Tentamen 8A820 Beeldvormende technieken
|
|
- Christiana Boender
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Tentamen 8A820 Beeldvormende technieken 26 juni 2015, h Dit tentamen bestaat uit 6 opgaven, elke opgave kan in totaal 10 punten opleveren. Tijdens dit tentamen is het gebruik van een gewone rekenmachine toegestaan. Veel succes! 1) CT: projecties (10 pt) Gegeven is het volgende CT fantoom, waarvan we projecties p(r, θ) gaan maken. Hierbij is θ de hoek met de positieve x-as, tegen de wijzers van de klok in. Het fantoom bestaat uit een vierkant met ribbe 10 met daarbinnen een cirkel met straal 2, voor beiden valt het middelpunt samen met de oorsprong (0,0). Voor het begin van deze opgave nemen we aan dat beide lineaire verzwakkingscoëfficiënten constant zijn, µ 1 = a en µ 2 = b. Let op! a < b (vandaar het vierkant donkerder is). a) (1 pt) Geef de formule waarmee je de projectiewaarde p kunt berekenen uit de invallende röntgenintensiteit I 0 en de doorgelaten röntgenintensiteit I. b) (3 pt) Schets de projecties p(r, 0 ) en p(r, 45 ). Geef bij beide projecties duidelijk de (totale) breedte aan, en in beide gevallen ook de projectiewaardes voor r = 0 en r = 3. c) (2 pt) Vanaf nu nemen we aan dat de verzwakkingscoëfficiënt van het vierkant toeneemt voor grotere afstanden tot het middelpunt: µ 1 = ar 2, met R dus de afstand tot het punt (0,0). Dit was eigenlijk al aangegeven in het figuur, het vierkant wordt lichter naar buiten toe. Er geldt nog steeds µ 2 = b. Bereken de projectiewaarde p(0,45 ). d) (2 pt) Bereken voor deze nieuwe situatie ook de projectiewaarde p(1,0 ). Hint: alle punten op de cirkel voldoen aan de vergelijking x 2 + y 2 = 4. e) (2 pt) Leg uit op welke manier de inhomogene µ van het vierkant lijkt op beam hardening, en geef ook een manier waarop het er juist van verschilt.
2 a) Uit I = I 0 e µ(s)ds I 0 e p volgt p = ln ( I I 0 ) = ln ( I 0 I ). b) Zie onderstaande: p(r, 0 ): p(r, 45 ): p(0,0 ) = µ(s)ds = 4µ 2 + 6µ 1 p(3,0 ) = 10µ 1 p(0,45 ) = 4µ 2 + (10 2 4)µ 1 p(3,45 ) = µ 1 (10 2 6) Voor de projectie p(3,0 ) is onderstaand figuur handig om de projectieafstand uit te rekenen: B H = b h b 2 = b = c) Dit is een vertikale projectie, van links boven naar rechts beneden. Dit is hetzelfde als 2x de projectie van het midden naar links boven: p(0,45 ) = 2 { µ 2 ds as 2 ds} = 4µ 2 + 2a [ s3 2 ] = 4b + a( ) 4b + 230,4a 2 3 d) Dit is een vertikale projectie, hiertoe moeten we µ 1 herschrijven tot functie van y, en de snijpunten met de cirkel bepalen. Dit levert µ 1 = a(x 2 + y 2 ) met x = 1, dus µ 1 = a(1 + y 2 ) en wat de snijpunten betreft: 1 + y 2 = 4, dus y = ± 3. We komen dan op: p(1,0 ) = { µ 2 dy + a 0 (1 + y 2 )dy} = 2 3b + 2a [y y3 ] = 2 3b + 2a(5 3) a( ) 3 e) Bij BH lijkt ook de µ lager te zijn naarmate je dieper in het object zit, maar bij een vierkant zou er dan meer beam-hardening plaatsvinden langs de diagonalen, terwijl de µ hier in alle radiële richtingen hetzelfde verloop heeft. 2) CT: sinogram (10 pt) Gegeven is het volgende CT-fantoom: 3
3 Dit fantoom bestaat uit een rechthoek en een cirkel. De hoekpunten van de rechthoek hebben de volgende (x, y) coördinaten: ( L, L), (0, L), (0, L) en ( L, L), de lineaire verzwakkingscoëfficiënt µ 1 = 1/L. Verder heeft de cirkel als middelpunt (L, L) en als diameter L. De lineaire verzwakkingscoëfficiënt van de cirkel µ 2 = 2/L. De 2 objecten worden omgeven door lucht (µ = 0). a) (4 pt) Van dit fantoom gaan we projecties p(r, θ) maken, met θ de hoek tussen de r-as en de positieve x-as, tegen de wijzers van de klok in. Schets de projecties p(r, 0 ), p(r, 45 ), p(r, 90 ) en p(r, 135 ). Geef bij elke projectie het hoogste punt aan, dus de maximale projectiewaarde. Schrijf er ook bij welke getalswaarde dit is. b) (4 pt) Schets nu het bijbehorende sinogram (over 180 o ). c) (2 pt) De afstand van het röntgenfocus tot het midden van het fantoom is 100 cm. Bereken de minimale breedte D van de detectorarray, behorende bij het kleinst mogelijke field-ofview waarbinnen dit fantoom gescand kan worden. Gegeven is L = 10 cm. a) Zie de onderstaande figuur voor van boven naar beneden de projecties voor oplopende hoeken; de horizontale richting komt overeen met de r-as en de positie r = 0 bevindt zich in het midden. Voor p(r, 0 ) is het maximum p max (r, 0 ) = 1 2L = 2. Dit is hetzelfde voor de bol en de L rechthoek.
4 Onder 45 o gaat de maximale projectie schuin door de rechthoek en midden door de cirkel; p max (r, 45 ) = 2Lµ 1 + Lµ 2 = 2L 1 L + L 2 L = Verder geldt p max (r, 90 ) = Lµ 1 + Lµ 2 = L 1 L + L 2 L = 3 en p max(r, 135 ) = 2 (wederom de cirkel). b) Zie onderstaand figuur: c) Hiertoe is ten eerste de maximale radiële afmeting van het fantoom nodig, deze ligt op de rand van de cirkel: R = 2L + L 2. Vervolgens kunnen we gebruik maken van gelijkvormigheid van driehoeken, in dit figuur geldt H =100 cm. De breedte van de detector D kan worden uitgerekend volgens H2 R 2 uiteindelijk D = 2R(H+R) H 2 R 2 3) Ultrasound imaging (10 pt) cm. R = H+R. Dit levert D/2
5 a) (2 pt) Wat is het contrastmechanisme van ultrasound imaging? Met andere woorden, wat beelden we bij ultrasound imaging precies af? b) (2 pt) Gegeven zijn 2 ultrasound puntbronnen A en B op een horizontale afstand x. Op een verticale afstand L van puntbron A willen we een ultrasoundfocus f maken via constructieve interferentie. Zie onderstaand figuur. Geef een formule voor de extra afstand dl die de geluidsgolven vanuit puntbron B moeten afleggen voordat ze bij f zijn. c) (1 pt) Aan welke formule moet dl voldoen om inderdaad constructieve interferentie te krijgen? Gebruik de golflengte λ van de ultrasound golven in je antwoord. d) (3 pt) Welke waardes (meervoud!) mag x aannemen om constructieve interferentie te krijgen in f bij een ultrasound frequentie van 2 MHz? Gegeven is L = 5 cm en de ultrasound propagatiesnelheid c = 1540 m/s. e) (2 pt) Uit opgave d) volgt dat de spacing dx, dus het verschil tussen de opeenvolgende xwaardes, niet constant is. In een ultrasound transducer array is dat wel het geval, zie onderstaande (schematische) weergave. Hoe kan men in de praktijk met een dergelijke array tóch een ultrasoundfocus maken? a) Overgangen in akoestische impedantie b) De afstand tussen B en f noemen we L. Er geldt dan L = L 2 + x 2 = L + dl. Hieruit volgt dl = L 2 + x 2 L c) dl = mλ, met m een integer aantal d) dl = L 2 + x 2 L = mλ = mc f L 2 + x 2 = mc + L f L 2 + x 2 = m2 c mcl + f 2 f L2 x = m2 c 2 f mcl f
6 Voor de volledigheid van deze uitwerking is hier beneden een plot gegeven, hieruit blijkt dat x geen rechte lijn volgt; de opeenvolgende x-waardes zijn dus niet equidistant (dit geldt alleen voor L=0) e) Electronic beam steering; de elementen zo nodig van een onderling faseverschil voorzien (afhankelijk van hun afstand tot f) zodat ze vanuit f gezien precies in fase lopen. 4) Nucleaire imaging (10 pt) a) (1 pt) De meeste PET-scanners zijn tegenwoordig eigenlijk PET-CT systemen. Waarom is het handig voor PET-imaging om daarnaast ook meteen een CT-scan te maken? b) (1 pt) Heb je bij PET imaging eigenlijk een collimator grid nodig? Leg uit waarom wel/niet. c) (1 pt) Stel een potje met PET-tracer is opgesteld naast een detector. Gedurende een meting van 1 uur detecteren we gemiddeld 7 fotonen per seconde. Wat is de kans dat we bij een meting van 4 seconden 15 fotonen meten? Gegeven is de Poisson verdeling voor het meten van n fotonen terwijl we er r verwachten: p r (n) = (e r r n )/n! d) (2 pt) We plaatsen nu een blok tussen het potje met PET-tracer en de detector. Dit blok is 3 cm dik en heeft (geheel toevallig ;-) een verzwakkingscoëfficiënt van ln(2) 1.5 cm-1. Wat is nu de kans om eveneens 15 fotonen te meten gedurende 4 seconde? e) (2 pt) Geef een voordeel en een nadeel van het toepassen van een dikker scintillatiekristal bij nucleaire beeldvorming. f) (3 pt) We doen nu een PET scan van 10 minuten en deze blijkt een signaal-ruis-verhouding (SNR) van 8 te hebben. Wat wordt de SNR als we deze scan nog eens doen, maar dan met een 2x zo grote dosis en ook nog eens 5 min langer scannen? Gegeven is de halfwaardetijd van de tracer die we gebruiken: T 1/2 = min. Hint: bepaal eerst met welke factor het aantal vervallen deeltjes omhoog gaat bij deze nieuwe scan. a) CT beeldt feitelijk de verzwakkingscoëfficiënt van het weefsel af, µ(x, y). Een PET beeld is juist een weergave van de verdeling van het radiofarmacon over het weefsel, hierbij is het onwenselijk dat dieper gelegen concentraties radiofarmacon donkerder worden afgebeeld, puur omdat de straling die hiervan afkomstig is door meer weefsel verzwakt wordt. Het CTbeeld kan gebruikt worden om voor dit verzwakkingseffect te corrigeren. b) Nee, dit is niet nodig, strooistraling (scatter) is niet echt een issue omdat je echte events (positron-annihilaties die resulteren in 2 anti-parallelle fotonen) kunt uitfilteren met coincidentie detectie; dit is een soort elektronische collimatie. c) p 28 (15)
7 d) Dit blok geeft een verzwakking van e µd = e ln(2) = Dit resulteert in p 28/4 (15) = p 7 (15) e) Het voordeel is dat we meer fotonen kunnen invangen en dus meer signaal kunnen verkrijgen, het nadeel is dat deze over een grotere afstand verstrooid kunnen worden, en dat de point spread function van het beeld dus breder wordt (het beeld wordt minder scherp). T 1 2 f) Eerst moeten we de karakteristieke vervaltijd τ bepalen: τ = = 20 min. ln(2) Gedurende de eerste scan is er een verval van N 0 N(20) = N 0 N 0 e 10/20. Gedurende de tweede scan is dit 2N 0 2N 0 e 15/20. Dit is een 2(1 e 15/20 ) 1 e 10/20 De SNR gaat dan omhoog met een factor 2.68, dus = 13.1 = 2.68 meer. 5) MRI (10 pt) Bij een bepaalde MRI-sequentie passen we een RF-puls toe met onderstaand rechthoekig frequentieprofiel om de plakselectie te realiseren (in de z-richting). De bandbreedte (bandwidth; BW) van deze puls is 425 Hz. a) (1 pt) Hoe dik zijn de plakken die je met een puls van deze bandbreedte selecteert? Gegeven is de amplitude van de z-gradient: G z = 7 mt. De gyromagnetische ratio is MHz/T. b) (1 pt) Geef 2 manieren waarop je dunnere plak zou kunnen selecteren. Geef van één van deze manieren een praktisch nadeel. c) (2 pt) We gaan nu een T 2-gewogen scan maken. Gegeven zijn de volgende waardes: M 0,A = 0.8, M 0,B = 0.7, T 2,A = 20 ms, T 2,B = 40 ms, T 1,A = 1000 ms en T 1,B = 3400 ms. We werken hierbij met 90 o -pulsen. Schets de signaalamplitude als functie van de echotijd voor de beide weefseltypes A en B. d) (2 pt) Voor welke echotijd is er geen contrast (= signaalverschil) tussen weefsels A en B? e) (2 pt) Voor welke echotijd is het contrast juist optimaal? f) (2 pt) We houden deze echotijd aan, maar gaan nu de repetitietijd TR van de scan verkorten, waardoor we ook enige T 1-weging introduceren. Is dit gunstig of ongunstig voor het contrast tussen weefsels A en B? Ligt je antwoord toe. a) Hiervoor geldt de formule BW = γ G 2π zδz, dit geeft Δz = BW 425 = (γ/2π)g z = 1.4 mm b) Zie de formule. Δz wordt kleiner bij een kleinere bandbreedte van de RF-puls of bij een hogere gradiëntsterkte. Dat eerste resulteert in een langere RF-puls (in het tijdsdomein), met als gevolg tragere beeldvorming. Een hogere gradiëntsterkte stelt strengere eisen aan de hardware, bovendien kan het in en uitschakelen van zeer sterke gradiënten leiden tot
8 perifere zenuwstimulatie (middels inductiestromen), dit is zeer vervelend voor de proefpersoon/patiënt. Je hoeft slechts één van deze nadelen te noemen. c) Zie figuur: Let op! Het signaal van A begint dus hoger, maar daalt ook sneller! d) Hiervoor moet het signaalverschil 0 zijn: S A S B = 0 oftewel S A = S B. Dit geeft: M 0,A e TE T 2A = M 0,B e TE T 2B M 0,A M 0,B = e TE TE T 2A T 2B ln ( M 0,A M 0,B ) = TE ( 1 T 2A 1 T 2B ) TE = ln ( M 0,A ) / ( 1 1 ) = 5.34 ms M 0,B T 2A T 2B d e) Hiervoor moet de afgeleide van het signaalverschil 0 zijn: (S dte A S B ) = 0. Volgens een vergelijkbare afleiding als bij d) komen we dan op: TE = ln ( M 0,AT 2,B ) / ( 1 1 ) = ms M 0,B T 2,A T 2A T 2B f) T1 weging houdt onvolledige hetstel van de z-magnetisatie tussen 2 opeenvolgende excitaties in, dit heeft het meeste effect op het weefsel met de langste T1, dit is weefsel B. De grafiek van B zal daardoor op een lagere waarde gaan starten, dit is ongunstig voor het signaalverschil; dit neemt af, zie het figuur bij c) 6) MRI (10 pt) Gegeven is de volgende MR imaging sequentie:
9 a) (2 pt) Geef de functie van de positieve gradiënt A, en die van de daarop volgende negatieve gradiënt B. Vertel in je antwoord in elk geval waarom ze een tegengesteld teken hebben. b) (2 pt) De gradiënten B en C worden hier na elkaar toegepast, zou je ze ook tegelijkertijd mogen toepassen? Leg uit waarom wel/niet. c) (2 pt) We verwaarlozen de breedte (tijdsduur) van de RF pulsen, zodat we kunnen stellen dat de 90 o puls plaatsvindt op t = 0, en de 180 o puls op t = τ. Op welk tijdstip vindt dan de echo plaats? Licht je antwoord toe. d) (2 pt) Is deze sequentie T 2 of T 2* gewogen? Leg uit waarom, gebruik de term gradiënt echo of de term spin echo in je antwoord. e) (2 pt) Gegeven is nu τ =20 ms, T 2=45 ms, T 2*=27 ms en M 0=1. Wat is dan de maximale echoamplitude (dat wil zeggen, in het midden van de read-out)? a) A is de plakselectie gradiënt, deze zorgt ervoor dat de precessie-frequentie y-afhankelijk wordt, en de 90 o puls (met een bepaalde BW) dus alleen spins op een bepaalde range aan y- waardes raakt ; plakselectie in y. Als ongewenst bij-effect geeft deze gradiënt defasering in y-richting, gradiënt B compenseert hiervoor (refocussering). b) Ja dat mag, de refasering in y en de fase-codering in x zijn onafhankelijk van elkaar (loodrecht op elkaar staande richtingen). c) Op t = 2τ; na de 90 o puls gaan de spins defaseren door (intrinsieke) T2 relaxatie en het effect van veldinhomogeniteiten (samen is dit T2*). Vanaf de 180 o puls wordt de defasering door (stationaire) veldinhomogeniteiten gecompenseerd (T2 relaxatie gaat gewoon door), dus een extra tijdsduur τ later is deze compensatie volledig, dit komt neer op tijdstip t = 2τ. d) Zie vraag c); dit is een spin-echo sequentie waarbij het effect van statische veldinhomogeniteiten gecompenseerd wordt, oftewel een T2 gewogen sequentie. Zie ook de stippellijnen; de snel dalende lijn geeft aan dat de FID T2* vervalt volgt, de traag dalende lijn geeft het T2 verval van de echo. e) Dit komt simpelweg neer op M 0 e 2τ/T 2 = e 40/ EINDE
Tentamen 8NB00 Medische Beeldvorming 19 januari 2016, 9-12h
Tentamen 8NB00 Medische Beeldvorming 19 januari 2016, 9-12h Dit tentamen bestaat uit 7 opgaven, per deelvraag staat uitgesplitst hoeveel punten deze vraag maximaal kan opleveren. In totaal zijn er 44 punten
Nadere informatieTentamen 8DB00 Beeldvorming en verwerking
Tentamen 8DB00 Beeldvorming en verwerking 23 juni 2015, 9-12h Dit tentamen bestaat uit 10 opgaven; 5 over beeldvorming en 5 over beeldanalyse. In totaal kun je 100 punten verdienen (50 per deel), dit is
Nadere informatieTentamen Beeldvormende Technieken 1 8A820 Uitwerkingen
Tentamen Beeldvormende Technieken 8A820 Uitwerkingen Vraag. Radiografie (5 punten) a) Geef minstens twee redenen waarom de borsten platgedrukt worden tijdens een mammografie opname. 3pt - Het verminderen
Nadere informatieHertentamen Beeldvormende Technieken 1 8A820
Hertentamen Beeldvormende Technieken 1 8A820 Donderdag 14 augustus 2014, 14-17h. Licht je antwoorden toe indien hierom gevraagd wordt. Het gebruik van een (grafische) rekenmachine is toegestaan. De meest
Nadere informatieTentamen 8DB00 Beeldvorming en verwerking
Tentamen 8DB00 Beeldvorming en verwerking 11 augustus 2015, 9-12h Dit tentamen bestaat uit 10 opgaven; 5 over beeldvorming en 5 over beeldanalyse. In totaal kun je 100 punten verdienen (50 per deel), dit
Nadere informatieTentamen Beeldvormende Technieken 1 8A820 Dinsdag 13 augustus 2013 14.00 17.00 uur
Tentamen Beeldvormende Technieken 1 8A820 Dinsdag 13 augustus 2013 14.00 17.00 uur Gebruik van een gewone rekenmachine is toegestaan; een grafische rekenmachine is niet toegestaan. In totaal zijn er 100
Nadere informatieTentamen 8NB00 Medische Beeldvorming
Tentamen 8NB00 Medische Beeldvorming 20 januari 2015, 9h-12h Bij dit tentamen is het gebruik van een gewone rekenmachine toegestaan. Het tentamen bestaat uit 6 opgaven en er zijn in totaal 60 punten te
Nadere informatieTentamen Diagnose en Interventie (8NB00)
Tentamen Diagnose en Interventie (8NB00) 21 januari 2014 9:00 12:00 Gebruik van een gewone en/of grafische rekenmachine is toegestaan. Antwoorden mogen zowel in het Nederlands als het Engels gegeven worden.
Nadere informatieExamen havo wiskunde B 2016-I (oefenexamen)
Examen havo wiskunde B 06-I (oefenexamen) De rechte van Euler Gegeven is cirkel c met middelpunt (, ) p Stel een vergelijking op van c. De punten B(, 0) en ( 4, 0) M die door het punt A( 0, 4) C liggen
Nadere informatieOefententamen Diagnose en Interventie (8NB00)
Oefententamen Diagnose en Interventie (8NB00) 7 januari 2014 14:45-17:45 Gebruik van een gewone en/of grafische rekenmachine is toegestaan. Antwoorden mogen zowel in het Nederlands als het Engels gegeven
Nadere informatieTentamen Beeldvormende Technieken 1 8A820
Tentamen Beeldvormende Technieken 1 8A820 Donderdag 26 juni 2014, 14-17h. Licht je antwoorden toe indien hierom gevraagd wordt. Het gebruik van een (grafische) rekenmachine is toegestaan. De meest fundamentele
Nadere informatieVragen tentamen Medische Technologie (3 juli 2003)
Vragen tentamen Medische Technologie 140201 (3 juli 2003) Vraag 1: Licht: Voor electromagnetische golven geldt dat de voorplantingsnelheid c, de frequentie f en de golflengte λ aan elkaar gerelateerd zijn
Nadere informatieHertentamen Imaging 1 8DB00
Hertentamen Imaging 1 8DB00 Dinsdag 12 augustus 2014, 9-12h. Licht je antwoorden toe indien hierom gevraagd wordt. Het gebruik van een (grafische) rekenmachine is toegestaan. De meest fundamentele formules
Nadere informatiePositronEmissieTomografie (PET) Een medische toepassing van deeltjesfysica
PositronEmissieTomografie (PET) Een medische toepassing van deeltjesfysica Wat zie je? PositronEmissieTomografie (PET) Nucleaire geneeskunde: basisprincipe Toepassing van nucleaire geneeskunde Vakgebieden
Nadere informatieVerbanden en functies
Verbanden en functies 0. voorkennis Stelsels vergelijkingen Je kunt een stelsel van twee lineaire vergelijkingen met twee variabelen oplossen. De oplossing van het stelsel is het snijpunt van twee lijnen.
Nadere informatieOpgave 1 Bestudeer de Uitleg, pagina 1. Laat zien dat ook voor punten buiten lijnstuk AB maar wel op lijn AB geldt: x + 3y = 5
2 Vergelijkingen Verkennen Meetkunde Vergelijkingen Inleiding Verkennen Beantwoord de vragen bij Verkennen. Uitleg Meetkunde Vergelijkingen Uitleg Opgave Bestudeer de Uitleg, pagina. Laat zien dat ook
Nadere informatieTentamen Optica. 20 februari Zet je naam, studentennummer en studierichting bovenaan elk vel dat je gebruikt. Lees de 6 opgaven eerst eens door.
Tentamen Optica 20 februari 2007 Zet je naam, studentennummer en studierichting bovenaan elk vel dat je gebruikt. Lees de 6 opgaven eerst eens door. Opgave 1 We beschouwen de breking van geluid aan een
Nadere informatieEindexamen natuurkunde 1 vwo II
Opgave 1 Defibrillator Een defibrillator wordt gebruikt om het hart van mensen met een acute hartstilstand te reactiveren. Zie figuur 1. figuur 1 electroden De borstkas van de patiënt wordt ontbloot, waarna
Nadere informatiewiskunde B bezem havo 2017-I
Voornamen Mensen die een kind krijgen, moeten dit melden bij de Sociale Verzekeringsbank (SV) om kinderbijslag te ontvangen. De SV beschikt hierdoor over de voornamen van vrijwel alle kinderen die in een
Nadere informatieExamen VWO. natuurkunde 1. tijdvak 2 woensdag 24 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen VWO 2009 tijdvak 2 woensdag 24 juni 13.30-16.30 uur natuurkunde 1 Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 24 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 76 punten te behalen. Voor
Nadere informatieSamenvatting wiskunde havo 4 hoofdstuk 5,7,8 en vaardigheden 3 en 4 en havo 5 hoofdstuk 3 en 5 Hoofdstuk 5 afstanden en hoeken Voorkennis Stelling van
Samenvatting wiskunde havo 4 hoofdstuk 5,7,8 en vaardigheden 3 en 4 en havo 5 hoofdstuk 3 en 5 Hoofdstuk 5 afstanden en hoeken Stelling van Kan alleen bij rechthoekige driehoeken pythagoras a 2 + b 2 =
Nadere informatieVraag Antwoord Scores ( ) ( ) Voor de waterhoogte h geldt: ( 2h+ 3h 2h
Een regenton maximumscore h V ( rx ( )) dx π 0 00 ( rx ( )) ( x x ) + Een primitieve van + x x is x+ 7 x x π Dus V ( h 7 h h ) + 00 π π V h+ h h h+ h h 00 0 ( ) ( ) maximumscore Het volume van de regenton
Nadere informatieUitwerkingen van het Tentamen Moleculaire Simulaties - 8C Januari uur
Uitwerkingen van het Tentamen Moleculaire Simulaties - 8C030 25 Januari 2007-4.00-7.00 uur Vier algemene opmerkingen: Het tentamen bestaat uit 6 opgaven verdeeld over 3 pagina s. Op pagina 3 staat voor
Nadere informatieEindexamen vmbo gl/tl wiskunde 2011 - I
OVERZICHT FORMULES: omtrek cirkel = diameter oppervlakte cirkel = straal 2 inhoud prisma = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud cilinder = oppervlakte grondvlak hoogte inhoud kegel = 1 3 oppervlakte grondvlak
Nadere informatieExamen VWO. Wiskunde B Profi
Wiskunde B Profi Eamen VWO Voorbereidend Wetenschappelijk Onderwijs Tijdvak Donderdag 25 mei 3.30 6.30 uur 20 00 Dit eamen bestaat uit 7 vragen. Voor elk vraagnummer is aangegeven hoeveel punten met een
Nadere informatieEindexamen vwo wiskunde B pilot 2014-I
Eindeamen vwo wiskunde B pilot 04-I Formules Goniometrie sin( tu) sintcosu costsinu sin( tu) sintcosu costsinu cos( tu) costcosusintsinu cos( tu) costcosusintsinu sin( t) sintcost cos( t) cos tsin t cos
Nadere informatieAchter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.
Eamen VW 04 tijdvak dinsdag 0 mei 3.30-6.30 uur wiskunde B (pilot) chter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Dit eamen bestaat uit 8 vragen. Voor dit eamen
Nadere informatieExamen HAVO. tijdvak 1 vrijdag 19 mei uur
Examen HVO 2017 tijdvak 1 vrijdag 19 mei 13.30-16.30 uur oud programma wiskunde Dit examen bestaat uit 20 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 78 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel
Nadere informatieTECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Uitwerking Tentamen Calculus, 2DM10, maandag 22 januari 2007
TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Uitwerking Tentamen Calculus, DM, maandag januari 7. (a) Gevraagd is het polynoom f() + f () (x ) + f (x ). Een eenvoudige rekenpartij
Nadere informatiesin( α + π) = sin( α) O (sin( x ) cos( x )) = sin ( x ) 2sin( x )cos( x ) + cos ( x ) = sin ( x ) + cos ( x ) 2sin( x )cos( x ) = 1 2sin( x )cos( x )
G&R vwo B deel Goniometrie en beweging C. von Schwartzenberg / spiegelen in de y -as y = sin( x f ( x = sin( x f ( x = sin( x heeft dezelfde grafiek als y = sin( x. spiegelen in de y -as y = cos( x g(
Nadere informatie10.0 Voorkennis. y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x.
10.0 Voorkennis y = -4x + 8 is de vergelijking van een lijn. Hier wordt y uitgedrukt in x. Algemeen: Van de lijn y = ax + b is de richtingscoëfficiënt a en het snijpunt met de y-as (0, b) y = -4x + 8 kan
Nadere informatieDe vergelijking van Antoine
De vergelijking van Antoine Als een vloeistof een gesloten ruimte niet geheel opvult, dan verdampt een deel van de vloeistof. De damp oefent druk uit op de wanden van de gesloten ruimte: de dampdruk. De
Nadere informatieVraag Antwoord Scores ( ) ( ) Voor de waterhoogte h geldt: ( 2h+ 3h 2h
Eindexamen vwo wiskunde B 0 - II Een regenton maximumscore 5 h V= ( rx ( )) d x 0 00 ( rx ( )) ( 5 5x 5x ) = + Een primitieve van 5+ 5x 5x is 5x+ 7 x 5x Dus = ( 5 + 7 5 ) V h h h 00 V = h+ h h = h+ h h
Nadere informatieWiskunde D Online uitwerking 4 VWO blok 6 les 4
Wiskunde Online uitwerking 4 VWO blok 6 les 4 Paragraaf 4 Het inproduct om hoeken te berekenen Opgave a e hoek is kleiner dan 4, want het dak zelf staat onder een hoek van 45, en de kilgoot loopt schuin
Nadere informatieEstafette. De langste zijde wordt in twee ongelijke stukken verdeeld. Laat x de lengte van het ene stuk zijn, dan is het andere stuk 25 x.
7 e Wiskundetoernooi Estafette 08 Uitwerking opgave e langste zijde wordt in twee ongelijke stukken verdeeld. Laat x de lengte van het ene stuk zijn, dan is het andere stuk 5 x. x 5 x at de twee rechthoeken
Nadere informatieAchter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.
Examen VMBO-GL en TL 2011 tijdvak 1 maandag 23 mei 13.30-15.30 uur wiskunde CSE GL en TL Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift
Nadere informatie2010-I. A heeft de coördinaten (4 a, 4a a 2 ). Vraag 1. Toon dit aan. Gelijkstellen: y= 4x x 2 A. y= ax
00-I De parabool met vergelijking y = 4x x en de x-as sluiten een vlakdeel V in. De lijn y = ax (met 0 a < 4) snijdt de parabool in de oorsprong en in punt. Zie de figuur. y= 4x x y= ax heeft de coördinaten
Nadere informatieEindexamen havo wiskunde B pilot II
Het gewicht van een paard Voor mensen die paarden verzorgen figuur 1, is het belangrijk om te weten hoe zwaar hun paard is. Het gewicht van een paard kan worden geschat met behulp van twee afmetingen:
Nadere informatieTECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN
TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Technische Natuurkunde Tentamen Golven & Optica 3AA70 Dinsdag 23 juni 2009 van 14.00 tot 17.00 uur Dit tentamen bestaat uit 4 vraagstukken en 5 pagina s met
Nadere informatieTECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit der Civiele Techniek en Geowetenschappen
TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit der Civiele Techniek en Geowetenschappen TENTAMEN CTB1210 DYNAMICA en MODELVORMING d.d. 28 januari 2015 van 9:00-12:00 uur Let op: Voor de antwoorden op de conceptuele
Nadere informatiewiskunde B vwo 2016-I
wiskunde vwo 06-I Formules Vlakke meetkunde Verwijzingen naar definities en stellingen die bij een bewijs mogen worden gebruikt zonder nadere toelichting. Hoeken, lijnen en afstanden: gestrekte hoek, rechte
Nadere informatievwo wiskunde b Baanversnelling de Wageningse Methode
1 1 vwo wiskunde b Baanversnelling de Wageningse Methode 1 1 2 2 Copyright 2018 Stichting de Wageningse Methode Auteurs Leon van den Broek, Ton Geurtz, Maris van Haandel, Erik van Haren, Dolf van den Hombergh,
Nadere informatiewiskunde B havo 2015-II
Veilig vliegen De minimale en de maximale snelheid waarmee een vliegtuig veilig kan vliegen, zijn onder andere afhankelijk van de vlieghoogte. Deze hoogte wordt vaak weergegeven in de Amerikaanse eenheid
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Eamen VW 06 tijdvak woensdag 8 mei 3:30-6:30 uur wiskunde ij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. it eamen bestaat uit 7 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 77 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat
Nadere informatieUitwerkingen tentamen Optica
Uitwerkingen tentamen Optica 18 februari 2005 Opgave 1 2 y x 2 = 1 a 2 2 y t 2 (1) a) De eenheid van a moet zijn m/s, zoals te zien aan de vergelijking. a = v is de snelheid waarmee de golf zich voortbeweegt.
Nadere informatieGeleid herontdekken van de golffunctie
Geleid herontdekken van de golffunctie Nascholingscursus Quantumwereld Lodewijk Koopman lkoopman@dds.nl januari-maart 2013 1 Dubbel-spleet experiment Er wordt wel eens gezegd dat elektronen interfereren.
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B. tijdvak 1 woensdag 18 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Eamen VW 06 tijdvak woensdag 8 mei 3:30-6:30 uur wiskunde ij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. it eamen bestaat uit 7 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 77 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat
Nadere informatieTentamen Wiskunde B CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE. Datum: 16 januari uur Aantal opgaven: 5
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde B Datum: 16 januari 2015 Tijd: 13.30 16.30 uur Aantal opgaven: 5 Lees onderstaande aanwijzingen s.v.p. goed door voordat u met het tentamen begint.
Nadere informatieOok de volledige spiraal van de stroken van lengte 1, 3, 5,, 99 past precies in een rechthoek.
Een spiraal In deze opgave bekijken we rechthoekige stroken van breedte en oneven lengte:, 3, 5,..., 99. Door deze stroken op een bepaalde manier aan elkaar te leggen, maken we een spiraal. In figuur is
Nadere informatieKlassieke en Kwantummechanica (EE1P11)
Maandag 3 oktober 2016, 9.00 11.00 uur; DW-TZ 2 TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Opleiding Elektrotechniek Aanwijzingen: Er zijn 2 opgaven in dit tentamen.
Nadere informatieTrillingen en geluid wiskundig
Trillingen en geluid wiskundig 1 De sinus van een hoek 2 Radialen 3 Uitwijking van een harmonische trilling 4 Macht en logaritme 5 Geluidsniveau en amplitude 1 De sinus van een hoek Sinus van een hoek
Nadere informatienatuurkunde havo 2017-I
Molybdeen-99 In Petten staat een kerncentrale waar isotopen voor medische toepassingen worden geproduceerd. Eén van de belangrijkste producten is molybdeen-99 (Mo-99). Mo-99 wordt geproduceerd door een
Nadere informatieUitwerking Tentamen Klassieke Mechanica I Dinsdag 10 juni 2003
Uitwerking Tentamen Klassieke Mechanica I Dinsdag juni 3 OPGAE : de horizontale slinger θ T = mg cosθ mg m mg tanθ mg a) Op de massa werken twee krachten, namelijk de zwaartekracht, ter grootte mg, en
Nadere informatieEindexamen wiskunde B vwo 2010 - I
Gelijke oppervlakten De parabool met vergelijking y = 4x x2 en de x-as sluiten een vlakdeel V in. De lijn y = ax (met 0 a < 4) snijdt de parabool in de oorsprong O en in punt. Zie. y 4 3 2 1-1 O 1 2 3
Nadere informatieCursusinhoud. De spinecho pulssequentie 90 puls 180 puls sliceselectie fasecodering frequentiecodering gradiënt k vlak echo repetitietijd echotijd
1 Cursusinhoud Onderdelen en functie van de MRI resistieve / supergeleidende / permanente magneet open / gesloten MRI systemen RF en spoelen gradiënten veldsterkte magneet kooi van Faraday reconstructie
Nadere informatieInstructie voor Docenten. Hoofdstuk 13 OMTREK EN OPPERVLAKTE
Instructie voor Docenten Hoofdstuk 13 OMTREK EN OPPERVLAKTE Instructie voor docenten H13: OMTREK EN OPPERVLAKTE DOELEN VAN DIT HOOFDSTUK: Leerlingen weten wat de begrippen omtrek en oppervlakte betekenen.
Nadere informatiewiskunde B pilot havo 2016-I
De rechte van Euler Gegeven is cirkel c met middelpunt ( 1, 1 ) 3p 1 Stel een vergelijking op van c. De punten B( 3, 0) en ( 4, 0) M die door het punt A( 0, 4) 2 2 C liggen op c. Punt Q is het midden van
Nadere informatie2 1 e x. Vraag 1. Bereken exact voor welke x geldt: f (x) < 0,01. De vergelijking oplossen:
0-II De functie f( ) e Vraag. Bereken eact voor welke geldt: f () < 0,0. De vergelijking oplossen: 0-II De functie f( ) e Vraag. Bereken eact voor welke geldt: f () < 0,0. De vergelijking oplossen: e 00
Nadere informatieEindexamen havo wiskunde B pilot 2013-I
Beoordelingsmodel Tornadoschalen maximumscore 80 km/u komt overeen met 77,8 m/s v = 77,8 invullen in de formule geeft F, Dus de intensiteit op de Fujita-schaal is maximumscore 4 De waarde van F is dan
Nadere informatieHet gewicht van een paard
Het gewicht van een paard Voor mensen die paarden verzorgen figuur 1, is het belangrijk om te weten hoe zwaar hun paard is. Het gewicht van een paard kan worden geschat met behulp van twee afmetingen:
Nadere informatieHoger Algemeen Voortgezet Onderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 20 mei uur
Wiskunde B (oude stijl) Examen HAV Hoger Algemeen Voortgezet nderwijs Tijdvak 1 Dinsdag 0 mei 13.30 16.30 uur 0 03 Voor dit examen zijn maximaal 90 punten te behalen; het examen bestaat uit 0 vragen. Voor
Nadere informatieTentamen Wiskunde B. Het gebruik van een mobiele telefoon of andere telecommunicatieapparatuur tijdens het tentamen
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Tentamen Wiskunde B Datum: 3 januari Tijd: 9. -. uur Aantal opgaven: 5 Zet uw naam op alle in te leveren blaadjes. Laat bij elke opgave door middel van een berekening
Nadere informatie0. voorkennis. Periodieke verbanden. Bijzonder rechthoekige driehoeken en goniometrische verhoudingen
0. voorkennis Periodieke verbanden Bijzonder rechthoekige driehoeken en goniometrische verhoudingen Er zijn twee verschillende tekendriehoeken: de 45-45 -90 driehoek en de 30-0 -90 -driehoek. Kenmerken
Nadere informatie10.0 Voorkennis. Herhaling van rekenregels voor machten: a als a a 1 0[5] [6] Voorbeeld 1: Schrijf als macht van a:
10.0 Voorkennis Herhaling van rekenregels voor machten: p p q pq a pq a a a [1] a [2] q a q p pq p p p a a [3] ( ab) a b [4] Voorbeeld 1: Schrijf als macht van a: 1 8 : a a : a a a a 3 8 3 83 5 Voorbeeld
Nadere informatie2 Kromming van een geparametriseerde kromme in het vlak. Veronderstel dat een kromme in het vlak gegeven is door een parametervoorstelling
TU/e technische universiteit eindhoven Kromming Extra leerstof bij het vak Wiskunde voor Bouwkunde (DB00) 1 Inleiding De begrippen kromming en kromtestraal worden in het boek Calculus behandeld in hoofdstuk
Nadere informatiewiskunde B pilot havo 2015-II
wiskunde B pilot havo 05-II Veilig vliegen De minimale en de maximale snelheid waarmee een vliegtuig veilig kan vliegen, zijn onder andere afhankelijk van de vlieghoogte. Deze hoogte wordt vaak weergegeven
Nadere informatieExamen HAVO. wiskunde B. tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Examen HAVO 2014 tijdvak 2 woensdag 18 juni 13.30-16.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Dit examen bestaat uit 19 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 77 punten te behalen. Voor
Nadere informatieTENTAMEN ELEKTROMAGNETISME
TENTMEN ELEKTROMGNETISME 23 juni 2003, 14.00 17.00 uur Dit tentamen bestaat uit 4 opgaven. OPGVE 1 Gegeven is een zeer dunne draad B waarop zch een elektrische lading Q bevindt die homogeen over de lengte
Nadere informatieAchter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.
Examen HAVO 05 tijdvak donderdag 8 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage. Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen. Dit examen
Nadere informatieVoorbeeldtentamen Wiskunde B
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Datum: Najaar 2018 Tijd: 3 uur Aantal opgaven: 6 Voorbeeldtentamen Wiskunde B Lees onderstaande aanwijzingen s.v.p. goed door voordat u met het tentamen begint.
Nadere informatieDe snelheid van de auto neemt eerst toe en wordt na zekere tijd constant. Bereken de snelheid die de auto dan heeft.
Opgave 1 Een auto Met een auto worden enkele proeven gedaan. De wrijvingskracht F w op de auto is daarbij gelijk aan de som van de rolwrijving F w,rol en de luchtwrijving F w,lucht. F w,rol heeft bij elke
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 woensdag 18 mei uur
Eamen VW 016 tijdvak 1 woensdag 18 mei 13.30-16.30 uur wiskunde (pilot) it eamen bestaat uit 16 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 79 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een
Nadere informatieUitwerkingen voorbeeldtentamen 1 Wiskunde B 2018
Uitwerkingen voorbeeldtentamen 1 Wiskunde B 2018 Vraag 1a 4 punten geeft ; geeft dus in punt A geldt ;, dus en Dit geeft Vraag 1b 4 punten ( ) ( ) ( ) Vraag 1c 4 punten ( ). Dit is de normaalvector van
Nadere informatieParagraaf 10.1 : Vectoren en lijnen
Hoofdstuk 10 Meetkunde met Vectoren (V5 Wis B) Pagina 1 van 13 Paragraaf 10.1 : Vectoren en lijnen Les 1 : Vectoren tekenen Definities Vector x = ( a ) wil zeggen a naar rechts en b omhoog. b Je kunt vectoren
Nadere informatieExamen VWO. wiskunde B1. tijdvak 2 woensdag 24 juni uur
Examen VWO 2009 tijdvak 2 woensdag 24 juni 3.30-6.30 uur wiskunde B Dit examen bestaat uit 8 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 80 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met een
Nadere informatieTentamen 8DB00 Beeldvorming en verwerking
Tentamen 8DB00 Beeldvorming en verwerking 9 augustus 2016, 9-12h Dit tentamen bestaat uit 10 opgaven; 5 over beeldvorming en 5 over beeldanalyse. In totaal kun je 100 punten verdienen (50 per deel), dit
Nadere informatieFACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE. Kenmerk: /vGr. Datum: 24 juli 2000 TENTAMEN
FACULTEIT TECHNISCHE NATUURKUNDE Kenmerk: 46055519/vGr Datum: 24 juli 2000 Vak : Inleiding Optica (146012) Datum : 21 augustus 2000 Tijd : 9.00 uur - 12.30 uur TENTAMEN Indien U een onderdeel van een vraagstuk
Nadere informatieUitwerkingen tentamen 8C080 - april 2011
Uitwerkingen tentamen 8C8 - april 211 Opgave 1. Mutual information Gegeven zijn twee 3D datasets van dezelfde patient, nl. een CT scan en een MRI scan van het hoofd. Grid im1 RandomInteger 1, 4, 5, 5,
Nadere informatieUitwerkingen oefeningen hoofdstuk 4
Uitwerkingen oefeningen hoofdstuk 4 4.4.1 Basis Lijnen en hoeken 1 Het assenstelsel met genoemde lijnen ziet er als volgt uit: 4 3 2 1 l k -4-3 -2-1 0 1 2 3 4-1 -2-3 n m -4 - Hieruit volgt: a Lijn k en
Nadere informatie12.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los de vergelijking sin(a) = 0 op. We zoeken nu de punten op de eenheidscirkel met y-coördinaat 0.
12.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Los de vergelijking sin(a) = 0 op. We zoeken nu de punten op de eenheidscirkel met y-coördinaat 0. Dit is in de punten (1,0) en (-1,0) (1,0) heeft draaiingshoek 0 (-1,0) heeft
Nadere informatieNoordhoff Uitgevers bv
Vlak en kegel bladzijde a Als P ( x,, ) de projectie van P op het Ox-vlak is, dan is driehoek OP P een gelijkbenige rechthoekige driehoek met OP P = Dan is OP = x + en is PP = z Met de stelling van Pthagoras
Nadere informatieTrillingen en geluid wiskundig. 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude
Trillingen en geluid wiskundig 1 De sinus van een hoek 2 Uitwijking van een trilling berekenen 3 Macht en logaritme 4 Geluidsniveau en amplitude 1 De sinus van een hoek Eenheidscirkel In de figuur hiernaast
Nadere informatieEindexamen wiskunde B1-2 havo 2006-I
Verkeersdichtheid We gaan uit van de volgende (denkbeeldige) situatie (zie figuur 1). Op een weg rijden auto s met een snelheid van 80 kilometer per uur. e auto s houden een onderlinge afstand van 45 meter.
Nadere informatie5.1 Lineaire formules [1]
5.1 Lineaire formules [1] Voorbeeld : Teken de grafiek van y = 1½x - 3 Stap 1: Maak een tabel met twee coördinaten van deze lijn: x 0 2 y -3 0 Stap 2: Teken de twee punten en de grafiek: 1 5.1 Lineaire
Nadere informatieUitwerkingen tentamen optica
Uitwerkingen tentamen optica april 00 Opgave a) (3pt) Voor de visibility, fringe contrast of zichtbaarheid geldt: waarbij zodat V = I max I min I max + I min, () I max = I A + I B + I A I B cos δ met cos
Nadere informatieVoorbeeldtentamen Wiskunde B
CENTRALE COMMISSIE VOORTENTAMEN WISKUNDE Datum: Najaar 2018 Tijd: 3 uur Aantal opgaven: 6 Voorbeeldtentamen Wiskunde B Lees onderstaande aanwijzingen s.v.p. goed door voordat u met het tentamen begint.
Nadere informatieOEFENPROEFWERK VWO B DEEL 3
Formules OEFENROEFWERK VWO B DEEL HOOFDSTUK GONIOMETRISCHE FORMULES cos( t u) cos( t)cos( u) sin( t)sin( u) sin( A) sin( A)cos( A) sin( t u) sin( t)cos( u) cos( t)sin( u) cos( t u) cos( t)cos( u) sin(
Nadere informatie2010-II bij vraag 1. Vooraf: De stelling van de constante (omtreks)hoek.
200-II bij vraag Vooraf: De stelling van de constante (omtreks)hoek. Een applet (animatie) hierover is te vinden op bijvoorbeeld: http://home.planet.nl/~hietb062/java3.htm#constantehoek De punten P op
Nadere informatieleeftijd kwelder (in jaren)
Kwelders De vorm van eilanden, bijvoorbeeld in de Waddenzee, verandert voortdurend. De zee spoelt stukken strand weg en op andere plekken ontstaat juist nieuw land. Deze nieuwe stukken land worden kwelders
Nadere informatiewiskunde B pilot vwo 2017-II
Twee machten van maimumscore 5 f' ( ) = ln() + ln() Uit f' ( ) = volgt dat = Dus + = ( = ) Hieruit volgt = a+ a, met a =, moet minimaal zijn De vergelijking a = moet worden opgelost Dit geeft Hieruit volgt
Nadere informatieHierin is λ de golflengte in m, v de golfsnelheid in m/s en T de trillingstijd in s.
Inhoud... 2 Opgave: Golf in koord... 3 Interferentie... 4 Antigeluid... 5 Staande golven... 5 Snaarinstrumenten... 6 Blaasinstrumenten... 7 Opgaven... 8 Opgave: Gitaar... 8 Opgave: Kerkorgel... 9 1/10
Nadere informatieExamen HAVO. wiskunde B (pilot) tijdvak 1 maandag 23 mei 13:30-16:30 uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.
Eamen HAV 2016 tijdvak 1 maandag 23 mei 13:30-16:30 uur wiskunde B (pilot) Bij dit eamen hoort een uitwerkbijlage. Dit eamen bestaat uit 18 vragen. Voor dit eamen zijn maimaal 77 punten te behalen. Voor
Nadere informatieIJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni Nummer vragenreeks: 1
IJkingstoets Wiskunde-Informatica-Fysica 29 juni 206 Nummer vragenreeks: IJkingstoets wiskunde-informatica-fysica 29 juni 206 - reeks - p. /0 Oefening Welke studierichting wil je graag volgen? (vraag
Nadere informatieHertentamen Optica. 20 maart 2007. Zet je naam, studentennummer en studierichting bovenaan elk vel dat je gebruikt. Lees de 6 opgaven eerst eens door.
Hertentamen Optica 20 maart 2007 Zet je naam, studentennummer en studierichting bovenaan elk vel dat je gebruikt. Lees de 6 opgaven eerst eens door. Opgave 1 Slechts eenmaal heeft God de natuurwetten blijvend
Nadere informatieExamen HAVO. wiskunde B1,2. tijdvak 1 dinsdag 20 mei uur
Examen HAVO 2008 tijdvak 1 dinsdag 20 mei 13.30-16.30 uur wiskunde B1,2 Dit examen bestaat uit 18 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 83 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten met
Nadere informatieHoofdstuk 4: Meetkunde
Hoofdstuk 4: Meetkunde Wiskunde VMBO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 4: Meetkunde Wiskunde 1. Basisvaardigheden 2. Grafieken en formules 3. Algebraïsche verbanden 4. Meetkunde Getallen Assenstelsel Lineair
Nadere informatieBij deze PTA-toets hoort een uitwerkbijlage, die behoort bij opdracht 4c. Pagina 1 van 8. Vestiging Westplasmavo
Vestiging Westplasmavo vak : Wiskunde leerweg : TL toetsnummer : 4T-WIS-S06 toetsduur: : 100 minuten aantal te behalen punten : 56 punten cesuur : 28 punten toetsvorm : Schriftelijk hulpmiddelen : Geodriehoek,
Nadere informatieEindexamen wiskunde B1-2 havo 2008-I
Steeds meer vlees In wordt voor de periode 1960-1996 zowel de graanproductie als de vleesproductie per hoofd van de wereldbevolking weergegeven. Hiervoor worden twee verticale assen gebruikt. De ronde
Nadere informatie10 Afstanden. rood. even ver van A als van C even ver van A, van C en van E. 10 m. blauw
28 1 10 fstanden even ver van als van C even ver van, van C en van E 10 m Q ligt even ver van P als van Q, net zo. Dus is middelloodlijn van lijnstuk PQ, dus lijn staat loodrecht op lijn. 180 + = 90 2
Nadere informatieDe parabool en de cirkel raken elkaar in de oorsprong; bepaal ook de coördinaten van de overige snijpunten A 1 en A 2.
BURGERLIJK INGENIEUR-ARCHITECT - 5 SEPTEMBER 2002 BLZ 1/10 1. We beschouwen de cirkel met vergelijking x 2 + y 2 2ry = 0 en de parabool met vergelijking y = ax 2. Hierbij zijn r en a parameters waarvoor
Nadere informatie