Antwoord op Statenvragen PS Arnhem, 22 september 2009 nr

Transcriptie

1 Gedeputeerde Staten Antwoord op Statenvragen PS Arnhem, 22 september 2009 nr Beantwoording schriftelijke Statenvragen statenlid L. van der Veer (Partij voor de Dieren) over gegevens in faunabeheerplannen De leden van Provinciale Staten Ingevolge het bepaalde in artikel 42 van het Reglement van Orde van Provinciale Staten doen wij u hieronder het antwoord van ons college op de vragen van het statenlid L. van der Veer toekomen. Met het antwoord dat onze fractie ontving, in antwoord op onze vragen in de commissievergadering LGW op 17 juni 1, kregen wij de indruk dat met o.a. het Faunafonds, ook de verschillende fracties de concept Faunabeheerplannen zouden kunnen ontvangen, zodat een bespreking van de plannen in de commissievergadering LGW op 16 september (om Gedeputeerde Staten nog van advies te dienen) voorafgaand aan het besluit van GS mogelijk zou zijn. Tijdens de Statenvergadering van 8 juli bleek echter dat het college niet van plan was de conceptplannen ter beschikking te stellen. Omdat Gedeputeerde Staten de nieuwe plannen mogelijk voor 1 oktober, als bestaande ontheffingen aflopen, zullen willen vaststellen, vragen wij ons af hoe groot de kans is dat er tijdens het zomerreces nog iets in de plannen gewijzigd gaat worden. Omdat wij nog niet de beschikking hebben over de nieuwe Faunabeheerplannen, voor de zekerheid deze schriftelijke vragen. Vraag 1 : In de huidige Faunabeheerplannen staan weinig figuren en kaarten met gegevens. Dit maakte de plannen moeilijk te lezen. Een plaatje zegt meer dan 1000 woorden. Bevatten de nieuwe plannen meer en gedetailleerde kaarten die de grootte van populaties, voedselaanbod, rasters, indelingen van de leefgebieden, mogelijke schadesituaties, etc. ruimtelijk weergeven? De oude plannen blijven als achtergronddocument raadpleegbaar. De nieuwe plannen bevatten niet meer en gedetailleerdere kaarten. Voor zover van belang zijn kaarten aangepast of nieuw opgenomen. Vraag 2 : In het huidige Faunabeheerplan Veluwe, van , staat op blz. 29 dat vooral voor soorten die onder de Jachtwet het gehele jaar bejaagbaar waren, of soorten die (een deel van het jaar) onbeschermd waren, gegevens ontbreken. Zijn de gegevens inmiddels beschikbaar, en zo ja, hoe zijn nu de beschikbare gegevens, en waar zijn ze te vinden? Inlichtingen bij dhr. T.A.M. Dikker, telefoonnummer (026) adres: post@gelderland.nl

2 In de Faunabeheerplannen wordt gebruikt gemaakt van schadegegevens van het Faunafonds. Deze zijn op haar website vrij raadpleegbaar ( De beperking daarbij blijft, dat alleen schade getaxeerd wordt van soorten waarvoor een tegemoetkoming wordt verleend. Voor de overige schadeveroorzakende soorten zijn alleen gegevens beschikbaar wanneer zij samen met andere soorten schade veroorzaakten aan de getaxeerde gewassen. Voor zover deze bekend zijn staan de gegevens in de faunabeheerplannen. Vraag 3: Op blz. 30 staat dat beschikbare afschotgegevens geen inzicht geven in het aantal dieren dat geschoten is in een eventuele bejaagbare of onbeschermde periode, en het aantal dieren dat geschoten is op basis van een vergunning. Gegevens over de omvang en uitvoering van de beheermaatregelen ontbreken of zijn onvolledig. Zijn de gegevens inmiddels beschikbaar, en zo ja, hoe zijn nu de beschikbare gegevens, en waar zijn ze te vinden?. Gegevens over het gebruik van ontheffingen en toepassing van beheermaatregelen onder de huidige planperiode zijn opgenomen in de nieuwe plannen. Hierover wordt conform de rapportageverplichting in de ontheffingen gerapporteerd aan GS. Deze rapportages worden ter inzage gelegd en dit wordt bekendgemaakt op internet (www. Gelderland.nl). Zie onze beantwoording vragen over bekendmakingen PS Vraag 4: Op blz. 31 staat dat alleen geregistreerd is welke preventieve maatregelen niet werken, en niet welke wel werken. Is de registratie inmiddels verbeterd, en zo ja, hoe zijn dan nu de beschikbare gegevens, en waar zijn ze te vinden? De basis voor het nieuwe faunabeheerplan vormt een evaluatie van beheer en schadebestrijding in de voorgaande planperiode inclusief de genomen preventieve maatregelen. De gegevens over preventie zijn te vinden bij het Faunafonds ( Vraag 5: Op blz. 31 is een paragraaf Lacunes in kennis en monitoring. De lacunes en aanbevelingen voor monitoring komen in de rest van het document (per diersoort) terug. Zijn de beschreven lacunes inmiddels ingevuld, en zo ja, waar zijn de gegevens te vinden? De onderwerpen 'gegevens' en monitoring zijn opgenomen in de nieuwe Faunabeheerplannen. Gegevens over de huidige planperiode zijn, voor zover relevant en beschikbaar hierin opgenomen. Vraag 6: Volgens het Besluit Faunabeheer 3 artikel 10 onderdeel c moet het Faunabeheerplan kwantitatieve gegevens bevatten over de populatie van de diersoorten ten aanzien waarvan duurzaam beheer noodzakelijk wordt geacht, met inbegrip van gegevens over de aanwezigheid van de populaties in het betrokken gebied gedurende het jaar. Graag ontvangen wij in antwoord op onze vragen de laatste telgegevens voor edelherten, reeën, damherten en wilde zwijnen (zo gedetailleerd mogelijk), en een kaart waar de telgegevens per telplaats zijn ingetekend. 2

3 De Faunabeheereenheden dienen voor edelherten, reeën, damherten en wilde zwijnen jaarlijks een werkplan in, dat goedkeuring behoeft van GS. De gegevens worden op Wildbeheereenheid niveau aangeleverd. Hierin zijn de jaarlijkse tellingen verwerkt. Gedetailleerdere gegevens zijn bij de provincie niet beschikbaar. De rapportage en werkplannen van dit jaar zullen worden toegezonden. Vraag 7: Volgens het Besluit beheer en schadebestrijding mogen edelherten, reeën, damherten en wilde zwijnen alleen worden gedood op terreinen die minstens 5000 ha groot zijn. Graag ontvangen wij in antwoord op onze vragen een tabel bij de kaart met leefgebieden, met daarin de percelen die deel van het leefgebied uitmaken, om te kunnen beoordelen of de gebieden groot genoeg zijn. In 2004 heeft GS de Faunabeheereenheden Veluwe, Rivierenland en Oost Gelderland erkent. Alleen zij komen daarmee in aanmerking voor populatiebeheer van edelherten, damherten, reeën en wilde zwijnen. In de nota Flora en Fauna in Gelderland hebben GS zelfs vastgelegd, dat beheerplanning voor de herten en de wilde zwijnen tenminste moet gebeuren op Veluwe niveau. De wildbeheereenheden in Gelderland, zijnde samenwerkingsverbanden van jachthouders, nemen deel in de Faunabeheereenheden. De werkgebieden van de wildbeheereenheden zijn te raadplegen op de website van de provincie (groene atlas). Vraag 8: Volgens het Besluit Faunabeheer moeten de binnen het werkgebied van het samenwerkingsverband gelegen gronden waarop de in de faunabeheereenheid samenwerkende jachthouders gerechtigd zijn tot de jacht tenminste 75 % van het totale oppervlak van het werkgebied van het samenwerkingsgebied vormen en zo veel mogelijk aaneengesloten zijn. Graag zien we in antwoord op deze vragen een tabel waaruit dit blijkt. Zie het antwoord op vraag 7. De deelnemende wildbeheereenheden en de grote terreineigenaren die al dan niet deelnemen in de Wildbeheereenheden vormen gezamenlijk een gebied van tenminste 75 % van de drie Gelderse regio s. Bebouwde kommen uitgezonderd. Vraag 9: Volgens het Besluit Faunabeheer, artikel 10 onderdeel i moet het plan, voor zover het beheer betrekking heeft op edelherten, damherten, reeën of wilde zwijnen, een beschrijving bevatten van het voedselaanbod, de relatie tussen het voedselaanbod en de grootte van de populatie evenals de mogelijkheden van uitwisseling met aangrenzende terreinen. Graag ontvangen wij een meer gedetailleerde analyse van het voedselaanbod, in tabelvorm waarin aangegeven is wat het voedselaanbod is, per perceel, en een analyse van de voedingswaarde, en in kaart ingetekend. In het nieuwe Faunabeheerplan Veluwe is een inschatting gemaakt van zowel de natuurlijke voedselsituatie als ook benutting van landbouwgronden. De relatie tussen de populatiegrootte en de voedselsituatie is uitgewerkt en zowel in tabel als op kaart weergegeven. Voor wilde zwijnen is door Alterra een draagkracht onderzoek uitgevoerd in 1999, wat nog van toepassing is. Deze gegevens zijn niet per perceel beschikbaar. 3

4 Vraag 10: Graag ontvangen wij een kaart met daarin ingetekend de mogelijkheden van uitwisseling tussen de leefgebieden, met enig detail, en gegevens over de daadwerkelijke uitwisseling. Informatie over uitwisseling tussen leefgebieden is te vinden in de rasterkaart Veluwe, de soortenbeleidkaart wild zwijn, edelhert en de kaart over poorten en robuuste verbindingen te raadplegen op de groene atlas (zie provinciale website Vraag 11: Hoe is de status van het ontsnipperingsbeleid? Daar waar mogelijk wordt nieuw natuurgebied toegevoegd aan het leefgebied van de grote hoefdieren en worden zonodig rasters geslecht of aangepast. De rasterbanen op de Veluwe hebben sinds de invoering van de Flora en faunawet uitwisseling met het omringende leefgebied. Belangrijk voor met name de grote hoefdieren zijn de ecoducten. Vanaf volgend jaar worden 7 ecoducten aangelegd op de Veluwe en nog eens 3 in de omliggende gebieden. Vraag 12: Op de kaart met wildrasters die ons door de provincie is verstrekt staan niet alle wildrasters. Voor het beoordelen van de leefgebieden is een kaart gewenst met daarop alle rasters, ook die van de diverse terreineigenaren, die midden door de leefgebieden lopen. Graag ontvangen wij een tabel met alle aanwezige rasters in de leefgebieden, met daarbij een kaart waarop de rasters zijn ingetekend In opdracht van de provincie is het rapport Lekken en rasters uitgevoerd. In dit rapport zijn tabellen en de meest recente rasterkaarten opgenomen. Het rapport Plan van aanpak Wilde zwijnen lekken Veluwe is in het SIS (PS , 4-juni-2009) beschikbaar gesteld. Vraag 13: Wie is voor het onderhoud van de diverse rasters op de Veluwe verantwoordelijk en hoe wordt het uitgevoerd? (Graag aangeven in de tabel van vraag 12.) In het rapport Lekken en rasters zijn waar bekend ook de eigenaren van rasters weergegeven in tabellen. De rastereigenaar of de rasterbeheerder is verantwoordelijk voor het onderhoud. Dit kunnen zijn terreineigenaren, wegbeheerders en het Faunafonds. De provincie heeft alleen als wegbeheerder de verantwoordelijkheid voor door haar geplaatste rasters. Deze rasters worden net als andere faunavoorzieningen regelmatig gecontroleerd. Zij houdt daarbij de richtlijnen van Rijkswaterstaat aan. Vraag 14: De provincie heeft het onderhoud van de diverse rasters uitbesteed. Geld dit ook voor de andere partijen die voor rasters verantwoordelijk zijn? Zie antwoord vraag 13. Het is ons bekend, dat het Faunafonds het onderhoud aan haar rasters heeft uitbesteed. 4

5 Vraag 15: Zijn er regels met betrekking tot het aantal keren dat rasters (of andere maatregelen die dienen ter voorkoming van ongevallen of schade door wild) gecontroleerd dienen te worden? Zie het antwoord op vraag 13 met betrekking tot provinciale rasters. Er zijn publiekrechtelijk geen expliciete overheidsvoorschriften over onderhoud en beheer van faunarasters. Vraag 16: Volgens het Besluit Faunabeheer artikel 10 onderdeel j moet het Faunabeheerplan een beschrijving bevatten van de plaatsen waar afschot plaatsvindt. Dit is van evident belang voor het Faunabeheerplan. Door deskundigen is al aangegeven dat afschot aan de randen minder slecht is dan afschot middenin de leefgebieden. Graag zien wij in antwoord op onze vragen een kaart waarop de afschotplaatsen zijn ingetekend. Graag ontvangen wij een tabel met de afschotgegevens per plaats van het laatste jaar, met daarbij een kaart waarop de gegevens zijn ingetekend. De Flora- en faunawet vraagt een beschrijving van plaatsen in het werkgebied van de faunabeheereenheid waar en in welke perioden handelingen worden verricht om de gewenste stand te bereiken. Het werkgebied van de faunabeheereenheid Veluwe is onderverdeeld in leefgebieden. Voor deze leefgebieden is een kaart met de beheervrije zones en doelstanden opgenomen. De door u gevraagde detaillering van gegevens per afschotplaats is voor de provincie niet beschikbaar. Vraag 17: Onduidelijk is hoe de ruimtelijke verdeling van het afschot per leefgebied plaatsvindt. De kans is aanwezig dat dit niet alleen gebeurd op basis van ecologische motieven. Hoe wordt gegarandeerd dat andere motieven geen rol spelen? De afschotlocaties worden niet alleen bepaald op basis van ecologische motieven, maar ook ter voorkoming en beperking van schade, verkeersveiligheid of overlast in bebouwde kommen en afgestemd met recreatiebelangen. Vraag 18: Zijn in de leefgebieden ook rustgebieden voor het wild aanwezig, die niet toegankelijk zijn, en waar niet gejaagd wordt? Graag ontvangen wij een tabel met alle rustgebieden, en de grootte ervan, met daarbij een kaart waarop de gebieden zijn ingetekend. In het nieuwe faunabeheerplan Veluwe is een kaart opgenomen met de beheervrije zones. Deze beheervrije zones kunnen toegankelijk zijn. De openstelling kan per eigenaar verschillen. Vraag 19: In het huidige Faunabeheerplan Veluwe staat op blz. 144 aangegeven wat het effect van mensen op het gedrag van grofwild is. De relatie met de padendichtheid in natuurterreinen wordt gegeven. Graag ontvangen wij een kaart waarop aangegeven is wat de padendichtheid is, en de aanwezigheid van toeristen en recreanten, in de verschillende leefgebieden. Er is Veluwe breed geen kaart beschikbaar met de padendichtheid en de aanwezigheid van toeristen en recreanten in de verschillende leefgebieden. 5

6 Vraag 20: Jaarlijks worden de globale telgegevens gerapporteerd, en het afschot. Wordt de consistentie tussen de gegevens gecontroleerd? Door een controle kan een indruk van juistheid van de telling worden verkregen. Graag ontvangen wij een tabel met alle telgegevens per telplaats, en een tabel met alle afschotgegevens per afschietplaats, over de laatste jaren, en indien beschikbaar een rapport met een consistentiecontrole van de gegevens Sinds de jaren tachtig worden de populaties van herten en wilde zwijnen volgens een, door het ministerie van LNV indertijd ontwikkeld protocol, geteld en uitgewerkt. Naast de vaste tellingen inventariseren beheerders jaarrond. Door per afgeschoten dier gegevens te verzamelen over o.a. de conditie leeftijd, geslacht en gewicht en deze gegevens te vergelijken met jaren met dezelfde leefomstandigheden, kan de zomerstand berekend worden. Deze gegevens worden verwerkt in de jaarlijks door GS goed te keuren werkplannen op wildbeheerniveau. Deze zijn beschikbaar. De door u gevraagde detailgegevens per telplaats/afschotlocatie zijn bij de provincie niet beschikbaar. Gedeputeerde Staten van Gelderland C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koningin dr.ir. C. Volp - wnd. secretaris code: doc 6