2104 Noordhoff Uitgevers bv. Model v.o.f. overeenkomst

Transcriptie

1 Model v.o.f. overeenkomst De ondergetekenden: 1...., geboren op... te..., paspoortnummer... en thans wonende te..., hierna te noemen A en 2...., geboren op... te..., paspoortnummer... en thans wonende te..., hierna te noemen B A en B hierna gemeenschappelijk te noemen "de vennoten" in aanmerking nemende, dat partijen met elkaar een vennootschap onder firma wensen aan te gaan teneinde voor gezamenlijke rekening en onder een gemeenschappelijke naam het bedrijf van uit te oefenen, zijn overeengekomen als volgt: Artikel A en B gaan met ingang van met elkaar aan een vennootschap onder firma. 2. De vennootschap zal zijn gevestigd te onder de naam 3. Zij heeft ten doel het gezamenlijk en voor gemeenschappelijke rekening drijven van Artikel De vennootschap wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. 2. Ieder der vennoten heeft het recht de vennootschap met inachtneming van het in artikel 7 bepaalde door opzegging te beëindigen, mits deze opzegging geschiedt bij deurwaardersexploit of aangetekend schrijven, met inachtneming van een termijn van ten minste en niet anders dan tegen 3. Bij eenparig besluit (of: bij besluit van de meerderheid) van de overige vennoten kan - met voortzetting van de vennootschap tussen de overige vennoten - de vennootschap aan één vennoot worden opgezegd, wanneer van de overige vennoten (of een meerderheid daarvan) voortzetting van de samenwerking met die uit te stoten vennoot niet langer kan worden gevergd, zoals door ernstige wanprestatie van die vennoot, onverschillig door welke oorzaak, en wel met een opzeggingstermijn van maanden. Artikel Door de vennoten wordt in de vennootschap ingebracht: door A: a. het huurrecht van het pand aan de no. te b. de in voornoemd pand aanwezige voorraad, inventaris als anderszins behorende tot en deel uitmakende van de door hem aldaar gedreven, geschat door partijen op een waarde van ;

2 c. de sub b bedoelde onderneming met alle daartoe behorende saldi in kas en op de bank - en girorekening, vorderingen en rechten, boekhouding en administratie, alsmede relaties, een en ander door partijen geschat op, zulks onder de verplichting voor de vennoten de tot op heden bestaande schulden, drukkende op het tot op heden door A alleen uitgeoefende bedrijf, tot een bedrag van, voor hun rekening te nemen; door B: een som van in contanten. 2. Voorts brengen beide partijen hun volledig kennis, arbeid en vlijt in. 3. Met onderling goedvinden kunnen de vennoten ieder meer geld of meer en andere zaken en rechten in de vennootschap inbrengen. 4. Ieder der vennoten wordt voor zijn inbreng in geld of goederen op zijn rekening in de boeken der vennootschap gecrediteerd ten belope van het bedrag of de waarde daarvan. 5. Op iedere balans van de vennootschap moet het kapitaal der beide vennoten worden opgenomen, bestaande uit ieders inbreng ingevolge de leden 1 en 4 en uit de verhoging hiervan ingevolge lid 3 en ingevolge de in de vennootschap gelaten winst overeenkomstig artikel 10 lid 2. Artikel De vennoot, bij wie gelegen is de gewichtige reden als bedoeld in Artikel 7A:1684 BW, zal niet bevoegd zijn gedurende het bestaan der vennootschap, alsmede gedurende de eerste tien jaren na haar beëindiging, alleen of met anderen werkzaam te zijn, of geldelijk, of in welke andere vorm ook, rechtstreeks of zijdelings deel te nemen in een soortgelijk bedrijf, als het door deze vennootschap uitgeoefende, tenzij met goedvinden van de andere vennoot. 2. Ingeval van overtreding zal ten behoeve van de andere vennoot verschuldigd zijn een som van voor elke overtreding, welke som zal zijn verbeurd door de enkele overtreding alleen en onverminderd het recht van de andere vennoot op die grond de ontbinding der vennootschap te vorderen. 3. De beide vorige leden zijn van overeenkomstige toepassing in het geval van uitstoting, als bedoeld in artikel 2 lid 3, tenzij aan de uit te stoten vennoot geen ernstig persoonlijk verwijt kan worden gemaakt. Artikel 5. Ieder der vennoten is bevoegd voor de vennootschap te handelen en te tekenen, de vennootschap aan derden en derden aan de vennootschap te verbinden, alsmede gelden voor haar te ontvangen en uit te geven, met dien verstande, dat de medewerking van beide vennoten wordt vereist voor het aangaan van verbintenissen, het tekenen van handelspapier daaronder begrepen, de som of de waarde van te boven gaande, het verkrijgen, vervreemden, bezwaren, huren, verhuren en huuropzeggen van onroerende goederen, het aangaan van borgtochten, het in dienst nemen en ontslaan van personeel, het verlenen van procuratie (terwijl een verleende procuratie steeds door elke vennoot zelfstandig kan worden ingetrokken), het voeren van rechtsgedingen (met uitzondering van rechtsmaatregelen, die geen uitstel kunnen lijden, zoals korte gedingen en conservatoire beslagen) of het berusten in tegen de vennootschap aanhangig gemaakte vorderingen, het sluiten van dadingen en compromissen, het opdragen van de berechting van geschillen met derden aan scheidslieden.

3 Artikel 6. Ieder der vennoten is gerechtigd tot een vakantie van weken per jaar, waarvan de tijdstippen in onderling overleg zullen worden vastgesteld. Artikel Onverminderd het bepaalde in artikel 5 zullen de werkzaamheden der vennootschap door partijen in onderling overleg worden verdeeld. 2. Tijdens ziekte van één der vennoten zal de andere vennoot, al dan niet met behulp van derden, de werkzaamheden van de zieke vennoot waarnemen, die recht behoudt op zijn aandeel in de winst; de vennoten verbinden zich jegens elkaar om zich te verzekeren tegen de schade door winstderving door ziekte van één der vennoten, die langer dan drie maanden duurt tot een maximum van twee jaar; in geval van ziekte kan slechts na afloop van deze twee jaren gebruik gemaakt worden van het recht van opzegging van de overeenkomst, als bedoeld in artikel 2 lid 2. Indien de ziekte te wijten is aan de schuld van een derde, is het bepaalde in artikel 9 leden 5, 6 en 7 van toepassing. Artikel Het boekjaar der vennootschap valt samen met het kalenderjaar, behoudens het eerste boekjaar, dat lopen zal van de dag van aanvang der vennootschap tot het einde van het lopende kalenderjaar. 2. Binnen drie maanden na afloop van ieder boekjaar, gelijk mede bij beëindiging der vennootschap in de loop van enig boekjaar, worden de boeken der vennootschap afgesloten en worden een balans en een winst- en verliesrekening opgemaakt, welke stukken ten bewijze van hun goedkeuring en van wederzijdse decharge door beide vennoten zullen worden ondertekend binnen drie maanden na afloop van het boekjaar of de beëindiging der vennootschap. 3. Indien een der vennoten gedurende de termijn van een maand, nadat hij daartoe door de andere vennoot bij aangetekende brief zal zijn aangemaand, in gebreke is gebleven de in het vorige lid bedoelde ondertekening te doen geschieden, zal, tenzij hij binnen voormelde termijn zijn bezwaren bij aangetekende brief aan de andere vennoot heeft kenbaar gemaakt, de ondertekening door de ene vennoot voor beiden bindend zijn. Artikel Ter berekening van de jaarlijkse zuivere winst worden van de brutoverdiensten afgetrokken alle verliezen, bedrijfskosten (waaronder begrepen de onderhoudskosten van de auto's der vennoten) en afschrijvingen, een en ander bepaald overeenkomstig goed koopmansgebruik. 2. De afschrijvingen op goederen worden zoveel mogelijk bepaald tenminste op het bedrag, dat fiscaal toelaatbaar en bedrijfseconomisch wenselijk is. 3. Op de nettowinst, die resteert na aftrek van de in de leden 1 en 2 genoemde uitgaven en afschrijvingen, worden allereerst in mindering gebracht een rente van 5% over het kapitaal van ieder der vennoten, als bedoeld in artikel 3 en artikel 10, lid 2, welke rente als winstaandeel aan iedere firmant toekomt. 4. De resterende nettowinsten en -verliezen der vennootschap worden door de vennoten gelijkelijk ieder voor de helft genoten en gedragen, behoudens het hierna in de leden 5, 6 en 7 bepaalde. 5. Een vennoot heeft gedurende de periode, dat hij ten gevolge van een feit, zoals een verwonding, voor welks schadelijke gevolgen een derde aansprakelijk kan worden gesteld, niet in staat is zijn

4 werkzaamheden te verrichten, geen aanspraak op een aandeel in de winst; is een vennoot ten gevolge van voornoemd feit slechts in staat zijn werkzaamheden gedeeltelijk te verrichten, dan wordt zijn winstaandeel naar evenredigheid verminderd. 6. Indien de schade, die de overige vennoten lijden, doordat de winst van de vennootschap daalt door het tijdelijk uitvallen van de in lid 5 bedoelde vennoot ten gevolge van het aldaar genoemde feit, groter is dan het winstaandeel van deze vennoot, dat ingevolge het in lid 5 bepaalde alsdan toekomt aan de andere vennoten, dan wordt het excedent in mindering gebracht op het winstaandeel van de betrokken vennoot in enig jaar, waarin diens winstaandeel een zodanige aftrek toelaat. 7. Het bepaalde in de beide vorige leden blijft buiten toepassing, voor zover blijkt, dat de betrokken vennoot voor de door hem geleden schade geen verhaal vinden op de schuldige derde. Artikel Ieder der vennoten zal maandelijks voor privégebruik op rekening en in mindering van zijn aandeel in de vermoedelijk te behalen winst uit de kas der vennootschap mogen opnemen een som van onder gehoudenheid het mogelijk teveel genotene binnen drie maanden na het vaststellen der jaarstukken te restitueren. 2. De vennoten verbinden zich om een voordelig verschil tussen ieders winstaandeel, als bedoeld in artikel 9, lid 4, en het totaal van de jaarlijkse maximaal toelaatbare privéopnamen ingevolge lid 1, aan het eind van ieder jaar in de vennootschap te laten, zolang het kapitaal van beide firmanten samen niet ten minste bedraagt en tevens % van de omzet in het laatst verstreken boekjaar. Artikel Indien een vennoot aan een schuldeiser van de vennootschap een vennootschapsschuld moet voldoen, dient de vennootschap dit bedrag onmiddellijk aan die vennoot te restitueren, eventueel in overleg door tegoedschrijving op de rekening-courant van die vennoot bij de vennootschap. 2. Indien de aldus betaald hebbende vennoot zich niet volgens lid 1 op de vennootschap kan verhalen, is hij bevoegd van zijn medevennoot de helft van het door hem betaalde bedrag terstond terug te vorderen. Artikel 12. De vennootschap eindigt, onverminderd het bepaalde in artikel 7A:1684 BW: a. na gedane opzegging door één der vennoten overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 lid 2; b. bij aanvrage tot surseance van betaling door één of beide vennoten of inwilliging van een verzoek van een vennoot door de rechtbank tot het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling ex artikel 284 Fw; c. door faillissement of ondercuratelestelling van één of beide vennoten, gelijk mede bij benoeming van een bewindvoerder krachtens enige wetsbepaling voor één of beide vennoten; d. door overlijden van één der vennoten. Artikel Bij het eindigen der vennootschap is ieder der vennoten in het vermogen der vennootschap gerechtigd voor het bedrag, waarvoor hij ingevolge het bepaalde in artikel 3 in de boeken is gecrediteerd, vermeerderd of verminderd met zijn aandeel in de winst of het verlies, gemaakt of

5 geleden in het laatste boekjaar blijkens de balans en winst- en verliesrekening opgemaakt overeenkomstig het in artikel 8, artikel 9 en artikel 12 lid 2 bepaalde. 2. Op deze na beëindiging der vennootschap op te maken balans zullen de activa der vennootschap worden opgenomen tegen de verkoopwaarde (indien het bedrijf wordt geliquideerd: tegen de liquidatiewaarde), terwijl voorts in deze slotbalans de goodwill zal worden geactiveerd. Artikel In de gevallen, voorzien in artikel 11 onder b en c, wordt het vermogen van de vennootschap (waaronder begrepen de goodwill) bij deze toebedeeld aan de overblijvende vennoot, die het bedrijf blijft voortzetten, onder gehoudenheid van laatstgenoemde om de andere vennoot respectievelijk diens erfgenamen en rechtverkrijgenden ter zake van deze overbedeling volledig schadeloos te stellen op basis van het in de overige leden van dit artikel bepaalde. 2. Ter zake van de in lid 1 bedoelde overbedeling, voor zover deze betrekking heeft op de goodwill, is de overblijvende vennoot verplicht aan de uitgetreden respectievelijk aan zijn erfgenamen en rechtverkrijgenden een periodieke uitkering te verschaffen, onder de voorwaarden, voor de duur en tot de percentages, als genoemd in artikel 15 hieronder. 3. De overblijvende vennoot is alsdan gerechtigd de firma te blijven voeren. In dat geval kan liquidatie van de zaken der vennootschap niet worden gevorderd. 4. De voortzettende vennoot zal tegenover de uittredende vennoot of zijn erfgenamen en rechtverkrijgenden verplicht zijn hem of hen te vrijwaren tegen alle namaning wegens ten tijde der beëindiging der vennootschap bestaande schulden der vennootschap. 5. Indien de rekening van die andere vennoot echter een debetsaldo heeft, zal deze verplicht zijn binnen 3 maanden na het eindigen der vennootschap het tekort aan te zuiveren. Artikel In het geval, voorzien in artikel 12 onder a en bij ontbinding op grond van artikel 7A:1684 BW wordt het vermogen van de vennootschap (waaronder begrepen de goodwill) zoveel mogelijk gelijkelijk tussen beide partijen verdeeld. Voor zover - bijv. t.a.v. de goodwill wegens de persoonlijke binding met bepaalde relaties - niet mogelijk is, zal de vennoot, aan wie het grootste gedeelte van het vermogen van de vennootschap wordt toebedeeld, aan de andere partij ter zake van overbedeling een uitkering verschaffen, waarvan de hoogte in onderling overleg of, bij gebreke van dien, op de voet van artikel 21 hieronder zal worden vastgesteld. 2. Indien de vennootschap eindigt door de dood van één der vennoten, zijn diens erfgenamen en rechtverkrijgenden gehouden het aandeel van de overleden vennoot in het vermogen van de vennootschap (waaronder begrepen de goodwill) tegen na te noemen tegenprestatie aan te bieden aan de overlevende vennoot. Indien deze dit aanbod aanvaardt, is hij verplicht aan de erfgenamen en rechtverkrijgenden van de overleden vennoot ter zake van deze overneming, voor zover deze betrekking heeft op de goodwill, de in artikel 16 lid 2 bedoelde periodieke uitkeringen te verschaffen en, voor zover deze overneming betrekking heeft op het aandeel van de overleden vennoot in het overige vermogen van de vennootschap, aan laatstgenoemden een bedrag te voldoen gelijk aan de helft van de waarde van dit overige vermogen. Indien de overlevende vennoot dit aanbod niet aanvaardt, is hij verplicht mede te werken tot de overdracht van dit aandeel aan een derde (en tot

6 scheiding en deling van dit vermogen, indien hij met deze derde geen nieuwe vennootschapsovereneenkomst sluit). Artikel Voor zover het vermogen van de vennootschap bestaat uit goodwill, is in zoverre ter zake van de in artikel 14, lid 2 bedoelde overbedeling de andere vennoot verplicht aan de uitgetreden vennoot 15% van de door hem bij de voortzetting van zijn bedrijf te behalen winst uit te keren gedurende het in lid 3 te noemen aantal jaren, of bij eerder overlijden van de uitgetreden vennoot tot de datum van diens overlijden, en - indien dit overlijden plaatsvindt, nadat de vennootschap ten minste drie achtereenvolgende jaren zal hebben bestaan - aan diens erfgenamen en rechtverkrijgenden een recht op 's jaars vanaf de datum van dit overlijden gedurende het restant van het in lid 3 te noemen aantal jaren. 2. Voor zover het vermogen van de vennootschap bestaat uit goodwill, is in zoverre ter zake van de in artikel 15, lid 2 bedoelde overbedeling de overlevende vennoot, indien hij het aldaar bedoelde aanbod aanvaardt, verplicht aan de erfgenamen van de overleden vennoot 15% van de door hem bij de uitoefening van zijn bedrijf te behalen winst uit te keren gedurende het in lid 3 te noemen aantal jaren. 3. De in de leden 1 en 2 bedoelde uitkeringen van winstrecht dienen plaats te vinden binnen drie maanden na afloop van het boekjaar, en wel gedurende het jaar, waarin de vennootschap eindigt en daarna gedurende evenveel jaren als de vennootschap toen volle jaren had bestaan, tot een maximum van zes jaren. Artikel 17. Bij overlijden van één der vennoten, nadat de vennootschap zal zijn opgezegd, doch voordat zij ten gevolge van die opzegging zal zijn geëindigd, zal de vennootschap geacht worden door dat overlijden en op de dag van dat overlijden te zijn geëindigd. Artikel In geval van eindigen van de vennootschap zullen haar zaken zo spoedig mogelijk worden vereffend: a. door de beide vennoten, in geval van beëindiging van de vennootschap uit hoofde van één der oorzaken, genoemd in artikel 12 onder a en b, b. door de andere vennoot dan degene, in wie de oorzaak der beëindiging is gelegen, in de overige gevallen van dat artikel. 2. De liquidatie mag niet langer duren dan twee jaren. 3. Door of vanwege de niet-liquiderende vennoot of zijn erfgenamen of rechtverkrijgenden en op zijn of hun rekening mag de liquidatie eenmaal per half jaar worden gecontroleerd door een accountant te benoemen door de Kamer van Koophandel en Fabrieken te: 4. Bij liquidatie zal aan elk der vennoten eerst het saldo van zijn kapitaalrek ening worden uitgekeerd en vervolgens het overschot gelijkelijk worden verdeeld. Indien de activa niet toereikend zijn, zal aan de vennoot, die een hoger kapitaalsaldo heeft dan de andere vennoot, eerst zijn meerdere kapitaal zoveel mogelijk worden uitgekeerd. Verlies wordt door de firmanten steeds gelijkelijk gedragen. 5. Gedurende de tijd van de liquidatie blijft de onderhavige overeenkomst zoveel mogelijk van toepassing.

7 Artikel De boekhouding van de vennootschap blijft in geval van ontbinding onder berusting van degene, die bevoegd is de zaken voort te zetten en in geval van beëindiging van het bedrijf onder berusting van de oudste liquidateur. 2. De vennoot, die de boekhouding onder zijn berusting heeft, is verplicht aan de andere vennoot resp. diens erfgenamen of rechtverkrijgenden inzage van de boekhouding te geven, voor zover zulks nodig is voor de administratieve afwikkeling van de zaken van de andere vennoot. Artikel Na beëindiging van de vennootschap ingevolge artikel 7A:1684 BW of op grond van het bepaalde in artikel 12 aanhef en onder a, is de vennoot, die geen aanleiding gaf tot een gewichtige reden als bedoeld in artikel 7A:1684 BW en de opzeggende vennoot gerechtigd voor zich zelf en op eigen naam hetzelfde bedrijf, als door de vennootschap uitgeoefend, uit te oefenen daar, waar hij zulks zal oordelen in zijn belang te zijn. 2. Na beëindiging van de vennootschap op grond van het bepaalde in artikel 12 aanhef en onder b of c, is de vennoot, bij wie de oorzaak van het einde van de vennootschap is gelegen, bevoegd, zodra deze oorzaak is verdwenen, gedurende de eerste tien jaren na de beëindiging van de vennootschap uitsluitend buiten een cirkel met X als middelpunt en een straal van 30 km hetzelfde bedrijf, als door de vennootschap uitgeoefend, uit te oefenen, onverminderd het bepaalde in Artikel 4. Artikel Alle geschillen, ook die, welke slechts door een der partijen als zodanig worden beschouwd, welke tussen partijen mochten ontstaan betreffende de uitleg der bepalingen van dit contract, of in welke vorm ook ter zake van deze vennootschap, zo die van juridische als van feitelijke aard, zullen alleen en uitsluitend in hoogste ressort worden beslist door arbitrage ingevolge het Reglement van het Nederlands Arbitrage Instituut, gevestigd te Rotterdam. 2. De scheidslieden zijn steeds bevoegd, en - wanneer dit door beide partijen eenparig verzocht wordt - verplicht, hun uitspraak te geven in de vorm van een bindend advies. Aldus overeengekomen en in tweevoud opgemaakt en getekend te, op Vennoot A Vennoot B