Bestemmingsplan Stolwijkersluis. Gemeente Gouda

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Bestemmingsplan Stolwijkersluis. Gemeente Gouda"

Transcriptie

1 Bestemmingsplan Stolwijkersluis Gemeente Gouda Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling en Beheer Gouda, september 2010

2

3 Inhoudsopgave 1. INLEIDING AANLEIDING LIGGING, BEGRENZING EN JURIDISCHE STATUS VAN HET PLANGEBIED BIJ HET PLAN BEHORENDE STUKKEN LEESWIJZER GEBIEDSBESCHRIJVING ONTSTAANSGESCHIEDENIS RUIMTELIJKE HOOFDSTRUCTUUR FUNCTIONELE STRUCTUUR BELEIDSKADER EUROPEES EN RIJKSBELEID PROVINCIAAL BELEID GEMEENTELIJK BELEID RANDVOORWAARDEN MILIEU EXTERNE VEILIGHEID WATER FLORA EN FAUNA BEDRIJVEN EN MILIEUZONERING PLANBESCHRIJVING INLEIDING DOELSTELLING VAN HET PLAN BEHEER ONTWIKKELINGEN PLANOPZET FEITELIJKE PLANOPZET JURIDISCHE PLANOPZET UITVOERBAARHEID ECONOMISCHE UITVOERBAARHEID HANDHAVING MAATSCHAPPELIJKE UITVOERBAARHEID BIJLAGEN BIJLAGE 1 OVERZICHT ONDERZOEKSRAPPORTEN... 57

4

5 1. Inleiding 1.1 Aanleiding De gemeente Gouda moet conform de Wro alle bestemmingsplannen voor 1 juli 2013 actualiseren. Hiervoor is de gemeente het project actualiseren en digitaliseren van bestemmingsplannen gestart. Conform de hierbij horende planning dient de actualisatie van Stolwijkersluis plaats te vinden in de periode De bestemmingsplannen die momenteel gelden voor het plangebied Stolwijkersluis zijn meer dan 10 jaar oud, de meest recente stamt uit Wel is recent ( ) door provinciale staten het inpassingsplan Zuidwestelijke Randweg N207 vastgesteld, waarmee voor een deel van het gebied een actueel ruimtelijk kader van toepassing is. Het plangebied van dit inpassingsplan maakt geen onderdeel uit van onderhavig bestemmingsplan. Verder is voor een deel van het plangebied een projectbesluit genomen, teneinde de fietsverbinding onder de Zuidwestelijke Randweg N207 (ZWR) mogelijk te maken. Dit projectbesluit is in onderhavig bestemmingsplan geïncorporeerd. Tot slot maakt dit bestemmingsplan nog enkele omwikkelingen mogelijk, waaronder de realisatie van het veenweidepark. Deze stadstuin wordt een park met het behoud van het veenweidelandschap met natuur en extensieve recreatieve mogelijkheden. In hoofdstuk 5 wordt een beschrijving gegeven van de diverse ontwikkelingen. 1.2 Ligging, begrenzing en juridische status van het plangebied Het plangebied ligt ten zuiden van Gouda op en rondom de Gouderaksedijk, Goudseweg, Zuider IJsseldijk en de N228. Het gebied is ingeklemd door de zuidelijke IJsseloever in het noorden, het Industrieterrein de Hollandsche IJssel in het westen en de gemeentegrens met de gemeente Ouderkerk in het zuiden en de gemeentegrens van de gemeente Vlist in het oosten. Enkele delen van het plangebied behoorden in het verleden tot andere gemeentes. In onderstaande figuur is de globale ligging en begrenzing van het plangebied weergegeven. Het gebied van het inpassingsplan ZWR maakt evenwel geen onderdeel uit van het plangebied. Figuur 1: Globale begrenzing van het plangebied (rood), minus de ZWR (blauw) (bron: Google Maps) pagina 1

6 Totdat het onderhavige bestemmingsplan van kracht wordt, gelden binnen het plangebied de volgende bestemmingsplannen: nr. naam bestemmingsplan naam gemeente vastgesteld 1 Uitbreidingsplan in onderdelen gemeente Gouderak 19 november Uitbreidingsplan inonderdelen gemeente Stolwijk 14 april Plan Stolwijkersluis gemeente Haastrecht 6 augustus IJsseldijk gemeente Gouderak 17 aug Gouderaksedijk gemeente Gouda 30 november Zuider IJsseldijk gemeente Gouda 8 januari A.W.Z.I. Gouda gemeente Gouderak 17 april Middelblok gemeente Gouda 2 februari Landelijk gebied gemeente Gouderak 2 februari Landelijk gebied 1976 gemeente Haastrecht april Bij het plan behorende stukken Voorliggend bestemmingsplan bestaat uit een geografische plaatsbepaling (verbeelding), regels en een toelichting. De geografische plaatsbepaling en de regels vormen tezamen het juridisch bindende gedeelte van het bestemmingsplan. Beide onderdelen dienen in onderlinge samenhang te worden bezien en toegepast. 1.4 Leeswijzer Het bestemmingsplan is opgebouwd conform het (wettelijke) model Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP 2008) en de binnen de gemeente Gouda gehanteerde standaard. In hoofdstuk 1 wordt een beknopte inleiding gegeven op het bestemmingsplan. In hoofdstuk 2 is een gebiedsbeschrijving van het plangebied opgenomen. Hoofdstuk 3 schetst de voor het bestemmingsplan relevante beleidskader. In hoofdstuk 4 is van alle deelaspecten een beschrijving gegeven. Hoofdstuk 5 bestaat uit een uitgebreide beschrijving van het plan en de gemaakte keuzes. De juridische planopzet is in hoofdstuk 6 opgenomen. Het laatste hoofdstuk vormt de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid van het plan. pagina 2

7 2. Gebiedsbeschrijving In de navolgende paragrafen wordt de huidige situatie in het plangebied beschreven. Achtereenvolgens wordt ingegaan op de ontstaansgeschiedenis van het plangebied en de actuele ruimtelijke en functionele hoofdstructuur. 2.1 Ontstaansgeschiedenis Voor deze paragraaf is gebruik gemaakt van het onderzoek Archeologisch onderzoek bij de aanleg van riolering aan de Gouderaksedijk te Gouda. (M. van Dasselaar, 2006). Bij dit onderzoek werd voor het eerst op Gouds grondgebied romeinse resten aangetroffen. De vroegste bewoning in de Krimpenerwaard, waarbinnen het onderzoeksgebied gelegen is, heeft zeer waarschijnlijk slechts direct langs de grote rivieren en veenriviertjes plaatsgevonden. De Hollandsche IJssel is omstreeks het einde van de Romeinse tijd ontstaan, vermoedelijk door een doorbraak van de oevers van de voormalige Rijntak de Linschoten bij Montfoort, waarna het water van de Rijn een weg zocht naar de Maasmond. Het enige fysieke bewijs dat in de Romeinse tijd gebruik werd gemaakt van het veengebied langs de benedenloop van de IJssel, werd gevonden in Capelle aan den IJssel. Hier werd in 1999 een dam met resten van drie duikers en bijbehorende palenschermen uit de Romeinse tijd opgegraven. Ten opzichte van de belangrijkste Romeinse structuur, de limes aan de Oude Rijn, bevindt Gouda bevindt zich zuidelijker, in een veengebied waarvan wordt aangenomen dat het nauwelijks bewoond werd. Ook in de vroege Middeleeuwen was Midden Holland een vrijwel onbewoond gebied tussen de bewoningskernen in de Rijnmond, Maasmond en het Kromme Rijngebied (zie afbeelding 3b). Helemaal leeg zal het gebied toch ook niet zijn geweest. In het jaar 944 wordt het gebied voor het eerst genoemd in een oorkonde, waarin koning Otto I de Utrechtse kapittels Dom en Oudmunster goederen schenkt in de pago Lacke et Isla, ofwel de gouw Lek en IJssel. Zowel langs de bovenloop als de benedenloop van de IJssel zijn later nog goederen van deze twee kapittels aanwezig, zodat de gouw Lek en IJssel zich uitstrekte over de volle lengte van de rivieren de Lek en de IJssel. Onder leiding van de bisschoppen van Utrecht en de graven van Holland werd het Hollands-Utrechtse veengebied, waarvan de Krimpenerwaard deel uitmaakt, van de 10e tot de 13e eeuw ontgonnen. Hierbij werd het veen ontwaterd door middel van sloten, die het water op de rivieren loosden. Om het ontwaterde gebied tegen water van buitenaf te beschermen werden zij- en achterkades opgeworpen. De standaardlengte van zo n ontginning bedroeg meestal 1250 meter. De breedte van de percelen van de ontginninghoeven lag tussen de 95 en 115 meter. Vaak werd een maat van 30 roeden aangehouden, dat is 112 meter.8 De eerste bewoners van deze zogenaamde Copeontginningen woonden in houten boerderijen op de koppen van de kavels. In dit geval lag de bewoning dus vermoedelijk aan de Hollandsche IJssel. In een latere fase kwamen de boerderijen veelal op terpjes te liggen. Vanaf de 16e eeuw verschijnen de eerste kaarten van het gebied waarop de bebouwing langs de Hollandsche IJssel staat getekend. Op de kaart van Van Deventer uit ca is langs deze dijk een relatief regelmatig bebouwingslint te zien, met boerderijen die zowel binnen- als buitendijks liggen. pagina 3

8 Een belangrijk element in de Gouderaksedijk is de Stolwijkersluis. De vroegst bekende sluis stamt uit 1370, toen de bewoners van Stolwijk toestemming kregen om op de Hollandsche IJssel af te wateren. De huidige sluis is in 1800 aangelegd in het kader van de geplande vervening, welke uiteindelijk geen doorgang vond. Stolwijkersluis is ontleent zijn naam aan deze sluis die zorgde dat de polder via de Goudse Vliet kon afwateren op de Hollandsche IJssel of andersom water kon inlaten. Dat gebeurde via de uitwateringsgeul De Wijk. Het is een bekend fenomeen dat juist dit soort plekken aanleiding geven voor het ontstaan van bewoning en handel. Deze uitwateringsluis is in 1924 definitief dichtgemaakt. Stolwijkersluis heeft zich onder invloed van Gouda ontwikkeld tot een knooppunt, waar het verkeer samenkwam dat uit de Krimpenerwaard naar de stad wilde. Gouda was een belangrijke handelsstad, waar veel markten werden gehouden. Boeren uit de regio, ook uit de Krimpenerwaard, brachten hier hun handelswaar en gaven hun geld uit. Om op tijd op de markt te zijn, werd vaak al de dag ervoor gereisd en een overnachtingsplek in Stolwijkersluis gezocht. Dat lag vroeger buiten de poorten van de stad aan de overzijde van de Haastrechtse Brug. Tot 1883 was dit de enige uitgang van de waard over de weg. Figuur 2: De oude Haastrechtse brug. Al in 1471 was hier een oververbinding Doordat Stolwijkersluis zo ging functioneren als een belangrijk verkeersknooppunt, ontstond er een concentratie van herbergen. Een groot deel van de historie van het gebied is bewaard gebleven en resulteert in diverse Rijks- en Gemeentelijke monumenten. In paragraaf 4.5 worden deze nader toegelicht. Figuur 3: Bondscafé Christensen pagina 4

9 2.2 Ruimtelijke hoofdstructuur Algemeen Het plangebied is gelegen ten zuiden van de stad in een zeer karakteristiek gebied. Het plangebied kan worden opgesplitst in twee karakteristieke landschappen. Ten eerste wordt Gouda en omgeving gekenmerkt door een duidelijke ontginningslandschap. Ook het plangebied valt binnen een ontginningslandschap. Dit is herkenbaar aan de oude bebouwing aan de dijken, met daarachter de lange (laag gelegen) linten waar het vee kan grazen. Op deze locatie wordt in de toekomst het veenweidepark gerealiseerd. Het tweede karakteristieke landschap is gelegen aan en om de Hollandsche IJssel. De woningen en bedrijven hier hebben een band met de rivier, wat resulteert in een duidelijke verschijningsvorm. Zo zijn de woningen op een hoog punt gesitueerd om wateroverlast te voorkomen en hebben deze veelal uitzicht over de Hollandsche IJssel. In sommige gevallen is tevens een steiger gebouwd aan het water ontsluiting Autoverkeer Het plangebied heeft een belangrijke functie voor de ontsluiting van Gouda. Vanaf de rotonde kan naar het noorden de stad worden bereikt. Door de natuurlijke barrière van de IJssel vormt na vele jaren deze locatie nog altijd de overgang tussen stad en land. Vanaf de rotonde naar het zuiden kan richting Bergambacht en verder worden gereden. De overige twee aftakkingen gaan parallel aan de IJssel in zowel oostelijke als westelijke richting nabij gelegen kernen. De Schoonhovenseweg en Provincialeweg West hebben een duidelijke stroomfunctie. De maximale snelheid op deze wegen is daarom 80 km/h. Parallel aan de wegen is een vrij liggend fietspad gelegen. Op onderstaande figuren is van beide wegen een foto opgenomen. De overige wegen in het plangebied kenmerken zich als een gebiedsontsluitingsweg of erftoegangsweg. Zowel auto's als fietsers maken hier gebruik van dezelfde wegvlakken en de maximum snelheid is 50 km/h. Figuur 4: Provincialeweg West (links) en Schoonhovenseweg (rechts), beide stroomwegen. Openbaar vervoer Op de Schoonhovenseweg is tegenover het tankstation een bushalte gelegen. Vanuit deze halte rijden vijf routes van en naar Gouda. Buslijn Van Naar 106 Gouda Station NS Nieuwegein Stadscentrum 180 Gouda Station NS Utrecht Jaarbeursplein 193 Gouda Station NS Rotterdam Metro Capelsebrug 196 Gouda Station NS Rotterdam Metro Capelsebrug 197 Gouda Station NS Schoonhoven Thiendenland Tabel 1: Busroutes via Schoonhovenseweg te Gouda pagina 5

10 Langzaam verkeer Met uitzondering van de Gouderaksedijk zijn bij alle doorgaande wegen maatregelen getroffen voor een veilig gebruik door het langzaam verkeer. Parallel aan de wegen is een fietspad aanwezig. Bij de Goudseweg en Zuider IJsseldijk wordt geen onderscheid gemaakt in weggebruikers, maar dit zijn wegen enkel voor bestemmingsverkeer Groen Naast de aanwezige infrastructuur en bebouwing bestaat het plangebied voornamelijk uit groen. Deze groene gebieden variëren van groene stroken rondom de wegen, weilanden en een groot aantal volkstuinen. De weilanden worden gekenmerkt door het duidelijke ontginningslandschap die in Gouda en omgeving nog resteert. 2.3 Functionele structuur Bedrijvigheid In het kader van het bestemmingsplan is een inventarisatie uitgevoerd, waarmee de huidige situatie in beeld is gebracht. Uit deze inventarisatie blijken binnen het plangebied 8 bedrijfslocaties aanwezig te zijn. In paragraaf 4.7 is uitgebreid beschreven welke bedrijven aanwezig zijn en wat de gevolgen voor het bestemmingsplan hiervan zijn. Tevens is er voor het bestemmingsplan invloed vanuit bedrijven (direct) buiten het plangebied Wonen Het plangebied is gelegen aan enkele oude bebouwingslinten. Enkele woningen in het westelijk deel van het plangebied, met name aan de Gouderaksedijk, bestaan uit voormalige agrarische bedrijven. Enkele van deze woningen zijn aangewezen als Rijksof gemeentelijke monumenten. In hoofdstuk 4 is een uitgebreide beschrijving gegeven van deze waardevolle woningen. Het oostelijke deel van het plangebied aan de IJssel wordt gekenmerkt door moderne woningen, met uitzicht over de Hollandsche IJssel. In onderstaande figuur zijn enkele van deze woningen opgenomen. Figuur 5: Woningen aan de zuider IJsseldijk, in het oostelijk deel van het plangebied pagina 6

11 3. Beleidskader In dit hoofdstuk wordt het voor dit bestemmingsplan relevante beleid uiteengezet. Daarbij wordt chronologisch ingegaan op de belangrijkste beleidsnota s op achtereenvolgens Europees en Rijksbeleid, provinciaal beleid en beleid van de gemeenten Gouda. 3.1 Europees en Rijksbeleid Nota Ruimte (2006) In de Nota Ruimte staan de principes voor de ruimtelijke inrichting van Nederland. Het gaat daarbij om inrichtingsvraagstukken die spelen tussen nu en 2020, met een doorkijk naar Het is een strategische Planologische kernbeslissing op hoofdlijnen, waarbij de Ruimtelijke Hoofdstructuur van Nederland (RHS) een belangrijke rol speelt. De Nota Ruimte geldt nu als structuurvisie volgens de huidige Wet ruimtelijke ordening. De nota stelt Ruimte voor ontwikkeling centraal en gaat uit van het motto decentraal wat kan, centraal wat moet. Deze nota ondersteunt de gebiedsgerichte, integrale ontwikkeling waarin alle betrokkenen participeren. Ruimte voor ontwikkeling betekent dat het rijk voor ruimtelijke waarden van nationaal belang waarborgen creëert om die te kunnen behouden en ontwikkelen. Voor heel Nederland wordt een beperkt aantal generieke regels gehanteerd onder de noemer basiskwaliteit : dat zorgt voor een heldere ondergrens op het gebied van bijvoorbeeld veiligheid, milieu, verstedelijking, groen en water. Een aantal ruimtelijke structuren en netwerken dat in belangrijke mate ruimtelijk structurerend is voor Nederland als geheel, vormt samen de nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur. Een belangrijk onderdeel van de hoofdstructuur is het Groene Hart. Die bijzondere landschappelijke, cultuurhistorische en natuurlijke kwaliteiten van de waarden, plassen en venen in het Groene Hart dragen in belangrijke mate bij aan de kwaliteit van de Randstad als geheel. De andere functies in het Groene Hart, met zijn gevarieerde economische productiestructuur, vragen ook om ontwikkelingsruimte. Het is op veel plekken echter goed mogelijk de groen/blauwe en rode vraag naar ontwikkelingsruimte op een verantwoorde manier met elkaar te combineren. Uitgangspunt voor de ontwikkeling van het Groene Hart als geheel is de invulling en uitwerking van een kwaliteitszonering. Dit houdt in dat verschillende zones elk met eigen richting en snelheid ontwikkeld kunnen worden. Lopende strategische projecten zoals De Venen, de Krimpenerwaard (veenweidegebied) en de Hollandsche IJssel (kwaliteitszonering) worden versneld aangepakt. In de Nota Ruimte is de Krimpenerwaard (als onderdeel van het Nationaal Landschap Groene Hart) aangewezen tot kerngebied van de Ecologische Hoofdstructuur. Ruimtelijke ingrepen in (de omgeving van) de EHS zijn niet toegestaan indien deze de wezenlijke kenmerken of waarden van het gebied significant aantasten, tenzij er geen redelijke alternatieven zijn én er sprake is van redenen van groot openbaar belang. Voor ingrepen die aantoonbaar aan de criteria voldoen geldt het vereiste dat de schade zoveel mogelijk moet worden beperkt door mitigerende maatregelen en dat resterende schade dient te worden gecompenseerd. In onderhavig bestemmingsplan is het veenweidepark opgenomen als agrarisch gebied waarin extensief recreatief medegebruik mogelijk is. pagina 7

12 3.1.2 Kaderrichtlijn Water Door de Europese Kaderrichtlijn Water heeft Nederland een resultaatverplichting voor het bereiken de gewenste waterkwaliteit en ecologie van grond- en oppervlaktewatersystemen. Voor grote wateren of watersystemen, de zogenaamde waterlichamen, zijn hiertoe bindende doelen opgesteld. De maatregelen om de doelen te bereiken worden uitgewerkt in de stroomgebiedprocessen. Voor de overige wateren geldt het stand-still principe. Waterbeheerders mogen hiervoor zelf aanvullende doelen opstellen. In onderhavig bestemmingsplan is een waterparagraaf opgenomen waarin is beschreven wat de gevolgen voor de waterhuishouding zijn en hoe water is vastgelegd in dit bestemmingsplan. Hiermee wordt voldaan aan de eisen uit de Kaderrichtlijn Water Wet op de Archeologische Monumentenzorg Het archeologisch bodemarchief is de grootste bron voor de geschiedenis van Nederland. Het verdrag van Malta regelt de bescherming en het behoud van deze archeologische waarden. Nederland heeft dit verdrag in 1992 ondertekend en in 1998 geratificeerd. Het Verdrag van Malta (ook wel Verdrag van Valletta genoemd) is geïmplementeerd in de Monumentenwet. De wet op de archeologische monumentenzorg is in april 2006 door de Tweede Kamer aangenomen en in december van dat jaar door de Eerste Kamer bekrachtigd. Op 1 september 2007 is de wet als onderdeel van de monumentenwet in werking getreden. Het belangrijkste doel is de bescherming van archeologische waarden in de bodem (in situ) omdat de bodem doorgaans de beste garantie biedt voor een goede conservering. Vooronderzoek moet duidelijk maken welke archeologische waarden verwacht kunnen worden. Wie de bodem in wil, bijvoorbeeld om te bouwen, kan verplicht worden om een archeologisch vooronderzoek te (laten) uitvoeren. De onderzoeksresultaten bepalen het verdere vervolg; een aanpassing van de bouwplannen of het opgraven van archeologische vondsten. Er wordt uitgegaan van het basisprincipe dat de "verstoorder" betaalt voor het opgraven en het documenteren van de aangetroffen waarden als behoud in de bodem niet tot de mogelijkheden behoort. Het is verplicht om met nieuwe bestemmingsplannen rekening te houden met de mogelijke aanwezigheid van archeologisch waarden. Dit was in de voorgaande periode ook al een gebruikelijke praktijk Monumentenwet De Monumentenwet uit 1988 maakt het mogelijk rijksmonumenten aan te wijzen, regelt de vergunningen van rijksmonumenten, het uitvoeren van archeologisch onderzoek, de vergunningsbevoegdheid en de opgravingsbevoegdheid. Ook is hierin de aanwijzing tot beschermd stadsgezicht geregeld. In het plangebied bevinden zich drie rijksmonumenten. Dit zijn: - de Stolwijkersluis; - de Waaiersluis; - de Haastrechtse molen, Provincialeweg West 64. pagina 8

13 Figuur 6: Rijksmonumenten de Haastrechtsemolen en de Waaiersluis De monumenten hebben in de verbeelding de dubbelbestemming Waarde Cultuurhistorie gekregen. Bescherming vindt plaats via de monumentenwet en de monumentenverordening Nota Belvedère In 1999 verscheen op rijksniveau de Nota Belvedère en werd Gouda aangewezen als Belvedèrestad grenzend aan het Belvedèregebied Krimpenerwaard. Doel van de nota is dat cultuurhistorie sterker richtinggevend moet zijn bij de inrichting van de ruimte. Cultuurhistorie moet gezien worden als een ruimtelijke kwaliteit die een volwaardige plaats moet krijgen in de ruimtelijke planvorming. Op provinciaal en gemeentelijk niveau dient dit beleid nader uitgewerkt te worden. 3.2 Provinciaal beleid Structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland' Op 2 juli 2010 hebben Provinciale Staten de structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland' vastgesteld. De kern van de visie is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en een sterke economische concurrentiepositie. Dat wil zij bereiken door middel van realisering van een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod van woon- en werkmilieus in een aantrekkelijk landschap met ruimte voor water, landbouw en natuur, zijn daarin kenmerkende kwaliteiten. De structuurvisie bevat het ruimtelijk beleid voor de gehele provincie tot 2020 met een doorkijk naar De visie tot 2020 wordt bepaald door het al bestaande ruimtelijk beleid met de lange termijnambities te verweven. De hoofdopgaven zijn: - Aantrekkelijk en concurrerend internationaal profiel; - Duurzame en klimaatbestendige Deltaprovincie; - Divers en samenhangend stedelijk netwerk; - Vitaal, divers en aantrekkelijk landschap; - Stad en land verbonden. De laatste drie hoofdopgaven geven richting aan de ruimtelijke hoofdstructuur van Zuid-Holland. Hierin staan het evenwicht en de samenhang tussen het stedelijk netwerk en het landelijk gebied centraal. De provinciale belangen bepalen de ruimtelijke koers van Zuid-Holland tot Vanuit de hoofdopgave Stad en Land verbonden, gaat de visie uit van een versterking van de samenhang tussen stad en land. Op die manier wil de provincie de leefbaarheid en aantrekkelijkheid vergroten van het stedelijk gebied en het landelijk gebied binnen de stedelijke invloedssfeer. Hoofddoel van een samenhangend landschappelijk netwerk is het verbeteren van de relatie stad-land in fysieke en economische zin. Daartoe behoort het verbeteren van de kwaliteit en het vergroten van de toegankelijkheid hiervan. Het landschappelijk netwerk pagina 9

14 bestaat uit zes provinciale landschappen, binnenstedelijke parkgebieden en groenstructuren en natuur- en recreatiegebieden, evenals groenblauwe verbindingen tussen die elementen. Zuid-Holland heeft de volgende zes provinciale landschappen benoemd: - Midden-Delfland; - Land van Wijk Wouden; - Duin, Horst en Weide; - Hollands Plassengebied; - Bentwoud-Rottemeren; - IJsselmonde. Figuur 7: Uitsnede van de Structuurvisie 'Visie op Zuid-Holland' In de structuurvisie is het plangebied aangewezen als 'Veenweidelandschap', 'top gebied cultureelerfgoed' en 'bedrijventerrein'. Voor deze gebieden zijn regels opgenomen. Veenweidelandschap De veenweiden zijn kenmerkend voor Zuid-Holland. Ze bestaan al duizend jaar en zijn ontstaan op basis van menselijke ingrepen in de veenondergrond en de waterhuishouding. Karakteristiek zijn de verschillende (regelmatige) verkavelingspatronen met smalle kavels en veel sloten met hoog waterpeil en de aanwezigheid van kades, lintdorpen, oude dorpskernen, kronkelende veenriviertjes, openheid, grasland, vee, (weide) vogels, en hier en daar rietlanden en moeras. Het zijn internationaal de best bewaarde cultuurlandschappen die zijn ingericht voor de landbouw. Topgebieden cultureel erfgoed In de provincie zijn 16 gebieden benoemd als topgebied cultureel erfgoed. Het gaat om gebieden of structuren met een gave cultuurhistorische samenhang, met betrekking tot archeologie, landschapshistorie en nederzettingen. Dit betreft bijvoorbeeld gebiedsspecifieke ontginningspatronen, bebouwingslinten en afzonderlijke bouwwerken als molens en historische boerderijen. De bescherming in topgebieden richt zich op de continuïteit van het karakter, door behoud en versterking van de structuur. Ruimtelijke ontwikkelingen zijn mogelijk, binnen randvoorwaarden vanuit cultuurhistorie. Voor de topgebieden zijn regioprofielen cultuurhistorie opgesteld, die concreet de cultuurhistorische waarden beschrijven en kwalitatieve richtlijnen bevatten voor ruimtelijke ontwikkeling en de omgang met deze waarden. pagina 10

15 Bedrijventerrein Aaneengesloten bebouwd gebied met als hoofdfunctie bedrijvigheid, waaronder begrepen productie, transport en distributie, veilingen, nutsvoorzieningen evenals hieraan verbonden kantoorfuncties. In onderhavig bestemmingsplan zijn de eisen vanuit de structuurvisie opgenomen. De wijze van bestemmen zorgt voor een behoud van de landschappelijke waarden en maakt de versterking hiervan mogelijk. Dit wordt uitgewerkt in het toekomstige veenweidepark Verordening Ruimte De provincie Zuid-Holland heeft de Verordening Ruimte opgesteld welke op 2 juli 2010 is vastgesteld door Provinciale Staten. In deze verordening zijn regels gesteld over de inhoud van bestemmingsplannen en de inhoud van de toelichting van bestemmingsplannen. De verordening heeft slechts betrekking op een beperkt aantal onderwerpen. Bij het opstellen van bestemmingsplannen dient daarom ook rekening te worden gehouden met ander provinciaal beleid. Het gaat daarbij vooral om het integrale ruimtelijke beleid dat is opgenomen in de provinciale structuurvisie en het bijbehorende uitvoeringsplan. Bovendien moet worden voldaan aan de overige wet- en regelgeving, bijvoorbeeld het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening, de Wet geluidhinder en de Natuurbeschermingswet Figuur 8: Overzicht van aanwijzing van het plangebied in de Verordening ruimte In de Verordening ruimte heeft het plangebied vier aanduidingen gekregen. Van deze aanduidingen zijn in bovenstaande figuur uitsneden opgenomen. Op kaart 1 is de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) weergegeven. In nieuwe bestemmingsplannen dienen deze gebieden in stand te worden gehouden en voorkomen te worden dat de wezenlijke kenmerken en waarden van deze gebieden significant kunnen worden beperkt. Kaart 2 geeft bedrijventerreinen weer. Deze gebieden moeten in nieuwe ruimtelijke plannen worden opgenomen. Voor het plangebied is de rioolwaterzuiveringsinstallatie en het gebied tussen de rotonde en de Hollandsche IJssel. De derde kaart geeft de aanwezige waterkeringen aan. Voor het bestemmingsplan is contact geweest met het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard waarbij de meest actuele watergangen en waterkeringen zijn opgevraagd en verwerkt in onderhavig plan. Tot slot geeft kaart 4 de aanwezige molenbiotopen weer. In het pagina 11

16 bestemmingsplan is rekening gehouden met deze aanwezige molenbiotopen voor de garantie van vrije windvang en zicht op de molen. In het bestemmingsplan zijn de regels vanuit de Verordening ruimte opgenomen, waarmee aan de verordening wordt voldaan Beleidsplan Groen, water en milieu (2008) Begin 2008 heeft de provincie Zuid-Holland het Beleidsplan groen, water en milieu vastgesteld. Het is de opvolger van het Beleidsplan Milieu en Water Met het nieuwe beleidsplan streeft de provincie Zuid-Holland naar een duurzame ontwikkeling en een gezond, groen en veilig Zuid-Holland. Centraal in het plan staat de problemen rondom luchtverontreiniging, geluidhinder en slechte waterkwaliteit. De provincie ontwikkelt het groenbeleid in Zuid-Holland vanuit drie uitgangspunten. Ten eerste gaat ze uit van de kernopgaven uit de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie Zuid- Holland: zorgen voor een goede woonomgeving, water en groen ontwikkelen, en duurzaam verbinden. Ten tweede pakt de provincie de groenopgave op aan de hand van de lagenbenadering. En ten derde kiest de provincie bewust voor een integrale en gebiedsgerichte aanpak als gebieden worden ontwikkeld. Inzake het waterbeleid, wil de provincie de gevolgen opvangen van de klimaatverandering, zoals meer neerslag en hogere waterstanden. Het milieubeleid, staat in het teken van duurzame ontwikkeling, bescherming van mens en natuur, gebieds- en ontwikkelingsgericht, integraal en innovatief en lokaal maatwerk. In het bestemmingsplan is aandacht besteed aan de eisen omtrent luchtkwaliteit, geluidshinder en waterkwaliteit. Hiermee wordt voldaan aan de eisen uit het beleidsplan groen, water en milieu Natuurbeheerplan 2011 Zuid-Holland Het Natuurbeheerplan 2011 vormt een belangrijk instrument voor de realisering van het Rijks- en Provinciaal natuur- en landschapsbeleid. Het plan geeft specifiek uitvoering aan de realisatie van de EHS. In het kader van de EHS worden nieuwe natuurgebieden begrensd en wordt de kwaliteit van de bestaande natuurgebieden en het agrarisch natuur- en landschapsbeheer door het aangeven van natuurdoelen verbeterd. Het plan maakt duidelijk wat de kaders zijn op grond waarvan subsidie kan worden aangevraagd voor natuurbeheer, agrarisch natuurbeheer, particulier beheer en landschapsonderhoud. Per gebied is de begrenzing aangegeven van het natuurgebied of het beheergebied, de natuurdoelen en de subsidiabele beheertypen. Voor het plangebied gelden de beheertypen Rivier, Weidevogelgebied en Kruiden- en faunarijk grasland. Dit laatste beheertype geldt voor het beoogde Veenweidpark Stolwijkersluis. In het natuurbeheerplan is opgenomen aan welke eisen het beheer dient te voldoen Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland De Cultuurhistorische Hoofdstructuur uit 2007 geeft voor de regio Gouwestreek- Krimpenerwaard de cultuurhistorische waarden in archeologisch en landschappelijk opzicht en voor wat betreft de nederzettingen aan. Plannen ter plaatse van de gebieden met cultuurhistorische waarden vereisen een nadere analyse en afweging. Het plangebied kenmerkt zich in hoge mate vanwege haar landschappelijke waarden. Het maakt onderdeel uit van de Krimpenerwaard welke is aangemerkt als belvedèregebied en topgebied cultureel erfgoed. Ook ligt de molenbiotoop van de Haastrechtse Molen en molen t Slot in het plangebied. pagina 12

17 De Nota Cultuurhistorie en de Provinciale Hoofdstructuur geven voor het plangebied verschillende waardevolle gebieden aan. Dit zijn: Historisch-landschappelijke lijn: - Gouderaksedijk: waarde: redelijk hoog; - Zuider IJsseldijk: waarde: redelijk hoog; - Goudseweg/Stolwijkervaart: waarde: zeer hoog; - Schoonhovenseweg: waarde: redelijk hoog. Historisch-landschappelijk vlak: - Polder/veenweidegebied: waarde: hoog; - Hollandsche IJssel: waarde: hoog. Figuur 9: kaart waardevolle gebieden Archeologische Monumenten Kaart De terreinen waarvan de archeologische waarde bekend is, staan aangegeven op de Archeologische Monumenten Kaart (AMK). Op de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW) staat de zogenaamde verwachtingswaarde aangegeven. Bij het ontwikkelen van plannen is het van belang de AMK en de IKAW te gebruiken. De provincie Zuid-Holland gebruikt beide kaarten bij advisering en beoordeling van (wijziging van) bestemmingsplannen, bij het verlenen van ontgrondingvergunningen en bij advisering over aanlegvergunningen, bodemsaneringen en peilbesluiten. Gouda heeft echter zelf nader beleid ontwikkeld. 3.3 Gemeentelijk beleid Ruimtelijke Structuurvisie Gouda (2005) De gemeente Gouda heeft de structuurvisie opgesteld om een kader te geven waar toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen kunnen plaatsvinden. Dit is bedoeld als antwoord op de plannen die in de komende 20 jaar voorzien in sterke verstedelijking ( tot woningen) aan de westzijde van Gouda. In de visie wordt antwoord gegeven op drie vragen: - wat zal de positie van de stad binnen de regio en de Randstad zijn, met name na de toekomstige verstedelijking? - waar moet Gouda op inzetten? hoe kan de positieverandering van de stad ten gunste van Gouda en de regio worden aangewend? - hoe kan dit kader worden gebruikt om lopende projecten binnen de stad op hun samenhang te bezien en nieuwe strategische projecten te formuleren? pagina 13

18 Als gevolg van stedelijke ontwikkelingen in de stad en de Zuidplaspolder, zal de functie als regionale verzorgingskern binnen het groene hart afzwakken en Gouda steeds meer onderdeel worden van de Zuidvleugel van de Randstad. Hierdoor komt het voorzieningenapparaat in Gouda onder druk te staan. In de komende decennia zal Gouda zich ook meer moeten afstemmen op de regionale ontwikkelingen, wat dus zal betekenen dat er een verschuiving in het voorzieningsaanbod plaatsvindt. Figuur 10: Uitsnede Ruimtelijke Structuurvisie Gouda Gouda wil onder andere investeren in de relatie met het omliggende landschap. Dit landschap vormt een belangrijk deel van de Goudse identiteit. Plekken die in Gouda hoog worden gewaardeerd zijn bovendien veelal plekken waar het onderliggende landschap nog herkenbaar is of een duidelijke rol heeft gespeeld bij het ontstaan. Middels voorliggend plan wordt de relatie met het omliggend landschap. Hiermee ontstaan mogelijkheden voor het beter benutten van het groen rondom de stad. Op de uitsnede van de Ruimtelijke Structuurvisie Gouda is binnen het plangebied de aanduiding P+R opgenomen. Deze aanduiding gaf een mogelijk eindhalte van de RinGouwelijn aan wanneer deze zou worden doorgetrokken vanaf het station door de binnenstad. Omdat de RGL in de huidige opzet een eindhalte krijgt op het centraal station van Gouda, krijgt deze aanduiding in de structuurvisie geen invulling in dit bestemmingsplan Nota Cultuurhistorie (2004) De Nota Cultuurhistorie behandelt het cultuurhistorisch erfgoed zoveel mogelijk integraal (monumentenzorg, archeologie en landschapsbehoud). Centraal staat het streven het cultuurhistorisch erfgoed een bijdrage te laten leveren aan de eigen identiteit en herkenbaarheid van Gouda waarbij optimaal gebruik gemaakt wordt van haar bestaande kwaliteiten (belvedèrebeleid). Samen met de bestemmingsplannen vormt de nota het cultuurhistorisch beleidskader voor de begeleiding van bouwinitiatieven. In de Nota Cultuurhistorie is het beleid vastgelegd dat voor locaties waar zich nieuwe ontwikkelingen voordoen, een cultuurhistorische analyse wordt opgesteld. De gebieden waar dit van toepassing is, zijn vastgelegd op de kaart "cultuurhistorische analyse" (de zogenaamde gelevlekkenkaart). Met de analyse worden alle belangrijke waarden in kaart gebracht zodat daarmee, bij de uitvoering van het plan, zo goed mogelijk rekening kan worden gehouden. In dit kader dient ieder bestemmingsplan een cultuurhistorische paragraaf te bevatten. Dat wil zeggen dat aangegeven wordt welke waarden zich waar bevinden en hoe daarmee omgegaan wordt. Bovendien dient bij elke grootschalige ontwikkeling een Cultuurhistorische Analyse (CHA) te worden uitgevoerd. Dat betekent dat vooraf de cultuurhistoristische waarden in kaart worden gebracht, zodat deze betrokken kunnen worden in het planproces als inspiratiebron dan wel als ruimtelijke randvoorwaarden. In aanvulling hierop zijn in de nota gebieden aangewezen waar bij afwijking van het bestemmingsplan een CHA is voorgeschreven. Voor het overgrote deel van het plangebied Stolwijkersluis is een CHA voorgeschreven bij grootschalige ontwikkelingen. pagina 14

19 Figuur 11: kaart cultuurhistorische analyses Monumentenverordening Om bij wijziging te kunnen toetsen of de waardevolle elementen van een beschermd monument zoveel mogelijk behouden blijven, is voor elke wijziging van een beschermd monument een vergunning nodig van burgemeester en wethouders. Dit geldt voor het gehele pand, inclusief interieur, bijgebouwen, tuininrichting, bomen etc. Jonge Bouwkunst betreft gebouwen en stedenbouwkundige structuren die tot stand gekomen zijn in de periode en die qua verschijningsvorm bepalend zijn in het stedenbouwkundig of architectonisch beeld. De cultuurhistorische waarden hiervan hebben betrekking op het uitwendige van het betreffende object. Daarom is in de monumentenverordening bepaald dat voor (sloop of verbouw van) Jonge Bouwkunst een lichte monumentenvergunning vereist. Er geldt dus geen inwendige bescherming. Bedoeld is om ingrepen die de verschijningsvorm ernstig kunnen aantasten (zoals dakkapellen, grote uitbouwen, plaatsen kunststof kozijnen) zorgvuldig te kunnen toetsen. In het plangebied bevinden zich verschillende gemeentelijke monumenten. De belangrijkste zijn: - Gouderaksedijk 3, 5, 7, 9, 11, 19, 21, 23, 25, 27, 29, 55, 77, 105, 115 en 133; - Goudseweg 2 en 8; - Zuider IJsseldijk 4 en 6; - Gouderakse Tiendweg 30. Figuur 12: Gemeentelijke monumenten aan de Gouderaksedijk 19, 21, 23, 25, 27 en 29 Wijziging van monumenten De monumenten hebben in de verbeelding de aanduiding Waarde Cultuurhistorie gekregen. Bescherming vindt plaats via de monumentenwet en de monumentenverordening.het wijzigen van beschermde monumenten is in principe mogelijk. Om te voorkomen dat waardevolle elementen verloren gaan, is voor een pagina 15

20 wijzigingsplan een vergunning nodig van burgemeester en wethouders. Dit geldt voor het gehele pand, inclusief interieur, bijgebouwen tuininrichting, bomen etc. Jongere Bouwkunst en Stedenbouw Jongere Bouwkunst en Stedenbouw betreft gebouwen en stedenbouwkundige structuren die tot stand kwamen in de periode en die qua verschijningsvorm bepalend zijn in het stedenbouwkundig of architectonisch beeld. De cultuurhistorische waarden hiervan hebben hoofdzakelijk betrekking op het uitwendige van het betreffende object. Daarom geldt voor deze categorie geen inwendige bescherming. Bedoeld is om ingrepen die de verschijningsvorm ernstig kunnen aantasten (zoals dakkapellen, grote uitbouwen, plaatsen kunststof kozijnen) zorgvuldig te kunnen toetsen. In het plangebied bevinden zich een potentieel gemeentelijk monument van jongere bouwkunst. Dit is de Zuider IJsseldijk 8. Naoorlogse architectuur en stedenbouw Naar aanleiding van de Nota Cultuurhistorie (2004) is in 2005 een inventarisatie gemaakt van de naoorlogse architectuur en stedenbouw ( ). In 2007 verscheen de Waardering Gouda naoorlogse architectuur en stedenbouw als logisch vervolg hierop. - In de Inventarisatie wordt een uitvoerige beschrijving en analyse gegeven van de wijken en buurten in Gouda, evenals een lijst van gebouwen. De teksten zijn gebaseerd op historisch onderzoek, interviews met betrokkenen en een schouw. Op lokaal niveau geeft de inventarisatie een goed overzicht van de omvangrijke naoorlogse bouwproductie in Gouda. Uit de inventarisatie blijkt dat Gouda in de periode ruimtelijk een grote groei doormaakte. - De Waardering is behulpzaam bij het bepalen van de toekomstige omgang met de gebouwen en gebieden uit deze periode. De inventarisatie en waardering zijn complementair aan elkaar. In deze waardering is bijvoorbeeld niet opnieuw de historische context genoemd. Voor het plangebied Stolwijkersluis bevinden zich op grond van genoemde inventarisatie geen zaken die op grond van de inventarisatie bijzondere aandacht behoeven. Vertaling in het bestemmingsplan De monumenten hebben in de verbeelding de dubbelbestemming Waarde Cultuurhistorie gekregen. Bescherming vindt plaats via de monumentenwet en de monumentenverordening. Naast de directe bescherming van de momenten is tevens een bescherming voor de zicht- en windvang voor molens opgenomen. Binnen het plangebied is de Haastrechtsemolen gelegen. Net ten noorden van het plangebied is de molen 't Slot gelegen, waarvan de zicht- en windvang ook in onderhavig bestemmingsplan is opgenomen Gemeentelijke archeologische basiskaart (2003) In aanvulling op het rijks- en provinciaal archeologisch beleid heeft de gemeente Gouda in juni 2011 de geactualiseerde gemeentelijke archeologische beleidskaart (ABK) vastgesteld. Op de ABK is aangegeven in welke gebieden binnen de gemeente archeologische waarden aangetroffen kunnen worden. In die gebieden is een omgevingsvergunning activiteit archeologie vereist bij bodemverstorende werkzaamheden. In het beleid is opgenomen in welke situaties vrijstelling geldt van deze verplichting: 1. Omvang - op een hoogwaardige locatie met bijzondere waarde (archeologisch monument): geen vrijstelling; - op een hoogwaardige locatie: vrijstelling voor projecten kleiner dan 50 m 2 ; - in een zone met een hoge verwachting: vrijstelling voor projecten kleiner dan 100 m 2 ; - in een zone met een lage verwachting: vrijstelling voor projecten kleiner dan m 2. pagina 16

21 2. Diepte Alle onderzoeken in Gouda tonen aan dat de gemiddelde dikte van de verstoorde bovenlaag in Gouda meer dan 50 cm bedraagt. Zolang werkzaamheden niet dieper dan 50 cm onder maaiveld worden uitgevoerd, is er geen archeologisch onderzoek of een omgevingsvergunning activiteit archeologie vereist. Hiermee wordt afgeweken van de provinciale norm van 30 cm onder maaiveld. Op sommige plaatsten is bekend dat de archeologische waarden zich op grotere diepte bevinden, bijvoorbeeld onder recente ophogingspakketten. Hier geldt een dieptevrijstelling van 2 meter. Pas bij diepere graafwerkzaamheden is onderzoek of een omgevingsvergunning noodzakelijk Archeologievriendelijk bouwen: Bovenstaande verplichtingen en vrijstellingen gelden in situaties waar behoud in situ van de archeologische waarden geen optie is. Waar mogelijk probeert Gouda behoud in situ wel actief te stimuleren. Daarom is het archeologievriendelijk bouwen geïntroduceerd: wanneer een bouwplan voldoet aan een aantal richtlijnen, wordt het bodemarchief nog maar zo weinig verstoord dat archeologisch onderzoek niet noodzakelijk is. De richtlijnen voor archeologievriendelijk bouwen zijn opgenomen in het beleid en vastgelegd in de Verordening inzake monumenten en archeologie. Verbeelding: De gebieden met hoge archeologische verwachting, inclusief hoogwaardige gebieden, zoals weergegeven op de nieuwe ABK, zijn opgenomen op de verbeelding. Deze gebieden krijgen een dubbelbestemming Waarde - Archeologie. Gebieden met een lage archeologische verwachtingswaarde worden niet op de verbeelding opgenomen Hiervoor is ook geen archeologievergunning noodzakelijk. Alleen bij zeer grote projecten (groter dan m 2 ) is een booronderzoek noodzakelijk, ter controle van de lage verwachting. Het beleid is vastgelegd in de Nota Cultuurhistorie. Bescherming vindt plaats via de Verordening inzake monumenten en archeologie. Vertaling in het bestemmingsplan Op de verbeelding is de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' opgenomen. Bescherming vindt plaats via de monumentenverordening en de archeologievergunning Welstandsnota (2004, 2008) In de gemeentelijke Welstandsnota 2004, update 2008 staan beoordelingskaders en toetsingscriteria waaraan bouwplannen op architectonische kwaliteit worden getoetst aan het welstandsbeleid als gereedschap voor de ruimtelijke kwaliteit. Veelal hebben deze eisen betrekking op vormgeving, kleurgebruik, materiaalgebruik, volume en de relatie van de bebouwing met de omgeving. Figuur 13: Welstandsbeleid pagina 17

22 Voor het plangebied Stolwijkersluis is het volgende welstandsbeleid relevant: - Welstandsluw - woongebieden (nr. 18); - Reguliere welstand - woongebieden (nr. 24); - Reguliere welstand - bedrijfsterreinen (nr. 26). Aanvullend hierop geldt langs de Hollandsche IJssel het Beeldkwaliteitsplan Hollandsche IJssel als beoordelingskader Mobiliteitsplan Gouda (2007) Het mobiliteitsplan is door de gemeenteraad in april 2007 vastgesteld. Met het mobiliteitsplan beschikt de gemeente Gouda over een samenhangend verkeer- en vervoersbeleid. Het plan is een kapstok voor de verschillende deelnota s verkeer en vervoer, zoals voor fietsen en parkeren en de wijkverkeersplannen. In en rond Gouda zijn verschillende grote projecten gaande, zoals Spoorzone en Goudse Poort. Ook regionaal staat een aantal ruimtelijke ontwikkelingen gepland, vooral aan de westzijde van de stad. Deze veranderingen gaan gepaard met een grote toename van verkeer naar en binnen de stad. Om het huidige en nieuwe verkeer in goede banen te leiden heeft de gemeente Gouda een mobiliteitsplan opgesteld. Dit plan geeft in hoofdlijnen aan op welke wijze de gemeente de Goudse verkeerssituatie de komende vijftien jaar wil verbeteren en beheren. De omvang van de autogroei is dusdanig groot, dat de bereikbaarheid van Gouda vanuit de Zuidplaspolder maar ook vanuit de rest van de regio, onvoldoende dreigt te worden. Om dit tegen te gaan en om de kwaliteit van de leefbaarheid en verkeersveiligheid te waarborgen, zijn ingrijpende maatregelen nodig. Het Mobiliteitsplan is een uitwerking op het gebied van verkeer en vervoer van de Ruimtelijke Structuurvisie. Tevens is het Mobiliteitsplan een gemeentelijke doorvertaling van het verkeer- en vervoerbeleid op landelijk en provinciaal niveau. Om de ambities uit de Ruimtelijke Structuurvisie waar te maken, komen in het mobiliteitsplan verschillende manieren van vervoer aan bod met als doel om mensen te verleiden tot verantwoord mobiliteitsgedrag. Door het stimuleren van onder andere de fiets en het openbaar vervoer wil de gemeente overbelasting van de infrastructuur voorkomen waardoor ruimte blijft bestaan voor belangrijk economisch verkeer. Deze doelstelling is in het plan verder uitgewerkt in een aantal strategische keuzes. Ook is aangegeven wat nodig is om het autogebruik tot 2020 op verantwoorde wijze te verwerken en welke maatregelen verder onderzocht moeten worden. In verband daarmee wordt in het Mobiliteitsplan uitgegaan van realisering van de N207 Zuidwestelijke Randweg. Deze loopt door het plangebied van onderhavig bestemmingsplan, maar maakt hier geen onderdeel van uit Waterplan In 2002/2003 stelden de gemeente Gouda en meerdere hoogheemraadschappen het eerste Waterplan voor Gouda vast. In 2008 hebben gemeente Gouda en het hoogheemraadschap van Rijnland de uitvoering van dat Waterplan geëvalueerd. Deze evaluatie heeft geleidt tot een actualisatie van het Waterplan. In deze actualisatie spelen de gemeente Gouda en de hoogheemraadschappen van Rijnland en van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) in op actuele beleidsontwikkelingen in het (stedelijk) waterbeheer. De actualisatie geeft een beeld van de opgaven met een overzicht van de acties, die nodig zijn om de visie te realiseren. Belangrijke elementen van de visie zijn het houden van droge voeten, gezond water met een goede kwaliteit voor mens en natuur, en water om naar te kijken en van te genieten. In de actualisatie worden de gezamenlijke ambities vastgelegd en wordt de gezamenlijke onderzoeksagenda vastgesteld. Concrete afspraken over de te nemen maatregelen, inclusief de financiering daarvan, worden gemaakt in het jaarlijks op te stellen uitvoeringsprogramma. Het geactualiseerde Waterplan is op 25 mei 2011 door de gemeenteraad van Gouda vastgesteld en op 1 juni 2011 door het algemeen bestuur van het hoogheemraadschap van Rijnland. pagina 18

23 Toelichting op hoofdlijnen van het geactualiseerde Waterplan Gouda In Gouda bestaat een kwetsbaar evenwicht tussen te natte en te droge omstandigheden. Enerzijds mag bij een regenbui geen wateroverlast ontstaan en anderzijds moet het waterpeil juist hoog genoeg zijn om houten funderingen te conserveren en om extra daling van de bodem te voorkomen. Dit uit zich in een relatief geringe drooglegging en weinig mogelijkheden voor peilfluctuaties. Voor de kans op overstroming gelden sinds 2009 provinciale normen. Deze normen vormden geen uitgangspunt in het Goudse Waterplan van Uitgangspunt voor Gouda is dat woningen droog moeten blijven. Om aan een norm van maximaal 1 keer per 100 jaar wateroverlast te voldoen, moeten vele wegen uit de hoofdinfrastructuur van Gouda eerder worden opgehoogd dan nu geraamd. Vanwege de grote financiële gevolgen wil Gouda met instemming van Rijnland afwijken van de provinciale normen. Uitgangspunt is dan wel dat we accepteren, dat wegen soms onder water staan. Gemeente en Rijnland gaan hierover in gesprek met de provincie Zuid Holland. Voor de lange termijn maken de klimatologische ontwikkelingen duidelijk dat water een belangrijk onderwerp blijft en dat het noodzakelijk is om daarover goed af te stemmen tussen gemeente en hoogheemraadschap. Een goede waterkwaliteit is belangrijk. Een goede waterkwaliteit schept mogelijkheden voor een grote verscheidenheid aan planten en dieren. Deze verscheidenheid geeft de inwoners van Gouda langs het water een plek om tot rust te komen en te genieten van alles wat in en langs het water groeit en bloeit. Een natuurlijke inrichting van de watergang en haar oevers brengt de natuur dichtbij de inwoners van Gouda. Een goede waterkwaliteit, ontwikkeling van flora en fauna in en rond het water komen alleen tot stand door samenwerking tussen betrokken partijen. Water is en blijft een belangrijke belevingswaarde in Gouda. Van belang bij beleving van water zijn zichtbaarheid, schoon water, cultuurhistorische waarden en bekendheid met het watersysteem en haar geschiedenis. In Gouda is er enthousiasme bij inwoners voor het waterrijke karakter van de stad maar er blijkt nog veel onbekend over het watersysteem en het beheer van water in de woonomgeving van mensen. Tevens bestaat de wens om het water schoner en aantrekkelijker te maken voor inwoners en bezoekers van de stad. Gouda en Rijnland ontplooien daarom activiteiten op het gebied van voorlichting en educatie. Tevens wordt uitgesproken welke voorstellen vanuit het project Hollandse Waterstad in het waterplan als actiepunten worden opgenomen. Onderhoud en beheer vragen om afstemming tussen betrokken organisaties. Het onderhoud van het watersysteem binnen Gouda is verdeeld onder twee instanties. De waterschappen onderhouden de primaire wateren. De gemeente is verantwoordelijk voor het onderhoud van de overige wateren en heeft dit onderhoud uitbesteed aan Cyclus. Het overgrote deel van de klachten van burgers over waterbeheer gaat over onderhoud, in het bijzonder zwerfvuil. Gouda en Rijnland nemen deze klachten ter harte; de samenwerking tussen beide wordt geïntensiveerd, waarbij ook Cyclus wordt betrokken. De actualisatie biedt opnieuw een basis om de komende jaren keuzes te maken voor investeringen, beheer en onderhoud op het gebied van waterbeheer. Zowel Gouda als Rijnland staan de komende jaren voor forse bezuinigingen om hun begrotingen sluitend te houden. Dat betekent scherpere keuzes maken wat wel of niet wordt aangepakt en afstemming met elkaar wat betreft werkzaamheden om zoveel mogelijk efficiency te behalen. Het geactualiseerde Waterplan Gouda vormt een goede basis voor het maken van deze keuze Groenstructuurplan Gouda (2007) Het beleid van de gemeente Gouda is om de openbare ruimte in de stad schoon, heel en bruikbaar te houden. Het openbaar groen is één van de factoren die de kwaliteit van de pagina 19

24 openbare ruimte bepalen. In het Groenstructuurplan , vastgesteld op 30 mei 2007, zijn keuzes gemaakt en prioriteiten gesteld ten aanzien van het openbaar groen. Het groenstructuurplan gaat met name in op de stedelijke groenstructuur. Maar om de samenhang met het oorspronkelijke omringende landschap te behouden, dringen elementen van het oorspronkelijke veen- en rivierenlandschap (veenlinten en oude dijkdoorbraken) zo diep mogelijk de stad in. Het groenstructuurplan streeft ernaar om de stadsparken aan de rand van Gouda robuuste groene overgangsgebieden te laten zijn tussen de stad en het buitengebied; veelal veenweidegebied. Het veenweidepark wordt mogelijk gemaakt in onderhavig bestemmingsplan Gouda fietst beter door! In de nota wordt ingezet op de verbetering van fietsverbindingen, fietsparkeren en de communicatie en gedragsbeïnvloeding binnen het fietsverkeer. Een relatief hoog aandeel fietsverplaatsingen draagt bij aan de bereikbaarheid van stedelijke voorzieningen en aan de kwaliteit van de leefomgeving. Goed fietsbeleid versterkt dit. Het landelijke verkeersbeleid legt de verantwoordelijkheid voor het stimuleren van het fietsgebruik vooral bij de gemeenten neer. Nieuw Gouds fietsbeleid moet de fietser dus weer steviger op de kaart zetten. De fietsroutes binnen het plangebied vallen in een overgangsgebied tussen de hoofd fietsroutes en verdelende fietsroutes. Figuur 14: Uitsnede uit Gouda fietst beter door! Voor de realisatie van fietspaden binnen de gemeente Gouda zijn kwaliteitseisen gesteld waaraan dient te worden voldaan. - samenhang: de fietsinfrastructuur vormt een samenhangend geheel en sluit aan op alle herkomsten en bestemmingen van fietsers; - directheid: de fietsinfrastructuur biedt de fietser steeds een zo direct mogelijke route (omrijden blijft dus tot een minimum beperkt); - veiligheid: de fietsinfrastructuur waarborgt de verkeersveiligheid van fietsers en overige weggebruikers; - aantrekkelijkheid: de fietsinfrastructuur is zodanig vormgegeven en in de omgeving ingepast dat fietsen aantrekkelijk is; - comfort: de fietsinfrastructuur maakt een vlotte en comfortabele doorstroming van het fietsverkeer mogelijk. In onderhavig bestemmingsplan worden fietspaden binnen de bestemming 'verkeer' mogelijk gemaakt. Hierin wordt geen onderscheid gemaakt in kwaliteitseisen van een fietspad. Daarnaast is in 2010 een projectbesluitprocedure doorlopen waarmee een fietsverbinding onder de toekomstige ZWR wordt mogelijk gemaakt. Dit projectbesluit wordt (voor het deel binnen het plangebied) tevens mogelijk gemaakt in onderhavig bestemmingsplan. Een fietspad wordt algemeen binnen de regels toegestaan, de tunnel voor deze fietsverbinding wordt met een specifieke aanduiding mogelijk gemaakt Project Hollandsche IJssel In het project Hollandsche IJssel werken sinds overheden met elkaar om te komen tot een verbetering van de milieukwaliteit en de ruimtelijke kwaliteit van de pagina 20

25 Hollandsche IJssel. Dit heeft onder andere geleid tot een Beeldkwaliteitsplan Hollandsche IJssel (1998) en het voorbeeldbestemmingsplan Hollandsche IJssel (2001). Beeldkwaliteitplan Hollandsche IJssel (1998) Het Beeldkwaliteitplan Hollandsche IJssel is bedoeld om te dienen als uitgangspunt bij het opstellen van randvoorwaarden voor inrichtingen, bouwplannen en verkavelingsplannen. In het plan wordt beschreven welke zaken het Hollandsche IJsselgebied identiteit en charme geven en worden aanbevelingen gedaan om ervoor te zorgen dat deze kenmerken behouden, versterkt of op een bijzondere manier ontwikkeld worden. Het beeldkwaliteitsplan wordt gebruikt als kader bij de welstandstoetsing van plannen langs de Hollandsche IJssel. Voorbeeldbestemmingsplan Hollandsche IJsseloevers (2001) In 2001 heeft de Stuurgroep Hollandsche IJssel het voorbeeldbestemmingsplan Hollandsche IJsseloevers vastgesteld. Hierin zijn voorbeelden opgenomen voor regelingen betreffende de vormgeving van de oever. In onderhavig bestemmingsplan zijn deze regelingen gebruikt als voorbeeld en vertaald in een dubbelbestemming Waarde Rivierzone met als doel de ruimtelijke kwaliteit van de IJsseloever te beschermen en te versterken Gebiedsvisie Hollandsche IJssel 2020 (2008) In 2008 heeft Gouda de Gebiedsvisie Hollandsche IJssel Gouda vastgesteld. Hierin is aangegeven hoe de relatie tussen de stad Gouda, de Hollandsche IJssel en de Krimpenerwaard verbeterd zou kunnen worden. In de gebiedsvisie staan de richtlijnen en de gewenste ontwikkelingen voor de komende tien jaar. De visie heeft betrekking op de rivier, de zellingen, de oevers, de dijken en het binnendijkse gebied. Met de gebiedsvisie kan de gemeente ideeën over de Hollandsche IJssel actief inbrengen bij plannen van andere overheden, bouwplannen en andere initiatieven die langs de Hollandsche IJssel worden ontwikkeld, toetsen en het overzicht en de samenhang van projecten langs de Hollandsche IJssel bewaken. Voor het plangebied is een drietal aspecten van toepassing: - herstellen Stolwijkersluis en bevorderen van kleine waterrecreatie; - ontwikkelen landschapspark Krimpenerwaard (Veenweidepark); - behouden en ontwikkelen oversteek Hollandsche IJssel. Daarnaast wordt in de Gebiedsvisie een grote kans gezien voor een duurzame gebiedsontwikkeling binnen het plangebied. Deze gebiedsontwikkeling is de ruimtelijke versterking van het contrast tussen de tegenpolen 'stad' en 'ommeland'. Daartoe is het van belang dat de identiteit van beide tegenpolen duidelijk herkenbaar is, onder meer bij de stadsentrees. Als kans wordt daarom gesignaleerd een versterking van de waardevolle identiteit en uitstraling van de Krimpenerwaard als karakteristiek veenweidegebied, met daarin het bijzondere buurtschap Stolwijkersluis. Figuur 15: Uitsnede Gebiedsvisie Hollandsche IJssel 2020 pagina 21

26 Voor onderhavig bestemmingsplan is de realisatie van het veenweidepark mogelijk gemaakt. De oversteek van de Hollandsche IJssel bij de Waaiersluis is expliciet aangegeven met een aanduiding. pagina 22

27 4. Randvoorwaarden Om de uitvoerbaarheid van het bestemmingsplan aan te tonen is een aantal gebiedsonderzoeken uitgevoerd. In dit hoofdstuk zijn de voor het bestemmingsplan relevante sectorale gebiedsaspecten in beeld gebracht, waarbij per aspect een korte inleiding is geschreven, gevolgd door een conclusie welke naar aanleiding van het uitgevoerde onderzoek getrokken kan worden. Ingegaan wordt op de aspecten bodem, geluidshinder, luchtkwaliteit, externe veiligheid en waterhuishouding. Daarnaast is ingegaan op gevolgen voor het bestemmingsplan vanuit de aspecten ecologie en bedrijven en milieuzonering. De rapportages die ten grondslag liggen aan de onderstaande beschrijvingen zijn als losse bijlagen bij het bestemmingsplan in te zien. 4.1 Milieu Bodem Wettelijk kader Een verontreinigde bodem kan zorgen voor gezondheidsproblemen en tast de kwaliteit van het natuurlijk leefmilieu aan. Daarom is het belangrijk om bij ruimtelijke plannen de bodemkwaliteit mee te nemen in de overwegingen. De Wet bodembescherming (Wbb), het Besluit bodemkwaliteit en de Woningwet stellen grenzen aan de aanvaardbaarheid van verontreinigingen. Indien bij planvorming blijkt dat (ernstige) verontreinigingen in het plangebied aanwezig zijn, wordt op basis van de aard en omvang van de verontreiniging én de aard van de ruimtelijke plannen beoordeeld welke gevolgen dit heeft (Wbb): - Niet saneren Indien de verontreiniging voor het beoogde doel niet hoeft te worden gesaneerd kan het ruimtelijke plan voor wat betreft deze verontreiniging zonder meer doorgang vinden. - Saneren Indien de verontreiniging moet worden gesaneerd dient een saneringsplan te worden opgesteld en ingediend bij de Provincie Zuid-Holland. In sommige gevallen kan worden volstaan met het indienen van een BUS-melding (Besluit uniforme saneringen) bij de provincie. Na goedkeuring door de provincie kan de sanering doorgang vinden. Na afloop dient de sanering te worden geëvalueerd en ook dit verslag dient ter goedkeuring aan de provincie te worden voorgelegd. Tijdens de saneringsprocedure kan de ruimtelijke procedure worden voortgezet. Echter, een bouwvergunning kan pas worden verleend na goedkeuring van de provincie over het saneringsplan of melding. Een onderzoeks- en saneringstraject heeft soms grote financiële consequenties voor de beoogde plannen. Enerzijds omdat de kosten van sanering hoog kunnen zijn, anderzijds omdat deze trajecten van grote invloed kunnen zijn op de planning. In het kader van de Grondexploitatiewet dienen deze kosten tijdig in kaart te worden gebracht. Het is daarom aan te bevelen reeds in een vroeg stadium van planvorming (historisch-) bodemonderzoek voor het hele plangebied uit te voeren. Deze bodemonderzoeken zijn ook noodzakelijk bij de aanvraag van een bouwvergunning. Bij de realisatie van ruimtelijke plannen is vaak grondverzet noodzakelijk. Dit grondverzet is middels het Besluit bodemkwaliteit aan regels gebonden. De gemeente Gouda beschikt over een vastgestelde bodemkwaliteitskaart en bijbehorend grondstromenbeleid. Uitgangspunt is dat grondverzet niet mag leiden tot verslechtering van de bodemkwaliteit ter plaatse. Alle grondverzet dient te worden gemeld bij de Milieudienst Midden-Holland. pagina 23

28 Onderzoek Van het plangebied is met behulp van het Bodem Informatie Systeem (BIS) alle bij de Milieudienst bekende informatie verzameld over de onderwerpen: - Voormalige bedrijven (Bio-b); - Huidige bedrijven; - Tanks; - Dempingen (Bio-s); - Wbb-locaties; - Bodemonderzoeken; - BSB-deelname (Bodemsanering op in gebruik zijnde bedrijfsterreinen); - Toepassing grond (grondwerken); - Bodemkwaliteitskaart en grondstromenbeleid. Het onderzoek beperkt zich tot het plangebied en de ontwikkellocaties. Bij nader onderzoek ten behoeve van ontwikkelingen dienen, conform NEN 5725, ook omliggende percelen te worden betrokken. Het bestemmingsplan heeft een overwegend conserverend karakter. Het voert in het kader van dit conserverend bestemmingsplan te ver om alle bodeminformatie op te nemen en te beschouwen in verband met de hoeveelheid informatie en de grootte van het plangebied. In de bijlage van dit bestemmingsplan is het bodemonderzoek opgenomen. Hierin is beschreven voor welke ontwikkelingen nader onderzoek nodig is ten aanzien van de bodemkwaliteit Conclusie Het bestemmingsplan heeft een conserverend karakter. Het voert in het kader van dit conserverend bestemmingsplan te ver om alle bodeminformatie op te nemen en te beschouwen in verband met de hoeveelheid informatie en de grootte van het plangebied. De meest relevante informatie voor dit stadium is gerapporteerd. Ter plaatse van het toekomstig fietspad zal een historisch onderzoek plaats moeten vinden. Verder onderzoek is afhankelijk van de toekomstige ligging van het fietspad. Ter plaatse van het veenweidepark wordt niet in de bodem geroerd en deze ontwikkeling is daarmee niet relevant voor bodem. Eventueel grondverzet dient plaats te vinden conform het grondstromenbeleid en de bodemkwaliteitskaart van de gemeente Geluid Wettelijk kader Wet geluidhinder Bij het aspect geluid zijn verschillende bronnen van belang, namelijk industrielawaai, weg-, rail- en luchtverkeerslawaai en stiltegebieden. De regelgeving ten aanzien van geluidhinder is vastgelegd in de Wet geluidhinder (Wgh). De Wgh biedt een toetsingskader voor het geluidsniveau op de gevels van woningen. De wet kent een ondergrens, de zogenaamde voorkeursgrenswaarde. Wanneer de geluidbelasting lager is dan deze waarde, zijn de voorwaarden die de Wgh stelt aan het realiseren van geluidsgevoelige bestemmingen (zoals woningen) niet van toepassing. Daarnaast is er in de wet een bovengrens opgenomen, de maximaal toelaatbare geluidbelasting. Indien de geluidbelasting hoger is dan deze waarde, is het realiseren van geluidsgevoelige bestemmingen in principe niet mogelijk. Wanneer de geluidbelasting in de bandbreedte tussen de voorkeursgrenswaarde en de maximaal toelaatbare geluidbelasting ligt, is het realiseren van geluidsgevoelige bestemmingen aan beperkingen gebonden en alleen onder voorwaarden mogelijk. Dit wordt een 'hogere waarde' genoemd ('hoger' in de zin van hoger dan de voorkeursgrenswaarde) en wordt via een formele procedure vastgelegd. pagina 24

29 In de Wgh zijn situaties beschreven waarbij getoetst dient te worden aan de grenswaarden. Indien binnen de wettelijke zone van de nieuw wegen geluidgevoelige bestemmingen (woningen) zijn gelegen, dienen deze te worden getoetst aan de Wgh. Voor de nieuwe wegen is uitgegaan van een buitenstedelijke situatie met twee rijstroken. De zone langs deze wegen bedraagt 250 meter. Volgens artikel 110g van de Wgh mag de berekende geluidbelasting vanwege het wegverkeer worden gecorrigeerd in verband met de verwachting dat de motorvoertuigen in de toekomst stiller zullen worden. In artikel 3.6 van het Reken- en meetvoorschrift geluidhinder 2006 is de correctie van artikel 110g Wgh omschreven. Voor wegen waarop 70 km per uur of meer wordt gereden geldt een aftrek van 2 db. Voor wegen met een maximum snelheid lager dan 70 km per uur geldt een aftrek van 5 db. De voorkeursgrenswaarde van nieuwe wegen bedraagt 48 db op de woningen. De maximale grenswaarde bedraagt 53 db Onderzoek Wegverkeerslawaai Uit de resultaten van het onderzoek naar wegverkeerslawaai blijkt dat de geluidsbelasting ten gevolge van het wegverkeer voor een klein deel van het plangebied lager dan (of maximaal gelijk aan) de voorkeursgrenswaarde van 48 db is. In het overgrote deel van het plangebied treedt een overschrijding op van de voorkeursgrenswaarde. Zeker direct langs de provinciale wegen worden de maximale grenswaarden overschreden. In geval van eventuele andere ontwikkelingen in het plangebied, waarbij geluidsgevoelige objecten worden gerealiseerd, zal nader onderzoek moeten worden uitgevoerd naar de optredende geluidsbelasting. Goudseweg 64 Op deze locatie wordt een bestemmingswijziging mogelijk gemaakt van kantoor naar wonen (zie ook paragraaf 5.4.3). Omdat wonen een geluidsgevoelige functie is, is onderzoek gedaan naar de geluidsbelasting ter plekke. Hieruit is gebleken dat de geluidsbelasting als gevolg van het verkeer hoger is dan de voorkeurswaarde. Hiervoor zal een hogere waarde procedure worden gevolgd. Industrielawaai Geluid vanuit Unichema-Koudasfalt-Van Vlaardingen Uit de ligging van de 50 db(a) contour ten gevolge van industrielawaai afkomstig van het industrieterrein Unichema-Koudasfalt-Van Vlaardingen blijkt dat voor een groot deel van het plangebied rekening gehouden dient te worden met industrielawaai. Bij eventuele ontwikkelingen binnen dit aangegeven gebied dient nader onderzoek uitgevoerd te worden. In het bestemmingsplan is rondom het bedrijventerrein een aanduiding 'Geluidszone - industrie' opgenomen, waarmee akoestisch onderzoek benodigd is voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen in de toekomst. Op 13 september 2011 heeft het college van B&W een geluidreductieplan vastgesteld voor dit industrieterrein. Daarin is het voornemen benoemd om de geluidzone, voor zover deze in dit plangebied loopt, te verkleinen. Op dit moment geldt nog de op de plankaart opgenomen geluidzone. De in het geluidreductieplan voorgestelde nieuwe zone wordt geformaliseerd in een op te stellen facetbestemmingsplan Geluidzone industrieterrein Hollandsche IJssel. pagina 25

30 Figuur 16: Grens industrieterrein en 50 db(a) contour industrieterrein Unichema-Koudasfalt-Van Vlaardingen Geluid vanuit TenneT Voor de ligging van de 50 db(a) contour (exclusief toeslag tonaal karakter) van het industrieterrein Trafostation is rekening gehouden met de gewenste toekomstige ontwikkelingen van TenneT. Binnen de 50 db(a) contour ten gevolge van industrielawaai afkomstig van industrieterrein Trafostation zijn twee woningen gelegen gelegen aan de Provinciale weg west nummers 72 en 74.. Voor deze woningen zal een procedure hogere grenswaarde worden gevolgd. Tegelijk met het ontwerpbestemmingsplan zal een ontwerp-hogere waarde besluit ter inzage worden gelegd. In het bestemmingsplan is een aanduiding 'Geluidszone - industrie' rondom het TenneT-terrein opgenomen. De geluidscontour ligt gedeeltelijk op het grondgebied van de gemeente Vlist. De gemeente Vlist heeft de geluidszone opgenomen in het vastgestelde bestemmingsplan Buitengebied. Figuur 17: Grens industrieterrein en 50 db(a) contour industrieterrein Trafostation pagina 26

31 Cumulatieve geluidsbelasting Omdat het bestemmingsplangebied is gelegen binnen de zones van wegen, spoorwegen en industrieterreinen, is de cumulatieve geluidsbelasting berekend. In het overgrote deel van het plangebied is de milieukwaliteit wat betreft geluid redelijk. Alleen direct langs de provinciale wegen in het gebied is de milieukwaliteit, zoals verwacht mag worden langs drukke wegen, slecht Conclusie Het bestemmingplan is conserverend van aard, waarin geen geluidsgevoelige ontwikkelingen worden mogelijk gemaakt. Hierdoor zijn er geen gevolgen voor akoestiek binnen het plangebied. Wel wordt een aanduiding 'Geluidszone - industrie' opgenomen, waarmee nadelige akoestische gevolgen bij eventuele toekomstige ontwikkelingen worden uitgesloten Luchtkwaliteit Wettelijk kader Indien mensen met regelmaat luchtverontreinigende stoffen inademen kan dit leiden tot effecten op de lichamelijke gezondheid. Daarom moet bij ruimtelijke planvorming rekening worden gehouden met de effecten van de plannen op de luchtkwaliteit en de luchtkwaliteit ter plaatse. Titel 5.2 van de Wet milieubeheer (hierna te noemen: Wet luchtkwaliteit), het Besluit niet in betekenende mate en het Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen) stellen grenzen aan de concentraties van luchtverontreinigende stoffen. De meest kritische stoffen ten gevolge van het verkeer zijn stikstofdioxide (NO 2 ) en fijn stof (PM 10 ). De grenzen voor deze stoffen zijn opgenomen in Tabel VI. In 2011 moet aan de grenswaarden (jaargemiddelde en 24-uursgemiddelde concentratie) voor PM 10 worden voldaan. Voor NO 2 geldt dat vanaf 2015 moet worden voldaan aan de (jaargemiddelde en uurgemiddelde) grenswaarden. Tot deze grenswaarden gelden zijn minder strenge grenswaarden van kracht. stof jaargemiddelde uurgemiddelde 24-uursgemiddelde Opmerkingen NO 2 40 µg/m µg/m 3 n.v.t. Uurgemiddelde mag 18x per jaar worden overschreden PM µg/m 3 n.v.t. 50 µg/m 3 24-uursgemiddelde mag 35x per jaar worden overschreden Tabel 2: Grenswaarden Wet luchtkwaliteit De Wet luchtkwaliteit en het Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen) stellen dat ruimtelijke plannen doorgang kunnen vinden indien: 1. de luchtkwaliteit tengevolge van de plannen per saldo verbetert of ten minste gelijk blijft; 2. de plannen niet in betekenende mate (NIBM) bijdragen aan de concentratie van NO 2 en PM 10 in de buitenlucht. Vanaf het in werking treden van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit op 1 augustus 2009 wordt onder een NIBM bijdrage een bijdrage van minder dan 3% verstaan; 3. de plannen niet leiden tot het overschrijden van een grenswaarde; 4. gevoelige bestemmingen (waaronder scholen en zorginstellingen) niet binnen 300 meter van een rijksweg en 50 meter van een provinciale weg worden gerealiseerd (of indien binnen deze zones geen sprake is van een (dreigende) overschrijding). Het Besluit NIBM heeft een aantal NIBM-grenzen vastgesteld, waarvan met zekerheid kan worden gesteld dat de 3%-grens niet zal worden overschreden, te weten: - Woningbouw: 1500 woningen (netto) bij minimaal 1 ontsluitingsweg, en 3000 woningen bij minimaal 2 ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling. pagina 27

32 - Kantoorlocaties: m 2 bruto vloeroppervlakte bij minimaal 1 ontsluitingsweg, en m 2 bruto vloeroppervlakte bij minimaal 2 ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling. In alle overige gevallen of combinaties van bovenstaande grenzen zal middels een berekening moeten worden aangetoond of de bijdrage niet in betekenende mate is of dat de grenswaarden niet worden overschreden. Tevens is in het Besluit NIBM een anticumulatie bepaling opgenomen, die zegt dat de effecten van beoogde ontwikkelingen in de omgeving van het plangebied moeten worden meegenomen in de beoordeling van het betreffende plan. Hiermee wordt voorkomen dat verschillende NIBM-projecten samen toch in betekenende mate bijdragen aan verslechtering van de luchtkwaliteit Onderzoek De binnen het plangebied voorziene ontwikkelingen zijn het fietspad onder de ZWR en het veenweidepark Stolwijkersluis. Deze ontwikkelingen leiden niet tot een belangrijke verkeersaantrekkende werking. Voor het overige worden er alleen bestaande functies opnieuw vastgelegd. Dit plan heeft geen negatieve gevolgen voor de luchtkwaliteit. De ZWR is buiten beschouwing gebleven omdat die in een ander kader is onderzocht. Omdat in het veenweidepark extensieve recreatie mogelijk wordt gemaakt en er mensen gedurende een langere tijd kunnen verblijven is de luchtkwaliteit in dit gebied wel onderzocht. De concentraties van NO 2 en PM 10 zijn berekend voor 2010 op de locatie, gelegen langs de Zuidwestelijke Randweg en de Schoonhovenseweg. Andere wegen zijn niet meegenomen, aangezien deze wegen verder van de locatie zijn gelegen en een veel lagere verkeersintensiteit hebben. De grenswaarden voor stikstofdioxide in het gebied veenweidepark worden niet overschreden. De hoogst berekende jaargemiddelde concentratie bedraagt 40 µg/m3 in een klein gebied direct langs de Zuidwestelijke Randweg. De grenswaarde, waar overigens pas in 2015 aan hoeft te worden voldaan, wordt niet overschreden. De daggrenswaarde wordt met ten hoogste 20 dagen overschreden. De grenswaarde van 35 dagen wordt niet overschreden Conclusie De luchtkwaliteit in het veenweidepark te Gouda voldoet aan de grenswaarden. In het algemeen kan gesteld worden dat als in de huidige situatie aan de grenswaarden wordt voldaan, ook in toekomstige jaren wordt voldaan. Luchtkwaliteit vormt geen belemmering voor onderhavig bestemmingsplan. 4.2 Externe veiligheid Wettelijk kader Activiteiten met gevaarlijke stoffen leveren risico s op voor de omgeving. Door het stellen van eisen aan afstanden tussen de activiteiten met gevaarlijke stoffen en (beperkt) kwetsbare objecten (woningen, kantoren, scholen, enz.) worden de eventuele gevolgen van deze risico s zoveel mogelijk beperkt. Het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) vormt het wettelijk kader voor het omgaan met risico s ten gevolge van bedrijven (inrichtingen) met gevaarlijke stoffen. Het wettelijk kader voor de risico s ten gevolge van transport van gevaarlijke stoffen wordt gevormd door: 1. de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (RNVGS), het laatst gewijzigd op 1 januari 2010 en binnenkort te vervangen door het Besluit transportroutes externe veiligheid (Btev); pagina 28

33 2. de circulaire Zonering langs hogedruk aardgastransportleidingen (1984), die binnenkort vervangen zal worden door het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). Daarnaast is, voor zover van toepassing, gebruik gemaakt van gegevens uit het Basisnet Weg (definitief ontwerp 2009) en het Basisnet Water (definitief ontwerp 2008) waarin veiligheidsafstanden worden aangegeven op basis van uitgevoerde tellingen en waarbij rekening is gehouden met een te verwachten groeiscenario tot Een vergelijkbaar Basisnet spoor is nog in ontwikkeling. Plaatsgebonden risico (PR) Als 'harde' afstandseis voor externe veiligheid geldt een contour voor het plaatsgebonden risico (PR 10-6 ), die wordt aangegeven als een afstand ten opzichte van de activiteit met gevaarlijke stoffen (risicobron). Binnen deze PR 10-6 contour mogen geen (beperkt) kwetsbare objecten aanwezig zijn of worden geprojecteerd. Groepsrisico (GR) Afhankelijk van de aard van de risicobron is er sprake van een bepaald invloedsgebied. Binnen dit invloedsgebied moet worden onderzocht hoe groot de kans per jaar is dat een groep van ten minste 10 (zich binnen dit invloedsgebied bevindende) personen overlijdt ten gevolge van een ramp of zwaar ongeval met de betreffende risicobron. De uitkomst van dit onderzoek geeft de hoogte van het GR weer en wordt uitgedrukt in een curve, waarbij als norm voor het GR een oriënterende waarde is vastgesteld. De hoogte van het GR moet door middel van een bestuurlijke afweging worden verantwoord. Als binnen het invloedsgebied (beperkt) kwetsbare bestemmingen worden geprojecteerd, geldt ook voor de hiermee samenhangende toename van het GR een bestuurlijke verantwoordingsplicht. Bij het verantwoorden van het GR moeten de volgende aspecten worden betrokken en gemotiveerd: - Het aantal personen binnen het invloedsgebied; - De hoogte van het GR en een eventuele toename daarvan; - De mogelijkheden tot risicovermindering aan de risicobron; - De alternatieven voor het ruimtelijk plan; - De mogelijkheden om de omvang van een ramp of zwaar ongeval te beperken; - De mogelijkheden tot zelfredzaamheid van personen binnen het invloedsgebied. In verband hiermee moet de (regionale) brandweer in de gelegenheid worden gesteld om advies uit te brengen over het GR en de mogelijkheden tot voorbereiding van de bestrijding en beperking van de omvang van een ramp of zwaar ongeval Onderzoek Ter voorbereiding van het bestemmingsplan Stolwijkersluis is onderzocht of er risicobronnen binnen of nabij het plangebied zijn gelegen die hierop van invloed zijn. Mogelijke risicobronnen zijn inrichtingen, waar activiteiten met gevaarlijke stoffen plaatsvinden of transportmodaliteiten bestemd voor het vervoer van gevaarlijke stoffen, zoals (spoor-, vaar-)wegen en buisleidingen. Voor dit onderzoek is de 'Visie Externe Veiligheid ' van de gemeente Gouda gebruikt. Inrichtingen Ten noordwesten van het plangebied ligt op ongeveer 90 meter (kortste afstand) de inrichting Croda (voorheen Uniqema), waar gevaarlijke stoffen worden verwerkt en opgeslagen. De risicocontour PR 10-6 van deze inrichting ligt bijna geheel binnen de terreingrens van de inrichting. Een deel van de PR 10-6 contour ligt over de Hollandsche IJssel, maar reikt niet tot de overkant. Het plaatsgebonden risico vormt dus geen belemmeringen voor het plangebied. Het invloedsgebied, waarbinnen het groepsrisico moet worden verantwoord overlapt wel met het plangebied. Op dit moment is Croda nog bezig met een aanvraag voor een revisievergunning in het kader van de Wet milieubeheer (bevoegd gezag; Provincie Zuid- pagina 29

34 Holland). De verwachting van de provincie is dat de afstanden uit de Regeling Externe Veiligheid Inrichtingen (Revi) de bovengrens zullen vormen voor wat betreft de omvang van het invloedsgebied, zijnde 300 meter. Uit de laatste risicoanalyse (QRA) blijkt dat het groepsrisico een factor 10 onder de oriëntatiewaarde blijft. Aangezien het bestemmingsplan Stolwijkersluis overwegend conserverend is zal er geen sprake zijn van een toename van het aantal personen binnen het invloedsgebied. Ook extensieve recreatie in het veenweidepark zal slechts een geringe toename van het aantal personen tot gevolg hebben. Het groepsrisico door het plan Stolwijkersluis zal daarom niet toenemen. Op ongeveer 470 meter ten noordwesten van het plangebied is de ammoniak koelinstallatie van het bedrijf Compaxo gelegen. De risicocontour PR 10-6 van deze inrichting ligt op 35 meter, met een te verwaarlozen invloedsgebied. Deze ammoniak koelinstallatie vormt dus geen belemmering voor het plangebied. Transport over de weg Ten noorden van het plangebied en in het plangebied ligt de provinciale weg N207 (Schielandse Hoge Zeedijk, Nieuwe Veerstal, Goejanverwelledijk, Schoonhovenseweg). Over deze weg vindt transport van gevaarlijke stoffen plaats. Op basis van tellingen transporten gevaarlijke stoffen in 2008 zijn het plaatsgebonden risico en het groepsrisico berekend. Hieruit blijkt dat deze weg geen PR 10-6 contour heeft. Het groepsrisico ligt voor een gedeelte van deze weg lager dan 0,1 maal de oriëntatiewaarde. Ter hoogte van het verkeersplein Stolwijkersluis ligt het groepsrisico tussen de 0,1 en 1 maal de oriëntatiewaarde. Met de aanleg van de zuidwestelijke randweg wordt de N207 omgeleid buiten de bebouwde kom van Gouda en vervalt de functie van de N207 tussen Sluiseiland (met uitzondering van transporten ten behoeve Croda) en de nieuwe aansluiting van de N207 op de Schoonhovenseweg. De ingebruikname van de randweg is voorzien uiterlijk maart De aanleg van de ZWR is dus een verbetering voor wat betreft externe veiligheid in het plangebied. Ter hoogte van het verkeersplein Stolwijkersluis zal er vrijwel geen sprake meer zijn van een groepsrisico (nu tussen 0,1 en 1 maal de oriëntatiewaarde). Transport over het spoor De kortste afstand van het plangebied tot de spoorlijn Rotterdam-Utrecht is ongeveer 900 meter. Over deze spoorlijn vindt transport van gevaarlijke stoffen plaats. De PR 10-6 contour ligt op maximaal 12 meter uit het spoor (vanuit het midden van het spoor gemeten). In de Visie Externe Veiligheid Gouda is aangegeven dat voor een plan op deze afstand van het spoor (meer dan 200 meter) alleen het toxisch scenario een rol speelt. Gezien de afstand van de planlocatie tot het spoor en de aard van de beoogde ontwikkeling zal er geen significante toename van het groepsrisico plaatsvinden. Transport over het water Aan de noordkant van het plangebied is de rivier de Hollandsche IJssel gelegen. Het gedeelte van de Hollandsche IJssel ter hoogte van het plangebied is niet opgenomen in het definitief ontwerp Basisnet Water. Dit betekent dat er hoogstens brandbare vloeistoffen worden vervoerd in bunkerschepen tot 300 ton. Voor de ruimtelijke ordening zijn er derhalve geen beperkingen wat betreft externe veiligheid. Transport per buisleiding Binnen of in de nabijheid van het plangebied bevinden zich geen buisleidingen die in het kader van externe veiligheid relevant zijn voor het plangebied. Advies Binnen of in de directe nabijheid van het plangebied zijn geen (vaar-)wegen, of buisleidingen gelegen die in het kader van externe veiligheid een beperking vormen voor pagina 30

35 de voorgenomen ontwikkeling van het plangebied. Relevante risicobronnen zijn de spoorlijn Rotterdam Utrecht, gelegen op ongeveer 900 meter ten noorden van het plangebied en het bedrijf Croda gelegen aan de overzijde van de Hollandsche IJssel. Voor zowel het spoor als Croda is blootstelling aan een toxisch gas het maatgevend scenario. In het kader van de verantwoordingsplicht voor het groepsrisico wordt verwezen naar paragraaf 6.2 van de 'Visie Externe Veiligheid ' van de gemeente Gouda. De enige maatregel die hierin is opgenomen voor eventuele ontwikkelingen in het plangebied betreft het voorzien van een afsluitbare luchtbehandelinginstallatie bij nieuwe gebouwen, zodat toxisch gas na afsluiting niet naar binnen kan worden gezogen Conclusie Het aspect externe veiligheid heeft geen consequenties voor het bestemmingsplan. 4.3 Water Algemeen Bij ruimtelijke ontwikkelingen geldt vanaf 1 november 2003 de wettelijke verplichting van een watertoets. De watertoets is één van de pijlers van het Waterbeleid voor de 21 e eeuw, waarin aan water een medesturende rol in de ruimtelijke ordening is toegekend. Met de watertoets wordt beoogd waterbeheerders vroegtijdig in het ruimtelijke ordeningsproces te betrekken. De watertoets betreft het hele proces van informeren, adviseren, afwegen en beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten. Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard Het beheersgebied van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) strekt zich uit tussen Rotterdam, Schoonhoven en Zoetermeer. Binnen dit gebied zorgt het HHSK voor de kwaliteit van het oppervlaktewater, het waterpeil en de waterkeringen. Daarnaast beheert het HHSK een aantal wegen in de Krimpenerwaard. Voor de kwaliteit van het oppervlaktewater, voert het HHSK zijn taak uit door onder andere het afvalwater van huishoudens en bedrijven te zuiveren. Andere activiteiten zijn het baggeren van watergangen en het zodanig inrichten van watergangen dat dit ten goede komt aan de waterkwaliteit. Tevens zorgt het HHSK voor het waterpeil in de sloten en plassen in het beheersgebied. Met het systeem van watergangen, boezems, stuwen, gemalen en inlaten wordt het water afgevoerd in natte perioden en aangevoerd in droge perioden. Het te hanteren waterpeil wordt zoveel mogelijk aangepast aan het gebruik van de grond. Zo is bijvoorbeeld in een stadsomgeving een ander waterpeil nodig, dan in een agrarische omgeving. Ten oosten van de Hollandsche IJssel (in de Krimpenerwaard) wordt het water direct vanuit de polder naar de rivier gepompt. Het beheersgebied van HHSK ligt beneden NAP. Zonder waterkeringen zou dit gebied dus onder water staan. Onder andere door middel van de Keur zorgt het HHSK ervoor dat de waterkeringen in het beheersgebied op hoogte zijn en stabiel blijven. In het Waterkeringenbeheerplan zijn alle activiteiten vastgelegd, die het hoogheemraadschap verricht om de waterkeringen goed te laten functioneren. Volgens dit Waterkeringenbeheerplan is de waterkering langs de Hollandsche IJssel een primaire waterkering (categorie c). Rijkswaterstaat Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor het hoofdvaarwegennet in Nederland en ook voor de Hollandsche IJssel. Van toepassing zijn onder ander de Kaderrichtlijn Water en het Binnenvaartpolitiereglement. De Waaiersluis in het plangebied wordt beheerd door Rijkswaterstaat. De Waaiersluis voorziet tevens in een oversteek voor voetgangers over de Hollandsche IJssel. pagina 31

36 Watertoets In het kader van de watertoets dient overleg plaats te vinden met de waterbeheerders. Dit zijn het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard en Rijkswaterstaat. In het kader van het vooroverleg ex artikel Bro is het projectbesluit van de fietsverbinding ter beoordeling aan het hoogheemraadschap voorgelegd en heeft deze daarin positief geadviseerd. Voor onderhavig bestemmingsplan dient nog overleg plaats te vinden, met beide waterbeheerders. De resultaten van dit overleg worden opgenomen in het vervolg van het bestemmingsplan Toekomstige situatie Waterberging Onderhavig bestemmingsplan voorziet in de realisatie van het Veenweidepark. Het overige deel van het plangebied heeft een conserverend karakter en maakt derhalve geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Het percentage verhard oppervlak neemt niet toe, waardoor geen compenserende maatregelen nodig zijn. De ontwikkeling van het Veenweidepark maakt geen nieuwe verhardingen mogelijk. In paragraaf 5.4 wordt het beoogde Veenweidepark nader toegelicht. In 2010 is een projectbesluit opgesteld voor de realisatie van een fietspad en een onderdoorgang hiervan onder de ZWR. In het kader van dit projectbesluit is een watertoets doorlopen waarbij het hoogheemraadschap advies heeft gegeven. Bij de ontwikkeling van de fietsverbinding en -tunnel wordt het verhard oppervlak gecompenseerd in het overschot wat nog resteert van de aanleg van de ZWR. Daarnaast wordt een extra sloot gegraven waarmee ruimschoots compensatiewater aanwezig is. Dit projectbesluit is opgenomen in onderhavig bestemmingsplan. Vergunningen Voor het plangebied is de Keur van het hoogheemraadschap van toepassing. Voor het graven en dempen van watergangen en eventuele overige werkzaamheden aan en langs watergangen dient een watervergunning te worden aangevraagd. Dit is met name van belang voor de te graven aansluitpunten van het fietspad op de tunnel en de fietstunnel zelf. De afstemming met het hoogheemraadschap over de fietstunnel met aansluitpunten heeft evenwel reeds plaatsgevonden in het kader van het inpassingsplan N207/ZWR. Voor het wateraspect van het projectbesluit is tevens van belang dat de hoofdwatergang langs de geplande N207/ZWR ter hoogte van de fietstunnel wordt omgeleid. Hiervoor wordt aan beide zijden van de N207/ZWR een brug in het fietspad aangelegd. Voor deze bruggen en de te vergraven hoofdwatergangen wordt te zijner tijd een vergunning aangevraagd. Waterkering In het plangebied komt één waterkering voor, deze loopt over de Gouderaksedijk en Provincialeweg West. Deze waterkering beschermd het achterland van de Krimpenerwaard tegen het hoge water van de Hollandsche IJssel en is in beheer bij het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) en het dagelijks onderhoud is een taak van de gemeente. Voor deze waterkering is in het bestemmingsplan een juridisch-planologische bescherming opgenomen. Op deze gronden kunnen uitsluitend bouwweren worden opgericht indien de belangen van de waterkering dit gedogen en de beheerder van de waterkeringswerken is gehoord. Hierbij wordt verwezen naar het beleid van het hoogheemraadschap. Waterkwantiteit Het onderhavige plan heeft geen nadelige invloed op de waterkwaliteit van het gebied. pagina 32

37 4.3.3 Conclusie Met onderhavig bestemmingsplan worden geen nieuwe bouwmogelijkheden gerealiseerd (het veenweidepark kent geen bouwmogelijkheden). Er vindt derhalve geen toename van het verhard oppervlak plaats en hoeft daarom geen extra oppervlaktewater te worden aangelegd. Het bestemmingsplan is in het kader van het vooroverleg voorgelegd aan het HHSK, het Hoogheemraadschap van Rijnland en aan Rijkswaterstaat voor een wateradvies. Op 11 mei 2011 is een reactie ontvangen van het Hoogheemraadschap van Rijnland, op 17 mei 2011 van het HHSK en op 19 mei 2011 van de VROM-inspectie. In de drie reacties zijn enkele aandachtspunten opgenomen, welke in voorliggend bestemmingsplan zijn verwerkt. De waterbeheerders hebben, na verwerking van de aandachtspunten, geen bezwaar tegen de uitvoering van het bestemmingsplan. Het aspect water vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van het onderhavig plan. 4.5 Flora en fauna Wettelijk kader Flora- en Faunawet Per 1 april 2002 is de Flora- en faunawet (FF-wet) van kracht geworden. De FF-wet voorziet in de bescherming van planten- en diersoorten binnen en buiten beschermde natuurgebieden. De beschermde plantensoorten mogen niet vernietigd of beschadigd worden. De beschermde diersoorten mogen niet gedood, verwond of opzettelijk verontrust worden. Daarnaast mogen hun nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfsplaatsen niet beschadigd, vernield, uitgehaald, weggenomen of verstoord worden en ook mogen hun eieren niet vernietigd of vernield worden. Als dit wel gebeurt tijdens het uitvoeren van nieuwbouwplannen en het door aanpassing van de plannen niet te voorkomen is, zal in een aantal gevallen een ontheffing aangevraagd moeten worden en dienen mitigerende en compenserende maatregelen getroffen te worden. In bepaalde situaties kan met een goedgekeurde gedragscode gewerkt worden. Een onderzoek naar de aanwezige flora en fauna is dan ook altijd noodzakelijk voor het uitvoeren van ruimtelijke inrichtings- of ontwikkelingsmaatregelen. Daarnaast geldt voor alle planten- en diersoorten de zorgplicht uit artikel 2 van de Flora en faunawet. Deze bepaalt dat een ieder die weet dat zijn of haar handelen nadelige gevolgen voor flora of fauna veroorzaakt, verplicht is om maatregelen te nemen (voor zover redelijkerwijs kan worden gevraagd) die deze negatieve gevolgen zoveel mogelijk voorkomen, beperken of ongedaan maken. De zorgplicht kan gezien worden als algemene fatsoenseis die voor iedereen geldt. Natuurbeschermingswet 1998 De bescherming van Vogelrichtlijn- en Habitatrichtlijngebieden is geregeld in de Natuurbeschermingswet 1998 (NB-wet). Deze gebieden worden Natura 2000 gebieden genoemd. Tevens regelt het de bescherming van beschermde Natuurmonumenten Onderzoek Bij een nieuw bestemmingsplan dient verkend te worden of er eventuele gevolgen zijn voor beschermde natuurwaarden. Onderzocht moet worden of: - overtreding van de verbodsbepalingen voor beschermde soorten plaatsvindt (toetsing Flora en faunawet (FF-wet, maar ook Provinciaal compensatiebeleid met betrekking tot biotopen van Rode Lijst soorten); - mogelijke significante gevolgen zijn voor beschermde gebieden (toetsing NB-wet); - wezenlijke waarden en kenmerken voor Ecologische Hoofdstructuur-gebieden aangetast worden (toepassen afwegingskader SGR). Voor het plangebied Stolwijkersluis is een quickscan uitgevoerd om bestaande natuurwaarden globaal in beeld te brengen. Hierbij is met name gebruik gemaakt van onderzoek dat reeds is uitgevoerd in en rond het plangebied. Indien van toepassing wordt aangegeven of aanvullend veldonderzoek noodzakelijk is. pagina 33

38 Voor deze quickscan is gebruik gemaakt van de reeds bestaande informatie uit de rapportage Bepaling compensatieopgave natuur N207 Zuidwestelijke Randweg Gouda, uitgevoerd door Bureau Waardenburg bv te Culemborg in Daarnaast is gekeken naar bestaande gegevens via het Natuurloket. Het Natuurloket geeft weer of in de betreffende uurhokken tijdens eerdere inventarisaties beschermde planten- en diersoorten aangetroffen zijn. Deze gegevens dienen slechts als globale indicatie. Naast het raadplegen van het Natuurloket zijn diverse internetsites, relevante artikelen en verspreidingskaarten (o.a. RAVON) geraadpleegd, waaruit opgemaakt kan worden of bepaalde soorten al dan niet in de omgeving van het plangebied voorkomen. Resultaten Gebiedsgericht beleid/ehs Uit de bureaustudie blijkt dat het plangebied tegen EHS-gebieden aan ligt, te weten de Polder Veerstalblok en Het Beijersche. Een deel van dit laatst genoemde EHS-gebied ligt ook binnen de begrenzing van het plangebied. Het dichtstbijzijnde Natura 2000 gebied is Broekvelden-Vettenbroek & Polder Stein. Eventuele werkzaamheden binnen het plangebied hebben geen invloed op dit Natura 2000 gebied. Figuur 18: EHS in en rondom het plangebied (bron: Verordening Ruimte, provincie Zuid-Holland) Flora Naast de algemeen voorkomende plantensoorten, zoals onder andere Engels gaaigras, Scherpe boterbloem en Akkerdistel, komen er in en rond het plangebied vele beschermde plantensoorten voor, waaronder Valse kamille, Tongvaren, Spaanse ruiter, Grote kaardenbol, Aardaker, Waterdrieblad en Kleine maagdenpalm. In het plangebied Stolwijkersluis zijn met name Gewone dotterbloem, Zwanenbloem, Krabbenscheer en Elzenmos te verwachten. Gewone dotterbloem en Zwanenbloem zijn algemeen beschermde soorten van tabel 1 van de Flora en faunawet. Krabbenscheer komt voor op de Rode lijst en heeft de status gevoelig. Fauna Vogels Het plangebied is zeer aantrekkelijk voor verschillende weidevogelsoorten, waaronder Grutto, Kievit, Scholekster en Tureluur. Ook Slobeend, Bergeend en Krakeend komen voor binnen het plangebied. Deze vogelsoorten komen hier ook tot broeden. Daarnaast werden er in het rond het plangebied ook andere vogelsoorten aangetroffen, zoals Spotvogel, Kleine karekiet en Huismus. In de wintermaanden is de polder Veerstalblok belangrijk voor overwinterende vogels, waaronder Smient, Meerkoet en Kokmeeuw. Omdat er verscheidende weilanden in de winter onder water staan trekken deze ook pagina 34

39 verschillende vogels aan, waaronder Grutto, Tureluur, Kemphaan, Bonte strandloper, Zomertaling en Wintertaling. Alle vogels zijn beschermd in het kader van de Flora- en faunawet. Soorten die voorkomen op de Rode lijst, zijn Grutto (status gevoelig ), Spotvogel (status gevoelig ), Huismus (status gevoelig ), Tureluur (status gevoelig ), Kemphaan (status ernstig bedreigd ), Zomertaling (status kwetsbaar ) en Wintertaling (status kwetsbaar ). Van een aantal vogelsoorten zoals de Huismus, zijn de nesten jaarrond beschermd. Binnen het plangebied is niet bekend of er nesten aanwezig zijn van vogels die jaarrond beschermd zijn. Het is echter niet geheel uit te sluiten. Zoogdieren Het is bekend dat met name algemeen beschermde zoogdieren (FF-wet tabel 1) gebruik maken van het plangebied, waaronder Haas, Mol, Huispitsmuis, Veldmuis, Aardmuis, Bosmuis, Bosspitsmuis, Bunzing, Wezel en Hermelijn. Het is mogelijk dat de streng beschermde Waterspitsmuis (FF-wet tabel 3) voorkomt in het plangebied. In en rond het plangebied komen verschillende streng beschermde vleermuissoorten voor, zoals Gewone dwergvleermuis, Laatvlieger en Meervleermuis (FF-wet tabel 3, Habitatrichtlijn bijlage IV). Van de Meervleermuis is bekend dat deze in het westen van Gouda een belangrijke kolonieplaats heeft en de Hollandsche IJssel gebruikt als migratieroute. Binnen het plangebied komen verschillende soorten bebouwing voor, waaronder woonhuizen, schuren en bedrijfspanden. Deze gebouwen kunnen een geschikte rust- en verblijfplaats bieden voor de verschillende vleermuizen. Amfibieën De verwachting is dat de Groene- en Bruine kikker, Gewone pad en Kleine watersalamander voorkomen binnen het plangebied. Uit de bureaustudie blijkt dat de Rugstreeppad (FF-wet tabel 3, Habitatrichtlijn bijlage IV, Rode lijst status gevoelig ) voorkomt in en rond het plangebied. De soort is in 2003 waargenomen ten oosten van de waterzuivering. De verwachting is dat de Rugstreeppad dus gebruik maakt van het plangebied als voortplantings- en overwinteringsgebied. Vissen Uit de bureaustudie blijkt dat de Kleine modderkruiper (FF-wet tabel 2) en de Bittervoorn (FF-wet tabel 3 en Rode lijst status Kwetsbaar) voorkomen. Tijdens het onderzoek van Bureau Waardenburg zijn ook Paling, Vetje en Kroeskarper aangetroffen. Vetje en Kroeskarper zijn soorten van de Rode lijst met de status kwetsbaar. Reptielen Het is bekend dat in een deel van de Krimpenerwaard de Ringslang (FF-wet tabel 3, Rode lijst status 'kwetsbaar') voorkomt. Een belangrijk deel van het verspreidingsgebied ligt langs de Hollandsche IJssel. Ongewervelden Uit bureauonderzoek blijkt dat de streng beschermde libellensoort Groene glazenmaker voorkomt binnen het plangebied. De Groene glazenmaker is voor de voortplanting afhankelijk van Krabbenscheer, waar deze soort zijn eieren op afzet. Daarnaast is bekend dat in enkele sloten de waterslak Platte schijfhoren (Ff-wet tabel 3, Habitatrichtlijn bijlage IV) voorkomt Conclusie Het plangebied ligt tegen EHS-gebieden aan. Een deel van Het Beijersche ligt zelfs binnen de begrenzing van het plangebied. Eventuele werkzaamheden binnen het plangebied hebben geen invloed op het Natura 2000 gebied Broekvelden-Vettenbroek en Polder Stein. pagina 35

40 Omdat het een conserverend bestemmingsplan betreft en er geen strijdigheden met de Flora- en Faunawet zijn te verwachten vormt ecologie geen belemmering voor het plan. 4.6 Bedrijven en milieuzonering Wettelijk kader Bedrijvigheid is een milieubelastende activiteit. Tengevolge van aanwezige bedrijvigheid kan mogelijk hinder voor de omgeving optreden met betrekking tot de milieuaspecten geluid, geur, stof en gevaar. Nieuwe situaties, waarin milieubelastende activiteiten en milieugevoelige functies met elkaar worden gecombineerd, moeten worden beoordeeld op mogelijke hindersituaties. Daarbij wordt getoetst aan de Wet milieubeheer, Algemene Maatregelen van Bestuur onder de Wet milieubeheer en de brochure Bedrijven en Milieuzonering (VNG, 2009). Bedrijven en Milieuzonering geeft richtafstanden per categorie en per type bedrijvigheid aan. Binnen deze richtafstanden is bij een gemiddelde bedrijfsvoering hinder van het bedrijf te verwachten. De te beoordelen situaties zijn te herleiden tot drie groepen en bijbehorende aanpak, te weten: - Nieuwe milieugevoelige functies nabij bestaande bedrijven; In deze situatie dient primair te worden beoordeeld of hinder te verwachten is van de specifieke bestaande bedrijven. Deze beoordeling is met name gebaseerd op de Wet Milieubeheer en bijbehorende AMvB s. Daarnaast zal moeten worden meegewogen of ter plaatse van de nieuwe milieugevoelige functies bij eventuele vestiging van een nieuw bedrijf op het bestaande bedrijfsperceel een probleemsituatie ontstaat. Deze afweging vindt met name plaats op basis van Bedrijven en Milieuzonering. - Nieuwe bedrijfsbestemmingen nabij bestaande milieugevoelige functies; In deze situatie is de bedrijfscategorie zoals deze wordt opgenomen in het bestemmingsplan leidend. Afhankelijk van deze categorie zal tenminste een afstand van bv. 10 meter (cat. 1), 30 meter (cat. 2), 50 meter (cat. 3.1) tussen de gevoelige functies en belastende activiteiten moeten worden gerespecteerd. In het geval de bestemmingswijziging wordt gerealiseerd ten bate van de vestiging van een specifiek bedrijf, kunnen de omstandigheden van dit bedrijf worden meegewogen. In elk geval dient tenminste aan de Wet milieubeheer te worden voldaan. - Nieuwe milieugevoelige functies nabij nieuwe bedrijfsbestemmingen; In dit geval is de bedrijfscategorie zoals deze wordt opgenomen in het bestemmingsplan leidend. Afhankelijk van deze categorie zal tenminste een afstand van bv. 10 meter (cat. 1), 30 meter (cat. 2), 50 meter (cat. 3.1) tussen de gevoelige en belastende bestemmingen moeten worden gerespecteerd. De richtafstanden in Bedrijven en Milieuzonering gelden ten opzichte van een milieugevoelige functie, zoals bijvoorbeeld bedoeld met de omgevingstypen rustige woonwijk of rustig buitengebied. In het geval de milieugevoelige functies zijn gelokaliseerd in omgevingstype gemengd gebied kan een afwijkende systematiek worden toegepast, die meer ruimte biedt aan bedrijven. Dit omgevingstype en bijbehorende systematiek zullen dan wel in het bestemmingsplan moeten worden vastgelegd Onderzoek Met behulp van het inrichtingenbestand van de Milieudienst is geïnventariseerd welke bedrijven in het plangebied zijn gevestigd. Voor deze bedrijven zijn voor zover mogelijk de milieuzones bepaald op basis van Bedrijven en Milieuzonering en gegevens uit milieuvergunningen en AMvB s. Vervolgens is geïnventariseerd waar mogelijk hindersituaties optreden. pagina 36

41 Binnen het plangebied In onderstaande tabel zijn de bestaande bedrijven in het plangebied weergegeven. Locatie Naam Bedrijfsactiviteiten SBI Gouderakse Tiendweg 20 Gouderaksedijk 125 V.T.V. Groenakker Hoogheemraadschap van Rijnland HH Schieland en Krimpenerwaard TenneT Esso Selfservice J.J. Hoekstra Bouwbedrijf B. Lubbers Promen Holding B.V. volkstuinen met kantine Rioolwaterzuiveringsinrichting Poldergemaal (molen) Provincialeweg West 64 Provincialeweg West 70 Schoonhovenseweg 2 Zuider IJsseldijk 8 Zuider IJsseldijk Cat Richtafstand (m) Schakel- en trafostation Tankstation zonder LPG Timmerbedrijf Sociale werkvoorziening Tabel 3 Bedrijfslocaties in het plangebied De rioolwaterzuiveringsinrichting van het Hoogheemraadschap van Rijnland wordt later in dit hoofdstuk behandeld. Het schakel- en trafostation van TenneT heeft een hoge richtafstand vanwege geluid. Ander milieuaspecten zijn bij dit bedrijf planologisch niet relevant. De overige bedrijven uit de tabel geven geen aanleiding voor een nadere beschouwing. De regionale ambulancedienst zal worden gevestigd op de locatie Zuider IJsseldijk 46 (Promen). Zie ook paragraaf Figuur 19: Geurzones van bedrijven in de nabijheid van het plangebied Buiten het plangebied Uit de inventarisatie van bedrijven buiten het plangebied is gebleken dat de bedrijven Croda en Koudasfalt op een gezoneerd industrieterrein zijn gelegen. Voor het aspect geluid wordt derhalve verwezen naar hoofdstuk 3. Geluid afkomstig van andere bedrijven buiten het plangebied is in dit kader niet relevant. Ook mogelijke stofhinder of gevaar van bedrijven buiten het plangebied is niet gebleken. Daarentegen zijn er een aantal bedrijven die geurhinder binnen het plangebied kunnen veroorzaken. Van deze bedrijven pagina 37

42 ligt alleen de rioolwaterzuiveringsinrichting van het Hoogheemraadschap van Rijnland in het plangebied. De ander bedrijven liggen daar net buiten. In figuur 15 zijn de geurzones van de relevant bedrijven weergegeven. Deze geurzones zijn indicatief en kunnen niet worden overgenomen op een bestemmingsplankaart. De vergunde geurzones (voor zover aanwezig) van deze bedrijven hebben geen gevolgen voor het conserverend bestemmingsplan. Wanneer er binnen het plangebied op termijn de mogelijkheid wordt onderzocht om woningen te ontwikkelen, kan deze figuur als eerste indicatie gebruikt worden. De nummers in de figuur verwijzen naar de bedrijven die hieronder worden behandeld Conclusie De bestaande bedrijven in en buiten het plangebied hebben in het algemeen geen invloed op het conserverende bestemmingsplan. De concentratie aan geurhinderlijke bedrijven aan de westkant van het plangebied duidt erop dat ter plaatse een hoge geurbelasting aanwezig is. Het beperkte aantal bij de Milieudienst geregistreerde stankklachten wijst niet op een overbelaste situatie. Uit het onderzoek is gebleken dat er overwegend categorie 1 en 2 bedrijven bevinden in het plangebied. Er zijn 2 bedrijven met categorie 3.1 of hoger in het plangebied aanwezig, waarmee rekening moet worden gehouden wanneer binnen de milieuzones van deze bedrijven planologische ontwikkelingen zullen gaan plaatsvinden. Ten noorden van het plangebied zijn ook bedrijven gelegen waarmee rekening moet worden gehouden. Voor deze bedrijven is een dubbelbestemming 'geluidzone - industrie' opgenomen. pagina 38

43 5. Planbeschrijving 5.1 Inleiding Het bestemmingsplan Stolwijkersluis is grotendeels conserverend van karakter. Alleen de aanleg van de fietstunnel conform het projectbesluit en de realisatie van het veenweidepark vormen een ontwikkeling in het bestemmingsplan. In de hierna volgende tekst worden beide ontwikkelingen beschreven. De juridische vertaling van het plan wordt in hoofdstuk 6 uiteengezet. 5.2 Doelstelling van het plan Het bestemmingsplan Stolwijkersluis heeft als hoofddoel de bestaande planologische situatie te bestemmen en hiervoor een actuele, digitaal raadpleegbare regeling te treffen. Als algemene doelstelling voor het plangebied geldt dat zoveel mogelijk moet worden aangesloten op de vigerende bestemmingsplanregeling, de bestaande situatie en het geformuleerde beleid. Met het bestemmingsplan wordt ook de ontwikkeling van het Veenweidepark mogelijk gemaakt. 5.3 Beheer Ruimtelijke structuur Zoals beschreven in hoofdstuk 2 kan het plangebied worden opgesplitst in twee karakteristieke landschappen. Het gebied ten zuiden van de Gouderaksedijk en de Provincialeweg West (N228) en het gebied ten noorden van deze wegen. Het zuidelijke gebied valt binnen een ontginningslandschap. Dit is herkenbaar aan de oude bebouwing aan de dijken, met daarachter de lange (laag gelegen) linten waar het vee kan grazen. Op deze locatie wordt in de toekomst het veenweidepark gerealiseerd. Het tweede karakteristieke landschap is gelegen in het noordelijke gebied, aan en om de Hollandsche IJssel. De woningen en bedrijven hier hebben een band met de rivier, wat resulteert in een duidelijke verschijningsvorm. Zo zijn de woningen op een hoog punt gesitueerd om wateroverlast te voorkomen en hebben deze veelal uitzicht op de Hollandsche IJssel Functionele structuur Wonen In onderhavig bestemmingsplan is onderscheid gemaakt in twee verschillende vormen van wonen. De basis van beide woongebieden is hetzelfde, namelijk een bouwvlak achter de voorgevelrooilijn waar in mag worden gebouwd. Het deel van het perceel vóór de voorgevelrooilijn heeft een 'Tuin' bestemming. Hiermee wordt voorkomen dat woningen dichterbij de weg kunnen worden gebouwd dan in de huidige situatie. In de paragraaf over de erfbebouwingsregeling is dit onderscheid in woonvormen ook gemaakt. Bedrijvigheid In het plangebied zijn de bedrijven direct bestemd, waarbij een verschil is tussen de toegestane bedrijven. In het bestemmingsplan is onderscheid gemaakt tussen de vestiging van wel en niet-geluidsgezoneerde bedrijven. pagina 39

44 Recreatie Het plangebied kent één recreatiegebied, namelijk het volkstuinencomplex aan de Gouderakse Tiendweg. Dit complex was in het vigerende bestemmingsplan niet mogelijk, waardoor voor de nieuwvestiging hiervan is een vrijstelling doorlopen. Maatschappelijk De Haastrechtse molen en de Waaiersluis zijn bijzondere voorzieningen in het gebied en hebben de bestemming Maatschappelijk gekregen. Binnen het plangebied zijn nabij de Stolwijkersluis gronden gelegen welke in eigendom zijn van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. Deze gronden hebben een (indirecte) waarde in de instandhouding van de waterhuishouding in het peilgebied. Door deze gronden een maatschappelijke bestemming te geven waarin alle voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding en waterkering mogelijk zijn kan het hoogheemraadschap hier in de toekomst een passende invulling aan geven, zonder dat het bestemmingsplan dit in de weg staat Verkeersstructuur Binnen het plangebied van onderhavig bestemmingsplan zijn de volgende wegen gelegen: Provincialeweg West (N228); Gouderaksedijk; Schoonhovenseweg (N207); Goudseweg; Zuider IJsseldijk. Al deze wegen hebben dezelfde bestemming 'Verkeer' gekregen. De genoemde wijze van bestemmen betekent geen wijziging van de bestaande verkeersstructuur. Tussen de rotonde en de Hollandsche IJssel wordt een extra aansluiting ten behoeve van de nieuwe ambulancepost in het plan opgenomen. Verder worden geen ontwikkelingen in het plan mogelijk gemaakt binnen de bestaande verkeersstructuur. De Zuidwestelijke Randweg is reeds mogelijk gemaakt door het provinciale inpassingsplan Groenstructuur De openbare gebieden met een groen karakter zijn opgenomen binnen de bestemming 'Groen'. Verder geldt voor grote delen van het gebied de bestemming Agrarisch. Ook deze bestemming draagt bij aan het in stand houden van het groene karakter van het gebied. Het beoogde Veenweidepark is aangegeven met de bestemming Waarde- Natuur Cultuurhistorie Cultuurhistorie In het plangebied is een aantal Rijks- en gemeentelijke monumenten aanwezig. Deze monumenten worden beschermd door middel van het voorliggende bestemmingsplan. Voor deze monumenten is een dubbelbestemming 'Waarde - Cultuurhistorie' opgenomen waarin wordt verwezen naar de gemeentelijke monumentenverordening. Molenbiotoop In het plangebied is één molen gelegen, de Haastrechtse molen. Daarnaast is in het plangebied eveneens de molenbiotoop gelegen van de molen 't Slot welke buiten het plan is gelegen. Ter bescherming van de windvang en zicht op de molen is hiervoor een 'vrijwaringszone - molenbiotoop' opgenomen. Op het perceel ten zuiden en ten westen van de Haastrechtse molen is een nadere regel opgenomen om te voorkomen dat daar hogere beplanting kan worden geplaatst waardoor het zicht op de molen van de Provincialeweg West wordt geborgd. pagina 40

45 Archeologie Gouda heeft een eigen archeologische waardenkaart. Hierop wordt een deel van het plangebied aangeduid met drie verschillende waarden, namelijk Lage verwachting, Hoge verwachting vanaf 2,0 m - mv, Hoge verwachting vanaf 0,5 m - mv en Hoogwaardige locatie. Voor het bestemmingsplan heeft dit tot gevolg dat de gebieden met een hoge verwachting en de hoogwaardige locatie Veerstal de dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie' hebben gekregen. Indien op deze gronden een omgevingsvergunning voor het bouwen wordt ingediend, dient de aanvrager te beschikken over een archeologievergunning voor de bodemverstorende activiteiten Vertaling van de welstandsnota In de welstandsnota is aangegeven dat de regeling in het bestemmingsplan moet aansluiten op de regelingen in de welstandsnota. Het onderhavig bestemmingsplan is conserverend van aard. In de regels is aangesloten bij de standaard van de gemeente Gouda en de bestaande situatie Regeling erfbebouwing Binnen de in de gemeente vigerende bestemmingsplannen zijn verschillende regelingen opgenomen. Op basis hiervan is een (algemene) regeling geformuleerd die ook in dit bestemmingsplan is overgenomen: de standaardregeling voor de diepte is nu vaak 2,5 m; dit wordt verruimd tot 3 m (gemeten uit de achtergevelbouwgrens); voor de goothoogte wordt de hoogte van de eerste bouwlaag aangehouden; de nokhoogte is maximaal 3,5 m; de maximale oppervlakte bedraagt 30 m 2 voor aaneengesloten woningen, 55 m 2 voor vrijstaande en/of halfvrijstaande woningen of eindwoningen van een blok; zoals hiervoor beschreven wordt aan de voorzijde de bestemming 'Tuin' opgenomen; deze gronden dienen onbebouwd te blijven; voor erkers is een standaardbepaling opgenomen. In het plangebied is in de huidige situatie op verschillende locaties voormalige agrarische bebouwing (VAB) gelegen. VAB locaties hebben veelal een grotere woning en meerdere bijgebouwen dan toegestaan binnen de Wonen - 1, de bestemming die normaliter voor woningen binnen de gemeente Gouda wordt gebruikt. In onderhavig bestemmingsplan is rekening gehouden met deze nieuwe situatie. De regeling voor VAB (zoals opgenomen binnen de bestemming Wonen - 2) zorgt voor een ruimere bouw mogelijkheid, waarmee strijdige situatie worden voorkomen. Deze regeling stelt dat nieuw op te richten bijgebouwen maximaal 50% van de oppervlakte van de bebouwing die wordt afgebroken mag bedragen, met een maximum van 200 m². 5.4 Ontwikkelingen Het plangebied is de afgelopen decennia van karakter veranderd en de agrarische bedrijvigheid is grotendeels verdwenen. De vigerende bestemmingsplannen zijn hierdoor sterk verouderd. Hieronder wordt beschreven hoe wordt omgegaan met de ontwikkelingen in het gebied waarbij is afgeweken van de vigerende bestemmingsplannen. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen reeds vergunde ontwikkelingen, ontwikkelingen waarvoor de procedure nog loopt en ontwikkelingen die in dit bestemmingsplan worden mogelijk gemaakt Reeds vergunde ontwikkelingen In het plan zijn in het verleden gevolgde vrijstellingsprocedures opgenomen, zodat er een actuele planologische regeling ontstaat. Geluidszone Tennet Een bijzonder geval vormt de geluidszone voor TenneT. In het gebied geldt sinds de jaren 90 van rechtswege een geluidszone voor het Trafostation van TenneT aan de pagina 41

46 Zuider IJsseldijk. Deze geluidszone dient in dit bestemminsgplan te worden opgenomen. In overleg met TenneT, provincie en milieudienst is een geluidscontour opgesteld en opgenomen in het voorontwerp (zie voor de ligging van de zone paragraaf 4.1.2). Tegelijk met het ontwerpbestemmingsplan zal een ontwerphogerewaardebesluit ter inzage worden gelegd voor twee woningen aan de Provinciale weg west, de nummers 72 en 74. Projectbesluit fietsverbinding ZWR (2010) Ten zuiden van Gouda wordt de nieuwe rondweg ZWR aangelegd. Hiervoor is door de provincie in 2009 een inpassingsplan vastgesteld. De gronden hiervan maken geen deel uit van dit bestemmingsplan. In het inpassingsplan is ook een langzaamverkeerstunnel mogelijk gemaakt onder de ZWR door. De uiteinden van deze tunnel liggen echter buiten het plangebied van het inpassingsplan. Om de aanleg van de tunnel voor deze gronden mogelijk te maken is in 2010 een projectbesluitprocedure gevoerd. Op 2 november 2010 is een projectbesluit vastgesteld dat de aanleg van een fietstunnel mogelijk maakt. Middels dit projectbesluit kan een noord-zuid verbinding worden gerealiseerd voor langzaam verkeer tussen de Gouderaksedijk en de Gouderakse Tiendweg onder de ZWR door. Voor de fietstunnel is per 6 januari 2011 een bouwvergunning verleend. Het projectbesluit is opgenomen in het voorliggende bestemmingsplan. De uitvoering van werkzaamheden voor de tunnel is door de provincie gelijktijdig gepland met de aanleg van de ZWR in dit gebied. De fietsverbinding sluit waarschijnlijk ter hoogte van de Gouderaksedijk 75/77 aan op de bestaande infrastructuur. Hier wordt ter ontsluiting van de agrarische percelen op de Gouderaksedijk een landbouwontsluitingsweg aangelegd. De ligging van de fietsverbinding richting de ZWR is vooralsnog niet bekend, maar naar verwachting wordt deze zo direct mogelijk naar de fietstunnel gesitueerd. Een en ander is nog afhankelijk op welke wijze de fietsverbinding onderdeel uit gaat maken van het te ontwikkelen veenweidepark. Het verloop en de aansluiting met de Gouderakse Tiendweg wordt naar verwachting ook zo direct (en recht) mogelijk gesitueerd. Figuur 20: Globaal tracé fietspad Regionale Ambulancedienst (RAD) De Regionale Ambulancedienst (RAD) wordt gevestigd in het pand van Promen, Zuider IJsseldijk 46. In het bestemmingsplan is deze vestiging opgenomen, evenals de ontsluiting van de RAD op de Schoonhovenseweg bij de Haastrechtse brug. De ontsluiting is bestemd voor spoedritten, zodat geluidsoverlast voor de bestaande woningen wordt voorkomen. Op 31 maart 2011 is de gebruiksontheffing voor de vestiging van de RAD verleend, welke op 18 mei 2011 onherroepelijk is geworden. De omgevingsvergunning voor de uitrit is op 27 juni 2011 verleend en vanaf 9 augustus 2011 onherroepelijk. pagina 42

47 5.4.2 Nog lopende procedure 7 woningen Zuider IJsseldijk: In 2008 is een vrijstellingsprocedure ex artikel 19 lid 1 WRO (oud) gestart voor de realisatie van 7 woningen aan de Zuider IJsseldijk. De initiatiefnemer is de provincie Zuid- Holland, de eigenaar van de gronden. De voortgang hiervan is opgehouden onder andere vanwege de sanering van de grond. Inmiddels is de procedure zover dat op korte termijn de vrijstelling kan worden verleend. Het in het kader van deze ontwikkeling beoogde wandelpad tussen de woningen door vanaf de Zuider IJsseldijk naar de oever van de Hollandsche IJssel is in de verbeelding opgenomen In het bestemmingsplan mogelijk gemaakte ontwikkelingen Goudseweg 12 De eigenaar van de Goudseweg 12 heeft een bouwinitiatief ingediend. De initiatiefnemer wil op deze plek de aanwezige, maar niet meer bedrijfsmatig gebruikte bedrijfsbebouwing slopen en een woning met bed en breakfast realiseren. Ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan is er geen sprake van een extra woning, wel schuift het bouwvlak van de woning naar achteren ten opzichte van de weg. In vergelijking met de aanwezige bebouwing neemt het bebouwd oppervlak af en komt deze verder van de watergang af. Het plan is stedenbouwkundig getoetst, ook in relatie met de naastgelegen monumentale boerderij en de daar aanwezige erfbebouwing. Het verdwijnen van de bestaande bedrijfsbebouwing verbetert de ruimtelijke kwaliteit van de locatie. De Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit (ARK) heeft geen probleem met het verschuiven van het bebouwingsvlak mits de dakoppervlakken gehandhaafd worden en de volumes passen in de vormgeving van het straatbeeld en de kwaliteit van de omgeving. Ook past het initiatief binnen het Goudse beleid. Het bouwinitiatief is daarom opgenomen in het ontwerpbestemmingsplan. Figuur 21: Goudseweg 12, bestaand (te slopen bedrijfsbebouwing rood omkaderd) en nieuw Wijzigingsbevoegdheid Tiendweg Voor een perceel aan de Tiendweg, kadastraal bekend onder gemeente Gouda sectie L, nummer 196, is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen voor de realisatie van een volkstuinencomplex. Reeds enige tijd is de eigenaar en tevens initiatiefnemer van dit perceel in overleg met de gemeente wat betreft de realisatie van dit volkstuinencomplex. Van gemeentezijde bestaat op zich geen bezwaar tegen het realiseren van een volkstuincomplex op dit perceel, zolang de inrichting, bebouwing en gebruik aansluiten op het naastgelegen volkstuincomplex. Tot op heden is tussen initiatiefnemer en gemeente pagina 43

48 geen overeenstemming bereikt over de inrichting van het perceel en het kostenverhaal. Om de realisatie van het volkstuinencomplex in de toekomst mogelijk te maken is hiervoor een wijzigingsbevoegdheid opgenomen. Goudseweg 64 Op deze locatie is momenteel een kantoor gevestigd. De uiterlijke verschijningsvorm is echter die van een woning. Het pand komt op korte termijn leeg te staan en het is op dit moment onzeker of het gebruik als kantoor in de toekomst zal blijven. Van de eigenaar van het pand is het verzoek ontvangen om toekomstig gebruik als woning mogelijk te maken, wanneer het niet langer mogelijk is om het pand als kantoor te verhuren. Tegen deze gebruikswijziging is vanuit het gemeentelijk ruimtelijk beleid geen bezwaar. Wel dient een hogere waarde voor geluid te den vastgesteld, deze procedure loopt parallel aan het bestemmingsplanproces. Wanneer het pand in gebruik wordt genomen als woning blijft deze bestemming ook gelden; het is dus binnen de regeling van het bestemmingsplan niet mogelijk dit later weer terug te veranderen in een solitaire kantoorvestiging. Figuur 22: De situatie aan de Goudseweg 64 Veenweidepark Stolwijkersluis De gemeente Gouda wil in Stolwijkersluis een Veenweidepark realiseren. Dit Veenweidepark borduurt voort op wensen die al eerder waren opgenomen in het Masterplan Stolwijkersluis (2006). Belangrijk onderdelen hiervan waren het herstellen en weer doorvaarbaar maken van de Stolwijker schutsluis en het behouden en ontwikkelen van het daar achtergelegen veenweidelandschap. De restauratie van de sluis, een rijksmonument, is inmiddels uitvoering. pagina 44

49 Figuur 23: Indicatieve grens Veenweidepark Het Veenweidepark is geprojecteerd in het gebied dat gelegen is tussen de Gouderakse dijk en de Gouderakse Tiendweg binnen de gemeente Gouda. Inmiddels zijn alle percelen die nodig zijn voor de realisatie van het Veenweidepark in eigendom bij de provincie, of er zijn vaste afspraken gemaakt over het gebruik voor het Veenweidepark. Het gebied zal de functie krijgen als entree vanuit Gouda naar het natuur- en agrarisch gebied in de Krimpenerwaard. Daarmee sluit de inrichting aan op de doelstelling van het Veenweidepact Krimpenerwaard. De provincie Zuid-Holland heeft het Veenweidepark in de provinciale Verordening ruimte begrenst als EHS en dit is als zodanig opgenomen in het natuurbeheerplan Zuid-Holland. Ook in onderhavig bestemmingsplan wordt het Veenweidepark mogelijk gemaakt om de natuurlijke waarden te behouden en versterken. De exacte inrichting van het gebied is nog niet bekend. In het Natuurbeheerplan 2011van de provincie is aangegeven dat het natuurdoeltype voor het Veenweidepark kruiden- en faunarijk grasland is. Kruiden- en faunarijk grasland omvat allerlei graslandvegetaties zoals kamgrasvegetaties of de meer algemene witbolgraslanden. Diverse soorten ruigte en struweel kunnen in dit grasland voorkomen. Het grasland wordt meestal extensief beweid of gehooid en niet of slechts licht bemest. Kruiden- en faunarijk grasland wordt bij een goede kwaliteit gekenmerkt door variatie in structuur (ruigte en plaatselijk struweel, hogere en lage vegetatie) en een kruidenrijke graslandbegroeiing die rijk is aan kleine fauna. Gradiënten binnen (grond)waterpeil en voedselrijkdom zorgen voor diverse vegetatietypen. Deze graslanden zijn van belang voor vlinders en andere insecten, vogels en kleine zoogdieren. Naast dit natuurdoeltype zal het gebied ook mogelijkheden bieden voor extensieve recreatie zoals wandelen en picknicken. Het Veenweidepark kan een startpunt worden voor kanotochten en wandelingen verder de Krimpenerwaard in. Via de fietsvoetgangerstunnels onder de Zuidwestelijke randweg door kunnen fietsers en wandelaars de Gouderakse Tiendweg bereiken. Deze verbinding voor langzaam verkeer is reeds eerder met een projectbesluit planologisch mogelijk gemaakt. Naar verwachting zal het gebied ontsloten worden voor langzaam verkeer door een afrit vanaf de Gouderaksedijk tussen de huisnummers 75 en 77, welke tevens zal dienen als ontsluiting voor enkele particuliere agrarische percelen. pagina 45

Stolwijkersluis. Bestemmingsplan. Vastgesteld. Toelichting. afdeling ruimtelijk beleid en advies gouda, 21 Maart 2012

Stolwijkersluis. Bestemmingsplan. Vastgesteld. Toelichting. afdeling ruimtelijk beleid en advies gouda, 21 Maart 2012 Bestemmingsplan Toelichting Stolwijkersluis Vastgesteld afdeling ruimtelijk beleid en advies gouda, 21 Maart 2012 NL.IMRO.0513.1200BPstolwijkersl-DF01 Stolwijkersluis pagina 1 pagina 2 Inhoudsopgave Toelichting

Nadere informatie

Bestemmingsplan Stolwijkersluis

Bestemmingsplan Stolwijkersluis Bestemmingsplan Stolwijkersluis Gemeente Gouda Voorontwerp Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling en Beheer Gouda, februari 2010 Inhoudsopgave 1. INLEIDING... 1 1.1 AANLEIDING... 1 1.2 LIGGING, BEGRENZING

Nadere informatie

HOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse

HOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse HOOFDSTUK 2 Gebiedsanalyse 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk zijn achtereenvolgens de ruimtelijke structuur en de functionele structuur van het plangebied uiteengezet. De ruimtelijke structuur is beschreven

Nadere informatie

Afbeelding 1.1. Luchtfoto van de locaties (rood=alternatief, blauw=bestaand)

Afbeelding 1.1. Luchtfoto van de locaties (rood=alternatief, blauw=bestaand) Afbeelding.. Luchtfoto van de locaties (rood=alternatief, blauw=bestaand). WET- EN REGELGEVING Rijksbeleid Archeologie Monumentenwet (Rijk, 988, gewijzigd 007) Het Verdrag van Malta werd in 99 ondertekend

Nadere informatie

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14

15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 15003 RO VERPLAATSEN VLAAMSE SCHUUR LANGEREIT 14 Ordito b.v. Postbus 94 5126 ZH Gilze E info@ordito.nl T 0161 801 022 I www.ordito.nl KVK 54 811 554 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Ligging en begrenzing

Nadere informatie

Duinkampen 23 te Paterswolde

Duinkampen 23 te Paterswolde Duinkampen 23 te Paterswolde Projectgebied. Duinkampen 23 Paterswolde 1. Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld voor het bouwen van een bijgebouw, het plaatsen van een schutting en twee kunstwerken

Nadere informatie

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen NL.IMRO.1730.ABdorpsstr74zuidlv-0301 Projectgebied Situatie Dorpsstraat 74 Zuidlaarderveen 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Huidige en beoogde

Nadere informatie

Advies Archeologie Plangebied Smidsvuurke 5, (gemeente Veldhoven)

Advies Archeologie Plangebied Smidsvuurke 5, (gemeente Veldhoven) Administratieve gegevens Advies Archeologie NAW-gegevens plan: Plan: Oppervlakteplangebied: RO-procedure: Smidsvuurke 5 te Veldhoven Realisatie van een woning. De totale oppervlakte van het plangebied/perceel

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel Inleiding en planbeschrijving In Netersel is in de huidige situatie een speelterrein gelegen (zie figuur 1). Dat speelterrein is deels binnen het plangebied

Nadere informatie

Blad 2. Beoordeling verzoek

Blad 2. Beoordeling verzoek Ruimtelijke onderbouwing voor het afwijken van het bestemmingsplan ten behoeve van het dempen van een kadesloot en verbreden van watergangen in de Wergeastermarpolder Door het Wetterskip Fryslân is een

Nadere informatie

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE

Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE Format Ruimtelijke Onderbouwing (versie 1, aug 2014) INHOUDSOPGAVE 1. INLEIDING 1.1. Algemeen 1.2. Aanleiding en doel 1.3. Plangebied 1.4. Leeswijzer 2. PLANBESCHRIJVING 2.1. Bestaande situatie 2.2. Gewenste

Nadere informatie

Toelichting 1 Inleiding 2 Beleidskader 3 Beoordeling

Toelichting 1 Inleiding 2 Beleidskader 3 Beoordeling Toelichting Wijzigingsplan i.c. bestemmingsplan Buitengebied Sanjesreed 8c Oentsjerk (dagbesteding Bûtenút) 1 Inleiding Werk- en dagbesteding Bûtenút is gevestigd op een deel van de voormalige PTC+ locatie

Nadere informatie

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45 2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex Houtensewetering naast 45 2 Toelichting 1 Inleiding 1.1 Aanleiding 1.2 Vigerend bestemmingsplan 1.3 Bestemmingsplan 2 Gebieds- en projectbeschrijving

Nadere informatie

VOORADVIES BESTEMMINGSPLANPROCEDURE

VOORADVIES BESTEMMINGSPLANPROCEDURE VOORADVIES BESTEMMINGSPLANPROCEDURE Zaaknr. : 2015EAR0009 Zaakomschrijving : CPO Lindevoort Rekken Specialisme : Cultuurhistorie (excl. Archeologie) Behandeld door : Roy Oostendorp Datum : 7 oktober 2015

Nadere informatie

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe

Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Compensatieverordening gemeente Midden-Drenthe Verordening vastgesteld: 26-06-2003 In werking getreden: 15-09-2003 COMPENSATIEVERPLICHTING Artikel 1 Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan

Nadere informatie

Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie

Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie Provincie Gelderland 10 december 2010 Definitief Documenttitel Verkenning N345 Voorst Notitie Archeologie Verkorte documenttitel Verkenning N345 Voorst Status

Nadere informatie

(Ontwerp) Ruimtelijke Onderbouwing. Afwijking bestemmingsplan. Tolhuisweg 49 Midlaren. Herbouw schuur

(Ontwerp) Ruimtelijke Onderbouwing. Afwijking bestemmingsplan. Tolhuisweg 49 Midlaren. Herbouw schuur (Ontwerp) Ruimtelijke Onderbouwing Afwijking bestemmingsplan Tolhuisweg 49 Midlaren Herbouw schuur Gemeente Tynaarlo April 2011 NL.IMRO.1730.ABTolhuisweg49-0301 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding.3 2. Ruimtelijke

Nadere informatie

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Ruimtelijke Onderbouwing Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging Gemeente Tynaarlo September 2012 NL.IMRO.1730.ABYdermade3depunt-0301 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied,

Nadere informatie

VOORONTWERP BESTEMMINGSPLAN CHEMELOT SITTARD-GELEEN VERKENNEND ARCHEOLOGISCH EN CULTUURHISTORISCH ONDERZOEK

VOORONTWERP BESTEMMINGSPLAN CHEMELOT SITTARD-GELEEN VERKENNEND ARCHEOLOGISCH EN CULTUURHISTORISCH ONDERZOEK VOORONTWERP BESTEMMINGSPLAN CHEMELOT SITTARD-GELEEN VERKENNEND ARCHEOLOGISCH EN CULTUURHISTORISCH ONDERZOEK 1. Wettelijk kader In 1992 werd het Verdrag van Valletta ( Malta ) opgesteld. Dit Verdrag stelt

Nadere informatie

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT 2 februari 2016 vastgesteld 52-007 GEMEENTE LAARBEEK 2 INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding... 5 1.1 Algemeen... 5 1.2 Aanleiding en doel... 5 1.3 Plangebied... 6 1.4

Nadere informatie

Thematische herziening archeologie

Thematische herziening archeologie Bestemmingsplan Thematische herziening archeologie Gemeente Brunssum Datum: 23 juli 2015 Projectnummer: 130510 ID: NL.IMRO.0899.BPPPArcheologie-OW01 INHOUD TOELICHTING 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2

Nadere informatie

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019)

Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening. (ontwerp 25 januari 2019) Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening (ontwerp 25 januari 2019) Pagina 2 van 13 2019-01-25 Toelichting - Weideveld 2016 1e herziening Bestemmingsplan Weideveld 2016, 1 e herziening Toelichting

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing garageboxen Maasweg Maassluis, d.d. 5 september 2016

Ruimtelijke onderbouwing garageboxen Maasweg Maassluis, d.d. 5 september 2016 Ruimtelijke onderbouwing garageboxen Maasweg Maassluis, d.d. 5 september 2016 Inhoud 1.Inleiding 1.1. Beknopte projectomschrijving en doelstelling 2. Beleidskader 2.1. Gemeentelijk beleid 3. Stedenbouwkundige

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 1 van 5 Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24 Pagina 2 van 5 Inleiding Op donderdag 3 april 2014 is door Dierenrijk

Nadere informatie

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN

CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN CULTUURHISTORISCHE WAARDENKAART TERNEUZEN Terneuzen Cultuurhistorische Waardenkaart Datum: februari 2013 Opgesteld door: Gemeente Terneuzen Gemeente Terneuzen Stadhuisplein 1 Postbus 35 4530 AA Terneuzen

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord 1. Inleiding 1.1 Aanleiding Er is een aanvraag om omgevingsvergunning ingediend voor de realisatie van een kunstwerk

Nadere informatie

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202

s t r u c t u u r v i s i e G o o r Goor 202 VISIEKAART 8 9 s t r u c t u u r v i s i e G o o r 2 0 2 5 structuu Goor 202 rvisie 5 1. Structuurvisie Goor 2025 2. Analyse 3. Visie en ambitie: Goor in 2025 4. Ruimtelijke kwaliteit 5. Wonen 6. Economie

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Op 2 november 2010 is door het college van burgemeester en wethouders het principebesluit genomen om medewerking te

Nadere informatie

Bijlage 1: Bestemmingsplan begrippen, regels en toelichting

Bijlage 1: Bestemmingsplan begrippen, regels en toelichting Bijlage 1: Bestemmingsplan begrippen, regels en toelichting In deze bijlage zijn voorbeeld planregels met betrekking tot archeologie en cultuurhistorie opgenomen voor nieuwe bestemmingsplannen in de gemeente

Nadere informatie

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening Ruimtelijke ordening Ruimtelijke Ordening Ruimtelijke ordening (RO) in Nederland Vanuit de geschiedenis is RO al belangrijk in Nederland, denk bijvoorbeeld aan landinrichting en optimaliseren van de waterhuishouding.

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO Hunzeweg 96 De Groeve NL.IMRO.1730.ABHunzewg96-0301 - 2 - Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing is opgesteld voor het vervangen van een

Nadere informatie

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2

Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 Landelijk gebied, percelen rond Kiebergerweg 2 NL.IMRO.0037.BP1303-vs01 25 augustus 2014 blz. 2 Gemeente Stadskanaal Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Inleiding 5 1.1 Aanleiding 5 1.2 Plangebied

Nadere informatie

Archeologie en cultuurhistorie

Archeologie en cultuurhistorie Archeologie en cultuurhistorie Archeologie Toetsingskader Verdrag van Valetta Monumentenwet 1988 Interimbeleid archeologie gemeente Terneuzen De onderste steen boven? Europees beleid Verdrag van Valetta

Nadere informatie

Opgesteld door ing. A.M. Rodenbach, Recreatie Noord-Holland NV, d.d. 21 januari 2013

Opgesteld door ing. A.M. Rodenbach, Recreatie Noord-Holland NV, d.d. 21 januari 2013 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING, BEHOREND BIJ DE AANGEVRAAGDE VERGUNNING OMG-12-181 Voor de inrichting en het gebruik van een evenemententerrein in deelgebied De Druppels, tegenover Wagenweg 22/24 te Oudkarspel

Nadere informatie

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND

COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND COMPENSATIEMAATREGELEN UITBREIDING BEDRIJVENTERREIN KOLKSLUIS TE T ZAND 1. INLEIDING Aanleiding De gemeente Schagen is voornemens om het bedrijventerrein Kolksluis langs de Koning Willem II-weg in t Zand

Nadere informatie

Artikel 17 Waarde - Maastrichts Erfgoed

Artikel 17 Waarde - Maastrichts Erfgoed blad -1- Artikel 17 Waarde - Maastrichts Erfgoed 17.1 Bestemmingsomschrijving 17.1.1 Algemeen De voor 'Waarde - Maastrichts Erfgoed' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en),

Nadere informatie

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl)

Etten-Leur. (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Etten-Leur (Bron: www. nederland-in-beeld.nl) Introductie Etten-Leur is een middelgrote gemeente in Brabant, gelegen ten westen van Breda. De gemeente bestaat uit één kern van ruim 40.000 inwoners. Door

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Gebruik van Rijksmonument Binnendyks 2 te Opeinde als recreatiewoning Ruimtelijke onderbouwing voor gebruik van Rijksmonument Binnendyks 2 te Opeinde als recreatiewoning 1 Ruimtelijke

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren Gemeente Someren Opdrachtgever: Projectlocatie: Dhr. N.H.L. Michiels Hollandseweg 19 5712RM Someren Hollandseweg 19, Someren Projectnummer: 16418-001 Datum:

Nadere informatie

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing

Bestemmingsplan Buitengebied Zundert, vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing vormverandering agrarisch bouwblok Hazeldonksestraat 2B, Rijsbergen. Toelichting/ ruimtelijke onderbouwing Opgesteld door: Provincie Noord-Brabant 19-05-2016 S.M.Verhaart- Menken Versie: 3_19-05-2016 Inhoud

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef. Gemeente Hollands Kroon

Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef. Gemeente Hollands Kroon Ruimtelijke Onderbouwing Westerklief 8 Hippolytushoef Gemeente Hollands Kroon 12 oktober 2016 Toelichting Inhoud: 1. Inleiding... 3 1.1 Voorgeschiedenis... 3 1.2 Initiatiefnemer... 3 1.3 Planvoornemen...

Nadere informatie

Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP

Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP Wijzigingsplan Wyldpaed West 3 te Twijzelerheide ONTWERP 1 INHOUDSOPGAVE Toelichting 3 1. Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Begrenzing plangebied 3 1.3 Geldende bestemmingsplan / moederplan 4 1.4 Bestaande

Nadere informatie

HOOFDSTUK 1 Inleiding

HOOFDSTUK 1 Inleiding HOOFDSTUK 1 Inleiding 1.1 Aanleiding en doel In 2010 is het voormalige perceel Strijbeekseweg 23 te Ulvenhout gesplitst in twee percelen, te weten Strijbeekseweg 23 met daarop een boerderij (rijksmonument),

Nadere informatie

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid

HOOFDSTUK 3 Beleid. 3.2 Rijksbeleid. 3.3 Provinciaal beleid HOOFDSTUK 3 Beleid 3.1 Inleiding De beleidscontext voor het plangebied wordt gevormd door (Europese,) landelijke, provinciale, en gemeentelijke beleidsrapportages. In dit hoofdstuk is het relevante (Europees-,)

Nadere informatie

VERKEER EN VERVOER. Wijzigingsplan archeologie N23 Westfrisiaweg N23 WEST

VERKEER EN VERVOER. Wijzigingsplan archeologie N23 Westfrisiaweg N23 WEST VERKEER EN VERVOER Wijzigingsplan archeologie N23 Westfrisiaweg N23 WEST VERKEER EN VERVOER Wijzigingsplan archeologie N23 Westfrisiaweg Colofon Uitgave Provincie Noord-Holland Postbus 123 2000 MD Haarlem

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten. Gemeente Eijsden-Margraten

Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten. Gemeente Eijsden-Margraten Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten Datum: 7 april 2014 Projectgegevens: ROB01-0252620-01B TEK01-0252620-01A Identificatienummer:

Nadere informatie

AANLEIDING / PROBLEEMSTELLING

AANLEIDING / PROBLEEMSTELLING Raadsvoorstel Voor de gemeenteraadsvergadering d.d. 28 september 2015 Documentnummer : 2015.0.072.749 Zaaknummer: 2015-03-01380 Onderwerp: Vaststellen bestemmingsplan 'Stadsblokken - Meinerswijk 2015'

Nadere informatie

ERFGOED, ERFBETER, ERFBEST. Cultuurhistorische waarden: inventariseren, vastleggen en ontwerpen Februari 2012

ERFGOED, ERFBETER, ERFBEST. Cultuurhistorische waarden: inventariseren, vastleggen en ontwerpen Februari 2012 ERFGOED, ERFBETER, ERFBEST Cultuurhistorische waarden: inventariseren, vastleggen en ontwerpen Februari 2012 Cultureel Erfgoed Wat is er aan de hand De bescherming van het cultureel erfgoed koppelen aan

Nadere informatie

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst Opsteller: B. van Sprew Opdrachtgever: H. de Jongh (H. de Jongh Advies) Datum: 22-8-2012 Aanleiding en doelstelling

Nadere informatie

Bestemmingsplan Bovenkamp II Herziening I gemeente Heerde

Bestemmingsplan Bovenkamp II Herziening I gemeente Heerde Bestemmingsplan Bovenkamp II Herziening I gemeente Heerde Bestemmingsplan Bovenkamp II, Herziening I Betreft Status Bovenkamp II Heerde vastgesteld Datum 30 mei 2011 Bovenkamp II, herziening I, vastgesteld,

Nadere informatie

ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL

ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL ACTUALISATIE STRUCTUURVISIE BLADEL Gemeente Bladel Memo wijzigingen in Ruimtelijk Casco ten opzichte van DRS en Dorpenplan Medio 2004 heeft de gemeenteraad van Bladel de StructuurvisiePlus, bestaande uit

Nadere informatie

Bestemmingsplan Kleine kernen Bergakker, tweede herziening

Bestemmingsplan Kleine kernen Bergakker, tweede herziening Bestemmingsplan Kleine kernen Bergakker, tweede herziening status: ontwerp idn: NL.IMRO.0281.BP00024-on01 gemeente Tiel datum: september 2015 Bestemmingsplan Kleine kernen Bergakker, tweede herziening

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Vijf onderkomens voor recreatieve overnachtingen bij camping aan Drachtster Heawei 38 De Veenhoop 1 2 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING VIJF RECREATIEVE ONDERKOMENS DRACHTSTER HEAWEI 38

Nadere informatie

Zuidelijke binnenstad

Zuidelijke binnenstad X Gemeente Amsterdam 2e herziening bestemmingsplan Zuidelijke binnenstad Toelichting, regels en verbeelding 2e herziening bestemmingsplan Zuidelijke binnenstad Toelichting 3 1.4 Gevolgen van het bestemmingsplan

Nadere informatie

memo Inleiding Kader Historische wordingsgeschiedenis B.V. Stichts Beheer datum: 30 oktober 2015 cultuurhistorische memo plan Castor Veenendaal

memo Inleiding Kader Historische wordingsgeschiedenis B.V. Stichts Beheer datum: 30 oktober 2015 cultuurhistorische memo plan Castor Veenendaal memo aan: t.a.v.: kenmerk: B.V. Stichts Beheer Gerard Heuvelman DETE/80108.03 datum: 30 oktober 2015 betreft: cultuurhistorische memo plan Castor Veenendaal Inleiding Het plan Castor betreft een woningbouwontwikkeling

Nadere informatie

Aanvraag Ontheffing conform art. 3.2, lid 1. van de Verordening Ruimte 1. voor de realisatie van 2 burgerwoningen

Aanvraag Ontheffing conform art. 3.2, lid 1. van de Verordening Ruimte 1. voor de realisatie van 2 burgerwoningen Aanvraag Ontheffing conform art. 3.2, lid 1 van de Verordening Ruimte 1 voor de realisatie van 2 burgerwoningen Albert van t Hartweg 46, Nieuwerkerk a/d IJssel 1. Aanleiding Dhr. R. Reijm, wonende te Moordrecht,

Nadere informatie

Burg. J.G. Legroweg 98 te Eelde

Burg. J.G. Legroweg 98 te Eelde Burg. J.G. Legroweg 98 te Eelde Projectgebied 2 Inhoudsopgave 2.1 Beschrijving van het projectgebied, huidige situatie... 4 2.2 Geldende planologische situatie... 5 De overkapping is zowel in strijd met

Nadere informatie

Beschrijving en waardering van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen voor het bestemmingsplan Buitengebied Harmelen van de gemeente Woerden

Beschrijving en waardering van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen voor het bestemmingsplan Buitengebied Harmelen van de gemeente Woerden Beschrijving en waardering van cultuurhistorisch waardevolle gebouwen voor het bestemmingsplan Buitengebied Harmelen van de gemeente Woerden Actualisatie 2013 TasT, projecten voor tastbaar erfgoed in opdracht

Nadere informatie

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem GEMEENTE BUREN Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem Projectnr. 061-076 / 27 januari 2016 INHOUD BLZ 1 INLEIDING... 3 1.1 Aanleiding en doelstelling... 3 1.2 Plangebied... 4 1.3 Geldend

Nadere informatie

Archeologiebeleid gemeente Rijnwoude

Archeologiebeleid gemeente Rijnwoude Archeologiebeleid gemeente Rijnwoude 1. Inleiding In 2007 is de Wet op de Archeologische Monumentenzorg in werking getreden. Deze wet verplicht de raad om, bij de vaststelling van een bestemmingsplan,

Nadere informatie

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a.

Gemeente. Schijndel. Beleidsnotitie indieningsvereisten. Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a. Gemeente Schijndel Voor aanvragen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a., sub 2 Wabo 2 3 bij verzoeken om afwijken van het bestemmingsplan Inleiding Op 24 september 2014 is het

Nadere informatie

Archeologische Quickscan

Archeologische Quickscan Document: Archeologische Quickscan versie 2 Plangebied: Polderpark, Oudesluis, gemeente Schagen Adviesnummer: 16185 Opsteller: drs. C.M. Soonius (senior archeoloog) & drs. S. Gerritsen (senior archeoloog)

Nadere informatie

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist.

Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Bijlage B Provincie Fryslân 25-11-2014 Toepassing Bro, art. 3.1.1, onder 2 Gevallen waarin wel /geen vooroverleg is vereist. Ten behoeve van de stroomlijning van het vooroverleg over: - voorontwerpbestemmingsplannen

Nadere informatie

Op weg naar een archeologiebeleid voor de gemeente Boxtel. Fokko Kortlang 27 september

Op weg naar een archeologiebeleid voor de gemeente Boxtel. Fokko Kortlang 27 september Op weg naar een archeologiebeleid voor de gemeente Boxtel Fokko Kortlang 27 september 2012 www.archaeo.nl Inhoud 1. Archeologiebeleid: Waarom? 2. Archeologie in Boxtel 3. Aanpak 4. Verwachtingenkaart 5.

Nadere informatie

bestemmingsplan Correctieve herziening Zilvervakschool Schoonhoven Noord

bestemmingsplan Correctieve herziening Zilvervakschool Schoonhoven Noord bestemmingsplan Correctieve herziening Zilvervakschool Schoonhoven Noord Planstatus: Plan identificatie: ontwerp NL.IMRO.1931.BP1509DK003-ON01 Datum: 23 maart 2015 Contactpersoon Buro SRO: Kenmerk Buro

Nadere informatie

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel

bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 datum: 5 september 2013 projectnummer: R.2011 gemeente Maasdriel bestemmingsplan Ammerzoden herziening 2013, Hoge Heiligenweg 12 status: vastgesteld datum: 5 september 2013 projectnummer: 202360R.2011 adviseurs: Jke / Wle gemeente Maasdriel Inhoudsopgave Hoofdstuk

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Ruimtelijke onderbouwing Burgemeester van Erpstraat 63a, Berghem 2017, pag. 1 van 12 Ruimtelijke onderbouwing Burgemeester van Erpstraat 63a, Berghem 2017 Gemeente Oss, oktober 2017 Ruimtelijke onderbouwing

Nadere informatie

Wijzigingsplan Warandepark - Rijsbergen. Datum: Plan identificatie: NL.IMRO.0879.WPwarandepark-VS01

Wijzigingsplan Warandepark - Rijsbergen. Datum: Plan identificatie: NL.IMRO.0879.WPwarandepark-VS01 Wijzigingsplan Warandepark - Rijsbergen Planstatus: vastgesteld Datum: 2015-09-22 Plan identificatie: NL.IMRO.0879.WPwarandepark-VS01 Colofon Titel: Opdrachtgever: Wijzigingsplan Warandepark - Rijsbergen

Nadere informatie

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Veranderen erf bij de woning Skieppedrifte 5 te Drogeham Ruimtelijke onderbouwing 1. INLEIDING 1.1 Aanleiding voor het projectbesluit Op 15 januari 2010 is er een

Nadere informatie

Ruimtelijke Onderbouwing verbinding Tramweg-Industrieweg, bedrijventerrein De Smaale (deelproject 2).

Ruimtelijke Onderbouwing verbinding Tramweg-Industrieweg, bedrijventerrein De Smaale (deelproject 2). Ruimtelijke Onderbouwing verbinding Tramweg-Industrieweg, bedrijventerrein De Smaale (deelproject 2). Doel en aanleiding Masterplan en Beeldkwaliteitplan Belangrijk brondocument van deze omgevingsvergunning

Nadere informatie

Quickscan Inleiding Resultaten quickscan

Quickscan Inleiding Resultaten quickscan Quickscan Kenmerk Betreft 1 Inleiding Provincie Noord-Holland heeft het voornemen om de provinciale weg N244 tussen de A7 bij Purmerend en de N247 bij Edam-Volendam op te waarderen tot een regionale weg.

Nadere informatie

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7 TOELICHTING INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding 3 2. Bestaande situatie 3 2.1 Plangebied 3 2.2 Vigerende bestemmingsplan 3 2.3 bestaande situatie 4 3. Gewenste ontwikkeling 4 4. Milieu 4 5. Planbeschrijving 6 6.

Nadere informatie

Concept programma van eisen. Laan naar Emiclaer 2

Concept programma van eisen. Laan naar Emiclaer 2 Concept programma van eisen Laan naar Emiclaer 2 Naam Strategisch Vastgoed Locatie Laan naar Emiclaer 2 Wijk Zielhorst Bestuurlijk opdrachtgever Wethouder P. van den Berg Opdrachtgever V. Labordus Datum

Nadere informatie

Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning Wijzigingsplan Grootweg 13a, Berkhout Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Beschrijving initiatief

Nadere informatie

Bestemmingsplan Herziening Kern Made - Prinsenhof Ontwerp

Bestemmingsplan Herziening Kern Made - Prinsenhof Ontwerp Gemeente Drimmelen Bestemmingsplan Herziening Kern Made - Prinsenhof Ontwerp Gorinchem, 4 april 2016 NL.IMRO. 1719.1bp15herzmadeprins-on01 Gemeente Drimmelen Bestemmingsplan Herziening Kern Made - Prinsenhof

Nadere informatie

Archeologiebeleid op Walcheren

Archeologiebeleid op Walcheren Archeologiebeleid op Walcheren Netwerkbijeenkomst Erfgoed en Ruimte RCE 12 december 2012 Walcherse Archeologische Dienst, december 2012 Archeologie op Walcheren Verdrag van Malta 1992: bescherming archeologie

Nadere informatie

Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten

Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten Ruimtelijke onderbouwing Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten Ruimtelijke onderbouwing voor de aanleg van een paardenbak Het Zuid 34 te Drachten 1 Ruimtelijke onderbouwing voor de aanleg van een paardenbak

Nadere informatie

47003-bkp-v BESTEMMINGSPLAN "WONINGBOUW OSSENDRECHTSEWEG 38, HOOGERHEIDE" 1 INLEIDING Aanleiding en doel...

47003-bkp-v BESTEMMINGSPLAN WONINGBOUW OSSENDRECHTSEWEG 38, HOOGERHEIDE 1 INLEIDING Aanleiding en doel... GEMEENTE WOENSDRECHT BESTEMMINGSPLAN "WONINGBOUW OSSENDRECHTSEWEG 38, HOOGERHEIDE" BIJLAGE 5 bij de TOELICHTING BEELDKWALITEITSPLAN Inhoudsopgave 1 INLEIDING... 2 1.1 Aanleiding en doel... 2 1.2 Ligging

Nadere informatie

Geen huizenbouw in park Oudegein!

Geen huizenbouw in park Oudegein! Geen huizenbouw in park Oudegein! Wethouder Adriani van de gemeente Nieuwegein (o.a. Ruimtelijke Ordening) stelt in een artikel in het AD van 13-02-2013 over de geplande huizenbouw in park Oudegein het

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN BORNEOKADE 62b. Vastgesteld op 27 september 2011

BESTEMMINGSPLAN BORNEOKADE 62b. Vastgesteld op 27 september 2011 BESTEMMINGSPLAN BORNEOKADE 62b Vastgesteld op 27 september 2011 1. INLEIDING Op 28 april 2010 is er een overeenkomst gesloten waarin onder andere is overeengekomen, dat het stadsdeel middels een daarvoor

Nadere informatie

Ruimtelijke motivering. Molenstraat 1a te s-hertogenbosch. Functiewijziging van wonen naar kleinschalig hotel

Ruimtelijke motivering. Molenstraat 1a te s-hertogenbosch. Functiewijziging van wonen naar kleinschalig hotel Ruimtelijke motivering Molenstraat 1a te s-hertogenbosch Functiewijziging van wonen naar kleinschalig hotel Januari 2017 Hoofdstuk 1 Inleiding 1.1 Aanleiding Aan de Molenstraat 1a is nu op de begane grond

Nadere informatie

Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning

Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning Wijzigingsplan Baarsdorpermeer 4, Zuidermeer Bestemmingsplan Landelijk Gebied Koggenland, wijziging bedrijfswoning naar plattelandswoning *D14.001905* D14.001905 Inhoudsopgave 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding

Nadere informatie

Archeologieparagraaf Wetgeving omtrent archeologie Gemeentelijk beleid omtrent archeologie Procedure

Archeologieparagraaf Wetgeving omtrent archeologie Gemeentelijk beleid omtrent archeologie Procedure Archeologieparagraaf Wetgeving omtrent archeologie Met de ondertekening van het Verdrag van Malta in 1992 door bijna alle Europese landen (waaronder Nederland), werd archeologie steeds meer een onderdeel

Nadere informatie

Wijzigingsplan i.c. Bestemmingsplan Eastermar It Heechsân 2008, It Heechsân 7A (aanbrengen bouwvlak)

Wijzigingsplan i.c. Bestemmingsplan Eastermar It Heechsân 2008, It Heechsân 7A (aanbrengen bouwvlak) Wijzigingsplan i.c. Bestemmingsplan Eastermar It Heechsân 2008, It Heechsân 7A (aanbrengen bouwvlak) 2014 NL.IMRO.0737.16BPIWP03 Wijzigingsplan i.c. bestemmingsplan Eastermar It Heechsân 2008 Heechsân

Nadere informatie

Bijlage 1 Nadere toelichting cultuurhistorie en archeologie

Bijlage 1 Nadere toelichting cultuurhistorie en archeologie Bijlage 1 Nadere toelichting cultuurhistorie en archeologie In onderstaand kader is een uitsnede van de cultuurhistorische waardenkaart van provincie Noord-Brabant opgenomen. Voor de locatie aan de Kerkstraat

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing. Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega

Ruimtelijke onderbouwing. Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega Ruimtelijke onderbouwing Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega Inhoudsopgave 1. Inleiding...

Nadere informatie

BESTEMMINGSPLAN BERG VONDELPLEIN 4

BESTEMMINGSPLAN BERG VONDELPLEIN 4 * BESTEMMINGSPLAN BERG VONDELPLEIN 4 en regels Gemeente Amersfoort Postbus 4000 3800 EA Amersfoort Bezoekadres: Stadhuisplein 1 3811 LM Amersfoort Telefoon (033) 459 51 11 Fax (033) 451 07 10 E-mail: info_gemeente@amersfoort.nl

Nadere informatie

Startnotitie (gewijzigd) ACTUALISATIE GROENBELEIDSPLAN

Startnotitie (gewijzigd) ACTUALISATIE GROENBELEIDSPLAN Startnotitie (gewijzigd) ACTUALISATIE GROENBELEIDSPLAN Portefeuillehouder: A. de Waard Ambtelijk opdrachtgever: L. Mourik Primaathouder: D.J.B. Sakko Versie: 02, d.d. 13 februari 2014 Inhoudsopgave Startnotitie

Nadere informatie

Saskia Jansma van 8

Saskia Jansma van 8 Moeniswerverpad 1 Ruimtelijke Onderbouwing Saskia Jansma 21-11-2017 Bijlage II VO-2017-039 1 van 8 Inhoudsopgave 1 Ruimtelijke Onderbouwing 2 1.1 Aanleiding 2 1.2 Planologische regeling 2 1.3 Huidige situatie

Nadere informatie

Bestemmingsplan Kern Noorbeek, herziening Dorpstraat 2. Gemeente Eijsden - Margraten

Bestemmingsplan Kern Noorbeek, herziening Dorpstraat 2. Gemeente Eijsden - Margraten Bestemmingsplan Kern Noorbeek, herziening Dorpstraat 2 Gemeente Eijsden - Margraten Bestemmingsplan Kern Noorbeek, herziening Dorpstraat 2 Gemeente Eijsden - Margraten Toelichting Bijlage Regels Bijlage

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Schalkwijkseweg 22

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Schalkwijkseweg 22 RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Schalkwijkseweg 22 2 10 COLOFON TITEL: Ruimtelijke Onderbouwing Schalkwijkseweg 22 STATUS: Definitief PROJECTNUMMER: NL.IMRO.0321.0012PBSCHLKWSWG22 DATUM: 11 februari 2010 AUTEUR:

Nadere informatie

Raadsvergadering d.d. 2 maart Voorstel nr.: 17/06.

Raadsvergadering d.d. 2 maart Voorstel nr.: 17/06. Raadsvergadering d.d. 2 maart 2006. Voorstel nr.: 17/06. Onderwerp: Herhaling voorbereidingsbesluit Wilhelminapark en Geesten. Bijl.: 2. Oegstgeest, 31 januari 2006. Aan de raad. 1. Relatie met Programbegroting

Nadere informatie

Bestemmingsplan buitengebied

Bestemmingsplan buitengebied Bestemmingsplan buitengebied Voorontwerp Informatieavond dinsdag 26 juni 2012 Wat is een bestemmingsplan? Plan met regels over het gebruik van de ruimte Waar en hoe mag wat worden gebouwd? Welke functies

Nadere informatie

Toelichting 3. Regels 9

Toelichting 3. Regels 9 Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Aanleiding 3 Hoofdstuk 2 Planbeschrijving 4 Hoofdstuk 3 Kostenverhaal 5 Hoofdstuk 4 Wijze van bestemmen 6 Hoofdstuk 5 Procedure 8 Regels 9 Hoofdstuk 1 Inleidende

Nadere informatie

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Artikel 2.12 lid 1 sub a onder 3 WABO Dorpsstraat 72 Zuidlaarderveen Nl.IMRO.1730.ABDorpsstra72Zdlv-0301 Status: ontwerp Versie: 0.0 - 2 - Inleiding Deze ruimtelijke onderbouwing

Nadere informatie

overwegende dat het actualiseren van de archeologische basiskaart noodzaakt tot het wijzigen van de Verordening inzake monumenten en archeologie;

overwegende dat het actualiseren van de archeologische basiskaart noodzaakt tot het wijzigen van de Verordening inzake monumenten en archeologie; Besluit van de gemeenteraad voorstelnummer div-nummer 670336 30 onderwerp wijziging van de verordening inzake monumenten en archeologie de raad van de gemeente Gouda Gelezen het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Buitengebied e wijziging (Broekstraat 23 Wehl)

Buitengebied e wijziging (Broekstraat 23 Wehl) Buitengebied 2002 23e wijziging (Broekstraat 23 Wehl) Inhoudsopgave Toelichting 3 Hoofdstuk 1 Aanleiding en doel 3 Hoofdstuk 2 Plangebied 4 Hoofdstuk 3 Ruimtelijke - en milieuaspecten 5 Hoofdstuk 4 Landschappelijke

Nadere informatie

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT

NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT NOTA VAN BEANTWOORDING ZIENSWIJZEN ONTWERPBESTEMMINGSPLAN LANDELIJK GEBIED SANDELINGEN AMBACHT Het ontwerpbestemmingsplan Landelijk gebied Sandelingen Ambacht heeft vanaf 19 april 2012, gedurende een periode

Nadere informatie

Op weg naar een archeologiebeleid voor de gemeente Bergen

Op weg naar een archeologiebeleid voor de gemeente Bergen Op weg naar een archeologiebeleid voor de gemeente Bergen F. Kortlang en A. Van de Water 30 mei 2012 www.archaeo.nl Inhoud Archeologiebeleid: Waarom? Aanpak Verwachtingenkaart Beleidskaart Uitgangspunten

Nadere informatie