1. Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv)

Transcriptie

1 1. Wet financiering sociale verzekeringen (Wfsv) 1.1 Banenafspraak en quotumheffing arbeidsbeperkten Quotumheffing ¾ Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten 1 ¾ regelt invoering van quotumheffing als werkgevers niet (voldoende) doelstelling van banenafspraak arbeidsbeperkten halen overheidssector: extra banen voor arbeidsbeperkten in 2023 marktsector: extra banen voor arbeidsbeperkten in 2025 ¾ is op in werking getreden. ¾ Over quotumtekort verschuldigde heffing (quotumheffing) wordt geheven 2 ¾ als quotumheffing voor werkgever in overheidssector of marktsector geactiveerd is (zie 1.1.7) ¾ over kalenderjaar waarover quotumtekort wordt vastgesteld. ¾ Quotumheffing 3 ¾ is verschuldigd door werkgevers als bedoeld in WIA ¾ is niet verschuldigd als in kalenderjaar voorafgaand aan kalenderjaar waarover quotumheffing wordt geheven werkgever minder dan aan verloonde uren in loonaangifte heeft verantwoord (= 25 x gemiddeld aantal verloonde uren per werknemer op jaarbasis in Nederland (1623 uur)), waarbij geldt dat bij AMvB categorieën werknemers aangewezen kunnen worden van wie verloonde uren op totaal aantal verloonde uren die werkgever in loonaangifte heeft verantwoord in mindering worden gebracht als in kalenderjaar waarover quotumheffing wordt geheven blijkt dat werkgever wel minder dan aan verloonde uren in loonaangifte heeft verantwoord, quotumheffing toch niet verschuldigd is (peilmomentverlegging) in aanmerking te nemen verloonde uren vastgesteld worden op grond van (correcties op) loonaangiften die uiterlijk op 1 mei van jaar waarover quotumheffing wordt berekend zijn ingediend (of 1 mei van volgende jaar bij peilmomentverlegging) uitsluitend (correcties op) loonaangiften over kalenderjaar voorafgaand aan kalenderjaar waarover quotumheffing wordt geheven in aanmerking worden genomen (of volgende jaar bij peilmomentverlegging) ¾ wordt geheven over kalenderjaar waarover quotumtekort wordt vastgesteld. ¾ Maatstaf voor quotumheffing is aantal verloonde uren. 4 ¾ Verloonde uren zijn uren ¾ waarover loon is betaald, en Kijk voor meer informatie over de Memo-serie van Wolters Kluwer op 13

2 1.1.2 Wfsv ¾ die zijn opgenomen in de loonaangifte, en ¾ die tevens zijn opgenomen in polisadministratie bij UWV. ¾ Bij toepassing van bepalingen over quotumheffing worden werkgevers ingedeeld in 2 sectoren 5 ¾ sector overheid: hiertoe behoren overheidswerkgevers ¾ sector niet-overheid: hiertoe behoren werkgevers die geen overheidswerkgever zijn (marktsector) met dien verstande dat ¾ overheidswerkgever die ook premieplichtig is ten gunste van sectorfonds wordt aangemerkt als tot marktsector behorende werkgever als van totaal aantal verloonde uren minimaal helft aan premieplicht ten gunste van sectorfonds is onderworpen ¾ sectorindeling wordt bepaald op basis van laatste aangiftetijdvak in kalenderjaar voorafgaand aan kalenderjaar waarover quotumtekort wordt vastgesteld geldt gedurende kalenderjaar waarover quotumtekort wordt vastgesteld. 1. Wet (banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten) , Stb. 2015, 154; inwerkingtreding is geregeld in Stb. 2015, Art. 38e Wfsv zoals gewijzigd bij Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten. 3. Art. 34, 122n Wfsv zoals gewijzigd bij Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten; art. 2.20, 2.21 Besluit Wfsv zoals gewijzigd bij Besluit , Stb. 2015, Art. 35 (2), 38b (4) Wfsv zoals gewijzigd bij Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten. 5. Art. 38c Wfsv zoals gewijzigd bij Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten; art Regeling Wfsv zoals gewijzigd bij Regeling , Stcrt. 2015, Arbeidsbeperkte 1 ¾ Onder arbeidsbeperkte wordt verstaan persoon ¾ voor wie niet is vastgesteld dat hij in aanmerking komt voor participatievoorziening beschut werk (zie Sociaal Memo, ), en ¾ die voldoet aan 1 van navolgende criteria persoon is of wordt naar dienstbetrekking toegeleid en is niet in staat tot verdienen van wettelijk minimumloon (dit wordt uitsluitend op verzoek van B&W door UWV vastgesteld, op basis van arbeidsvermogen van betrokkene en methodiek van drempelfuncties) (a) persoon is Wsw-geïndiceerd (ook van voor 2015 geldende Wswindicatiebeschikking) (b) persoon heeft recht op Wajong-arbeidsondersteuning of Wajonguitkering, tenzij persoon duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft (c) persoon voldoet aan eventueel bij of krachtens AMvB vastgestelde indicatie (d) persoon is niet in staat tot verdienen van wettelijk minimumloon (dit wordt op eigen verzoek door UWV vastgesteld) (e). 14 Kijk voor meer informatie over de Memo-serie van Wolters Kluwer op

3 Wfsv ¾ Onder arbeidsbeperkte wordt mede verstaan persoon die (f) ¾ volgens UWV (hiervoor worden nog regels gegeven) belemmering ondervindt in verrichten van arbeid in dienstbetrekking, wegens ziekte of gebrek ontstaan voordat leeftijd van 18 jaar is bereikt, of in tijd dat betrokkene studerende als bedoeld in Wajong was, en ¾ op grond van Participatiewet of WIA voorziening ontvangt (zie Sociaal Memo, , ), en ¾ zonder die voorziening niet in staat is tot verdienen van wettelijk minimumloon. ¾ Onder drempelfunctie wordt verstaan ¾ bestaande functie op Nederlandse arbeidsmarkt die ondergrens van verdiencapaciteit markeert met minimale belasting waardoor deze geschikt is voor mensen met beperkingen. ¾ Persoon wordt geacht ¾ niet in staat te zijn minimumloon te verdienen als uit UWV-beoordeling blijkt dat persoon geen drempelfunctie/gedeeltelijk 1 drempelfunctie kan uitvoeren, en beperkingen of belemmeringen naar verwachting nog minimaal 6 maanden na beoordeling zal ondervinden ¾ wel geacht in staat te zijn minimumloon te verdienen als uit UWVbeoordeling blijkt dat persoon 1 drempelfunctie kan uitvoeren, of 1 drempelfunctie kan uitvoeren met behulp van aanpassingen of begeleiding. 1. Art. 38b Wfsv zoals gewijzigd bij Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten en wetsvoorstel (Verzamelwet SZW 2016); art. 3.5 Besluit SUWI zoals gewijzigd bij Besluit van , Stb. 2015, Registratie arbeidsbeperkten (doelgroepregister) 1 ¾ UWV ¾ zorgt volgens nader te geven regels voor inrichting en adequate werking van registratie van arbeidsbeperkten (doelgroepregister), en ¾ is verantwoordelijk voor verwerking van (persoons)gegevens voor doelgroepregister ¾ verwerkt volgens nader te geven regels in doelgroepregister gegevens over arbeidsbeperkten gericht op bevorderen van arbeidsdeelname van arbeidsbeperkten, en voor vaststelling van quotumheffing. ¾ Van arbeidsbeperkte die in doelgroepregister wordt opgenomen worden navolgende gegevens vastgelegd ¾ BSN ¾ aanduiding dat betrokkene aangemerkt wordt als arbeidsbeperkte omdat betrokkene tot categorie (a), (b) of (c) (zie 1.1.2) behoort, of gelijkgestelde arbeidsbeperkte omdat betrokkene werkzaam is in WIW-dienstbetrekking, WIW-werkervaringsplaats of ID-baan Kijk voor meer informatie over de Memo-serie van Wolters Kluwer op 15

4 1.1.3 Wfsv ¾ datum van registratie ¾ (voor zover van toepassing) datum waarop registratie eindigt. ¾ Registratie van arbeidsbeperkte is geldig zolang ¾ voldaan wordt aan voorwaarden om tot categorie (a), (b), (c), (d) of (e) te behoren (zie 1.1.2) ¾ sprake is van gelijkgestelde arbeidsbeperkte met dien verstande dat registratie eindigt ¾ voor tot categorie (a) of (b) behorende arbeidsbeperkte en gelijkgestelde arbeidsbeperkte die niet meer aan voorwaarden voldoen: op 31 december van tweede kalenderjaar volgend op datum waarop niet meer aan voorwaarden voldaan wordt ¾ voor tot categorie (c) behorende arbeidsbeperkte die niet meer aan voorwaarden voldoet: op 31 december van tweede kalenderjaar volgend op datum waarop niet meer aan voorwaarden voldaan wordt, tenzij betrokkene voor die datum weer recht heeft op Wajongarbeidsondersteuning/Wajong-uitkering. ¾ B&W verstrekt UWV ¾ uit eigen beweging en ¾ verplicht op verzoek ¾ kosteloos voor doelgroepregister noodzakelijke (persoons)gegevens over arbeidsbeperkten die tot categorie (a), (b), (d), (e) en (f) behoren (zie 1.1.2). ¾ UWV ¾ verstrekt B&W en Belastingdienst voor taakuitvoering noodzakelijke gegevens uit doelgroepregister uit eigen beweging verplicht op verzoek kosteloos ¾ mag gegevens die UWV verwerkt voor uitvoering van Wajong, en bij uitvoering van Wsw-taken rond herindicatie verwerken voor doelgroepregister. ¾ UWV en Belastingdienst mogen gegevens die UWV/Belastingdienst in polisadministratie verwerken ook verwerken voor zover gegevens noodzakelijk zijn voor ¾ bevordering van arbeidsdeelname van arbeidsbeperkten ¾ vaststelling van quotumheffing. ¾ UWV mag ¾ op verzoek van werkgever ¾ op basis van BSN aan werkgever meedelen of ¾ door werkgever aangeduide werknemer, of ¾ persoon die in dienst van werkgever arbeid zou kunnen gaan verrichten in doelgroepregister is opgenomen. ¾ B&W en UWV informeren persoon op wie gegevens betrekking hebben over verwerking van zijn gegevens in doelgroepregister voordat gegevens ¾ in doelgroepregister worden vastgelegd, of 16 Kijk voor meer informatie over de Memo-serie van Wolters Kluwer op

5 Wfsv ¾ met het oog op die vastlegging worden verstrekt tenzij betrokkene redelijkerwijs hiervan kennis draagt. ¾ UWV verstrekt periodiek gegevens uit doelgroepregister en polisadministratie aan Minister van BZK, voor zover noodzakelijk voor uitvoering Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten voor sector overheid. ¾ Door B&W aan Minister van SZW verstrekte gegevens en inlichtingen benodigd voor statistiek, informatievoorziening en beleidsvorming inzake Participatiewet/IOAW/IOAZ ¾ bestaande uit of persoon werkzaam is in WIW-dienstbetrekking, WIW-werkervaringsplaats of ID-baan BSN ¾ worden ook verstrekt voor uitvoering van Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten (CBS is gemachtigd deze gegevens te leveren) ¾ mogen door Minister van SZW aan UWV worden verstrekt voor verwerking in doelgroepregister (ook als gegevens door tussenkomst van CBS worden verkregen). ¾ UWV verstrekt gegevens die UWV in doelgroepregister verwerkt, op verzoek van Minister van SZW, aan nader aan te wijzen derde voor onderzoek en statistiek in verband met Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten. 1. Art. 38d Wfsv zoals gewijzigd bij Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten en wetsvoorstel (Verzamelwet SZW 2016); art Besluit SUWI zoals gewijzigd bij Besluit , Stb. 2015, 155; art Regeling SUWI zoals gewijzigd bij Regeling , Stcrt. 2015, ; art. 6a Regeling statistiek Participatiewet, IOAW en IOAZ 2015 zoals gewijzigd bij Regeling , Stcrt. 2015, Berekening quotumheffing Quotumpercentage 1 ¾ Voor bepaling van quotumtekort wordt door Minister van SZW quotumpercentage vastgesteld ¾ in kalenderjaar voorafgaand aan kalenderjaar waarover quotumtekort wordt berekend ¾ voor kalenderjaar waarover quotumtekort wordt berekend ¾ voor overheidssector en voor marktsector ¾ volgens hierna genoemde berekeningsformule met dien verstande dat ook berekeningen die tot quotumpercentage geleid hebben gepubliceerd worden. ¾ Quotumpercentage wordt berekend met navolgende formule (A + B) x C + F x G DxE waarbij ¾ A = totaal aantal banen bij quotumheffing verschuldigde werkgevers die door arbeidsbeperkten in overheidssector/marktsector worden vervuld op grond van nulmeting op (baan wordt uitgedrukt in gemiddeld aantal verloonde uren (1331 uren per jaar)) Kijk voor meer informatie over de Memo-serie van Wolters Kluwer op 17

6 1.1.4 Wfsv overheidssector: banen (uitgedrukt in verloonde uren in december 2012: , na correctie voor ingeleende arbeidskrachten) marktsector: banen (uitgedrukt in verloonde uren in december 2012: , na correctie voor ingeleende arbeidskrachten) ¾ B = aantal extra banen voor arbeidsbeperkten bij werkgevers dat vanaf kalenderjaar 2015 overeenkomstig sociaal akkoord voor overheidssector/marktsector moet worden gerealiseerd (zie tabel) ¾ C = gemiddeld aantal verloonde uren van arbeidsbeperkten in overheidssector en marktsector tezamen (1331 uren per jaar; 110,92 uren in maand december) ¾ D = totaal aantal banen bij quotumheffing verschuldigde werkgevers in overheidssector en marktsector (wordt jaarlijks vastgesteld) ¾ E = gemiddeld aantal verloonde uren van werknemer bij quotumheffing verschuldigde werkgevers in overheidssector en marktsector tezamen (1623 uren per jaar) ¾ F = aantal arbeidsbeperkten die tot categorie (f) behoren (zie 1.1.2) in overheidssector/marktsector ¾ G = gemiddeld aantal verloonde uren van arbeidsbeperkten die tot categorie (f) (zie 1.1.2) behoren in overheidssector/marktsector met dien verstande dat ¾ in variabele A, B en C genoemde arbeidsbeperkten betreft arbeidsbeperkten die tot categorie (a), (b), (c), (d) of (e) behoren (zie 1.1.2) ¾ categorieën werknemers aangewezen kunnen worden van wie banen in mindering kunnen worden gebracht op totaal aantal banen in variabele D ¾ werknemers die werkzaam zijn in WIW-dienstbetrekking, WIWwerkervaringsplaats of ID-baan met arbeidsbeperkten worden gelijkgesteld (gelijkgestelde arbeidsbeperkten) (op gelijkgestelde arbeidsbeperkten zijn bepalingen over quotumheffing van overeenkomstige toepassing). ¾ Quotumpercentage en variabelen van quotumpercentage worden op 2 decimalen naar beneden afgerond. Aantal extra te realiseren banen voor arbeidsbeperkten (variabele B) (cumulatief) jaar overheidssector banen a verloonde uren in december marktsector banen a verloonde uren in december Kijk voor meer informatie over de Memo-serie van Wolters Kluwer op

7 Wfsv jaar overheidssector banen a verloonde uren in december marktsector banen a verloonde uren in december e.v a. Quotumheffing kan pas vanaf 2017 worden geactiveerd; aantal banen betreft volgens banenafspraak extra te realiseren banen vanaf % van aantal extra te realiseren banen in kalenderjaar zelf. Quotumtekort 2 ¾ Quotumtekort wordt bepaald ¾ voor vaststelling van quotumheffing ¾ per werkgever ¾ door aantal arbeidsplaatsen ingevuld door arbeidsbeperkten te vergelijken met totaal aantal arbeidsplaatsen (uitgedrukt in verloonde uren) in aanmerking te nemen verloonde uren worden vastgesteld op grond van (correcties op) loonaangiften die uiterlijk op 1 mei van jaar volgend op kalenderjaar waarover quotumheffing wordt geheven zijn ingediend uitsluitend (correcties op) loonaangiften over kalenderjaar waarover quotumtekort wordt vastgesteld worden in aanmerking genomen ¾ volgens hierna gegeven formule. ¾ Bij bepaling van quotumtekort wordt persoon die arbeid in Wswdienstbetrekking verricht niet als werknemer en niet als arbeidsbeperkte beschouwd (behoudens nader te bepalen gevallen van inlening). ¾ Quotumtekort wordt berekend met navolgende formule (A x B) - C D waarbij ¾ A = totaal verloonde uren van werknemers bij werkgever in kalenderjaar waarover quotumtekort wordt vastgesteld ¾ B = quotumpercentage dat voor kalenderjaar in overheidssector/ marktsector waartoe werkgever behoort is vastgesteld ¾ C = aantal verloonde uren bij werkgever van arbeidsbeperkten in kalenderjaar waarover quotumtekort wordt vastgesteld ¾ D = gemiddeld aantal verloonde uren van arbeidsbeperkten op jaarbasis in overheidssector en marktsector tezamen (1331 uren op jaarbasis) Kijk voor meer informatie over de Memo-serie van Wolters Kluwer op 19

8 1.1.4 Wfsv met dien verstande dat ¾ bij AMvB categorieën arbeidsbeperkten die aan werkgever ter beschikking zijn gesteld om voor hem onder zijn toezicht en leiding arbeid te verrichten aangewezen worden die volgens nader te stellen regels bij berekening van quotumtekort van inlenende werkgever meetellen als werknemers en arbeidsbeperkten van inlenende werkgever van uitlenende werkgever niet geacht worden in dienstbetrekking te staan tot uitlenende werkgever ¾ bij of krachtens AMvB categorieën werknemers aangewezen kunnen worden van wie verloonde uren in mindering worden gebracht op totaal aantal verloonde uren (variabele A). ¾ Variabelen van quotumtekort worden op 2 decimalen naar beneden afgerond. ¾ Quotumtekort wordt op 1 decimaal naar beneden afgerond. Quotumheffing 3 ¾ Quotumheffing bedraagt quotumtekort x ¾ Beschikking over quotumheffing wordt vastgesteld ¾ door inspecteur, na overleg en in overeenstemming met UWV ¾ voor werkgever die quotumtekort heeft ¾ bij voor bezwaar vatbare beschikking, die in ieder geval bevat vaststelling dat werkgever quotumheffing verschuldigd is kalenderjaar waarover quotumtekort vastgesteld is en waarop beschikking betrekking heeft totaal aantal verloonde uren bij werkgever in kalenderjaar waarover quotumtekort is vastgesteld aantal van die verloonde uren dat wordt ingevuld door arbeidsbeperkten berekening van quotumtekort bedrag van de quotumheffing ¾ vóór 1 augustus volgend op kalenderjaar waarover quotumtekort wordt vastgesteld. ¾ Inspecteur mag beschikking quotumheffing herzien als vermoeden bestaat dat beschikking gegeven is op grond van onjuiste/onvolledige gegevens, met dien verstande dat ¾ herziening ten nadele van werkgever uitsluitend mogelijk is als tekortkoming gevolg is van feit dat aan (gewezen) werkgever kan worden toegerekend of redelijkerwijs kenbaar had kunnen zijn ¾ herziening vastgesteld wordt bij voor bezwaar vatbare beschikking ¾ bevoegdheid tot herziening vervalt door verloop van 5 jaren na einde van kalenderjaar waarop beschikking betrekking heeft. 1. Art. 38f, 122n Wfsv zoals gewijzigd bij Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten en wetsvoorstel (Verzamelwet SZW 2016); art Besluit Wfsv zoals gewijzigd bij Besluit , Stb. 2015, 155; art. 3.26, Regeling Wfsv zoals gewijzigd bij Regeling , Stcrt. 2015, Kijk voor meer informatie over de Memo-serie van Wolters Kluwer op

9 Wfsv Art. 38e, 38g Wfsv zoals gewijzigd bij Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten; art Besluit Wfsv zoals gewijzigd bij Besluit , Stb. 2015, 155; art Regeling Wfsv zoals gewijzigd bij Regeling , Stcrt. 2015, Art. 38h (1-6) Wfsv zoals gewijzigd bij Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten Heffing en invordering quotumheffing 1 ¾ Belastingdienst is belast met heffing en invordering van quotumheffing. ¾ Inspecteur stelt beschikking ter invordering van daaruit blijkende quotumheffing aan ontvanger ter hand. ¾ Invordering van quotumheffing geschiedt met toepassing van Invorderingswet 1990 en Kostenwet invordering rijksbelastingen als ware quotumheffing rijksbelasting. ¾ Beschikking quotumheffing is invorderbaar 6 weken na dagtekening. ¾ Quotumheffing komt ten gunste van Arbeidsongeschiktheidsfonds. 1. Art. 38i, 38j, 114 Wfsv zoals gewijzigd bij Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten Bezwaar en beroep 1 ¾ Op bezwaar, beroep, hoger beroep en beroep in cassatie inzake beschikking quotumheffing is AWR van overeenkomstige toepassing. ¾ Bezwaar, beroep, hoger beroep en beroep in cassatie inzake beschikking quotumheffing kan niet gegrond zijn op grief dat werknemer niet in doelgroepregister is opgenomen. ¾ Bepalingen in Awb over dwangsom bij niet-tijdig beslissen zijn niet van toepassing op beslissing van inspecteur over bezwaar tegen beschikking quotumheffing (uitsluiting van dwangsomregeling bij niet-tijdig beslissen vervalt op 1 januari van vierde kalenderjaar na kalenderjaar waarin quotumheffing geactiveerd is, tenzij voor die datum wetsvoorstel is ingediend dat vergelijkbare regeling bevat). 1. Art. 38h (7-8), 122o Wfsv zoals gewijzigd bij Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten Geleidelijke invoering/activering quotumheffing 1 ¾ Quotumheffing wordt pas uitgevoerd ¾ nadat bij ministeriële regeling tot invoering besloten is ¾ indien gebleken is dat aantal banen voor arbeidsbeperkten in onvoldoende mate is toegenomen ten opzichte van aantal banen voor arbeidsgehandicapten op met dien verstande dat ¾ dit voor overheidssector en marktsector apart wordt beoordeeld, uitgedrukt in verloonde uren (zie tabel 1.1.4). ¾ Persoon die arbeid in Wsw-dienstbetrekking verricht wordt niet als arbeidsbeperkte beschouwd, tenzij persoon ingeleende arbeidsbeperkte is. Kijk voor meer informatie over de Memo-serie van Wolters Kluwer op 21

10 1.2 Wfsv ¾ Arbeidsbeperkte werknemer die aan werkgever in overheidssector/ marktsector ter beschikking is gesteld om voor hem onder zijn toezicht en leiding arbeid te verrichten telt mee bij sector van inlenende werkgever, en telt niet mee bij sector van uitlenende werkgever. 1. Art. 122n Wfsv zoals gewijzigd bij Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten; art. 3.29, 3.30 Regeling Wfsv zoals gewijzigd bij Regeling , Stcrt. 2015, Premie-overzicht werknemersverzekeringen Sectorpremie (WA-premie) Sectorpremie per sector (WA-premie) nr. sector agrarisch bedrijf 1,89 2,14 ¾ contractduur korter dan 1 jaar 6,06 7,47 ¾ contractduur 1 jaar of langer 1,02 0,98 2. tabakverwerkende industrie 0,63 2,86 3. bouwbedrijf 1,82 4,72 ¾ contractduur korter dan 1 jaar 6,07 12,83 ¾ contractduur 1 jaar of langer 1,47 4,12 4. baggerbedrijf 0,63 0,06 5. houten emballage-industrie, houtwaren- en borstelindustrie 1,50 2,70 6. timmerindustrie 0,92 4,09 7. meubel- en orgelbouwindustrie 2,04 2,89 8. groothandel in hout, zagerijen, schaverijen en houtbereidingsindustrie 1,14 2,25 9. grafische industrie 2,20 3,88 ¾ algemeen 2,20 8,84 ¾ fotografisch 2,18 5, metaalindustrie 0,91 1, elektrotechnische industrie 1,34 1, metaal- en technische bedrijfstakken 1,31 1, bakkerijen 1,58 2, suikerverwerkende industrie 0,66 1, slagersbedrijven 1,38 1, slagers overig 1,20 1, detailhandel en ambachten 2,31 3, reiniging 2,50 3, grootwinkelbedrijf 1,55 1, havenbedrijven 3,29 3, havenclassificeerders 0,95 1, binnenscheepvaart 1,51 1,32 22 Kijk voor meer informatie over de Memo-serie van Wolters Kluwer op