Wiskunde I voor Scheikunde en Medische Natuurwetenschappen

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wiskunde I voor Scheikunde en Medische Natuurwetenschappen"

Transcriptie

1 Wiskunde I voor Scheikunde en Medische Natuurwetenschappen Dr. A.C.M. Ran najaar 00 (gewijzigde druk

2 Voorwoord Dit dictaat is bedoeld voor twee groepen studenten: de eerstejaars studenten scheikunde en de eerstejaars studenten medische natuurwetenschappen. Dit dictaat is een noodzakelijke aanvulling op het boek van Stephenson. De behandelde delen uit Stephenson zijn ruwweg: Hoofdstuk 7, de eerste vier paragrafen, Hoofdstuk 6, 7, 3, 4, Hoofdstuk 9 de paragrafen 7 en 8 en Hoofdstuk de paragrafen,, 3 (behalve c, 4, 5, 6 a, en. Voor al deze hoofdstukken bevat dit dictaat aanvullingen. Het dictaat is gerangschikt in de volgorde van het college. Sommige delen van het dictaat zullen misschien niet uitgebreid op het college aan bod kunnen komen; die delen behoren toch tot de tentamenstof. Het dictaat kwam tot stand nadat de stof door diverse docenten was gegeven. Eén van die docenten was Alistair Vardy. Hij heeft het dictaat grondig herzien, en omgezet naar L A TEX (waarvoor mijn hartelijke dank. A.C.M. Ran

3 Contents Complexe getallen.. Introductie van complexe getallen Rekenregels Een derde notatie De Moivre s stelling Oplossen van vergelijkingen e-macht en logaritme Stelsels lineaire vergelijkingen. 4 3 Matrices 0 3. Invoeren van het begrip matrix Rekenen met matrices Oplossen van stelsels vergelijkingen Transponeren Determinanten 8 4. Invoeren van het begrip determinant Eigenschappen van determinanten Nogmaals stelsels vergelijkingen Eigenwaarden en eigenvectoren Invoeren van de begrippen eigenwaarde en eigenvector Hoe we eigenwaarden en eigenvectoren vinden Afbeeldingen, limieten, continuïteit, differentieerbaarheid Limieten Standaardlimieten Continuïteit Differentieerbaarheid Differentieren en continuïteit Differentieren Stelling van Rolle en Middelwaardestelling Stelling van Taylor Stelling van Leibnitz Maxima en minima i

4 8 Primitiveren Ter herinnering Eerste substitutieregel Tweede substitutieregel Partiële integratie Breuksplitsing Extra Integreren Ongelijkheden en middelwaardestellingen Oneigenlijke integralen Partieel differentieren Hogere partiële afgeleiden Vectoranalyse 66. Scalaire velden en vectorvelden Differentiaalvergelijkingen 70. Scheiding van variabelen Lineaire eerste orde vergelijking De vergelijking met homogene functies Lineaire dv van orde met constante coefficienten Inhomogene vergelijking Stelsels differentiaalvergelijkingen Stelsels homogene differentiaalvergelijkingen Stelsels inhomogene differentiaalvergelijkingen A In-produkt en uit-produkt 8 B Vraagstukken 85 ii

5 Complexe getallen.. Introductie van complexe getallen. We identificeren een complex getal met een punt in het platte vlak: x + iy (x, y waarbij we afspreken i = ( i =. We identificeren dus met (,0 en i met (0,. Imaginaire as b a + bi i a Reële as We identificeren reële getallen x met (x, 0. Getallen van de vorm iy heten imaginaire getallen, de verzameling {iy : y IR} heet de imaginaire as. Punten in het platte vlak kun je ook met poolcoördinaten weergeven: elk punt P wordt eenduidig bepaald door de afstand r tot (0, 0 en de hoek φ die het lijnstuk van P naar O maakt met de positieve x-as. Het paar (r, φ zijn de poolcoördinaten van P, met de afspraak π < φ π. y-as o P r φ x-as

6 De relatie tussen de twee manieren waarop we nu naar een complex getal kunnen kijken is als volgt: wanneer P = x + iy dan is x = r cos φ en y = r sin φ r = x + y cos φ = x x + y sin φ = y x + y r heet de modulus van het complexe getal z = x + iy. Notatie: r = z. φ heet de hoofdwaarde van het argument van z. Notatie: φ = Argz. Herinner: π < φ π. Elke hoek waarvoor geldt φ = Argz + kπ (k Z geeft in de formule die z uitdrukt in φ en r hetzelfde. We spreken van het argument van z als we ons niet langer beperken tot π < φ π. Notatie: arg z. Voorbeeld: Als z = + 3i, dan z = 3, sin φ = 3 3, cos φ = 3. Voor een complex getal z = x + iy heet het complexe getal x iy de (complex geconjugeerde of (complex toegevoegde van z. Notatie: z = x iy. Voor z = x + iy heet x het reële deel van z en y het imaginaire deel van z. Notatie: x = Rez, y = Imz. NB: het imaginair deel van z is een reëel getal! z Imz = y z Rez = x

7 We noteren de verzameling van de complexe getallen met C.. Rekenregels. Optellen, aftrekken en vermenigvuldigen gaan zoals je denkt dat het gaat. Onthoud i =. Optellen, aftrekken en vermenigvuldigen voldoen ook aan de gewone rekenregels, bijvoorbeeld: z z = z z z (z + z 3 = z z + z z 3, enz. Voorbeelden:. (3 + i + ( i = (3 + + (i i = + i,. (3 + i ( i = 4 + 3i, 3. (3 + i( i = 3 i 3i i = 5i. z z + z z We willen enkele interessante uitkomsten apart bekijken: (i z + z = (x + iy + (x iy = x, en z z = (x + iy (x iy = iy. Dus z + z = Rez, z z = i Imz. (ii z z = (x + iy(x iy = x (iy = x i y = x + y = z Uit (ii volgt iets aardigs over de modulus van een produkt z z : z z = z z z z = z z z z = z z z z = z z 3

8 Dus (ga na z z = z z, met andere woorden de modulus van een produkt is het produkt van de moduli. Omdat we ook willen weten wat er geldt voor het argument van een produkt, nemen we twee getallen z en z, en schrijven Dan: z = r (cos φ + i sin φ, z = r (cos φ + i sin φ. z z = r r (cos φ + i sin φ (cos φ + i sin φ = r r ( (cos φ cos φ sin φ sin φ + i(cos φ sin φ + sin φ cos φ = r r (cos(φ + φ + i sin(φ + φ Dus: z z = r r (cos(φ + φ + i sin(φ + φ. Conclusie: het argument van het produkt is de som van de argumenten (modulo π. zw driehoek 0 z is gelijkvormig met driehoek 0 w zw. w z 0 Delen is lastiger. Voorbeeld: 3 + i i = (3 + i( + i ( i( + i = ( 3 + i + (3i i = 5 + i. (nu is de noemer een reëel getal = 5 + i 4

9 Dat werkt in het algemeen zo: mits z 0: z z = z z z z = z z z. Aan het eind van de berekening is de noemer reëel, en staat er dus een enkel complex getal (zie voorbeeld. Hieruit volgt dat de modulus van het quotient gelijk is aan het quotient van de moduli. Verder, als z = r (cos φ + i sin φ en z = r (cos φ + i sin φ, dan is z z = r r (cos(φ φ + i sin(φ φ (ga na!, zodat het argument van het quotient gelijk is aan het verschil van de argumenten (modulo π. 5

10 .3 Een derde notatie. We voeren nòg een nieuwe notatie in: vanaf nu zullen we vaak e iθ schrijven voor de uitdrukking cos θ + i sin θ. Merk op: e iθ e iφ = e i(θ+φ vanwege het regeltje dat bij vermenigvuldiging de argumenten opgeteld moeten worden. Merk ook op dat als z = e iθ, dan z =. i e i π 4 - i e i 3 4 π i = e i π = e iπ i = e i π = e i 0 = e iπ Verder e i(θ+kπ = e iθ e ikπ = e iθ, voor k Z. Tenslotte is elk complex getal te schrijven als z = re iθ = r(cos θ+i sin θ, r 0, waar r = z. Wanneer de hoek negatief is valt er als volgt te herleiden: e iθ = cos θ i sin θ = e iθ = e iθ. 6

11 .4 De Moivre s stelling. Als z = r(cos φ + i sin φ, dan is z = r (cos φ + i sin φ, z 3 = r 3 (cos 3φ + i sin 3φ, vanwege het in. afgeleide feit dat je bij vermenigvuldiging van twee complexe getallen de moduli met elkaar moet vermenigvuldigen en de argumenten bij elkaar moet optellen. In het algemeen: z n = r n (cos nφ + i sin nφ. Dus hebben we in het bijzonder voor r = : (cos φ + i sin φ n = (cos nφ + i sin nφ. Dit staat bekend als de stelling van De Moivre. Door z n ook op een andere wijze uit te rekenen krijg je aardige goniometrische identiteiten. Bijvoorbeeld: z = (r cos φ + ri sin φ = r (cos φ sin φ + ir cos φ sin φ enerzijds, maar aan de andere kant is z = r (cos φ + i sin φ. Dus volgt dat r (cos φ sin φ + ir cos φ sin φ = r (cos φ + i sin φ, en dus dat (cos φ sin φ + i cos φ sin φ = cos φ + i sin φ. Omdat de reële delen aan elkaar gelijk moeten zijn, en de complexe delen ook aan elkaar gelijk moeten zijn, concluderen we dat cos φ = cos φ sin φ, en sin φ = cos φ sin φ, wat inderdaad bekende gonio-regels zijn! Om verder te komen even een intermezzo over het volgende probleem: hoe reken je (a + b n uit? Het antwoord is (a + b n = n ( n i i=0 = a n + a i b n i ( n n a n b + + ( n ab n + b n. 7

12 (Dit heet het binomium van Newton. De getallen ( n i - (spreek uit: n boven i - worden gegeven door: ( n n! = i i!(n i!, waar in het algemeen k! = k (k (k... (We spreken af 0! =. Je kunt deze getallen op de volgende manier vinden: Op de n e rij in de driehoek van Pascal 3 3 de getallen ( n i Voorbeelden:. Druk cos 6φ uit in machten van cos φ en sin φ. Oplossing: Volgens De Moivre is cos 6φ + i sin 6φ = (cos φ + i sin φ 6. Volgens het binomium van Newton is (cos φ + i sin φ 6 = cos 6 φ + 6i cos 5 φ sin φ + 5 cos 4 φ i sin φ + 0 cos 3 φ i 3 sin 3 φ + 5 cos φ i 4 sin 4 φ + 6 cos φ i 5 sin 5 φ + i 6 sin 6 φ. Het reële deel van deze uitdrukking moet dus gelijk zijn aan cos 6φ, ofwel cos 6φ = cos 6 φ 5 cos 4 φ sin φ + 5 cos φ sin 4 φ sin 6 φ. Zo volgt ook sin 6φ = 6 cos 5 φ sin φ 0 cos 3 φ sin 3 φ + 6 cos φ sin 5 φ.. Om omgekeerd bijvoorbeeld cos 6 φ uit te drukken in cosinussen en sinussen van veelvouden van φ gebruik je de regels: e iφ + e iφ = cos φ, en e iφ e iφ = i sin φ. 8

13 Met z = e iφ wordt dit: z + z z z = cos φ, en = i sin φ. Dus: 6 cos 6 φ = (z + z 6 = z 6 + 6z 5 z + 5z4 z + 0z3 z 3 + 5z z 4 + 6z z 5 + z 6 = z 6 + 6z 4 + 5z z + 6 z 4 + z 6 = (z 6 + z 6 + 6(z4 + z 4 + 5(z + z + 0 (! = cos 6φ + 6 cos 4φ + 5 cos φ + 0. Dus : cos 6 φ = cos 6φ + cos 4φ + cos φ

14 .5 Oplossen van vergelijkingen. a. We bekijken eerst de vergelijking z n =, n vast gegeven. Zij z = re iφ. Volgens De Moivre is z n = r n e inφ, dus z n = r n e inφ = = e i(0+kπ, k Z. Vergelijk de moduli en de argumenten: r n =, nφ = kπ. Het lijkt alsof we hiermee niets winnen. Immers in plaats van z n = moeten we oplossen r n =. Bedenk echter dat r een reëel getal is en dat r > 0. Dus r =. Verder is φ = kπ n, k Z. Het lijkt nu alsof er oneindig veel oplossingen zijn, namelijk z = cos kπ kπ n + i sin n voor elke k Z. Maar voor k = n staat er hetzelfde als voor k = 0; voor k = n + hetzelfde als voor k =, enz. Dus: z = cos kπ kπ n + i sin n, met k = 0,,..., n. Voorbeeld: Los op z 4 = + i 3. Oplossing: Stel z = re iφ. Weer volgt z 4 = r 4 e i4φ = + i 3 = ( + i 3 = e i π 3. Vergelijk modulus en argument: r 4 =, 4φ = π + kπ, k Z. 3 Er zijn maar vier verschillende oplossingen: z = 4 e π i z = 4 e 7π i z 3 = 4 e πi z 4 = 4 e 7 πi Voor alle andere waarden van k krijg je één van deze vier weer terug. Let wel op dat we hier nog niet de hoofdwaarde van het argument hebben gegeven, daarvoor geldt: π < φ π. 0

15 b. Tweedegraadsvergelijkingen. Voorbeelden:. Eerst een simpel voorbeeld: los op in complexe getallen de vergelijking z + 4z + 5 = 0. We gaan eerst kwadraat afsplitsen: (z + + = 0, ofwel (z + =. Noem nu z + = w. Dan staat er w =, ofwel w = ±i, dus z + = ±i, dus z = ± i.. Een iets lastiger voorbeeld: los op z z + 8 4i = 0. Eerst weer kwadraat afsplitsen: (z + 7 4i = 0, ofwel (z = 7 + 4i. Noem nu z = w. Dan staat er w = 7 + 4i = 5( 7 waarbij 5 de modulus is van 7 + 4i. Schrijf nu w = re iφ. Dan w = r e iφ i, Dus: r = 5, cos φ = 7 4 5, sin φ = 5. Dat levert r = 5. Gebruik nu dat cos φ = cos φ, sin φ = cos φ sin φ; dat geeft cos φ = 9 5, ofwel cos φ = ± 3 5 ; cos φ = 3 5 geeft sin φ = 4 5, en cos φ = 3 5 geeft sin φ = 4 5. Dus: w = 5( i = 3 + 4i òf w = 5( i = 3 4i. Voor z levert dat (z = w : z = 4 + 4i òf z = 4i. 3. Nog een voorbeeld: los op z + ( 3 + iz + 4 = 0. Kwadraat afsplitsen: (z + ( 3 + i ( 3 + i + 4 = 0, met andere woorden (z + ( 3 + i + 4 ( 3 i = 0, ofwel (z + ( 3 + i = 3 i = 5 ( i. Noem z + ( 3 + i = w = reiφ, dan is r = 5, dus r = 5, en

16 cos φ = cos φ = 4 5, sin φ = 3 5. Dat levert cos φ = ± 0. Voor cos φ = 0 krijgen we sin φ = 3 0 en cos φ = 0 geeft sin φ = Dus: w = ± ( i = ±( 3 i, zodat z = i of z = + i.

17 .6 e-macht en logaritme. De functie x e x kun je uitbreiden naar de complexe getallen door af te spreken e x+iy = e x e iy = e x (cos y + i sin y. De functie x log x kun je uitbreiden naar de complexe getallen via de volgende afspraak: voor z = x + iy = re iφ is Logz = (log r + iφ, waar log staat voor de e log, dat wil zeggen de natuurlijke logaritme. Met deze definitie is evenwel iets mis, omdat φ slechts bepaald is op een veelvoud van π na. We spreken dan ook af π < φ π, ofwel we nemen de hoofdwaarde van het argument. Dus: Logz = log r + iφ, met π < φ π en z = re iφ, z 0. De op die manier verkregen functie heet de hoofdwaarde van de logaritme. 3

18 Stelsels lineaire vergelijkingen. Ter herinnering: in de tweede klas Havo/Atheneum leer je twee vergelijkingen met twee onbekenden oplossen. Voorbeeld: { x + 3y = 5 x + y = 0 Twee keer de eerste vergelijking van de tweede afhalen geeft: { x + 3y + 5 5y = 0 Uit de tweede vergelijking vinden we y = ; door dit in te vullen in de eerste vergelijking vinden we dan x =. De oplossing is dus x =, y =. Hoe nu te handelen met stelsels van n vergelijkingen met m onbekenden? Voorbeeld: Los op: x + y + 3z = 3 x + 3y + 5z = 0 x + 5y + z = 0 De tweede min de eerste vergelijking, en de derde min de eerste vergelijking geeft: x + y + 3z = 3 y + z = 3 3y + 9z = 3 Werk nu verder met de tweede en derde als met twee vergelijkingen met twee onbekenden - trek drie keer de tweede vergelijking van de derde af: x + y + 3z = 3 y + z = 3 3z = 6 De derde vergelijking geeft nu =. Dit invullen in de tweede vergelijking geeft y = 7. Deze beide gegevens invullen in de eerste vergelijking geeft x =. De oplossing luidt nu in vectornotatie: 4

19 x y z = 7. Wat we doen is het volgende: tel veelvouden van de eerste vergelijking op bij de tweede, derde enz, en zorg er zo voor dat alleen in de eerste vergelijking nog een x voorkomt. Dit noemen we (wegvegen van x uit de tweede, derde enz vergelijking. Veeg vervolgens uit de derde, vierde enz de y weg op dezelfde wijze. Ga zo door tot je tenslotte één vergelijking met één onbekende overhoudt. Los die op, vul het antwoord in en vind daarmee successievelijk alle andere onbekenden. Een dure term voor deze methode is Gauss-eliminatie. Voorbeeld: x + y + z = 6 x + y + 3z = 4 x + 4y + 9z = 36 Trek de eerste vergelijking af van de tweede en derde: x + y + z = 6 y + z = 8 3y + 8z = 30 Trek nu drie keer de tweede vergelijking af van de derde: x + y + z = 6 y + z = 8 z = 6 Dit geeft (van onderen naar boven dat z = 3, y =, x =. De oplossing is dus: x y z = 3. Het schrijfwerk beperk je aanzienlijk door alle x,y,z,+,= weg te laten. We bekijken de voorbeelden opnieuw. Voorbeelden: 5

20 . Het eerste voorbeeld wordt: De tweede min de eerste en de derde min de eerste geeft: De derde min drie keer de tweede geeft: De invulstap kun je nu als volgt doen: de derde keer 3 geeft: De eerste min drie keer de derde, en de tweede min twee keer de derde geeft: De eerste min twee keer de tweede geeft: Het antwoord staat nu in de kolom rechts, en luidt dus: x y = 7. z. Het tweede voorbeeld wordt: De tweede min de eerste en de derde min de eerste geeft:

21 De derde min drie keer de tweede geeft: De derde keer geeft: De eerste min de derde, en de tweede min twee keer de derde geeft: De eerste min de tweede geeft: Het antwoord staat weer in de kolom rechts en luidt dus x y z = 3 3. Nog maar een voorbeeld. Los op het stelsel:. x + 5y + 3z = 0 5x + y z = 0 x + y + z = 0 Dit gaat als volgt: De tweede min vijf keer de eerste, en de derde min de eerste geeft: De derde min 8 keer de tweede geeft:

22 Schrik! Wat nu? De situatie voor de tweede en derde vergelijking in de tweede stap is: { 4y 6z = 0 3y z = 0 Op een factor 8 na is dat twee keer dezelfde vergelijking. We kunnen nu na stap drie wèl y uitdrukken in z (middels de tweede vergelijking. Door dit in te vullen in de tweede vergelijking kunnen we óók x uitdrukken in z. Daarmee hebben we dan alle oplosingen: na stap drie: { x + 5y + 3z = 0 4y 6z = 0 geeft y = 3 z, dus 0 = x+5y +3z = x 0 3 z +3z = x 3 z, ofwel x = 3 z. 3 3 Dus: x y = z ook alle oplossingen. z is voor elke z IR een oplossing, en dit zijn Op dezelfde manier ga je te werk met een stelsel van twee vergelijkingen met drie onbekenden (of in het algemeen: m vergelijkingen met n onbekenden. Voorbeelden:. { x + y + z = 0 x + y + 3z = Dit werk je als volgt uit: ( 0 3 ( 0 0 Dat geeft y = z, x = z +. In vectornotatie: x y = z + z 0. Tenslotte nog een voorbeeld waar er meer vergelijkingen dan onbekenden zijn: x + y = x + 3y = 0. x y =. 8

23 Dit werk je als volgt uit: Uit de laatste twee zien we y = en y =. Dat geeft een tegenstrijdigheid, dus er is nu geen enkele oplossing.. In het algemeen geldt voor stelsels lineaire vergelijkingen: er is òf geen oplossing, òf precies één oplossing, òf er zijn oneindig veel oplossingen. 9

24 3 Matrices 3. Invoeren van het begrip matrix. Bekijk de afbeelding x x + 3y y x + y z. Deze afbeelding z x + 3y + 5z wordt eigenlijk helemaal gegeven door de coëfficiënten van x,y,z. Die stoppen we in een getallenblok dat we matrix noemen: Voorbeeld: De matrix ( (IR 4 IR : hoort bij de afbeelding x y z w ( x + 4y + w 7y x + w (NB: Niet bij elke afbeelding hoort een matrix, alleen bij zogenaamde lineaire afbeeldingen. Een m n matrix (spreek uit: m bij n matrix heeft m rijen en n kolommen: a a a 3 a n a a a n a m a m a mn Matrices zijn we in feite al tegengekomen. Voorbeelden: x + 3y = 6. 8x + y = 7 4x + 6y =. { x y = 4 x + y = 6 ( 3 ( 8 x = 6 7 y 4 6 ( ( x 4 =. y 6. 0

25 3. Rekenen met matrices. Optellen en aftrekken van matrices gaat zoals je denkt dat het moet, elementsgewijs: als A = en B = π, dan is A+B = π Vermenigvuldigen van een matrix met een getal doe je door elk element van de matrix met dat getal te vermenigvuldigen: als A = , dan is 3A = Vermenigvuldigen van twee matrices gaat conform het nemen van de compositie van de bijbehorende afbeeldingen... Voorbeeld: ( =?. De eerste kolom van het produkt van de matrices A en B is A maal de eerste kolom van B. De tweede kolom van AB is A maal de tweede kolom van B enz. (Ga na dat dit precies de compositie van afbeeldingen is. Dus de eerste kolom van ( = ( = is en de tweede kolom is 3 ( 8 = = Het product is dus ,

26 Voorbeelden:. Als A = ( 3 3 en B = 3 3, dan is A B = B A = ( ( 3 3 = ( 0 3 4, en = Merk op dat A B B A! (. A = en B = 3 Noch A B, noch B A bestaan π De eenheidsmatrix is de matrix die hoort bij de afbeelding die alles op zichzelf afbeeldt. Notatie: I n is de n n eenheidsmatrix: I n = Merk op dat I n A = A I n = A Laat A een n n matrix zijn. De matrix, die hoort bij de inverse afbeelding (of: omkeerafbeelding heet de inverse van A. Notatie: A. Merk op: alleen een vierkante matrix kàn een inverse hebben, maar niet alle vierkante matrices hèbben een inverse (zie verderop. Omdat matrixvermenigvuldiging hetzelfde is als compositie van afbeeldingen, geldt: A A = A A = I n.

27 Voorbeeld: Als A = ( ( x, dan is A y ( x = 0. A is niet inverteerbaar, want de bijbehorende afbeelding geeft bij verschillende originelen hetzelfde ( beeld. ( ( Bijvoorbeeld is A = A =. 0 0 Hoe reken je nu de inverse van een matrix uit? Neem bijvoorbeeld A = de inverse zijn. Dan moet A Los dit op: b b b 3 = , dus De eerste kolom van de inverse is dus De tweede kolom krijg je uit A de derde uit A b 3 b 3 b 33 = 0 0 b b. b 3, en laat b b b 3 b b b 3 b 3 b 3 b 33 b b b = , = 0 0 Je herhaalt dus steeds hetzelfde veegproces, met alleen een verschillende rechterkant. Het kan dus ook in één keer:. 3

28 Nu staat rechts de inverse Controleer steeds je antwoord (door rekenfouten is het bijna altijd eerst verkeerd!: Klopt! =

29 3.3 Oplossen van stelsels vergelijkingen. Stel je wilt oplossen een stelsel van de vorm Ax = b. Je kunt nu twee wegen bewandelen:. vegen x y z = 3 3. de inverse van A uitrekenen en daarna A b = x. Natuurlijk is minder werk, je doorloopt bij immers toch het veegproces. Het uitrekenen van de inverse van A is alleen aan te bevelen als je A x = b op moet lossen voor meerdere (=heel veel vectoren b.. Merk op dat als een matrix A een inverse heeft, dan is voor elke vector b het stelsel vergelijkingen A x = b uniek oplosbaar, dat wil zeggen er is precies één vector x die er aan voldoet, te weten x = A b. Als A nu geen inverse heeft, dan zijn er twee mogelijkheden: òf A x = b heeft geen oplossing, òf oneindig veel. Voorbeelden:. ( ( x y. ( ( x y ( = heeft geen oplossing (ga na ; ( ( x = geldt voor alle met y ( x y ( = 0 ( + a, a IR. Hoe vind je nu alle oplossingen van A x = b? STELLING 3.3. Laat x een oplossing zijn van A x = b en laat x een 0 oplossing zijn van A x = 0 =. 0. Dan is x + x een oplossing van A x = b, en alle oplossingen krijg je door x over alle oplossingen van A x = 0 te laten lopen. 5

30 Voorbeeld: ( ( x y ( =. Je ziet zó dat ( x =, y = ( 0 een oplossing ( is. x 0 Los nu op =, dus y 0 ( ( zodat x = y alle oplossingen geeft. ( ( ( x a Dus: = a = y a A x = 0.,, a IR zijn alle oplossingen van ( ( ( x Alle oplossingen van A x = zijn dus = y 0 a IR. (Dit kan natuurlijk ook door direkt vegen! ( + a, 6

31 3.4 Transponeren. Voor een matrix A = a a a 3 a n a a a n..... a m a m a mn is de getransponeerde van A (notatie: A T de gespiegelde in de hoofddiagonaal, a a a 3 a m dus A T a a a m =... a n a n a mn ( T 3 5 Bijvoorbeeld = Voor een matrix met complexe getallen is de volgende matrix belangrijker. Laat A een matrix zijn met complexe getallen, dan is A = ĀT, de complex toegevoegde van de getransponeerde matrix. Bijvoorbeeld: ( + i + 4i 3i i = ( i + 3i 4i i Een matrix heet symmetrisch als A = A T, en zelfgeadjungeerd of Hermitisch als A = A. Ga zelf na dat A zelfgeadjungeerd is als en alleen als Ax, y = x, Ay. 7

32 4 Determinanten 4. Invoeren van het begrip determinant. Bekijk nog een keer het stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden x en y: { a x + b y = c a a x + b y = c a. Dit levert op: { a a x + a b y = a c a a x + a b y = a c. De tweede vergelijking van de eerste aftrekken geeft: Mits a b a b 0 is y = ac ac a b a b. (a b a b y = a c a c. Evenzo: { a b x + b b y = c b a b x + b b y = c b. Weer de tweede vergelijking van de eerste aftrekken geeft: Mits a b a b 0 is x = cb cb a b a b. (a b a b x = c b c b. Merk op dat de noemer (bijna dezelfde is. Voer in als notatie: Dan staat er dus: a b a b = a b a b. Dit is een ( bij determinant. c b c b a c a x = a c b, y = a b a b a b We definiëren nu eerst een 3 3 determinant: a b c a b c b = a c a 3 b 3 c 3 b 3 c 3 a b c b 3 c 3 + a 3 b c b c a = b c a 3 c 3 + b a c a 3 c 3 b 3 a c a c a = c b a 3 b 3 c a b a 3 b 3 + c 3 a b a b Ga na dat de definitie inderdaad drie keer hetzelfde oplevert! 8

33 Hierbij heet b c b 3 c 3 de minor van a, b c b 3 c 3 de minor van a, enz. Je kunt de determinant ontwikkelen naar elke kolom, de determinant is de som van: de elementen maal de minoren maal een teken. Welk teken bepaal je met onderstaand schema; regeltje van alternerende tekens: Je kunt ook ontwikkelen naar een rij: a b c a b c a 3 b 3 c 3 = a b c b 3 c 3 b a c a 3 c 3 + c a b a 3 b 3 Voorbeeld: = = ( ( ( 4 = =. Hier was er naar de eerste rij ontwikkeld. Ontwikkelen we bijvoorbeeld naar de derde kolom, dan krijgen we: = = (4 3 (4 + 9 ( = =. We voeren nu eerst voor een algemene determinant het begrip minor wat preciezer in. Bekijk de determinant a a a 3. a n a a a 3. a n a ij. a n a n a n3. ann De minor van a ij is de determinant die je krijgt door rij i en kolom j weg te laten. 9

34 We definiëren nu de algemene n n determinant in termen van (n (n determinanten: a a a n a a a n.. =. a n a n a nn a (de minor van a a (de minor van a + + ( n+ a n (de minor van a n Ook kun je weer ontwikkelen naar elke gewenste rij of kolom, het tekenschema is We komen straks terug op het oplossen van stelsels vergelijkingen met determinanten. Eerst wat rekenregels en eigenschappen. 4. Eigenschappen van determinanten a. Bij spiegelen in de hoofddiagonaal behoudt de determinant dezelfde waarde. Anders gezegd, voor een matrix A geldt det A = det A T. a a a 3 b b b 3 heeft dezelfde uitkomst (ontwikkel naar de eerste rij als c c c 3 a b c a b c (ontwikkel naar de eerste kolom. a 3 b 3 c 3 Gevolg is: elke bewering over rijen is ook waar voor kolommen en vice versa. b. Bij verwisselen van twee rijen verandert het teken van de determinant. a a a 3 b b b 3 c c c 3 = b b b 3 a a a 3 c c c 3 (ontwikkel de eerste determinant naar de eerste rij, de tweede determinant naar de tweede rij c. Als twee rijen gelijk zijn, is de determinant nul (volgt uit b. d. Als je een rij vermenigvuldigt met een getal, dan vermenigvuldig je de 30

35 determinant met dat getal. ka b c ka b c ka 3 b 3 c 3 = ka α ka α + ka 3 α 3 = k(a α a α + a 3 α 3 a b c = k a b c a 3 b 3 c 3. (hier is α i de minor van a i voor i=,,3 e. Als twee rijen evenredig zijn, dan is de determinant nul (volgt direkt uit c en d. f. Als een rij de som is van twee termen, dan is de determinant de som van de twee afzonderlijke determinanten. a + x b c a + x b c = (a + x b c a 3 + x 3 b 3 c 3 b 3 c 3 (a + x b c b 3 c 3 + (a 3 + x 3 b c b c a b c = a b c a 3 b 3 c 3 + x b c x b c x 3 b 3 c 3. g. Een determinant verandert niet als je een veelvoud van een rij optelt bij een andere rij (dit volgt uit e en f. Deze laatste eigenschap kun je gebruiken om determinanten uit te rekenen: door het veegproces uit te voeren verandert een determinant niet. (NB: Je mag nu ook met kolommen vegen, dit in tegenstelling tot wat we gezien hebben bij het oplossen van stelsels vergelijkingen. Voorbeeld: Bereken p p keer de tweede kolom van de eerste af levert 0 0 p + 7p 7 4 ontwikkelen naar de eerste rij geeft dan p + 7p 4 = 4 4p + + 7p = 3p. 3

36 4.3 Nogmaals stelsels vergelijkingen. Bekijk eerst eens het stelsel van drie vergelijkingen met drie onbekenden x, x, x 3 : ofwel Ax = b. Noem D = det A = Dan is (i x D = (ii x D = (iii x 3 D = als x = x x x 3 a a a 3 a a a 3 a 3 a 3 a 33 b a a 3 b a a 3 b 3 a 3 a 33 a b a 3 a b a 3 a 3 b 3 a 33 a a b a a b a 3 a 3 b 3 a a a 3 a a a 3 a 3 a 3 a 33,,, x x x 3. een oplossing is van Ax = b. Dit staat bekend als de regel van Cramer. = b b b 3 BEWIJS: We laten alleen zien dat (i waar is, (ii en (iii bewijs je analoog. Dus: neem aan dat x x een oplossing is. Dan is b a a 3 b a a 3 b 3 a 3 a 33 x 3 = x a a a 3 = x D + x = x D + x a a a 3 a a a 3 a a a 3 a 3 a 3 a 33 (een-na laatste stap wegens f, laatste stap wegens c + x 3 a 3 a 3 a 33 + x 3 NB: Hetzelfde bewijs werkt natuurlijk ook voor 4 4, 5 5, enz. We formuleren de regel van Cramer nu in zijn algemene vorm. a a 3 a a 3 a 3 a 33 a 3 a a 3 a 3 a a 3 a 33 a 3 a 33 3

37 STELLING 4.3. (Regel van Cramer Als det A = D 0, dan wordt de oplossing voor Ax = b, waar a a n x b A =.., x =. b =. gegeven door a n a nn x n b n a a j b a j+ a n x j = D, a n a nj b n a nj+ a nn met j =,..., n. Bewering: theoretisch is dit een fraaie stelling, je moet het alleen nooit zo uitrekenen. Al die determinanten zijn heel veel rekenwerk, en vegen gaat sneller. We geven nu nog enkele handige resultaten, zonder die te bewijzen. STELLING 4.3. Een n n matrix A heeft een inverse als en alleen als det A 0. Die inverse kun je ook met behulp van determinanten uitrekenen, maar vegen gaat weer veel sneller. STELLING Als det A = 0, dan heeft Ax = 0 een oplossing x 0, en ook alleen dan. De verzameling van al die vectoren noteer je met kera. Tenslotte nog een stelling over de determinant van het produkt van matrices. STELLING det A B = det A det B. Voorbeeld: ( A = 0, B = ( 3 3. Dan is det A = en det B = 9, en inderdaad ( AB = 0 ( 3 3 = ( 5 6 6, zodat det AB = 8 = 9 33

38 5 Eigenwaarden en eigenvectoren 5. Invoeren van de begrippen eigenwaarde en eigenvector DEFINITIE 5.. Een complex (of reëel getal λ heet een eigenwaarde van de n n matrix A als er een vector x 0 is met Ax = λx. Dan heet x een eigenvector van A (bij eigenwaarde λ. Voorbeelden: (. A =. A = Ax = ( Ax =, x = ( ( ( (, x = ( (, λ =, dan is = (, λ = 0, dan is = ( 0 0 ( = ( = 0.. Interpretatie: A als afbeelding heeft in de richting van x een simpele vorm, namelijk oprekking met een factor λ. Opmerking: als x een eigenvector is, dan is ook elk veelvoud van x een eigenvector bij dezelfde eigenwaarde, behalve de vector 0. Om niet elke keer de uitzondering van 0 mee te slepen, spreken we af dat we in de collectie van eigenvectoren bij een bepaalde eigenwaarde 0 wel meenemen. Voorbeeld: A = A heeft drie eigenwaarden, te weten, en 3. De eigenvectoren bij zijn alle vectoren van de vorm α 0, α IR 0 (of α C, al naar gelang we A als reële of complexe matrix zien. De eigenvectoren bij zijn alle vectoren van de vorm α 0 0, α IR. De eigenvectoren bij 3 zijn alle vectoren van de vorm α 0 0, α IR. 34

39 5. Hoe we eigenwaarden en eigenvectoren vinden Merk op, als x een eigenvector is, dan geldt Ax = λx, ofwel dan is A λ x = dus (A λix = 0. Volgens een stelling uit het vorige hoofdstuk is dan det(a λi = 0, omdat x 0. Omgekeerd, als det(a λi = 0, dan is er ook een x 0 zó dat (A λix = 0. Voorbeeld: A = 0 0 λ Dan is det(a λi = = λ 0 0 λ 3 = ( λ(λ 3(λ +. = ( λ(λ λ De eigenwaarden zijn dan dus λ =, λ = en λ = 3. Eigenvectoren bij λ = krijg je door op te lossen: (A Ix = 0, dus x = Oplossingen zijn de vectoren van de vorm α 0 Eigenvectoren bij -: los op (A ( I = 0, dus > waarvan de oplossingen zijn α, α IR. Eigenvectoren bij 3: los op (A 3 Ix = 0, dus waarvan de oplossingen zijn α, α IR., α IR , , 35

40 De vergelijking det(a λi = 0 heet de karakteristieke vergelijking van A. Voorbeelden:. Een voorbeeld met complexe oplossingen: A = λ λ Eigenvectoren bij i: ( i 0 i 0 ( met oplossingen α i Eigenvectoren bij -i: ( i 0 i 0 ( met oplossingen α i ( 0 0 geeft = λ + = 0 geeft λ = ±i als eigenwaarden., met nu α C!, α C. ( i 0 ( i 0. Nu een 3 3 voorbeeld met complexe oplossingen: A = geeft λ λ 0 0 λ = ( λ λ λ ( λ{( λ + 4} = 0 geeft λ = of λ = ± i. 0 0 = ( λ{( λ +4}. Eigenvectoren bij eigenwaarde : oplossen geeft α, α C Eigenvectoren bij eigenwaarde + i: i 0 i i 0 oplossen geeft α i 0 Eigenvectoren bij i: α i 0, α C., α C. i 0 i i 0 oplossen geeft 36

41 In al onze voorbeelden hierboven hadden we een n n matrix met n verschillende eigenwaarden. Dat hoeft natuurlijk niet altijd zo te zijn. Voorbeelden: ( 0. A = heeft één eigenwaarde:, en elke vector is eigenvector. 0 ( ( 0. A = heeft één eigenwaarde: 0, en alleen α, α IR, zijn eigenvectoren. Laat nu A een n n matrix zijn met n verschillende eigenwaarden: λ, λ,..., λ n. Kies eigenvectoren x i met Ax i = λ i x i (i =,..., n. Vorm de matrix S die je krijgt door x i op de i-de kolom te zetten: S = (x x... x n. Dan : A S = (Ax Ax... Ax n = (λ x λ x... λ n x n = S Bovendien is S inverteerbaar (dat bewijzen we niet. λ λ..... λn λ n. Een matrix die alleen maar niet-nul getallen op z n hoofddiagonaal heeft noemen we een diagonaalmatrix. Voorbeeld: ( 4 A =. 3 Eigenwaarden: 4 λ 3 λ = 7λ + λ = λ 7λ + 0 = (λ 5(λ. ( Dus en 5 zijn eigenwaarden. Eigenvectoren: is eigenvector bij 5, ( is eigenvector bij. ( Vorm S =. ( 4 Dan geldt: AS = 3 ( = ( (

42 Dus: S AS = ( NB: S is inverteerbaar, want dets=-3. We merken nog het volgende op: A en A T hebben dezelfde eigenwaarden (maar niet dezelfde eigenvectoren natuurlijk. Verder, als een complex getal λ een eigenwaarde is van de (complexe matrix A, dan is λ een eigenwaarde van A. Tenslotte hebben we de volgende belangrijke stelling: STELLING 5.. Als A een zelfgeadjungeerde n n matrix is dan zijn alle eigenwaarden van A reëel, en de eigenvectoren bij verschillende eigenwaarden staan loodrecht op elkaar. Verder zijn er vectoren x,..., x n die loodrecht op elkaar staan, en reele getallen λ,..., λ n zo dat Ax i = λ i x i, en de matrix S = (x x n is inverteerbaar. In dit geval hebben we dus AS = SD met D de diagonaalmatrix met λ tot en met λ n op de diagonaal. Voorbeeld: ( Neem als voorbeeld de matrix A =. Ga na dat de eigenwaarden 3 en - zijn, met bijbehorende eigenvectoren en, re- ( ( ( ( spectievelijk. Het inproduct, is nul, dus staan deze vectoren inderdaad loodrecht op elkaar. 38

43 6 Afbeeldingen, limieten, continuïteit, differentieerbaarheid f : A B heet een afbeelding als er voor elke a A maar één b = f(a B is. In dat geval heet A het definitiegebied of domein van f en B het co-domein. Als f(a = b dan heet b het beeld van a, en a een origineel van b f heet injectief of - als bij elke b uit B hóógstens één a uit A is met f(a = b, d.w.z. uit f(x = f(y volgt x = y. f heet surjectief als bij elke b uit B tenminste één a uit A is met f(a = b. f heet bijectief als f zowel injectief als surjectief is. Dan is er dus bij elke b uit B precies één a uit A is met f(a = b. In dat geval is er een inverse functie of omkeerafbeelding f : B A. Die heeft de volgende definitie: f (b = a precies dan als f(a = b. Voorbeelden:. A = [, ], B = [, ] en f(x = x. Dan is f niet injectief en niet surjectief A = [, ], B = [0, ] en f(x = x. Dan is f niet injectief en wel surjectief A = [0, ], B = [, ] en f(x = x. Dan is f wel injectief en niet surjectief. 39

44 0 4. A = [0, ], B = [0, ] en f(x = x. Dan is f wel injectief en wel surjectief. De inverse functie is f (x = x A = [, 0], B = [0, ] en f(x = x. Dan is f wel injectief en wel surjectief. De inverse functie is f (x = x. - 0 N.B. Bij afspraak is x > 0. De functie f(x = x wordt beschouwd met domein en bereik [0,. 40

45 Een paar belangrijke functies f : ( π, π IR : f(x = tan x is bijectief. (Let op het domein! De inverse noemen we arctan x, (ook wel bgtg x of tan x. f π 0 π π f 0 f : [ π, π ] [, ] : f(x = sin x is bijectief. Let op domein en bereik! De inverse is arcsin x, (ook wel bgsin x of sin x. π π π 0 π π f : [0, π] [, ] : f(x = cos x is bijectief. Let op domein en bereik! De inverse is arccos x, (ook wel bgcos x of cos x. π π π π

46 Waarschuwing!!! arcsin(sin x = x alléén voor x in [ π x voor alle x in [, ]., π ] maar sin(arcsin x = 6. Limieten DEFINITIE 6.. l heet de limiet van f als x nadert naar a, lim x a f(x = l als voor alle ɛ > 0 is er een δ > 0 zó dat uit 0 < x a < δ volgt f(x l < ɛ. Merk op dat Stephenson dit onderaan pag niet correct doet. f l l+ɛ l ɛ a η a a+η 6.. Standaardlimieten. sin x lim x 0 x =. x tan x sin x sin x < x < tan x = sin x cos x dus < x sin x < cos x, zodat > sin x x > cos x. Nu is cos 0 =, dus cos x als x 0. Dan volgt het gewenste. Dit is een voorbeeld van het gebruik van de zogenaamde insluitstelling. 4

47 x n lim x x = n. x n = (x (x n + x n x + Dus x n lim x x = lim x (xn + x n x + = n. bestaat niet lim x 0 sin x 0 want x x sin x insluitstelling. lim x 0 x sin x = 0 x. Laat hierin weer x naar nul gaan. (Weer de 6. Continuïteit Een functie f heet continu in x = a als lim f(x = f(a. x a 43

48 6.3 Differentieerbaarheid Een functie f heet differentieerbaar in x = a als f(a + h f(a f(x f(a lim = lim h 0 h x a x a bestaat. In dat geval heet deze limiet de afgeleide van f in x = a: f (a. f(a+h f(a h heet een differentiequotient. f(a α f(a + h f(a h a a + h het differentiequotient is tan α. Dus: f (a is de richtingscoefficient van de raaklijn aan de grafiek van f in x = a. Nog meer standaardlimieten Via differentiequotient lim x 0 e x x =. Immers: e x x = ex e 0 x 0. Dus ex x (e x x=0 =. ln(x+ lim x 0 x =. ln(x+ Immers: x = ln(x+ ln(0+ ln(x+ x 0. Dus lim x 0 x = (ln(x + x=0 = x+ x=0 =. Uit de tweede ( volgt: lim x 0 ln (x + x = = ln e. Dus lim x 0 ( + x x = e. 44

49 Nog een aardige truc voor de truccendoos (de worteltruc. ( x + x( x + + x lim x + x = lim x x ( x + + x = lim x x + x x + + x = lim = 0. x x + + x x+ lim x x+ = (Deel boven en onder de streep door x. Bekijk de functie f(x = xk+ e, waar k een vast getal is. Dan: x f (x = (k + xk x k+ e x = xk (x (k + e x Voor x > k + is f (x < 0, dus f is dalend. Dus: 0 xk+ e x (k + k+ e k+ 0 xk e x c 0 als x. x Dus zien we dat lim x x k e x = 0 voor elke k > 0. = C voor x > k +. Deel door x in de rechterongelijkheid: ln x lim x x = 0 voor elke α > 0 vast. Immers, stel x = e y. Dan α ln x y lim x x = lim α y e = 0. αy lim x 0 x α ln x = 0 voor elke α > 0 vast. Immers, stel x = y, dan lim x 0 x α ln y ln x = lim y y = 0. α 6.4 Differentieren en continuïteit STELLING 6.4. Als f differentieerbaar is in x = a dan is f ook continu in x = a. STELLING 6.4. Als f continu is in x = a en lim x a f (x en lim x a f (x bestaan en zijn aan elkaar gelijk, dan is f differentieerbaar in x = a en f (a = lim x a f (x. Waarschuwing!!!!! Dit is een subtiele stelling. Het omgekeerde is niet waar. Als lim x a f (x niet bestaat dan kan f nog wel degelijk differentieerbaar zijn in x = a. Voorbeeld: f(x = x sin voor x 0, en f(0 = 0. x Dan is f (0 = 0 (dat zie je door gewoon de definitie te gebruiken, maar lim x 0 f (x bestaat niet (en dat zie je door f uit te rekenen voor x 0. Teken voor jezelf eens een plaatje van de grafiek van deze functie. 45

50 7 Differentieren We beginnen met het samenvatten van enkele bekende resultaten. STELLING (f + g = f + g (de somregel, (cf = c.f voor elke constante c, (fg = f g + g f (de productregel, ( f g = f g g f g (de quotientregel, (f g (x = d dx (f(g(x = f (g(xg (x (de kettingregel. Voorbeeld: We berekenen de afgeleide van arcsin x. We weten dat voor x in (, sin(arcsin x = x. Dus volgens de kettingregel cos(arcsin x arcsin x =, zodat arcsin x = cos(arcsin x Nu is cos (arcsin x + sin (arcsin x =, dus cos (arcsin x = x. Verder is arcsin x [ π, π ], zodat cos(arcsin x 0 voor x (,. Dus hebben we en bijgevolg is arcsin x = x. cos(arcsin x = x. Op dezelfde manier zie je dat arccos x = +x. (Gebruik dat tan(arctan x = x voor alle reële x. x. Ga ook na dat arctan x = 46

51 7. Stelling van Rolle en Middelwaardestelling STELLING 7.. (Rolle Als f continu is op [a, b], differentieerbaar op (a, b, en f(a = f(b dan is er een c in (a, b zó dat f (c = 0. (Geen bewijs, alleen een plaatje. NB. f mag ook constant zijn. a c b STELLING 7.. (MIDDELWAARDESTELLING Als f continu is op [a, b] en differentieerbaar op (a, b dan is er een c in (a, b zó dat f(b f(a b a = f (c Bewijs. Definieer F (x = f(x f(a (x a f(b f(a. Dan F (x = f (x f(b f(a b a. Op F pas je Rolle toe: F (a = F (b = 0, F is continu op [a, b] en differentieerbaar op (a, b. Dus is er een c (a, b met F (c = 0. Dat geeft f (c = f(b f(a b a. F (x a c x b b a Een onmiddellijk gevolg is f(b f(a = f (c (b a (b a max x (a,b f (x. Twee andere gevolgen, die al bekend zijn uit de middelbare school stof: GEVOLG (a Als f continu is op [a, b] en differentieerbaar op (a, b en f (x > 0 voor x (a, b dan is f monotoon stijgend op (a, b. Bewijs. Neem x < x in (a,b. Dan f(x f(x = (x x f (c voor één of andere c (x, x. Omdat c (a, b is f (c > 0. Ook x x > 0. Dus f(x f(x > 0. 47

52 (b Als f continu is op [a, b] en differentieerbaar op (a, b en f (x < 0 voor x (a, b dan is f monotoon dalend op (a, b. Voorbeelden:. sin x x voor elke x. Immers: sin x Dus sin x x = cos ζ.. Laat zien dat sin x x x < voor x 0. x = sin x sin 0 x 0 = cos ζ met ζ (0, x. { sin x Voer in de volgende functie: f(x = x x 0. (Dus f(0 =. x = 0 Dan is f continu en ook differentieerbaar. (Voor dat laatste hoef je natuurlijk alleen maar te controleren dat f differentieerbaar is in x = 0. Dat f(x f(0 sin x x gaat als volgt: lim x 0 x 0 = lim x 0 x = 0, bijvoorbeeld m.b.v. l Hospital s stelling, die we zo dadelijk zullen bewijzen. Pas op f de middelwaardestelling toe:. sin x x x = f(x f(0 x = f (y voor een y tussen 0 en x. (Let op het woordgebruik, x mag ook negatief zijn. We willen laten zien f (y <. Omdat y niet nul is, is f (y = y cos y sin y y, dus f (y < is equivalent met y y cos y + sin y > 0 Voer in g(y = y y cos y + sin y. Dan g (y = y + y sin y = y( + sin y. Tekenverloop van g : Dus g is dalend op (, 0] en stijgend op [0,. Verder is g(0 = 0, dus voor alle y 0 is g(y > 0, en daarmee f (y <. STELLING 7..3 (l Hospital Als f en g twee differentieerbare functies zijn met f(a = g(a = 0, en als g (x 0 in de buurt van a (met eventueel a zelf uitgezonderd, dan geldt: als lim x a f (x g (x f(x bestaat, dan lim x a g(x = lim f (x x a g (x 48

53 Bewijs. Neem x a, voor het argument in dit bewijs nemen we x > a. (Hetzelfde verhaal gaat op voor x < a. Voer in h(t = f(xg(t g(xf(t, voor t [a, x], als functie van t. Pas op h de stelling van Rolle toe, dat mag omdat h continu en differentieerbaar is en h(a = h(x = 0. Dus is er een ξ met h (ξ = 0. Nu hangt h van x af, en dus hangt ook ξ van x af. Dat brengen we tot uitdrukking door te schrijven ξ = ξ x. Dan: 0 = h (ξ x = f(xg (ξ x g(xf (ξ x Omdat g Dus 0 volgt dat ook g(x zelf niet nul kan zijn tenzij ook f(x nul is. f(x g(x = f (ξ x g (ξ x Als x a dan ook ξ x a. Dus ξ x (a, x f(x lim x a g(x = lim f (ξ x x a g (ξ x = lim f (ξ x ξ x a g (ξ x = lim f (x x a g (x Voorbeeld: e x + e x e x e x e x + e x lim x 0 3x = lim = lim = x 0 6x x Stelling van Taylor Bekijk nog eens de raaklijn aan de grafiek van f in het punt a. Die wordt gegeven door g(x = f (a(x a + f(a. Het is eenvoudig om het volgende te controleren: g(x is de enige functie van de vorm c(x a + d waarvoor g(a = f(a, en g (a = f (a. (Immers, het laatste vertelt je dat c = f (a, en dan kun je d uitrekenen met de eerste eis. Beschouw nu f(x g(x. Dat is f(x g(x = f(x f(a f (a(x a Volgens de middelwaardestelling geldt dat dit verschil gelijk is aan (x a(f (ζ f (a met ζ tussen a en x. Als f tweemaal differentieerbaar is kunnen we nog een keer de middelwaardestelling toepassen, maar nu op f : f(x g(x = (x a(f (ζ f (a = (x a(ζ af (η met η tussen a en ζ, en dus tussen a en x. We concluderen dat je f(x met g(x kunt benaderen, en dat de fout die je dan maakt als volgt af te schatten is: f(x g(x (x a max f (η a η x 49

54 (waarbij we hier even hebben aangenomen dat x > a; voor x < a geldt iets soortgelijks. Je kunt dit nog wel wat verfijnen, zoals straks zal blijken. Nu wordt het eerst tijd om wat notatie in te voeren: de n-de afgeleide van de functie f zullen we noteren met f (n, waarbij we de afspraak hanteren dat f (0 = f. We kunnen een stapje verder gaan en ons afvragen wat de best bij f passende tweedegraadsfunctie is. Laat h(x = c(x a + d(x a + e een tweedegraadsfunctie zijn. De vraag is voor welke c, d, e geldt h(a = f(a, h (a = f (a, en h (a = f (a. Je kunt weer eenvoudig narekenen dat c = f (a, d = f (a, en e = f(a. Ook nu zijn we weer geïnteresseerd in een foutschatting. Die krijg je, samen met een veel algemener resultaat in de volgende stelling. STELLING 7.. (Taylor Neem aan dat f n + -maal differentieerbaar is in een omgeving van a. Dan geldt in die omgeving van a: f(x = f(a + (x af (a + (x a f (a (x a n f (n (a n! waar E(x een fout is die wordt gegeven door de volgende formule: met η tussen a en x. E(x = (x a n+ f (n+ (η (n +!, + E(x, Voorbeelden:. In een omgeving van 0 kun je cos x goed benaderen met x. In feite, als je de foutschatting even weglaat cos x = x + x4 4! x6 6! Voor e x in een omgeving van 0 hebben we e x = + x + x + x3 3! + x4 4! Voor sin x in een omgeving van 0 krijgen we sin x = x x3 3! + x5 5! Voor ln( + x in een omgeving van 0 hebben we ln( + x = x x + x 3 3 x Stelling van Leibnitz Uit (fg = f g + g f haal je voor (fg : (fg = (f g + g f = f g + f g + g f + g f = f g + f g + fg. Herhaal dat: (fg = (f g + f g + fg = f g + 3f g + 3f g + fg. 50

55 Herinner dat we de n-de afgeleide van de functie f noteren met f (n, waarbij we de afspraak hanteren dat f (0 = f. Dan wordt bovenstaande regel: (fg (3 = f (3 g + 3f ( g + 3f g ( + fg (3. Voor de n-de afgeleide van het produkt fg kun je laten zien dat ( ( n n (fg (n = f (n g + f (n g + f (n g ( + ( ( n + f ( g (n n + n n = n ( n k k=0 f (n k g (k. f g (n + fg (n Voorbeeld: f(x = e x en g(x = x +.Dan is f (j (x = j e x. Verder is g (x = x, g (x = en g (j (x = 0 voor j >. Dus (fg (n = n k=0 ( n k f (n k g (k = ( n k k=0 ( n n k e x g (k = n e x (x + + = n e x {x + + nx + ( n n e x x + n(n }. n e x 7.4 Maxima en minima Uit de middelbare school stof roepen we uit de herinnering de volgende stellingen op. STELLING 7.4. Als f differentieerbaar is en f heeft een maximum of een minimum in x = a, dan geldt f (a = 0. a = 0 is een tegenvoor- Het omgekeerde is niet waar. (Bijvoorbeeld f(x = x 3, beeld. STELLING 7.4. Als f tweemaal differentieerbaar is en f (a = 0 dan geldt: als f (a > 0 dan heeft f een minimum in x = a, als f (a < 0 dan heeft f een maximum in x = a. Dit zie je eenvoudig uit de volgende stelling. 5

56 STELLING Als f differentieerbaar is en f (a = 0 dan geldt: als het tekenverloop van f er uitziet als - + dan heeft f een minimum in x = a, als het tekenverloop van f er uitziet als + - dan heeft f een maximum in x = a. - Denk eraan ook randminima en randmaxima te bekijken. - Denk ook aan punten waar f niet differentieerbaar is. Voorbeeld: f(x = x. 5

57 8 Primitiveren Als F (x = f(x dan noemen we F een primitieve van f en we schrijven F (x = f(x dx Merk op dat in dat geval ook F (x+c een primitieve is van f voor elke constante c. Het is nuttig een aantal eenvoudige primitieven uit het hoofd te kennen (zie bv. de tabel op pag. 44 in Stephenson. We bekijken een aantal methoden om te primitiveren (zie ook 4.4 in Stephenson. 8. Ter herinnering Eerst even een paar integralen ter herinnering. sin x dx = cos x + c cos x dx = sin x + c x n dx = n + xn+ +c(n =,, 3, x n dx = +c(n =, 3, 4, n xn dx = ln x + c let op de absoluutstrepen x cos dx = tan x + c dx = arctan x + c x + x dx = arcsin x + c dx = arccos x + c. x x 8. Eerste substitutieregel Neem aan F (x = f(x. Uit de kettingregel weet je dat F (φ(x = f(φ(xφ (x. Dus f(φ(xφ (x dx = F (φ(x + c Voorbeelden:. tan x dx =. sin x cos x dx = x dx = + x cos x. cos x dx = ln cos x + c x + x dx Met φ(x = + x staat hier x dx = φ (x dx = φ(x + c = + x + x + c φ(x Zie ook voorbeeld 4 op pag 50 van Stephenson. 53

58 8.3 Tweede substitutieregel We kunnen de kettingregel ook op een andere manier gebruiken bij het primitiveren. Te berekenen is f(x dx, met x J voor een of ander interval J. Stel dat x = φ(t een bijectie is φ : J 0 J, met inverse t = u(x. Dan: f(x dx = f(φ(tφ (t dt Als nu f(φ(tφ (t makkelijk te primitiveren is, zeg met primitieve P (t, dan: f(x dx = f(φ(tφ (t dt = P (t + c = P (u(x + c Voorbeeld: x dx. Stel x = sin t. Dan x dx = sin t cos t dt. Nu is x [, ] en als we t [ π, π ] nemen dan heeft de sinusfunctie daarop een inverse, namelijk arcsin. Bovendien is voor zulke t: sin t = cos t. Dus: x dx = cos t dt = ( + cos t dt = t + sin t + c 4 Nu terug naar een uitdrukking in x: t = arcsin x, en sin t = sin t cos t = x(cos arcsin x = x x. Dus x dx = arcsin x + x x + c. Zie ook voorbeeld 6 op pag. 5 (Stephenson. Een belangrijke substitutie vind je in voorbeeld 5 op pag. 50/5 (Stephenson. 54

59 8.4 Partiële integratie Volgens de produktregel geldt: f (xg(x dx = f(xg(x f(xg (x dx. Voorbeelden:. x sin x dx. Neem g(x = x, f (x = sin x. Dan x sin x dx = x cos x + cos x dx = x cos x + sin x + c. ln x dx. Neem g(x = ln x, en f (x =. Dan ln x dx = x ln x x dx = x ln x x + c. x 3. e x sin x dx. Neem g(x = sin x, f (x = e x. Dan e x sin x dx = e x sin x e x cos x dx = (Nog een keer = e x sin x e x cos x e x sin x dx. Dus e x sin x dx = e x sin x e x cos x + c. 4. ( + x dx = = ( + x ( + x dx + x dx x x ( + x dx x ( + x dx Neem in de laatste integraal g(x = x, f (x = +x (eerste substitutieregel. Dus x (+x. Dan is f(x = ( + x dx = arctan x ( x + x + + x dx = arctan x+ x + x +c. Zie ook voorbeeld 0 op pag. 53/54 (Stephenson, en lees ook voorbeeld. 55

60 8.5 Breuksplitsing Dit is een algemene methode waarvan alleen enkele voorbeelden gegeven worden. Voorbeelden:. x(x + dx. Schrijf x(x + = a x + bx+c (x +. Maak de breuk gelijknamig, en los a, b en c op: x(x + = a(x + + (bx + cx x(x + Dus = (a + bx + cx + a. Daaruit volgt: a + b = 0 c = 0 a = Los dit stelsel van drie vergelijkingen met drie onbekenden op. Je krijgt a =, b =, c = 0. Dus x(x + dx = x dx x (x + dx = ln x ln(x + + c.. x 3 + x + x (x + dx. Schrijf Onder een noemer brengen geeft: x 3 + x + x (x + = ax + b x + cx + d (x + x 3 + x + = (ax + b(x + + (cx + dx = (a + cx 3 + (b + dx + ax + b. Vergelijk de coefficienten: a + c = b + d = 0 a = b = Oplossen geeft a =, b =, c = 0, d =. Dus 56

61 x 3 + x + x (x + dx = = x + x x dx + dx x dx x + dx = ln x x arctan x + c x + dx 3. Schrijf (x 4x + 4(x 4x + 5 dx. (x 4x + 4(x 4x + 5 = ax + b x 4x cx + d x 4x + 5 Je kunt weer de breuk gelijknamig maken en een stelsel vergelijkingen voor a, b, c, d oplossen, maar in dit geval zie je de oplossing ook zo wel zitten: a = c = 0, en b =, d =. Dus: (x 4x + 4(x 4x + 5 dx = = x 4x + 4 dx x 4x + 5 dx (x dx x 4x + 5 dx + (x dx = x = arctan(x + c. x 8.6 Extra Een substitutie idee dat werkt voor een klasse van primitieven die functies van de vorm x + bx + c bevatten is het volgende. Via kwadraatafsplitsen breng je die wortelvorm tot de vorm x + a ( a mag ook negatief zijn. Dan ga je verder te werk als in het volgende voorbeeld. Voorbeeld: Stel (x + 5 = x + u. Kwadrateren geeft: (x + (x + 5 dx. Hiermee voer je een nieuwe variabele u in. 57

Bekijk nog een keer het stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden x en y: { De tweede vergelijking van de eerste aftrekken geeft:

Bekijk nog een keer het stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden x en y: { De tweede vergelijking van de eerste aftrekken geeft: Determinanten Invoeren van het begrip determinant Bekijk nog een keer het stelsel van twee vergelijkingen met twee onbekenden x en y: { a x + b y = c a 2 a 2 x + b 2 y = c 2 a Dit levert op: { a a 2 x

Nadere informatie

Aanvulling bij de cursus Calculus 1. Complexe getallen

Aanvulling bij de cursus Calculus 1. Complexe getallen Aanvulling bij de cursus Calculus 1 Complexe getallen A.C.M. Ran In dit dictaat worden complexe getallen behandeld. Ook in het Calculusboek van Adams kun je iets over complexe getallen lezen, namelijk

Nadere informatie

1 Eigenwaarden en eigenvectoren

1 Eigenwaarden en eigenvectoren Eigenwaarden en eigenvectoren Invoeren van de begrippen eigenwaarde en eigenvector DEFINITIE Een complex (of reëel getal λ heet een eigenwaarde van de n n matrix A als er een vector x is met Ax = λx Dan

Nadere informatie

Aanvulling aansluitingscursus wiskunde. A.C.M. Ran

Aanvulling aansluitingscursus wiskunde. A.C.M. Ran Aanvulling aansluitingscursus wiskunde A.C.M. Ran 1 In dit dictaat worden twee onderwerpen behandeld die niet in het boek voor de Aansluitingscursus staan. Die onderwerpen zijn: complexe getallen en volledige

Nadere informatie

1 Stelsels lineaire vergelijkingen.

1 Stelsels lineaire vergelijkingen. Stelsels lineaire vergelijkingen Ter herinnering: in de tweede klas Havo/Atheneum leer je twee vergelijkingen met twee onbekenden oplossen Voorbeeld: { x + y = 5 x + y = 0 Twee keer de eerste vergelijking

Nadere informatie

4 + 3i 4 3i (7 + 24i)(4 3i) 4 + 3i

4 + 3i 4 3i (7 + 24i)(4 3i) 4 + 3i COMPLEXE GETALLEN Invoering van de complexe getallen Definitie Optellen en vermenigvuldigen Delen De complexe getallen zijn al behoorlijk oud; in de zestiende eeuw doken ze op bij het oplossen van algebraïsche

Nadere informatie

Aanvulling basiscursus wiskunde. A.C.M. Ran

Aanvulling basiscursus wiskunde. A.C.M. Ran Aanvulling basiscursus wiskunde A.C.M. Ran 1 In dit dictaat worden twee onderwerpen behandeld die niet in het boek voor de basiscursus (Basisboek wiskunde van Jan van de Craats en Rob Bosch) staan. Die

Nadere informatie

1. (a) Gegeven z = 2 2i, w = 1 i 3. Bereken z w. (b) Bepaal alle complexe getallen z die voldoen aan z 3 8i = 0.

1. (a) Gegeven z = 2 2i, w = 1 i 3. Bereken z w. (b) Bepaal alle complexe getallen z die voldoen aan z 3 8i = 0. Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Calculus NWI-NP003B 4 november 04,.30 5.30 Het gebruik van een rekenmachine/gr, telefoon, boek, aantekeningen e.d. is niet toegestaan. Geef precieze argumenten en

Nadere informatie

Opgaven Functies en Reeksen. E.P. van den Ban

Opgaven Functies en Reeksen. E.P. van den Ban Opgaven Functies en Reeksen E.P. van den Ban c Mathematisch Instituut Universiteit Utrecht Augustus 2014 1 Opgaven bij Hoofdstuk 1 Opgave 1.1 Zij f : R n R partieel differentieerbaar naar iedere variabele

Nadere informatie

College 1. Complexe getallen Tijd en Plaats: Het tijdstip waarop het college gegeven wordt is maandagochtend van 10.45 tot 12.30. De colleges zijn in

College 1. Complexe getallen Tijd en Plaats: Het tijdstip waarop het college gegeven wordt is maandagochtend van 10.45 tot 12.30. De colleges zijn in College 1. Complexe getallen Tijd en Plaats: Het tijdstip waarop het college gegeven wordt is maandagochtend van 10.45 tot 12.30. De colleges zijn in de weken 37-42 in zaal S 209, in de weken 44-49 in

Nadere informatie

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Tentamen 4 november 2013

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Tentamen 4 november 2013 Wiskundige Technieken Uitwerkingen Tentamen 4 november 0 Normering voor 4 pt vragen andere vragen naar rato): 4pt pt pt pt 0pt goed begrepen én goed uitgevoerd, eventueel met of onbelangrijke rekenfoutjes

Nadere informatie

Complexe eigenwaarden

Complexe eigenwaarden Complexe eigenwaarden Tot nu toe hebben we alleen reële getallen toegelaten als eigenwaarden van een matrix Het is echter vrij eenvoudig om de definitie uit te breiden tot de complexe getallen Een consequentie

Nadere informatie

3. Bepaal de convergentie-eigenschappen (absoluut convergent, voorwaardelijk convergent, divergent) van de volgende reeksen: n=1. ( 1) n (n + 1)x 2n.

3. Bepaal de convergentie-eigenschappen (absoluut convergent, voorwaardelijk convergent, divergent) van de volgende reeksen: n=1. ( 1) n (n + 1)x 2n. Radboud Universiteit Tentamen Calculus A NWI-WP025 25 januari 208, 8.30.30 Het gebruik van een rekenmachine/gr, telefoon, boek, aantekeningen e.d. is niet toegestaan. Geef precieze argumenten en antwoorden.

Nadere informatie

3.2 Vectoren and matrices

3.2 Vectoren and matrices we c = 6 c 2 = 62966 c 3 = 32447966 c 4 = 72966 c 5 = 2632833 c 6 = 4947966 Sectie 32 VECTOREN AND MATRICES Maar het is a priori helemaal niet zeker dat het stelsel vergelijkingen dat opgelost moet worden,

Nadere informatie

Functies van één veranderlijke

Functies van één veranderlijke Functies van één veranderlijke 952600 Docent : Anton Stoorvogel E-mail: A.A.Stoorvogel@utwente.nl /29 Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica EWI UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde

Nadere informatie

Hertentamen WISN101 Wiskundige Technieken 1 Do 5 jan :30 16:30

Hertentamen WISN101 Wiskundige Technieken 1 Do 5 jan :30 16:30 Hertentamen WISN0 Wiskundige Technieken Do 5 jan 207 3:30 6:30 Normering voor 4 pt vragen (andere vragen naar rato): 4pt Goed begrepen en goed uitgevoerd met voldoende toelichting, eventueel enkele onbelangrijke

Nadere informatie

TW2040: Complexe Functietheorie

TW2040: Complexe Functietheorie TW2040: Complexe Functietheorie week 4.1, maandag K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Delft, 18 april, 2016 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie 1 / 31 Outline 1 Section I.1 Complex numbers K. P. Hart

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit der Wiskunde en Informatica Tentamen van Calculus voor het schakelprogramma van B (XB03) op woensdag 0 april 03, 9:00-:00 uur De uitwerkingen van de opgaven

Nadere informatie

4051CALC1Y Calculus 1

4051CALC1Y Calculus 1 4051CALC1Y Calculus 1 College 1 2 september 2014 1 Even voorstellen Theresia van Essen Docent bij Technische Wiskunde Aanwezig op maandag en donderdag EWI 04.130 j.t.vanessen@tudelft.nl Slides op http://homepage.tudelft.nl/v9r7r/

Nadere informatie

6 Complexe getallen. 6.1 Definitie WIS6 1

6 Complexe getallen. 6.1 Definitie WIS6 1 WIS6 1 6 Complexe getallen 6.1 Definitie Rekenen met paren De vergelijking x 2 + 1 = 0 heeft geen oplossing in de verzameling R der reële getallen (vierkantsvergelijking met negatieve discriminant). We

Nadere informatie

Het oplossen van stelsels lineaire vergelijkingen Wiskunde 2, 2DM60 College 2b

Het oplossen van stelsels lineaire vergelijkingen Wiskunde 2, 2DM60 College 2b Het oplossen van stelsels lineaire vergelijkingen Wiskunde 2, 2DM60 College 2b Ruud Pellikaan g.r.pellikaan@tue.nl /k 2014-2015 Lineaire vergelijking 2/64 DEFINITIE: Een lineaire vergelijking in de variabelen

Nadere informatie

TENTAMEN ANALYSE 1. dinsdag 3 april 2007,

TENTAMEN ANALYSE 1. dinsdag 3 april 2007, TENTAMEN ANALYSE. dinsdag april 2007, 4.00-7.00. Het tentamen bestaat uit twee gedeelten: de eerste vijf opgaven gaan over de stof van het eerste gedeelte van het college. De laatste vijf opgaven gaan

Nadere informatie

Complexe e-macht en complexe polynomen

Complexe e-macht en complexe polynomen Aanvulling Complexe e-macht en complexe polynomen Dit stuk is een uitbreiding van Appendix I, Complex Numbers De complexe e-macht wordt ingevoerd en het onderwerp polynomen wordt in samenhang met nulpunten

Nadere informatie

Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Calculus 1 NWI-NP003B 4 januari 2013,

Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Calculus 1 NWI-NP003B 4 januari 2013, Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Calculus 1 NWI-NP003B 4 januari 013, 8.30 11.30 Het gebruik van een rekenmachine, telefoon en boek(en) is niet toegestaan. Geef precieze argumenten en antwoorden.

Nadere informatie

ONBETWIST ONderwijs verbeteren met WISkunde Toetsen Voorbeeldtoetsen Lineaire Algebra Deliverable 3.10 Henk van der Kooij ONBETWIST Deliverable 3.

ONBETWIST ONderwijs verbeteren met WISkunde Toetsen Voorbeeldtoetsen Lineaire Algebra Deliverable 3.10 Henk van der Kooij ONBETWIST Deliverable 3. ONBETWIST ONderwijs verbeteren met WISkunde Toetsen Voorbeeldtoetsen Lineaire Algebra Deliverable 3.10 Henk van der Kooij ONBETWIST Deliverable 3.8 ONBETWIST ONderwijs verbeteren met WISkunde Toetsen Inleiding

Nadere informatie

Hertentamen Wiskundige Technieken 1 Donderdag 4 jan 2018, 9-12 uur

Hertentamen Wiskundige Technieken 1 Donderdag 4 jan 2018, 9-12 uur Hertentamen Wiskundige Technieken 1 Donderdag 4 jan 2018, 9-12 uur Normering voor 4 pt vragen (andere vragen naar rato): 4pt Goed begrepen en goed uitgevoerd met voldoende toelichting, eventueel enkele

Nadere informatie

Inhoud college 5 Basiswiskunde Taylorpolynomen

Inhoud college 5 Basiswiskunde Taylorpolynomen Inhoud college 5 Basiswiskunde 4.10 Taylorpolynomen 2 Basiswiskunde_College_5.nb 4.10 Inleiding Gegeven is een functie f met punt a in domein D f. Gezocht een eenvoudige functie, die rond punt a op f lijkt

Nadere informatie

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Hertentamen 23 december 2014

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Hertentamen 23 december 2014 Wiskundige Technieken Uitwerkingen Hertentamen 3 december 04 Normering voor 4 pt vragen andere vragen naar rato: 4pt 3pt pt pt 0pt goed begrepen én goed uitgevoerd, eventueel met enkele onbelangrijke rekenfoutjes

Nadere informatie

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Tentamen 3 november 2014

Wiskundige Technieken 1 Uitwerkingen Tentamen 3 november 2014 Wiskundige Technieken Uitwerkingen Tentamen 3 november 0 Normering voor pt vragen andere vragen naar rato): pt 3pt pt pt 0pt goed begrepen én goed uitgevoerd, eventueel met enkele onbelangrijke rekenfoutjes

Nadere informatie

TW2040: Complexe Functietheorie

TW2040: Complexe Functietheorie TW2040: Complexe Functietheorie week 4.3, maandag K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Delft, 2 mei, 2016 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie 1 / 34 Outline 1 Conforme afbeeldingen 2 K. P. Hart TW2040:

Nadere informatie

16.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op in 2x + 3i = 5x + 6i -3x = 3i x = -i

16.0 Voorkennis. Voorbeeld 1: Los op in 2x + 3i = 5x + 6i -3x = 3i x = -i 16.0 Voorkennis Voorbeeld 1: Los op in 2x + 3i = 5x + 6i -3x = 3i x = -i Voorbeeld 2: Los op in 4x 2 + 12x + 15 = 0 4x 2 + 12x + 9 + 6 = 0 (2x + 3) 2 + 6 = 0 (2x + 3) 2 = -6 (2x + 3) 2 = 6i 2 2x + 3 =

Nadere informatie

Mathematical Modelling

Mathematical Modelling Mathematical Modelling Ruud van Damme Creation date: 21-08-08 Overzicht 1 Inleiding 2 Overzicht 1 Inleiding 2 Bijeenkomsten Vrijdagmiddagen: 13:45 17:30 (tijden in benadering) 13:45-14:15: nabespreken

Nadere informatie

V.4 Eigenschappen van continue functies

V.4 Eigenschappen van continue functies V.4 Eigenschappen van continue functies We bestuderen een paar belangrijke stellingen over continue functies. Maxima en minima De stelling over continue functies die we in deze paragraaf bewijzen zegt

Nadere informatie

== Tentamen Analyse 1 == Maandag 12 januari 2009, u

== Tentamen Analyse 1 == Maandag 12 januari 2009, u == Tentamen Analyse == Maandag januari 009, 400-700u Schrijf op ieder vel je naam en studentnummer, de naam van de docent (S Hille of O van Gaans) en je studierichting Elk antwoord dient gemotiveerd te

Nadere informatie

== Uitwerkingen Tentamen Analyse 1, WI1600 == Maandag 10 januari 2011, u

== Uitwerkingen Tentamen Analyse 1, WI1600 == Maandag 10 januari 2011, u == en Tentamen Analyse, WI6 == Maandag januari, 4.-7.u Technische Universiteit Delft, Faculteit EWI. Gegeven is de functie + e + e arctan,, f = +, >. a Beargumenteer dat f continu is op R. b Bepaal de

Nadere informatie

Lineaire algebra 1 najaar Complexe getallen

Lineaire algebra 1 najaar Complexe getallen Lineaire algebra 1 najaar 2008 Complexe getallen Iedereen weet, dat kwadraten van getallen positieve getallen zijn. Dat is vaak erg praktisch, we weten bijvoorbeeld dat de functie f(x) := x 2 + 1 steeds

Nadere informatie

Examenvragen Hogere Wiskunde I

Examenvragen Hogere Wiskunde I 1 Examenvragen Hogere Wiskunde I Vraag 1. Zij a R willekeurig. Gegeven is dat voor alle r, s Q geldt dat a r+s = a r a s. Bewijs dat voor alle x, y R geldt dat a x+y = a x a y. Vraag 2. Gegeven 2 functies

Nadere informatie

K.0 Voorkennis. Herhaling rekenregels voor differentiëren:

K.0 Voorkennis. Herhaling rekenregels voor differentiëren: K.0 Voorkennis Herhaling rekenregels voor differentiëren: f ( ) a f '( ) 0 n f ( ) a f '( ) na n f ( ) c g( ) f '( ) c g'( ) f ( ) g( ) h( ) f '( ) g'( ) h'( ) ( som regel) p( ) f ( ) g( ) p'( ) f '( )

Nadere informatie

Hoofdstuk 3 : Determinanten

Hoofdstuk 3 : Determinanten (A5D) Hoofdstuk 3 : Determinanten Les : Determinanten Definitie 3. De determinant van de [2 x 2]-matrix A = ( a c det(a) = ad bc. b ) is een getal met waarde d a b Notatie : det(a) = = ad bc c d Voorbeeld

Nadere informatie

Kies voor i een willekeurige index tussen 1 en r. Neem het inproduct van v i met de relatie. We krijgen

Kies voor i een willekeurige index tussen 1 en r. Neem het inproduct van v i met de relatie. We krijgen Hoofdstuk 95 Orthogonaliteit 95. Orthonormale basis Definitie 95.. Een r-tal niet-triviale vectoren v,..., v r R n heet een orthogonaal stelsel als v i v j = 0 voor elk paar i, j met i j. Het stelsel heet

Nadere informatie

10.0 Voorkennis. Herhaling van rekenregels voor machten: a als a a 1 0[5] [6] Voorbeeld 1: Schrijf als macht van a:

10.0 Voorkennis. Herhaling van rekenregels voor machten: a als a a 1 0[5] [6] Voorbeeld 1: Schrijf als macht van a: 10.0 Voorkennis Herhaling van rekenregels voor machten: p p q pq a pq a a a [1] a [2] q a q p pq p p p a a [3] ( ab) a b [4] Voorbeeld 1: Schrijf als macht van a: 1 8 : a a : a a a a 3 8 3 83 5 Voorbeeld

Nadere informatie

Matrices en Stelsel Lineaire Vergelijkingen

Matrices en Stelsel Lineaire Vergelijkingen Complexe Getallen Wat is de modulus van een complex getal? Hoe deel je twee complexe getallen? Wat is de geconjugeerde van een complex getal? Hoe kan je z z ook schrijven? Wat is de vergelijking van een

Nadere informatie

Aanvulling basiscursus wiskunde. A.C.M. Ran

Aanvulling basiscursus wiskunde. A.C.M. Ran Aanvulling basiscursus wiskunde A.C.M. Ran 1 In dit dictaat worden twee onderwerpen behandeld die niet in het boek voor de basiscursus (Basisboek wiskunde van Jan van de Craats en Rob Bosch staan. Die

Nadere informatie

Complexe getallen. 5.1 Constructie van de complexe getallen

Complexe getallen. 5.1 Constructie van de complexe getallen Les 5 Complexe getallen Iedereen weet, dat kwadraten van getallen positieve getallen zijn. Dat is vaak erg praktisch, we weten bijvoorbeeld dat de functie f(x) := x 2 +1 steeds positief is en in het bijzonder

Nadere informatie

10.0 Voorkennis. cos( ) = -cos( ) = -½ 3. [cos is x-coördinaat] sin( ) = -sin( ) = -½ 3. [sin is y-coördinaat] Willem-Jan van der Zanden

10.0 Voorkennis. cos( ) = -cos( ) = -½ 3. [cos is x-coördinaat] sin( ) = -sin( ) = -½ 3. [sin is y-coördinaat] Willem-Jan van der Zanden 10.0 Voorkennis 5 1 6 6 cos( ) = -cos( ) = -½ 3 [cos is x-coördinaat] 5 1 3 3 sin( ) = -sin( ) = -½ 3 [sin is y-coördinaat] 1 Voorbeeld 1: Getekend is de lijn k: y = ½x 1. De richtingshoek α van de lijn

Nadere informatie

K.1 De substitutiemethode [1]

K.1 De substitutiemethode [1] K. De substitutiemethode [] Voorbeeld : Differentieer de functie f() = ( + ) 5 Voor het differentiëren van deze functie gebruik je de kettingregel: Stap : Schrijf de functie f() als volgt: y = u 5 met

Nadere informatie

Tentamen Calculus 2 25 januari 2010, 9:00-12:00 uur

Tentamen Calculus 2 25 januari 2010, 9:00-12:00 uur Tentamen Calculus 5 januari 00, 9:00 -:00 uur Je mag geen rekenapparaat gebruiken. De opgaven t.e.m. 6 tellen allemaal even zwaar. Vermeld op elk papier dat je inlevert je naam en je studentnummer. Geef

Nadere informatie

Tentamen WISN101 Wiskundige Technieken 1 Ma 7 nov :30 16:30

Tentamen WISN101 Wiskundige Technieken 1 Ma 7 nov :30 16:30 Tentamen WISN11 Wiskundige Technieken 1 Ma 7 nov 16 13:3 16:3 Normering voor 4 pt vragen (andere vragen naar rato): 4pt Goed begrepen en goed uitgevoerd met voldoende toelichting, eventueel enkele onbelangrijke

Nadere informatie

Stelsels Vergelijkingen

Stelsels Vergelijkingen Hoofdstuk 5 Stelsels Vergelijkingen Eén van de motiverende toepassingen van de lineaire algebra is het bepalen van oplossingen van stelsels lineaire vergelijkingen. De belangrijkste techniek bestaat uit

Nadere informatie

5.1 Constructie van de complexe getallen

5.1 Constructie van de complexe getallen Les 5 Complexe getallen Iedereen weet, dat kwadraten van getallen positieve getallen zijn. Dat is vaak erg praktisch, we weten bijvoorbeeld dat de functie f(x) := x 2 +1 steeds positief is en in het bijzonder

Nadere informatie

V.2 Limieten van functies

V.2 Limieten van functies V.2 Limieten van functies Beschouw een deelverzameling D R, een functie f: D R en zij c R. We willen het gedrag van f in de buurt van c bestuderen. De functiewaarde in c is daarvoor niet belangrijk, de

Nadere informatie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Uitwerking Tentamen Calculus, 2DM10, maandag 22 januari 2007

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica. Uitwerking Tentamen Calculus, 2DM10, maandag 22 januari 2007 TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Uitwerking Tentamen Calculus, DM, maandag januari 7. (a) Gevraagd is het polynoom f() + f () (x ) + f (x ). Een eenvoudige rekenpartij

Nadere informatie

Hertentamen WISN102 Wiskundige Technieken 2 Di 17 april 13:30 16:30

Hertentamen WISN102 Wiskundige Technieken 2 Di 17 april 13:30 16:30 Hertentamen WIN12 Wiskundige Technieken 2 Di 17 april 13:3 16:3 Normering voor 4 pt vragen (andere vragen naar rato): 4pt Goed begrepen en goed uitgevoerd met voldoende toelichting, eventueel enkele onbelangrijke

Nadere informatie

Lineaire Algebra voor ST

Lineaire Algebra voor ST Lineaire Algebra voor ST docent: Judith Keijsper TUE, HG 9.31 email: J.C.M.Keijsper@tue.nl studiewijzer: http://www.win.tue.nl/wsk/onderwijs/2ds06 Technische Universiteit Eindhoven college 2 J.Keijsper

Nadere informatie

Opgaven bij de cursus Relativiteitstheorie wiskunde voorkennis Najaar 2018 Docent: Dr. H. (Harm) van der Lek

Opgaven bij de cursus Relativiteitstheorie wiskunde voorkennis Najaar 2018 Docent: Dr. H. (Harm) van der Lek Opgaven bij de cursus Relativiteitstheorie wiskunde voorkennis Najaar 2018 Docent: Dr. H. (Harm) van der Lek Uitwerkingen worden beschikbaar gesteld op de dinsdagavond voorafgaande aan het volgende college

Nadere informatie

11.0 Voorkennis V

11.0 Voorkennis V 11.0 Voorkennis V 8 6 4 3 6 3 0 5 W 8 1 1 12 2 1 16 4 3 20 5 4 V is een 2 x 4 matrix. W is een 4 x 3 matrix. Deze twee matrices kunnen met elkaar vermenigvuldigd worden. Want het aantal kolommen van matrix

Nadere informatie

Gaap, ja, nog een keer. In één variabele hebben we deze formule nu al een paar keer gezien:

Gaap, ja, nog een keer. In één variabele hebben we deze formule nu al een paar keer gezien: Van de opgaven met een letter en dus zonder nummer staat het antwoord achterin. De vragen met een nummer behoren tot het huiswerk. Spieken achterin helpt je niets in het beter snappen... 1 Stelling van

Nadere informatie

20 OKTOBER y 2 xy 2 = 0. x y = x 2 ± 1 2. x2 + 8,

20 OKTOBER y 2 xy 2 = 0. x y = x 2 ± 1 2. x2 + 8, UITWERKINGEN TENTAMEN DIFFERENTIËREN EN INTEGREREN 20 OKTOBER 2008. a) f(x) < is equivalt aan < f(x)

Nadere informatie

UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica

UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Uitwerking Proeftentamen 3 Functies van één veranderlijke (15126 De uitwerkingen van de opgaven dienen duidelijk geformuleerd en overzichtelijk

Nadere informatie

OEFENOPGAVEN BIJ HET TENTAMEN ANALYSE 1 (COLLEGE NAJAAR 2006). (z + 2i) 4 = 16. y 4y + 5y = 0 y(0) = 1, y (0) = 2. { 1 + xc 1 voor x > 0.

OEFENOPGAVEN BIJ HET TENTAMEN ANALYSE 1 (COLLEGE NAJAAR 2006). (z + 2i) 4 = 16. y 4y + 5y = 0 y(0) = 1, y (0) = 2. { 1 + xc 1 voor x > 0. OEFENOPGAVEN BIJ HET TENTAMEN ANALYSE (COLLEGE NAJAAR 6).. Bepaal alle oplossingen van de vergelijking (z + i) 4 = 6 in het complee vlak. a. Schrijf het getal i in poolcoördinaten. b. Bereken de rechthoekige

Nadere informatie

8.1 Rekenen met complexe getallen [1]

8.1 Rekenen met complexe getallen [1] 8.1 Rekenen met complexe getallen [1] Natuurlijke getallen: Dit zijn alle positieve gehele getallen en nul. 0, 1, 2, 3, 4, 5, 6,... Het symbool voor de natuurlijke getallen is Gehele getallen: Dit zijn

Nadere informatie

(2) Bepaal de absolute waarde van (1 + i) 10 + ( x x 1 = 1. (4) Bepaal lim

(2) Bepaal de absolute waarde van (1 + i) 10 + ( x x 1 = 1. (4) Bepaal lim Tentamen Calculus I, 4 februari 009, 9:00 :00. Schrijf op elk in te leveren blad je naam, en op het eerste blad het aantal ingeleverde bladen. Alle (negen) opgaven tellen even zwaar. Het gebruik van boek(en),

Nadere informatie

Tentamen Functies en Reeksen

Tentamen Functies en Reeksen Tentamen Functies en Reeksen 6 november 204, 3:30 6:30 uur Schrijf op ieder vel je naam en bovendien op het eerste vel je studentnummer, de naam van je practicumleider (Arjen Baarsma, KaYin Leung, Roy

Nadere informatie

In dit college bekijken we een aantal technieken om integralen te bepalen van trigonometrische functies en van rationale functies.

In dit college bekijken we een aantal technieken om integralen te bepalen van trigonometrische functies en van rationale functies. 03 college 5: meer technieken In dit college bekijken we een aantal technieken om integralen te bepalen van trigonometrische functies en van rationale functies. Opmerking over de notatie. Net als in het

Nadere informatie

Overzicht Fourier-theorie

Overzicht Fourier-theorie B Overzicht Fourier-theorie In dit hoofdstuk geven we een overzicht van de belangrijkste resultaten van de Fourier-theorie. Dit kan als steun dienen ter voorbereiding op het tentamen. Fourier-reeksen van

Nadere informatie

Lineaire Algebra voor W 2Y650

Lineaire Algebra voor W 2Y650 Lineaire Algebra voor W 2Y65 Docent: L Habets HG 89, Tel: 4-247423, Email: lcgjmhabets@tuenl http://wwwwintuenl/wsk/onderwijs/2y65 1 Herhaling: bepaling van eigenwaarden en eigenvectoren (1) Bepaal het

Nadere informatie

Uitwerkingen Lineaire Algebra I (wiskundigen) 22 januari, 2015

Uitwerkingen Lineaire Algebra I (wiskundigen) 22 januari, 2015 Uitwerkingen Lineaire Algebra I (wiskundigen) januari, 5 In deze uitwerkingen is hier en daar een berekening weggelaten (bijvoorbeeld het bepalen van de kern van een matrix) die uiteraard op het tentamen

Nadere informatie

(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a

(g 0 en n een heel getal) Voor het rekenen met machten geldt ook - (p q) a = p a q a Samenvatting wiskunde h4 hoofdstuk 3 en 6, h5 hoofdstuk 4 en 6 Hoofdstuk 3 Voorkennis Bij het rekenen met machten gelden de volgende rekenregels: - Bij een vermenigvuldiging van twee machten met hetzelfde

Nadere informatie

Geef niet alleen antwoorden, maar bewijs al je beweringen.

Geef niet alleen antwoorden, maar bewijs al je beweringen. Tentamen Lineaire Algebra donderdag 29 januari 205, 9.00-2.00 uur Het is niet toegestaan telefoons, computers, grafische rekenmachines (wel een gewone), dictaten, boeken of aantekeningen te gebruiken.

Nadere informatie

UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica

UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica UNIVERSITEIT TWENTE Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica Uitwerking tentamen Functies van één veranderlijke (5260) op donderdag 25 oktober 2007, 9.00 2.00 uur. De uitwerkingen van de opgaven

Nadere informatie

6. Lineaire operatoren

6. Lineaire operatoren 6. Lineaire operatoren Dit hoofdstukje is een generalisatie van hoofdstuk 2. De meeste dingen die we in hoofdstuk 2 met de R n deden, gaan we nu uitbreiden tot andere lineaire ruimten Definitie. Een lineaire

Nadere informatie

Les 1 Kwadraat afsplitsen en Verzamelingen

Les 1 Kwadraat afsplitsen en Verzamelingen Vwo 5 / Havo 4 Wis D Hoofdstuk 8 : Complexe getallen Pagina van Les Kwadraat afsplitsen en Verzamelingen Definities Verzamelingen Er zijn verschillende verzamelingen N = Natuurlijke getallen =,2,,.. Z

Nadere informatie

Inhoud college 4 Basiswiskunde. 2.6 Hogere afgeleiden 2.8 Middelwaardestelling 2.9 Impliciet differentiëren 4.9 Linearisatie

Inhoud college 4 Basiswiskunde. 2.6 Hogere afgeleiden 2.8 Middelwaardestelling 2.9 Impliciet differentiëren 4.9 Linearisatie Inhoud college 4 Basiswiskunde 2.6 Hogere afgeleiden 2.8 Middelwaardestelling 2.9 Impliciet differentiëren 4.9 Linearisatie 2 Basiswiskunde_College_4.nb 2.6 Hogere afgeleiden De afgeleide f beschrijft

Nadere informatie

Inhoud college 6 Basiswiskunde

Inhoud college 6 Basiswiskunde Inhoud college 6 Basiswiskunde 4.0 Taylorpolynomen (slot) Zie college 5: Vanaf 4.0 Voorbeeld 4 3. Inverse functies 3.2 Exponentiële en logaritmische functies 3.3 De natuurlijke logaritme en de exponentiële

Nadere informatie

TW2040: Complexe Functietheorie

TW2040: Complexe Functietheorie TW2040: Complexe Functietheorie week 4.1, donderdag K. P. Hart Faculteit EWI TU Delft Delft, 21 april, 2016 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie 1 / 32 Outline 1 K. P. Hart TW2040: Complexe Functietheorie

Nadere informatie

Dit is in feite de ongelijkheid van Cauchy Schwarz voor het standaardinproduct in R s van de vectoren

Dit is in feite de ongelijkheid van Cauchy Schwarz voor het standaardinproduct in R s van de vectoren Dit is in feite de ongelijkheid van Cauchy Schwarz voor het standaardinproduct in R s van de vectoren a = (a 1,..., a s ) en b = (b 1,..., b s ). Toepassing van deze Cauchy Schwarz-ongelijkheid levert

Nadere informatie

Infi A oefententamen ψ

Infi A oefententamen ψ Infi A oefententamen ψ Aanwijzingen Motiveer alle antwoorden. Werk rustig, netjes en duidelijk. Zorg dat je uitwerking maar één interpretatie toelaat. Alle informatie op dit opgavenblad mag bij alle (deel)opgaven

Nadere informatie

Tentamen lineaire algebra voor BWI maandag 15 december 2008, uur.

Tentamen lineaire algebra voor BWI maandag 15 december 2008, uur. Vrije Universiteit Amsterdam Faculteit der Exacte Wetenschappen Afdeling Wiskunde Tentamen lineaire algebra voor BWI maandag 5 december 8, 5.5-8. uur. ELK ANTWOORD DIENT TE WORDEN BEARGUMENTEERD. Er mogen

Nadere informatie

Inleiding Analyse 2009

Inleiding Analyse 2009 Inleiding Analyse 2009 Inleveropgaven A). Stel f(, y) = In (0, 0) is f niet gedefinieerd. We bestuderen y2 2 + y 4. lim f(, y). (,y) (0,0) 1. Bepaal de waarde van f(, y) op een willekeurige rechte lijn

Nadere informatie

1. Orthogonale Hyperbolen

1. Orthogonale Hyperbolen . Orthogonale Hyperbolen a + b In dit hoofdstuk wordt de grafiek van functies van de vorm y besproken. Functies c + d van deze vorm noemen we gebroken lineaire functies. De grafieken van dit soort functies

Nadere informatie

Tentamen Wiskundige Technieken 1 Ma 6 nov 2017 Uitwerkingen

Tentamen Wiskundige Technieken 1 Ma 6 nov 2017 Uitwerkingen Tentamen Wiskundige Technieken Ma 6 nov 207 Uitwerkingen Normering voor 4 pt vragen (andere vragen naar rato): 4pt Goed begrepen en goed uitgevoerd met voldoende toelichting, eventueel enkele onbelangrijke

Nadere informatie

Tentamen Lineaire Algebra 1 (Wiskundigen)

Tentamen Lineaire Algebra 1 (Wiskundigen) Tentamen Lineaire Algebra Wiskundigen Donderdag, 23 januari 24,.-3. Geen rekenmachines. Motiveer elk antwoord.. Voor alle reële getallen a definiëren we de matrix C a als a C a = a 2. a Verder definiëren

Nadere informatie

Mathematical Modelling

Mathematical Modelling 1 / 95 Mathematical Modelling Ruud van Damme Creation date: 21-08-08 Last adapt: 30-08-09 2 / 95 Overzicht 1 Inleiding 2 Complexe getallen: rekenen 3 Complexe getallen: iets meer dan rekenen alleen 3 /

Nadere informatie

Wiskunde 2 voor kunstmatige intelligentie (BKI 316) Bernd Souvignier

Wiskunde 2 voor kunstmatige intelligentie (BKI 316) Bernd Souvignier Wiskunde 2 voor kunstmatige intelligentie (BKI 316) Bernd Souvignier najaar 2004 Deel I Voortgezette Analyse Les 1 Complexe getallen Iedereen weet, dat kwadraten van getallen positieve getallen zijn. Dat

Nadere informatie

6.0 Differentiëren Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid.

6.0 Differentiëren Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid. 6.0 Differentiëren Met het differentiequotiënt bereken je de gemiddelde verandering per tijdseenheid. f(x) = x x Differentiequotiënt van f(x) op [0, 3] = y f (3) f (0) 60 x 30 30 y x 1 Algemeen: Het differentiequotiënt

Nadere informatie

Tentamen lineaire algebra 2 18 januari 2019, 10:00 13:00 Uitwerkingen (schets)

Tentamen lineaire algebra 2 18 januari 2019, 10:00 13:00 Uitwerkingen (schets) Tentamen lineaire algebra 8 januari 9, : : Uitwerkingen (schets) Opgave. ( + punten) Gegeven is de matrix ( ) A =. (a) Bepaal een diagonaliseerbare matrix D en een nilpotente matrix N zodanig dat A = N

Nadere informatie

WI1808TH1/CiTG - Lineaire algebra deel 1

WI1808TH1/CiTG - Lineaire algebra deel 1 WI1808TH1/CiTG - Lineaire algebra deel 1 College 10 13 oktober 2016 1 Samenvatting Hoofdstuk 4.1 Een constante λ is een eigenwaarde van een n n matrix A als er een niet-nul vector x bestaat, zodat Ax =

Nadere informatie

Examen G0O17D Wiskunde II (6sp) maandag 10 juni 2013, 8:30-12:30 uur

Examen G0O17D Wiskunde II (6sp) maandag 10 juni 2013, 8:30-12:30 uur Examen GO7D Wiskunde II (6sp maandag juni 3, 8:3-:3 uur Bachelor Biochemie & Biotechnologie Bachelor hemie, Bachelor Geologie Schakelprogramma Master Biochemie & Biotechnologie en Schakelprogramma Master

Nadere informatie

Aanvullingen bij Hoofdstuk 8

Aanvullingen bij Hoofdstuk 8 Aanvullingen bij Hoofdstuk 8 8.5 Definities voor matrices De begrippen eigenwaarde eigenvector eigenruimte karakteristieke veelterm en diagonaliseerbaar worden ook gebruikt voor vierkante matrices los

Nadere informatie

FORMULARIUM. www.basiswiskunde.be. Inhoudsopgave. 1 Algebra 2. 2 Lineaire algebra 4. 3 Vlakke meetkunde 5. 4 Goniometrie 7. 5 Ruimtemeetkunde 10

FORMULARIUM. www.basiswiskunde.be. Inhoudsopgave. 1 Algebra 2. 2 Lineaire algebra 4. 3 Vlakke meetkunde 5. 4 Goniometrie 7. 5 Ruimtemeetkunde 10 FORMULARIUM wwwbasiswiskundebe Inhoudsopgave Algebra 2 2 Lineaire algebra 4 3 Vlakke meetkunde 5 4 Goniometrie 7 5 Ruimtemeetkunde 0 6 Reële functies 2 7 Analyse 3 8 Logica en verzamelingen 6 9 Kansrekening

Nadere informatie

Lineaire Algebra voor ST

Lineaire Algebra voor ST Lineaire Algebra voor ST docent: Judith Keijsper TUE, HG 9.31 email: J.C.M.Keijsper@tue.nl studiewijzer: http://www.win.tue.nl/wsk/onderwijs/2ds06 Technische Universiteit Eindhoven college 3 J.Keijsper

Nadere informatie

e x x 2 cos 2 (sin t) cos(t) dt

e x x 2 cos 2 (sin t) cos(t) dt Radboud Universiteit Nijmegen Tentamen Calculus NWI-NP3B 5 november, 8.3.3 Het gebruik van een rekenmachine, telefoon en boeken) is niet toegestaan. Geef precieze argumenten en antwoorden. Maak uw redenering

Nadere informatie

Hoofdstuk 9. Vectorruimten. 9.1 Scalairen

Hoofdstuk 9. Vectorruimten. 9.1 Scalairen Hoofdstuk 9 Vectorruimten 9.1 Scalairen In de lineaire algebra tot nu toe, hebben we steeds met reële getallen als coëfficienten gewerkt. Niets houdt ons tegen om ook matrices, lineaire vergelijkingen

Nadere informatie

Ter Leering ende Vermaeck

Ter Leering ende Vermaeck Ter Leering ende Vermaeck 15 december 2011 1 Caleidoscoop 1. Geef een relatie op Z die niet reflexief of symmetrisch is, maar wel transitief. 2. Geef een relatie op Z die niet symmetrisch is, maar wel

Nadere informatie

Examen G0O17E Wiskunde II (3sp) maandag 10 juni 2013, 8:30-11:30 uur. Bachelor Geografie en Bachelor Informatica

Examen G0O17E Wiskunde II (3sp) maandag 10 juni 2013, 8:30-11:30 uur. Bachelor Geografie en Bachelor Informatica Examen GO7E Wiskunde II (3sp maandag juni 3, 8:3-:3 uur Bachelor Geografie en Bachelor Informatica Auditorium De Molen: A D Auditorium MTM3: E-Se Auditorium MTM39: Sh-Z Naam: Studierichting: Naam assistent:

Nadere informatie

I.3 Functies. I.3.2 Voorbeeld. De afbeeldingen f: R R, x x 2 en g: R R, x x 2 zijn dus gelijk, ook al zijn ze gegeven door verschillende formules.

I.3 Functies. I.3.2 Voorbeeld. De afbeeldingen f: R R, x x 2 en g: R R, x x 2 zijn dus gelijk, ook al zijn ze gegeven door verschillende formules. I.3 Functies Iedereen is ongetwijfeld in veel situaties het begrip functie tegengekomen; vaak als een voorschrift dat aan elk getal een ander getal toevoegt, bijvoorbeeld de functie fx = x die aan elk

Nadere informatie

Praktische opdracht Wiskunde B Complexe Getallen

Praktische opdracht Wiskunde B Complexe Getallen Praktische opdracht Wiskunde B Complexe Get Praktische-opdracht door een scholier 1750 woorden 12 mei 2003 5,2 86 keer beoordeeld Vak Wiskunde B Inleiding Deze praktische opdracht wiskunde heeft als onderwerp:

Nadere informatie

Bestaat er dan toch een wortel uit 1?

Bestaat er dan toch een wortel uit 1? Bestaat er dan toch een wortel uit 1? Complexe getallen en complexe functies Jan van de Craats Universiteit van Amsterdam, Open Universiteit CWI Vacantiecursus 2007 Wat zijn complexe getallen? Wat zijn

Nadere informatie

Technische Universiteit Delft Tentamen Calculus TI1106M - Uitwerkingen. 2. Geef berekeningen en beargumenteer je antwoorden.

Technische Universiteit Delft Tentamen Calculus TI1106M - Uitwerkingen. 2. Geef berekeningen en beargumenteer je antwoorden. Technische Universiteit elft Tentamen Calculus TI06M - Uitwerkingen Opmerkingen:. Het gebruik van de rekenmachine is NIET toegestaan.. Geef berekeningen en beargumenteer je antwoorden. 3. Bij iedere vraag

Nadere informatie

Supplement Wiskunde 2017/2018. Inhoudsopgave

Supplement Wiskunde 2017/2018. Inhoudsopgave Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Missende stof in de verslagen... 2 Hoofdstuk 2: Overbodige stof in de verslagen... 7 Hoofdstuk 3: Fouten in de verslagen... 8 Tentamen halen? www.rekenmaarverslagen.nl 1 Hoofdstuk

Nadere informatie