Proefschrift. De rechtsbasis van besluiten van de Europese Unie
|
|
- Nora Kuiper
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 Proefschrift In de rubriek Proefschrift vertellen recentelijk gepromoveerden en promovendi, waar hun stellingen in de kern op neerkomen. Deze keer: mr. R.H. van Ooik. Hij promoveerde op 29 september 1999 aan de Universiteit Utrecht op het proefschrift De keuze der rechtsgrondslag voor besluiten van de Europese Unie (Kluwer, Deventer 1999, Serie Europese Monografieën, nr. 63). Promotoren waren prof.dr. D.M. Curtin en prof.mr. K.J.M. Mortelmans. De beoordelingscommissie bestond uit prof.mr. F.H.J.J. Andriessen, prof.mr. R. Barents, prof.dr. K. Lenaerts en prof.mr. R.J.G.M. Widdershoven. Ronald van Ooik is als docent en onderzoeker verbonden aan het Europa Instituut van de Universiteit Utrecht. De rechtsbasis van besluiten van de Europese Unie Ronald van Ooik 1 Inleiding Op verzoek van de redactie beoogt deze bijdrage enkele belangrijke aspecten van mijn proefschrift over de rechtsbasis van besluiten van de Europese Unie (EU) op beknopte wijze uiteen te zetten. Daartoe wordt eerst ingegaan op de vraag wat bedoeld wordt met het rechtsbasisvraagstuk in Europeesrechtelijke context en wordt het belang van de materie geschetst (paragraaf 2). Daarna volgt aandacht voor de wijze waarop de instellingen (Commissie, Raad, Europees Parlement) de rechtsgrondslag van hun besluiten moeten vaststellen, gelet op de vereisten die het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (EG) in dit verband stelt (paragraaf 3). Indien een bepaalde belanghebbende het niet eens is met de gemaakte keuze, dan kan het Hof van Justitie gewoonlijk worden gevraagd om een uitspraak te doen over de rechtsbasis (paragraaf 4). Tot slot volgen enkele opmerkingen over de toekomst van het rechtsbasis-vraagstuk, gelet op de Intergouvernementele Conferentie (IGC) over institutionele hervormingen in verband met de uitbreiding van de EU (paragraaf 5). 2 Aanduiding en belang van het rechtsbasis-vraagstuk In de context van het recht van de EU wordt met de rechtsbasis of rechtsgrondslag bedoeld het artikel uit het EU-Verdrag dat de instellingen (Commissie, Raad, Europees Parlement) aan een door hen vastgesteld besluit, bijvoorbeeld een verordening of een richtlijn, ten grondslag leggen. Soms worden deze communautaire (of unie) besluiten op meerdere verdragsartikelen gebaseerd. Het is echter lang niet altijd duidelijk op welk verdragsartikel, of welke verdragsartikelen, een stuk secundaire regelgeving gebaseerd moet worden. Deze vraag naar de meest geschikte rechtsbasis, is vaak in het Brusselse besluitvormingscircuit van eminent belang. Het gekozen verdragsartikel (veelal door de Commissie in haar voorstel voor wetgeving) bepaalt namelijk het verdere verloop van het besluitvormingsproces. Zo is de invloed van het Europees Parlement in sterke mate afhankelijk van deze rechtsbasiskeuze. Ook de meerderheid waarmee de Raad het definitieve besluit kan of moet vaststellen (gewone meerderheid, gekwalificeerde meerderheid, eenparigheid van stemmen) wordt in feite bepaald door de rechtsbasis. De gevolgde procedure kan vervolgens weer een belangrijke invloed hebben op de inhoudelijke bepalingen van het uiteindelijke communautaire of uniebesluit, waarmee burgers en bedrijven al dan niet via omzetting in nationaal recht geconfronteerd worden. Een recent voorbeeld kan het belang van de materie illustreren. Nederland had ernstige bezwaren tegen de inhoud van een (ontwerp-)richtlijn over het octrooieren van biotechnologische uitvindingen, met name tegen het idee om het octrooieren van dieren- en plantenrassen mogelijk 496 AA 49 (2000) 6
2 te maken. In de Raad werd deze lidstaat echter door een grote meerderheid (van veertien lidstaten) overstemd. Dit was mogelijk doordat de Commissie haar voorstel op artikel 95 EG over de interne markt had gebaseerd, een rechtsbasis die de medebeslissingsprocedure van toepassing verklaart, en daarmee stemmen bij meerderheid mogelijk maakt. Daarmee restte voor Nederland nog slechts een beroep tot nietigverklaring bij het Hof, in het kader waarvan wordt gesteld dat artikel 308 EG als rechtsbasis gebruikt had moeten worden. 1 Indien het Hof dit beroep gegrond verklaart, dan zal Nederland zich alsnog kunnen verzetten tegen de vaststelling van de (nieuwe) richtlijn, of althans belangrijke amendementen kunnen afdwingen. Artikel 308 EG vereist namelijk eenparigheid van stemmen in de Raad, zodat de Nederlandse medewerking vereist is. 3 Wijze van vaststelling van de rechtsgrondslag Volgens het Hof van Justitie zijn de bij het besluitvormingsproces betrokken Europese instellingen niet vrij om zo maar een bepaald verdragsartikel te kiezen als rechtsbasis voor hun besluiten. Juist omdat de keuze van de rechtsgrondslag belangrijke gevolgen kan hebben voor de te volgen procedure, en daarmee voor de inhoud van het uiteindelijke besluit, dienen zij hun keuze te baseren op objectieve gegevens. Het Hof wordt daardoor in staat gesteld om deze rechtsbasis-keuze achteraf te controleren Elementen van de objectieve methode Tot deze objectieve gegevens behoren, volgens het Hof, in het bijzonder het doel en de inhoud van het besluit waarvan de rechtsbasis dient te worden vastgesteld. 3 De bedoeling is om uit doel en inhoud af te leiden waar het besluit in essentie om gaat, ook wel aangeduid als de vaststelling van het zwaartepunt van het betrokken besluit. 4 In zaken waarin de rechtsbasis-keuze centraal staat, ziet men dan ook vaak dat het Hof in zijn arrest een aantal overwegingen wijdt aan de analyse van de doelstellingen van het bestreden besluit (veelal vervat in de preambule en in het eerste artikel van het besluit), verder betreft een aantal overwegingen de (overige) artikelen van het besluit en tot slot stelt het Hof vast wat naar zijn mening de harde kern van het besluit is. Behalve een dergelijke analyse op secundair niveau, zal ook, op primair niveau, moeten worden vastgesteld tot hoe ver de bevoegdheden reiken onder bepaalde concrete verdragsartikelen (met rechtsbasis-karakter). Dit levert relatief weinig problemen op indien een verdragsgrondslag zijn materiële werkingssfeer op nauwkeurige wijze omschrijft. Zo geeft artikel 19 EG aan de Raad de bevoegdheid om nadere regels te stellen over het redelijk concrete onderwerp actief en passief kiesrecht bij gemeenteraadsverkiezingen voor EU-burgers die in een andere lidstaat verblijven. Andere rechtsgrondslagen daarentegen omschrijven hun werkingssfeer op aanmerkelijk vagere wijze. Zo somt artikel 71 lid 1 EG eerst een aantal redelijk concrete aspecten op van vervoerbeleid, doch geeft vervolgens aan de instellingen de bevoegdheid om ook alle overige dienstige bepalingen vast te stellen. Artikel 37 lid 2 EG in de titel over De landbouw geeft evenmin een nauwkeurige omschrijving van het materiële bereik, doch het Hof heeft verduidelijkt dat deze kwantitatief en kwalitatief uiterst belangrijke rechtsbasis gebruikt dient te worden indien het betrokken secundaire besluit de productie en verhandeling van landbouwproducten betreft (als bedoeld in bijlage I bij het EG-Verdrag) en dit besluit gericht is op het verwezenlijken van een of meer van de landbouwdoelstellingen van artikel 33 EG. 5 Een complicatie bij de analyse van verdragsbevoegdheden treedt op, indien twee verschillende rechtsgrondslagen elkaar overlappen. Dan zal moeten worden vastgesteld welke van de twee het meest specifieke karakter heeft, aangezien 1 Zaak C-377/98, Nederland/Raad en Europees Parlement (EP) (Pb C 378/13), waarin Richtlijn 98/44/EG betreffende de rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen (Pb L 213/13) centraal staat. 2 Zie bijv. zaak 45/86, Commissie/Raad, Jur. 1987, p (Algemeen Preferentieel Stelsel). In r.o. 11 stelt het Hof: In het kader van het stelsel van bevoegdheden van de Gemeenschap mag de keuze van de rechtsgrondslag van een handeling niet alleen afhangen van de opvatting van een instelling omtrent het nagestreefde doel, maar moet zij berusten op objectieve gegevens die voor rechterlijke toetsing vatbaar zijn. 3 Zaak C-300/89, Commissie/Raad, Jur. 1991, p. I-2867, r.o. 10 (Titaandioxide). 4 Zie bijv. zaak C-42/97, EP/Raad, Jur. 1999, p. I-869, r.o. 43 (Taalverscheidenheid). 5 Zaak 68/86, Verenigd Koninkrijk (VK)/Raad, Jur. 1988, p. 855, r.o. 14 (Hormonen). AA 49 (2000) 6 497
3 volgens het Hof aan de lex specialis voorrang gegeven dient te worden boven de lex generalis. 6 Zo moet artikel 308 EG als een lex generalis worden aangemerkt in relatie tot iedere andere rechtsbasis in het EG-Verdrag, hetgeen blijkt uit de zinsnede zonder dat dit Verdrag in de daartoe vereiste bevoegdheden voorziet. Indien derhalve de kern van een besluit (bijvoorbeeld een richtlijn over het verblijfsrecht van studenten) valt onder het bereik van een andere, meer specifieke, rechtsbasis, dan mag artikel 308 EG niet worden gebruikt Enkelvoudige en dubbele rechtsgrondslagen Na deze analyses op primair en secundair niveau die in rechtsbasis-arresten van het Hof vaak behoorlijk door elkaar heen lopen zal tot slot het betrokken besluit onder één of meer verdragsgrondslagen geschaard moeten worden, om zo tot een conclusie over de meest geschikte rechtsbasis te komen. Recent vatte het Hof de mogelijke rechtsbasis-uitkomsten nog eens op duidelijke wijze samen: voor het bepalen van de passende rechtsgrondslag moet worden nagegaan, of de betrokken maatregel voornamelijk betrekking heeft op één gebied van actie en voor andere beleidsgebieden slechts bijkomende gevolgen heeft, dan wel of beide aspecten van het besluit even belangrijk zijn. In het eerste geval volstaat het gebruik van een enkele rechtsgrondslag. In het andere geval is dit onvoldoende en is de instelling gehouden de handeling vast te stellen op basis van de twee bepalingen waarop haar bevoegdheid berust. 8 Derhalve volstaat het gebruik van een enkele rechtsbasis indien het betrokken besluit voornamelijk betrekking heeft op één gebied van actie, ook al heeft dit besluit voor andere beleidsgebieden bepaalde bijkomende gevolgen. In de rechtspraak ziet men dat het Hof vrij vaak aanneemt dat het bestreden besluit inderdaad de nodige effecten heeft op andere terreinen, doch het toevoegen van een tweede rechtsbasis wordt niet nodig geacht. Deze effecten worden namelijk als slechts bijkomstig of ondergeschikt aangemerkt. Zo heeft een richtlijn over het verminderen van afvalstoffen volgens het Hof ook wel bepaalde gevolgen voor het functioneren van de interne markt, maar de hoofddoelstelling blijft liggen op het terrein van milieubescherming. Bijgevolg vormde volgens het Hof artikel 130 S EEG (thans, na wijziging, artikel 175 EG), een voldoende rechtsbasis voor een dergelijke richtlijn. 9 Anderzijds geeft de rechtspraak ook voorbeelden van zaken waarin juist de milieu-component van een besluit als slechts bijkomstig werd gezien. Een verordening over bescherming tegen de invoer van radioactief besmette landbouwproducten vanuit derde landen, is volgens het Hof voornamelijk een handelspolitieke maatregel, ook al heeft een dergelijke verordening mogelijk wel bepaalde effecten voor de gezondheid en het milieu. 10 Indien één en hetzelfde besluit evenwel meerdere, even belangrijke, onderdelen bevat die onder de werkingssfeer van verschillende verdragsartikelen vallen, dan dient een dubbele (of zelfs meervoudige) rechtsbasis te worden gebruikt. Zo bepaalde het Hof in het Erasmus-arrest dat een dubbele rechtsbasis noodzakelijk was, aangezien een deel van het bestreden besluit over de uitwisseling van studenten ging, terwijl een ander, even belangrijk, deel van datzelfde Erasmus-besluit betrekking had op wetenschappelijk onderzoek. 11 Bij deze laatste uitkomst vanwege doel en inhoud van het besluit is een dubbele rechtsbasis noodzakelijk kan echter een lastige procedurele complicatie optreden: indien de twee te combineren verdragsartikelen onverenigbare procedures voorschrijven, dan mogen de instellingen toch voor een enkelvoudige rechtsbasis kiezen. Uit het Titaandioxide-arrest blijkt dat van een dergelijke onverenigbaarheid sprake is indien de ene rechtsbasis de samenwerkingsprocedure (ar- 6 Zie bijv. zaak 68/86, VK/Raad, Jur. 1988, p. 855, waarin het Hof besliste dat artikel 43 EEG (thans artikel 37 EG) over landbouw, als een meer specifieke rechtsgrondslag moet worden gezien dan artikel 100 EEG (thans artikel 94 EG) over de gemeenschappelijke markt. 7 Vgl. zaak C-295/90, EP/Raad, Jur. 1992, p. I Gevoegde zaken C-164/97 en C-165/97, EP/Raad, Jur. 1999, p. I-1139, r.o. 14 (Bescherming van bossen). 9 Zaak C-155/91, Commissie/Raad, Jur. 1993, p. I-939, r.o Zie ook de vergelijkbare zaak C-187/93, EP/Raad, Jur. 1994, p. I-2857, r.o (Overbrengen van afvalstoffen). 10 Zaak 62/88, Griekenland/Raad, Jur. 1990, p. I-1527, r.o Zaak 242/87, Commissie/Raad, Jur. 1989, p. 1425, r.o. 37. De bedoelde dubbele rechtsbasis bestond uit de artikelen 128 en 235 EEG (oud). In andere onderwijs-zaken bepaalde het Hof echter weer dat de rechtsbasis voor beroepsopleiding (artikel 128 EEG, oud) als enkelvoudige rechtsbasis volstond. Zie bijv. zaak 56/88, VK/Raad, Jur. 1989, p (Petra). 498 AA 49 (2000) 6
4 tikel 252 EG) van toepassing verklaart, terwijl de andere rechtsbasis eenparigheid van stemmen in de Raad verlangt. 12 Hoewel de samenwerkingsprocedure na het Verdrag van Amsterdam zo goed als geheel uit het EG-Verdrag is verdwenen, blijft deze zogenoemde Titaandioxide-leer van groot belang. Uit de uitspraak kan men namelijk opmaken dat ook een combinatie van de medebeslissingsprocedure (in de ene rechtsbasis) met eenparige besluitvorming in de Raad (voorgeschreven in de tweede rechtsbasis) door het Hof wordt verworpen. Dit betekent dat een bepaalde richtlijn of verordening niet tegelijk op, bijvoorbeeld, artikel 95 EG (medebeslissing) en artikel 308 EG (unanimiteit) gebaseerd kan worden, ook al zou deze dubbele rechtsbasis, vanwege doel en inhoud van de betrokken richtlijn of verordening, noodzakelijk zijn Controle door het Hof van Justitie Met de hierboven besproken objectieve methode heeft men zeker geen middel in handen om in ieder concreet geval met zekerheid te bepalen welk verdragsartikel de meest geschikte rechtsbasis vormt. In feite geeft het Hof een bepaalde algemene methodologische aanpak, waarbij de uitleg van doel en inhoud van het betrokken besluit, alsmede de vaststelling van de reikwijdte van verdragsbevoegdheden, centraal behoren te staan. De toepassing van de methode in concrete gevallen laat echter vaak de nodige ruimte voor subjectieve (rechtsbasis-)oordelen. Zo zal het niet verbazen dat het Europees Parlement geneigd is een rechtsgrondslag te verdedigen die de medebeslissingsprocedure van toepassing verklaart, ook al gebeurt dit formeel met objectieve, inhoudelijke argumenten. In de recente Rundvlees-zaak erkenden het Parlement en de Commissie zelfs openlijk dat de wens om de medebeslissingsprocedure te volgen, een belangrijke reden was geweest om te kiezen voor artikel 95 (interne markt) en niet voor artikel 37 EG (landbouw). 14 De Raad is daarentegen vaker geneigd om een rechtsbasis te kiezen die aan het Europees Parlement slechts een recht van raadpleging verleent. Verder bestaat bij de Raad nogal eens een voorkeur voor een rechtsbasis die eenparigheid van stemmen verlangt, hoewel een rechtsbasis met gekwalificeerde meerderheid juist weer goed uitkomt indien een enkele recalcitrante lidstaat overstemd moet worden. Vanwege dit soort subjectieve invullingen van de objectieve methode, om zo bij de politiek meest gewenste rechtsbasis uit te komen, is het van het grootste belang dat uiteindelijk het Hof van Justitie het laatste woord heeft, en de bevoegdheid heeft om los van allerlei politieke belangen aan te geven wat nu echt de juiste rechtsbasis voor een bepaald besluit is. In de genoemde Rundvlees-zaak stelde het Hof dan ook uitdrukkelijk dat tot de objectieve gegevens waarop de rechtsbasis-keuze moet berusten, niet de wens behoort van een instelling (het Europees Parlement) om intensiever deel te nemen aan de vaststelling van het betrokken besluit. 15 Aangezien met de betwisting van de rechtsbasis de rechtmatigheid van secundair recht ter discussie wordt gesteld, vormt het beroep tot nietigverklaring (artikel 230 EG) het middel bij uitstek om de rechtsbasis van (bindende) besluiten te betwisten en het Hof daaromtrent een uitspraak te laten doen. Als eiser in dergelijke nietigheidsberoepen trad aanvankelijk vaak de Commissie op, zoals in de oudere rechtsbasis-zaken over landbouw en handelspolitiek. 16 In een latere fase trad ook het Europees Parlement steeds vaker als eiser op, bijvoorbeeld om de 12 Zaak C-300/89, Commissie/Raad, Jur. 1991, p. I-2867, r.o Een combinatie van artikel 130 S EEG (eenparigheid) en artikel 100 A EEG (samenwerking) werd door het Hof daarom niet geaccepteerd. In de Erasmuszaak speelde deze procedurele kwestie niet, aangezien de samenwerkingsprocedure nog niet bestond (want pas ingevoerd door de Europese Akte). 13 Vgl. zaak C-209/97, Commissie/Raad, arrest van 18 november 1999, waar de Commissie onder meer stelde dat de bestreden verordening, vanwege doel en inhoud, op de artikelen 95 en 308 EG gebaseerd had moeten worden. Onder verwijzing naar Titaandioxide, achtte de Commissie deze dubbele rechtsbasis echter toch weer niet mogelijk. 14 Zaak C-269/97, Commissie/Raad, arrest van 4 april 2000, met name r.o. 9 en Zaak C-269/97, r.o. 44. Het Hof bepaalde dat de Raad het bestreden besluit (Verordening 820/97/EG tot vaststelling van een identificatie- en registratieregeling voor runderen en inzake de etikettering van rundvlees en rundvleesproducten; Pb L 117/1) terecht op artikel 43 (thans 37) EG had gebaseerd. 16 Vgl., wat betreft handelspolitiek, bijv. zaak 45/86, Commissie/Raad, Jur. 1987, p (Algemeen Preferentieel Stelsel) en zaak 165/87, Commissie/Raad, Jur. 1988, p (Nomenclatuur). Inzake landbouw, bijv. zaak 131/87, Commissie/Raad, Jur. 1989, p (Handel in organen) en zaak 11/88, Commissie/Raad, Jur. 1989, p (Bestrijdingsmiddelen). AA 49 (2000) 6 499
5 Raad te dwingen om maatregelen over transeuropese netwerken ook op de rechtsbasis over transeuropese netwerken te baseren. 17 Verder hebben lidstaten steeds rechtsbasis-zaken aanhangig gemaakt, voornamelijk wanneer zij eerder, gedurende de besluitvormingsfase, waren overstemd. Behalve het beroep van Nederland tegen de biotech-richtlijn, kan als voorbeeld het beroep van het Verenigd Koninkrijk tegen de arbeidstijdenrichtlijn worden genoemd. Door deze richtlijn op artikel 118 A EG (oud) over veiligheid en gezondheid van werknemers te baseren, konden de Britten worden verplicht om maximale werktijden voor werknemers in te voeren, ondanks hun opt-out zoals vastgelegd in het (vroegere) Protocol over de Sociale Politiek De toekomst van het rechtsbasis-vraagstuk Zoals bleek, zijn uiteenlopende procedurele voorschriften de belangrijkste oorzaak van het ontstaan van rechtsbasis-geschillen die eventueel tot voor de hoogste rechter, het EG-Hof, worden uitgevochten. Vooral het Verdrag van Amsterdam heeft deze procedures al meer naar elkaar laten toegroeien door het toepassingsgebied van de medebeslissingsprocedure aanzienlijk uit te breiden. Hierdoor is in een aantal gevallen het praktisch belang van de juiste horizontale bevoegdheidsafbakening aanzienlijk verminderd, dan wel tot nul gereduceerd. Zo is de destijds veelbesproken vraag milieu of interne markt? thans nauwelijks meer van belang, aangezien de relevante rechtsgrondslagen de medebeslissingsprocedure van toepassing verklaren. 19 Institutionele conflicten over de horizontale bevoegdheidsverdeling zouden echter pas volledig tot het verleden gaan behoren, indien over de volle breedte van de drie EU-pijlers dezelfde procedurele voorschriften zouden gelden. Een dergelijke procedurele uniformiteit zal ook de beoogde apotheose van de onlangs begonnen IGC over institutionele hervormingen, namelijk het Verdrag van Nice, niet brengen. Wel lijkt een verdere reductie van het aantal rechtsbasis-geschillen waarschijnlijk, aangezien de verdere verbreding van besluitvorming met een gekwalificeerde meerderheid in de Raad een van de belangrijkste aandachtspunten van de IGC-2000 vormt. Verder is van verschillende kanten het idee geopperd om aan het stemmen met een gekwalificeerde meerderheid (bijna) altijd de medebeslissingsprocedure te koppelen. 20 Dit zou onder meer betekenen dat de rechtsgrondslagen voor het landbouwbeleid (artikel 37 EG) en de gemeenschappelijke handelspolitiek (artikel 133 EG) de gewone medebeslissingsprocedure van toepassing gaan verklaren. 21 Indien deze ideeën en voorstellen inderdaad worden omgezet in verdragsteksten, dan zou het accent wel eens in sterke mate kunnen verschuiven naar de zogenoemde pijleroverstijgende rechtsbasis-conflicten. De Raad baseert zijn besluit op Titel V (gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid) of Titel VI (politiële en justitiële samenwerking in strafzaken), terwijl bijvoorbeeld de Commissie of het Europees Parlement meent dat het EG-Verdrag een meer geschikte rechtsbasis bevat. 22 Binnen de communautaire pijler zou immers de medebeslissingsprocedure van toepassing zijn op nagenoeg alle terreinen van gemeen- 17 Vgl. zaak C-271/94, EP/Raad, Jur. 1996, p. I-6177 (Edicom) en zaak C-22/96, EP/Raad, Jur. 1998, p. I-3231 (IDA). In beide zaken stelde het Hof het Parlement in het gelijk: artikel 129 D EG (thans, na wijziging, artikel 156 EG) vormde een betere rechtsbasis voor de bestreden besluiten dan het door de Raad gekozen artikel 235 EG (thans artikel 308 EG). 18 Zaak C-84/94, VK/Raad, Jur. 1996, p. I Uitgebreider over deze zaak en de achtergronden: K.J.M. Mortelmans en R.H. van Ooik, Maximale arbeidstijden in de EG, ook in het Verenigd Koninkrijk, AA 1997, p Namelijk de artikelen 95 en 175, lid 1, EG. De afbakening met lid 2 van artikel 175 (eenparigheid en EP-advies) blijft echter van belang. Vgl. zaak C-36/98, Spanje/Raad (aanhangig; Pb C 113/7). 20 Zie bijv. de notitie van de Nederlandse regering, IGC- 2000: Een agenda voor de interne hervormingen van de Europese Unie (TK, , , nr. 101, p. 22) en het Dehaene-rapport (J. Dehaene, R. von Weizsäcker en D. Simon, De institutionele gevolgen van de uitbreiding, Brussel, 18 oktober 1999, p. 8). 21 Deze rechtsgrondslagen bepalen namelijk nu al dat de Raad met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen kan beslissen. Het adviesrecht van het EP zou derhalve automatisch worden vervangen door een recht van medebeslissing. Zie hierover ook pp van het proefschrift. 22 Voor een dergelijk, tot voor het Hof uitgevochten, pijleroverstijgend rechtsbasis-conflict, zie zaak C-170/96, Commissie/Raad, Jur. 1998, p. I-2763 (Luchthaventransit). Daarover: D.M. Curtin en R.H. van Ooik, Een Hof van Justitie van de Europese Unie?, SEW 1999, p. 24. Zie ook zaak T-349/99, Miskovic/Raad en zaak T- 350/99, Karic e.a/raad (Pb C 79, pp ). In de laatste zaken wordt gesteld dat Besluit 1999/612/GBVB (Pb. L 242/32) op Titel IV van het EG- Verdrag had moeten worden gebaseerd, aangezien het een inreisverbod voor bepaalde Joegoslaven bevat. 500 AA 49 (2000) 6
6 Boeken schapsbeleid, inclusief het Europese asiel- en immigratiebeleid. 23 Op de niet-communautaire terreinen daarentegen lijkt de medebeslissingsprocedure (en/of meerderheidsbesluitvorming van enige reële betekenis) vooralsnog niet haalbaar, ook niet na Nice. De daaruit voortvloeiende verscherping van procedurele tegenstellingen tussen EUpijlers, is een reden temeer om de rechtsbasiskwestie te beschouwen als een horizontaal leerstuk van Unierecht.
2 De rechtsgrondslag van een besluit
2 De rechtsgrondslag van een besluit Met de rechtsgrondslag of rechtsbasis van een besluit wordt de bepaling in een van de oprichtingsverdragen (het EU-Verdrag, het EG-Verdrag, en het Euratom-Verdrag)
Nadere informatieInterdepartementale Commissie Europees Recht (ICER)
Interdepartementale Commissie Europees Recht (ICER) Verkorte ICER-handleiding Rechtsgrondslag van EU-besluiten (2007) 1. Inleiding Bij het bespreken van Europese ontwerp-besluiten ontstaan vrij regelmatig
Nadere informatieDe keuze der rechtsgrondslag voor besluiten van de Europese Unie. Dr. R.H. van Ooik
De keuze der rechtsgrondslag voor besluiten van de Europese Unie Dr. R.H. van Ooik KLUWER- DEVENTER-1999 INHOUDSOPGAVE Voorwoord Inhoudsopgave Lijst van afkortingen v vii xix Inleiding tot de studie 1.
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 24 november 2004 (26.11) (OR. en) 15130/04 JAI 490 ASIM 47 BEGELEIDENDE NOTA van: het voorzitterschap aan: het Coreper (2e deel) nr. vorig doc.: 14497/04 JAI 441 ASIM
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.4.2019 COM(2019) 207 final 2019/0100 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Samenwerkingscomité
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 25.7.2019 COM(2019) 347 final 2019/0159 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het EPO-comité
Nadere informatieHet Verdrag van Amsterdam in werking. Prof. mr. R. Barents
Het Verdrag van Amsterdam in werking Prof. mr. R. Barents Kluwer - Deventer - 1999 DEEL1. HET VERDRAG VAN AMSTERDAM Hoofdstuk 1. Van Maastricht naar Amsterdam 3 1. Inleiding 3 2. De Europese verdragen
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.9.2018 COM(2018) 642 final 2018/0333 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Europees
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.10.2017 COM(2017) 628 final 2017/0277 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat op de zevenendertigste vergadering van het Permanent Comité
Nadere informatieP5_TA(2002)0269. Toekomstige ontwikkeling van Europol
P5_TA(2002)0269 Toekomstige ontwikkeling van Europol Aanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad over de toekomstige ontwikkeling van Europol en zijn volledige opneming in het institutioneel bestel
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.1.2018 COM(2018) 30 final 2018/0010 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot vaststelling van het namens de Europese Unie in het Associatiecomité EU-Algerije in te
Nadere informatiePUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75
Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 30 maart 2007 (13.04) (OR.en) PUBLIC ST 8028/07 Interinstitutioneel dossier: 2006/0135(CNS) LIMITE JUSTCIV 75 NOTA van: het voorzitterschap aan: het Coreper/de
Nadere informatieGewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.9.2016 COM(2016) 552 final 2011/0103 (NLE) Gewijzigd voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de ondertekening en voorlopige toepassing van de Overeenkomst inzake Noorwegen;
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.3.2019 COM(2019) 141 final 2019/0082 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Gemengd
Nadere informatieHet Verdrag van Lissabon en het Hof van Justitie van de Europese Unie
Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen PERSCOMMUNIQUÉ nr. 104/09 Luxemburg, 30 november 2009 Pers en Voorlichting Het Verdrag van Lissabon en het Hof van Justitie van de Europese Unie Het Verdrag
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2011 COM(2011) 911 definitief 2011/0447 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de verklaring van aanvaarding door de lidstaten, in het belang van de Europese
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.11.2012 COM(2012) 654 final 2012/0312 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij België wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe te passen die afwijkt van artikel
Nadere informatieHet verdrag van Amsterdam. Prof. mr. R. Baratts
Het verdrag van Amsterdam Prof. mr. R. Baratts Kluwer- Dcvcnter - 1997 Hoofdstuk 1. Van Maastricht naar Amsterdam 1 1. Inleiding 1 2. De Europese verdragen 1 2.1. De vijf Europese verdragen 1 2.2. Het
Nadere informatiePUBLIC. Brussel, 4 juli 2002 (11.07) (OR. fr) RAAD VA DE EUROPESE U IE 10673/02 LIMITE JUR 252 AGRI 160 MI 131 E V 386 DE LEG 44 CO SOM 63 SA 108
eil UE RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 4 juli 2002 (11.07) (OR. fr) 10673/02 PUBLIC LIMITE 252 AGRI 160 MI 131 E V 386 DEEG 44 CO SOM 63 SA 108 ADVIES VA DE IDISCHE DIE ST Betreft: Voorstel voor een
Nadere informatie8620/01 AL/td DG H I NL
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 22 mei 2001 (OR. fr) 8620/01 LIMITE VISA 66 FRONT 36 COMIX 338 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: Beschikking van de Raad inzake de aanpassing van de
Nadere informatieGezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 28.11.2016 JOIN(2016) 54 final 2016/0366 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.5.2019 COM(2019) 242 final 2019/0116 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in de Raad van Ministers in te nemen standpunt met
Nadere informatieDE VERDRAGEN VAN MAASTRICHT EN VAN AMSTERDAM
DE VERDRAGEN VAN MAASTRICHT EN VAN AMSTERDAM Het Verdrag van Maastricht heeft de voorgaande Europese verdragen gewijzigd en een Europese Unie gecreëerd die rust op drie pijlers: de Europese Gemeenschappen,
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.3.2019 COM(2019) 104 final 2019/0054 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Visserijcommissie
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 17.6.2003 COM(2003) 348 definitief 2003/0127 (CNS) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese
Nadere informatieZaak C-377/98. Koninkrijk der Nederlanden tegen Europees Parlement en Raad van de Europese Unie
Zaak C-377/98 Koninkrijk der Nederlanden tegen Europees Parlement en Raad van de Europese Unie Nietigverklaring Richtlijn 98/44/EG Rechtsbescherming van biotechnologische uitvindingen Rechtsgrondslag Artikel
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.11.2017 COM(2017) 640 final 2017/0282 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in het Gemengd Comité van de EER in te nemen standpunt
Nadere informatieVoorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.5.2016 COM(2016) 317 final 2016/0159 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vervanging van de lijsten van insolventieprocedures en
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.7.2019 COM(2019) 326 final 2019/0149 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie in het Gemengd Landbouwcomité, opgericht
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.3.2019 COM(2019) 99 final 2019/0049 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Visserijorganisatie
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.12.2011 COM(2011) 915 definitief 2011/0450 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake de verklaring van aanvaarding door de lidstaten, in het belang van de Europese
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 11.7.2017 COM(2017) 374 final 2017/0156 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Associatieraad
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 17.11.2017 COM(2017) 666 final 2017/0300 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake het standpunt dat namens de Unie in het Gemengd Comité EU-Zwitserland moet worden
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESCHIKKING VAN DE
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 5.10.2017 COM(2017) 574 final 2017/0252 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in het Subcomité
Nadere informatieDE EUROPESE GRONDWET: TROEVEN EN TEKORTEN. (editors)
DE EUROPESE GRONDWET: TROEVEN EN TEKORTEN JOHAN MEEUSEN GERT STRAETMANS (editors) Dit boek kwam tot stand met de steun van de Europese Gemeenschap (Actie Jean Monnet) intersentia Antwerpen - Oxford INHOUDSOPGAVE
Nadere informatieINHOUDSOPGAVE DE GRONDWET VOOR EUROPA: SCHIJN OF WERKELIJKHEID? PROF. DR. KOEN LENAERTS... 1
INHOUDSOPGAVE TEN GELEIDE... v DE GRONDWET VOOR EUROPA: SCHIJN OF WERKELIJKHEID? PROF. DR. KOEN LENAERTS... 1 Inleiding... 1 Hoofdstuk 1. De samensmelting van Verdragen en pijlers... 7 Hoofdstuk 2. Eén
Nadere informatieVoorstel voor een. VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Voorstel voor een Brussel, 6.10.2010 COM(2010) 544 definitief 2010/0272 (COD) C7-0316/10 VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot intrekking van Verordening (EG)
Nadere informatieVoorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 30.8.2011 COM(2011) 524 definitief 2011/0228 (COD) C7-0229/11 NL Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 64/432/EEG van
Nadere informatieVoorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.4.2015 COM(2015) 155 final 2015/0080 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot uitvoering van het antiontwijkingsmechanisme dat voorziet
Nadere informatieVoorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 14.12.2016 COM(2016) 798 final 2016/0399 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot aanpassing van een aantal rechtshandelingen op het gebied
Nadere informatieRaad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2015 (OR. en)
Raad van de Europese Unie Brussel, 10 maart 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0258 (E) 6731/15 SOC 149 EMPL 76 MIGR 12 JAI 148 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 8.5.2008 COM(2008) 246 definitief Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van de bijlagen A en B bij Verordening (EG) nr. 1346/2000 betreffende
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.4.2019 COM(2019) 167 final 2019/0089 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD inzake het namens de Europese Unie in de Internationale Graanraad in te nemen standpunt met
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 29.5.2017 COM(2017) 265 final 2017/0105 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Unie in te nemen standpunt in het subcomité voor sanitaire en fytosanitaire
Nadere informatieRECTIFICATIES. a) Bladzijde 19, artikel 1, punt 17, ad artikel 9 C, lid 6, tweede alinea, tweede zin
30.11.2009 Publicatieblad van de Europese Unie C 290/1 RECTIFICATIES PROCES-VERBAAL VAN VERBETERING van het Verdrag van Lissabon tot wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag
Nadere informatiePublicatieblad van de Europese Unie
L 94/44 31.3.2004 VERORDENING (EG) Nr. 599/2004 VAN DE COMMISSIE van 30 maart 2004 tot vaststelling van een geharmoniseerd model voor een certificaat en inspectieverslag voor het intracommunautaire handelsverkeer
Nadere informatieAdviescommissie voor. Vreemdelingenzaken. 1. Inhoud van het voorstel. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal.
bezoekadres Postadres 2500 EA Den Haag aan Postbus 20018 De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal van het associatierecht EEG-Turkije ACVZ/ADV/20 16/010 datum 7juni 2016 06-4684 0910 Mr. D.J.
Nadere informatiede heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie
Raad van de Europese Unie Brussel, 29 november 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0367 (NLE) 14996/16 VOORSTEL van: ingekomen: 28 november 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: COASI 218 ASIE 88
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 augustus 2005 (02.09) (OR. fr) 11843/05 FISC 96
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 31 augustus 2005 (02.09) (OR. fr) 11843/05 FISC 96 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.: 29 augustus 2005 Betreft: Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD
NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 24.11.2009 COM(2009)641 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij de Portugese Republiek wordt gemachtigd een maatregel toe
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.11.2014 COM(2014) 714 final 2014/0338 (COD) Voorstel voor een BESLUIT VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot intrekking van bepaalde handelingen op het gebied van politiële
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 31.10.2016 COM(2016) 703 final 2016/0346 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in te nemen standpunt in het Associatiecomité in
Nadere informatieVoorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 9.8.2017 COM(2017) 422 final 2017/0189 (COD) Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD tot vervanging van bijlage A bij Verordening (EU) 2015/848 betreffende
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 6.11.2017 COM(2017) 644 final 2017/0286 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het namens de Europese Unie in het ACS-EU-Comité van ambassadeurs in te nemen
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 18.10.2017 COM(2017) 606 final 2017/0265 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting, namens de Europese Unie, van het Verdrag van de Raad van Europa
Nadere informatieBrussel, 16 april 2003 (23.04) SECRETARIAAT
EUROPESE CONVENTIE Brussel, 16 april 2003 (23.04) SECRETARIAAT CONV 689/1/03 REV 1 CERCLE I 16 VERSLAG van: aan: Betreft: de voorzitter van de studiegroep Hof van Justitie de leden van de Conventie Aanvullend
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.2.2019 COM(2019) 82 final 2019/0039 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de indiening van een voorstel namens de Europese Unie om methoxychloor op te nemen
Nadere informatieRAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 10 februari 2006 (OR. fr) 5828/06 AGRIORG 17 OC 100
RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 10 februari 2006 (OR. fr) 5828/06 AGRIORG 17 OC 100 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESCHIKKING VAN DE RAAD tot verlenging van de geldigheidsduur
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 13.09.2005 COM(2005) 426 definitief Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de ondertekening, namens de Europese Gemeenschap, van Verdrag nr.
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 20.11.2001 COM(2001) 680 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd in het belang van de Europese Gemeenschap
Nadere informatie9 Europese regelgevende agentschappen
9 Europese regelgevende agentschappen Bij de uitvoering van Europese regelgeving spelen in toenemende mate Europese regelgevende agentschappen een belangrijke rol. Het gaat daarbij om organen die los staan
Nadere informatie2. In het arrest van 20 september 2001 heeft het Hof uitspraak gedaan over twee prejudiciële vragen die respectievelijk betrekking hadden op:
Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 11 juni 2002 (26.06) (OR. fr) PUBLIC 9893/02 Interinstitutioneel dossier: 2001/0111 (COD) LIMITE 211 MI 108 JAI 133 SOC 309 CODEC 752 BIJDRAGE VAN DE IDISCHE
Nadere informatiePublicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN
25.2.2015 L 54/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/281 VAN DE COMMISSIE van 26 november 2014 tot vervanging van de bijlagen I en II van Verordening (EU) nr.
Nadere informatieLIFE.1.C EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT. Brussel, 14 maart 2019 (OR. en) 2019/0019 (COD) PE-CONS 62/19 SOC 114 EMPL 81 PREP-BXT 62 CODEC 500
EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 14 maart 2019 (OR. en) 2019/0019 (COD) PE-CONS 62/19 SOC 114 EMPL 81 PREP-BXT 62 CODEC 500 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING
Nadere informatieVoorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 24.10.2014 COM(2014) 653 final 2014/0302 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD tot verlenging van Uitvoeringsbesluit 2012/181/EU van de Raad waarbij Roemenië
Nadere informatieTekst van de artikelen 33 tot en met 37 met toelichting
EUROPESE CONVENTIE SECRETARIAAT Brussel, 2 april 2003 (03.04) (OR. fr) CONV 650/03 NOTA van: aan: Betreft: het Praesidium de Conventie Het democratisch leven van de Unie Deel I van de Grondwet, Titel VI:
Nadere informatieGezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE HOGE VERTEGENWOORDIGER VAN DE EUROPESE UNIE VOOR BUITENLANDSE ZAKEN EN VEILIGHEIDSBELEID Brussel, 13.4.2015 JOIN(2015) 10 final 2015/0073 (NLE) Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT
Nadere informatiePUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171
Conseil UE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) PUBLIC 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Jordi AYET
Nadere informatieRaad van de Europese Unie Brussel, 29 september 2014 (OR. en)
Raad van de Europese Unie Brussel, 29 september 2014 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2014/0277 (NLE) 13680/14 VOORSTEL van: ingekomen: 26 september 2014 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: PROAPP 17 JAI 714
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 23.6.2016 COM(2016) 413 final 2016/0192 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de sluiting van de overeenkomst tussen de Europese Unie en het Koninkrijk Noorwegen
Nadere informatieRaad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2016 (OR. en)
Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0127 (E) 8505/16 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: JAI 337 USA 21 DATAPROTECT 41 RELEX 330 BESLUIT
Nadere informatieHET HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE
HET HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE Het Hof van Justitie van de Europese Unie is een van de zeven instellingen van de EU. Zij omvat twee rechtscolleges: het Hof van Justitie en het Gerecht. Het Hof
Nadere informatieVoorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.9.2018 COM(2018) 652 final 2018/0334 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD waarbij het Verenigd Koninkrijk wordt gemachtigd een bijzondere maatregel toe
Nadere informatieVoorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 20.10.2016 COM(2016) 665 final 2016/0326 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD tot wijziging van Beschikking 2009/790/EG waarbij Polen wordt gemachtigd een
Nadere informatieCONFERENTIE VAN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN VAN DE LIDSTATEN. Brussel, 25 november 2003 (26.11) (OR. fr) CIG 51/03
CONFERENTIE VAN DE VERTEGENWOORDIGERS VAN DE REGERINGEN VAN DE LIDSTATEN Brussel, 25 november 2003 (26.11) (OR. fr) CIG 51/03 VERSLAG van: voorzitter van de Groep juridische deskundigen van de IGC d.d.:
Nadere informatieVoorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 10.2.2016 COM(2016) 80 final 2016/0045 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD inzake de tijdelijke opschorting van de herplaatsing van 30 % van de verzoekers
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 14.12.2006 COM(2006) 802 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD waarbij Estland, Slovenië, Zweden en het Verenigd Koninkrijk worden gemachtigd
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.10.2016 COM(2016) 672 final 2016/0328 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD tot sluiting van een overeenkomst in de vorm van een briefwisseling tussen de Europese Unie
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD
COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 23.5.2008 COM(2008) 314 definitief 2008/0097 (CNS) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 834/2007 inzake de
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 21.3.2013 COM(2013) 152 final 2013/0085 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de lidstaten worden gemachtigd om in het belang van de Europese Unie het verdrag
Nadere informatieVoorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.5.2018 COM(2018) 261 final 2018/0124 (CNS) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijnen 2006/112/EG en 2008/118/EG wat betreft de opname van de Italiaanse
Nadere informatieRaad van de Europese Unie Brussel, 24 november 2015 (OR. en)
Raad van de Europese Unie Brussel, 24 november 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2013/0177 (E) 13777/15 JUSTCIV 256 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE RAAD tot
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 8.12.2009 COM(2009)668 definitief Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Republiek Litouwen wordt gemachtigd een maatregel te blijven
Nadere informatieRaad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en)
Raad van de Europese Unie Brussel, 11 oktober 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0169 (E) 12326/16 JUSTCIV 237 COEST 226 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: BESLUIT VAN DE
Nadere informatieRAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 11 juni 2012 (12.06) (OR. en) 11197/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0145 (COD)
RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 11 juni 2012 (12.06) (OR. en) 11197/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0145 (COD) A TIDUMPI G 52 COMER 143 WTO 220 CODEC 1636 VOORSTEL van: de Europese Commissie d.d.:
Nadere informatieVoorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 8.3.2019 COM(2019) 111 final 2019/0061 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende het standpunt dat namens de Europese Unie moet worden ingenomen in de Internationale
Nadere informatieARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 mei 1989 *
ARREST VAN 12.5, 1989 ZAAK 388/87 ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 12 mei 1989 * In zaak 388/87, betreffende een verzoek aan het Hof krachtens artikel 177 EEG-Verdrag van de Centrale Raad van Beroep, te
Nadere informatieVoorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 7.8.2013 COM(2013) 577 final 2013/0280 (CNS) C7-0268/13 Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van de Richtlijnen 2006/112/EG en 2008/118/EG wat betreft de Franse
Nadere informatie6424/15 rts/sv 1 DG B 3A
Raad van de Europese Unie Brussel, 26 februari 2015 (OR. en) 6424/15 Interinstitutioneel dossier: 2014/0258 (E) SOC 89 EMPL 41 MIGR 9 JAI 101 NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: de Raad
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT
NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 7.1.2009 COM(2008)897 definitief 2006/0008 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede
Nadere informatieVoorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.6.2017 COM(2017) 318 final 2017/0131 (NLE) Voorstel voor een UITVOERINGSBESLUIT VAN DE RAAD waarbij de Republiek Polen wordt gemachtigd met de Republiek Oekraïne een overeenkomst
Nadere informatiegeraadpleegd door de Raad overeenkomstig artikel 39, lid 1 van het EU-Verdrag (C5-0757/2000),
P5_TA(2002)0430 Europees netwerk voor justitiële opleiding * Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het initiatief van de Franse Republiek met het oog op de aanneming van het besluit van de
Nadere informatie6074/15 pro/adw/mt 1 DG B 3A
Raad van de Europese Unie Brussel, 16 februari 2015 (OR. en) 6074/15 Interinstitutioneel dossier: 2014/0258 (NLE) SOC 55 EMPL 21 MIGR 5 JAI 78 NOTA van: het secretariaat-generaal van de Raad aan: het Comité
Nadere informatiede heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie
Raad van de Europese Unie Brussel, 17 december 2015 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2015/0314 (NLE) 15405/15 ASIM 176 BEGELEIDENDE NOTA van: ingekomen: 16 december 2015 aan: Nr. Comdoc.: Betreft:
Nadere informatiede heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie
Raad van de Europese Unie Brussel, 1 juni 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0105 (NLE) 9741/17 VOORSTEL van: ingekomen: 29 mei 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: COEST 113 PHYTOSAN 8 VETER 42
Nadere informatieRaad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en)
Raad van de Europese Unie Brussel, 7 november 2016 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2016/0346 (NLE) 14116/16 COEST 289 WTO 316 VOORSTEL van: ingekomen: 31 oktober 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de
Nadere informatieVoorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD
EUROPESE COMMISSIE Brussel, 27.6.2014 COM(2014) 391 final 2014/0198 (NLE) Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD tot aanpassing van Richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad in verband
Nadere informatieGEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE
10.11.2015 L 293/15 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE van 8 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 514/2014 van het Europees Parlement en de Raad met specifieke bepalingen
Nadere informatieCOMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD
NL NL NL COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 21.1.2009 COM(2009) 12 definitief Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD betreffende het voorlopig verbod op het gebruik en de verkoop in Hongarije
Nadere informatie