Model 5700 transmitters Micro Motion. CE-vereisten MMI , Rev AA September 2014

Transcriptie

1 Model 5700 transmitters Micro Motion E-vereisten MMI , Rev September 2014

2

3 Inhoud Inhoud Hoofdstuk 1 Installatie van Micro Motion-transmitters Over dit document hecklist voor installatie anvullende overwegingen voor modificatie-installaties Voedingsvereisten Montage en sensorbedrading voor integraal gemonteerde transmitters De 4- of 9-aderige op afstand gemonteerde transmitter bedraden op de sensor De metercomponenten aarden Toegang tot de bedradingskanalen edraad de m-uitgang in een explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke omgeving edraad de m/hrt-uitgang in een explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke omgeving edraad de frequentie-uitgang in een explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke omgeving edraad de discrete uitgang in een explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke omgeving edraad de RS-485-uitgang in een explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke omgeving edraad de m-ingang in een explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke omgeving edraad de discrete ingang in een explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke omgeving edraad de frequentie-ingang in een explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke omgeving edrading van de voeding Index E-vereisten i

4 Inhoud ii Model 5700 transmitters Micro Motion

5 1 Installatie van Micro Motiontransmitters In dit hoofdstuk behandelde onderwerpen: Over dit document hecklist voor installatie anvullende overwegingen voor modificatie-installaties Voedingsvereisten Montage en sensorbedrading voor integraal gemonteerde transmitters De 4- of 9-aderige op afstand gemonteerde transmitter bedraden op de sensor De metercomponenten aarden Toegang tot de bedradingskanalen edraad de m-uitgang in een explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke omgeving edraad de m/hrt-uitgang in een explosieveilige/drukvaste of nietgevaarlijke omgeving edraad de frequentie-uitgang in een explosieveilige/drukvaste of nietgevaarlijke omgeving edraad de discrete uitgang in een explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke omgeving edraad de RS-485-uitgang in een explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke omgeving edraad de m-ingang in een explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke omgeving edraad de discrete ingang in een explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke omgeving edraad de frequentie-ingang in een explosieveilige/drukvaste of nietgevaarlijke omgeving edrading van de voeding 1.1 Over dit document De Model 5700 transmitters: gids voor snelle installatie biedt informatie over de planning, montage, bedrading en aanvankelijke configuratie van de transmitter. Deze gids bevat geen informatie over volledige configuratie, onderhoud, probleemoplossing of onderhoud van de transmitter. Meer informatie vindt u in Model 5700 transmitters: onfiguratie- en gebruikshandleiding. lle productdocumentatie staat op de bij het product geleverde documentatie-dvd voor Micro Motion-producten en is ook online toegankelijk via E-vereisten 1

6 1.2 hecklist voor installatie Verspreid in dit materiaal treft u veiligheidsberichten aan ter bescherming van personeel en apparatuur. Lees elk veiligheidsbericht zorgvuldig voordat u met de volgende stap begint. Installeer de transmitter zo mogelijk op een plaats waar hij niet rechtstreeks wordt blootgesteld aan zonlicht. Uit goedkeuringen voor explosiegevaarlijke omgevingen kunnen nadere omgevingsbeperkingen voor de transmitter voortvloeien. ls u van plan bent de transmitter in een explosiegevaarlijke omgeving te monteren: - ontroleer of de transmitter de juiste goedkeuring voor de betreffende explosiegevaarlijke omgeving heeft. Op de behuizing van elke transmitter is een tag met betrekking tot goedkeuringen voor explosiegevaarlijke omgevingen aangebracht. - Zorg dat alle tussen de transmitter en de sensor gebruikte kabels voldoen aan de vereisten voor de explosiegevaarlijke omgeving. - Voor TEX/IEEx-installaties moet u zich strikt houden aan de veiligheidsinstructies in deze handleiding en aan de documentatie met betrekking tot TEX-goedkeuringen, beschikbaar via internet op Zorg dat u naast de informatie in deze gids die documentatie raadpleegt. ontroleer of u beschikt over de juiste kabel en de voor uw installatie benodigde onderdelen voor installatie van de kabel. ontroleer voor de bedrading tussen de transmitter en de sensor of de maximale kabellengte niet groter is dan 300 m (1000 ft). Zorg dat u de volgende kabeltypen gebruikt voor de verschillende aansluitingen: - Instrumentkabel met getwiste aders voor alle I/O-aansluitingen - fgeschermde kabel met getwiste aders voor de RS-485-aansluiting (kanaal E) U kunt de transmitter in elke stand monteren, op voorwaarde dat de openingen voor doorvoerbuizen of de transmitterdisplay niet omhoog gericht zijn. ls u de transmitter installeert met de openingen voor doorvoerbuizen of de transmitterdisplay omhoog gericht, bestaat het risico dat condens in de transmitterbehuizing terechtkomt, waardoor de transmitter kan worden beschadigd. Hieronder ziet u voorbeelden van mogelijke standen van de transmitter. Tabel 1-1: Mogelijke stand transmitter Voorkeursstand ndere mogelijke standen Monteer de meter op een plaats en in een stand die voldoet aan de volgende voorwaarden: 2 Model 5700 transmitters Micro Motion

7 - Laat voldoende ruimte over voor het openen van het deksel van de transmitterbehuizing. Micro Motion adviseert een ruimte van mm (8 10 inch) op de bedradingstoegangspunten. - Dit biedt ruime toegang voor het installeren van kabels op de transmitter. 1.3 anvullende overwegingen voor modificatieinstallaties ij de installatie van de transmitter kan mm (3 6 inch) extra bedrading nodig zijn voor de ingangs/uitgangs- en voedingsaansluitingen. Deze lengte moet worden opgeteld bij de reeds geïnstalleerde bedrading. ontroleer of u beschikt over de benodigde extra bedrading voor de nieuwe installatie. Zorg dat u voordat u de bestaande transmitter verwijdert, de configuratiegegevens voor de momenteel geïnstalleerde transmitter noteert. ij de eerste opstart van de nieuw geïnstalleerde transmitter moet u de meter configureren via een geleide configuratie. Micro Motion adviseert om de volgende gegevens te noteren (indien van toepassing): Variabele Tag Massaflow-eenheid Volumeflow-eenheid Dichtheidseenheid Temperatuureenheid Instelling Kanaalconfiguratie m-uitgang(en) - Voeding (intern of extern): - ron: - Schaling (LRV, URV): - ctie bij storing: Frequentie-uitgang(en) - Voeding (intern of extern): - ron: - Schaling (LRV, URV): - ctie bij storing: Discrete uitgang(en) - Voeding (intern of extern): - ron: - Schaling (LRV, URV): - ctie bij storing: Discrete ingang - Voeding (intern of extern): - ron: - Schaling (LRV, URV): - ctie bij storing: RS dres: Kalibratieparameters (alleen voor 9-aderige installaties) Flow-kalibratiefactor - FF (Flow al of Flow alibration Factor): E-vereisten 3

8 Variabele Instelling Dichtheidskalibratiefactoren - D1: - D2: - K1: - K2: - T: - FD: 1.4 Voedingsvereisten Zelfschakelende wisselstroom-/gelijkstroomingang, herkent automatisch de voedingsspanning: 85 tot 265 V, 50/60 Hz, standaard 6 watt, maximaal 11 watt 18 tot 100 VD, standaard 6 watt, maximaal 11 watt N.. Voor gelijkstroom: ij de voedingsvereisten wordt ervan uitgegaan dat er slechts één transmitter is aangesloten op elke kabel. ij het opstarten moet de voedingsbron ten minste 1,5 korte-duurstroom per transmitter leveren. Lengte en stroomdraaddiameter van de voedingskabel moeten een zodanige maat hebben dat minimaal 18 VD wordt geleverd aan de voedingsklemmen, bij een belastingsstroom van 0,7. Zie fb. 1-1 en Tabel 1-2 voor richtlijnen voor kabelmaten. fb. 1-1: Formule kabelmaat M: minimale voedingsspanning R: weerstand kabel L: lengte kabel (in Ω/ft) M = 18V + (R L 0.7) Tabel 1-2: Nominale weerstand voedingskabel bij 20 (68 F) Draaddoorsnede Weerstand 14 WG 0,0050 Ω/ft 16 WG 0,0080 Ω/ft 18 WG 0,0128 Ω/ft 20 WG 0,0204 Ω/ft 2,5 mm 2 0,0136 Ω/m 1,5 mm 2 0,0228 Ω/m 1,0 mm 2 0,0340 Ω/m 0,75 mm 2 0,0460 Ω/m 0,50 mm 2 0,0680 Ω/m 4 Model 5700 transmitters Micro Motion

9 1.4.1 Maximale kabellengten tussen sensor en transmitter De maximale kabellengte tussen de apart geïnstalleerde sensor en transmitter hangt af van het type kabel. Tabel 1-3: Maximale kabellengten tussen sensor en transmitter Kabeltype Draaddoorsnede Maximale lengte Micro Motion 4-aderig Niet van toepassing 300 m (1000 ft) Micro Motion 9-aderig Niet van toepassing 300 m (1000 ft) Door gebruiker geleverd 4- aderig VD 22 WG (0,35 mm 2 ) VD 20 WG (0,5 mm 2 ) VD 18 WG (0,8 mm 2 ) RS-485 ten minste 22 WG (0,35 mm 2 ) 90 m (300 ft) 150 m (500 ft) 300 m (1000 ft) 300 m (1000 ft) 1.5 Montage en sensorbedrading voor integraal gemonteerde transmitters Er zijn geen bijzondere montagevereisten voor integrale transmitters en er hoeft geen bedrading te worden aangesloten tussen de transmitter en de sensor. 1.6 De 4- of 9-aderige op afstand gemonteerde transmitter bedraden op de sensor Vereisten vooraf Maak de 4- of 9-aderige kabel gereed zoals beschreven in de sensordocumentatie. Sluit de kabel aan op de kernprocessor die aan de sensor is gemonteerd of de aansluitdoos zoals beschreven in de sensordocumentatie. lle productdocumentatie staat op de bij het product geleverde documentatie-dvd voor Micro Motion-producten en is ook online toegankelijk via 1. Verwijder het deksel van het compartiment met de transmitter-sensorbedrading voor toegang tot de klemaansluitingen. E-vereisten 5

10 fb. 1-2: Verwijdering van het deksel van het compartiment met de transmitter-sensorbedrading 6 Model 5700 transmitters Micro Motion

11 2. Steek de kabel voor sensorbedrading in het bedradingscompartiment van de transmitter. fb. 1-3: Doorvoer sensorbedrading 3. Sluit de sensordraden aan op de juiste klemmen. Zie fb. 1-4 voor klemaansluitingen voor 4-aderige kabel. Zie fb. 1-5 voor klemaansluitingen voor 9-aderige kabel. E-vereisten 7

12 fb. 1-4: edradingsaansluitingen 4-aderige kabel transmitter-sensor 8 Model 5700 transmitters Micro Motion

13 fb. 1-5: edradingsaansluitingen 9-aderige kabel transmitter-sensor N.. Sluit de 4 aarddraden in de 9-aderige kabel aan op de aardschroef in de aansluitdoos. 1.7 De metercomponenten aarden ij 4- of 9-aderige installaties op afstand worden de transmitter en de sensor afzonderlijk geaard. Vereisten vooraf VOORZIHTIG! Een onjuiste aarding kan onnauwkeurige metingen of meterstoringen veroorzaken. E-vereisten 9

14 WRSHUWING! ls in een explosiegevaarlijke omgeving niet wordt voldaan aan de voorwaarden voor intrinsieke veiligheid, kan dit leiden tot een explosie. N.. Voor installatie in een explosiegevaarlijke omgeving in Europa raadpleegt u norm EN of de landelijke normen. ls er geen landelijke normen gelden, dient u zich te houden aan de volgende aardingsrichtlijnen: Gebruik koperdraad, 14 WG (2,5 mm 2 ) of een grotere diameter bedrading. Houd alle aarddraden zo kort mogelijk; minder dan 1 Ω weerstand. Verbind de aarddraden rechtstreeks met de aarde of houd u aan de normen van de fabriek. 1. ard de sensor overeenkomstig de instructies in de documentatie van de sensor. 2. ard de transmitter volgens de toepasselijke plaatselijke normen met behulp van de inwendige of externe aardschroef van de transmitter. De interne aardschroef bevindt zich in het compartiment voor de bedrading transmitter-sensor. De externe aardschroef bevindt zich op de zijkant van de transmitter onder het transmitterlabel. 1.8 Toegang tot de bedradingskanalen 1. Verwijder het bedradingstoegangsdeksel voor toegang tot de connectors van het aansluitklemmenblok voor de I/O-bedrading. 10 Model 5700 transmitters Micro Motion

15 2. ontroleer welke transmitterkanalen geactiveerd of ON zijn en stel het type configuratie vast dat u gaat bedraden op basis van de beschikbare opties (zie fb. 1 en Tabel 1). fb. 1-6: Identificatie geactiveerde kanalen. Legenda ter identificatie van de geactiveerde ingangen/uitgangen Tabel 1-4: eschikbare kanaalconfiguraties Uitgangskanaal D E edradingsklemmen Uitgangsopties m-uitgang (1) (HRT) m-uitgang (2) Frequentie (2) Discrete uitgang (1) m-uitgang (3) Frequentie (1) Discrete uitgang (2) Discrete ingang (1) m-ingang Frequentie (2) Discrete uitgang (3) Discrete ingang (2) Frequentieingang RS (anbevolen) Noteer het kanaal en de bedradingsconfiguratie op het hiertoe bestemde etiket aan de binnenkant van het transmitterbehuizingsdeksel. E-vereisten 11

16 fb. 1-7: Etiket kanaal- en bedradingsconfiguraties 1.9 edraad de m-uitgang in een explosieveilige/ drukvaste of niet-gevaarlijke omgeving De m-uitgang bedraden (met interne voeding) elangrijk edraad op de juiste uitgangsklem en -pennen. 12 Model 5700 transmitters Micro Motion

17 fb. 1-8: edrading m-uitgang (met interne voeding) D. m-uitgang. Kanaal, of. Maximale kringweerstand 820 Ω D. Signaalapparaat De m-uitgang bedraden (met externe voeding) elangrijk edraad op de juiste uitgangsklem en -pennen. fb. 1-9: edrading m-uitgang (met externe voeding) D E. m-uitgang. Kanaal, of VD (maximaal) D. Zie fb voor de maximale kringweerstand E. Signaalapparaat E-vereisten 13

18 fb. 1-10: m-uitgang met externe voeding: maximale kringweerstand Maximale weerstand (Ω). Externe voedingsspanning (V) 1.10 edraad de m/hrt-uitgang in een explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke omgeving De m/hrt-uitgang bedraden (met interne voeding) elangrijk edraad op de juiste uitgangsklem en -pennen. 14 Model 5700 transmitters Micro Motion

19 fb. 1-11: m/hrt-uitgangsbedrading (met interne voeding) 1 2. m/hrt-uitgang. Weerstand van Ω. HRT-apparaat De m/hrt-uitgang bedraden (met externe voeding) elangrijk edraad op de juiste uitgangsklem en -pennen. fb. 1-12: m/hrt-uitgangsbedrading (met externe voeding) 1 2 D. m/hrt-uitgang VD (maximaal). Weerstand van Ω (zie fb voor maximale kringweerstand) D. HRT-apparaat E-vereisten 15

20 fb. 1-13: m/hrt-uitgang met externe voeding: maximale kringweerstand Maximum weerstand (Ω). Externe voedingsspanning (V) De m/hrt multidrop-installatie bedraden (met interne of externe voeding) elangrijk Zie de volgende afbeelding voor informatie over de bedrading van een m/hrt multidrop-installatie. 16 Model 5700 transmitters Micro Motion

21 fb. 1-14: m/hrt multidrop-bedrading E D 1 2 F. Weerstand van Ω. HRT-compatibele host of controller. HRT-compatibele transmitter (met interne voeding) D. m/hrt-aansluitingen model 5700 transmitter (met interne voeding) E. SMRT FMILY -transmitters F. 24 VD-kringvoeding vereist voor externe transmitter 1.11 edraad de frequentie-uitgang in een explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke omgeving De frequentie-uitgang bedraden (met interne voeding) (kanalen /) elangrijk edraad op de juiste uitgangsklem en -pennen. E-vereisten 17

22 fb. 1-15: edrading frequentie-uitgang (met interne voeding) D. Frequentie-uitgang. Kanaal of. Zie fb voor uitgangsamplitude t.o.v. belastingweerstand D. Teller fb. 1-16: Frequentie-uitgang met interne voeding: uitgangsamplitude t.o.v. belastingweerstand [nullast 24 VD (nom.)] Uitgangsamplitude (V). elastingweerstand (Ω) De frequentie-uitgang bedraden (met externe voeding) (kanalen /) elangrijk 18 Model 5700 transmitters Micro Motion

23 edraad op de juiste uitgangsklem en -pennen. fb. 1-17: edrading frequentie-uitgang (met externe voeding) D E. Frequentie-uitgang. Kanaal of VD (maximaal) D. Stroomsterkte 500 m (maximaal) E. Teller De frequentie-uitgang bedraden (met interne voeding) (kanaal D) elangrijk edraad op de juiste uitgangsklem en -pennen. fb. 1-18: edrading frequentie-uitgang (met interne voeding) 7 8. Frequentie-uitgang. Zie fb voor uitgangsamplitude t.o.v. belastingweerstand. Teller E-vereisten 19

24 fb. 1-19: Frequentie-uitgang met interne voeding: uitgangsamplitude t.o.v. belastingweerstand [nullast 24 VD (nom.)] Uitgangsamplitude (V). elastingweerstand (Ω) De frequentie-uitgang bedraden (met externe voeding) (kanaal D) elangrijk edraad op de juiste uitgangsklem en -pennen. fb. 1-20: edrading frequentie-uitgang (met externe voeding) 7 8 D. Frequentie-uitgang VD (maximaal). Stroomsterkte 500 m (maximaal) D. Signaalapparaat 20 Model 5700 transmitters Micro Motion

25 1.12 edraad de discrete uitgang in een explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke omgeving De discrete uitgang bedraden (met interne voeding) (kanalen /) elangrijk edraad op de juiste uitgangsklem en -pennen. fb. 1-21: edrading discrete uitgang (interne voeding) D. Discrete uitgang. Kanaal of. Zie fb voor uitgangsamplitude t.o.v. belastingweerstand D. Teller E-vereisten 21

26 fb. 1-22: Discrete uitgang met interne voeding: uitgangsamplitude t.o.v. belastingweerstand [nullast 24 VD (nom.)] Uitgangsamplitude (V). elastingweerstand (Ω) De discrete uitgang bedraden (met externe voeding) (kanalen /) elangrijk edraad op de juiste uitgangsklem en -pennen. 22 Model 5700 transmitters Micro Motion

27 fb. 1-23: edrading discrete uitgang (externe voeding) D E. Discrete uitgang. Kanaal of VD (maximaal) D. Stroomsterkte 500 m (maximaal) E. Teller De discrete uitgang bedraden (met interne voeding) (kanaal D) elangrijk edraad op de juiste uitgangsklem en -pennen. fb. 1-24: edrading discrete uitgang (interne voeding) 7 8. Discrete uitgang. Zie fb voor uitgangsamplitude t.o.v. belastingweerstand. Teller E-vereisten 23

28 fb. 1-25: Discrete uitgang met interne voeding: uitgangsamplitude t.o.v. belastingweerstand [nullast 24 VD (nom.)] Uitgangsamplitude (V). elastingweerstand (Ω) De discrete uitgang bedraden (met externe voeding) (kanaal D) elangrijk edraad op de juiste uitgangsklem en -pennen. fb. 1-26: edrading discrete uitgang (externe voeding) 7 8 D. Discrete uitgang VD (maximaal). Stroomsterkte 500 m (maximaal) D. Signaalapparaat 24 Model 5700 transmitters Micro Motion

29 1.13 edraad de RS-485-uitgang in een explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke omgeving elangrijk edraad op de juiste uitgangsklem en -pennen. fb. 1-27: RS-485-uitgangsbedrading RS-R85-uitgang. RS-485/. RS-485/ N.. De transmitter beschikt niet over een RS-485-afsluitweerstand edraad de m-ingang in een explosieveilige/ drukvaste of niet-gevaarlijke omgeving De m-ingang bedraden (met interne voeding) elangrijk edraad op de juiste ingangsklem en -pennen. E-vereisten 25

30 7 8 Installatie van Micro Motion-transmitters fb. 1-28: edrading m-ingang (met interne voeding) 7 8. m-ingang. Ingangsweerstand van 100 Ω op kanaal D. 4 20m-ingangsapparaat De m-ingang bedraden (met externe voeding) elangrijk edraad op de juiste ingangsklem en -pennen. fb. 1-29: edrading m-ingang (met externe voeding) D. m-ingang. Ingangsweerstand van 100 Ω op kanaal D. 4 20m-ingangsapparaat D. 30 VD (maximaal) 1.15 edraad de discrete ingang in een explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke omgeving De discrete ingang bedraden (met interne voeding) elangrijk 26 Model 5700 transmitters Micro Motion

31 edraad op de juiste ingangsklem en -pennen. fb. 1-30: edrading discrete ingang (interne voeding). Discrete ingang. Kanaal of D. Schakelaar De discrete ingang bedraden (met externe voeding) elangrijk edraad op de juiste ingangsklem en -pennen. fb. 1-31: edrading discrete ingang (externe voeding). Discrete ingang. Kanaal of D. 30 VD (maximaal) N.. Maximale positieve drempel is 3 VD. Minimale negatieve drempel is 0,6 VD edraad de frequentie-ingang in een explosieveilige/drukvaste of niet-gevaarlijke omgeving E-vereisten 27

32 De frequentie-ingang bedraden (met interne voeding) elangrijk edraad op de juiste ingangsklem en -pennen. fb. 1-32: edrading frequentie-ingang (met interne voeding) 7 8 D. Frequentie-ingang. Frequentie-ingangsapparaat. (Optioneel) Open collector/weerstand 1 10 KΩ D. (Optioneel) 3 30 VD De frequentie-ingang bedraden (met externe voeding) elangrijk edraad op de juiste ingangsklem en -pennen. fb. 1-33: edrading frequentie-ingang (met externe voeding) 7 8 D. Frequentie-ingang. Frequentie-ingangsapparaat. Weerstand van 1 10 KΩ D VD 1.17 edrading van de voeding In de voedingsleiding kan een zelf aangeschafte schakelaar worden geïnstalleerd. 28 Model 5700 transmitters Micro Motion

33 elangrijk Om te voldoen aan de Laagspanningsrichtlijn 2014/35/EU (voor Europese installaties) moet dicht bij de transmitter een schakelaar worden aangebracht. 1. Verwijder het toegangsdeksel van de bedrading. 2. Open het waarschuwingsklepje Power voor toegang tot de voedingsklemmen. fb. 1-34: Locatie van voedingsbedradingsklemmen en apparatuuraarde. Voedingsbedradingsklemmen (+ en ). pparatuuraarde 3. Sluit de voedingsdraden aan: Voor gelijkstroomvoeding: sluit aan op de klemmen + en. Voor wisselstroomvoeding: sluit aan op de klemmen L/L1 (fase) en N/L2 (nul). 4. ard de voeding via de apparatuuraarde, ook onder het waarschuwinsklepje Power. E-vereisten 29

34 Index Index aarding 4-aderige installatie op afstand 9 bedrading voeding 28 bedradingsafstanden maximaal 5 G gelijkstroom, zie Voeding K kabellengten maximaal 5 V voeding bedrading 28 vereisten 4 W wisselstroom, zie Voeding 30 Model 5700 transmitters Micro Motion

35 E-vereisten 31 Index

36 *MMI * MMI Rev 2014 Emerson Process Management V Nederland Patrijsweg EZ Rijswijk T +31 (0) F +31 (0) Emerson Process Management nv/sa elgië De Kleetlaan 1831 Diegem elgië T +32 (0) F +32 (0) gratis nummer klantendienst debietmetingen T Emerson Process Management Micro Motion Europa Neonstraat WX Ede The Netherlands T +31 (0) F +31 (0) Emerson Process Management Micro Motion zië 1 Pandan rescent Singapore Republiek Singapore T F Micro Motion Inc. US Wereldwijd hoofdkantoor 7070 Winchester ircle oulder, olorado 80301, VS T F Emerson Process Management Micro Motion Japan 1 2 5, Higashi Shinagawa Shinagawa-ku Tokyo Japan T F Micro Motion, Inc. lle rechten voorbehouden. Het Emerson-logo is een handelsmerk en een servicemerk van Emerson Electric o. De merken Micro Motion, ELITE, ProLink, MVD en MVD Direct onnect zijn merken van een bedrijf uit de Emerson Process Management-bedrijvengroep. lle andere merken zijn eigendom van de respectieve eigenaren.