GMR VERGADERING 19 APRIL 2005

Transcriptie

1 GMR VERGADERING 19 APRIL 2005 Overzicht van aan- en afwezigen School GMR-vertegenwoordiger Aanwezig Apollo 11 Harry Boukes Ja Dr. Bosschool Veerle Pachen Ja De Cirkel Jasper Bunt Ja De Hoge Raven Souad el Mourabet Ja Jan Nieuwenhuyzen Rien van Keeken Ja Jenaplan Witte Vrouwen Kiki Poels Ja Janine Kerstholt Jules Verneschool Sonja Wierenga Ja Kees Valkensteinschool Marcel van Dijk Afgemeld De Kleine Dichter Vera Lettinck Nee De Klim Wytse de Jong Ja De Koekoek Jos Scheurink Ja Kohnstammschool Eric Heijs Ja Maaspleinschool Yadigar Yigit Ja De Meander Karin Tromp Ja Oog in Al Johan van der Pol Ja De Pantarijn Peter Kolmeijer Nee Parkwijck Fanny Groenendijk Ja Pr. Margrietschool Harke Hofman Afgemeld Rietendakschool Annelies Kampschuur Ja Tuindorpschool Jacqueline de Planque (o) Ja Ellen Meijer De Twijn Barend Sneller Ja SPO Thea Meijer Ja Eric van Dorp Notuliste Monique Hofland Ja Agendalid Anne Frank Dr. D. Herderscheeschool Luc Stevensschool Voordorp VERSLAG GMR VERGADERING D.D. 19 APRIL 2005

2 1. Opening Veerle opent de bijeenkomst en heet de aanwezigen welkom. Afmeldingen zijn ontvangen van Harke Hofman (Pr. Margrietschool) en Marcel van Dijk (Kees Valkensteinschool). In plaats van Ad van Tok is Karin Tromp aanwezig (De Meander). 2. Notulen (15 februari 2005) Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. 3. Ingekomen stukken Er zijn geen ingekomen stukken. 4. Mededelingen DB a. Lustrum conferentie: de uitnodigingen voor de lustrum conferentie op 31 mei a.s. zijn verzonden naar de GMR-leden en de schooldirectie. De GMR-leden worden verzocht hun MRcollega s te informeren. b. Barend Sneller is bereid gevonden om met ingang van volgend schooljaar voorzitter van de GMR te zijn. c. In het kader van de verdere professionalring van medezeggenschap binnen de SPO heeft het GMR-db een presentatie gegeven aan het SPO-bestuur. Op basis van de evaluaties in de GMRvergaderingen en eigen indrukken is een aantal punten neergelegd bij de directie en het bestuur die bijzondere aandacht vragen. Dit zijn: medezeggenschap moet een onderdeel van het managementcontract van schooldirecteuren zijn (dit viel in goede aarde); gepleit is voor een digitaal beleidsarchief; gepleit is voor een regulier overleg tussen GMR-db en bestuur (wordt opgepakt); in het SPO-bestuur is namens de GMR een aantal bestuursleden benoemd. Van de 9 bestuurszetels mogen er 5 namens de GMR worden voorgedragen. Het contact met deze bestuursleden is er niet of nauwelijks. Gezocht gaat worden hoe een terugkoppeling vorm en inhoud kan krijgen. d. De meeste punten werden herkend door het bestuur. Het was een prettig gesprek met een goede dialoog. e. Adreslijst: svp goed checken. Op de adreslijst krijgt de bovenste vermelding de post.

3 SPO f. Een keer per twee jaar vindt een koersmiddag plaats. Hierbij zijn aanwezig GMR-db, directeuren en bestuur. De te bespreken onderwerpen zijn veelal een verkenning naar toekomst. In de onlangs gehouden koersmiddag is gesproken over de wijze van besturen (Policy Governance). g. De gemeente Utrecht is overgegaan tot de betaling van de voorzieningen van de scholen. De beginbalans 2004 kan nu gemaakt worden en vervolgens de jaarrekening. h. Eind april vindt overleg met de gemeente Utrecht plaats over de arbeidsondersteunende plaatsen (ID-ers). Hopelijk kunnen banen gecreëerd worden bij één van de andere bedrijven. i. Binnen de SPO is men druk bezig met de herplaatsingsprocedure. Dit is nodig omdat er minder formatie is dan vorig jaar. Voor personeel met een vaste benoeming kan een passende werkplek elders binnen de organisatie geboden worden. Dat geldt deels ook voor personeel met een tijdelijke aanstelling, echter niet alle tijdelijke aanstellingen kunnen gecontinueerd worden. j. Het Vervangingsfonds heeft financiële problemen. Maatregelen zijn getroffen. De vervangingspoule is bevroren en het Plustraject stopt. Tegen beide maatregelen is bezwaar gemaakt, overleg is nog gaande. De uitkomst daarvan bepaalt de eventueel aanvullend te creëren ruimte. MR-en k. De obs Parkwijck gaat eind april verhuizen naar een splinternieuw gebouw in Leidsche Rijn. 5. Zorgplan Het zorgplan wordt informatief behandeld. Op het meerjarenzorgplan is indertijd instemming gegeven. De jaarlijkse zorgplannen maken hier deel van uit. De titelpagina wekt verwarring hierover. Anneke Stokman licht het zorgplan toe. Een verklarende woordenlijst en leeswijzer zijn dit jaar bijgevoegd. De doelen van het zorgplan zijn gelijk aan die van het meerjarenzorgplan Voorts is er weinig veranderd. Nadat de scholen het eerste jaar met de rugzakjes gewerkt hebben, wordt nu de noodzaak duidelijk om er meer beleid op te maken. Wat kan een school aan en wat niet. Het gemeentelijke beleid is onzeker. Vanuit de gemeente is de nieuwe wet op de jeugdzorg gekomen. De gemeente neemt een deel van de taken van de provincie over. De zorgstructuren in de stad moeten veranderd worden. In Leidsche Rijn/Vleuten-De Meern wordt een zorgloket/jeugdloket geopend. Voorts blijft de gemeente vasthouden aan wijkgericht-werken.

4 Voor de drie scholen uit Vleuten/De Meern die overgaan naar het samenwerkingsverband van de SPO is voorzien in een apart overleg na de zomervakantie met de ib-ers van deze scholen over de overgang. Het zorgplan wordt per hoofdstuk doorgenomen. Vragen worden beantwoord door Anneke Stokman. De kengetallen zijn m.n. voor ib-ers interessant. In het ib-netwerk worden deze getallen bestudeerd en wordt geconcludeerd wat voor verbetering vatbaar is. De systematiek rond de leerlingenzorg is niet geheel helder. De suggestie wordt gedaan om hier aandacht aan te besteden tijdens de MR-netwerk bijeenkomst (zorgstructuur, zorgplatform, PCL etc). Opgemerkt wordt dat het lastig is om conclusies te trekken. Anneke geeft aan dat er 31 scholen zijn aangesloten. De ene school heeft het beter voor elkaar dan de andere maar alle scholen zijn goed bezig. Er wordt goed ingespeeld op de individuele behoeftes van leerlingen. De inspectie hanteert een aantal indicatoren voor de zorg. Het is zaak om een verband te kunnen leggen tussen wat een kind presteert op een school en wat eventuele extra zorg hieraan bijdraagt. Aandacht is nodig voor de druk van de zorgkinderen binnen de scholen; deze mag niet te groot worden. Gevraagd wordt om bij een volgend zorgplan een korte samenvatting/conclusie toe te voegen. Het zorgplan voor de scholen is onderdeel van het schoolplan en soms een apart plan. Dit wordt voor de zomervakantie opgesteld. Als het goed is werkt iedere school met een schoolplan/activiteitenplan. Vanuit de MR kan gekeken worden of er nog specifieke zaken zijn wat betreft de leerlingenzorg die hierin opgenomen moeten worden. 6. Bestuursformatieplan Thea legt uit dat dit bestuursformatieplan qua beleid niet veel afwijkt van voorgaande jaren. Een balans is gevonden tussen de totale personele inkomsten en de zaken die bovenschools met elkaar geregeld worden. Een systematiek is ontwikkeld voor de toebedeling aan scholen. De onzekerheden zijn dit jaar groter dan ooit. Te denken valt aan veranderingen in het onderwijsachterstandenbeleid (geoormerkte middelen en bezuinigingen), LOA-gelden alleen nog in onderbouw inzetbaar, het instellen van schakelklassen voor taalopvang, aanpassing van gewichtenregeling. Vanwege alle onzekerheden is geen meerjarenbegroting opgesteld. Wel werkt de SPO aan het opstellen van een personele begroting. Dit bestuursformatieplan betreft het laatste plan voor de lump sum invoering. Het O&O budget is iets ruimer. Daarnaast is er de opdracht niet te veel nieuwe verplichtingen aan te gaan omdat met de LOA-bezuinigingen deze mogelijk geen vervolg kunnen krijgen. Het meest schrijnend zijn de CIO-ers die, vanwege de bezuinigingen, als laatste in aanmerking komen voor een vaste aanstelling.

5 De cursieve passages zijn nog onzeker. Zodra meer duidelijkheid is komt hier nog een apart stuk tekst over. Het bestuursformatieplan wordt per hoofdstuk doorgenomen. In het algemeen valt de toonzetting op. Thea licht toe dat deze voortvloeit uit de bezuinigingen die de SPO overkomt. Met name de scholen in de grote steden hebben te maken met een opeenstapeling van bezuinigingen. De toon is niet klaaglijk bedoeld. Thea geeft aan dat er is geaarzeld om mensen in het RDDF (risico dragend deel van de formatie) te plaatsen. Dit is het voorportaal voor mensen die je het jaar daarop wilt ontslaan. Plaatsing in het RDDF is mogelijk op grond van een gerede raming dat die medewerkers ontslagen moeten worden. Besloten is om dit niet te doen. De SPO loopt hiermee een risico. Als de bezuinigingen doorzetten kan het zijn dat de verplichtingen hoger zijn dan de middelen. Mocht het hier op uitdraaien dan kan een aannamestop van leerkrachten overwogen worden. Tot besluit wijst de voorzitter er op dat de directie het formatieplan van de school voor 1 juli a.s. aan de MR moet voorleggen. 7. Facilitering P(G)MR In de CAO is overeengekomen dat er extra geld beschikbaar is voor de (G)MRpersoneelsgeleding om zich te scholen in de lump sum systematiek. Dit geldt voor de schooljaren en Het is de keus aan de MR-en of zij dit voor hun eigen PMR aanwenden of dat zij dit budget overdragen (geheel of deels) aan de PGMR. Indien dit laatste het geval is, kan de GMR een scholingsaanbod verzorgen voor alle scholen hetgeen vermoedelijk voordeliger is. Het GMR-db stelt voor om de aan de PMR toegekende middelen deels over te dragen aan de PGMR. Van dit geld kan een extern adviseur aangetrokken worden die elke MR 2,5 uur ondersteuning geeft om samen de begroting 2006 te bekijken in relatie tot het voorgenomen beleid. Iedere PMR moet instemming geven wat betreft de besteding van deze middelen. Het betreft geoormerkt geld dat met terugwerkende kracht beschikbaar komt. Als er geen bestedingsplan wordt gemaakt, vloeien de gelden terug naar bestuur/management. Overhevelen naar volgend jaar is mogelijk mits een activiteitenplan is gemaakt. Afgesproken wordt dat de GMR-leden het voorstel voorleggen aan de PMR. De reacties worden besproken in de volgende GMR-vergadering. 8. Rondvraag

6 Barend Sneller informeert of de profielen van de locatieleiders identiek zijn. Thea legt uit dat het takenpakket van de locatieleiders binnen de SPO is vastgesteld en dus voor iedere school gelijk is. De profielen kunnen op detailniveau verschillen omdat scholen mogelijk bepaalde accenten anders leggen. Is het scholen toegestaan om een eigen overplaatsingsbeleid te hanteren van leerkrachten die over zijn? Bijvoorbeeld last in first out. Nee, aldus Thea. Er dient gekeken te worden wat er nodig is op een school aan leerkrachten en wie daar het beste in passen. Last in first out is niet wenselijk voor een stabiele situatie. Daarbij gaat het hier om overplaatsing. Afhankelijk van het probleem op een school, kan het criterium verschillen. Het criterium dat wordt gehanteerd, dient besproken te worden in de MR. De Tuindorpschool deelt 1 gymzaal met 3 scholen hetgeen behoorlijk krap is. De oorzaak is de slechte prognose van de gemeente. Dit komt herhaaldelijk voor. Wat kan de SPO hierin betekenen? Thea antwoordt dat indien een gymzaal niet toereikend is, gekeken wordt naar gymzalen in de buurt. De slechte prognoses zijn een gemeentelijk probleem. Trends die ooit zijn ingezet worden te lang aangehouden is de ervaring van het SPO-bestuur. De gemeente is onlangs overgestapt op een nieuwe systematiek. Ze hebben zich de kritiek van de scholen aangetrokken. Sonja Wierenga vraagt hoe lang de stukken van de Ouderraad bewaard moeten blijven. Dit is nergens vastgelegd. Vijf jaar lijkt een redelijke termijn. De geldstroom van de ouderraad wordt elders niet meer verantwoord. 9. Enquête over functioneren van de MR Op de vorige GMR-vergadering is gesproken over het speerpunt professionalisering van de MR-en. In klein verband is hierover nagedacht en om inzicht te krijgen in de situaties bij de MR-en wordt voorgesteld om een enquête te houden. Aan de hand van de uitslagen kan dan mogelijk op een bepaald thema nader worden ingegaan. Tevens dient deze enquête als een soort nul-meting. De GMR-leden wordt gevraagd of de enquête volledig en duidelijk is. De opmerkingen die volgen zullen worden verwerkt waarna de enquête zo spoedig mogelijk naar de voorzitters van de MR-en zal worden gestuurd. Voorts is ook gesproken over digitalisering van beleidsstukken. Dit is neergelegd bij het bestuur en de directie met de vraag hier vaart achter te zetten. Verder is ingegaan op welke wijze het Bestuur, de AD en de schooldirecteuren de professionalisering van de medezeggenschap kunnen faciliteren. Dit punt is ook aan de orde geweest in de presentatie van db-gmr aan het SPO-bestuur (zie agendapunt 4: mededelingen DB). De suggestie is gedaan om hier en daar een selectievere agenda te voeren om zo ruimte te creëren om bepaalde onderwerpen terug te laten komen. Het db denkt na hoe hieraan vorm kan worden gegeven. Tot slot dient bij de agendering van stukken voor de GMR bezien te worden wat de MR op schoolniveau hiermee kan.

7 Dit zijn de belangrijkste punten die uit de brainstorm in klein verband over de professionalisering van de MR-en naar voren zijn gekomen. 10. Besluitvorming agendapunt 6 Bestuursformatieplan De PGMR stemt unaniem in en de OGRM geeft unaniem positief advies. Volgende vergadering 14 juni 2005: op de Twijn of de Kaap Hoorndreef. De definitieve locatie wordt vermeld op de agenda van 14 juni.