J U S T E L - Geconsolideerde wetgeving Einde Eerste woord Laatste woord Wijziging(en) Parlementaire werkzaamheden
|
|
- Maria Bos
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 J U S T E L - Geconsolideerde wetgeving Einde Eerste woord Laatste woord Wijziging(en) Parlementaire werkzaamheden Einde Inhoudstafel 45 uitvoeringbesluiten 12 gearchiveerde versies Franstalige versie Raad van State belgiëlex. be - Kruispuntbank Wetgeving Titel 17 JULI Wet betreffende de overzeese sociale zekerheid. (NOTA : Raadpleging van vroegere versies vanaf en tekstbijwerking tot ) Publicatie : nummer : Dossiernummer : /01 Inwerkingtreding : *** (ART. 1 - ART. 5) *** (ART. 7) *** (ART. 9 - ART. 11) *** (ART. 56) *** (ART. 59) *** (ART. 61) *** (ART. 63) Inhoudstafel Tekst Begin HOOFDSTUK I. _ Werkingsorganen. Afdeling 1. _ Dienst voor de overzeese sociale zekerheid. Art. 1-9, 9bis Afdeling 2 _ Rechtscolleges. Art. 10 Afdeling 3. - Adviserend geneesheren. <opnieuw opgenomen bij W /32, art. 88, 006; Inwerkingtreding : > Art. 11 HOOFDSTUK II _ Toepassingsgebied en bijdragen. Eerste Afdeling _ Toepassingsgebied. Art Afdeling 2. - Bijdragen. Art HOOFDSTUK III _ Ouderdoms- en overlevingsverzekering. Eerste Afdeling - Ouderdomsrente. Art. 20, 20bis Afdeling 2 - (Overlevingsrente) <W /39, art. 216, 011; Inwerkingtreding : > Art , 22bis Afdeling 2bis - (De aanvullende ouderdoms- en overlevingstoelage) <W /39, art. 220, 011; Inwerkingtreding : > Art. 22ter Afdeling 2ter _ Diverse voorzieningen <W , art. 23.> Art. 22quater, 22quinquies, 22sexies Afdeling 3 _ Wezenuitkeringen. Art , 26bis, 27-28, 28bis HOOFDSTUK IV _ Ziekengeld- en invaliditeitsverzekering. Eerste Afdeling _ Rechthebbenden.
2 Art Afdeling 2 - Uitkeringen. Art , 38bis, 39-40, 40bis, 41 HOOFDSTUK V - Verzekering voor geneeskundige verzorging. Art , 49bis, 50 HOOFDSTUK VI - Aanpassing van de prestaties aan de kosten van levensonderhoud. Art. 51, 51bis, HOOFDSTUK VII. _ Bijkomende verzekeringen. Art. 57, 57bis HOOFDSTUK VIII. _ Bijzondere bepalingen. Art , 63bis, 63ter, 64-71, 71bis, 71ter HOOFDSTUK IX. _ Overgangs- en slotbepalingen. Art , 73bis, 73ter, 73quater, Tekst Inhoudstafel Begin HOOFDSTUK I. _ Werkingsorganen. Afdeling 1. _ Dienst voor de overzeese sociale zekerheid. Artikel 1. Onder de benaming "Dienst voor de overzeese sociale zekerheid" wordt een openbare instelling met rechtspersoonlijkheid opgericht, belast met het uitvoeren van de verzekeringen waarin deze wet voorziet. De Dienst voor de overzeese sociale zekerheid wordt hierna genoemd "de Dienst". (Hij wordt onder de controle geplaatst van de Minister die de sociale voorzorg onder zijn bevoegdheden heeft) <W /31, art. 76, 003; Inwerkingtreding : onbepaald> De Dienst wordt in de plaats gesteld van de Pensioens- en gezinstoelagenkas voor de werknemers van Belgisch-Congo en Ruanda-Urundi, van het Toelagenfonds voor werknemers van Belgisch-Congo en van Ruanda-Urundi, van het Bijzonder Toelagenfonds en van het Invaliditeitsfonds voor de werknemers van Belgisch-Congo en Ruanda-Urundi, welke zijn ontbonden. Hij volgt hen op in hun rechten en verplichtingen en neemt hun actief en passief op. Art (De Dienst wordt beheerd door (het Beheerscomité). <W /31, art. 43, 1, 005; Inwerkingtreding : > (Het beheerscomité is samengesteld uit een voorzitter en twaalf leden.) <W /33, art. 226, 013; Inwerkingtreding : > De voorzitter en de leden worden door de Koning benoemd voor een termijn van zes jaar. Hun mandaat kan worden vernieuwd. Bij overlijden, ontslag of afzetting van een lid van (het Beheerscomité), voltooit het nieuw lid het mandaat van degene die hij opvolgt. <W /31, art. 43, 2, 005; Inwerkingtreding : > De voorzitter wordt benoemd op voordracht van de Minister die de Sociale Voorzorg onder zijn bevoegdheid heeft. Twee leden worden benoemd op voordracht van de Minister die de Ontwikkelingssamenwerking onder zijn bevoegdheid heeft. (Tien effectieve leden en vier plaatsvervangende leden, die alleen stemgerechtigd zijn, van wie vijf effectieve en twee plaatsvervangende de representatieve werkgeversorganisaties en vijf effectieve en twee plaatsvervangende de representatieve werknemersorganisaties vertegenwoordigen, worden benoemd op voordracht van de Minister die de Sociale Voorzorg onder zijn bevoegdheid heeft.) <W /33, art. 226, 2, 013; Inwerkingtreding : > 2. (Het dagelijks bestuur van de Dienst staat onder de leiding van de houder van een managementfunctie " administrateur-generaal ".) <W /33, art. 29, 009; Inwerkingtreding : > (De houder van een managementfunctie " administrateur-generaal " wordt bijgestaan door de houder van een managementfunctie " adjunct-administrateur-generaal ".) <W /33, art. 29, 009; Inwerkingtreding : > De administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal behoren niet tot dezelfde taalrol.
3 De administrateur-generaal en de adjunct-administrateur-generaal nemen met raadgevende stem deel aan de vergaderingen van (het Beheerscomité). <W /31, art. 43, 1, 005; Inwerkingtreding : > De administrateur-generaal wordt belast met de uitvoering van de beslissingen van (het Beheerscomité). <W /31, art. 43, 1, 005; Inwerkingtreding : > Hij vertegenwoordigt de Dienst in de gerechtelijke en buitengerechtelijke akten. (De andere personeelsleden, uitgezonderd de houders van een managementfunctie, worden benoemd door het Beheerscomité.) <W /33, art. 29, 009; Inwerkingtreding : > 3. Reglementen, door (het Beheerscomité) vastgesteld en door de Koning goedgekeurd, bepalen de werkwijze van de Dienst, met name de bevoegdheden en de werkwijze van (het Beheerscomité), de bevoegdheden van de administrateur-generaal, en de voorwaarden waarin (het Beheerscomité) sommige van zijn bevoegdheden aan comités, die hij in de Dienst opricht, of aan ambtenaren van de Dienst kan overdragen. <W /31, art. 43, 1, 005; Inwerkingtreding : > Art. 3. <Wijzigingsbepaling> Art. 4. <W /31, art. 44, 005; Inwerkingtreding : > De Koning bepaalt de door de Dienst toe te passen tarieven en barema's. Art De Dienst beschikt over drie fondsen. Het vermogen van ieder fonds blijft gescheiden, maakt het voorwerp uit van afzonderlijke beleggingen en vormt de waarborg van de verzekerden voor de prestaties die te zijnen laste zijn. Op voorstel van (het Beheerscomité) bepaalt de Koning de bijdrage van ieder fonds in de beheerskosten. <W /31, art. 45, 005; Inwerkingtreding : > 2. Het Pensioenfonds neemt het vermogen over van de Pensioens- en gezinstoelagenkas voor de werknemers van Belgisch-Congo en Ruanda-Urundi, alsmede de lasten, met uitzondering van de kinderbijslagen. Het Invaliditeitsfonds neemt het vermogen en de lasten over van het Invaliditeitsfonds voor de werknemers van Belgisch-Congo en Ruanda-Urundi, met inbegrip van het Perequatiefonds waarvan sprake in artikel 13 van de wet van 16 juni 1960, waarbij de instellingen belast met de sociale zekerheid van de werknemers van Belgisch-Congo en van Ruanda-Urundi, onder de waarborg van de Belgische Staat worden geplaatst en waarbij de in het voordeel van deze werknemers verzekerde sociale prestaties door de Belgische Staat worden gewaarborgd. Het Solidariteits- en perequatiefonds neemt het vermogen en de lasten over van het Toelagenfonds voor werknemers van Belgisch-Congo en Ruanda-Urundi, van het Bijzonder toelagenfonds en van het in artikel 12 van de wet van 16 juni 1960 bedoelde Perequatiefonds. Het Solidariteits- en perequatiefonds neemt eveneens de last over van de kinderbijslagen welke door voornoemde wet van 16 juni 1960 zijn gewaarborgd aan de gewezen werknemers, alsmede aan de door een arbeidsongeval getroffen en door de beroepsziekte aangetaste personen. Art. 6. De Dienst is vrij van alle belastingen en taksen ten voordele van provincie en gemeente. Artikel 1762, 3, van het Wetboek der met het zegel gelijkgestelde taxes wordt aangevuld als volgt: "alsmede enige verzekering die betrekking heeft op een der doeleinden beschreven in artikel 57, eerste lid, van de wet betreffende de overzeese sociale zekerheid;" Art. 7. De uittreksels en afschriften van akten van de burgerlijke stand, alsmede alle getuigschriften en stukken waarvan de voorlegging vereist is met het oog op de uitvoering van deze wet of van de wet van 16 juni 1960, worden kosteloos afgegeven en zijn vrij van alle rechten ten voordele van provincie of gemeente. Zij dragen bovenaan de vermelding van hun bestemming en mogen niet tot andere doeleinden dienen. Art. 8. De Dienst bepaalt jaarlijks voor ieder Fonds welk deel van de prestaties, die gewaarborgd zijn zowel door deze wet als door de wet van 16 juni 1960, aan de gerechtigden mag toegekend worden uit hun eigen inkomsten. Voor zijn bijdrage stort de Staat ieder jaar aan ieder Fonds de sommen die eventueel bij dit deel moeten worden gevoegd om de betaling van alle gewaarborgde prestaties te verzekeren. (NOTA : zie afwijking bij W /43, art. 154.)
4 Het in het eerste lid bedoelde deel betreffende de ouderdoms- en weduwenrenten ten laste van het Pensioenfonds is gelijk aan de verhouding tussen enerzijds het bedrag van het werkelijk zuiver vermogen op 1 januari van het dienstjaar, verhoogd met het bedrag, op deze datum, van de wiskundige reserves der gewaarborgde renten en, anderzijds, het bedrag van deze wiskundige reserves. Het in het eerste lid bedoelde deel betreffende de prestaties ten laste van het Invaliditeitsfonds inzake herstel der schade welke het gevolg is van arbeidsongevallen en beroepsziekten, is gelijk aan de verhouding tussen enerzijds het werkelijk netto-vermogen betreffende de perioden vóór 1 juli 1960 in ieder dezer wettelijke verzekeringstakken, verhoogd met de totale waarde van de krachtens de wet van 16 juni 1960 gewaarborgde verbintenissen en, anderzijds, deze laatste waarde. Het deel betreffende de prestaties ten laste van dit zelfde Fonds inzake ziekengeld, invaliditeitsverzekering en verzekering voor geneeskundige verzorging is gelijk aan de verhouding tussen enerzijds het bedrag van het werkelijk netto-vermogen van het beheer betreffende iedere van deze verzekeringstakken, verhoogd met de totale waarde der verbintenissen welke zowel krachtens de wet van 16 juni 1960 als krachtens deze wet zijn gewaarborgd en, anderzijds, deze laatste waarde. Het Perequatiefonds, waarvan sprake in artikel 13 van de wet van 16 juni 1960, draagt ten belope van zijn vermogen de uitgaven welke volgen uit de aanpassing van de in de artikelen 4 en 5 van voornoemde wet bedoelde prestatiekosten van levensonderhoud. Voor het eventueel nadelig saldo stort de Staat een jaarlijkse bijdrage. (Voor wat het Solidariteits- en Perequatiefonds betreft, bevat het aandeel bedoeld in het eerste lid, voor elk boekjaar het verschil tussn het totale bedrag van de uitgaven ten laste van dit fonds en dit van zijn inkomsten.) <W /31, art. 46, 005; Inwerkingtreding : > Art. 9. <W , art. 7.> De Dienst maakt jaarlijks een winst- en verliesrekening van elk Fonds. Op 31 december van ieder jaar, en voor het eerst op 31 december 1969, draagt het Pensioenfonds aan het Solidariteits- en Perequatiefonds het verschil over tussen de netto-opbrengst van zijn vermogen in Belgische munt en 4,25 pct. van dat vermogen. De Koning wijst het in aanmerking komend vermogen aan en bepaalt de manier waarop de netto-opbrengst daarvan berekend wordt. Art. 9bis. <W , art. 8.> In afwijking van het gestelde in artikel 8, zevende lid, worden de in de artikelen 3bis en 3ter van de wet van 16 juni 1960 bepaalde bijslagen en de daarbijkomende indexbijslag betaald met de middelen die krachtens artikel 9 voor het in aanmerking genomen boekjaar aan het Solidariteits- en Perequatiefonds worden overgedragen, en tot beloop van het gebeurlijk overschot, met het Pensioenfondsvermogen dat niet de tegenwaarde vormt van de wiskundige reserves voor de renten die krachtens deze wet ten laste van dat Fonds komen. Afdeling 2 _ Rechtscolleges. Art. 10. <W , art. 3., art. 83., a.> 1. De arbeidsrechtbank doet uitspraak over de beroepen tegen de beslissingen getroffen : 1 door de Dienst inzake ouderdoms- en overlevingsverzekering en inzake prestaties van het Solidariteits- en Perequatiefonds ingevolge deze wet en de wet van 16 juni 1960; 2 door de Dienst inzake ziekengeld- en invaliditeitsverzekering en verzekering voor geneeskundige verzorging, ingevolge deze wet en de wet van 16 juni Zij doet bovendien uitspraak omtrent de op grond van artikel 34 ingediende aanvragen. De arbeidsrechtbank neemt eveneens kennis van de homologaties van de processen-verbaal van akkoord tussen het Invaliditeitsfonds van de Dienst voor overzeese sociale zekerheid en de door een arbeidsongeval of een beroepsziekte getroffenen, of hun rechthebbenden, betreffende de vergoedingen en de herstellingen die worden toegekend op grond van de bepalingen van de sociale wetgeving betreffende de arbeidsongevallen overkomen aan werknemers van Belgisch-Congo en Ruanda-Urundi, evenals de beroepsziekten door deze laatste opgedaan. (Bovendien doet zij uitspraak over de beroepen tegen de beslissingen van de Dienst inzake de krachtens de artikelen 57 en 57bis aangegane verzekeringscontracten.) <W /32, art. 87, 006; Inwerkingtreding : >
5 2. De bestreden administratieve rechtshandelingen moeten, op straffe van verval, binnen drie maanden vanaf de betekening ervan, aan de bevoegde arbeidsrechtbank voorgelegd worden. (tweede lid opgeheven) <W /32, art. 87, 006; Inwerkingtreding : > Afdeling 3. - Adviserend geneesheren. <opnieuw opgenomen bij W /32, art. 88, 006; Inwerkingtreding : > Art. 11. <opnieuw opgenomen bij W /32, art. 88, 006; Inwerkingtreding : > 1. De adviserend geneesheren van de Dienst voor de Overzeese sociale zekerheid worden belast met het uitoefenen van het toezicht op de ongeschiktheid en op de gezondheidszorgverstrekkingen en dit overeenkomstig de bepalingen die van kracht zijn voor de sociale zekerheid van de werknemers van Belgisch-Congo en van Ruanda-Urundi waarvan de verstrekkingen gewaarborgd zijn door de wet van 16 juni 1960 die de organismen belast met het beheer van de sociale zekerheid van de werknemers van Belgisch-Congo en Ruanda-Urundi onder de controle en de waarborg van de Belgische Staat plaatst, en die waarborg draagt door de Belgische Staat van de maatschappelijke uitkeringen ten gunste van deze werknemers verzekerd, overeenkomstig deze wet en overeenkomstig de bepalingen van de contracten inzake de terugbetaling van de geneeskundige verstrekkingen, afgesloten krachtens artikel 57 van deze wet. Zij worden bovendien belast met de volgende opdrachten : 1 als zij het, om gezondheidsredenen, nodig achten om vrijstelling te verlenen van de voorwaarde tot verblijf in België of in een Lidstaat van de Europese Unie aan vreemdelingen die eraan onderworpen zijn overeenkomstig de artikelen 33 en 46 van deze wet, overeenkomstig artikel 8bis van de genoemde wet van 16 juni 1960 en overeenkomstig artikel 69, tweede lid van de programmawet van 2 juli 1981; 2 bevestigen dat een kind onbekwaam is om een winstgevende activiteit uit te oefenen wegens zijn lichamelijke en geestelijke staat voor de toepassing van de artikelen 28bis, 1, b), en 35, 2, tweede lid, van deze wet en van (de artikelen 3, 1, eerste lid, c)), 4, 5, 6, 7 en 18bis, 2, b), van bovengenoemde wet van 16 juni <W /39, art. 210, 011; ED : > 2. Het statuut en de bezoldiging van de adviserend geneesheren worden bepaald door de Koning na raadpleging van het Beheerscomité van de Dienst voor de overzeese sociale zekerheid. De adviserend geneesheren mogen, zonder de toestemming van dit beheerscomité die steeds kan worden ingetrokken, geen andere medische activiteit uitoefenen. HOOFDSTUK II _ Toepassingsgebied en bijdragen. Eerste Afdeling _ Toepassingsgebied. Art. 12. <W , art. 8.> ( 1.) <W /33, art. 227, 013; Inwerkingtreding : > Aan de bij deze wet georganiseerde facultatieve ouderdoms- en overlevingsverzekering, ziekengeld- en invaliditeitsverzekering en verzekering geneeskundige verzorging, kan, onder de voorwaarden die de Koning bepaalt, worden deelgenomen door de personen die hun beroepsactiviteit hebben in één van de door de Koning aangeduide landen. ( 2. Met ingang van 1 januari 2009 wordt de deelneming aan de verzekeringen beoogd in 1 beperkt tot de onderdanen van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte en Zwitserland en tot de onderdanen van andere landen die tewerkgesteld zijn door door de Belgische Staat, Gemeenschappen of Gewesten of een onderneming met maatschappelijke zetel in België. De onderdanen van andere landen die op 31 december 2008 deelnemen aan de genoemde verzekeringen en die niet voldoen aan de voorwaarde gesteld in het eerste lid, mogen die deelneming voortzetten tot zij deze beëindigen.) <W /33, art. 227, 013; Inwerkingtreding : > Art. 13. De wetgeving betreffende de sociale zekerheid der werknemers is niet toepasselijk op de personen die zijn te werk gesteld in de landen door de Koning ter uitvoering van artikel 12 van deze wet aangewezen. Zij blijft nochtans toepasselijk op de personen die in deze landen dienstperioden van korte duur verrichten. De Koning bepaalt, (na advies van het Beheerscomité), de maximumduur van deze dienstperiode alsmede de voorwaarden van toepassing van de bepalingen van dit lid. <W /31, art. 48, 005; Inwerkingtreding : >
6 Afdeling 2. - Bijdragen. Art. 14. De verzekerden of hun werkgevers kunnen, onder de voorwaarden als bepaald bij deze wet en de uitvoeringsmaatregelen, aan de Dienst bijdragen storten, welke bestemd zijn voor de ouderdoms- en overlevingsverzekering, voor de ziekengeld- en invaliditeitsverzekering en voor de verzekering voor geneeskundige verzorging. Art. 15. De bijdragen moeten (in euro) gestort worden. <W /39, art. 211, 1, 011; Inwerkingtreding : > (De Koning bepaalt het minimum en maximum bedrag van de maandelijkse bijdragen, (...).) <W /31, art. 49, 005; Inwerkingtreding : > <W /39, art. 211, 2, 011; Inwerkingtreding : > (De besluiten genomen ter uitvoering van het tweede lid houden op uitwerking te hebben op het einde van de twaalfde maand na de datum van inwerkingtreding indien ze bij het verstrijken van die termijn niet bij wet bekrachtigd zijn.) <W /39, art. 211, 3, 011; Inwerkingtreding : > Art. 16. De Koning bepaalt de perioden die aanleiding kunnen geven tot het storten van de bijdragen. Hij schrijft de vormen van de stortingen voor, de termijnen binnen welke ze moeten worden uitgevoerd, alsmede de rentevoet van de achterstallige interest. Hij bepaalt eveneens de termijn waarna de bijdragen betreffende een bepaalde verzekeringsperiode niet meer kunnen worden aangenomen. Art. 17. De bijdrage is bestemd : a) ten belope van 70 % tot het financieren van de (ouderdoms- en overlevingsrenten), ten laste van het Pensioenfonds; <W /39, art. 212, 011; Inwerkingtreding : > b) ten belope van (9,5) % tot het financieren van de prestaties ten laste van het Invaliditeitsfonds inzake ziekengeld- en invaliditeitsverzekering en inzake verzekering voor geneeskundige verzorging; <W , art. 10., al. 1> c) ten belope van (20,5) % tot het financieren van de prestaties ten laste van het Solidariteits- en perequatiefonds. <W , art. 10., al. 1> (De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de in het eerste lid bedoelde procenten verhogen of verlagen.) <W /32, art. 158, 012; Inwerkingtreding : > Art. 18. ( 1. De personen van vreemde nationaliteit hebben de mogelijkheid hun deelneming te beperken tot de ouderdoms- en overlevingsverzekering. In dat geval storten ze : a) hetzij een maandelijkse bijdrage die ten belope van 77,78 pct. wordt besteed aan het financieren van de (ouderdoms- en overlevingsrenten) ten laste van het Pensioenfonds en ten belope van 22,22 pct. aan het financieren van de prestaties ten laste van het Solidariteits- en Perequatiefonds; <W /39, art. 213, 1, 011; Inwerkingtreding : > b) hetzij een maandelijkse bijdrage die ten belope van 87,5 pct. wordt besteed aan het financieren van de (ouderdoms- en overlevingsrenten) ten laste van het Pensioenfonds en ten belope van 12,5 pct. aan het financieren van de wezenuitkeringen zoals bepaald in de artikelen 24 tot 26. <W /39, art. 213, 1, 011; Inwerkingtreding : > De Koning bepaalt het minimum en maximum bedrag van de maandelijkse bijdragen bedoeld in het eerste lid, (...).) <W /31, art. 50, 1, 005; Inwerkingtreding : > <W /39, art. 213, 2, 011; Inwerkingtreding : > (De besluiten genomen ter uitvoering van het tweede lid houden op uitwerking te hebben op het einde van de twaalfde maand na de datum van inwerkingtreding indien ze bij het verstrijken van die termijn niet bij wet bekrachtigd zijn.) <W /39, art. 213, 3, 011; Inwerkingtreding : > (De Koning kan, bij een besluit vastgesteld na overleg in de Ministerraad, de in het eerste lid, a) en b) bedoelde procenten verhogen of verlagen.) <W /32, art. 159, 012; Inwerkingtreding : > 2. (De bepalingen van 1 zijn niet van toepassing op de verzekerden die onderdanen zijn van een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte of van de Zwitserse Confederatie. De bijdragen die door een verzekerde, onderdaan van een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte,
7 gestort zijn vóór 1 september 1990 of door een verzekerde, onderdaan van de Zwitserse Confederatie, gestort zijn vóór 1 juni 2002, en die de bestemming hebben gekregen waarin de bepalingen van 1, eerste lid, b), voorzien, worden ambtshalve besteed overeenkomstig artikel 17 indien de verzekerde of zijn rechthebbenden nog geen aanvraag ingediend hebben tot het verkrijgen van de uitkeringen waarin hoofdstuk III voorziet.) <W /30, art. 141, 010; Inwerkingtreding : > Art. 19. <W , art. 21.> De bedragen, bepaald in de artikelen 15 en 18, volgen de schommelingen van de prijzenindex bij consumptie, overeenkomstig de wet van 2 augustus 1971, houdende inrichting van een stelsel waarbij de wedden, lonen, pensioenen, toelagen en tegemoetkomingen ten laste van de Openbare Schatkist, sommige sociale uitkeringen, de bezoldigingsgrenzen waarmee rekening dient gehouden bij de berekening van sommige bijdragen van de sociale zekerheid der arbeiders, alsmede de verplichtingen op sociaal gebied opgelegd aan de zelfstandigen, aan het indexcijfer van de consumptieprijzen worden gekoppeld. (Bij de toepassing van de genoemde wet van 2 augustus 1971 worden die bedragen gekoppeld aan spilindex 103,14 (basis 1996 = 100).) <W /39, art. 214, 011; Inwerkingtreding : > HOOFDSTUK III _ Ouderdoms- en overlevingsverzekering. Eerste Afdeling - Ouderdomsrente. Art. 20. <W /39, art. 215, 011; Inwerkingtreding : > Met ingang van 1 januari 2007 krijgt de verzekerde, onder de hierna bepaalde voorwaarden, een levenslange ouderdomsrente. Het bedrag van de rente wordt bepaald in overeenstemming met een door de Koning goedgekeurd tarief. (De rente wordt berekend ten aanzien van een spilleeftijd van 65 jaar.) <W /32, art. 160, 012; Inwerkingtreding : > (Onverminderd de bepalingen van 2 is de rente ten vroegste verschuldigd vanaf de leeftijd van 65 jaar en in geen geval voor de datum van de aanvraag.) <W /33, art. 62, 1, 013; Inwerkingtreding : > Bovenbepaalde leeftijd kan met vijf jaar verminderd worden in overeenstemming met een door de Koning goedgekeurde schaal. (Indien de verzekerde na de leeftijd van 65 jaar ononderbroken bijdragen is blijven betalen, kan de rente verhoogd worden onder en overeenkomstig de door de Koning bepaalde voorwaarden en modaliteiten.) <W /32, art. 160, 012; Inwerkingtreding : > (De Koning bepaalt de overige modaliteiten en schalen voor de berekening van de rente.) <W /32, art. 160, 012; Inwerkingtreding : > De datum om in het genot van de rente te treden mag niet aan de datum voorafgaan waarop de verzekerde ophoudt deel te nemen aan de verzekering. De betaling van de rente wordt van rechtswege geschorst wanneer de gerechtigde opnieuw deelneemt aan de verzekering. De rente, verhoogd in overeenstemming met door de Koning bepaalde regelen, wordt opnieuw betaald wanneer de verzekerde ophoudt deel te nemen aan de verzekering. ( 2. Indien de verzekerde op 31 december 2006 ten minste twintig jaar aan de verzekering deelgenomen heeft, kan de rente ingaan op de leeftijd van 55 jaar. Indien de deelneming aan de verzekering op 31 december 2006 geen twintig jaar bereikt, wordt de leeftijd waarop de rente kan ingaan, als volgt vastgesteld : 18 jaar en minder dan 20 jaar : 56 jaar. 16 jaar en minder dan 18 jaar : 57 jaar. 14 jaar en minder dan 16 jaar : 58 jaar. 12 jaar en minder dan 14 jaar : 59 jaar.) <W /33, art. 62, 2, 013; Inwerkingtreding : > Art. 20bis. <W , art. 10.> De verzekerde van vreemde nationaliteit, van wie alle krachtens deze wet gestorte bijdragen gebruikt werden op de in artikel 17 voorgeschreven manier, bekomt een aanvullende rente ten bedrage van 17 pct. van de ouderdomsrente, bijaldien hij nog geen uitkeringen heeft gekregen die door deze wet ten laste van het Solidariteits- en Perequatiefonds en van het Invaliditeitsfonds aan de verzekerden worden toegezegd, en van zijn aanspraken daarop afziet, doch niet van de tegemoetkoming in kosten van geneeskundige verzorging die hij zou bekomen omdat hij de bijdragen betaalde waarover sprake in het tweede
8 lid van artikel 42. Die aanvullende rente wordt gereduceerd tot : a) 10 pct. wanneer de verzekerde uitkeringen van het Invaliditeitsfonds heeft gekregen, ofwel daar niet van afziet; b) 7 pct. wanneer de verzekerde uitkeringen van het Solidariteits- en Perequatiefonds heeft gekregen, of daar niet van afziet. De verzekerde, wiens bijdragen allemaal gebruikt werden op de manier voorgeschreven in artikel 18, lid a, of op de manier die aldaar en in artikel 17 is voorgeschreven, krijgt een aanvullende rente ten bedrage van 10 pct. van de ouderdomsrente, bijaldien hij nog geen uitkeringen heeft gekregen die krachtens deze wet uit het Solidariteits- en Perequatiefonds aan de verzekerden worden toegekend, en hij van die uitkeringen afziet. De wiskundige reserve voor de in dit artikel genoemde aanvullende rente, op de ingangsdatum der rente berekend, wordt aan het Pensioenfonds overgedragen: a) door het Solidariteits- en Perequatiefonds tot beloop van 10/17 en door het Invaliditeitsfonds tot beloop van 7/17, telkens wanneer het eerste lid wordt toegepast; b) door het Solidariteits- en Perequatiefonds, telkens wanneer het tweede lid, a, of het derde lid wordt toegepast; c) door het Invaliditeitsfonds wanneer het tweede lid, b, wordt toegepast. Afdeling 2 - (Overlevingsrente) <W /39, art. 216, 011; Inwerkingtreding : > Art (Een levenslange rente wordt aan de langstlevende echtgenoot van de verzekerde toegekend, mits het huwelijk aangegaan is vóór de in artikel 20 bepaalde ingenottreding van de rente.) <W /39, art. 217, 1, 011; Inwerkingtreding : > Indien de (laatstlevende echtgenoot) even oud is als de verzekerde en indien deze laatste in het genot van zijn ouderdomsrente is getreden, wordt het bedrag van de (overlevingsrente) op (60 pct.) van de genoemde ouderdomsrente vastgesteld. <W , art. 12., al. 1> <W /39, art. 217, 2, 011; Inwerkingtreding : > Indien de (laatstlevende echtgenoot) even oud is als deze verzekerde en indien deze laatste overleden is vooraleer hij in het genot van zijn ouderdomsrente is getreden, wordt het bedrag van de (overlevingsrente) vastgesteld op de onderstaande percentages van de theoretische rente, berekend overeenkomstig artikel 22. <W /39, art. 217, 2, 011; Inwerkingtreding : > (Bij overlijden van de verzekerde. Percentage. Vóór 31-jarige leeftijd pct. op 31-jarige leeftijd pct. op 32-jarige leeftijd pct. op 33-jarige leeftijd pct. op 34-jarige leeftijd pct. op 35-jarige leeftijd pct. op 36-jarige leeftijd pct. op 37-jarige leeftijd pct. op 38-jarige leeftijd pct. op 39-jarige leeftijd pct. op 40-jarige leeftijd pct. op 41-jarige leeftijd pct. op 42-jarige leeftijd pct. op 43-jarige leeftijd pct. op 44-jarige leeftijd pct. op 45-jarige leeftijd en later pct.) <W , art. 12., al. 2> 2. (Wanneer de verzekerde ongehuwd, weduwnaar, weduwe of uit de echt gescheiden is, wordt het met het oog op het vormen van de overlevingsrente verzekerd kapitaal aan het Solidariteits- en perequatiefonds gestort. Ingeval de verzekerde huwt na in genot te zijn getreden van de ouderdomsrente, wordt aan de langstlevende echtgenoot een rente toegekend, voor zover het overlijden niet heeft plaats gehad binnen het jaar na het
9 huwelijk. Indien de langstlevende echtgenoot even oud is als de verzekerde, is het bedrag van de rente gelijk aan 60 % van de bij artikel 20 bepaalde rente. De overlevingsrente komt ten laste van het Solidariteits- en perequatiefonds. Het huwelijk dient nochtans niet een jaar te duren indien één van de volgende voorwaarden vervuld is : - er is een kind geboren uit het huwelijk; - op het ogenblik van het overlijden is er een kind ten laste waarvoor één van de echtgenoten kinderbijslag ontving; - het overlijden is het gevolg van een na de datum van het huwelijk voorgekomen ongeval. In geval van postume geboorte binnen de driehonderd dagen na het overlijden gaat het overlevingspensioen in op de dag van het overlijden, voor zover de aanvraag binnen de twaalf maanden na de geboorte is ingediend.) <W /39, art. 217, 3, 011; ED : > 3. (Wanneer de verzekerde en de langstlevende echtgenoot in leeftijd verschillen en één van beide is jonger dan 65 jaar, wordt het rentebedrag gewijzigd in overeenstemming met een door de Koning goedgekeurde schaal.) <W /39, art. 217, 4, 011; Inwerkingtreding : > (De verklaring van afwezigheid in overeenstemming met de bepalingen van het Burgerlijk Wetboek geldt als bewijs van het overlijden. De afwezige echtgenoot wordt geacht overleden te zijn op de datum van de in kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraak van verklaring van afwezigheid.) <W /39, art. 217, 5, 011; Inwerkingtreding : > Art. 22. Wanneer de verzekerde niet in het genot is getreden van de ouderdomsrente, wordt de theoretische ouderdomsrente die als grondslag dient om het bedrag van de (overlevingsrente) te bepalen, als volgt berekend : <W /39, art. 218, 1, 011; ED : > 1 (indien de verzekerde de leeftijd van 65 jaar bereikt heeft, is het bedrag van de theoretische rente gelijk aan dat van de ouderdomsrente die de verzekerde op de datum van overlijden verkregen zou hebben.) <W /39, art. 218, 2, 011; Inwerkingtreding : > 2 bij overlijden van de verzekerde vóórdat hij de leeftijd van (65 jaar) bereikt heeft : <W /39, art. 218, 3, 011; Inwerkingtreding : > a) wanneer de verzekerde overleden is in de loop van een periode van verzekering en aan deze deelgenomen heeft gedurende de twaalf maanden vóór de maand van het overlijden, is de theoretische rente gelijk aan de ouderdomsrente die hij op (vijfenzestigejarige leeftijd) zou hebben genoten, uitgaande van de veronderstelling dat een jaarlijkse premie, berekend op de wijze bepaald in het volgende lid, constant is gebleven sedert de datum van overlijden tot op de dag (waarop de verzekerde 65 jaar zou zijn geworden), of tot de leeftijd waarop hij gedurende twintig jaar zou hebben deelgenomen aan de door deze wet ingestelde verzekering, indien deze laatste leeftijd beneden (65 jaar) is. <W /39, art. 218, 4, 011; Inwerkingtreding : > De jaarlijkse premie bepaald in het vorig lid is gelijk aan twaalfmaal het rekenkundig gemiddelde van de maandelijkse bijdragen aan de Dienst gestort van de drie laatste jaren van deelneming aan de verzekering. (De voorwaarden volgens dewelke gedurende de twaalf maanden die aan het overlijden voorafgaan aan de verzekering zou zijn deelgenomen, wordt echter niet opgelegd wanneer het overlijden het gevolg is van een ongeval, dat zich tijdens het laatste verzekeringstijdvak heeft voorgedaan;) b) wanneer de in a bepaalde voorwaarden niet verenigd zijn, is de theoretische rente gelijk aan de ouderdomsrente die de verzekerde op (vijfenzestigjarige leeftijd) genoten zou hebben, daarbij enkel rekening houdend met de stortingen die voor zijn rekening zijn gedaan. <W /39, art. 218, 5, 011; Inwerkingtreding : > Art. 22bis. <W , art. 12.> (De langstlevende echtgenoot van een in artikel 20bis bedoelde verzekerde die zelf een andere nationaliteit heeft dan deze beoogd in artikel 51, 1 tot 4, krijgt een aanvullende rente. Deze aanvullende rente bedraagt zoveel procent van de overlevingsrente als de verzekerde zelf had kunnen krijgen, voor zover de langstlevende echtgenoot geen uitkeringen heeft gekregen die deze wet hem toezegt ten laste van het Solidariteits- en perequatiefonds, en in voorkomend geval, ten laste van het Invaliditeitsfonds, en hij van alle aanspraken daarop afziet, met uitzondering van de terugbetaling van de kosten van geneeskundige verzorging die hij zou kunnen bekomen doordat de bijdragen betaald werden waarvan sprake in artikel 42, derde en vierde lid.) <W /39, art. 219, 011; Inwerkingtreding : > Aan het Pensioenfonds wordt de wiskundige reserve voor de aanvullende rente overgedragen conform het
10 laatste lid van artikel 20bis. Afdeling 2bis - (De aanvullende ouderdoms- en overlevingstoelage) <W /39, art. 220, 011; Inwerkingtreding : > Art. 22ter. 1. (Over de tijdvakken, waarover de verzekerde de in artikel 35, 1, bedoelde toelage uitgekeerd kreeg, kan een aanvullende ouderdomstoelage worden toegekend, berekend in overeenstemming met het bepaalde in 3. Worden aangerekend, de tijdvakken vóór de 65e verjaardag van de gerechtigde, of vóór de ingangsdatum van het ouderdomspensioen vastgesteld met toepassing van de bepalingen van artikel 20, vierde lid, in de mate waarin de verzekeringstijd korter is dan twintig jaar. De tijdvakken waarvan sprake in het tweede lid worden aangerekend bij de toekenning van de uitkeringen bedoeld in de artikelen 26, 42, 45 en 65. De aanvullende toelage wordt toegekend vanaf de ingangsdatum van het ouderdomspensioen.) <W /39, art. 221, 1, 011; Inwerkingtreding : > 2. (De tijdvakken van ziekte of invaliditeit, waarover overeenkomstig 1 een aanvullende ouderdomstoelage kan worden toegekend, worden aangerekend bij de toekenning van een aanvullende overlevingstoelage, berekend in overeenstemming met 3.) <W /39, art. 218, 2, 011; Inwerkingtreding : > Wanneer echter een persoon die de sub artikel 35, 1, bedoelde toelage heeft ontvangen, gedurende een verzekeringstijdvak overleden is, worden de tijdvakken van ziekte of invaliditeit aangerekend in de mate waarin de totale tijd, die in aanmerking genomen wordt bij de berekening van de ouderdomsrente waarvan de (de overlevingsrente) afgeleid wordt, minder bedraagt dan twintig jaar. <W /39, art. 221, 3, 011; Inwerkingtreding : > Bij overlijden van een persoon die de in vorig lid bedoelde toelage trok, moet rekening gehouden worden met de tijd tussen de sterftedatum en de datum waarop de zieke of de invalide (65 jaar) zou geworden zijn, in de mate waarin het totaal van de verzekeringstijd en van de in lid 1 bedoelde tijdvakken van ziekte of invaliditeit korter is dan twintig jaar. <W /39, art. 221, 4, 011; Inwerkingtreding : > (Wanneer de langstlevende echtgenoot hertrouwt, wordt de aanvullende toelage geschorst voor de duur van het nieuwe huwelijk.) <W /39, art. 221, 5, 011; Inwerkingtreding : > 3. De aanvullende toelage wordt uit het Solidariteits- en Perequatiefonds betaald en is gelijk aan de rente die gevormd zou geweest zijn zo verondersteld werd, dat over de tijdvakken, die krachtens de eerste twee paragrafen aangerekend worden, een jaarpremie betaald is geworden, berekend als volgt: de jaarpremie is gelijk aan (4 154,85 euro), vermenigvuldigd met de verhouding tussen het bijdragentotaal over de laatste zesendertig maanden verzekeringsdeelneming en het totaal dat over dezelfde tijdsspanne betaald had kunnen worden, uitgaande van een overeenkomstig artikel 19 vermeerderde maandbijdrage van (494,64 euro). <W /39, art. 237, 011; Inwerkingtreding : > De krachtens dit artikel aan te rekenen tijdvakken moeten niet doorlopend zijn. Hun totale duur wordt aangerekend tot beloop van het daarin begrepen aantal gehele maanden. 4. Wanneer de gerechtigde geen aanspraak kan maken op de in hoofdstuk VI voorgeschreven aanpassing van de uitkeringen aan de kosten van levensonderhoud, wordt de aanvullende toelage vermenigvuldigd met de in artikel 26bis bepaalde verhouding. Afdeling 2ter _ Diverse voorzieningen <W , art. 23.> Art. 22quater. <W , art. 23.> Inzake toepassing van artikel 22bis wordt geen rekening gehouden met de toelage, toegezegd krachtens artikel 49bis. Art. 22quinquies. <W /30, art. 6., 002> 1. (Vakantiegeld en aanvullend vakantiegeld worden jaarlijks uit het Solidariteits- en perequatiefonds toegekend aan de personen die een bij deze wet voorgeschreven ouderdoms- of overlevingspensioen trekken en die de volgende voorwaarden vervullen : a) geen door de wet van 16 juni 1960 dat de organismes belast met het beheer van de sociale zekerheid van de werknemers van Belgisch-Congo en Ruanda-Urundi onder de controle en de waarborg van de Belgische Staat plaatst, en dat waarborg draagt door de Belgische Staat van de maatschappelijke prestaties ten gunste van deze werknemers verzekerd gegarandeerd pensioen trekken;
11 b) daadwerkelijk de rente of het pensioen getrokken hebben voor de maand mei van het lopende jaar. 2. Voor de ouderdomsrentetrekker die de voorwaarden vervult welke vereist zijn in de werknemerspensioenregeling voor de toekenning van een ouderdomspensioen berekend op basis van 75 pct. van de bezoldiging, zijn het vakantiegeld en het aanvullend vakantiegeld gelijk aan de maximumbedragen voorgeschreven voor de werknemers; aan de andere gerechtigden worden de minimumbedragen betaald. Indien de gerechtigde een beroepsactiviteit uitoefent, worden het vakantiegeld en het aanvullend vakantiegeld integraal verschuldigd, verminderd of afgeschaft overeenkomstig de bepalingen vastgesteld door de Koning wat betreft de gerechtigden inzake een werknemerspensioen. De totale uitkering van het vakantiegeld en van het aanvullend vakantiegeld is beperkt tot het bedrag van de rente met betrekking tot de maand mei van het overwogen jaar. 3. Wanneer de gerechtigde aanspraak kan maken op gelijkaardige uitkeringen als die welke zijn voorgeschreven onder paragraaf 1 krachtens een andere sociale-zekerheidsregeling of in toepassing van de Belgische wetsbepalingen waarbij vakantiegeld wordt toegekend aan de gepensioneerden van de overheidsinstellingen, wordt hem ten laste van de Dienst vakantiegeld toegekend waarvan het bedrag gelijk is aan het totaal bedrag van het vakantiegeld vastgesteld overeenkomstig paragraaf 2 onder aftrek van het bedrag van die uitkeringen. Art. 22sexies. <Ingevoegd door W /32, art. 11, 004; Inwerkingtreding : > 1. (Ten laste van het Solidariteits- en perequatiefonds wordt een ouderdomspensioen toegekend aan de uit de echt gescheiden echtgenoot van een verzekerde die deelgenomen heeft aan de bij deze wet opgerichte verzekering, zo hij niet ontzet is geweest van het ouderlijke gezag of niet veroordeeld werd om diegene die zijn echtgenoot was naar het leven te hebben gestaan. Het genoemde ouderdomspensioen wordt niet uitgekeerd tijdens de duur van een nieuw huwelijk.) <W /39, art. 223, 1, 011; Inwerkingtreding : > (Het recht op dit pensioen is erkend : 1 aan de onderdanen van een Lidstaat van de Europese Economische Ruimte (en aan de onderdanen van een niet-lidstaat van de Europese Economische Ruimte die met toepassing van de Europese verordening 859/2003 aanspraak kunnen maken op de bepalingen van de Europese verordeningen 1408/71 en 574/72 inzake sociale zekerheid); <W /39, art. 223, 2, 011; Inwerkingtreding : > 2 aan de onderdanen van de Zwitserse Confederatie; 3 aan de staatlozen en aan de vluchtelingen zoals ze zijn gedefinieerd in artikel 51, 4 ; 4 aan de onderdanen van een land waarmee een wederkerigheidsakkoord werd gesloten die hen dit voordeel toekent; 5 aan de (gewezen echtgenoten) van een verzekerde met een nationaliteit vermeld in 1, 2, 3 of 4.) <W /30, art. 142, 010; Inwerkingtreding : > <W /39, art. 223, 3, 011; Inwerkingtreding : > 2. Het in 1 beoogde ouderdomspensioen is integraal betaalbaar aan de (uit de echt gescheiden echtgenoot) die geen beroepsactiviteit uitoefent. Wanneer de (uit de echt gescheiden echtgenoot) een beroepsactiviteit uitoefent, wordt het ouderdomspensioen integraal betaald, verminderd of geschorst overeenkomstig de bepalingen vastgesteld door de Koning wat de gerechtigden betreft inzake een werknemerspensioen. <W /39, art. 223, 4, 011; ED : > <W /39, art. 223, 4, 011; Inwerkingtreding : > Het pensioen gaat in op de eerste dag van de maand die volgt op deze tijdens dewelke de belanghebbende de aanvraag indient en ten vroegste op de eerste dag van de maand die volgt op deze (tijdens dewelke hij de leeftijd van 65 jaar bereikt heeft). <W /39, art. 223, 5, 011; Inwerkingtreding : > (Wanneer de belanghebbende die 65 jaar of ouder is, op het ogenblik van de echtscheiding een gedeelte van het pensioen van de verzekerde genoot, wordt het recht op het pensioen van uit de echt gescheiden echtgenoot ambtshalve onderzocht. In dat geval gaat het pensioen van uit de echt gescheiden echtgenoot in op de dag die volgt op deze waarop de echtscheiding gevolg heeft ten aanzien van derden.) <W /39, art. 223, 6, 011; Inwerkingtreding : > 3. Het bedrag van het in 1 beoogde ouderdomspensioen is gelijk aan 56,25 pct. van het ouderdomspensioen waarin (ten gunste van de verzekerde) wordt voorzien door deze wet, overeenstemmend met de periodes die in de duur van het huwelijk begrepen zijn. <W /39, art. 223, 7, 011; Inwerkingtreding : > (Wanneer echter de in 1 bedoelde persoon de echtgenoot was van een verzekerde van een andere
12 nationaliteit dan deze van een Lid-Staat van de Europese Economische Ruimte of van de Zwitserse Confederatie, is het in aanmerking te nemen ouderdomspensioen van de verzekerde datgene dat hem zou verworven geweest zijn, indien hij de Belgische nationaliteit zou hebben gehad.) <W /39, art. 223, 8, 011; Inwerkingtreding : > Het bedrag van het ouderdomspensioen van de gewezen echtgenoot wordt berekend op (65-jarige) leeftijd. Nochtans, wanneer de leeftijd waarop de verzekerde opgehouden heeft aan de verzekering deel te nemen en de leeftijd die hij bereikt had op de datum vanaf dewelke de echtscheiding gevolgen heeft ten aanzien van derden, hoger liggen dan (65 jaar), wordt het pensioen berekend op deze van die twee leeftijden welke (65 jaar) het dichtst benadert. <W /39, art. 223, 9, 011; Inwerkingtreding : > 4. Wanneer de (uit de echt gescheiden echtgenoot) een ouderdomspensioen geniet krachtens deze wet of een andere Belgische of buitenlandse pensioenregeling of krachtens een pensioenregeling van het personeel van een instelling naar internationaal publiek recht, wordt het gedeelte van dat pensioen dat betrekking heeft op de perioden beoogd in 3, eerste lid, afgetrokken van het ouderdomspensioen waarin dit artikel voorziet. <W /39, art. 223, 10, 011; Inwerkingtreding : > De Koning kan de regels vaststellen voor het berekenen van het aftrekbare bedrag van de pensioenen die niet krachtens deze wet worden toegekend. Afdeling 3 _ Wezenuitkeringen. Art. 23. (Voor een wezenrente en in voorkomend geval voor een jaarlijkse bijslag ten laste van het Solidariteits- en perequatiefonds komen in aanmerking bij overlijden van een verzekerde : a) de wettige, wettelijk erkende en geadopteerde kinderen van de verzekerde; b) de wettige, wettelijk erkende en geadopteerde kinderen van de echtgenoot, wanneer de vader of de moeder overleden is en dit Fonds hun geen enkele uitkering verleent.) <W /39, art. 224, 1, 011; Inwerkingtreding : > Het voordeel van de uitkeringen neemt een einde zodra het kind de leeftijd van 18 jaar bereikt, tenzij het werkelijk de lessen volgt in een onderwijsinrichting met volledig leerplan, en in ieder geval op (25-jarige) leeftijd. <W , art. 2.> De wezenuitkeringen worden betaald aan de persoon of aan de instelling die in feite het gerechtigde kind te haren laste heeft, volgens door de Koning vast te stellen bepalingen. Art. 24. In geval van overlijden van een (gehuwde verzekerde) wordt het bedrag van wezenrente voor ieder gerechtigd kind bepaald : <W /39, art. 225, 011; Inwerkingtreding : > a) op (een derde) van de rente waarop (een langstlevende echtgenoot) van dezelfde leeftijd als de verzekerde aanspraak zou kunnen maken ingevolge artikel 21, 1; <W , art. 13.> <W /39, art. 225, 011; Inwerkingtreding : > b) op (de helft) bij het overlijden van de overlevende echtgenoot. <W , art. 13.> Art. 25. <W /39, art. 226, 011; Inwerkingtreding : > In geval van overlijden van een verzekerde die ongehuwd, weduwnaar, weduwe of uit de echt gescheiden is, wordt het bedrag van de wezenrente vastgesteld per kind op 25 % van de ouderdomsrente die de verzekerde genoot, indien hij in het genot ervan getreden is, en in het tegenovergestelde geval, op 25 % van de theoretische rente bepaald overeenkomstig artikel 22. Art. 26. Het bedrag van de wezenbijslag wordt als volgt vastgesteld, met inachtneming van de duur van deelneming aan de verzekering: van 10 tot minder dan 12 jaar : (291,30 euro) <W /39, art. 237, 011; Inwerkingtreding : > van 12 tot minder dan 14 jaar : (407,82 euro) <W /39, art. 237, 011; Inwerkingtreding : > van 14 tot minder dan 16 jaar : (524,35 euro) <W /39, art. 237, 011; Inwerkingtreding : > van 16 tot minder dan 18 jaar : (640,88 euro) <W /39, art. 237, 011; Inwerkingtreding : >
13 van 18 tot minder dan 20 jaar : (757,41 euro) <W /39, art. 237, 011; Inwerkingtreding : > van 20 jaar en meer : (873,94 euro) <W /39, art. 237, 011; Inwerkingtreding : > (De wezenbijslag bedraagt (873,94 euro) wanneer de verzekerde tijdens een verzekeringstijdvak overleden is en hij bovendien aan de verzekering heeft deelgenomen gedurende de twaalf maanden die aan het overlijden voorafgingen, of wanneer hij aan de gevolgen van een ongeval is bezweken.) <W , art. 13. en 14.> <W /39, art. 237, 011; Inwerkingtreding : > Voor de toepassing van de bepalingen van het onderhavige artikel worden aangezien als perioden van deelneming aan de verzekering, de perioden van diensten en vakantie die recht geven op de prestaties inzake verzekering tegen de geldelijke gevolgen van ouderdom en vroegtijdige dood, welke zijn toegekend bij de wet van 16 juni Art. 26bis. <W , art. 15.> Wanneer de wees geen aanspraken heeft op de in hoofdstuk VI voorgeschreven aanpassing van de uitkeringen aan de kosten van levensonderhoud wordt de wezenbijslag vermenigvuldigd met de verhouding tussen het gemiddeld maximumbedrag der bijdragen die, uitgaande van een overeenkomstig artikel 19 aangepaste maandbijdrage van (370,98 euro), over de verzekeringstijd betaald had kunnen worden, enerzijds, en (370,98 euro), anderzijds. <W /39, art. 237, 011; Inwerkingtreding : > Art. 27. <W /32, art. 89, 006; Inwerkingtreding : > Wanneer het totaal bedrag der bijdragen dat voor de laatste zesendertig maanden verzekeringsdeelneming is gestort, kleiner is dan het maximum bedrag dat voor die periode betaald had kunnen worden uitgaande van een overeenkomstig artikel 19 vermeerderde maximummaandbijdrage van (370,98 euro), wordt de in artikel 26 bedoelde wezenbijslag verminderd door deze met de verhouding tussen die bedragen te vermenigvuldigen. <W /39, art. 237, 011; Inwerkingtreding : > Wanneer de bijdragen op grond van artikel 18 1, a) of b), werden gestort, dan wordt voor de toepassing van de regel, gesteld in het eerste lid, uitgegaan van een overeenkomstig artikel 19 vermeerderde maximummaandbijdrage van respectievelijk (333,87 euro) en (296,75 euro). <W /39, art. 237, 011; Inwerkingtreding : > Wanneer de bijdragen op grond van artikel 18, 2, tweede lid, de aldaar voorgeschreven andere bestemming kregen, dan wordt voor de toepassing van de regel, gesteld in het eerste lid, uitgegaan van een overeenkomstig artikel 19 vermeerderde maximum maandbijdrage van (296,75 euro). <W /39, art. 237, 011; Inwerkingtreding : > Art. 28. De in artikel 26 bepaalde bijslag kan slechts uit hoofde van een van de ouders der gerechtigde kinderen toegekend worden. Wanneer het bepaalde in het laatste lid van artikel 26 toepassing vindt en de wezen recht hebben op de bij de wet van 16 juni 1960 toegekende bijslagen, wordt alleen de hoogste bijslag toegekend. Art. 28bis. 1 <W , art. 16.> De wezenrenten en -uitkeringen waarover sprake in de artikelen 23 en 25 worden betaald : a) (tot op 25-jarige leeftijd) wanneer het kind, onder de voorwaarden bepaald bij artikel 62, 2, van de gecoordineerde wetten op de kinderbijslag voor loonarbeiders, met een leerovereenkomst is tewerkgesteld, doch geen werk verricht op grond van een arbeidsovereenkomst; <W /32, art. 90, 006; Inwerkingtreding : > b) zonder enige leeftijdsbeperking wanneer het in België verblijvende gerechtigde kind wegens zijn lichamelijke of geestelijke letsels helemaal niet voor de uitoefening van enig beroep geschikt is en bijaldien aan één van de volgende voorwaarden is voldaan : 1. de verzekerde moet gedurende ten minste zestien jaar aan de bij deze wet georganiseerde verzekering hebben deelgenomen : 2. hij moet tijdens een verzekeringstijdvak overleden zijn en bovendien aan de verzekering hebben deelgenomen gedurende de twaalf maanden die aan het overlijden voorafgaan, of hij moet overleden zijn ten gevolge van een ongeval; 3. hij moet tot de dag van zijn overlijden een bij hoofdstuk IV van deze wet voorgeschreven uitkering hebben
PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER 2006. (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels
PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER 2006 (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels Aangevuld, gewijzigd of aangepast door: - de wet van 21 december 2007 houdende diverse bepalingen (I) (B.S. 31 december
Nadere informatieTitel V. De overzeese sociale zekerheid
Titel V. De overzeese sociale zekerheid De twee socialezekerheidsstelsels die door de Dienst Overzeese Sociale Zekerheid (DOSZ) worden beheerd, vallen dan wel onder de Belgische binnenlandse wetten, toch
Nadere informatieDe programmawet (I) van 27 december 2006, art. 113 tot en met 133
Verschenen in het Belgisch Staatsblad van 28 december 2006 De programmawet (I) van 27 december 2006, art. 113 tot en met 133 HOOFDSTUK VI. Schadeloosstellingfonds voor asbestslachtoffers Afdeling 1. Opdracht
Nadere informatieWET VAN 29 MAART 1976. betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen. (B.S. 6 mei 1976)
WET VAN 29 MAART 1976 betreffende de gezinsbijslag voor zelfstandigen (B.S. 6 mei 1976) Gewijzigd door: - de wet van 17 maart 1993 (B.S. 22 april 1993) ; - de wet van 6 april 1995 (B.S. 26 juli 1995) ;
Nadere informatieTitel. Inhoudstafel Tekst Begin
Page 1 of 6 J U S T E L - Geconsolideerde wetgeving Einde Eerste woord Laatste woord Aanhef Inhoudstafel Einde Franstalige versie belgiëlex. be - Kruispuntbank Wetgeving ELI - Navigatie systeem via een
Nadere informatie6 MAART 2007. - Koninklijk besluit tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige geneesheren
6 MAART 2007. - Koninklijk besluit tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige geneesheren BS 20/03/2007 (dit KB vervangt het KB dd 31/03/1983 zie art 6 van KB 06-03-2007) Gewijzigd
Nadere informatieRolnummer 5855. Arrest nr. 178/2014 van 4 december 2014 A R R E S T
Rolnummer 5855 Arrest nr. 178/2014 van 4 december 2014 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 13, tweede lid, van de wet van 3 juli 1967 betreffende preventie van of de schadevergoeding
Nadere informatieTITEL I Algemene bepalingen
ADMINISTRATIEVE SCHIKKING BETREFFENDE DE TOEPASSING VAN DE OVEREENKOMST BETREFFENDE DE SOCIALE ZEKERHEID TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIË EN DE REPUBLIEK MOLDAVIË (Inwerkingtreding 01-01-2016, gepubliceerd
Nadere informatievan Belgische zijde: de heer Dr. Arthur NOKERMAN, Secretaris-generaal van het Ministerie van Sociale Voorzorg,
Administratieve schikking houdende de toepassingsmodaliteiten van de Overeenkomst betreffende de Sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Staat Israël, ondertekend te Brussel op 5 juli 1971
Nadere informatieWET VAN 5 MEI 2014 BETREFFENDE DIVERSE AANGELEGENHEDEN INZAKE DE PENSIOENEN VAN DE OVERHEIDSSECTOR. (B.S. 02.06.2014) Uittreksels
FEDERALE OVERHEIDSDIENST SOCIALE ZEKERHEID WET VAN 5 MEI 2014 BETREFFENDE DIVERSE AANGELEGENHEDEN INZAKE DE PENSIOENEN VAN DE OVERHEIDSSECTOR. (B.S. 02.06.2014) Uittreksels De Kamers hebben aangenomen
Nadere informatieGezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 september maandelijkse bedragen in EUR)
Gezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 september 2008 - maandelijkse bedragen in EUR) I. Samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders 1. Gewone kinderbijslag (artikel 40): eerste
Nadere informatieOverheidspensioenen in perspectief. Wat brengt de toekomst?
Overheidspensioenen in perspectief Wat brengt de toekomst? DE HERVORMING VAN DE OVERLEVINGSPENSIOENEN De overgangsuitkering? 3 Wijzigingen in de wet van 15 mei 1984 1. Inaanmerkingneming van wettelijke
Nadere informatieRolnummer Arrest nr. 150/2007 van 5 december 2007 A R R E S T
Rolnummer 4122 Arrest nr. 150/2007 van 5 december 2007 A R R E S T In zake : de prejudiciële vraag over artikel 21, 2, van de wet van 17 juli 1963 betreffende de overzeese sociale zekerheid, zoals van
Nadere informatieEUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT
EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT DE RAAD Brussel, 8 december 2006 (OR. en) 2005/0258 (COD) PE-CONS 3669/06 SOC 549 CODEC 1331 OC 898 WETGEVINGSBESLUITEN EN ANDERE INSTRUMENTEN Betreft: VERORDENING
Nadere informatie6 MAART Koninklijk besluit tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige geneesheren
6 MAART 2007. - Koninklijk besluit tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige geneesheren BS 20/03/2007 (dit KB vervangt het KB dd 31/03/1983 zie art 6 van KB 06-03-2007) Gewijzigd
Nadere informatieGezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 januari maandelijkse bedragen in EUR)
Gezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 januari 2008 - maandelijkse bedragen in EUR) I. Samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders 1. Gewone kinderbijslag (artikel 40): eerste
Nadere informatieI. VERKLARINGEN BEDOELD IN ARTIKEL 1, ONDER L), VAN VERORDENING (EG) NR. 883/2004 & DE DATUM VANAF WELKE DE VERORDENING VAN TOEPASSING ZAL ZIJN
Verklaring van België uit hoofde van artikel 9 van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels I. VERKLARINGEN
Nadere informatieVoor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst, wordt onder bedienden verstaan: de mannelijke en vrouwelijke bedienden.
CAO van 5 augustus 2010 gesloten in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige nijverheid tot oprichting van het fonds voor bestaanszekerheid voor het sectoraal pensioenstelsel voor de bedienden
Nadere informatieGezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 mei (maandelijkse bedragen in EUR)
Gezinsbijslag (schaal van kracht vanaf 1 mei (maandelijkse bedragen in EUR) I. Samengeordende wetten betreffende de kinderbijslag voor loonarbeiders 1. Gewone kinderbijslag (artikel 40) eerste kind 86,77
Nadere informatieTitel. Inhoudstafel Tekst Begin
J U S T E L - Geconsolideerde wetgeving Einde Eerste woord Laatste woord Wijziging(en) Parlementaire werkzaamheden Inhoudstafel Einde 46 uitvoeringbesluiten 4 gearchiveerde versies Franstalige versie Raad
Nadere informatieWet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen 1. TITEL 8. - Pensioenen. HOOFDSTUK 1. - Pensioenen van de overheidssector
Wet van 28 december 2011 houdende diverse bepalingen 1 TITEL 8. - Pensioenen HOOFDSTUK 1. - Pensioenen van de overheidssector Afdeling 1. - Verhoging van de pensioenleeftijd Art. 85. Artikel 46 van de
Nadere informatieGelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 12 mei 2005; A. CONTEXT VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN
SCSZ/05/69 1 BERAADSLAGING NR. 05/026 VAN 7 JUNI 2005 M.B.T. DE RAADPLEGING VAN HET WACHTREGISTER DOOR DE DIENST VOOR ADMINISTRATIEVE CONTROLE VAN HET RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING
Nadere informatiePROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels
PROGRAMMAWET (I) VAN 27 DECEMBER 2006 (B.S. 28 december 2006, 3e editie) Uittreksels Aangevuld, gewijzigd of aangepast door: - de wet van 21 december 2007 houdende diverse bepalingen (I) (B.S. 31 december
Nadere informatiekoninklijk besluit van 20 september 1998, wordt vervangen als volgt : «Artikel 1. De regeling ingesteld bij de wet van 3 juli 1967 betreffende de
JUNI 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 januari 1969 betreffende de schadevergoeding ten gunste van personeelsleden van de overheidssector, voor arbeidsongevallen
Nadere informatieAls zelfstandige arbeid je belangrijkste (of enige) beroepsactiviteit is, dan ben je zelfstandige in hoofdberoep.
7. Het sociaal statuut van een zelfstandige ondernemer. ---------------------------------------------------------------- 7.1. Sociaal statuut zelfstandige. 7.1.1.Hoofdberoep Als zelfstandige arbeid je
Nadere informatieVersie van DEEL VI Titel II Hoofdstuk VII Vergoeding voor de personeelsleden die het slachtoffer zijn van een opzettelijke gewelddaad
Versie van 10-03-2011 DEEL VI Titel II Hoofdstuk VII Vergoeding voor de personeelsleden die het slachtoffer zijn van een opzettelijke gewelddaad Inhoudsopgave 1. Wettelijke en reglementaire basis 2. Begunstigden
Nadere informatieWet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1
Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1 HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen HOOFDSTUK II. - Definities HOOFDSTUK III. [De informatieplicht] HOOFDSTUK IV. - Aansprakelijkheid
Nadere informatieCOLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 20 VAN 29 JANUARI 1976 BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN EEN DUBBEL VAKANTIEGELD VOOR EEN GEDEELTE VAN
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 20 VAN 29 JANUARI 1976 BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN EEN DUBBEL VAKANTIEGELD VOOR EEN GEDEELTE VAN DE VIERDE VAKANTIEWEEK, GEWIJZIGD DOOR DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMSTEN
Nadere informatieR.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering
R.I.Z.I.V. Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering Uitkeringen Omzendbrief VI nr 2010/504 van 23 december 2010 484/4 Van toepassing vanaf 1 januari 2011 Toepassing van artikel 28bis, 2
Nadere informatieKONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007
KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007 ter uitvoering van hoofdstuk VI, van titel IV, van de programmawet (I) van 27 december 2006 tot oprichting van een Schadeloosstellingfonds voor asbestslachtoffers (B.S.
Nadere informatieParitair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector Centra voor geestelijke gezondheidszorg, erkend door de Vlaamse Gemeenschap
Paritair Comité voor de Vlaamse welzijns- en gezondheidssector 3310002 Centra voor geestelijke gezondheidszorg, erkend door de Vlaamse Gemeenschap Haard- en standtoelage... 2 Collectieve arbeidsovereenkomst
Nadere informatieZIEKTEVERLOF. Gemeenteraadsbesluit van 27 juni 1966.
ZIEKTEVERLOF Gemeenteraadsbesluit van 27 juni 1966. Inwerkingtreding op 1 juli 1966 Uitvoering van artikel 58 van het Algemeen Stadsambtenarenreglement. Laatste wijziging: 02.05.2006. HOOFDSTUK I. TOEPASSINGSGEBIED.
Nadere informatieSOLIDARITEITSREGLEMENT VOOR DE WERKNEMERS TEWERKGESTELD IN HET PARITAIR COMITÉ 302. Inhoudstafel... 1. 1 Voorwerp... 2. 2 Werking in de tijd...
SOLIDARITEITSREGLEMENT VOOR DE WERKNEMERS TEWERKGESTELD IN HET PARITAIR COMITÉ 302 Inhoudstafel Inhoudstafel... 1 1 Voorwerp... 2 2 Werking in de tijd... 2 3 Aansluiting... 2 4 De solidariteitsinstelling
Nadere informatie21 MEI Koninklijk besluit houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen.
21 MEI 1965. - Koninklijk besluit houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen. HOOFDSTUK II. - Toezicht Afdeling 1. - Algemene bepaling
Nadere informatieTop-Hat Plus Plan. Type levensverzekering Levensverzekering van het type tak 21. Waarborgen
Top-Hat Plus Plan Type levensverzekering Levensverzekering van het type tak 21. Waarborgen - In geval van leven van de verzekerde op de einddatum van het contract waarborgt het contract de betaling van
Nadere informatiebelgiëlex. be - Kruispuntbank Wetgeving
Page 1 of 6 J U S T E L - Geconsolideerde wetgeving Einde Eerste woord Laatste woord Wijziging(en) Aanhef 2 2 gearchiveerde Inhoudstafel uitvoeringbesluiten versies Franstalige Einde versie Raad van State
Nadere informatieCOLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 36 TER VAN 27 NOVEMBER 1981 BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN SOCIALE VOORDELEN TEN LASTE
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 36 TER VAN 27 NOVEMBER 1981 BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN SOCIALE VOORDELEN TEN LASTE VAN HET SOCIAAL FONDS VOOR DE UITZENDKRACHTEN ---------------------------------------------
Nadere informatieGelet op de wet van 15 januari 1990 houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid, inzonderheid op artikel 15;
SCSZ/07/007 1 BERAADSLAGING NR. 07/004 VAN 9 JANUARI 2007 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS DOOR DE VERENIGING ZONDER WINSTOOGMERK CIMIRE AAN DE RIJKSDIENST VOOR PENSIOENEN MET HET
Nadere informatieDoor een aantal wettelijke beschikkingen moest een einde komen aan dergelijke vorm van aanvullende pensioenfondsen.
PC 216 NOTARIAAT AANVULLEND PENSIOEN DER NOTARISBEDIENDEN Woord Vooraf In het verleden (vóór 1987) bestond er voor de notarisbedienden een aanvullend pensioen volgens een repartitiesysteem, verspreid over
Nadere informatieGelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235,
C14-7 Richtlijn betreffende het recht van onderdanen van een Lid-Staat op het grondgebied van een andere Lid-Staat verblijf te houden na er een werkzaamheid anders dan in loondienst te hebben uitgeoefend
Nadere informatieOprichting van een Fonds voor Bestaanszekerheid demografie voor de sector van de chemie, kunststoffen en life sciences
Oprichting van een Fonds voor Bestaanszekerheid demografie voor de sector van de chemie, kunststoffen en life sciences CAO gesloten op 18 oktober 2016 in het Paritair Comité voor de bedienden uit de scheikundige
Nadere informatieSectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid
Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid SCSZ/11/142 BERAADSLAGING NR 11/092 VAN 6 DECEMBER 2011 MET BETREKKING TOT DE ONDERLINGE UITWISSELING VAN PERSOONSGEGEVENS
Nadere informatieWetboek van de inkomstenbelastingen 1992, titel III, hoofdstuk II, afdeling III, onderafdeling 4. Ondernemingen die investeren in een raamovereenkomst voor de productie van een audiovisueel werk Art. 194ter.
Nadere informatieFederale Pensioendienst Zuidertoren 1060 Brussel Overlevingspensioenen van het ambtenarenstelsel
Federale Pensioendienst Zuidertoren 1060 Brussel www.pensioendienst.fgov.be Overlevingspensioenen van het ambtenarenstelsel Maart 2017 2 3 INHOUDSTAFEL Inleiding... 4 Enkele opmerkingen in verband met
Nadere informatieCOLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 20 VAN 29 JANUARI 1976 BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN EEN DUBBEL VAKANTIEGELD VOOR EEN GEDEELTE VAN
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 20 VAN 29 JANUARI 1976 BETREFFENDE DE TOEKENNING VAN EEN DUBBEL VAKANTIEGELD VOOR EEN GEDEELTE VAN DE VIERDE VAKANTIEWEEK, GEWIJZIGD DOOR DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMSTEN
Nadere informatieOverlevingspensioenen van de overheidssector
Juni 2014 Overlevingspensioenen van de overheidssector Pensioendienst voor de overheidssector PDOS Victor Hortaplein 40 bus 30 1060 Brussel www.pdos.fgov.be 2 3 Inhoudstafel Inleiding... 4 Enkele opmerkingen
Nadere informatie(B.Vl.Reg. 20.I.1993) (B.Vl.Reg. 19.I.1994) (B.S. 27.IV.1990, err. B.S. 11.IX.1990)1
BESLUIT van de VLAAMSE REGERING van 7 MAART 1990 tot vaststelling van de voorwaarden van toekenning, van het bedrag en van de betalingsmodaliteiten van de uitkeringen en het aanvullend loon van de gehandicapten
Nadere informatie[Artikel 1. [ 1. De wedden van de ambtsdragers bij de Raad van State worden vastgesteld als volgt (in euro):
[Wet van 5 april 1955 inzake de wedden van de ambtsdragers bij de Raad van State en de magistraten en leden van de griffie van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen] 1 (B.S. 23-4-1955) Historisch overzicht
Nadere informatieHuman Resources Terms & Conditions
DE DIBISS, EEN INTRODUCTIE De of kortweg DIBISS is een Belgische federale openbare instelling van sociale zekerheid. De DIBISS biedt op velerlei vlakken bescherming inzake sociale zekerheid aan alle personen
Nadere informatieStaatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2003 221 Rijkswet van 8 mei 2003 tot wijziging van de rijkswet van 20 december 1989, houdende regeling van pensioenen en uitkeringen aan Gouverneurs
Nadere informatieCOLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR.77 TER
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR.77 TER ----------------------------------------------------------------------------- Zitting van woensdag 10 juli 2002 --------------------------------------------- COLLECTIEVE
Nadere informatieNATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN
NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN DIRECTIE HUMAN RESOURCES Brussel, 27 oktober 2003 Bureau HR. 341 Sectie 52 Tel. : 911/52516 BERICHT NR. 49 HR Verdeling : 999 : 0 410 : 99 HR.341 : 100 ex.
Nadere informatieAdministratieve schikking voor de toepassing van de overeenkomst over de sociale zekerheid tussen België en Canada van 10 mei 1984
Administratieve schikking voor de toepassing van de overeenkomst over de sociale zekerheid tussen België en Canada van 10 mei 1984 (Inwerking getreden op 1 januari 1987 Belgisch Staatsblad: 10 februari
Nadere informatieVR DOC.0834/4BIS
VR 2018 2007 DOC.0834/4BIS Bijlage 3 Besluit van de Vlaamse Regering houdende sommige maatregelen tot harmonisatie van de toelagen en presentiegelden aan commissarissen, gemachtigden van financiën, afgevaardigden
Nadere informatieWet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1
Wet van 3 juli 2005 betreffende de rechten van vrijwilligers (B.S.29.VIII.2005) 1 HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen HOOFDSTUK II. - Definities HOOFDSTUK III. - De organisatienota HOOFDSTUK IV. - Aansprakelijkheid
Nadere informatieBERICHT Nr. 27 PP 3 juli 2000
BERICHT Nr. 27 PP 3 juli 2000 HAARD- EN STANDPLAATSTOELAGE Tabel van de van kracht zijnde bijvoegsels bij bericht 27 PP van 2000 Nr. van het bijvoegsel Nr. en jaar van het bericht Wijzigingen 2 50 PP/2001
Nadere informatieTC/01/97. Gelet op de aanvraag van de Kruispuntbank; Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 17 september 2001;
TC/01/97 BERAADSLAGING NR. 01/77 VAN 2 OKTOBER 2001 BETREFFENDE EEN AANVRAAG VOOR DE RAADPLEGING VAN HET NATIONAAL REPERTORIUM VAN DE KINDERBIJSLAGEN DOOR DE RVP, HET FAO, DE ADMINISTRATIE DER PENSIOENEN
Nadere informatie12 DECEMBER Wet tot vaststelling van de arbeidsduur. van de geneesheren, de tandartsen, de dierenartsen,
12 DECEMBER 2010. - Wet tot vaststelling van de arbeidsduur van de geneesheren, de tandartsen, de dierenartsen, kandidaat-geneesheren in opleiding, kandidaat-tandartsen in opleiding en studenten-stagiairs
Nadere informatieSectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid»
Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale zekerheid» SCSZ/07/162 BERAADSLAGING NR. 07/059 VAN 6 NOVEMBER 2007 MET BETREKKING TOT DE MEDEDELING VAN PERSOONSGEGEVENS
Nadere informatieREGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN
REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN Februari 2011 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1.1 Inleidende bepalingen 1.
Nadere informatieUITTREKSEL VAN DE WET VAN 10 APRIL 1971 OP DE ARBEIDSONGEVALLEN
- AD1072NL UITTREKSEL VAN DE WET VAN 10 APRIL 1971 OP DE ARBEIDSONGEVALLEN 1. Artikel 6 1. De nietigheid van de arbeidsovereenkomst kan niet worden ingeroepen ten aanzien van de toepassing van deze wet.
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 30/09/2014
Datum van inontvangstneming : 30/09/2014 Samenvatting C-408/14-1 Zaak C-408/14 Samenvatting van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 98, lid 1, van het Reglement voor de procesvoering
Nadere informatieParitair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk
2140000 Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk Sectoraal akkoord 2009 2010... 2 Collectieve arbeidsovereenkomst van 24 april 2009 (92.203)... 2 Invoering van een nieuwe
Nadere informatieINTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF
INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF Opdat sommige kapitalen en afkoopwaarden in aanmerking zouden kunnen komen voor een fiscaal gunstig regime (hetzij de aanslagvoet van 10 %, hetzij de beperking
Nadere informatieOvereenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Staat Israël
Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Staat Israël (Inwerking getreden op 1 mei 1973 - Belgisch Staatsblad 18 april 1973) De Regering van het Koninkrijk België
Nadere informatieSOLIDARITEITSREGLEMENT VOOR DE BEDIENDEN TEWERKGESTELD IN HET PARITAIR COMITÉ 220. Inhoudstafel... 1. 1 Voorwerp... 2. 2 Werking in de tijd...
Bijlage 4 SOLIDARITEITSREGLEMENT VOOR DE BEDIENDEN TEWERKGESTELD IN HET PARITAIR COMITÉ 220 Inhoudstafel Inhoudstafel... 1 1 Voorwerp... 2 2 Werking in de tijd... 2 3 Aansluiting... 2 4 De solidariteitsinstelling
Nadere informatieSCSZ/04/85. Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank van 24 mei 2004; Gelet op het verslag van de heer Michel Parisse.
SCSZ/04/85 BERAADSLAGING NR 04/024 VAN 6 JULI 2004 M.B.T. DE MEDEDELING VAN SOCIALE GEGEVENS VAN PERSOONLIJKE AARD DOOR DE VERZEKERINGSINSTELLINGEN AAN DE SOCIALEVERZEKERINGSFONDSEN VOOR ZELFSTANDIGEN,
Nadere informatieKONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007
KONINKLIJK BESLUIT VAN 11 MEI 2007 ter uitvoering van hoofdstuk VI, van titel IV, van de programmawet (I) van 27 december 2006 tot oprichting van een Schadeloosstellingfonds voor asbestslachtoffers (B.S.
Nadere informatieDB Pension Plan/DB Long Term Plan Algemene Voorwaarden
DB Pension Plan/DB Long Term Plan Algemene Voorwaarden INHOUDSTAFEL Pag. Hoofdverzekering Hoofdstuk I Definities 2 Hoofdstuk II Voorwerp van de verzekering 2 Artikel 1 Voorwerp van het contract 2 Artikel
Nadere informatieTRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1996 Nr. 208
21 (1996) Nr. 2 TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN JAARGANG 1996 Nr. 208 A. TITEL Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Noorwegen inzake sociale zekerheid; Oslo,
Nadere informatieDatum van inontvangstneming : 22/02/2013
Datum van inontvangstneming : 22/02/2013 Vertaling C-32/13-1 Zaak C-32/13 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 22 januari 2013 Verwijzende rechter: Sozialgericht Nürnberg (Duitsland)
Nadere informatieGelet op artikel 97, zevende lid, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement;
Regeling uitkering substantieel bezwarende functies 2006 [Regeling vervalt per 01-04-2015.] Zichtdatum 07-02-2018 Geldend van 01-01-2010 t/m 31-03-2015 Regeling uitkering substantieel bezwarende functies
Nadere informatieDate de réception : 10/01/2012
Date de réception : 10/01/2012 Resumé C-619/11-1 Zaak C-619/11 Resumé van het verzoek om een prejudiciële beslissing overeenkomstig artikel 104, lid 1, van het reglement voor de procesvoering van het Hof
Nadere informatieKan een VAPZE gecombineerd worden met een groepsverzekering?
Kan een VAPZE gecombineerd worden met een groepsverzekering? Sedert enkele jaren hebben zelfstandigen de mogelijkheid om via hun sociaal verzekeringsfonds een aanvullend pensioen op te bouwen, het zogenaamde
Nadere informatieStichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding Gist-Brocades. VUT Reglement
Stichting Vrijwillig Vervroegde Uittreding Gist-Brocades VUT Reglement Uitgave februari 2006 REGLEMENT VRIJWILLIG VERVROEGDE UITTREDING DSM GIST SERVICES B.V. Inhoudsopgave blz. Artikel 1 Definities...
Nadere informatie(Inwerking getreden op 1 november 1999 Belgisch Staatsblad: )
Administratieve schikking houdende de modaliteiten van toepassing van de overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en de Republiek Chili (Inwerking getreden op 1 november
Nadere informatieKONINKLIJK BESLUIT NR. 72 VAN 10 NOVEMBER 1967. betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen. (B.S.
KONINKLIJK BESLUIT NR. 72 VAN 10 NOVEMBER 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen (B.S. 14 november 1967) P.1 Aangevuld, gewijzigd en aangepast door : - de wet van 1 april 1969
Nadere informatie(Inwerking getreden: 01 augustus 1971 Belgisch Staatsblad: 25 juni 1971) Zijne Majesteit de Koning der Belgen, Zijne Majesteit de Koning van Marokko,
Algemeen Verdrag tussen het Koninkrijk België en het Koninkrijk Marokko betreffende de sociale zekerheid ------------------------------------------------------- (Inwerking getreden: 01 augustus 1971 Belgisch
Nadere informatieUITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden.
Nr 3213 ar. JZio GEMEENTE DORDRECHT UITKERINGSVERORDENING vrijwillig vervroegd uittreden. Artikel l Deze verordening verstaat onder: a. ontslag: ontslag als bedoeld in artikel H 12a van het Algemeen Ambtenarenreglement
Nadere informatieWet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités (B.S. 15.I.1969) 65
INHOUDSTAFEL Woord vooraf Inhoudsoverzicht Inhoudstafel III V VII I. ARBEIDSRECHT Wet van 20 september 1948 houdende organisatie van het bedrijfsleven (B.S. 27/28.IX.1948) (uittreksel: art. 14-36) 3 Wet
Nadere informatie26 JUNI Wet betreffende het statuut van de tussenpersonen op het gebied van het goederenvervoer.
26 JUNI 1967. - Wet betreffende het statuut van de tussenpersonen op het gebied van het goederenvervoer. Publicatie Belgisch Staatsblad : 27-09-1967 nummer : 1967062604 bladzijde : 10121 Dossiernummer
Nadere informatieNATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN
NATIONALE MAATSCHAPPIJ DER BELGISCHE SPOORWEGEN Directie Human Resources Brussel, 19 april 2004 Bureau HR 124 Sectie 53 Tel. 911/52993 Nr.2.1.393 BERICHT 23 HR Uitreiking: 99 999: 0 (Reserve HR 124:25
Nadere informatieCAPIPLAN 1. Type levensverzekering Levensverzekering met gewaarborgde rentevoet (Tak 21). Waarborgen
CAPIPLAN 1 Type levensverzekering Levensverzekering met gewaarborgde rentevoet (Tak 21). Waarborgen Hoofdwaarborg Bij leven van de verzekerde op de einddatum: Het contract waarborgt de betaling van de
Nadere informatieCOLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 23 VAN 25 JULI 1975 BETREFFENDE DE WAARBORG VAN EEN GEMIDDELD MINIMUM MAANDINKOMEN (1)
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 23 VAN 25 JULI 1975 BETREFFENDE DE WAARBORG VAN EEN GEMIDDELD MINIMUM MAANDINKOMEN (1) ------------------------ Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve
Nadere informatie(Inwerking getreden op 1 november 2010 Belgisch Staatsblad: 29 oktober 2010)
Administratieve Schikking houdende de toepassingsmodaliteiten van de Overeenkomst betreffende de sociale zekerheid tussen het Koninkrijk België en Quebec (Inwerking getreden op 1 november 2010 Belgisch
Nadere informatieREGLEMENT AANVULLEND ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN VAN STICHTING PENSIOENFONDS IMTECH
REGLEMENT AANVULLEND ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN VAN STICHTING PENSIOENFONDS IMTECH Inhoudsopgave Artikel Titel 1. Algemene bepalingen 1 2. Deelnemers 1 3. Jaarsalaris 2 4. Arbeidsongeschiktheidspensioengrondslag
Nadere informatieTop-Hat Plus Plan Capiplan of Capi 23 1
Top-Hat Plus Plan Capiplan of Capi 23 1 INDIVIDUELE PENSIOENTOEZEGGING (tak 21) Type levensverzekering Capiplan Levensverzekering met gewaarborgde rentevoet op de premies gestort in het tak 21-gedeelte
Nadere informatieCOMMISSIE VOOR HET VRIJ AANVULLEND PENSIOEN VOOR ZELFSTANDIGEN ADVIES NR. 2 VAN 15 SEPTEMBER 2003
COMMISSIE VOOR HET VRIJ AANVULLEND PENSIOEN VOOR ZELFSTANDIGEN ADVIES NR. 2 VAN 15 SEPTEMBER 2003 INVENTARIS VAN DE VRAGEN BETREFFENDE TITEL II, HOOFDSTUK I, AFDELING 4 VAN DE PROGRAMMAWET (I) VAN 24 DECEMBER
Nadere informatieCAPI 23 1 PENSIOENSPAREN, LANGE TERMIJNSPAREN EN NIET-FISCAAL SPAREN
CAPI 23 1 PENSIOENSPAREN, LANGE TERMIJNSPAREN EN NIET-FISCAAL SPAREN Type levensverzekering Levensverzekering met gewaarborgde rentevoet op de premies gestort in het tak 21-gedeelte van het contract (Tak
Nadere informatieTitel. Inhoudstafel Tekst Begin
Titel 25 AUGUSTUS 2012. - Koninklijk besluit tot wijziging van het stelsel van loopbaanonderbreking voor wat de openbare sector betreft Bron : PERSONEEL EN ORGANISATIE.WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL
Nadere informatieAanvullend reglement. Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) 2016. 20150622 Reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag)
Aanvullend reglement 1 Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) 2016 20150622 Reglement Pensioenopbouw boven Salarisgrens (laag) Aanvullend reglement 2 Voorwoord De verplichte pensioenregeling
Nadere informatieCOLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 63 VAN 5 MAART 1997 BETREFFENDE DE TOEKENNING IN 1997 EN 1998 VAN EEN AANVULLENDE VERGOE-
COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST NR. 63 VAN 5 MAART 1997 BETREFFENDE DE TOEKENNING IN 1997 EN 1998 VAN EEN AANVULLENDE VERGOE- DING GELIJK AAN HET DUBBEL VAKANTIEGELD VOOR DE DERDE DAG VAN DE VIERDE VAKANTIEWEEK
Nadere informatieHOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen. Voor de toepassing van dit besluit wordt met de term «gemeente» ook een «brandweerintercommunale» verstaan.
KONINKLIJK BESLUIT VAN 12 OKTOBER 2011 TOT OVERPLAATSING NAAR DE FOD BINNENLANDSE ZAKEN VAN DE PERSONEELSLEDEN IN DIENST BIJ DE CENTRA VAN HET EENVORMIG OPROEPSTELSEL. (inw. 31 oktober 2011) (B.S. 21.10.2011)
Nadere informatie(Inwerking getreden op 1 oktober 1971 Belgisch Staatsblad: 8 september 1971) Zijne Majesteit de Koning der Belgen,
O V E R E E N K O M S T tussen het Koninkrijk Belgie en de Democratische Republiek Kongo betreffende de sociale zekerheid van de zeelieden ter koopvaardij (Inwerking getreden op 1 oktober 1971 Belgisch
Nadere informatieINTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF
INTERPRETATIE VAN HET BEGRIP EFFECTIEF ACTIEF Opdat sommige kapitalen en afkoopwaarden in aanmerking zouden kunnen komen voor een fiscaal gunstig regime (hetzij de aanslagvoet van 10%, hetzij de beperking
Nadere informatieFOD Sociale Zekerheid DG Zelfstandigen
FOD Sociale Zekerheid DG Zelfstandigen NOTA OVER HET NIEUW STATUUT VOOR MEEWERKENDE ECHTGENOTEN Vanaf 1 juli 2005 zijn alle meewerkende echtgenoten verplicht onderworpen aan het volledig sociaal statuut
Nadere informatieGeldigheidsdatum: 01/01/2011 Laatste aanpassing: 02/05/2016. Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid Nationaal
Paritair Comité voor de scheikundige nijverheid 1160001 Nationaal Eindejaarspremie... 1 Vakantiegeld 4 e vakantieweek... 1 Aanvullend pensioen... 3 Ploegenpremies... 4 Arbeid op zon en feestdag... 4 Overuren...
Nadere informatieBS 05/03/2018. In voege vanaf 05/03/2018, tenzij anders bepaald (cf. art. 9)
28 FEBRUARI 2018. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de regels voor de medische verkiezingen zoals bedoeld in artikel 211, 1, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige
Nadere informatie(Sociaal) VRIJ AANVULLEND PENSIOEN 1
(Sociaal) VRIJ AANVULLEND PENSIOEN 1 Type levensverzekering Levensverzekering met gewaarborgde rentevoet (Tak 21). Mogelijkheid om te kiezen voor een formule waarbij dit met betrekking tot de winstdeelname
Nadere informatieCapiplan. Type levensverzekering Levensverzekering van het type tak 21 Waarborgen
Capiplan Type levensverzekering Levensverzekering van het type tak 21 Waarborgen - In geval van leven van de verzekerde op de einddatum van het contract waarborgt het contract de betaling van de totale
Nadere informatie