1. ALGEMEEN... 4 VOORWOORD... 4 GESCHIEDENIS VAN DE SCHOOL... 5 DOELEN EN MISSIE... 6 DE ONDERWIJSRESULTATEN... 7

Transcriptie

1 REGIONALE SCHOLENGEMEENSCHAP ENKHUIZEN school voor ATHENEUM, HAVO en VMBO-TL SCHOOLGIDS Tel : Boendersveld DK Enkhuizen bankrekeningnummer: IBAN: NL76 ABNA

2 Inhoud 1. ALGEMEEN... 4 VOORWOORD... 4 GESCHIEDENIS VAN DE SCHOOL... 5 DOELEN EN MISSIE... 6 DE ONDERWIJSRESULTATEN NAMEN EN ADRESSEN... 8 RAAD VAN TOEZICHT... 8 SCHOOLLEIDING... 8 DECANEN... 8 MENTOREN... 8 INSPECTIE... 9 SCHOOLARTSEN... 9 MEDEZEGGENSCHAPSRAAD... 9 ZORGTEAM BESLUITVORMING EN INSPRAAK MEDEZEGGENSCHAPSRAAD LEERLINGENRAAD ORGANISATIE TOELATING BRUGKLAS TOELATING TOT OVERIGE LEERJAREN BRUGPERIODE STROMEN OP DE RSG TWEETALIG ONDERWIJS (tto) INDELING BRUGKLASSEN KLEINE BRUGKLAS VMBO-THEORETISCHE LEERWEG HAVO EN ATHENEUM, TWEEDE FASE INTERNATIONALISERING PERSOONLIJKE ONTWIKKELING PROFIELEN STUDIELAST LEERDOMEINEN HET EXAMEN DOORSTROOM Lessentabel , bovenbouw (een les = 60 minuten) Lessentabel , onderbouw (een les = 60 minuten) LESTIJDEN LESUITVAL OVERBLIJVEN MEDIATHEEK UITLEENREGELS LEERLINGKLUISJES LEERLINGBEGELEIDING STUDIEBEGELEIDING DYSLEXIE EN BEGELEIDING LEERLING MET EEN HANDICAP EN/OF STOORNIS FAALANGSTREDUCTIE KLACHTENCOMMISSIE EXTERNE VERTROUWENSPERSOON INTERNE BEGELEIDING EN ZORGADVIESTEAM (ZAT) MENTOR DECAAN Pagina 2

3 6. OUDERS EN SCHOOL CONTACT MET OUDERS RAPPORTEN PUBLICATIE FOTO S LEERLINGEN OUDERAVONDEN SPREEKAVONDEN OUDERLESSEN (brugklas 1) NIEUWSBRIEF SCHOOL DIT JAAR TAKEN EN HEREXAMENS DE EERSTE LESDAG VAKANTIEREGELING FINANCIEN.31 GRATIS SCHOOLBOEKEN HOE OM TE GAAN MET DE GRATIS LEERMIDDELEN? INLEVERING BOEKEN EN AFHANDELING SCHADE EN/OF VERLIES EXTRA LEERMIDDELENPAKKET VRIJWILLIGE OUDERBIJDRAGE FINANCIELE TEGEMOETKOMING SCHOOLKOSTEN WIJZE VAN BETALEN WERKWEKEN/INTRODUCTIEDAGEN KWIJTSCHELDING/REDUCTIEREGELING Overzicht vrijwillige ouderbijdrage onderbouw schooljaar Overzicht vrijwillige ouderbijdrage bovenbouw schooljaar ZELF AAN TE SCHAFFEN LES- EN SCHOOLMATERIALEN ONGEVALLENVERZEKERING DOORLOPENDE REISVERZEKERING ACTIVITEITEN EVENEMENTENCOMMISSIE ARBEIDSORIËNTATIE SCHOOLSPORT EXCURSIES WERKWEKEN REGLEMENTEN DE LEERPLICHTW ET ARBO DE RSG TEGEN AGRESSIE EN GEWELD Pagina 3

4 1. ALGEMEEN VOORWOORD De schoolgids is een bron van informatie over allerlei zaken die de Regionale Scholengemeenschap Enkhuizen betreffen. De schoolgids wordt gepubliceerd op onze website: Op deze site is naast de schoolgids ook veel actuele informatie te vinden zoals de nieuwsbrieven en verslagen van activiteiten. Om ouders en leerlingen te informeren over hetgeen de school wil bereiken en over de resultaten die de school met het onderwijs bereikt, zijn de doelen van de RSG en de in-, door- en uitstroomgegevens in deze gids opgenomen. Veranderingen kenmerken het onderwijs, zo ook in het schooljaar Veel aandacht wordt geschonken aan de kwaliteit van het onderwijs. En dat is een goede zaak, omdat alle deelnemers aan onze samenleving baat hebben bij kwalitatief hoogwaardig onderwijs. Naast het verwerven van kennis en inzicht, staan ook het leerproces van de leerling en de aandacht voor onder andere vaardigheden en samenhang van de lesstof centraal in ons onderwijs. De RSG kiest bewust en met overtuiging voor deze visie om daardoor leerlingen optimaal voor te bereiden op hun toekomst. Immers, hóe kennis en inzicht kunnen worden toegepast, wordt steeds belangrijker. En: van iedereen wordt verwacht dat men blijft leren, een leven láng leren zelfs! Dáárom is aandacht voor het leerproces zo wezenlijk belangrijk. Naast aandacht voor kwaliteit staat ook aandacht voor nieuwe ontwikkelingen binnen het onderwijs hoog op de agenda van dit schooljaar: Meer maatwerk bieden, om beter aan te sluiten bij de persoonlijke kwaliteiten, interesses en ontwikkeling van leerlingen. De RSG streeft op verschillende manieren kleinschaligheid na. Zo is het gebouw op een bijzondere wijze ingericht waardoor kleinschaligheid en eigenheid ontstaan. Deze leeromgeving stimuleert leerling en docent het leren op de RSG verder te ontwikkelen volgens de normen van deze tijd. Daarnaast is de school organisatorisch opgedeeld in vier eenheden. Vier mini-scholen waar de conrector en het personeelsteam verantwoordelijk zijn voor het onderwijs aan zo n leerlingen. Naast al deze ontwikkelingen staan de dagelijkse lessen binnen de RSG op de eerste plaats. De leerlingen verdienen de aandacht die zij nodig hebben om het schooljaar tot een goed einde te brengen. Het mag duidelijk zijn: op allerlei manieren is de RSG Enkhuizen actief bezig met de toekomst van onze leerlingen. Ondanks alle veranderingen blijft de opbouw van de school zoals deze was: de leerlingen hebben na de brugperiode de keuze uit een aanbod van atheneum, havo of vmbo-theoretische leerweg. Het tweetalig onderwijs (tto) en de stromenschool in de onderbouw vormen daarop een waardevolle aanvulling. Daarbij is het tweetalig onderwijs op onze school bij uitstek een voorbeeld waarin getoond wordt dat leerlingen worden voorbereid op de maatschappij van morgen. Wat ook blijft - en daar ligt de kern van de school - is dat de RSG Enkhuizen zich ten doel stelt de individuele leerling te begeleiden bij het vinden van zijn weg door de school, zoals bij het verwerven van kennis, vaardigheden en inzicht, het leren studeren, het plannen, het nemen van beslissingen en verantwoordelijkheid, het samenstellen van een vakkenpakket, het leren werken in teamverband, et cetera. U kunt ervan overtuigd zijn dat voor het bereiken van dit doel allen die aan de RSG Enkhuizen zijn verbonden, zich naar beste vermogen zullen inzetten. Ik wens een ieder een goed, plezierig en leerzaam schooljaar toe! A. Sluis voorzitter College van Bestuur Pagina 4

5 GESCHIEDENIS VAN DE SCHOOL De Regionale Scholengemeenschap Enkhuizen kwam op 1 augustus 1991 tot stand door een fusie tussen de Rijksscholengemeenschap en de Groen van Prinsterer mavo, beide gevestigd in Enkhuizen. Maar de geschiedenis van de school gaat verder terug: HBS Op 1 september 1870 werden de deuren van de driejarige Hogere Burgerschool in Enkhuizen voor het eerst geopend voor 16 leerlingen in de eerste klas, 11 leerlingen in de tweede klas en 2 leerlingen in de derde klas, allen jongens. Vanaf 1882 was de school ook toegankelijk voor meisjes. In 1968 werd deze zelfstandige school een dependance van de Rijksscholengemeenschap West-Friesland in Hoorn. ULO Eveneens op 1 september, maar pas in 1947 ging in Enkhuizen de gemeentelijke school voor U.L.O. van start met een eerste klas van 42 leerlingen. FUSIE In 1975 werd de Rijksscholengemeenschap Enkhuizen voor mavo/havo een feit door de fusie van de gemeentelijke mavo en het Enkhuizer deel van de RSG West-Friesland. De nieuwe school begon met 524 leerlingen. Enkele jaren later werd het atheneum aan de school toegevoegd. GROEN VAN PRINSTERER Nog voor de wet op de gelijkstelling van openbaar onderwijs en bijzonder onderwijs in 1920 tot stand kwam, hebben ouders, verenigd in de Vrije Protestantse Schoolvereniging, een school voor Lager en Uitgebreid Lager Onderwijs gesticht: de Groen van Prinstererschool. Deze school werd in 1917 geopend. UITBREIDINGEN RSG ENKHUIZEN Sinds 1981 is de RSG gehuisvest in één gebouw aan het Boendersveld. Al snel waren noodlokalen nodig omdat het leerlingaantal sterk toenam. In januari 1997 werd een uitbreiding van het hoofdgebouw aan het Boendersveld in gebruik genomen, waardoor alle leerlingen in één modern gebouw konden worden gehuisvest. Echter, doordat veel meer leerlingen dan verwacht werd de RSG als hun school kozen, bleven de noodlokalen nog steeds in gebruik. Zo kort ná de vorige uitbreiding kon in 2002 de RSG weer bouwen. Maar liefst 4000 m² werd toegevoegd aan het gebouw van 7700 m². Een toekomstvisie op onderwijs, vertaald in het concept leren-leren, vormde de basis voor deze uitbreiding. Kleinschaligheid en de uitdaging om op school te leren en te werken, leidden tot een eigen studiedomein voor alle vier afdelingen van de school. Omdat de school blijft groeien is in 2013 een overblijfruimte voor de brugklasleerlingen en een nieuwe personeelskamer aan het gebouw toegevoegd. Tevens zijn de looproutes door het gebouw verbeterd. Omdat steeds meer taken aan de school worden toegevoegd, zoals voor de zorg en voor ict, groeit het aantal medewerkers. Daarom is het gebouw in 2015 wederom uitgebreid. Betere werkplekken voor personeelsleden zijn gerealiseerd. BESTUUR/RAAD VAN TOEZICHT Omstreeks 1991 droeg het Rijk het bestuur van de Rijksscholen over aan de gemeenten. Daarom is bij de fusie in 1991 naast de Rijksoverheid en de VPCO, ook de Gemeente Enkhuizen een van de gesprekspartners geweest. Deze partijen besloten om het bestuur onder te brengen in een zogenaamd Openbaar Lichaam. Sinds 1 januari 1999 is deze bestuursvorm gewijzigd in een openbare stichting. Zowel de gemeente Enkhuizen als de VPCO hebben zich uit het bestuur van de RSG teruggetrokken. Daarentegen zijn namens de ouders bestuursleden benoemd. Hierdoor is de invloed van de ouders op het bestuur van de school vergroot! Vanaf 1 juni 2011 is scheiding van bestuur en toezicht een feit. De Raad van Toezicht controleert het College van Bestuur of de doelen van de school worden behaald. De samenstelling van de Raad van Toezicht treft u aan op pagina 8. Pagina 5

6 DOELEN EN MISSIE De RSG Enkhuizen is een openbare school die actieve pluriformiteit nastreeft. Dit betekent dat de school openstaat voor leerlingen en volwassenen, die ongeacht hun herkomst, levensovertuiging of geaardheid, met respect met elkaar omgaan. Het is van belang dat alle betrokkenen gestimuleerd worden naar elkaar te luisteren om van elkaars overtuiging kennis te nemen zodat de school kan bijdragen aan een menswaardige samenleving. Naast het doel vanuit de openbare identiteit heeft de school een eigen missie. Deze luidt: Een levende school, een school voor je leven Wij zijn een bruisende school waar ruimte is voor tal van leeractiviteiten binnen en buiten de schoolmuren. Wij laten je kennis opdoen over de wereld van vandaag en maken je nieuwsgierig naar die van morgen. Wij dagen je uit tot het geven van antwoorden en vooral tot het stellen van vragen. Wij helpen je het beste uit jezelf te halen in je ontwikkeling tot een zelfstandig mens. Wij zijn ook een kleurrijke school waar je mag zijn wie je bent en waar je zorg draagt voor elkaar. Wij volgen jouw ontwikkeling en die van onszelf nauwgezet. Zo houden we iedereen bij de les! Pagina 6

7 DE ONDERWIJSRESULTATEN Kwaliteitskaart 2015 Op 1 oktober 2014: 1651 leerlingen: in de eerste twee leerjaren: 38% van de leerlingen: vanaf het 3 e jaar: vmbo-tl: 17% havo: 25% vwo: 20% Opleiding vmbo-tl havo vwo % leerlingen in leerjaar 3 zonder zittenblijven 92% 95% 99% Van derde leerjaar naar diploma zonder zittenblijven 79%* 56%* 54%* * voor vmbo-tl heeft dit betrekking op twee leerjaren * voor havo op drie en voor vwo op vier leerjaren Centrale examens 2014 behaalde cijfers vmbo-tl havo vwo Gemiddeld cijfer alle vakken 6,5 6,2 6,3 Nederlands 6,0 6,2 6,6 Engels, Frans, Duits 6,3 6,4 6,3 aardrijkskunde en geschiedenis 6,0 5,9 5,4 economische vakken 6,2 6,2 6,6 wiskunde, natuurkunde, scheikunde, biologie 6,9 6,3 6,3 Deelname examen 2014 havo vwo Per profiel Cultuur en Maatschappij 11% 13% Economie en Maatschappij 50% 36% Natuur en Gezondheid 31% 34% Natuur en Techniek 8% 17% Slagingspercentages juni 2014 (na tweede tijdvak): Vmbo-tl: 87,6 % Havo: 83,7 % Vwo: 79,6 % Toelichting resultaten Het beleid van de RSG is er op gericht de leerlingen kansen te geven. Dit uit zich in een positief bevorderingsbeleid. Uiteraard houden we de cijfers als school nauwlettend in het oog. Ambitieus als de school is, willen we elk jaar hoger scoren met de examenresultaten dan in het vorige schooljaar. Kwaliteit wordt niet alleen gemeten op grond van harde cijfers. Kwaliteit bestaat ook uit: respect hebben voor de medemens, kennismaken met andere culturen, deelnemen aan culturele activiteiten, nadenken over waarden en normen, het verkrijgen van een juist zelfbeeld, werken in een veilige omgeving. Dit heet in onderwijsland: de achterkant van de kwaliteitskaart! Op al deze terreinen zet de RSG zich in, zodat leerlingen goed voorbereid worden op hun positie in de maatschappij. Het kiezen van de juiste vervolgopleiding is daar een onderdeel van. Uitgangspunt is altijd proberen de kwaliteiten van de leerling tot zijn recht te laten komen en de leerling uiteindelijk op de juiste plaats te krijgen. Pagina 7

8 2. NAMEN EN ADRESSEN RAAD VAN TOEZICHT dhr. E.W.M. van de Bijl voorzitter dhr. P.C.M. Eppink vice-voorzitter dhr. G. Mos lid mw. M.W. Bleeker lid Postadres: Boendersveld 3, 1602 DK Enkhuizen adres: SCHOOLLEIDING Voorzitter College van Bestuur Algehele leiding/interne organisatie/financiën dhr. A. Sluis Lid College van Bestuur Onderwijs/Personeelszaken/Roosterzaken mw. drs. M.A.G. Kuper Conrectoren conrector brugklas 1/contact basisscholen dhr. P. Harlaar conrector vmbo-tl ` mw. A. Spijkers MeL conrector havo conrector atheneum conrector financiën en bedrijfsvoering mw. M.J. Rövekamp MeM dhr. drs. D.J. Lam mw. G.A.M. de Jong-Groen DECANEN dhr. R. van Schaick dhr. J. Koekkoek dhr. M. Burger afdeling vmbo-tl afdeling havo afdeling atheneum Spreekuur leerlingen : donderdagochtend Ouders : op afspraak tel: MENTOREN Bij het ophalen van de boeken worden de namen van de mentoren van de leerlingen van de onderbouw bekend gemaakt. Pagina 8

9 INSPECTIE Inspectie van het Onderwijs Postbus GS Utrecht Klachtmeldingen over seksueel misbruik, seksuele intimidatie, fysiek geweld, psychisch geweld, zoals grove pesterijen, discriminatie, onverdraagzaamheid, fundamentalisme, radicalisering, extremisme: Meldpunt vertrouwensinspecteurs (lokaal tarief) SCHOOLARTSEN G.G.D. Hollands Noorden afd. Jeugdgezondheidszorg locatie Hoorn Postbus AH Schagen tel: website: Jeugdarts: Loes van der Scheer Jeugdverpleegkundige: Luciènne Slijkerman De Jeugdverpleegkundige is elke maandag aanwezig op school. Bij zorgen of vragen over gezondheid, groei of welzijn van leerlingen, kan via de GGD een afspraak gemaakt worden. Meer informatie over de rol van de jeugdgezondheidszorg op de RSG volgt via de nieuwsbrieven van school. MEDEZEGGENSCHAPSRAAD adres: Postadres: Boendersveld 3, 1602 DK Enkhuizen Telefoonnummer: Onderwijzend personeel mw. W. Boon dhr. S. Bischoff dhr. S. de Jong mw. J. de Groot Onderwijs ondersteunend personeel dhr. K. Groot dhr. R. Appelman Ouders dhr. D. Tillema (voorzitter) dhr. P. Koopmann mevr. E. Steenhuis Leerlingen Afgevaardigd vanuit de leerlingenraad Pagina 9

10 ZORGTEAM mw. N. Volbeda Zorgcoördinator sociaal-emotionele problemen en vertrouwenspersoon mw. K. van der Meer Zorgcoördinator leer- en gedragsproblematiek mw. L. Hendriks Counselor Pagina 10

11 3. BESLUITVORMING EN INSPRAAK MEDEZEGGENSCHAPSRAAD Via de Medezeggenschapsraad (MR) hebben leerlingen, ouders en personeelsleden invloed op het beleid van de school. De MR bestaat uit: leerlingen (3 vanuit de leerlingenraad) ouders (3 vanuit de ouderraad) personeelsleden (6 vanuit de personeelsraad) De namen van de MR-leden staan vermeld op pagina 9 van deze gids. De MR vergadert 6 keer per jaar, waarbij ook het College van Bestuur aanwezig is. De MR heeft wettelijke bevoegdheden: Recht op informatie en overleg. Advies- en instemmingsrecht. Het reglement van de MR beschrijft formeel de gang van zaken betreffende samenstelling, verkiezingen, bevoegdheden, taken, werkwijze en de procedure bij geschillen. De MR behandelt allerlei onderwerpen waarbij instemming of advies nodig zijn, bijvoorbeeld: Arbobeleid (jaarlijks actieplan). Begroting en jaarverslag van de stichting RSG. Missie, schoolplan (vijfjaarlijks) en jaarlijks actieplan. Kwaliteitsbeleid; onder andere het inspectierapport. Onderwijsbeleid; onder andere de invoering van de stromenschool. Personeelsbeleid; onder andere functiebeoordeling. Ieder MR-lid heeft de gelegenheid om zijn/haar mening naar voren te brengen. Na de discussie wordt het besluit van de MR bepaald, desgewenst na formele stemming. LEERLINGENRAAD De leerlingenraad bestaat uit maximaal 12 leerlingen. Aan het begin van het schooljaar worden zij gekozen uit de klassenvertegenwoordigers. De leerlingenraad levert 3 vertegenwoordigers, die plaatsnemen in de MR. Pagina 11

12 4. ORGANISATIE TOELATING BRUGKLAS 1 Een voorselectie op de basisschool en de PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg) van de RSG regelen de toelating tot de brugklas. In de PCL zitten de conrector van de brugklas en de zorgcoördinator leer- en gedragsproblematiek. De landelijke toelatingsprocedure maakt onderscheid tussen leerlingen die deze klas zullen volgen op scholen voor vwo, havo en/of scholen die een of meer leerwegen vmbo aanbieden. Bij deze voorselectie is rekening gehouden met het advies van de basisschool, de uitslag van de afgenomen psychologische test en de wens van de ouders. De RSG Enkhuizen is een scholengemeenschap die opleidingen biedt voor vmbo (de theoretische leerweg), havo en vwo. Alleen wanneer een leerling een eenduidig advies vmbo/beroepsgerichte leerwegen heeft, kan deze leerling niet op de RSG geplaatst worden. Tegen een weigering kunnen ouders bezwaar maken. Dit bezwaar moet schriftelijk aan het College van Bestuur worden gericht. Het College van Bestuur moet binnen vier weken, nadat ouders en leerling zijn gehoord, opnieuw een beslissing nemen. Mocht voor een leerling na plaatsing op school na verloop van tijd geconstateerd worden dat het niveau te hoog is, dan volgt de overstap naar een andere school. Deze overstap wordt zo goed mogelijk voorbereid en begeleid. Regionaal zijn hierover in het samenwerkingsverband West-Friesland afspraken gemaakt. TOELATING TOT OVERIGE LEERJAREN Leerlingen die tot andere leerjaren dan brugklas 1 van de RSG toegelaten willen worden, kunnen slechts toegelaten worden tot een leerjaar als zij van de laatst bezochte school in het bezit zijn van een overgangsbewijs tot dat leerjaar. Na informatie te hebben ingewonnen bij de laatst bezochte school beslist de toelatingscommissie of een leerling toegelaten wordt. Voor het maken van bezwaar tegen de beslissing van de toelatingscommissie verwijzen wij u naar het hoofdstuk Toelating tot brugklas 1. Overigens blijft de maximale verblijfsduur bij het wisselen van school volledig gehandhaafd. Het is niet toegestaan dat leerlingen voor de derde maal een zelfde leerjaar volgen. Ook het doubleren in twee opeenvolgende leerjaren, ongeacht op welke school, is uitgesloten. BRUGPERIODE De leerlingen van de eerste klas krijgen met drie nieuwe vakken te maken namelijk: Frans, wiskunde en techniek. Daarnaast zal de leerling moeten wennen aan een totaal nieuwe situatie: een nieuw gebouw, nieuwe medeleerlingen en elk uur een andere leerkracht et cetera. De brugklasmentoren en de docenten doen alle moeite om de aanpassing zo vlekkeloos mogelijk te laten verlopen. Een goed contact tussen de ouders en de school is daarbij een vereiste. Verwacht mag worden dat de ouders informatieavonden en ouderavonden bezoeken. STROMEN OP DE RSG De RSG kent vier stromen, te weten: Sport, Science en ICT, Kunst en Cultuur en tot slot een Brede Stroom. Op school is een speciale folder met informatie over deze stromen verkrijgbaar. De stromen worden in leerjaar 1 en 2 aangeboden. De kosten van deze stromen kunt u vinden bij het onderdeel Financiën verderop in deze gids. TWEETALIG ONDERWIJS (tto) Bij tweetalig onderwijs wordt in ieder geval 50% van de vakken in het Engels gegeven. Daardoor leert de leerling zich al heel snel moeiteloos in het Engels uit te drukken. Behalve dat de voertaal bij een aantal vakken Engels is, krijgt de leerling ook 'anders' Engels. Een tto-leerling krijgt daarnaast een extra Engelse les die ondersteunend is voor alle tto-vakken. De leerlingen houden zich bezig met onderwerpen over de hele wereld. Zij hebben contact met leerlingen in het buitenland via en uitwisselingen. Daarnaast werken ze aan Engelstalige projecten. Pagina 12

13 INDELING BRUGKLASSEN De RSG kent heterogene brugklassen, dat wil zeggen dat kinderen met verschillende testen en adviezen bij elkaar geplaatst worden. De meeste klassen hebben dus vmbo-, havo- en vwo-leerlingen in de groep. Een uitzondering wordt gemaakt voor de tto-klas (tto=tweetalig onderwijs) en de 'kleine brugklas'. De tto-klas bestaat uit havo/vwo-leerlingen en de 'kleine brugklas' uit vmbo-leerlingen. Leerlingen van de verschillende stromen zitten gewoon bij elkaar in de klas en komen tijdens de zogenaamde stroomuren bij elkaar in de groep van hun keuze. Elke stroom heeft twee klokuren per week, waarin een soort specialisatie gekozen wordt. KLEINE BRUGKLAS Naast de heterogeen samengestelde brugklassen heeft de RSG al jarenlang een zogenaamde kleine brugklas. Deze klas is bedoeld voor kinderen waarvan niet geheel duidelijk is of de theoretische dan wel de beroepsgerichte leerweg de beste keuze is. Wat belangrijk is om te weten: De groepsgrootte is tussen de 15 en 18 leerlingen. Plaatsing geschiedt in overleg met de ouder(s)/verzorger(s) en/of de leerkracht van de basisschool Er wordt hoofdzakelijk gewerkt met de basisstof, maar waar mogelijk mag de leerling extra stof maken. Er wordt gewerkt richting vmbo-tl niveau, maar wanneer een leerling goed presteert, is de overgang naar havo 2 mogelijk. VMBO-THEORETISCHE LEERWEG De theoretische leerweg is te vergelijken met de mavo van voorheen Het vmbo kent vier leerwegen: BASISBEROEPSGERICHTE LEERWEG KADERBEROEPSGERICHTE LEERWEG GEMENGDE LEERWEG THEORETISCHE LEERWEG De RSG-vmbo biedt de theoretische leerweg aan. Leerlingen met minimaal een vmbo-gl/tl-advies worden toegelaten. De opleiding voor het diploma theoretische leerweg vmbo duurt vier jaar, inclusief brugjaar 1 en is speciaal bedoeld om leerlingen voor te bereiden op het mbo (middelbaar beroeps onderwijs, specifiek voor het hoogste niveau). De mogelijkheid bestaat echter ook om na het behalen van het diploma over te stappen naar het vierde leerjaar havo. Brugklasleerlingen die doorstromen naar het vmbo, gaan naar de theoretische leerweg. Naast de vakken waarin uiteindelijk examen kan worden gedaan, volgen leerlingen in hun schoolloopbaan ook onderwijs in de vakken lichamelijke opvoeding, handvaardigheid, muziek, culturele en kunstzinnige vorming, techniek en maatschappijleer. Vmbo-2 is tevens het tweede jaar van de basisvorming. De leerlingen krijgen te maken met een aantal nieuwe vakken: Duits, economie en natuur-/scheikunde. De leerlingen van klas 2 krijgen extra steun bij het leren in de mentoruren, waarin ook aandacht wordt besteed aan oriëntatie op studie- en beroepskeuze. Halverwege de tweede klas vmbo starten de leerlingen met het samenstellen van hun vakkenpakket voor de derde klas. Naast de verplichte vakken: Nederlands, Engels, wiskunde, economie, biologie, culturele en kunstzinnige vorming, maatschappijleer, lichamelijke opvoeding en de studie-/mentorles, kiezen de leerlingen vier van de volgende zeven vakken: Frans, Duits, geschiedenis, aardrijkskunde, natuurkunde, scheikunde, beeldende vakken-2 (= tekenen). De vrijheid van keuze is afhankelijk van de sector. De keuzemogelijkheden voor klas 3 zijn zo geregeld dat een leerling, hoe hij of zij ook kiest, altijd minimaal twee sectoren open houdt. Pagina 13

14 De definitieve keuze voor de sector die een leerling in vmbo-4 gaat volgen, vindt plaats in het derde leerjaar. De leerlingen krijgen daarbij steun van hun mentor, de decaan en de vakdocent. Het derde leerjaar maakt deel uit van de examenperiode. Enkele onderdelen van het RSG-schoolexamen worden al in dit jaar afgenomen. De vakken ckv en maatschappijleer worden in dat jaar zelfs al geheel afgesloten. In klas 3, het derde leerjaar van de theoretische leerweg, kiest een leerling voor een van de volgende sectoren: TECHNIEK ZORG & WELZIJN ECONOMIE Elke sector kent: een gemeenschappelijk deel, dat bestaat uit de vakken Nederlands en Engels een sectordeel, dat 2 sector verplichte vakken bevat (dit is per sector verschillend) en een vrij deel waarin de leerling een keuze van twee vakken maakt uit de overige vakken: Frans, Duits, geschiedenis, aardrijkskunde, wiskunde, natuurkunde, scheikunde, biologie economie of beeldende vakken, voor zover ze niet in het sector gebonden deel voorkomen. Ook hier krijgen de leerlingen steun van hun mentor, de decaan en de vakdocent. De vrijheid van keuze is afhankelijk van de sector. Bevordering naar de vierde klas vindt plaats op grond van de resultaten van alle gevolgde vakken in klas 3. Uiteraard is daarbij ook van belang welke vakken gekozen worden in het examenpakket in klas 4. In de vierde klas krijgt iedere leerling te maken met het Schoolexamen én het Centraal Examen. Behalve de gekozen examenvakken moeten de leerlingen Lichamelijke Opvoeding en het sector werkstuk met een voldoende afronden om te kunnen deelnemen aan het Centraal Examen. Het cijfer van maatschappijleer uit het derde leerjaar komt op de cijferlijst te staan en bepaalt mede de uitslag van het examen. Tijdens de mentor-/studieles en het mentorspreekuur, biedt de mentor de leerlingen steun op het gebied van het leren leren en de loopbaanoriëntatie. Waarom vmbo-theoretische leerweg? Het is niet meer voldoende om veel te weten. Leerlingen moeten ook weten waar ze informatie kunnen vinden en wat ermee gedaan kan worden. Leerlingen moeten hun werk kunnen plannen, moeten kritisch kunnen terugkijken op de dingen die zijn gedaan, moeten conclusies kunnen trekken die ervoor zorgen dat dingen in de toekomst beter gaan. De tijd is voorbij dat alles wordt aangedragen en de leerling voortdurend bij de hand genomen wordt bij de dingen die moeten gebeuren. De vervolgopleidingen en de maatschappij willen zelfstandige mensen. Van het onderwijs wordt verwacht dat het leerlingen aflevert die zelfstandig kunnen functioneren en die zich kunnen presenteren. Een school waar een docent voor de klas staat en de leerlingen alleen maar passief in de klas zitten, sluit daar niet bij aan. De RSG helpt de leerlingen om ook aan de nieuwe eisen te voldoen. De RSG leert leerlingen samenwerken, informatie verzamelen en verwerken, presenteren, plannen, eigen werk en dat van anderen kritisch beoordelen, zelfstandig leren en werken met de computer. Bij dat alles wordt natuurlijk gebruik gemaakt van alle beschikbare middelen zoals: boeken, multimedia en internet. Hoe sluit het vmbo aan op het vervolgonderwijs? De theoretische leerweg van de RSG bereidt de leerlingen voor op de opleidingen van het hoogste niveau van alle sectoren van het middelbaar beroeps onderwijs (mbo), of het nu gaat om de beroeps opleidende leerweg (naar school met veel stages) of de beroeps begeleidende leerweg (de leerling heeft een beroep en gaat één dag per week naar school). In het examenjaar krijgen de leerlingen die doorstromen naar het mbo in hun programma zo mogelijk extra onderdelen aangeboden, die hen specifiek voorbereiden op de leerweg en de sector die zij gaan kiezen in het mbo. Daarbij moet onder andere gedacht worden aan specifieke vaardigheden en kennis die voor een bepaalde sector handig zijn en aan oriëntatie op loopbaan en beroep. Overstap vmbo T4 naar havo 4 In december 2011 is de toelatingscode overstap van vmbo naar havo vastgesteld in de Algemene Leden Vergadering van de VO-raad. In deze code zijn landelijke kader stellende afspraken vastgelegd waar havo-scholen bij het stellen van toelatingscriteria aan gehouden zijn. In de managementraad zijn de toelatingscriteria van de verschillende VO-scholen besproken. Op basis van de toelatingscode en de bespreking in de managementraad, hanteert de RSG-Enkhuizen de volgende toelatingscriteria: Een leerling mag naar havo als 1. hij/zij na het centraal examen gemiddeld een 6,8 staat *; 2. hij/zij de aansluitmodules heeft gemaakt voor de vakken die hij/zij op het havo gaat volgen en zijn verplicht; Pagina 14

15 3. hij/zij deze aansluitmodules met maximaal één onvoldoende heeft afgerond; 4. hij/zij onvoldoende heeft afgerond en het betreffende vak wel kiest op het havo, dient hij/zij een repetitieprogramma te maken; 5. hij/zij middels een motivatiebrief zijn/haar motivatie om naar de havo te gaan duidelijk heeft gemaakt; 6. hij/zij eventueel een intakegesprek heeft gehad met iemand van de ontvangende havo-afdeling (decaan of conrector). Tijdens dat gesprek wordt aandacht geschonken aan motivatie, leerhouding en leencapaciteiten. * met het gemiddelde cijfer wordt bedoeld het gemiddelde van het centraal examen en het schoolexamen. Pagina 15

16 HAVO EN ATHENEUM, TWEEDE FASE Het onderwijs in de bovenbouw heet het tweede fase onderwijs. Op de RSG hebben we het studiehuis letterlijk vorm gegeven door grote studiezalen te bouwen. In die zalen, die we domeinen noemen, zijn allerlei leeractiviteiten mogelijk. Daar kan de leerling alleen, in stilte, studeren; in een groepje, om een grote tafel gezeten, samenwerken en werken op de computer. De leerlingen zijn elke week enige uren in de domeinen aanwezig. Een leerling kan in de domeinen zelfstandig werken en actief zijn in het bepalen hoe hij of zij precies wil leren. De docenten zijn daar meer begeleiders en wat minder de docerende, sturende leerkrachten die precies vertellen hoe er geleerd moet worden. De vrijheid in zelfstandig werken is groot, maar dat is tegelijkertijd ook moeilijk. De leerling moet goed weten wat hij wil en moet wilskracht hebben. De mentor begeleidt de leerling bij zijn studie. INTERNATIONALISERING De RSG zet verdere stappen in de richting van Versterkt Talen Onderwijs (VTO) door leerlingen de mogelijkheid te geven deel te nemen aan examens van het Anglia Examination Syndicate uit Chichester, Engeland. Deze instelling geeft internationaal erkende diploma s uit op 10 verschillende algemene en 4 specifieke business niveaus. De leerling die zich voor een dergelijk examen wil opgeven, werkt in eigen tijd, eventueel met steun van de bij de organisatie betrokken docenten, aan de voorbereiding voor dit examen. Deelname aan een examen kost betrekkelijk weinig, prijzen zijn afhankelijk van het niveau van het examen en varieren van 12,50 tot 135,-- (Masters). Benadrukt wordt dat het hier niet een reguliere activiteit voor het vak Engels betreft, maar dat de leerling in eigen tijd, en onder eigen verantwoordelijkheid bezig is met de voorbereiding en afleggen van het examen. In de keuzeles kan de leerling zich onder begeleiding voorbereiden op de Anglia-examens. De invoering van het tweetalig onderwijs (tto) betekent dat internationaliseringactiviteiten de komende jaren steeds vaker door de verschillende vakken - ook vakoverstijgend - zullen worden uitgevoerd. Ook in de bovenbouw van het havo en vwo kunnen de leerlingen, die daarvoor in aanmerking komen, de reguliere lessen Engels inruilen voor het volgen van lessen Engels die voorbereiden voor één van de, internationaal hoog gewaardeerde, Cambridge Certificaten (CAE of CPE). Dit geldt voor het vwo voor de 4 e en 5 e klassen. Voor havo 4 (FCE) wordt in schooljaar gestart met een pilot. De kosten kunt u in het hoofdstuk Financiën terugvinden. De leerlingen volgen in het vwo dan 3 in plaats van 2 klokuren Engels per week en worden binnen het bestaande rooster geplaatst. In de bovenbouw van het Atheneum kan er ook een programma worden gevolgd van Cambridge University. Dat programma is een Pre-U programma (=pre universiteit), het heeft als onderwerp Global Perspectives en is uitdrukkelijk bedoeld om onderzoekvaardigheden te leren. Het is een uitdagend programma en levert, naast een prestige certificaat, ook een verplicht profielwerkstuk op. PERSOONLIJKE ONTWIKKELING Persoonlijke ontwikkeling is een vorm van leren door het doen van vrijwilligerswerk. Een persoonlijke ontwikkeling stage doe je voor de ander èn voor je eigen persoonlijke ontwikkeling. De leerling oefent zijn sociale vaardigheden en krijgt binding met, zelfvertrouwen in, en meer zicht op de ( lokale) samenleving. Voor het doen van een persoonlijke ontwikkeling stage word je nooit betaald. Op de RSG is, net als bij andere scholen, de persoonlijke ontwikkeling stage een verplicht onderdeel van de schoolcarrière. Voor havo en vwo kennen we de persoonlijke ontwikkeling stage al jaren. De vwo- en havo leerlingen starten in klas 4. De havo leerling doet een stage van 30 uur, voor vwo leerlingen is een stage van 40 uur verplicht. Let op, de persoonlijke ontwikkeling stage is geen beroepsoriënterende stage! PROFIELEN Het programma in havo (hoger algemeen vormend onderwijs) en atheneum (vwo, voorbereidend wetenschappelijk onderwijs) is ingericht volgens profielen. Dat zijn samenhangende onderwijsprogramma s die afgestemd zijn op verwante studies in het vervolgonderwijs. De leerlingen kunnen kiezen uit vier profielen: natuur en techniek, NT: wiskunde-b, natuurkunde, scheikunde; natuur en gezondheid, NG: wiskunde-a of B, scheikunde, biologie; economie en maatschappij, EM: wiskunde-a of B, geschiedenis, economie; cultuur en maatschappij, CM: wiskunde-a (atheneum), geschiedenis, kunst (beeldende vorming) en/of taal/talen. Pagina 16

17 Er bestaan verschillen tussen havo en atheneum, maar voor elke leerling geldt dat hij of zij het volgende moet volgen: het gemeenschappelijk deel, bestaande uit vakken die voor alle profielen gelijk zijn; een profieldeel, bestaande uit vakken die kenmerkend zijn voor dat profiel; een keuze-examenvak, een keuze uit vakken die in overleg met de school gemaakt wordt. Als afsluiting van de tweede fase moet elke leerling een profielwerkstuk maken. Het profielwerkstuk betreft een onderzoeksopdracht, waar tenminste twee van de profielvakken bij betrokken moeten zijn. In de derde klassen worden door de leerlingen de keuzes gemaakt. In de vierde klassen beginnen alle profielen met het onderwijs. De leerlingen worden begeleid bij hun studie/profielkeuzetraject door de mentor. STUDIELAST In de tweede fase wordt niet meer in lesuren gerekend. De tijd die een leerling voor een vak kwijt is, wordt uitgedrukt in studielast. Voor bijvoorbeeld het vak Nederlands in het havo is een totale studielast begroot op 400 uur. De studielastbenadering gaat uit van de tijd die de gemiddelde leerling nodig heeft om zich een bepaalde hoeveelheid stof eigen te maken, zowel op school als thuis. De studielast omvat alles: werkstukken schrijven, boeken lezen, werken in de mediatheek, excursies, volgen van lessen, huiswerk, enz. LEERDOMEINEN De begeleiding van de leerling staat centraal. Zelfstandig en actief leren kan niet zomaar opeens ontstaan. Voortbouwend op de kennis en vaardigheden uit de basisvorming zullen de leerlingen met steun van mentoren, vakdocenten en onderwijsassistenten naar zelfstandigheid geleid worden. Elke leerling heeft een mentor en een ingeroosterd mentoruur per week. Daarnaast worden met elke leerling afspraken voor individuele gesprekken gemaakt. Er zijn aparte leerdomeinen voor havo en atheneum. De leerdomeinen zijn zo ingericht dat er verschillende studieactiviteiten tegelijkertijd kunnen plaatsvinden. De leerlingen kunnen de activiteit kiezen waaraan op dat moment de meeste behoefte bestaat. Leerlingen kunnen hun eigen leerstijl ontwikkelen en vormgeven. Leerlingen kunnen afspraken maken met andere leerlingen en kunnen bijna onbeperkt gebruik maken van moderne computers en internetaansluitingen. Leerlingen krijgen elke dag een keuzeles. Dit zijn speciaal ingeroosterde uren waarin een leerling kan kiezen voor welk vak hij/zij ondersteuning wil. Ook kan de leerling ervoor kiezen zelfstandig verder te werken aan een vak naar keuze. De docenten zijn zo ingeroosterd dat elk vak een of meerdere keren per week gekozen kan worden. Op deze manier kan een leerling zelf bepalen wanneer hij/zij extra aandacht aan een moeilijk vak wil geven. Onze leerdomeinen geven voor deze aanpak meer dan genoeg ruimte. HET EXAMEN Het examen bestaat uit een landelijk deel (centraal examen) en een deel dat door de school wordt georganiseerd (schoolexamen). Beide delen tellen voor 50% mee. Voor sommige vakken is er alleen een schoolexamen. De school beschrijft alle vakken in een zogeheten programma van toetsing en afsluiting (PTA): het programma van het schoolexamen, de producten die geleverd moeten worden en de criteria waaraan deze moeten voldoen. In het kader van de tweede fase ontvangen alle bovenbouwleerlingen dit PTA aan het begin van klas 4. Het PTA is in te zien via Magister Webportal. Het examendossier is een map met daarin de lijst met beoordelingen, alle voor het schoolexamen gemaakte tentamens, de praktische opdrachten, het profielwerkstuk en de specifiek door de school gestelde eisen, zoals persoonlijke ontwikkeling/maatschappelijke stage. Het examendossier wordt al voor een deel in leerjaar 4 ingevuld en meegenomen naar leerjaar 5. Voor atheneum wordt het examendossier meegenomen naar het zesde leerjaar. Het examendossier wordt zorgvuldig door de leerling zelf bewaard. Het schoolexamen begint in het vierde leerjaar op het havo en in het vijfde leerjaar op het atheneum. Sommige vakken worden zelfs al in het vierde leerjaar afgesloten met een eindcijfer. Met andere woorden: het (school)examen begint in de vierde klas. Het centraal examen vindt voor alle vakken in het laatste jaar plaats. DOORSTROOM Havoleerlingen die hun eindexamen hebben gehaald kunnen doorstromen naar het hbo. De overstap naar atheneum is mogelijk. In het havo wordt in 7 vakken examen gedaan, in atheneum in 8 vakken. Een leerling die overstapt, moet voor dat extra vak een instaptoets doen. De toets wordt afgenomen op A4-eindniveau en moet met een cijfer 5 of hoger worden afgesloten. Iedereen met een atheneumdiploma wordt geacht een wetenschappelijke opleiding aan de universiteit te kunnen volgen. Pagina 17

18 Lessentabel , bovenbouw (een les = 60 minuten) Gemeenschappelijke vakken H4 H5 A4 A5 A6 1e 2e 1e 2e 1e 2e 1e 2e 1e 2e Nederlands Engels* Maatschappijleer CKV Lichamelijke opvoeding Profielwerkstuk Mentorles Rekenen Repetitie-uur Keuzeles CKV= Culturele en Kunstzinnige vorming Profiel- en keuzevakken H4 H5 A4 A5 A6 1e 2e 1e 2e 1e 2e 1e 2e 1e 2e Aardrijkskunde ANW Biologie Business School Duits Economie Frans Geschiedenis Global Perspectives Kunstvak** Management & Organisatie Natuurkunde Practicum**** Profielwerkstuk Scheikunde Wiskunde A Wiskunde B Wiskunde C Wiskunde D** ANW = Algemene Natuurwetenschappen * = In H4, A4 en A5 kan gekozen worden voor Cambridge Engels. Bij A4 en A5 wordt een uur extra Engels gegeven. In H4 krijgen de TTO-leerlingen uit H3 Business Engels in plaats van Cambridge Engels. Daarnaast krijgen diezelfde leerlingen 2 uur Enterprise. ** = bij kleine groepen kan worden afgeweken van de lessentabel **** = H4 leerlingen met het profiel NG of NT of het met vak biologie krijgen een uur practicum ingeroosterd. 1e = Eerste semester 2e = Tweede semester Pagina 18

19 Lessentabel , onderbouw (een les = 60 minuten) B1 H2/A2 T2 T3* T4* H3 A3 1e 2e 1e 2e 1e 2e 1e 2e 1e 2e 1e 2e 1e 2e Nederlands Frans (K) Duits (K) Engels ** Geschiedenis **** (K) Aardrijkskunde (K) Wiskunde Nat.-/scheikunde Natuurkunde/ NASK 1 (K) Scheikunde/ NASK 2 (K) Biologie KWT (keuzewerktijd) / Flexuur Economie **** Cult.- en kunst- zinnigevorming Cult.- en kunst- zinnigevorming 2 (K) Muziek Tekenen Handvaardigheid Lich. opvoeding Techniek Maatschappijleer Mentorles*** Stroomuren Repetitie-uur * = Bij kleine groepen kan worden afgeweken van de lessentabel ** = De tto klassen krijgen 1 uur extra Engelse les, met uitzondering van H2. In de H3 krijgt de TTOklas 2 uur Enterprise extra. *** = H2 (en H3) krijgen eenmalig het eerste semester 1 uur extra mentorles. **** = De lessentabel voor de A2 is voor geschiedenis het eerste semester 0 uur en het tweede semester 2 uur. Voor economie is bij de A2 het eerste semester 2 uur en het tweede semester 0 uur. (K) = Keuzevak (T3 en T4) 1e = Eerste semester 2e = Tweede semester Pagina 19

20 LESTIJDEN Bij 50-minutenrooster: Uur tijden Uur tijden Pauze Pauze Pauze Pauze LESUITVAL De RSG gaat zorgvuldig met onderwijstijd om en lesuitval zal waar mogelijk voorkomen worden. Echter onze docenten moeten geregeld scholing volgen om hun (vak)kennis en vaardigheden op peil te houden en om zich verder te ontwikkelen. Dit leidt onvermijdelijk tot lesuitval. De school probeert zoveel mogelijk in voorkomende gevallen tussenuren voor leerlingen zinvol in te vullen: een andere docent neemt de les over of er wordt een alternatief programma geboden. Indien mogelijk wordt de lesuitval naar het begin of het einde van de dag verplaatst, zodat leerlingen later kunnen beginnen of eerder naar huis kunnen. De leerlingen worden hiervan op de hoogte gesteld via de monitoren in de gangen van de school. De roosterwijzigingen zijn ook te zien via de website Daarnaast gaan de onderwijskundige ontwikkelingen er steeds meer van uit dat de leerling (ook) zelf verantwoordelijk is voor zijn/haar leren. Daarom streven de docenten ernaar de leerlingen meer planmatig en zelfstandig te laten werken. Vooral in de bovenbouw betekent daarom een uitgevallen les niet meer vrij, maar zelfstandig verder werken aan de in behandeling zijnde leerstof. OVERBLIJVEN De leerlingen kunnen, als ze dat willen, de lunchpauze doorbrengen in de aula s en de gangen van de school. Bij de keuken en via de automaten zijn tegen betaling dranken, broodjes, fruit en snoep te koop. De studieruimten mogen alleen gebruikt worden voor studiedoeleinden. MEDIATHEEK De RSG heeft een mediatheek in het centrum van de school (lokaal 0.40). De mediatheek is een grote informatiebron, aangepast aan het leren en werken op school. Zo zijn er leesboeken voor alle talen en op elk niveau dat nodig is. Behalve boeken staan er ook dvd s, cd-rom's, luisterboeken en tijdschriften. De mediatheek beschikt over twee computers waarin alle geregistreerde boeken van de mediatheek opgenomen zijn, de zogenaamde publiekscatalogus met de volgende programma's: Literom (schrijversinformatie/recensies) Uittreksels (uittreksels en informatie over schrijvers) LexisNexis krantenbank (databank met Nederlandse en buitenlandse kranten) Bovenstaande databanken kunnen óók in alle domeinen geraadpleegd worden. Pagina 20

21 Voor dyslectici bestaat de mogelijkheid om luisterboeken te lenen. Er staat een printer/kopieerapparaat waar met de schoolpas geprint/gekopieerd kan worden. Ook bestaat de mogelijkheid om de publiekscatalogus thuis te raadplegen en/of boeken te reserveren. Via de website > mediatheek, is het mogelijk om in te loggen op mijn bidofact. Door het invullen van het leerlingnummer ( schoolpasnummer) en het wachtwoord ( dat is de postcode, b.v. 1234ab) heeft men inzage in onderstaande materie: Leeshistorie ( alle boeken die over de gehele periode geleend zijn) Nu in bezit ( boek(en) die nu geleend is/zijn) Wensenlijst ( boeken die men op een ander tijdstip zou willen lenen) Reserveringsverzoeken ( boek dat op dit moment niet aanwezig is en dat men graag zou willen lenen. Degene die het boek in zijn/haar bezit heeft kan dan niet verlengen) Overzicht boetes. Op deze pagina is het ook mogelijk om het wachtwoord/ adres van mijn bidofact te wijzigen. De mediatheek is dagelijks geopend van tot uur. Op donderdag sluit de mediatheek om uur. UITLEENREGELS 1. Om materiaal te lenen en te verlengen is altijd de LEERLINGENPAS nodig. Deze pas wordt uitgereikt aan het begin van het schooljaar. De pas is strikt persoonlijk. Als een leerling de pas kwijtraakt moet een nieuwe worden gemaakt. De kosten daarvan zijn 11, Er kunnen maximaal twee boeken per vak per leerling worden geleend, met een totaal van vijf boeken. 3. De uitleentermijn voor boeken is drie weken. Daarna kan een boek nog twee maal worden verlengd. Steeds weer voor drie weken. Dvd s en tijdschriften worden voor één week uitgeleend. 4. Voor te laat inleveren wordt per boek of tijdschrift een boete van 0,10 per schooldag berekend. Vakanties en weekeinden tellen niet mee. Voor te laat inleveren van dvd s, cd-rom s, et cetera is de boete per schooldag 0,25. Indien de boete niet betaald wordt, kunnen geen boeken en dergelijke meer worden geleend. 5. Mediatheekstukken worden niet verlengd, wanneer ze gereserveerd zijn voor een andere leerling. 6. Indien het boek niet ingeleverd is na het verstrijken van de inleverdatum, wordt een herinnering gestuurd. In dit geval worden 1,00 administratiekosten berekend. 7. Is een boek kwijt geraakt of beschadigd, dan wordt hiervoor een vergoeding gevraagd. Pagina 21

22 LEERLINGKLUISJES 1. Huur kluisje a. Alle leerlingen krijgen de mogelijkheid om een leerlingenkluisje te huren. b. De administratie van de school wijst aan elke leerling aan het begin van het schooljaar een kluisje toe. Wisselingen van kluisje kan alleen met toestemming van de conciërges. c. Het huurbedrag wordt door de schoolleiding bepaald en aan het begin van het schooljaar verrekend. 2. Gebruik kluisje a. De leerling is verantwoordelijk voor het gebruik en de inhoud van het aan hem toegewezen kluisje. b. De schoolleiding heeft het recht om elk kluisje te allen tijde te controleren op het gebruik en de inhoud van het kluisje. De controle moet altijd plaats vinden door minimaal twee personen, waarvan een persoon lid is van de schoolleiding. Bij aanwezigheid van alcohol of drugs zal altijd contact met de ouders/verzorgers van de leerling worden opgenomen conform het veiligheidsprotocol van de school. 3. Onderhoud kluisje a. Eenmaal per jaar worden de kluisjes schoon gemaakt. Dit zal gebeuren in de zomervakantie. De leerlingen moeten daarom de kluisjes aan het einde van het schooljaar leeg en open achter laten en het hangslot mee naar huis nemen. b. Het onderhoud van de kluisjes zal worden uitgevoerd door de technische dienst van de school. Moedwillige vernielingen aan de kluisjes zullen worden verrekend met de veroorzaker(s) van de vernielingen. 4. Afsluiten kluisje a. Indien de leerling een kluisje huurt is het verplicht eenmaal een hangslot te kopen bij de school. Bij het slot worden twee sleutels geleverd. De prijs van het hangslot wordt door de schoolleiding bepaald. De school is niet in het bezit van reservesleutels. Bij het verlaten van de school wordt het slot niet teruggenomen. b. Als de leerling zijn slot is kwijtgeraakt kan hij/zij een nieuw slot kopen bij de conciërge, de conciërge houdt hiervan in de kleine kas een boekhouding bij. Tevens houdt de conciërge een voorraadkaart bij van de in voorraad zijnde en uitgegeven hangsloten. c. De conciërges zijn allen in het bezit van een moedersleutel van de hangsloten zodat te allen tijde de kluisjes kunnen worden geopend. Dit kan gebeuren op verzoek van de leerling zelf of door een lid van de schoolleiding. Als een leerling een conciërge verzoekt zijn/haar kluisje te willen openen moet er vooraf een controle plaats vinden of dit kluisje werkelijk op zijn/haar naam staat. d. Sloten die niet via de school zijn verkregen worden van de kluisjes verwijderd. Pagina 22

23 5. LEERLINGBEGELEIDING STUDIEBEGELEIDING Een intensieve studiebegeleiding gedurende het gehele schooljaar is van groot belang. De RSG kent een 60-minutenrooster. In dit rooster is ruimte vrijgemaakt voor keuzelessen en persoonlijke begeleiding door de mentor. De keuzelessen vinden afhankelijk van het leerjaar één of meerdere keren per week plaats en bieden de leerling gelegenheid extra aandacht te besteden aan vakken waarvoor dit nodig is. Havo 4 en 5 en atheneum 4, 5 en 6 hebben elke dag een keuzeles. Het mentorspreekuur is een prima gelegenheid voor de mentor om leerlingen individueel of in groepjes te begeleiden. DYSLEXIE EN BEGELEIDING De basisscholen en de voortgezet onderwijsscholen werken al enige jaren samen op het gebied van dyslexie. Leerlingen waarvan het vermoeden bestaat dat zij dyslectisch zijn, worden op de basisschool gevolgd en bouwen een dyslexiedossier op. Dit dossier en de uitslag van de NIO-toets worden aan de psychologe van het SWV gegeven. Zij beoordeelt dit en van daaruit kan er dan een dyslexieverklaring afgegeven worden of een leerling kan een verklaring krijgen waarop staat vermoeden van dyslexie. Deze laatste groep leerlingen wordt op de RSG een half jaar gevolgd door de dyslexiecoach. In februari van dat schooljaar worden er aanvullende toetsen afgenomen door de dyslexiecoach. De gegevens van die aanvullende toetsen worden met het dyslexiedossier van de basisschool en de NIO-gegevens opnieuw bekeken. Dit kan wel of niet tot een dyslexieverklaring leiden. Leerlingen die met een dyslexieverklaring op school komen, krijgen indien nodig faciliteiten via een pasje. Leerlingen die grote problemen ervaren met lezen, kunnen in overleg met de dyslexiecoach, in aanmerking komen voor het computerprogramma Kurzweil. Insteek van de dyslexiebegeleiding op de RSG is het vergroten van de eigen kwaliteiten door de dyslexiecoach zodat leerlingen zich zolang mogelijk zonder dispensatie en/of compensatiemiddelen kunnen handhaven. Begeleiding door de dyslexiecoach zal bestaan uit het bieden van ondersteuning voor brugklas leerlingen bij spelling, technisch en/of begrijpend lezen. Dit zal plaatsvinden tijdens de flexuren. Leerlingen die hiervoor in aanmerking komen, worden gescreend door de dyslexiecoach en de zorgcoördinator. De hulp op de RSG is gericht op adviseren, informatie geven en individuele ondersteuningsgesprekken. Het is niet gericht op remediëren of bijles. LEERLING MET EEN HANDICAP EN/OF STOORNIS De RSG wil leerlingen helpen het beste uit zichzelf te halen in hun ontwikkeling naar een zelfstandig mens. Dit geldt zeker voor leerlingen die een handicap hebben in de vorm van ADHD, ADD, Autisme, een lichamelijke handicap enzovoorts. Deze leerlingen komen het voortgezet onderwijs binnen met een zogenaamde rugzak. Vanuit deze gelden krijgen deze leerlingen extra ondersteuning passend bij wat zij nodig hebben. Deze bestaat uit individuele begeleiding op een vast moment, observaties in de klas, het maken van handelingsplannen, het volgen van eventuele trainingen, overleg met ouders en docenten. Kortom er wordt zoveel mogelijk geprobeerd de leerling een veilige plaats te bieden waarin hij zich kan ontwikkelen, passend bij zijn capaciteiten. In een aanmeldingsgesprek wordt gekeken wat de mogelijkheden zouden kunnen zijn en of de RSG passend onderwijs kan bieden dat aansluit bij de behoefte van uw kind. FAALANGSTREDUCTIE Waar bij sommige leerlingen de prestaties negatief beïnvloed kunnen worden door te grote spanning vooraf, een fenomeen dat de laatste jaren onder de noemer faalangst in de publiciteit is gekomen, stelt onze school zich ten doel deze leerlingen in een zo vroeg mogelijk stadium op te sporen en te helpen. Het faalangstreductieteam verzorgt respectievelijk examenvreestraining en faalangstreductie gedurende 8 wekelijkse trainingen van elk één uur. De aanmelding hiervoor gebeurt in principe via de klassenmentor. In bijzondere gevallen is er individuele begeleiding. In de examenklassen wordt eveneens persoonlijke begeleiding gegeven. Pagina 23