.

Nadere informatie

Voorstel aan raad. Geadviseerd besluit. Samenvatting ROM. H.J. Weeda. 14 mei 2013 vaststellen bestemmingsplan Hof van Lebret 2013

Voorstel aan raad. Geadviseerd besluit. Samenvatting ROM. H.J. Weeda. 14 mei 2013 vaststellen bestemmingsplan Hof van Lebret 2013 Voorstel aan raad Verantwoordelijke afdeling ROM Nummer Inboeknummer: 120342 Raad d.d. Paragraaf begroting: 3 26 juni 2013 Steller: A. Ruiter Portefeuillehouder H.J. Weeda Datum Onderwerp 14 mei 2013 vaststellen

Nadere informatie

Gewijzigde vaststelling '4e herziening bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen, Plattelandswoningen'.

Gewijzigde vaststelling '4e herziening bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen, Plattelandswoningen'. Raadsvoorstel Status: Besluitvormend Agendapunt: 12 Onderwerp: Gewijzigde vaststelling '4e herziening bestemmingsplan Buitengebied gemeente Dalfsen, Plattelandswoningen'. Datum: 22 juli 2014 Portefeuillehouder:

Nadere informatie

2. GEVRAAGDE BESLISSING:

2. GEVRAAGDE BESLISSING: *Z0109EAA757* Voorstel voor de gemeenteraad Voorstelnummer Voorstellen Raad Directeur : L. Huberts Zaakgericht\407 Behandelend ambtenaar A.A. Siesling Zaaknummer Z.16-18920 Datum: 20 december 2016 Afdeling

Nadere informatie

D *D * Besluit op aangevraagde omgevingsvergunning (gedeeltelijk verleend)

D *D * Besluit op aangevraagde omgevingsvergunning (gedeeltelijk verleend) D161188889 *D161188889* Besluit op aangevraagde omgevingsvergunning (gedeeltelijk verleend) Wij hebben op 24 maart 2016 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen voor het herinrichten en vervangen

Nadere informatie

9*-`" **"' * Raadsvoorstel Status: Besluitvormend Agendapunt: 8 Onderwerp: Bestemmingsplan Buitengebied Gemeente Dalfsen Datum: 14 mei 2013

9*-` **' * Raadsvoorstel Status: Besluitvormend Agendapunt: 8 Onderwerp: Bestemmingsplan Buitengebied Gemeente Dalfsen Datum: 14 mei 2013 9*-`" **"' * Raadsvoorstel Status: Besluitvormend Agendapunt: 8 Onderwerp: Bestemmingsplan Buitengebied Gemeente Dalfsen Datum: 14 mei 2013 Portefeuillehouder: dhr. N.L. Agricola Decosnummer: 73 lnformant:

Nadere informatie

Gemeente fj Bergen op Zoom

Gemeente fj Bergen op Zoom Gemeente fj Bergen op Zoom Voorlegger Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel Portefeuillehouder(s) Contactpersoon Afdeling Contactpersoon Email Contactpersoon Telefoon Programmanummer en naam Gewijzigd

Nadere informatie

Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan Delden-Zuid, Oude Benteloseweg 20, Delden en beeldkwaliteitsplan Oude Benteloseweg Delden

Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan Delden-Zuid, Oude Benteloseweg 20, Delden en beeldkwaliteitsplan Oude Benteloseweg Delden Aan de raad, Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan Delden-Zuid, Oude Benteloseweg 20, Delden en beeldkwaliteitsplan Oude Benteloseweg Delden Voorstel: 1. De ingediende zienswijze gedeeltelijk overnemen

Nadere informatie

Gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 3 maart 2015

Gelezen het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 3 maart 2015 GEMEENTE Korte Nieuwstraat 6 6511 PP Nijmegen Telefoon (024) 329 90 30 Raadsbesluit Telefax (024) 323 59 92 Raadsvoorstel Reparatie bestemmingsplan Nijmegen Groot E-mail griffie@nijmegen.n1 Bijsterhuizen

Nadere informatie

vaststellen bestemmingsplan "Bartok"

vaststellen bestemmingsplan Bartok Raadsvoorstel Voor de gemeenteraadsvergadering d.d. Documentnummer : 2015.0.053.200 Zaaknummer: 2014-12-01755 Onderwerp: vaststellen bestemmingsplan "Bartok" Aan de gemeenteraad. Arnhem, 9 juni 2015 VOORSTEL

Nadere informatie

portefeuillehouder M. Bosman openbaar geheim 01/10/

portefeuillehouder M. Bosman openbaar geheim 01/10/ ÏÏH Zuidpias Raadsvoorstel 1 I Vaststellen bestemmingsplannen "Groot Swanla' raadsvergadering 29 oktober 2013 portefeuillehouder M. Bosman behandelend ambtenaar L. Fassotte-Bams Datum bijlagen openbaar

Nadere informatie

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Reactiebrief Nijmegen op bestemmingsplan Roozenburg

Alleen ter besluitvorming door het College. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Reactiebrief Nijmegen op bestemmingsplan Roozenburg Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Reactiebrief Nijmegen op bestemmingsplan Roozenburg Programma / Programmanummer Ruimte & Bouwen / 9210 Portefeuillehouder H. Kunst Samenvatting De gemeente Beuningen

Nadere informatie

Onderwerp Bestemmingsplan Neede, Plan Hondelink Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein

Onderwerp Bestemmingsplan Neede, Plan Hondelink Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein Raad VOORBLAD Onderwerp Bestemmingsplan Neede, Plan Hondelink 29. Agendering Commissie Bestuurlijk Domein x Gemeenteraad x Commissie Ruimtelijk Domein Lijst ingekomen stukken Commissie Sociaal en Economisch

Nadere informatie

gemeente Eindhoven OplegvelRaadsvoorstel tot het vaststellen van het bestemmingsplan II Buitengebied (Hotel Van der Valk) rma/lg11000662

gemeente Eindhoven OplegvelRaadsvoorstel tot het vaststellen van het bestemmingsplan II Buitengebied (Hotel Van der Valk) rma/lg11000662 gemeente Eindhoven Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu Raadsnummer Inboeknummer 11bst00085 Beslisdatum B&W 01 februari 2011 Dossiernummer 05.251 OplegvelRaadsvoorstel tot het vaststellen van het bestemmingsplan

Nadere informatie

M- C ^ y* ) iieywegein. y*^-% Roytingformylier. Middelen/ dekking Akkoord concei Akkoord leidinggevende. Nummer: 2010/73G4

M- C ^ y* ) iieywegein. y*^-% Roytingformylier. Middelen/ dekking Akkoord concei Akkoord leidinggevende. Nummer: 2010/73G4 iieywegein Roytingformylier Nummer: 2010/73G4 y* ) Onderwerp: Opstarten projectbesluitprocedure fietsenstalling Ringstede Afdeling Duurzame Ontwikkeling Behandelend ambtenaar Susanne Siebers Naam portefeuillehouder

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. ONTWERPVERKLARING VAN GEEN BEDENKINGEN Gramserweg 37 te Austerlitz

RAADSVOORSTEL. ONTWERPVERKLARING VAN GEEN BEDENKINGEN Gramserweg 37 te Austerlitz RAADSVOORSTEL ONTWERPVERKLARING VAN GEEN BEDENKINGEN Gramserweg 37 te Austerlitz Portefeuillehouder Dhr. S. Jansen Ronde Tafel 24 januari 2017 Opsteller Mevrouw Y.W.E.P Kerkhof Debat 07 februari 2017 Zaak/stuknummer

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL 10R.00208

RAADSVOORSTEL 10R.00208 Gemeente Woerden RAADSVOORSTEL 10R.00208 ^ gemeente WOERDEN Agendapunt: Indiener: - college van burgemeester en wethouders Aandachtsveld portefeuillehouder: - wethouder Schreurs Contactpersoon: C.T. Vermeulen

Nadere informatie

Nummer : 2013/ Datum : 1 oktober 2013 Onderwerp : Vaststelling bestemmingsplan Vroonlandseweg Kapelle

Nummer : 2013/ Datum : 1 oktober 2013 Onderwerp : Vaststelling bestemmingsplan Vroonlandseweg Kapelle Voorbereidende raadsvergadering: 5 november 2013 Besluitvormende raadsvergadering: 26 november 2013 Portefeuillehouder: E. Damen AAN DE GEMEENTERAAD Nummer : 2013/ Datum : 1 oktober 2013 Onderwerp : Vaststelling

Nadere informatie

Raadsvoorstel tot (gewijzigde) vaststelling van het bestemmingsplan "Landhof, fase 3"

Raadsvoorstel tot (gewijzigde) vaststelling van het bestemmingsplan Landhof, fase 3 Inboeknummer 14bst01405 Beslisdatum B&W 23 september 2014 Dossiernummer 14.39.651 Raadsvoorstel tot (gewijzigde) vaststelling van het bestemmingsplan "Landhof, fase 3" Inleiding De locatie Landhof ligt

Nadere informatie

Plattelandswoning Middenweg 87 en 91 Bestemmingsplan Plattelandswoning Middenweg 87 en 91

Plattelandswoning Middenweg 87 en 91 Bestemmingsplan Plattelandswoning Middenweg 87 en 91 Plattelandswoning Middenweg 87 en 91 Bestemmingsplan Plattelandswoning Middenweg 87 en 91 Gemeente Venlo Projectnummer BRO: 211x08099 Identificatienummer: NL.IMRO.0983.BP201605MDDNWG8791-VA01 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Routeformulier college

Routeformulier college Routeformulier college Onderwerp: Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan Hierden Dorp - Lageweg NIET INVULLEN Registratienummer: 02430000007057 / 02430000062562 Paraaf secretaris: Algemeen Datum: 31 oktober

Nadere informatie

TITEL Verklaring van geen bedenkingen voor gedeeltelijke sloop en verbouwing tot woning op het perceel Westerstraat 92.

TITEL Verklaring van geen bedenkingen voor gedeeltelijke sloop en verbouwing tot woning op het perceel Westerstraat 92. Gemeente Amersfoort RAADSVOORSTEL Van : Burgemeester en Wethouders Reg.nr. : 4356845 Aan : Gemeenteraad Datum : 26 maart 2013 Portefeuillehouder : Wethouder P. van den Berg Agendapunt : B&W-vergadering

Nadere informatie

C. Evers raad00594

C. Evers raad00594 Agendapunt commissie: steller telefoonnummer email C. Evers 3678 cev@valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering onderwerp 13raad00594 Vaststellen bestemmingsplan Gertrudisdal-Norbertusdreef

Nadere informatie

Vastgesteld bestemmingsplan Groenvoorziening Klokkengietersstraat 2-96 te Venlo

Vastgesteld bestemmingsplan Groenvoorziening Klokkengietersstraat 2-96 te Venlo Raadsvoorstel GEMEENTEBESTUUR onderwerp raadsnummer 2012 87 collegevergadering raadsvergadering fatale termijn programma portefeuillehouder Vastgesteld bestemmingsplan Groenvoorziening Klokkengietersstraat

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Onderwerp. Status. Voorstel. Inleiding. Beoogd effect. Ag. nr.: Reg. nr.: BP Datum:

Raadsvoorstel. Onderwerp. Status. Voorstel. Inleiding. Beoogd effect. Ag. nr.: Reg. nr.: BP Datum: Datum: Raadsvoorstel College Ja Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan Eindhovenseweg 10-12 te Boxtel Status Besluitvormend Voorstel 1. In te stemmen met de beantwoording van de zienswijzen volgens bijgaande

Nadere informatie

Het bestemmingsplan legt gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden planologisch-juridisch

Het bestemmingsplan legt gebruiks- en bebouwingsmogelijkheden planologisch-juridisch voorstel raad en raadsbesluit gemeente Landgraaf Programma ONDERWERP: Vaststelling bestemmingsplan Steenen Kruis. Raadsvoorstelnummer: 63 PROGRAMMA 2. Ruimte en Herstructurering Documentnummer: Landgraaf,

Nadere informatie

gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 29 augustus 2017;

gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van 29 augustus 2017; gemeen te Overbetuwe Onderwerp: Bestemmingsplan "Eist, Van Oldenbarneveltstraat 22" O Ons kenmerk: 17RB000102 Nr. 18 De raad van de gemeente Overbetuwe; gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders

Nadere informatie

Voorstel aan de Raad. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel (in te vullen door Griffie) / (In te vullen door Griffie)

Voorstel aan de Raad. Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel (in te vullen door Griffie) / (In te vullen door Griffie) Datum raadsvergadering / Nummer raadsvoorstel (in te vullen door Griffie) / (In te vullen door Griffie) Fatale termijn: besluitvorming vóór: N.v.t. Onderwerp Bestemmingsplan Nijmegen Oost - 1 (Ubbergseveldweg

Nadere informatie

gemeente Eindhoven Doelstelling Door de bestemmingsplanherziening wordt de legale en bestaande situatie planologisch juist opgenomen.

gemeente Eindhoven Doelstelling Door de bestemmingsplanherziening wordt de legale en bestaande situatie planologisch juist opgenomen. gemeente Eindhoven Openbare Ruimte, Verkeer & Milieu Raadsnummer 10R4104 Inboeknummer 10bst02151 Beslisdatum B&W 9 november 2010 Dossiernummer 045.252 Raadsvoorsteltot het gewijzigd vaststellen van het

Nadere informatie

Vaststelling bestemmingsplan Buitengebied Hof van Twente, herziening Enterweg 13

Vaststelling bestemmingsplan Buitengebied Hof van Twente, herziening Enterweg 13 Aan de raad, Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan Buitengebied Hof van Twente, herziening Enterweg 13 Voorstel: Het bestemmingsplan Buitengebied Hof vantwente, herziening Enterweg 13 overeenkomstig

Nadere informatie

Beroep tegen reactieve aanwijzing GS van Gelderland inzake bestemmingsplan en exploitatieplan Bedrijventerrein De Grift Noord

Beroep tegen reactieve aanwijzing GS van Gelderland inzake bestemmingsplan en exploitatieplan Bedrijventerrein De Grift Noord Openbaar Embargo tot 1 oktober Beroep tegen reactieve aanwijzing GS van Gelderland inzake bestemmingsplan en exploitatieplan Bedrijventerrein De Grift Noord Programma Grondbeleid BW-nummer Portefeuillehouder

Nadere informatie

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders Nummer: Datum vergadering: 8-08-2006 Onderwerp: Voortgang procedures 'het Wapen van Utrecht'. Conceptbesluit: Samenvatting: - kennis te nemen van de ingediende

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Beslispunten * * Wageningen, 14 september 2012

Raadsvoorstel. Beslispunten * * Wageningen, 14 september 2012 *12.0212989* Raadsvoorstel Wageningen, 14 september 2012 Raadsvergadering : 24 september 2012 Agendanummer : 7 Afdeling : VG Registratienummer : 12.0212989 Portefeuillehouder: M.C. Uitdehaag Onderwerp:

Nadere informatie

f RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

f RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT f RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT Registratienummer raad: 1173456 Datum: 27 januari 2015 Behandeld door: S. Koot Afdeling/Team: Ruimtelijke Ontwikkeling / Beleid Onderwerp: Klein Where: vaststelling voorbereidingsbesluit

Nadere informatie

B & W - NOTA. Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan 'Paauwenburg - Groot Lammerenburg'

B & W - NOTA. Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan 'Paauwenburg - Groot Lammerenburg' B & W - NOTA Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan 'Paauwenburg - Groot Lammerenburg' Het College van B&W stelt de Raad voor te besluiten: De raad van de gemeente Vlissingen; overwegende dat, overeenkomstig

Nadere informatie

Gewijzigd vaststellen bestemmingsplan 'De Nieuwe Vaart'

Gewijzigd vaststellen bestemmingsplan 'De Nieuwe Vaart' Raadsvoorstel Voor de gemeenteraadsvergadering d.d. 9 maart 2015 Documentnummer : 2015.0.013.143 Zaaknummer: 2014-09-00312 Onderwerp: Gewijzigd vaststellen bestemmingsplan 'De Nieuwe Vaart' Aan de gemeenteraad.

Nadere informatie

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T

R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T R A A D S V O O R S T E L E N O N T W E R P B E S L U I T Datum: Portefeuillehouder: 19 september 2017 Krieger Domein / Team: Ruimtelijk/ projectmanagement Behandeld door: P. Hania NIET OPENBAAR Onderwerp:

Nadere informatie

Voorstel aan de raad. Projectorganisatie Stationsgebied Bodewitz, J.A. (Jord) Kenmerk Vergaderdatum 5 november 2015

Voorstel aan de raad. Projectorganisatie Stationsgebied Bodewitz, J.A. (Jord) Kenmerk Vergaderdatum 5 november 2015 Voorstel aan de raad Opgesteld door Projectorganisatie Stationsgebied Bodewitz, J.A. (Jord) Kenmerk 15.509656 Vergadering Commissie Stad en Ruimte Vergaderdatum 5 november 2015 Geheim Nee Vaststelling

Nadere informatie

Opheffen gemeenschappelijke regeling Archiefverzorging

Opheffen gemeenschappelijke regeling Archiefverzorging Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Opheffen gemeenschappelijke regeling Archiefverzorging Programma Cultuur & Cultuurhistorie & Citymarketing BW-nummer B. van Hees Samenvatting De gemeenschappelijke regeling

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Bedrijventerrein De Raaphof' Aan de raad,

RAADSVOORSTEL. Raadsvergadering. Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Bedrijventerrein De Raaphof' Aan de raad, RAADSVOORSTEL Raadsvergadering Nummer 17-12-2015 15-091 Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan 'Bedrijventerrein De Raaphof' Aan de raad, Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan Bedrijventerrein De Raaphof

Nadere informatie

De raad van de gemeente Lansingerland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 augustus 2013 en 15 oktober 2013

De raad van de gemeente Lansingerland; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 13 augustus 2013 en 15 oktober 2013 Raadsbesluit 1111111111111 l1li111111111 Datum Raad 28 november 2013 Registratienummer BR1300121 Onderwerp Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan "HoeksePark West" De raad van de gemeente Lansingerland;

Nadere informatie

ADVIESNOTA GEMEENTE SOEST

ADVIESNOTA GEMEENTE SOEST ADVIESNOTA GEMEENTE SOEST Steller advies: Zaaknummer Afdeling: Datum: O. de Man 1891268 Ruimte 27-10-2017 Onderwerp: Ontwerpbestemmingsplan Soesterengweg 6 zenden aan de raad ter vaststelling. Voorstel

Nadere informatie

registratienummer onderwerp... ^..,., R15.00Ũ042 Gewijzigd vaststellen bestemmingsplan "Twee woningen Tulpstraat" te Moordrecht

registratienummer onderwerp... ^..,., R15.00Ũ042 Gewijzigd vaststellen bestemmingsplan Twee woningen Tulpstraat te Moordrecht Raadsvoorstel I 111 I ill lil li lil lil li lil... ^..,., R15.00Ũ042 Gewijzigd vaststellen bestemmingsplan "Twee woningen Tulpstraat" te Moordrecht raadsvergadering 03 november 2015 portefeuillehouder

Nadere informatie

Onderwerp : Bestemmingsplan Borculo, A.H. Zwartschool 2014

Onderwerp : Bestemmingsplan Borculo, A.H. Zwartschool 2014 Zaaknummer : 117548 Raadsvergaderin : 7 april 2015 Agendapunt : g Commissie : Ruimte Onderwerp : Bestemmingsplan Borculo, A.H. Zwartschool 2014 Collegevergadering : 24 februari 2015 Agendapunt : 8. Portefeuillehouder

Nadere informatie

Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Enkweg (kad. Voorst K 337) in Voorst

Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Enkweg (kad. Voorst K 337) in Voorst Kennisgeving Burgemeester en wethouders van Voorst maken het volgende bekend: Omgevingsvergunning Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Enkweg (kad. Voorst K 337) in Voorst Met ingang van 18 augustus

Nadere informatie

1. Beslispunten De gemeenteraad Gooise Meren stelt het postzegelbestemmingsplan Oudere Dorp Brinklaan 15ab vast.

1. Beslispunten De gemeenteraad Gooise Meren stelt het postzegelbestemmingsplan Oudere Dorp Brinklaan 15ab vast. Raadsvoorstel Zaaknummer Portefeuillehouder Voorstel 13443 De heer drs. C.H. Boland, wethouder Vaststellen postzegelbestemmingsplan - Oudere Dorp Brinklaan 15ab Aan de raad, 1. Beslispunten De gemeenteraad

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan Binnenduinrand

Raadsstuk. Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan Binnenduinrand Raadsstuk Onderwerp Vaststellen bestemmingsplan Binnenduinrand Nummer 2017/209688 Portefeuillehouder Spijk, J.K.N. van Programma/beleidsveld 4.1 Duurzame stedelijke ontwikkeling Afdeling STZ/RB Auteur

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 61875 Datum : 10 juni 2014 Programma : Woon en leefomgeving Blad : 1 van 6 Cluster : Ruimte Portefeuillehouder: dhr. H.C.V.

Nadere informatie

Raadsvoorstel nr Portefeuillehouder wethouder drs. G. van der Hoeven

Raadsvoorstel nr Portefeuillehouder wethouder drs. G. van der Hoeven RAADSVOORSTEL Raadsvoorstel nr Portefeuillehouder wethouder drs. G. van der Hoeven Datum B&W-besluit 23 mei 2017 Voor de vergadering van raad d.d. 29 juni 2017 Behandelen in de raadscommissie Ruimte en

Nadere informatie

gemeente eijsdervmargraten

gemeente eijsdervmargraten gemeente eijsdervmargraten Aan de gemeenteraad Raadsvoorstel Nummer: 11IN002555 1. Vermelding onderwerp en beslispunten Voorstel tot vaststelling 'Partiële herziening bestemmingsplan Kern Cadier en Keer

Nadere informatie

Vaststellen bestemmingsplan 'Rijnhal-Decathlon' Aan de gemeenteraad. Arnhem, 5 augustus 2014

Vaststellen bestemmingsplan 'Rijnhal-Decathlon' Aan de gemeenteraad. Arnhem, 5 augustus 2014 Raadsvoorstel Voor de gemeenteraadsvergadering d.d. 29 september 2014 Documentnummer : 2014.0.072.353 Zaaknummer: 2014-03-00149 Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan 'Rijnhal-Decathlon' Aan de gemeenteraad.

Nadere informatie

RAADSVOORSTEL. Bestemmingsplan Buitengebied Zuidwest Een nieuw planologisch kader bieden voor het zuidwestelijk buitengebied van Zeist.

RAADSVOORSTEL. Bestemmingsplan Buitengebied Zuidwest Een nieuw planologisch kader bieden voor het zuidwestelijk buitengebied van Zeist. RAADSVOORSTEL Bestemmingsplan Buitengebied Zuidwest 2018 Portefeuillehouder S. Jansen Ronde Tafel 10 januari 2019 Opsteller M. Dingemans Debat Indien nodig 24 januari 2019 Zaak/stuknummer 292294 Raadsvergadering

Nadere informatie

portefeuillehouder J. Hordijk bijlagen 9

portefeuillehouder J. Hordijk bijlagen 9 Raadsvoorstel Vaststellen bestemmingsplan Hoofdweg, Nieuwerkerk aan den IJssel' R17.000011 raadsvergadering 20 juni 2017 portefeuillehouder J. Hordijk behandelend ambtenaar M. Buining/L, Fassotte-Bams

Nadere informatie

Adviesnota raad. Vaststellen van het bestemmingsplan 'Zwembad' *19bs00028* Samenvatting

Adviesnota raad. Vaststellen van het bestemmingsplan 'Zwembad' *19bs00028* Samenvatting *19bs00028* Datum besluitraad : 14 mei 2019 Datum oordeelraad : 23 april 2019 Agendapunt : Datum B en W : 2 april 2019 Volgnummer : 19bs00028 Programma begroting : 8 Gewijzigd voorstel : Taakveld : 8.1

Nadere informatie

Ter besluitvorming door de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Raadvoorstel ivm begrotingswijziging vanwege uitbetaling schadevergoeding

Ter besluitvorming door de Raad. Collegevoorstel Openbaar. Onderwerp Raadvoorstel ivm begrotingswijziging vanwege uitbetaling schadevergoeding Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Raadvoorstel ivm begrotingswijziging vanwege uitbetaling schadevergoeding Programma / Programmanummer Ruimte & Cultuurhistorie / 131 BW-nummer BW-165 Portefeuillehouder

Nadere informatie

Raadsvoorstel. Gevraagd besluit: Registratienummer: RV Portefeuillehouder: P.N. Bruin

Raadsvoorstel. Gevraagd besluit: Registratienummer: RV Portefeuillehouder: P.N. Bruin gemeente Den Helder Raadsvoorstel Registratienummer: RV011.0202 Portefeuillehouder: P.N. Bruin Van afdeling: Ruimte, Wonen en Ter inzage gelegde stukken / bijlagen: Ondernemen Ontwerp bestemmingsplan Julianadorp

Nadere informatie

Aan de Gemeenteraad. Raad. Onderwerp : Vervangende nieuwbouw van een vrijstaande woning op het perceel Boelenswei 76 te Boelenslaan.

Aan de Gemeenteraad. Raad. Onderwerp : Vervangende nieuwbouw van een vrijstaande woning op het perceel Boelenswei 76 te Boelenslaan. Aan de Gemeenteraad Raad Status 14 mei 2009 Besluitvormend Onderwerp Vervangende nieuwbouw van een vrijstaande woning op het perceel Boelenswei 76 te Boelenslaan Punt no. 10 Te besluiten om 1. de voorbereiding/procedure

Nadere informatie

Voorstel aan de gemeenteraad

Voorstel aan de gemeenteraad Onderwerp Gewijzigde vaststelling bestemmingsplan Hannie Schaftpark en Fanny Blankers- Koenpark Beleidsveld Ruimtelijke ontwikkeling Portefeuillehouder T. Herrema Pagina 1 Vragen bij: Afdeling: W.B. de

Nadere informatie

Openbaar. Onderwerp Straatnaamgeving: buurtnaam Koudenhoek. Cultuur & Cultuurhistorie & Citymarketing. Portefeuillehouder H.B.W.

Openbaar. Onderwerp Straatnaamgeving: buurtnaam Koudenhoek. Cultuur & Cultuurhistorie & Citymarketing. Portefeuillehouder H.B.W. Collegevoorstel Openbaar Onderwerp Straatnaamgeving: buurtnaam Koudenhoek Programma BW-nummer Cultuur & Cultuurhistorie & Citymarketing H.B.W. van Hees Samenvatting Met dit raadsvoorstel wordt voorgesteld

Nadere informatie

Raadsvoorstel. jaar stuknr. Raad. categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 10 12/858

Raadsvoorstel. jaar stuknr. Raad. categorie/agendanr. stuknr. B. en W RA A 10 12/858 Raadsvoorstel jaar stuknr. Raad categorie/agendanr. stuknr. B. en W. 2012 RA12.0093 A 10 12/858 Onderwerp: Vaststelling bestemmingsplan Emmen, Emmerhout Portefeuillehouder: A.J. Sleeking Ruimtelijke Ontwikkeling

Nadere informatie

Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan "Heerde-Dorp, 5 e herziening (Haneweg 4 te Heerde)".

Onderwerp Vaststelling bestemmingsplan Heerde-Dorp, 5 e herziening (Haneweg 4 te Heerde). Gemeente Heerde Raadsvergadering 3 1 JAN 2011 Conform voorstel Raadsvoorstel Raadsvergadering 31 januari 2011 Commissie Ruimte 10 januari 2011 Agendapunt 7 Afdeling en opsteller Ruimte/Lisette Sipman (0578

Nadere informatie

C.C.A. Evers 3678

C.C.A. Evers 3678 Agendapunt commissie: 3.3 steller telefoonnummer email C.C.A. Evers 3678 carlijn.evers@valkenswaard.nl agendapunt kenmerk datum raadsvergadering 123325/225214 portefeuillehouder M. Wijnen onderwerp Verklaring

Nadere informatie

Nota van zienswijzen ambtshalve wijzigingen Bestemmingsplan MFA Zuid

Nota van zienswijzen ambtshalve wijzigingen Bestemmingsplan MFA Zuid Nota van zienswijzen ambtshalve wijzigingen Bestemmingsplan MFA Zuid Januari 2012 1. Inleiding Conform het gestelde in artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) dient het bestemmingsplan gedurende

Nadere informatie

: 29 november 2010 : 13 december : J.L.M. Vlaar : J.C. Teeuwen

: 29 november 2010 : 13 december : J.L.M. Vlaar : J.C. Teeuwen RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Datum Forum vergadering Datum Raad vergadering : 29 november 2010 : 13 december 2010 Documentnr. Zaaknummer : 541 : PR-10-13178 Portefeuillehouder Verantwoordelijk

Nadere informatie

Gemeente Delft. Raadsvoorstel

Gemeente Delft. Raadsvoorstel Raadsvoorstel Gemeente Delft Aan de gemeenteraad c^cand archfef Van : college van B&W Datum : 19 april 2011 "' ^«1 2Ü1J Pfh. : Pieter Guldemond Steller : Friso Vossen tel.nr. : 2112 e-mail : fvossen@delft.nl

Nadere informatie

Onderwerp Bestemmingsplan "Neede, De Berg 2010" Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein

Onderwerp Bestemmingsplan Neede, De Berg 2010 Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein Raad VOORBLAD Onderwerp Bestemmingsplan "Neede, De Berg 21" Agendering Commissie Bestuurlijk Domein x Gemeenteraad x Commissie Ruimtelijk Domein Lijst ingekomen stukken Commissie Sociaal en Economisch

Nadere informatie