Cursistenhandleiding CODE Multimedia - standalone-versie

Transcriptie

1 Cursistenhandleiding CODE Multimedia - standalone-versie Inleiding Met CODE werk je een groot deel van de tijd zelfstandig. De opdrachten die je zelfstandig maakt doe je vaak op de computer. Met het computerprogramma kun je videofragmenten bekijken, luisterteksten beluisteren en oefenen met woorden, regels, routines, verstaan en nazeggen en luisteren. Een aantal opdrachten is onderdeel van de taken uit het takenboek: hiernaar wordt vanuit het takenboek verwezen. Daarnaast vind je bij elk hoofdstuk oefeningen voor woordenschat, verstaan en nazeggen, regels en routines. Het programma registreert je resultaten. Ook is er bij elk hoofdstuk een toets. In het kort werk je met CODE volgens de volgende stappen: 1. Start het programma en kies een deel 2. Kies een hoofdstuk of kies extra oefenen - regels of extra oefenen routines 3. Ga oefenen 4. Bekijk je resultaten 5. Eventueel: verstuur je resultaten 6. Stop het programma Deze stappen staan hieronder verder uitgewerkt. 1 Start het programma en kies een deel Start het programma CODE Multimedia met de icoon op je desktop of via het menu Start Vervolgens kom je in het welkom -scherm waarin je een deel (1, 2 of 3) kan kiezen. In dit scherm kies je een deel. 1/11

2 Instellingen wijzigen In het welkom -scherm kun je de instellingen van het programma wijzigen. Klik daarvoor op de knop Instellingen. Je krijgt dan het volgende scherm: In dit scherm kun je de instellingen wijzigen. Dit zijn de instellingen: Taal Kies een taal: Nederlands, Arabisch, Turks, Frans, Engels of Spaans. Je krijgt dan de instructies bij de oefeningen in die taal te zien. Ook de uitleg van de knoppen verschijnt dan in deze taal. Tot slot is de uitleg over het programma, op te roepen met de knop Help te beluisteren in een van deze hulptalen. Zet goed De zet goed-functie kan aan of uit worden gezet. Als 'zet goed' aan staat is er tijdens de oefeningen een knop beschikbaar waarmee je het goede antwoord kan bekijken. Als je deze functie gebruikt, zijn je scores op de oefening onvoldoende. 2/11

3 2 Kies een hoofdstuk of extra oefenen Als je een deel hebt gekozen, kom je in een menu waar je een hoofdstuk kunt kiezen. Je kunt ook kiezen voor extra oefenen - regels of extra oefenen - routines. Als je een hoofdstuk hebt gekozen, dan volgt een scherm waar je kunt kiezen voor de oefeningen bij bijvoorbeeld woorden of regels. Je kiest dan voor Oefenen. Wil je de opdrachten maken bij een van de taken uit het takenboek? Kies dan Taak. Ook kun je de toets bij dat hoofdstuk maken: Toets. Oefenen Kies je 'Oefenen', dan komt je in een menu waarin je een vaardigheid kiest. Je kunt kiezen uit: verstaan en nazeggen, woorden, routines, regels en luisteren. Bij iedere vaardigheid staan één of meer oefenreeksen, aangeduid met een plaatje met een nummer. Elke oefenreeks bestaat uit maximaal acht oefeningen. Boven iedere oefenreeks staat een balkje. Het balkje is donkerblauw als de oefeningen nog niet zijn gedaan, en kleurt lichtblauw als er oefeningen uit de reeks zijn gemaakt. Boven de titel van de vaardigheid wordt met groene, rode en grijze blokjes aangegeven hoe je de oefeningen hebt gemaakt. Groen is goed en rood is fout. Grijs betekent nog niet gedaan. In dit scherm kies je een vaardigheid. 3/11

4 Taak Onder Taak staan de opdrachten bij de taken uit het takenboek. Dit zijn bijvoorbeeld de opdrachten waarbij je naar een video moet kijken of een tekst moet beluisteren. Vanuit het takenboek wordt er bij opdrachten die met de computer moeten worden gedaan naar de computer verwezen. In dit scherm kies je voor een van de taakopdrachten. Iedere taakopdracht bestaat uit een of meer oefeningen. De afbeelding geeft aan wat voor soort opdracht het is: ga je luisteren of naar een video kijken? bij deze reeks oefeningen bekijk je een videofragment bij deze reeks oefeningen beluister je een tekst bij deze reeks oefeningen bekijk je één of enkele illustraties 4/11

5 Van de taakoefeningen worden geen resultaten bijgehouden. Wel kun je zien welke opdrachten je hebt gemaakt en welke niet. Als het balkje boven de opdracht donkerblauw is, dan heb je de opdracht nog niet gedaan. Als het balkje boven de opdracht lichtblauw is, heb je de opdracht geheel of gedeeltelijk gedaan. Niet bij elke taak zijn er overigens opdrachten op de computer. Toetsen Bij elk hoofdstuk is een toets beschikbaar van circa 23 vragen. De toets duurt ongeveer dertig minuten. Als je tussendoor stopt dan worden je resultaten niet opgeslagen. Zorg daarom dat je voldoende tijd hebt voor de toets. Je kunt de toets maken aan het eind van een hoofdstuk, maar ook vooraf, of halverwege. De toets is namelijk iedere keer anders. Zo kun je makkelijk zelf controleren of je de stof van een hoofdstuk beheerst. Extra oefenen - regels en extra oefenen - routines De oefeningen van regels en routines zijn opgenomen in registers. Deze registers zijn te openen vanuit het scherm Kies hoofdstuk. Je maakt een keuze: extra oefenen - regels of extra oefenen - routines. Je kunt in het register zoeken op onderwerp (regels) of titel en trefwoord (routines). Zo kun je gemakkelijk de onderwerpen die je extra wilt oefenen of nog eens wilt bekijken terugvinden. In het register vind je niet alleen oefeningen, maar ook informatie over de onderwerpen. Dit zijn de informatiekaders Regels en Routines uit het takenboek. 5/11

6 3 Oefenreeksen maken Zodra je voor een reeks oefeningen hebt gekozen, of dat nu onder Taak, Oefenen of Extra oefenen is, krijg je een aantal oefeningen (het maximum is acht) een voor een op het scherm. Bij elke oefening is een instructie, die ook in een van de hulptalen beschikbaar is (zie 1 Start het programma en kies een deel) De knop Help geeft (ook in de hulptalen) uitleg over de bedoeling van de oefening en een deel van de oefening wordt voorgedaan. Als je alle vragen van een oefening hebt beantwoord, klik je op de knop Kijk na. Je krijgt dan te zien welke antwoorden goed zijn en welke niet. Bij sommige oefeningen krijg je een tweede poging. Nadat je klaar bent, kun je naar de volgende oefening gaan door middel van de knop Verder. Je kunt terug naar een eerder menu met de knop Ga naar. Er is ook een Zet goed -knop. Bij het gebruik van deze knop worden alle antwoorden op de goede plaats gezet. Je kunt die oefening dan op dat moment niet meer voldoende scoren. De Zet goed -functie kan worden aangezet bij Instellingen (zie 1 Start het programma en kies een deel). Boven in het scherm zie je de oefeningen staan die je nog niet helemaal goed hebt gedaan. Deze oefeningen krijg je aan het einde van een oefenreeks opnieuw aangeboden. Ga Help Kijk Zet Info Verder Woordennaar na goed boek Bij oefeningen van de vaardigheden regels en routines kun je ook het bij de oefening horende informatiekader uit het takenboek raadplegen door op de knop Informatie te klikken. 6/11

7 Het woordenboek Bij CODE hoort ook een digitaal woordenboek. De leerwoorden uit CODE kun je opzoeken in dit woordenboek. Je kunt het woordenboek oproepen door op de knop Woordenboek te klikken. Je kunt een woord zoeken in de lijst (scrollen) of het woord dat je zoekt intypen in het zoekvenster. Je moet hiervoor op het vergrootglas klikken. Binnen oefeningen, teksten of informatiekaders kun je een woord uit de tekst of opdracht selecteren. Je klikt hiervoor eerst op de knop Woordenboek. Er verschijnt dan een klein woordenboeksymbooltje en met dat symbooltje kun je op een woord gaan staan en klikken. Je komt dan direct bij het woord dat je zoekt. Het woord moet wel een leerwoord zijn in CODE. Het woordenboek is een handig instrument om de betekenis van een bepaald woord dat voorkomt in een tekst of oefening snel op te zoeken. Omdat niet alle woorden in het woordenboek zijn opgenomen, heb je toch een papieren woordenboek nodig. 4 Bekijk je resultaten In het scherm waarin je kiest voor een oefenreeks, staat boven elke oefenreeks een blauw balkje. Dit balkje is donkerblauw als je nog geen oefeningen van die reeks hebt gedaan. Het balkje wordt lichtblauw als je de reeks geheel of gedeeltelijk hebt gedaan. Het resultaat wordt ook per vaardigheid (bijvoorbeeld woorden of luisteren) aangegeven. Groen geeft het percentage goed beantwoorde oefeningen aan, rood het percentage foutief beantwoorde oefeningen, en grijs betekent dat de oefeningen nog niet gemaakt zijn. Van de opdrachten bij de taken wordt geen score bijgehouden. Deze opdrachten zijn een onderdeel van de taak en het resultaat op slechts een onderdeel daarvan zou te weinig informatie geven. Van de toetsen worden de resultaten van de laatste en de voorlaatste toets bewaard. Je kunt je resultaten inzien door op de knop 'Resultaten' te klikken. De resultaten worden per hoofdstuk gepresenteerd. Het is mogelijk dit overzicht te printen, op te slaan op de eigen computer of een diskette, of per te versturen. Je kunt dan je resultaten van thuis naar school sturen en andersom. Deze laatste functie is alleen beschikbaar als je school deze functie heeft geïnstalleerd. Vraag je docent of dit zo is op jouw school. 7/11

8 5 Versturen van je resultaten Als de knop 'Versturen' aanwezig is, kun je je resultaten naar een adres versturen. Dit kan vanuit je school naar huis en ook van thuis naar je school. De eerste keer moet je altijd je gegevens van je school naar je huis sturen. Dat is nodig om je gegevens goed over te nemen. Op je school worden deze mailberichten automatisch verwerkt, maar thuis moet je het mailbericht openen en op het attachment met het CODE-icoontje in het mailbericht klikken. Je kunt het bestand ook bewaren op de harde schijf van je computer en het dan openen door er in de Verkenner op te dubbelklikken. Je resultaten worden vervolgens bijgewerkt. Je moet er steeds zelf aan denken om je resultaten naar school en huis te versturen. Als je gebruik maakt van resultatenuitwisseling dan zul je merken dat je thuis ook moet inloggen, net als op de onderwijsinstelling, met dezelfde naam en hetzelfde wachtwoord als op de instelling. 6 Stoppen Om te stoppen, kies je de knop Ga naar. Kies Stoppen. Veel plezier met CODE Multimedia! Helpdesk In de leesmij.txt vind je nog enkele opmerkingen over de installatie. Als je nog vragen hebt of als je er niet goed uitkomt dan kun je onze helpdesk bellen. Het telefoonnummer van de helpdesk is: (maandag tot en met vrijdag van 9.00 uur tot uur ( 0,50 per minuut). 8/11

9 De knoppen van CODE Multimedia Met deze knop ga je naar het volgende scherm. Met deze knop kun je een stap terug in het programma. Je kunt bijvoorbeeld naar een ander hoofdstuk, een andere tekst of een andere vaardigheid. Ook kun je terug naar het beginscherm of stoppen. Met deze knop ga je terug naar het vorige scherm. Als je op deze knop klikt, krijg je uitleg over de werking van het programma of de bedoeling van een oefening. Als je op deze knop klikt ga je direct naar internet. Dit kan alleen als er een internetverbinding is. Met deze knop ga je naar het scherm met instellingen. Je kunt hier een andere taal kiezen en de 'zet goed'-mogelijkheid uit- of aanzetten. Met deze knop sluit je het scherm. Je gaat terug naar het vorige scherm. Met deze knop ga je naar het woordenboek van CODE. 9/11

10 Met deze knop kun je de woorden in het woordenboek opzoeken door ze zelf in te tikken. Met deze knop kun je de informatie die bij de regel of routine hoort bekijken. Met deze knop ga je naar het resultatenoverzicht. Je ziet hier voor ieder hoofdstuk en iedere toets per vaardigheid het percentage goed beantwoorde vragen. Met deze knop kun je je resultaten opslaan. Dat is alleen nodig als je ze voor een speciaal doel wilt gebruiken. CODE slaat automatisch je resultaten op in de CODEresultatendatabase. Als je op deze knop klikt worden je resultaten afgedrukt. De computer moet dan wel een verbinding hebben met een printer. Klik op deze knop op de resultaten naar je onderwijsinstelling te versturen. Hier zie je hoe je de oefeningen hebt gedaan. Groen is goed en rood is fout. Grijs betekent nog niet gedaan. Als je op deze knop klikt kun je naar een tekst, oefening of woord luisteren. Met het audio- of videopaneel kun je de audio of video afspelen, stopzetten of voor- en achteruit spoelen (als op een cassetterecorder). 10/11

11 Als je op deze knop klikt, wordt de oefening nagekeken. Een rood kruis betekent fout. Een groen vinkje betekent goed. Soms mag je het nog eens proberen. Als je op deze knop klikt worden de goede antwoorden van een oefening gegeven. De knop werkt alleen als zet goed is aangezet in het scherm instellingen. Als je op deze knop klikt word je een beetje geholpen met de oefening. Als je op het microfoontje klikt kun je zelf iets inspreken. Als je op het pijltje klikt, kun je jezelf terughoren. 11/11