De leerplannen geven een aantal pedagogisch- didactische wenken.
|
|
- Adam Aalderink
- 8 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 WERKEN AAN EEN LEESMETHODE Inleiding Dit artikel betreedt geen nieuwe paden. Elke vakgroep buigt zich immers over de leesmethode die de leraren willen aanleren aan hun leerlingen. Het leerplan onderstreept het belang hiervan: De belangrijkste doelstelling van de vakken Grieks en Latijn blijft de lectuur van teksten. Wat zijn hiervan de gevolgen voor de taalreflectie? Elke taalreflectie staat in dienst van de lectuur. De taalreflectie is het eerste moment van tekststudie: elementair tekstbegrip op basis van verworven taalkennis en leesvaardigheid. Deze doelstellingen moeten bereikt worden voor behandelde en analoge niet-behandelde teksten. Een aangeleerde leesmethode toepassen is een van de doelstellingen van de taalreflectie. (Leerplan). Het is de verantwoordelijkheid van de vakgroep om hierover na te denken en beslissingen te nemen. Dit artikel wil een hulp zijn bij het vakgesprek. Het onderwerp van de leesmethode biedt stof tot discussie maar ik hoop dat de kritische bedenkingen leiden tot een duidelijk systeem dat de vakgroep consequent toepast over de verschillende graden heen. 1 De leesmethode gesitueerd in de vakken Grieks en/of Latijn De leerplannen geven een aantal pedagogisch- didactische wenken. - Een leesmethode moet aangeleerd worden. - Grammaticale analyse in dienst van tekstbegrip. Leesplezier moet voorop staan. - De leraar betrekt zijn leerlingen maximaal hij moet activerende werkvormen, zelfstandig werken en zelfstandig leren maximaal aanwenden. - Het is nodig dat leerlingen zich bewust zijn van hun 'automatische' denk- en zoekpatronen. - Leerlingen hebben zich tijdens de lessen taalleer syntactische verwachtingspatronen eigen gemaakt. Daaraan moeten ook inhoudelijke verwachtingspatronen gekoppeld worden. - Zinnen kunnen verdeeld worden in syntactisch-semantisch samenhangende woordgroepen. Het is belangrijk leerlingen die bouwstenen van een zin te leren onderkennen door ze te laten afbakenen. Aan de aangeboden informatie wordt zo snel mogelijk betekenis toegekend, zoals een Griekse of Romeinse 'native speaker' dat wellicht ook deed. - Aandacht voor signaal- en verwijswoorden. - Aandacht voor de valentie van het gezegde: een gezegde roept bepaalde zinsdelen op en omgekeerd roepen zinsdelen het gezegde of andere zinsdelen op (Grieks. Latijn 2002).
2 Bij de lectuur kunnen leerlingen hun tekstbegrip tonen door: - de hoofdgedachte uit de tekst te halen; - de tekst te parafraseren; - de tekst te synthetiseren; - de tekst expressief te lezen; - een werkvertaling of vlotte vertaling van de tekst te maken; - door inhoudelijke vragen over de tekst te beantwoorden. 2 Analytisch versus dynamisch? Het doel van elke leesmethode is het bijbrengen van een leesattitude. De leerlingen moeten een tekst begrijpend lezen, hetzij onder begeleiding van een leraar, hetzij zelfstandig. Algemeen gezien kiezen de leraren tussen twee methodes: de analytische of structurele leesmethode en de lineaire of dynamische leesmethode (in de praktijk gebruiken veel leraren een soort van mengvorm). Stellen de eersten dat de lectuur van authentieke Latijnse teksten de vorm van een (morfosyntactische) analyse dient aan te nemen, dan bepleiten de laatsten een lectuur die recht doet aan de woordvolgorde: je leest een tekst zoals een Romein die zou lezen: lineair-progressief, zoals hij zich tijdens het lezen aan de lezer ontvouwt. Een lineaire leeswijze en bijbehorende didactische aanpak sluiten goed aan bij de originele productie- en receptiecontext van antieke Latijnse teksten. Veruit de meeste Latijnse teksten die ons uit de oudheid zijn overgeleverd functioneerden in een (semi-)orale/aurale context: ze werden (ook en vooral) geschreven om te worden voorgedragen en te worden beluisterd. Tekstbegrip kwam dan ook tot stand in een proces dat lineair en eenmalig was: de toehoorder doorgrondde de tekst al naargelang die zich aan hem ontvouwde (lineair); de toehoorder kon bij falend tekstbegrip de voordracht niet stilleggen of gedeeltelijk laten herhalen. Goede, ervaren auteurs waren zich bewust van deze situatie en hielden er bij het schrijven van hun teksten ook terdege rekening mee: hun teksten zijn doorgaans zo opgebouwd dat ze tekstbegrip op basis van een lineair en eenmalig leesproces toelaten (Els Van de Walle). Dit artikel stelt de dynamisch-lineaire leesmethode als model voor. Ook de lerarenopleidingen aan de RUG en de KUL kiezen ervoor om dit model grondig uit te spitten. Wij vergeten hierbij de doelstelling van dit artikel niet: laat het een kans zijn voor een intens vakgesprek.
3 3 De dynamisch-lineaire leesmethode Bij de dynamisch-lineaire leesmethode neemt de lezer aan dat de schrijver zorgvuldig en met een bepaalde bedoeling zijn zin opbouwt en dat de betekenis ervan geleidelijk aan, van het ene woord naar het andere en van het ene zinsdeel naar het andere aan het licht komt. Deze manier van teksten lezen verloopt in drie fasen: vóór, tijdens en na het lezen Vóór het lezen: de aanloop In deze fase leggen we de basis voor het topdown-aspect van de lectuur. Dat kan op twee manieren. 1 De leraar bereidt de leerlingen voor op de te lezen tekst. Dat kan o.a. door: - te wijzen op de titel; - een situatieschets te geven; - aan te knopen bij de vorige les; - expressieve lectuur. Leerlingen begrijpen een tekst gemakkelijker en grondiger als ze de gewoonte aannemen om vooraf hun verwachtingspatroon te verwoorden. Ze benaderen de tekst met vragen als: - wie, wat, waar, wanneer, in welke omstandigheden, waarom...? - wat zouden wij vermelden in een beschrijving van, in een portret van, in een argumentatie over...?' (Grieks. Latijn 2002: 59) 2 Ook kunnen de leerlingen een bepaald onderdeel al extensief lezen, d.w.z. dat ze op zoek gaan naar eigennamen (personen, plaatsen), belangrijke woorden (thema- en scharnierwoorden), zodat ze al een eerste indruk van de tekst opdoen, die de intensieve lectuur dan bevestigt. Zo'n benadering veronderstelt echter een voldoende parate kennis van het vocabularium en een zekere ervaring. 3.2 Tijdens het lezen Tijdens het lezen maken we nog een onderscheid tussen het niveau van de zin en dat van de tekst of het groter tekstonderdeel. De lectuur van een zin De dynamische analyse is gebaseerd op een vaste procedure. - Je leest op een expressieve manier de volledige hoofd- of bijzin, waarbij je duidelijk de afbakening van de zinsdelen laat horen. Daarna herneem je de zin tot en met het eerste syntactisch geheel (begrensd door een werkwoordsvorm, een leesteken of een scharnierwoord).
4 - Daarna werk je met kleinere onderdelen, de woordgroepen waaruit de zin is opgebouwd. De woordgroepen zijn liefst niet kleiner dan een zinsdeel. Een zinsdeelstuk (bv. een bijvoeglijke bepaling) zegt weinig zonder zijn kern. - Dat onderdeel vertaal je dan woord voor woord of per zinsdeelstuk. Met de dynamische analyse gaat altijd de stereotiepe weergave gepaard: de genitief geef je weer met 'van', de datief met 'aan' of 'voor', de ablatief met 'met' of 'door' enz. - Bij de vertaling richt je voortdurend de aandacht op de Griekse of Latijnse tekst: morfologische kenmerken; elementaire woordgroepen; voegwoorden en andere scharnierwoorden: welk soort zin leidt het voegwoord in? De betekenis van de woorden, niet alleen voor wat ze op zichzelf willen zeggen, maar ook omdat ze vaak de syntactische verhoudingen bepalen; bij verwijswoorden nadenken wie/ wat bedoeld wordt; bij signaalwoorden nadenken over verband met wat voorafging (of wat zal volgen); bij het adjectief of voornaamwoord controleer je of het zelfstandig of bijvoeglijk gebruikt wordt. Is het zelfstandig, dan ga je na wie of wat ermee bedoeld wordt. Adjectieven of voornaamwoorden verbinden met hun dominant. - Stijlfiguren verbind je altijd met de vraag naar hun effect binnen de zin. Je kan de leerlingen daarop wijzen in deze fase of wachten tot de volgende. De schematische voorstelling van de dynamische analyse krijgen de leerlingen pas tijdens het lezen zelf te zien. Tijdens de lectuur zelf kun je al voortdurend het tekstbegrip controleren. Dat kun je door gerichte ontledingsvragen te stellen. Je kan vanuit het gezegde de noodzakelijke zinsdelen aanduiden (aan de hand van ontledingsvragen: wie, wat, voor wie, enz) en de semantische rol bepalen (vragen zoals: wanneer, hoe, waarmee, enz). Een correcte vertaling volstaat. Na de lectuur herneem je nu de zin met het oog op de inhoudelijke samenhang. Aan de hand van vragen verken je de betekenis en samenhang van de gelezen zin. - Je vraagt naar de psychologie van de personages. - Je laat de gedachtegang met eigen woorden omschrijven. Deze fase sluit je af met de expressieve lectuur van de tekst. Ook een leerling kan dat doen. Of je kan zelfs de ganse klas het tekstgeheel luidop laten lezen. De ervaren leraar hoort dan onmiddellijk wat niet vlot gaat en dus niet goed begrepen is. Vooral bij poëzie kan een klassengroep de rol spelen van een antiek koor. Hun samenzang (- spreken) kan als muziek in de oren klinken.
5 Bij dat alles rijst de vraag naar de rol van het vertalen. De vakgroep spreekt af wat de werkvormen kunnen zijn in de verschillende graden. Op het niveau van de tekst De leraar stelt vragen die gericht zijn op de ruimere context (bv. een hoofdstuk, de tekst van de les). Daarbij spelen de scharnierwoorden een grote rol. Hier legt de leraar linken naar de vorige zin(-nen) en bouwt verwachtingspatronen op in verband met wat zal volgen. 3.3 Na het lezen Na de lectuur kunnen de leerlingen recapituleren wat ze gelezen hebben door de tekst in eigen woorden samen te vatten. De literaire vormgeving van de gelezen teksteenheid kan aan bod komen. De lineaire structuur Om de leerlingen inzicht te bieden in de structuur van een zin visualiseren we deze met een structuur die de woordvolgorde respecteert en toch duidelijk de verschillende niveaus van een periode laat zien. Je laat de leerlingen de structuur ontdekken. Dat betekent dat je best de structuur nooit op voorhand geeft. 4 Lineair lezen en valentiegrammatica Aangezien de analyse van een zin volgens de valentiegrammatica uitgaat van het gezegde, zou je in de verleiding kunnen komen terug te grijpen naar de statische analyse, die uitgaat van de persoonsvorm. Dit is geenszins de bedoeling. Komt het gezegde voorop of vooraan in de zin, dan kun je aan de hand daarvan de noodzakelijke zinsdelen verwachten. Staat het gezegde, zoals vaak gebeurt, achteraan, dan ga je omgekeerd te werk en voorspel je vanuit de zinsdelen de valentie en de betekenis van het werkwoord. Marc Vercruysse geeft in zijn boeiende lezing (dynamisch lineair lezen en grammatica: een onafscheidelijk duo?) een lijstje van syntactische verwachtingspatronen mee, vertrekkend van een functie, een vorm of een woordsoort (naar Markus & Ross 2004: 93). Je kan dit lijstje vinden bij de bespreking van de vernieuwde leerplannen eerste graad (documenten bij leerplan 1 e graad). 5 Een voorbeeld
6 Q. Curtius Rufus, Historiarum Alexandri Magni liber III, Aanloop: te vertellen 1 Unus namque e captivis spadonibus, qui forte ante ipsarum tabernaculum steterat, spado, spadonis: eunuch ( ) tabernaculum, -i: tent ( ) 2 amiculum, quod Dareius, sicut paulo ante dictum est, ne cultu proderetur, abiecerat, amiculum, -i: mantel cultus, cultus: kleding, kledij 3 in manibus ejus, qui repertum ferebat, agnovit ratusque interfecto detractum esse, (amiculum) detractum esse 4 falsum nuntium mortis ejus attulerat. 1. Unus: Welke nv? Bijvoeglijk of zelfstandig? Welke functie dus? Eén (zei, deed, iets) Na een onderwerp verwachten wij een (gezegde, vandaar het doen van iets) Is er hier onmiddellijk een gezegde? Nee, wij bouwen dus geduldig verder op nam(que): Wat wil je aangeven, wanneer je een zin begint met nam? De zin met unus zal dus iets uitleggen uit die vorige zin ( waarom die unus iets deed) e : welke nv volgt nu? captivis: is dit die nv bij e? Het kan, maar is captivis bijvoeglijk of zelfstandig? Vertaal dus vanaf Unus tot en met de woordgroep met e. Want eén (uit) van de gevangengenomen eunuchen qui: soort woord, welke nv? Hoe vertaal je dus? die forte: vertaal toevallig ante: welke nv moet nu volgen? Is dat zo? Hoever moet je dus doorlezen? Vertaal. ipsarum: nv? Hoe moet je ipse hier vertalen? Wie wordt bedoeld met ipsae? Hiervoor moet je de context begrijpen. Steterat: noemwoord, tijd? Vertaal. Vertaal nu opnieuw vanaf vanaf Unus: Wat was dus precies het antecedent van qui? Waaruit leid je dat af? Op welke vraag geeft ante tabernaculum een antwoord? voor de tent van hen (zelf) had gestaan, Want één van de gevangengenomen eunuchen, die toevallig voor hun tent had gestaan, (zei, deed, ) 2 amiculum: welke nv moet dat hier zijn? Waarom? Vertaal verder. een mantel (Die unus deed dus iets met een mantel)
7 quod: soort woord? Wat is hier het antecedent? Welke nv? Vertaal dus. die Dareius: nv? Welke functie hebben resp. quod en Darius in deze betr. zin? Toon aan. (Darius deed dus iets met die mantel) Wat verwacht je na een onderwerp? (gezegde) Is dat hier zo? Nee, wij bouwen dus verder op. Vertaal. Vertaal woord voor woord verder tot paulo zoals een weinig Is ante een voorzetsel of een bijwoord? Waaruit leid je dat af? Vertaal. voordien dictum est: vertaal. Waarom begin je niet met hij? werd gezegd, Op welke vraag geeft paulo ante een antwoord? Het is van belang te zien dat 'dictum' en 'est' hier samenhoren en dat 'dictum' geen naamwoord is, maar een (deel van een) werkwoordsvorm. C. Rufus verwijst naar zin XI,11: Darius had uit schrik herkend te worden al zijn eretekens weggegooid. Welke gegevens van het verhaal hebben we nu al? ne: welke soort bijzin kan door ne ingeleid zijn? Hoe vertaal je ne dan telkens? cultu: welke nv? Vertaal. proderetur: noemwoord? Waarom die wijs? Wat was dus de bedoeling van Darius? Vertaal de zin met ne. abiecerat: noemwoord? Wijs en tijd? Vertaal die vorm. Van welke bijzin moet dat het gezegde zijn? Op welke vraag geeft ne abiecerat een antwoord? Herhaal nu de vertaling vanaf Unus tot hier. Eén van de eunuchen deed iets met een mantel. Die eunuch had voor de tent van de vrouwen op wacht gestaan. Darius deed iets met die mantel. Dat werd voordien al verteld. door/met de kleding opdat hij niet zou verraden worden door de kleding - om niet verraden te worden door zijn kledij Want één van de gevangengenomen eunuchen, die toevallig voor hun tent had gestaan, (deed, ) een mantel, die Darius had weggegooid, om niet verraden te worden door zijn kledij,
8 3. in: welke nv volgt? Vertaal in manibus ejus. in de handen van hem qui: nv? Welke functie dus? Vertaal. die repertum: noemwoord? Welke wijs? Vertaal letterlijk. Wat wordt hiermee bedoeld? het gevondene : dat wat gevonden is/ was; wellicht die mantel Wat moet de functie zijn van repertum? Dominant? Kern? Op zinsniveau: LV bij ferebat Op het niveau onder de zin: bijvoeglijke bepaling bij een niet-herhaalde kern Ferebat: tijd? Van welke soort zin is dit het gezegde? Vertaal de zin met qui. die de gevonden mantel droeg, Waarom kon je in de handen van hem niet omzetten naar in zijn handen? agnovit: waaruit leid je af dat agnovit nu eindelijk het hoofdwerkwoord is? (alle bijzinnen hebben al hun gezegde ) Wat deed die unus dus uiteindelijk? Hij herkende de mantel. Vertaal nu de hele zin tot hier. Want één van de gevangengenomen eunuchen, die toevallig voor hun tent had gestaan, herkende ratusque: Wat zal die que hier verbinden? Wellicht de vorige hoofdzin met een nieuw gezegde Is dit nieuw gezegde direct duidelijk? ratus: Vertaal.(als ze dat zo in het vocabularium geleerd hebben) Op welke ontledingsvraag zal het vervolg van die zin antwoorden? interfecto: noemwoord? Wijs? Vertaal letterlijk. Wie of wat wordt hier bedoeld? Hoe kan je achterhalen dat Darius wordt bedoeld? Welke naamval kan interfecto zijn? Hoever moet je lezen om die nv te begrijpen? Probeer nu eens de vraag Wat meende hij? te beantwoorden. Indien moeilijkheden bij interfecto: vragen of er in de buurt een woord staat waarmee interfecto congrueert. Besluit: interfecto is een zelfstandig gebruikt participium. Indien moeilijkheden bij detractum: waarom detract-um? Vanuit de inhoud: wat kan er weggenomen worden? Nee, wij bouwen verder op. menend, in de mening Wat meende hij? interficere - part. perf. -.. een/de gedode Darius In het vorige hoofdstukje ligt het antwoord. detrahere verwacht een abl. v. verwijdering dat die mantel was afgetrokken van de gedode man
9 Vertaal nu ratusque...esse. 4 falsum: bijvoeglijk of zelfstandig? Vertaaal de woordgroep. In welke nv staat die woordgroep? Welke functie dus? En de kern? mortis: welke nv? Wat is de dominant? Vertaal de woordgroep. ejus: noemwoord? Naamval? Dominant? Vertaal de woordgroep. Wie wordt bedoeld met ejus? Wat wordt bedoeld met het vals bericht van de dood van hem? Attulerat: noemwoord? Vertaal die vorm. Nu wordt het duidelijk wat verbonden wordt door ratusque. Herneem nu de vertaling vanaf ratusque en vul aan. En in de mening dat die mantel weggenomen was van de gedode man, (deed, zei hij iets) een vals bericht Hij deed dus iets met een valse boodschap. een vals bericht van de dood een vals bericht van de dood van hem En in de mening dat die mantel weggenomen was van de gedode man, had hij een vals bericht van de dood van hem aangebracht Wat wordt hier bedoeld met falsum? Kies uit de volgende mogelijkheden En verantwoord je keuze. 1. vals: hij wilde iemand op een dwaalspoor zetten 2. fout: hij had zich vergist Vertel nu met je eigen woorden de inhoud van dit stukje. Maak nu een vlotte vertaling van dit stukje.
10 6 Bibliografie Grieks. Latijn. Eerste graad aso (leerplan secundair onderwijs), Brussel Grieks. Latijn. Tweede graad aso (Leerplan secundair onderwijs), Brussel Grieks. Latijn. Derde graad aso (Leerplan secundair onderwijs), Brussel E. Van de Walle - T. Van Houdt, Het identificeren van lezerstypen als basis van een gedifferentieerde leesvaardigheidstraining in Kleio 34 ( ), pp M. Van Den Eynde, Het aanleren van een leesstrategie, Brussel 2002, pp M. Vercruysse, Dynamisch lezen en grammatica: een onafscheidelijk duo, artikel voor workshop op studiedag, Studiedag Dag van klassieke talen Thema: poëzie in de lessen Latijn en Grieks Doelgroep: leraren klassieke talen Referaat: Patrick Lateur Workshops: leraren met voorbeelden uit de praktijk. Zaterdag 15 oktober 2011 van u. tot u. Plaats: Kulak Inschrijvingen via het Eekhoutcentrum. In de rand van deze studiedag: afroeping van de cartoonwedstrijd rond uitdrukkingen: publieksprijs en prijs van de jury. Wij maken er een feestmoment van. Marc George
11 De leraar klassieke talen, naar Ludo Godeeris (winnaar cartoonfestival Knokke).
KLASSIEKE STUDIËN LATIJN GRIEKS
KLASSIEKE STUDIËN LATIJN GRIEKS EERSTE GRAAD PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS VVKSO BRUSSEL Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel
Nadere informatieLatijn en Grieks in de 21ste eeuw
Latijn en Grieks in de 21ste eeuw Kiezen voor Latijn en/of Grieks? Als leerling in het laatste jaar van de basisschool sta jij voor een belangrijke keuze. Welke studierichting moet je gaan volgen in het
Nadere informatie1 Het vernieuwd leerplan 1ste graad: ervaringen uit het veld
KLASSIEKE TALEN 1 Het vernieuwd leerplan 1ste graad: ervaringen uit het veld De vakbezoeken dit schooljaar boden een ideale kans voor een gesprek over het vernieuwde leerplan 1ste graad. De lesbezoeken
Nadere informatieOnderdeel: Grammatica zinsdelen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
Onderdeel: Grammatica zinsdelen Lesperiode: 2 1, 2 en 5 Extra materiaal: PowerPoint Stappenplan zinsdelen op blz. 268 t/m 270 zinsdelen: Onderwerp Werkwoordelijk- en naamwoordelijk gezegde Lijdend voorwerp
Nadere informatieDIOCESANE PEDAGOGISCHE BEGELEIDINGSDIENST BISDOM BRUGGE
DIOCESANE PEDAGOGISCHE BEGELEIDINGSDIENST BISDOM BRUGGE SECUNDAIR ONDERWIJS Kroniek van de begeleider Ik wens jullie eerst en vooral een energierijk 2013 met veel geluk zowel op persoonlijk vlak als professioneel.
Nadere informatieEen antwoord op vragen vanuit de vakgroepen Latijn / Grieks
KLASSIEKE TALEN Een antwoord op vragen vanuit de vakgroepen Latijn / Grieks 1 Hoe bereiken wij volgens de nieuwe leerplannen best de doelstelling 'leesplezier boven alles'? Het begrijpen van een tekst
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing
Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp werkwoordelijk gezegde
Nadere informatieMethodewijzer. Surf naar. www.plantyn.com
Wilt u meer informatie over Ars Legendi of een presentatie in uw school? Neem dan contact op met uw vertegenwoordiger. Johan Jonckers Telefoon: 0476 76 19 40 johan.jonckers@plantyn.com Dirk Van Den Berghen
Nadere informatieOnderdeel: lezen Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
Onderdeel: lezen Lesperiode: 1 Nieuw Nederlands 1 en 2 De leerling kent en herkent vaste tekststructuren. De leerling kent de besproken tekststructuren. (probleem/oplossingstructuur, verklaringstructuur,
Nadere informatie(werkwoordelijk gezegde)
Grammatica 1F Grammatica 1F bestrijkt de basisregels van de Nederlandse grammatica die op de basisschool worden aangeleerd en waarmee in het voortgezet onderwijs meestal nog wordt geoefend. Doelgroepen
Nadere informatieOnderdeel: Vakvaardigheden EBR Nieuwsbegrip: Leesvaardigheid en woordenschat Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
- NEX Klas: IG2 HV Onderdeel: Vakvaardigheden EBR Nieuwsbegrip: Leesvaardigheid en woordenschat Lesperiode: 2 1 Nieuwsbegrip en Nieuwsbegrip XL Materiaal: Leerlingschrift A4 Snelhechter Markeerstift Al
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing
Onderdeel: Grammatica zinsdelen (RTTI) Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1, 2,3 & 5 Theorie blz 28, 68, 108, 188, 189 De leerling moet de volgende zinsdelen kennen: persoonsvorm onderwerp
Nadere informatieOnderdeel: Startprogramma -- EBR Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
PIT IG3 2017-2018 Trimester 1 Vak: Nederlands Klas: IG 3 havo Onderdeel: Startprogramma -- EBR Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Week 1 t/m 3 Aantal lessen per week:
Nadere informatieDoelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar
Doelen taalbeschouwing die verworven moeten zijn in het vierde leerjaar Hieronder vindt u de leerplandoelen taalbeschouwing die we met onze evaluatie in kaart willen brengen. Ze staan in dezelfde volgorde
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
2016-2017 Vak: Nederlands Klas: vmbo-tl 2 Onderdeel: Spelling 1 & 2 Digitale methode 1F Spelling: verdubbeling en verenkeling. 1F Spelling: vorming van het bijvoeglijk naamwoord. 1F Werkwoordspelling waarvan
Nadere informatieNIEUW LEERPLAN KLASSIEKE TALEN 2 DE GRAAD. Inleiding
Leerplan klassieke talen 2 de graad NIEUW LEERPLAN KLASSIEKE TALEN 2 DE GRAAD 3 DE JAAR: VANAF 1 SEPTEMBER 2013 4 DE JAAR: VANAF 1 SEPTEMBER 2014 Inleiding WAAROM EEN NIEUW LEERPLAN? HOE IS EEN LEERPLANCOMMISSIE
Nadere informatie1 keer beoordeeld 4 maart 2018
7 Samenvatting door Syb 764 woorden 1 keer beoordeeld 4 maart 2018 Vak Nederlands Nederlands Toets week 3 ZAKELIJKE TEKSTEN LEZEN Het onderwerp van een tekst bestaat uit een paar woorden. Een deel onderwerp
Nadere informatieWat te doen met zwakke begrijpend lezers?
Wat te doen met zwakke begrijpend lezers? Cor Aarnoutse Wat doe je met kinderen die moeite hebben met begrijpend lezen? In dit artikel zullen we antwoord geven op deze vraag. Voor meer informatie verwijzen
Nadere informatieGrammatica 2F. Doelgroepen Grammatica 2F. Omschrijving Grammatica 2F. meewerkend voorwerp. voegwoord alle woordsoorten
Grammatica 2F Grammatica 2F bestrijkt de basisregels van de Nederlandse grammatica die op de basisschool worden aangeleerd en waarmee in het voortgezet onderwijs meestal nog wordt geoefend. Doelgroepen
Nadere informatieNieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en van F-N en kunnen gebruiken in mondelinge en schriftelijke zinnen.
Vaktips Frans 1. D O E L S T E L L I N G E N De Franse taal leren verstaan, lezen, spreken en schrijven. Om dit te bereiken, moet je: Nieuwe woorden correct kunnen schrijven, kunnen vertalen van N-F en
Nadere informatieSint-Jan Berchmanscollege
Sint-Jan Berchmanscollege Infobrochure Klassieke Talen (2de en 3de graad ASO) Leerlingprofiel Je leest graag, je wil je taalvaardigheid versterken, en je hebt interesse in cultuur en maatschappij? Een
Nadere informatieSamenvatting Nederlands Module 9
Samenvatting Nederlands Module 9 Samenvatting door een scholier 1519 woorden 26 juni 2004 7,5 55 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Kiliaan Module 9: A3 Tekstsoorten A4 Structuur van de boodschap C4
Nadere informatieTAALBESCHOUWING: BEPALINGEN
Vakonderdeel: TAALBESCHOUWING: BEPALINGEN Doelen Verdiepen van de beweeglijkheid van zinnen. Onderscheiden van nodige en bijkomende informatieve delen. Zinnen inkorten en langer maken. Materiaal Werkboek
Nadere informatieInhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv
Inhoud 1 Spelling 5 1 geschiedenis van de nederlandse spelling in vogelvlucht 11 2 spellingregels 13 Klinkers en medeklinkers 13 Spelling van werkwoorden 14 D De stam van een werkwoord 14 D Tegenwoordige
Nadere informatieAlgemene instructies voor de strategie: Vragen stellen. Introductiefase bij de eerste les:
Algemene instructies voor de strategie: Vragen stellen "Welkom,." Introductiefase bij de eerste les: 1. "Vandaag gaan we weer een tekst lezen. Daarbij gaan we een nieuwe strategie leren. Deze strategie
Nadere informatieNederlandse taalbeschouwing als ondersteuning voor het vreemdetalenonderwijs? Elena Lievens workshop studiedag Taal en Tekst, ENW AUGent, 6/11/2013
Nederlandse taalbeschouwing als ondersteuning voor het vreemdetalenonderwijs? Elena Lievens workshop studiedag Taal en Tekst, ENW AUGent, 6/11/2013 Gewijzigde eindtermen Taalprof Peter-Arno Coppen van
Nadere informatieSint-Jan Berchmanscollege
Sint-Jan Berchmanscollege Infobrochure Klassieke Talen (2de en 3de graad ASO) Leerlingprofiel Je leest graag, je wil je taalvaardigheid versterken, en je hebt interesse in cultuur en maatschappij? Een
Nadere informatieDOELGROEP Grammatica 3F is bedoeld voor leerlingen van havo/vwo en mbo 4. Het programma is geschikt voor zowel allochtone als autochtone leerlingen.
DOELGROEP Grammatica 3F is bedoeld voor leerlingen van havo/vwo en mbo 4. Het programma is geschikt voor zowel allochtone als autochtone leerlingen. STRUCTUUR De lesstof is ingedeeld in rubrieken (onderwerpen)
Nadere informatieZ I N S O N T L E D I N G
- 1 - Z I N S O N T L E D I N G Waarom is zinsontleding zo belangrijk? Elke scholier op de middelbare school maar ook de kinderen op de lagere school, komen veelvuldig met zinsontleding in aanraking, eigenlijk
Nadere informatieBrochure Begrijpend lezen VMBO 1
Brochure Begrijpend lezen VMBO 1 Brochure Begrijpend lezen VMBO 2 Inleiding Het belang van begrijpend lezen kan nauwelijks overschat worden. Het niveau van begrijpend lezen dat kinderen aan het einde van
Nadere informatieCVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3
CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3 Voor Nederlands zijn er 3 modules van elk 4 uur per week. De uren worden aansluitend gegeven, het gaat dus om een volledige namiddag. De
Nadere informatie2.3 Literatuur. 1.4.2 Schriftelijke vaardigheden 1.4.2.1 Lezen LES GODVERDOMSE DAGEN OP EEN GODVERDOMSE BOL LEERPLAN ALGEMEEN:
LES GODVERDOMSE DAGEN OP EEN GODVERDOMSE BOL ALGEMEEN: p.8 2.3 Literatuur In onze leerplannen is literatuur telkens als een aparte component beschouwd, meer dan een vorm van leesvaardigheid. Na de aanloop
Nadere informatieLeerstofoverzicht Lezen in beeld
Vaardigheden die bij één passen, worden in Lezen in beeld steeds bij elkaar, in één blok aangeboden. Voor Lezen in beeld a geldt het linker. Voor Lezen in beeld b t/m e geldt het rechter. In jaargroep
Nadere informatieUitleg boekverslag en boekbespreking
Uitleg boekverslag en boekbespreking groep 7 schooljaar 2014-2015 Inhoudsopgave: Blz. 3 Blz. 3 Blz. 3 Blz. 4 Blz. 6 Blz. 7 Blz. 7 Stap 1: Het lezen van je boek Stap 2: Titelpagina Stap 3: Inhoudsopgave
Nadere informatieHet Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.
Grammatica op maat Het Muiswerkprogramma Grammatica op maat bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw. Doelgroepen Grammatica op maat Dit programma is
Nadere informatiehuisstijl provincie antwerpen TAALGEBRUIK
TAALGEBRUIK provincie Antwerpen Richtlijnen voor in Een persoonlijkheid uit zich in daden, maar natuurlijk ook in woorden. De taal die je spreekt, verraadt je karakter en onthult de waarden die je aanhangt.
Nadere informatieDrie maal taal. Taal beschouwen in realistische situaties
Ronde 3 Joost Hillewaere Eekhoutcentrum Contact: joost.hillewaere@kuleuven-kulak.be Drie maal taal. Taal beschouwen in realistische situaties 1. Inleiding Waarom leren kinderen taal op school? Taal heeft
Nadere informatieSint-Jan Berchmanscollege
Sint-Jan Berchmanscollege Infobrochure Klassieke Talen (2de en 3de graad ASO) Leerlingprofiel Je leest graag, je wil je taalvaardigheid versterken, en je hebt interesse in cultuur en maatschappij? Een
Nadere informatieNiveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad
Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad Waarom? Voor Nederlands zijn er 3 modules van elk 4 uur per week. De uren worden aansluitend gegeven, het gaat dus om een volledige namiddag. De vaardigheden
Nadere informatieFormuleren. Doelgroep Formuleren. Omschrijving Formuleren
Formuleren Muiswerk Formuleren is een programma dat aandacht besteedt aan de belangrijkste stof die in de eerste klassen van het voortgezet onderwijs veelal aan de orde komt. Doelgroep Formuleren Formuleren
Nadere informatieGlossary Begrijpelijke Taal
Glossary Begrijpelijke Taal Afstand tussen referenten of proposities De afstand tussen referenten of proposities in een tekst. Een referent is een persoon of ding waarnaar in de tekst verwezen wordt. Een
Nadere informatieLatijn in de 21ste eeuw
Latijn in de 21ste eeuw Kiezen voor Latijn? Als leerling in het laatste jaar van de lagere school sta jij voor een belangrijke keuze. Welke studierichting moet je gaan volgen in het middelbaar onderwijs?
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Onderdeel: Leesvaardigheid week 1 t/m week 4 Aantal lessen per week: 5 Nieuw Nederlands 4 e editie 1 & 2 8 t/m 13 48 t/m 53 Lessen Nieuwsbegrip Stappenplan lezen Aan het eind van deze periode weet de leerling
Nadere informatiePIT HAVO-2 +HAVO/VWO Onderdeel: Spelling H1 en H2 Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
PIT HAVO-2 +HAVO/VWO-2 2016-2017 Vak: Nederlands Onderdeel: Spelling H1 en H2 Lesperiode: 1 Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1 en 2 Extra materiaal: Nieuw Nederlands Online De leerling kent de volgende
Nadere informatieSyntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen
Syntheseproef kerst 2013 Theoretische richtingen Vooraf De syntheseproef bestaat uit een aantal onderdelen. 1. Schriftelijke taalvaardigheid Het verslag dat je maakte van de aidsgetuigenis van Kristof
Nadere informatieDE SAMENGESTELDE ZIN ONDERWERPSZIN. ( Wie niet sterk is ),( moet ) [ slim ] { zijn }.
1 DE SAMENGESTELDE ZIN Voordat een zin als samengestelde zin ontleed kan worden, moet hij eerst als enkelvoudige zin ontleed zijn, d.w.z. in een zin met maar één persoonsvorm ( en andere zinsdelen). Een
Nadere informatie1 WOORDSOORTEN 3 2 ZINSDELEN 8
Deel 1 Grammatica 1 1 WOORDSOORTEN 3 1.1 Tot welke woordsoort behoren de onderstreepte woorden in de volgende zinnen? 3 1.2 Multiple choice. Benoem de onderstreepte woorden 4 1.3 Benoem de onderstreepte
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Onderdeel: Grammatica zinsdelen 1F Grammaticale kennis: onderwerp, lijdend voorwerp, hoofdzin, bijzin, gezegde, persoonsvorm. 1E Grammaticale kennis: meewerkend voorwerp. 2E Grammaticale kennis: bijwoordelijke
Nadere informatieFormuleren voor gevorderden
Formuleren voor gevorderden Het programma Formuleren voor Gevorderden is gemaakt voor leerlingen in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en voor leerlingen in mbo en hbo voor wie vaardigheden op het
Nadere informatieFormuleren voor gevorderden
Formuleren voor gevorderden Het Muiswerkprogramma Formuleren voor Gevorderden is gemaakt voor leerlingen in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en voor leerlingen in mbo en hbo voor wie vaardigheden
Nadere informatieDe bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon
Josée Coenen De bovenkamer een kleurrijke grammatica van het Nederlands colofon Dit overzicht is samengesteld door Josée Coenen, auteur van De bovenkamer. Vormgeving Marjo Starink Bazalt 2016 Voor meer
Nadere informatiePROGRAMMA VOOR BEGRIJPEND LEZEN DE ZUID-VALLEI
PROGRAMMA VOOR BEGRIJPEND LEZEN DE ZUID-VALLEI (Dit programma is in 2011 aangepast aan de meest recente AVI-indeling van het CITO.) Het leren lezen is voor veel leerlingen een proces dat veel inspanning
Nadere informatieOnderdeel: Grammatica -- RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
PIT IG3 2017-2018 Trimester 2 Vak: Nederlands Onderdeel: Grammatica -- RKW Woordsoorten Week 13 t/m 24 Aantal lessen per week: 3 Nieuw Nederlands 5 e editie 1, 2 en 3 De leerling kent de onderstaande woordsoorten:
Nadere informatieTaalbeschouwelijke termen bao so 2010
1 Bijlage: Vergelijking taalbeschouwelijke termen leerplannen basisonderwijs en secundair onderwijs In deze lijst vindt u in de linkerkolom een overzicht van de taalbeschouwelijke termen uit het leerplan
Nadere informatieGrammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.
9 789082 208306 van Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden. Opzoekboekje voor leerlingen in klas 1 tot en met 3 in de onderbouw
Nadere informatieFormuleren voor gevorderden
Formuleren voor gevorderden Het Muiswerkprogramma Formuleren voor Gevorderden is gemaakt voor leerlingen in de bovenbouw van het voortgezet onderwijs en voor leerlingen in mbo en hbo voor wie vaardigheden
Nadere informatie# 4 De leerling leert strategieën te gebruiken bij het verwerven van informatie uit gesproken en geschreven teksten.
A. LEER- EN TOETSPLAN Onderwerp: Grammatica De leerlingen kunnen onderscheiden. De leerlingen kennen elementen van het verbuiging- en vervoegingsysteem. De leerlingen kunnen m.b.v. de betekenis van een
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Onderdeel: Hoofdstuktoets [Je leert over] onderwerp, deelonderwerpen en hoofgedachte. 2F Ik kan onderwerp en deelonderwerpen van een tekst vinden. 2F Ik kan de hoofdgedachte van een tekst vinden. 2F Ik
Nadere informatieHet Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw.
Basisgrammatica Het Muiswerkprogramma Basisgrammatica bestrijkt de grammatica die nodig is voor het leren van de Nederlandse spelling en zinsbouw. Doelgroepen Basisgrammatica Het computerprogramma Basisgrammatica
Nadere informatieVakles 1 / 2 / 3 / 4. # 3 De leerling leert strategieën te gebruiken voor het uitbreiden van zijn woordenschat.
A. LEER- EN TOETSPLAN Onderwerp: Grammatica De leerlingen kunnen onderscheiden. De leerlingen kennen elementen van het verbuiging- en vervoegingsysteem. De leerlingen kunnen m.b.v. de betekenis van een
Nadere informatieVOORWOORD. René van Royen
VOORWOORD Priscianus was een knappe man. Toen Rome lang geleden nog een rijk was, leerde hij de kinderen in zijn klas Latijn. Hij gaf dus les, maar wat hij in de klas vertelde schreef hij ook op. Zo ontstond
Nadere informatieTaaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen
Taaljournaal Leerlijnenoverzicht - Lezen 1.1 Eigen kennis 1.1.1 Kinderen kunnen hun eigen kennis activeren, m.a.w. ze kunnen aangeven wat ze over een bepaald onderwerp al weten en welke ervaringen ze er
Nadere informatieOnderdeel: Spelling (RTTI) Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
Onderdeel: Spelling (RTTI) Lesperiode: 1 3 Nieuw Nederlands 5 e editie Hoofdstuk: 1 t/m 5 Theorie blz 3, 78, 122, 165, 166, 209 De leerling kent de volgende vormen van beeldspraak: Metafoor Vergelijking
Nadere informatieProfilering derde graad
De leerling heeft in de 1ste en de 2de graad, de gelegenheid gehad zijn/haar interesses te ontdekken en heeft misschien al enig idee ontwikkeld over toekomstige werk- of studieplannen. Vaardigheden, inzet,
Nadere informatieTeksverklaringen!!!!! Samenvattingen!! - Meerkeuzevragen! - Open! !!!! Nederlands! 1. Spellen! 2. Samenvatting schrijven
NEDERLANDS Nederlands Teksverklaringen Samenvattingen 1. Hoofdgedachte 2. Meerkeuzevragen 3. Tekstverbanden 4. Open vragen 5. Argumentatie 6. Mening en doel van de schrijver 1. Spellen 2. Samenvatting
Nadere informatiePdf versie uitleg Grammatica
Uitleg Grammatica Inleiding In deze zelfstudiemodule kun je grammatica oefenen. Grammatica betekent volgens de Van Dale Leer van het systeem van een taal, geheel van regels volgens welke woorden en zinnen
Nadere informatieLesstof overzicht Station vanaf
Lesstof overzicht Station vanaf 2018 complete methode Nederlands vmbo STATION Mondelinge taalvaardigheid Nederlands vmbo KGT 1 Beter gebekt STATION Nederlands vmbo BK 1 Tussen hoofdletter en punt jaar
Nadere informatieProgramma van Inhoud en Toetsing (PIT)
Onderdeel: Grammatica zinsdelen H1-H3 (RTTI) Aantal lessen per week: 4 Hoofdstuk: 1-3 Extra materiaal: Nieuw Nederlands Online Cambiumned.nl De leerling kent de theorie m.b.t. de zinsdelen: - persoonsvorm
Nadere informatieLeerplannen Nederlands en vreemde talen in de eerste graad
Aartsbisdom Mechelen-Brussel Vicariaat Onderwijs. Diocesane Pedagogische Begeleiding Secundair Onderwijs Leerplannen Nederlands en vreemde talen in de eerste graad Guy De Becker, Geert Hellemans, Marleen
Nadere informatieBeoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs
kennisnet.nl Beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs Op de volgende pagina s treft u het beoordelingsinstrument Digitale Leermiddelen Taalonderwijs. Het instrument is ingedeeld in acht
Nadere informatieOnze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren CAPUT SECUNDUM TAALSTUDIE. Werkwoorden vervoegen
CAPUT SECUNDUM TAALSTUDIE Werkwoorden vervoegen 1. De infinitief In de woordenlijst vinden we de woorden altijd in dezelfde vorm. Deze vorm, die we het grondwoord noemen, is voor een werkwoord de infinitief..
Nadere informatieWat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
PIT IG3havo 2018-2019 Vak: Nederlands Trimester 1 Onderdeel: Grammatica Zinsdelen -- RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing: Lesperiode: 1 Week 1 t/m 12 Aantal lessen
Nadere informatiejaarplan Latijn 5 lestijden.xlsx
JAARPLAN LATIJN EERSTE GRAAD EERSTE JAAR 5 UUR PER WEEK Referentie leerplan : D/2011/7841/001 Handboek : Ars Legendi Vestibulum: taalboek, leesboek, woordenlijst Voeten: Bij het begin van elke les worden
Nadere informatie* Mijn vader vindt dat je aan make-up niet te veel geld aan moet uitgeven.
1.8 Nederlands formuleren Als je zuiver Nederlands schrijft, moet je net als een verzorgde spelling een verzorgde zinsbouw gebruiken. Veel voorkomende fouten moet je daarbij vermijden. Deze fouten vind
Nadere informatie2 Lesstof Formuleren
LESSTOF Formuleren 2 Lesstof Formuleren INHOUD INLEIDING... 4 STRUCTUUR... 4 INHOUD... 8 TOT SLOT... 18 Lesstof Formuleren 3 INLEIDING Muiswerkprogramma s zijn computerprogramma s voor het onderwijs. De
Nadere informatieHuiswerk Spreekbeurten Werkstukken
Huiswerk Spreekbeurten Werkstukken - 2 - Weer huiswerk? Nee, deze keer geen huiswerk, maar een boekje óver huiswerk! Wij (de meesters en juffrouws) horen jullie wel eens mopperen als je huiswerk opkrijgt.
Nadere informatieSamenvatting Nederlands formuleren
Samenvatting Nederlands formuleren Samenvatting door een scholier 1199 woorden 3 maart 2016 7,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Nederlands Nieuw Nederlands Nederlands Samenvatting formuleren Par 1 dubbelop
Nadere informatieWaarom een samenvatting maken?
Waarom een samenvatting maken? Er zijn verschillende manieren om actief bezig te zijn met de leerstof. Het maken van huiswerk is een begin. De leerstof is al eens doorgenomen; de stof is gelezen en opdrachten
Nadere informatieLeerlijn Leeslink niveau 2 (groep 5-6) Schooljaar
Startles 35 Introductieles Het vak begrijpend en studerend lezen. Wat houdt het in? Wat heb je er aan? de 1 36 De leerling kan: - vertellen waarom hij een tekst leest - een leesdoel kiezen 1 37 De leerling
Nadere informatiei n h o u d Inhoud Inleiding
V Inhoud Inleiding IX 1 Informatie structureren 1 1.1 Onderwerp in kaart brengen 1 1.1.1 Je doel vaststellen 1 1.1.2 De lezers inschatten 2 1.1.3 Het onderwerp afbakenen 3 1.1.4 Van ideeën naar mindmap
Nadere informatieVak: Nederlands EBR Klas: IG2 hv Onderdeel: Fictie en Schrijven Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:
Vak: Nederlands EBR Klas: IG2 hv Onderdeel: Fictie en Schrijven 4 Lessen Nederlands: Stimuleren vrij lezen, Verhaalfragmenten aanbieden/promopraatjes Nieuw Nederlands Hoofdstuk: Spreken en Gesprekken blz.
Nadere informatieProcedure Contact: Annick.Vandenheede@dexia.com
Copywriting - Leer vlijmscherp schrijven om effectief de aandacht te trekken van uw lezers en hen te overtuigen Ontdek hoe u overtuigender kunt schrijven Schrijft of herschrijft u commerciële teksten,
Nadere informatieLESSTOF. Basisgrammatica
LESSTOF Basisgrammatica 2 Lesstof Basisgrammatica INHOUD INLEIDING... 4 BASISGRAMMATICA EN MEIJERINK... 5 DOELGROEP... 5 STRUCTUUR... 6 OMVANG... 7 INHOUD... 9 Lesstof Basisgrammatica 3 INLEIDING Muiswerkprogramma
Nadere informatie- Treffende titels: grabbelzakje - Treffende titels: kaartjes. - Tijdschriften/kranten. - Kopieerblad. - Kopieerblad
Thema Lessen en materialen groep 8 Instructie Spellingcheck Netversie voorlezen Gevoelens Les 1: Treffende titels: Gekke gevoelens - Treffende titels: grabbelzakje - Treffende titels: kaartjes Gedichten
Nadere informatieLes 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts
Les 1 Vragen stellen Leestekst: De tandarts "Welkom:... " Introductiefase: 1. "Vandaag gaan we weer een tekst lezen. Daarbij gaan we een nieuwe strategie leren. Deze strategie heet vragen stellen. We gaan
Nadere informatieProfilering derde graad
Profilering derde graad De leerling heeft in de eerste en de tweede graad de gelegenheid gehad om zijn of haar interesses te ontdekken. Misschien heeft hij of zij al enig idee ontwikkeld over toekomstige
Nadere informatieWoordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord
Woordsoorten Nederlands Aanwijzend voornaamwoord Betrekkelijk voornaamwoord Bezittelijk voornaamwoord Bijvoeglijk gebruikt werkwoord Bijvoeglijk naamwoord Bijwoord Bijzin Hoofdzin Hulpwerkwoord Koppelwerkwoord
Nadere informatieWERKEN AAN DE VOET IN DE LESSEN LATIJN EN GRIEKS
Vlaams Verbond van het Katholiek Secundair Onderwijs Guimardstraat 1, 1040 Brussel WERKEN AAN DE VOET IN DE LESSEN LATIJN EN GRIEKS 1. Talenonderwijs binnen een schoolbreed beleid De school werkt aan de
Nadere informatieNaam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8.
Naam: Mijn doelenboekje Grammatica Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8 www.gynzy.com Inhoud & Legenda In dit doelenboekje zijn de volgende Werelden te vinden: Taalkundige ontleding...3 Redekundige
Nadere informatieCONCEPT. Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten. Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo
Tussendoelen Nederlands onderbouw vo havo/vwo Domein A 1: Lezen van zakelijke teksten Subdomein A 1.1: Woordenschat 1.1 h/v de betekenis van onbekende woorden afleiden uit de context; 1.2 h/v de betekenis
Nadere informatieStap voor stap Latijn leren (en) lezen in het eerste jaar
Stap voor stap Latijn leren (en) lezen in het eerste jaar Marjan Hillewaere ENW AUGent, 6/11/ 13 Studiedag Taal en Tekst. De rol van taalbeschouwing in het klassieketalenonderwijs. Latijn leren (en) lezen
Nadere informatieWEEK MAANDAG WOENSDAG DINSDAG DONDERDAG VRIJDAG ZONDAG ZATERDAG. Vul het juiste voorzetsel in. Nico fietst elke dag (aan, naar, op) de cursus.
Vul het juiste voorzetsel in. Nico fietst elke dag (aan, naar, op) de cursus. 1 Voeg een woord aan de zin toe zodat hij correct wordt. Micky werkt graag in tuin. Verbeter de fout in de zin. Floortje leeft
Nadere informatieWorkshop Handleiding. Verhalen schrijven. wat is jouw talent?
Workshop Handleiding Verhalen schrijven wat is jouw talent? Inhoudsopgave Hoe gebruik je deze workshop? Hoe kun je deze workshop inzetten in je klas? Les 1: Even voorstellen stelt zich kort voor en vertelt
Nadere informatieDIDASKO. Auteur: Jan Leenders. Inleiding
DIDASKO Auteur: Jan Leenders Inleiding In mijn loopbaan als docent klassieke talen ik sta al meer dan dertig jaar voor de klas; de laatste jaren aan het Valuascollege in Venlo heb ik de vaardigheid van
Nadere informatieHoe maak ik in groep 6 een werkstuk?
Hoe maak ik in groep 6 een werkstuk? Je gaat de komende weken thuis een werkstuk maken. Een werkstuk is een lange weettekst. Het wordt geschreven om iemand iets te leren of te laten weten. Net als in een
Nadere informatieLEERWAAIER EN ALGEMENE DIDACTISCHE WENKEN
LEERWAAIER EN ALGEMENE DIDACTISCHE WENKEN 1 WOORD VOORAF... 3 1. Materiaal voor de leerling en de leerkracht... 4 1.1 Leesboek Peristylium A en B... 4 1.1.1 Algemeen... 4 1.1.2 De dynamisch-lineaire leesstrategie...
Nadere informatieLes 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening. Introductiefase
Les 1 Integratie Leestekst: Een bankrekening "Welkom:... " Introductiefase 1. "In de afgelopen weken hebben we veel teksten gelezen. Deze teksten hebben we samengevat, we hebben vragen erbij gesteld, gekeken
Nadere informatieInleiding: Combinaties
Zinnen 1 Inleiding: Combinaties Combinaties op verschillende niveaus: Lettergrepen als combinaties van fonemen. Woorden als combinaties van morfemen. Zinnen als combinaties van woorden en woordgroepen.
Nadere informatieBasisgrammatica. Doelgroep Basisgrammatica
Basisgrammatica In Muiswerk Basisgrammatica wordt aandacht besteed aan de drie belangrijkste woordsoorten die de traditionele grammatica onderscheidt. Verder komen de eerste beginselen van zinsontleding
Nadere informatieWaarom ga je schrijven? Om de directeur te overtuigen
week 17 20 april 2015 - Schrijfopdrachten niveau B, les 1 Les 1: Een overtuigende tekst schrijven Beantwoord deze vragen: Een mooie manier om te herdenken 1. Waarom is het volgens jou belangrijk om de
Nadere informatie