Helder Schrijven INFORMATIEKUNDE, DEPARTEMENT INFORMATICA. Visieopdracht behorende bij de module Mens, Maatschappij en ICT.

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Helder Schrijven INFORMATIEKUNDE, DEPARTEMENT INFORMATICA. Visieopdracht behorende bij de module Mens, Maatschappij en ICT."

Transcriptie

1 INFORMATIEKUNDE, DEPARTEMENT INFORMATICA Helder Schrijven Visieopdracht behorende bij de module Mens, Maatschappij en ICT Robbert Jan Beun 2016 U N I V E R S I T E I T U T R E C H T

2 2 Inhoud VOORAF... 3 BEOORDELINGSCRITERIA... 3 INLEIDING... 4 WERKWIJZE... 4 ONDERDEEL 1: HET ONDERWERP EN EEN PROBLEEMSTELLING... 6 ORIËNTATIE OP WAT JE WILT... 6 ORIËNTATIE OP DIT VAK... 7 ORIËNTATIE OP DE INFORMATIEKUNDE OPLEIDING... 7 OPDRACHTEN ONDERDEEL ONDERDEEL 2: ANALYSE, THEORIEËN EN INBEDDING IN BESTAANDE KENNIS... 9 WAT IS EEN THEORIE?... 9 HOE KOM JE AAN EEN (GOEDE) THEORIE? HET ONTWERPEN VAN EEN MINDMAP SNELLEZEN OPDRACHTEN ONDERDEEL ONDERDEEL 3: TEKSTSTRUCTUUR EN DE LIJN VAN HET BETOOG TEKSTHIËRARCHIE EN DE FUNCTIE VAN TEKSTBLOKKEN ARGUMENTATIE HET BETOOG OPDRACHTEN ONDERDEEL ONDERDEEL 4: HET SCHRIJVEN VAN HET VERSLAG RELEVANTIE: HET DOEL KWALITEIT: WARE EN ONDERBOUWDE UITSPRAKEN KWANTITEIT: NIET TEVEEL EN NIET TE WEINIG STIJL HET LEZERSPUBLIEK OPDRACHTEN ONDERDEEL ONDERDEEL 5: PEER REVIEW OPDRACHTEN ONDERDEEL ONDERDEEL 6: REVISIE, REFLECTIE EN INLEVEREN PROCESRAPPORTAGE REVISIE REFLECTIE INLEVEREN... FOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD. OPDRACHTEN ONDERDEEL BRONNEN APPENDIX 1: ZOEKEN NAAR BRONNEN APPENDIX 2: DE UITERLIJKE VERZORGING VAN JE VERSLAG APPENDIX 3: ALGEMENE EISEN APPENDIX 4: INHOUD VAN DE PROCESRAPPORTAGE... 30

3 3 Vooraf Opdracht: Het schrijven van een verslag over de implicaties van ICT op mens en maatschappij Sleutelwoorden: Maatschappij/samenleving, Mens, Informatie, Communicatie, Ethiek, Techniek, Computers Aantal uitvoerders per verslag: 1 of 2 Resultaat: verslag (ong woorden bij één uitvoerder; ong woorden bij twee uitvoerders) procesrapportage (lengte onbeperkt) Bij twee uitvoerders moet in de procesrapportage ook duidelijk gemaakt worden o wie wat heeft gedaan o wat de communicatiemomenten tussen de twee leden en de inhoud hiervan was. Tijdsbesteding per week: 10 uur, inclusief werkcollege Tussenproducten worden in het team besproken. Deadlines: zondag 2 oktober, 9 oktober, 16 oktober, 30 oktober, 6 november, 13 november Na uur komt de inlevermogelijkheid in Submit te vervallen Structuur van de cursus De cursus bestaat uit 6 onderdelen, die hier ieder in aparte hoofdstukken worden uitgewerkt. Allereerst ga je je oriënteren op het onderwerp en de problematiek (onderdeel 1). Daarna ga je afstemmen met de al bestaande kennis hierover (onderdeel 2). Goed gefundeerde kennis ligt meestal opgeslagen in wetenschappelijke publicaties. Daarna geef je een ruwe structuur aan van je verhaal (onderdeel 3). Hoe past alles in elkaar? Wat wil je eigenlijk zeggen en welke argumentatiestructuur past daar bij? Dan begint pas het werkelijke schrijven (onderdeel 4). In onderdeel 5 en 6 concentreer je je op de feedback en het revisieproces. Beoordelingscriteria Validiteit: Zijn de uitspraken voldoende onderbouwd? (dus wetenschappelijk verantwoord!) Helderheid: Is de tekst goed leesbaar en is er een heldere argumentatiestructuur? Creativiteit: Is het onderzoek origineel? Volledigheid: Is aan alle formele eisen uit de opdracht voldaan? Extra: Goed Nederlands Iedere overschrijding van een deadline heeft de aftrek van een heel punt op het eindcijfer tot gevolg. Een en ander wordt bijgehouden via het inleversysteem Submit. De drie beste verslagen krijgen een eervolle vermelding/verwijzing op de website.

4 4 Inleiding Laten we er geen doekjes om winden. Zowel het lezen als het schrijven van verslagen is vaak lastig. En toch moet het gebeuren. Een verslag is een weergave van dingen die je uitgezocht hebt en waarvan je de belangrijkste resultaten om welke reden dan ook moet overdragen op anderen. Tijdens je studie is die ander meestal een docent of een medestudent en heeft het schrijven van een goed of slecht verslag alleen gevolgen voor jezelf. Na je studie kan er heel wat meer van afhangen, zoals de banen van mensen, de aanleg van een snelweg door een natuurgebied of zelfs een kernramp. Verslagen worden soms slecht gelezen: de lezer heeft het te druk, komt niet door moeilijke passages heen, begrijpt de relevantie niet, vindt de stof saai, etc. Een belangrijk verschil tussen verslagen en een gewoon gesprek is dat de lezer de directe aanwezigheid van de schrijver mist, waardoor er geen vragen gesteld kunnen worden ter verduidelijking en waardoor de aandacht makkelijker verslapt. Schrijvers van verslagen moeten daarom zoveel mogelijk moeite doen om een goed verslag te schrijven. Of een verslag goed geschreven is, hangt van veel factoren af. Er zijn ook niet altijd concrete regels te geven. In ieder geval is een goed verslag een helder verslag dat de lezer meeneemt in een soort mentale dans. De zinnen, de structuur en de inhoud sluiten aan op de beweging van de hersenen, op de gedachten en de gevoelens van de geïnteresseerde lezer. In een slecht geschreven verslag hapert er van alles: de argumentatie rammelt, het is veel te lang, er zijn veel taalfouten, de structuur klopt niet of de vormgeving ziet er niet uit. Kortom, de lezer en het verslag lopen bij een slecht geschreven verslag op allerlei niveaus uit fase, het leesproces dooft langzaam uit, de lezer valt er soms letterlijk bij in slaap. Het schrijven van een goed verslag is niet eenvoudig en zelfs het grootste talent heeft problemen (gehad) met verschillende onderdelen van het schrijfproces. Maar schrijven kun je ook leren, daarom deze korte vaardigheidscursus om de leesbaarheid van je verslagen te verbeteren. Deze cursus gaat niet zozeer over hoe je goed Nederlands moet schrijven, maar veel meer over het gedachteproces dat achter het schrijven zit. Schrijven is niet alleen een communicatieproces met de lezer, maar ook met jezelf, het ordent je eigen gedachten. Als je het eenmaal onder de knie hebt, zal blijken dat het schrijven en het lezen van een goed verslag niet lastig, maar vooral ook leuk kan zijn. Opdracht en Werkwijze De opdracht van deze cursus is eenvoudig: schrijf een essay waarin je een visie geeft op het onderwerp van deze module Mens, Maatschappij en ICT waarbij de volgende punten aan de orde dienen te komen. a. Welke rol speelt ICT op dit moment in onze samenleving? b. Hoe zal dit in de toekomst zijn? c. Op welke manier zou je hieraan een bijdrage willen leveren? Je kunt zelf kiezen voor de analyse van een concreet vraagstuk, denk aan privacy, gezondheidszorg, energie of pesten. Bedenk hoe ICT een oplossing kan leveren en welke ethische vraagstukken dit oplevert (bijv. privacy en kinderporno, verlies van banen, verantwoordelijkheid bij automatisering, ). In ieder geval dien je een analyse te geven van de huidige situatie (of het verleden), van de situatie zoals die zal zijn in de toekomst en hoe je eigen rol daar in zal zijn. Qua technologie kun je denken aan het gebruik van intelligente robots, de ontwikkeling van het internet, betaalsystemen, biometrische identificatie, medisch dossier, gaming, e-coaching, etc. Wellicht kun je je focussen op speciale gebruikersgroepen (jongeren, ouderen, blinden, ). Zullen gebruikers zonder meer bepaalde oplossingen accepteren? Waarom zal de ontwikkeling gaan zoals je je die voorstelt? Wat kunnen de sociale gevolgen zijn van de introductie van een bepaald informatie- of communicatiesysteem? Blijf in je keuzes dicht bij iets wat je zelf hebt meegemaakt of wat je gehoord en interessant vond.

5 5 Vraag/antwoord De achterliggende gedachte bij deze cursus is dat ieder verslag of essay terug te voeren is tot twee basisconcepten: een vraag en het bijbehorende antwoord. Ieder verslag bevat een probleemstelling (de vraag) die betekenis geeft aan alles wat er verder staat geschreven. Een probleemstelling staat meestal in de inleiding, de rest van het verslag is een uitwerking van het antwoord in de vorm van een bepaalde redenering; het uiteindelijke antwoord moet in de conclusie teruggevonden kunnen worden. In feite staat in alle tussenliggende delen een ondersteuning van de conclusies met betrekking tot de gestelde vraag. De inleiding en de conclusie moeten dan ook duidelijk met elkaar samenhangen en los van de rest te lezen zijn. Ter ondersteuning van het schrijfproces gebruiken we het boekje van Oosterbaan waarin een hoop nuttige informatie staat. Hoewel het boekje is gericht op studenten die al in de eindfase van hun studie zitten, is een groot deel van de behandelde onderwerpen evengoed van toepassing op de situatie van iemand die net aan een studie begint. We komen hier later op terug. Deze cursus bestaat dus uit een zestal onderdelen (zie Vooraf ). Bij ieder onderdeel horen aparte opdrachten waarvan sommige aan de procesrapportage moeten worden toegevoegd en andere weer bij het inleversysteem Submit ingeleverd moeten worden. Op enkele opdrachten na wordt alles uitgevoerd door een of twee personen. Sommige opdrachten moeten eerst op het werkcollege besproken worden met de begeleiding en medestudenten voordat je verder kunt gaan.

6 6 Onderdeel 1: Het onderwerp en een probleemstelling We hebben in de inleiding aangenomen dat in ieder verslag een bepaald onderwerp wordt behandeld en dat er een bepaalde vraag- of probleemstelling wordt uitgewerkt. Ook het boekje van Oosterbaan begint hiermee in het eerste hoofdstuk. Omdat het bedenken van een onderwerp de eerste activiteit is in deze schrijfcursus, zullen we hier eerst op ingaan. Samengevat zegt Oosterbaan hierover: 1. Begin zo snel mogelijk 2. Het schrijven van een verslag is geen strafwerk 3. Praat met anderen over het probleem en je interesses Punt 1 geeft aan dat je het nadenken en schrijven van het verslag niet moet uitstellen: ga gewoon aan het werk en probeer niet steeds voor jezelf uitvluchten te zoeken om het niet te doen. Inderdaad, je hebt het druk, moest de afwas nog doen, die film kijken of met je vrienden afspreken, maar toch Punt 2 houdt in dat je iets moet kiezen dat niet te ver van je afstaat, iets wat je leuk of belangrijk vindt. Immers, hoe relevanter jij de dingen vindt, hoe gemotiveerder je bent om de waarheid te achterhalen en om daarvoor de geschikte (wetenschappelijke) methodes te gebruiken. Punt 3 houdt in dat we een dialoog moeten voeren met anderen. Ieder mens is beperkt en redeneert vanuit een bepaald gezichtspunt. Anderen kunnen kritische vragen stellen of je ogen openen. Werken met anderen is een essentieel onderdeel van je leven. Dit is de reden waarom we een volle week besteden aan het bedenken van de probleemstelling. Denk niet te snel dat je de probleemstelling hebt gevonden. Een goeie test is om te kijken of je er vanuit jezelf mee verder gaat en al aan de oefeningen wilt beginnen die voor de volgende week staan gepland. Als dat niet het geval is, ga dan verder met zoeken. Ga er een week lang iedere dag mee aan de slag. De enige eis is dat je er voldoende aandacht aan besteedt en dat je je tijd op papier kunt verantwoorden. Voldoende aandacht betekent hier: 10 uur per week. De vraag is vervolgens hoe je zo gemotiveerd mogelijk deze werkzaamheden kunt uitvoeren. Oriëntatie op wat je wilt Het is niet altijd eenvoudig te weten te komen wat je echt wilt en zelfs al zou je dat nu al onder woorden kunnen brengen, dan kan later heel goed blijken dat je toch iets anders wilde of dat je doelen verschoven zijn. Waarschijnlijk is een van de betere manieren om dat te achterhalen minimaal zeven dagen in retraite in een klooster te gaan zitten om je hoofd leeg te maken, maar we hebben jammer genoeg dikwijls te weinig tijd voor dit soort spirituele zaken. Een wat minder ingrijpende manier is om er zo af en toe alleen op uit te trekken (bijv. een wandeling) of om een half uurtje alleen op je kamer te zitten zonder je te laten afleiden door de computer, 1 boeken of telefoon. Denk dan na over je studiekeuze, waarom ben je aan deze studie begonnen? Wat trok je er echt in aan? Misschien trok niets je aan (we hopen natuurlijk van niet), maar toch heb je deze keuze gemaakt uit het grote aanbod van opleidingen. Probeer vooral voorbij uitspraken te komen als: nou, leek me wel leuk of iets met computers en mensen. Deze studie ligt op het raakvlak van mens, organisatie, maatschappij en informatie- en communicatiesystemen. Wat betekent dat raakvlak voor jou? Sommigen vinden hun motivatie in de dingen waar ze zich aan ergeren, bijv. een interface die niet goed is ontworpen, de spam die je voortdurend in je mailbox krijgt of een werkproces dat slecht is ingericht. Weer anderen vinden de motivatie in hun gevoel voor rechtvaardigheid of een betere wereld: hoe kun je ICT in de zorg toepassen, hoe kunnen we systemen ontwikkelen die mensen echt ondersteunen in hun werk of privé? Weer een andere manier is om een dialoog aan te gaan met iemand die je vertrouwt (zie punt 3 van Oosterbaan). Leg uit waarom je aan deze studie bent begonnen en laat hem of haar vragen stellen. Vraag wat die ander vindt van de toepassing van computers in onze samenleving, vraag naar specifieke ervaringen. Zorg dat 1 En al zeker niet te gamen!

7 7 je geen andere dingen hoeft te bespreken. Op een terrasje zitten en samen een biertje of een glas wijn drinken (niet te veel!) doet wonderen. Je zou ook gebruik kunnen maken van de systemen die je zelf in je opleiding gaat onderzoeken, bijv. internet. Type eens wat wil ik echt? in Google in en gebruik de zoekresultaten als inspiratie. Je zou zelfs eens kunnen onderzoeken wat filosofen over willen en doelen hebben geschreven. Een aardige ingang is de Engelse Wikipedia of, voor de filosofen onder ons, het woord teleologie in de Nederlandse Wikipedia. Blijf hier niet te lang hangen, want achter ieder doel zit weer een ander doel. En nog sterker, je zou er over kunnen nadenken hoe je technologie zou kunnen inzetten om mensen hun eigen doelen te laten achterhalen, op dezelfde manier als een leugendetector leugens kan achterhalen. Met dit laatste zou je al een interessant, maar wel moeilijk onderwerp hebben voor je verslag. Oriëntatie op dit vak Om een geschikt onderwerp te vinden kun je je ook oriënteren op de onderwerpen die in dit vak worden besproken. Welke onderwerpen zijn dat? Het is hierbij vooral belangrijk om de plaats van de onderwerpen in het grotere geheel te ontdekken. Je kunt daarvoor gebruik maken van een plaatje. Teken de maatschappij zoals jij die ziet en probeer daarin de verschillende onderwerpen te plaatsen. Wat lijkt je interessant? Waar zou je meer over willen weten? Oriëntatie op de informatiekunde opleiding Weer een andere manier is om terug te gaan naar de website waar je misschien bent binnengekomen: Je kunt hier op de plaatjes klikken totdat er een aantal woordwolken ontstaan. De woordwolken vertegenwoordigen de drie stromingen in de bachelor: informatie en organisaties, gaming en interactie en life science en gezondheid. Hier kun je de terminologie vinden waar je wellicht naar op zoek bent. Kijk op de website van het departement naar de vakken die gegeven worden in de opleiding informatiekunde ( Je weet misschien al dat er basisvakken zijn (bijv. mobiel programmeren ) en verdiepingsvakken (bijv. Organisaties en ICT en Ontwerp van Interactieve Systemen ). Schrijf op welke je interessant vindt en waarom. Opdrachten onderdeel 1 Vooraf - print deze opdracht uit op papier, lees hem in zijn geheel door, concentreer je op de inleiding en op hoofdstuk 1, en maak aantekeningen indien nodig. Neem hem mee naar het werkcollege op 29 september Uitvoering - maak een nauwkeurige individuele planning voor de komende week en een ruwe planning voor de periode tot de uiterste deadline (zie vooraf in dit document). - bedenk een onderwerp en probleemstelling - bij 2 personen: bespreek hoe je gaat samenwerken (hoe houd je de gezamenlijke documenten bij, hoe ga je met afspraken om, wat als de ander te weinig/teveel doet,...) Eisen - de planning bevat tabel met de weken/dagen en uren en de te ondernemen activiteiten en deadlines voor deze week en periode (voor dit schrijfonderdeel: ongeveer 10 uur/week). Neem ook de deadlines van het parallelvak van deze periode in je planning op. - bij twee uitvoerders moet de planning binnen het duo afgestemd zijn - het onderwerp moet liggen op het vlak van mens, maatschappij en ICT in brede zin - onderwerp, probleemstelling en motivatie op een A4 (ongeveer 200 woorden), niet handgeschreven, met namen en studentnummers - neem een onderwerp dat je interesseert

8 8 - je moet er met minstens twee personen over praten buiten de universiteit Vergeet niet de namen en studentnummers te vermelden op je ingeleverde documenten! Zo kunnen we ook zien of je al dan niet een duo vormt. In het team: bespreek 29 september - de planning (hoe aangepakt? welke problemen?) - je/jullie onderwerp, probleemstelling en motivatie - indien van toepassing: de afspraken die gemaakt zijn met betrekking tot samenwerken Inleveren Submit (schrijf 1) - planning - onderwerp, probleemstelling en motivatie (een A4) Deadline: zondag 2 oktober, uur Toevoegen aan procesrapportage - planning (individueel) - (gezamenlijke) onderwerpkeuze en de probleemstelling (in italics) - motivatie voor onderwerp en probleemstelling - met wie je hierover hebt gesproken en de belangrijkste resultaten van het gesprek - bij 2 deelnemers: welke afspraken gemaakt zijn m.b.t. samenwerking - welke andere actie(s) je ondernomen hebt Leesmateriaal - Oosterbaan, hoofdstuk 1 en 4 - deze handleiding Hints - begin zo snel mogelijk - lever voor Submit alles in een document in (of zet in Zipfile) - lees deze handleiding vooraf minstens een keer goed en in zijn geheel door

9 9 Onderdeel 2: Analyse, theorieën en inbedding in bestaande kennis Vorige week hebben we ons beziggehouden met de formulering van de probleemstelling. Deze tweede week bekijken we hoe je je gedachtegang op papier kunt krijgen en hoe je bestaande kennis kunt inpassen. We concentreren ons dus op de uitwerking van de probleemstelling en werken voorzichtig naar een antwoord op de vraag. Soms is het beantwoorden van een vraag makkelijk. Iemand vraagt hoe laat het is, de ander kijkt op zijn horloge en geeft een antwoord. Soms is het beantwoorden van een vraag moeilijk of zelfs onmogelijk. De vraag hoeveel dieren er op deze wereld zijn is in principe onbeantwoordbaar, maar we kunnen misschien een hele ruwe schatting maken door het probleem in redelijk behapbare stukjes te hakken of in te perken tot alleen zoogdieren. Hetzelfde doen we in de wiskunde, als we willen weten wat de waarde is van een bepaalde functie en we de functie zelf niet kunnen uitrekenen, is er soms de mogelijkheid de functie te herschrijven in een combinatie van andere functies waarvan we de uitkomst wel kennen denk aan de sinus- en cosinusregels. We zijn dan bezig met de analyse van het probleem, we proberen bestaande kennis en theorieën te gebruiken om deelproblemen op te lossen die samen het antwoord moeten geven op de vraag. Studenten die beginnen met hun eindscriptie zijn in de loop van hun studie al uitgebreid in contact gekomen met kennis en theorieën op hun vakgebied. Maar ook als je net van de middelbare school komt heb je al kennis gemaakt met kennis en theorieën op verschillende gebieden. Je hebt een deel van de terminologie en de regels van de wis- en natuurkunde geleerd, maar je hebt ook, als het goed is, leren nadenken over mens en maatschappij. Het is dus niet zo dat je als een blanco blad aan je studie begint. We gaan er hier dus van uit dat je een mix van kennis en theorieën toepast die je al eerder hebt geleerd en die je in de loop van dit vak tegen zult komen. Maar wat is eigenlijk een (wetenschappelijke) theorie? En vooral, hoe kom je aan de goede theorie? Wat is een theorie? Het is belangrijk je te realiseren dat een theorie niet iets hoogdravends is, ieder mens bouwt theorieën. Zo zijn kleine kinderen al geboren theoriemakers. Nadat we geboren zijn, moeten we van alles leren over deze wereld: wat (lekker) eten is, wie je ouders zijn, wat een fiets is, etc. Naarmate we ouder worden leren we niet alleen dit soort objecten herkennen, maar we kunnen ze ook benoemen. Je kunt dan bijv. zeggen: Dat is een van mijn ouders. Je begrijpt dan wat het concept ouder is, want je kunt ook zeggen Daar lopen de ouders van Piet. In feite heb je daarmee getheoretiseerd ; je hersenen hebben een abstract concept ontworpen en benoemd waarin allerlei andere objecten geplaatst kunnen worden, namelijk de ouders van al die andere kinderen. Vervolgens kun je daar allerlei uitspraken over doen: bijv. alle ouders hebben kinderen, ouders moeten voor hun kinderen zorgen, alle ouders zijn minstens acht jaar, ieder kind is jonger dan zijn ouders, etc. Sommige van deze uitspraken zijn per definitie waar (ouders hebben kinderen), andere zijn normatief (moeten), weer andere vragen empirische validatie (ouders zijn minstens acht jaar) of kunnen worden beredeneerd (ieder kind ). Hiermee heb je dus een eenvoudige theorie over het ouder -zijn ontwikkeld. Het voorbeeld van de ouders is evengoed toepasbaar op begrippen en uitspraken in de wiskunde, informatica en de informatiekunde. Belangrijk verschil is wel dat dit soort theorieën in het algemeen door anderen bedacht zijn en opgenomen zijn in een wetenschappelijke bibliotheek van theorieën waar je naar hartenlust gebruik van kunt maken. Je hoeft niet steeds opnieuw de stelling van Pythagoras te bewijzen, want dat is lang geleden al gedaan. Wel wordt je geacht in de wetenschap op de hoogte te zijn van de bestaande en geaccepteerde theorieën op je vakgebied zodat je ze kunt gebruiken waar je ze nodig hebt. Wat is het belang van een theorie? Oosterbaan schrijft zelfs dat niets zo praktisch is als een goede theorie. Als we een theorie begrijpen en toepassen, lijkt het alsof de wereld kleiner is geworden. In de chaos van de data verschijnt structuur, teksten worden helderder, we snappen waarom de dingen geschreven zijn zoals ze geschreven zijn. Het opnemen van een theorie in je verhaal maakt je uitgangspunten helder. Misschien kun je

10 10 zelfs met je resultaten laten zien dat sommige van die uitgangspunten moeten komen te vervallen; iedere verloren illusie is een gewonnen waarheid, zei Multatuli ooit. Maar het kan ook zijn dat je een algemene regel kunt halen uit een combinatie van je waarnemingen die een ander nog niet had gevonden, dan voeg je juist iets nieuws toe aan de theorie. We kunnen door theorieën dus verklaringen geven voor de feiten en we kunnen zelfs toekomstvoorspellingen doen, denk aan de weersverwachtingen of de stand van de planeten. Het begrijpen van de verschijnselen en het bijstellen van je eigen beperkte referentiekader is een van de leukste dingen van de wetenschap. Hoe kom je aan een (goede) theorie? Hoewel er allerlei hulpmiddelen bedacht zijn om het proces te ondersteunen, is het theoretiseren uiteindelijk een creatief proces waarvan moeilijk te achterhalen is hoe het precies werkt. Vergelijk het met het vormen van woorden en zinnen tijdens een gesprek. Ooit hebben we de woorden en de bijbehorende grammatica geleerd, maar als we erover nadenken snappen we niet waar ze vandaan komen dat merken we pas goed als we niet op een bepaald woord kunnen komen. Iemand die theoretiseert moet erop vertrouwen dat hij slim en creatief genoeg is om de gedachten uiteindelijk op een rijtje te krijgen, net zoals de woorden komen in een gesprek. Het is al dikwijls gezegd, maar het enige dat je moet doen is het gewoon doen. Alleen dan kun je ontdekken waar je goed in bent en welke delen van het proces extra ondersteuning nodig hebben. Een deel van het theoretiseringsproces is dus het achterhalen van al bestaande kennis, zowel bij jezelf als bij anderen. Kennis en ervaring van anderen kun je op verschillende manieren opdoen: bijvoorbeeld door met de ander een gesprek aan te gaan, een lezing te bezoeken of door zelf te lezen. Als je de bibliotheek induikt en/of de wetenschappelijke literatuur via internet gaat bekijken (zie Appendix 1) zul je merken dat er een enorme hoeveelheid bladen, boeken en artikelen beschikbaar is. De vraag is hoe je hier de meest relevante informatie uit kunt selecteren. Selectie vindt in eerste instantie plaats op basis van al bestaande kennis en ervaring. Meestal ga je daarbij uit van de inhoudswoorden die je gekozen hebt in je probleemstelling. Tegelijkertijd is dat niet genoeg, er zijn meestal veel meer woorden die betrekking hebben op je specifieke vraag (herinner je de woordwolken van de opleiding informatiekunde). Bovendien wordt in de vakliteratuur dikwijls gebruik gemaakt van een eigen terminologie met specifieke betekenissen. Je krijgt dikwijls toegang tot deze termen via publicaties die op een breder publiek gericht zijn, zoals overzichtspublicaties of handboeken. Een manier om aan meerdere woorden te komen die betrekking hebben op je probleemstelling is via het ontwerpen van een zogenaamde mindmap. Het ontwerpen van een mindmap Mindmapping is een methode om visueel in kaart te brengen wat de onderdelen zijn van een bepaald denkproces (begrippen en ideeën) en vooral om aan te geven hoe deze onderdelen met elkaar in verband staan (Boekhorst et al, 2005). Dit is dus anders dan een stuk tekst waarbij we in principe alleen gebruik kunnen maken van een lineaire structuur. In een mindmap is het mogelijk eindeloos elementen toe te voegen en gebruik te maken van verschillende kleuren, codes en afbeeldingen. Mindmapping is een grafisch en creatief alternatief ten opzichte van onze traditionele manier van aantekeningen maken en blijkt een efficiënt hulpmiddel te zijn bij het achterhalen, verwerken, opslaan en herinneren van informatie. In Figuur 1 is een voorbeeld gegeven; kijk voor andere voorbeelden eens naar mindmap in Google images. We beschrijven nu in het kort de techniek (Boekhorst et al, ibid.): 1. Neem een aantal gekleurde stiften of potloden en een groot blanco vel papier (leg het papier in landscape voor je). 2. Start met het centrale thema of de vraag in het midden. 3. Maak vanuit de beginsituatie vertakkingen. 4. Schrijf alle woorden/vragen/zinnen op die te maken hebben met je probleem en maak hiervan een plaatje, met verbindingen, pijlen, hiërarchieën, etc.

11 11 5. Maak zoveel mogelijk gebruik van beelden, pictogrammen, tekeningen, tekens en symbolen (kleur kan helpen). 6. Laat je eigen fantasie de vrije loop en oordeel niet teveel. Je kunt altijd nog herstellen of een nieuw blad pakken. 7. Via de computer kun je overigens 30 dagen een vrije trialversie gebruiken, zie: Figuur 1 Een mogelijke mindmap van gezondheid. (bron Door een mindmap kun je dus een idee krijgen van belangrijke concepten en hun relaties met betrekking tot je onderwerp. Dit betekent echter nog niet dat je weet hoe je een selectie moet maken uit het enorme aanbod van publicaties. Een andere techniek, die je ook in combinatie met mindmapping kunt gebruiken, is snellezen. Snellezen Snellezen is een techniek waarbij je het vocaliseren van de tekst achterwege laat. We hebben als kind geleerd de tekst uit te spreken en de meeste mensen doen dat nog steeds in hun hoofd (subvocaliseren). De bedoeling is om te fixeren op blokken tekst en niet meer woord voor woord te lezen. Onze gedachten krijgen dan niet meer de kans om af te dwalen. Zowel het afdwalen als het subvocaliseren kost tijd. Concentratie is daarbij dus van groot belang. Let vooral ook eens op jezelf hoe dikwijls je gedachten afdwalen in een tekst die je wat minder interessant vindt. Sneller lezen is vooral een kwestie van oefenen. Bij snellezen is het belangrijk dat je de oorspronkelijke probleemstelling in gedachten neemt zodat je veel sneller kunt bepalen of de informatie al dan niet relevant is voor je onderzoek. Probeer dan een totaalbeeld te vormen, hoe oud is het artikel, wat is precies de titel, in welk tijdschrift staat het, wat staat er in de samenvatting. Dikwijls volstaat het lezen van de inleiding en de conclusies. Bij boeken kun je je ook een goed beeld vormen door eerst naar de inhoudsopgave te kijken. Blader het geheel snel door en probeer een indruk te krijgen van de afbeeldingen. Je kunt de informatie weer goed in een mindmap zetten. De volgende tips komen weer uit Boekhorst et al (ibid.): 1. Neem de oorspronkelijke de probleemstelling in gedachten 2. Zorg dat je ontspannen bent en de informatie goed kunt opnemen 3. Zorg voor een totaaloverzicht (inhoudsopgave, achterflap, samenvattingen, ) 4. Markeer belangrijke woorden en probeer te begrijpen wat ze betekenen

12 12 5. Lees afhankelijk van de moeilijkheidsgraad met variabele snelheid (moeilijke tekst langzamer) 6. Het lezen van de kop en de eerste zin(nen) van een alinea is meestal al voldoende om de tekst te begrijpen 7. Spreek de woorden niet in gedachten uit 8. Pauzeer regelmatig zodat je concentratie niet achteruit gaat tijdens het lezen Opdrachten onderdeel 2 - maak een mindmap van je onderwerp - verzamel kranten- en tijdschriftartikelen, filmpjes, relevante internetlinks, etc. - zoek individueel minstens zes relevante wetenschappelijke artikelen op en vat deze samen - bedenk hoe de gevonden informatie past bij het onderwerp Eisen - als wetenschappelijk gelden artikelen uit wetenschappelijke tijdschriften, handboeken, proceedings van conferenties en wetenschappelijke bundels - samenvatting van artikelen niet langer dan zes á zeven zinnen, maar wel to the point In het team: bespreek 6 oktober - de (gezamenlijke) mindmap - de zoektermen die je hebt gebruikt en de portals je die je hebt bezocht (zie Appendix 1) - de gevonden literatuur en zeg hoe deze past binnen het onderwerp en jullie verslag Inleveren Submit - mindmap - zoektermen en verwijzingen naar portals waar je hebt gezocht - correcte verwijzing naar artikelen met samenvattingen Deadline: zondag 9 oktober, uur Toevoegen aan procesrapportage - mindmap - (Nederlandse en vooral Engelse) zoektermen en verwijzingen naar portals waar je hebt gezocht - verwijzingen naar gevonden materiaal (foto s, ingescande krantenartikelen, verwijzing naar films, etc.) - correcte verwijzingen naar wetenschappelijke artikelen (zie hoofdstuk 5, Oosterbaan) met samenvattingen Leesmateriaal - Oosterbaan: hoofdstuk 2, 3 en 5 Hints - Ga kijken wat er op Wikipedia staat over het onderwerp (soms omstreden, dus pas op!). Wikipedia bevat dikwijls ook wetenschappelijke verwijzingen. - Vertaal eerst je termen in het Engels en ga dan pas zoeken. - Appendix 1 geeft je alle informatie die je nodig hebt om in de online bibliotheek te kijken. - Zet de verwijzingen naar de literatuur onmiddellijk in het goede formaat. - Laat zien welke kennis de artikelen toevoegen aan jouw gedachtegang.

13 13 Onderdeel 3: Tekststructuur en de lijn van het betoog Deze week gaan we kijken naar de grote lijn van het verhaal en de inpassing van de verschillende argumenten, het gebruik van voorbeelden en de structuur van je verslag. In Oosterbaan (hoofdstuk 6) is dit samengevat als het betoog en de argumenten. Je zult merken dat het schrijfproces van je verslag heel wat minder gestructureerd gaat dan de structuur die je tegenkomt in de meeste teksten. In feite is het schrijven en denken een tamelijk chaotisch proces waarbij je soms tot wanhoop wordt gedreven door je eigen onvermogen. Dat is niks bijzonders, iedereen maakt dit mee. Je moet je er vooral niet door laten ontmoedigen, maar zoals eerder gezegd, je moet het gewoon doen en niet uitstellen. Je kunt ook niet uit een boekje leren fietsen, je moet op de fiets gaan zitten, af en toe omvallen en weer opstaan. Dus steeds weer je eigen teksten lezen, reviseren en opnieuw lezen, anderen laten lezen, reviseren, etc totdat je iedere zin en ieder woord kunt verantwoorden. In hoofdstuk 7 van Oosterbaan komt dit proces uitvoerig aan de orde. We gaan het hier hebben over de tekststructuur van het uiteindelijke resultaat omdat het inzicht geeft in de grote lijn van een verslag. Het aanbrengen van een heldere logische structuur is bovendien belangrijk omdat het de geheugenbelasting van een lezer aanmerkelijk verkleint, waardoor teksten veel leesbaarder worden. Teksthiërarchie en de functie van tekstblokken Zowel gesproken als geschreven teksten zijn in het algemeen geen willekeurige opeenvolging van zinnen, maar bevatten een onderliggende structuur waarin we hiërarchieën kunnen herkennen. Zo bevatten vrijwel alle verslagen tekstblokken als begin, midden en eind (bijv. inleiding, uitwerking, conclusie) waarbinnen dan weer nieuwe structuren herkend kunnen worden, bijvoorbeeld blokken in de vorm van subsecties en alinea s. Soms kun je die structuur herkennen aan bepaalde verbale elementen, zoals vervolgens, maar, bovendien en zoals, maar deze hoeven niet expliciet in een tekst aanwezig te zijn. Structuur is ook herkenbaar aan nonverbale vormen als leestekens, hoofdstukindeling en alinea s (geschreven taal) of intonatie, snelheid en volume (gesproken taal). Deze zogenaamde structuursignalen geven een bepaalde relatie aan tussen de verschillende zinnen of tekstblokken. Ieder tekstblok heeft een bepaalde functie in het geheel: een subsectie kan een deelonderwerp behandelen en een alinea kan een bepaald concept introduceren dat in de verdere loop van het verslag een belangrijke rol speelt. 2 Omdat het lezen veel sneller gaat als de functie of het onderwerp van een tekstblok duidelijk is voor de lezer, moet je je bij het schrijven geregeld afvragen wat het blok bijdraagt aan de lijn van je betoog. Je kunt dat bijvoorbeeld doen door bij iedere alinea tijdelijk een of twee woorden in de kantlijn te schrijven die kort samenvatten waar de alinea over gaat. Een andere mogelijkheid is dat je iedere alinea begint of eindigt met te zeggen waar die alinea over gaat of wat je uit de alinea kunt concluderen. Een voorbeeld van de ruwe structuur van een verslag waarin een experiment wordt beschreven is het volgende: 3 Inleiding: o inkadering o probleemstelling o aanpak Theorie: o relevante (reeds bekende) feiten en uitspraken met betrekking tot het onderwerp o hypothese 2 Het introduceren van belangrijke nieuwe concepten in italics verhoogt de leesbaarheid van een verslag aanmerkelijk. 3 Uiteraard zijn er ook andere structuren denkbaar.

14 14 Experiment: o beschrijving experiment Resultaten: o data o statistische analyse Conclusie: o validatie van de hypothese o terugkoppeling naar probleemstelling in inleiding o sterke/zwakke punten onderzoek o vervolgonderzoek In de inleiding probeer je de lezer warm te maken voor je onderwerp en geef je de relevantie aan van de probleemstelling (Oosterbaan: p. 85). Tegelijkertijd kun je hier een aantal belangrijke termen introduceren die je in de loop van je verslag gaat gebruiken. Dan volgt de probleemstelling en vervolgens zeg je iets over de manier waarop je dat gaat aanpakken in het middenstuk. Het middenstuk bestaat uit twee of drie hoofdstukken waarin je de literatuur en je eigen toevoegingen bijv. in de vorm van een experiment of enquêtes behandelt in een samenhangend verhaal. In de conclusies geef je een korte samenvatting van je verhaal en wat het uiteindelijke resultaat is van je onderzoek. Conclusies zijn afleidbaar uit de voorafgaande tekst en voegen geen nieuwe informatie toe aan je verslag, dat had dan eerder in het middenstuk behandeld moeten worden. In de conclusies kun je ook zetten wat de reikwijdte is van je verhaal en welk onderzoek nog gedaan zou moeten worden in de toekomst. In principe moet het mogelijk zijn om het verhaal te kunnen begrijpen door alleen de inleiding en de conclusies te lezen (denk aan jezelf bij het snellezen). Argumentatie Een belangrijke structuurvorm in wetenschappelijke verslagen is de argumentatie. Een argumentatie bestaat in het algemeen uit een aantal argumenten en een conclusie. Argumenten zijn uitspraken die bedoeld zijn om een bepaald standpunt aannemelijker te maken en aanvaard te krijgen; een conclusie of standpunt is een uitspraak die min of meer afleidbaar is uit de argumenten. Denk aan discussies, advertenties, voorlichtingsfolders, etc. In dit verband wordt ook wel gesproken over persuasieve communicatie de kunst van het overtuigen. Of een bepaalde stelling of standpunt wordt aanvaard hangt niet alleen af van de kwaliteit van de argumentatie, maar bijvoorbeeld ook van de schrijver en zelfs van het medium. Een schrijver die als deskundige wordt gezien heeft meer overtuigingskracht dan iemand die geen expertise heeft en een boodschap via de televisie kan meer overtuigingskracht hebben dan een boodschap via een folder. We zullen ons hier echter beperken tot een aantal argumentatievormen omdat ze als structuur een belangrijk onderdeel uitmaken van je verslag. De oorsprong van de argumentatie is terug te vinden in de logica, de tak van de wetenschap die zich bezighoudt met formele vormen van redeneren. Iedere redenering bestaat uit een aantal uitgangspunten, de zogenaamde premissen, en een conclusie. Voor het trekken van een conclusie zijn minstens twee premissen nodig. Een voorbeeld: 1. Het gebruik van ICT kost banen (premisse) 2. Bij ING wordt ICT gebruikt (premisse) 3. Er zijn banen verloren gegaan door het gebruik van ICT bij ING (conclusie) We zien dat we voor deze argumentatie een tekstblok nodig hebben van minstens drie zinnen. De kwaliteit van de conclusie is zowel afhankelijk van de kwaliteit van de premissen als van de kwaliteit van de redenering zelf. Daarom wordt binnen de logica ook wel onderscheid gemaakt tussen de waarheid van uitspraken en de geldigheid van de redeneringen. Als de premissen waar zijn, leidt een geldige redenering tot een ware conclusie. Maar het kan best zijn dat de combinatie van onware premissen met een geldige redenering

15 15 toevalligerwijs leidt tot een ware uitspraak, zoals in het volgende voorbeeld in een situatie waar Jan geen ouder is, maar wel haar op zijn hoofd heeft: 1. Iedere Aruashi indiaan maakt gebruik van ICT (onwaar) 2. Jan is een Aruashi indiaan (onwaar) 3. Jan maakt gebruik van ICT (waar) In de praktijk is het ondoenlijk alle premissen op te noemen en maak je altijd bepaalde veronderstellingen maken over de achtergrondkennis van de lezer. Ook zijn in de praktijk verschillende vormen van redeneren mogelijk. Hier een paar voorbeelden: 1. Op de meeste computers kun je spelletjes spelen 2. Een smartphone is een computer 3. Je kunt spelletjes spelen op een smartphone We noemen deze vorm van redeneren ook wel redeneren per default. Meestal gaat de conclusie op, maar niet altijd, namelijk als we een bewijs voor het tegendeel kunnen vinden. Een ander voorbeeld is de volgende redenering: 1. Computers in de zorg zijn beveiligd met encryptie 2. Deze computer is beveiligd met encryptie 3. Deze computer komt uit de zorg In dit laatste voorbeeld zijn de conclusie en de tweede premissen omgedraaid. Deze vorm wordt ook wel abductie genoemd. Hoewel de redenering niet geldig is, wordt hij wel veel toegepast in de praktijk, bijv. bij diagnose. Stel een reparateur ziet een verbrande weerstand op een printplaat en de algemene regel is als je een verbrande weerstand ziet, dan is de printplaat kapot. De reparateur kan hieruit concluderen dat de printplaat kapot is en op deze op basis van deze informatie vervangen. In praktijk levert een onderzoek een bepaald beeld op waarbij de verbrande weerstand maar een van de kenmerken zal zijn (de spanning op de contactpunten, etc.). Maar in feite redeneert de reparateur voortdurend via abductie terug totdat alle stukjes van de puzzel passen. Het betoog De structuur en de argumentatie noemen hier ook wel het betoog, sommigen spreken ook wel over het verhaal. Het verslag bestaat in de basis uit argumenten. We kunnen de probleemstelling van een vraag altijd omzetten in een soort hypothese. Stel bijvoorbeeld dat de oorspronkelijke probleemstelling is: Gaat verregaande informatisering in de zorg ten koste van onze privacy? Dan kunnen we hier twee stellingen uithalen en verdedigen, namelijk: en De verregaande informatisering gaat ten koste van onze privacy. De verregaande informatisering gaat ten niet koste van onze privacy. Als je de oorspronkelijke vraag wilt behandelen ben je altijd bezig met het aanvallen of verdedigen van een van deze stellingen. Ook wanneer we kijken naar de structuur van het verslag waarin een experiment is beschreven (zie hierboven), zien we altijd een hypothese terugkeren, bijvoorbeeld: het gebruik van een computer kost meer stroom dan dat van een gewone televisie

16 16 Je kunt dit bijvoorbeeld beargumenteren door op te zoeken hoeveel stroom de gemiddelde computer kost en hoeveel een gewone tv. Maar soms zijn deze gegevens niet betrouwbaar (denk bijvoorbeeld aan de sjoemelsoftware van Volkswagen) en moet je dit experimenteel vaststellen door van een heleboel computers en tv s te meten wat hun verbruik is. Omdat je niet in dezelfde vallen wilt stappen als anderen, moet kijken wat hier al eerder over is geschreven en in je verhaal inpassen. Welke terminologie wordt hier gebruikt? Welke definities worden gehanteerd (wat is eigenlijk een computer of een televisietoestel)? En welke uitspraken zijn er al gedaan hierover? Bovendien, omdat dit experiment niet triviaal is, moet je je uitspraken ondersteunen met de experimentele methode die je hiervoor hebt gebruikt. Het scheelt nogal of je alleen televisietoestellen gebruikt van voor 1990 of alleen smartphones; of dat er op een computer wordt gewerkt of het grootste deel van de tijd in de pauzestand staat. Hiermee geef je aan wat de reikwijdte is van je conclusies. Argumentatie is een groot onderzoeksveld en de achterliggende structuren zijn niet altijd zo eenvoudig te herkennen of terug te voeren op een formele structuur. Dat betekent echter niet dat je slordig mag zijn in je argumentatie. Je zult voortdurend moeten nagaan of je betoog wel klopt en helder overkomt. Maar daarvoor zul je het uiteraard eerst zelf helder voor ogen moeten hebben. Een goede methode is om eerst een diapresentatie in bijvoorbeeld PowerPoint te maken van je betoog en om het verhaal dan in de werkgroep te bespreken. Opdrachten onderdeel 3 - welke termen spelen een essentiële rol en hoe zijn ze gedefinieerd - ga na welke uitspraken je over deze termen al eerder bent tegengekomen - ontwerp de structuur en de achterliggende argumentatie - maak een diapresentatie van het verhaal in PowerPoint - geef een ruwe uitwerking van de structuur van de hoofdstukken en de tekstblokken die je in een hoofdstuk tegenkomt Eisen - de argumentatie moet terugkomen in de alineastructuur - zet de diapresentatie op A4 met 6 dia s op een bladzijde: begin met de titel de probleemstelling en de relevante terminologie In het team: bespreek 13 oktober - de diapresentatie en het betoog Inleveren Submit - diapresentatie - hoofdstukindeling van je verslag met korte beschrijving per hoofdstuk - betoog met achterliggende argumentatie in een zo goed mogelijk lopend verhaal Deadline: Zondag 16 oktober, uur Toevoegen aan procesrapportage - de diapresentatie - hoofdstukindeling met korte beschrijving per hoofdstuk - het betoog en de achterliggende argumentatie (ca. 1 A4) - wat je verder interessant genoeg vindt om toe te voegen en voor later te bewaren Leesmateriaal - Oosterbaan, hoofdstuk 6 en 7 Hints - probeer te achterhalen welke vorm van redeneren je betoog bevat en welke functie ieder onderdeel bevat - voor later: zet in de ingeleverde versie het hoofdpunt van iedere alinea in de eerste zin van de betreffende alinea en geef de uitwerking in de erop volgende zinnen

17 17 Onderdeel 4: Het schrijven van het verslag De vorige keer hebben we een begin gemaakt met het schrijven van het verslag. De komende twee weken gaan we verder in op het schrijfproces aan de hand van een aantal basisprincipes in communicatie. De principes worden ook wel de maximes van Grice genoemd, naar de taalfilosoof Herbert Paul Grice. De maximes zijn gebaseerd op het zogenaamde coöperatieprincipe dat in het Engels als volgt luidt: "Make your contribution such as it is required, at the stage at which it occurs, by the accepted purpose or direction of the talk exchange in which you are engaged." De bijbehorende maximes zijn: 1. Relevantie: wees relevant 2. Kwaliteit: maak je bijdrage waar of zorg ervoor dat je beweringen voldoende onderbouwd zijn 3. Kwantiteit: geef niet teveel, maar ook niet te weinig informatie 4. Stijl: vermijd onduidelijkheden, vermijd dubbelzinnigheden en zet alles in de goede volgorde De maximes lijken vaag, maar zijn uiterst krachtig en veelomvattend. En hoewel ze oorspronkelijk niet bedoeld waren als voorschriften voor helder taalgebruik, kun je ze prima als test gebruiken om de kwaliteit van je verslag te beoordelen. De maximes worden hier besproken aan de hand van een aantal zogenaamde schendingen zoals we die tegengekomen zijn in verslagen van studenten. Relevantie: het doel Alles in het verslag ontleent betekenis binnen het kader van de hoofdvraag. Dit betekent allereerst dat de hoofdvraag bekend moet zijn en duidelijk geformuleerd moet worden in de inleiding van het verslag. Zoals je wellicht gemerkt hebt, is de formulering soms een moeizaam proces. Het hierover goed nadenken maakt zowel het lezen als het schrijven van een verslag makkelijker. De hoofdvraag wordt ook dikwijls in italics gezet zodat je hem als lezer makkelijk kunt vinden. In de eerste week van deze cursus heb je gewerkt aan de hoofdvraag van je verslag. Ga na of de formulering nog steeds van toepassing is. Kun je nog alles wat je wilt behandelen in je verslag plaatsen onder deze formulering? Is het onderwerp verbreed of is het onderwerp juist toegespitst op een specifiek onderdeel zodat hij aangescherpt moet worden? Kwaliteit: ware en onderbouwde uitspraken Er kunnen talloze redenen zijn waarom uitspraken niet goed onderbouwd zijn. We hebben al een paar voorbeelden gezien bij het onderdeel argumentatie. Hier nog een paar voorbeelden die we in verslagen zijn tegengekomen: - tegenspraken: soms staan de tegenspraken zelfs achter elkaar in de tekst (bijv. Er is geen voordeel. Het enige voordeel is ) - onvoldoende bewijs: dikwijls wordt er van alles beweerd zonder directe referentie naar de literatuur of andere bronnen. Dit geldt overigens ook bij het gebruik van definities, tenzij het duidelijk is dat je die zelf hebt bedacht (dat laatste is meestal niet eenvoudig). Dus een uitspraak als de meeste gezinnen in Nederland hebben een internetaansluiting wordt zonder meer fout gerekend als er niet naar de literatuur wordt verwezen naar waar je dat gevonden hebt of wanneer het niet voldoende is onderbouwd. - intrinsiek moeilijk aantoonbaar: de volgende voorbeelden zeggen weinig of niks als ze niet zijn gedefinieerd in verifieerbare of meetbare termen: o Het is een goede community (hoezo goed?), Er zijn genoeg reacties (hoeveel is genoeg?), De aanloop is aardig groot (aardig groot?), we hebben te maken met een groep normale mensen (ooit een normaal mens ontmoet?) o De site zat goed in elkaar, schrijf liever de site voldoet aan de gestelde eisen.

18 18 - te sterk: om een verhaal krachtiger te maken wordt de waarheid soms wat aangedikt: De uitspraak De site is consistent is dikwijls niet hard te maken. Wees eerlijk en schrijf: We hebben geen inconsistenties gevonden. Kwantiteit: niet teveel en niet te weinig Het is niet altijd eenvoudig uit te maken wat teveel of te weinig is en bovendien overlapt dit maxime ook met kwaliteit (voldoende onderbouwing) en relevantie. Hier weer enkele voorbeelden: teveel informatie (ook relevantie): - herhalingen: vermijd ze zoveel mogelijk. Als je een goede structuur hebt (zie ook verder), is de volgorde logisch en hoef je geen zaken te herhalen die je eerder hebt genoemd. De volgende constructies zijn dikwijls verdacht en dienen daarom waar mogelijk vermeden te worden, vooral in een document van slechts 7 pagina s: Zoals gezegd, We hebben eerder gezien dat, Eerder in dit document - overbodige uitingen en constructies: dit hangt uiteraard van je doel af, maar er zijn wel een paar uitingen waar een lezer volstrekt niet in is geïnteresseerd: We proberen een goed beeld te geven van het onderwerp (uiteraard doe je je best) Het zal je misschien verbazen, maar (zeg maar gewoon wat je bedoelt) Het is zo dat iedereen uit de groep kan typen (beter is: Iedereen uit de groep kan typen ) Wanneer we gaan kijken hoe er omgegaan wordt met deze aandachtsgebieden zien we dat bij groepsbesluitvorming vooral gekeken wordt naar (wat een draak van een zin, bedoeld werd: Bij groepsbesluitvorming wordt vooral gekeken naar. Dat scheelt weer een hoop schrijf- en leeswerk.) - overbodige tekst: bijv. een rapport dat gaat over veranderingsprocessen in een organisatie beschrijft ook uitvoerig het adviesbureau dat deze verandering moet begeleiden. te weinig informatie - te weinig onderbouwing om een uitspraak te verifiëren (zie ook Kwaliteit) - discrepanties tussen tekst en plaatjes: o geen directe links tussen afbeeldingen en tekst o afbeeldingen zeggen iets anders dan de tekst - te zwakke uitdrukkingen: o We zouden het volgende willen doen (beter: We gaan het volgende doen ) o We kunnen nu het volgende doen en vervolgens wordt het gedaan. Beter is dan: We doen het volgende. Er kan namelijk altijd van alles. Het gaat erom wat er daadwerkelijk gebeurt. - geen onderscheid tussen oude en nieuwe informatie o Gebruik dus alleen als de informatie afleidbaar is uit de tekst en dus al impliciet aanwezig is. o Introduceer netjes de belangrijke termen en gebruik ze later consistent. o Soms schrijven studenten uitvoerig over een onderwerp en geven pas later een definitie. Meestal moet dat andersom. Stijl Het Nederlands is soms abominabel, kijk ook vooral eens in het groene boekje of een website over correct taalgebruik. Lees ook hoofdstuk 7 goed door van Oosterbaan. - slechte zinnen, bijv. Proberen een peil te trekken uit de tijd dat de server aan staat is niet te doen - zinnen zonder hoofdwerkwoord: Met andere woorden, het structureel verbeteren van datgene dat al in meer of mindere mate aanwezig is. - verkeerde spelling: De opzet van het onderzoek is nou verbonden met, Er word vooral gekeken naar, hij bepaald wat er gebeurd - losse woorden die aan elkaar moeten: informatie onderwerp, plaats vindt, door gaan,

19 19 - verkeerd gebruik van komma s: Het systeem, dat gisteren in gebruik is genomen, is afkomstig van Philips. Vergelijk dit met Het systeem dat gisteren in gebruik is genomen is afkomstig van Philips. Wat is het betekenisverschil? In het eerste geval is er één systeem, in het tweede geval is er meer dan een. Structuur van het verslag. Dit is een van de belangrijkste onderdelen en zou dus misschien bovenaan in dit hoofdstuk moeten staan. Met een goede structuur los je 80% van de bovenstaande problemen op. (Zo staan in slecht gestructureerde verslagen meestal veel meer taalfouten dan in goed gestructureerde.) Als je je verslag geschreven hebt volgens de opbouw van deze cursus dan heb je al een groot deel van de structuur te pakken. Nogmaals in het kort. Allereerst dus de vraagstelling (zie onder relevantie). Vervolgens ga je de vraag beantwoorden (of het probleem oplossen of je stelling bewijzen). Dikwijls wordt dit nog voorafgegaan door een korte tekst die iets over de werkwijze vertelt (dus de manier waarop). In feite vormt het beantwoorden van de vraag de kern van je verhaal. Dan kom je bij de conclusies. Na een lange lap tekst heeft een lezer behoefte aan een samenvatting van het antwoord. Is het gelukt, in hoeverre, moeten we nog meer onderzoek doen, in welke richting zou dat dan moeten? Een conclusie is moeilijk, want je moet generaliseren waar je mee bezig bent geweest. Je moet de inleiding met de vraagstelling en de conclusies kunnen doorlezen zonder de tussenliggende tekst te hoeven lezen. Alleen diegene die echt geïnteresseerd is, kan dan ook de onderbouwing lezen. Bij het verbeteren van je verslag helpt het ook als je het een week laat liggen en vervolgens nog eens doorleest. Dat is moeilijk, want de meesten zijn pas tegen de deadline klaar. Er is echter niks op tegen om een deadline voor je zelf een week naar voren te schuiven. Het lezerspubliek Richt je bij het schrijven van je verslag vooral op de geïnteresseerde en ervaren, maar ook kritische lezer. Stel je daarbij iemand voor die je kent, een geschikt familielid, een vriend of een studiegenoot. 4 Dit type lezers leest vooral om betekenis te geven aan een tekst. Ze beginnen dikwijls met doelstelling en inhoudsopgave van het verslag en bedenken daar in hun hoofd een samenhangende structuur bij. De schrijver moet de titels van de hoofdstukken weloverwogen kiezen. Bij ervaren en kritische lezers gaat het niet alleen om het opnemen van de geschreven woorden, maar vooral om het gedachteproces. Waarom is de tekst geschreven? Waarom staat er wat er staat? Ze proberen hiërarchische relaties te ontdekken en denken na over de juistheid van de redeneringen en gevolgtrekkingen. Op deze manier is het ook veel eenvoudiger om feiten te onthouden, als ze tenminste op de goede plaats staan. Als ervaren lezers ontdekken dat een verslag niet goed in elkaar zit, leggen ze het weg en zullen ze niet snel de moeite nemen opnieuw een verslag door te nemen van dezelfde schrijver. Je krijgt geen tweede kans om een eerste indruk te maken, zelfs niet bij je familie. Probeer aansluiting te vinden bij de kennis, intenties en vaardigheden van de lezer. Laat je niet verleiden tot taalacrobatie, houd zinnen zo kort mogelijk en maak ze niet nodeloos ingewikkeld. Gebruik geen jargon waarvan je kunt verwachten dat de ander ze niet begrijpt. En als er al woorden gebruikt moeten worden die anderen niet kunnen begrijpen, introduceer ze dan netjes en gebruik ze consequent door de hele tekst. Het gaat er niet om dat je jezelf profileert of laat zien hoe slim je bent. In zo n geval heb je een verborgen agenda. Het gaat er om dat je duidelijk kunt overbrengen wat je wilt zeggen, niet meer en niet minder. Opdrachten onderdeel 4 - schrijf de volledige versie van het verslag uit die voldoet aan alle gestelde eisen Eisen - let goed op de bovenstaande maximes 4 Zo stelde Henk Kummeling, hoogleraar Staatsrecht aan de universiteit Utrecht, bij het herschrijven van de Grondwet zich zijn familie voor.

20 20 - kijk in appendix 2 voor eisen op het gebied van vormgeving - kijk in appendix 3 voor algemene eisen - zet de tekst in een Word document In het team - 20 oktober: Welke problemen kom je tegen tijdens het schrijven? Zijn er onduidelijkheden in de opdracht? - 27 oktober: Zorg ervoor dat de eerste versie van je verslag wordt gereviewd (elk verslag krijgt minstens een reviewer). Bespreek hoe het proces is verlopen. Hoe hebben jullie de mogelijke problemen opgelost? Inleveren Submit - eerste versie verslag Deadline: zondag 30 oktober, uur Toevoegen aan procesrapportage - eerste versie van het verslag - alles wat je verder interessant lijkt en op het schrijfproces betrekking heeft Leesmateriaal - Oosterbaan, hoofdstuk 5, 7 en 8 Hints - Kijk voor het Nederlands ook eens in het groene boekje of op de website - Maak gebruik van de vele literatuur die er is op het gebied van goed schrijven (zie ook de hier bijgevoegde referenties) - Gebruik de automatische afbreekmogelijkheid in Word (i.t.t. wat in het boek van Oosterbaan staat vermeld) - Gebruik de automatische spellingcontrole van Word, maar houd er rekening mee dat niet alles wordt opgemerkt. - Kijk ook vast naar de beoordelingscriteria in het volgende hoofdstuk (H5: peer review)

21 21 Onderdeel 5: Peer review In deze week is het de bedoeling dat je individueel(!) het verslag van een ander gaat doorlezen en daarop commentaar geeft in de week daarop. Let daarbij vooral op het volgende: - Primaire aandachtspunten o Duidelijkheid van de probleemstelling o De aansluiting van de conclusies op de probleemstelling o De argumentatie die leidt tot de conclusies o Inpassing van bestaande kennis (uit het vak of andere theorieën, literatuur of colleges) - Secundaire aandachtspunten o Uiterlijke verzorging van het verslag o Taal- en spelfouten Algemene opmerkingen Stel je op als geïnteresseerde lezer, dat wil zeggen iemand die echt wil begrijpen wat er staat. Lees het verslag en schrijf kort je eerste indrukken op. Vind je het verslag interessant? Wat vind je de meest overtuigende passages (en waarom)? Geef dus ook aan wat je goed vindt! Het is niet de bedoeling de schrijver vakkundig onderuit te halen. Bedelf de schrijver ook niet onder je commentaar: licht de hoofdzaken eruit en geef zo mogelijk suggesties, overigens zonder het hele verslag te herschrijven. Geef ook geen vrijblijvende kwalificaties, maar stel vragen en fundeer eventuele kritiek. Ga er niet vanuit dat de schrijver het met alles eens hoeven te zijn. Je commentaar is bedoeld als aanbod en niet als wet. Maak alle commentaren tekstspecifiek, dat wil zeggen, geef aan op welk stukje tekst je commentaar slaat. Dus geen 'kretologie' zoals 'het stuk is vaag', of 'het is zo mooi geschreven', maar 'dit argument begrijp ik niet' of 'deze metafoor vind ik goed/niet goed gekozen' etc. Uiterlijk verzorging en algemene eisen - Voldoet het verslag aan de eisen zoals gesteld in Appendix 2 en 3? Geef waar nodig specifieke verbeteringen aan. - Zijn er spel- of typefouten, of grammaticale fouten? Het betoog - Heeft het artikel een goede structuur: krijg je alle informatie in een goede volgorde en hebben de argumenten een logische opbouw? - Wat is de probleemstelling of stellingname van de schrijver? Met welke argumenten wordt deze probleemstelling uitgewerkt? Welke tegenargumenten geeft de schrijver? Kun je er nog meer bedenken?(oftewel, stel je eens op als de opponent van de schrijver) - Is de probleemstelling niet te algemeen? Zou de schrijver hem misschien moeten toespitsen? Als dat zo is, leg dat dan uit. - Zijn de argumenten goed onderbouwd? Geeft de schrijver genoeg informatie en/of bewijs om zijn/haar argumenten te staven? Waar zou de schrijver meer, minder of andere onderbouwing moeten geven? - Citeert de schrijver betrouwbare bronnen of zouden er (nog) citaten nodig zijn? - Krijg je voldoende achtergrondinformatie om het artikel te begrijpen? Is dat niet zo, geef dan aan waar je als lezer meer achtergrondkennis nodig hebt (let in dit verband ook op jargon of 'vaktaal'). - Zijn alle passages relevant in relatie tot de stellingname of staat er teveel informatie in? De bespreking op donderdag 3 november Vertel wat je wel of niet goed vindt aan het stuk, wat duidelijk is, verwarrend, etc. Er worden nog geen adviezen gegeven.

22 22 De schrijver noteert de opmerkingen, maar gaat nog niet in discussie. Oftewel, de schrijver schiet niet onmiddellijk in de verdediging, maar hoort eerst serieus aan wat de opmerkingen zijn. Houd er rekening mee dat verschillende lezers tegenstrijdige meningen kunnen hebben. Als de bespreking klaar is vat de schrijver de belangrijkste kritiek van de reviewers samen en geeft aan of hij/zij het hier mee eens is of niet. Vervolgens gaan jullie samen kijken naar oplossingen voor specifieke problemen. Dit proces herhaalt zich voor de andere verslagen waarbij schrijver en reviewer van rol verwisselen. Opdrachten onderdeel 5 - maak een individueel review van een verslag maak een samenvatting van de feedback op je eigen verslag en je eigen commentaar daarop Eisen - maak de samenvatting van de feedback op basis van de primaire en secundaire aandachtspunten die aan het begin van dit onderdeel zijn beschreven - geef bij de samenvatting zowel sterke als zwakke punten aan van je eigen verslag In het team: bespreek 3 november - de reviews op het werkcollege Inleveren Submit - peer review (individueel) Deadline: zondag 6 november, uur Toevoegen aan procesrapportage - peer review op het verslag van de andere schrijver(s) (individuele bijdrage) - samenvatting van de feedback op eigen verslag plus eigen commentaar op de feedback (individueel of duo)

23 23 Onderdeel 6: Revisie, reflectie en inleveren procesrapportage Revisie Na het commentaar van je medestudenten kun je het verslag reviseren. Kijk nogmaals goed of het aan de minimale eisen van het formaat voldoet (Appendix 2 en 3) en of je hun feedback echt hebt begrepen. Houd er rekening mee dat de reviewers niet verantwoordelijk zijn voor je verslag. Wellicht ben je in de loop van de week ook vanuit jezelf tot nieuwe inzichten gekomen. Laat je vooral niet weerhouden om die verbeteringen aan te brengen, het komt je cijfer alleen maar te goede. In de beoordeling wordt er rekening mee gehouden of je op de opmerkingen van de peer review bent ingegaan. Probeer ook afstand te nemen van je eigen verslag. Lees het daarvoor nog eens door alsof je het zelf niet hebt geschreven. Is alles nog even duidelijk? Gebruik daarvoor de volgende checklist: - Kun je het hele verhaal vertellen zonder naar het verslag te kijken? - Dekt de probleemstelling de lading of moet hij juist nog aangescherpt worden? - Is de functie en volgorde van de aparte tekstblokken (hoofdstukken en alinea s) duidelijk? - Zijn er nog onderdelen die geschrapt kunnen worden zonder de lijn van het betoog aan te tasten? - Zijn er nog onderdelen die toegevoegd moeten worden om je betoog te verhelderen? - Zijn de zinnen in helder Nederlands geschreven? - Is het woordgebruik adequaat en consistent? Naast de eindversie van het verslag en de reflectie bevat de procesrapportage ook een samenvatting van de uiteindelijke revisie. Is er nog iets veranderd aan het betoog of de probleemstelling, en zo ja, waarom? Ben je na herlezen nog tot nieuwe inzichten gekomen? Etc. Reflectie Voeg aan de procesrapportage een korte individuele reflectie over de opdracht toe. Neem daarin de volgende punten op (wees eerlijk, je wordt niet beoordeeld op de inhoud van de reflectie): - Heb je nieuwe dingen geleerd over het schrijven verslagen? Zo ja, welke? - Wat vond je leuk, vervelend,...? - Waar had je problemen? Heb je ze kunnen oplossen en zo ja hoe? - Zou je het de volgende keer anders aanpakken? - Voeg toe wat je nog kwijt wilt. Opdrachten onderdeel 6 - schrijf de finale versie van het verslag - schrijf een kort reflectieverslag van ongeveer een half A4 (individueel) - vat samen welke belangrijke veranderingen nog aangebracht zijn sinds de versie voor de peer review

24 24 Eisen - documenten in PDF - laat bij het stuk over de veranderingen duidelijk zien welke veranderingen zijn aangebracht op basis van de peer review en op basis van je eigen herbeschouwing. Inleveren - via Submit: uiteindelijke versie van het verslag plus de gehele procesrapportage Deadline: zondag 13 november, uur Toevoegen aan procesrapportage - finale versie - aangebrachte veranderingen - reflectie (individueel) Leesmateriaal - verslag van de reviewer(s) Hint - in Appendix 4 zijn alle onderdelen samengevat die toegevoegd moeten worden aan de procesrapportage. Ga dit lijstje na!

25 25 Bronnen Verplicht Oosterbaan, W. (2014) Een leesbare scriptie. Een gids voor het schrijven van scripties, essays en papers. Amsterdam: Prometheus. Een dun en leesbaar boekje met veel nuttige tips. Aanrader voor iedereen. Gericht op studenten die een scriptie moeten schrijven, maar ook andere en kortere genres komen aan de orde. Overige Boekhorst, A., Kwast, I. & Wevers, D. (2005) Informatievaardigheden. Utrecht: Lemma. Brinkman, J. (1995) Communiceren met effect: overtuigen van individuen, groepen e het grote publiek. Groningen: Wolters-Noordhoff. Burger, P & de Jong, J. (1997) Handboek Stijl: Adviezen voor aantrekkelijk schrijven. Groningen: Martinus Nijhoff. Elling, R., Andeweg, B., Jong, J. de & Swankhuisen, C. (2005) Rapportagetechniek. Groningen: Wolters-Noordhoff. Jansen, C., Steehouder, M. & Gijsen, M. (2004) Professioneel Communiceren. Taal en Communicatiegids. Groningen: Martinus Nijhoff. Visser, W. (2008) Het gaat er niet om wat je zegt. Het gaat erom wat ze begrijpen. Den Haag: Sdu Uitgevers. Websites

26 26 Appendix 1: Zoeken naar bronnen De argumentatie van je essay moet zo veel mogelijk onderbouwd worden met wetenschappelijke literatuur. Tegenwoordig staan daarvoor miljoenen artikelen online tot je beschikking. De kunst is natuurlijk om in die rijkdom van informatie de juiste artikelen te vinden. Deze appendix is bedoeld om je daarbij kort op weg te helpen. De beste ingang voor wetenschappelijke bronnen is de bibliotheek van de UU ( Kijk hier eerst even rond voordat je begint. Er staat allerlei informatie over hoe je wetenschappelijke bronnen kunt vinden. Als je gaat zoeken, noteer dan allereerst de zoektermen die je gebruikt voor je essay. Als het goed is, zitten die voor een groot deel in je mindmap en je probleemstelling. Ga naar literatuur zoeken. Zoek achtereenvolgens in de catalogus, digitale tijdschriften en Google Scholar. Ga daarna naar Zoeksystemen of Alle zoeksystemen. Bekijk de verschillende mogelijkheden en ga in ieder geval naar Informatica (bestanden per vakgebied). Hier vind je weer een aantal portals waar je kunt zoeken. Probeer in ieder geval: ACM portal ( CiteSeer ( IEEE Computer Society Digital Library ( Web of Science ( Omdat informatiekunde een typisch interdisciplinaire opleiding is, kun je uiteraard ook bij andere vakgebieden zoeken. Het is juist leuk om verschillende vakgebieden met elkaar te verbinden.

27 27 Appendix 2: De uiterlijke verzorging van je verslag Achtergrond De eerste kennismaking met een rapport of verslag gaat via de vormgeving, zoals de grafische kenmerken als pagina-indeling, illustraties en koppen. Grote lange teksten met weinig alinea s weerhoudt een lezer ervan aan een verslag te beginnen. Een verzorgd verslag leest niet alleen prettiger, maar zorgt ook voor een betere toegankelijkheid en het vinden van je weg in de informatie. Slordigheden zoals spelfouten dragen bij aan irritatie van de lezer/beoordelaar en verstoren het leesproces. De uiterlijke verzorging van je verslag is belangrijker dan de meesten zich realiseren en er zal daarom streng op worden gelet. Bij de vormgeving moet je met twee aspecten rekening houden: rust en functionaliteit. Een goede vormgeving voor zakelijke of wetenschappelijke teksten straalt rust uit geen overdreven gebruik van kleuren, verschillende lettertypes of andere grafische opsmuk. Een functionele vormgeving helpt bij het onderscheiden van hoofden bijzaken en is gericht op visuele ondersteuning van de inhoudelijke structuur en het belang van de tekst. Vorm en inhoud dienen elkaar te versterken. Bekijk ter inspiratie ook eens boeken of andere rapporten en let daarbij op de opmaak. Denk bij je eigen verslag na over de gemaakte keuzes, zoals alinea s, paragrafen, hoofdstukindeling, cursivering, opsommingen, etc. en neem voor zover mogelijk de onderbouwing van je keuzes op in je procesrapportage. Kijk ook naar de mogelijkheden in Word, maar maak bewuste keuzes bij het gebruik. Eisen Wees consequent Als je samenwerkt met iemand anders wordt het werk meestal verdeeld. Dat heeft tot gevolg dat de opmaak er dikwijls verschillend uitziet. Maak voor een consequente opmaak bijvoorbeeld gebruik van opmaakprofielen (shift F1 in Word). Marges en kantlijnen Hanteer bij het bepalen van de marges in de eerste plaats functionele criteria. Wordt het rapport gebonden, houd dan minstens 3 cm vrij. Wordt het rapport geperforeerd, houd dan minstens 2,5 cm vrij. Binnen de marges bevindt zich de tekst. De meeste tekst begint op de kantlijn, maar soms er zijn ook tekstelementen die kunnen inspringen, zoals een opsomming, formules, citaten, begin van een alinea, e.d. Denk hier over na en speel wat met tabulatorstops in Word. Indeling Links en rechts uitvullen Nummer secties hooguit twee diep: bijv. 1.1, 3.4, etc.. Dus niet Voorblad, voorwoord, samenvatting, inhoudsopgave, referenties en appendices op aparte pagina s. Kopregel bevat de titel van het verslag (meestal verkorte versie van de titel) Lettertype Goed leesbaar voor beoogde lezer Bijv. Calibri 11 in Word of iets wat je zelf mooi en leesbaar vindt. Nummering van de pagina s Titelblad niet zichtbaar genummerd Nummering onderaan in de voetregels aan de buitenkant van de pagina Figuren Denk na over de figuren en tabellen. Waarom heb je ze opgenomen? Wat voegen ze precies toe aan je verhaal?

28 28 Nummer figuren en tabellen apart, schrijf bij ieder een korte uitleg en refereer ernaar in de tekst. Zet de uitleg bij tabellen boven de tabel en bij figuren onder de figuur. Voorbeelden: Tabel 4: Het aantal instromers en ingeschrevenen van de bacheloropleiding Informatiekunde. Bacheloropleiding Jaar Instroom (voltijds) Ingeschrevenen (voltijds) Totaal Man Vrouw Totaal Man Vrouw 02/ / / Figuur 5: Omvang in studiepunten van de verschillende categorieën vakken van de bachelors informatiekunde.

Helder Schrijven INFORMATIEKUNDE, DEPARTEMENT INFORMATICA

Helder Schrijven INFORMATIEKUNDE, DEPARTEMENT INFORMATICA INFORMATIEKUNDE, DEPARTEMENT INFORMATICA Helder Schrijven Een introductiecursus voor het schrijven van verslagen behorende bij de module Mens, Maatschappij en ICT Robbert Jan Beun 2015 U NIVERSITEIT U

Nadere informatie

Helder Schrijven INFORMATIEKUNDE, DEPARTEMENT INFORMATICA

Helder Schrijven INFORMATIEKUNDE, DEPARTEMENT INFORMATICA INFORMATIEKUNDE, DEPARTEMENT INFORMATICA Helder Schrijven Een introductiecursus voor het schrijven van verslagen behorende bij de module Mens, Maatschappij en ICT Robbert-Jan Beun 2013 U N I V E R S I

Nadere informatie

BEOORDELINGSFORMULIER

BEOORDELINGSFORMULIER Faculteit Geesteswetenschappen Versie maart 2015 BEOORDELINGSFORMULIER MASTER SCRIPTIES Eerste en tweede beoordelaar vullen het beoordelingsformulier onafhankelijk van elkaar in. Het eindcijfer wordt in

Nadere informatie

De kunst van wetenschappelijk schrijven

De kunst van wetenschappelijk schrijven De kunst van wetenschappelijk schrijven In de wetenschap gaat de erkenning naar diegene die de wereld heeft overtuigd, niet naar degene die als eerste op t idee kwam. (Darwin) Overzicht De schrijfopdracht

Nadere informatie

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek.

Introductie. De onderzoekscyclus; een gestructureerde aanpak die helpt bij het doen van onderzoek. Introductie Een onderzoeksactiviteit start vanuit een verwondering of verbazing. Je wilt iets begrijpen of weten en bent op zoek naar (nieuwe) kennis en/of antwoorden. Je gaat de context en content van

Nadere informatie

Het profielwerkstuk. 2. Eisen en voorwaarden Het profielwerkstuk moet aan een aantal eisen en voorwaarden voldoen:

Het profielwerkstuk. 2. Eisen en voorwaarden Het profielwerkstuk moet aan een aantal eisen en voorwaarden voldoen: -1- Het profielwerkstuk 1. Inleiding Hier staat hoe u te werk gaat bij het maken van het profielwerkstuk. Ook de eisen waaraan het moet voldoen zijn opgesomd. Verder geeft het u een voorbeeld van een plan

Nadere informatie

De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan

De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan De theorie voor leesvaardigheid in de vorm van een stappenplan 1. Globaal lezen a. Lees eerst altijd een tekst globaal. Dus: titel, inleiding, tussenkopjes, slot en bron. b. Denk na over het onderwerp,

Nadere informatie

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken

Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.

Nadere informatie

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel Workshop voorbereiden Uitleg Start De workshop start met een echte, herkenbare en uitdagende situatie. (v.b. het is een probleem, een prestatie, het heeft

Nadere informatie

Wiskunde Lesperiode 1

Wiskunde Lesperiode 1 Wiskunde Lesperiode 1 Proefwerk analyse & Voorbereiding op de herkansing of hoe je je wiskunde materiaal ook kunt gebruiken. Wat gaan we doen? Overzicht creëren. Planning maken. Fouten opsporen en verbeteren.

Nadere informatie

om Kort en Krachtig te schrijven Ingrid Verbakel

om Kort en Krachtig te schrijven Ingrid Verbakel om Kort en Krachtig te schrijven Ingrid Verbakel Tekst Tekeningen Ingrid Verbakel www.ingridinterviewt.nl Inge de Fluiter www.schetswinkel.nl Wil je meer tips? Meer oefeningen? Begeleiding bij het schrijven?

Nadere informatie

Uitleg boekverslag en boekbespreking

Uitleg boekverslag en boekbespreking Uitleg boekverslag en boekbespreking groep 7 schooljaar 2014-2015 Inhoudsopgave: Blz. 3 Blz. 3 Blz. 3 Blz. 4 Blz. 6 Blz. 7 Blz. 7 Stap 1: Het lezen van je boek Stap 2: Titelpagina Stap 3: Inhoudsopgave

Nadere informatie

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten

PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten PWS - Fase 1 - Plan van aanpak Behaald 0 van de 25 punten Beoordeling Te behalen Behaald 1. Past het onderwerp/ontwerp bij het vak/de vakken? 1 Herkenbaarheid van het vak of de vakken. Past het onderwerp

Nadere informatie

Waarom een samenvatting maken?

Waarom een samenvatting maken? Waarom een samenvatting maken? Er zijn verschillende manieren om actief bezig te zijn met de leerstof. Het maken van huiswerk is een begin. De leerstof is al eens doorgenomen; de stof is gelezen en opdrachten

Nadere informatie

Inhoud. Introductie tot de cursus

Inhoud. Introductie tot de cursus Inhoud Introductie tot de cursus 1 Inleiding 7 2 Voorkennis 7 3 Het cursusmateriaal 7 4 Structuur, symbolen en taalgebruik 8 5 De cursus bestuderen 9 6 Studiebegeleiding 10 7 Huiswerkopgaven 10 8 Het tentamen

Nadere informatie

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten

Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Blooms taxonomie Laag Vaardigheden Leerdoelen Formulering van vragen /opdrachten Evalueren Evalueren = de vaardigheid om de waarde van iets (literatuur, onderzoeksrapport, presentatie etc) te kunnen beoordelen

Nadere informatie

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Studievaardigheden

BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Persoonlijke ontwikkeling Studievaardigheden BBL-4, topklinisch traject RdGG Pagina 1 van 7 Inleiding en leerdoelen Leren en studeren is een belangrijk onderdeel in je opleiding tot verpleegkundige. Om beter te leren studeren is het belangrijk niet

Nadere informatie

Hier vertel je wat je hebt gedaan om informatie te vinden. Wat en waar gezocht? Wie geïnterviewd, enz.

Hier vertel je wat je hebt gedaan om informatie te vinden. Wat en waar gezocht? Wie geïnterviewd, enz. Onderzoeksverslag Omslag en titelpagina Op het omslag staan in elk geval de titel van het onderzoek en de namen van de schrijvers. Op de titelpagina opnieuw de titel en de namen van de schrijvers. Nu uitgebreid

Nadere informatie

De Taxonomie van Bloom Toelichting

De Taxonomie van Bloom Toelichting De Taxonomie van Bloom Toelichting Een van de meest gebruikte manier om verschillende kennisniveaus in te delen, is op basis van de taxonomie van Bloom. Deze is tussen 1948 en 1956 ontwikkeld door de onderwijspsycholoog

Nadere informatie

Stappenplan: een spreekbeurt maken

Stappenplan: een spreekbeurt maken Stappenplan: een spreekbeurt maken 1. Dit weet ik al! Dit wil ik nog te weten komen! Maak op een kladblad een woordspin over het onderwerp. Ik noteer sleutelwoorden Schrijf onder je woordspin vragen die

Nadere informatie

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 5, paragraaf 1, 2, 3

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 5, paragraaf 1, 2, 3 Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 1 t/m 5, paragraaf 1, 2, 3 Samenvatting door een scholier 1653 woorden 13 februari 2011 6 16 keer beoordeeld Vak Nederlands Samenvatting H1,2,3,4,5 paragraaf 1,2,(3) Schrijfdoelen

Nadere informatie

HALLO WERELD WERKSTUK

HALLO WERELD WERKSTUK HALLO WERELD WERKSTUK Opdracht Maak een werkstuk over China, het onderwerp van het boek De Parel en De Draak. Beschrijf verschillende aspecten van het land en maak je werkstuk zo afwisselend mogelijk.

Nadere informatie

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent

Taxanomie van Bloom en de kunst van het vragen stellen. Anouk Mulder verschil in talent Onthouden Kunnen ophalen van specifieke informatie, variërend van feiten tot complete theorieën Opslaan en ophalen van informatie (herkennen) Kennis van data, gebeurtenissen, plaatsen Kennis van belangrijkste

Nadere informatie

O&O cyclus. Onderzoeken en ontwerpen

O&O cyclus. Onderzoeken en ontwerpen O&O cyclus Onderzoeken en ontwerpen O&O cyclus Waslijn O&O Deze platen kun je aan de muur hangen bij een onderzoeksopdracht of ontwerpopdracht. Tijdens het onderzoeken of ontwerpen staat het leerproces

Nadere informatie

Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen?

Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen? Lesbrief: Bewust sociaal Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen? Copyright Stichting Vakcollege Groep 2015. Alle rechten voorbehouden. Inleiding Zonder dat we het door hebben worden we steeds asocialer. Dit

Nadere informatie

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte

Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie. Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte Faculteit der Geesteswetenschappen Cluster Filosofie Bachelor scriptiereglement voor de opleiding: Wijsbegeerte Vastgesteld door de Examencommissie CoH, clustercommissie Filosofie op 1-2-2019 Scriptiereglement

Nadere informatie

Schrijfopdracht 5: Zijn vrienden het altijd eens?

Schrijfopdracht 5: Zijn vrienden het altijd eens? Leerlingboekje Les 9 en 10 Naam:. Schrijfopdracht 5: Zijn vrienden het altijd eens? Groep 7 Leren schrijven met peer response Tekst: M. Hoogeveen, A. van Gelderen, A. Wijnbergh Illustraties: V. van Asperen

Nadere informatie

Kritisch Denken met Rationale

Kritisch Denken met Rationale Docentendag Maatschappijleer 2018 Kritisch Denken met Rationale Timo ter Berg & Daan van Riet Kritisch Denken Inhoud 1. Introductie 2. Belang Kritisch Denken (= KD) 3. Wat is KD? 4. Hoe ontwikkel je KD-vaardigheden?

Nadere informatie

Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek

Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek Deelopdracht 1: Onderzoek naar het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek In deze deelopdracht ga je het onderwijsconcept van jouw leerwerkplek onderzoeken. Geerts en van Kralingen (2011) definiëren onderwijsconcept

Nadere informatie

Reflectieverslag mondeling presenteren

Reflectieverslag mondeling presenteren Reflectieverslag mondeling presenteren Naam: Registratienummer: 900723514080 Opleiding: BBN Groepsdocente: Marjan Wink Periode: 2 Jaar: 2008 Inleiding In dit reflectieverslag zal ik evalueren wat ik tijdens

Nadere informatie

Rijke Lessen. zetten je aan het denken. Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag

Rijke Lessen. zetten je aan het denken. Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag Rijke Lessen zetten je aan het denken Minka Dumont 2009 www.lesmateriaalvoorhoogbegaafden.com Handleiding(etje) Minka Dumont 26 november 2009 SLO - Landelijke Plusklasnetwerkdag Onthouden Kunnen ophalen

Nadere informatie

Het gaat niet om de verpakking, maar om wat er in zit!

Het gaat niet om de verpakking, maar om wat er in zit! Het gaat niet om de verpakking, maar om wat er in zit! U-talent opdracht Wiskunde Havo 3 (eventueel vwo 3) Inleiding Het verpakken en vervoeren van producten is een belangrijk onderwerp in de commerciële

Nadere informatie

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * werkstuk Antoniusschool Groep 5/6 Let op: deze heb je het hele schooljaar nodig! Hoe maak je een spreekbeurt? Mijn voorbereiding: 1. Je kiest

Nadere informatie

OPDRACHTEN BIJ THEMA 9 FEEDBACK

OPDRACHTEN BIJ THEMA 9 FEEDBACK OPDRACHTEN BIJ THEMA 9 FEEDBACK Van positieve feedback leer ik niets. INLEIDING Feedback geven en ontvangen moet je eerst oefenen en dan toepassen. In de opdrachten hieronder ga je ermee aan de slag. Doelstellingen

Nadere informatie

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten

Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding. G.J.E. Rutten 1 Over Plantinga s argument voor de existentie van een noodzakelijk bestaand individueel ding G.J.E. Rutten Introductie In dit artikel wil ik het argument van de Amerikaanse filosoof Alvin Plantinga voor

Nadere informatie

Het Socratisch Gesprek als methode voor kritisch denken

Het Socratisch Gesprek als methode voor kritisch denken Ontwerponderzoek Paper 2 Naam auteur(s) Vakgebied Titel Onderwerp Opleiding Doelgroep Sleuteltermen Links Bibliografische referentie I.F. Hazewindus, drs. Filosofie Het Socratisch Gesprek als methode voor

Nadere informatie

WERKVORMEN MAGAZIJN. Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo

WERKVORMEN MAGAZIJN. Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo WERKVORMEN MAGAZIJN Wat is netwerken? Landelijk Stimuleringsproject LOB in het mbo Voorwoord Voor u heeft u Thema boekje 1 Wat is netwerken? Dit themaboekje is een onderdeel van de lessenserie Netwerken.

Nadere informatie

De doelgroep. Wat is eenvoudig schrijven

De doelgroep. Wat is eenvoudig schrijven Dit is een stuk over eenvoudig schrijven. Het is bedoeld om het belang van eenvoudig schrijven te laten zien en te helpen bij het schrijven van brieven of verslagen voor cliënten. Eenvoudig schrijven is

Nadere informatie

HOE SCHRIJF JE EEN GOED BETOOG? THEORIE EN VOORBEELDEN 4 VWO BLOK 2

HOE SCHRIJF JE EEN GOED BETOOG? THEORIE EN VOORBEELDEN 4 VWO BLOK 2 HOE SCHRIJF JE EEN GOED BETOOG? THEORIE EN VOORBEELDEN 4 VWO BLOK 2 Toelichting In deze powerpoint staat theorie en uitleg over het betoog De dia s met theorie zijn oranje gekleurd Op de witte dia s staan

Nadere informatie

ACTIEF STUDEREN IN 6 STAPPEN

ACTIEF STUDEREN IN 6 STAPPEN ACTIEF STUDEREN IN 6 STAPPEN Stap 1 Weet wat je moet leren Stap 4 Leerstof instuderen Stap 2 Leerstof verkennen Stap 5 Leerstof controleren Stap 3 Leerstof verwerken Stap 6 Leerstof herhalen ACTIEF STUDEREN

Nadere informatie

Ontdek de Bibliotheek

Ontdek de Bibliotheek Ontdek de Bibliotheek Welkom in de bibliotheek. Je gaat op ontdekking in de bibliotheek. Hierbij doe je een onderzoek naar verschillende soorten media; zoals boeken, tijdschriften, video, audio etc. Zo

Nadere informatie

Werkstuk of verslag. de vormvoorschriften

Werkstuk of verslag. de vormvoorschriften Werkstuk of verslag de vormvoorschriften begeleider: (naam van de docent) het vak waarvoor je het verslag maakt naam en klas van de leerling schooljaar en datum van inleveren 2 Samenvatting Elk onderzoeksverslag

Nadere informatie

2. Syntaxis en semantiek

2. Syntaxis en semantiek 2. Syntaxis en semantiek In dit hoofdstuk worden de begrippen syntaxis en semantiek behandeld. Verder gaan we in op de fouten die hierin gemaakt kunnen worden en waarom dit in de algoritmiek zo desastreus

Nadere informatie

Hoe zou je dit vertellen aan iemand die er vandaag niet bij is? Leerlingen helpen om wiskunde te begrijpen: Vragen die: Ben je het er mee eens?

Hoe zou je dit vertellen aan iemand die er vandaag niet bij is? Leerlingen helpen om wiskunde te begrijpen: Vragen die: Ben je het er mee eens? Leerlingen helpen om wiskunde te begrijpen: 1 2 Welke strategie heb je gebruikt? 3 Ben je het er mee eens? Ben je het er mee oneens? 4 Zou je die vraag aan de klas kunnen stellen? 5 Kun je je 6 Wil 7 oplosmethode

Nadere informatie

Beoordeling power-point groep 5

Beoordeling power-point groep 5 Beoordeling power-point groep 5 Leerkracht: Leerling: Onderdeel 2 4 6 8 10 Opmerkingen Titeldia: Duidelijke titel met onderwerp/naam/groep Inhoudsopgave: Puntsgewijs wat ga je behandelen. Plaatjes: Functioneel

Nadere informatie

Sectorwerkstuk 2010-2011

Sectorwerkstuk 2010-2011 Sectorwerkstuk 2010-2011 Namen: ---------------------------------------------------------------------------------------- Klas: -------------------- Sector: --------------------------------------------

Nadere informatie

Analytisch denken Het oplossen van problemen door vragen te ontleden in kleinere delen, verbanden leggen en logische conclusies trekken.

Analytisch denken Het oplossen van problemen door vragen te ontleden in kleinere delen, verbanden leggen en logische conclusies trekken. Creatief denken Het flexibel kunnen inspelen op nieuwe omstandigheden. Associëren, brainstormen en het bedenken van nieuwe originele dingen en originele oplossingen voor problemen. Analytisch denken Het

Nadere informatie

Het profielwerkstuk

Het profielwerkstuk 1 Het profielwerkstuk 2014-2015 1. Inleiding Het profielwerkstuk (pws) is een onderdeel van het examendossier. Het profielwerkstuk is een opdracht voor de studenten van de examenklas voor een van de vakken

Nadere informatie

Docentenblad Tricky Tracks

Docentenblad Tricky Tracks De activiteit is op twee manieren mogelijk: door leerlingen zelfstandig in groepjes (a) of klassikaal (b). a Zelfstandig in groepjes Leerlingen volgen het bijgevoegde leerlingblad. Zij hebben ook per groepje

Nadere informatie

Ik stel veel 'doe-ik-het-goed' vragen. Ik weet hoe ik mezelf kan verbeteren, maar het lukt mij nog niet.

Ik stel veel 'doe-ik-het-goed' vragen. Ik weet hoe ik mezelf kan verbeteren, maar het lukt mij nog niet. Leerdoelen a.d.h.v. rubrics Rubrics voor het onderwijs Deze rubrics zijn door ons verzameld, geschreven of herschreven. Met vriendelijke groet, Team Vierkantgoed Rubric Optie 1 Optie 2 Optie 3 Optie 4

Nadere informatie

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?

Workshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent? Workshop Handleiding Verhalen schrijven wat is jouw talent? Inhoudsopgave Hoe gebruik je deze workshop? Hoe kun je deze workshop inzetten in je klas? Les 1: Even voorstellen stelt zich kort voor en vertelt

Nadere informatie

Handleiding profielwerkstuk. Mavo 4

Handleiding profielwerkstuk. Mavo 4 Handleiding profielwerkstuk Mavo 4 2018 2019 Inleiding: Je gaat dit jaar een profielwerkstuk maken. Het doel van het profielwerkstuk is dat je leert op een zelfstandige manier onderzoek te doen. Daarnaast

Nadere informatie

www.thesishulp.nl onderdeel van www.nexttalent.nl

www.thesishulp.nl onderdeel van www.nexttalent.nl Inhoudsopgave: 1. Inleiding 1.1 Een vervelende ervaring of de kroon op je studie? 1.2 Hoe dit boekje te gebruiken 2. Het begin 2.1 De gouden basisregels 2.2 Het kiezen van een onderwerp 3. Onderzoeksopzet

Nadere informatie

Pragmatiek. 6 juni 2009

Pragmatiek. 6 juni 2009 Pragmatiek 6 juni 2009 Semantiek - Betekenis gedefinieerd in termen van verwijzing naar de werkelijkheid buiten de taal (denotatie) [[Jantje]] = het individu Jantje [[slaapt]] = de verzameling van slapende

Nadere informatie

Handleiding profielwerkstuk. Mavo 4

Handleiding profielwerkstuk. Mavo 4 Handleiding profielwerkstuk Mavo 4 2019 2020 Inleiding: Je gaat dit jaar een profielwerkstuk maken. Het doel van het profielwerkstuk is dat je leert op een zelfstandige manier onderzoek te doen. Daarnaast

Nadere informatie

talentstimuleren.nl CREATIEF DENKEN Ik kom met originele oplossingen en bedenk vernieuwende ideeën

talentstimuleren.nl CREATIEF DENKEN Ik kom met originele oplossingen en bedenk vernieuwende ideeën Ik kom met originele oplossingen en bedenk vernieuwende ideeën Ik let op (onopvallende) details en voeg details toe aan eerdere ideeën Ik zie meerdere denkrichtingen en verander flexibel van denkrichting

Nadere informatie

Schriftelijke schrijfcursus op basis van De kleine prins

Schriftelijke schrijfcursus op basis van De kleine prins Schriftelijke schrijfcursus op basis van De kleine prins Een impressie Schrijven naar aanleiding van het verhaal van de kleine prins, hoe doe je dat? Ik kan er veel over schrijven en vertellen, maar het

Nadere informatie

Gedocumenteerd schrijven Schrijfopdracht klas 2. Brainstorm maak hieronder je brainstorm inzichtelijk

Gedocumenteerd schrijven Schrijfopdracht klas 2. Brainstorm maak hieronder je brainstorm inzichtelijk Gedocumenteerd schrijven Schrijfopdracht klas 2 Wat? Datum? Aftrek punten paraaf? Hoofdvragen & deelvragen - ½ punt Bronnen (2 verscheidene) - 1 punt 1 e versie - 2 punten Beoordeling (klasgenoot) - ½

Nadere informatie

WIJ DENKEN OVER DE MENS EN HET GOEDE. Verwerkingsboek. Philippe Boekstal DAMON. Boekstal, vwb WD denken mens en goede.indd :32

WIJ DENKEN OVER DE MENS EN HET GOEDE. Verwerkingsboek. Philippe Boekstal DAMON. Boekstal, vwb WD denken mens en goede.indd :32 WIJ DENKEN OVER DE MENS EN HET GOEDE Verwerkingsboek Philippe Boekstal DAMON Boekstal, vwb WD denken mens en goede.indd 1 02-08-11 11:32 VOORWOORD Dit verwerkingsboek bevat een aantal teksten en opdrachten

Nadere informatie

Hoe weet je wat er van je verwacht wordt?

Hoe weet je wat er van je verwacht wordt? Het Sectorwerkstuk Hoe weet je wat er van je verwacht wordt? Je krijgt een online SWS-boekje. Daarin staat: waarom je een SWS moet maken, wat de eisen zijn waaraan je moet voldoen, wat de planning is.

Nadere informatie

Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag

Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag Bepaal eerst de probleemstelling of hoofdvraag De probleemstelling is eigenlijk het centrum waar het werkstuk om draait. Het is een precieze formulering van het onderwerp dat je onderzoekt. Omdat de probleemstelling

Nadere informatie

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben

Ik-Wijzer Ik ben wie ik ben Ik ben wie ik ben Naam: Lisa Westerman Inhoudsopgave Inleiding... 3 De uitslag van Lisa Westerman... 7 Toelichting aandachtspunten en leerdoelen... 8 Tot slot... 9 Pagina 2 van 9 Inleiding Hallo Lisa,

Nadere informatie

Praktische Opdracht (p.o.) brugklassen 2015-16. De Romeinen! NAAM: KLAS: ONDERWERP: 01-02-2016 p.o. inleveren!

Praktische Opdracht (p.o.) brugklassen 2015-16. De Romeinen! NAAM: KLAS: ONDERWERP: 01-02-2016 p.o. inleveren! Praktische Opdracht (p.o.) brugklassen 2015-16 NAAM: KLAS: ONDERWERP: 01-02-2016 p.o. inleveren! De Romeinen! Inhoudsopgave Hoe gaan jullie te werk? Blz. 2 Hoofd- en deelvragen bedenken Blz. 3 Inleiding

Nadere informatie

Mijn doelen voor dit jaar

Mijn doelen voor dit jaar Mijn doelen voor dit jaar Een nieuw schooljaar betekent nieuwe kansen. Aan het begin van een nieuw kalenderjaar maken veel mensen goede voornemens. Dat gaan wij nu ook doen: het maken van voornemens of

Nadere informatie

Schrijven voor internet

Schrijven voor internet Schrijven voor internet Wat gaat er mis en hoe kan het beter? Amersfoort, 4 februari 2016 Wie is Xenia? Xenia Wassenbergh, geboren in Amsterdam. Is drs. Europese Studies (UvA). Schrijft sinds 1992 voor

Nadere informatie

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID

OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID OPDRACHTEN BIJ THEMA 11 BELEID Beleid is alleen nodig als je iets gaat veranderen. INLEIDING Het beleid van een organisatie bepaalt hoe je moet werken en wat de bestuurders belangrijk vinden. Dat beleid

Nadere informatie

Deel 1 Structuur. Handleiding scripties

Deel 1 Structuur. Handleiding scripties Deel 1 Structuur Elke scriptie heeft een aantal onderdelen dat min of meer vaststaat. Mijn ervaring leert mij dat de onderdelen in de scriptie en de volgorde waarin je deze onderdelen verwerkt, afhankelijk

Nadere informatie

JONG HOEZO ANDERS?! EN HOOGGEVOELIG. Informatie, oefeningen en tips voor hooggevoelige jongeren

JONG HOEZO ANDERS?! EN HOOGGEVOELIG. Informatie, oefeningen en tips voor hooggevoelige jongeren Ellen van den Ende in samenwerking met Mariëtte Verschure JONG EN HOOGGEVOELIG HOEZO ANDERS?! Informatie, oefeningen en tips voor hooggevoelige jongeren Uitgeverij Akasha Inhoud Hooggevoelig, hoezo anders?!

Nadere informatie

Een Goede Lezing. Hans L. Bodlaender

Een Goede Lezing. Hans L. Bodlaender Een Goede Lezing Hans L. Bodlaender Dit verhaal Waar moet ik op letten als ik een lezing geef? Voldoet deze lezing aan wat hij zelf zegt? 2 Overzicht Voorbereiding van een lezing Algemene voorbereiding

Nadere informatie

INHOUD LET OP: STOP? GO!

INHOUD LET OP: STOP? GO! Naam: mul 09 INHOUD Maak samen een mindmap 4 Formuleer hoofdvraag en deelvragen 6 Overleg met je begeleider 7 Buitenschoolse activiteit 8 Maak een planning 10 Controleer 12 Schriftelijk verslag van je

Nadere informatie

Trainershandleiding Huiswerk Bikkels. Inkijkexemplaar

Trainershandleiding Huiswerk Bikkels. Inkijkexemplaar Trainershandleiding Huiswerk Bikkels versie 2015 Inhoudsopgave Introductie 5 Organiseer je training 6 Praktische tips 8 De werkmap 12 Powerpoint presentatie 13 Draaiboek 14 Deel 1 15 Deel 2 23 Deel 3 31

Nadere informatie

Stap 4: Indeling maken

Stap 4: Indeling maken Stap 1: Het kiezen van een onderwerp Kies een onderwerp dat je aanspreekt of waar je veel van af weet of waar je graag meer over te weten wilt komen. Klaar? Kleur vakje 1 van het stappenblad. Stap 2: Materiaal

Nadere informatie

Stappenplan zoeken en verwerken van informatie

Stappenplan zoeken en verwerken van informatie Stappenplan zoeken en verwerken van informatie Oriëntatie op het onderwerp Wat is het onderwerp? Welke zoektermen? Welke bronnen? Zoeken naar informatie Welke informatiebron gebruik je? Hoe zoek je digitale

Nadere informatie

Met Word een hoger cijfer halen. Word ken je al, toch kun je nog veel meer doen met Word. Nog beter leren omgaan met Word

Met Word een hoger cijfer halen. Word ken je al, toch kun je nog veel meer doen met Word. Nog beter leren omgaan met Word Nog beter leren omgaan met Word Met Word een hoger cijfer halen. Word ken je al, toch kun je nog veel meer doen met Word. Informatiekunde Omgaan met Word College De Heemlanden 2005. Informatiekunde Leerjaar

Nadere informatie

6 7 NORM= het niveau waarop het vak volgens de doelstelling van het onderwijsprogramma wordt afgesloten 8 9 Excellent

6 7 NORM= het niveau waarop het vak volgens de doelstelling van het onderwijsprogramma wordt afgesloten 8 9 Excellent Bachelor Opleiding Sociale Geografie & Planologie Beoordelingsprotocollen Wetenschappelijk Rapporteren en Presenteren, Groepsonderzoekproject & Bachelorproject De Beoordelingsprotocollen van Wetenschappelijk

Nadere informatie

1.0 Uitleg themataken en legenda

1.0 Uitleg themataken en legenda 1.0 Uitleg themataken en legenda 1. In dit inleidend document wordt uitgelegd hoe je kunt werken met de themataken. Je vindt hieronder een toelichting op de symbolen en codes die gebruikt worden bij de

Nadere informatie

Tekst lezen zonder hulp: samenvatten

Tekst lezen zonder hulp: samenvatten 1. Bekijk de buitenkant van de tekst: de titel, de tussenkopjes en het plaatje. De tekst gaat over de laatste speelgoedrage: de fidget spinner. Wat gaat de tekst je hierover vertellen, denk je? 2. Welke

Nadere informatie

Dia 1 Introductie max. 2 minuten!

Dia 1 Introductie max. 2 minuten! 1 Dia 1 Introductie max. 2 minuten! Vertel: Deze les gaat vooral over het gebruik van sociale media. Maar: wat weten jullie eigenlijk zelf al over sociale media? Laat de leerlingen in maximaal een minuut

Nadere informatie

Denken kun je Leren!

Denken kun je Leren! Denken kun je Leren! Bekijk de twee vragen hieronder. Op welke manier verschillen deze twee vragen van elkaar? (Bedenk het antwoord voor jezelf draai je naar degene waar je het dichtste bij zit bespreek

Nadere informatie

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen

LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen LESSENSERIE 4: CKV-NL Recensie schrijven Lesplannen Algemene gegevens Docent Evah den Boer School Helen Parkhurst Titel lessenserie Recensie schrijven CKV/NETL Klas (en niveau) 4 vwo Aantal leerlingen

Nadere informatie

Voor jezelf? Les 1 Welkom!

Voor jezelf? Les 1 Welkom! Voor jezelf? Les 1 Welkom! Welkom! Dit is de cursus Voor jezelf? Wil je voor jezelf beginnen? Droom je ervan een eigen bedrijfje te starten? Zou je dit ook kunnen? In deze cursus ga je dit onderzoeken.

Nadere informatie

In je kracht. Werkboek voor deelnemers

In je kracht. Werkboek voor deelnemers In je kracht Werkboek voor deelnemers Uitleg Mijn toekomst! Benodigdheden: Werkblad Mijn toekomst! (je kunt het Werkblad meegeven om thuis na te lezen, maar dit is niet noodzakelijk) Voor iedere deelnemers

Nadere informatie

Hoe leer je Pools? Goede technieken = goed geheugen. Hoe leer je Pools? E-book

Hoe leer je Pools? Goede technieken = goed geheugen. Hoe leer je Pools? E-book Hoe leer je Pools? Goede technieken = goed geheugen Hoe leer je Pools? E-book 1 Voordat je met een cursus Pools begint, ontwikkel je eigen methode om Pools te leren. Wat is jouw doel? Op welke wijze wil

Nadere informatie

Voorbereiding op de studiekeuzecheck 1. Lees aandachtig het meegezonden artikel. 2. Maak hiervan een samenvatting van 10 regels. 3.

Voorbereiding op de studiekeuzecheck 1. Lees aandachtig het meegezonden artikel. 2. Maak hiervan een samenvatting van 10 regels. 3. Welkom Voorbereiding op de studiekeuzecheck 1. Lees aandachtig het meegezonden artikel. 2. Maak hiervan een samenvatting van 10 regels. 3. Onderstreep de woorden waarvan je de betekenis niet weet en zoek

Nadere informatie

Deel 5 Introductie. Handleiding scripties

Deel 5 Introductie. Handleiding scripties Deel 5 Introductie De Introductie is het deel van de scriptie dat vóór de Inleiding komt (althans, zo noem ik dat deel). Deze introductie wordt veelal opgesteld als de scriptie (bijna) klaar is (al zijn

Nadere informatie

Vertel eens - aanpak van Aidan Chambers

Vertel eens - aanpak van Aidan Chambers Vertel eens - aanpak van Aidan Chambers bijlage 6 2 Theorie Aidan Chambers wil met de Vertel eens-aanpak kinderen helpen goed te praten over wat zij hebben gelezen en goed naar elkaar te leren luisteren.

Nadere informatie

Techniekkaart: Het houden van een interview

Techniekkaart: Het houden van een interview WAT IS EEN INTERVIEW? Een interview is een vraaggesprek. Wat een interview speciaal maakt, is dat je met een interview aan informatie kunt komen, die je niet uit boeken kunt halen. Als je de specifieke

Nadere informatie

INSTRUMENTEN TER ONDERSTEUNING VAN SCRIPTIESTUDENTEN

INSTRUMENTEN TER ONDERSTEUNING VAN SCRIPTIESTUDENTEN INSTRUMENTEN TER ONDERSTEUNING VAN SCRIPTIESTUDENTEN Medewerkers van de Bibliotheek Rechten hebben voor studenten, die starten met het schrijven van de scriptie, instrumenten ontwikkeld. De instrumenten

Nadere informatie

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster

Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster Format voor het plan van aanpak voor het aanvragen van een ster Uitwerking Domein Gezondheidszorg Hogeschool Utrecht Honoursforum GZ Onderwerp / thema: Naam student: Studentnummer: Opleiding: Studiejaar

Nadere informatie

FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN REGELS VOOR HET SCHRIJVEN EN BEOORDELEN VAN BACHELORSCRIPTIES BIJ KUNST- EN CULTUURWETENSCHAPPEN (tot 1 september 2015 geldt dit reglement ook voor de BA Religiewetenschappen)

Nadere informatie

Succesvol Leren met Mindmappen. Lieza Geuzinge. Beter onthouden. Ideeën opdoen. Makkelijker leren. Presentaties voorbereiden.

Succesvol Leren met Mindmappen. Lieza Geuzinge. Beter onthouden. Ideeën opdoen. Makkelijker leren. Presentaties voorbereiden. Beter onthouden Ideeën opdoen Makkelijker leren Presentaties voorbereiden Samenvatten 1 Over dit e-bookje Dit is versie 1.0 van Succesvol leren met mindmappen. Fijn dat je dit e-bookje leest! Ik hoop dat

Nadere informatie

HOERA, een meisje Ondertitel: Analyseren

HOERA, een meisje Ondertitel: Analyseren HOERA, een meisje Ondertitel: Analyseren 1. Inleiding Aan de hand van een concept cartoon verdiepen leerlingen zich in de vraag hoe het komt dat een meisje een meisje is. Een concept cartoon is een visuele

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 Meerkeuzevragen Hoe moet je meerkeuzevragen aanpakken? Tien tips bij de aanpak van meerkeuzevragen 34

Hoofdstuk 3 Meerkeuzevragen Hoe moet je meerkeuzevragen aanpakken? Tien tips bij de aanpak van meerkeuzevragen 34 Inhoud Voorwoord 7 Inleiding 8 Hoofdstuk 1 Het Examen Lezen programma I 11 1.1 Wat wordt er getoetst bij het examen? 11 1.2 Hoe wordt het examen afgenomen? 11 1.3 Welke tekstsoorten bevat het examen? 12

Nadere informatie

Kinderen leren schrijven. www.taalvorming.nl

Kinderen leren schrijven. www.taalvorming.nl Kinderen leren schrijven www.taalvorming.nl Uitgangspunten van taalvorming Taalvorming is een lang bestaande werkwijze die je ook kunt zien als schrijfdidactiek werken vanuit eigen ervaringen samenhang

Nadere informatie

Les 3 Radboud Kids: Meet the professor Voor de leraar

Les 3 Radboud Kids: Meet the professor Voor de leraar Les 3 Radboud Kids: Meet the professor Voor de leraar Overzicht Doelen Leerlingen vormen een beeld bij het onderzoek van de professor Leerlingen vergroten hun woordenschat door het leren van nieuwe vaktermen

Nadere informatie

Lesbrief: Mediawijs Thema: Mens & Dienstverlenen in de toekomst

Lesbrief: Mediawijs Thema: Mens & Dienstverlenen in de toekomst Lesbrief: Mediawijs Thema: Mens & Dienstverlenen in de toekomst Copyright Stichting Vakcollege Groep 2015. Alle rechten voorbehouden. Inleiding Dat mensen gebruik maken van media is niet nieuw. Er zijn

Nadere informatie

3 Hoogbegaafdheid op school

3 Hoogbegaafdheid op school 3 Hoogbegaafdheid op school Ik laat op school zien wat ik kan ja soms nee Ik vind de lessen op school interessant meestal soms nooit Veel hoogbegaafde kinderen laten niet altijd zien wat ze kunnen. Dit

Nadere informatie

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen

Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen Handleiding voor: * spreekbeurt * nieuwskring * leeskring * website * voorlezen Antoniusschool Groep 7/8 Let op: deze heb je het hele schooljaar nodig! Hoe maak je een spreekbeurt? Mijn voorbereiding:

Nadere informatie

Introductie in effectief en bewust communiceren. Communicatie; wat is dat eigenlijk?

Introductie in effectief en bewust communiceren. Communicatie; wat is dat eigenlijk? Introductie in effectief en bewust communiceren. Communicatie; wat is dat eigenlijk? Zodra er twee of meer mensen in 1 ruimte zijn is er sprake van communicatie, ook al wordt er niet gesproken. Het is

Nadere informatie