Wat doe je zoal op een dag?

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Wat doe je zoal op een dag?"

Transcriptie

1 Wat doe je zoal op een dag? Wat leert u in dit hoofdstuk? 4 A s Morgens als ik opsta... Je dag omschrijven Tijdstippen en dagdelen aangeven Een verhaal structureren B Smakelijk eten! Huishoudelijke taken (Eet)gewoontes, maaltijden Frequentie aangeven C Wat zijn je hobby s? Praten over bezigheden, hobby s en sporten negenenzestig 69

2 A 4A s Morgens als ik opsta 1 Luisteren Ben je met iets bezig? cd 1-21, 22, 23, 24 Luister naar de dialogen en kruis aan. dialoog 1 Tim moet vandaag de keuken schoonmaken. de wc en de badkamer schoonmaken. dialoog 2 De man doet ochtendgymnastiek. heeft een ochtendhumeur. dialoog 3 De vriendinnen willen lunchen. squashen. dialoog 4 De vrouw doet drie keer per week aan fitness. iedere dag aan fitness. 2 Invuloefening Welke vorm is niet goed? Streep de onjuiste vorm door. 1. Hij kan / moet vandaag niet komen want hij moet werken. 2. Ik wil / zal de keuken wel schoonmaken, maar ik kan niet. 3. Zullen / Moeten we iets gaan drinken vanavond of wil je liever televisiekijken? 4. Ik mag / wil wel met Steven gaan hardlopen, maar ik moet huiswerk maken. 5. Wilt / Gaat u een kopje koffie? 6. Ik moet / wil graag meer gaan sporten. Ik wil wel, maar ik kan niet. Ik wil wel koffie met je drinken, maar ik kan niet. Ik wil wel squashen, maar dan ben ik aan het lesgeven. Ik wil wel meer sporten, maar ik heb zo weinig tijd. 3 Grammatica Wat ben je aan het doen? Wat ga je straks doen? nu straks zo / zometeen Ik lees een boek. Hij is nu aan het schoonmaken. Ik ben bezig met strijken Zij is nu nog aan het douchen, Ik ben bezig met ochtendgymnastiek We zijn aan het chatten. Zo meteen ga ik huiswerk maken. Hij gaat straks hardlopen. en straks ga ik een boek lezen. maar ze komt zo. en daarna ga ik ontbijten. Straks gaan wij voetballen. Vul in. Na het verbum zijn + aan het komt. Na bezig zijn met komt of. Na gaan komt. WB 4A - 1, 2 We zijn aan het werk. (= Wij werken nu.) We gaan aan de slag. (= Wij beginnen nu met ) 70 zeventig

3 4 Spreken Wat wilt u liever doen? Vertel elkaar wat u aan het doen bent en wat u liever wilt doen. Cursist A: Ik ben aan het studeren, maar ik wil liever hardlopen. Cursist B: Ik heb Nederlandse les, maar ik wil liever op vakantie gaan. Cursist C: Ik volg een cursus Nederlands, maar ik wil liever Etc. 5 Invuloefening Weekend a) Lees de tekst en bekijk de afbeeldingen. Zet de nummers van de afbeeldingen op de juiste plaats in de tekst s Morgens om ongeveer uur word ik wakker 2. Eerst ga ik douchen en daarna poets ik mijn tanden. Dan maak ik mijn ontbijt en lees de krant. Ik werk de hele week, dus in het weekend doe ik het huishouden. Zaterdagochtend lap ik de ramen en dan ga ik stofzuigen en dweilen. Hierna drink ik een kop koffie. Tussen de middag haal ik een lekker broodje bij de bakker ga ik eerst joggen. Daarna ga ik iets drinken met een vriend of vriendin. Om uur kook ik het avondeten. s Avonds ga ik chatten of televisiekijken. Ten slotte ga ik naar bed en lees ik nog een paar bladzijden. Tegen middernacht ga ik slapen.. s Middags b) Omcirkel de tijdstippen en dagdelen in de tekst. s Morgens om ongeveer uur word ik wakker. WB 4A - 3 eenenzeventig 71

4 4A 6 Spreken Hoe is uw dag? Een verhaal structureren. Wat kun je zeggen? eerst dan / daarna / vervolgens ten slotte / tot slot Eerst word ik wakker. Dan ga ik douchen, daarna poets ik mijn tanden, en vervolgens lees ik de krant. Ten slotte ga ik werken. Vraag elkaar wat u doet op een doordeweekse dag. Gebruik: s ochtends / s morgens, s middags, om zes uur, etc. Cursist A: Wat doe jij maandag? Cursist B: s Morgens word ik meestal om 7.00 uur wakker, maar ik blijf tot 8.00 uur liggen. Om 8.00 uur ga ik douchen. Etc. 7 Grammatica Inversie a) Wat doet Kerim s morgens? Vul in. wordt hij wakker. Dan uit bed. Vervolgens ontbijten. naar de cursus. adverbium (tijd) rest b) Wat ziet u aan de woordvolgorde? Na een adverbium komt eerst en dan. Dit noemen we inversie. c) Zet in de juiste volgorde. Er zijn meerdere mogelijkheden. Wat doet Kerim s middags? Vervolgens gaat hij boodschappen doen. Eerst gaat hij lunchen. Ten slotte gaat hij koken. Dan gaat hij huiswerk maken. d) Zet in de juiste volgorde. Maak zinnen met eerst / dan / daarna / vervolgens / ten slotte. Er zijn meerdere mogelijkheden. Wat doet Kerim s avonds? afwassen tandenpoetsen avondeten slapen televisiekijken WB 4A - 4, 5, 6 72 tweeënzeventig

5 8 Spreken Wat doe je dit weekend? U krijgt een agenda voor zaterdag en zondag van de docent. Vul de agenda in. Loop rond en vertel uw medecursisten over uw activiteiten op zaterdag en zondag. Vraag ook wat uw medecursisten in het weekend doen. Gebruik de adverbia van tijd, zie oefening 6. Cursist A: Wat doe je dit weekend? Cursist B: Op zaterdag ga ik eerst huiswerk maken. Dan ga ik lunchen. Daarna ga ik sporten en vervolgens ga ik televisiekijken. s Avonds ga ik naar de film. Ten slotte ga ik naar bed om uur. En wat doe jij op zaterdag? Cursist A: s Morgens ga ik altijd naar de markt. Daarna Etc. WB 4A - 7 Uitdrukking Een bezig bijtje. drieënzeventig 73

6 B Smakelijk eten! 4B 1 Luisteren Wie doet wat in huis? cd 1-25 Moeder en Anne praten over het huishouden. Luister naar de tekst en kruis aan. Wie doet wat? eten koken vader moeder Anne wassen / de was doen strijken de badkamer schoonmaken de wc schoonmaken de keuken schoonmaken de vuilnis buitenzetten in de tuin werken stofzuigen de ramen lappen boodschappen doen de afwasmachine inruimen de kamer opruimen 2 Grammatica Conjuncties a) Omcirkel de conjuncties in de volgende zinnen. Ik doe meer in het huishouden maar ik werk ook minder uren. 1. Vind je het vervelend om iedere dag te koken of vind je het leuk? 2. Jij stofzuigt en jij lapt ook altijd de ramen, dus je doet meer in het huishouden. 3. Hij kan alleen in het weekend koken want hij is doordeweeks laat thuis. 4. Zij doet iets meer in het huishouden omdat ze minder uren werkt. b) Vul in. hoofdzin conjunctie hoofdzin Hij kan alleen in het weekend koken want hij doordeweeks laat thuis. Zij doet iets meer in het huishouden want ze minder uren. hoofdzin conjunctie bijzin Hij kan alleen in het weekend koken omdat hij doordeweeks laat thuis. Zij doet iets meer in het huishouden omdat. c) Vul in. In de bijzin staat het verbum / de persoonsvorm aan het van de zin. Interpunctie: komma In lange zinnen staat voor de conjuncties want, omdat, maar en dus vaak een komma. De komma is niet verplicht, u kunt hem ook weglaten. Ik ga morgen niet naar de cursus Nederlands, want de docente is op vakantie. Ik ga niet naar de cursus want het is vakantie. 74 vierenzeventig

7 3 Invuloefening Conjuncties a) Vul in: want of omdat. 1. Ik doe de boodschappen mijn vriendin de hele dag werkt. 2. Stofzuig jij vandaag, jij hebt meer tijd. 3. Ute spreekt goed Nederlands zij woont al twee jaar in Utrecht. 4. Ik ga naar de cursus ik goed Nederlands wil spreken. 5. Ik kook iedere dag ik moet goed eten. b) Vul de juiste conjunctie in. Er zijn meerdere mogelijkheden. Kies uit: en of maar dus want omdat 1. Jij doet vandaag de boodschappen je kookt. 2. Ik kook iedere dag ik goed wil eten. 3. Ik moet de hele dag werken. Wil jij de keuken schoonmaken de boodschappen doen? 4. Ik ga naar de cursus ik wil goed Nederlands spreken. 5. Ik moet nog veel huiswerk maken ik ga nu naar huis. 6. Ik moet nog veel huiswerk maken ik heb geen zin. WB 4B - 1, 2, 3, 4 4 Spreken Wie doet wat bij u thuis? Vertel elkaar over uw eigen situatie. Hoe is de taakverdeling bij u thuis? Vertel ook waarom de taakverdeling zo is. Cursist A: Bij mij thuis kook ik altijd omdat mijn man pas laat thuis is. Cursist B: Ik was af omdat mijn vrouw vaak kookt. Cursist C: Ik stofzuig elke dag en mijn vriend lapt de ramen. Etc. 5 Lezen Wat eten we vanavond? a) Lees het recept en raad welk Nederlands gerecht dit is. 500 g spliterwten 1 kg varkensribbetjes 250 g spek 3 preien 1 knolselderie 1 grote rookworst (375 g) 2 aardappels zout peper Bereiding Doe de spliterwten in een pan met drie liter water. Doe de ribbetjes en het spek bij de spliterwten en kook alles ongeveer twee uur zachtjes. Snijd de preien in ringen. Snijd de knolselderie en de aardappels in blokjes. Doe ook de prei, de knolselderie, de aardappels en de rookworst in de pan en kook alles nog dertig minuten. Blijf constant roeren want het mag niet aanbranden. Neem de worst, de ribbetjes en het spek uit de pan. Snijd het vlees van de ribbetjes en verdeel het in stukjes. Snijd de worst in plakjes en doe alles terug in de pan. Breng het gerecht op smaak met zout en peper. Serveer met roggebrood met spek. Dit is het recept voor: vijfenzeventig 75

8 4B b) Omcirkel de verba in het recept bij a). Doe de spliterwten in een pan met drie liter water. c) Vul in. De omcirkelde vormen uit b) geven een opdracht of een instructie. Dit heet de imperatief. Deze vorm is hetzelfde als de -vorm. Let op! Imperatief van het verbum zijn : Wees eens wat aardiger. 6 Invuloefening Doe dit, doe dat! Vul de juiste vorm van het verbum in. Anne moet: Moeder zegt: haar tanden poetsen. Poets je tanden! haar huiswerk maken. je huiswerk! naar de winkel gaan. naar de winkel! de boodschappen doen.! het eten koken.! een beker melk drinken.! het vlees bakken.! een beetje harder lopen.! WB 4B - 5, 6 Kom maar (even) hier! Kom eens (even) bij mij. Ga maar (even) zitten! Ga eens (even) weg! Maar (even) en eens (even) kunt u gebruiken om een imperatief vriendelijker te maken. Kom hier! (= onvriendelijk) Kom eens hier! (= vriendelijk) In een recept worden maar (even) en eens (even) niet gebruikt. 7 Spreken Mijn favoriete gerecht Vertel elkaar wat uw favoriete gerecht is. Vertel ook hoe u dit gerecht maakt. U kunt de verba bij de afbeeldingen gebruiken. Mijn favoriete gerecht is aardappelsalade. Dit is het recept: Kook eerst de aardappels 25 minuten. Snijd dan de aardappels in kleine stukjes. Snijd daarna de groenten. Je kunt bijvoorbeeld tomaten, paprika en ui gebruiken. Doe vervolgens de groenten bij de aardappels. Roer tot slot mayonaise door de aardappels en de groenten. Breng het gerecht op smaak met peper en zout. Eet smakelijk! fruiten bakken / koken roeren snijden schillen raspen persen braden 8 Lezen en invuloefening Wat en wanneer eten Nederlanders? a) Lees de tekst. Vul het juiste woord in. Kies uit: avondeten beker brood daarna drie fruit groente kop(je) lunch niet ontbijt (2x) ontbijten pasta toetje uur warme 76 zesenzeventig

9 Nederlanders eten meestal keer op een dag. Ze beginnen met het tussen 7.00 en 8.00 uur. In het weekend ontbijten ze soms later of ze combineren het met de. Dat noemen ze brunchen: een combinatie van het Engelse woord breakfast (= ) en lunchen. Dat is dan wel een stevige maaltijd! Maar doordeweeks is de maaltijd s ochtends nooit zwaar: ze eten een of twee boterhammen met kaas, vleeswaren of zoet beleg en drinken er een koffie of thee bij. Of ze eten yoghurt, kwark, muesli of cornflakes. Sommige mensen zelfs helemaal niet! volgt de lunch om ongeveer één s middags. In veel andere culturen is de lunch een maaltijd, maar in Nederland. De Nederlandse lunch bestaat bijna altijd alleen uit met een melk of karnemelk, soms met een kop soep vooraf en toe. De laatste maaltijd zo tussen zes en half acht s avonds is het of ook wel het diner. Maar dineren betekent in Nederland eigenlijk chic uit eten gaan; dat doen Nederlanders heel af en toe. De avondmaaltijd is wél warm en is heel gevarieerd. Aardappels ze nemen er meestal twee of drie per persoon, met een beetje jus, vlees en is een traditionele Nederlandse avondmaaltijd, maar tegenwoordig eten ze ook vaak, rijst en zo nu en dan taco s en wraps. Vaak maakt een, zoals vla of yoghurt, de avondmaaltijd compleet. b) Frequentiewoorden geven aan hoe vaak iets gebeurt. Omcirkel de frequentiewoorden in de tekst uit a). Nederlanders eten meestal drie keer op een dag. c) Schrijf nu zelf op wat u eet op een dag. Gebruik de volgende frequentiewoorden: vaak meestal nooit altijd soms 9 Spreken Hoe vaak...? Vraag elkaar hoe vaak u iets doet. Geef antwoord op de vragen en gebruik frequentiewoorden. Cursist A: Hoe vaak eet jij spruitjes? Cursist B: Ik eet nooit spruitjes. Spruitjes zijn niet lekker. Hoe vaak drink jij melk? Cursist C: Ik drink altijd melk bij de lunch. Hoe vaak ga jij naar een restaurant? Etc. WB 4B Spreken Eetgewoontes Vertel elkaar over de eetgewoontes uit uw eigen cultuur. Gebruik de volgende vragen: Hoeveel maaltijden eet je per dag? Zijn de maaltijden warm of koud? Wat drink je bij de maaltijden? Wat zijn typische gerechten uit jouw land? Wat eet je zelf vaak? Wat eet je nooit? Uitdrukking Zo zout heb ik het nog nooit gegeten. zevenenzeventig 77

10 C Wat zijn je hobby s? 4C 1 Luisteren Een sportprogramma cd 1-26 U hoort het commentaar bij een sportprogramma. Geef antwoord op de vragen. 1. Om welke sport gaat het? 2. Hoeveel deelnemers hebben een tijd onder de 2 uur 8 (2 uur en 8 minuten)? 2 Beeldoefening Sporten Zoek in uw woordenboek de naam van de sport Je beoefent een sport. Wat kun je zeggen? Ik doe aan voetbal. Ik zit op hockey. Ik ga naar tennisles. Ik doe ook nog aan fitness. Ik zit bij een voetbalclub. Ik ben lid van een hockeyclub. Ik tennis één keer per week. Ik volleybal elk weekend. Vandaag ga ik tennissen, morgen ga ik voetballen en overmorgen ga ik hockeyen. Twee keer per week ga ik joggen / hardlopen. Ik train iedere dag als ik een wedstrijd moet spelen. Ik ga naar de sportschool om te sporten. WB 4C - 1, 2, 3 78 achtenzeventig

11 3 Spreken Ik zit op... Vraag elkaar welke sport u doet. Cursist A: Welke sport doe jij? Cursist B: Ik zit op voetbal en ik doe aan fitness. Welke sport doe jij? Cursist C: Ik zwem twee keer per week. Etc. 4 Spreken Sport Vertel elkaar over sport. Stel elkaar de volgende vragen: Welke sport is in jouw land het populairst? Naar welke sport kijk je het liefst? Welke sport doe je zelf graag en waarom? Van welke sport houd je niet? WB 4C - 4 vrije tijd hebben = als je niet aan het werk bent In het weekend heb ik veel vrije tijd, want dan werk ik niet. in mijn vrije tijd = wat je doet in je vrije tijd In mijn vrije tijd lees ik graag. 5 Lezen en spreken Wat doen Nederlanders in hun vrije tijd? a) Lees de tekst en bekijk het diagram. Maak de tekst compleet. Nederlanders besteden uur per week aan mediagebruik: ze lezen, ze luisteren naar muziek en ze zijn vooral aan het computeren of aan het televisiekijken. Ze besteden 9 uur aan de. Ze gaan bij elkaar op visite of ze bellen elkaar. Voor hobby s gebruiken ze uur. Verder zijn ze ruim 3,5 uur van hun vrije tijd onderweg, met de auto, op de fiets, te voet of met het openbaar vervoer. Aan en besteden de Nederlanders 5 uur per week. Aan vrijwilligerswerk, zorg voor familie/vrienden en religie besteden ze uur. Vrijetijdsbesteding van Nederlanders van 12 jaar en ouder in uren per week ( ) ( ) ( ) Openbaar vervoer = trein, tram, bus, metro. ( ) ( ) ( ) ( ) negenenzeventig 79

12 4C b) En wat doet u het liefste in uw vrije tijd? Kruis aan. nooit soms vaak televisiekijken lezen koken naar de bioscoop gaan het theater bezoeken een museum bezoeken muziek maken naar muziek luisteren dansen op visite gaan naar het café gaan uit eten gaan schaken dammen kaarten chatten / msn en fotograferen schilderen reizen (met de hond) wandelen een fietstocht maken sporten computeren spelletjes doen gamen slapen bloggen c) Vertel elkaar wat u hebt aangekruist bij b) en waarom. WB 4C Spreken Wat zijn uw hobby s? Vraag elkaar welke hobby s u hebt. Cursist A: Wat zijn je hobby s? Cursist B: Ik zit op voetbal, ik reis graag en ik houd van computerspelletjes. Wat doe jij in je vrije tijd? Cursist C: Ik houd van dansen. Ik ga het liefst zelf dansen. Ik vind het ook leuk om naar het theater te gaan. Etc. WB 4C - 6, 7 80 tachtig

13 7 Vocabulaire Muziekinstrumenten a) Bekijk de instrumenten en vul de namen van de instrumenten in. de het orgel de de de de blokfluit de dwars de het drumstel / de de drums b) Welk instrument spelen zij? Vul in. De stem 1. Hij speelt de zang zingen de zanger de zangeres De zangeres zingt een populair lied. 2. Zij speelt Spreken Ik speel... Vraag elkaar welk instrument u speelt. Vraag elkaar ook welk instrument u zou willen spelen. Cursist A: Welk instrument speel je? Cursist B: Ik speel piano. Cursist A: Welk instrument zou je willen spelen? Cursist B: Ik zou ook gitaar willen spelen. Speel je een instrument? Cursist C: Nee. Ik zou graag viool willen spelen. Etc. Met ik zou willen spreek je een wens uit. ik zou jij / je / u zou hij / zij / het zou } zou jij / je / u zou hij } willen zingen willen zingen? Alle enkelvoudsvormen van het verbum zijn hier hetzelfde. Kijk ook in het overzicht aan het eind van dit hoofdstuk. eenentachtig 81

14 4C 9 Luisteren Ik speel in een band cd 1-27 Luister eerst naar de tekst. Maak aantekeningen tijdens het luisteren. Schrijf daarna uw eigen versie van de tekst. Gebruik daarbij de volgende woorden: Eelco de Vries, muzikant, Nedertop, Nederlandstalige muziek, covers, bekende liedjes, twee zangers en één zangeres, gitarist, zangles, keyboardles, mijn passie Lever de tekst in bij de docent. WB 4C - 8, 9, Spreken Leuke hobby! Vertel elkaar over uw hobby s. Gebruik de volgende vragen: Wat zijn je hobby s? Besteed je veel tijd aan deze hobby s? Welke activiteit wil je ook graag doen en waarom? Welke activiteit wil je absoluut niet doen en waarom niet? Uitdrukking Het is altijd hetzelfde liedje. Uitspraak cd 1-28 Zinsaccent Het zinsaccent is het accent in een zin. In een zin krijgt één woord of krijgen meerdere woorden een accent. De spreker bepaalt welke woorden hij in een zin belangrijk vindt. Deze woorden krijgen het accent. Luister naar de voorbeelden. Ik wil koffie, geen thee. (Het zinsaccent valt op koffie.) Hij lust geen spruitjes, maar ik wel! (Het zinsaccent valt op hij en ik.) Ik woon al tien jaar in Nederland. (Het zinsaccent valt op tien.) WB 4 uitspraak - 1, 2, 3, 4 82 tweeëntachtig

15 Overzicht Inversie bij woordvolgorde in de zin Eerst Dan / daarna / hierna / vervolgens Ten slotte neem poets ga ik ik ik een douche. mijn tanden. naar bed / slapen. adverbium verbum / persoonsvorm subject rest Bezigheden uitdrukken Na het verbum zijn + aan het komt een infinitief. Na bezig zijn met komt een infinitief of een substantief. Na gaan komt een infinitief. Ik ben aan het studeren. Hij is bezig met afwassen. Zij is bezig met de afwas. We gaan morgen samen koken. Conjuncties en, maar, dus, want en of omdat verbinden twee hoofdzinnen verbindt een hoofdzin en een bijzin Ze wil graag veel sporten maar ze heeft niet veel tijd. s Avonds ben ik altijd moe dus ik ga niet te laat naar bed. Ik ga vanavond uit eten omdat ik jarig ben. Imperatief De imperatief = de ik-vorm = de stam van het verbum Snijd het vlees in stukjes. Kom eens even hier. Ga maar zitten. Enkele preposities Ik help Luca met het huiswerk. Ik doe aan hockey en fitness. Ik zit op voetbal. Ik ben bij een tennisclub. Ik ben aan het squashen. Ik ben bezig met mijn favoriete hobby. Ik kom net uit bed. We nemen drie aardappels per persoon. Vanavond staat erwtensoep op het menu. De ingrediënten staan in het recept. Hij brengt de soep op smaak met zout en peper. De hardloper heeft een tijd onder de acht minuten. Hij luistert naar muziek. Ik wandel met de hond. Opsomming Eerst gaan we ontbijten, dan gaan we naar school, daarna hebben we pauze, vervolgens gaan we fitnessen, Tot slot eten we een appel. Ten slotte maken we ons huiswerk. Frequentiewoorden nooit, soms, (heel) af en toe, (zo) nu en dan, vaak, meestal, altijd drieëntachtig 83

16 Ik kan nu: ja nee mijn dag omschrijven tijdstippen en dagdelen aangeven een verhaal structureren huishoudelijke taken benoemen praten over (eet)gewoontes en maaltijden frequentie aangeven praten over bezigheden, hobby s, sport, etc. 84 vierentachtig

REGELS. Onderstreep de pluralisvorm in de zin.

REGELS. Onderstreep de pluralisvorm in de zin. 61 61 REGELS 1 Onderstreep de pluralisvorm in de zin. 1 Ik woon met mijn gezin in een rijtjeshuis met vier slaapkamers. 2 De vijf appartementen in deze flat zijn heel klein. 3 Hij heeft een groot huis

Nadere informatie

Wat eten we vanavond?

Wat eten we vanavond? 35 35 HOOFDSTUK 3 Wat eten we vanavond? WOORDEN 1 Kies uit: jam school slager boodschappen vegetariër 1 Dorien eet geen vlees. Ze is. 2 Moniek houdt van zoet. Ze eet graag op brood. 3 Johan, ik ga naar

Nadere informatie

Wat doe je zoal op een dag?

Wat doe je zoal op een dag? Wat doe je zoal op een dag? 4 A 's Morgens als ik opsta 1 Nu, straks cd 1-21 Luister naar de dialogen en kruis aan. Wat gaan Michel, Joost en Maria nu doen? Wat gaan ze straks doen? nu straks Michel: televisiekijken

Nadere informatie

Leesboekje eten en drinken

Leesboekje eten en drinken Leesboekje eten en drinken Leesboekje Eten en Drinken Pagina 1 Dit is de groente Dit is het fruit. Dit is de sinaasappel. Dit is de banaan. Dit is de tomaat. Dit is de appel. Dit zijn de druiven. Dit is

Nadere informatie

U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen.

U leert in deze les toestemming vragen. Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. TOESTEMMING VRAGEN les 1 spreken inleiding en doel U leert in deze les "toestemming vragen". Toestemming vragen is vragen of u iets mag doen. Bij toestemming vragen is het belangrijk dat je het op een

Nadere informatie

Spreekoefeningen. Oefenen voor het eerste deel van het examen spreken: Vragen beantwoorden. 1 enkele vragen. (voor het inburgeringsexamen - spreken)

Spreekoefeningen. Oefenen voor het eerste deel van het examen spreken: Vragen beantwoorden. 1 enkele vragen. (voor het inburgeringsexamen - spreken) Spreekoefeningen (voor het inburgeringsexamen - spreken) Oefenen voor het eerste deel van het examen spreken: Vragen beantwoorden. 1 enkele vragen Eet u vaak brood? Wat voor groente eet u vaak? Wat vindt

Nadere informatie

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel Veertien leesteksten Leesvaardigheid A1 Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek Ad Appel Uitgave: Appel, Aerdenhout 2011-2016 Verkoopprijs: 1,95 Ad Appel Te bestellen via www.adappelshop.nl

Nadere informatie

Les 4. Eten en drinken, boodschappen doen

Les 4. Eten en drinken, boodschappen doen www.edusom.nl Opstartlessen Les 4. Eten en drinken, boodschappen doen Wat leert u in deze les? Wat u kunt zeggen als u iets lekker vindt of ergens van houdt. Praten over eten en drinken. Praten over boodschappen

Nadere informatie

Dag! kennismaken. Ik ben Eric.

Dag! kennismaken. Ik ben Eric. Vocabulaire Oefening 1 Woordweb Dag! Waar kom je vandaan? groeten Goedemorgen! de ontmoeting Hoe heet je? kennismaken Hoi! mensen Hallo! Ik ben Eric. nieuw Ik kom uit Engeland. Hallo, ik ben Mila. Ik ben

Nadere informatie

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 MEMORY WOORDEN 1.1 TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1 ik jij hij zij wij jullie zij de baby het kind ja nee de naam TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 2 MEMORY WOORDEN 1.2 TaalCompleet A1 Memory Woorden

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Spreekopdrachten thema 4 Wonen Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 1 bij 4.1 ** Uitleg voor de docent: Op de volgende pagina vind je een blad met plaatjes. Knip de plaatjes uit en doe ze in een envelop. Geef elk tweetal een envelop.

Nadere informatie

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen.

Wat gaan we doen? Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch. 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen. 103 103 HOOFDSTUK 7 Wat gaan we doen? WOORDEN 1 Kies uit: bijzondere dagelijks gratis aanstaande praktisch 1 Dick en Anna gaan vrijdag trouwen. Dat is over twee dagen. 2 Op 22 november zijn we 25 jaar

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 4 Wonen

Spreekopdrachten thema 4 Wonen Boven: Spreekopdrachten thema 4 Wonen Opdracht 2 bij 4.1 * slaapkamer 2 trap Beneden: tuin garage TaalCompleet A1 Spreken Plus Thema 4-1 Opdracht 3 bij 4.1 ** Vertel. Wat voor huis heb jij? - Woon je in

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen

Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen Spreekopdrachten thema 2 Boodschappen Opdracht 1 bij 2.1 ** Cursist A: vertel wat je eet of drinkt. Vraag wat cursist B eet of drinkt. Cursist B: geef antwoord. Voorbeeld Cursist A: Ik eet een tomaat.

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 7 Werken

Spreekopdrachten thema 7 Werken Spreekopdrachten thema 7 Werken Opdracht 2 bij 7.2 ** Knip de volgende pagina door. Je bent leidinggevende in een restaurant. Vandaag is de eerste werkdag van een nieuwe werknemer. Leg uit wat hij moet

Nadere informatie

Gezonde recepten avondeten. Gezonde recepten avondeten

Gezonde recepten avondeten. Gezonde recepten avondeten Gezonde recepten Gezonde recepten Vraag jij je ook wel eens af wat gezonde recepten zijn en wat nu gezond is en wat niet? Er zijn zoveel geluiden in voedingsland, dat je soms de weg kwijt kunt raken. Wat

Nadere informatie

Te huur HOOFDSTUK 4 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik woon in een flat op de vierde... a verdieping b appartement

Te huur HOOFDSTUK 4 WOORDEN. Kies het goede woord. 1 Ik woon in een flat op de vierde... a verdieping b appartement 51 51 HOOFDSTUK 4 Te huur WOORDEN 1 1 Ik woon in een flat op de vierde.... a verdieping b appartement 2 Het is een rijtjeshuis met een grote woonkamer en drie.... a tuinen b slaapkamers 3 Mijn woonkamer

Nadere informatie

Iris marrink Klas 3A.

Iris marrink Klas 3A. Iris marrink Klas 3A. 1 Inhoud. 1- Voorpagina 2- Inhoud, inleiding & mijn mening 3- Dag 1 4- Dag 2 5- Dag 3 6- Dag 4 7- Dag 5 Inleiding. Ik kreeg als opdracht om een dagverslag te maken over Polen. 15

Nadere informatie

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. Woordenlijst bij hoofdstuk 4 de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop. alleen zonder andere mensen Hij is niet getrouwd. Hij woont helemaal a, zonder familie.

Nadere informatie

Antwoorden Thema 5 Vrije tijd

Antwoorden Thema 5 Vrije tijd Antwoorden Thema 5 Vrije tijd Luisteren Oefening 2 hobby Willem Linda hockeyen squashen tennissen voetballen bioscoop theater ballet kroegbezoek concertbezoek popmuziek jazz klassieke muziek Spreken Oefening

Nadere informatie

de andijvie A is een soort groente met grote groene bladeren.

de andijvie A is een soort groente met grote groene bladeren. Woordenlijst bij hoofdstuk 6 de aardappel Wat eten we vanavond, rijst of a? alcoholvrij zonder alcohol Graag een a bier. Ik moet nog auto rijden. de andijvie A is een soort groente met grote groene bladeren.

Nadere informatie

Thema In en om het huis

Thema In en om het huis http://www.edusom.nl Thema In en om het huis Les 26. Herhaling thema Wat leert u in deze les? De woorden uit les 22, 23, 24 en 25 Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag

Nadere informatie

Dat is een koopje! HOOFDSTUK 8 WOORDEN. Kies het goede woord. Ik ga even naar de... Ik ga sla en tomaten halen. a groenteman b slager

Dat is een koopje! HOOFDSTUK 8 WOORDEN. Kies het goede woord. Ik ga even naar de... Ik ga sla en tomaten halen. a groenteman b slager 119 119 HOOFDSTUK 8 Dat is een koopje! WOORDEN 1 2 3 1 Ik ga even naar de.... Ik ga sla en tomaten halen. a groenteman b slager 2 Wil je wat drinken? Ja graag, een... koffie alsjeblieft. a fles b beker

Nadere informatie

1. Streep de foute antwoorden door. Vroeger kwam het voedsel vooral uit de buurt / Nederland / de rest van de wereld.

1. Streep de foute antwoorden door. Vroeger kwam het voedsel vooral uit de buurt / Nederland / de rest van de wereld. Opdracht 1 Deze week ga je drie dagen bijhouden wat je allemaal eet en drinkt op een dag. Dat schrijf je op het menu, dat je van je juf of meester krijgt. Opdracht 2 Je krijgt een menu van ongeveer 100

Nadere informatie

In de vrije tijd houd ik van hardlopen en squashen.

In de vrije tijd houd ik van hardlopen en squashen. In de vrije tijd houd ik van hardlopen en squashen. 1 In de vrije tijd schrijf ik graag gedichten, verhalen en romans, en speel ik flamencogitaar. 2 In de vrije tijd ga ik graag zelf sporten (hardlopen)

Nadere informatie

GEZONDE ONTBIJT RECEPTEN WWW.OPTIMALEGEZONDHEID.COM

GEZONDE ONTBIJT RECEPTEN WWW.OPTIMALEGEZONDHEID.COM GEZONDE RECEPTEN ITALIAANSE KRUIDEN OMELET Voeg de uienringen en een eetlepel water toe aan een voorverwarmde pan. Bak de uien net zolang totdat het kleine beetje water in verdampt. Voeg daarna een kleine

Nadere informatie

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie

Herhalingsoefeningen. Thema 3 Familie en relaties. 1 Woorden. Familie Herhalingsoefeningen Thema 3 Familie en relaties 1 Woorden Familie Lees de zinnen over de familie van Simon en Els. Schrijf de volgende namen in de stamboom: Hans, Helena, Hester, Joke, Mark, Michiel,

Nadere informatie

Zorgen: Laatste mode en trends, ouders, vriend/in, vrienden/vriendinnen, huiswerk, school, etc.

Zorgen: Laatste mode en trends, ouders, vriend/in, vrienden/vriendinnen, huiswerk, school, etc. HAVO / VWO Vanaf 14 t/m 18 Bus, tram, metro, fiets, trein Uitgaan, werken, internetten, huiswerk maken, MSN, Diploma halen Laatste mode en trends, ouders, vriend/in, vrienden/vriendinnen, huiswerk, school,

Nadere informatie

Werkboek Het is mijn leven

Werkboek Het is mijn leven Werkboek Het is mijn leven Het is mijn leven Een werkboek voor jongeren die zelf willen kiezen in hun leven. Vul dit werkboek in met mensen die je vertrouwt, bespreek het met mensen die om je geven. Er

Nadere informatie

Nieuwsbrief CliëntAanZet

Nieuwsbrief CliëntAanZet Nummer 5 Juni/Juli 2014 Van de redactie Hallo, Hier weer een nieuwe nieuwsbrief CliëntAanZet. Heb je een leuk idee voor deze nieuwsbrief? Of wil je misschien zelf iets schrijven? Stuur een bericht naar:

Nadere informatie

Spreekopdrachten thema 6 Werk zoeken

Spreekopdrachten thema 6 Werk zoeken Spreekopdrachten thema 6 Werk zoeken Opdracht 1 bij 6.1 * Beantwoord de vragen. 1. Waar zoek je vacatures? In de krant, op internet of ergens anders? 2. Ga je naar het UWV WERKbedrijf? 3. Ga je naar een

Nadere informatie

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd.

Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd. Grammaticaoefeningen 3 Wonen en vervoer Werkwoorden in een andere tijd Oefening 1 Kijk nog eens in het boek op bladzijde 80 naar Werkwoorden in een andere tijd. 1 Begrijp je deze informatie? ja / nee,

Nadere informatie

werkbladen thema 6 feestdagen en vrije tijd

werkbladen thema 6 feestdagen en vrije tijd werkbladen thema 6 feestdagen en vrije tijd 6.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken Badria wordt vandaag 5 jaar. Jan koopt een boek voor Badria.

Nadere informatie

Lesbrief: Variëren met eten Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen?

Lesbrief: Variëren met eten Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen? Lesbrief: Variëren met eten Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen? Copyright Stichting Vakcollege Groep 2015. Alle rechten voorbehouden. Inleiding Eten is in alle culturen belangrijk. Gezellig samen eten

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts Thema Gezondheid Lesbrief 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. De man (meneer Onuso / Bashir) komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen

Nadere informatie

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 12/11/14 1 LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1 1. (lezen) Ik.... een lange tekst. 2 Hij.... een moeilijk boek. 3. Zij.... een gemakkelijk tekstje. 4..... jullie veel? Ja, wij.... graag kinderboeken.

Nadere informatie

= een witte groente in de vorm van een bol. = een rode, gele of groene vrucht die je kunt eten. Aan de binnenkant zie je rijen met witte zaadjes.

= een witte groente in de vorm van een bol. = een rode, gele of groene vrucht die je kunt eten. Aan de binnenkant zie je rijen met witte zaadjes. Woordenschat blok 7 Les 1 i = een witte steel die je kunt eten. Het smaakt een beetje als ui. De banaan = een lange, beetje kromme gele vrucht. Om een banaan zit een schil. De bloemkool De paprika De prei

Nadere informatie

Signaalwoorden en verschillende vormen van woorden

Signaalwoorden en verschillende vormen van woorden Grammaticaoefeningen 4 Sociale contacten Signaalwoorden en verschillende vormen van woorden Oefening 1 Bespreek de vragen. 1 Kijk nog eens in het boek op bladzijde 100 naar Signaalwoorden. Begrijp je al

Nadere informatie

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas Leraar: Dag Jef. Jef: Dag mevrouw. Hoe gaat het met u? Leraar: Goed, dank je. En met jou? Jef: Ook goed. ----------- Mark: Hallo

Nadere informatie

inhoud blz. 1. Eten 3 2. De maaltijd 4 3. Het bestek 5 4. Planten en dieren 6 5. Uit eten 8 6. Eten in andere landen Dat lust ik niet

inhoud blz. 1. Eten 3 2. De maaltijd 4 3. Het bestek 5 4. Planten en dieren 6 5. Uit eten 8 6. Eten in andere landen Dat lust ik niet Eten inhoud blz.. Eten 3 2. De maaltijd 4 3. Het bestek 5 4. Planten en dieren 6 5. Uit eten 8 6. Eten in andere landen 0 7. Dat lust ik niet. 8. Hap, slik, boem! 2 9. Filmpjes 4 Pluskaarten 5 Bronnen

Nadere informatie

Genieten. van lekker eten

Genieten. van lekker eten Genieten van lekker eten Food Connect Passie voor eten Een maaltijd die met liefde is gekookt, dat is elke dag weer een cadeautje. Aan onze maaltijden proef je dat ze met aandacht zijn bereid. We kiezen

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

taalkaart 1 Ik ga op reis en Ik ga op reis en Wat ga je doen? Je leert wat een reisverhaal is. Je schrijft er zelf een.

taalkaart 1 Ik ga op reis en Ik ga op reis en Wat ga je doen? Je leert wat een reisverhaal is. Je schrijft er zelf een. Ik ga op reis en Wat ga je doen? Je leert wat een reisverhaal is. Je schrijft er zelf een. Op verkenning tk taalkaart Ik ga op reis en Lees het verhaal van Aymen. 8 augustus 007 - In het vliegtuig Wat

Nadere informatie

Luisteren: muziek (A2 nr. 3)

Luisteren: muziek (A2 nr. 3) OPDRACHTEN LUISTEREN: MUZIEK www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U

Nadere informatie

2014 FC-Sprint² Leerbedrijf Bronnen

2014 FC-Sprint² Leerbedrijf Bronnen 1 Les 1: Hobby Thema 7: Vrije tijd 1 Heeft u een hobby? Ja, ik heb een hobby Welke hobby heeft u? Mijn hobby is kleren naaien Wat doet u graag? Ik kijk graag naar de tv. Waar houdt u van? Ik houd van mooie

Nadere informatie

2c nr. 1 zinnen met want en omdat

2c nr. 1 zinnen met want en omdat OPDRACHTKAART www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U kunt ook veel oefeningen

Nadere informatie

enkele genoeg informatie korting ongeveer overstappen rechtstreekse reis spoor vertrekt

enkele genoeg informatie korting ongeveer overstappen rechtstreekse reis spoor vertrekt Herhalingsoefeningen Thema 6 Reizen, openbaar vervoer 1 Woorden Lees de dialoog en vul de ontbrekende woorden in. Kies uit: enkele genoeg informatie korting ongeveer overstappen rechtstreekse reis spoor

Nadere informatie

TOETS NT2-1 schrijven. Goed voorbereid slagen. voor het staatsexamen NT2 programma 1. Opgavenboekje nr. 1 SCHRIJVEN. niveau B1. tijdsduur: 120 minuten

TOETS NT2-1 schrijven. Goed voorbereid slagen. voor het staatsexamen NT2 programma 1. Opgavenboekje nr. 1 SCHRIJVEN. niveau B1. tijdsduur: 120 minuten Goed voorbereid slagen voor het staatsexamen NT2 programma 1 Opgavenboekje nr. 1 SCHRIJVEN niveau B1 tijdsduur: 120 minuten Deel 1: Zinnen afmaken 15 opdrachten Maak de zinnen af: 1. Het is in de vakantie

Nadere informatie

2002/2003 SPREKEN EXAMEN I. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands

2002/2003 SPREKEN EXAMEN I. Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten. Opgavenboekje. Examennummer kandidaat: Aanwijzingen. Staatsexamen Nederlands SPREKEN EXAMEN I Voorbeeldexamen Tijdsduur ± 30 minuten 2002/2003 Opgavenboekje Examennummer kandidaat: Aanwijzingen Staatsexamen Nederlands NT als tweede taal 2 U gaat een spreektoets maken. De toets

Nadere informatie

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten www.edusom.nl Opstartlessen Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten Wat leert u in deze les? Een gesprek voeren over familie, vrienden en buurtgenoten. Antwoord geven op vragen. Veel succes! Deze les

Nadere informatie

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang Thema Kinderen en school. Demet TV Lesbrief 9. De kinderopvang zoekt opvang voor haar kind. belt naar een kinderdagverblijf. Is er plaats? Is de peuterspeelzaal misschien een oplossing? Gaat inschrijven

Nadere informatie

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 11 In de winkel

Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 11 In de winkel Cursistenboek Taalklas.nl Hoofdstuk 11 In de winkel 1 Woorden 1 de appel 2 de banaan 3 het blikje 4 de boodschappen 5 de chocolade 6 de drop 7 het plakje kaas 8 de kassa 9 het nummer 1 10 het pak 11 de

Nadere informatie

KlasseLunch. Over gezond eten 1. Werkbladen KlasseLunch 2008:

KlasseLunch. Over gezond eten 1. Werkbladen KlasseLunch 2008: Werkbladen 2008: Over gezond eten 1 WAAROM IS GEZOND ETEN BELANGRIJK? Je bent nu in de groei. Je lichaam is nog lang niet klaar. Goed en gezond eten is daarom erg belangrijk. Want alleen dan krijg je voldoende

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten

Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten Thema Op het werk. Lesbrief 14. Opdrachten Kofi is op het werk. De chef geeft opdrachten: zij zegt wat Kofi moet doen. De eerste opdracht is de rommel opruimen. Kofi moet de vloer vegen. Het is weer netjes

Nadere informatie

1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht.

1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht. 1. Joris Hé Roos, fiets eens niet zo hard. Roos schrikt op en kijkt naast zich. Recht in het vrolijke gezicht van Joris. Joris zit in haar klas. Ben je voor mij op de vlucht?, vraagt hij. Wat een onzin.

Nadere informatie

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design

Auteur: Mirjam Wind, docent en coördinator NT2, Educatie Video s: Gabe Dijkstra en Rick Biemolt, studenten Alfa-college, MultiMedia en Design Woord voor Woord is een programma mondelinge vaardigheden NT2 voor analfabete beginners. Het omvat 12 lessen. De ontwikkeling van het programma en de daarbij behorende video s is mogelijk gemaakt door

Nadere informatie

Eetgewoonten van schoolkinderen Vragenlijst voor kinderen

Eetgewoonten van schoolkinderen Vragenlijst voor kinderen september 2003 Eetgewoonten van schoolkinderen Vragenlijst voor kinderen 630101 Hoe vul je de vragenlijst in? Beste leerling, Deze vragenlijst gaat over voeding. We willen graag weten hoe je daarover denkt.

Nadere informatie

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 2 BOODSCHAPPEN

ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 2 BOODSCHAPPEN ANTWOORDEN TAALCOMPLEET A1 THEMA 2 BOODSCHAPPEN Opdracht 1 de groente pinnen de suiker de supermarkt Opdracht 7 Hoi Ramon! Ik eet graag rijst met kip. En ik drink altijd water bij het eten. Maar ik vind

Nadere informatie

5 Daags Afvalprogramma

5 Daags Afvalprogramma 5 Daags Afvalprogramma Dag 1 Dieetsnel.nl De eerste dag van mijn dieet is aangebroken, het zal je vast meevallen wat er vandaag op het menu staat! s Morgens 2 crackers met melk, s middags 2 boterhammen

Nadere informatie

Hulpmiddelen. Voor het invulschema is gebruik gemaakt van de 11 domeinen uit de zelfredzaamheidmatrix.

Hulpmiddelen. Voor het invulschema is gebruik gemaakt van de 11 domeinen uit de zelfredzaamheidmatrix. Hulpmiddelen Zorg in kaart brengen Hierna staat een invulschema om je te helpen inzicht te krijgen in de ondersteuning die je krijgt. Het kan gebruikt worden ter voorbereiding op het keukentafelgesprek.

Nadere informatie

6 Past je werk bij je privéleven? In deze prestatie ga je laten zien dat stage en privéleven best samen kunnen gaan.

6 Past je werk bij je privéleven? In deze prestatie ga je laten zien dat stage en privéleven best samen kunnen gaan. 6 Past je werk bij je privéleven? In deze prestatie ga je laten zien dat stage en privéleven best samen kunnen gaan. Ik ben een werkende moeder. Mijn vriend helpt thuis mee. Werken? Ik heb een kind, dat

Nadere informatie

Thema In en om het huis.

Thema In en om het huis. http://www.edusom.nl Thema In en om het huis. Les 22. Een huis zoeken Wat leert u in deze les? Praten over uw huis Informatie over het vinden van een nieuwe woning Praten over wat afgelopen is Veel succes!

Nadere informatie

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af.

Alles onder de knie? 1 Herhalen. Intro. Met de docent. 1 Werk samen. Lees het begin van de gesprekjes. Maak samen de gesprekjes af. Intro Met de docent Wat ga je doen in dit hoofdstuk? 1 Herhalen: je gaat herhalen wat je hebt geleerd in hoofdstuk 7, 8 en 9. 2 Toepassen: je gaat wat je hebt geleerd gebruiken in een situatie over werk.

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Les 5. De tandarts

Thema Gezondheid. Les 5. De tandarts http://www.edusom.nl Thema Gezondheid Les 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. Meneer Bashir komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen

Nadere informatie

Gezond gewicht: BOFT. Gezonde eet- en beweegadviezen. voor ouders van kinderen van 4 tot 12 jaar

Gezond gewicht: BOFT. Gezonde eet- en beweegadviezen. voor ouders van kinderen van 4 tot 12 jaar Gezond gewicht: BOFT Gezonde eet- en beweegadviezen voor ouders van kinderen van 4 tot 12 jaar Van gezond eten blijf je fit en van bewegen word je vrolijk Kinderen moeten goed eten om te groeien, leren,

Nadere informatie

Ontbijt Frittata. Bereidingswijze. Ingrediënten

Ontbijt Frittata. Bereidingswijze. Ingrediënten Recepten 2.1 Ontbijt Soms is het niet een kwestie van nieuwe recepten bij de hand hebben voor het ontbijt, maar gewoon net even anders tegen het ontbijt aan kijken. Wij zijn als Nederlanders gewend om

Nadere informatie

Wil jij minderen met social media?

Wil jij minderen met social media? Wil jij minderen met social media? Uitgave van Stichting Be Aware Januari 2016 Hulpboekje social media 1 Hoe sociaal zijn social media eigenlijk? Je vindt dat je teveel tijd doorbrengt op social media.

Nadere informatie

werkbladen thema 5 werk

werkbladen thema 5 werk werkbladen thema 5 werk 5.0 vragen bij de film alleen Kijk naar de film. Geef antwoord op de vragen. eerste ronde filmkijken 1 Jan staat voor het uitzendbureau. Jan heeft werk. Tarik wil taxichauffeur

Nadere informatie

1. Wat doe jij het liefst om je te ontspannen? (meerdere antwoorden mogelijk) 46%

1. Wat doe jij het liefst om je te ontspannen? (meerdere antwoorden mogelijk) 46% Relaxmomenten Een moment voor jezelf inplannen schiet er wel eens bij in. 50% 4 40% 3 30% 2 20% 1 10% 0% Toelichting: 17% 1. Dagje naar de spa 1. Wat doe jij het liefst om je te ontspannen? (meerdere antwoorden

Nadere informatie

Sedentair gedrag bij ouderen STA OP VOOR GEZONDHEID!

Sedentair gedrag bij ouderen STA OP VOOR GEZONDHEID! Sedentair gedrag bij ouderen STA OP VOOR GEZONDHEID! Zittende en liggende activiteiten als percentage van de totale dagelijkse sedentaire tijd THEATER-/ KERK-/ BIOSCOOP- BEZOEK 4,2% Wat is sedentair gedrag?

Nadere informatie

De Wegg oitest (V)MBO

De Wegg oitest (V)MBO De Wegg oitest (V)MBO Welkom, Leuk dat je meedoet aan deze weggooitest! Met deze test kom jij erachter hoeveel eten jij weggooit. De test bestaat uit 2 delen: Deel 1: een vragenlijst die je maar 1 keer

Nadere informatie

Zuivel is belangrijk. Melk is goed voor... ELK!

Zuivel is belangrijk. Melk is goed voor... ELK! tweede leerjaar 2 Zuivel is belangrijk Melk is goed voor... ELK! Plaats de passende leeftijd bij elke tekening. Kies uit: 6 tot 12 jaar, 1 tot 3 jaar, 0 jaar, meer dan 60 jaar, 12 tot 18 jaar, 6 maanden

Nadere informatie

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts Thema Gezondheid Lesbrief 5. De tandarts Inleiding Deze les gaat over praten bij de tandarts. Meneer Wong komt voor controle bij de tandarts. De tandarts kijkt of alle tanden en kiezen goed zijn. Wat leert

Nadere informatie

Wat heb je gisteren gedaan?

Wat heb je gisteren gedaan? Wat heb je gisteren gedaan? Uitleg 1 Het perfectum (I) In de volgende tekst zijn de vormen van het perfectum vetgedrukt. Gisteren heb ik een drukke dag gehad. s Morgens heb ik hard gewerkt. Daarna heb

Nadere informatie

taal portfolio Taalportfolio 9+

taal portfolio Taalportfolio 9+ taal portfolio Taalportfolio 9+ Inhoud bladzijde 3 bladzijde 4 bladzijde 5 bladzijde 8 bladzijde 11 bladzijde 12 bladzijde 13 Jouw naam en school Welke taal of dialect spreek je met wie Wat kun je in de

Nadere informatie

Kijk op YouTube spreekvaardigheid A1

Kijk op YouTube spreekvaardigheid A1 Kijk op YouTube spreekvaardigheid A1 Oefenexamen Ad Appel Spreekvaardigheid A1 10 vragen serie A 1. Hoe vaak doet u boodschappen? 2. Wanneer bent u geboren? 3. Wat drinkt u het liefst? 4. Wat vindt u van

Nadere informatie

Instructieboek Koken. Voor de Mpower-coach

Instructieboek Koken. Voor de Mpower-coach Instructieboek Koken Voor de Mpower-coach juni 2014 Mpower-coach Instructieboek Versie 1.2014 blz. 2 Inhoud: Inhoudsopgave blz. 3 Mpower-coach blz. 5 Thema koken : blz. 7 Module 0: Beginnen met koken blz.

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

de appel het fruit de peer de sinaasappel de banaan

de appel het fruit de peer de sinaasappel de banaan Werkbladen bij thema eten en drinken: dag 1 Naam:................. 1. Lezen en overschrijven: de appel het fruit de peer de sinaasappel. de banaan LOWAN-vo startpakket NT2 Werkbladen thema 4 Pagina 1 2.

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema.

Thema Op het werk. Lesbrief 16. Herhaling thema. http://www.edusom.nl Thema Op het werk Lesbrief 16. Herhaling thema. Wat leert u in deze les? De woorden van les 12, 13, 14 en 15. Veel succes! Deze les is ontwikkeld in opdracht van: Gemeente Den Haag

Nadere informatie

Tomatensoep. Eet smakelijk. Muffins. Nodig:

Tomatensoep. Eet smakelijk. Muffins. Nodig: Tomatensoep Nodig: 1 liter water. 1 kilo rijpe tomaten. 2 groentebouillonblokjes. 1 prei of klein zakje soepgroente. Vermicelli. 1. Doe het water in de pan en breng het aan de kook. 2. Was en snij de tomaten

Nadere informatie

Sportparticipatie en fysieke activiteit

Sportparticipatie en fysieke activiteit Sportparticipatie en fysieke activiteit Gepensioneerden Het doel van deze vragenlijst is wat meer te weten te komen over uw eigen sportbeoefening. Graag hadden wij op uw medewerking gerekend. Deze vragenlijst

Nadere informatie

Roerei en komkommer ontbijt.

Roerei en komkommer ontbijt. Roerei en komkommer ontbijt. Roerei en komkommer. Roerei en komkommer. Lekker luchtig roerei met wat komkommerschijfjes. Als je hongerige huisgenoten hebt die weigeren koolhydraatarm te eten dan is dit,

Nadere informatie

Gezond eten met pubers

Gezond eten met pubers Gezond eten met pubers Slimme tips voor ouders E-Book uitgegeven door Feel Good Coaching, exploitant van Ladyline Parkstad en Ladyline Sittard Gezond eten met pubers Slimme tips voor ouders Als ouder zie

Nadere informatie

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen

Toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen 1. Print deze tekst 2. Download het geluidsbestand en luister Je gaat een toets Geletterdheid en Begrijpend Lezen maken. Dit is een leestoets. De toets heeft vijf delen. Deel A, B, C, D en E. Deze toets

Nadere informatie

Brood, tafel, maaltijd houden

Brood, tafel, maaltijd houden Brood, tafel, maaltijd houden Route 1: Aan tafel Kaart lezen Is brood de moeite waard? Ons broodje is gebakken Elke prent heeft een cijfer. Welke tekst hoort erbij? Geef die hetzelfde cijfer. Nog een beetje

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een

Nadere informatie

Kom je graag naar de regenboog? Soms wel, maar ik vind het hier ook vaak saai. We spelen soms erg kinderachtige spelletjes.

Kom je graag naar de regenboog? Soms wel, maar ik vind het hier ook vaak saai. We spelen soms erg kinderachtige spelletjes. G. is een jongen van 12 jaar oud. Hij heeft geen handicap maar komt tijdens de vakanties wel naar de regenboog samen met zijn zus die wel een handicap heeft. Soms wel, maar ik vind het hier ook vaak saai.

Nadere informatie

Hoe stel je prioriteiten?

Hoe stel je prioriteiten? Hoe stel je prioriteiten? Wat heb je eraan? In deze les leer je hoe je prioriteiten stelt, dus te kiezen welke dingen het belangrijkst zijn om te doen. Dat is handig als je meer moet doen dan waar je eigenlijk

Nadere informatie

tv-kijken: het nieuws (CNN), Sport (Fox, Espn) muziek luisteren: Rock en Reggae ik ga slapen, het laatste wat ik doe is lezen of muziek luisteren

tv-kijken: het nieuws (CNN), Sport (Fox, Espn) muziek luisteren: Rock en Reggae ik ga slapen, het laatste wat ik doe is lezen of muziek luisteren Les 3 - Bijlagen BIJLAGEN: DAGBOEKEN DAGBOEK VAN JERY FABIAN CARDINAS - 20 JAAR 06:30 wakker worden met het alarm van mijn gsm 6:30 tot 6:40 7:00 (15 douchen en tanden poetsen ontbijten: rijst met sla,

Nadere informatie

Handboek NT2 in het volwassenenonderwijs

Handboek NT2 in het volwassenenonderwijs Handboek NT2 in het volwassenenonderwijs Lesmateriaal hoofdstuk 4 Spreken Oefeningen uit Voorbereiding op Werk De volgende tien oefeningen zijn afkomstig van de website behorende bij: Verboog, M. & Adèr,

Nadere informatie

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine? is op het werk. moet aan de machine werken. De chef vertelt eerst hoe de machine werkt. Dan werkt met de machine. De machine doet het niet. roept een

Nadere informatie

Voorwoord 6. Woordenlijst 283

Voorwoord 6. Woordenlijst 283 Inhoud Voorwoord 6 Thema s 1 Kennis maken en afspreken 10 2 Feesten 30 3 Boodschappen doen en winkelen 52 4 Vervoer 74 5 Vrije tijd 94 6 Wonen 116 7 Gezondheid 138 8 Uiterlijk en karakter 162 9 Opleiding

Nadere informatie

Tijdens deze challenge eet je volgens een vast, uitgebalanceerd schema en combineer je Clean Meals

Tijdens deze challenge eet je volgens een vast, uitgebalanceerd schema en combineer je Clean Meals Clean Meals 21 DAGEn CHALLENGE 3 WEKEN SUPER GEZOND ETEN, GEEN HONGER EN TOCH VET VERBRANDEN. Tijdens deze challenge eet je volgens een vast, uitgebalanceerd schema en combineer je Clean Meals met andere

Nadere informatie

Luisteractiviteit 52: Boterhammen in het park

Luisteractiviteit 52: Boterhammen in het park Luisteractiviteit 52: Boterhammen in het park Eindterm: De cursist kan de informatie overzichtelijk ordenen in prescriptieve teksten zoals een instructie. Context: Afspraken en regelingen/ Maaltijden en

Nadere informatie

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag

Thema Op het werk. Demet TV. Lesbrief 8. De eerste werkdag Thema Op het werk. Demet TV Lesbrief 8. De eerste werkdag Deze les gaat over de eerste werkdag. gaat voor het eerst werken bij een snoepfabriek. Hij komt binnen en maakt kennis met de chef. De chef vertelt

Nadere informatie

1 Werkwoord. (wonen, werken, lopen,...) 8 Grammatica is niet moeilijk. wonen, werken, lopen,... noemen we werkwoorden.

1 Werkwoord. (wonen, werken, lopen,...) 8 Grammatica is niet moeilijk. wonen, werken, lopen,... noemen we werkwoorden. 1 Werkwoord (wonen, werken, lopen,...) wonen, werken, lopen,... noemen we werkwoorden. 8 Grammatica is niet moeilijk 1.1 woon, woont, wonen Ik woon nu in Nederland. Jij woont nu in Nederland. U woont nu

Nadere informatie

De examenperiode is een moeilijke tijd. Je moet hard studeren en je hebt veel stress. Wat is een goede studiemethode en wat doe je beter niet?

De examenperiode is een moeilijke tijd. Je moet hard studeren en je hebt veel stress. Wat is een goede studiemethode en wat doe je beter niet? TIPS VOOR DE EXAMENS De examenperiode is een moeilijke tijd. Je moet hard studeren en je hebt veel stress. Wat is een goede studiemethode en wat doe je beter niet? Wat moet je doen? 1. Lees de tekst op

Nadere informatie

1 Ik vind dat 2 Ik vind dat 3 Ik vind dat 4 Ik vind dat 5 Ik vind dat 6 Ik vind dat 7 Ik vind dat

1 Ik vind dat 2 Ik vind dat 3 Ik vind dat 4 Ik vind dat 5 Ik vind dat 6 Ik vind dat 7 Ik vind dat opdracht 1: KIES DE GOEDE REDEN 1 Ik vind dat benzine voor auto's duurder moet zijn,... a omdat dan minder mensen auto rijden. b omdat dan iedereen auto kan rijden. c omdat benzine niet lekker is. 2 Ik

Nadere informatie

Luisteren: muziek (B1 nr. 2)

Luisteren: muziek (B1 nr. 2) OPDRACHTEN LUISTEREN: MUZIEK www.nt2taalmenu.nl nt2taalmenu is een website voor mensen die Nederlands willen leren én voor docenten NT2. Iedereen die Nederlands wil leren, kan gratis online oefenen. U

Nadere informatie