Netherlands ISSP 2005 Work Orientations III Questionnaire

Transcriptie

1 Netherlands ISSP 2005 Work Orientations III Questionnaire 1

2 Contactpersoon: Saskia Opdam Vrije Universiteit Amsterdam Faculteit Sociale Wetenschappen Antwoordnummer SN Amsterdam Tel.: URL: Internationaal Sociaal Survey Programma Schriftelijke Vragenlijst 2006 Opvattingen over Werk Australië, België, Brazilië, Bulgarije, Canada, Chili, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Filippijnen, Finland, Frankrijk, Groot-Brittannië, Hongarije, Ierland, Israël, Italië, Japan, Letland, Mexico, Nederland, Nieuw Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Rusland, Slovenië, Slowakije, Spanje, Taiwan, Tsjechië, Uruguay, Venezuela, Verenigde Staten, Zuid-Afrika, Zuid-Korea, Zweden, Zwitserland 1

3 OPVATTINGEN OVER WERK De vragen in de vragenlijst hebben meestal de vorm van stellingen waarop u kunt reageren door met een kruisje in een vakje aan te geven of u het met de stelling bent, of : Er zijn geen goede of foute antwoorden, het gaat om uw persoonlijke mening en situatie. U wordt dringend verzocht alle vragen die op uw situatie van toepassing zijn in te vullen. Als u kunt kiezen tussen de aangegeven antwoorden of geen mening hebt, kunt u dit in een afzonderlijk vakje aangeven. UW ACHTERGROND Z01. Bent u man of vrouw? Man Vrouw maand Z02. Wanneer bent u geboren? 1 9 jaar Z03a. Wat is uw officiële burgerlijke staat? Gehuwd en samenwonend met echtgeno(o)t(e) Weduwe/ Weduwnaar Gescheiden 3 Gehuwd, maar gescheiden van tafel en bed 4 Alltaand, nooit gehuwd geweest 5 Z03b. Als u gehuwd bent en samenwoont met uw echtgeno(o)t(e), woont u dan wel samen met een partner? Ja, ik woon samen met een partner Nee, ik woon samen, ik heb wel een partner Nee, ik heb geen partner 3 Z04. In welk land zijn u en uw partner (indien van toepassing) geboren, en in welk land zijn uw ouders geboren? Uzelf: Uw partner: Nederland Nederland Elders:.. Elders.. Uw vader: Uw moeder: Nederland Nederland Elders:.. Elders:.. 2

4 Z05. In welke plaats bent u geboren?. Z06a. Wat is uw hoogst voltooide opleiding? En die van uw partner (indien van toepassing)? Uzelf Uw partner Basisonderwijs Lbo / Huishoudschool / Lhno / Lts / Vbo / VmboB (Beroepsgericht) Mavo / Ulo / Mulo / VmboT (Theoriegericht) 3 3 Havo / Mms 4 4 Vwo / Hbs / Atheneum / Gymnasium 5 5 Mbo / leerlingwezen 6 6 Hbo 7 7 Universiteit 8 8 Niet van toepassing 0 Z06b. In welk jaar voltooide u deze opleiding? In (jaartal) Z06c. Hoe lang bent u werkzoekend geweest in de periode tussen het moment dat u uw opleiding voltooide en het moment dat u in uw eerste baan begon? maanden (vul in) Niet van toepassing (ik heb nooit een baan gehad of ik volg nog dagonderwijs) Z06d. Heeft u in het voortgezet onderwijs eindexamen gedaan in wiskunde, natuurkunde, scheikunde of biologie? (Kruist u bij ieder examenvak één antwoord aan) Wiskunde Natuurkunde Scheikunde Biologie Ja Nee Z06e. Nu enkele vragen over uw gevolgde opleiding(en) in het voortgezet onderwijs. Wilt u bij elk daarvan aangeven hoe vaak dat op u van toepassing was? (Kruist u op elke regel één antwoord aan) Altijd Vaak Soms Bijna nooit Nooit Weet a. Haalde u hoge cijfers voor proefwerken en examens? b. Deed u goed uw best op school? c. Maakte u uw huiswerk zonder hulp van anderen? d. Had u grote moeite om de leerstof te begrijpen?

5 Z06f. Hoeveel jaar onderwijs hebt u na de basisschool in totaal gevolgd? jaar Z06g. En uw partner? jaar Z07. Wat is momenteel uw belangrijkste bezigheid? En die van uw partner (indien van toepassing)? Uzelf: Uw partner: Full-time betaald werk (35 uur en meer) Part-time betaald werk (12 tot 34 uur) Minder dan part-time betaald werk (minder dan 12 uur) 3 3 Meewerkend gezinslid 4 4 Werkloos 5 5 Scholier / Student 6 6 Gepensioneerd 7 7 Huisvrouw / -man 8 8 Arbeidsongeschikt 9 9 Anders, namelijk: (vul in) Niet van toepassing 0 0 Z08. Als u nog in opleiding bent Wat is de opleiding waar u nog mee bezig bent? En die van uw partner (indien van toepassing)? Uzelf Uw partner Basisonderwijs Lbo / Huishoudschool / Lhno / Lts / Vbo / VmboB (Beroepsgericht) Mavo/ Ulo / Mulo / VmboT (Theoriegericht) 3 3 Havo / Mms 4 4 Vwo / Hbs / Atheneum / Gymnasium 5 5 Mbo / Leerlingwezen 6 6 Hbo 7 7 Universiteit 8 8 Niet van toepassing 0 0 4

6 DE VOLGENDE VRAAG GAAT ALLEEN OVER DE OVERIGE PERSONEN IN UW HUISHOUDEN; DUS NIET UZELF OF UW PARTNER. Z09. Uit hoeveel personen bestaat uw huishouden, buiten uzelf en uw partner? (allen die van dezelfde keuken gebruik maken, dus ook inwonende kinderen en huisgenoten) personen Z10. Van ALLE OVERIGE PERSONEN in uw huishouden, behalve uzelf en uw partner, willen we graag weten wat hun geslacht en leeftijd is, in welke relatie ze tot u staan en wat hun opleiding en hun belangrijkste bezigheid is. Begin bij de oudste persoon en som iedereen op tot de jongste persoon. A Persoon B Relatie tot U: -Zoon / dochter (incl. stief, adoptie, foster of uw partners kind). -Ouders, schoonouders, ouders van uw partner, stiefouders. -Broer, zus (incl. stief, adoptie, foster) Ander familielid Ander familielid, als huisgenoten C Sekse: Man Vrouw D Leeftijd: E (vul in) Hoogste opleiding: (voltooid of nog mee bezig) Basisonderwijs Lbo / Lhno / Lts / Vbo / VmboB Mavo / Ulo / Mulo / VmboT Havo / Mms Vwo / Hbs / Atheneum / Gymnasium Mbo / Leerlingwezen Hbo Universiteit F Belangrijkste bezigheid: Full-time betaald werk Part-time betaald werk Werkloos Scholier / Student Gepensioneerd Huisvrouw / man Arbeidsongeschikt Anders

7 OPVATTINGEN OVER WERK C01. Stel dat u de wijze waarop u uw tijd besteedt, kunt veranderen door aan sommige zaken meer tijd te besteden en aan andere minder. Aan welke van de onderstaande zaken zou u dan meer tijd willen besteden, aan welke minder tijd en aan welke zou u net zoveel tijd willen besteden als nu? (Kruist u op elke regel één antwoord aan) Veel meer tijd Iets meer tijd Net zoveel tijd Iets minder tijd Veel minder tijd Weet / n.v.t. a. Betaald werk b. Huishoudelijk werk c. Uw gezin d. Uw vrienden e. Vrijetijdsactiviteiten C02. Wilt u voor elk van de volgende uitspraken aangeven in hoeverre u het daarmee of bent, als u denkt aan werk in het algemeen? (Kruist u op elke regel één antwoord aan) a. Een baan is alleen maar een manier om geld te verdienen en s meer dan dat. b. Ik zou graag een betaalde baan hebben, zelfs als ik het geld nodig had. Sterk mee Mee Niet, Mee Sterk mee Weet C03. Wilt u nu voor elk van de volgende aspecten aangeven hoe belangrijk u deze zelf vindt in een baan. (Kruist u op elke regel één antwoord aan) Hoe belangrijk is Zeer belangrijk Belangrijk Noch belangrijk, noch onbelangrijk Niet belangrijk Helemaal belangrijk Weet a. een baan die zekerheid biedt? b. een hoog inkomen? c. een goede mogelijkheid om vooruit te komen? d. een interessante baan? e. een baan waarin je f. zelfstandig kunt werken? een baan waarin je andere mensen kunt helpen? een baan die nuttig is g. voor de samenleving? h. een baan met flexibele werktijden?

8 C04. Stel dat u werkt en kunt kiezen uit verschillende soorten werk. Welke van de volgende mogelijkheden zou u zelf dan kiezen? (Per mogelijkheid slechts één antwoord) a. Ik zou kiezen voor: Werken in loondienst Werken als zelfstandige Weet 8 b. Ik zou kiezen voor: Werken in een klein bedrijf Werken in een middelgroot bedrijf Weet 8 c. Ik zou kiezen voor: Werken in het bedrijfsleven Werken bij de overheid Weet 8 C05. In welke mate bent u het of met de volgende uitspraken? (Kruist u op elke regel één antwoord aan) Niet Sterk mee Mee, Mee Sterk mee Weet a. Werknemers hebben werk dat meer zekerheid biedt dan dat van zelfstandigen b. Werken in loondienst hindert het gezinsleven meer dan werken als zelfstandige C06. In welke mate bent u het of met de volgende uitspraken? (Kruist u op elke regel één antwoord aan) Niet Sterk mee Mee Mee Sterk mee Weet a. Vakbonden zijn heel belangrijk voor het behoud van de baan van werknemers b. Zonder vakbonden zouden de arbeidsomstandigheden van werknemers veel slechter zijn

9 C07. Stel dat u kunt beslissen over uw huidige werksituatie. Waar zou u dan de voorkeur aan geven? Een full-time betaalde baan (35 uur of meer per week) Een part-time betaalde baan (12-34 uur per week) Een betaalde baan voor minder dan 12 uur per week 3 Helemaal geen betaalde baan 4 Weet 8 C08. Heeft u momenteel betaald werk als zelfstandige of in loondienst? Personen met een tijdelijke werkonderbreking als sabbatjaar, ziekte of ander speciaal verlof, hebben even betaald werk. Ja, ik werk doorgaan met vraag C09 op de volgende pagina Nee, ik werk doorgaan met vraag C28 op bladzijde 14 8

10 U HEEFT MOMENTEEL BETAALD WERK BEANTWOORD DE VRAGEN C9 T/M C27 VOOR UW HUIDIGE BAAN (INDIEN U MEERDERE BANEN COMBINEERT, GA UIT VAN UW BELANGRIJKSTE BAAN) C09. Denk aan het aantal uren dat u werkt (inclusief regelmatig overwerk) en het geld dat u daarmee verdient. Als u slechts één van deze drie mogelijkheden zou kunnen kiezen, aan welke zou u dan de voorkeur geven? Meer uren werken en meer geld verdienen Hetzelfde aantal uren werken en hetzelfde geld verdienen Minder uren werken en minder geld verdienen 3 Weet 8 C10. In hoeverre bent u het ermee of dat de volgende aspecten van toepassing zijn op uw huidige baan? (Kruist u op elke regel één antwoord aan) Sterk mee Mee 9 Niet Mee Sterk mee Weet a. Mijn baan biedt zekerheid b. Ik heb een hoog inkomen c. Ik heb goede mogelijkheden om hogerop te komen d. Ik heb een interessante baan e. Ik kan in mijn baan zelfstandig werken f. Ik heb een baan waarin ik andere mensen kan helpen g. Ik heb een baan die nuttig is voor de samenleving h. Mijn baan geeft me de kans mijn vaardigheden te ontwikkelen C11. Nu enkele vragen over uw arbeidsomstandigheden. Wilt u bij elk daarvan aangeven hoe vaak dat op u van toepassing is? (Kruist u op elke regel één antwoord aan) Hoe vaak Altijd Vaak Soms Bijna nooit Nooit Weet a. komt u uitgeput thuis van uw werk? b. moet u zwaar lichamelijk werk doen? c. moet u onder grote spanning werken? d. werkt u onder gevaarlijke omstandigheden?

11 U HEEFT MOMENTEEL BETAALD WERK C12. Welke van de volgende uitspraken beschrijft het beste hoe over uw werktijden wordt beslist? (Met werktijden bedoelen we hier de tijden dat u uw werk aanvangt en beëindigt en het totaal aantal uren dat u per week of per maand werkt.) Begin- en eindtijden worden door mijn werkgever bepaald en ik kan ze zelf veranderen Ik kan mijn begin- en eindtijden zelf bepalen, binnen zekere grenzen Ik ben geheel vrij om te bepalen wanneer ik begin en stop met mijn werk 3 C13. Welke van de volgende uitspraken beschrijft het beste hoe uw dagelijks werk is georganiseerd? Ik ben vrij te bepalen hoe mijn dagelijks werk georganiseerd is Ik kan bepalen hoe ik mijn dagelijks werk organiseer, binnen zekere grenzen Ik ben vrij om te bepalen hoe ik mijn dagelijks werk organiseer 3 Weet 8 C14. Hoe moeilijk is het voor u om tijdens werktijd één of twee uur vrij te nemen om persoonlijke zaken of familieaangelegenheden te regelen? Helemaal moeilijk Niet te moeilijk Enigszins moeilijk Zeer moeilijk 3 4 Weet 8 C15. Hoe vaak heeft u het gevoel dat (Kruist u op elke regel één antwoord aan) Altijd Vaak Soms Bijna nooit Nooit Weet a. de eisen van uw baan uw gezinsleven hinderen? b. de eisen van uw gezinsleven de uitoefening van uw baan hinderen?

12 U HEEFT MOMENTEEL BETAALD WERK C16. Van hoeveel van uw vroegere werkervaring en/of vaardigheden kunt u in uw huidige werk gebruikmaken? Bijna s Een beetje Veel 3 Bijna alles 4 Weet 8 C17. Als u op zoek zou zijn naar een nieuwe baan, hoe nuttig zouden uw huidige werkervaring en/of vaardigheden zijn? Erg nuttig Tamelijk nuttig Niet zo nuttig 3 Helemaal nuttig 4 Weet 8 C18. Heeft u de laatste 12 maanden op uw werk of ergens anders een training of opleiding gevolgd om uw vaardigheden te verbeteren? Ja Nee Weet 8 C19. Hoe zou u in het algemeen de relaties op uw werk beschrijven (Kruist u op elke regel één antwoord aan) Niet goed, Erg goed Tamelijk goed slecht Tamelijk slecht Erg slecht Weet a. tussen bedrijfsleiding en werknemers? b. tussen collega s onderling?

13 U HEEFT MOMENTEEL BETAALD WERK C20. Hoe tevreden bent u met uw baan? Uitermate tevreden Zeer tevreden Tamelijk tevreden 3 Noch tevreden, noch ontevreden 4 Tamelijk ontevreden 5 Zeer ontevreden 6 Uitermate ontevreden 7 Weet 8 C21. In welke mate bent u het of met elk van de volgende uitspraken? (Kruist u op elke regel één antwoord aan) Niet Sterk mee Mee Mee a. Ik ben bereid harder te werken dan ik zou moeten om het bedrijf of de instelling waarvoor ik werk te laten slagen Sterk mee Weet b. Ik ben er trots op om voor mijn bedrijf of instelling te werken c. Ik zou een andere baan, ook al zou die nogal wat meer betalen, afslaan om bij deze organisatie te blijven C22. Hoe moeilijk of gemakkelijk denkt u een baan voor uzelf te vinden die op zijn minst even goed is als uw huidige baan? Zeer gemakkelijk Tamelijk gemakkelijk Noch gemakkelijk, noch moeilijk 3 Tamelijk moeilijk 4 Zeer moeilijk 5 Weet 8 12

14 U HEEFT MOMENTEEL BETAALD WERK C23. Hoe moeilijk of gemakkelijk denkt u dat het voor uw bedrijf of organisatie is om u te vervangen indien u weg zou gaan? Zeer makkelijk Tamelijk makkelijk Noch makkelijk, noch moeilijk 3 Tamelijk moeilijk 4 Zeer moeilijk 5 Weet 8 C24. Alles bij elkaar genomen, hoe waarschijnlijk is het dat u in de komende 12 maanden probeert een baan te zoeken bij een ander bedrijf of een andere instelling? Zeer waarschijnlijk Waarschijnlijk Onwaarschijnlijk 3 Zeer onwaarschijnlijk 4 Weet 8 C25. In welke mate maakt u zich zorgen over de mogelijkheid om uw baan kwijt te raken? Daar maak ik mij veel zorgen over Daar maak ik mij enigszins zorgen over Daar maak ik mij een klein beetje zorgen over 3 Daar maak ik mij helemaal geen zorgen over 4 13

15 U HEEFT MOMENTEEL BETAALD WERK C26. In welke mate bent u het of met elk van de volgende uitspraken? (Kruist u op elke regel één antwoord aan) Om werkloosheid te voorkomen, zou ik bereid zijn. Sterk mee Mee Niet Mee Sterk mee Weet a. een baan te aanvaarden die nieuwe vaardigheden vereist b. een functie aan te nemen die minder betaalt c. tijdelijk werk te aanvaarden d. een langere reistijd te hebben naar het werk C27. Heeft u, in aanvulling op uw belangrijkste baan, nog ander werk waarvoor u ook betaald wordt? Nee Ja, voornamelijk als werknemer Ja, voornamelijk als zelfstandige 3 Ja, anders 4 GA DOOR NAAR VRAAG C37 OP BLADZIJDE 16 14

16 U HEEFT MOMENTEEL GEEN BETAALD WERK BEANTWOORD DE VRAGEN C28 T/M C36 C28. Heeft u ooit een betaalde baan gehad, voor 1 jaar of langer? Ja doorgaan met vraag C29 Nee doorgaan met vraag C31 C29. Wanneer eindigde uw laatste betaalde baan? In (jaartal) C30. Wat was de belangrijkste reden dat uw baan eindigde? Ik bereikte de pensioengerechtigde leeftijd Ik ging in de VUT, op eigen verzoek Ik ging in de VUT, op eigen verzoek 3 Ik werd (volledig) arbeidsongeschikt 4 Mijn werkplek werd opgeheven 5 Ik werd ontslagen 6 Mijn arbeidsovereenkomst/arbeidscontract liep af 7 Gezinsverantwoordelijkheden 8 Ik ging trouwen 9 C31. Zou u graag een betaalde baan willen hebben, nu of in de toekomst? Ja Nee C32. Hoe waarschijnlijk denkt u dat het is dat u een baan zou vinden? Zeer waarschijnlijk Waarschijnlijk Onwaarschijnlijk 3 Zeer onwaarschijnlijk 4 Weet 8 15

17 U HEEFT MOMENTEEL GEEN BETAALD WERK C33. Zoekt u momenteel naar een baan? Ja Nee C34. Als u denkt aan de afgelopen 12 maanden, heeft u dan enkele van de volgende dingen gedaan om een baan te vinden? (Kruist u op elke regel één antwoord aan) Nee Ja, één of twee keer Ja, meer dan twee keer a. Ingeschreven bij een arbeidsbureau? 3 b. Ingeschreven bij een uitzendbureau? 3 c. Op personeelsadvertenties gereageerd? 3 d. Geadverteerd voor een baan in krant of tijdschrift? 3 e. Rechtstreeks gesolliciteerd bij werkgevers? 3 f. Kennissen, vrienden, collega s gevraagd u te helpen een baan te vinden? 3 C35. Heeft u de afgelopen 12 maanden een training of opleiding gevolgd om uw vaardigheden te ontwikkelen? Ja Nee Weet 8 C36. Wat is uw belangrijkste bron van inkomsten? Met bron van inkomsten bedoelen we alleen financiële inkomsten, maar ook inkomsten in natura als kleding, voeding en verblijf. Pensioen (particulier of AOW) Werkloosheidsuitkering Echtgeno(o)t(e) / Partner 3 Andere gezinsleden 4 Sociale uitkering / bijstand 5 Af en toe werken 6 Anders, nl.: 7. 16

18 VOOR ALLEN C37. In welke mate bent u het of met de volgende uitspraken? (Kruist u op elke regel één antwoord aan) Ik zie mezelf als iemand die Sterk mee Mee Niet Mee Sterk mee Weet a. gesloten is b. goed van vertrouwen is c. degelijk werk levert d. ontspannen en stressbestendig is e. een groot voorstellingsvermogen heeft f. sociaal en prettig in de omgang is g. neigt fouten bij anderen te zoeken h. neigt lui te zijn i. snel nerveus wordt j. weinig artistieke interesses heeft

19 UW HUIDIGE / LAATSTE BAAN Als u op dit moment werkt, wilt u de volgende vragen dan beantwoorden voor uw laatste uitgeoefende baan? Indien u nog nooit een baan heeft gehad, kunt u doorgaan NAAR VRAAG Z20 OP PAGINA 21. Z11. In welke soort organisatie werkt u momenteel / werkte u in uw huidige/laatste baan? Overheid Semi-overheid (bijv. onderwijs, gezondheidszorg) Particulier bedrijf 3 Werkzaam voor eigen rekening (eigen bedrijf) 4 Z12. Wat voor soort beroep heeft / had u? Hoger intellectueel of vrij beroep (b.v. architect, arts, wetenschappelijk medewerker, docent vwo-hbo, ingenieur) Hoger leidinggevend beroep (b.v. manager, directeur, eigenaar groot bedrijf, leidinggevende ambtenaar) Middelbaar intellectueel of vrij beroep (b.v. leerkracht, kunstenaar, verpleegkundige, sociaal werker, beleidsmedewerker) 3 Middelbaar leidinggevend of commercieel beroep (b.v. hoofdvertegenwoordiger, afdelingsmanager, winkelier) 4 Overige hoofdarbeid (b.v. administratief medewerker, boekhouder, verkoper, gezinsverzorgster) 5 Geschoolde leidinggevende handarbeid (b.v. automonteur, ploegbaas, elektricien) 6 Semi-geschoolde handarbeid (b.v. chauffeur, fabrieksarbeider, timmerman, bakker) 7 Ongeschoolde en geoefende handarbeid (b.v. schoonmaker, inpakker) 8 Agrarisch beroep (b.v. landarbeider, zelfstandig agrariër) 9 Z13a. Wat is / was precies uw huidige / laatste functie?. Z13b. In welk jaar bent / was u in deze functie begonnen? In (jaartal) Z13c. Indien u momenteel werkt: In welk jaar bent u gestopt met werken? In (jaartal) 18

20 Z13d. Welk opleidingsniveau werd door uw werkgever voor deze functie minimaal vereist? Basisonderwijs Lbo / Huishoudschool / Lhno / Lts / Vbo / VmboB (Beroepsgericht) Mavo/ Ulo / Mulo / VmboT (Theoriegericht) 3 Havo / Mms 4 Vwo / Hbs / Atheneum / Gymnasium 5 Mbo / Leerlingwezen 6 Hbo 7 Universiteit 8 Z13e. Welke opleidingsrichting werd door uw werkgever voor deze functie vereist? Uitsluitend mijn eigen opleidingsrichting Mijn eigen of een verwante opleidingsrichting Een geheel andere opleidingsrichting 3 Geen specifieke opleidingsrichting 4 Z14a. Hoeveel uur per week werkt / werkte u? uur Z14b. Wat voor soort aanstelling heeft / had u in uw huidige of laatste baan? Vaste baan Tijdelijk contract, met uitzicht op een vaste baan Tijdelijk contract, zonder uitzicht op een vaste baan 3 Anders, nl.: 4. Z15. Geeft / gaf u leiding aan anderen in uw huidige of laatste baan? Zo ja, hoeveel mensen werken / werkten direct onder uw leiding? Nee 0 Ja, aantal ondergeschikten: (vul in) 19

21 UW EERSTE BAAN Z16. Heeft u voor uw huidige of laatste baan nog een baan gehad, of is / was dit uw eerste baan? Daarvoor heb ik nog een andere baan gehad Dit is / was mijn eerste baan ga door met VRAAG Z20 OP PAGINA 21 Z17. In welk type organisatie werkte u in uw eerste baan? (De eerste baan nadat u van school afkwam.) Overheid Semi-overheid (bijv. onderwijs, gezondheidszorg) Particulier bedrijf 3 Werkzaam voor eigen rekening (eigen bedrijf) 4 Z18. Wat voor soort beroep had u toen? Hoger intellectueel of vrij beroep (b.v. architect, arts, wetenschappelijk medewerker, docent vwo-hbo, ingenieur) Hoger leidinggevend beroep (b.v. manager, directeur, eigenaar groot bedrijf, leidinggevende ambtenaar) Middelbaar intellectueel of vrij beroep (b.v. leerkracht, kunstenaar, verpleegkundige, sociaal werker, beleidsmedewerker) 3 Middelbaar leidinggevend of commercieel beroep (b.v. hoofdvertegenwoordiger, afdelingsmanager, winkelier) 4 Overige hoofdarbeid (b.v. administratief medewerker, boekhouder, verkoper, gezinsverzorgster) 5 Geschoolde leidinggevende handarbeid (b.v. automonteur, ploegbaas, elektricien) 6 Semi-geschoolde handarbeid (b.v. chauffeur, fabrieksarbeider, timmerman, bakker) 7 Ongeschoolde en geoefende handarbeid (b.v. schoonmaker, inpakker) 8 Agrarisch beroep (b.v. landarbeider, zelfstandig agrariër) 9 Z19a. Wat was precies uw eerste functie? Z19b. In welk jaar bent u met deze functie begonnen? In (jaartal) 20

22 Z19c. Welk opleidingsniveau werd door uw werkgever voor deze functie minimaal vereist? Basisonderwijs Lbo / Huishoudschool / Lhno / Lts / Vbo / VmboB (Beroepsgericht) Mavo/ Ulo / Mulo / VmboT (Theoriegericht) 3 Havo / Mms 4 Vwo / Hbs / Atheneum / Gymnasium 5 Mbo / Leerlingwezen 6 Hbo 7 Universiteit 8 Z19d. Welke opleidingsrichting werd door uw werkgever voor deze functie vereist? Uitsluitend mijn eigen opleidingsrichting Mijn eigen of een verwante opleidingsrichting Een geheel andere opleidingsrichting 3 Geen specifieke opleidingsrichting 4 Z19e. Gaf u leiding aan anderen in uw eerste baan? Zo ja, hoeveel mensen werkten er toen direct onder uw leiding? Nee 0 Ja, aantal ondergeschikten: Z19f. Hoeveel uur per week werkte u in uw eerste baan? uur Z19g. Wat voor soort aanstelling had u in uw eerste baan? Vaste baan Tijdelijk contract, met uitzicht op een vaste baan Tijdelijk contract, zonder uitzicht op een vaste baan 3 Anders 4 21

23 DE HUIDIGE / LAATSTE BAAN VAN UW PARTNER We willen u ook nog wat vragen stellen over het huidige of laatste beroep van uw partner. Indien u geen partner heeft of heeft gehad (met wie u getrouwd bent (geweest) of (heeft) samengewoond) of indien uw partner nooit een baan heeft gehad. GA DAN DOOR NAAR VRAAG Z25 OP DE VOLGENDE PAGINA. Z20. In welk type organisatie werk(te) uw partner? Overheid Semi-overheid (bijv. onderwijs, gezondheidszorg) Particulier bedrijf 3 Werkzaam voor eigen rekening (eigen bedrijf) 4 Z21. Wat voor soort beroep heeft (had) uw partner? Hoger intellectueel of vrij beroep (b.v. architect, arts, wetenschappelijk medewerker, docent vwo-hbo, ingenieur) Hoger leidinggevend beroep (b.v. manager, directeur, eigenaar groot bedrijf, leidinggevende ambtenaar) Middelbaar intellectueel of vrij beroep (b.v. leerkracht, kunstenaar, verpleegkundige, sociaal werker, beleidsmedewerker) 3 Middelbaar leidinggevend of commercieel beroep (b.v. hoofdvertegenwoordiger, afdelingsmanager, winkelier) 4 Overige hoofdarbeid (b.v. administratief medewerker, boekhouder, verkoper, gezinsverzorgster) 5 Geschoolde leidinggevende handarbeid (b.v. automonteur, ploegbaas, elektricien) 6 Semi-geschoolde handarbeid (b.v. chauffeur, fabrieksarbeider, timmerman, bakker) 7 Ongeschoolde en geoefende handarbeid (b.v. schoonmaker, inpakker) 8 Agrarisch beroep (b.v. landarbeider, zelfstandig agrariër) 9 Z22. Wat is (was) precies uw partners functie? Z23. Hoeveel uur per week is / was uw partner aangesteld? uur Z24. Geeft (Gaf) uw partner leiding aan anderen in zijn / haar baan? Zo ja, hoeveel mensen werk(t)en er direct onder uw partners leiding? Nee 0 Ja, aantal ondergeschikten: 22

24 INKOMEN De volgende vragen hebben betrekking op inkomens. We willen nog benadrukken dat dit onderzoek strikt vertrouwelijk is. Niemand komt verder te weten wat u op dit formulier invult. Voor ons onderzoek is het van groot belang dat u de onderstaande vragen beantwoordt. Z25a. Hoeveel mensen verdienen in uw huishouden - buiten uzelf en uw partner - een eigen inkomen? personen Z25b. Wat voor soort inkomen ontvangt uw huishouden? Beantwoordt u deze vraag zowel voor uzelf als voor uw partner en overige leden van het huishouden (indien van toepassing) (Kruist u op elke regel één antwoord aan voor uzelf, één voor uw partner en één voor de overige leden van het huishouden) Overige leden van het huishouden a. Een inkomen uit loondienst (loon, salaris)? b. Een (bedrijfs)pensioen, lijfrente, VUT, AOW? c. Een uitkering voor werkloosheid, wachtgeld, WAO, bijstand? d. Inkomen uit eigen bedrijf ja ja ja ja Heeft uzelf.. nee nee nee nee Heeft uw partner ja nee ja nee gezamenlijk e. Andere inkomstenbron, nl.: ja ja nee nee ja ja ja ja nee nee nee nee Z26. Wat is het gemiddelde netto inkomen van u, uw partner en de overige leden van het huishouden samen (voor zover van toepassing)? (netto betekent wat uw huishouden gemiddeld maandelijks schoon in handen krijgt, dat wil zeggen na afdracht van de loon-en inkomstenbelasting, premies voor sociale verzekeringen en pensioenpremies) (Kruist u één hokje aan voor uzelf, één voor uw partner en één voor de overige leden van het huishouden) Bij benadering per maand Uzelf Uw partner Overige leden van het huishouden Geen inkomen Minder dan tot tot tot tot tot tot tot tot of meer

25 UW VADER EN MOEDER Nu willen we u nog enkele vragen stellen over uw ouders. Z27. Wat was/is de hoogste voltooide opleiding van uw vader en van uw moeder? (Slechts één antwoord voor uw vader en één antwoord voor uw moeder) Uw vader: Uw moeder: Basisonderwijs Lbo / Huishoudschool / Lhno / Lts / Vbo / VmboB (Beroepsgericht) Mavo / Ulo / Mulo / VmboT (Theoriegericht) 3 3 Havo / Mms 4 4 Vwo / Hbs / Atheneum / Gymnasium 5 5 Mbo / leerlingwezen 6 6 Hbo 7 7 Universiteit 8 8 Z28. Wat was de belangrijkste bezigheid van uw vader en uw moeder toen u 16 jaar oud was? (Slechts één antwoord voor uw vader en één antwoord voor uw moeder) Uw vader: Uw moeder: Full-time betaald werk (meer dan 35 uur) (Indien meerdere antwoorden van toepassing, geef ALLEEN de belangrijkste) Part-time betaald werk (12-34 uur) Minder dan part-time betaald werk (minder dan 12 uur) 3 3 Meewerkend gezinslid 4 4 Werkloos 6 6 Gepensioneerd 7 7 Huisvrouw / -man 8 8 Arbeidsongeschikt 9 9 Anders, namelijk.... Z29. Als uw moeder werkte toen u 16 jaar oud was, heeft uw moeder daarvoor wel gewerkt? Zo ja, wanneer is zij ermee gestopt? Mijn moeder werkte toen ik 16 was Nee, mijn moeder heeft nooit betaald werk gehad Mijn moeder is gestopt met werken voordat ze trouwde 3 Mijn moeder is gestopt met werken nadat ze trouwde, maar voordat haar eerste kind geboren werd 4 Mijn moeder is gestopt met werken nadat haar eerste kind geboren werd 5 24

26 We vragen u naar de baan van uw vader en uw moeder TOEN UZELF 16 JAAR OUD was. Als zij gestopt waren met werken of overleden waren, beantwoordt u de vragen dan voor hun laatste baan voordat uzelf 16 jaar was. Z30. In welk type organisatie werkten uw vader en moeder toen u 16 jaar oud was (of daarvoor)? (Slechts één antwoord voor uw vader en één antwoord voor uw moeder) Uw vader Uw moeder Overheid Semi-overheid (bijv. onderwijs, gezondheidszorg) Particulier bedrijf 3 3 Werkzaam voor eigen rekening (eigen bedrijf) 4 4 Z31. Wat voor soort beroep hadden uw vader en moeder toen u 16 jaar oud was (of daarvoor)? (Slechts één antwoord voor uw vader en één antwoord voor uw moeder) Uw vader Uw moeder Hoger intellectueel of vrij beroep (b.v. architect, arts, wetenschappelijk medewerker, docent vwo-hbo, ingenieur) Hoger leidinggevend beroep (b.v. manager, directeur, eigenaar groot bedrijf, leidinggevende ambtenaar) Middelbaar intellectueel of vrij beroep (b.v. leerkracht, kunstenaar, verpleegkundige, sociaal werker, beleidsmedewerker) 3 3 Middelbaar leidinggevend of commercieel beroep (b.v. hoofdvertegenwoordiger, afdelingsmanager, winkelier) 4 4 Overige hoofdarbeid (b.v. administratief medewerker, boekhouder, verkoper, gezinsverzorgster) 5 5 Geschoolde leidinggevende handarbeid (b.v. automonteur, ploegbaas, elektricien) 6 6 Semi-geschoolde handarbeid (b.v. chauffeur, fabrieksarbeider, timmerman, bakker) 7 7 Ongeschoolde en geoefende handarbeid (b.v. schoonmaker, inpakker) 8 8 Agrarisch beroep (b.v. landarbeider, zelfstandig agrariër) 9 9 Z32. Wat was precies uw vaders functie? En uw moeders functie? Uw vaders functie:.. Uw moeders functie:.. Z33. Gaven uw ouders leiding aan anderen in hun baan? Zo ja, hoeveel mensen werkten er toen direct onder hun leiding? Uw vader: Uw moeder: Nee 0 0 Ja, aantal ondergeschikten: (vul in) 25

27 MEDIA Z34. Welke krant of welke kranten leest u dagelijks of vrijwel dagelijks? (Indien meerdere van toepassing, geef ALLEEN de belangrijkste.) Ik lees geen dagbladen De Volkskrant Trouw 3 Het Parool 4 De Telegraaf 5 Algemeen Dagblad 6 NRC Handelsblad 7 Een regionaal dagblad 8 Metro / Spits 9 Anders, nl. 0. Z35. Bent u of is uw gezin lid van een omroepvereniging? (Indien meerdere van toepassing, geef ALLEEN de belangrijkste) Geen lid AVRO BNN 3 EO 4 KRO 5 LLink 6 MAX 7 NCRV 8 TROS 9 VARA 0 VPRO 1 26

28 GODSDIENSTIGE OVERTUIGING Z36. Tot welke godsdienst of levensovertuiging rekent u zich? Geen godsdienst Rooms-katholieke Kerk Protestantse Kerk in Nederland 3 Jodendom 4 Islam 5 Gereformeerde Kerkgenootschappen 6 Evangelische Kerkgenootschappen 7 Hindoeïsme 8 Anders, nl: 9 Z37. Hoe vaak heeft u GEMIDDELD in de afgelopen jaren een viering of dienst van een geloofsgemchap meegemaakt? Meerdere keren per week 1x per week 2 of 3 keer per maand 3 1x per maand 4 Verschillende keren per jaar 5 1x per jaar 6 Minder vaak 7 Nooit 8 Weet 98 Z38. Wanneer heeft u VOOR HET LAATST een viering of dienst van een geloofsgemchap meegemaakt? Ik heb nog nooit een viering of dienst bijgewoond Meer dan 2 jaar geleden 1 à 2 jaar geleden 3 Een half tot 1 jaar geleden 4 Een maand tot een half jaar geleden 5 Minder dan een maand geleden 6 Weet 8 27

29 VERKIEZINGEN Z39. Op welke partij heeft u gestemd tijdens de gemeenteraadsverkiezingen op 7 maart 2006? CDA PvdA VVD 3 SP 4 Groen Links 5 LPF 6 D66 7 Groep Wilders / PVV 8 Christen Unie 9 SGP 0 Lokale partij, nl.: 1... Anders, nl.: 2... Heb gestemd 3 Z40. Als er vandaag landelijke verkiezingen voor een nieuwe Tweede Kamer zouden zijn, zou u dan gaan stemmen? En zo ja, op welke partij? nu CDA PvdA VVD 3 SP 4 Groen Links 5 LPF 6 D66 7 Groep Wilders / PVV 8 Christen Unie 9 SGP 0 Anders, nl Ga stemmen 2 28

30 Z41. Beschouwt u zichzelf als links of als rechts? Zeer links Gematigd links Geen van beide Gematigd rechts Zeer rechts Weet Z42. Hieronder staat een afbeelding van de maatschappelijke ladder. Op welke sport vindt u dat u op dit ogenblik staat? (Omcirkel één cijfer) 10 BOVENAAN ONDERAAN Z43. Bent u lid of bent u lid geweest van een vakbond? Ik ben lid van een vakbond Ik was lid van een vakbond, maar nu meer Ik ben nooit lid geweest van een vakbond 3 29

31 TER AFSLUITING We stellen het erg op prijs dat u de vragenlijst heeft ingevuld. We weten dat het een lange vragenlijst was en dat sommige vragen misschien lastig te beantwoorden waren. Maar voor de vergelijkbaarheid met andere landen is het erg belangrijk dat ze allemaal zijn ingevuld. Hartelijk dank daarom voor het invullen van de vragenlijst! Mocht u nog vragen of opmerkingen hebben over de vragenlijst, of aanvullende informatie die u voor ons van belang acht, dan stellen we het op prijs als u die hieronder vermeldt. HARTELIJK DANK VOOR HET INVULLEN VAN DEZE VRAGENLIJST! WIJ VRAGEN U DE VRAGENLIJST NU ZO SPOEDIG MOGELIJK IN DE PORTVRIJE ENVELOPPE AAN ONS OP TE STUREN (EEN POSTZEGEL IS NIET NODIG) Vrije Universiteit Amsterdam, Faculteit Sociale Wetenschappen ISSP 2006, t.a.v. Saskia Opdam Antwoordnummer SN AMSTERDAM Tel issp@fsw.vu.nl 30

32 Betrouwbare kennis over de publieke opinie is belangrijk voor de samenleving. Door uw deelname kunt u GRATIS EENMALIG een door uzelf te bepalen goed doel steunen. U kunt door middel van één kruisje in onderstaande lijst 2,- doneren aan een goed doel. U bepaalt zelf naar welk goed doel de 2,- gaat. De 2,- maken wij voor u over. Het uiteindelijk overgemaakte bedrag wordt bekendgemaakt via de website (Slechts één goed doel aankruisen) UNICEF Amnesty International Wereld Natuur Fonds Greenpeace Stichting de Opkikker Nederlandse Hartstichting Stichting Liliane Fonds Stichting AAP War Child Vereniging Natuurmonumenten Novib SOS-Kinderdorpen Vereniging het Nederlandse Rode Kruis Artsen zonder Grenzen Nederlandse Brandwonden Stichting Astma Fonds Prins Bernhard Cultuurfonds 8 Ik wil geen 2,- doneren 31