e i s e r e s, v e r w e e r s t e r,

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "e i s e r e s, v e r w e e r s t e r,"

Transcriptie

1 Nr SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen A, e i s e r e s, gemachtigden: mevrouw mr. J.C. Brouwer en mr. R. van der Hooft, advocaten te Hoorn, en B, v e r w e e r s t e r, gemachtigde: mr. R. Roks, advocaat te Amsterdam. HET SCHEIDSGERECHT 1. Ondergetekenden, MEVROUW MR. E.A.G.M. VAN RENS, lid-jurist van het College van Arbiters van de Raad van Arbitrage voor de Bouw, IR. F.H. VAN DER LINDE, lid-deskundige van dit College, en IR. J. ROSSING, bij zijn benoeming lid-deskundige van dit College, thans oud-lid, zijn door de voorzitter van deze Raad overeenkomstig de statuten van de Raad benoemd tot scheidslieden in dit geschil. Arbiters hebben hun benoeming schriftelijk aanvaard. Bij brief van 12 september 2014 is daarvan mededeling gedaan aan partijen. Aan het scheidsgerecht is toegevoegd mevrouw mr. M.T.Y. Kokee, secretaris. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE 2. Voor de loop van het geding wordt verwezen naar de volgende stukken: - het inleidende verzoekschrift, bij de Raad binnengekomen per fax (zonder producties) op 16 mei 2014 en per post, met producties 1 tot en met 11, op 20 mei 2014; - de memorie van antwoord, met producties 11 tot en met 20; - de memorie van repliek, met producties 10B en 21 tot en met 24; - de memorie van dupliek, met producties 25 tot en met 42; - de brief van 21 mei 2015 van mevrouw mr. Brouwer, met producties 43 en 44;

2 2 - de brief van 3 juni 2015 van mevrouw mr. Brouwer, met productie 45; - het faxbericht van 10 juni 2015 van mevrouw mr. Brouwer, met productie 46; - producties 47 en 48, tijdens de mondelinge behandeling in het geding gebracht door mr. Roks; - het faxbericht van 11 juni 2015 van mevrouw mr. Brouwer, met productie 49; - de pleitaantekeningen van mr. Van der Hooft; - de pleitnotities van mr. Roks. 3. De mondelinge behandeling van het onderhavige geschil heeft plaatsgevonden op 15 juni 2015 in een vergaderzaal van Grand Café Koekenbier te Alkmaar. 4. Aansluitend aan de mondelinge behandeling heeft een bezichtiging van het werk plaatsgevonden. DE GRONDEN VAN DE BESLISSING De bevoegdheid 5. De bevoegdheid van arbiters tot beslechting van het onderhavige geschil bij scheidsrechterlijk vonnis staat onbetwist tussen partijen vast. In paragraaf 49 van de toepasselijke Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken 1989 (UAV) is een arbitraal beding opgenomen dat verwijst naar de Raad en zijn statuten. De feiten 6. Tussen partijen staat het volgende vast: a. B was tot 2009 een dochteronderneming van C, met D als enig aandeelhouder. De andere dochter van C was E, later genaamd F, later genaamd G. b. G is in september 2012 failliet gegaan. B is gefaseerd overgenomen door H en I. Op 1 juli 2004 heeft D 60% van de aandelen B overgedragen aan H en I en in 2009 de laatste 40%.

3 3 c. Medio 2003 hebben de J (voorloper van A) en B een aannemingsovereenkomst gesloten ten behoeve van de bouw van een distributiecentrum te Alkmaar. d. Het werk is op 1 juni 2004 opgeleverd door B (productie 3). e. A, als rechtsopvolgster van K, heeft het distributiecentrum voor de duur van 15 jaar verhuurd aan L. f. In april 2005 zijn door L ongelijkheden geconstateerd in de vloer van het distributiecentrum. Dit is door L gemeld aan A en door A aan B. g. B heeft van mei 2006 tot maart 2012 werkzaamheden aan de vloer verricht, waaronder het aanleggen van een goot/dilatatievoorziening in de vloer ter plaatse van de laadperrons (docks). h. Bij brief van 15 maart 2007 (productie 4) heeft L A laten weten dat het verzakken van de vloer inmiddels zo ver is gevorderd dat de veiligheid van personeel en derden in het geding komt en verzoekt zij A een onmiddellijke reactie waarin u ons een definitieve oplossing biedt voor het verzakken van de vloer en zorg draagt voor het herstel van het normaal gebruik van de laadperrons. i. De toenmalige beheerder van het distributiecentrum, M, heeft een kopie van de brief van L doorgestuurd naar B. N (service-medewerker van B) heeft in een brief van 27 maart 2013 aan M (productie 5) de ontvangst van de kopie bevestigd en aan M (onder meer en voor zover hier van belang) het volgende laten weten: Ook bij B is men bekend met de problemen van het ontstaan van niveau verschillen bij aansluitingen van vloer en docks. Daarmee worden de samenhangende problemen erkend. Hiervoor zijn ook al in een eerder stadium voorzieningen aangebracht in samenspraak met betrokken partijen. ( ) Duidelijk moet zijn voor alle partijen dat B er ook alles aan doet om naar aanleiding van onderzoek en adviezen te komen met een voorstel van oplossing, welke past bij het gebruik van het object. Wij hopen dan ook op korte termijn met een voorstel te kunnen komen voor een definitieve oplossing van het zich etalerende probleem ( ). j. Uit onderzoek van onder meer ABT in 2012 en Witteveen & Bos in 2013 is gebleken dat de vloer op plaatsen omhoog komt als gevolg van zwelgedrag van het toegepaste Ontijzerd Industrieel Puin (OIP) als funderingsmateriaal/vulmateriaal onder de vloer.

4 4 k. Het bestek schrijft voor grondverbetering van verdicht puin en zand. l. A heeft B bij brief van 23 juli 2012 (productie 9) gesommeerd uiterlijk 24 augustus 2012 haar aansprakelijkheid schriftelijk te erkennen en aan te geven dat zij voor een deugdelijk herstel van de vloer zal zorgdragen. m. B heeft iedere aansprakelijkheid afgewezen. n. L heeft de huurovereenkomst per 1 oktober 2017 opgezegd, onder meer vanwege de problemen met de vloer (productie 22). o. Bij notariële akte van 25 maart 2013 (productie 18) heeft B, ter voldoening van de (mogelijke) vordering van A op B uit hoofde van vergoeding van schade, een pandrecht verleend aan A op de vordering die B (mogelijk) heeft uit hoofde van de CAR-Polis. In de pandakte komen partijen overeen dat de vordering wordt verminderd met de kosten zoals deze tot nu toe in opdracht van F (thans G) zijn gemaakt (waarvan een deel door F is betaald en een ander deel ter verificatie bij de curator van F is ingediend ( ). De vorderingen en het verweer 7. A vordert bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad (kort samengevat) B te veroordelen tot herstel van de vloer en te verklaren voor recht dat B aansprakelijk is voor de door A geleden en te lijden schade als gevolg van de tekortkoming van B, met veroordeling van B tot betaling van buitengerechtelijke kosten en proceskosten. 8. B voert gemotiveerd verweer tegen toewijzing van de vorderingen van A. Zij concludeert A in haar vorderingen niet-ontvankelijk te verklaren, althans deze af te wijzen, met veroordeling van A in de kosten van deze procedure. De beoordeling 9. A grondt haar vorderingen op artikel 7:760 lid 1 BW (ongeschiktheid van door de aannemer gebruikte materialen of hulpmiddelen) jo. paragraaf 17 UAV. Verder stelt zij dat B zich de kwestie steeds heeft aangetrokken, op iedere klacht direct heeft gereageerd, naar een oplossing heeft gezocht door deskundigen in te schakelen en herstel heeft uitgevoerd wat echter niet afdoende is gebleken. Volgens A heeft B hiermee haar aansprakelijkheid erkend en heeft zij zich ook altijd gedragen ware zij aansprakelijke partij. Zij heeft A al

5 5 die jaren het vertrouwen gegeven een oplossing te bieden voor de geconstateerde problemen. Bovendien heeft zij toegezegd een definitieve oplossing te zullen bewerkstelligen in haar brief van 23 maart 2007 (punt 3.14 en 3.26 MvE). Pas op het moment dat B bij brief van 23 juli 2012 aansprakelijk werd gesteld voor de schade, heeft zij - voor het eerst in al die jaren - in september 2012 de aansprakelijkheid afgewezen. 10. Het verweer van B bestaat uit de volgende onderdelen: a) Zij betwist aansprakelijkheid te hebben erkend dan wel een toezegging te hebben gedaan tot het verrichten van herstel. Zij heeft ook geen herstelwerkzaamheden verricht, maar - in opdracht van G - onderzoek gedaan en maatregelen genomen ter beperking van schade en het ontstaan van verdere niveauverschillen tussen de vloer en de docks. b) De directie heeft de toepassing van OIP goedgekeurd, waardoor de aansprakelijkheid voor na de verwerking opgetreden tekortkomingen is overgegaan op A. c) A heeft niet tijdig geprotesteerd in de zin van artikel 6:89 BW. B is pas in juli 2012 (twee maanden voor het faillissement van G) aansprakelijk gesteld en daarmee is haar de mogelijkheid ontnomen de aansprakelijkstelling door te leggen naar G. d) Er is geen sprake van een verborgen gebrek in de zin van paragraaf 12 lid 1 UAV. Als daarvan wel sprake zou zijn, is iedere rechtsvordering op 1 juni 2009 vervallen op grond paragraaf 12 lid 4 UAV dat bepaalt dat de rechtsvordering uit hoofde van een verborgen gebrek niet-ontvankelijk is indien zij wordt ingesteld na verloop van vijf jaren na oplevering. 11. Bij pleidooi beroept B zich primair op de vervaltermijn van paragraaf 12 ld 4 UAV. Bij de beoordeling van de vorderingen van A zijn evenwel ook de overige verweren relevant. Ad a) Aansprakelijkheid erkend? 12. Arbiters stellen voorop dat B door overlegging van de pandakte voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij haar werkzaamheden heeft verricht in opdracht en voor rekening van G (zie hierboven onder r.o. 6 sub o). Uit de pandakte blijkt bovendien dat A dit ook wist. A werd immers vertegenwoordigd door D die eveneens bestuurder was van G. Onder deze omstandigheden kan

6 6 uit het gegeven dat door B werkzaamheden zijn verricht geen erkenning van aansprakelijkheid worden afgeleid. Hetzelfde geldt voor de brief van 23 maart 2007 van L aan de beheerder. Het is juist dat daarin wordt aangegeven dat de problemen worden erkend en dat B bezig is een definitieve oplossing te zoeken, maar tegen de achtergrond van het gegeven dat B daarvoor wordt betaald door G kan ook daaruit geen erkenning van aansprakelijkheid door B worden afgeleid. Ad b) Toepassing van OIP goedgekeurd? 13. B stelt zich op het standpunt dat O, die voor B als adviseur optrad, tevens directie heeft gevoerd namens A. Volgens B heeft zij van O toestemming gekregen voor het gebruik van OIP, hetgeen volgens haar blijkt uit een faxbericht van O van 22 september 2003 (productie 15). Uit dat faxbericht blijkt echter slechts zoals B zelf ook aangeeft onder punt 3.7 MvA dat O een specificatie van het OIP verlangde. Hoewel B in de MvA nog aangeeft dat zij O een rapportage heeft verstrekt in het kader van het Bouwbesluit, is ter zitting gebleken dat men dat in de administratie niet heeft kunnen terugvinden. Wel is aan O een geschiktheidsverklaring als bouwstof verstrekt. Arbiters overwegen dat een dergelijke verklaring betrekking heeft op milieuaspecten en iets anders is dan een specificatie van de fysieke hoedanigheid van het materiaal. Het moet er dan ook voor worden gehouden dat de door O gevraagde specificatie niet is verstrekt. Arbiters trekken hieruit de conclusie dat B OIP heeft toegepast zonder toestemming van de opdrachtgever/directie. Ad c) Artikel 6:89 BW 14. Op grond van artikel 6:89 BW kan de schuldeiser geen beroep meer doen op een eventueel gebrek in de prestatie, indien hij niet binnen bekwame tijd nadat hij het gebrek heeft ontdekt of redelijkerwijze had moeten ontdekken, bij de schuldenaar heeft geprotesteerd. Paragraaf 12 lid 2 sub b UAV bevat een soortgelijke bepaling. 15. Bij de beantwoording van de vraag of er tijdig is geklaagd kan geen vaste termijn worden gehanteerd, maar moeten alle betrokken belangen worden afgewogen met inachtneming van alle relevante omstandigheden (Hoge Raad 12 december 2014, RvdW 2015, 66). Rekening dient te worden gehouden met enerzijds het voor A ingrijpende rechtsgevolg van te laat protesteren en an-

7 7 derzijds de concrete belangen waarin B is geschaad door het tijdstip van protesteren. 16. B stelt dat de brief van L van 15 maart 2007 aan A niet kan gelden als klacht van A over een gebrek in de prestatie van B, omdat die brief een klacht behelst over de prestatie van A jegens L en de brief bovendien niet door A, maar door de beheerder van het distributiecentrum naar B is doorgestuurd. Voor zover die brief wel als klacht kan gelden, heeft die klacht betrekking op de niveauverschillen tussen de vloer en de docks in 2007 en niet op de toepassing van OIP en/of de onvlakheid van de vloer in de overige delen van de bedrijfshal, aldus B. B stelt door het verstrijken van de tijd te zijn benadeeld, omdat haar daardoor de mogelijkheid is ontnomen de aansprakelijkstelling door te leggen naar G. 17. B ziet hierbij over het hoofd dat het protest vormvrij is en zij vanaf de eerste melding van L in 2005 wist dat er problemen waren met de (door haar aangelegde) vloer en ook actief betrokken is geweest bij het onderzoek naar de oorzaak daarvan. Indien B eerder dan in september 2012 een aansprakelijkstelling van A zou hebben ontvangen en deze zou hebben doorgelegd naar G, zou dit aan de feitelijke situatie niets hebben veranderd, aangezien G immers al betaalde voor de werkzaamheden van B. Het beroep van B op schending van de klachtplicht wordt afgewezen. Ad d) Vervaltermijn van paragraaf 12 lid 4 UAV 18. Naar het oordeel van arbiters zijn de problemen met de vloer aan te merken als een verborgen gebrek in de zin van paragraaf 12 lid 2 sub b UAV. De vervaltermijn van vijf jaar na oplevering voor het instellen van een rechtsvordering uit hoofde van een verborgen gebrek is echter op 1 juni 2009 verstreken. In dit verband heeft A aangevoerd: a) dat de tekortkoming zo ernstig is dat hier sprake is van een situatie als bedoeld in artikel 7A:1645 BW (oud), waarvoor een aansprakelijkheidsduur geldt van 10 jaar; b) dat er een nieuwe vervaltermijn als bedoeld in paragraaf 12 lid 4 UAV is gaan lopen omdat er uitvoerig herstel aan het verborgen gebrek is verricht; c) dat B bewust de keuze heeft gemaakt voor OIP teneinde geld te besparen en de gevolgen van die keuze voor haar rekening en risico moeten blijven.

8 8 Ad a) Artikel 7A:1645 BW (oud) 19. De gebrekkige vloer is naar het oordeel van arbiters geen gebrek als bedoeld in artikel 7A:1645 BW (oud). Er is geen sprake van een dreigend vergaan van de vloer en arbiters hebben tijdens de bezichtiging geconstateerd dat het gebouw in gebruik is conform de bestemming, zij het dat men wel enige hinder ondervindt van de ongelijkheden in de vloer en alert moet blijven op mogelijk onveilige situaties. Ad b) Nieuwe vervaltermijn 20. Een eventuele nieuwe vervaltermijn heeft alleen betrekking op de kwaliteit van het verrichte herstel, zoals ook door B is betoogd. A stelt in haar pleitnota dat er herstelwerkzaamheden zijn verricht in mei en juni 2006, in juni en oktober 2007, in het najaar van 2008, in februari, maart en april 2009 en in maart In 2006, juni 2007 en 2012 ging het om werkzaamheden die erop waren gericht de opwaartse druk op de vloer en de zijdelingse druk op de funderingsbalken te elimineren en in oktober 2007, 2008 en 2009 ging het om herstel van de niveauverschillen tussen de vloer en de loadingsdocks. Anders dan A stelt, kwalificeert dit naar het oordeel van arbiters niet als substantieel herstel. Dit blijkt ook uit de brieven van L aan A van 15 maart 2007 (productie 4), waarin de eerder uitgevoerde werkzaamheden worden omschreven als tijdelijke noodvoorzieningen en de brief van 4 juni 2012 (productie 8), waarin L aangeeft dat er nog steeds geen definitieve oplossing is. A stelt in haar brief van 23 juli 2012 aan B (productie 9) dat B inmiddels is aangevangen met het herstel. Tussen partijen is evenwel niet in geschil dat er sedert maart 2012 geen werkzaamheden meer aan de vloeren zijn verricht door B en dat B in 2012 alleen zaagsnedes heeft gemaakt om de betonspanningen te verminderen en eventuele scheurvorming te kanaliseren. Verder zijn de werkzaamheden, zoals hierboven reeds is overwogen, door B buiten erkenning van aansprakelijkheid verricht en ten slotte is gesteld noch gebleken dat de werkzaamheden op zichzelf ondeugdelijk zijn uitgevoerd. De door B uitgevoerde (herstel)werkzaamheden aan de vloer en de niveauverschillen bij de docks leveren dan ook geen nieuwe vervaltermijn op. Ad c) B moet de gevolgen dragen van haar keuze voor OIP 21. Onder omstandigheden kan een beroep op de vervaltermijn in strijd zijn met de redelijkheid en billijkheid. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer de aan-

9 9 nemer de opdrachtgever verleidt de vervaltermijn te laten verlopen door middel van toezeggingen, of wanneer het gebrek jaren na de vervaltermijn wordt ontdekt, maar de aannemer ten tijde van de uitvoering had behoren te voorzien dat het gebrek zich zou manifesteren ver binnen de normaal te verwachten gebruiksduur. De stelling van A is dat zij er, op grond van de brief van L uit 2007 en de herstelwerkzaamheden die B in de loop der jaren heeft verricht, van mocht uitgaan dat B haar aansprakelijkheid erkende en daadwerkelijk tot definitief herstel van de vloer zou overgaan. Arbiters volgen A hier niet in. D was bestuurder van A, was bestuurder van G en tot 2009 ook bestuurder van B. Hij wist dat B werd betaald door G en zoals hiervoor al overwogen daarmee wist A dat ook. Pas toen G in 2012 failliet ging heeft A haar pijlen gericht op B. De verklaring van D dat er geen sprake is van een opdracht vanuit G, dan wel C, aan B ter zake het onderzoek en het herstel van de vloer in het distributiecentrum (productie 44) overtuigt niet, met name gezien de inhoud van de pandakte waaruit veeleer het tegendeel blijkt. Alles overziende zien arbiters geen grond om te oordelen dat het beroep van B op de vervaltermijn van paragraaf 12 lid 4 UAV naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. 22. Het voorgaande voert arbiters tot de conclusie dat A in haar vorderingen nietontvankelijk moet worden verklaard wegens overschrijding van de vervaltermijn van paragraaf 12 lid 4 UAV. Proceskosten en overige vorderingen 23. A zal, als de in het ongelijk gesteld gestelde partij, worden belast met de kosten van deze procedure. 24. De door de Raad gemaakte kosten hebben tot en met het depot van dit vonnis ter griffie van de rechtbank te Amsterdam met inachtneming van het Waarborgsom-/moderatieschema van de Raad ,88 (waarvan 3.399,38 aan btw) bedragen en zijn verrekend met de door A gedane storting. 25. Arbiters bepalen de tegemoetkoming in de kosten van rechtsbijstand van B, met inachtneming van de Leidraad vergoeding kosten rechtsbijstand, op ,00.

10 Ter verrekening van de proceskosten moet dus door A aan B worden betaald , Hetgeen meer of anders is gevorderd dient te worden afgewezen. DE BESLISSING Arbiters, rechtdoende als goede mannen naar billijkheid: VERKLAREN A in haar vorderingen niet-ontvankelijk; VEROORDELEN A ter verrekening van de proceskosten aan B te betalen ,00 (twaalfduizendvijfhonderd euro). Aldus gewezen te Amsterdam, 11 september 2015 w.g. E.A.G.M. van Rens w.g. F.H. van der Linde w.g. J. Rossing

ter zake van een geschil tussen 1. A. P., 2. T. P., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s,

ter zake van een geschil tussen 1. A. P., 2. T. P., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s, Nr. 30.858 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. A. P., 2. T. P., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s, gemachtigde: mr. A.J.B. van Walsem, advocaat te Amersfoort, en de

Nadere informatie

SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen. 1. A., 2. MEVROUW B., hierna te noemen opdrachtgevers,

SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen. 1. A., 2. MEVROUW B., hierna te noemen opdrachtgevers, Nr. 31.391 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. A., 2. MEVROUW B., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s, gemachtigde: mr. H.V. Wobben, jurist bij Stichting Univé Rechtshulp

Nadere informatie

1. A., 2. B., hierna te noemen opdrachtgevers, C., hierna te noemen aanneemster,

1. A., 2. B., hierna te noemen opdrachtgevers, C., hierna te noemen aanneemster, Essentie: opdrachtgevers niet-ontvankelijk nu vervaltermijn van vijf jaar meer dan vijf jaar is verlopen. Geen beroep op redelijkheid en billijkheid omdat aanneemster na verloop van de vervaltermijn aansprakelijkheid

Nadere informatie

ter zake van een geschil tussen M.M., hierna te noemen: opdrachtgever, de besloten vennootschap D. B.V., hierna te noemen: aanneemster,

ter zake van een geschil tussen M.M., hierna te noemen: opdrachtgever, de besloten vennootschap D. B.V., hierna te noemen: aanneemster, No. 29.235 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen M.M., hierna te noemen: opdrachtgever, e i s e r, gemachtigde: mr. R.S. Levenga, werkzaam bij de Stichting Univé Rechtshulp te Assen

Nadere informatie

Essentie: faalrisico ligt op grond van de overeenkomst bij de aannemer. Uitleg van nadere afspraken aan de hand van Haviltex-maatstaf.

Essentie: faalrisico ligt op grond van de overeenkomst bij de aannemer. Uitleg van nadere afspraken aan de hand van Haviltex-maatstaf. Essentie: faalrisico ligt op grond van de overeenkomst bij de aannemer. Uitleg van nadere afspraken aan de hand van Haviltex-maatstaf. Nr. 35.643 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS in een geschil tussen A, (hierna

Nadere informatie

ter zake van een geschil tussen 1. I W., 2. MEVROUW Y. M., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s,

ter zake van een geschil tussen 1. I W., 2. MEVROUW Y. M., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s, Nr. 30.596 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. I W., 2. MEVROUW Y. M., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s, gemachtigde: mr. Th.C.J. Kaandorp en mr. K. Meijer, advocaten

Nadere informatie

terzake van een geschil tussen de besloten vennootschap B. B.V. hierna te noemen aanneemster,

terzake van een geschil tussen de besloten vennootschap B. B.V. hierna te noemen aanneemster, No. 28.429 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS terzake van een geschil tussen de besloten vennootschap B. B.V. hierna te noemen aanneemster, e i s e r e s in conventie, v e r w e e r s t e r in reconventie, gemachtigde:

Nadere informatie

SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen

SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen Nr. 32.458 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. A., 2. B. en C., 3. D. en E., 4. de erven van F. en G., zijnde a. H.; b. I.; c. J. en d. K., 5. L. en M., 6. N. en O., 7. P., 8.

Nadere informatie

B., hierna te noemen onderneemster,

B., hierna te noemen onderneemster, Nr. 80497 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen A., hierna te noemen opdrachtgeefster, e i s e r e s, gemachtigden: mevrouw mr. L.C.M.C. Gels, advocaat te Rijswijk, later vervangen

Nadere informatie

de besloten vennootschap C, hierna te noemen aanneemster,

de besloten vennootschap C, hierna te noemen aanneemster, Nr. 32.526 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. A, 2. B, hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s, gemachtigde: mevrouw mr. A.A.M. Janssen, advocaat te Amsterdam, en de besloten

Nadere informatie

ter zake van een geschil tussen de besloten vennootschap R. EN D. B.V., hierna te noemen aanneemster, M. V., hierna te noemen: opdrachtgeefster,

ter zake van een geschil tussen de besloten vennootschap R. EN D. B.V., hierna te noemen aanneemster, M. V., hierna te noemen: opdrachtgeefster, No. 29.632 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen de besloten vennootschap R. EN D. B.V., hierna te noemen aanneemster, e i s e r e s gemachtigde: mr. P.J.A. Vis, werkzaam bij Actio

Nadere informatie

ter zake van een geschil tussen 1. W. Z., 2. L. R., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s,

ter zake van een geschil tussen 1. W. Z., 2. L. R., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s, Nr. 29.954 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. W. Z., 2. L. R., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s, gemachtigde: mr. H.R. Flipse, advocaat te Rotterdam, en de vennootschap

Nadere informatie

ter zake van een geschil tussen M. B. hierna te noemen opdrachtgeefster, e i s e r e s,

ter zake van een geschil tussen M. B. hierna te noemen opdrachtgeefster, e i s e r e s, Nr. 30.940 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen M. B. hierna te noemen opdrachtgeefster, e i s e r e s, gemachtigde: mr. D.H. de Wilde, advocaat en in dienst van SRK Rechtsbijstand

Nadere informatie

SCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL VONNIS ter zake van het bevoegdheidsincident in een geschil tussen: B., hierna te noemen onderneemster,

SCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL VONNIS ter zake van het bevoegdheidsincident in een geschil tussen: B., hierna te noemen onderneemster, Nr. 34.473 SCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL VONNIS ter zake van het bevoegdheidsincident in een geschil tussen: 1. A1., 2. A2., hierna te noemen A., e i s e r s in de hoofdzaak, v e r w e e r d e r s in

Nadere informatie

SCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL VONNIS ter zake van het bevoegdheidsincident in een geschil tussen. A., hierna te noemen de adviseur,

SCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL VONNIS ter zake van het bevoegdheidsincident in een geschil tussen. A., hierna te noemen de adviseur, Nr. 33.933 SCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL VONNIS ter zake van het bevoegdheidsincident in een geschil tussen A., hierna te noemen de adviseur, e i s e r e s in de hoofdzaak, v e r w e e r s t e r in het

Nadere informatie

SCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL VONNIS ter zake van het bevoegdheidsincident in een geschil tussen. de vereniging A., hierna te noemen de VVE,

SCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL VONNIS ter zake van het bevoegdheidsincident in een geschil tussen. de vereniging A., hierna te noemen de VVE, Nr. 31.796 SCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL VONNIS ter zake van het bevoegdheidsincident in een geschil tussen de vereniging A., hierna te noemen de VVE, e i s e r e s in de hoofdzaak, v e r w e e r s t

Nadere informatie

ter zake van een geschil tussen de besloten vennootschap B. B.V., hierna te noemen opdrachtgeefster, e i s e r e s,

ter zake van een geschil tussen de besloten vennootschap B. B.V., hierna te noemen opdrachtgeefster, e i s e r e s, Nr. 30.253 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen de besloten vennootschap B. B.V., hierna te noemen opdrachtgeefster, e i s e r e s, gemachtigde: mr. W.A. Braams, advocaat te Eindhoven,

Nadere informatie

ter zake van een spoedgeschil tussen J.J., hierna te noemen: opdrachtgever, e i s e r, L.H., H.O.D.N. BOUWBEDRIJF H., hierna te noemen: aannemer,

ter zake van een spoedgeschil tussen J.J., hierna te noemen: opdrachtgever, e i s e r, L.H., H.O.D.N. BOUWBEDRIJF H., hierna te noemen: aannemer, No. 29.804 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een spoedgeschil tussen J.J., hierna te noemen: opdrachtgever, e i s e r, gemachtigde: mr. J.M.S. Salomons, advocaat te Amsterdam, en L.H., H.O.D.N. BOUWBEDRIJF

Nadere informatie

SCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL VONNIS in een geschil tussen. de besloten vennootschap A., hierna te noemen leverancier,

SCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL VONNIS in een geschil tussen. de besloten vennootschap A., hierna te noemen leverancier, Essentie: Twee sets algemene voorwaarden cumulatief van toepassing, één met en één zonder arbitraal beding. Voor geen van beide is een duidelijke voorrang. De wederpartij wil beslechting door de rechter.

Nadere informatie

ter zake van een geschil tussen 1. de stichting STICHTING W., 2. de stichting STICHTING BEHEER REGISTERGOEDEREN W., hierna te noemen: het ziekenhuis,

ter zake van een geschil tussen 1. de stichting STICHTING W., 2. de stichting STICHTING BEHEER REGISTERGOEDEREN W., hierna te noemen: het ziekenhuis, No. 28.597 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. de stichting STICHTING W., 2. de stichting STICHTING BEHEER REGISTERGOEDEREN W., hierna te noemen: het ziekenhuis, e i s e r e s

Nadere informatie

terzake van een geschil tussen J. P., hierna te noemen: opdrachtgever, de coöperatie C. UA, hierna te noemen aanneemster, v e r w e e r s t e r,

terzake van een geschil tussen J. P., hierna te noemen: opdrachtgever, de coöperatie C. UA, hierna te noemen aanneemster, v e r w e e r s t e r, No. 28.619 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS terzake van een geschil tussen J. P., hierna te noemen: opdrachtgever, e i s e r, gemachtigde: mr. S.J. Schoonhoven, jurist bij ARAG Rechtsbijstand te Leusden en de

Nadere informatie

A, hierna te noemen opdrachtgever, de besloten vennootschap B, hierna te noemen aanneemster, zonder gemachtigde.

A, hierna te noemen opdrachtgever, de besloten vennootschap B, hierna te noemen aanneemster, zonder gemachtigde. Nr. 31.775 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen A, hierna te noemen opdrachtgever, e i s e r, gemachtigde: aanvankelijk mr. H. Elmas, advocaat te Wormerveer, thans zonder gemachtigde,

Nadere informatie

SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen. de besloten vennootschap C. hierna te noemen aanneemster,

SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen. de besloten vennootschap C. hierna te noemen aanneemster, Nr. 31.215 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. A., 2. B., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s, gemachtigde: mr. R.S. Levenga, jurist in dienst van de Stichting Univé Rechtshulp

Nadere informatie

SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS in een (spoedbodem-) geschil tussen. A, hierna te noemen hoofdaanneemster, e i s e r e s,

SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS in een (spoedbodem-) geschil tussen. A, hierna te noemen hoofdaanneemster, e i s e r e s, Nr. 35.339 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS in een (spoedbodem-) geschil tussen A, hierna te noemen hoofdaanneemster, e i s e r e s, gemachtigde: mr. M.B.A. Alkema, advocaat te Breda en B, hierna te noemen onderaanneemster,

Nadere informatie

SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil in hoger beroep tussen. a p p e l l a n t e,

SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil in hoger beroep tussen. a p p e l l a n t e, Nr. 71.914 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil in hoger beroep tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid A., hierna te noemen A., a p p e l l a n t e, gemachtigde: mr.

Nadere informatie

de besloten vennootschap L., hierna te noemen onderneemster, gemachtigde: mr. R. van der Hooft, advocaat te Hoorn.

de besloten vennootschap L., hierna te noemen onderneemster, gemachtigde: mr. R. van der Hooft, advocaat te Hoorn. Essentie AIG-geschil. Geluidsoverlast in appartementencomplex. Primair beroep op de garantietermijn van de Garantie- en waarborgregeling 2007, subsidiair op de verborgen-gebrekenregeling in artikel 15

Nadere informatie

ter zake van een geschil tussen 1. R.L. en, 2. J.L., hierna (enkelvoudig) te noemen: opdrachtgever,

ter zake van een geschil tussen 1. R.L. en, 2. J.L., hierna (enkelvoudig) te noemen: opdrachtgever, No. 28.786 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. R.L. en, 2. J.L., hierna (enkelvoudig) te noemen: opdrachtgever, e i s e r, gemachtigde: mr. R.B. de Kleine, advocaat te Almelo,

Nadere informatie

de besloten vennootschap B, hierna te noemen onderneemster,

de besloten vennootschap B, hierna te noemen onderneemster, Nr. 31.575 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. A1, 2. A2, hierna te noemen verkrijgers, e i s e r s, gemachtigde: mr. A.J. Traverso, advocaat te Leusden en de besloten vennootschap

Nadere informatie

ter zake van een geschil tussen de stichting WONINGSTICHTING V., hierna te noemen opdrachtgeefster, e i s e r e s,

ter zake van een geschil tussen de stichting WONINGSTICHTING V., hierna te noemen opdrachtgeefster, e i s e r e s, Nr. 30.696 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen de stichting WONINGSTICHTING V., hierna te noemen opdrachtgeefster, e i s e r e s, gemachtigde: mr. G.H. Beusker, advocaat te Venlo,

Nadere informatie

SCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL APPELVONNIS ter zake van een geschil in hoger beroep tussen. A, hierna te noemen aanneemster,

SCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL APPELVONNIS ter zake van een geschil in hoger beroep tussen. A, hierna te noemen aanneemster, Nr. 71.731 SCHEIDSRECHTERLIJK INCIDENTEEL APPELVONNIS ter zake van een geschil in hoger beroep tussen A, hierna te noemen aanneemster, a p p e l l a n t e in de hoofdzaak, e i s e r e s in het incident,

Nadere informatie

ter zake van een geschil tussen W.H., hierna te noemen: opdrachtgeefster, de besloten vennootschap BOUWBEDRIJF R. B.V., hierna te noemen aanneemster,

ter zake van een geschil tussen W.H., hierna te noemen: opdrachtgeefster, de besloten vennootschap BOUWBEDRIJF R. B.V., hierna te noemen aanneemster, No. 28.861 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen W.H., hierna te noemen: opdrachtgeefster, e i s e r e s, gemachtigde: mr. P.J. Sandberg, advocaat te Amsterdam, en de besloten vennootschap

Nadere informatie

(Kort geding) ter zake van een spoedgeschil tussen. J.H., hierna te noemen opdrachtgever,

(Kort geding) ter zake van een spoedgeschil tussen. J.H., hierna te noemen opdrachtgever, No. 29.686 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS (Kort geding) ter zake van een spoedgeschil tussen J.H., hierna te noemen opdrachtgever, e i s e r, gemachtigde: mr. V.L. Spronk, jurist in dienst van DAS Rechtsbijstand,

Nadere informatie

ter zake van een geschil tussen 1. W.D., 2. H.S., hierna te noemen: opdrachtgevers, e i s e r s,

ter zake van een geschil tussen 1. W.D., 2. H.S., hierna te noemen: opdrachtgevers, e i s e r s, No. 30.628 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. W.D., 2. H.S., hierna te noemen: opdrachtgevers, e i s e r s, gemachtigde: mr. J.M.W.M. van Toor, werkzaam bij DAS Rechtsbijstand

Nadere informatie

de vennootschap onder firma A., hierna te noemen A., e i s e r e s in conventie, v e r w e e r s t e r in reconventie, B., hierna te noemen B.

de vennootschap onder firma A., hierna te noemen A., e i s e r e s in conventie, v e r w e e r s t e r in reconventie, B., hierna te noemen B. Nr. 34.719 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen de vennootschap onder firma A., hierna te noemen A., e i s e r e s in conventie, v e r w e e r s t e r in reconventie, gemachtigde:

Nadere informatie

ter zake van een spoedgeschil tussen de besloten vennootschap V. B.V., hierna te noemen aanneemster,

ter zake van een spoedgeschil tussen de besloten vennootschap V. B.V., hierna te noemen aanneemster, No. 29.943 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een spoedgeschil tussen de besloten vennootschap V. B.V., hierna te noemen aanneemster, e i s e r e s, gemachtigde: mr. J.W.T.M. IJsseldijk, advocaat te

Nadere informatie

ter zake van een geschil in kort geding tussen A., hierna te noemen opdrachtgeefster, B., hierna te noemen aanneemster,

ter zake van een geschil in kort geding tussen A., hierna te noemen opdrachtgeefster, B., hierna te noemen aanneemster, No. 35.386 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil in kort geding tussen A., hierna te noemen opdrachtgeefster, e i s e r e s, gemachtigde: mr. D. Bercx, advocaat te Nijmegen, en B., hierna

Nadere informatie

ter zake van een geschil tussen VvE H., hierna te noemen de VvE, de besloten vennootschap H. B.V., voorheen I. B.V., hierna te noemen onderneemster,

ter zake van een geschil tussen VvE H., hierna te noemen de VvE, de besloten vennootschap H. B.V., voorheen I. B.V., hierna te noemen onderneemster, No. 27.704 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen VvE H., hierna te noemen de VvE, e i s e r e s, gemachtigde: mr. D.A.B. Cox, jurist bij DAS Rechtsbijstand te s-hertogenbosch, en de

Nadere informatie

ter zake van een geschil tussen 1. A. W. en 2. B. V., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s in conventie, v e r w e e r d e r s in reconventie,

ter zake van een geschil tussen 1. A. W. en 2. B. V., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s in conventie, v e r w e e r d e r s in reconventie, No. 28.508 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. A. W. en 2. B. V., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s in conventie, v e r w e e r d e r s in reconventie, gemachtigde:

Nadere informatie

1. H. C., 2. mevrouw I. D., de besloten vennootschap S. B.V., hierna te noemen aanneemster,

1. H. C., 2. mevrouw I. D., de besloten vennootschap S. B.V., hierna te noemen aanneemster, Nr. 29.695 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. H. C., 2. mevrouw I. D., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s, gemachtigde: mr. M.W. Huijbers, advocaat te Utrecht, en de

Nadere informatie

SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil in hoger beroep tussen. A., hierna te noemen de VvE, B., hierna te noemen B.,

SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil in hoger beroep tussen. A., hierna te noemen de VvE, B., hierna te noemen B., Nr. 71.505 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil in hoger beroep tussen A., hierna te noemen de VvE, a p p e l l a n t e, gemachtigde: aanvankelijk mr. J.M.S. Salomons, thans mr. M.P. Middendorf,

Nadere informatie

Raad van Arbitrage voor de Bouw 1-8 2011, No. 30.921, (Waarschuwingsplicht en deskundigheid opdrachtgever)

Raad van Arbitrage voor de Bouw 1-8 2011, No. 30.921, (Waarschuwingsplicht en deskundigheid opdrachtgever) Raad van Arbitrage voor de Bouw 1-8 2011, No. 30.921, (Waarschuwingsplicht en deskundigheid opdrachtgever) IR. W.A. Faber, P.A. Fransen en A.M.H. Vandenbergh. UAV 1989: par. 5 lid 4, par. 22, par. 6 lid

Nadere informatie

ter zake van een geschil tussen

ter zake van een geschil tussen No. 28.727 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. de naamloze vennootschap N. N.V., hierna te noemen: N., 2. de besloten vennootschap H. B.V., hierna te noemen: H., hierna samen te

Nadere informatie

ter zake van een geschil tussen R. S., hierna te noemen opdrachtgever, e i s e r,

ter zake van een geschil tussen R. S., hierna te noemen opdrachtgever, e i s e r, Nr. 30.465 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen R. S., hierna te noemen opdrachtgever, e i s e r, gemachtigde: mevrouw mr. M. van Dijk, advocaat te Zutphen, en de besloten vennootschap

Nadere informatie

ter zake van een geschil tussen de stichting B. M. STICHTING, hierna te noemen opdrachtgeefster, e i s e r e s,

ter zake van een geschil tussen de stichting B. M. STICHTING, hierna te noemen opdrachtgeefster, e i s e r e s, Nr. 30.092 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen de stichting B. M. STICHTING, hierna te noemen opdrachtgeefster, e i s e r e s, gemachtigde: voorheen mr. M.R.A. Dekker, thans mr. J.M.V.

Nadere informatie

A, hierna te noemen aanneemster,

A, hierna te noemen aanneemster, Nr. 34.451 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen A, hierna te noemen aanneemster, e i s e r e s, gemachtigden: mr. S.J.H. Rutten en mevrouw mr. M. Pasterkamp, advocaten te Amsterdam,

Nadere informatie

ter zake van een geschil tussen de VERENIGING VAN EIGENAARS H,, hierna te noemen de VvE, e i s e r e s,

ter zake van een geschil tussen de VERENIGING VAN EIGENAARS H,, hierna te noemen de VvE, e i s e r e s, Nr. 30.626 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen de VERENIGING VAN EIGENAARS H,, hierna te noemen de VvE, e i s e r e s, gemachtigde: mevrouw mr. R.D. van der Woude, jurist bij DAS

Nadere informatie

B., hierna te noemen: opdrachtgeefster,

B., hierna te noemen: opdrachtgeefster, No. 34.627 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen A., hierna te noemen aanneemster e i s e r e s, gemachtigde: mr. Ph.C.M. van der Ven, advocaat te s-hertogenbosch en B., hierna te noemen:

Nadere informatie

ter zake van een geschil tussen A.Z., hierna te noemen opdrachtgever, e i s e r,

ter zake van een geschil tussen A.Z., hierna te noemen opdrachtgever, e i s e r, No. 30.376 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen A.Z., hierna te noemen opdrachtgever, e i s e r, gemachtigde: aanvankelijk mr. C. Jol, later mw. mr. W. van Es, beiden werkzaam bij

Nadere informatie

SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen

SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen Nr. 32.269 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen HET SCHEIDSGERECHT 1. A., 2. B., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s, gemachtigde: mevrouw mr. J.A. de Wolf, jurist in dienst

Nadere informatie

de besloten vennootschap A., (hierna: aanneemster ) e i s e r e s de besloten vennootschap B., (hierna: opdrachtgeefster ) v e r w e e r s t e r

de besloten vennootschap A., (hierna: aanneemster ) e i s e r e s de besloten vennootschap B., (hierna: opdrachtgeefster ) v e r w e e r s t e r Nr. 34.287 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil in kort geding tussen de besloten vennootschap A., (hierna: aanneemster ) e i s e r e s gemachtigde: mr. M.C.J. Freijters, advocaat te De Wijk,

Nadere informatie

A., hierna te noemen A., e i s e r e s in de hoofdzaak, v e r w e e r s t e r in het incident tot vrijwaring, in de vrijwaring:

A., hierna te noemen A., e i s e r e s in de hoofdzaak, v e r w e e r s t e r in het incident tot vrijwaring, in de vrijwaring: Essentie: Opdracht onder voorwaarden of niet? CAR polis voldoet niet aan de voorwaarden uit het bestek waardoor begeleidingskosten niet worden vergoed. Wie is daarvoor aansprakelijk? Nr. 35.270 SCHEIDSRECHTERLIJK

Nadere informatie

ter zake van een geschil tussen de besloten vennootschap K. B.V., hierna te noemen aanneemster, e i s e r e s, S. S., hierna te noemen opdrachtgever,

ter zake van een geschil tussen de besloten vennootschap K. B.V., hierna te noemen aanneemster, e i s e r e s, S. S., hierna te noemen opdrachtgever, Nr. 29.848 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen de besloten vennootschap K. B.V., hierna te noemen aanneemster, e i s e r e s, gemachtigde: aanvankelijk mr. A. van Hemert, thans mr.

Nadere informatie

ter zake van een geschil tussen 1. naamloze vennootschap A.E. N.V., 2. de naamloze vennootschap D. N.V., 3. de naamloze vennootschap A. N.V.

ter zake van een geschil tussen 1. naamloze vennootschap A.E. N.V., 2. de naamloze vennootschap D. N.V., 3. de naamloze vennootschap A. N.V. No. 26.956 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. naamloze vennootschap A.E. N.V., 2. de naamloze vennootschap D. N.V., 3. de naamloze vennootschap A. N.V., 4. de naamloze vennootschap

Nadere informatie

B., hierna te noemen aannemer,

B., hierna te noemen aannemer, No. 34.476 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. A. en 2. B., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s, gemachtigde: aanvankelijk mevrouw mr. S. Gruden, werkzaam bij Achmea Rechtsbijstand

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845 ECLI:NL:RBLIM:2017:3845 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 26042017 Datum publicatie 27042017 Zaaknummer 5494929 \ CV EXPL 1610633 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht

Nadere informatie

B., hierna te noemen aanneemster,

B., hierna te noemen aanneemster, Nr. 29.844 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen A., hierna te noemen opdrachtgever, e i s e r, gemachtigden: voorheen mrs. R.J. Kwaak en W. Boonstra, beiden advocaat te Arnhem, thans

Nadere informatie

SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen. A., hierna te noemen opdrachtgeefster, B., hierna te noemen aanneemster,

SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen. A., hierna te noemen opdrachtgeefster, B., hierna te noemen aanneemster, Nr. 30.658 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen A., hierna te noemen opdrachtgeefster, e i s e r e s in conventie, v e r w e e r s t e r in reconventie, gemachtigde: mr. T.B. den Boer,

Nadere informatie

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752 Instantie Rechtbank Arnhem Datum uitspraak 04-10-2010 Datum publicatie 07-10-2010 Zaaknummer 205064 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg

Nadere informatie

A., hierna te noemen aanneemster, 1. B., 2. C., 3. D.,

A., hierna te noemen aanneemster, 1. B., 2. C., 3. D., Essentie: aanneemster is boete verschuldigd aan de kopers wegens bouwtijdoverschrijding. Projectontwikkelaar is verantwoordelijk voor die bouwtijdoverschrijding en dus aansprakelijk voor de boeteschade.

Nadere informatie

Aegon Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene.

Aegon Schadeverzekering N.V., gevestigd te Den Haag, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2014-382 d.d. 20 oktober 2014 (mr. A.W.H. Vink, voorzitter, prof. mr. M.L. Hendrikse en drs. L.B. Lauwaars RA, leden en mr. F.E. Uijleman, secretaris)

Nadere informatie

VvE., hierna te noemen opdrachtgeefster, A., hierna te noemen aanneemster,

VvE., hierna te noemen opdrachtgeefster, A., hierna te noemen aanneemster, No. 30.571 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen VvE., hierna te noemen opdrachtgeefster, e i s e r e s, gemachtigde: mevrouw mr. I.E. Kleinmoedig, werkzaam bij DAS rechtsbijstand te

Nadere informatie

ter zake van een geschil tussen de besloten vennootschap H. B.V., hierna te noemen aanneemster,

ter zake van een geschil tussen de besloten vennootschap H. B.V., hierna te noemen aanneemster, Nr. 29.020 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen de besloten vennootschap H. B.V., hierna te noemen aanneemster, e i s e r e s in conventie, v e r w e e r s t e r in reconventie, gemachtigde:

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Arbitraal vonnis van 19 oktober 2009 Kenmerk: 09/03 Het Scheidsgerecht, samengesteld als volgt: mr. A. Hammerstein, wonende te Arnhem, voorzitter, mr. R.P.D. Kievit, wonende

Nadere informatie

Samenvatting. 1. Procedure

Samenvatting. 1. Procedure Niet-Bindende uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2012-247 d.d. 30 augustus 2012 (mr. C.E. du Perron, voorzitter, prof. drs. A.D. Bac en de heer J.C. Buiter, leden en mevrouw mr.

Nadere informatie

ECLI:NL:OGEAA:2016:286

ECLI:NL:OGEAA:2016:286 ECLI:NL:OGEAA:2016:286 Instantie Datum uitspraak 13-04-2016 Datum publicatie 02-05-2016 Gerecht in Eerste Aanleg van Aruba Zaaknummer K.G. 482 van 2016 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie

Nadere informatie

ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene.

ABN AMRO Bank N.V., gevestigd te Amsterdam, hierna te noemen Aangeslotene. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2013-295 d.d. 25 oktober 2013 (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. W.F.C. Baars en mr. W.H.G.A. Filott mpf, leden en mevrouw mr. L.T.A.

Nadere informatie

ter zake van een spoedgeschil tussen H.D., hierna te noemen: opdrachtgever, e i s e r in conventie, v e r w e e r d e r in reconventie,

ter zake van een spoedgeschil tussen H.D., hierna te noemen: opdrachtgever, e i s e r in conventie, v e r w e e r d e r in reconventie, No. 29.049 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een spoedgeschil tussen H.D., hierna te noemen: opdrachtgever, e i s e r in conventie, v e r w e e r d e r in reconventie, gemachtigde: mr. J.H.A.M. Hanssen,

Nadere informatie

Bij de memorie van eis zijn producties gevoegd (genummerd 1 17).

Bij de memorie van eis zijn producties gevoegd (genummerd 1 17). SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Arbitraal vonnis in kort geding van 28 november 2014 Kenmerk: SG KG 14/28 De fungerend voorzitter van het Scheidsgerecht, mr. R.J.B. Boonekamp, wonende te Arnhem, bijgestaan

Nadere informatie

SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil in hoger beroep tussen

SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil in hoger beroep tussen Nr. 71.926 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil in hoger beroep tussen de besloten vennootschap A., hierna te noemen hoofdaanneemster, a p p e l l a n t e, gemachtigde: mr. C.P.B. Kroep,

Nadere informatie

de besloten vennootschap C., hierna te noemen aanneemster,

de besloten vennootschap C., hierna te noemen aanneemster, Nr. 31.423 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. A., 2. B., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s, gemachtigde: mr. H.V. Wobben, jurist werkzaam bij Stichting Univé Rechtshulp

Nadere informatie

het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier met bijlage(n); het verweerschrift van Rechtshulpverlener; de repliek van Consument.

het door Consument (digitaal) ingediende klachtformulier met bijlage(n); het verweerschrift van Rechtshulpverlener; de repliek van Consument. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-716 (prof.mr. M.L. Hendrikse, voorzitter, mr. J.S.W. Holtrop en mr. B.F. Keulen, leden en mr.dr.drs. H.M.B. Brouwer, secretaris) Klacht

Nadere informatie

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken:

De Commissie beslist met inachtneming van haar Reglement en op basis van de volgende stukken: Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 88 d.d. 11 april 2011 (prof. mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil-Stork en prof. mr. M.L. Hendrikse, leden, mr. F.E. Uijleman, secretaris)

Nadere informatie

Hof: medisch advies behoeft niet te worden overgelegd

Hof: medisch advies behoeft niet te worden overgelegd pagina 1 van 5 (http://stichtingpiv.nl/) Inloggen PIV-Kennisnet(http://stichtingpiv.nl/inloggen) JURISPRUDENTIE Bron: Hof Amsterdam 3 februari 2016 Publicatie nummer: (nog) niet gepubliceerd Zaaknummer:

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:4741

ECLI:NL:RBLIM:2017:4741 ECLI:NL:RBLIM:2017:4741 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 24052017 Datum publicatie 29052017 Zaaknummer 04 5426165/CV 169694 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Verbintenissenrecht

Nadere informatie

SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen. 1. A., 2. B., hierna te noemen opdrachtgevers,

SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen. 1. A., 2. B., hierna te noemen opdrachtgevers, Nr. 31.987 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. A., 2. B., hierna te noemen opdrachtgevers, e i s e r s, gemachtigde: mr. J.M.W.M. van Toor, werkzaam bij D.A.S. Nederlandse Rechtsbijstand

Nadere informatie

ter zake van een geschil tussen het rechtspersoonlijkheid bezittend zelfstandig bestuursorgaan C.O., hierna te noemen opdrachtgever, e i s e r,

ter zake van een geschil tussen het rechtspersoonlijkheid bezittend zelfstandig bestuursorgaan C.O., hierna te noemen opdrachtgever, e i s e r, Nr. 30.530 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen het rechtspersoonlijkheid bezittend zelfstandig bestuursorgaan C.O., hierna te noemen opdrachtgever, e i s e r, gemachtigden: mrs. T.M.

Nadere informatie

SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil in kort geding tussen

SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil in kort geding tussen Nr. 33.884 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil in kort geding tussen de besloten vennootschap A., hierna te noemen onderaanneemster, e i s e r e s, gemachtigde: mr. C. Borstlap, advocaat

Nadere informatie

SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen. 1. A., 2. B., hierna te noemen kopers,

SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen. 1. A., 2. B., hierna te noemen kopers, Nr. 100151 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. A., 2. B., hierna te noemen kopers, e i s e r s in conventie, v e r w e e r s t e r s in reconventie, gemachtigde: mr. F. Dijkslag,

Nadere informatie

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014 arrest GERECHTSHOF AMSTERDAM afdeling civiel recht en belastingrecht, team II zaaknummer :200.140.465101 KG zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/5545011KG ZA 13-1428 arrest van de meervoudige burgerlijke

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:7391

ECLI:NL:RBLIM:2017:7391 ECLI:NL:RBLIM:2017:7391 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 02082017 Datum publicatie 04082017 Zaaknummer 02 5691557 CV EXPL 171134 Rechtsgebieden Verbintenissenrecht Bijzondere kenmerken Eerste

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 15 d.d. 18 maart 2009 (mr. P.A. Offers, voorzitter, mr. drs. M.L. Hendrikse en mr. drs. A.I.M. Kool) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie

R A A D V O O R G E S C H I L L E N

R A A D V O O R G E S C H I L L E N Nummer D17025 R A A D V O O R G E S C H I L L E N van de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants heeft bij wijze van bindend advies de volgende uitspraak gedaan in zake het geschil tussen: X en:

Nadere informatie

SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van de gevoegde (spoed)geschillen in hoger beroep tussen. de besloten vennootschap A. hierna te noemen A,

SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van de gevoegde (spoed)geschillen in hoger beroep tussen. de besloten vennootschap A. hierna te noemen A, Nr. 71.501 Nr. 71.502 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van de gevoegde (spoed)geschillen in hoger beroep tussen de besloten vennootschap A. hierna te noemen A, appellante in geschil nummer 71.501, geïntimeerde

Nadere informatie

B., hierna te noemen onderneemster, gemachtigde: mr. J.H. Meerburg, advocaat te Amsterdam.

B., hierna te noemen onderneemster, gemachtigde: mr. J.H. Meerburg, advocaat te Amsterdam. Nr. 71.985 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS in een geschil in hoger beroep tussen A., hierna te noemen opdrachtgeefster, a p p e l l a n t e in principaal appel, g e ï n t i m e e r d e in incidenteel appel,

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 11/12 Het Scheidsgerecht, samengesteld als volgt: mr. A. Hammerstein, wonende te Arnhem, voorzitter, ir. N. Bomer, wonende te Heeze, dr. P.D.J. Vegt, wonende te

Nadere informatie

ter zake van een geschil tussen 1. J. T., 2. A. T.-R., hierna te noemen: opdrachtgevers, e i s e r s,

ter zake van een geschil tussen 1. J. T., 2. A. T.-R., hierna te noemen: opdrachtgevers, e i s e r s, No. 28.295 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. J. T., 2. A. T.-R., hierna te noemen: opdrachtgevers, e i s e r s, gemachtigde: mevrouw mr. C.E. Verploeg (voorheen haar kantoorgenoot

Nadere informatie

ter zake van een geschil tussen de naamloze vennootschap A. N.V., h.o.d.n. A.A., hierna te noemen assuradeuren, e i s e r e s,

ter zake van een geschil tussen de naamloze vennootschap A. N.V., h.o.d.n. A.A., hierna te noemen assuradeuren, e i s e r e s, Nr. 30.203 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen de naamloze vennootschap A. N.V., h.o.d.n. A.A., hierna te noemen assuradeuren, e i s e r e s, gemachtigden: mr. H.M. Kruitwagen, mevr.

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 05/16 Bindend advies in de zaak van: A., wonende te Z., eiser, gemachtigde: mr. Th.F.M. Pothof tegen De Stichting B., gevestigd te IJ., verweerster, gemachtigde:

Nadere informatie

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG

SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG SCHEIDSGERECHT GEZONDHEIDSZORG Kenmerk: 12/32 KG De fungerend voorzitter van het Scheidsgerecht mr. R.J.B. Boonekamp, wonende te Arnhem, bijgestaan door mr. J.A.I. Wendt, griffier, heeft op 23 oktober

Nadere informatie

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove...

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ecli:nl:rbove... Rechtspraak.nl Print uitspraak 1 of 5 071215 09:02 Zoekresultaat inzien document ECLI:NL:RBOVE:2013:1448 Permanente link: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ecl Instantie Rechtbank Overijssel

Nadere informatie

de besloten vennootschap B., hierna te noemen aanneemster,

de besloten vennootschap B., hierna te noemen aanneemster, Nr. 34.264 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen A., hierna te noemen opdrachtgever, e i s e r in conventie, v e r w e e r d e r in reconventie, gemachtigde: mr. P.W.H. Stassen, advocaat

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 2018-003 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. C.I.S. Dankelman, secretaris) Klacht ontvangen op : 11 juli 2017 Ingediend door : Consument

Nadere informatie

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 123 d.d. 11 mei 2011 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter)

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 123 d.d. 11 mei 2011 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter) Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 123 d.d. 11 mei 2011 (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter) Samenvatting Toerekenbare tekortkoming. Naar billijkheid vaststellen van schade.

Nadere informatie

SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. A. en haar vennoten: 2. B. 3. C. hierna gezamenlijk te noemen hoofdaanneemster,

SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. A. en haar vennoten: 2. B. 3. C. hierna gezamenlijk te noemen hoofdaanneemster, Nr. 31.952 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen 1. A. en haar vennoten: 2. B. 3. C. hierna gezamenlijk te noemen hoofdaanneemster, e i s e r e s s e n, gemachtigden: mevrouw mr. L.

Nadere informatie

ECLI:NL:RBDHA:2017:4885

ECLI:NL:RBDHA:2017:4885 ECLI:NL:RBDHA:2017:4885 Instantie Rechtbank Den Haag Datum uitspraak 10052017 Datum publicatie 12052017 Zaaknummer C/09/504538 / HA ZA 16112 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Ondernemingsrecht

Nadere informatie

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309 ECLI:NL:RBLIM:2017:2309 Instantie Rechtbank Limburg Datum uitspraak 15032017 Datum publicatie 16032017 Zaaknummer 5377597 cv 169148 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Arbeidsrecht Burgerlijk

Nadere informatie

in de hoofdzaak e i s e r e s in de hoofdzaak in conventie, v e r w e e r s t e r in de hoofdzaak in reconventie, 1. B, hierna te noemen: aanneemster

in de hoofdzaak e i s e r e s in de hoofdzaak in conventie, v e r w e e r s t e r in de hoofdzaak in reconventie, 1. B, hierna te noemen: aanneemster Nr. 34.150 SCHEIDSRECHTERLIJK VONNIS ter zake van een geschil tussen in de hoofdzaak A, hierna te noemen opdrachtgeefster, e i s e r e s in de hoofdzaak in conventie, v e r w e e r s t e r in de hoofdzaak

Nadere informatie

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid.

De Commissie heeft vastgesteld dat tussenkomst van de Ombudsman Financiële Dienstverlening niet tot oplossing van het geschil heeft geleid. Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr. 12 d.d. 25 februari 2009 (mr. M.M. Mendel, voorzitter, mr. E.M. Dil - Stork en mr. B. Sluijters) 1. Procedure De Commissie beslist met inachtneming

Nadere informatie