Bs, juridische aangelegenheden Mr. A.M.I. Lambregts. Technische vragen Marcel Janssen Tel.:

Transcriptie

1 Raad Voorstel DM-nr. 2008/22581 Datum: Versie: 2 Tweejaarlijkse evaluatie van het cameratoezicht op de Mandelabrug Verantwoordelijk Portefeuille Weth. Mr. P.J.M. Van Domburg Mede verantw. Drs. J.B. Waaijer Gemeentesecretaris drs. J. Dijkstra Hoofdafdeling Bs, juridische aangelegenheden Mr. A.M.I. Lambregts Technische vragen Marcel Janssen Tel.: m.j.janssen@zoetermeer.nl Kenmerken Financieel Personeel Juridisch Geheim Communicatie Ja Nee Nee Nee Nee Behandelschema College Burgemeester en Wethouders rc Burger en Bestuur Gemeenteraad Bijlage(n) - Bijgevoegd Begrotingswijziging - Leeskamer ter inzage Camera's op de Nelson Mandelabrug, Evaluatie veiligheidsbeleving Via RIS beschikbaar Samenvatting In 2003 is op de Mandelabrug cameratoezicht in het openbaar gebied geïmplementeerd. Om de effectiviteit te meten wordt om de twee jaar een evaluatie gehouden. Deze notitie bevat de evaluatie van Belangrijkste conclusies van de evaluatie zijn de volgende: 1. Uit de gegevens van de politie blijkt dat het aantal overlastgevende of criminele incidenten is gestabiliseerd, 2. uit de gegevens van de Geïntegreerde Monitor Centrale (waar de beelden van de camera s worden uitgekeken) blijkt dat het aantal overlastgevende of criminele incidenten ten opzichte van de voorgaande jaren is toegenomen, 3. De subjectieve veiligheidsgevoelens zijn onder passanten van de Mandelabrug toegenomen, 4. De subjectieve veiligheidsgevoelens van alle Zoetermeerse inwoners zijn toegenomen. Dus ook daar waar geen cameratoezicht is.

2 Het college stelt de raad voor het cameratoezicht voort te zetten. De belangrijkste redenen om dit te doen zijn: 1. Uit de enquête onder passanten van de Mandelabrug blijkt dat steeds meer mensen van mening zijn dat het veiligheidsgevoel door het cameratoezicht toeneemt, 2. het cameratoezicht heeft een preventieve werking, 3. de kans is erg groot dat na het stopzetten van het cameratoezicht de vernielingen en de overlast toenemen. Voortzetting van het cameratoezicht heeft financiële gevolgen. De camera s zijn in 2009 afgeschreven. Het college stelt de raad voor een krediet van ,55 euro voor de vervanging in 2009 beschikbaar te stellen. Raadsvoorstel: maart

3 Raadsbesluit Tweejaarlijkse evaluatie van het cameratoezicht op de Mandelabrug De raad van de gemeente Zoetermeer; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 november 2008; besluit 1. Het cameratoezicht op de Mandelabrug voort te zetten, 2. akkoord te gaan met de vervanging van de camera s op de Mandelabrug, 3. voor de vervanging van de camera s in 2009 een krediet van ,55 euro beschikbaar te stellen en de structurele lasten te dekken uit de stelpost vervangingsinvesteringen Mandelabrug. Dit besluit treedt in werking twee weken na de bekendmaking daarvan, tenzij over de onderdelen 1 en/of 2 van dit besluit een inleidend verzoek tot het houden van een referendum wordt gedaan. Over beslispunt 3 van dit besluit is geen referendum mogelijk, omdat het een begrotingswijziging betreft. Vastgesteld in de openbare vergadering van 8 december 2008 de griffier, de voorzitter, Raadsvoorstel: adviesnummer 27 maart

4 Procesinformatie Programma 7 Veiligheid Aard voorstel Evaluatie/Rapportage Behandeling Beeldvorming Oordeelsvorming Besluitvorming Fase van het proces Eerdere besluitvorming 4

5 Toelichting Aanleiding In 2003 is op de Mandelabrug cameratoezicht in het openbaar gebied geïmplementeerd. De camera s staan zeven dagen in de week, vierentwintig uur per dag aan. Het uitkijken van de beelden vindt plaats op de Geïntegreerde Monitor Centrale (GMC). Deze bevindt zich op het hoofdbureau van politie Haaglanden in Den Haag. Daar worden ook de camera s van andere gemeenten uit de regio uitgekeken. De beelden worden gedurende zeven dagen bewaard. Het is wettelijk toegestaan de beelden een maand te bewaren. Maar dit is vanwege het gebrek aan opslagcapaciteit niet mogelijk. Om de effectiviteit van het cameratoezicht te bepalen wordt om de twee jaar een evaluatie gehouden. Op grond van de evaluatie wordt bepaald of voortzetting van het cameratoezicht wenselijk is. Het onderzoek dat als basis dient voor de evaluatie richt zich op het bepalen van zowel de objectieve als de subjectieve veiligheid. Bij de objectieve veiligheid worden de daadwerkelijke misdaadcijfers geïnventariseerd. Hoeveel diefstalen, hoeveel berovingen, hoeveel mishandelingen etc. vinden plaats. Voor het bepalen van deze objectieve veiligheid is gebruik gemaakt van de gegevens die de politie in haar registratiesysteem Genesys opslaat. Daarnaast is de incidentenregistratie van de GMC gebruikt om de objectieve veiligheid vast te stellen. In het geval van de subjectieve veiligheid gaat het om de gevoelens die de mensen hebben ten aanzien van de veiligheidsbeleving in hun leefomgeving. Om deze subjectieve veiligheidsgevoelens te achterhalen is een enquête onder de passanten van de Mandelabrug gehouden. Gedurende één week in de maand mei zijn de passanten ondervraagd over hun veiligheidsbeleving en aanverwante zaken. In totaal hebben 549 mensen meegewerkt aan het onderzoek. Context Dit jaar is de derde evaluatie gehouden. De eerste evaluatie heeft in 2004, de tweede evaluatie in 2006 plaatsgevonden. Hieronder volgen ter herinnering in het kort de conclusies van de eerste twee evaluaties. Conclusies evaluatie Objectieve veiligheid Het aantal incidenten is afgenomen. Opvallend is dat het merendeel van de incidenten die zijn afgenomen, betrekking heeft op overlastgevende jongeren of hangjongeren. Het aantal door de GMC geregistreerde incidenten bedroeg 48. In totaal zijn er 14 aanhoudingen naar aanleiding van de beelden geweest. 2. Subjectieve veiligheid In 2004 was het percentage ondervraagden dat zich veilig voelt 74%. De gevoelens van onveiligheid is voor het merendeel van de passanten na invoering van het cameratoezicht niet veranderd. 63% van de ondervraagden die zowel vóór als ná de invoering op de Mandelabrug komen voelt zich veiliger noch onveiliger. Er zijn summiere aanwijzingen dat het veiligheidsgevoel bij de ondervraagden door de komst van de camera s is toegenomen. De ondervraagden verwachten dat door de komst van de camera s de veiligheid toeneemt en de criminaliteit afneemt. Het is voorstelbaar dat door de camera s de overlast en de criminaliteit zich naar de omgeving van de brug verplaatst. Over deze zogenaamde verplaatsingseffecten van de criminaliteit en de overlast valt weinig te zeggen. 5

6 Harde conclusies over de effectiviteit van het cameratoezicht zijn niet mogelijk. Mede door andere factoren als de verplaatsing van het kermisterrein. Deze verplaatsing zou ook een reden voor de afname van de criminaliteit en overlast op en rondom de Mandelabrug kunnen zijn. Conclusies evaluatie Objectieve veiligheid Sinds de invoering van het cameratoezicht zijn er minder incidenten geregistreerd. Preventief en repressief heeft cameratoezicht effect. Met name het aantal registraties van overlastincidenten en hinderlijke jeugdincidenten is afgenomen. Dit wijst op een preventieve werking van het cameratoezicht. De objectieve veiligheid is toegenomen. 2. Subjectieve veiligheid Het percentage ondervraagden dat zich veilig voelt bedraagt 70%. Voor 56% van de ondervraagden heeft cameratoezicht geen invloed op hun veiligheidsbeleving. 54% van de ondervraagden meent dat het cameratoezicht helpt om de veiligheid te verbeteren. In 2004 bedroeg dat percentage nog 69%. Aangezien in 2001 sprake was van een percentage van 81% neemt het vertrouwen in cameratoezicht aanzienlijk af. Het cameratoezicht wordt met twee jaar verlengd. Tot aan de evaluatie van Huidige situatie - probleem - analyse Voordat de data geïnterpreteerd worden is het van belang het volgende op te merken. Het bureau Regioplan Beleidsonderzoek heeft in opdracht van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties een onderzoek gedaan naar het effect van het cameratoezicht in heel Nederland. Daartoe zijn de evaluaties van diverse gemeenten die cameratoezicht kennen tegen het licht gehouden. Eén van de conclusies van dit bureau is dat over de effectiviteit van het cameratoezicht geen spijkerharde conclusies te trekken zijn. Dit komt omdat een zogenaamde controlegroep ontbreekt. Van belang is ook dat veel gemeenten andere maatregelen hebben genomen om de veiligheid te verbeteren. Daardoor is niet te bepalen of een eventuele verbetering van de objectieve en/of subjectieve veiligheid specifiek te danken is aan het cameratoezicht. 1 In deze evaluatie wordt op drie manieren getracht dit gegeven enigszins te neutraliseren. De eerste manier is het gebruiken van de gegevens van de twee vorige evaluaties. Daardoor wordt een langetermijn ontwikkeling zichtbaar. De tweede manier is om het gebied rondom de Mandelabrug als een controlegebied te beschouwen. Dit gebied bestaat uit het Plein van de Verenigde Naties en het Kinderen van Versteegplein. Ook hier zijn criminaliteit- en overlastgevens van bekend. Complicerende factor is dat de evaluatie in het jaar 2006 in de maand september heeft plaatsgevonden. De evaluatie van 2004 en de evaluatie van 2008 vonden in de maand mei plaats. In de maand september is het eerder donker. Dit feit kan de beantwoording van de vragen die aan de avondpassanten worden gesteld beïnvloeden. De derde manier is het gebruik van de algemene gegevens over criminaliteit en vandalisme in geheel Zoetermeer. Maar bij toepassing hiervan is enige voorzichtigheid op zijn plaats. De cijfers die betrekking hebben op geheel Zoetermeer kunnen niet als volwaardig vergelijkingsmateriaal dienen. De onderliggende onderzoeksmethode is zo goed als zeker verschillend van de onderzoeksmethode die voor de evaluatie van de Mandelabrug wordt gebruikt. De vergelijking 1 Evaluatie cameratoezicht op openbare plaatsen. Eénmeting (Amsterdam, 2007) pag. 30. Ook in de Tweemeting wordt gerefereerd aan de gebrekkige waarde van de evaluties. Evaluatie cameratoezicht op openbare plaatsen. Tweemeting (Amsterdam, 2008) pag. 2 en 40. 6

7 tussen de Mandelabruggegevens en de gegevens die betrekking hebben op geheel Zoetermeer kan geen definitieve conclusies opleveren. Objectieve veiligheid op de Mandelabrug Uit de gegevens van de politie blijkt dat het aantal criminele of vernielzuchtige incidenten dat op de Mandelabrug wordt geregistreerd enigszins is gestabiliseerd. De dalende trend die was ingezet, is voortgezet. (Zie tabel 1.) Het misdrijf dat de grootste afname laat zien is fietsendiefstal. Opmerkelijk is dat er geen enkele overlast van hinderlijke jeugd meer wordt gesignaleerd. Verder valt op dat het aantal incidenten in het jaar ná invoering van het cameratoezicht is toegenomen. In 2003 bedraagt het aantal incidenten 39, in het jaar 2004 was dit aantal gestegen naar 59. Dit kan ermee te maken hebben dat het cameratoezicht in 2004 nog niet algemeen bekend was. Daardoor had het cameratoezicht nog geen afschrikwekkende werking. Tabel 1: Gegevens politie: incidenten (selectie) alleen op de Nelson Mandelabrug INCIDENT 2003 (mei april 2003) (januarimei) Bedreiging 1 2 Bezit van wapens en munitie 1 2 Diefstal/verduistering van (brom)fiets Graffiti 1 1 Mishandeling Overig eenvoudige diefstal/verduistering Overige openbare orde Overige ruzie (buiten) 1 Overlast: drankgebruik Overlast: hinderlijke jeugd Overlast: vuurwerk 1 Overlast: overig Straatbrand 1 Straatroven Vechtpartij 1 Vernieling/openlijk geweld Zakken-/tassenrollerij Zedendelicten 4 1 TOTAAL N.B. Niet alle incidenten zijn in dit overzicht opgenomen. Alleen die incidenten die duidelijk te maken hebben met criminaliteit en openbare orde en veiligheid zijn vermeld. Incidenten die op grond van dat criterium wegvallen zijn bijvoorbeeld een onwel persoon en gevonden goederen. Ook voor het gebied rondom de Mandelabrug, daar waar geen cameratoezicht is, geldt dat het aantal geregistreerde incidenten is afgenomen (tabel 2). Van een uitwaaiereffect van de vernielzuchtige en criminele activiteiten is geen sprake. Dat het aantal misdaden/ vernielingen in het gebied rondom de Mandelabrug afneemt kan tot twee mogelijke conclusies leiden. De eerste is dat cameratoezicht geen direct effect heeft op de afname van het aantal incidenten. Het aantal incidenten neemt sowieso af, ongeacht of er camera s hangen of niet. Want zowel op 7

8 de Mandelabrug (met camera s) als in het gebied rondom de Mandelabrug (geen camera s) neemt het aantal incidenten af. De andere mogelijke conclusie is dat de potentiële daders/vandalen denken dat de camera s ook het gebied rondom de Mandelabrug bestrijken en daarom in dat gebied minder misdaden/vernielingen plegen. Het is zonder nader onderzoek niet vast te stellen welke conclusie de juiste is. Tabel 2: gegevens politie: incidenten (selectie) rondom de Nelson Mandelabrug INCIDENT (januarimei) Bedreiging Bezit van wapens en munitie 1 Diefstal/verduistering van (brom)fiets Graffiti 1 Mishandeling Overig eenvoudige diefstal/verduistering Overige openbare orde 2 5 Overige ruzie (buiten) 2 Overlast: drankgebruik Overlast: hinderlijke jeugd 1 Overlast: vuurwerk 1 1 Overlast: overig Straatbrand 1 1 Straatroven Vechtpartij Vernieling/openlijk geweld Zakken/tassenrollerij 1 2 Zedendelicten 4 TOTAAL N.B. Niet alle incidenten zijn in dit overzicht opgenomen. Alleen die incidenten die duidelijk te maken hebben met criminaliteit en openbare orde en veiligheid zijn vermeld. Incidenten die op grond van dat criterium wegvallen zijn bijvoorbeeld een onwel persoon en gevonden goederen. De gegevens van de GMC laten een ander beeld zien dan de politiegegevens. Tot aan 2007 daalt het aantal door de camera s geregistreerde incidenten (tabel 3). Deze dalende trend is in 2007 gekeerd. In dat jaar is het aantal geregistreerde incidenten aanzienlijk toegenomen. De toename doet zich met name voor bij de categorieën overlast en vernieling. Voor de categorie diefstal met geweld geldt dat het jaar 2006 een uitzondering was. In dat jaar zijn er voor deze categorie geen incidenten geregistreerd. In 2007 zijn 4 diefstal met geweld incidenten met de camera s opgenomen. Daarmee is het niveau van 2005 weer bereikt. Ook is het aantal overlastincidenten in 2007 verdubbeld ten opzichte van Tabel 3: gegevens Geïntegreerde Monitor Centrale INCIDENT (januari tot en met mei) Drugs/alcohol Overlast

9 INCIDENT (januari tot en met mei) Geweld Diefstal/heling Diefstal met geweld Vernieling Wapen en munitie Verdachte omstandigheden Zeden 1 Inbraak 2 Brand Gesignaleerd persoon Overig 6 3 TOTAAL N.B. Niet alle incidenten zijn in dit overzicht opgenomen. Alleen die incidenten die duidelijk te maken hebben met criminaliteit en openbare orde en veiligheid zijn vermeld. Incidenten die op grond van dat criterium wegvallen zijn bijvoorbeeld een onwel persoon en gevonden goederen. In de twee vorige evaluaties is expliciet melding gemaakt van de redenen waarom de politiegegevens afwijken van de data van de GMC. Dat waren de volgende: Als de politie na een melding op de Mandelabrug komt en er is in geen velden of wegen meer een verdachte te vinden, wordt deze melding niet in de politiestatistieken opgenomen. In de GMC is zo n incident wel geregistreerd, De politie kan meldingen als non-incident bestempelen, Als gevolg van prioriteitenstellingen kan de politie besluiten een incident te negeren. Dit incident verschijnt dan niet in de politiestatistieken. Dit impliceert dat de gegevens van de GMC een betrouwbaardere weergave van de werkelijkheid geven dan de politiegegevens. De gegevens van de GMC laten namelijk zien wat er daadwerkelijk is gebeurd. Zij vormen een objectieve weergave. Aangezien de politie gegevens uit de registratiesystemen weg kan laten, geven zij een minder waarheidsgetrouw beeld. Het aantal aanhoudingen op basis van de GMC is te vinden in tabel 4. De trend is gelijk aan die van het aantal geregistreerde incidenten: een dalend verloop tot en met 2006, daarna een stijging. Waarschijnlijk wordt het aantal aanhoudingen in 2008 hoger. Tabel 4: Aantal aanhoudingen op grond van de GMC t/m mei Totaal aantal aanhoudingen De derde manier om deze evaluatie in een breder perspectief te plaatsen is het bestuderen van het totaal aantal in Zoetermeer geregistreerde misdrijven. Zoals uit tabel 5 blijkt vertoont het aantal misdaden een wisselend verloop. Van 2001 tot en met 2004 daalt het aantal misdrijven. In het jaar 2005 stijgt het aantal misdrijven, om vervolgens in 2006 te dalen. In het laatste jaar 9

10 waarvan de cijfers bekend zijn, 2007, stijgt de geregistreerde criminaliteit weer. Van een dalende noch van een stijgende trend is op grond van deze cijfers sprake. Positief is dat het aantal registraties uit 2007 nog altijd lager is dan in het topjaar Tabel 5: geregistreerde misdrijven Zoetermeer Totaal aantal geregistreerde misdrijven Bron: Wijkveiligheidsscan Bureau Zoetermeer (Politie Haaglanden, 2007) Subjectieve veiligheid op de Mandelabrug Het percentage ondervraagden dat zich veilig voelt op de Mandelabrug is redelijk constant. De evaluatie van zowel 2004 als 2008 geeft een percentage van afgerond 74% van de ondervraagden dat zich door cameratoezicht veiliger voelt. Alleen in 2006 is dat percentage gedaald naar 70%. Dat heeft waarschijnlijk te maken met het feit dat de enquête in 2006 in september is gehouden. In september/oktober worden de dagen al korter. En dat gegeven lijkt invloed te hebben op de antwoorden. Diezelfde conclusie over de periode van enquêteren kan worden getrokken als wordt gekeken naar het effect dat de camera s hebben op de verbetering van de veiligheid. In 2004 was 69,2% van de ondervraagden van mening dat camera s zorgden voor een verbetering van de veiligheid, in 2008 bedroeg dit percentage 63%. In 2006 was echter 54,7% van mening dat camera s helpen. Opvallend is wel dat het percentage ondervraagden dat van mening is dat camera s niet helpen om de veiligheid te verbeteren ten opzichte van 2004 niet is gedaald. Het aantal mensen dat zich nooit veilig voelt is, opmerkelijk genoeg, aanzienlijk toegenomen. Sterker nog, dit percentage vertoont een stijgende lijn. In 2004 voelde 1,4% zich nooit veilig, in 2008 is dat percentage gestegen naar 3,9%. Tabel 6: Veiligheidsgevoelens op de Mandelabrug EVALUATIE EVALUATIE EVALUATIE 2008 Veiligheidsgevoelens - Voelt zich altijd veilig 74% 70% 76,2% - Voelt zich niet altijd veilig 22% 22% 16,6% - Voelt zich nooit veilig 1,4% 1,8% 3,9% - Weet niet 2,4% 7,8% 3,3% Verandering veiligheidsgevoel als gevolg van cameratoezicht - Voelt zich veiliger 35,4% 36% 43,3% - Voelt zich onveiliger 0,5% 1,2% 1,8% - Voelt zich veiliger, noch onveiliger 62,5% 56,2% 53,6% Effect camera s op verbetering veiligheid - Camera s helpen 69,2% 54,7% 63% 10

11 EVALUATIE 2004 EVALUATIE 2006 EVALUATIE Camera s helpen niet 15,4% 26,6% 24,5% - Weet het niet 15,4% 18,7% 12,5% Een positief punt is dat het percentage respondenten dat zich veiliger voelt een stijgende lijn vertoont. Een kanttekening is daarbij op zijn plaats. Het is namelijk niet helemaal zeker of deze afname op zichzelf genomen te danken is aan het cameratoezicht. Als wordt gekeken naar de subjectieve veiligheidsbeleving van de gehele Zoetermeerse bevolking blijkt dat het percentage inwoners dat zich vaak, of wel eens onveilig voelt is afgenomen (tabel 7). In 2003 bedroeg dat percentage nog 55,1%, in 2007 was dat percentage gedaald naar 32,1%. Indien dit betekent dat in ,9% van alle Zoetermeerse burgers zich veilig voelt, is dit percentage wel lager dan het percentage ondervraagden dat zich op de Mandelabrug (tijdens het onderzoek in 2008) veilig voelt. Dat is namelijk 76,2%. 2 Tabel 7: subjectieve onveiligheidsgevoelens in geheel Zoetermeer Voelt zich wel eens 49,3% 39,4% 34,2% 27,3% onveilig - Voelt zich vaak onveilig 5,8% 8,7% 4,4% 4,8% Totaal percentage onveiligheidsgevoelens 55,1% 48,1% 38,6% 32,1% Bron: Wijkveiligheidsscan Bureau Zoetermeer (Politie Haaglanden, 2007) Niet alleen in Zoetermeer, ook in de hele regio Haaglanden daalt het percentage mensen dat zich vaak of wel eens onveilig voelt. Was dat in percentage in 2003 nog 51,6; in 2007 was dat percentage gedaald naar 30,2. De trend is duidelijk: de onveiligheidsgevoelens nemen af. Tot slot is het niet onbelangrijk om te vermelden dat de voornaamste reden voor onveiligheidsgevoelens de aanwezigheid van hangjongeren is. Maar liefst 70% beschouwt de aanwezigheid van hangjongeren als de belangrijkste reden voor het zich onveilig voelen. Dat was ook al het geval bij de evaluaties van 2006 (62,2%) en 2004 (70,7%). 3 Oplossingen - voorstel - keuzes Conclusie objectieve veiligheid Uit de politiegegevens blijkt dat het aantal geregistreerde incidenten sinds de invoering van cameratoezicht is afgenomen en zich heeft gestabiliseerd op een niveau van ongeveer 20 incidenten per jaar. Uit de gegevens van de GMC blijkt echter dat het aantal incidenten in het jaar 2007 een aanzienlijke stijging vertoont ten opzichte van het aantal incidenten dat in het jaar daarvoor met de camera s is geregistreerd. De conclusie als zou cameratoezicht direct verantwoordelijk zijn voor een afname van de criminaliteit is op grond van de objectieve criminaliteits- en vandalismegegevens van politie en GMC niet zonder meer te trekken. De cijfers laten geen éénduidig beeld zien. Dat de camera s geen effect hebben valt echter ook niet te bewijzen % - 32,1% (het percentage dat zich onveilig voelt) = 67,9%. 3 Bij deze percentages zijn de respondenten die niet van toepassing hebben geantwoord niet in de berekening meegenomen. 11

12 Conclusie subjectieve veiligheid Het percentage ondervraagden dat zich op de Mandelabrug veilig voelt is in 2008 ten opzichte van het jaar 2004 met meer dan 2% toegenomen. Dat cameratoezicht op zichzelf genomen leidt tot verbetering van de subjectieve veiligheid wordt ontkracht door het gegeven dat in Zoetermeer de subjectieve onveiligheidsgevoelens afnemen. In de gehele stad lijken de burgers zich veiliger te gaan voelen. Het percentage van alle inwoners van Zoetermeer dat zich vaak of weleens onveilig voelt is immers gedaald. Kortom: de conclusie dat cameratoezicht ertoe leidt dat de subjectieve onveiligheidsgevoelens afnemen is op grond van de nu bekende cijfers niet hard te maken. Het lijkt eerder zo te zijn dat cameratoezicht geen noodzakelijke voorwaarde is voor het afnemen van de subjectieve onveiligheidsgevoelens. Zonder cameratoezicht nemen die onveiligheidsgevoelens immers ook af. Een volgende evaluatie zal uitwijzen of deze conclusie standhoudt. Algemene conclusie Ondanks dat niet is aangetoond dat cameratoezicht voorwaardelijk is voor het verbeteren van de objectieve en subjectieve veiligheidsgevoelens, is het niet verstandig het cameratoezicht stop te zetten. Daarvoor zijn drie redenen te geven. De eerste is dat blijkt dat steeds meer respondenten van mening zijn dat het veiligheidsgevoel door het cameratoezicht groter wordt. Een dergelijk signaal mag niet genegeerd worden. De tweede reden is dat cameratoezicht een preventieve werking heeft. Mensen zijn terughoudender in hun handelen als zij weten dat camera s op hen zijn gericht. De derde reden is dat de kans erg groot is dat na het stopzetten van het cameratoezicht de vernielingen en de overlast toenemen. Een dergelijke conclusie trekt ook het onderzoeksbureau Regioplan Beleidsonderzoek in zijn evaluatie van het cameratoezicht in Nederland. 4 Het voorstel is om het cameratoezicht te continueren. Aangezien de lift aan de zijde van de wijk Rokkeveen al een aantal malen doelwit van vernielzucht is geweest, zal ook de lift met behulp van camera s worden bewaakt. Die camera s worden tegelijk met de te vervangen camera s aangebracht. Financiën De resultaten van de evaluatie zijn bepalend voor de vraag of het cameratoezicht wordt gecontinueerd. Indien het voorstel tot handhaving van het cameratoezicht wordt gevolgd, heeft dat een financiële consequentie. De camera s staan op de nominatie om te worden vervangen. Zij zijn in 2009 afgeschreven. Voor de vervanging is budget beschikbaar. Mocht de raad op grond van de resultaten van de evaluatie besluiten het cameratoezicht voort te zetten, dan wordt de raad gevraagd in stemmen met het beschikbaar stellen van de financiële middelen voor de vervanging van de camera s. Het gaat om een bedrag van ,55 euro. Dit bedrag valt binnen het voor vervanging beschikbare budget. Risico's en uitvoeringsvraagstukken Niet van toepassing Communicatie en participatie Niet van toepassing. Gehandicapten en andere doelgroepen (toegankelijkheid) Niet van toepassing 4 Evaluatie cameratoezicht op openbare plaatsen. Tweemeting (Amsterdam, 2008) pag

13 Rapportage en evaluatie Zie de paragraaf Huidige situatie-probleem-analyse. Besluit De raad voor te stellen: 1. Het cameratoezicht op de Mandelabrug voort te zetten, 2. akkoord te gaan met de vervanging van de camera s op de Mandelabrug, 3. voor de vervanging van de camera s in 2009 een krediet van ,55 euro beschikbaar te stellen en de structurele lasten te dekken uit de stelpost vervangingsinvesteringen Mandelabrug. Dit besluit treedt in werking twee weken na de bekendmaking daarvan, tenzij over de onderdelen 1 en/of 2 van dit besluit een inleidend verzoek tot het houden van een referendum wordt gedaan. Over beslispunt 3 van dit besluit is geen referendum mogelijk, omdat het een begrotingswijziging betreft. Begrotingswijziging Bijgevoegd. 13