Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling. Hoofdstuk R.12: Gebruiksbeschrijving

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling. Hoofdstuk R.12: Gebruiksbeschrijving"

Transcriptie

1 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling 1 RICHTSNOER Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling Versie 3.0 December 2015

2 2 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling JURIDISCHE MEDEDELING Dit document is bedoeld om de gebruiker te helpen bij het voldoen aan zijn verplichtingen in het kader van de REACH-verordening. Er zij evenwel op gewezen dat de tekst van de REACHverordening de enige authentieke juridische referentie is en dat de informatie in dit document geen juridisch advies vormt. Het gebruik van de informatie valt uitsluitend onder de verantwoordelijkheid van de gebruiker. Het Europees Agentschap voor chemische stoffen aanvaardt geen aansprakelijkheid in verband met het eventuele gebruik van de in dit document opgenomen informatie. Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling Referentie: ECHA-15-G-11-NL ISBN: Uitgavedatum: December 2015 Taal: NL Europees Agentschap voor chemische stoffen, 2015 Als u vragen of opmerkingen hebt met betrekking tot dit document, kunt u deze toesturen (onder vermelding van de referentie van het document, de publicatiedatum, het hoofdstuk en/of de pagina van het document waarop uw opmerking betrekking heeft) met behulp van het feedbackformulier voor richtsnoeren. Het feedbackformulier is toegankelijk via de rubriek Richtsnoeren van de ECHA-website of rechtstreeks via de volgende link: Verklaring van afwijzing van aansprakelijkheid: Dit is een werkvertaling van een document dat oorspronkelijk in het Engels werd gepubliceerd en dat op de ECHA-website beschikbaar is. Europees Agentschap voor chemische stoffen Postadres: Postbus 400, FI Helsinki, Finland Bezoekadres: Annankatu 18, Helsinki, Finland

3 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling 3 Voorwoord In dit document worden de REACH-informatievereisten beschreven die betrekking hebben op de eigenschappen van stoffen, op de blootstelling, het gebruik en de risicobeheersmaatregelen, en op de chemische veiligheidsbeoordeling. Het maakt deel uit van een reeks begeleidingsdocumenten die bedoeld zijn om alle belanghebbenden te helpen met de voorbereiding om hun verplichtingen op grond van de REACH-verordening na te komen. Deze documenten bevatten een gedetailleerde toelichting op een aantal belangrijke REACHprocedures en specifieke wetenschappelijke en/of technische methoden waarvan het bedrijfsleven of de bevoegde instanties gebruik moeten maken. De richtsnoeren zijn opgesteld en besproken in het kader van de REACH-uitvoeringsprojecten onder leiding van de Europese Commissie, waarbij belanghebbenden uit de lidstaten, het bedrijfsleven en niet-gouvernementele organisaties waren betrokken. Na aanvaarding door de bevoegde instanties van de lidstaten werden de richtsnoeren voor publicatie en verder onderhoud aan ECHA overgedragen. Eventuele bijwerkingen van het richtsnoer worden opgesteld door ECHA en vervolgens onderworpen aan een raadplegingsprocedure met belanghebbenden uit de lidstaten, het bedrijfsleven en niet-gouvernementele organisaties. Voor details over de raadplegingsprocedure zie dance_revision_2_en.pdf De richtsnoeren kunnen worden geraadpleegd via de website van het Europees Agentschap voor chemische stoffen: Dit document is gerelateerd aan Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 (de REACH-verordening) 1. 1 Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van , gerectificeerd in PB L 136 van , blz. 3).

4 4 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling Documentgeschiedenis Versie Wijzigingen Datum Versie 1 Eerste uitgave Mei 2008 Versie 1.1 De procescategorieën (PROC) die voor de bewerking van metalen en andere mineralen gelden, zijn opgenomen in het PROC-nummeringsysteem. De omschrijving van gebruikssector 10 is licht gewijzigd. Productcategorie 39, persoonlijke verzorgingsproducten is toegevoegd. In gebruikssector 6 is pulp toegevoegd en er is een onderverdeling gemaakt voor overige productie of diensten (0-1 voor overige economische bedrijvigheid, gerelateerd aan chemische stoffen en 0-2 voor overige economische bedrijvigheid, niet gerelateerd aan chemische stoffen ). Het nummeringsysteem van de voorwerpcategorieën is gestroomlijnd op basis van technische criteria. Alles wat onder overig valt, is van het einde naar het begin van de keuzelijst verplaatst. Juli 2008 Versie 1.2 Correctie van de nummering vanaf PROC 22 in bijlage R De in bijlage R.12-4 op de verkeerde plaats gezette camera s en videocamera s zijn verplaatst van AC 9 naar AC 3-4. Aanpassing van het nummeringsysteem in bijlage R.12-4 aan de structuur van de categorieën. Oktober 2008 Versie 2 De duidelijkheid en consistentie van de inleiding met betrekking tot het doel van het gebruiksdescriptorsysteem zijn verbeterd. In paragraaf R.12.1 wordt explicieter verwezen naar artikel 37 (Downstreamgebruiker maakt gebruik bekend aan leverancier) en paragraaf 3.5 van IUCLID. Er zijn verduidelijkingen en definities opgenomen in R De terminologie met betrekking tot chemische producten (= verbindingen als zodanig en in mengsels) en voorwerpen zijn gestroomlijnd. Opgedroogde/uitgeharde mengsels worden gedekt door Voorwerpcategorieën omdat ze een gedefinieerde vorm en oppervlak hebben. Er zijn bijgewerkte voorbeelden opgenomen over het werken met het descriptorsysteem: Zie de paragrafen R.12.4 en R Er is een nieuwe tabel R.12.1 toegevoegd om de relatie tussen de gebruiksomschrijving en Tier 1- blootstellingsschattingen beter uit te leggen. Er is een korte alinea toegevoegd in paragraaf over de verschillende actoren in de levenscyclus van een stof. De structuur van de paragrafen tot en met is Maart 2010

5 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling 5 geharmoniseerd. Drie subparagrafen zijn opgenomen: definitie en toepassingsgebied van de descriptor; richtsnoer voor het toekennen van een passende categorie; link naar Tier 1 beoordeling. De descriptorlijst voor Gebruikssectoren is gesplitst in twee soorten informatie: Hoofdgebruikersgroepen in de levenscyclus van een stof als belangrijkste descriptor (SU 3, 21, 22) en Eindgebruikssector (alle items) als aanvullende descriptor, zie bijlage R Er wordt in paragraaf R duidelijker onderscheid gemaakt tussen de twee functies van de Chemische Productcategorie (PC): (i) het beschrijven van de sectoren die mengsels formuleren per soort mengsel en (ii) soorten consumentenproducten die kunnen worden beoordeeld met de ECETOC Gerichte Risicobeoordeling voor consumenten (zie bijlage R ). Er wordt in paragraaf duidelijker onderscheid gemaakt tussen de twee functies van de Voorwerpcategorie (AC): (i) Soort voorwerp in relatie tot het gebruiksleven en de daaropvolgende fase als afval van de stof (het verwerken van het voorwerp door werknemers en/of consumenten) en (ii) soorten consumentenvoorwerpen die kunnen worden beoordeeld met de TRA. Zie de bijlagen R en R Er is een lijst met productsubcategorieën opgenomen die worden behandeld in de ECETOC Gerichte Risicobeoordeling (TRA) voor Consumenten, zie de bijlagen R en R , waarin het verband wordt uitgelegd tussen de gebruiksomschrijving en Tier 1-blootstellingsschattingen in de paragrafen R en R De verwijzing naar industriële of professionele omgevingen is uit de meeste procescategorieën verwijderd. De keuze kan worden gemaakt in de blootstellingsschatting zelf. Op het niveau van gebruiksomschrijving geven SU 3 of SU 22 aan of verwacht wordt dat gebruik plaatsvindt in een industriële of een niet-industriële omgeving. Er zijn in paragraaf R voorbeelden opgenomen die betrekking hebben op de verwerking van voorwerpen door werknemers. De lijst met voorwerpcategorieën is opnieuw gestructureerd om consistente koppelingen met het TARICsysteem mogelijk te maken. De definitieve subcategorieën in de lijst met voorwerpcategorieën zijn verwijderd om het aan de registrant en downstreamgebruikers over te laten om de mate van detail te bepalen waarmee de fase van het gebruiksleven van de stof moet worden beschreven. De eerdere subcategorieën zijn omgezet in voorbeelden waarin wordt toegelicht welke soort voorwerpen door de algemene categorieën kunnen worden gedekt. De Milieu-emissiecategorie (ERC) is ingevoerd als extra descriptor (zie paragraaf R ). De rol van SPERC s in deze context wordt uitgelegd. Er is een nieuwe categorie ERC 12 ingevoerd die de verwerking van voorwerpen met schurende technieken door werknemers in een industriële omgeving behandelt. ERC 10b en 11b zijn uitgebreid zodat deze ook de verwijdering van stoffen van oppervlakken van voorwerpen omvatten. Er is een lijst van functiecategorieën van stoffen opgenomen (voor paragraaf 1.2 van de esds en rapportage in IUCLID) in bijlage R Het doel van deze lijst wordt uitgelegd in een korte alinea in paragraaf R Er is een nieuwe paragraaf R.12.5 ingevoerd met uitleg over

6 6 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling hoe het descriptorsysteem i) het in kaart brengen van vormen van gebruik als uitgangspunt voor de CSA, ii) het opstellen van titels voor blootstellingsscenario's en iii) het rapporteren over de geïdentificeerde vormen van gebruik in paragraaf 3.5 van IUCLID kan ondersteunen. Er zijn verfijningen aangebracht in de keuzelijsten. Het opnemen van i) wetenschappelijk onderzoek en ii) elektriciteit, stoom, gas, watervoorziening en afvalwaterzuivering in de lijst met gebruikssectoren. Vulmiddelen en kitten zijn afgesplitst van PC 9 naar PC 9b. Vingerverf is afgesplitst van PC 9 naar PC 9c. Er wordt duidelijker gemaakt dat PC14 verwijst naar stoffen die reageren met het metaaloppervlak. Verzorgingsproducten voor auto s (PC6), kunstenaarsmaterialen (PC5), gazon- en tuinproducten (PC22) zijn verwijderd aangezien ze grotendeels een duplicaat zijn van andere categorieën. PC10 is verwijderd omdat deze al wordt gedekt door overige. Er wordt duidelijker gemaakt dat PC20 verwijst naar verwerkingshulpmiddelen die in de chemische industrie worden gebruikt. Bleekmiddelen en andere verwerkingshulpmiddelen zijn opgenomen in PC 26 en PC 34. Metalen en andere mineralen zijn opgenomen in PROC 21 tot en met 25 en de beschrijving is aangepast. PROC 8 is gesplitst in PROC 8a en 8b. PROC 26 en 27a en 27b zijn ingevoerd. Deze verwijzen naar processen die in het bijzonder relevant zijn voor de metaalindustrie. AC12 is uit de lijst voorwerpcategorieën verwijderd aangezien deze tot grote inconsistentie leidt met het categoriseren op basis van materiaal en problemen geeft bij de compatibiliteit met het TARIC-systeem. Redactionele aanpassing van de tekst naar aanleiding van bovengenoemde wijzigingen. Versie 3.0 Toepassingsgebied van het richtsnoer uitgebreid naar 'Gebruiksbeschrijving' (in plaats van enkel 'gebruiksdecriptorsysteem') en aanpassing van de titel om dit weer te geven. Toelichting van de rol van gebruiksinformatie in diverse processen Verduidelijking van enkele termen/concepten/vereisten zoals: o Concept van gebruik/bijdragende activiteiten o Werkingssfeer levenscyclusfasen, waaronder differentiatie industrieel/professioneel o Verplichte opname gebruiksinformatie in de registratiedossiers Lijst van gebruiksdescriptoren: o Nieuwe gebruiksdescriptor: Levenscyclusfase o ter vervanging van hoofdgebruiksgroepen SU 3 (Industrieel gebruik), 21 (Consumptief gebruik), 22 (Professioneel gebruik), 10 (Formuleren) o Levenscyclusfase 'Formuleren' wordt 'Formuleren of herverpakken' om het toepassingsgebied te verduidelijken o 'Professioneel gebruik' wordt 'wijdverbreid December 2015

7 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling 7 gebruik door professionele werknemers' om duidelijk te maken dat dit gebruik als wijdverbreid wordt beschouwd uit milieuoogpunt. o Hoofdgebruikersgroepen verwijderd uit SU's omdat deze vallen onder de nieuwe descriptor 'Levenscyclusfase' o Verwijderen PC19: tussenproduct (valt onder Technische functie) o Kortere benamingen voor PC's o Nieuwe PC voor hydraulisch breken o Nieuwe PC voor elektrolyten voor batterijen o Namen en beschrijvingen van PROC's aangepast ter verduidelijking van hun toepassingsgebied o Nieuwe PROC voor wassen en onderhoud (PROC28) o Verduidelijking van toepasbaarheid van ERC's o door aanpassing namen en beschrijvingen Nieuwe ERC om het gebruik van voorwerpen op industriële locaties met lage vrijgave te dekken o Verbetering van het concept van ACsubcategorieën voor meer specifieke informatie over voorwerpen o Aanpassen van de categorieën voor Technische functies en Voorwerp-categorieën zodat deze in overeenstemming zijn met het OESO-proces voor wereldwijd geharmoniseerde categorieën Nieuwe bijlage toegevoegd (Bijlage R.12-5) om uit te leggen hoe de wijzigingen worden beheerd die in onderhavig richtsnoer worden ingevoerd.

8 8 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling Richtlijn voor het citeren uit de REACH-verordening Als er letterlijk uit de REACH-verordening wordt geciteerd, dan wordt dit aangegeven door de tekst te cursiveren en tussen aanhalingstekens te plaatsen. Termen- en afkortingenlijst Zie hoofdstuk R.20 Wegwijzer In de onderstaande figuur wordt de plaats van hoofdstuk R.12 binnen het richtsnoer aangegeven. Informatie: beschikbaar - vereist/nodig R12 Stop Beoordeling van het gevaar (HA) Nee Artikel 14, lid 4 criteria? Ja Beoordeling van de blootstelling (EA) 1 Risicokarakterisering (RC) Document in CSR Ja Risico gecontroleerd? Nee 2 Herhaling Meedelen ES via SDS 1 Beoordeling overeenkomstig REACH bijlage I is uitsluitend vereist indien de stof voldoet aan de criteria voor een van de gevarenklassen, categorieën of eigenschappen in artikel 14, lid 4 of onderzoek op basis van blootstelling achterwege wordt gelaten (bijlage XI) 2 Het is ook mogelijk dat uit de beoordeling resulteert dat het gebruik wordt vermeld als ontraden gebruik (te rapporteren in het SDS)

9 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling 9 Inhoudsopgave R INLEIDING R Doel van dit richtsnoer R Wie zouden het richtsnoer moeten lezen? R GEBRUIKSBESCHRIJVING ALS WETTELIJKE VEREISTE R ROL VAN DE GEBRUIKSBESCHRIJVING IN DIVERSE PROCESSEN R Gebruiksbeschrijving als onderdeel van het registratiedossier en als basis voor de beoordeling van de blootstelling R Gebruiksbeschrijving voor communicatie over veilig gebruik aan volgende partijen in de toeleveringsketen R Gebruiksbeschrijving als basis voor de besluitvorming van autoriteiten R Gebruiksbeschrijving voor de publieke verspreiding van informatie over het gebruik van chemische stoffen R Algemene informatiestroom R BESCHRIJVING VAN GEBRUIK R Belangrijkste elementen voor het beschrijven van een gebruik R Beknopte toelichting over elk informatie-element dat een gebruik beschrijft. 20 R Aanvullende informatie over gebruik R Voorbeelden BIJLAGE R VERDUIDELIJKING VAN TERMEN EN CONCEPTEN Gebruik, geïdentificeerd gebruik en blootstellingsscenario's Gebruiksnaam, ES titel, gestructureerde korte titel en verdere beschrijving van het gebruik Ontraden gebruik Wijdverbreid en sterk verspreid gebruik BIJLAGE R FACTOREN VOOR HET OPSPLITSEN IN SOORTEN GEBRUIK EN BIJDRAGENDE ACTIVITEITEN Opsplitsing in gebruik Identificeren van activiteiten die bijdragen aan een gebruik BIJLAGE R DIFFERENTIATIE TUSSEN GEBRUIK OP INDUSTRIËLE LOCATIES EN WIJDVERBREID GEBRUIK DOOR PROFESSIONELE WERKNEMERS BIJLAGE R LIJST VAN GEBRUIKSDESCRIPTORS Descriptorlijst voor levenscyclusfasen (LCS) Descriptorlijst voor gebruikssectoren (SU) Descriptorlijst voor Chemische Productcategorie (PC) Descriptorlijst voor Procescategorieën (PROC) Descriptorlijst voor milieu-emissiecategorieën (ERC) Descriptorlijst voor Voorwerpcategorie (AC) Descriptorlijst voor technische functies (TF) BIJLAGE R HET BEHEREN VAN WIJZIGINGEN Inleiding Bijwerken van verplichtingen en aanpassingsperiode Verduidelijking van concepten Introductie van de Levenscyclusfase als nieuwe gebruiksdescriptor en schrappen van de hoofdgebruikersgroepen (SU3/SU21/SU22) en SU Nieuwe namen voor gebruiksdescriptors

10 10 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling Verwijderen PC19: tussenproduct (valt onder Technische functie) Nieuwe PC voor hydraulisch breken Namen en beschrijvingen van PROC's aangepast ter verduidelijking van hun toepassingsgebied Verduidelijking van de toepasselijkheid van ERC's en de toevoeging van een nieuwe ERC om het gebruik van voorwerpen op industriële locaties met lage vrijgave te dekken Verbetering van het concept van AC-subcategorieën voor meer specifieke informatie over voorwerpen Aanpassing van de categorieën voor Technische functies (TF's) op basis van het US EPA-voorstel voor OESO geharmoniseerde categorieën Lijst met afbeeldingen Figuur R.12-1: Overzicht van processen waarbij informatie over gebruik een rol speelt Figuur R.12-2: Illustratie van het levenscyclusconcept Figuur R.12-3: Illustratie van de concepten gebruik/bijdragende activiteit en blootstellingsscenario/bijdragend scenario Figuur R.12-4: Algemeen overzicht en beslissingsboom voor ERC toewijzing voor de levenscyclusfasen fabricage en formuleren of herverpakken Figuur R.12-5: Beslissingsboom voor ERC toewijzing voor de levenscyclusfase 'gebruik op industriële locatie' Figuur R.12-6: Beslissingsboom voor ERC toewijzing voor de levenscyclusfase 'wijdverbreid gebruik door professionele werknemers' en 'gebruik door consumenten' Figuur R.12-7: Beslissingsboom voor ERC toewijzing voor de levenscyclusfase 'Economische levensduur' Overzicht van tabellen Tabel R.12-1: Overzicht van gebruiksdescriptorcategorie die relevant is voor elk sleutelement dat een gebruik beschrijft Tabel R.12-2: Voorbeeld van een beschrijving van het gebruik Tabel R.12-3: Voorbeeld van een beschrijving van het gebruik met standaardzinnen Tabel R.12-4: Gebruiksnaam, ES titel, gestructureerde korte titel en verdere beschrijving van het gebruik Tabel R.12-5: Illustratie van de diverse scenario's die leiden tot het besluit of het gebruik als dan niet als sterk verspreide wordt beschouwd Tabel R.12-6: Kenmerken die helpen bij de differentiatie tussen industriële locaties en beroepsmatige activiteiten buiten industriële locaties en de relatie met de levenscyclusfasen Tabel R.12-7: Toelichting van levenscyclusfase in vergelijking met systemen voor veiligheid en gezondheid op het werk Tabel R.12-8: Descriptorlijst voor levenscyclusfasen Tabel R.12-9: Descriptorlijst voor gebruikssectoren (SU) Tabel R.12-10: Descriptorliijst voor Chemische Productcategorie (PC) Tabel R.12-11: Descriptorlijst voor Procescategorieën (PROC) Tabel R.12-12: Overzicht van de milieu-emissiecategorieën (ERC) die beschikbaar zijn voor elke levenscyclusfase Tabel R.12-13: Descriptorlijst voor milieu-emissiecategorieën (ERC)... 66

11 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling 11 Tabel R.12-14: Descriptorlijst voor Voorwerpcategorie (AC) Tabel R.12-15: Descriptorlijst voor technische functies (TF) Tabel R.12-16: advies over toewijzing van LCS op basis van bestaande informatie

12 12 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling R Inleiding R Doel van dit richtsnoer Doel van dit richtsnoer is het uitleggen van gebruiksinformatie voor de diverse REACHprocessen, van de gerelateerde juridische vereisten en het vaststellen van beginselen voor het beschrijven van het gebruik van chemische stoffen. Overeenkomstig REACH is elke fabrikant en elke importeur van een stof verplicht om een beknopte algemene beschrijving te geven van het geïdentificeerd gebruik in het registratiedossier. Een gebruik in deze context betekent elk gebruik van een stof als zodanig of in een mengsel 2. Hieronder vallen tevens bijvoorbeeld: formuleren van mengsels of fabricage van een voorwerp 3. In onderhavig richtsnoer wordt uitgelegd wat een dergelijke beknopte algemene beschrijving van het geïdentificeerd gebruik inhoudt 4 om ervoor te zorgen dat geschikt is. De beschrijving van het gebruik is een belangrijke eis voor de veiligheidsbeoordeling van een registrant (indien vereist) en de daarop volgende mededeling van de voorwaarden voor veilig gebruik in de toeleveringsketen. De beschrijving van geïdentificeerd gebruik is ook bedoeld om autoriteiten in staat te stellen te begrijpen wat er in de praktijk op een markt met een stof wordt gedaan. Dit ondersteunt het nemen van goed gefundeerde beslissingen over welke prioriteit de stof heeft voor verdere toetsing en regelgeving door autoriteiten. Verder wordt ook informatie over gebruik uit de registratiedossiers via de ECHA website openbaar gemaakt. Dit stelt het grote publiek in staat om een indicatie te hebben over producten of voorwerpen die een stof kunnen bevatten, alsmede over de processen en sectoren waar een bepaalde stof wordt gebruikt. Ten slotte speelt de beschrijving van het gebruik ook een belangrijke rol voor Downstreamgebruikers, met name dan bij het controleren of hun gebruik valt onder de blootstellingsscenario's die aan hen zijn medegedeeld. Het is dan ook belangrijk dat alle REACH-actoren (registranten en downstreamgebruikers, autoriteiten en het grote publiek) gedeelde inzichten hebben over wat de gebruiksbeschrijving in het registratiedossier is en wat deze zou moeten bevatten om zo goed mogelijk aan de doelstellingen te voldoen. R Wie zouden het richtsnoer moeten lezen? Het richtsnoer is er met name op gericht om een gebruiksbeschrijving te geven in het kader van de REACH-registratie, hoewel ook de rol van de gebruiksbeschrijving in andere REACHprocessen zoals verspreiding ook aan bod komt in onderhavig document. De gebruiksbeschrijving in het kader van een aanvraag van een autorisatie wordt behandeld in het ECHA-document "Een autorisatie aanvragen dat beschikbaar is op Dit richtsnoer is bedoeld voor registranten en downstreamgebruikers omdat beide groepen actoren met elkaar dienen te communiceren om tot een zinvolle gebruiksbeschrijiving in het 2 Artikel, lid 24 van de REACH wettekst bevat een definitie van gebruik: "gebruik": elke vorm van verwerking, formulering, verbruik, opslag, bewaring, behandeling, overbrenging in recipiënten, overbrenging van de ene recipiënt naar de andere, vermenging, vervaardiging van een voorwerp of elke andere gebruikmaking". 3 In artikel 3, lid 3, van REACH wordt een voorwerp gedefinieerd als een object waaraan tijdens de productie een speciale vorm, oppervlak of patroon wordt gegeven waardoor zijn functie in hogere mate wordt bepaald dan door de chemische samenstelling. 4 Concrete velden worden in het IUCLID-formulier voorzien, met name paragraaf 3 over gebruiksinformatie.

13 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling 13 registratiedossier en in de uitgebreide veiligheidsinformatiebladen te komen. Downstreamgebruikers kunnen ook gebruikmaken van de beginselen in onderhavig richtsnoer in de context van een downstreamgebruikersrapport, overeenkomstig artikel 38 van REACH. Autoriteiten verwerken ook gebruiksinformatie uit registraties (bijvoorbeeld stoffenbeoordeling). Het lezen van onderhavig richtsnoer kan voor hen derhalve ook nuttig zijn. R Gebruiksbeschrijving als wettelijke vereiste Overeenkomstig REACH dienen registranten een beknopte algemene beschrijving van het gebruik" te geven in het technisch dossier voor alle stoffen waarvoor registratie is vereist (Artikel 10, onder a), punt iii) en punt 3.5 van Bijlage VI, REACH). Deze vereiste geldt voor normale registratie (artikel 6), registratie van tussenproducten onder strikt gecontroleerde voorwaarden (artikel 7, lid 2, onder e) of 18, lid 2, onder 2)) of registratie van stoffen in voorwerpen (artikel 7, lid 1 of 5). Het is niet afhankelijk van het feit of een chemische veiligheidsbeoordeling moet worden uitgevoerd of het volume van het gebruik waar de stof wordt geleverd. Het is van toepassing op alle soorten stoffen (ingedeeld en niet-ingedeeld) en alle gewichtsklassen (waaronder 1-10 t/j). Opgemerkt zij hier dat waar stoffen voorheen zijn gemeld overeenkomstig 76/548/EEG en waar de gewichtsklasse en het gebruik hetzelfde zijn gebleven als de gemelde, de onderneming niet expliciet verplicht is om te voldoen aan Bijlage VI van REACH, maar dat een gebruiksbeschrijving ten zeerste is aanbevolen. Indien registranten een beoordeling van de blootstelling moeten uitvoeren in het kader van de chemische veiligheidsbeoordeling (CSA) is er consistentie vereist tussen de beknopte gebruiksbeschrijving in het technisch dossier en de blootstellingsscenario's (ES) in het CSR (zie punt van REACH Bijlage I). In IUCLID zijn, ter ondersteuning van deze consistentie-eis, een aantal elementen voor gebruiksbeschrijvingen opgenomen. In de beoordeling van de blootstelling komen de fabricage, het gebruik van de stof (als zodanig, in een mengsel) en de daaropvolgende fasen in de levenscyclus (de economische levensduur van de voorwerpen en de afvalfase) aan bod. Voor elk gerapporteerd gebruik wordt veilig gebruik aangetoond. De gebruiksbeschrijving zoals beschreven in het registratiedossier bevat derhalve passende informatie om inzicht te krijgen in wat er met de stof gebeurt, met name om een zinvolle beoordeling van de blootstelling voor het gebruik te ondersteunen. De gebruiksbeschrijving omvat daarom elk gebruik van de stof als zodanig en in mengsels en elke daaropvolgende economische levensduur 5 in voorwerpen die voortkomen uit een gebruik. Hoewel fabricage geen gebruik is, dient ook deze te worden beschreven. De afvalfase maakt geen deel uit van de gebruiksbeschrijving. Rapportage over het gebruik speelt ook een rol voor stoffen waarvoor het opstellen van een beoordeling van de blootstelling niet verplicht is. Voor stoffen die in hoeveelheden van 1-10 t/j worden gefabriceerd/geïmporteerd geldt een registratieplicht, maar er hoeft geen beoordeling van de blootstelling te worden uitgevoerd. Voor stoffen die in hoeveelheden > 10 t/j worden gefabriceerd/geïmporteerd, maar die niet voldoen aan de criteria vermeld in artikel 14, lid 4 van REACH 6, hoeft ook geen beoordeling van de blootstelling te worden opgesteld. In beide gevallen, dienen de registranten echter een beknopte algemene beschrijving te geven van het geïdentificeerd gebruik in het registratiedossier (Bijlage VI 3.5). Hiertoe dienen zij de elementen te volgen die worden beschreven in onderhavig richtsnoer en uitgevoerd in IUCLID. 5 Levensduur betekent de tijd dat een artikel in bedrijf of gebruik blijft. 6 Opgemerkt zij dat naar deze criteria verderop in dit Richtsnoer zal worden verwezen door gebruik te maken van de term "gevaarlijk".

14 14 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling Registranten dienen er tevens rekening mee te houden dat de verplichting om in het technisch dossier 'alle informatie die de registrant beschikbaar heeft' op te nemen van toepassing is. Bijvoorbeeld indien de registrant beschikt over gebruiksbeschrijvingen uit de gezamenlijke indiening. In gevallen waar de registrant gebruiksinformatie heeft gebruikt voor de aanpassing van de informatie-eisen op basis van blootstellings/vrijgave-overwegingen, of het selecteren van een geschikte toedieningsweg overeenkomstig REACH Bijlage VII-X, kolom 2, dient gebruiksinformatie (alsmede de overeenkomstige blootstellingsinformatie) consistent te zijn met de reden voor de aanpassing. Bijvoorbeeld wanneer de registrant wenst af te zien van hogere eindpunten voor menselijke gezondheid, gebaseerd op streng gecontroleerde omstandigheden (REACH Bijlage XI 3.2 en meer specifiek voor stoffen die zijn opgenomen in voorwerpen uit Bijlage XI 3.2, onder c)). Indien ontbrekende informatie bepalend is voor het al dan niet voldoen aan een indelingscriterium, dient de registrant zijn gebruiksbeschrijving zo in detail te beschrijven dat deze geschikt is voor een stof die als gevaarlijk wordt beschouwd. Voor tussenproducten en voor andere stoffen dient een gebruiksbeschrijving te worden gegeven in de registratie. Informatie in informatiedossiers over gebruik als tussenproduct zoals het aandeel van de totale hoeveelheid van dat gebruik zijn vooral relevant voor autoriteiten wanneer stoffen worden geselecteerd en geprioriteerd voor verdere regelgeving (bijvoorbeeld opname op de autorisatielijst, beperkingen enz.) en bij de beslissing over de beste regelgeving-risicobeheeroptie. Indien een registrant nalaat informatie over gebruik te rapporteren zonder geldige reden, kan hij verzocht worden deze informatie tijdens een nalevingscontrole te verstrekken. Opgemerkt zij dat indieners van een gezamenlijke registratie een beknopte gebruiksbeschrijving dienen te geven en niet louter kunnen verwijzen naar het dossier van de hoofdregistrant, zelfs al wordt het CSR gezamenlijk ingediend. Overeenkomstig artikel 11, dient elke registrant afzonderlijk de informatie vermeld in artikel 10, sub a), punt iii) in, d.w.z. de informatie over de vervaardiging en het gebruik van de stof. De verstrekte informatie dient betrekking te hebben op het gebruik van de registrant en zijn eigen toeleveringsketen. R Rol van de gebruiksbeschrijving in diverse processen De gebruiksbeschrijving speelt een belangrijke rol voor veel uiteenlopende actoren, waaronder: - De eis dat een registrant een chemische veiligheidsbeoordeling moet uitvoeren. Registranten die een beoordeling van de blootstelling in de context van de chemische veiligheidsbeoordeling (CSA) moeten uitvoeren, behandelen het geïdentificeerd gebruik van de stof en de resultaten van de chemische veiligheidsbeoordeling in hun chemisch veiligheidsrapport (CSR). - Leveranciers van gevaarlijke stoffen of mengsels die aan de afnemer een veiligheidsinformatieblad (SDS) moeten verstrekken overeenkomstig artikel 31. Het SDS moet de volgende gebruiksinformatie bevatten. - Verplichtingen van downstreamgebruikers (DU): DU's kunnen hun gebruik aan leveranciers mededelen. Zij dienen ook te controleren of hun gebruik wordt gedekt door de blootstellingsscenario's die zij ontvangen. Indien zij hun eigen CSR uitvoeren is de beknopte gebruiksbeschrijving deel van de informatie die aan ECHA wordt gerapporteerd.

15 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling 15 - De taken van de autoriteiten omvatten de selectie en prioriteitstelling van stoffen voor verdere regelgevingsverwerking, bijvoorbeeld beoordeling van stoffen, identificatie van zeer zorgwerkkende stoffen (SVHC), beperking, enz. In de screening en prioriteitstelling door autoriteiten wordt rekening gehouden met het gebruik van de stof (bijvoorbeeld op sterk verspreid is kenmerkend voor het gebruik van de stof). De handhavingsautoriteiten vertrouwen ook op gebruiksinformatie om de tenuitvoerlegging van het blootstellingscenario te verifiëren. - De publieke toegang tot informatie over het gebruik van chemische stoffen: nietvertrouwelijke informatie over gebruik wordt verspreid. Het is dan ook van belang om het doel van de gebruiksbeschrijving te begrijpen om beter inzicht te hebben in de informatie die moet worden verzameld en gerapporteerd. De rol van de gebruiksbeschrijving in diverse processen wordt hierna beschreven. R Gebruiksbeschrijving als onderdeel van het registratiedossier en als basis voor de beoordeling van de blootstelling Registranten die een beoordeling van de blootstelling in de context van de chemische veiligheidsbeoordeling (CSA) moeten uitvoeren moeten al het gebruik van de stof van de registrant en zijn toeleveringsketen in de EU behandelen (als zodanig, in een mengsel of in artikelen) waarmee zij bekend zijn en de resultaten van de chemische veiligheidsbeoordeling in hun chemisch veiligheidsrapport (CSR) rapporteren. De gebruiksbeschrijving speelt een cruciale rol in dit proces omdat het de basis vormt die moet zorgen voor een zinvolle en volledige beoordeling van de blootstelling. De CSR voor gevaarlijke stoffen bevat blootstellingsscenario's die de gebruiksomstandigheden definiëren die zorgen voor de controle van risico's die gepaard gaan met het gebruik van de stof gedurende de levensduur van de stof. In een eerste fase van de beoordeling dienen registranten al het gebruik van hun stoffen te identificeren, inclusief realistische informatie over de desbetreffende gebruiksomstandigheden. Een registrant kan dergelijke informatie efficiënt verwerven door middel van routekaarten voor het gebruik die ontwikkeld worden door leveranciers of brancheverenigingen van downstreamgebruikers 7. Routekaarten geven een voor de branche geharmoniseerde beschrijving van het belangrijkste gebruik dat relevant is voor de branches en informatie over de gebruiksomstandigheden die typisch zijn voor de branche en kunnen gebruikt worden als input voor de registratie met name de chemische veiligheidsbeoordelingen. Dergelijke routekaarten over het gebruik in een branche van een markt kunnen worden gebruikt voor een aantal stoffen die op die markt worden gebruikt. Meer informatie over routekaarten staat in actiegebied 2 van de CSR/ES Routekaartwebsite: Het gebruik dat onder een registratie valt dient in het technisch dossier te worden opgenomen. Het dossier wordt opgesteld en ingediend in IUCLID-formaat. In een specifiek onderdeel wordt de gebruiksinformatie voor de verschillende levenscyclusfasen die relevant zijn voor de stof vermeld. Vervolgens worden blootstellingsscenario's gegeneerd voor elk gebruik door de registrant tijdens de uitvoering van de CSA. De blootstellingsscenario's in de CSR en het geïdentificeerd gebruik beschreven in het technisch dossier dienen consistent te zijn. Deze dienen ook 7 Routekaarten kunnen collectief worden opgesteld door diverse fabrikanten/importeurs in samenspraak met downstreambranches.

16 16 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling consistent te zijn met de blootstellingsscenario's die later worden medegedeeld aan downstreamgebruikers in de toeleveringsketen (als bijlage bij het veiligheidsinformatieblad (SDS)). R Gebruiksbeschrijving voor communicatie over veilig gebruik aan volgende partijen in de toeleveringsketen Relevant geïdentificeerd gebruik en ontraden gebruik worden vermeld in punt 1.2 van het veiligheidsinformatieblad. Indien een chemische veiligheidsrapport vereist is, moet de informatie in dit punt van het veiligheidsinformatieblad overeenstemmen met het geïdentificeerde gebruik in het chemische veiligheidsrapport en de blootstellingsscenario s als beschreven in de bijlage(n) bij het veiligheidsinformatieblad. Het is over het algemeen een goede praktijk om een inhoudsopgave in te voegen voor de bijgevoegde ES in het uitgebreide veiligheidsinformatieblad. In een dergelijke inhoudsopgave staan de korte titels voor communicatie die een eerste indicatie aan de ontvanger moeten geven over welke ES van toepassing zijn voor het gebruik. De ES omvat ook een titelsectie met een meer gedetailleerde beschrijving van de activiteiten die door de ES worden gedekt. Beide ES-titels (opgenomen in de ES om een overzicht te geven van het toepassingsgebied) en korte titels voor communicatie (opgenomen in de inhoudsopgave en de ES om het sorteren van de verschillende ES te vergemakkelijken) dienen consistent te zijn met de informatie over het gebruik in het registratiedossier. Meer informatie over routekaarten staat in actiegebied 2.5 van de CSR/ES Routekaart: en in de Bijlage R Downstreamgebruikers die een uitgebreid veiligheidsinformatieblad ontvangen dienen de inhoud van de blootstellingsscenario's waarin hun gebruik wordt beschreven te controleren om ervoor te zorgen dat hun gebruiksomstandigheden zijn opgenomen en de risicobeheermaatregelen worden uitgevoerd. Ook een passende beschrijving van het toepassingsgebied van het gebruik is belang in dit proces om ervoor te zorgen dat DU's hun gebruik herkennen en de informatie over veilig gebruik dat in de toeleveringsketen wordt medegedeeld kunnen verwerken. R Gebruiksbeschrijving als basis voor de besluitvorming van autoriteiten REACH is zo opgezet dat autoriteiten kunnen beoordelen of er al dan niet verdere toetsing of regelgeving nodig is voor bepaalde chemische stoffen. De REACH-registratiedatabase bevat een groot aantal stoffen die mogelijk zorgwekkend zijn gezien i) hun bekende gevaarprofiel en/of ii) bestaande gegevenslacunes. De autoriteiten dienen hun actie te concentreren door het vastleggen van prioriteiten voor stoffen alsmede door het beoordelen van de naleving van de beoordeling van de blootstelling die door de registranten wordt uitgevoerd. Het selecteren van stoffen voor verdere toetsing, naleving en prioriteitstelling voor verdere regelgeving is in zekere mate gebaseerd op informatie over gebruik dat wordt geleverd in de registratiedossiers 8. De gebruiksbeschrijving dient derhalve 8 Verdere informatie over selectie en prioriteitstelling van mogelijk zorgwekkende stoffen staat op de ECHA-website

17 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling 17 transparant en volledig te zijn. Indien ES vereist zijn, moet gebruik ondubbelzinnig verbonden zijn met de blootstellingsscenario s waarin de voorwaarden voor veilig gebruik zijn beschreven. Zodra voor een stof een prioriteit is gesteld voor verdere risicobeheermaatregelen, kan de kwaliteit van de gebruiksbeschrijving ook van invloed zijn op de beslissing door autoriteiten over de meest adequate risicobeheeroptie. Een duidelijk beeld over het gebruikspatroon van een stof ondersteunt de autoriteiten bij het nemen van een beslissing over acties. Bijvoorbeeld, als de industrie aantoont dat een bepaalde stof niet op grote schaal dispersief wordt gebruik en/of het gewicht laag is voor gebruik dat binnen het toepassingsgebied van de autorisatie kan vallen, dan zal deze stof een lagere prioriteit krijgen tussen het selectie- en prioriteitsstellingsproces (dat uiteindelijk zal leiden tot opname in Bijlage XIV). Om autoriteiten in staat te stellen om stoffen te beoordelen aan de hand van criteria voor prioriteitstelling, dient de relevante informatie over gebruik (en gebruiksomstandigheden) te worden verstrekt in het registratiedossier. Naast het feit dat deze informatie beschikbaar moet zijn, moet deze voor de autoriteiten gestructureerd zijn zodat vergelijking tussen stoffen en dossiers wordt ondersteund en (geautomatiseerde) verwerking mogelijk is. Geautomatiseerde verwerking is mogelijk indien registratiedossiers worden opgesteld in het IUCLID-formaat. Het is van belang om zich te realiseren dat bij het ontbreken van voldoende en consistente informatie over gebruik, er gebruik dient te worden gemaakt van worst-case veronderstellingen tijdens de toetsingsfase. Dit kan de efficiency van risicobeheer bij regelgeving hinderen (stoffen kunnen om de verkeerde redenen worden geselecteerd voor verdere toetsing en actie). R Gebruiksbeschrijving voor de publieke verspreiding van informatie over het gebruik van chemische stoffen Informatie over gebruik (geïdentificeerd gebruik en ontraden gebruik) wordt verspreid via de ECHA-website 9 voor publieke informatie over de geregistreerde stoffen. Het rapporteren van betekenisvolle en duidelijke namen 10 en relevante gebruiksdescriptoren 11 is zeer relevant om ten minste te zorgen voor een basaal begrip door het publiek van waar de stof aanwezig is, alsmede de processen en actoren die een bepaalde stof gebruiken. R Algemene informatiestroom In onderstaande figuur staan de verschillende processen waarin gebruiksinformatie wordt doorgegeven Zie punt voor meer informatie over gebruiksnamen. 11 Zie punt voor meer informatie over gebruiksdescriptoren.

18 18 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling Figuur R.12-1: Overzicht van processen waarbij informatie over gebruik een rol speelt Registratie dossier inclusief CSR ECHA lidstaten: Screening SVHC identificatie Verder risicobeheer bij regelgeving Verspreiding Handhaving (inclusief mededeling in de toeleveringsketen) Fabrikanten/importeurs Informatie over gebruik d.m.v. bijvoorbeeld routekaarten Informatie over veilig gebruik d.m.v. bijvoorbeeld uitgebreide SDS Samenstellers Eindgebruikers R Beschrijving van gebruik Een indeling volgens de levenscyclus van de stof is een logische manier om het gebruik van chemische stoffen te beschrijven. Elke levenscyclusfase kan bestaan uit verschillende gebruiken. Elk gebruik kan beschreven worden aan de hand van een aantal elementen zoals beschreven in R en R hieronder. In punt R staat een voorbeeld van hoe alle elementen samenkomen in een gebruiksbeschrijving. R Belangrijkste elementen voor het beschrijven van een gebruik Een beschrijving van een gebruik dient de volgende elementen, die in de volgende punten nader worden beschreven, te bevatten: - Levenscyclusfase - Gebruiksnaam en verdere beschrijving van het gebruik - Identificatie van de markten waar de stof wordt gebruikt; - Beschrijving van de verschillende activiteiten die bijdragen aan het gebruik (uit het perspectief van de menselijke gezondheid en het milieu)

19 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling 19 - Technische functie van de stof in het gebruik. Bepaalde aanvullende informatie is ook relevant door het beschrijven van gebruik, met name voor mogelijk zorgwekkende stoffen (bijvoorbeeld informatie over de hoeveelheden). Om communicatie in de toeleveringsketen, tussen de registranten onderling in voorkomend geval, en met autoriteiten te vergemakkelijken, dienen deze elementen te worden gestructureerd en dient hun inhoud zo goed mogelijk te worden geharmoniseerd. De voordelen hiervan zijn een betere consistentie tussen toeleveringsketens en het vergemakkelijken van de geautomatiseerde informatieverwerking. Het gebruiksdescriptorsysteem Een manier van standaardiseren is het gebruiksdescriptorsysteem dat gebaseerd is op zes descriptorlijsten met standaardvermeldingen en codes. Er worden categorieën gegeven voor bepaalde sleutelelementen voor gebruiksbeschrijving. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de beschikbare categorieën: Tabel R.12-1: Overzicht van gebruiksdescriptorcategorie die relevant is voor elk sleutelement dat een gebruik beschrijft Gebruiksdescriptorsysteem Gerelateerde sleutelelement(en) Levenscyclusfase (LCS) Levenscyclusfase Gebruikssector (SU) Marktbeschrijving (deel van de economie waarin het gebruik plaatsvindt) Productcategorie (PC) Marktbeschrijving (type product), Bijdragende activiteiten (consumenten) Procescategorie [PROC] Bijdragende activiteiten (werknemers) Milieu-emissiecategorie (ERC) Bijdragende activiteiten (milieu) Voorwerpcategorie (AC) Marktbeschrijving (type product), Bijdragende activiteiten (levensduur) Technische functie (TF) Technische functie van de stof Uit de tabel blijkt dat bepaalde categorieën relevant zijn voor meer dan een element, bijvoorbeeld productcategorie geldt zowel als identificatie van de markt van de stof als voor een bijdragende activiteit voor consumenten. Meer gegevens staan in de punten hieronder. De lijsten van gebruiksdescriptors voor elke categorie staan in Bijlage R Ter ondersteuning van een volledig begrip van het toepassingsgebied van een gebruik zijn gebruiksdescriptoren alleen niet voldoende. Tools zoals IUCLID en routekaarten bevatten dan ook vrije tekst-velden voor de naam van het gebruik en elke bijdragende activiteit alsmede voor meer specifieke informatie over het gebruiksproces. Deze meer specifieke informatie kan

20 20 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling ook worden gestandaardiseerd door middel van overeenkomsten in de toeleveringsketens. De routekaarten kunnen worden gebruikt als middel om tot dergelijke overeenkomsten te komen. R Beknopte toelichting over elk informatie-element dat een gebruik beschrijft. In de volgende paragrafen wordt een beknopte uitleg gegeven over de verschillende elementen van een beschrijving van een gebruik. Dit Richtsnoer gaat niet in op het feit of de elementen al dan niet verplicht zijn in de context van een registratie. R Levenscyclusfase De gebruiksbeschrijving dient te gaan over de hele levenscyclus van de stof, in voorkomend geval rekening houdend met de afbraak-/omzettingsproducten. Er zijn vier basisstappen of - fasen in de levenscyclus van een stof waarvoor een gebruik kan worden toegewezen: fabricage, formulering of herverpakking, eindgebruik 12 en (voorwerp)levensduur zoals hieronder weergegeven. 12 'Eindgebruik' betekent het gebruik van een stof als zodanig of in een mengsel als een laatste stap voor het eindfase van de levenscyclus van de stof, met name voordat de stof wordt verbruikt in een proces door reactie gedurende het gebruik (waaronder gebruik als tussenproduct), wordt uitgestoten naar afvalstromen of het milieu of in een artikel wordt opgenomen.

21 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling 21 Figuur R.12-2: Illustratie van het levenscyclusconcept Fabricage Formuleren of herverpakken Gebruik op industriële locaties* Wijdverbreid gebruik door professionele medewerkers* Gebruik door consumenten* * Eindgebruik Recycling / terugwinning Economische levensduur** ** omvat verwerken van artikelen op industriële locaties Afval Elk gebruik van de stof dient aan een van de levenscyclusfasen te worden toegewezen. De levenscyclusfasen zijn zo ingericht dat deze een indicatie geven van het type organisaties die bij het gebruik betrokken zijn (bijvoorbeeld samenstellers, industriële locaties, kleinschalige professionele activiteiten, consumenten) en of de stof in een voorwerp zit tijdens het gebruik. De corresponderende gebruiksdescriptor is de levenscyclusfase (LCS). De levenscyclus start met de werkzaamheden van de eerste actor in het leven van een stof, de fabrikant. In het geval van een ingevoerde stof is deze levenscyclusfase niet relevant. Daarna volgt de beschrijving van de activiteiten van de samenstellers, indien relevant. Vervolgens worden de werkzaamheden beschreven die worden uitgevoerd door diverse eindgebruikers van de stoffen als zodanig of in een mengsel, d.w.z. industriële ondernemingen, professionele werknemers of consumenten. De laatste fase van de levenscyclus van de stof die in aanmerking komt voor gebruiksbeschrijving is het eindgebruik of levensduur. De afvalfase (verwijdering of terugwinning) wordt niet in de gebruiksbeschrijving opgenomen, maar dient evenwel in de CSA/CSR te worden vermeld.

22 22 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling Fabricage Deze fase omvat processen waarin de geregistreerde stof uit grondstoffen wordt gefabriceerd. Werkzaamheden die noodzakelijk zijn voor de hantering van een stof als zodanig voor de vervaardiging voor export of het in de handel brengen op de EU-markt worden beschouwd als onderdeel van de productiefase (bijvoorbeeld overbrenging in geschikte containers, opslag, toevoegen van een stabilisator, verdunning naar een veiligere concentratie - indien nodig voor de veiligheid van het vervoer). Indien een stof rechtstreeks wordt uitgevoerd na de fabricage verwijzen alle werkzaamheden met de stof naar de fabricage en worden deze in deze fase gerapporteerd. Formuleren of herverpakken Een gebruik in de formuleringsfase komt overeen met specifieke werkzaamheden waarmee een mengsel wordt geproduceerd dat in de handel wordt gebracht. Dit houdt in dat het mengsel tijdens het formuleren wordt overgebracht en gemengd met andere mengsels. Dit komt overeen met activiteiten die plaats vinden op industriële locaties. Mengwerkzaamheden tijdens het eindgebruik worden niet gerapporteerd in deze formuleringsfase. De eigen formulering van fabrikanten of importeurs wordt niet gerapporteerd in deze levenscyclusfase. De werkzaamheden van chemische distributeurs zoals herverpakken (waarvoor overbrengen van de stof vereist is) vallen onder de formuleringsfase zelfs indien er geen sprake is van mengen. Opgemerkt zij hier dat indien er wordt herverpakt (dit is een gebruik), de distributeur een downstreamgebruiker wordt voor REACH (met alle bijbehorende taken). Dit is tevens van toepassing op importeurs die stoffen overbrengen van grote naar kleinere containers zonder mengen. Let wel dat distributie, assembleren van kleine containers voor transport of heretikettering zonder overbrenging van stoffen niet als "gebruik" worden beschouwd en dus ook niet worden gerapporteerd. Gebruik op industriële locatie Alle eindgebruik van de stof (als zodanig of in een mengsel) dat wordt uitgevoerd op industriële locaties dient te worden gerapporteerd in deze levenscyclusfase. Een gebruik is een eindgebruik wanneer als gevolg hiervan de stof: - heeft gereageerd (bestaat dus niet meer in de oorspronkelijke vorm), of - deel is geworden van een voorwerp, of - volledig is geloosd in afvalwater of afgevoerde lucht en/of opgenomen in afval voor dit gebruik. Indien de stof deel uitmaakt van een voorwerp, wordt de volgende levenscyclusfase (levensduur) ook gerapporteerd (zie hieronder). Let op: de eigen (eind)gebruikers van fabrikanten of importeurs worden in deze levenscyclusfase gerapporteerd. Bijlage R.12.3 enkel overwegingen bevat om te helpen bepalen of een gebruik behoort bij deze levenscyclusfase of eerder een wijdverbreid gebruik door professionele werknemers is. Wijdverbreid gebruik door professionele werknemers Wijdverbreid gebruik door professionele werknemers verwijst naar gebruik in een context van commerciële activiteiten en wordt geacht te worden uitgevoerd in de meeste steden van een

23 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling 23 bepaalde omvang, door meerdere actoren op een lagere schaal, bijvoorbeeld plaatselijke garage, klein schoonmaakbedrijf. Deze worden ook als eindgebruikers beschouwd. Het verdere lot van de stof hangt af van het lot zoals beschreven voor gebruik op industriële locaties. Bijlage R.12.3 enkel overwegingen bevat om te helpen bepalen of een gebruik behoort bij deze levenscyclusfase of eerder een gebruik is op een industriële locatie. Gebruik door consumenten Alle eindgebruik van de stof (als zodanig of in een mengsel) dat wordt uitgevoerd door consumenten dient te worden gerapporteerd in deze levenscyclusfase. Gebruik door consumenten wordt ook als wijdverbreid gebruik beschouwd. Economische levensduur Voor een stof die in een voorwerp zit, betekent economische levensduur de tijd dat een artikel in bedrijf (of gebruik) blijft. De term "economische levensduur" is vermeld in punt van bijlage I van de REACH Verordening. Indien een stof in voorwerpen zit, wordt de beschrijving van de economische levensduur van de stof in voorwerpen vermeld. Het gebruik dat leidt tot gebruik in het voorwerp wordt in de voorgaande levenscyclusfasen gerapporteerd. Voorwerpen die de stof bevatten kunnen worden gebruikt of verwerkt door consumenten, door werknemers op industriële locaties en/of door professionele werknemer. Dit omvat ook het verwerken van halffabricaten door werknemers met als doel het produceren van eindproducten of herstel- en onderhoudswerkzaamheden zoals schuren van oppervlakken. Indien stoffen achterblijven in gedroogde coating, kleefmiddelen of vergelijkbare mengsels na het aanbrengen in/op het voorwerp, wordt het gebruik in de levenscyclusfase gerapporteerd. Indien de stof wordt gebruikt in gebouwen, constructies of delen daarvan, worden deze op dezelfde manier gerapporteerd als stoffen gebruikt in voorwerpen. Stoffen die alleen worden gebruikt als tussenproduct hoeven nooit een beschrijving te hebben van de economische levensduur omdat deze per definitie tijdens het industrieel gebruik worden omgezet in een andere stof, waarvoor dan mogelijk een registratieplicht geldt. Tijdens de productie van een voorwerp kan een geregistreerde stof reageren en het transformatieproduct kan deel gaan uitmaken van het voorwerp. De oorspronkelijke stof wordt niet beschouwd als tussenproduct (omdat het omzettingsproduct deel uitmaakt van een voorwerp) en de levenscyclus van de stof houdt dan ook niet op bij de omzetting. Verwacht wordt dan ook dat de gebruiksbeschrijving van de oorspronkelijke stof de levenscyclusfase omvat, zelfs al zit de oorspronkelijke stof niet in het voorwerp. In bepaalde gevallen is het niet makkelijk om te bepalen of een stof wordt gebruikt als stof of mengsel als zodanig (in dit geval dient het gebruik te worden gedocumenteerd in de formulerings- of herverpakkings-, industriële, professionele of consumentenfasen) ofdat het mengsel integraal deel uitmaakt van een voorwerp. Het ECHA Richtsnoer over vereisten voor stoffen in voorwerpen 13 gaat verder in op de definitie van een voorwerp en beslissingscriteria. 13

24 24 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling R Gebruiksnaam en verdere beschrijving van het gebruik Gebruiksnaam Dit element verstrekt informatie die aard en toepassingsgebied van de werkzaamheden kenmerkt die vallen onder een gebruik en zorgt voor inzicht in datgene waarin dit gebruik zich onderscheidt van het andere gebruik van de stof. Gebruiksnamen mogen geen lange uitweidingen bevatten over de technische processen, gebruiksomstandigheden of risicobeheermaatregelen. Een unieke naam/titel van het geïdentificeerde gebruik moet worden vermeld. De unieke naam/titel kan sectorspecifieke informatie bevatten ter ondersteuning van het gebruik voor diverse actoren in de toeleveringsketen. De gebruiksnaam zal de titel worden van het overeenkomstige blootstelling waaronder het gebruik valt. Het dient ook consistent te zijn met de korte ES titel voor communicatiedoeleinden. Hoewel dit in IUCLID een vrije tekstveld is, verdient het aanbeveling om hier zo mogelijk een beschrijving met standaardzinnen (ontwikkeld per branche) te geven om te zorgen voor consistentie tussen de gebruiksnaam en de titel van het blootstellingscenario dat in de toeleveringsketen wordt medegedeeld. Gebruiksnamen dienen beperkt te zijn tot belangrijke informatie die helpt bij het onderscheiden van bijvoorbeeld het ene gebruik van het andere of om meer specifieke gegevens te verstrekken dan de informatie die door gestandaardiseerde gebruiksdescriptoren wordt gebruikt. Voor een aantal branches zijn routekaarten beschikbaar met gebruiksnamen die op brancheniveau zijn overeengekomen. Deze vormen dan ook een goede bron voor geharmoniseerde gebruiksnamen voor het registratiedossier alsmede de ES voor communicatie. De gebruiksnamen in routekaarten bevatten branche-representatieve informatie die begrijpelijk is voor DU-operators. Meer informatie staat in Bijlage R Verdere beschrijving van het gebruik Bijkomende informatie kan worden verstrekt (als vrije tekst in IUCLID) om uitvoeriger informatie te geven over het gebruik vanuit het perspectief van een technisch proces. Deze uitleg is vooral gericht op autoriteiten die een gedetailleerde analyse uitvoeren van het registratiedossier voor een beter begrip van het gebruik. Dit element is niet bedoeld voor communicatie in de toeleveringsketen als onderdeel van blootstellingsscenario's of voor verspreiding via de ECHA-website. Meer informatie over het verschil tussen gebruiksnaam, blootstellingsscenario en verdere beschrijving van het gebruik wordt verstrekt in Bijlage R R Marktbeschrijving Dit element omvat informatie over markten waar de stof wordt gebruik (formulerings-, industriële branches, soorten producten, soorten artikelen). De corresponderende gebruiksdescriptoren zijn: - De categorie gebruikssector (SU) beschrijft in welke sector van de economie de stof wordt gebruikt, bijvoorbeeld de rubberverwerkende sector, glassector, landbouw, bosbouw, visserij. De SU mag met name gespecificeerd zijn indien een gebruik specifiek is voor een of een aantal sectoren. In het geval van gebruik dat in verschillende sectoren plaatsvindt, kan dit element ook niet nodig zijn omdat registranten niet een uitgebreide lijst van alle sectoren moeten verstrekken. Indien voorhanden, kan deze informatie nuttig zijn voor zowel downstreamgebruikers bij de beoordeling of ES

25 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling 25 relevant is voor het gebruik als voor autoriteiten om typen en aantal van toeleveringsketens die bij dit gebruik betrokken zijn te begrijpen/beoordelen. - De chemische productcategorie (PC) beschrijft in welke soorten chemische producten (= stoffen als zodanig of in mengsels) de stof uiteindelijk is opgenomen wanneer deze wordt geleverd aan, en gebruikt door, eindgebruikers bijvoorbeeld detergenten, verf. De PC mag met name gespecificeerd zijn indien een gebruik specifiek is voor een of een aantal producten. In het geval van gebruik waarvoor veel producten relevant zijn, kan dit element ook niet nodig zijn omdat er geen uitgebreide lijst van alle producten aanwezig moet zijn. Er dient te worden opgemerkt dat PC's ook gebruikt worden om het toepassingsgebied van de beoordeling van de blootstelling van consumenten te beschrijven. In deze gevallen moet de lijst van PC's worden verstrekt. - De voorwerpcategorie (AC) beschrijft het type voorwerp waarin de stof is verwerkt (bijvoorbeeld houten artikelen, kunststof artikelen) Hiertoe behoren ook mengsels in opgedroogde of uitgeharde vorm (bijv. droge drukinkt in kranten; droge coatings op diverse oppervlakken). Er dient te worden opgemerkt dat niet alle descriptoren van toepassing zijn bij het verstrekken van deze marktinformatie in alle levenscyclusfasen, bijvoorbeeld de sector van gebruik is niet relevant voor de levenscyclusfasen consument, formulering of herverpakking. R Beschrijving bijdragende werkzaamheden (CA) Dit element betreft de beschrijving van de verschillende activiteiten die bijdragen aan een gebruik. Over het algemeen komt een gebruik overeen met een blootstellingsscenario. Diverse activiteiten kunnen plaatsvinden binnen een gebruik, waardoor diverse bijdragende scenario's ontstaan binnen een blootstellingsscenario. Activiteiten hebben hier een brede betekenis, waaronder productieprocessen (of productiestappen), taken van werknemers, technieken, gemeenschappelijke exploitatie of activiteiten van consumenten met specifieke consumentenproducten/artikelen. Bij het definiëren van de verschillende bijdragende werkzaamheden worden overbrengen en onderhouden van materiaal meegenomen. Zie ook Bijlage R.12.1 voor meer informatie over gebruik en bijdragende activiteiten en Bijlage R.12.2 voor factoren voor het opsplitsen in gebruik en activiteiten. Voor elk gebruik wordt ten minste een bijdragende activiteit in IUCLID gerapporteerd voor menselijke gezondheid en milieu. Wanneer een blootstellingsscenario voor het gebruik wordt uitgevoerd, wordt elk bijdragend scenario beoordeeld om aan te tonen dat de gebruiksomstandigheden veilig zijn. Gebruik en bijdragende activiteiten vinden hun neerslag in blootstellingsscenario's en bijdragende scenario's in de chemische veiligheidsbeoordeling. In onderstaande figuur worden deze concepten belicht in het geval van gebruik door werknemers.

26 26 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling Figuur R.12-3: Illustratie van de concepten gebruik/bijdragende activiteit en blootstellingsscenario/bijdragend scenario Levenscyclusfase: Gebruik Gebruiksnaam Beoordeling van de blootstelling per gebruik ES-naam Blootstelling aan milieu (alle onderdelen) Bijdragende activiteit/techniek voor milieu Bijdragend scenario: Gebruiksomstandigheden uit milieuperspectief Vrijgave aan milieu Blootstelling van mensen via milieu Bijdragende activiteiten door werknemers Bijdragende scenario's: Gebruiksomstandigheden Bijdragende scenario's: uit beroepsmatig Gebruiksomstandigheden perspectief uit beroepsmatig perspectief Blootstelling van werknemers voor elke CS 1 De volgende elementen dienen voor elke bijdragende activiteit te worden verstrekt: Naam van de bijdragende activiteit De naam van de bijdragende activiteit dient specifieker te zijn dan de overeenkomstige gebruiksdescriptoren (zie hieronder). De gebruiksnaam is een vrije tekstveld in IUCLID waarin de aard en het toepassingsgebied van de activiteit/techniek beknopt worden vastgelegd. Het verdient aanbeveling dat hier zo mogelijk een beschrijving met standaardzinnen wordt gegeven om te zorgen voor consistentie tussen de gebruiksnaam en de titel van het blootstellingscenario die in de toeleveringsketen wordt medegedeeld. De corresponderende gebruiksdescriptor Elke bijdragende activiteit dient gekoppeld te zijn aan een gestandaardiseerde gebruiksdescriptorcategorie: - De procescategorie (PROC) beschrijft de taken, toepassingstechnieken of processoorten die vanuit een beroepsmatig perspectief zijn gedefinieerd, waaronder gebruik en verwerking van voorwerpen door werknemers.

27 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling 27 - De milieu-emissiecategorie (ERC) beschrijft de activiteit vanuit het milieu(-emissie) perspectief. Een ERC wordt toegewezen aan een bijdragende activiteit (milieuperspectief) maar kan worden gekoppeld aan een of meerdere bijdragende activiteiten uit beroepsmatig perspectief (bijvoorbeeld diverse PROC's per ERC). Dit betekent dat een set milieuvoorwaarden voor een gebruik kan gekoppeld zijn aan diverse sets operationele omstandigheden (OC)/risicobeheermaatregelen (RMM) voor de diverse werkzaamheden die werknemers op deze locatie uitvoeren. - De Productcategorie (PC) beschrijft de bijdragende consumentenactiviteiten en Voorwerpcategorie (AC) ook de bijdragende economische levensduur-activiteiten voor consumenten 14. Veel van de gebruiksdescriptoren (PC's, PROC's, ERC's, AC's) kunnen worden gebruikt als inputparameters voor het inschatten van blootstelling in modeltools zoals ECETOC-TRA. In dit geval dient te worden gezorgd voor consistentie met het toepassingsgebied van de descriptor in het kader van de tool. Voor meer informatie overbijdragende activiteiten, zie Identificeren van activiteiten die bijdragen aan een gebruik in Bijlage R R Technische functie van de stof Dit element vermeldt de technische functie van de stof waaruit blijkt wat de stof daadwerkelijk doet tijdens het gebruik (bijvoorbeeld oplosmiddel, pigment). De corresponderende gebruiksdescriptor is de technische functie. De technische functie dient duidelijk onderscheiden te worden van de Productcategorie (PC). Een stof kan bijvoorbeeld worden gebruik in antivriesproducten (PC4) zonder zelf een antivriesmiddel te zijn. Het kan een kleurmiddel in het antivriesproduct zijn. Deze informatie dient worden opgenomen in het registratiedossier en de veiligheidsinformatiebladen. R Aanvullende informatie over gebruik De registranten hebben in de IUCLID-structuur de mogelijkheid om de gebruiksbeschrijving van aanvullende informatie te voorzien die in het bijzonder relevant is voor mogelijk zorgwekkende stoffen (in termen van gevaarprofielen of gegevenslacunes) waarvoor regelgeving nodig kan zijn. Indien dergelijke informatie beschikbaar is in het registratiedossier zullen autoriteiten hiermee rekening houden bij het bepalen van de relatieve prioriteit van stoffen voor verdere toetsing (bijvoorbeeld screening) en bij het verfijnen van hun analyse van de doeltreffendheid van de regelgeving. - Informatie over hoeveelheden De registrant heeft in IUCLID de mogelijkheid om de hoeveelheden per (type) gebruik van de stof aan te geven. Indien dergelijke informatie beschikbaar is, kunnen autoriteiten het onderscheid maken tussen het deel van de totale hoeveelheid die in de handel is dat relevant is voor verdere regelgeving en het deel van de hoeveelheid dat in de handel is dat minder of niet relevant is (bijvoorbeeld 14 Zoals hier reeds werd uiteengezet, kunnen PC's ook worden gebruikt als marktinformatie voor gebruik door werknemers en AC's voor economische levensduur-gebruik voor werknemers.

28 28 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling de hoeveelheid voor gebruik dat niet onder de autorisatie/beperking valt of hoeveelheid voor gebruik waarvoor reeds strikte inperkingen gelden). De autoriteiten willen eerst aan de slag met stoffen waarvoor de regelgeving de grootste impact heeft. Indien er geen informatie beschikbaar is over het aandeel van de hoeveelheid per (type) gebruik, dienen pessimistische aannames te worden gedaan. Er wordt niet verwacht dat exacte cijfers over de hoeveelheid die in de handel is worden verstrekt en bijgehouden. In de meeste gevallen, is een ruwe schatting voldoende om de omvang van een gebruik te beschrijven. Het is echter essentieel voor registranten om de aannames en redenen voor de opgeven hoeveelheid te documenteren (bijvoorbeeld de informatiebronnen voor de ramingen). Let op: De informatie over hoeveelheden is ook nodig voor de milieubeoordeling gebaseerd op EUSES. De hoeveelheid per gebruik dient als input voor de regionale beoordeling en voor ramingen van locatie- en algemene hoeveelheden in de plaatselijke beoordeling. Verdere uitleg wordt gegeven in het Richtsnoer voor chemische veiligheidsbeoordeling, hoofdstuk R16. - Gebruiksspecifieke status in de regelgeving In dit veld kan de registrant vermelden dat een of meer soorten gebruik vrijgesteld zijn van de REACH-eisen zoals het aanvragen van een autorisatie. Voor autorisatie is het met name relevant om dergelijk gebruik eenduidig te identificeren in een beginfase van het regelgevingsproces, d.w.z. bij het selecteren en prioriteitstelling van stof voor verdere regelgeving, potentieel gebruikmakend van IT-algoritmes. Dit om te vermijden dat men zich gaat richten op stoffen waarvoor REACH-regelgeving niet of weinig doeltreffend zou zijn in vergelijking met andere stoffen. Informatie over de gebruiksspecifieke status in de regelgeving is met name relevant wanneer deze kan worden gecombineerd met informatie over de hoeveelheid die aan dat gebruik wordt toegekend. Bepaalde voorbeelden die kunnen worden gemarkeerd: Gebruik als locatiegebonden geïsoleerd tussenproduct (REACH artikel 2, lid 8 of artikel 49). Gebruik in biociden (REACH artikel 56, lid 4, onder b)) Gebruik in cosmetische producten (REACH artikel 56, lid 5, sub a) of artikel 67, lid 2 of artikel 14, lid 5, sub b)) Uitleg kan worden verstrekt voor de claim van gebruiksspecifieke status in de regelgeving, bijvoorbeeld door het vermelden van de verwijzing naar de relevante wetgeving en gegevens die betrekking hebben op specifieke regelgeving en aantonen dat aan de criteria voor een bepaalde vrijstelling wordt voldaan. - Bepaald aantal locaties voor dit gebruik Met dit veld kan de registrant aangeven dat het beschreven gebruik uitsluitend plaats vindt in een beperkt aantal industriële locaties binnen de EU. De informatie kan dienen als indirect bewijs voor het ontbreken van wijdverbreid gebruik 15, samen met andere criteria. Dergelijke 15 De velden zijn uitsluitend beschikbaar voor gebruik die beschreven wordt in de levenscyclusfasen 'formulering' en 'gebruik op industriële locaties'. Het is niet relevant voor de levenscyclusfase wijdverbreid gebruik door professionele werknemers, consumptief gebruik en economische levensduur omdat deze per definitie worden beschouwd als wijdverbreid. Ga voor meer informatie over wijdverbreid naar Appendix R.12.1:

29 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling 29 informatie kan relevant zijn voor autoriteiten bij de prioriteitstelling van stoffen voor verdere toetsing of regelgeving (een stof die alleen wordt gebruikt op een klein aantal locaties kan een reden zijn voor een lagere prioriteit voor verdere regelgeving dan stoffen die op veel locaties worden gebruikt bij gelijke overige criteria) Er moet worden opgemerkt dat IUCLID nog andere velden bevat die te maken hebben met gebruiksbeschrijving zoals: 'Stof als zodanig/in een mengsel' (vermelding of de stof die wordt geregistreerd wordt geleverd voor gebruik als stof of is gebruikt in een mengsel), 'Volgende economische levensduur die relevant is voor dit gebruik' (vermelding of het gebruik leidt tot de opname van de stof in een artikel en/of dag de stof in een gedroogd of uitgehard mengsel zit op het oppervlak van een voorwerp), 'Stof die uit een voorwerp wordt vrijgemaakt' (bij het beschrijven van de economische levensduur: vermelding het de bedoeling is dat de stof wordt vrijgemaakt). De IUCLID-handleiding bevat informatie over deze velden.

30 30 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling R Voorbeelden Voorbeelden van hoe al deze elementen bijdragen aan de beschrijving van een gebruik staan hieronder: Tabel R.12-2: Voorbeeld van een beschrijving van het gebruik 16 Levens cyclusf ase Gebrui ksnaa m Verdere beschrijving van het gebruik Marktbesc hrijving Naam van de bijdragende werkzaamheden (CA) Descript or van de bijdrage nde werkzaa mheden (CA) Overige informatie Gebruik op industriël e locatie Gebruik van product voor reiniging van voertuig en Sproeien en spoelen van reinigingsproduct in autoproductielijnen (grotendeels geautomatiseerd proces - vooral open - omgevingstemperatu ur) PC35, SU17 Geautomatiseerd wassen met water van grote voorwerpen - toepassingen binnenshuis Overbrengen van producten met manuele koppeling/ontkoppeling ERC4 PROC8b Technische functie van de stof in het gebruik: oppervlakteactieve stof Hoeveelheid per jaar 100 t/y (totale hoeveelheid in de EU voor dit gebruik) Gebruiksspecifieke status in de regelgeving: nee Beperkt aantal locaties voor dit gebruik: nee Sproeien en spoelen van een verdund reinigingsproduct (geautomatiseerd PROC7 Volgende economische levensduur die relevant is voor dit gebruik: nee Geleverd als mengsel 16 Dit voorbeeld dient enkel ter illustratie. Het betekent dat alle elementen die in dit voorbeeld van een beschrijving van een gebruik zijn opgenomen verplicht zijn voor de registratie.

31 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling 31 Levens cyclusf ase Gebrui ksnaa m Verdere beschrijving van het gebruik Marktbesc hrijving Naam van de bijdragende werkzaamheden (CA) Descript or van de bijdrage nde werkzaa mheden (CA) Overige informatie proces, open systemen) Tabel R.12-3: Voorbeeld van een beschrijving van het gebruik 17 met standaardzinnen Levensc yclusfas e Gebruik snaam Verdere beschrijving van het gebruik Marktbeschr ijving Naam van de bijdragende activiteit Descripto r van de bijdragen de activiteit Overige informatie wijdverbr eid gebruik door profession ele werknem ers Professio neel gebruik van algemene producte n voor oppervlak tereinigin Regelmatig reiniging van apparatuur. Handmatig sproeien en vegen met gereedschap met een lange steel PC35 Toepassen van solventgedragen of watergedragen producten; gebruik binnenshuis Handmatig sproeien Vegen ERC8a PROC11 PROC10 Technische functie van de stof in het gebruik: oplosmiddel; Hoeveelheid per jaar 100 t/y (totale hoeveelheid in de EU voor dit gebruik) Gebruiksspecifieke status in de regelgeving: nee Beperkt aantal locaties voor dit 17 Standaardzinnen uit de ESCom catalogus van de standaardzinnen die beschikbaar zijn op:

32 32 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling Levensc yclusfas e Gebruik snaam Verdere beschrijving van het gebruik Marktbeschr ijving Naam van de bijdragende activiteit Descripto r van de bijdragen de activiteit Overige informatie g gebruik: nee Volgende economische levensduur die relevant is voor dit gebruik: nee Geleverd als mengsel

33 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling 33 Bijlage R Verduidelijking van termen en concepten Gebruik, geïdentificeerd gebruik en blootstellingsscenario's The REACH-definitie van gebruik staat in artikel 3, lid 24: gebruik:elke vorm van verwerking, formulering, verbruik, opslag, bewaring, behandeling, overbrenging in recipiënten, overbrenging van de ene recipiënt naar de andere, vermenging, vervaardiging van een voorwerp of elke andere gebruikmaking. Er zij opgemerkt dat volgens deze definitie de productie van een stof, de distributie van chemische stoffen (waarbij geen herverpakking plaatsvindt) of het kopen en verkopen in REACH niet worden beschouwd als gebruik. Werkzaamheden zoals productie en opslag dienen wel aan bod te komen in de chemische veiligheidsbeoordeling. Vervoer als zodanig valt niet onder de REACH verordening (artikel 2, lid 1, sub d)). The REACH-definitie van geïdentificeerd gebruik staat in artikel 3, lid 26: Geïdentificeerd gebruik: gebruik van een stof als zodanig of in een mengsel, of gebruik van een mengsel, dat door een actor in de toeleveringsketen wordt beoogd, met inbegrip van zijn eigen gebruik, of waarvan hij door een directe downstreamgebruiker schriftelijk op de hoogte is gesteld. Wanner CSA-verplichtingen van toepassing zijn, dient de registrant al het geïdentificeerd gebruik in het registratiedossier te vermelden en de gerelateerde blootstellingsscenario's te genereren. Gebruik waarvoor veilig gebruik niet is aangetoond door de registrant in blootstellingsscenario's dient te worden geïdentificeerd als 'ontraden gebruik' of dient door de downstreamgebruiker in een chemisch veiligheidsrapport te worden behandeld inclusief de bijbehorende melding bij ECHA. Onvoorzien gebruik is onbedoeld en is dan ook uitgesloten van het toepassingsgebied van 'geïdentificeerd gebruik'. Ook bepaalde soorten gebruik van stoffen worden niet beschouwd als 'geïdentificeerd gebruik': gebruik van (de stof in) voorwerpen. Dit komt doordat de definitie van geïdentificeerd gebruik verwijst naar de stof als zodanig of in een mengsel. Overeenkomstig REACH Bijlage I moeten registranten die een chemische veiligheidsbeoordeling (CSA) en een beoordeling van de blootstelling moeten uitvoeren alle levenscyclusfasen van de stof behandelen, waaronder deze die voortkomen uit de productie en geïdentificeerd gebruik indien deze in de EU plaatsvinden (bijvoorbeeld het gebruik van stoffen in voorwerpen). In de blootstellingscenario's (ES) moeten de productie en dergelijk gebruik dan ook aan bod komen (hoewel EX voor productie misschien niet relevant is voor mededeling in de toeleveringsketen). De beschrijving van het geïdentificeerd gebruik dient consistent te zijn met de titels en de inhoud van de blootstellingsscenario's. Deze consistentie is een wettelijke vereiste die is vastgelegd in paragraaf van bijlage I van REACH. Over het algemeen wordt een 1:1 relatie tussen gebruik en ES verwacht. Er zijn echter gevallen waarin gebruik geen overeenkomstige ES heeft (bijvoorbeeld gebruik dat valt onder vrijstellingen zoals het gebruik van stof als levensmiddelenadditief in levensmiddelen). Er kunnen gevallen zijn waarin beoordelingen van de blootstelling zijn uitgevoerd, maar deze kunnen niet eenvoudig gekoppeld worden aan een specifiek gebruik, bijvoorbeeld beoordeling van de afvalfase. In bepaalde gevallen kan door de strategie voor de beoordeling van de blootstelling, een ES diverse soorten gebruik of diverse CA betreffen, bijvoorbeeld bij het meten/bewaken van gegevens voor diverse taken, productie en formuleren die op dezelfde locatie plaatsvinden. Echter, in dit geval, worden gebruik en CA's voor gebruiksbeschrijving afzonderlijk beschreven.

34 34 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling Het is tevens van belang om te traceren welk gebruik in het blootstellingsscenario valt, om (i) te controleren of de blootstellingsbeoordeling volledig is en {ii) de operationele omstandigheden (OC) en de risicobeheermaatregelen terug te vinden die van toepassing zijn op een bepaald gebruik om hun aannemelijkheid te verifiëren. Dit kan deel uitmaken van de dossier/stofevaluatie en van invloed zijn op de selectie en prioriteitstelling van zorgwekkende stoffen. De routekaarten die zijn ontwikkeld door verenigingen van downstreamgebruikers zijn een goede bron voor koppelingen tussen gebruik en input voor de chemische veiligheidsbeoordelingen.

35 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling 35 Gebruiksnaam, ES titel, gestructureerde korte titel en verdere beschrijving van het gebruik Bovenstaande termen zorgen soms voor verwarring. In onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste verschillen en doelstellingen, met inbegrip van voorbeelden: Tabel R.12-4: Gebruiksnaam, ES titel, gestructureerde korte titel en verdere beschrijving van het gebruik Doel Toelichting Standaardise ring Aanwezig in registratiedossie r (indien ja, IUCLID sectie/ veld) Aanwezig in communicatie toeleveringsket en (indien ja, waar in ES 18 ) Voorbeeld Gebruiksnaam Geven van een goede indicatie voor het toepassingsgebied van het gebruik. In gevallen waar beoordeling van de blootstelling wordt uitgevoerd, wordt de gebruiksnaam uiteindelijk de ES-titel. Het publiek is dan ook registranten (waar gebruiksnamen worden ontwikkeld door downstreamgebruikers d.m.v. routekaarten), autoriteiten (om het toepassingsgebied van het gebruik te begrijpen) en Deze naam is van belang bij het om de aard en het toepassingsgebied van de activiteiten die onder dit gebruik vallen van een uniek label te voorzien. De gebruiksnaam dient kort te zijn. Verder gegevens over het gebruik kunnen worden verstrekt in de verdere gebruiksbeschrijving en namen van bijdragende activiteiten. Op brancheniveau door routekaarten JA: -IUCLID veld Gebruiksnaam of Fabricagenaam' of Naam economische levensduur - CSR: veld ES naam Ja, sectie 1 Titelsectie/ veld ES/gebruiksnaa m Gebruik van product voor reiniging van voertuigen 18 Secties/ velden die vermeld worden in de tabel komen uit de geannoteerde templates die gepubliceerd zijn door ECHA:

36 36 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling Doel Toelichting Standaardise ring Aanwezig in registratiedossie r (indien ja, IUCLID sectie/ veld) Aanwezig in communicatie toeleveringsket en (indien ja, waar in ES 18 ) Voorbeeld downstreamgebruikers (bij het verkrijgen van de gebruiksnaam als EStitel in de blootstellingsscenario's) Korte ES titel voor communicatied oeleinden Om de DU's in staat te stellen om het uitgebreide veiligheidsinformatieblad te ontvangen om de relevante ES uit de Bijlage bij het veiligheidsinformatieblad te zoeken. Korte ES titel voor de inhoudsopgave aan het begin van de bijlage met de ES in het veiligheidsinformatiebl ad. Opgebouwd uit gebruiksdescri ptoren volgens richtsnoeren gepresenteerd bij ENES 19. NEE Ja, veld ES titel [korte titel] Gebruik op industriële locatie; was- en reinigingsproducten 19

37 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling 37 Doel Toelichting Standaardise ring Aanwezig in registratiedossie r (indien ja, IUCLID sectie/ veld) Aanwezig in communicatie toeleveringsket en (indien ja, waar in ES 18 ) Voorbeeld Verdere beschrijving van het gebruik Beter begrip van het gebruik en de processen. Het publiek is dan ook registranten (waar verdere beschrijving van het gebruik is ontwikkeld door downstreamgebruikers door middel van routekaarten) en autoriteiten (om de gegevens over wat het gebruik dekt te begrijpen). Het beschrijft het/de technische proces(sen) die worden uitgevoerd in dit gebruik. In voorkomend geval verwijst het naar de bijdragende activiteiten/technieken. De hier verstrekte informatie dient zowel beknopt te zijn als voldoende concreet om ervoor te zorgen dat lezers die niet bekend zijn met de gegevens van de technologie in de branche deze begrijpen. NEE Ja, IUCLID-veld 'Verdere beschrijving van het gebruik' NEE Sproeien en spoelen van reinigingsproduct in autoproductielijnen (grotendeels geautomatiseerd proces - vooral open - omgevingstemperatuur )

38 38 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling Ontraden gebruik Bijlage VI van REACH (In artikel 10 bedoelde in te dienen informatie) zegt dat een vermelding van het gebruik dat door de registrant wordt ontraden en de redenen waarom dit gebeurt (d.w.z. niet wettelijke verplichte aanbevelingen van de leverancier) moeten worden verstrekt. Bovendien wordt in artikel 37, lid 3 van REACH bepaald dat indien de fabrikant of importeur na beoordeling van het gebruik overeenkomstig artikel 14 niet in staat is om redenen van bescherming van de gezondheid van de mens of van het milieu als een geïdentificeerd gebruik op te nemen, hij onverwijld aan het Agentschap en de downstreamgebruiker de reden(en) voor dat besluit verstrekt en dit gebruik als een ontraden gebruik zal vermelden in zijn registratie. Een ontraden gebruik wordt daarom begrepen als een gebruik waarvan de registrant op de hoogte is (omdat het door de downstreamgebruiker is gemeld of vanwege zijn eigen kennis). Hij kan het onveilig gevonden hebben na uitvoering van de CSA of hij kan besloten hebben om een beoordeling uit te voeren en het gebruik uit voorzorg te ontraden. In beide gevallen ligt de verantwoordelijkheid om een CSA uit te voeren bij de DU. Het ontraden gebruik kan nog altijd worden uitgevoerd in de EU, op voorwaarde dat een DU dit als veilig heeft beoordeeld in een DU CSA en de overeenkomstige melding bij ECHA heeft gedaan overeenkomstig artikel 38. Redenen waarom registranten kunnen beslissen om gebruik te ontraden zijn dat voor dit gebruik een CSA is gedaan overeenkomstig artikel 14 en er geen RMM's toereikend waren om de mogelijke risico's voor mens en milieu adequaat te verminderen, maar de wettekst is niet limitatief. Overige redenen waarom registranten gebruik kunnen ontraden: beleidsbeslissing van de registrant, bijvoorbeeld door het ontraden van sterk verspreid gebruik van de stof of om alternatieven voor dat gebruik aan te raden; omwille van de bescherming van de menselijke gezondheid en milieu of preventief advies, bijvoorbeeld adviseren tegen bepaald gebruik zonder een CSA te hebben uitgevoerd; technisch redenen die het gebruik onder bepaalde voorwaarden beperken; beoordeling van het gebruik wordt als niet haalbaar of economisch beschouwd. Indien een gebruik ontraden wordt, moet ook de reden daarvoor worden vermeld. Voorgesteld wordt dat de registrant ten minste systematisch documenteert of dit resulteert uit de conclusies van een CSA die naar behoren in overeenstemming met artikel 14 is uitgevoerd of andere overwegingen. Het zij opgemerkt dat het deel over 'Ontraden gebruik' in het registratiedossier niet gericht is op het beschrijven van beperkingen van het gebruik van de stof die voortvloeit uit specifieke Europese of nationale bepalingen met betrekking tot de bescherming van menselijke gezondheid of het milieu (zoals gebruik dat beperkt wordt door Titel VIII van REACH). Zo is het bijvoorbeeld niet noodzakelijk om consumptief gebruik te vermelden als ontraden gebruik in het registratiedossier van een CMR stof. Dergelijke informatie dient niet te worden medegedeeld in het registratiedossier maar wel in de toeleveringsketen als onderdeel van een veiligheidsinformatieblad dat te maken heeft met de stof als zodanig of in een mengsel (in subsectie 1.2 van het veiligheidsinformatieblad). Het door een leverancier ontraden gebruik dient te worden vermeld in subsectie 1.2 van het veiligheidsinformatieblad bijvoorbeeld 'Niet gebruiken voor particuliere doeleinden

39 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling 39 (huishouden)'. De informatie over het ontraden gebruik moet overeenkomen met de informatie in subsectie 1.2 van het veiligheidsinformatieblad. In de praktijk moet ontraden gebruik beschreven worden met dezelfde elementen als geïdentificeerd gebruik. Wijdverbreid en sterk verspreid gebruik De termen wijdverbreid en sterk verspreid gebruik worden vaak gebruikt om gebruik te beschrijven De twee termen geven verschillende kenmerken weer en worden vaak ten onrechte met elkaar verwisseld. 'Sterk verspreid en wijdverbreid zijn concepten die gebruikt worden in de context van selectie en prioriteitstelling voor verdere regelgevingsprocessen, zo wordt bijvoorbeeld sterk verspreid gebruik vermeld in Artikel 58 als criterium ter ondersteuning van prioriteitstelling voor het opnemen in Bijlage XIV van stoffen. Het concept wijdverbreid wordt ook gebruikt voor de prioriteitstelling van stoffen voor testvoorstellen waarbij de wetstekst (artikel 40, lid 1) vermeld dat prioriteit wordt gegeven aan stoffen met 'gebruik dat resulteert in wijdverbreide en diffuse blootstelling.' wijdverbreid betekent dat de stof wordt gebruik op veel locaties en/of door veel gebruikers. 'Sterk verspreid' betekent: Voor het milieu: wijdverbreid en risico voor vrijgave Voor gezondheid van de mens: wijdverbreid en risico voor vrijgave Kort samengevat: Sterk verspreid = wijdverbreid + risico voor vrijgave/blootstelling In Tabel R.12-5 staan alle mogelijke combinaties en het overeenkomstige besluit of het gebruik al dan niet als sterk verspreid wordt beschouwd. Tabel R.12-5: Illustratie van de diverse scenario's die leiden tot het besluit of het gebruik als dan niet als sterk verspreide wordt beschouwd Gebrui k 1 Gebrui k 2 Gebru ik 3 Gebrui k 4 Gebruik op veel locaties, door veel J J N N gebruikers (d.w.z. wijd verspreid) Risico voor vrijgave/blootstelling J N J N Conclusie: Sterk verspreid J N N N Over het kenmerk wijdverbreid" van de stof worden enkele standaard veronderstellingen gemaakt afhankelijk van de levenscyclusfase, terwijl in andere gevallen de registrant het volgende dient te rechtvaardigen:

40 40 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling Gebruik gerapporteerd in de levenscyclusfase consumptief gebruik, wijdverbreid gebruik door professionele werknemers en economische levensduur (consument) worden per definitie als wijdverbreid beschouwd. Gebruik dat wordt gerapporteerd in de levenscyclusfase 'Formulering' en 'gebruik op industriële locaties worden niet meteen beschouwd als wijdverbreid omdat het gebruik in deze levenscyclusfasen kan plaatsvinden op enkele locaties en/of weinig gebruikers kan betreffen. Met beschikbare informatie over het beperkte aantal locaties/gebruikers wordt rekening gehouden. Met beschikbare informatie over het ontbreken van vrijgave/blootstelling (strikte inperking) wordt tevens rekening gehouden.

41 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling 41 Bijlage R Factoren voor het opsplitsen in soorten gebruik en bijdragende activiteiten Opsplitsing in gebruik Differentiatie in gebruik en daaruit volgende blootstellingscenario's kunnen zijn ingegeven door: - Gerichte communicatie in de keten: de noodzaak om efficiënte en nuttige communicatie tussen leveranciers en gebruikers voor veilige gebruiksomstandigheden kunnen de benaming en het toepassingsgebied van blootstellingsscenario's bepalen; - Noodzaak om een consistente en transparante blootstellingbeoordeling en risicokarakterisering voor elk gebruik mogelijk te maken. Dit kan leiden tot differentiatie in verschillend gebruik indien de omstandigheden waarin de bijdragende activiteiten worden uitgevoerd significant verschillen; - Verschillende gevolgen voor regelgeving of wettelijke vereisen bijvoorbeeld gebruik met specifieke uitzonderingen. Gebruik dient te worden beschreven aan de hand van de levenscyclusfasen. Binnen een levenscyclusfase hangt de clustering of opsplitsing in diverse soorten gebruik (of ES) grotendeels af van de ontvanger van het ES. Zo kan een registrant mogelijk geen smeermiddelen en reinigingsproducten combineren in een blootstellingsscenario, omdat hierbij verschillende ontvangers (formuleringsbranche) zijn betrokken. Een registrant kan zijn markt structureren op basis van zijn klanten in de verschillende formuleringssectoren (per soort product dat door deze sectoren wordt geproduceerd) of eindgebruiksectoren (per economische sector die uiteindelijk de stof als zodanig of in een mengsel gebruikt). Indien hij de stoffen uitsluitend rechtstreeks aan eindgebruikers verkoopt, wordt de formulerings- of herverpakkingsfase weggelaten. De differentiatie van gebruik en bijdragende activiteiten, waaronder de namen wordt idealiter gedefinieerd op brancheniveau (namen worden standaardzinnen in de toekomst) en kunnen zorgen voor meer specificiteit dan de gestandaardiseerde gebruiksdescriptoren, zoals uitgelegd in sectie R _Use_name_andElke branche beslist zelf over het uitvoeren van de differentiatie van gebruik en bijdragende activiteiten, op basis van de beschikbare informatie over input voor beoordeling van de blootstelling alsmede de bestaande processen/producten in de sector. Er dient rekening te worden gehouden met de variatie in soort en omvang van stoffen die voor een gebruik worden aangewend. Er kan sprake zijn van soorten gebruik die vergelijkbaar zijn op verschillende markten. In dergelijke gevallen kunnen registranten besluiten om diverse soorten chemische producten (PC) of branches voor eindgebruik (SU) of artikel (AC) in een gebruik op te nemen. Zo kan bijvoorbeeld bij de productie van een detergent of een verf het proces om formuleringen op te stellen exact hetzelfde zijn. Identificeren van activiteiten die bijdragen aan een gebruik Verschillende activiteiten, processen (of processtappen), taken of unitactiviteiten kunnen bijdragen aan een gebruik dat gerapporteerd wordt in het registratiedossier.

42 42 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling Het opsplitsen van activiteiten wordt grotendeels ingegeven door de beoordeling van stoffen waarvoor blootstellingsscenario's worden opgesteld. Een enkele bijdragende activiteit/techniek zal over het algemeen overeenkomen met een set blootstellingsramingen en een set RMM's/OC's d.w.z. een bijdragend scenario. Uit het perspectief van milieu-emissie ligt de focus op het type techniek(en) die op een locatie wordt gebruikt: bijvoorbeeld technieken die leiden tot verschillende emissiefactoren en waarvoor mogelijk verschillende soorten milieu-rmm vereist zijn, vallen onder verschillende bijdragende activiteiten. Het bijdragende scenario heeft betrekking op de omstandigheden op een locatie (of een installatie 20 op een locatie) die afvalwater, afgevoerde lucht of afval veroorzaken. Het verwijst niet naar een taak of proces zoals gedefinieerd voor werknemersbeoordeling. Indien hetzelfde gebruik (soort locatie of soort installatie op een locatie) kan worden uitgevoerd in verschillende omstandigheden op diverse locaties (bijvoorbeeld een grote locatie met uitgebreid risicobeheer en kleine locaties met minder effectieve beheermaatregelen) kunnen twee of meer bijdragende technieken worden gedefinieerd. Het is belangrijk om duidelijk in de naam van de bijdragende activiteiten/scenario's het toepassingsgebied en de verschillen in de dekking weer te geven. Uit het perspectief van de menselijke gezondheid ligt de focus op de taken van werknemers of uitgevoerde processen of de producten/artikelen die door individuen worden gebruik. Voor gebruik door werknemers gaat het over een set taken/processen die op dezelfde locatie plaatvinden (of binnen dezelfde professionele onderneming). Indien een beoordeling van de blootstelling is uitgevoerd, komt elk bijdragend scenario overeen met een specifieke activiteit/taak/proces die wordt uitgevoerd door werknemers. Registranten dienen te beoordelen of bepaalde specifieke activiteiten zoals overbrenging, onderhoud, bemonstering, etc. een afzonderlijke bijdragende activiteit behoeven. Indien deze vallen onder een meer algemene bijdragende activiteit, is het aanbevolen om dit duidelijk te maken in de naam van bijdragende activiteit, bijvoorbeeld '...inclusief onderhoud'. In het blootstellingsscenario moeten de omstandigheden die de blootstelling aan mensen en aan het milieu bevorderen, consistent zijn. Operationele omstandigheden (OC) en risicobeheersmaatregelen (RMM) met betrekking tot beroepsmatige blootstelling zijn doorgaans taak- of werkplekgerelateerd. Emissie in het milieu wordt echter meestal beoordeeld op industriële locatieniveau of op het niveau van een standaard gemeente. Het gevolg is dat één pakket milieu-oc en RMM dat aan voor een bepaald gebruik representatieve locatie is gerelateerd, voor de verschillende op deze locatie uitgevoerde activiteiten van werknemers kan worden verbonden met verschillende pakketten OC/RMM. Zelfs als dezelfde activiteit van werknemers op deze locatie onder verschillende omstandigheden wordt uitgevoerd, kunnen deze omstandigheden nog steeds consistent zijn met de aan het milieu gerelateerde omstandigheden. 20 "Installatie" is een term die een sleutelrol vervult in het milieuvergunningssysteem voor grote locaties. De vergunningen van de richtlijn inzake industriële emissies (IED) worden vaak verstrekt voor installaties in plaats van locaties. Een installatie heeft doorgaans een eigen gebouw (met eigen stromen voor afvalwater en afgevoerde lucht).

43 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling 43 Voor consumenten komt elke bijdragende activiteit binnen een gebruik overeen met een algemeen producttype (bijvoorbeeld was- en reinigingsproducten) of een specifiek producttype (bijvoorbeeld vloerreinigingsproduct, afwasproduct). Deze bijdragende activiteiten kunnen onder hetzelfde gebruik vallen indien zij hetzelfde patroon van vrijgave in het milieu hebben (bijvoorbeeld het onderbrengen van producten die in de afvoer terecht komen bij hetzelfde gebruik met dezelfde producttypen in verschillende bijdragende activiteiten).

44 44 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling Bijlage R Differentiatie tussen gebruik op industriële locaties en wijdverbreid gebruik door professionele werknemers De REACH tekst maakt een verschil tussen industrieel gebruik en beroepsmatig gebruik [activiteit] in definities 13, 25 en 35 en in lid 6 van Bijlage VI. In Bijlage XVII worden ook de termen "industriële installatie" en een "beroepsactiviteit buiten een industriële installatie" gebruikt. Er worden echter niet toegelicht wat het verschil is tussen beide en er is duidelijkheid nodig om ondernemingen te ondersteunen bij dit besluit. De terminologie industrieel en beroep(smatig) wordt in twee verschillende contexten gebruikt: - Om het onderscheid te maken in levenscyclusfasen - Om het niveau van systemen voor veiligheid en gezondheid op het werk dat in ondernemingen 21 wordt toegepast te definiëren. Het is aanbevolen om het concept "beroepsmatig" te begrijpen als een kenmerk dat een onderscheid maakt tussen gebruik: i) op industriële locaties en ii) gebruik buiten industriële locaties (maar niet bij consumenten of het brede publiek); Dit leidt tot verschillende levenscyclusfasen in termen van gebruiksbeschrijving. In onderstaande tabel staat een niet-uitputtende lijst van kenmerken die te maken hebben met industriële locaties en beroepsmatige activiteiten buiten industriële locaties en die kan worden gebruikt in bewijskracht-aanpak om te bepalen of een gebruik wordt beschouwd als een gebruik 'op een industriële locatie' of een 'wijdverbreid gebruik door professionele werknemers'. Tabel R.12-6: Kenmerken die helpen bij de differentiatie tussen industriële locaties en beroepsmatige activiteiten buiten industriële locaties en de relatie met de levenscyclusfasen Levenscyclusfase Gebruik op industriële locatie wijdverbreid gebruik door professionele werknemers REACH wettekst Industrieel gebruik (activiteit) Beroepsmatig (activiteit) gebruik Aantal of plaatsen waar de stof wordt gebruikt (op EU-niveau) Laag tot hoog Hoog 21 IN ECETOC TRA wordt dit de industriële/professionele setting genoemd.

45 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling 45 Aantal personen die potentieel in contact komen (op EU-niveau) Laag tot hoog Hoog Type ondernemingen, type bedrijfsactiviteiten, voorbeelden Productielocaties Grote bouwlocaties Grote onderhouds- /reparatie- en servicelocaties Diensten (mobiele of vaste microlocaties), administratie, onderwijs, klein bouw- en constructiewerkzaamheden Aantal gebruikers/ondernemingen in verhouding tot de omvang van de gemeente naar inwonersaantal Nee Ja Vergunningsplichtige activiteit overeenkomstig de richtlijn inzake industriële emissies (IED) Vaak ja Meestal niet Beschikbaarheid van kapitaalintensieve apparatuur voor automatisering en technische maatregelen Vaak ja Meestal niet, maar kan zijn Hoeveelheid verwerkte chemische stoffen per onderneming/actor Laag tot hoog Laag Verbinding met openbaar riool Vaak ja, soms niet Ja Referentiehoeveelheid voor plaatselijke standaard milieuevaluatie Hoeveelheid voor een representatieve industriële locatie per gebruik (industriële puntbron) Hoeveelheid per gebruik in verhouding tot inwoners (gemeentelijke puntbron) Voorbeelden De volgende lijst bevat typische voorbeelden voor ondernemingen met chemische stoffen die kunnen worden beschouwd als "wijdverbreid gebruik door professionele werknemers":

46 46 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling Bouw- en constructiebedrijven met een brede keuze aan activiteiten (vooral microondernemingen) Onderhoudsdiensten voor kantoor-/ huishoudelijke apparatuur Interieurreinigingsdiensten voor allerlei gebouwen Gevelreinigingsdiensten Carwash- en overige autoverzorgingsdiensten Kappers- en andere diensten op het gebied van schoonheidsverzorging. Gezondheidszorgdiensten Typische voorbeelden voor ondernemingen met chemische stoffen die kunnen worden beschouwd als "gebruik op industriële locatie ": Productie van auto's en overige voertuigen Productie van papier Verven en afwerken van textiel Productie van halfgeleiders Er zijn ook gevallen die 'tegen de grens ' zitten, d.w.z. waarbij het moeilijker is om de levenscyclusfase te bepalen. Hieronder staan een aantal voorbeelden met mogelijke benaderingen: a) Industriële schoonmaakdiensten die worden uitgevoerd door kleine of grote, goed of minder goed opgeleide dienstverleners. Dit kan het reinigen van tanks, boilers of machines etc. op industriële locaties omvatten. Dit dient te worden beschouwd als een 'gebruik op een industriële locatie' ongeacht of de daadwerkelijke werkzaamheden worden uitgevoerd door werknemers van de locatie of externe dienstverleners. De resulterende vrijgave komt van de locatie waar de reinigingsactiviteiten plaatsvinden; b) Werkplaatsen voor reparatie en afwerken van auto's. De locaties kunnen zowel klein als groot zijn. Het belangrijkste kenmerk van deze bedrijfsactiviteit is het grote aantal kleine ondernemingen en het verband met de gemeentelijke infrastructuur (bevolkingsdichtheid) zodat dit kan worden gerapporteerd als "wijdverbreid gebruik door professionele werknemers'. In bepaalde gevallen zijn de normen voor bescherming van werknemers die in deze ondernemingen gelden vergelijkbaar met die van de auto-industrie. Dit kan worden meegenomen in het uitvoeren van de beoordeling van risico's voor de menselijke gezondheid door bijvoorbeeld de voorwaarden voor gebruik te selecteren die gelden voor 'industriële' settings; c) Textielreiniging voor consumenten met oplosmiddelen en overige zware of gespecialiseerde chemische stoffen in micro-werkplaatsen. Het belangrijkste kenmerk van deze bedrijfsactiviteit is de kleine omvang van de ondernemingen en het verband met de gemeentelijke infrastructuur zodat dit kan worden beschouwd als 'wijdverbreid gebruik door professionele werknemers', al worden er veel technische maatregelen toegepast; d) Grote locaties voor wassen/reinigen op waterbasis van textiel gebruikt in de industrie (schoonmaakdoeken en werkkleding). Dit kan worden beschouwd als 'gebruik op industriële locaties. Het aantal komt niet overeen met de omvang van de gemeente omdat weinig grote locaties doorgaans een grotere regio bedienen. Uitgebreide en locatiespecifieke behandelingsinfractuctuur voor afvalwater en afval zijn doorgaans aanwezig;

47 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling 47 e) Grote locaties voor onderhoud en reparaties die te maken hebben met openbaar vervoerinfrastructuur (treinen, luchthavens/havens). Dit kan worden beschouwd als 'gebruik op industriële locaties'. De structuur voor diensten voor treinen, schepen en vliegtuigen komt niet overeen met de gemeentelijke infrastructuur. Locaties voor onderhoud van bussen en trams zijn nauwer verbonden met de gemeentelijke infrastructuur. Doorgaans is de omvang daarvan voldoende groot om deze te beschouwen als industriële locatie. Met betrekking tot het gebruik of de termen industrieel en professioneel in de context van beoordeling van de risico's voor de menselijke gezondheid, markeren deze de arbeidsomstandigheden waarin werknemers een stof of product gebruiken. Over het algemeen wordt ervan uitgegaan dat 'industriële' omstandigheden te maken hebben met opleiding van werknemers, degelijke werkinstructies en toezicht. Het gebruik van modellen voor beoordeling van de blootstelling kan resulteren in verschillende blootstellingsramingen afhankelijk van het type geselecteerde voorwaarden (industrieel of professioneel), bijvoorbeeld industriële voorwaarden kunnen een hogere doeltreffendheid voor RMM veronderstellen. Een gebruik kan daadwerkelijk plaatsvinden op een 'industriële locatie' maar voor de beoordeling van de blootstelling van werknemers kan worden uitgegaan van een lagere doeltreffendheid van RMM ('professionele setting'), zoals bijvoorbeeld wanneer werknemers van een onderaannemer machines schoonmaken tussen shifts op een industriële locatie. Er kan ook gebruik zijn waar het tegenovergestelde het geval is, zoals goedopgeleide, geïnstrueerde en uitgeruste mobiele diensten met chemische stoffen (bijvoorbeeld biociden). In onderstaande tabel worden de twee aspecten en hoe deze zich tot elkaar verhouden in verschillende voorbeelden toegelicht. Tabel R.12-7: Toelichting van levenscyclusfase in vergelijking met systemen voor veiligheid en gezondheid op het werk Levenscyclusfase Systemen voor veiligheid en gezondheid op het werk Voorbeeld Gebruik op industriële locatie Geavanceerd ( industriële omstandigheden vergelijkbaar) of Gebruik van stof as tussenproduct in productieproces Basis ( professionele omstandigheden') Onderaannemers die op een industriële locatie werken en reinigingstaken uitvoeren

48 48 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling wijdverbreid gebruik door professionele werknemers Geavanceerd ( industriële omstandigheden vergelijkbaar) of Toepassing van biociden door gespecialiseerde onderneming Basis ( professionele omstandigheden') Schilder als zzp'er die in huizen van particulieren schildert Bijlage R Lijst van gebruiksdescriptors Descriptorlijst voor levenscyclusfasen (LCS) De beschrijving van de levenscyclusfase geeft informatie over de stap van het leven van de stof waarin het gebruik plaatsvindt. De levenscyclus start met de eerste LCS Fabricage, vervolgens gaat het doorgaans verder met de introductie van de stof in een mengsel door samenstellers en eindigt met verschillende soorten eindgebruik zoals het gebruik op industriële locaties of het gebruik door professionele werknemers of consumenten. Een eindgebruik kan resulteren in het opnemen van de stof in voorwerpen. In dat geval is de levenscyclusfase relevant. De levenscyclusfasedescriptor heeft als doel om het volgende aan te geven: - Type organisaties die betrokken zijn bij het gebruik (wat impliciet informatie kan geven over de potentiële vrijgave/blootstelling van de stof); - Of het gebruik verwijst naar een stof in een voorwerp. Duidelijkheid over het toepassingsgebied van elk van de levenscyclusfasen wordt verstrekt in PuntR

49 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling 49 Tabel R.12-8: Descriptorlijst voor levenscyclusfasen Code Naam M Fabricage F Formuleren of herverpakken IS PW Gebruik op industriële locaties wijdverbreid gebruik door professionele werknemers C Gebruik door consumenten SL Economische levensduur

50 50 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling Descriptorlijst voor gebruikssectoren (SU) Met de categorieën voor gebruikssectoren wordt informatie verstrekt over de economische sector of marktdeel waar het gebruik plaatsvindt. Hierin worden dan ook typen industrie of industriesegmenten vermeld waar de stof aanwezig is. Indien de fabrikant/importeur of downstreamgebruiker geen geschikte categorie van gebruikssector kan vinden in de lijst, kan de categorie "SU0 - overige" worden geselecteerd en het type sector worden vermeld. Indien mogelijk wordt een code (en de bijbehorende zinnen) uit het NACE-systeem 22 gekozen om een dergelijke sector te beschrijven. Tabel R.12-9: Descriptorlijst voor gebruikssectoren (SU) Code Naam NACE-code SU1 Landbouw, bosbouw en visserij A SU2a Winning van delfstoffen (geen offshore) B SU2b Offshore-industrie B 6 SU4 Vervaardiging van voedingsmiddelen C 10,11 SU5 Vervaardiging van textiel, leer en bont SU6a Vervaardiging van hout en houtproducten C 16 SU6b Vervaardiging van pulp, papier en papierwaren C 17 SU7 Drukken en reproduceren van opgenomen media C 18 SU8 Vervaardiging van chemische stoffen op grote schaal (waaronder geraffineerde aardolieproducten) C SU9 Vervaardiging van fijnere chemische stoffen C SU11 Vervaardiging van producten van rubber C 22.1 SU12 Vervaardiging van producten van kunststof, onder meer door samenstelling of omvorming C 22.2 SU13 Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten, waaronder gips en cement C 23 SU14 Vervaardiging van metalen in primaire vorm, inclusief legeringen C { 21} Europese Commissie, Concurrentie: Lijst van NACE-codes ( );

51 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling 51 SU15 SU16 Vervaardiging van producten van metaal, exclusief machines en apparaten Vervaardiging van computers, elektronische en optische producten, elektrische apparatuur C 25 C SU17 Vervaardiging van machines, apparaten, voertuigen en andere transportmiddelen voor algemeen gebruik C 28-30,33 SU18 Vervaardiging van meubelen C 31 SU19 Bouwnijverheid F SU20 Gezondheidszorg Q 86 SU23 Elektriciteit, stoom, gas- en watervoorziening en afvalwaterzuivering D 35, D36-37 SU24 Wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling M72 SU0 Overige

52 52 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling Descriptorlijst voor Chemische Productcategorie (PC) De Chemische Productcategorieën zoals deze in onderhavig richtsnoer worden gedefinieerd hebben twee functies: i) zij beschrijven de sectoren waarin mengsels worden geformuleerd per type mengsel (informatie die relevant is in de levenscyclusfase formuleren). De vermelde categorieën helpen bij het verder structureren van het gebruik van de stof in de toeleveringsketen op basis van de producttypen; ii) zij beschrijven de producttypen die gebruikt worden door de eindgebruikers (industriële, professionele of consumenten- eindgebruikers). Het producttype omvat impliciet informatie over de potentiële vrijgave/blootstelling van de stof. De productcategorie is niet gericht op het kenmerken van de specifieke technische functie van de stof maar eerder van het type mengsel waarin de stof zit. De productcategorieën zijn niet verder verdeeld in subcategorieën. Het nummer van de Productcategorieën is al een voldoende beschrijving van het geformuleerde mengsel en producttypen die door eindgebruikers worden gebruikt. Voor tools voor de schatting van de blootstelling kan echter verdere differentiatie van producten voor beoordeling van de blootstelling van consumenten nodig zijn. De subcategorieën van de producten die vermeld zijn in de ECETOC TRA tool voor beoordeling van de blootstelling staan vermeld en beschreven in Hoofdstuk R.15 van Richtsnoer IR&CSA. Indien de fabrikant/importeur of downstreamgebruiker geen geschikte productcategorie kan vinden in de lijst, kan de categorie "PC0 - overige" worden geselecteerd en het type sector worden vermeld. Indien mogelijk wordt een code (en de bijbehorende zinnen) uit het Noordse systeem van Categorieën (UCN) 23 gekozen om een dergelijk product te beschrijven. Tabel R.12-10: Descriptorliijst voor Chemische Productcategorie (PC) Code Naam Toelichting en voorbeelden PC1 Kleefmiddelen, afdichtingsmiddelen PC2 Adsorptiemiddelen PC3 Luchtverfrissers PC4 Antivries- en ontdooimiddelen PC7 Basismetalen en legeringen 23

53 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling 53 PC8 Biociden Inclusief bijvoorbeeld desinfecteermiddelen, plaagbestrijdingsmiddelen. Opgemerkt zij dat de categorie verwijst naar typen producten, niet naar de technische functies van de stof. PC 35 moet worden toegekend aan desinfecteermiddelen die worden gebruikt in reinigingsproducten PC9a Coatings en verven, verdunners, verfafbijtmiddelen PC9b Vulmiddelen, kit, gips, modelleerklei PC9c Vingerverf PC11 Ontplofbare stoffen PC12 Meststoffen PC13 Brandstoffen PC14 Producten voor behandeling van metalen oppervlakken Hieronder vallen stoffen die permanent met het metalen oppervlak binden. Dit omvat bijvoorbeeld galvanische en elektrolytische bekledingsproducten. PC15 Producten voor het behandelen van niet-metalen oppervlakken Bijvoorbeeld voor de behandeling van muren voor het schilderen. PC16 Warmtetransportvloeistoffen PC17 Hydraulische vloeistoffen PC18 Inkt en toners

54 54 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling PC19 Geschrapt uit PC-lijst en verplaatst naar de technische functielijst (Tabel R.12-15) 24 PC20 Producten zoals ph-regelaars, uitvlokkings-, neerslag- en neutraliseermiddelen Deze categorie omvat verwerkingshulpmiddelen die in de chemische industrie worden gebruikt. PC21 Laboratoriumchemicaliën PC23 Producten voor het behandelen van leer Deze categorie omvat verf, afwerkings-, impregneer- en verzorgingsproducten. PC24 Smeermiddelen, vetten, lossingsmiddelen PC25 Metaalbewerkingsvloeistoffen PC26 Papier- en kartonbehandelingsproducten Deze categorie omvat bijvoorbeeld bleekmiddelen, verf, afwerkings-, impregneerproducten en overige verwerkingshulpmiddelen. PC27 Gewasbeschermingsmiddelen PC28 Parfums, geurmiddelen PC29 Geneesmiddelen PC30 Fotochemische producten PC31 Glansmiddelen en wasmengsels PC32 Polymeerpreparaten en polymeerverbindingen PC33 Halfgeleiders 24 Zie voor verder advies over het doorvoeren van deze wijziging Bijlage R.12.5.

55 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling 55 PC34 Textielverstoffen en impregneerproducten Deze categorie omvat bijvoorbeeld bleekmiddelen en overige verwerkingshulpmiddelen. PC35 Spoel- en reinigingsmiddelen Deze categorie omvat water- en oplosmiddelenhoudende producten. PC36 Wateronthardingsmiddelen PC37 Chemische stoffen voor de waterzuivering PC38 Las- en soldeerproducten, vloeimiddelen PC39 Cosmetica, persoonlijke verzorgingsproducten Deze categorie omvat producten die vallen onder de Verordening betreffende cosmetische producten (Verordening(EG) nr. 1223/2009) en overige producten voor lichaamsverzorging. Dit omvat producten zoals tandpasta, deodorant, etc. PC40 Extractiemiddelen PC41 Producten voor olie- en gaswinnings- of -productie PC42 Elektrolyten voor batterijen Mengsels (vloeistoffen of pasta's) bedoeld voor gebruik als elektrolyten in batterijen. PC0 Overige

56 56 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling Descriptorlijst voor Procescategorieën (PROC) De procescategorieën definiëren taken of procestypen vanuit een beroepsmatig perspectief. De PROC's worden ook gedifferentieerd door rekening te houden met het blootstellingspotentieel voor werknemers tijdens de respectieve taken of procestypen. Deze descriptor kan worden toegewezen aan activiteiten van werknemers die bijdragen aan een gebruik. Deze categorieën zijn bedoeld om een geharmoniseerde en consistente beoordeling van de blootstelling in de sectoren en toeleveringsketens te ondersteunen. De gebruiksdescriptor die is opgenomen in de gebruiksbeschrijving dient de aard en toepassingsgebied van de activiteiten weer te geven. De hieronder volgende toelichting en voorbeelden dienen te worden bestudeerd om ervoor te zorgen dat de toegewezen procescategorie de juiste is. Indien er geen geschikte descriptor voorhanden is, dient "PROC0 - overige" te worden gekozen en dient een beschrijving te worden gegeven. Tabel R.12-11: Descriptorlijst voor Procescategorieën (PROC) Code Naam Toelichting en voorbeelden PROC1 Chemische productie of raffinage in een gesloten proces, waarbij blootstelling niet waarschijnlijk is of processen met vergelijkbare beperkingsomstandighed en. Beschrijving van de algemene aard van processen die plaats vinden in sectoren waar fabricage van stoffen of productie van mengsels plaatsvindt of processen binnen gesloten procesomstandigheden zoals van toepassing in de chemische industrie 25. Gesloten overbrengingen die inherent zijn aan het proces, inclusief gesloten bemonstering vallen hier ook onder. Open overbrenging om het systeem te vullen of leeg te laten lopen valt hier niet onder. PROC2 Chemische productie of raffinage in een gesloten, continu proces met incidentele beheerste blootstelling of processen met vergelijkbare beperkingsomstandighed en. Beschrijving van de algemene aard van processen die plaats vinden in sectoren waar fabricage van stoffen of productie van mengsels plaatsvindt (continu processen met beperkte manuele interventie) of processen met vergelijkbare gesloten procesomstandigheden zoals van toepassing in de chemische industrie. Gesloten overbrengingen die inherent zijn aan het proces, inclusief gesloten bemonstering vallen hier ook onder. Open overbrenging om het systeem te vullen of leeg te laten lopen valt hier niet onder. 25 De vergelijkbare omstandigheden dienen te worden beschreven in het blootstellingsscenario en de gerelateerde blootstellingsraming dient te worden verbonden aan een toelichting in CSR. Zie voor aanvullende informatie, hoofdstuk R.14 van het IR&CSA Richtsnoer.

57 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling 57 PROC3 Fabricage of formuleren in de chemische industrie in een gesloten discontinu proces met occasionele gecontroleerde blootstelling of processen met vergelijkbare beperkingsomstandighed en. Beschrijving van de algemene aard van processen die plaats vinden in sectoren waar fabricage van stoffen of productie van mengsels plaatsvindt (discontinue processen met beperkte manuele interventie) of processen met gesloten procesomstandigheden zoals van toepassing in de chemische industrie. Gesloten overbrengingen die inherent zijn aan het proces, inclusief gesloten bemonstering vallen hier ook onder. Open overbrenging voor vullen of leeg laten lopen valt hier niet onder. PROC4 Chemische productie met kans op blootstelling Beschrijving van de algemene aard van processen die plaats vinden in sectoren waar fabricage van stoffen of productie van mengsels plaatsvindt of processen binnen gesloten procesomstandigheden zoals van toepassing in de chemische industrie. Gesloten overbrengingen die inherent zijn aan het proces, inclusief gesloten bemonstering vallen hier ook onder. Open overbrenging om het systeem te vullen of leeg te laten lopen valt hier niet onder. PROC5 Mengen in discontinue processen Omvat het mengen van vast of vloeibare stoffen in de context van fabricage- of formuleringssectoren, alsmede bij eindgebruik. Vullen/leeg laten lopen van het mengvat en bemonstering worden als afzonderlijke activiteiten beschouwd en vallen niet onder deze PROC PROC6 Kalanderbewerkingen Verwerken van grote oppervlakken bij hogere temperaturen bijvoorbeeld het kalanderen van textiel, rubber of papier

58 58 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling PROC7 Spuiten in een industriële omgeving Technieken voor dispersie in de lucht (= verstuiving) door middel van bijvoorbeeld samengeperste lucht, hydraulische druk of centrifugeren, van toepassing voor vloeistoffen en poeders. Spuiten van oppervlaktecoating, kleefmiddelen, glans- en reinigingsmiddelen, luchtverfrissers, zandstralen De verwijzing naar 'industrieel' betekent dat betrokken werknemers specifieke taaktrainingen hebben ontvangen, bedrijfsprocedures volgen en handelen onder toezicht. Waar technische maatregelen bestaan, worden deze ook door opgeleid personeel bediend en regelmatig onderhouden overeenkomstig de procedures. Er wordt niet bedoeld dat de activiteit alleen kan plaatsvinden in industriële locaties. PROC8a Overbrengen van een stof of mengsel (vullen/leeg laten lopen in niet-gespecialiseerde voorzieningen 26 Omvat algemene overbrengingsactiviteiten van grote hoeveelheden chemische stoffen van/naar vaten, containers, installaties of machines zonder dat er gespecialiseerde technische maatregelen genomen zijn voor het beperken van blootstelling. Overbrengen omvat laden, vullen, storten, opzakken en wegen. PROC8b Overbrengen van een stof of mengsel (vullen/leeg laten lopen in gespecialiseerde voorzieningen Omvat algemene overbrengingsactiviteiten van/naar vaten of containers met gespecialiseerde technische maatregelen voor het beperken van blootstelling: het betreft activiteiten waar overbrenging van materiaal worden uitgevoerd op locaties die specifiek zijn ontworpen en worden gebruikt voor het overbrengen van grotere hoeveelheden (tientallen kilo's of meer) chemische stoffen en waar blootstelling eerder gerelateerd is aan de ontkoppelings-/koppelingsactiviteit dan aan de overbrenging zelf. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om tankwagenlaadperrons en het vullen van vaten. Overbrengen omvat laden, vullen, storten en opzakken. 26 In deze context betekent 'gespecialiseerde voorziening' dat de installatie, insluiting en technische maatregelen specifiek voor een bepaald proces zijn ontworpen (het betekent niet dat deze stof- en processpecifiek is).

59 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling 59 PROC9 Overbrengen van een stof of mengsel naar kleine containers (gespecialiseerde vullijn, inclusief wegen) Vullijnen die speciaal ontworpen zijn om vrijkomende dampen en aerosolen op te vangen en om uitvloeiing zo laag mogelijk te houden Deze PROC kan ook worden gebruikt voor bemonsteringsactiviteiten. PROC10 Met roller of kwast aanbrengen. Dit omvat toepassing voor verf, coatings, verfafbijtmiddelen, kleefmiddelen of reinigingsmiddelen op oppervlakken die mogelijk worden blootgesteld aan spatten. Deze PROC kan ook worden toegekend aan taken zoals het reinigen van oppervlakken met gereedschap met een lange steel. PROC11 Spuiten buiten industriële omgevingen Technieken voor dispersie in de lucht (= verstuiving) door middel van bijvoorbeeld samengeperste lucht, hydraulische druk of centrifugeren, van toepassing voor vloeistoffen en poeders. Spuiten van stoffen/mengsels voor oppervlaktecoating, kleefmiddelen, glans- en reinigingsmiddelen, luchtverfrissers, zandstralen. De vermelding "buiten industriële omgevingen" is bedoeld om het onderscheid te maken indien niet kan worden voldaan aan de voorwaarden in PROC7. Er wordt niet bedoeld dat de activiteit alleen kan plaatsvinden in niet-industriële locaties. PROC12 Gebruik van blaasmiddelen bij de vervaardiging van schuim Gebruik van stoffen om het schuimproductieproces te vergemakkelijken door het vormen van gasbellen in een vloeibaar mengsel. Het kan zowel een continu als een discontinu proces zijn. PROC13 Behandeling van voorwerpen door onderdompelen en overgieten Behandeling van voorwerpen door onderdompelen, overgieten, afzinken, impregneren, uitwassen of inwassen van stoffen. Dit omvat het hanteren van behandelde objecten (bijvoorbeeld van en naar de behandelinstallatie, nadrogen, galvaniseren). De economische levensduur van het voorwerp na de behandeling dient afzonderlijk te worden gerapporteerd. PROC14 Tabletteren, comprimeren, extruderen, pelletiseren, granuleren Dit omvat het verwerken van mengsels en/of stoffen in een gedefinieerde vorm voor verder gebruik.

60 60 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling PROC15 Gebruik als laboratoriumreagens Kleinschalig gebruik van stoffen in laboratoria (minder dan of gelijk aan 1 l of 1 kg aanwezig op de werkplek). Grotere activiteiten in laboratoria en O&O-installaties worden tot de industriële processen gerekend. Hieronder valt tevens het gebruik in kwaliteitscontroleprocessen. PROC16 Gebruik van brandstoffen Dit omvat het gebruik van (vaste en vloeibare) brandstof (waaronder additieven) inclusief overbrenging via het gesloten systeem, waar een beperkte blootstelling aan het product in niet verbrande vorm wordt verwacht. Toewijzing van PROC 8 of PROC 9 is in dit geval niet nodig. Blootstelling aan uitlaatgassen valt hier niet onder. PROC17 Smeren onder hoogenergetische omstandigheden bij metaalbewerking Dit omvat metaalbewerkingsprocessen waarbij smeermiddelen worden blootgesteld aan hoge temperaturen en wrijving, bijvoorbeeld metaalwals- /-vervormingsprocessen, boren en malen, etc. Overbrengen voor hervullen of leeg laten lopen van/naar reservoirs valt hier niet onder. PROC18 Algemeen invetten/smeren onder hoogenergetische omstandigheden Gebruik van smeer- of invetmiddelen onder hoogenergetische omstandigheden, waaronder handmatig aanbrengen. Vulactiviteiten vallen hier niet onder. PROC19 Handmatig mengen Dit betreft taken waar blootstelling van handen en onderarmen kan worden verwacht; er kunnen geen gespecialiseerde werktuigen of specifieke beheersing van blootstelling worden ingezet met uitzondering van PBM. Voorbeelden zijn het handmatig mengen van cement en pleister bij bouwwerkzaamheden of het mengen van haarverfen - bleekmiddelen. PROC20 Gebruik van functionele vloeistoffen in kleine apparaten Dit omvat het vullen en aftappen van systemen die functionele vloeistoffen bevatten (inclusief overbrengen via een gesloten systeem) bijvoorbeeld warmte- en druktransportvloeistoffen. Dit vindt routinematig plaats. Voorbeeld: laden en aftappen van motorolie, remvloeistoffen, huishoudelijke toestellen. Toewijzing van PROC 8-9 is in dit geval niet nodig.

61 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling 61 PROC21 Laagenergetische bewerking van in materialen en/of voorwerpen verbonden stoffen Dit betreft activiteiten zoals snijden met de hand, koud walsen of monteren/demonteren van materiaal/voorwerp. Het kan ook worden gebruikt voor hanteren/overbrengen van massieve (metalen) voorwerpen. PROC22 Fabricage en verwerken van mineralen en/of metalen bij hogere temperaturen Beschrijft de algemene aard van processen die plaatsvinden bij roostovens, hoogovens, raffinaderijen, ovens, exclusief gieten, aftappen en hanteren van dross. Wanneer de temperatuur is gedaald, valt het hanteren van het koude materiaal onder PROC21 of PROC26. PROC23 Open bewerking en overdracht bij hogere temperaturen Beschrijft bepaalde processen die plaatsvinden bij roostovens, hoogovens en ovens: gieten, aftappen en hanteren van dross. Dit omvat dompelbadverzinken, poken van gesmolten vaste stoffen op branderplaat en watergranulatie. Wanneer de temperatuur is gedaald, valt het hanteren van het koude materiaal onder PROC21 of PROC26. PROC24 Hoogenergetische (mechanische) veredeling van in materialen en/of voorwerpen verbonden stoffen Er wordt een aanzienlijke hoeveelheid thermische of kinetische energie op de stof toegepast door bijvoorbeeld warm walsen/vervormen, slijpen, mechanisch snijden, boren of schuren, strippen. PROC25 Overige hittebewerking van metalen Lassen, solderen, gutsen, hardsolderen, snijbranden PROC26 Verwerking van vaste anorganische stoffen bij omgevingstemperatuur Overbrengen en hanteren van ertsen, concentraten, metalen en overige anorganische stoffen in vaste (maar niet massieve) mogelijk stoffige vorm. Toewijzing van PROC 8, PROC8b of PROC9 is in dit geval niet nodig. Het hanteren van massieve objecten valt onder PROC21. PROC27a Productie van metaalpoeders (hittebewerking) Productie van metaalpoeders door verhitte metallurgische processen (atomiseren, droge dispersie)

62 62 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling PROC27b Productie van metaalpoeders (natte bewerking) Productie van metaalpoeders door middel van natte metallurgische processen (elektrolyse, natte dispersie) PROC28 Handmatig onderhoud (reiniging en reparatie) van machines Dit betreft onderhoud voor gebruik waarbij het onderhoud niet reeds opgenomen is in een van de overige procescategorieën. De categorie omvat bijvoorbeeld: activiteiten waarbij gesloten systemen worden geopend en mogelijk worden betreden voor reiniging over het algemeen gespecialiseerde/afzonderlijke reinigingstaken die worden uitgevoerd op shift- of minder frequente basis (bijvoorbeeld tussen individuele productiebatches in) verwijderen van spatten rond machines en toestellen verwijderen van filters of materiaal uit filters reinigen van vloeren die niet direct rond de machines en toestellen liggen maar alsnog moeten worden gereinigd bijvoorbeeld vanwege afzetting van stof bij het hanteren van een stoffig product PROC0 Overige

63 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling 63 Descriptorlijst voor milieu-emissiecategorieën (ERC) De ERC-categorieën zijn bedoeld om de kenmerken van een gebruik te labelen van een gebruik op basis van diverse aspecten die relevant zijn uit milieuperspectief: 1. De levenscyclusfase waarin een gebruik plaatsvindt. De levenscyclusfase heeft te maken met een specifiek type emissies/vrijgave van het overeenkomstige gebruik: Van fabricage en formuleren of herverpakken kan verwacht worden dat deze plaatsvinden onder omstandigheden die verlies naar afval of afvalwater tot een minimum beperken en overbrenging naar de volgende fase maximaliseren Differentiatie op basis van wanneer een gebruik wordt beschouwd: i) als plaats vindend in (grote) industriële puntbronnen (waar er van kan worden uitgegaan dat de algemene capaciteit om emissies naar lucht en afvalwater technisch te beheersen aanwezig is) ii) als wijdverbreid, en vrijgave kan worden beschouwd als zijnde gelijk verspreid over Europa, grotendeels gecorreleerd aan het aantal burgers dat in een rivier loost. Differentiatie op basis of een stof al dan aan de economische levensduur gaat deelnemen 2. Het technisch lot van de stof dat resulteert uit het gebruik. Dit geeft aan of een stof deel zal gaan uitmaken van een voorwerp, verbruikt wordt (door reactie) bij gebruik en/of naar verwachting zal worden vrijgegeven aan bodem, water, lucht of afval. Er wordt rekening gehouden met de volgende aspecten: De stof (in niet verder omgezette of gereageerde vorm) wordt onderdeel van een voorwerp (met inbegrip van opgedroogde/uitgeharde mengsels), 27 ofwel omdat het een functie vervult in het voorwerp of omdat het zonder functie (uit een eerdere fase van de levenscyclus) in het voorwerp achterblijft. De stof gedraagt zich als een verwerkingshulpmiddel en wordt geen deel van het voorwerp. Deze wordt vrijgegeven (in niet verder omgezette of gereageerde vorm) uit een industrieel proces (bijvoorbeeld oppervlakteactieve stof bij afwerken van textiel, oplosmiddel bij verfspuiten) of een niet-industrieel gebruik (bijvoorbeeld oplosmiddelen of oppervlakteactieve stof in reinigingsmiddelen) in afvalwater, luchtemissie, bodem en/of afval. Het is de bedoeling dat de stof fungeert als deel van een functionele vloeistof (bijvoorbeeld in hydraulische, warmteoverdracht- of smeersystemen). De stof maakt geen integraal deel uit van een voorwerp. De stof reageert op gebruik. De gereageerde vorm (of een ander omzettingsproduct) kan worden geloosd in het milieu of deel worden van het voorwerp. Afhankelijk van de snelheid en de aard van de reactie kan het zijn dat de oorspronkelijke stof niet meer beschikbaar is voor verdere 27 Indien de stof wordt gebruikt in gebouwen, constructies of delen daarvan, worden deze op dezelfde manier gerapporteerd alsof deze in voorwerpen zijn gebruikt.

64 64 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling levenscyclusfasen of lozing in het milieu. In de beoordeling kunnen reactie/omzettingsproducten aan bod komen. 3. Gebruik binnen of buiten van een stof geeft aan of directe vrijgave naar nietindustriële bodem of oppervlaktewater relevant kan zijn. Voor voorwerpen wordt bovendien aangegeven dat verhoogde vrijgave van een voorwerpmatrix kan voorkomen vanwege verweringsomstandigheden. 4. Vermelding of voorwerpen worden gebruikt in vrijgave-bevorderende omstandigheden (zoals afslijten van banden of remschoenen) of wanneer de vrijgave van stoffen bedoeld is (bijvoorbeeld bij geparfumeerde voorwerpen). Ook de verwerking van voorwerpen met schurende technieken (bijv. schuren of het onder hoge druk verwijderen van coatings) valt onder dit criterium. Tabel R hieronder geeft een overzicht van de milieu-emissiecategorieën (ERC) die beschikbaar zijn voor elke levenscyclusfase. Tabel R bevat de volledige beschrijving van de milieu-emissiecategorieën, met inbegrip van hun naam, uitleg en voorbeelden. Ten slotte worden de werkflows voorgesteld die de beslissingsboom beschrijven voor de toekenning van ERC's voor elke levenscyclusfase 28 (Zie Figuur R.12-4 tot Figuur R.12-7) 28 Duidelijkheid over het toepassingsgebied van elk van de levenscyclusfasen wordt verstrekt in PuntR

65 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling 65 Tabel R.12-12: Overzicht van de milieu-emissiecategorieën (ERC) die beschikbaar zijn voor elke levenscyclusfase Let op: in Tabel R hieronder staan de ERC's niet in genummerde volgorde. Dit is om de logica van de ERC-differentiatie duidelijk te maken. Code Naam LCS: Fabricage ERC1 Fabricage van de stof LCS: Formuleren of herverpakken ERC2 ERC3 Formuleren in een mengsel Formuleren in een vaste matrix LCS: Gebruik op industriële locaties ERC4 ERC6b ERC6a ERC6c ERC6d ERC5 ERC7 Gebruik van niet-reactief verwerkingshulpmiddel op industriële locatie (geen opname in of op voorwerp) Gebruik van reactief verwerkingshulpmiddel op industriële locatie (geen opname in of op voorwerp) Gebruik van tussenproduct Gebruik van monomeer in polymerisatieprocessen op industriële locatie (al dan niet opname in of op voorwerp) Gebruik van reactieve procesregulator in polymerisatieprocessen op industriële locatie (al dan niet opname in of op voorwerp) Gebruik op industriële locatie leidend tot opname in of op voorwerp Gebruik van functionele vloeistoffen op industriële locatie LCS: wijdverbreid gebruik door professionele werknemers & LCS: Gebruik door consumenten wijdverbreid gebruik van niet-reactief verwerkingshulpmiddel (geen opname in of op ERC8a voorwerp, binnen) wijdverbreid gebruik van niet-reactief verwerkingshulpmiddel (geen opname in of op ERC8d voorwerp, buiten) wijdverbreid gebruik van reactief verwerkingshulpmiddel (geen opname in of op ERC8b voorwerp, binnen) wijdverbreid gebruik van reactief verwerkingshulpmiddel (geen opname in of op ERC8e voorwerp, buiten) ERC8c ERC8f ERC9a ERC9b wijdverbreid gebruik leidend tot opname in of op voorwerp (binnen) wijdverbreid gebruik leidend tot opname in of op voorwerp (buiten) wijdverbreid gebruik van functionele vloeistof (binnen) wijdverbreid gebruik van functionele vloeistof (buiten) LCS: Economische levensduur ERC10a ERC11a ERC10b ERC11b ERC12a ERC12b ERC12c wijdverbreid gebruik van voorwerpen met lage vrijgave (buiten) wijdverbreid gebruik van voorwerpen met lage vrijgave (binnen) wijdverbreid gebruik van voorwerpen met hoge of bedoelde vrijgave (buiten) wijdverbreid gebruik van voorwerpen met hoge of bedoelde vrijgave (binnen) Verwerken van voorwerpen op industriële locaties met lage vrijgave Verwerken van voorwerpen op industriële locaties met hoge vrijgave Gebruik van voorwerpen op industriële locaties met lage vrijgave

66 66 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling Tabel R.12-13: Descriptorlijst voor milieu-emissiecategorieën (ERC) Code Naam Toelichting en voorbeelden ERC1 Fabricage van de stof ERC2 Formuleren in een mengsel Van toepassing op gebruik in alle typen formuleringsindustrie; stof is gemengd in (chemische) mengsels Voorbeelden: formuleren van verf, huishoudelijke reinigingsmiddelen, smeermiddelen, brandstoffen, bulk chemische stoffen bestemd voor industrieel gebruik etc. ERC3 Formuleren in een vaste matrix Van toepassing op gebruik in formuleringsindustrie; stof is gemengd om fysiek of chemisch gebonden te worden in of op een vaste matrix Voorbeeld: formuleren van stablisatoren in basismengsels voor productie van polymeerpellets. ERC4 Gebruik van niet-reactief verwerkingshulpmiddel op industriële locatie (geen opname in of op voorwerp) Voorbeelden: Chemische verwerking waarbij de stof wordt gebruikt als oplosmiddel voor kristallisatie Productieactiviteiten waarbij de stof wordt gebruikt als reinigingsmiddel (oplosmiddel of oppervlakteactieve stof) Polymeer vormen/gieten waarbij de stof wordt gebruikt als anti-set-offmiddel

67 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling 67 ERC5 Gebruik op industriële locatie leidend tot opname in of op voorwerp Opname van de stof of omzettingsproduct(en) in of op voorwerpen Voorbeelden: Gebruik van bindmiddel en procesregulatoren in verf en coatings of kleefmiddelen Gebruik van verf in textiel, stoffen en producten van leer Gebruik van metalen in coatings die aangebracht worden door middel van galvaniseerprocessen Gebruik van weekmakers, pigmenten of brandvertragende middelen in voorwerpmatrix of coatings op voorwerpen Dit omvat ook gebruik waarbij de stof in het voorwerp blijft nadat het eerder is gebruikt als verwerkingshulpmiddel (bijvoorbeeld stabilisatoren tegen coagulatie bij verwarming in plasticverwerking). ERC6a Gebruik van tussenproduct De stof wordt gebruikt om een andere stof te fabriceren Voorbeelden: Gebruik van chemische bouwblokken (grondstoffen) bij de synthese van landbouwchemicaliën, farmaceutische producten, etc. Gebruik van cyclopentanon in de synthese van cyclopentanol ERC6b Gebruik van reactief verwerkingshulpmiddel op industriële locatie (geen opname in of op voorwerp) De stof of haar omzettingsproduct(en) worden niet opgenomen in of op een voorwerp; stof reageert bij gebruik Voorbeelden: Gebruik van bleekmiddelen in textiel- en papierindustrie Gebruik van katalysatoren ERC6c Gebruik van monomeer in polymerisatieprocessen op industriële locatie (al dan niet opname in of op voorwerp) De stof wordt gebruikt als monomeer in de productie van polymeren (harsen, plastics (thermoplasten)) Voorbeelden: Gebruik van vinylchloridemonomeren bij de productie van PVC. Gebruik van monomeren in de productie van harsen

68 68 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling ERC6d Gebruik van reactieve procesregulator in polymerisatieprocessen op industriële locatie (al dan niet opname in of op voorwerp) De stof wordt gebruikt als procesregulator (bijvoorbeeld crosslinkmiddelen, harders) voor het polymerisatieproces - productie van harsen, thermosets, rubbers, polymeren Voorbeelden: Gebruik van styreen in polyesterproductie Gebruik van vulcanisatiemiddelen bij de productie van rubbers Gebruik van katalysatoren ERC7 Gebruik van functionele vloeistoffen op industriële locatie De stof wordt gebruikt als functionele vloeistof en komt niet in contact met producten; stof zit vervat tijdens het gebruik. Voorbeelden: Gebruik van motor- en machineolie Gebruik van vloeistoffen in hydraulische systemen en warmtetransportsystemen Dit omvat niet de gevallen waar een stof/mengsel een integraal deel van een artikel (bijvoorbeeld batterijen) is Dit omvat niet gebruik waarbij stoffen worden gebruikt als verwerkingshulpmiddelen of reactieve stoffen in chemische processen (zie ERC 6a tot 6d) voorwerpen worden behandeld met verwerkingshulpmiddelen (bijvoorbeeld reiniging van metalen delen of reiniging van textiel) (zie ERC 4) ERC8a wijdverbreid gebruik van niet-reactief verwerkingshulpmiddel (geen opname in of op voorwerp, binnen) Geldt voor gebruik door het grote publiek of door professionele werknemers Gebruik leidt (doorgaans) tot vrijgave in de lucht of in het rioleringssysteem Voorbeelden: Product dat in de afvoer terecht komt zoals bijvoorbeeld gebruik van detergenten bij het wassen van textiel, gebruik van wasmachinevloeistoffen en toiletreinigers, gebruik van auto- en fietsverzorgingsproducten (polijstmiddelen, smeermiddelen, ontdooiers) Gebruik van oplosmiddelen in verf en kleefmiddelen Gebruik van geurmiddelen en spuitbusdrijfgassen in luchtverfrissers.

69 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling 69 ERC8b wijdverbreid gebruik van reactief verwerkingshulpmiddel (geen opname in of op voorwerp, binnen) Geldt voor gebruik door het grote publiek of door professionele werknemers Voorbeeld: Gebruik van natriumhypochloriet in toiletreinigers, bleekmiddelen in textielwasproducten, waterstofperoxide in tandverzorgingsproducten. ERC8c wijdverbreid gebruik leidend tot opname in of op voorwerp (binnen) Geldt voor gebruik door het grote publiek of door professionele werknemers; stof of omzettingsproducten is/zijn fysiek of chemisch gebonden in of op een voorwerp Voorbeelden: Gebruik van bindmiddel of procesregulatoren in verf en coatings of kleefmiddelen Gebruik van verf tijdens het verven van textiel ERC8d wijdverbreid gebruik van niet-reactief verwerkingshulpmiddel (geen opname in of op voorwerp, buiten) Geldt voor gebruik door het grote publiek of door professionele werknemers Voorbeelden: Gebruik van auto- of fietsverzorgingsproducten (polijstmiddelen, vetten, ontdooiers, detergenten), gebruik van zeer vluchtige oplosmiddelen in verf en kleefmiddelen ERC8e wijdverbreid gebruik van reactief verwerkingshulpmiddel (geen opname in of op voorwerp, buiten) Geldt voor gebruik door het grote publiek of door professionele werknemers Voorbeeld: gebruik van natriumhypochloriet of waterstofperoxide voor schoonmaken (bouwmateriaal) ERC8f wijdverbreid gebruik leidend tot opname in of op voorwerp (buiten) Geldt voor gebruik door het grote publiek of door professionele werknemers; stof of omzettingsproducten is/zijn fysiek of chemisch gebonden in of op een voorwerp Voorbeeld: Gebruik van bindmiddel of procesregulatoren in verf en coatings of kleefmiddelen tijdens toepassing

70 70 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling ERC9a wijdverbreid gebruik van functionele vloeistof (binnen) Geldt voor gebruik door het grote publiek of door professionele werknemers; de stof wordt gebruikt als functionele vloeistof en komt niet in contact met producten; stof zit vervat tijdens het gebruik. Voorbeeld: Gebruik van stof in oliegevulde elektrische kachels Dit omvat niet de gevallen waar een stof/mengsel een integraal deel van een artikel (bijvoorbeeld batterijen) is ERC9b wijdverbreid gebruik van functionele vloeistof (buiten) Geldt voor gebruik door het grote publiek of door professionele werknemers; de stof wordt gebruikt als functionele vloeistof en komt niet in contact met producten; stof zit vervat tijdens het gebruik. Voorbeelden: Motorolie Remvloeistoffen in autoremsystemen Vloeistoffen/gassen in airconditioningsystemen Dit omvat niet de gevallen waar een stof/mengsel een integraal deel van een artikel (bijvoorbeeld batterijen) is ERC10a wijdverbreid gebruik van voorwerpen met lage vrijgave (buiten) Geldt voor gebruik door het grote publiek of door professionele werknemers waarbij er geen bedoelde vrijgave is van de geregistreerde stof en waar de gebruiksomstandigheden vrijgave niet bevorderen. Voorbeeld: Economische levensduur van metalen, houten en plastic constructie- en bouwmateriaal (goten, afvoer, frames, etc.) Auto-accu's ERC10b wijdverbreid gebruik van voorwerpen met hoge of bedoelde vrijgave (buiten) Geldt voor gebruik door het grote publiek of door professionele werknemers waarbij het de bedoeling is dat de geregistreerde stof wordt vrijgegeven of waar de gebruiksomstandigheden vrijgave bevorderen. Geldt ook voor verwerking door het grote publiek of door professionele werknemers waar stoffen in of op voorwerpen (al dan niet bedoeld) worden vrijgegeven uit/met de voorwerpmatrix door verwerking. Voorbeelden: Economische levensduur van banden en remschoenen in vrachtwagens of auto's Stoffen die vrijgegeven worden van voorwerpen tijdens werkzaamheden bij hoge temperatuur

71 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling 71 ERC11a wijdverbreid gebruik van voorwerpen met lage vrijgave (binnen) Geldt voor gebruik door het grote publiek of door professionele werknemers waarbij er geen bedoelde vrijgave is van de geregistreerde stof en waar de gebruiksomstandigheden vrijgave niet bevorderen. Voorbeelden: Niet-vluchtige stoffen in vloeren, meubels, speelgoed, bouwmateriaal, gordijnen, schoeisel, leerproducten, papier- en kartonproducten (tijdschriften, boeken, kranten en inpakpapier), elektronische apparatuur (behuizing). ERC11b wijdverbreid gebruik van voorwerpen met hoge of bedoelde vrijgave (binnen) Geldt voor gebruik door het grote publiek of door professionele werknemers waarbij het de bedoeling is dat de geregistreerde stof wordt vrijgegeven of waar de gebruiksomstandigheden vrijgave bevorderen. Geldt ook voor verwerking door het grote publiek of door professionele werknemers waar stoffen in of op voorwerpen (al dan niet bedoeld) worden vrijgegeven uit/met de voorwerpmatrix door verwerking. Voorbeelden: Stoffen vrijgegeven uit stoffen, textiel (kleding, tapijten) tijdens het wassen. Geurmiddelen in geparfumeerde artikelen (speelgoed, papier, maandverbanden...) ERC12a Verwerken van voorwerpen op industriële locaties met lage vrijgave Geldt voor gebruik op industriële locaties waar stoffen in of op voorwerpen (al dan niet bedoeld) worden vrijgegeven uit/met de voorwerpmatrix door verwerking door werknemers; vrijgave blijft laag. Voorbeelden: het knippen van textiel, knippen, machinaal bewerken of slijpen van metaal of polymeren in de technische industrie. ERC12b Verwerken van voorwerpen op industriële locaties met hoge vrijgave Geldt voor gebruik op industriële locaties waar stoffen in of op voorwerpen (al dan niet bedoeld) worden vrijgegeven uit/met de voorwerpmatrix door verwerking door werknemers; vrijgave is hoog Voorbeelden: Stoffen die vrijgegeven worden van voorwerpen tijdens slijpactiviteiten of afbijten van verf door korrelstralen (naar verwachting met veel stof) Stoffen die vrijgegeven worden van voorwerpen tijdens processen bij hoge temperatuur

72 72 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling ERC12c Gebruik van voorwerpen op industriële locaties met lage vrijgave Geldt voor gebruik van voorwerpen op industriële locaties waarbij stoffen die zijn opgenomen in of op voorwerpen niet bedoeld zijn om te worden vrijgegeven en waar de gebruiksomstandigheden vrijgave niet bevorderen. Voorbeelden: Machines en toestellen op industriële locaties Let op: wanneer een voorwerp wordt gebruikt op een industriële locatie maar ook in dezelfde omstandigheden door professionele werknemers of consumenten (bijvoorbeeld pennen, platen, mobiele telefoons), dan dient een dergelijk gebruik niet te worden gerapporteerd met ERC12c. Dat gebruik kan worden gerapporteerd met de ERC-categorieën die overeenstemmen met wijdverbreid gebruik van voorwerpen.

73 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling 73 Figuur R.12-4: Algemeen overzicht en beslissingsboom voor ERC toewijzing voor de levenscyclusfasen fabricage en formuleren of herverpakken Fabricage ERC1 Opnemen in een mengsel ERC2 Formuleren Opnemen in een mengsel in een vaste matrix ERC3 Levenscyclusfase relevant voor gebruik? Gebruik op industriële locatie Zie de volgende stappen in figuur R.12-5 Wijdverbreid gebruik door professionele medewerkers Zie de volgende stappen in figuur R.12-6 Gebruik door consumenten Zie de volgende stappen in figuur R.12-6 Economische levensduur Zie de volgende stappen in figuur R.12-7

74 74 Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling Figuur R.12-5: Beslissingsboom voor ERC toewijzing voor de levenscyclusfase 'gebruik op industriële locatie' «Gebr uik op industriële locatie» Stof wordt gebruikt als monomeer voor polymeerproductie in processen die leiden tot opname in of op voorwerpen ERC6c Opname van de stof of omzettingsproduct(en) in of op voorwerpen Yes Stof wordt gebruikt als procesregulator voor polymerisatie in processen die leiden tot opname in of op voorwerpen ERC6d Nee Overige ERC5 Stof gebruikt als functionele vloeistof? Ja ERC7 Nee Stof reageert op gebruik? Nee ERC4 Ja Stof wordt gebruikt als tussenproduct Stof wordt gebruikt als monomeer voor polymeerproductie Stof wordt gebruikt als procesregulator voor polymerisatie Overige ERC6a ERC6c ERC6d ERC6b

Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling. Hoofdstuk R.12: Gebruiksdescriptorsysteem

Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling. Hoofdstuk R.12: Gebruiksdescriptorsysteem Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling Hoofdstuk R.12: Gebruiksdescriptorsysteem Versie 2 Maart 2010 JURIDISCHE MEDEDELING Dit document bevat een toelichting op de verplichtingen

Nadere informatie

Informatie verzamelen over vervaardiging en gebruik

Informatie verzamelen over vervaardiging en gebruik Informatie verzamelen over vervaardiging en gebruik Samenstelling van een dossier door een mederegistrant HelpNet-webinar over gezamenlijke indiening mederegistranten 28 en 29 april 2010 Pedro Roselló

Nadere informatie

Wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling (O&O) en onderzoek en ontwikkeling gericht op producten en procedés (PPORD)

Wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling (O&O) en onderzoek en ontwikkeling gericht op producten en procedés (PPORD) BEKNOPT RICHTSNOER Wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling (O&O) en onderzoek en ontwikkeling gericht op producten en procedés (PPORD) In dit document wordt in eenvoudige bewoordingen toegelicht welke

Nadere informatie

BEKNOPT RICHTSNOER. Downstreamgebruikers

BEKNOPT RICHTSNOER. Downstreamgebruikers BEKNOPT RICHTSNOER In dit document wordt in eenvoudige bewoordingen uitgelegd welke verplichtingen downstreamgebruikers moeten nakomen om aan de REACH-verordening te voldoen Versie 1.0 December 2013 2

Nadere informatie

Webinar hoofdregistrant CSA/CSR (I) Deel 1 Inleiding chemische veiligheidsbeoordeling (CSA) 9 maart 2010. Wim De Coen, ECHA. http://echa.europa.

Webinar hoofdregistrant CSA/CSR (I) Deel 1 Inleiding chemische veiligheidsbeoordeling (CSA) 9 maart 2010. Wim De Coen, ECHA. http://echa.europa. Webinar hoofdregistrant CSA/CSR (I) Deel 1 Inleiding chemische veiligheidsbeoordeling (CSA) 9 maart 2010 Wim De Coen, ECHA Overzicht Wettelijke vereisten: wanneer is een chemische veiligheidsbeoordeling

Nadere informatie

Opstellen van veiligheidsinformatiebladen

Opstellen van veiligheidsinformatiebladen B E K N O P T R I C H T S N O E R Opstellen van Dit document heeft tot doel om in eenvoudige bewoordingen de hoofdbeginselen en verplichtingen toe te lichten voor het opstellen en verstrekken van volgens

Nadere informatie

Colloquium Preventie van risico s van kankerverwekkende stoffen op het werk dinsdag 30 mei 2017

Colloquium Preventie van risico s van kankerverwekkende stoffen op het werk dinsdag 30 mei 2017 1 Colloquium Preventie van risico s van kankerverwekkende stoffen op het werk dinsdag 30 mei 2017 Brussel FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, zaal STORCK reach@milieu.belgie.be 2 Registratiedossier

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 144/27 VERORDENING (EU) 2016/863 VAN DE COMMISSIE van 31 mei 2016 tot wijziging van de bijlagen VII en VIII bij Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake de registratie

Nadere informatie

Richtsnoer voor downstreamgebruikers

Richtsnoer voor downstreamgebruikers RICHTSNOEREN versie 2.1 oktober 2014 Annankatu 18, P.O. Box 400, FI-00121 Helsinki, Finland Tel. +358 9 686180 Fax +358 9 68618210 echa.europa.eu 2 versie 2.1 oktober 2014 JURIDISCHE MEDEDELING Het document

Nadere informatie

Webinar hoofdregistrant CSA/CSR (I)

Webinar hoofdregistrant CSA/CSR (I) Webinar hoofdregistrant CSA/CSR (I) Deel 3 Geïdentificeerd gebruik Blootstellingsbeoordeling Risicokarakterisering Hulpmiddelen en begeleiding 9 maart 2010 Hélène Magaud, ECHA Overzicht Wettelijk kader

Nadere informatie

Belangrijke aspecten CLP voor hoofdregistranten

Belangrijke aspecten CLP voor hoofdregistranten Belangrijke aspecten CLP voor hoofdregistranten Webinar voor hoofdregistranten 9 april 2010 Anja Klauk Begeleiding & helpdesks Europees Agentschap voor chemische stoffen Toepassingsgebied REACH Vanaf 1

Nadere informatie

Inhoud van artikel REACH. Artikel van REACH. Strafrechtelijk optreden. Schriftelijke Waarschuwing alvorens optreden. Bestuursrechtelijk optreden

Inhoud van artikel REACH. Artikel van REACH. Strafrechtelijk optreden. Schriftelijke Waarschuwing alvorens optreden. Bestuursrechtelijk optreden SCHEMA I afdoening artikelen en categorie-indeling WED Artikel Inhoud artikel Art. 5 Verbod om stoffen als zodanig of in preparaten of in voorwerpen te vervaardigen of in de handel te brengen indien zij

Nadere informatie

INHOUD. Woord vooraf... v Ten geleide... vii Lijst van schema s... xv Lijst van verkort geciteerde bronnen en andere afkortingen...

INHOUD. Woord vooraf... v Ten geleide... vii Lijst van schema s... xv Lijst van verkort geciteerde bronnen en andere afkortingen... INHOUD Woord vooraf.......................................................... v Ten geleide........................................................... vii Lijst van schema s.....................................................

Nadere informatie

Richtsnoer voor afval en teruggewonnen stoffen

Richtsnoer voor afval en teruggewonnen stoffen Richtsnoer voor afval en teruggewonnen stoffen Versie: 2 Mei 2010 JURIDISCHE MEDEDELING Dit document bevat een toelichting op de verplichtingen in het kader van REACH en legt uit hoe aan deze verplichtingen

Nadere informatie

Europese Economische Ruimte

Europese Economische Ruimte Met de verordening 1907/2006 (Registratie, Evaluatie, Autorisatie en beperkingen van CHemische stoffen of kortweg REACH) wordt sinds 1 juni 2007 de registratie, beoordeling, autorisatie en beperkingen

Nadere informatie

REACH Een introductie in de nieuwe EU-wetgeving voor chemische stoffen voor leveranciers van Akzo Nobel

REACH Een introductie in de nieuwe EU-wetgeving voor chemische stoffen voor leveranciers van Akzo Nobel REACH Een introductie in de nieuwe EU-wetgeving voor chemische stoffen voor leveranciers van Akzo Nobel REACH staat voor Registratie, Evaluatie, Autorisatie en beperking van Chemische stoffen Wat is REACH?

Nadere informatie

REACH: Nieuwe regels voor chemische stoffen Informatie voor distributeurs (handelaren) van chemische stoffen, preparaten en/of stoffen in voorwerpen

REACH: Nieuwe regels voor chemische stoffen Informatie voor distributeurs (handelaren) van chemische stoffen, preparaten en/of stoffen in voorwerpen REACH: Nieuwe regels voor chemische stoffen Informatie voor distributeurs (handelaren) van chemische stoffen, preparaten en/of stoffen in voorwerpen REACH: Nieuwe regels voor chemische stoffen Informatie

Nadere informatie

Exposure Scenarios (ES) in het esds

Exposure Scenarios (ES) in het esds Exposure Scenarios (ES) in het esds hoe zien ze eruit? welke informatie bevatten ze? hoe pas je ze toe in de praktijk? Dook Noij NVvA symposium, Zeist, 13 april 2011 1 Inhoud van de presentatie Introductie

Nadere informatie

Reach en GHS. 11 februari 2010 / Utrecht

Reach en GHS. 11 februari 2010 / Utrecht Reach en GHS 11 februari 2010 / Utrecht Supertanker REACH Little dingy GHS Voor diegene die met GHS moet werken wordt de dingy steeds groter. Inhoud 1. Reach 2. Korte terugblik 3. Eerste registratie 4.

Nadere informatie

De Nederlandse rubber- en kunststofindustrie

De Nederlandse rubber- en kunststofindustrie De Nederlandse rubber- en kunststofindustrie jaaromzet 7,5 miljard 95% MKB werkgelegenheid ongeveer 40.000 internationaal georiënteerd 60% van de 7,5 miljard bestaat uit export Grote sectoren zijn verpakkingen,

Nadere informatie

ViB2.0 VERANDERINGEN IN DE WERELD VAN HET VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD. Ivo Erens Dangerous Substances Communication advies.

ViB2.0 VERANDERINGEN IN DE WERELD VAN HET VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD. Ivo Erens Dangerous Substances Communication advies. ViB2.0 VERANDERINGEN IN DE WERELD VAN HET VEILIGHEIDSINFORMATIEBLAD 1 Ivo Erens Dangerous Substances Communication info@ondersteuning advies.nl Programma Wat bespreken we + Het + Het ontvangen van het

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN L 139/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN http://www.emis.vito.be d.d. 05-06-2015 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/864 VAN DE COMMISSIE van 4 juni 2015 tot wijziging van Verordening (EG) nr.

Nadere informatie

Richtsnoer voor het samenstellen van veiligheidsinformatiebladen

Richtsnoer voor het samenstellen van veiligheidsinformatiebladen Richtsnoer voor het samenstellen van veiligheidsinformatiebladen Versie 1.1 december 2011 JURIDISCHE MEDEDELING In dit document wordt beschreven wat de verplichtingen zijn in het kader van REACH en hoe

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Publicatieblad van de Europese Unie. (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 5.6.2015 L 139/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2015/864 VAN DE COMMISSIE van 4 juni 2015 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 340/2008 betreffende de aan het

Nadere informatie

Wat houdt REACH in? Wat zijn gevaarlijke stoffen?

Wat houdt REACH in? Wat zijn gevaarlijke stoffen? Wat houdt REACH in? Het Registreren, Evalueren en Autoriseren van Chemische stoffen (REACH) is een Europese Verordening, oftewel een wet waarop wordt gehandhaafd. In eerste instantie is het doel van REACH

Nadere informatie

Richtsnoer voor downstreamgebruikers

Richtsnoer voor downstreamgebruikers Richtsnoer voor downstreamgebruikers Januari 2008 Richtsnoer voor de uitvoering van REACH JURIDISCHE MEDEDELING In dit document wordt beschreven wat de verplichtingen zijn in het kader van REACH en hoe

Nadere informatie

Impact van de REACH verordening op de zorginstellingen Jean-Pierre FEYAERTS 7 juni 2012

Impact van de REACH verordening op de zorginstellingen Jean-Pierre FEYAERTS 7 juni 2012 Impact van de REACH verordening op de zorginstellingen Jean-Pierre FEYAERTS 7 juni 2012 De REACH verordening (1907/2006) Artikel 1 (1) van REACH definieert de doelstellingen: Het doel van deze verordening

Nadere informatie

REACH: Nieuwe regels voor chemische stoffen. Informatie voor producenten van chemische preparaten en/of stoffen in voorwerpen

REACH: Nieuwe regels voor chemische stoffen. Informatie voor producenten van chemische preparaten en/of stoffen in voorwerpen REACH: Nieuwe regels voor chemische stoffen Informatie voor producenten van chemische preparaten en/of stoffen in voorwerpen REACH: Nieuwe regels voor chemische stoffen Informatie voor producenten van

Nadere informatie

Bent u klaar voor de nieuwe Europese chemiewetgeving?

Bent u klaar voor de nieuwe Europese chemiewetgeving? Bent u klaar voor de nieuwe Europese chemiewetgeving? Geachte relatie, Brenntag maakt serieus werk van REACH en we doen dat graag in nauwe samenwerking met onze klanten en leveranciers. Als één van s werelds

Nadere informatie

Richtsnoer voor de identificatie en benaming van stoffen op grond van REACH en CLP

Richtsnoer voor de identificatie en benaming van stoffen op grond van REACH en CLP B E K N O P T R I C H T S N O E R Richtsnoer voor de identificatie en benaming van stoffen op grond van REACH en CLP In dit document wordt in eenvoudige bewoordingen uitgelegd wat de belangrijkste uitgangspunten

Nadere informatie

Richtsnoer over afvalstoffen en teruggewonnen stoffen

Richtsnoer over afvalstoffen en teruggewonnen stoffen Ref.: ECHA-2010-GF-01-NL Datum: 09/06/2010 Taal: Nederlands Richtsnoer over afvalstoffen en teruggewonnen stoffen Het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) zal een reeks factsheets (informatiebladen)

Nadere informatie

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 19.1.2017 COM(2017) 23 final 2017/0010 (NLE) Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van bijlage III bij Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de

Nadere informatie

Richtsnoer voor het samenstellen van veiligheidsinformatiebladen

Richtsnoer voor het samenstellen van veiligheidsinformatiebladen RICHTSNOER Richtsnoer voor het samenstellen van veiligheidsinformatiebladen Versie 3.0 augustus 2015 2 Richtsnoer voor het samenstellen van veiligheidsinformatiebladen Versie 3.0 augustus 2015 JURIDISCHE

Nadere informatie

Update REACH. Jolanda Neeft Branchecoordinator NRK. 11 sept

Update REACH. Jolanda Neeft Branchecoordinator NRK. 11 sept Jolanda Neeft Branchecoordinator NRK www.nrk.nl 1 Inhoud Verschillende soorten lijsten & processen: Kandidatenlijst Autorisatielijst Annex XIV Restrictielijst Annex XVII CoRAP (Community Rolling Action

Nadere informatie

BESLUITEN. (Kennisgeving geschied onder nummer C(2016) 4141)

BESLUITEN. (Kennisgeving geschied onder nummer C(2016) 4141) L 186/13 BESLUITEN UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2016/1115 VAN DE COMMISSIE van 7 juli 2016 tot vaststelling van een formulier voor de indiening door het Europees Agentschap voor chemische stoffen van informatie

Nadere informatie

PREBES Back 2 basics

PREBES Back 2 basics PREBES Back 2 basics Christel Swinnen Preventieadviseur Arbeidshygiëne 19.02.2019 Chemische agentia Regelgeving Europees o CLP: Classification, Labelling and Packaging of chemicals waarborgt dat werknemers

Nadere informatie

MILIEU- & PREVENTIEFLITS

MILIEU- & PREVENTIEFLITS DOC-125-versie01 31/05/2012 MILIEU- & PREVENTIEFLITS EVALUATIE, COMMUNICATIE EN DOCUMENTATIE NA ONTVANGST esds In deze milieu en preventieflits wordt toegelicht hoe u kan beoordelen of de beschrijvingen

Nadere informatie

ECHA zal dit document binnenkort bijwerken om rekening te houden met het arrest van het Hof van Justitie van 10 september 2015 in zaak C-106/14.

ECHA zal dit document binnenkort bijwerken om rekening te houden met het arrest van het Hof van Justitie van 10 september 2015 in zaak C-106/14. Bericht ECHA zal dit document binnenkort bijwerken om rekening te houden met het arrest van het Hof van Justitie van 10 september 2015 in zaak C-106/14. Het arrest verduidelijkt de reikwijdte van de verplichtingen

Nadere informatie

Richtsnoer voor tussenproducten

Richtsnoer voor tussenproducten Richtsnoer voor tussenproducten Versie: 2 December 2010 JURIDISCHE MEDEDELING Dit document bevat een toelichting op de verplichtingen onder REACH en legt uit hoe deze verplichtingen moeten worden nagekomen.

Nadere informatie

MinisKrie van Economische Zaken en Klimaat

MinisKrie van Economische Zaken en Klimaat ç» A hj MinisKrie van Economische Zaken en Klimaat > Retouradres Postbus 24037 2490 AA Den Haag Nedmag B.V. de heer Postbus 241 9640 AE VEENDAM Bezoekadres Henri Faasdreef 312 2492 JP Den Haag Postadres

Nadere informatie

REACH Exposure Scenario Check Workshop pragmatische aanpak

REACH Exposure Scenario Check Workshop pragmatische aanpak REACH Exposure Scenario Check Workshop pragmatische aanpak Evelyn Tjoe Nij DOW chemical Dook Noij Paul van de Sandt Shell Erik Kateman Aspen Oss B.V. Koen Verbist Cosanta NVvA symposium 10 april 2019 Dow.com

Nadere informatie

Wat betekent EU-GHS voor u?

Wat betekent EU-GHS voor u? Rijksoverheid Wat betekent EU-GHS voor u? Vergunningverleners Een vergunningaanvraag mag niet in strijd zijn met EU-GHS. Het is daarom van belang dat u de bepalingen van EU-GHS kent en begrijpt. EU-GHS

Nadere informatie

Communiceren met ECHA bij dossierbeoordeling. Wegwijzer 12

Communiceren met ECHA bij dossierbeoordeling. Wegwijzer 12 Communiceren met ECHA bij dossierbeoordeling Wegwijzer 12 2 Communiceren met ECHA bij dossierbeoordeling JURIDISCHE MEDEDELING Dit document bevat een toelichting op de verplichtingen in het kader van REACH

Nadere informatie

Het gebruik van alternatieven voor dierproeven ten behoeve van REACH

Het gebruik van alternatieven voor dierproeven ten behoeve van REACH Ref.: ECHA-11-FS-06-NL ISBN-13: 978-92-9217-609-9 Het gebruik van alternatieven voor dierproeven ten behoeve van REACH Een van de hoofdredenen voor het uitwerken en aannemen van de REACH-verordening was

Nadere informatie

Wat betekent EU-GHS voor u?

Wat betekent EU-GHS voor u? Rijksoverheid Wat betekent EU-GHS voor u? Producenten van voorwerpen Als u explosieve stoffen of mengsels in voorwerpen verwerkt, moet u deze indelen, etiketteren en verpakken volgens de voorschriften

Nadere informatie

Datum van inontvangstneming : 08/04/2014

Datum van inontvangstneming : 08/04/2014 Datum van inontvangstneming : 08/04/2014 Vertaling C-106/14-1 Datum van indiening: 6 maart 2014 Verwijzende rechter: Zaak C-106/14 Verzoek om een prejudiciële beslissing Conseil d État (Frankrijk) Datum

Nadere informatie

REACH: Nieuwe regels voor chemische stoffen. Informatie voor fabrikanten (producenten) en importeurs van chemische stoffen

REACH: Nieuwe regels voor chemische stoffen. Informatie voor fabrikanten (producenten) en importeurs van chemische stoffen REACH: Nieuwe regels voor chemische stoffen Informatie voor fabrikanten (producenten) en importeurs van chemische stoffen REACH: Nieuwe regels voor chemische stoffen Informatie voor fabrikanten (producenten)

Nadere informatie

Wat betekent EU-GHS voor u?

Wat betekent EU-GHS voor u? Rijksoverheid Wat betekent EU-GHS voor u? Informatie voor fabrikanten U moet alle stoffen die u in de handel brengt, indelen volgens de eisen van EU-GHS. Stoffen die niet in de handel verkrijgbaar zijn

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 28.02.2006 COM(2006) 89 definitief Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren (door de Commissie ingediend)

Nadere informatie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie Raad van de Europese Unie Brussel, 24 januari 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0010 (NLE) 5569/17 ENV 50 COMPET 37 VOORSTEL van: ingekomen: 19 januari 2017 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: de

Nadere informatie

Vereisten voor stoffen in voorwerpen

Vereisten voor stoffen in voorwerpen B E K N O P T R I C H T S N O E R Vereisten voor stoffen in In dit document wordt in eenvoudige bewoordingen uitgelegd wat de belangrijkste vereisten zijn voor stoffen in. Versie 3.0 december 2017 2 Beknopt

Nadere informatie

REACh-GHS/CLP in de praktijk

REACh-GHS/CLP in de praktijk REACh-GHS/CLP in de praktijk Sharon Sriram 8 december 2015 www.kluthe.nl 1 REACh EU wetgeving Registratie, Evaluatie, Autorisatie van Chemische stoffen R=Registration E=Evaluation Registratie van geproduceerde

Nadere informatie

Wat betekent EU-GHS voor u?

Wat betekent EU-GHS voor u? Rijksoverheid Wat betekent EU-GHS voor u? Distributeurs U moet een stof of mengsel dat als gevaarlijk is ingedeeld etiketteren en verpakken volgens de eisen van EU-GHS. Daarbij kunt u de indeling gebruiken

Nadere informatie

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 3.12.2018 C(2018) 7942 final VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 3.12.2018 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad inzake

Nadere informatie

Het nieuwe veiligheidsinformatieblad voor chemische producten

Het nieuwe veiligheidsinformatieblad voor chemische producten Het nieuwe veiligheidsinformatieblad voor chemische producten Tine Cattoor Advisor product policy VLARIP projectleader Easyfair Antwerpen - 30/03/2011 Geen gebruik zonder bronvermelding 1 Afkortingen C&L

Nadere informatie

REACH registratie 2018

REACH registratie 2018 REACH registratie 2018 WAT betekent het voor u als producent, importeur en afnemer van stoffen Jan Schüller (Eastman) Margaret Wouters (REACH helpdesk) Inhoud van de workshop 1. Rollen en verplichtingen

Nadere informatie

Preregistratie en registratie voor REACH: Vragen en antwoorden

Preregistratie en registratie voor REACH: Vragen en antwoorden MEMO/08/240 Brussel, 11 april 2008 Preregistratie en registratie voor REACH: Vragen en antwoorden Per 1 juni 2007 is de nieuwe EU-stoffenwetgeving REACH (Registration, Evaluation, Authorisation and Restriction

Nadere informatie

Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling

Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling Richtsnoer voor informatie-eisen en chemische veiligheidsbeoordeling Formaat blootstellingsscenario's in deel D : Opstellen van blootstellingsscenario s in deel F : CSR-formaat Versie: 2.1 november 2012

Nadere informatie

VERPLICHTE INFORMATIE WEGLATEN

VERPLICHTE INFORMATIE WEGLATEN VERPLICHTE INFORMATIE WEGLATEN Webinar over informatie-eisen 10 december 2009 Overzicht 1. Voldoen aan de informatie-eisen 2. Hoe kunt u verplichte informatie weglaten? 1. Specifieke regels voor aanpassing

Nadere informatie

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE. van EUROPESE COMMISSIE Brussel, 28.11.2017 C(2017) 7828 final GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) /... VAN DE COMMISSIE van 28.11.2017 tot wijziging van de bijlagen I en V bij Verordening (EU) nr. 649/2012 van het

Nadere informatie

Wegwijzer 8: Wijzigingen in de identiteit van rechtspersonen melden

Wegwijzer 8: Wijzigingen in de identiteit van rechtspersonen melden Wegwijzer 8: Wijzigingen in de identiteit van rechtspersonen melden JURIDISCHE KENNISGEVING Dit document bevat informatie over REACH: het verklaart de verplichtingen volgens REACH en adviseert hoe aan

Nadere informatie

Helsinki, 25 maart 2009 Doc: MB/12/2008 definitief

Helsinki, 25 maart 2009 Doc: MB/12/2008 definitief Helsinki, 25 maart 2009 Doc: MB/12/2008 definitief BESLUIT OVER DE TENUITVOERLEGGING VAN VERORDENING (EG) NR. 1049/2001 VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD INZAKE DE TOEGANG VAN HET PUBLIEK TOT DOCUMENTEN

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN 21.2.2015 NL L 50/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN VERORDENING (EU) 2015/282 VAN DE COMMISSIE van 20 februari 2015 tot wijziging van de bijlagen VIII, IX en X bij Verordening (EG) nr. 1907/2006

Nadere informatie

Algemene informatie over CLP

Algemene informatie over CLP Algemene informatie over CLP Webinar voor hoofdregistranten 9 april 2010 Gabriele Schöning Unit indeling Europees Agentschap voor chemische stoffen Structuur EU-wetgeving chemische stoffen en GHS of: waarom

Nadere informatie

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en) Conseil UE Raad van de Europese Unie Brussel, 19 mei 2017 (OR. en) Interinstitutioneel dossier: 2017/0010 (NLE) 8430/17 LIMITE PUBLIC ENV 375 COMPET 264 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft:

Nadere informatie

ECHA s 7-stappenplan voor een succesvolle registratie voor 2018

ECHA s 7-stappenplan voor een succesvolle registratie voor 2018 ECHA s 7-stappenplan voor een succesvolle registratie voor 2018 REACH-voorlichtingsmiddag "Begin op tijd" 17 juni 2016 Catherine Cornu Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) Wat verwachten we

Nadere informatie

Richtsnoeren voor het opstellen van een autorisatieaanvraag

Richtsnoeren voor het opstellen van een autorisatieaanvraag Richtsnoeren voor het opstellen van een autorisatieaanvraag Versie 1 Januari 2011 Richtsnoeren voor autorisatieaanvragen TER INFORMATIE: Dit is de enige authentieke versie van het richtsnoer. Ze heeft

Nadere informatie

De positie van CCB ten opzichte van REACH

De positie van CCB ten opzichte van REACH Op 1 juni 2008 is REACH in werking getreden, een nieuwe verordening met betrekking tot de registratie, de evaluatie en de autorisatie van chemische stoffen. Deze Europese verordening streeft ernaar de

Nadere informatie

Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Unie L 55/4 VERORDENING (EU) 2016/293 VAN DE COMMISSIE van 1 maart 2016 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 850/2004 van het Europees Parlement en de Raad betreffende persistente organische verontreinigende

Nadere informatie

Richtsnoer voor registratie

Richtsnoer voor registratie RICHTSNOER mei 2012 Versie 2.0 Richtsnoer voor de tenuitvoerlegging van REACH 2 Versie 2.0 mei 2012 Versie Wijzigingen Datum Versie 0 Eerste editie juni 2007 Versie 1 Eerste herziening 18/02/2008 Versie

Nadere informatie

REACH sessies E & L. Sessie E REACH Praktijkcheck REACH blootstellingsscenario s

REACH sessies E & L. Sessie E REACH Praktijkcheck REACH blootstellingsscenario s REACH sessies E & L Sessie E REACH Praktijkcheck REACH blootstellingsscenario s NVvA symposium 2019 10 april 2019 Koen Verbist (register arbeidshygiënist) Koen.verbist@cosanta.nl slide 1 Tweeluik Sessie

Nadere informatie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 13.1.2006 COM(2006) 2 definitief 2003/0165 (COD) MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT overeenkomstig artikel 251, lid 2, tweede alinea,

Nadere informatie

Hoe ga ik als downstreamgebruiker met blootstellingsscenario s om? Wegwijzer 13

Hoe ga ik als downstreamgebruiker met blootstellingsscenario s om? Wegwijzer 13 Hoe ga ik als downstreamgebruiker met blootstellingsscenario s om? Wegwijzer 13 Annankatu 18, P.O. Box 400, FI-00121 Helsinki, Finland Tel. +358 9 686180 Fax +358 9 68618210 echa.europa.eu JURIDISCHE

Nadere informatie

Registratie Evaluatie Autorisatie. CHemische. REACH en arbeidsomstandigheden. van. stoffen VROM / DGM / SAS. 15 de Symposium NVVA, 22-23

Registratie Evaluatie Autorisatie. CHemische. REACH en arbeidsomstandigheden. van. stoffen VROM / DGM / SAS. 15 de Symposium NVVA, 22-23 REACH en arbeidsomstandigheden Registratie Evaluatie Autorisatie van CHemische stoffen 15 de Symposium NVVA, 22-23 23 maart 2006, Zeist A.W. van der Wielen VROM / DGM / SAS Hoofdelementen van REACH Registratie

Nadere informatie

VERSLAG West-Vlaanderen Regio NOORD

VERSLAG West-Vlaanderen Regio NOORD VERSLAG West-Vlaanderen Regio NOORD Workshop Reach / CLP bij Genencor International (06/06/2017) Elke preventieadviseur heeft reeds gehoord over veiligheidsinformatiebladen die bij chemicaliën meegeleverd

Nadere informatie

REACH. Stoffen in voorwerpen. (Registration, Evaluation and Authorization of Chemicals) Jean-Marc Abbing Oktober 2008

REACH. Stoffen in voorwerpen. (Registration, Evaluation and Authorization of Chemicals) Jean-Marc Abbing Oktober 2008 REACH (Registration, Evaluation and Authorization of Chemicals) Stoffen in voorwerpen Jean-Marc Abbing Oktober 2008 Stoffen in voorwerpen - De wettekst - Tijdspad - Wat betekent dat? - Definities en de

Nadere informatie

(1999/C 55/06) MOTIVERING VAN DE RAAD

(1999/C 55/06) MOTIVERING VAN DE RAAD bron : Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen PB C 55 van 25/02/99 GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT (EG) Nr. 13/1999 door de Raad vastgesteld op 22 december 1998 met het oog op de aanneming van Richtlijn

Nadere informatie

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/9 VAN DE COMMISSIE

UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/9 VAN DE COMMISSIE L 3/41 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2016/9 VAN DE COMMISSIE van 5 januari 2016 betreffende het gezamenlijk indienen en het uitwisselen van gegevens overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het

Nadere informatie

L 107/6 Publicatieblad van de Europese Unie

L 107/6 Publicatieblad van de Europese Unie L 107/6 Publicatieblad van de Europese Unie 17.4.2008 VERORDENING (EG) Nr. 340/2008 VAN DE COMMISSIE van 16 april 2008 betreffende de aan het Europees Agentschap voor chemische stoffen te betalen vergoedingen

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst) (2014/313/EU)

(Voor de EER relevante tekst) (2014/313/EU) L 164/74 BESLUIT VAN DE COMMISSIE van 28 mei 2014 tot wijziging van de Besluiten 2011/263/EU, 2011/264/EU, 2011/382/EU, 2011/383/EU, 2012/720/EU en 2012/721/EU teneinde rekening te houden met de ontwikkelingen

Nadere informatie

Wat betekent EU-GHS voor u?

Wat betekent EU-GHS voor u? Rijksoverheid Wat betekent EU-GHS voor u? Informatie voor distributeurs U moet een stof of mengsel dat als gevaarlijk is ingedeeld etiketteren en verpakken volgens de eisen van EU-GHS. Daarbij kunt u de

Nadere informatie

Het plannen van uw registratie

Het plannen van uw registratie Het plannen van uw registratie 1 (11) Het plannen van uw registratie Inleiding Het registratieproces beslaat de periode vanaf de preregistratie tot het moment dat u met succes uw registratiedossier indient.

Nadere informatie

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN L 160/1 II (Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN http://www.emis.vito.be d.d.25-06-2018 UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2018/895 VAN DE COMMISSIE van 22 juni 2018 tot wijziging van Verordening (EG) nr.

Nadere informatie

Het opstellen van een chemischeveiligheidsrapport door downstreamgebruikers Wegwijzer 17

Het opstellen van een chemischeveiligheidsrapport door downstreamgebruikers Wegwijzer 17 Het opstellen van een chemischeveiligheidsrapport door downstreamgebruikers Wegwijzer 17 2 Het opstellen van een chemischeveiligheidsbeoordeling en een chemischeveiligheidsrapport door downstreamgebruikers

Nadere informatie

Wat betekent EU-GHS voor u?

Wat betekent EU-GHS voor u? Rijksoverheid Wat betekent EU-GHS voor u? Professionele gebruikers EU-GHS bevat voor u geen directe verplichtingen. Het is wel belangrijk dat u vaststelt wat de consequenties van de nieuwe wetgeving voor

Nadere informatie

Voor dierlijke producten verwijst dat begrip naar het land waarin het product geheel is verkregen, hetgeen, toegepast op vlees, betekent: het land waa

Voor dierlijke producten verwijst dat begrip naar het land waarin het product geheel is verkregen, hetgeen, toegepast op vlees, betekent: het land waa UITVOERINGSVERORDENING (EU) VAN DE COMMISSIE van 13 december 2013 tot vaststelling van de regels voor de toepassing van Verordening (EU) nr. 1169/2011 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft

Nadere informatie

Het opstellen en indienen van het dossier

Het opstellen en indienen van het dossier Het opstellen en indienen van het dossier Mike RASENBERG Registratie & IT-tools Webinar voor hoofdregistranten Bedrijfsregels 22 april 2010 Werkschema Kernpunten voor registratie I 1 Hoofdregistrant maakt

Nadere informatie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD EUROPESE COMMISSIE Brussel, 15.2.2019 COM(2019) 82 final 2019/0039 (NLE) Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD betreffende de indiening van een voorstel namens de Europese Unie om methoxychloor op te nemen

Nadere informatie

Webinar voor hoofdregistranten Gezamenlijk gebruik en verspreiding van gegevens. Verspreiding. 30 april 2010

Webinar voor hoofdregistranten Gezamenlijk gebruik en verspreiding van gegevens. Verspreiding. 30 april 2010 Webinar voor hoofdregistranten Gezamenlijk gebruik en verspreiding van gegevens Verspreiding 30 april 2010 Catherine Cornu, ECHA Overzicht Verspreiding = publicatie van informatie uit de registratiedossiers

Nadere informatie

REACH. voor retailers (non food)

REACH. voor retailers (non food) REACH voor retailers (non food) Wat is REACH? REACH staat voor Registratie, Evaluatie, Autorisatie van CHemische stoffen. REACH is Europese wetgeving, vastgelegd in een verordening. Deze Europese verordening

Nadere informatie

Richtsnoer voor registratie

Richtsnoer voor registratie RICHTSNOER November 2016 Versie 3.0 2 Versie 3.0 november 2016 JURIDISCHE MEDEDELING Dit document is bedoeld om gebruikers te helpen bij het voldoen aan hun verplichtingen in het kader van de REACH-verordening.

Nadere informatie

BIJLAGEN. bij UITVOERINGSVERORDENING VAN DE COMMISSIE

BIJLAGEN. bij UITVOERINGSVERORDENING VAN DE COMMISSIE EUROPESE COMMISSIE Brussel, 4.4.2018 C(2018) 1866 final ANNEES 1 to 3 BIJLAGEN bij UITVOERINGSVERORDENING VAN DE COMMISSIE tot vaststelling van de praktische regelingen voor het proces voor de afgifte

Nadere informatie

REACH en EU-GHS: nieuwe regels voor chemische stoffen

REACH en EU-GHS: nieuwe regels voor chemische stoffen REACH en EU-GHS: nieuwe regels voor chemische stoffen Informatie voor distributeurs (handelaren) van chemische stoffen, mengsels en/of stoffen in voorwerpen Voorwoord Er zijn nieuwe regels voor chemische

Nadere informatie

Wat betekent EU-GHS voor u?

Wat betekent EU-GHS voor u? Rijksoverheid Wat betekent EU-GHS voor u? Industriële gebruikers EU-GHS bevat voor u geen directe verplichtingen. Het is wel belangrijk dat u vaststelt wat de consequenties van de nieuwe wetgeving voor

Nadere informatie

Omgaan met het Veiligheidsinformatieblad in de praktijk

Omgaan met het Veiligheidsinformatieblad in de praktijk Omgaan met het Veiligheidsinformatieblad in de praktijk Omgaan met het Veiligheidsinformatieblad in de praktijk Inhoudsopgave Voorwoord 5 Auteurs, Redactieleden 6 Leeswijzer 7 DEEL A INTRODUCTIE: VEILIGHEIDSINFORMATIEBLADEN

Nadere informatie

Inhoud. Inleiding. Overzicht indiening dossier (IUCLID 5) Overzicht indiening dossier (REACH-IT) Vragensessie. Conclusies en toekomstige webinars

Inhoud. Inleiding. Overzicht indiening dossier (IUCLID 5) Overzicht indiening dossier (REACH-IT) Vragensessie. Conclusies en toekomstige webinars Inhoud Inleiding Overzicht indiening dossier (IUCLID 5) Overzicht indiening dossier (REACH-IT) Vragensessie Conclusies en toekomstige webinars http://echa.europa.eu 1 Overzicht indiening dossier 1. Inleiding:

Nadere informatie

EBA-richtsnoeren. inzake de benchmarkexercitie voor beloningen EBA/GL/2012/4

EBA-richtsnoeren. inzake de benchmarkexercitie voor beloningen EBA/GL/2012/4 EBA-richtsnoeren inzake de benchmarkexercitie voor beloningen EBA/GL/2012/4 Londen, 27.7.2012 EBA-richtsnoeren inzake de benchmarkexercitie voor beloningen (EBA/GL/2012/4) Status van de richtsnoeren 1.

Nadere informatie

REACH. Overzicht van REACH regelgeving. Demi Theodori Bureau REACH RIVM. REACH voor arbeidstoxicologen 8 maart 2012

REACH. Overzicht van REACH regelgeving. Demi Theodori Bureau REACH RIVM. REACH voor arbeidstoxicologen 8 maart 2012 REACH Overzicht van REACH regelgeving Demi Theodori Bureau REACH RIVM 1 REACH voor arbeidstoxicologen 8 maart 2012 Inhoud REACH op hoofdlijnen Humane risicobeoordeling onder REACH Knelpunten 2 1. REACH:

Nadere informatie

Rijksoverheid EU-GHS. Eén systeem voor indelen, etiketteren en verpakken van chemische stoffen en mengsels

Rijksoverheid EU-GHS. Eén systeem voor indelen, etiketteren en verpakken van chemische stoffen en mengsels Rijksoverheid EU-GHS Eén systeem voor indelen, etiketteren en verpakken van chemische stoffen en mengsels EU-GHS EU-GHS is de nieuwe verordening over de indeling, etikettering en verpakking van stoffen

Nadere informatie

BIJLAGE DEEL 1 RISICOBEOORDELING. 2. is dat aanvullende gegevens en/of tests nodig zijn. Deze conclusie is op de volgende gronden bereikt:

BIJLAGE DEEL 1 RISICOBEOORDELING. 2. is dat aanvullende gegevens en/of tests nodig zijn. Deze conclusie is op de volgende gronden bereikt: 21.6.2008 NL C 157/11 BIJLAGE DEEL 1 CAS-nr.: 3033-77-0 Einecs-nr.: 221-221-0 Structuurformule http://www.emis.vito.be d.d. 21-06-2008 Einecs-naam: IUPAC-naam: Rapporteur: Indeling ( 1 ): 2,3-epoxypropyltrimethylammoniumchloride

Nadere informatie