2. Hartfalen B; B+C; A+C. 3. ernstig oedeem op andere basis (levercirrhose, nefrotisch syndroom) B+C

Transcriptie

1 1. Diuretica Werken in de voorurine. 1.Hypertensie A; A+C; B+C A) Thiaziden Furosemide 40mg/dag bij astma cardiale 80mg geven. B) Lisdiuretica C) Kaliumspaarders 2. Betablokkers Atenolol 50mg/dag A) niet selectieve β- blokker B) Selectieve β- blokker Remmen Na/Cl transport in de distale tubuli Remmen Cl pomp in opstijgende deel lis v. Henle Remmen Na/K uitwisseling distaal en remmen aldosteron effect. Maken een deel van de weefsels die door postganglionaire (ortho)sympatische vezels worden geinnerveerd, minder gevoelig voor adrenerge prikkeling. A) blokkeren zowel β1 als β2 receptoren B) blokkeert voornamelijk β1 receptoren 2. Hartfalen B; B+C; A+C 3. ernstig oedeem op andere basis (levercirrhose, nefrotisch syndroom) B+C 1. angina pectoris 2. hypertensie 3. bepaalde arytmieën. Sommige bij: 1. sec. prev. MI 2. stab. Chr. Hartfalen. Profylaxe migraine A) hypokalemie, urinezuur verhoging Glucose verhoging Lipiden gering verhoogd. B) idem a, maar geringer. C) hyperkalemie Spironolacton Steroïden ZEER ERNSTIG: JICHT! A) Dyspnoe, Provocatie van astma aanvallen, verslechtering van perifere circulatie, bronchospasmen, prikkelgeleidingstoornissen, orthostatische hypotensie, hypoglykemie. B) bovengenoemde gelden nauwelijks voor selectieve β-blokkers. Worden geremd door NSAID. I.c.m. ACE remmer een grote kans op hyperkalemie. Niet geven bij reeds bestaande jicht klachten. Contra indicatie: COPD K+ en nierfunctie bepalen. Nierf. <50% : B Bij ouderen voorzichtig starten. Stoppen bij koorts, braken, warme omgeving. letten op K+ Klaring : lever Dus leverfunctie moet goed zijn.

2 3. RAS-remmer Gaan de diverse effecten 1. Hartfalen A/B van angiotensine II tegen. A) ACE- Remmers lisinopril 10mg/dag B) AT1 antagonisten irbesartan 150mg/dag A) Gaat de omzetting van ATI in ATII tegen en remt de afbraak van bradykinine, doordat het ACE remt. Remt fibrose vorming, verlaagd de pre en afterload. B) blokkeren selectief de AT1-receptor en remmen zo de werking van ATII Ze hebben GEEN invloed op de hoeveelheid bradykinine. 2. asympt.- linkerventrikeldisfunctie. A 3. sec. prof. Na acuut MI A 4. Hypertensie A/B 5. Afremming van progressie van div. nieraandoeningen. A /B A)orthostatische hypotensie Prikkelhoest, afname van nierfunctie, hypoglykemie, hyperkalemie, allergische huidreacties. B) Prikkelhoest komt minder frequent voor, angio-oedeem, Kaliumsparende diuretica kunnen het effect op de kaliumspiegel vergroten. Het risico op hyperkalemie wordt tevens groter bij β- blokker en aldosteronantagonist, NSAID. ACE-remmer i.c.m. diuretica kan hypotensie vergoten. Bij oudere patiënten, vnl bij hartfalen met een lage dosis beginnen. Bij gebruik van NSAID i.c.m. nierfunctie controleren. ACE: START LOW AND GO SLOW! 6. asympt. Linkerventrikelhypertrofie. B

3 4. Calcium antagonisten Remmen de calcium Hoofdpijn, flushing, instroom in de cel. duizeligheid. A) calciuminstroom blokkerende middelen -Fenylalkylaminen ( verapamil) -Benzothiazepinen (diltiazem) - dihydropyridineverbindingen Amlodipine 10mg/dag A) blokkeren de instroom van calcium via de langzame calciumkanalen. En verminderen de binnenkomst van extracellulair calcium. Ze hebben GEEN invloed op de serumcalciumconcentratie. - Dihydropyridinen hebben vooral een vaatverwijdende werking. Verapamil en diltiazem negatief- inotroop, - dromotroop, - chronotroop. Diltiazem, heeft een sterkervaatverwijdend effect dan verapamil, maar geringere invloed op de AV-geleiding. Verapamil werkt vooral op het hart. (pacemakercellen/ AV-geleiding) Algemeen: 1. Angina Pectoris 2. hypertensie Ook: Na SAB ter voorkoming van cerebrale ischemie (dihydropyridine) Na MI ter voorkoming van herinfarct als β- blokker gecontraindiceerd is. (verapamil) Bij bepaalde arytmieën (verapamil) Ziekte van Raynaud (dihydropyridine) Hypotensie, licht hartkloppingen, maagdarmklachten, enkeloedeem. Oesofagale reflux Verapamil en diltiazem: bradycardieën, geleidingstoornissen. Verapamil: hartfalen, obstipatie Voorzichtig bij combinatie met β- blokker en verapamil/diltiazem, er kunnen hypotensie, hartfalen en geleidingstoornissen ontstaan. Verdacht zijn op overdosering, i.v.m. de bijwerkingen.

4 5. nitraten Hoofdpijn, isosorbidedinitraat 20 mg/dag nitraattolerantie, 6. Hartglycosiden. - digoxine 0.25mg/dag Direct vaatverwijdend effect op de veneuze vaten en de coronaire vaten. Worden in de vaatwand omgezet tot NO. Activeert guanylaatcyclase, waardoor de cgmp-concentratie toeneemt en de vaatverwijding optreedt. Remt de plaatjes adhesie en aggregatie. In een ischemisch hart zorgt het voor residtributie van de doorbloeding t.g.v. de ischemische gebieden. Verbeterd de gevoeligheid van de baroreceptor. (vagale tonus neemt toe en de sympaticus wordt geremd) Verbetert de inspanningstolerantie, positief inotroop (verbetert de contractiliteit door remming van Na+/K+ ATPase. 1. angina pectoris. 2. hartfalen dat onvoldoende reageert op diuretica, aceremmers en hartglycosiden. 3. acuut hatfalen. 1. (chronisch) hartfalen. 2. ritmestoornissen (m.n. Boezemfibrileren/ fladderen.) Ventriculaire en supraventriculaire ritmestoornissen voornamelijk: - ventriculaire extra systolie - nodale tachycardie - AV-blok Misselijkheid, braken, visusstoornissen. Diaree, zwakte, apathie, vermoeidheid, duizeligheid, verwardheid, delirium, psychose. Gelijktijdig gebruik met sildenafil vanwege versterking van het hypotensieveeffect en het risico op cardiovasculaire complicaties. Hartinsufficientie bij acuut myocardinfract of door cor pulmonale. Hypokalemie Asymmetrisch behandelen om tolerantie te voorkomen. Vrouwen hebben sneller een hoge digoxinespiegel.

5 7. membraanstabiliserende middelen Maag-darmklachten Niet combineren! Hebben een vertragende resp. normaliserende invloed op de sinusknoop; AV-geleiding; refractaire periode. Arrhytmieën (vnl. levensbedreigende ventriculaire tachycardie) 8. middelden die de duur van de actiepotentiaal verlengen. 9. lipiden verlagende middelen. A) Cholesterolsyntheseremmers Rondgaande prikkel wordt geblokkeerd door verlenging van de refractaire periode. Kunnen een verhoogd lipiden gehalte in het bloed verlagen. A) remmen HMG-CoAreductase, het enzym dat de snelheid bepaald van de cholesterolsynthese. Hierdoor worden de LDL receptoren in de lever gestimuleerd, waardoor meer LDL uit de Tachycardieën met een continu rondlopend prikkelfenomeen. Hypercholesterolemie Hypertriglyceridemie Gecombineerde hyper lipidemie Preventie van cardiovasculaire morbiditeit (A) Secundaire Hyper/hypo thyroïdie, fotosensibilisatie van de huid, hepatitis, pulmonale toxiciteit, neuromyopathie Myopathie, rhabdomyolysis, acute nierinsufficientie, (A) Maag-darm stoornissen (B) Obstipatie (C) Flush, hartkloppingen (D) Combinatie met β- blokkers of verapamil wordt ontraden. Verhoogt de plasmaspiegel van digoxine, en versterkt de werking van coumarine-derivaten. Bedacht zijn op bradycardie.

6 B) Fibraten C) Galzuurbindende harsen D) Cholesterolabsorptieremmers E) Nicotinezuuranalogen. bloedbaan wordt weggevangen. B) Reduceren het triglyceride gehalte. Ze remmen de synthese van VLDL in de lever, en stimuleren de afbraak. C) Wisselen chloride uit tegen galzuren in de darm en blokkeren hiermee de enterohepatische kringloop. Er wordt extra cholesterol gebruikt voor de synthese van galzuren. D) Remt selectief de opname van cholesterol via de dunne darm. E) Remt de perifere lipolyse, waardoor minder vrije vetzuren in de lever beschikbaar komen voor omzetting in triglyceriden. preventie bij MI (A)

7 10. trombocyten Gaan de vorming en groei aggregatieremmers. van trombi tegen. 1) Acetylsalicylzuur (100mg/dag) 2) Clopidogrel (200mg 2x / dag) 1) remt de vorming van prostaglandine tromboxaan A2. 2) blokkeert de ADP receptor in het bloedplaatje. 11. Coumarinederivaten. Remmen de vorming van fibrine door trombine, doordat ze een functioneel defect van de vitamine K afhankelijke stollingsfactoren in de lever veroorzaken door competitieve verdringing van vit. K Secundaire preventie van arteriële trombose Secundaire preventie MI Behandeling acuut coronair syndroom Stabiele AP Preventie vasculaire ischemische complicaties bij een symptomatischeatherosclerotische aandoening. Diep veneuze trombose Trombose profylaxe. Boezemfibrilleren Kunstkleppen Acuut hartinfarct Doorgemaakt hartinfarct Aneurysma Perifeer arterieel vaatlijden Coronaire bypass operatie. Maag-darmbloedingen Bloedarmoede Overgevoeligheidsreacties Verlengde bloedingstijd. Ernstige bloedingen Necrose van de huid Hepatitis Overgevoelingheid voor salycylzuur verbindingen. Hemorhagisch herseninfarct Nier/lever insufficiëntie. Geneesmiddelen die de coumarine werking sterk potentieren, of verminderen. Niet tegelijk met acetylsalicylzuur geven. Bedacht zijn op bloedingen. Ernstige hypertensie. Recent bloedig CVA is gecontraïndiceert.

8 Groep Achtervoegsel medicatie. Enkele medicamenten die hieronder vallen (generieke naam) Diuretica Thiaziden - ide Hydrochloorthiazide. Lisdiuretica - ide Furosemide Kaliumspaarders Triamtereen. Bètablokkers Selectieve Niet selectieve RAS-remmers ACE remmers AT1 antagonisten Calcium antagonisten Fenylalkylaminen Benzothiazepinen Dihydropyridine-verbindingen - lol - pril - sartan Atenolol Propanolol Captopril Irbesartan Gebruikelijke dagdosering mg/dag 40mg/dag mg/ 1 of 2 dagen. 50 mg/dag 40mg/ 3x p. dag 6.25mg/ 3x p. dag 150 mg/dag - pamil - zem - dipine Verapamil Diltiazem Nifedipine 80mg/ 3 á 4 x p. dag 60mg/ 3 á 4 x p. dag 10mg/ 3 á 4 x p. dag Nitraten -Nitraat of nitro- Nitroglycerine 1-2 spray dosis (max 3 a.e) Hartglycosiden Digoxine Digoxine mg/dag membraanstabiliserende Flecaïnide 200mg/dag middelen middelden die de duur van de Amiodaron mg/dag actiepotentiaal verlengen. lipiden verlagende middelen. Cholesterol-syntheseremmers Fibraten Galzuurbindende harsen Cholesterolabsorptieremmers Nicotinezuur analoge - statine - fibraat Simvastatine Bezafibraat Colestyramine Ezetimibe Acipimox 20-40mg/dag 400mg/dag gr /dag 10mg/dag 250mg/ 2x p. dag Trombocytenaggregatieremmers Acetylsalicylzuur 80mg/dag Coumarinederivaten. Acenocoumarol 1-8mg/dag

9 Middelen bij coronaire aandoeningen: - nitraten - β-receptorblokkerende sympathicolytica - calciumantagonisten Middelen bij Hartfalen: - ACE-remmers - Diuretica - Hartglycosiden - Nitraten Antihypertensiva: Anti-arrhytmica: - β-receptorblokkerende sympathicolytica - diuretica - ACE-remmers - Calciumantagonisten - Selectieve α1-receptorblokkerende sympathicolytica doxasizine 4 mg/dag - Direct werkende vasodilatantia minoxidil 10mg 1-3x/dag - Centrale antihypertensiva a-methyldopa 250mg/ 1-3x/dag wordt vooral gegeven bij zwangeren. - membraanstabiliserende middelen (klasse I) - β-receptorblokkerende sympathicolytica (klasse II) - middelen die de duur van de actiepotentiaal verlengen (klasse III) - Calciumantagonisten (verapamil dilthiazem) (klasse IV) Middelen bij perifere doorbloedingsstoornissen: Fenomeen van Raynaud: - nifedipine (calcium antagonist) - prazosine (selectieve α1-receptorblokkerende sympathicolytica) claudicatio intermittens: - is er niet, enkel symptoom bestrijding.