rt lzz 92. Evaluatie Sociaal Team Oegstgeest GEMEENTE OEGSTGEEST 3 0 tl0v xzooadb2aild* Z-t6-t5486 / rt988 r4o7r Datum B.J.M.
|
|
- Irma de Meyer
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 r illlt ililil ililt ililt ilfl il] ilil tiltil ilt tilt tilil ilt ilt xzooadb2aild* GEMEENTE OEGSTGEEST rt lzz Aan: Gemeenteraad Oegstgeest Datum Verzonden Ons kenmerk Contactpersoon Telefoonnummer z9 november zot6 3 0 tl0v Z-t6-t5486 / rt988 B.J.M. Kock r4o7r Onderwerp : Raadsinformatiebrief zo16 / week 48 Geachte heer/mewouw, Bijgaand informeren wij u over de volgende onderwerpen: 92. Evaluatie Sociaal Team Oegstgeest Mocht u nog nadere wagen hebben, dan kunt u contact opnemen met de genoemde portefeuillehouder. Hoogachtend, burgemeester en wethouders van H.A. secretaris E.R. Jaensch burgemeester Gemeentehuis Rhijngeesterstraatweg 13 Postbus BG Oegstgeest Telefoon 14 07'J,. info@oegstgeest.nl wìà/w oegstgeest. nl
2 Nummer zor.6 / ogz Onderwerp Portefeuillehouder Bijzonderheden Bijlagen Evaluatie Sociaal Team Oegstgeest M.A. den Boer Evaluatierapport I&O rapportage Oegstgeest I&O rapportage vergelijking Leidse gemeenten In de monitor 3D is afgesproken dat in zor5 en zo16 elk half jaar een evaluatie zal worden gehouden. Bijgaand bieden wij u de derde evaluatie van het Sociaal Team Oegstgeest aan. In deze evaluatie zijn 4 onderdelen opgenomen, te weten: de zelfevaluatie, de resultaten van de netwerkbijeenkomst met samenwerkingspartners, de korte evaluatie met het Jeugd- en Gezinsteam en een samenvatting van het verplichte cliëntervaringsonderzoek Wmo. Het cliëntervaringsonderzoek Wmo is uitgevoerd door I&O research in samenwerking met de Leidse regio. Bijgaand treft u, naast het evaluatierapport, zowel een I&O rapportage Oegstgeest als een I&O rapportage waarin de vergelijking met de Leidse gemeenten wordt gemaakt. De uitkomsten worden betrokken bij het onderzoek naar de eigen bijdrage. c lc
3 Evaluatie Sociaal Team Oegstgeest Eerste half jaar
4 2
5 Inhoudsopgave 1 Inleiding Het Sociaal Team Oegstgeest De samenstelling Wat doen ze? Een zelforganiserend netwerkteam Zelfevaluatie Sociaal Team: wat gaat goed, wat kan beter? De onderlinge samenwerking Communicatie/bekendheid van het Sociaal Team Samenwerking met partners Methodisch werken Verbinding met de samenleving De netwerkbijeenkomst: wat vinden partners goed gaan en wat kan beter? Samenwerking met het Jeugd en Gezinsteam Het Sociaal Team en de klanten De aantallen Clientervaringsonderzoek I&O Conclusie
6 1 Inleiding Het Sociaal Team Oegstgeest is ten tijde van het opstellen van deze evaluatie anderhalf jaar operationeel. De afspraak met de raad is dat in 2015 en 2016 elk half jaar een evaluatie wordt gehouden zodat de ontwikkelingen goed kunnen worden gemonitord. Deze evaluatie is de derde van de reeks. Er volgt in het voorjaar van 2017 nog één evaluatie over de tweede helft van Daarna zal het college een nieuw voorstel doen over de frequentie van evalueren. Voor deze evaluatie is een aantal activiteiten uitgevoerd: - zelfevaluatie van het Sociaal Team Oegstgeest - evaluatie met het Jeugd en Gezinsteam - bijeenkomst met netwerkpartners Onderdeel van de vorige twee evaluaties was een klantonderzoek uitgevoerd door Brennink & Schneider. Vanaf 2016 is het echter verplicht om een cliëntervaringsonderzoek uit te voeren conform de richtlijnen van het ministerie van VWS. Daarom is het onderzoek door Brennink % Schneider niet meer herhaald. Voor de uitvoering is samengewerkt met de Leidse regio. I&O research heeft het onderzoek uitgevoerd. Het rapport is als bijlage bijgevoegd. In deze evaluatie worden de resultaten kort aangehaald. Leeswijzer In hoofdstuk 2 staat kort beschreven wie er in het Sociaal Team deelnemen en wat zij doen. De hoofdstukken 3, 4 en 5 gaan respectievelijk over de zelfevaluatie, de netwerkbijeenkomst met partners en de evaluatie met het Jeugd- en Gezinsteam. Hoofdstuk 6 bevat een samenvatting van het cliëntervaringsonderzoek terwijl hoofdstuk 7 de conclusie betreft. 4
7 2 Het Sociaal Team Oegstgeest 2.1 De samenstelling In het Sociaal Team Oegstgeest werken de volgende partners samen: Radius welzijn/ouderenadviseurs Kwadraad maatschappelijk werk MEE cliëntondersteuning/verstandelijk beperkten/ggz Marente wijkverpleging en casemanagement dementie ActiVite wijkverpleging Gemeente Oegstgeest Wmo consulenten 2.2 Wat doen ze? Het Sociaal Team Oegstgeest biedt toeleiding tot Wmo voorzieningen en biedt kortdurende ondersteuning, onder andere door maatschappelijk werk. Samengewerkt wordt met een breed spectrum van partners waaronder de professionals die bij de gecontracteerde zorgaanbieders werken, het Jeugd- en Gezinsteam, praktijkondersteuners van de huisartsen, Sociale zaken (participatiewet), schuldhulpverlening, het Zorgnetwerk en uiteraard tal van vrijwilligersorganisaties en kerken voor wat betreft het bieden van informele zorg en welzijn. Het Sociaal Team heeft een belangrijke taak in het tijdig signaleren en ondersteuning bieden aan inwoners om zo te zorgen dat er minder beroep hoeft te worden gedaan op zwaardere zorg. Mantelzorgers zijn daarin ook een belangrijke doelgroep. De opdracht aan het team is als volgt: - Optimaal inzetten op de eigen kracht voor de inwoners van Oegstgeest - Inwoners attent maken op de mogelijkheden van algemene voorzieningen - Informatie en advies geven en verhelderen van de vraag en het samen met de klant, indien het gaat om complexere problematiek, opstellen van een ondersteuningsplan - bieden van kortdurende ondersteuning - Vroegtijdig en outreachend in contact komen met inwoners en signaleren van mogelijke ondersteuningsbehoeften - Daar waar noodzakelijk toegang bieden tot maatwerkvoorzieningen - Voorkomen van escalaties door tijdig ondersteuning/zorg op te schalen - Regie voeren of laten voeren: één gezin/huishouden één plan één regisseur - Nazorg bieden, tijdig op- en afschalen - Signaleren van leemten in het aanbod 2.3 Een zelforganiserend netwerkteam Het Sociaal Team Oegstgeest is een netwerkteam. Daarbij is gekozen om niet vanuit één locatie te werken maar als een netwerk samen te werken. Drie maal per maand wordt overleg gevoerd waarbij onder andere kennisuitwisseling, casuïstiek en intervisie aan de orde komen. De organisaties die in het team vertegenwoordigd zijn vormen een 5
8 stuurgroep, die verantwoordelijk is voor het samen verkennen van de hoofdrichting van het Sociaal Team. Een samenwerkingsovereenkomst biedt hiervoor de kaders. Daarnaast zorgt de moederorganisatie er voor dat de kennis van de professional die in het Sociaal Team werkzaam deelneemt up-to-date blijft en men zich verder kan blijven ontwikkelen op haar/zijn vakgebied. De band met de moederorganisatie is ook belangrijk waar het gaat om het ophalen van kennis en/of vinden van oplossingen bij complexe vragen. Sinds 1 juli 2016 heeft het Sociaal Team geen coach meer en functioneert het team zelfstandig. De afbouw van de ondersteuning door een coach was voorzien maar het Sociaal Team heeft zelf het tempo van afbouw en het moment van stoppen van de coaching bepaald. De coaching is naar tevredenheid verlopen en heeft het team veel gebracht. 6
9 3 Zelfevaluatie Sociaal Team: wat gaat goed, wat kan beter? In het kader van deze evaluatie heeft het Sociaal Team een zelfevaluatie uitgevoerd. De hoofdvraag was: wat gaat goed? Wat kan beter? Deze hoofdvraag is gesteld met betrekking tot vijf onderwerpen te weten: (1) de onderlinge samenwerking; (2) communicatie/bekendheid van het Sociaal Team; (3) samenwerking met partners; (4) methodisch werken en (5) verbinding met de samenleving; 3.1 De onderlinge samenwerking De teamleden zijn erg tevreden over de onderlinge samenwerking. De sfeer is goed, iedereen neemt verantwoordelijkheid, men helpt elkaar en men ervaart gelijkwaardigheid in de samenwerking. Ook vullen de teamleden elkaar aan en vindt men elkaar snel (korte lijnen) als dat nodig is. Ook is er een grote bereidheid en openheid om van elkaar te leren en om zo het functioneren van het hele team te verbeteren. De frequentie van teamoverleg ( 3 x per maand) vinden de meeste goed en ook nuttig. Toch is er ook een tegengeluid dat de frequentie in 2017 wellicht omlaag kan. De agenda wordt goed voorbereid en is goed gevuld, er is discipline in het team. Het is prettig om een gezamenlijk registratiesysteem te hebben. Casuïstiekbesprekingen worden hoog gewaardeerd. Men leert van elkaar. Er worden, mede door de verschillende achtergronden van de teamleden, verschillende invalshoeken met elkaar gedeeld en dat genereert betere oplossingsrichtingen. Verbeterpunten zijn er ook. Zo wordt aangegeven dat het registratiesysteem niet toereikend is. Het is traag, het niet erg gebruiksvriendelijk, er is geen koppeling met het GBA, het biedt beperkte mogelijkheden om managementrapportages te genereren en gegevens moeten vaak dubbel ingevuld worden 1. Ook wordt aangegeven dat er meer tijd (formatie) nodig is om in subgroepjes uitwerking te geven aan vraagstukken. Soms kan de terugkoppeling naar de andere teamleden beter. Wellicht kunnen de teamleden nog meer van elkaar leren, bijvoorbeeld ten aanzien van de wijze waarop het gesprek met de klant wordt gevoerd. Intervisie is daarvoor een goede methode. Echter hier komt het Sociaal Team weinig aan toe. Dit heeft ook te maken met het nog niet helemaal eigen zijn van de aanpak van intervisie. Ten aanzien van casuïstiekbesprekingen geven teamleden aan dat soms door een overvolle agenda de casuïstiekbespreking komt te vervallen. Dit is erg jammer want het wordt als zeer waardevol ervaren. Sterker nog, er is behoefte om vaker casuïstiekbespreking op de agenda te zetten want soms vraagt een casus sneller om een oplossing. Dit kan ook voorkomen dat veel tijd en energie in een casus wordt gestoken en achteraf blijkt dat door casuïstiek te bespreken iemand anders een goede oplossing heeft. Ook kan de manier waarop de casus wordt ingebracht soms beter waardoor effectievere bespreking kan plaatsvinden. Eén van de teamleden geeft aan om de ooit gemaakte afspraak weer op te pakken om niet alleen problematische casuïstiek te bespreken maar ook te bespreken wat goed gaat. Ook daar kan je van leren! Actiepunten 1 Er is inmiddels een verkenning gestart voor het aanschaffen van een ander systeem 7
10 aanschaffen nieuw registratiesysteem meer tijd vrijmaken voor casuïstiekbesprekingen 3.2 Communicatie/bekendheid van het Sociaal Team De bereikbaarheid en bekendheid van het Sociaal Team is nu goed op gang gekomen. Steeds meer professionals en inwoners weten het Sociaal Team te vinden met hun vragen. Dit zorgt wel voor meer drukte maar het is de kern van het werk! In het verleden zijn er problemen geweest met de techniek rondom de telefonie. Deze zijn nu opgelost waardoor ook de bereikbaarheid vergroot is. Het telefoonrooster dat onderling gehanteerd wordt werkt goed. Ieder doet zijn/haar dagdeel en zo wordt het werk verdeeld. Ook het aantal contacten via het op de website gepubliceerde contactformulier neemt toe. Daaruit valt af te leiden dat de website steeds beter gevonden wordt. Het Sociaal Team is trots op de website. Wel komt het voor dat mensen die bellen of via het contactformulier hun vraag stellen, eigenlijk ergens anders moeten zijn. Bijvoorbeeld bij Sociale Zaken. Ook gebeurt het regelmatig dat bellers vragen hebben over een Wmo of schuldhulp aanvraag. Wanneer medewerkers van MEE, Radius, Marente, Activite of Kwadraad telefoondienst hebben, moeten zij de beller weer doorverwijzen. Door schakelen kan niet vanwege de wijze waarop e.e.a. technisch is geregeld 2. De website kan verbeterd worden door vaker de actualiteiten te vernieuwen, bijvoorbeeld over activiteiten of cursussen van partners. Ook is blijvend aandacht nodig voor het actueel houden van alle andere inhoud. Er is een gedeelte voor professionals op de site. Dit kan meer gebruikt worden. Ook kan nog meer bekendheid worden gegeven aan de website. Het tot stand laten komen van redactionele stukken in de Oegstgeester Courant over de transformatie en het Sociaal Team (maar ook het Jeugd- en Gezinsteam en Sociale Zaken) verliep moeizaam omdat het moeilijk is om inwoners bereid te krijgen om met foto en verhaal in de krant te staan. Hiermee zijn we gestopt. Actiepunten Meer aandacht voor het actueel houden en het geven van bekendheid van de website 3.3 Samenwerking met partners Voor een effectieve samenwerking is het belangrijk om elkaar te kennen, om elkaars context en afwegingen te kunnen begrijpen, praktische afspraken te hebben en korte lijnen te hebben als actie nodig is. Het Sociaal Team geeft aan dat het met de korte lijnen met partners wel goed zit. Voor een deel van de teamleden geldt dat zij op het gemeentehuis heel nabij de collega s van sociale zaken en schuldhulpverlening werken. Dit maakt het ook voor andere teamleden gemakkelijker om zaken af te stemmen over inkomen, werk en schulden. Ook is het gemakkelijk om na het Sociaal Team overleg even binnen te lopen bij Sociale Zaken of schuldhulpverlening. Met de huisartsen zijn praktische afspraken gemaakt en het blijkt in de praktijk dat de huisartsen steeds 2 Doordat er ook externe partijen zoals Marente, Radius, Activite, MEE en Kwadraad in het team deelnemen, is het niet mogelijk om intern door te verbinden. 8
11 makkelijker contact opnemen, dat men over en weer met weinig uitleg weet wat de bedoeling is 3. Ook verwijzen huisartsen cliënten steeds vaker naar het Sociaal Team. De teamleden geven aan dat zij een meer open houding van de huisartsen naar het team ervaren en dat ook de praktijkondersteuners (POH GGZ) vaker en gemakkelijker contact opnemen. De teamleden ervaren dat de huisartsen vertrouwen hebben in het Sociaal Team. De samenwerking met het Jeugd- en Gezinsteam komt langzaam maar zeker goed op gang. Men kent elkaar beter en men weet elkaar met casuïstiek te vinden. Met het zorgnetwerk is de samenwerking goed. Van oudsher namen een aantal teamleden al deel in het zorgnetwerk. Deze overlap zorgt ervoor dat er een goede aanpak tot stand kan komen. Ook noemt het Sociaal Team dat het fijn is dat dwang en drang door het Zorgnetwerk wordt opgepakt. Verbeterpuntpunten zijn divers. Sociale zaken denkt steeds vaker goed mee over het bieden van (maatwerk)oplossingen. Dit is een groeiproces wat ook in de toekomst aandacht vraagt. Goed overleg over de competenties van cliënten maakt hiervan onderdeel uit. Samenwerken met de huisartsen en praktijkondersteuners (POH) kan nog beter. Men ervaart dat sommige POH-ers nog soms erg vanuit het voor hen bekende handelingskader denken. Wenselijk is om vaker samen naar (nieuwe) gezamenlijke oplossingen te zoeken. Zo leeft de behoefte om de POH-ers uit te nodigen bij casuïstiekbesprekingen zodat een gezamenlijke aanpak beter tot stand kan komen. Ook is er een behoefte om nauwer samen te werken met de huisarts zelf als er zorgen zijn over cliënten. Zoals aangegeven is er overlap in personen met het Zorgnetwerk. Dat bevordert samenwerking. Niettemin wordt geconstateerd dat er toch zaken dubbel worden gedaan of onvoldoende afgestemd zijn. Er heeft tot op heden nog geen gesprek met het Zorgnetwerk plaatsgevonden over wat het betekent dat er nu een Sociaal Team is. Ondanks dat het fijn is dat dwang en drang door het Zorgnetwerk wordt opgepakt is er toch behoefte om meer te integreren. Het Sociaal Team benoemt in dit verband het delen van informatie en of de overdracht verbeteren zodat minder mensen naar hetzelfde overleg hoeven te gaan en de juiste mensen hun input kunnen leveren bij een casus. Met het Jeugd- en Gezinsteam zijn nog stappen te zetten. Het komt voor dat het Sociaal Team een andere professionele opvatting heeft dan het Jeugd- en Gezinsteam. Door de drukte is er onvoldoende tijd genomen om dergelijk situaties goed met elkaar door te spreken. Actiepunten verbeteren afstemming met Sociale zaken uitnodigen POH-ers bij casuistiekbespreking zodat de samenwerking wordt verbeterd onderzoeken betere integratie met het Zorgnetwerk afstemmen professioneel handelen tussen Sociaal Team en Jeugd- en Gezinsteam 3.4 Methodisch werken In het voorjaar van 2016 heeft het Sociaal Team een opleiding gevolgd om met de methode 1 gezin, 1 plan te werken. De opleiding wordt als zeer waardevol ervaren. In de 3 Ook uit gesprek met gemeentelijk gesprekspartner huisarts Groffen blijkt dat naar tevredenheid wordt samengewerkt met het Sociaal Team 9
12 praktijk moet de methode nog handen en voeten krijgen. Belangrijk aandachtspunt daarbij is het aan laten haken van samenwerkingspartners bij de methode. Dit vergt een lange adem. Niet alleen vanwege de grote hoeveelheid aan partijen die betrokken zijn maar ook vanwege het feit dat dit een aanpassing vergt van ieders werkwijze. En het veranderen van routines is een lastige, zeker op zo n grote schaal. In de aanloop naar de oprichting van het Sociaal Team is al eens genoemd dat het goed zou zijn als er een Oegstgeester werkwijze zou ontstaan. De zelfredzaamheidsmatrix wordt gezien als een handig hulpmiddel om in kaart te brengen wat de situatie van een inwoner is. De methode wordt ingezet bij de gesprekken. Dat wil zeggen dat alle levensgebieden aan de orde worden gesteld en dat het teamlid samen met de cliënt de afweging maakt over wat verder uitgediept en opgepakt wordt. Registratie van de bevindingen vindt nog niet altijd plaats. Dit heeft te maken met de beperkte mogelijkheden om de scores te registreren in het registratiesysteem Conclusion. Het toepassen van de zelfredzaamheidsmatrix is echter ook niet altijd nuttig. In sommige casuïstiek voegt de zelfredzaamheidsmatrix niet zoveel toe omdat er sprake is van enkelvoudige vraagstukken. Het zou wenselijk zijn als de scores op de zelfredzaamheidsmatrix goed geregistreerd kunnen worden en vervolgens ook, na overleg met de cliënt, kunnen worden gedeeld met andere organisaties. Dit haakt aan bij de wens van 1 gezin, 1 plan waarin ook het gezamenlijk nastreven van doelen met een gezamenlijke aanpak centraal staat. De Sociale Netwerkstrategie (SNS) wordt ook niet geregistreerd in Conclusion vanwege de beperkte mogelijkheden. Wel wordt in gesprekken de ondersteuning vanuit het netwerk besproken 4. Soms doet het netwerk al heel veel. In andere gevallen is het wel mogelijk om het netwerk voor meer ondersteuning in te schakelen. Dit werkt goed maar de methode zou vaker en breder ingezet kunnen worden. Grotere netwerk- of familiebijeenkomsten worden tot op heden niet georganiseerd. Actiepunten een plan maken voor de implementatie van 1 Gezin, 1 Plan het toepassen van de Zelfredzaamheidsmatrix en de Sociale Netwerkstrategie verder uitbreiden 3.5 Verbinding met de samenleving Verbinding met de samenleving is er wanneer goed wordt samengewerkt met vrijwiligers(organisaties). Een belangrijke voorwaarde is dat het Sociaal Team bekendheid geniet en dat vrijwilligers(organisaties) het Sociaal Team goed kunnen vinden. Het Sociaal Team is van mening dat deze contacten belangrijk zijn omdat zij de ogen en oren in de wijk zijn. Er zijn in de afgelopen anderhalf jaar vele contacten gelegd. De sociale kaart komt steeds beter in beeld en dat leidt ertoe dat het Sociaal Team de cliënt steeds gerichter kan verwijzen naar initiatieven in de wijk, in het dorp. Meer recent zijn er contacten met bijvoorbeeld de Zonnebloem, de bezoekers van de GGZ inloop en hun begeleiders, de kerken, bijeenkomsten van de seniorenraad en 4 niet alleen vanuit mogelijk meer inzet maar ook heel nadrukkelijk vanwege mogelijke overbelasting van mantelzorgers. 10
13 vluchtelingenwerk. Maar versterking van de verbinding met de samenleving is zeker mogelijk. Nog meer contacten leggen, nog beter aangeven waar men het Sociaal Team voor kan benaderen, uitnodigend zijn om kennis uit te wisselen, gezamenlijke activiteiten of themabijeenkomsten organiseren en nog beter zorgen dat het Sociaal Team in de wijk is ingeburgerd. Daarbij valt ook te denken aan het leggen van contact met bijvoorbeeld de supermarkten. Ook zij zijn ogen en oren in de wijk. Actiepunten Blijvend aandacht besteden aan het leggen van contacten met vrijwilligersorganisaties 11
14 4 De netwerkbijeenkomst: wat vinden partners goed gaan en wat kan beter? Op 13 september 2016 is de derde netwerkbijeenkomst gehouden. De volgende partijen waren aanwezig: Naam partij Eva huisartsenpraktijk Koninginnelaan Impegno GGZ Rivierduinen Fleur de dag Gemiva SVG groep Activite/Actief plus Pro-cura Thuiszorg Stichting onbeperkt werkt Leger de heils Brijder Jeugd s Heerenloo Algemeen thuiszorg bureau Cuprum Antroposofische thuiszorg Prodeba Prodeba vluchtelingenwerk Jan Arends Jan Arends Tijdens de netwerkwerkbijeenkomst heeft het Sociaal Team een korte presentatie gehouden over actuele onderwerpen. Daarnaast heeft het team de website van het Sociaal Team laten zien. Vervolgens heeft een deel van de aanwezigen een korte pitch over de eigen organisatie gegeven. Daarna was er een open vragenronde en de gelegenheid om te netwerken. De bijeenkomst werd zeer op prijs gesteld want hierdoor leren partijen elkaar ook beter kennen. Daarmee komen we meteen op de belangrijkste functie van de netwerkbijeenkomst: elkaar leren kennen, weten wat een andere partij voor jouw cliënt kan betekenen. Het Sociaal Team faciliteert dit proces. Ten behoeve van de evaluatie is aan de aanwezigen de open vraag gesteld om aan te geven wat goed gaat en wat er beter kan. Daarop is heel divers geantwoord door de aanwezigen. Het team wordt ervaren als open, laagdrempelig, korte lijnen, goed bereikbaar en enthousiast. Ook wordt opgemerkt dat het Sociaal Team goed verwijst waardoor cliënten de juiste ondersteuning kunnen krijgen. De website en de folder van het Sociaal Team worden gewaardeerd en dit leidt tot een goede informatievoorziening. Fijn dat er op de website gelinkt wordt naar samenwerkingspartners. Ook wordt aangegeven dat er een goede communicatie is met de aanbieders. De cliënt staat centraal. Het team staat open voor nieuwe ideeën en er wordt opvolging aan gegeven. Het team wordt als deskundig ervaren. De netwerkbijeenkomst wordt als zeer 12
15 waardevol ervaren. Niet alleen omdat om feed back van de partijen wordt gevraagd maar ook omdat partijen elkaar beter kunnen leren kennen. Verbeterpunten zijn er ook. Zo wordt deskundigheid door een van de partijen genoemd bij de verbeterpunten. Daar was geen toelichting bijgevoegd. Het is dus niet bekend welke deskundigheid gemist wordt. Wel is het zo dat het Sociaal Team veel aandacht besteedt aan deskundigheidsbevordering. Dit gaat zowel om kennis van de nieuwe doelgroepen, kennis van de sociale kaart als kennis van het aanbod en de oplossingsmogelijkheden. Belangrijk bij de oplossingsrichting is om het advies van de professional daarin mee te nemen. Dit vraagt om vooroverleg. In veel situaties vindt dit al plaats maar blijkbaar vindt men dat dat beter kan. Vanuit de POH-ers is er de wens om meer betrokken te worden. Dit geldt ook voor de kleine aanbieders die graag opdrachten willen uit Oegstgeest. Belangrijk is om hierin ook initiatief bij deze aanbieders te laten liggen voor wat betreft hun eigen promotie. Verbeterd kan worden de actualiteit/juistheid van de link op de website. Ook het verspreiden van de folder voor professionals vraagt aandacht. Het is zonde dat deze niet bekend is. Actiepunten blijven werken aan deskundigeheidsbevordering vaker advies professional meenemen in oplossing POH-ers uitnodigen voor casuïstiekbespreking blijven actualiseren van de website 13
16 5 Samenwerking met het Jeugd en Gezinsteam De bekendheid over en weer van de teamleden van Sociaal Team en het Jeugd- en Gezinsteam wordt steeds beter. Niettemin is zichtbaar dat dit voor een gedeelte van de teams geldt. In het Sociaal Team is een deel van de teamleden vooral bezig met casuïstiek voor ouderen. Het is niet logisch dat zij gezamenlijke casuïstiek hebben met het Jeugd- en Gezinsteam. Maatwerk is dus nodig zodat dié teamleden samenwerken dié ook in casuïstiek met kinderen te maken hebben. Voor de hand liggende teamleden vanuit het Sociaal Team zijn die van MEE en Kwadraad. Ook binnen de groep Wmo medewerkers van de gemeente is zichtbaar dat een aantal teamleden hiermee vaker in aanraking komt dan anderen. Vanuit het Jeugd- en Gezinsteam kunnen dat alle leden zijn. Grote gezamenlijke (evaluatie)bijeenkomsten worden dan ook niet meer georganiseerd. Daarvoor in de plaats zijn kleinere momenten van evaluatie gekomen (4 x per jaar). Maar belangrijker: de afspraak is gemaakt om gezamenlijk casuïstiek te bespreken. Men neemt afwisselend deel aan elkaars casuïstiekoverleg, mits er gezamenlijke casuïstiek is. Voorafgaand daaraan is het wenselijk dat men elkaar eerder betrekt bij een casus. Tevens is van belang dat er tijd en aandacht is voor het leren kennen van elkaars professionele handelen. Dit is nodig om onbegrip en onvrede over een aanpak te voorkomen. Indien nodig wordt ook de Jeugdgezondheidszorg hierbij betrokken. Actiepunten deelname aan elkaars casuïstiekbesprekingen indien gezamenlijke casuïstiek verder leren kennen van elkaars professionele handelen 14
17 6 Het Sociaal Team en de klanten 6.1 De aantallen Van 1 januari 2016 tot 1 juli 2016 hebben zich 133 inwoners uit Oegstgeest gemeld bij het Sociaal Team Oegstgeest (in 2015 waren dat er in totaal 275). Het ging daarbij om verschillende vragen met soms een enkelvoudige oplossing na het opstellen van het ondersteuningsplan met een mogelijke doorverwijzing tot vervolgafspraken met kortstondige hulp die tot een oplossing van de vraag leidde. 6.2 Clientervaringsonderzoek I&O In het voorjaar van 2016 is het verplichte cliëntervaringsonderzoek voor de Wmo uitgevoerd. De rijksoverheid schrijft de methode en 10 verplichte vragen voor, waaronder vragen over het Sociaal Team (toegang). Voorschrift is dat een schriftelijke vragenlijst wordt voorgelegd. Door dit verplichte onderzoek is het klantonderzoek dat voor de beide evaluaties in 2015 twee maal is uitgevoerd komen te vervallen. Dit is jammer omdat daarmee de vergelijkbaarheid in de tijd niet meer mogelijk is. Het cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 is uitgevoerd door I&O research. De opdracht is in samenwerking met de Leidse regio gegeven. Voor elke Leidse gemeente is een rapport opgesteld. Alle Wmo cliënten in Oegstgeest zijn voor het onderzoek uitgenodigd. Daarvan vulden 384 de vragenlijst in. De respons komt daarmee uit op 32%. Naast de 10 verplichte vragen zijn er extra vragen opgenomen. Een deel van de vragen (zowel van de verplichte als van de aanvullende) gaan over het Sociaal Team. Het rapport van I&O is als bijlage bijgevoegd. De belangrijkste conclusies ten aanzien van het functioneren van het Sociaal Team (pagina 8-13 van het I&O rapport) zijn: - Een ruime meerderheid is tevreden over het contact met de gemeente. Men werd serieus genomen en snel geholpen. 78% wist waar men moest zijn met een hulpvraag, 73% heeft samen naar oplossingen gezocht. Van de respondenten heeft 5-11% geantwoord het niet eens te zijn met de stellingen. - 22% geeft aan op de hoogte te zijn van de mogelijkheid om een onafhankelijk cliëntondersteuner bij het gesprek te hebben. Kijken we echter naar de vervolgvragen dan is zichtbaar dat 54% het niet nodig vond dat er iemand anders bij zou zijn, dat 42% (34%+8%) zelf iemand heeft geregeld. Slechts 2% geeft aan ondersteuning bij het gesprek te hebben gewild. - 87% is tevreden over het contact met het Sociaal Team en de manier waarop er geluisterd werd. De deskundigheid wordt met 82% hoog gewaardeerd. Over de gekozen oplossing is 78% tevreden terwijl 9% hierover ontevreden is. Waarover de onvrede gaat, valt niet uit het rapport te concluderen. 15
18 - In 63% is besproken wat de cliënt zelf of met hulp van anderen kan doen terwijl 59% vindt dat de situatie volledig in beeld is gebracht 5. 45% vindt dat de ondersteuning door het Sociaal Team onafhankelijk heeft plaatsgevonden. Het aandeel dat op deze vragen neutraal heeft ingevuld is wat groter dan bij andere vragen terwijl 8 15% het met de stellingen oneens is. - Van de cliënten die zijn aangespoord om meer zelf te doen (20%) heeft 70% dit ook daadwerkelijk gedaan en daarvan is 67% tevreden over het resultaat. Het deel van de cliënten die geen actie heeft ondernomen geeft daarvoor diverse redenen aan. Het grootste deel (52%) geeft aan al maximaal gebruik van eigen netwerk in te zetten. 12% kent niemand die wil helpen, 14% heeft onvoldoende geld hiervoor, 19% is van mening recht te hebben op een Wmo voorziening en 15% heeft een andere reden. Overige conclusies uit het rapport: - De ondersteuning past in 82% bij de hulpvraag terwijl 7% aangeeft dat dit niet het geval is. ook de kwaliteit van de hulp wordt gewaardeerd: 81% vindt deze goed terwijl 6% de kwaliteit tekort vindt schieten. Op het gebied van samenwerking tussen verschillende organisaties is winst te halen. 47% vindt deze goed; 36% is antwoordt neutraal terwijl 17% het niet met de stelling eens is. - 50% heeft geen hulp van een mantelzorger, 40% wel en deze kan de zorg aan, 10% kan de hulp niet aan - Bij 8 op de 10 mensen is de zelfredzaamheid toegenomen als gevolg van de ondersteuning. 33% kan volwaardig meedoen in de maatschappij. Voor 40% geldt dit niet - En kwart van de ondervraagden vindt de eigen bijdrage te hoog. 2% vindt dat deze hoger kan terwijl de rest tevreden is met de hoogte ervan - 17% is het eens met de stelling dat door de optelsom van alle kosten er financiële problemen zijn terwijl 16% aangeeft hierdoor voor minder ondersteuning te kiezen dan eigenlijk nodig - Meerderheid regelt huishouden zelf terwijl 22% een maatwerk- en 16% van de algemene voorziening gebruik maakt - 80% heeft over het algemeen een schoon huis en 77% is tevreden over de afspraken met de aanbieder van huishoudelijke ondersteuning. Respectievelijk 5% en 6% is hierover ontevreden. 69% kon terecht bij de aanbieder van eigen keuze terwijl 49% zich over de keuzemogelijkheden goed geïnformeerd voelt Actiepunten m.b.t het functioneren van het Sociaal Team 6 navraag doen in het gesprek met de cliënt of de situatie volledig in beeld is gebracht en daar eventueel op bijsturen vragen wat de cliënt zelf of met hulp van anderen kan doen 5 In 2015 zijn vele herindicatiegesprekken gevoerd. Hierbij is niet standaard een brede vraagverduidelijking toegepast. Vermoeden is dat hierdoor in een deel van de gesprekken de situatie volgens de betrokkene niet volledig in beeld is gebracht 6 de overige onderwerpen/conclusies hebben betrekking op de voorzieningen en/of de financiële consequenties. 16
19 7 Conclusie Het Sociaal Team Oegstgeest ontwikkelt zich goed. De Teamleden zijn tevreden over de onderlinge samenwerking, het team wordt goed gevonden door zowel cliënten als door samenwerkingspartners, de samenwerking met partners ontwikkelt zich steeds meer door waardoor korte lijnen ontstaan, methodisch werken vraagt nog aandacht (met name de registratie vormt een belemmering), de verbinding met de samenleving wordt steeds steviger. De netwerkpartners geven aan dat zij de samenwerking over het algemeen prettig vinden. verbeterpunten zijn er ook voor het Sociaal Team: Actiepunten aanschaffen nieuw registratiesysteem meer tijd vrijmaken voor casuïstiekbesprekingen Meer aandacht voor het actueel houden en het geven van bekendheid van de website verbeteren afstemming met Sociale zaken uitnodigen POH-ers bij casuïstiekbespreking zodat de samenwerking wordt verbeterd onderzoeken betere integratie met het Zorgnetwerk afstemmen professioneel handelen tussen Sociaal Team en Jeugd- en Gezinsteam een plan maken voor de implementatie van 1 Gezin, 1 Plan het toepassen van de Zelfredzaamheidsmatrix en de Sociale Netwerkstrategie verder uitbreiden Blijvend aandacht besteden aan het leggen van contacten met vrijwilligersorganisaties blijven werken aan deskundigeheidsbevordering vaker advies professional meenemen in oplossing POH-ers uitnodigen voor casuïstiekbespreking blijven actualiseren van de website deelname aan elkaars casuïstiekbesprekingen indien gezamenlijke casuïstiek verder leren kennen van elkaars professionele handelen navraag doen in het gesprek met de client of de situatie volledig in beeld is gebracht en daar eventueel op bijsturen vragen wat de cliënt zelf of met hulp van anderen kan doen 17
20 Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Gemeente Oegstgeest November
21 COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade GM Amsterdam Rapportnummer 2016/198 Datum November 2016 Opdrachtgever Gemeente Oegstgeest Auteur(s) Drs. Marion Holzmann Roy van der Hoeve, MSc. Leon Heuzels, MSc. Bestellingen Exemplaren zijn verkrijgbaar bij de opdrachtgever. Het overnemen uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld. Cliëntervarings-onderzoek Wmo Colofon
22 INHOUDSOPGAVE 1. Samenvatting Inleiding Aanleiding Werkwijze Respons Analyse Leeswijzer Ervaringen met de Wmo Contact over hulpvraag Meest recente gesprek Ervaringen met ondersteuning Ontvangen ondersteuning Financiële bijdrage Hulp bij het huishouden Succesfactoren en verbeterpunten dienstverlening Bijlage 1. Achtergrondgegevens Cliëntervarings-onderzoek Wmo Inhoudsopgave
23 1 HOOFDSTUK Samenvatting Cliëntervarings-onderzoek Wmo Samenvatting 4
24 1. Samenvatting Gemeenten zijn volgens de Wmo 2015 artikel verplicht om een cliëntervaringsonderzoek (CEO) uit te (laten) voeren. In 2016 is hiervoor een verplichte vragenset opgesteld, bestaande uit tien basisvragen over de toegankelijkheid en de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning en het ervaren effect op de zelfredzaamheid. De gemeente Oegstgeest heeft naast de tien basisvragen extra vragen gesteld over het contact met de gemeente, het keukentafelgesprek, ervaringen met de ondersteuning, de eigen bijdrage en hulp bij het huishouden. Voor dit onderzoek zijn alle Wmo-cliënten uitgenodigd. In totaal vulden 384 cliënten met een maatwerkvoorziening de vragenlijst in; een respons van 32 procent. Hieronder staan de belangrijkste resultaten van het onderzoek. Contact met gemeente Een ruime meerderheid van de cliënten is goed te spreken over het contact met de gemeente. De medewerker nam hen serieus en ook werd men doorgaans snel geholpen. Bijna acht op de tien wist waar ze moesten zijn met hun hulpvraag en een iets kleiner deel zocht samen met de medewerker naar oplossingen in het gesprek. Niet iedereen is tevreden over het contact; een tiende werd niet snel geholpen en/of wist niet waar ze hun hulpvraag moesten indienen. Weinig cliënten weten van het bestaan van een onafhankelijke cliëntondersteuner. Slechts 22 procent weet dat hij/zij hier gebruik van kan maken. In totaal had 53 procent in de afgelopen 12 maanden een (keukentafel)gesprek met een medewerker van de gemeente, het Wmo-loket of sociaal wijkteam. Bij de meeste gesprekken was er ook iemand anders aanwezig. Dit was in de meeste gevallen een naaste, zoals een partner, vriend of kind. In meer dan de helft van de gesprekken is ter sprake gekomen wat de cliënt zelf nog kan. Uiteindelijk hebben twee op de tien cliënten actie ondernomen om zelf een oplossing voor de hulpvraag te vinden. Cliënten die een keukentafelgesprek hadden, zijn het meest tevreden over het contact met de medewerker van de gemeente. Met name de mate waarin er geluisterd werd en de deskundigheid waardeert men. Ook is een meerderheid blij met de gekozen oplossing, voor 9 procent geldt dit niet. Medewerkers slagen er over het algemeen goed in om (samen met de cliënt) de probleemsituatie van de cliënt in kaart te brengen. Ook werden de verschillende mogelijkheden die de cliënt zelf (of met anderen) kan doen meestal besproken. Vijftien procent geeft aan niet onafhankelijk te zijn geholpen op de weg naar zorg en ondersteuning. Een even groot deel vindt dat de medewerker (samen met de cliënt) de situatie niet volledig in beeld bracht. Ervaringen met ondersteuning De meesten zijn positief over de ondersteuning; acht op de tien cliënten vinden deze goed en passend bij de hulpvraag die men had. Iets minder te spreken is men over de samenwerking tussen de verschillende organisaties, minder dan de helft is tevreden hierover. Zeventien procent vindt deze samenwerking minder goed. De helft van de Wmo-cliënten krijgt (ook) hulp van een mantelzorger. Zij kunnen deze zorg goed aan volgens de cliënt. Een tiende meent dat hun mantelzorger deze zorg niet (goed) aankan. Vier op de tien cliënten krijgen huishoudelijke ondersteuning die is georganiseerd via een Wmomaatwerk of algemene voorziening. Zij beschikken over het algemeen over een schoon huis en zijn positief over de gemaakte afspraken met de aanbieder van de hulp. Niet elke cliënt kon echter terecht bij de aanbieder van hun keuze. Ook is men van tevoren niet altijd goed geïnformeerd over de verschillende aanbieders van huishoudelijke ondersteuning. Cliëntervarings-onderzoek Wmo Samenvatting 5
25 Effecten van de ondersteuning De eigen bijdrage die nodig is, heeft voor een aantal cliënten (financiële) gevolgen. Een kwart van alle Wmo-cliënten vindt de eigen bijdrage te hoog. Een deel (17 procent) van de cliënten geeft aan dat de optelsom van alle kosten zorgt voor financiële problemen bij het huishouden. Ook zorgt dit ervoor dat zij niet alle ondersteuning kunnen ontvangen die daadwerkelijk nodig is. Een meerderheid van de cliënten ervaart positieve effecten als gevolg van de ondersteuning. Zo kan meer dan driekwart beter de dingen doen die hij/zij wil en zorgt de hulp voor een betere kwaliteit van leven. Daarnaast zorgt de ondersteuning bij acht op de tien voor een hogere zelfredzaamheid. Ondanks de positieve effecten kan een op drie cliënten volwaardig meedoen in de maatschappij als gevolg van de hulp. Voor iets minder dan de helft (40 procent) geldt dit niet. Succesfactoren en verbeterpunten van de dienstverlening Cliënten is gevraagd om tips te geven over de ondersteuning die men krijgt. De positieve punten die men noemt gaan veelal over de tevredenheid over de hulp die cliënten ontvangen. Men is blij met de ondersteuning, maar ook over de bejegening van de hulpverleners. Verbeterpunten gaan vaak over de informatievoorziening over de Wmo, dit kan beter volgens sommigen. Anderen missen informatie over de voortgang van het proces. Cliëntervarings-onderzoek Wmo Samenvatting 6
26 2 HOOFDSTUK Inleiding Cliëntervarings-onderzoek Wmo Inleiding 7
27 2. Inleiding 2.1 Aanleiding Gemeenten zijn volgens de Wmo 2015 artikel verplicht om een cliëntervaringsonderzoek (CEO) uit te (laten) voeren. Het college is volgens dit artikel gehouden aan het verstrekken van de gegevens over de cliëntervaringen met de maatschappelijke ondersteuning voor 1 juli van elk jaar. In 2016 is hiervoor een verplichte set met vragen opgesteld, bestaande uit tien basisvragen over de toegankelijkheid en de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning en het ervaren effect op de zelfredzaamheid. Thema s verplichte vragenset: Contact met sociaal (wijk)team/wmo-loket Kwaliteit van de ondersteuning Effect van de ondersteuning VNG en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport ontwikkelden in samenspraak met gemeenten een voorgeschreven aanpak voor dit cliëntervaringsonderzoek. Daarnaast is er een (optionele) modelvragenlijst uit het overleg voortgekomen die naast de tien basisvragen bestaat uit verschillende thema s die gemeenten naar inzicht mogen invullen. Op deze manier kan het CEO optimaal worden ingezet naar eigen behoefte. Het betreft een anonieme vragenlijst waarmee informatie op hoofdlijnen wordt verkregen. Het CEO levert een beeld op van hoe cliënten de (effecten van) zorg ervaren binnen hun gemeente. De gemeente Oegstgeest heeft voor het CEO gebruikgemaakt van de modelvragenlijst. Daarbij zijn vragen gesteld over onderstaande thema s: Vervolg over contact Ondersteuningsachtergrond Financiële bijdrage Hulp bij het huishouden Mantelzorg Verbeterpunten 2.2 Werkwijze Doelgroep van het CEO zijn alle cliënten met maatwerkvoorzieningen op basis van de Wmo Dus voorzieningen waaraan een beschikking ten grondslag ligt. In mei 2016 zijn alle cliënten met een voorziening (maatwerk- en algemene voorziening) op basis van de Wmo uit de gemeente Oegstgeest uitgenodigd om deel te nemen aan het cliëntervaringsonderzoek door een vragenlijst in te vullen. Alle cliënten ontvingen een uitnodigingsbrief samen met een schriftelijke vragenlijst en een retourenvelop. In de brief stond een persoonlijke inlogcode waarmee de vragenlijst naar keuze ook via internet ingevuld kon worden. Na twee weken ontvingen degenen die de vragenlijst niet hadden ingevuld een herinneringsbrief. Dit onderzoek beschrijft alleen de resultaten van de Wmo-cliënten met een maatwerkvoorziening. Aan de hand van een vraag in de vragenlijst zijn cliënten die een algemene voorziening ontvangen eruit gefilterd. Het onderzoek is uitgevoerd in de hele Leidse regio. Naast de gemeente Oegstgeest, zijn ook Wmo-cliënten uit de gemeenten Leiden, Leiderdorp en Zoeterwoude bevraagd. De resultaten van deze gemeenten staan in afzonderlijke rapportages beschreven. Cliëntervarings-onderzoek Wmo Inleiding 8
28 2.3 Respons Voor dit onderzoek zijn alle Wmo-cliënten in de gemeente Oegstgeest uitgenodigd. In totaal vulden 384 cliënten met een maatwerkvoorziening de vragenlijst in. Dit brengt de respons op 32 procent. Dit is voldoende om met 95 procent betrouwbaarheid en een foutmarge van 4 procent 1 uitspraken te doen over de Wmo-cliënten met een maatwerkvoorziening in de gemeente Oegstgeest. 2.4 Analyse De antwoordcategorieën weet niet, geen antwoord en niet van toepassing zijn, mits anders aangegeven, buiten de analyse gehouden. Indien de percentages niet optellen tot 100% is dit het gevolg van afrondingsverschillen. Bij de analyse is gekeken of er significante verschillen zijn tussen de inkomens- en opleidingsachtergrond van cliënten en het type voorziening dat men ontvangt. Als er sprake is van een significant verschil tussen groepen worden deze beschreven in de tekst. 2.5 Leeswijzer In het volgende hoofdstuk worden de ervaringen met de Wmo en het contact met de gemeente besproken. We gaan in op de reden(en) om contact op te nemen met de gemeente en ook het keukentafelgesprek komt aan bod. Het daarop volgende hoofdstuk behandelt de (ervaringen met de) ondersteuning vanuit de gemeente. Hier bespreken we ook de (financiële) effecten van de ondersteuning. Vervolgens gaan we in op enkele succesfactoren en verbeterpunten die cliënten noemen. 1 De nauwkeurigheidsmarge geeft aan welke afwijking de werkelijkheid kan hebben in vergelijking met de resultaten. Voor dit onderzoek bedraagt de nauwkeurigheidsmarge ongeveer 4%. Ter illustratie: bij een uitkomst van 50%, ligt de werkelijkheid (met 95% betrouwbaarheid) maximaal tussen de 54% en 46%. Cliëntervarings-onderzoek Wmo Inleiding 9
29 3 HOOFDSTUK Ervaringen met de Wmo Cliëntervarings-onderzoek Wmo Ervaringen met de Wmo 10
30 3. Ervaringen met de Wmo 3.1 Contact over hulpvraag Zeer ruime meerderheid van de cliënten voelt zich serieus genomen Wmo-cliënten is gevraagd hoe men (de weg naar) het contact over de hulpvraag ervaart met de gemeente Oegstgeest. Dit betreft het contact tot een jaar geleden, cliënten voor wie het contact langer geleden was zijn buiten beschouwing gelaten (ongeveer 50 procent). Men is over het algemeen goed te spreken over dit contact. Een ruime meerderheid (87 procent) voelde zich serieus genomen door de medewerker en werd vaak ook snel geholpen. Bijna acht op de tien cliënten weten waar ze moeten zijn met hun hulpvraag. Voor elf procent geldt dit niet. Bij drie op de vier werd er in het gesprek samen naar oplossingen gezocht voor de hulpvraag. Bij acht procent was dit niet het geval. Onder cliënten met een hoog inkomen 2 weet een relatief groot deel (18 procent) niet waar ze heen moesten met de hulpvraag Figuur 3.1 Stellingen over het contact met de gemeente (nmin=207) De medewerker nam mij serieus 87% 8% 5% Ik wist waar ik moest zijn met mijn hulpvraag 78% 12% 11% Ik werd snel geholpen 76% 15% 10% De medewerkers en ik hebben in het gesprek samen naar oplossingen gezocht 73% 18% 8% 0% 20% 40% 60% 80% 100% (helemaal) mee eens neutraal (helemaal) mee oneens 3.2 Meest recente gesprek Het gesprek is meestal alleen met de cliënt Een kleine meerderheid had het afgelopen jaar contact met de gemeente gehad over de Wmo-ondersteuning. Dit kan een (telefonisch) gesprek zijn geweest met een medewerker van de gemeente, het Wmo-loket of sociaal team. Voor een derde was dit gesprek langer geleden en 11 procent geeft aan het niet te weten. Meest recente contact: Minder dan 1 jaar geleden (53%) 1-4 jaar geleden (28%) Langer dan 4 jaar geleden (9%) Weet niet meer (11%) 22% wist dat hij/zij gebruik kon maken van een onafhankelijke cliëntondersteuner 2 Cliënten met een netto maandinkomen van 2.000,- of meer. Cliëntervarings-onderzoek Wmo Ervaringen met de Wmo 11
31 Bij iets minder dan de helft (46 procent) van de cliënten die tot vier jaar contact had over de ondersteuning, was er iemand aanwezig bij het laatste gesprek. In de meeste gevallen was dit een naaste, zoals een partner, kind, ouder of vriend. Bij ongeveer een tiende van de gesprekken was dit iemand anders en bij 2 procent een onafhankelijk cliëntondersteuner. Een kleine meerderheid had niemand anders nodig bij het gesprek, dit speelt het meest onder hoogopgeleiden. Figuur 3.2 Anderen aanwezigen bij het gesprek (nmin=293) niemand en was niet nodig 54% een naaste (zoals partner, kind, vriend) 34% iemand anders een onafhankelijke cliëntondersteuner niemand, had dit wel gewild 8% 2% 2% 0% 20% 40% 60% Cliënten zijn zeer tevreden over het gesprek Men is over het algemeen positief over het (keukentafel)gesprek, vooral over de bejegening van de medewerker. Bijna negen op de tien cliënten waarderen het contact en de manier waarop er geluisterd werd. Ook is men tevreden over de deskundigheid van de medewerker en de gekozen oplossing. Toch is niet iedereen hierover te spreken; 9 procent is minder positief over de uiteindelijke oplossing. Minder dan 5 procent is (zeer) ontevreden over de bejegening van de medewerker tijdens het gesprek. Figuur 3.3 Waardering aspecten meest recente gesprek (nmin=269) het contact met degene met wie u het gesprek had 87% 9% 4% de manier waarop er naar u geluisterd werd 87% 10% 3% de deskundigheid van de medewerker 82% 14% 4% de gekozen oplossing 78% 12% 9% 0% 20% 40% 60% 80% 100% (heel) tevreden neutraal (heel) ontevreden Merendeel van de medewerkers brengt de situatie tijdens gesprek goed in kaart Meer dan de helft van de cliënten geeft aan dat de medewerker samen met de cliënt de situatie van de cliënt volledig in kaart bracht. Daarbij geeft 45 procent aan dat zij onafhankelijk geholpen zijn in het vinden van een weg naar zorg en ondersteuning. Bij 15 procent was dit niet het geval. Ook kwam in veel gesprekken de zelfredzaamheid van de cliënt naar voren. In twee op de drie gesprekken (63%) was er met de medewerker besproken wat de cliënt zelf, of met hulp van het eigen sociale netwerk, nog kan doen en/of regelen. Bij 8 procent kwam dit niet aan de orde. Cliëntervarings-onderzoek Wmo Ervaringen met de Wmo 12
32 Figuur 3.4 Inhoud meest recente gesprek (nmin=214) de medewerker en ik hebben besproken wat ik zelf of met hulp van anderen nog kan doen of regelen 63% 28% 8% de medewerker en ik hebben mijn situatie volledig in beeld gebracht 59% 28% 13% ik ben onafhankelijk geholpen om mijn weg naar zorg en ondersteuning te vinden 45% 40% 15% 0% 20% 40% 60% 80% 100% (helemaal) mee eens neutraal (helemaal) mee oneens 20% van de cliënten is in het gesprek aangespoord om meer zelf (of met hulp van anderen) te doen Oplossing vaak niet gezocht in eigen en sociale kracht In twee op de tien gesprekken 3 heeft de medewerker aangespoord om meer zelf te doen of met hulp van anderen. Hiervan heeft 70 procent 4 daadwerkelijk actie ondernomen. Zij zijn vooral meer hulp bij naasten gaan zoeken of zochten hulp bij (betaalde) particulieren. Cliënten die actie hebben genomen naar aanleiding van gesprek (meerdere antwoorden mogelijk): Voorzieningen (12%) Particuliere schoonmaker (18%) Individuele vrijwilliger (11%) (Meer) hulp van eigen netwerk (48%) Anders (15%) 67% van degenen die hebben geprobeerd om meer (of met hulp van anderen) zelf te doen, zijn tevreden over dit resultaat Driekwart heeft niet meer zelf (of met hulp van anderen) gedaan naar aanleiding van het gesprek. De voornaamste reden hiervoor is dat cliënten het gevoel hebben al maximaal gebruik te maken van hun omgeving. (Ruim) een tiende kent niemand die kan helpen of heeft onvoldoende geld dit te organiseren. Negenen procent vindt dat hij of zij recht heeft op Wmoondersteuning. Cliënten die geen actie hebben genomen naar aanleiding van gesprek Reden geen actie (n=226) (meerdere antwoorden mogelijk): Ik maak al maximaal gebruik van eigen netwerk (52%) Ik ken niemand die wil helpen (12%) Ik heb onvoldoende geld om te organiseren (14%) Ik vind dat ik recht heb op Wmo-ondersteuning (19%) Anders (15%) 3 Een (telefonisch) gesprek met de gemeente, Wmo-loket of sociaal (wijk)team over Wmo-ondersteuning tot 4 jaar terug (n=293) 4 Van de cliënten die zijn aangespoord in het gesprek om meer zelf (of met hulp van anderen) te doen (n=50) Cliëntervarings-onderzoek Wmo Ervaringen met de Wmo 13
33 4 HOOFDSTUK Ervaringen met ondersteuning Cliëntervarings-onderzoek Wmo Ervaringen met ondersteuning 14
34 4. Ervaringen met ondersteuning 4.1 Ontvangen ondersteuning Regiotaxi meest gebruikte ondersteuning vanuit de Wmo Meer dan de helft van de cliënten die ondersteuning ontvangen vanuit de Wmo via de gemeente Oegstgeest maakt gebruik van de regiotaxi. Een kwart heeft een mobiliteitsvoorziening en/of een woningaanpassing en een vijfde krijgt hulp bij het huishouden in de vorm van een maatwerkvoorziening. De minst voorkomende ondersteuning vanuit de Wmo is dagbesteding/begeleiding. Iets minder dan de helft van de cliënten ontvangt meerdere voorzieningen. Hoogopgeleide cliënten maken ten opzichte van midden- en laagopgeleiden minder gebruik van de huishoudelijke hulp. Figuur 4.1 Ontvangen voorziening vanuit gemeente (n=384) meerdere antwoorden mogelijk regiotaxi overige mobiliteitsvoorziening woningaanpassing maatwerkvoorziening huishouden algemene voorziening huishouden dagbesteding/begeleiding individueel dagbesteding/begeleiding groep overig 25% 24% 21% 15% 6% 5% 18% 59% 0% 20% 40% 60% 80% 100% Cliënten krijgen goede en passende ondersteuning vanuit de gemeente Men is positief over de kwaliteit van de ondersteuning; 81 procent vindt deze goed. Ook is voor een ruime meerderheid van de cliënten de ondersteuning passend bij de hulpvraag die men had. Bij minder dan een op de tien is de ontvangen ondersteuning minder goed. Zes procent geeft aan de kwaliteit van de ondersteuning minder goed te vinden. Iets minder te spreken is men over de samenwerking tussen verschillende organisaties. De helft vindt dat de verschillende organisaties goed samenwerken om de cliënt te helpen en 17 procent vindt dit niet. Cliënten die individuele dagbesteding of begeleiding ontvangen, zijn significant meer ontevreden over deze aspecten van de ondersteuning. Figuur 4.2 Stellingen over de kwaliteit van ondersteuning (nmin=250) De ondersteuning die ik krijg past bij mijn hulpvraag 82% 12% 7% Ik vind de kwaliteit van de ondersteuning die ik krijg goed De verschillende organisaties die mij ondersteunen werken goed samen om mij te helpen 47% 81% 36% 13% 6% 17% 0% 20% 40% 60% 80% 100% (helemaal) mee eens neutraal (helemaal) mee oneens Cliëntervarings-onderzoek Wmo Ervaringen met ondersteuning 15
35 De helft krijgt hulp van een mantelzorger Hulp van mantelzorger: Naast de ondersteuning heeft 50 Geen hulp (50%) procent van de cliënten ook hulp van Wel hulp, en mantelzorger kan de zorg aan (40%) een of meer mantelzorgers. Een op de Wel hulp, maar mantelzorger kan de zorg niet aan (10%) tien geeft aan dat de mantelzorger de zorg niet aan kan. Bij de meesten zijn de cliënten van mening dat de mantelzorger dit wel kan. Bij acht op de tien toegenomen zelfredzaamheid door ondersteuning Cliënten geven aan dat zij positieve effecten ervaren als gevolg van de ondersteuning. Zo kunnen vier op de vijf cliënten zich beter redden en kan bijna driekwart beter de dingen doen die hij of zij wil. Voor een enkeling (5 procent) geldt dit niet. Ook heeft een meerderheid een verbeterde kwaliteit van leven vanwege de ondersteuning. Cliënten met een woningaanpassing zijn het meest te spreken over de verbeterde kwaliteit van leven als gevolg van de ondersteuning. Wmo-cliënten met individuele dagbesteding of begeleiding zien deze effecten minder vaak. Figuur 4.3 Stellingen over de effecten van ondersteuning (nmin=302) kan ik mij beter redden 80% 15% 5% kan ik beter de dingen doen die ik wil 77% 18% 5% heb ik een betere kwaliteit van leven 76% 18% 5% 0% 20% 40% 60% 80% 100% (helemaal) mee eens neutraal (helemaal) mee oneens Uit het landelijke decentralisatie onderzoek onder ruim 800 Wmo-cliënten blijkt dat 69 procent beter de dingen kan doen die hij/zij wil. Ook kwam uit dit onderzoek naar voren dat 74 procent zich beter kan redden als gevolg van de ondersteuning (I&O Research, 2-meting decentralisatie onderzoek 2015). Opmerkingen over de ondersteuning: Alle hulp is sterk teruggebracht sinds de gemeente zich ermee bemoeit. De ondersteuning zou meer taken moeten bevatten. Alles gaat heel vriendelijk. De gemeente heeft mij via de Wmo uitstekend geholpen! Cliëntervarings-onderzoek Wmo Ervaringen met ondersteuning 16
36 33% kan door de ondersteuning volwaardig meedoen aan de maatschappij, voor 40 procent geldt dit niet 4.2 Financiële bijdrage Een kwart van de Wmo-cliënten vindt de eigen bijdrage te hoog Voor enkele Wmo-voorzieningen wordt een eigen bijdrage gevraagd. De maximale eigen bijdrage is gebaseerd op het inkomen van de cliënt. Een kwart van de cliënten vindt de eigen bijdrage te hoog. Een enkeling (2 procent) vindt dat de eigen bijdrage wel hoger mag en de rest van de cliënten zijn content met de hoogte van de eigen bijdrage of heeft geen uitgesproken mening hierover. Figuur 4.4 Ervaringen hoogte eigen bijdrage (n=369) 100% 75% 50% 25% 2% 18% 24% 56% (te) laag niet te laag/niet te hoog (te) hoog 0% Deel heeft door optelsom van alle kosten financiële problemen Naast de bijdrage voor de Wmo-ondersteuning zijn er mogelijk (andere) kosten voor het organiseren van zorg en ondersteuning zoals de aanschaf van medicijnen of reiskosten. Bij 17 procent leidt de optelsom van al deze kosten tot financiële problemen binnen het huishouden. Onder cliënten met een laag en een gemiddeld inkomen komt dit vaker; respectievelijk 24 en 21 procent ervaart dit. Voor een vergelijkbaar deel (16 procent) van de Wmo-cliënten heeft de eigen bijdrage tot gevolg dat zij minder gebruikmaken van ondersteuning dan eigenlijk noodzakelijk. Figuur 4.5 Gevolgen eigen bijdrage (nmin=350) de optelsom van alle kosten levert voor mijn huishouden financiële problemen op 17% 20% 16% 47% vanwege de gevraagde financiële bijdrage gebruik ik minder ondersteuning dan in eigenlijk nodig heb 16% 15% 20% 49% 0% 20% 40% 60% 80% 100% (helemaal) mee eens neutraal (helemaal) mee oneens niet van toepassing/geen mening Cliëntervarings-onderzoek Wmo Ervaringen met ondersteuning 17
37 4.3 Hulp bij het huishouden Meerderheid regelt het huishouden zelf Een relatief groot onderdeel van de Wmo-ondersteuning komt in de vorm van huishoudelijke hulp. Bij 38 procent van de cliënten worden huishoudelijke taken georganiseerd via een Wmo-maatwerk of algemene voorziening. Meer dan de helft van de cliënten in de gemeente Oegstgeest regelen (hulp bij) het huishouden zelf, waarvan ongeveer evenveel cliënten (naast zichzelf) een beroep doen op een onbetaalde of een betaalde kracht. Figuur 4.6 Hoe organiseert u (uw hulp) bij het huishouden voor het grootste deel? (nmin=337) ikzelf of iemand anders onbetaald ik betaal iemand (particulier) 29% 33% via een Wmo maatwerk voorziening 22% via een Wmo algemene voorziening 16% 0% 20% 40% Cliënten niet altijd geïnformeerd over verschillende aanbieders van huishoudelijke hulp Cliënten met een voorziening voor huishoudelijke hulp is gevraagd naar hun ervaringen hierover. Vier op de vijf geven aan dat zij over het algemeen over een schoon huis beschikken, bij vijf procent is dit niet (altijd) het geval. Een ruime meerderheid (77%) van de cliënten heeft goede afspraken met de aanbieder van huishoudelijke hulp gemaakt. Ook kon men in de meeste gevallen terecht bij de aanbieder van hun keuze. Een op de tien cliënten kon dit niet. Niet iedereen is goed geïnformeerd over de verschillende aanbieders van huishoudelijke ondersteuning; de helft van de cliënten kreeg deze informatie. Een op de vijf kreeg dit naar eigen zeggen niet (voldoende). Figuur 4.7 Stellingen over hulp bij het huishouden (nmin=142) ik heb over het algemeen een schoon huis 80% 15% 5% ik heb goede afspraken met mijn aanbieder van huishoudelijke ondersteuning gemaakt 77% 17% 6% ik kon terecht bij de aanbieder van mijn keuze 69% 21% 10% ik ben goed geïnformeerd over de verschillende aanbieders huishoudelijke ondersteuning 49% 32% 20% 0% 20% 40% 60% 80% 100% (heel) tevreden neutraal (heel) ontevreden Cliëntervarings-onderzoek Wmo Ervaringen met ondersteuning 18
38 5 HOOFDSTUK Succesfactoren en verbeterpunten dienstverlening Cliëntervarings-onderzoek Wmo Succesfactoren en verbeterpunten dienstverlening 19
39 5. Succesfactoren en verbeterpunten dienstverlening Cliënten stappen in geval van ontevredenheid naar gemeente of Wmo-ondersteuning Cliënten is gevraagd welke actie men zou ondernemen bij ontevredenheid over de dienstverlening. Een kwart neemt contact op met de gemeente of het wijkteam en 22 procent met de Wmoondersteuning. Vijf procent zou niets doen en zes procent neemt contact op met een onafhankelijk cliëntondersteuner. Dit gegeven hangt waarschijnlijk samen met het feit dat slechts weinig cliënten op de hoogte zijn van het kunnen inschakelen van een onafhankelijk cliëntondersteuner. Ook contact opnemen met een vertrouwenspersoon is niet populair bij cliënten. Meer dan vier op de tien cliënten is tevreden met de ondersteuning en kan geen antwoord geven op de vraag welke actie men zou ondernemen bij ontevredenheid. Figuur 5.1 Actie bij (mogelijke) ontevredenheid over de dienstverlening (n=384) meerdere antwoorden mogelijk neem ik contact op met de gemeente/sociaal team 27% neem ik contact op met Wmo-ondersteuning 22% neem ik contact op met vertrouwenspersoon 6% neem ik contact op met cliëntondersteuner 5% doe ik niets 5% doe ik iets anders 6% 0% 20% 40% Cliënten is gevraagd om tips te geven over de ondersteuning die men krijgt. De positieve punten die men noemt gaan veelal over de tevredenheid over de hulp die cliënten ontvangen. Men is blij met de ondersteuning, maar ook over de bejegening van de hulpverleners. Verbeterpunten gaan vaak over de informatievoorziening over de Wmo, dit kan beter volgens sommigen. Anderen missen informatie over de voortgang van het proces. Succesfactoren dienstverlening: Aanvragen worden serieus in behandeling genomen. Begrip voor de situatie, deskundige en goede algemene ondersteuning en informatieverstrekking. Huishoudelijke hulp is erg goed. Inzet en contact met/van de hulpverleners. Snelle afspraak en beloften worden nagekomen, ook in de vakantieperiode. Verbeterpunten voor de dienstverlening: De voortgangsbewaking van een aangevraagde voorziening. Het is me niet duidelijk wat nu gemeente Oegstgeest is en wat het sociaal wijkteam is. Er is geen duidelijke informatievoorziening geweest over de ontwikkelingen binnen de Wmo. Cliëntervarings-onderzoek Wmo Succesfactoren en verbeterpunten dienstverlening 20
40 1 BIJLAGE Achtergrondgegevens Cliëntervarings-onderzoek Wmo Bijlage: Achtergrondgegevens 21
41 Bijlage 1. Achtergrondgegevens WOONSITUATIE ABSOLUUT PERCENTAGE Ik woon in een tehuis/ instelling 15 4% Ik woon zelfstandig, alleen % Ik woon zelfstandig, maar niet alleen % TOTAAL % HOOGST AFGERONDE OPLEIDING ABSOLUUT PERCENTAGE Geen opleiding 64 17% LBO, Mavo, VMBO, MBO % Havo, VWO, MBO % HBO, Universiteit 98 27% TOTAAL % GEZAMENLIJK NETTO MAANDINKOMEN VAN HET HUISHOUDEN ABSOLUUT PERCENTAGE Minder dan 1.100, % 1.100, , % 1.500, , % 2.000, , % Meer dan 3.350,- 35 9% Weet ik niet 52 14% TOTAAL % Cliëntervarings-onderzoek Wmo Bijlage: Achtergrondgegevens 22
42 Rapport TABELLENBOEK CEO WMO LEIDSE REGIO Gemeente Leiden November
CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO
Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Gemeente Landsmeer Augustus 2016 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2016/134 Datum Augustus
Nadere informatieCLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO
Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Gemeente Houten Augustus 2016 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2016/143 Datum Augustus
Nadere informatieCLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK SOCIAAL TEAM
Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK SOCIAAL TEAM Gemeente Houten Augustus 2016 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2016/142 Datum
Nadere informatieCLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2017
Rapport CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2017 Gemeente Moerdijk Juni 2018 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Rapportnummer
Nadere informatieCLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO
Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Gemeente Nijkerk Juli 2016 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2016/109 Datum Juli 2016 Opdrachtgever
Nadere informatieCLIËNTERVARINGSONDERZOEK WMO
Rapport CLIËNTERVARINGSONDERZOEK WMO Gemeente Eersel Juli 2017 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2017/131 Datum Juli 2017 Opdrachtgever
Nadere informatieCLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2017
Rapport CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2017 ISD de Kempen: resultaten gemeente Eersel Juni 2018 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam Zuiderval 70 Postbus 563 7500
Nadere informatieCLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO
Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Gemeente Ede September 2016 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2016/concept Datum September
Nadere informatieCLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO
Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Gemeente Houten Juni 2017 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2017/85 Datum Juni 2017 Opdrachtgever
Nadere informatieBIJLAGEN 2016 MONITOR SOCIAAL DOMEIN GEMEENTE LEIDEN
BIJLAGEN 2016 MONITOR SOCIAAL DOMEIN GEMEENTE LEIDEN BIJLAGE 1a MONITOR SOCIAAL DOMEIN 2016 CLIËNTERVARINGSONDERZOEK WMO, GEMEENTE LEIDEN (SEPTEMBER 2015) Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Gemeente
Nadere informatieCLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK JEUGD
Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK JEUGD Gemeente Houten Augustus 2016 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2016/141 Datum Augustus
Nadere informatieCLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO
Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Gemeente Hof van Twente Juli 2017 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2017/101 Datum Juli
Nadere informatieCLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2017
Rapport CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2017 Gemeente Ede Juli 2018 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Rapportnummer 2018/104
Nadere informatieCLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2018
Rapport CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2018 Gemeente Houten Mei 2019 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Rapportnummer
Nadere informatieCLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO
Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO Gemeente Ede Juni 2017 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2017/99 Datum Juni 2017 Opdrachtgever
Nadere informatieCLIËNTERVARINGEN JEUGD OVER 2017
Rapport CLIËNTERVARINGEN JEUGD OVER 2017 Gemeente Langedijk Augustus 2018 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Rapportnummer
Nadere informatieCLIËNTERVARINGSONDERZOEK JEUGD
Rapport CLIËNTERVARINGSONDERZOEK JEUGD Gemeente Nuth Augustus 2017 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2017/147 Datum Augustus 2017
Nadere informatieCLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO EN JEUGD
Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO EN JEUGD Gemeente Hollands Kroon September 2017 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2017/171
Nadere informatieCLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2017
Rapport CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2017 Gemeente Langedijk Augustus 2018 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Rapportnummer
Nadere informatieCliëntervaringsonderzoek Wmo
RAPPORTAGE Gemeente Emmen september 2018 RESULTAAT KWALITEIT CONTACT 2017 Gemeente Emmen Deze samenvatting presenteert de belangrijkste uitkomsten van het cliëntervaringsonderzoek (CEO) Wmo over 2017.
Nadere informatieClientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd
Clientervaringsonderzoek Wmo & Jeugd Inhoudsopgave Samenvatting 3 1. Inleiding 4 1.1 Doelgroep 4 1.2 Methode 4 1.3 Respons 4 2. Resultaten Wmo 5 2.1 Contact en toegankelijkheid van hulp of ondersteuning
Nadere informatieCliëntervaringsonderzoek Wmo
RAPPORTAGE Gemeente IJsselstein mei 2018 RESULTAAT KWALITEIT CONTACT 2017 Gemeente IJsselstein Deze samenvatting presenteert de belangrijkste uitkomsten van het cliëntervaringsonderzoek (CEO) Wmo over
Nadere informatieCLIËNTERVARINGSONDERZOEK WMO
Rapport CLIËNTERVARINGSONDERZOEK WMO Gemeente Purmerend September 2017 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 7500 AN Enschede1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2017/172
Nadere informatieCliëntervaringsonderzoek Wmo
RAPPORTAGE Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Stichtse Vecht november 2018 RESULTAAT KWALITEIT CONTACT Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2017 Gemeente Stichtse Vecht Deze samenvatting presenteert de belangrijkste
Nadere informatieCLIËNTERVARINGEN JEUGD OVER 2017
Rapport CLIËNTERVARINGEN JEUGD OVER 2017 Gemeente Enschede Juni 2018 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Rapportnummer
Nadere informatieCliëntervaringsonderzoek Wmo
RAPPORTAGE Gemeente Haarlem februari 2019 RESULTAAT KWALITEIT CONTACT 2018 Gemeente Haarlem Deze samenvatting presenteert de belangrijkste uitkomsten van het cliëntervaringsonderzoek (CEO) Wmo over 2018.
Nadere informatieCliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch. Nulmeting 2016
Cliëntervaringen Wmo s-hertogengbosch Nulmeting 2016 Afdeling Onderzoek & Statistiek Juli 2016 Samenvatting De gemeente s-hertogenbosch vindt het belangrijk om de ervaringen van cliënten met Wmoondersteuning
Nadere informatieCLIËNTERVARINGSONDERZOEK
CLIËNTERVARINGSONDERZOEK WMO Gemeente Eindhoven Juni 2016 Inleiding Aanleiding Gemeenten zijn volgens de Wmo 2015 artikel 2.5.1 verplicht om een cliëntervaringsonderzoek (CEO) uit te (laten) voeren. Het
Nadere informatieCliëntervaringen Wmo Gemeente Boxtel
Cliëntervaringen Wmo Gemeente Boxtel Meting 2016 Juli 2016 Afdeling Onderzoek & Statistiek Gemeente s-hertogenbosch Samenvatting De gemeente Boxtel vindt het belangrijk om de ervaringen van cliënten met
Nadere informatieCliëntervaringsonderzoek Wmo
Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Ten Boer Laura de Jong Marjolein Kolstein Oktober 2018 Inge de Vries www.oisgroningen.nl Inhoud Inhoud... 1 2.8 Effect van de ondersteuning... 11 3. Conclusie... 13
Nadere informatieEVALUATIEPEILING BURGERPANEL MOERDIJK
EVALUATIEPEILING BURGERPANEL MOERDIJK Gemeente Moerdijk Juli 2019 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3084800 Rapportnummer 2019/101 Datum Juli 2019 Opdrachtgever
Nadere informatieMoerdük. ge meente. o 80% ervaart de geboden ondersteuning als nuttig RAADSINFORMAT EBRIEF
ge meente Moerdük RAADSINFORMAT EBRIEF Van Col van en wethouders Aan de leden van de qemeenteraad Onderuverp Nummer griffie Zaaknummer Documentnummer 7 g ð69 v2q 3q3 Cliëntervaringsonderzoek Wet maatschappelijke
Nadere informatieCLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2018
Rapport CLIËNTERVARINGEN WMO OVER 2018 Gemeente Bladel Mei 2019 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Rapportnummer
Nadere informatieCliëntervaringsonderzoek Wmo
Cliëntervaringsonderzoek Wmo WIJ-gebieden 2017 Laura de Jong Marjolein Kolstein Oktober 2018 Inge de Vries www.oisgroningen.nl Inhoud Samenvatting... 2 2.9 Tot slot... 20 Bijlage 1: de WIJ-gebieden...
Nadere informatieCliëntervaringsonderzoek Wmo
Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Groningen 2017 Laura de Jong Marjolein Kolstein Oktober 2018 Inge de Vries www.oisgroningen.nl Inhoud Inhoud... 2 Samenvatting... 3 2.7 Overige ondersteuning... 16
Nadere informatieCLIËNTERVARINGSONDERZOEK JEUGD
Rapport CLIËNTERVARINGSONDERZOEK JEUGD Gemeenten Tilburg, Dongen, Gilze en Rijen, Goirle, Heusden, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk en Waalwijk Juli 2018 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research
Nadere informatieCliëntervaringsonderzoek Wmo
RAPPORT Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2017-2018 Gemeente Westvoorne juni 2019 RESULTAAT KWALITEIT CONTACT Gemeente Westvoorne Deze rapportage presenteert de belangrijkste uitkomsten van het cliëntervaringsonderzoek
Nadere informatieCliëntervaringsonderzoek Wmo en Jeugdwet
Cliëntervaringsonderzoek Wmo en Jeugdwet Management Summary Gemeenten zijn verplicht om jaarlijks inzicht te krijgen in de ervaringen van cliënten vanuit de Wmo en Jeugdwet. Onderzoeksbureau Flycatcher
Nadere informatieGemeente Nederweert. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 30 juni 2017
Gemeente Nederweert Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 30 juni 2017 DATUM 30 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl
Nadere informatieLandelijk cliëntervaringsonderzoek
Landelijk cliëntervaringsonderzoek Monitor Januari t/m december 2016 Ons kenmerk: 17.0010587 Datum: 22-09-2017 Contactpersoon: Rosan Hilhorst E-mail: Contractbeheer@regiogv.nl Inhoud 1. Inleiding... 3
Nadere informatieCliëntervaringen Wmo hulpmiddelen s-hertogenbosch. Vervolgmeting 2018
Cliëntervaringen Wmo hulpmiddelen s-hertogenbosch Vervolgmeting 2018 Afdeling Onderzoek & Statistiek Februari 2019 Samenvatting De gemeente geeft indicaties af voor Wmo hulpmiddelen. Welzorg verzorgt de
Nadere informatiebox-tial Stuk ter kennisname Onderwerp Voorstel Samenvatting Vervolg Bijlagen meewerkend
meewerkend box-tial Stuk ter kennisname Datum: 28 juni 2017 Registratienummer: 28 juni 2017 Portefeuillehouder: Contactpersoon: S. van Vlerken, S.v.VIerken@MijnGemeenteDichtbij.nl, 0411-655391. Onderwerp
Nadere informatieGemeente Moerdijk. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 20 juni 2017
Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 20 juni 2017 DATUM 20 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515
Nadere informatieGemeente Roosendaal. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 26 juni 2017
Gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 26 juni 2017 DATUM 26 juni 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076) 515
Nadere informatieKLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN
KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHOONMAAKDIENST GEMEENTE HAREN Klanttevredenheidsonderzoek Schoonmaakdienst gemeente Haren Colofon Opdrachtgever Gemeente Haren Datum December 2016 Auteurs Tessa Schoot Uiterkamp
Nadere informatieSamenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Moerdijk
Samenwerkende gemeenten West- Brabant: gemeente Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 Definitieve rapportage 4 augustus 2016 DATUM 4 augustus 2016 TITEL Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 ONDERTITEL
Nadere informatieCliëntervaringsonderzoek Jeugd (ouders)
RAPPORTAGE Cliëntervaringsonderzoek Jeugd (ouders) Gemeente Emmen september 2018 RESULTAAT KWALITEIT TOEGANG Cliëntervaringsonderzoek Jeugd 2017 Gemeente Emmen Deze samenvatting presenteert de belangrijkste
Nadere informatieCLIËNTERVARINGEN JEUGD OVER 2017
Rapport CLIËNTERVARINGEN JEUGD OVER 2017 Gemeente Houten Juni 2018 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Rapportnummer
Nadere informatieCliëntervaringsonderzoek Wmo
RAPPORTAGE Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Noordenveld juli 2018 RESULTAAT KWALITEIT CONTACT Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2017 Gemeente Noordenveld Deze rapportage presenteert de belangrijkste uitkomsten
Nadere informatieBURGERPANEL CAPELLE OVER EENZAAMHEID
BURGERPANEL CAPELLE OVER EENZAAMHEID Gemeente Capelle aan den IJssel November 2016 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2016 / 190
Nadere informatieCliëntervaringsonderzoek Jeugd (jongeren)
RAPPORTAGE Cliëntervaringsonderzoek Jeugd (jongeren) Gemeente Emmen september 2018 RESULTAAT KWALITEIT TOEGANG Cliëntervaringsonderzoek Jeugd 2017 Gemeente Emmen Deze samenvatting presenteert de belangrijkste
Nadere informatieDatum vergadering: Nota openbaar: Ja, de nota is openbaar
Gemeente Hellendoorn Nota Voor burgemeester en wethouders Nummer: 17INT1873 91 Datum vergadering: Nota openbaar: Ja, de nota is openbaar.12 SEP. 217 ^ Onderwerp: B&W-advies: Uitkomsten cliëntervaringsonderzoek
Nadere informatieHET BURGERPANEL OVER DE SOCIALE AGENDA
HET BURGERPANEL OVER DE SOCIALE AGENDA Gemeente Leiderdorp Januari 2017 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2017/10 Datum Januari
Nadere informatieTevredenheids- en ervaringsonderzoek Wmo over 2010 Klanten hulp bij het huishouden, mantelzorgondersteuning en andere individuele voorzieningen
Tevredenheids- en ervaringsonderzoek Wmo over 2010 Klanten hulp bij het huishouden, mantelzorgondersteuning en andere individuele voorzieningen Gemeente Huizen Inleiding... 3 1. Verantwoording onderzoek...
Nadere informatieCliëntervaringsonderzoek Wmo
RAPPORTAGE Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Emmen juli 2017 Samenvatting In april t/m juni heeft ZorgfocuZ voor de gemeente Emmen het cliëntervaringsonderzoek Wmo uitgevoerd. De doelgroep voor dit
Nadere informatieUw kenmerk Uw brief Zaaknummer Documentnummer 23 augustus U
Aan de gemeenteraad van Tubbergen Uw kenmerk Uw brief Zaaknummer Documentnummer 23 augustus 2016 16.17321 U16.017622 Inlichtingen bij De raadsgriffier Mevrouw H.J.M.J van Limbeek-ter Haar Onderwerp Raadsbrief
Nadere informatieUw kenmerk Uw brief Zaaknummer Documentnummer U Raadsbrief 2017, nr juli 2017
Aan de gemeenteraad van Tubbergen Uw kenmerk Uw brief Zaaknummer Documentnummer 17.194 U17.12878 Inlichtingen bij De raadsgriffier Mevrouw H.J.M.J. van Limbeek ter Haar Bijlagen Onderwerp Datum Raadsbrief
Nadere informatieBURGERPANEL LANSINGERLAND
BURGERPANEL LANSINGERLAND Evaluatie deelname burgerpanel November 2015 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Rapportnummer 2015 / 164 Datum November 2015
Nadere informatieBEWONERSVISIE: DUURZAAM COMMUNICEREN
BEWONERSVISIE: DUURZAAM COMMUNICEREN Peiling Huurderspanel Woonwaard Juli 2019 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Zuiderval 70 7543 EZ Enschede Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam Rapportnummer
Nadere informatieGemeente IJsselstein. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Concept 12 juli 2016
Gemeente IJsselstein Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 Concept 12 juli 2016 DATUM 12 juli 2016 TITEL Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 ONDERTITEL Concept OPDRACHTGEVER Gemeente IJsselstein Boulevard
Nadere informatieCliëntervaringsonderzoek Wmo
Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Alphen aan den Rijn September 2016 I. Dooms BBA A. van den Heuvel N. Meys Projectnummer: 840070 Correspondentienummer: DH-1409-7060 INHOUD INLEIDING 1 SAMENVATTING
Nadere informatieToelichting uitkomsten Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016
Toelichting uitkomsten Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Inleiding Op basis van de Wmo 2015 zijn gemeenten verplicht jaarlijks een cliëntervaringsonderzoek uit te voeren. De vier Westerkwartiergemeenten
Nadere informatiePORTEFEUILLEHOUDER SE
laevoorstel Verseon: 167781 PORTEFEUILLEHOUDER SE Vergadering van burgemeester en wethouders, d.d. 29 augustus 2017 nr. I Burgemeester Doornenbal Akkoord Bespreken Opmerkingen B/O/W* Secretaris Van Dijk
Nadere informatieUitkomsten cliëntervaringsonderzoek Wmo 2015
Uitkomsten cliëntervaringsonderzoek Wmo 2015 1. Algemeen In het Westerkwartier is het cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2015 afgerond en zijn de resultaten hiervan inmiddels bekend. In 18 van de 23 Groningse
Nadere informatieTEVREDENHEIDSONDERZOEK KETENPARTNERS SUN GRONINGEN
TEVREDENHEIDSONDERZOEK KETENPARTNERS SUN GRONINGEN Tevredenheidsonderzoek ketenpartners SUN Groningen Colofon Opdrachtgever SUN Groningen Datum Maart 2017 Auteurs Bert van Putten David Scheffer KWIZ Stavangerweg
Nadere informatieBEWONERSVISIE: HOE WILLEN BEWONERS BETROKKEN WORDEN BIJ BELEID?
BEWONERSVISIE: HOE WILLEN BEWONERS BETROKKEN WORDEN BIJ BELEID? Peiling Huurderspanel Woonwaard Oktober 2018 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Zuiderval 70 7543 EZ Enschede Piet Heinkade 55
Nadere informatieGemeente Ommen. Cliëntervaringsonderzoek Wmo over Onderzoeksrapportage. 28 juli 2017
Gemeente Ommen Cliëntervaringsonderzoek Wmo over 2016 Onderzoeksrapportage 28 juli 2017 DATUM 28 juli 2017 Dimensus Beleidsonderzoek Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda info@dimensus.nl www.dimensus.nl (076)
Nadere informatieCliëntervaringsonderzoek Wmo gemeente Simpelveld
Cliëntervaringsonderzoek Wmo gemeente Simpelveld 2018 Onderzoek uitgevoerd in opdracht van: Wilhelminasingel 1a 4818 AA Breda T 076 515 13 88 info@dimensus.nl www.dimensus.nl Inhoudsopgave o Onderzoeksbeschrijving
Nadere informatieRapport Onderzoek Toegang Wmo 2015
Z Rapport Onderzoek Toegang Wmo 2015 Maart 2015 In opdracht van het Transitiebureau Wmo Team Kennisnetwerk Wmo Inhoudsopgave 1. Inleiding 2 2. Over het onderzoek 3 3. De resultaten 4 3.1 Omvang deelnemende
Nadere informatieKLANTTEVREDENHEID 2018
Rapport KLANTTEVREDENHEID 2018 De ISD Bollenstreek Juni 2018 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Rapportnummer 2018/concept
Nadere informatieKlanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep. Gemeente Ubbergen Juni 2013
Klanttevredenheidsonderzoek Wmo 2012 Wmo-hulpmiddelen onder de loep Gemeente Ubbergen Juni 2013 Colofon Uitgave I&O Research BV Zuiderval 70 7543 EZ Enschede tel. (053) 4825000 Rapportnummer 2013/033 Datum
Nadere informatieEVALUATIE ALGEMENE PERIODIEKE KEURING
EVALUATIE ALGEMENE PERIODIEKE KEURING Peiling Huurderspanel Woonwaard Januari 2018 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Zuiderval 70 7543 EZ Enschede Rapportnummer 2018/015 Datum Januari 2018
Nadere informatieCLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO EN JEUGD
Rapport CLIËNTERVARINGS- ONDERZOEK WMO EN JEUGD Gemeente Utrecht Juni 2017 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2017/71 Datum Juni
Nadere informatieCliëntervaringsonderzoek Wmo
RAPPORTAGE Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Noordenveld juli 2017 Samenvatting In april t/m juni 2017 heeft ZorgfocuZ voor de gemeente Noordenveld het cliëntervaringsonderzoek Wmo uitgevoerd. De doelgroep
Nadere informatieCliënten Wmo hebben meegewerkt aan het cliëntervaringsonderzoek
Verreweg de meeste Wmo-cliënten in de gemeente Westerwolde rapporteren positieve ervaringen. De scores liggen rond het gemiddelde in de 13 gemeenten waarvoor het Sociaal Planbureau Groningen het cliëntervaringsonderzoek
Nadere informatieBijlage gemeente Houten: IS ) l&o. research. Rapport CLIENTERVARINGEN WMO OVER Gemeente Houten. Juni
Bijlage gemeente Houten: IS18.00923 1) l&o research Rapport CLIENTERVARINGEN WMO OVER 2017 Gemeente Houten Juni 2018 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam Zuiderval
Nadere informatieVragen divers. Onderwerp: Clientervaringsonderzoeken Wmo en Jeugd. Vraag: Datum: 8 februari Deadline: 8 maart 2017
Vragen divers Onderwerp: Clientervaringsonderzoeken Wmo en Jeugd. Gesteld door: CDA / M. Krikhaar Datum: 8 februari 2017 Portefeuillehouder: Hetty Tindemans Teammanager: Paul Schuylenburg Deadline: 8 maart
Nadere informatieErvaringen Wmo. Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017
Ervaringen Wmo Cliëntervaringsonderzoek Berg en Dal 2017 Inhoud 1. Achtergrond van het onderzoek... 2 2. Het regelen van ondersteuning... 4 3. Kwaliteit van de ondersteuning... 6 4. Vergelijking regio...
Nadere informatieBesluitenlijst d.d. d.d. d.d. [X]Akkoordstukken [ ]Openbaar -- [ ]Besloten --
Nota voor burgemeester en wethouders Onderwerp Cliëntervaringsonderzoek wmo 2016 1- Notagegevens Notanummer 2016-001395 Datum 30-08-2016 Programma: 08 Meedoen Portefeuillehouder Weth. Kolkman Team MOM
Nadere informatieCliëntervaringsonderzoek Wmo
Cliëntervaringsonderzoek Wmo Gemeente Best Definitief rapport September 2016 I. Dooms BBA A. van den Heuvel N. Meys Projectnummer: 840070 Correspondentienummer: DH-0209-7037 CLIËNTERVARINGSONDERZOEK WMO
Nadere informatieOnderzoek cliëntervaringen Wmo, Jeugdwet, sociale wijkteams en basisteams jeugd en gezin
Onderzoek cliëntervaringen Wmo, Jeugdwet, sociale wijkteams en basisteams jeugd en gezin Gemeente s-hertogenbosch Afdeling Onderzoek & Statistiek Augustus 2015 2 Samenvatting De gemeente wil weten hoe
Nadere informatieMoerd U k RAADSINFORMATIEBRIEF
ge meente aa Moerd U k Van Aan Onderwerp Verantwoordel RAADSINFORMATIEBRIEF 31 okt 2017 Nummer griffie Zaaknummer 769735 Documentnummer 769737 Colleoe van buroemeester en wethouders de leden van de qemeenteraad
Nadere informatieKlanttevredenheidsonderzoek Wmo - de kanteling. Gemeente Groesbeek Juni 2014
Klanttevredenheidsonderzoek Wmo - de kanteling Gemeente Groesbeek Juni 2014 Colofon Uitgave : I&O Research BV Zuiderval 70 7500 AN Enschede Tel. (053) 4825000 www.ioresearch.nl Rapportnummer : 2014/050
Nadere informatieT e a m B I C L I E N T E R V A R I N G S O N D E R Z O E K J E U G D. Bijlage 4c1. Bijlage 4c1
Aanleiding Vanaf 2016 zijn gemeenten vanuit de Jeugdwet verplicht om cliëntervaringsonderzoek uit te (laten) voeren voor jeugd. In overeenstemming met het WMO-artikel 2.5.1. en artikel 2.10 van de Jeugdwet
Nadere informatieBijeenkomst thematafel sociale (wijk)teams
Bijeenkomst thematafel sociale (wijk)teams 27 maart, Oegstgeest Sociale Wijkteams Leiden, Oegstgeest, Leiderdorp, Zoeterwoude Jeannette Vader manager Coöperatie Sociale Wijkteams Leiden Programma Presentatie
Nadere informatieCliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015
Cliëntenonderzoek Wet maatschappelijke ondersteuning Gemeente Zutphen 2015 Gemeente Deventer Team Kennis en Verkenning Jaap Barink Juni 2015 Inhoud Samenvatting... 4 Inleiding... 6 1. Indienen melding...
Nadere informatieMonitor en klachten meldpunt Sociaal Domein
Monitor en klachten meldpunt Sociaal Domein De ingekochte individuele maatwerkvoorzieningen en de gemeentelijke dienstverlening worden gemeten op hun kwaliteit. Wat zijn de eerste bevindingen? Alice van
Nadere informatieInformatienota raad. Cliëntervaringsonderzoeken Wmo, Jeugd, Participatiewet en
Veldhoven Informatienota raad Cliëntervaringsonderzoeken Wmo, Jeugd, Participatiewet en Schulddienstverlening over 2018 Voor vragen Telefoonnummer: 14 040 E-mail: gemeente@veldhoven.nl Datum B en W: 27
Nadere informatieKwaliteitsonderzoek begeleiding
Kwaliteitsonderzoek begeleiding Kwaliteitsonderzoek Begeleiding najaar 2016 Pagina 1 van 18 Inhoudsopgave 1. Inleiding 4 2. Werkwijze en verantwoording 5 Het doel van het onderzoek 5 Uitvoering onderzoek
Nadere informatieCliëntervaringsonderzoek Wmo 2016
Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Afdeling: Maatschappelijke ontwikkeling Auteur : Nick Elshof Datum: 04-08-2017 Inhoudsopgave Inleiding... 3 Samenvatting... 4 Algemene informatie geleverde ondersteuning...
Nadere informatieAAN BURGEMEESTER & WETHOUDERS. Onderwerp: Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016
AAN BURGEMEESTER & WETHOUDERS Kenmerk: 148710 Sector: Inwonerszaken Team : Openbare Orde, Welzijn & Onderwijs Ontworpen door: W. Gerth Onderwerp: Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016 Besluit: 1. Kennis te
Nadere informatieERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE
ERVARINGEN VAN INSTELLINGEN NA EEN JAAR DECENTRALISATIE drs. Frank Kriek drs. Luuk Mallee drs. Katrien de Vaan dr. Miranda Witvliet Amsterdam, januari 2016 Regioplan Jollemanhof 18 1019 GW Amsterdam Tel.:
Nadere informatieKLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHULDDIENSTVERLENING GEMEENTE RIDDERKERK
KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK SCHULDDIENSTVERLENING GEMEENTE RIDDERKERK Klanttevredenheidsonderzoek schulddienstverlening gemeente Ridderkerk Colofon Opdrachtgever Datum Juli 2018 Auteurs Tessa Schoot Uiterkamp
Nadere informatieGeachte voorzitter, Onderzoek cliëntervaring regio Haaglanden en Den Haag
Typ teksttyp teksttyp tekst Saskia Bruines Wethouder van Kenniseconomie, Internationaal, Jeugd en Onderwijs, 060 Retouradres: Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag Aan de voorzitter van de Commissie Samenleving
Nadere informatieCliëntervaringsonderzoek Wmo
Cliëntervaringsonderzoek Wmo REGIO DRECHTSTEDEN - 2016 Inhoud Volgens de Wmo 2015 is iedere gemeente in Nederland verplicht jaarlijks te onderzoeken hoe cliënten de kwaliteit van de maatschappelijke ondersteuning
Nadere informatieCliëntervaringsonderzoek Jeugd (ouders)
RAPPORTAGE Cliëntervaringsonderzoek Jeugd (ouders) Gemeente IJsselstein juni 2018 RESULTAAT KWALITEIT CONTACT Cliëntervaringsonderzoek Jeugd 2017 Gemeente IJsselstein Deze rapportage presenteert de belangrijkste
Nadere informatieCliëntervaringsonderzoek keukentafelgesprek
RAPPORTAGE Cliëntervaringsonderzoek keukentafelgesprek Gemeente Noordenveld augustus 2017 Managementsamenvatting De gemeente Noordenveld heeft ZorgfocuZ gevraagd om een aanvullend onderzoek te doen onder
Nadere informatieWAARDERING GEMEENTEBESTUUR KOGGENLAND
WAARDERING GEMEENTEBESTUUR KOGGENLAND Gemeente Koggenland Maart 2016 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3330670 Rapportnummer 2016/concept Datum Maart
Nadere informatieBURGERPANEL MOERDIJK OVER LEVENDIGE CENTRA
BURGERPANEL MOERDIJK OVER LEVENDIGE CENTRA Gemeente Moerdijk November 2018 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Piet Heinkade 55 1019 GM Amsterdam 020-3084800 Rapportnummer 2018/177 Datum November
Nadere informatieCliëntervaringsonderzoek Wmo BMWE gemeenten 2016 Gemeente Bedum AHA! marktonderzoek en marketingadvies
Cliëntervaringsonderzoek Wmo gemeenten 2016 Gemeente AHA! marktonderzoek en marketingadvies Cliëntervaringsonderzoek Wmo gemeente Inleiding Voor u ligt het rapport met de uitkomsten van het cliëntervaringsonderzoek
Nadere informatie