Raadsvergadering 6 oktober

Transcriptie

1 1 Raadsvergadering Nummer 6 oktober Verslag van de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bunnik, gehouden op 6 oktober 2016 om uur in de raadzaal van het gemeentehuis, Singelpark 1 te Odijk. Aanwezig: de heer H.M. Ostendorp voorzitter mevrouw H.R.E. Hofland griffier de heer J. Buzepol mevrouw L. Geerlings CDA de heer P.B.M. Heijmerink Perspectief 21 de heer H.J. Hoitink de heer P. Lakerveld CDA de heer K.A. Maijer mevrouw H.J. Mourits Perspectief 21 de heer F.A. Schenk mevrouw B.G. Schipper Perspectief 21 mevrouw A.A. van der Stijl Perspectief 21 mevrouw J.T. Sweerts de heer L.N. Vernie CDA de heer A.W. Viskil Perspectief 21 mevrouw H.J. Visser CDA mevrouw N. van der Voort Perspectief 21 Voorts aanwezig: de heer J.J. Eijbersen de heer R.A. Zakee wethouder wethouder 1. Opening en voorstemmer De voorzitter opent de vergadering om uur en heet iedereen welkom. Alle fracties ontvangen van de griffier namens de U10 een U10-kwartet, opgesteld om de resultaten van de U10-samenwerking zichtbaar te maken. Door loting wordt mevrouw Schipper als voorstemmer aangewezen. 2. Vaststelling agenda Mevrouw Mourits wil graag een motie indienen over een niet geagendeerd onderwerp. De voorzitter laat weten dat deze motie als agendapunt 7a. aan de agenda wordt toegevoegd. De agenda wordt hiermee gewijzigd vastgesteld. 3. Vaststelling notulen raadsvergadering 8 september De notulen van de raadsvergadering van 8 september 2016 worden ongewijzigd vastgesteld. 4. Mededelingen van het college Wethouder Eijbersen verwijst naar de uitzending "Gevaarlijk Spel" van Zembla van 5 oktober jl. over kunstgrasvelden. Ook in Bunnik wordt op een kunstgrasveld gespeeld dat is ingestrooid met het zogenaamde rubbergranulaat. Hij heeft navraag gedaan bij het RIVM naar het gevaar hiervan voor de volksgezondheid.

2 2 Het RIVM heeft begrip voor de onrust die is ontstaan naar aanleiding van de uitzending van Zembla. Op basis van de bestudeerde informatie verwacht het RIVM niet dat de toepassing van rubbergranulaat op kunstgras zal leiden tot risico's voor de gezondheid. Er zijn geen redenen om te stoppen met sporten op deze velden. Vanuit de Vereniging van Sportgemeenten (VSG), waarvan de gemeente Bunnik lid is, heeft hij vernomen dat de komende week overleg plaatsvindt tussen het RIVM, de KNVB en de VSG om te kijken of eventueel vervolgonderzoek mogelijk is. Wethouder Eijbersen deelt mee dat de gemeente vorige week een brief heeft ontvangen van de Sociale Verzekeringsbank waarin de gemeente is gecomplimenteerd voor de wijze waarop de administratieve processen op orde zijn. Daardoor valt de gemeente in de categorie van gemeenten die later gegevens mogen aanleveren. Het is niet de ambitie van het college om dat te doen. Circa 47 mensen maken gebruik van de voorzieningen die bij de SVB zijn; de pgb's uit de verschillende categorieën. De gemeente loopt binnen budget en hij verwacht geen overschrijdingen binnen die budgetten. De gemeente staat in contact met vijf inwoners die recentelijk vragen hebben gesteld over de beschikking van de Sociale Verzekeringsbank. Spreker ziet ernaar uit de Sociale Verzekeringsbank per brief te feliciteren met het feit dat zij hun administratie op orde hebben, maar vreest dat dat dit jaar niet meer lukt. 5. Korte informatie van gemeenteraadsvertegenwoordigers in besturen van gemeenschappelijke regelingen Er is geen informatie van gemeenteraadsvertegenwoordigers. Hamerpunten 6. Renovatie hoofdveld Aurora Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming besluit de raad conform het voorstel. 7. Vragenronde Mevrouw Sweerts las op 16 september jl. het bericht: "Wegvallen van subsidie einde van Oud Amelisweerd", waarin is te lezen dat het Utrechtse college de subsidieaanvraag heeft afgewezen. Volgens de directeur van het museum Oud Amelisweerd (MOA) heeft het museum deze subsidie nodig voor zijn bestaansrecht. hebben Cultuur hoog op de agenda staan en maken zich zorgen over dit mooie museum in het prachtige Amelisweerd. Klopt deze berichtgeving? Wat is er precies aan de hand? Kan de gemeente Bunnik iets betekenen ten aanzien van deze situatie? Zo ja, wat heeft het college in gedachten? Mevrouw Schipper wijst erop dat erop 7 oktober a.s. een feestelijke ceremonie is ter gelegenheid van de toekenning van de Europa Nostra Award, een prestigieuze award voor een heel mooi museum. Het museum verkeert nog in grote onzekerheid over de toekenning van subsidie door de gemeente Utrecht. Spreekster heeft vernomen dat de subsidiëring door de provincie wordt voortgezet. Wat is de huidige stand van zaken met betrekking tot de verdere financiering van het museum Oud Amelisweerd? P21 wil heel graag dat dit unieke museum voor Bunnik en omgeving in stand blijft en de uitstraling kan behouden die het nu al heeft. Wethouder Eijbersen werd circa twee weken geleden gebeld door de voorzitter van museum Oud Amelisweerd, omdat hij zich zorgen maakte over de toekomst van het museum door het niet toekennen van een subsidiebedrag van ,00 door het college van de stad Utrecht. Toen het museum in 2014 werd geopend was een van de voorwaarden van de toenmalige Utrechtse wethouder van Cultuur dat er geen subsidie aan zou worden verstrekt. Het college van Utrecht heeft zich genoodzaakt gezien zich te houden aan de uitspraak van de wethouder. Dat is de reden voor het college van Utrecht om af te wijken van het advies van de Cultuur-

3 3 T commissie en de subsidie aan andere instellingen te geven. Het MOA is een mooi gebouw waarin veel publiek geld is geïnvesteerd. De gemeente Bunnik heeft het museum niet financieel gesubsidieerd, maar heeft het museum wel gefaciliteerd. Er is een bestemmingsplanwijziging doorgevoerd en de gemeente is betrokken geweest bij andere activiteiten van het MOA, waardoor het museum in 2014 door Hare Koninklijke Hoogheid prinses Beatrix is geopend. Spreker kan de situatie in Utrecht nog niet geheel overzien, maar hij heeft de indruk dat binnen het gemeentebestuur van Utrecht wordt gezocht naar een oplossing. Hij heeft daarover contact gehad met zijn collega-wethouders en heeft laten weten dat de gemeente Bunnik niet voornemens is om het museum als instelling te subsidiëren, maar dat het college met een open houding kijkt naar eventuele vragen vanuit het stadsbestuur over ruimtelijke vragen of activiteiten, waarbij hij vermoedt dat de raad daar een positieve grondhouding bij heeft. Het beleid van de raad is duidelijk dat geen subsidie wordt verstrekt aan een instelling, maar dat het college bereid is om te kijken naar bepaalde activiteiten die in het museum georganiseerd zouden kunnen worden. Een van die activiteiten is het toegankelijk maken van het museum voor projecten voor basisschoolleerlingen. Dat zal geen soelaas brengen in de financiële positie van het museum. Het museum heeft een groot financieel tekort en heeft de subsidie van Utrecht nodig. De gemeente Bunnik kan daar op geen enkele wijze invloed op uitoefenen. Het is een autonoom proces dat in de gemeenteraad van Utrecht moet worden gevoerd. Spreker is voornemens de raad de komende periode regelmatig mondeling te informeren over de stand van zaken. De heer Viskil concludeert dat het college geen subsidie aan het MOA wil verstrekken, maar wel bereid is om mee te denken over de manier waarop het MOA voor Bunnik behouden kan blijven. Het koersdocument vanuit de U10 is helder daarover: "behoud van cultuurhistorische waarden in het gebied". Volgens hem valt het MOA daaronder. Als in gesprek met Utrecht ervoor gezorgd kan worden dat het MOA behouden kan blijven, is het financieren van projecten wellicht een optie. Wethouder Eijbersen heeft niet de illusie dat een bijdrage in projecten door de gemeente Bunnik het museum overeind zal houden. Als het niet haalbaar is en blijkt dat de exploitatie van het museum niet kan worden rondgekregen, dan is het moeilijk om daar geld in te blijven stoppen. Er ligt ook een verantwoordelijkheid bij het bestuur van het MOA om te zorgen dat de exploitatie in orde komt. Hij weet dat het bestuur daar hard mee bezig is en dat moet aantonen in zijn gesprekken met het gemeentebestuur van Utrecht. De heer Heijmerink informeert wanneer dit onderwerp binnen de gemeente Utrecht wordt besproken. Wethouder Eijbersen vermoedt dat de commissie deze week vergadert. De begrotingsbehandeling vindt eind oktober plaats. In Utrecht is de commissievergadering uitgebreider. Het is lastig dat verschillende bestuurders en verschillende portefeuilles door elkaar lopen. Bij het MOA zijn drie portefeuilles betrokken: de portefeuille Vastgoed (wethouder Jansen), de portefeuille Cultuur (wethouder Diepenveen) en de portefeuille Cultureel Erfgoed (wethouder Geldof). Alle drie hebben zij een idee over het museum en de financiering ervan. Mogelijk komt het in drie commissies aan de orde. Het is een onderwerp van gesprek dat leidt tot verschillende politieke opvattingen. Hij wil de uitkomst van de discussies in Utrecht afwachten en kan zich voorstellen dat er een vraag richting het bestuur van Bunnik komt. Mevrouw Visser heeft de wethouder horen zeggen dat het beleid van de raad is om geen subsidie aan dergelijke instellingen te geven. Kan een fractie dit wel per motie vragen? Wethouder Eijbersen wijst erop dat het beleid onlangs is vastgesteld. Hij wil niet dat wordt geregeerd bij de waan van de dag. Hij ontraadt een dergelijk verzoek om willekeur te voorkomen en zal terughoudend zijn met de uitvoering van een dergelijk besluit. Mevrouw Visser memoreert dat wethouder Zakee vorige week het antwoord schuldig bleef op de vragen van het CDA over het beheersen van de administratie van de zorgaanbieders en de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Hij verwees daarbij naar de eindverantwoordelijk collega, wethouder Eijbersen.

4 4 Het CDA concludeert hieruit dat het college, zonder de raad daarvan op de hoogte te stellen, de portefeuilleverdeling Financiën heeft aangepast. In deze nieuwe situatie is het ongepast dat het college niet voltallig aanwezig was om zich te verantwoorden over het gevoerde beleid. Sinds wanneer is wethouder Zakee niet meer volledig eindverantwoordelijk voor het financieel beleid in het college? Waarom heeft het college de raad daar niet van op de hoogte gesteld? Waarom was wethouder Eijbersen niet aanwezig tijdens de raadsvergadering over de jaarstukken? Het CDA herhaalt hierbij ook de vraag aan de, voor dit onderdeel, eindverantwoordelijk wethouder over de administratieve kwaliteit van de zorgaanbieders: Welke maatregelen heeft het college genomen om de zorgaanbieders ervan te doordringen dat ze dit jaar al tijdig moeten voldoen aan hun administratieve verplichtingen? Hebben de zorgaanbieders hun werkwijze al aangepast en ontstaat er voor dit jaar niet opnieuw een grote vertraging? Wethouder Zakee heeft vorige week duidelijk gemaakt eindverantwoordelijk te zijn voor het financieel beleid. Er is derhalve geen sprake van een beleidswijziging. Wethouder Eijbersen was niet aanwezig tijdens de raadsvergadering over de jaarstukken vanwege andere verplichtingen. Dit is vooraf met de voorzitter van het college en met de voorzitter van de raad besproken. Het college doordringt de zorgaanbieders constant van het feit dat zij hun administratie op orde moeten hebben. Hij is er als financieel verantwoordelijke wethouder verantwoordelijk voor dat het huishoudboekje van de gemeente op orde is. Dat kan alleen als de achterliggende partijen hun administratie ook op orde hebben. In de Auditcommissie, waarin mevrouw Geerlings een zeer deskundige inbreng heeft, wordt regelmatig gesproken over de wijze waarop dit wordt aangepakt. Wethouder Eijbersen heeft al een en ander toegelicht over zijn communicatie met de Sociale Verzekeringsbank. Dat geeft de verhouding bij dit soort zaken weer. Spreker is verantwoordelijk voor de financiën, maar wethouder Eijbersen spreekt vanuit zijn Zorgportefeuille zeer regelmatig met de zorgpartijen. Spreker is verantwoordelijk voor de financiële stukken en kan worden aangesproken op zowel kadernota's, jaarrekeningen als begrotingen. Daarachter liggen inhoudelijke werkpakketten die het college gemeenschappelijk behandelt. De voorzitter geeft het voorzitterschap over aan de heer Buzepol. 7a. Motie: Vuurwerk Mevrouw Mourits wijst erop dat in het Open Huis al over vuurwerk is gesproken naar aanleiding van de Informatienota waarin verslag werd gedaan van het onder de bevolking uitgevoerde onderzoek. Dat is gedaan naar aanleiding van een motie van P21 in december Uit dat onderzoek kwam dat 36% van de respondenten overlast ondervindt van vuurwerk en dat 34% daarvan graag vuurwerkvrije zones wil zien. P21 stelt voor om vuurwerkvrije zones in te stellen en na een jaar te evalueren. Veel gemeenten zijn hierin al voorgegaan zoals Houten, Zeist en Woudenberg. Daar zijn de resultaten naar tevredenheid en willen inwoners de vuurwerkvrije zones continueren. Zij dient namens P21 de volgende motie in. Motie ingediend door P21: Vuurwerk "De raad van de gemeente Bunnik, in vergadering bijeen d.d. 6 oktober 2016; van mening dat: - rond elke jaarwisseling veel overlast wordt ondervonden van het afsteken van vuurwerk; - het gaat om onveiligheid of een perceptie van onveiligheid bij burgers en dieren bij het over straat gaan, geluidshinder en vernielingen van gemeente eigendommen; - elk jaar onnodig slachtoffers vallen ten gevolge van het afsteken van vuurwerk; overwegende dat: - uit het onderzoek door het college via het burgerpanel naar overlast van vuurwerk en behoefte aan vuurwerkvrije zones blijkt dat het onderwerp leeft in de gemeente Bunnik. Dit

5 5 gezien het feit dat met 333 reacties dit de meest succesvolle burgerpeiling is geweest tot nu toe; - 36% van de respondenten aangeeft overlast van vuurwerk te ervaren en 34% voorstander is van vuurwerkvrije zones; - de overlast varieert van ouderen die de straat niet meer op durven en daardoor hun boodschappen niet kunnen doen tot doodsbange dieren. Men op 31 december veilig boodschappen moet kunnen doen en met de kinderen over straat moet kunnen; - vuurwerk ook troep op straat veroorzaakt en nadelige effecten heeft voor het milieu die niet passen bij de duurzame gemeente die wij voorstaan; - we onze traditie van mooi siervuurwerk met Oudjaar in stand willen houden, maar bezwaar hebben tegen het vaak illegale knalvuurwerk; - vuurwerk op plaatsen waar dat de meeste overlast geeft verboden zou moeten worden; - volgens onderzoek van het AD steeds meer gemeenten vuurwerkvrije zones instellen. Vorig jaar waren dat reeds 56 gemeenten; - uit het onderzoek Vuurwerkdiscussie in beweging, recent uitgevoerd door TNS NIPO in opdracht van het ministerie van Infrastructuur en Milieu, blijkt dat bijna driekwart van de Nederlanders voorstander is van uitbreiding van vuurwerkvrije zones in gemeenten; verzoekt het college van burgemeester en wethouders: - om ter vermindering van vuurwerkoverlast en ter vergroting van de veiligheid van de burgers vuurwerkvrije zones in te stellen in de gemeente Bunnik voor de jaarwisseling van 2016/2017; - deze zones in te stellen in de winkelcentra, de kinderboerderij, het verzorgingshuis en eventueel bij nog andere door het college aan te wijzen plaatsen zoals scholen en hondenuitlaatplaatsen; - hiertoe de zo nodig voorbereidende maatregelen te treffen zoals het aanpassen van de APV alsmede het treffen van maatregelen ter handhaving; - rond Oud en Nieuw van 2016/2017 te handhaven binnen deze zones; en gaat over tot de orde van de dag." De voorzitter laat weten dat de motie tijdens het Open Huis aan de overige fracties is overhandigd. De heer Hoitink stelt dat er in het Open Huis al uitgebreid over is gediscussieerd. zullen de motie niet steunen, omdat zij het instellen van vuurwerkvrije zones niet zinvol vinden, maar zij begrijpen de motieven ten dele. Het heeft geen zin om meer regels te maken als de huidige regels al niet goed kunnen worden gehandhaafd. Vuurwerk mag alleen op Oudjaarsavond na uur worden afgestoken, maar feitelijk begint het geknal al veel eerder. Regels die niet goed gehandhaafd worden, wekken valse verwachtingen bij inwoners en ze leiden tot meer onvrede over de overheid die onvoldoende optreedt. Het instellen van die zones creëert schijnveiligheid. Hij wil waken voor het bedrijven van symboolpolitiek. De dorpen zijn klein, waardoor het geknal van vuurwerk buiten de zones binnen de zones goed hoorbaar zal zijn. Het instellen heeft feitelijk niet zoveel effect. De ervaringen van de gemeente Eemnes zijn weinig bemoedigend. Het kost veel geld en inspanning, maar de effecten zijn beperkt. De heer Vernie heeft in het Open Huis aangegeven hoe het CDA tegenover de motie staat. De enquête wijst uit dat slechts een derde voor het instellen van vuurwerkvrije zones is. Het CDA staat sympathiek tegenover het instellen van vuurwerkvrije zones, omdat het een signaal kan zijn dat rekening wordt gehouden met anderen. Het CDA stelt "vuurwerkzones light" voor: in plaats van een verbod een vriendelijk verzoek of een bordje met een reden waarom ergens geen vuurwerk zou kunnen worden afgestoken. Systematisch handhaven van de gevraagde verordening is praktisch niet uitvoerbaar en ook niet nodig. Hij heeft ervoor gepleit dat eerst wordt uitgegaan van de goede wil. Hij verzoekt de portefeuillehouder in overweging te nemen kwaliteitsgebieden waar geen vuurwerk wordt afgestoken in te voeren, zonder ze vuurwerkvrije zones te noemen. De heer Lakerveld wijst erop dat bij de discussie nog een ander aspect speelt. P21 wil de vuurwerkvrije zones voor een jaar invoeren. Dat geeft de indruk dat een soort test plaatsvindt. Wat zijn de criteria om te meten of het succesvol is? Wat stelt P21 zich voor voor het volgende

6 6 jaar? Mevrouw Mourits antwoordt dat vuurwerkvrije zones altijd per jaar worden ingesteld, ook bij gemeenten die ze al eerder hebben ingesteld. Zij stelt zich voor dat via het Burgerpanel en eventueel de pers wordt geëvalueerd hoe inwoners dat hebben ervaren, waarna kan worden bezien of verlenging gewenst is of niet. De heer Hoitink vindt het voorstel van de heer Vernie sympathiek om vanuit de gemeente bepaalde gebieden te ontzien en op die manier te proberen om daar geen formele maar een praktische vuurwerkvrije zone te creëren. Dit voorstel gaat minder ver dan de motie. Hoe staat de portefeuillehouder tegenover de motie en hoe ziet hij de handhaafbaarheid? Burgemeester Ostendorp kan zich vinden in de wijze waarop dit onderwerp wordt behandeld. In de motie van vorig jaar is gevraagd om in de samenleving een onderzoek te doen naar de behoefte aan en mogelijkheden voor vuurwerkvrije zones. Het resultaat van dit onderzoek is aan de raad voorgelegd en op basis daarvan is het debat aangevraagd. Hoewel een meerderheid van de respondenten geen overlast ervaart, staat het de raad altijd vrij om er nader op in te gaan. Spreker heeft in het Open Huis al aangegeven dat de hele gemeente in principe een vuurwerkvrije zone is tot 31 december uur en na 1 januari uur, omdat het verboden is om vuurwerk af te steken buiten deze tijden. De handhaafbaarheid van een vuurwerkvrije zone is naar zijn mening schier onmogelijk. Het is geen prioriteit van de politie en het is niet mogelijk om de vuurwerkvrije zones binnen de bestaande capaciteit te handhaven, maar ook niet als er tien handhavers worden aangewezen. Hij deelt de zorg, met name waar het gaat om illegaal vuurwerk. Hij wil inzetten op stevige communicatie met een aantal pijlers. Een daarvan is de meldingsbereidheid van inwoners bij ieder signaal van illegaal vuurwerk of van mensen die het hebben gekocht of van mensen die het hebben verkocht. Als deze signalen bij de politie wordt neergelegd, kan de politie op onderzoek uitgaan. Als de raad de motie aanneemt, zal hij deze zo uitvoeren dat vuurwerkvrije zones worden ingesteld, maar hij kan de handhaafbaarheid ervan niet garanderen. Hij vraagt zich af welk beeld wordt afgegeven, als iets wordt ingevoerd waarvan vooraf bekend is dat het niet kan worden gehandhaafd? In de communicatiestrategie is een aantal pijlers, namelijk het inzetten op de meldingsbereidheid van illegaal vuurwerk en de bewustwording. Hij vond dat de heer Vernie een aardige suggestie deed, namelijk dat de bewustwording van burgers kan worden vergroot als wordt gecommuniceerd over de kwetsbare gebieden, zoals de kinderboerderij of locaties waar ouderen wonen. Wellicht kan een positief beroep worden gedaan op het moreel van de afstekers. Hij is bereid dit in de communicatiestrategie op te laten nemen. Daaraan zijn kosten verbonden, maar deze zijn te overzien. Bureau Halt bezoekt de scholen jaarlijks om stevige voorlichting te geven aan de jongelui van deze gemeente. In de laatste twee weken van het jaar zijn de BOA's vrijgemaakt om scherp te zijn op het afsteken van vuurwerk en daarop handhavend en verbaliserend op te treden. Jeugd en Jongerenwerk zal zeer actief zijn rond dit thema. Hij wil de motie niet ontraden, maar zal hem ook niet aanraden. De heer Heijmerink stelt dat veel meer in de APV niet kan worden gehandhaafd. Het gaat niet alleen om het kunnen handhaven, maar het gaat er ook om dat maatschappelijk een beroep wordt gedaan op de mensen en dat dit op deze manier wordt vastgelegd. Als het in de APV wordt opgenomen, kan worden ingegrepen of een boete worden gegeven. De "lightversie" is een leuk idee, maar erg vrijblijvend. Wat is het probleem om dit in de APV op te nemen? Dit geeft duidelijkheid naar de burgers. De heer Lakerveld heeft een ander perspectief dan P21 over het communiceren met mensen over gewenst gedrag op dit onderwerp. Het voorstel van de heer Vernie zou voor een langere tijd moeten worden ingevoerd. Als de bordjes langere tijd staan, zal dit de bewustwording verhogen. Hoe kijkt de portefeuillehouder daar tegenaan? De heer Hoitink is door de antwoorden van de portefeuillehouder gesterkt in zijn mening om

7 7 de motie niet te steunen. Met name de handhaafbaarheid is daarin een cruciaal punt. Het voorstel van de heer Vernie is sympathiek, ook gezien de reactie van de portefeuillehouder daarop die meer de preventiekant op gaat in de sfeer van communicatie en bewustwording zodat mensen worden aangespoord illegaal vuurwerk te melden. Als de portefeuillehouder bereid is dit soort acties te ondernemen, is dat een goed alternatief voor de motie. Burgemeester Ostendorp schetste de in zijn beleving schier onmogelijke taak om de vuurwerkvrije zones te handhaven. Het is aan de raad of ze wel of niet moeten worden ingevoerd en of het in de APV moet worden opgenomen. Hij is ervan overtuigd dat het realiseren van veranderingen in het gedrag langer duurt. De aangehaalde communicatiestrategie moet voor een langere periode worden ingezet. De gebieden waar vuurwerkoverlast wordt ervaren, zijn niet direct dezelfde gebieden als de gebieden die als vuurwerkvrije zones zijn voorzien. Het is niet specifiek dat de vuurwerkgooiers de kwetsbare gebieden als de kinderboerderij opzoeken en dat daar meer overlast is dan in andere gebieden. Er moet meerjarig worden ingezet op de gedragsverandering. De heer Heijmerink wijst erop dat mensen in de winkelcentra veel overlast ervaren. Deze zijn in de motie opgenomen. Burgemeester Ostendorp acht het instellen van een vuurwerkvrije zone in de winkelcentra niet zinvol, omdat het vuurwerk pas na uur mag worden afgestoken en dan wordt er niet meer gewinkeld. De heer Heijmerink is het hiermee niet eens, omdat de restaurants na uur nog wel open zijn. Burgemeester Ostendorp geeft de heer Heijmerink daarin gelijk, maar de handhaafbaarheid is zeer ingewikkeld. Hij gelooft er niet direct in, los van de locatie. Hij gaat de laatste dagen van het jaar vaak op pad naar plekken waar jongelui bij elkaar zijn en spreekt de jeugd zelf aan. Hij roept inwoners, raadsleden en collegeleden op om jongeren aan te spreken op ongewenst gedrag. Mevrouw Mourits vindt het voorstel van de heer Vernie sympathiek, maar denkt niet dat het werkt, omdat het geen echte status heeft. Zij is het eens dat het instellen van vuurwerkvrije zones voor meerdere jaren zou moeten worden gedaan. Er is veel waarop niet wordt gehandhaafd, zoals te hard rijden of fout parkeren. Zij wil de mensen die op de enquête hebben gereageerd en serieus last hebben van vuurwerk, het gevoel geven dat ze worden gehoord en tegemoetkomen en een signaal af geven. De voorzitter stelt dat met de huidige discussie al een signaal wordt afgegeven. De heer Vernie bedankt de portefeuillehouder voor zijn toezegging. Het CDA zal daarom niet voor de motie stemmen. De heer Hoitink heeft geen concrete toezegging van de portefeuillehouder gehoord. Hij onderschrijft de opmerking van de heer Heijmerink dat veel zaken in de APV niet worden gehandhaafd. Het gaat nu om nieuwe regels. zijn principieel tegen meer regels en zeker als ze niet kunnen worden gehandhaafd. T Burgemeester Ostendorp zegt het gevraagde graag toe als onderdeel van de communicatiestrategie. Hij kan zich voorstellen dat hierover met een Informatienota naar de raad wordt gekomen. Het is goed om in 2017 met de organisatie terug te kijken hoe het is gegaan. Mevrouw Mourits verzoekt om een schorsing. Schorsing van uur tot uur Mevrouw Mourits trekt de motie in vanwege het tekort aan draagvlak. P21 is benieuwd hoe het voorstel van de heer Vernie zal uitpakken. Zij vraagt de portefeuille-

8 8 houder toe te zeggen een Informatienota op te stellen medio 2017 met een evaluatie van hoe de "lightversie" heeft uitgepakt en of het effect heeft gehad. Als dit laatste niet het geval is, zal P21 opnieuw met een motie komen. De heer Lakerveld realiseert zich dat gedragsverandering langzaam gaat. Hij vraagt zich af of op een dergelijk korte termijn gedragsverandering meetbaar is. Wat hem betreft, is er geen Informatienota nodig, maar kan na vijf jaar worden gemeten. Het is belangrijk om een signaal af te geven. Het is niet nuttig om geld, energie en tijd te steken in iets dat niet goed meetbaar is en waarover nauwelijks een nieuwe gefundeerde beslissing kan worden genomen. De heer Hoitink is het met de heer Lakerveld eens dat het niet mogelijk is na een halfjaar al te meten of er een gedragsverandering is. Hij stelt wel prijs op informatie vanuit het college over hoe het is verlopen. T Burgemeester Ostendorp denkt dat een evaluatie ingewikkeld is. Hij kan zich voorstellen dat een soort sfeerverslag wordt opgesteld. Er is geen kader of nulmeting. Wat zijn de reacties uit de samenleving en hoe is het gegaan? Hij zegt toe een beeld te geven van hoe Oud en Nieuw is verlopen. Dat kan vrij snel na de jaarwisseling dus voor het voorjaar Mevrouw Mourits kan zich daarin vinden. 8. Sluiting De voorzitter sluit de vergadering om uur en dankt allen voor hun aanwezigheid en inbreng. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Bunnik d.d. 27 oktober De griffier, De voorzitter,

9 9 Toezeggingen door het college in de raadsvergadering van 6 oktober 2016 Raad regelmatig mondeling informeren over stand van zaken museum Oud Amelisweerd (wethouder Eijbersen). Informatienota opstellen over het omgaan met vuurwerkoverlast en het eventueel instellen van kwaliteitsgebieden waar geen vuurwerk wordt afgestoken, zonder ze vuurwerkvrije zones te noemen. Voor voorjaar 2017 sfeerverslag opstellen over Oud en Nieuw 2016/2017 (burgemeester Ostendorp).