Sociale Atlas Zeeland 2011

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Sociale Atlas Zeeland 2011"

Transcriptie

1 Middelburg, december 2011

2 Colofon Scoop 2011 Samenstelling Linda Franken Wim van Gorsel Jolanda van Overbeeke - van Sluijs Scoop Zeeuws instituut voor sociale en culturele ontwikkeling Achter de Houttuinen 8 Postbus 407 Middelburg Telefoon (0118) Telefax (0118) scoop@scoopzld.nl Kaarten Kees Glas (Provincie Zeeland) Foto Flickr.com Lay-out Scoop Ontwerp men@work Scoop Drukwerk Scoop Deze uitgave is tot stand gekomen in opdracht van de Provincie Zeeland. De Provincie Zeeland streeft naar een goede sociale en culturele infrastructuur in Zeeland, in samenwerking met anderen. Als sociaal-cultureel kennis- en ontwikkelingsinstituut ondersteunt Scoop de Provincie bij haar taken in het sociaal-cultureel beleid.

3 Inhoudsopgave 1. Inleiding...7 Vierde sociale atlas van Zeeland...7 Doelgroep en functie...7 Keuze voor gegevens...7 Indeling en presentatie Algemene basisgegevens Leeftijdsopbouw totale bevolking Demografische ontwikkeling Leeftijdsopbouw jeugd Allochtonen naar herkomst Huishoudensamenstelling Kerkelijke gezindte Opkomstpercentage verkiezingen Belangrijkste conclusies Veiligheid Geregistreerde misdrijven Overlastmeldingen Slachtofferschap Aantal jeugdige verdachten Haltafdoeningen Verkeersveiligheid Onveiligheidsgevoelens Belangrijkste conclusies Gezondheid Eigen gezondheid, beperkingen Gezond bewegen Roken Alcohol Overgewicht Eenzaamheid Levensverwachting Sterftecijfers Belangrijkste conclusies Mobiliteit Gebruik van auto, fiets en OV Aantal reizigers in bussen Gebruik internet Belangrijkste conclusies Wonen Woningvoorraad Woningwaarde Sociale huurwoningen Potentiële centrumfunctie Kenmerken van de woningvoorraad Verhuisgeneigdheid Vertrek- en vestigingsoverschot Belangrijkste conclusies Leren Kinderopvang Leerlingen basisonderwijs naar denominatie Gemiddeld gewicht per basisschoolleerling Aantal leerlingen voortgezet onderwijs Leerlingen in leerjaar 3 VO naar onderwijssoort Middelbaar beroepsonderwijs Hoger onderwijs Aantal voortijdig schoolverlaters Belangrijkste conclusies Werken Werkgelegenheid Banen naar branche Vacatures Arbeidsaanbod Arbeidsparticipatie Werkloosheid Jeugdwerkloosheid Jonggehandicapten/Wajong Uitkeringsafhankelijkheid Financieel Belangrijkste conclusies Zorgen Ontwikkeling zorgvraag Huisartsen, verloskundigen en fysiotherapeuten Ziekenhuizen Capaciteit verzorging en verpleging Gebruik thuiszorg Mantelzorgers Jongeren in de jeugdhulpverlening Belangrijkste conclusies Vrije tijd Vrijwilligers Vrijwilligerswerk onder jongeren Bezoekers culturele voorstellingen Lidmaatschap verenigingen Uitgaan Toerisme Belangrijkste conclusies Leefbaarheid Tevredenheid over buurt als woonplaats Tevredenheid over de samenstelling bevolking Tevredenheid met kwaliteit woonomgeving Tevredenheid met de kwaliteit voorzieningen Wijk vooruit of achteruit? Collectieve redzaamheid Belangrijkste conclusies...100

4 6

5 1. Inleiding Vierde sociale atlas van Zeeland Voor u ligt een update van de Sociale Atlas van Zeeland. Een naslagwerk, waarin feiten en cijfers geografisch worden gepresenteerd. De gegevens worden gepresenteerd in kaarten of tabellen, waardoor een vergelijking tussen gebieden mogelijk is. Het is een sociale atlas. Dit betekent dat niet alle onderwerpen aan bod komen in deze atlas. Er is een selectie gemaakt van gegevens die een zo goed mogelijk beeld schetsen van de sociale situatie. Dus geen kaarten over bodemgebruik, hoogte of temperatuur- en neerslagverdeling, maar wel informatie over het aantal inwoners, werkloosheid, veiligheid, zorg, voorzieningen en leefbaarheid. Een sociale atlas van Zeeland. De atlas bevat cijfers over de Zeeuwse regio s en gemeenten. De cijfers worden waar mogelijk vergeleken met provinciebrede en landelijke cijfers. De vierde sociale atlas van Zeeland. In 2002 verscheen de eerste sociale atlas van Zeeland; in 2006 verscheen de tweede en in 2009 de derde. De indeling van deze vierde atlas is aangepast en komt zoveel mogelijk overeen met die uit de Sociale Staat van Zeeland (2009). Waar mogelijk wordt een vergelijking gemaakt met andere gebieden en in de tijd. Doelgroep en functie De atlas is bedoeld voor iedereen die geïnteresseerd is in de sociale staat van Zeeland. De Provincie Zeeland, gemeenten, instellingen, andere organisaties en natuurlijk bewoners zelf. De atlas kan gebruikt worden als handvat voor beleid en als naslagwerk. Het is een publicatie met relatief weinig tekst en veel tabellen en kaarten. Bij een atlas gaat het om de cijfers: een objectieve, tijdgebonden waarneming van verschillende onderwerpen. Wel wordt steeds aangegeven wat de indicatoren inhouden en waar verschillen tussen gebieden en in de tijd te zien zijn. Aan het eind van ieder hoofdstuk worden de belangrijkste conclusies op een rijtje gezet. Keuze voor gegevens Natuurlijk bestaan er meer gegevens over de sociale staat van Zeeland dan in deze atlas gepresenteerd kunnen worden. Het is vaak nodig een afweging te maken: wat wordt wel opgenomen en wat niet. Hierbij zijn een paar stelregels gebruikt: de gegevens zijn zo recent mogelijk; de gegevens sluiten zo mogelijk aan bij de vorige atlas en de Sociale Staat van Zeeland 2009; de indicatoren zijn informatief voor een zo breed mogelijk publiek. Aan de andere kant zijn er ook onderwerpen waar jammer genoeg geen cijfers over beschikbaar zijn. Bijvoorbeeld over het percentage zelfstandig wonende ouderen. In sommige gevallen wordt een grove indicator gebruikt, in andere gevallen wordt een onderwerp helemaal niet opgenomen. Bent u op zoek naar cijfers die niet in deze atlas zijn opgenomen, dan verwijzen wij u graag naar de Sociale Staat van Zeeland : daarin komen nog meer onderwerpen aan bod - veelal ook op wijk-/kernniveau - en wordt er dieper op de verschillende onderwerpen ingegaan. Indeling en presentatie Cijfers op zich zeggen vaak weinig. Voor de interpretatie is het goed om cijfers tegen elkaar af te zetten. Daarom wordt waar mogelijk vergeleken met cijfers uit de vorige atlassen, landelijke en provinciale cijfers en cijfers uit andere gemeenten. 7

6 Bij de vergelijking tussen gemeenten wordt gebruik gemaakt van de standaardafwijking. Een score van meer dan 1 standaardafwijking naar boven van het Zeeuwse gemiddelde wordt aangegeven met (+), meer dan een standaardafwijking onder het Zeeuwse gemiddelde is (-). Is het verschil meer dan twee standaardafwijkingen, dan wordt dit weergegeven met een dubbele min of plus. Zeeland kent dertien gemeenten, onderverdeeld in drie regio s. Tabel 1.1 Zeeuwse gemeenten en regio s Gemeente Regio Borsele Oosterschelderegio Goes Oosterschelderegio Kapelle Oosterschelderegio Noord-Beveland Oosterschelderegio Reimerswaal Oosterschelderegio Schouwen-Duiveland Oosterschelderegio Tholen Oosterschelderegio Hulst Sluis Terneuzen Zeeuws-Vlaanderen Zeeuws-Vlaanderen Zeeuws-Vlaanderen Middelburg Veere Vlissingen Walcheren Walcheren Walcheren 8

7 2. Algemene basisgegevens De atlas begint met een presentatie van enkele algemene basisgegevens over de Zeeuwse bevolking. Aan de hand van deze gegevens wordt een beeld geschetst van de Zeeuwse bevolking en de ontwikkeling ervan. Achtereenvolgens komen de volgende onderwerpen aan bod: Leeftijdsopbouw totale bevolking (2.1) Demografische ontwikkelingen (2.2) Leeftijdsopbouw jeugd (2.3) Allochtonen (2.4) Huishoudens naar type en grootte (2.5) Kerkelijke gezindte (2.6) Opkomst verkiezingen (2.7) In paragraaf 2.8 worden de belangrijkste conclusies uit dit inleidende hoofdstuk weergegeven. 2.1 Leeftijdsopbouw totale bevolking In het leven van personen kunnen grof gezegd vijf fasen worden onderscheiden (Scoop, 2003). Gekoppeld aan leeftijd zijn dit de volgende levensfasen: 0 tot 15 jaar fase van de vroege jeugd 15 tot 30 jaar fase van jongvolwassenheid 30 tot 60 jaar spitsuur/consolidatiefase 60 tot 80 jaar actieve ouderdomsfase 80 jaar en ouder fase van intensieve verzorging In tabel 2.1 wordt per gemeente weergegeven hoeveel inwoners er zijn in de verschillende levensfasen. Tabel 2.1 Leeftijdsverdeling, absoluut (2011) Totaal aantal inwoners 0-14 jaar jaar jaar jaar 80 jaar of ouder Borsele Goes Hulst Kapelle Middelburg Noord-Beveland Reimerswaal Schouwen-Duiveland Sluis Terneuzen Tholen Veere Vlissingen Zeeland Nederland Bron: CBS Statline 9

8 Tabel 2.2 Leeftijdsverdeling, % van de totale bevolking (2011) 0-14 jaar jaar jaar jaar 80-plus Borsele 19,5% (+) 16,4% 41,4% 18,5% 4,1% (-) Goes 16,0% 16,1% 41,3% 20,6% 6,0% Hulst 15,8% 12,8% (-) 43,8% (++) 22,3% 5,2% Kapelle 20,4% (+) 15,4% 42,0% 17,7% (-) 4,5% (-) Middelburg 17,3% 17,7% 40,2% 19,9% 5,0% Noord-Beveland 14,8% 13,3% (-) 41,2% 25,5% (+) 5,2% Reimerswaal 22,3% (++) 19,4% (+) 37,5% () 16,2% (-) 4,6% Schouwen-Duiveland 16,0% 14,5% 39,8% 24,1% 5,7% Sluis 13,8% (-) 13,4% (-) 40,6% 25,1% (+) 7,1% (++) Terneuzen 15,9% 14,7% 41,0% 23,0% 5,4% Tholen 20,4% (+) 18,0% (+) 39,8% 17,7% (-) 4,1% (-) Veere 17,3% 14,6% 39,1% (-) 23,9% 5,1% Vlissingen 15,1% 17,7% 40,6% 21,2% 5,4% Zeeland 17,0% 15,9% 40,6% 21,3% 5,3% Nederland 17,5% 18,3% 42,1% 18,2% 4,0% Bron: CBS Statline Naast de absolute cijfers is het natuurlijk van belang te weten hoe groot een bepaalde leeftijdscategorie is in vergelijking met de totale bevolking. Vandaar dat in tabel 2.2 het relatief aantal inwoners per levensfase wordt weergegeven. Uit tabel 2.2 blijkt dat het aandeel inwoners van 60 jaar en ouder in Zeeland hoger ligt dan in Nederland als geheel. Zowel het percentage 60 tot 80 jarigen als het percentage 80 plussers ligt hoger dan landelijk. Daarentegen is vooral het aandeel jongvolwassenen (15 tot 30 jarigen) duidelijk lager. In beleidstermen wordt wel gesproken over de zogenaamde groene en grijze druk. Hiermee wordt een benadering gegeven van het aantal arbeidsproductieve bewoners ten opzichte van het aantal niet-arbeidsproductieve bewoners. De groene druk geeft de verhouding weer tussen het aantal personen onder de twintig ten opzichte van de personen in de zogenaamde productieve leeftijdsgroep van 20 tot 65 jaar. De grijze druk geeft de verhouding weer tussen het aantal personen vanaf 65 jaar haar ten opzichte van dezelfde productieve leeftijdsgroep. De groene en grijze druk van de Zeeuwse gemeenten staat weergegeven in tabel 2.3. Borsele, Reimerswaal, Kapelle en Tholen zijn relatief jonge gemeenten, terwijl Sluis eruit springt als meest vergrijsde gemeente. In de kaarten 2.1 en 2.2 worden de percentages jongeren tot 15 jaar en ouderen vanaf 80 jaar weergegeven. 10

9 Kaart 2.1 Jongeren 0-14 jaar, % van totale bevolking (januari 2011) Bron: CBS Statline 11

10 Kaart 2.2 Ouderen vanaf 80 jaar, % van totale bevolking (januari 2011) Bron: CBS Statline 12

11 Tabel 2.3 Groene druk en grijze druk, % van jarigen (2011) groene druk in % grijze druk in % Borsele 44,6% 27,7% (-) Goes 37,5% 33,0% Hulst 35,4% 33,8% Kapelle 46,6% (+) 27,6% (-) Middelburg 40,1% 30,4% Noord-Beveland 33,9% 37,1% (+) Reimerswaal 51,3% (++) 26,7% (-) Schouwen-Duiveland 37,7% 37,0% (+) Sluis 32,7% (-) 40,1% (+) Terneuzen 36,7% 34,9% Tholen 47,0% (+) 26,8% (-) Veere 41,6% 36,2% Vlissingen 34,5% 31,6% Zeeland 39,2% 32,7% Nederland 38,6% 25,6% Bron: CBS Statline De groene druk in Zeeland ligt iets boven het landelijk gemiddelde. Reimerswaal - en in mindere mate Kapelle en Tholen - vallen daarbij op door het grote aantal nul tot twintig-jarigen ten opzichte van de productieve leeftijdscategorie. Sluis onderscheidt zich door een significant lager aandeel jongeren ten opzichte van de productieve leeftijdscategorieën. De grijze druk in Zeeland ligt duidelijk hoger dan landelijk, waarbij Sluis, Noord-Beveland en Schouwen-Duiveland eruit springen als de drie gemeenten met de hoogste grijze druk. 2.2 Demografische ontwikkeling Het is interessant om te kijken hoe het aantal inwoners van gemeenten zich ontwikkelt. Tabel 2.4 geeft de bevolkingsontwikkeling in 2010 per inwoners weer. Hieruit blijkt dat de bevolkingstoename van Zeeland (evenals in 2008) duidelijk achterblijft bij Nederland. De gemeente Noord-Beveland - en in mindere mate Reimerswaal - onderscheidt zich door een relatief hoge bevolkingsgroei, terwijl in Hulst, Kapelle, Sluis, Terneuzen en Vlissingen de bevolking niet toe- maar afneemt. Tabel 2.4 Bevolkingsontwikkeling in 2010 absoluut en per inwoners Absoluut Per inwoners Borsele 89 3,9 Goes 60 1,6 Hulst ,1 (-) Kapelle -37-3,0 Middelburg 33 0,7 Noord-Beveland 77 10,4 (++) Reimerswaal 138 6,4 (+) Schouwen-Duiveland 85 2,5 Sluis ,6 (-) Terneuzen -55-1,0 Tholen 79 3,1 Veere 12 0,5 Vlissingen ,4 Zeeland 121 0,3 Nederland ,9 Bron: CBS Statline 13

12 Tabel 2.5 Bevolkingsontwikkeling uitgesplitst naar geboorte, sterfte, vestiging en vertrek (2010) Geboorte Sterfte Geboorteoverschot Vestiging Vertrek Vestigingsoverschot Borsele Goes Hulst Kapelle Middelburg Noord-Beveland Reimerswaal Schouwen-Duiveland Sluis Terneuzen Tholen Veere Vlissingen Zeeland Nederland Bron: CBS Statline De bevolkingsontwikkeling hangt af van drie zaken. Allereerst is er de natuurlijke bevolkingsgroei (1): het aantal geboorten minus het aantal sterfgevallen in een bepaald jaar. Logisch is dat hoe verder een gemeente vergrijst, hoe lager (of zelfs negatief) deze natuurlijke bevolkingsgroei zal zijn. Vervolgens is er de bevolkingsgroei die ontstaat door het verschil tussen het aantal vestigers en het aantal vertrekkers in de gemeente. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen (2) vestiging in de gemeente en (3) vertrek uit de gemeente. Het verschil tussen (2) en (3) noemen we het vestigingsoverschot (4). In tabel 2.5 staan deze saldi per gemeente aangegeven. Uit de tabel blijkt dat het geboorteoverschot met name groot is in Borsele, Middelburg, Reimerwaal en Tholen. Het vestigingsoverschot is het grootst in de gemeenten Goes en Schouwen-Duiveland. 2.3 Leeftijdsopbouw jeugd In Zeeland is 26,8 procent van de inwoners 23 jaar of jonger. Dit is duidelijk wat minder dan het landelijk gemiddelde (28,4%). Ook het aandeel 0 t/m 3 jarigen, 4 t/m 12-jarigen en 19 t/m 23-jarigen blijven achter bij het landelijk gemiddelde. Een paar gemeenten springen eruit: in Noord-Beveland en Sluis zijn relatief weinig jongeren, in Kapelle, Reimerswaal en Tholen relatief veel. Middelburg en Vlissingen onderscheiden zich door relatief veel 19 t/m 23-jarigen. De combinatie van geboorteoverschot en vestigingsoverschot leidt tot de bevolkingsontwikkeling. Uit de tabel is af te leiden dat Zeeland een bescheiden groei vertoont. Binnen de provincie is Reimerswaal de grootste groeier, gevolgd door Borsele en Tholen. In Hulst, gevolgd door Sluis en Vlissingen, neemt de bevolking het sterkst af. 14

13 Tabel 2.6 Leeftijdsopbouw jeugd 0 t/m 23 jaar, absoluut en in % van de totale bevolking (2011) Absoluut 0-3 jaar 4-12 jaar jaar jaar % van de bevolking Absoluut % van de bevolking Absoluut % van de bevolking Absoluut % van de bevolking Borsele ,6% ,1% (+) ,1% (+) ,2% Goes ,6% ,1% ,2% ,0% Hulst 906 3,3% ,1% ,8% ,8% (-) Kapelle 588 4,8% ,7% (+) ,3% (+) 568 4,6% Middelburg ,3% ,8% ,2% ,1% (+) Noord-Beveland 270 3,6% 622 8,3% 529 7,1% (-) 288 3,9% (-) Reimerswaal ,2% (++) ,3% (+) ,1% (+) ,5% (+) Schouwen ,5% ,3% ,8% ,5% Duiveland Sluis 711 3,0% (-) ,0% (-) ,1% (-) 957 4,0% (-) Terneuzen ,7% ,1% ,7% ,7% Tholen ,0% (+) ,4% (+) ,6% (+) ,7% Veere 790 3,6% ,9% ,9% ,6% Vlissingen ,9% ,4% ,3% ,0% (+) Zeeland ,0% ,6% ,1% ,1% Nederland ,4% ,8% ,0% ,2% Bron: CBS Statline 2.4 Allochtonen naar herkomst Alle personen van wie tenminste één ouder in het buitenland is geboren, worden allochtoon genoemd. Dus ook iemand die zelf in Nederland is geboren en getogen en die een Nederlands paspoort heeft, maar van wie bijvoorbeeld de vader uit Spanje komt, is volgens deze definitie allochtoon. Vaak wordt onderscheid gemaakt tussen westerse en niet westerse allochtonen: westerse allochtonen zijn allochtonen uit Europa (exclusief Turkije), Noord-Amerika, Australië, Japan en Indonesië; niet-westerse allochtonen hebben als herkomst Turkije, Afrika, Latijns-Amerika en Azië (exclusief Japan en Indonesië). Tabel 2.7 laat zien dat Zeeland duidelijk minder allochtonen telt dan gemiddeld in Nederland. Dit is een gevolg van het lagere aandeel allochtonen van niet-westerse afkomst. Het percentage Westerse allochtonen ligt in Zeeland iets boven het landelijk gemiddelde. Dit is vooral een gevolg van het hoge percentage Belgen dat zich in de drie Zeeuws- Vlaamse gemeenten heeft gevestigd. Wat de niet-westerse allochtonen betreft is Vlissingen de enige gemeente waar het percentage vergelijkbaar is met het landelijk gemiddelde. Verder tellen Goes, Middelburg en Terneuzen aandelen niet-westers allochtonen die duidelijk boven het Zeeuws gemiddelde uitkomen. De vier meest voorkomende herkomstlanden van nietwesterse allochtonen zijn: Turkije, Suriname, Marokko, de Nederlandse Antillen en Aruba. In tabel 2.8 staat in absolute cijfers aangegeven hoeveel allochtonen uit deze herkomstlanden in 2011 wonen in een Zeeuwse gemeente. Uit tabel 2.8 blijkt dat allochtonen van Turkse afkomst relatief vaak woonachtig zijn in Middelburg, Reimerswaal en Terneuzen. Mensen met een Surinaamse achtergrond zijn oververtegenwoordigd in (met name) Goes en Vlissingen. In Tholen en Vlissingen is sprake van een oververtegenwoordiging van Marokkanen. Mensen van Antilliaanse afkomst wonen het meest in Vlissingen. 15

14 Tabel 2.7 Westerse en niet westerse allochtonen, absoluut en % van de totale bevolking, (jan 2010) Allochtonen totaal Niet-westerse allochtonen Westerse allochtonen Absoluut % Absoluut % Absoluut % Borsele ,2% (-) 396 1,8% (-) ,5% Goes ,5% ,0% ,5% Hulst ,4% (+) 598 2,1% ,3% (+) Kapelle 937 7,6% (-) 286 2,3% 651 5,2% Middelburg ,0% ,8% (+) ,2% Noord-Beveland 688 9,3% 148 2,0% (-) 540 7,3% Reimerswaal ,8% 711 3,3% ,5% Schouwen-Duiveland ,3% (-) 696 2,0% (-) ,3% Sluis ,5% (+) 491 2,0% (-) ,4% (+) Terneuzen ,5% (+) ,2% ,3% Tholen ,1% (-) 656 2,6% ,5% (-) Veere ,4% (-) 346 1,6% (-) ,8% Vlissingen ,8% (+) ,1% (++) ,7% Zeeland ,5% ,8% ,7% Nederland ,3% ,2% ,1% Bron: CBS Statline De belangrijkste herkomstlanden voor de westerse allochtonen zijn België, Duitsland, Indonesië en het Verenigd Koninkrijk. In tabel 2.9 zijn de aantallen westerse allochtonen naar herkomst per gemeente weergegeven. Uit tabel 2.9 blijkt dat Belgen relatief zijn oververtegenwoordigd in het aangrenzende Hulst en Sluis. Allochtonen met een Duitse achtergrond wonen significant meer in Noord-Beveland, Schouwen-Duiveland en Veere. Dit zijn gemeenten met een belangrijke toeristische uitstraling. Mensen met een Indonesische achtergrond wonen significant meer in Borsele, Middelburg en Veere. Voor inwoners afkomstig uit het Verenigd Koninkrijk geldt dat voor de gemeenten Borsele, Noord-Beveland en Schouwen- Duiveland. Tabel 2.8 Niet westerse allochtonen naar afkomst, absoluut en in % van het totaal aantal allochtonen (2011) Turkije Suriname Marokko Nederlandse Antillen en Aruba Absoluut % Absoluut % Absoluut % Absoluut % Borsele 38 2,3% 63 3,8% 17 1,0% 21 1,3% (-) Goes 178 3,6% ,2% (++) 288 5,8% 113 2,3% Hulst 51 0,8% (-) 46 0,7% (-) 70 1,1% 36 0,6% (-) Kapelle 6 0,6% (-) 56 6,0% 17 1,8% 26 2,8% Middelburg ,7% (+) 502 6,2% 245 3,0% 251 3,1% Noord- 7 1,0% (-) 18 2,6% 9 1,3% 6 0,9% (-) Beveland Reimerswaal ,1% (+) 51 2,4% 36 1,7% 16 0,8% (-) Schouwen- 44 1,6% (-) 86 3,0% 23 0,8% 51 1,8% Duiveland Sluis 37 0,7% (-) 69 1,3% (-) 32 0,6% 40 0,7% (-) Terneuzen ,5% (+) 232 1,9% 262 2,1% 497 4,0% Tholen 13 0,7% (-) 73 4,1% ,2% (+) 44 2,4% Veere 16 1,0% (-) 45 2,8% 12 0,7% 36 2,2% Vlissingen 442 4,3% 754 7,4% (+) ,9% (+) 716 7,0% (++) Zeeland ,4% ,2% ,7% ,1% Nederland ,4% ,2% ,4% ,1% Bron: CBS Statline 16

15 Tabel 2.9 Westerse allochtonen naar afkomst, absoluut en in % van het totaal aantal allochtonen (2011) België Duitsland Indonesië Verenigd koninkrijk Absoluut % Absoluut % Absoluut % Absoluut % Borsele ,8% ,2% ,2% (+) 84 5,1% (+) Goes 444 9,0% 460 9,3% ,3% 174 3,5% Hulst ,6% (+) 347 5,3% 194 3,0% (-) 94 1,4% (-) Kapelle ,8% ,7% ,0% 35 3,7% Middelburg 505 6,2% (-) 755 9,3% ,7% (+) 288 3,5% Noord ,7% ,6% (++) 89 12,9% 42 6,1% (++) Beveland Reimerswaal ,0% ,6% 191 9,1% 62 3,0% Schouwen ,0% ,5% (+) ,0% 136 4,8% (+) Duiveland Sluis ,0% (+) 381 7,0% 168 3,1% (-) 93 1,7% (-) Terneuzen ,9% ,1% 730 5,9% 296 2,4% Tholen ,5% ,5% ,0% 73 4,1% Veere ,1% ,1% (++) ,0% (+) 65 4,0% Vlissingen 825 8,1% 793 7,8% ,5% 403 4,0% Zeeland ,8% ,7% ,8% ,1% Nederland ,4% ,3% ,4% ,3% Bron: CBS Statline Allochtone jongeren De allochtone bevolking is relatief jong. Hierdoor is het percentage niet-westerse allochtonen van de bevolking tot 15 jaar relatief hoog. In tabel 2.10 is te zien dat bijna acht procent van de Zeeuwse bevolking tot 15 jaar van niet-westerse allochtone afkomst is. Dit is duidelijk veel minder dan gemiddeld in Nederland. Binnen Zeeland telt Vlissingen een significant hoger aandeel allochtonen onder de jongeren. Tabel 2.10 Niet-westerse allochtone jongeren, % van de bevolking tot 15 jaar (2011) Niet-westerse allochtone jongeren Absoluut % Borsele 121 2,7% (-) Goes 581 9,7% Hulst 185 4,1% Kapelle 92 3,6% Middelburg ,6% Noord-Beveland 50 4,5% Reimerswaal 233 4,9% Schouwen-Duiveland 204 3,7% Sluis 99 2,9% (-) Terneuzen ,7% Tholen 213 4,0% Veere 107 2,8% (-) Vlissingen ,7% (++) Zeeland ,7% Nederland ,4% Bron: CBS Statline 2.5 Huishoudensamenstelling De meeste personen wonen in een particulier huishouden. Een particulier huishouden bestaat uit één of meer personen die alleen of samen in een woonruimte wonen en zelf in hun dagelijkse behoeften voorzien. Uitgezonderd zijn daarmee institutionele huishoudens zoals bijvoorbeeld verpleeg-, bejaarden- en kindertehuizen, revalidatiecentra en gevangenissen. Er bestaan verschillende typen huishoudens. Beleidsmatig belangrijke typen zijn eenoudergezinnen en eenpersoonshuishoudens. Tabel 2.11 geeft weer hoeveel particuliere huishoudens van dit type er zijn per gemeente. Ook de gemiddelde huishoudengrootte staat vermeld. Gemiddeld bestaat een huishouden in Zeeland uit 2,23 personen. Dit is een fractie meer dan gemiddeld in heel Nederland (2,20). Borsele, Kapelle, Reimerswaal en Tholen onderscheiden zich door gemiddeld grote huishoudens. Daarentegen zijn huishoudens in Vlissingen significant kleiner dan gemiddeld in Zeeland. 17

16 Kaart 2.3 Eenpersoonshuishoudens, % van totaal aantal particuliere huishoudens (2010) Bron: CBS Statline 18

17 Tabel 2.11 Huishoudens naar type en grootte, absoluut, % en gemiddelde van totaal aantal particuliere huishoudens (2010) Aantal particuliere huishoudens Percentage eenpersoonshuishoudens Percentage eenoudergezinnen Borsele ,2% (-) 5,1% 2,4 Goes ,1% 5,6% 2,2 Hulst ,0% 5,0% 2,2 Gemiddelde huishoudengrootte Kapelle ,0% (-) 4,5% (-) 2,5 (+) Middelburg ,2% (+) 6,4% (+) 2,1 Noord-Beveland ,4% 4,9% 2,1 Reimerswaal ,0% (-) 4,7% (-) 2,6 (++) Schouwen-Duiveland ,2% 4,9% 2,3 Sluis ,6% 5,3% 2,1 Terneuzen ,5% 6,3% 2,2 Tholen ,6% (-) 4,9% 2,5 (+) Veere ,5% (-) 4,3% (-) 2,4 Vlissingen ,1% (+) 6,9% (+) 2,0 (-) Zeeland ,9% 5,6% 2,2 Nederland ,1% 6,6% 2,2 Bron: CBS Statline Eenpersoonshuishoudens komen in stedelijke gemeenten iets vaker voor dan in plattelandsgemeenten. Landelijk (36,1%) ligt het aandeel eenpersoonshuishoudens iets hoger dan in Zeeland (32,9%). Het percentage eenoudergezinnen ligt in de stedelijke gemeenten hoger dan in de plattelandsgemeenten. Daarbij springen Middelburg, Vlissingen en Terneuzen eruit. In vergelijking met de rest van Zeeland zijn hier opvallend veel eenoudergezinnen. Overigens ligt het aandeel eenoudergezinnen in Vlissingen als enige Zeeuwse gemeente (iets) boven het landelijk gemiddelde. In Zeeland als totaal zijn relatief weinig gezinnen met kinderen en maar één ouder. We kunnen ook kijken hoe het aantal eenoudergezinnen zich de laatste jaren heeft ontwikkeld. In tabel 2.12 is te zien dat dit in Zeeland de afgelopen jaren weer iets is toegenomen. Deze toename is het sterkst in de gemeenten Noord-Beveland en Kapelle, waar het aantal in drie jaar tijd met meer dan 10% groeide. Opgemerkt dient daarbij te worden dat dit kleine gemeenten betreft, waardoor kleine veranderingen percentueel grote gevolgen kunnen hebben. Alleen in Vlissingen bleef het percentage eenoudergezinnen gelijk. Tabel 2.12 Eenoudergezinnen, ontwikkeling Ontwikkeling als index Ontwikkeling (absoluut) Borsele Goes Hulst Kapelle 110 (+) 104 Middelburg Noord-Beveland 115 (++) 148 Reimerswaal Schouwen-Duiveland Sluis Terneuzen Tholen Veere Vlissingen Zeeland Nederland Bron: CBS Statline 2.6 Kerkelijke gezindte Van de Zeeuwse bevolking rekent iets meer dan de helft (54%) zichzelf tot een bepaalde kerkelijke gezindte (tabel 2.13). Met een aandeel van 23% van de bevolking is de protestantse kerk de grootste binnen Zeeland. Op enige afstand volgt de rooms-katholieke kerk met 18%. De gereformeerde zuil komt met 8% op de derde plaats. De omvang van de islam in Zeeland is met 1% zeer bescheiden. 19

18 Tabel 2.13 Kerkelijke gezindte, % van bevolking van 16 jaar en ouder Roomskatholiek Protestantse kerken in Nederland (PKN) Gereformeerd Islam Anders Geen geloof Borsele 25% 24% 12% 0% 2% 37% Goes 11% 24% 7% 1% 5% 52% Hulst 67% 2% 0% 1% 1% 29% Kapelle 5% 37% 8% 0% 4% 47% Middelburg 7% 26% 6% 2% 6% 52% Noord-Beveland 8% 31% 4% 0% 2% 55% Reimerswaal 7% 29% 32% 0% 3% 28% Schouwen-Duiveland 6% 28% 8% 0% 5% 52% Sluis 36% 19% 1% 0% 2% 42% Terneuzen 25% 20% 5% 2% 3% 45% Tholen 8% 28% 15% 0% 8% 40% Veere 5% 39% 15% 0% 2% 39% Vlissingen 12% 18% 4% 2% 3% 61% Zeeland 18% 23% 8% 1% 4% 46% Bron: Scoop, Enquête Sociale Staat van Zeeland (2009) Als we nader inzoomen op de verdeling van de kerkelijke gezindte per gemeente valt op dat het rooms-katholieke geloof vooral dominant is in de gemeente Hulst. Ongeveer tweederde van de bevolking in deze gemeente rekent zichzelf tot dit kerkgenootschap. Binnen de overige Zeeuwse gemeenten - ook in de andere twee Zeeuws-Vlaamse gemeenten - is dit veel minder. Het aandeel van de bevolking dat zichzelf indeelt bij de PKN vertoont minder schommelingen. Veere telt het grootste aandeel (39%), Hulst het kleinste (2%). Reimerswaal is de gemeente met veruit het grootste percentage gereformeerden. Ook in Borsele, Tholen en Veere wonen relatief veel gereformeerden. Een groot aantal Zeeuwse gemeenten kent een verwaarloosbaar percentage islamieten. Tabel 2.14 Opkomstpercentages recente verkiezingen Europees parlement (2009) Tweede Kamer (2010) Provinciale Staten (2011) Gemeenteraad (2010) Borsele 38,0% 78,9% 62,1% 59,0% Goes 36,4% 75,9% 58,9% 56,1% Hulst 33,3% 71,7% 52,4% (-) 58,7% Kapelle 42,1% (+) 83,2% (+) 66,7% (+) 67,9% (+) Middelburg 39,4% 77,5% 61,1% 59,6% Noord-Beveland 41,7% (+) 79,3% 62,8% 60,5% Reimerswaal 41,1% 81,4% 66,2% (+) 69,1% (+) Schouwen-Duiveland 42,2% (+) 82,6% (+) 63,6% 61,8% Sluis 34,3% 74,5% 56,4% 56,2% Terneuzen 32,1% (-) 70,7% (-) 52,7% (-) 51,3% (-) Tholen 36,8% 78,4% 60,7% 64,1% (+) Veere 46,4% (++) 89,8% (++) 70,5% (++) 67,7% (+) Vlissingen 30,1% (-) 71,0% (-) 50,8% (-) 48,6% (-) Zeeland 36,8% 76,8% 58,9% 58,1% Nederland 36,8% 75,4% 56,0% 54,1% Bron: 20

19 Kaart 2.4 Opkomstpercentage bij Provinciale Staten verkiezingen (2011) Bron: 21

20 2.7 Opkomstpercentage verkiezingen Een veelgebruikte indicator voor politieke participatie is het opkomstpercentage bij verkiezingen. In 2011 zijn er voor de laatste keer verkiezingen gehouden (Provinciale Staten). In 2010 waren er zowel Tweede Kamerverkiezingen als verkiezingen voor de gemeenteraad. Een jaar eerder (2009) waren er nog verkiezingen voor het Europees parlement. In tabel 2.14 staan de opkomstpercentages weergegeven. In vergelijking met Nederland ligt de opkomst bij de gemeentelijke, provinciale en landelijke verkiezingen in Zeeland iets hoger. Het opkomstpercentage bij de Europese verkiezingen is vergelijkbaar met Nederland. Binnen Zeeland onderscheidt met name Veere zich steeds door hoge opkomstpercentages. In iets mindere mate geldt dit ook voor Kapelle en Reimerswaal. Vlissingen heeft steeds de laagste opkomstpercentages. 2.8 Belangrijkste conclusies In dit hoofdstuk zijn enkele basisgegevens over de Zeeuwse bevolking op een rijtje gezet. Onderstaand de belangrijkste uitkomsten. Borsele, Kapelle, Reimerswaal en Tholen blijken relatief jonge gemeenten te zijn. Dit beeld kwam ook in de vorige versies van de atlas duidelijk naar voren. Sluis blijft de meest vergrijsde gemeente. Dit is ook de gemeente met de grootste grijze druk. Ook Noord- Beveland en Schouwen-Duiveland kennen een grote grijze druk. Het gemiddelde huishouden in Zeeland is een fractie groter dan gemiddeld in Nederland. Borsele, Kapelle, Reimerswaal en Tholen onderscheiden zich door gemiddeld grote huishoudens. In de gemeente Vlissingen zijn huishoudens significant kleiner dan gemiddeld in Zeeland. In Zeeland zijn relatief weinig eenoudergezinnen. Het percentage eenoudergezinnen ligt in de stedelijke gemeenten Middelburg, Vlissingen en Terneuzen het hoogst. De groei van het aantal eenoudergezinnen was tussen 2008 en 2010 het grootst in de gemeenten Noord-Beveland en Kapelle, waar het aantal in deze periode met meer dan 10% toenam. Het aandeel personen met een hoger onderwijsniveau ligt in Zeeland duidelijk lager dan gemiddeld in Nederland. Goes en Middelburg kennen een hoger aandeel hoog opgeleiden dan in Zeeland als totaal geldt, zelfs iets boven het landelijk gemiddelde. Hulst, Reimerswaal en Terneuzen onderscheiden zich door een significant hoger percentage laagopgeleiden. Uit de meest recente cijfers blijkt dat het geboorteoverschot met name groot is in Borsele, Middelburg, Reimerswaal en Tholen. Het vestigingsoverschot is het grootst in de gemeenten Goes en Schouwen- Duiveland. De combinatie van geboorteoverschot en vestigingsoverschot leidt tot de bevolkingsontwikkeling. Uit de cijfers is af te leiden dat Zeeland een bescheiden groei vertoont. Binnen de provincie is Reimerswaal de grootste groeier, gevolgd door Borsele en Noord-Beveland. In Hulst, gevolgd door Sluis, nam de bevolking het sterkst af. Zeeland telt duidelijk minder allochtonen dan gemiddeld in Nederland. Dit is een gevolg van het lagere aandeel allochtonen van niet-westerse afkomst. Het percentage westerse allochtonen ligt in Zeeland iets boven het landelijk gemiddelde. Dit is vooral een gevolg van het hoge percentage Belgen dat zich in de drie Zeeuws-Vlaamse gemeenten heeft gevestigd. Wat betreft de niet-westerse allochtonen is Vlissingen de enige gemeente waar het percentage vergelijkbaar is met het landelijk gemiddelde. Verder tellen Goes, Middelburg en Terneuzen aandelen niet-westerse allochtonen die duidelijk boven het Zeeuws gemiddelde uitkomen. Allochtonen van Turkse afkomst zijn relatief meer woonachtig in Middelburg, Reimerswaal en Terneuzen. Mensen met een Surinaamse achtergrond zijn oververtegenwoordigd in Goes en Vlissingen. In Tholen en Vlissingen is sprake van een oververtegenwoordiging van Marokkanen. Mensen van Antilliaanse afkomst wonen relatief meer in Vlissingen. Van de Zeeuwse bevolking rekent iets meer dan de helft (54%) zichzelf tot een bepaalde kerkelijke gezindte. Met een aandeel van 23% van de bevolking is de protestantse kerk de grootste binnen Zeeland. Op enige afstand volgt de rooms-katholieke kerk met 18%. De gereformeerde zuil komt met 8% op de derde plaats. De omvang van de islam in Zeeland is met 1% zeer bescheiden. - - In vergelijking met Nederland ligt de opkomst bij de gemeentelijke, provinciale en landelijke verkiezingen in Zeeland iets hoger. Het opkomstpercentage bij de Europese verkiezingen is vergelijkbaar met Nederland. Binnen Zeeland onderscheidt met name Veere zich steeds door hoge opkomstpercentages. Vlissingen heeft steeds de laagste opkomstpercentages. 22

21 3. Veiligheid In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het thema veiligheid. In paragraaf 3.1 wordt een overzicht weergegeven van het aantal geregistreerde misdaden; in paragraaf 3.2 het aantal overlastmeldingen. Het thema slachtofferschap wordt behandeld in paragraaf 3.3. Het aantal jeugdige verdachten en Haltafdoeningen komt aan de orde in de paragrafen 3.4 en 3.5; verkeersveiligheid in paragraaf 3.6. Op de subjectieve onveiligheid c.q. gevoelens van onveiligheid wordt ingegaan in paragraaf 3.7. Het hoofdstuk wordt afgesloten met paragraaf 3.8, waarin de belangrijkste conclusies zijn vermeld. Tabel 3.1 Misdrijven, absolute aantallen (2010) 3.1 Geregistreerde misdrijven In tabel 3.1 is een overzicht opgenomen van het absoluut aantal geregistreerde misdrijven in 2010 per gemeente, onderscheiden naar de aard van de misdrijven. In tabel 3.2 zijn de verschillende aandelen van de types misdrijven ten opzichte van het totaal weergegeven. Hieruit blijkt dat bijna een kwart van de totale misdrijven in Zeeland aantasting van de openbare orde betreft. Ook de overige vermogensdelicten (19%), bijv. heling of afpersing, nemen een belangrijke plaats in, gevolgd door diefstal van brom- en snorfietsen (13%), geweldsdelicten (12%) en voertuigcriminaliteit (11%). Woninginbraak Voertuigcriminaliteit Diefstal van brom-, snor-, fietsen Diefstal/inbraak bedrijven Winkeldiefstal Overige vermogensdelicten Zedendelicten Geweldsdelicten Aantasting openbare orde / ruimte Illegale handel Totaal Borsele Goes Hulst Kapelle Middelburg Noord-Beveland Reimerswaal Schouwen-Duiveland Sluis Terneuzen Tholen Veere Vlissingen Zeeland Bron: Politie Zeeland 23

22 Tabel 3.2 Misdrijven, relatief (2010) Totaal Illegale handel Aantasting openbare orde / ruimte Geweldsdelicten Zedendelicten Overige vermogensdelicten Winkeldiefstal Diefstal/inbraak bedrijven Diefstal van brom-, snor-, fietsen Voertuigcriminaliteit Woninginbraak Borsele 10% (+) 9% 3% (-) 4% 0% (-) 19% 3% (++) 10% 31% (+) 10% (+) 100% Goes 6% 10% 13% 6% (+) 7% (+) 17% 1% 13% 18% 9% 100% Hulst 4% (-) 5% (-) 8% 6% 3% 20% 2% 16% (+) 25% 9% (+) 100% Kapelle 7% 12% 8% 6% 1% (-) 17% 2% 9% (-) 32% (++) 7% 100% Middelburg 5% (-) 6% (-) 26% (++) 4% 6% 17% 1% 9% (-) 22% 5% 100% Noord-Beveland 8% 19% (+) 10% 3% (-) 2% 28% (++) 2% (+) 7% () 15% (-) 6% 100% Reimerswaal 7% 19% (+) 7% (-) 7% (+) 0% (-) 22% 2% 10% 20% 6% 100% Schouwen-Duiveland 7% 14% 10% 3% 1% (-) 25% (+) 1% 12% 23% 5% 100% Sluis 10% (+) 7% 6% (-) 4% 5% 21% 1% 12% 22% 13% (++) 100% Terneuzen 8% 11% 10% 6% 2% 18% 1% (-) 15% (+) 20% 8% 100% Tholen 5% 17% (+) 7% (-) 6% (+) 1% (-) 18% 2% (+) 12% 27% 5% 100% Veere 6% 20% (+) 12% 3% 1% (-) 18% 1% 9% (-) 27% 3% (-) 100% Vlissingen 7% 10% 17% 3% 5% 15% (-) 2% 13% 23% 6% 100% Zeeland 7% 11% 13% 4% 4% 19% 1% 12% 22% 7% 100% Bron: Politie Zeeland 24

23 Als we kijken naar de ontwikkelingen per gemeente en ons beperken tot de grootste significante verschillen (++) dan blijkt dat het percentage brom- en snorfietsdiefstallen significant hoger ligt in de gemeente Middelburg. De categorie overige vermogensdelicten is sterk oververtegenwoordigd in Noord-Beveland. Zedendelicten komen significant iets vaker voor in de gemeente Borsele, aantasting van de openbare orde in Kapelle, illegale handel in de gemeente Sluis. Met nadruk dient echter wel opgemerkt worden dat het door de geringe omvang van de gemeenten vaak om kleine absolute verschillen gaat. Als we inzoomen op het aantal misdrijven per 1000 inwoners blijkt dat het relatief aantal misdrijven in de gemeenten Borsele, Hulst, Kapelle, Reimerswaal en Tholen significant onder het provinciaal gemiddelde uitkomt. Het relatief aantal misdrijven in Vlissingen ligt daarentegen significant boven het Zeeuwse cijfer. De ontwikkeling van het totaal aantal misdrijven per gemeente, evenals het aantal misdrijven per 1000 inwoners is weergegeven in tabel 3.3. Uit tabel 3.3 blijkt dat het totaal aantal misdrijven in Zeeland tussen 2008 en 2010 met 7% is afgenomen. Uit de cijfers per gemeente blijkt verder dat alleen in de gemeenten Hulst (+8%), Reimerswaal (+1%) en Veere (+13%) sprake was van een toename. In alle andere 10 gemeenten was sprake van een daling van het aantal misdrijven per 1000 inwoners. De grootste daling vond plaats in de gemeente Kapelle (-22%). Tabel 3.3 Misdrijven, absoluut, per inwoners en ontwikkeling (2010) absoluut per inwoners ontwikkeling Borsele () 84 Goes Hulst (-) 108 Kapelle (-) 78 Middelburg Noord-Beveland Reimerswaal (-) 101 Schouwen-Duiveland Sluis Terneuzen Tholen (-) 91 Veere Vlissingen (+) 96 Zeeland Bron: Politie Zeeland, bewerking Scoop 25

24 Kaart 3.1 Geregistreerde misdrijven, aantal per inwoners (2010) Bron: Politie Zeeland, bewerking Scoop 26

25 Tabel 3.4 Overlast, absolute aantallen (2010) Drugs/drank overlast geluidshinder horeca Burengerucht (relatieproblemen) Overlast Jeugd Overige overlast* Borsele Totaal Goes Hulst Kapelle Middelburg Noord-Beveland Verkeersoverlast Reimerswaal Schouwen Duiveland Sluis Terneuzen Tholen Veere Vlissingen Zeeland Bron: Politie Zeeland *Onder overige overlast wordt verstaan: overlast door gestoord/gespannen persoon, overlast vuurwerk zonder gevolgen, overlast illegale zender, overlast zwervers. 3.2 Overlastmeldingen Tabel 3.4 bevat een overzicht van het absoluut aantal geregistreerde gevallen van overlast, onderscheiden naar de aard van de gevallen. In tabel 3.5 is per gemeente een overzicht weergegeven van het aantal typen overlast ten opzichte van het totaal. Tabel 3.5 Overlast, relatief (2010) Drugs/drank overlast geluidshinder horeca Verkeersoverlast Burengerucht (relatieproblemen) Overlast jeugd Overige overlast Totaal Borsele 0% (-) 4% 41% 12% 16% 26% 100% Goes 2% 3% 39% 11% 15% (-) 30% (+) 100% Hulst 1% 7% (+) 33% 14% 24% 21% 100% Kapelle 0% (-) 1% (-) 53% (++) 11% 13% (-) 22% 100% Middelburg 2% 2% 39% 12% 22% 23% 100% Noord- 1% 5% 44% (+) 10% (-) 19% 22% 100% Beveland Reimerswaal 0% (-) 4% 44% (+) 13% 14% (-) 25% 100% Schouwen- 1% 4% 39% 12% 21% 23% 100% Duiveland Sluis 1% 7% (+) 38% 16% (++) 15% (-) 23% 100% Terneuzen 10% (++) 3% 37% 16% (+) 17% 17% (-) 100% Tholen 0% (-) 1% (-) 32% 12% 38% (+) 17% (-) 100% Veere 2% 2% 30% 13% 23% 30% (+) 100% Vlissingen 5% 2% 23% (-) 10% (-) 36% (+) 25% 100% Zeeland 3% 3% 35% 12% 23% 23% 100% Bron: Politie Zeeland 27

26 Zeeland telde in 2010 bijna gevallen van overlast. Bijna de helft daarvan betreft overlastgevallen die niet zijn te relateren aan drugs/drankoverlast, geluidshinder horeca, verkeersoverlast of burengerucht. Iets meer dan eenderde van de overlast heeft te maken met verkeersoverlast, bijna een kwart met overlast door jeugd, iets meer dan één op de tien met burengerucht. Opvallend is dat slechts zeer kleine aandelen (ieder 3%) van de overlast samenhangen met drugs/drank of met geluidshinder door de horeca. Als we de cijfers uit de tabel analyseren per gemeente blijkt dat er in de gemeenten Borsele, Kapelle, Reimerswaal en Tholen niet of nauwelijks overlast voorkomt die samenhangt met drank en/of drugs. Terneuzen wordt significant vaker dan gemiddeld geconfronteerd met drugs/drankoverlast. Hulst en Sluis significant vaker dan gemiddeld met geluidshinder door de horeca. Verkeersoverlast doet zich significant vaker voor in Kapelle, Noord-Beveland en Reimerswaal. Burengerucht/relatieproblemen doen zich onevenredig vaak voor in Sluis en Terneuzen. Tholen en Vlissingen onderscheiden zich doordat er significant vaker sprake is van overlast door jongeren. Hoe het totaal aantal gevallen van overlast zich in de periode per gemeente ontwikkelde, alsmede het aantal gevallen per 1000 inwoners was in 2010, is weergegeven in tabel 3.6. Als we kijken naar het aantal gevallen van overlast in relatie tot de bevolkingsomvang is het opvallend dat deze in Vlissingen significant veel hoger ligt dan gemiddeld in Zeeland. In de gemeenten Borsele en Veere liggen ze significant lager dan gemiddeld. Tabel 3.6 maakt duidelijk dat het totaal aantal gevallen van overlast tussen 2008 en 2010 met bijna de helft is afgenomen. Relatief de grootste daling vond plaats in de gemeente Terneuzen, waar de afname bijna 60% bedroeg. Ook in Borsele, Middelburg, Noord-Beveland en Vlissingen was de afname van het aantal geregistreerde gevallen van overlast groter dan 50%. 3.3 Slachtofferschap In 2010 telde Zeeland in totaal slachtoffers van misdrijven (tabel 3.7). Dit is 15% minder dan in Per inwoners waren in 2010 ongeveer 33 personen slachtoffer van een misdrijf. Uit tabel 3.7 blijkt verder dat de afname van het slachtofferschap zich relatief het sterkst voordeed in de gemeente Sluis (-31%) 1. Ook in de gemeenten Borsele (-29%) en Goes (-26%) was de afname aanzienlijk. Veere was de enige gemeente waar het aantal slachtoffers van een misdrijf tussen 2008 en 2010 toenam (+11%). Tabel 3.6 Overlast, absoluut, per inwoners en ontwikkeling (2010) absoluut per inwoners ontwikkeling Borsele (-) 48 Goes Hulst Kapelle Middelburg Noord-Beveland Reimerswaal Schouwen-Duiveland Sluis Terneuzen Tholen Veere (-) 54 Vlissingen (++) 48 Zeeland Bron: Politie Zeeland, bewerking Scoop 1. De kolom ontwikkeling betreft indexcijfers, waarbij de (absolute) waarde voor 2008 op 100 is gesteld. 28

27 Tabel 3.7 Slachtoffers van misdrijven, absoluut, per inwoners en ontwikkeling (2010) absoluut per inwoners ontwikkeling Borsele (-) 71 Goes Hulst Kapelle (-) 81 Middelburg Noord-Beveland Reimerswaal (-) 89 Schouwen-Duiveland Sluis (-) 69 Terneuzen Tholen Veere Vlissingen (+) 86 Zeeland Bron: Politie Zeeland, bewerking Scoop In verhouding tot de totale bevolking telde Vlissingen in 2010 de meeste slachtoffers van een misdrijf. Vlissingen is daarmee de enige gemeente waar het slachtofferschap significant boven het Zeeuws gemiddelde ligt. In Borsele, Kapelle, Reimerswaal en Sluis ligt ze significant onder het Zeeuwse cijfer. 3.4 Aantal jeugdige verdachten Zeeland telde in verdachten in de leeftijdscategorie 12 t/m 24-jaar. Dit is een daling met 6% ten opzichte van twee jaar eerder. Per 1000 inwoners van 12 t/m 24 jaar bedroeg het aantal jeugdige verdachten ongeveer 27. Tabel 3.8 Jeugdige verdachten (12 t/m 24 jaar), absoluut, per t/m 24- jarigen en ontwikkeling (2010) absoluut per t/m 24-jarigen ontwikkeling Borsele Goes Hulst (-) 78 Kapelle (-) 54 Middelburg Noord-Beveland Reimerswaal (-) 100 Schouwen-Duiveland Sluis Terneuzen Tholen Veere Vlissingen (++) 102 Zeeland Bron: Politie Zeeland, bewerking Scoop 29

28 Als we de ontwikkeling van het aantal jeugdige verdachten analyseren per gemeente blijkt dat in de meeste gemeenten sprake is van een daling van het aantal jeugdige verdachten. In Noord-Beveland en Reimerswaal waren de aantallen dezelfde als in Vlissingen had een lichte toename (+2%), Veere een grotere stijging (+15%). Borsele was een grote uitzondering. In deze gemeente nam het aantal jeugdige verdachten met 62% toe. Kijkend naar het aantal jeugdige verdachten per t/m 24-jarigen valt op dat dit in Vlissingen als enige gemeente significant boven het Zeeuws gemiddelde uitkomt. Hulst, Kapelle en Reimerswaal tellen significant minder jeugdige verdachten dan het Zeeuws gemiddelde. Omdat de leeftijdsgrens bij Haltafdoeningen scherp kan worden getrokken (12 t/m 17 jaar), wordt voor deze categorie een relatief cijfer weergegeven: het aantal afdoeningen per duizend jongeren in deze leeftijdscategorie (tabel 3.9). Uit de cijfers blijkt dat het aantal Haltafdoeningen per jongeren van 12 t/m 17 jaar zich op Schouwen- Duiveland en in Sluis sterk onderscheiden van het provinciaal gemiddelde. In deze gemeenten ligt het significant hoger. In de gemeenten Borsele, Kapelle en Veere ligt dit cijfer significant lager dan gemiddeld. In vergelijking met 2008 is ook het aantal Haltafdoeningen in Zeeland per 1000 jongeren gedaald; van 17 naar 15 per Haltafdoeningen In 2010 waren er in Zeeland in totaal 426 Haltafdoeningen van jongeren van twaalf tot achttien jaar. Dit is bijna 13% minder dan in 2008 (488). Onder Haltafdoeningen wordt verstaan alle jongeren (12 t/m 17 jaar) die in het afgelopen jaar een zaak hebben afgedaan met een werkstraf bij Halt, inclusief de jongeren die om welke reden dan ook voortijdig zijn afgehaakt. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen jongeren onder de 12 jaar en jongeren vanaf 12 jaar. Bij de jongste categorie wordt gesproken van Stopreacties (geen cijfers). Tabel 3.9 Haltafdoeningen absoluut en per t/m 17 jarigen (2010) Haltafdoeningen absoluut per jongeren Borsele 17 9 (-) Goes Hulst Kapelle 6 6 (-) Middelburg Noord-Beveland 7 16 Reimerswaal Schouwen-Duiveland (+) Sluis (+) Terneuzen Tholen Veere 11 6 (-) Vlissingen Zeeland Bron: Halt Zeeland 3.6 Verkeersveiligheid In tabel 3.10 is een overzicht weergegeven van het aantal verkeersdoden en ernstige gewonden in het verkeer in Zeeland tussen 2007 en Tabel 3.10 Aantal ernstige verkeersslachtoffers (gemiddelde ) Verkeersdoden Ernstig Totaal gewonden Borsele Goes Hulst Kapelle Middelburg Noord-Beveland Reimerswaal Schouwen-Duiveland Sluis Terneuzen Tholen Veere Vlissingen Zeeland Nederland Bron: ROVZ / DVS Het gemiddeld aantal ernstige verkeersslachtoffers in de periode in Zeeland ligt ongeveer 14% lager dan in het tijdvak (Scoop, 2009). In Nederland was de afname ongeveer 7%. In de periode waren er in Zeeland gemiddeld 285 ernstige verkeersgewonden en vielen er 29 verkeersdoden. De daling van het totaal aantal verkeersslachtoffers in Zeeland is een trend die zich al langer manifesteert. 30

29 Kaart 3.2 Aantal ernstige verkeersslachtoffers per km weg (gemiddelde ) Bron: Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Zeeland, bewerking Scoop 31

30 In tabel 3.11 is weergegeven hoe het aantal ernstige verkeersslachtoffers zich verhoudt tot het aantal inwoners. Tabel 3.11 Relatief aantal ernstige verkeersslachtoffers (gemiddelde ) Per inwoners Per km weg Borsele Goes 93 (+) 72 (+) Hulst Kapelle Middelburg 38 () 53 Noord-Beveland (-) Reimerswaal Schouwen-Duiveland Sluis Terneuzen Tholen Veere Vlissingen 56 (-) 85 (++) Zeeland Nederland Bron: ROVZ / DVS / CBS Statline Gerelateerd aan het aantal inwoners, ligt het aantal verkeersslachtoffers in Zeeland (nog steeds) hoger dan in Nederland. In vergelijking met eerdere metingen ligt het cijfer voor Zeeland en Nederland op een lager niveau. Deze dalende ontwikkeling in het relatief aantal ernstige verkeersslachtoffers doet zich al vele jaren voor. 3.7 Onveiligheidsgevoelens Naast gegevens over de (on)veiligheid in een buurt, wijk of gemeente, de objectieve veiligheid, is ook de subjectieve veiligheid van belang. Hier gaat het om de beleving van de (on)veiligheid, dus het gevoel of men veilig is in de eigen woonomgeving. Ruim één op de vijf Zeeuwen (22%) voelt zich in het algemeen wel eens onveilig. In de eigen kern of wijk voelt 16% van de inwoners van Zeeland zich wel eens onveilig. 9% van de Zeeuwen beoordeelt de veiligheid in het centrum van de woonplaats negatief. Als we de cijfers analyseren per gemeente blijkt dat algemene onveiligheidsgevoelens significant vaker voorkomen onder bewoners van de gemeente Vlissingen. Inwoners uit Borsele, Kapelle, Noord-Beveland en Veere scoren hier daarentegen significant lager. Ook wat onveiligheidsgevoelens betreft over de eigen kern of wijk scoren Vlissingers significant hoger dan gemiddeld. Ook hier is de score voor Borsele, Noord-Beveland en Veere significant lager dan gemiddeld. De veiligheid in het centrum van de eigen woonplaats wordt door inwoners van Vlissigen eveneens significant negatiever beoordeeld. Dit geldt ook voor die van Terneuzen. Inwoners van Hulst, Noord-Beveland, Reimerswaal, Schouwen- Duiveland en Veere zijn op dit punt significant minder vaak negatief. Tabel 3.12 Onveiligheidsgevoelens, % van de bevolking van 16 jaar en ouder algemeen wel eens onveilig onveilig in de eigen kern/wijk het centrum van de woonplaats negatief Borsele 15% (-) 8% (-) 4% Goes 23% 18% 12% Hulst 19% 13% 3% (-) Kapelle 14% (-) 10% 3% (-) Middelburg 25% 18% 11% Noord-Beveland 14% (-) 8% (-) 0% (-) Reimerswaal 19% 11% 2% (-) Schouwen-Duiveland 19% 13% 2% (-) Sluis 19% 14% 3% Terneuzen 27% 18% 16% (+) Tholen 17% 11% 6% Veere 14% (-) 6% (-) 2% (-) Vlissingen 35% (++) 30% (++) 22% (+) Zeeland 22% 16% 9% Bron: Scoop, Enquête Sociale Staat van Zeeland (2009) 32

31 3.8 Belangrijkste conclusies Bijna een kwart van de totale misdrijven in Zeeland betreft aantasting van de openbare orde. Ook de overige vermogensdelicten (19%), bijv. heling of afpersing, nemen een belangrijke plaats in, gevolgd door diefstal van brom- en snorfietsen (13%), geweldsdelicten (12%) en voertuigcriminaliteit (11%). Het totaal aantal misdrijven in Zeeland is tussen 2008 en 2010 met 7% afgenomen. Het totaal aantal gevallen van overlast is tussen 2008 en 2010 met bijna de helft afgenomen. In 2010 telde Zeeland in totaal slachtoffers van misdrijven (tabel 3.3). Dit is 15% minder dan in Zeeland telde in verdachten in de leeftijdscategorie 12 t/m 24 jaar. Dit is een daling van 6% ten opzichte van twee jaar eerder. In 2010 waren er in Zeeland in totaal 426 Halt afdoeningen van jongeren tot achttien jaar. Dit is bijna 13% minder dan in 2008 (488). Het aantal ernstige verkeersslachtoffers in Zeeland is verder gedaald. Gemeten naar het aantal kilometers weg, is Zeeland een verkeersveilige provincie. Gerelateerd aan het aantal inwoners echter niet. Binnen Zeeland telt de gemeente Goes relatief veel ernstige verkeersslachtoffers. - - Ruim één op de vijf Zeeuwen (22%) voelt zich in het algemeen wel eens onveilig. In de eigen kern of wijk voelt 16% van de inwoners van Zeeland zich wel eens onveilig. 9% van de Zeeuwen beoordeelt de veiligheid in het centrum van de woonplaats negatief. Inwoners van Vlissingen hebben significant vaker gevoelens van onveiligheid. 33

32 34

33 4. Gezondheid In dit hoofdstuk staat het onderwerp gezondheid centraal. In paragraaf 4.1 wordt ingegaan op de ervaren eigen gezondheid. Daarnaast is er aandacht voor de eigen feitelijke gezondheid: een overzicht van het aandeel van de Zeeuwse bevolking met één of andere beperking. In paragraaf 4.2 aandacht voor het thema gezond bewegen. Hoeveel procent van de Zeeuwse bevolking voldoet eigenlijk aan de vastgelegde Nederlandse norm voor gezond bewegen? In de paragrafen 4.3, 4.4 en 4.5 wordt ingegaan op een aantal voor de volksgezondheid kwalijke indicaties, namelijk roken (4.3), alcohol (4.4) en overgewicht (4.5). Hoeveel procent van de Zeeuwse bevolking rookt, drinkt of heeft overgewicht? In paragraaf 4.6 wordt ingegaan op een belangrijk thema uit de geestelijke volksgezondheid: eenzaamheid. Hoeveel Zeeuwen worden in enige of ernstige mate met dit fenomeen geconfronteerd. Dit hoofdstuk wordt afgesloten met cijfermateriaal over de levensverwachting en met sterftecijfers, twee belangrijke algemene indicatoren voor de volksgezondheid in Zeeland. 4.1 Eigen gezondheid, beperkingen In de enquête Sociale Staat van Zeeland (2009) werd gevraagd aan te geven hoe men de eigen gezondheid beoordeelt. In tabel 4.1 een overzicht van de antwoorden. Uit tabel 4.1 blijkt dat ruim één op de vijf Zeeuwen niet (helemaal) tevreden is over de eigen gezondheid. Ruim 3% ervaart de eigen gezondheid als (zeer) slecht. Als we de cijfers uit tabel 4.1 analyseren per gemeente blijkt verder dat de ervaren gezondheid in de gemeenten Borsele, Tholen en Veere duidelijk beter is dan gemiddeld in Zeeland. Het aandeel dat aangeeft een goede tot zeer goede gezondheid te hebben is in deze gemeenten significant hoger dan gemiddeld; het percentage dat een matige ( gaat wel ) of slechte tot zeer slechte eigen gezondheid ervaart is hier bovendien significant lager. In de gemeenten Sluis en Terneuzen is de situatie omgekeerd. De ervaren gezondheid is hier duidelijk minder goed. Tabel 4.1 Oordeel over eigen gezondheid, % van de bevolking van 16 jaar en ouder (zeer) goed gaat wel (zeer) slecht Borsele 82% (+) 15% (-) 3% Goes 79% 17% 4% Hulst 79% 18% 3% Kapelle 81% 17% 2% (-) Middelburg 79% 18% 4% Noord-Beveland 78% 19% 4% Reimerswaal 82% 14% (-) 4% Schouwen-Duiveland 81% 17% 3% Sluis 72% () 25% (++) 4% Terneuzen 76% (-) 20% 4% (+) Tholen 85% (+) 13% (-) 2% (-) Veere 83% (+) 16% 2% (-) Vlissingen 78% 19% 3% Zeeland 79% 18% 3% Bron: Scoop, Enquête Sociale Staat van Zeeland (2009) 35

34 Behalve de ervaren gezondheid is natuurlijk ook de feitelijke gezondheid van belang. In tabel 4.2 is per gemeente een overzicht weergegeven van het percentage van de bevolking van 16 jaar en ouder dat last heeft van één of meer langdurige ziekten, aandoeningen of handicaps en het aandeel dat als gevolg van een beperking sterk wordt belemmerd bij het dagelijks functioneren. Als we kijken naar het percentage van de bevolking dat als gevolg van een beperking sterk wordt belemmerd, is ook hier de hoogste score te vinden in de gemeente Sluis. Bijna 1 op de 4 inwoners van 16 jaar en ouder in Sluis ervaart een belemmering. Ook Terneuzen (21%) en Vlissingen (22%) onderscheiden zich door een significant hogere score dan gemiddeld in Zeeland. Opvallend is verder de lage scores voor de gemeenten Reimerswaal (15%) en Tholen (15%). Tabel 4.2 Percentage van de bevolking (16 jaar e.o.) dat 1) last heeft van één of meer langdurige ziekten, aandoeningen of handicaps en 2) in meer of mindere mate wordt belemmerd bij dagelijkse bezigheden door een beperking % met een beperking % dat wordt belemmerd a.g.v. beperking Borsele 25% 18% Goes 30% 19% Hulst 27% 19% Kapelle 26% 18% Middelburg 27% 18% Noord-Beveland 30% 20% Reimerswaal 25% 15% (-) Schouwen-Duiveland 27% 17% Sluis 33% (++) 25% (++) Terneuzen 29% 21% (+) Tholen 23% (-) 15% (-) Veere 24% (-) 17% Vlissingen 29% 22% (+) Zeeland 28% 19% Bron: Scoop, Enquête Sociale Staat van Zeeland (2009) Uit tabel 4.2 blijkt dat ruim één op de vier Zeeuwen boven de 16 jaar last heeft van één of meer langdurige ziekten, aandoeningen of handicaps. Het aandeel van de bevolking met een beperking is het hoogst in de gemeente Sluis. Dit hangt waarschijnlijk samen met het hoge aandeel ouderen in deze gemeente (hoofdstuk 2). Ongeveer 1 op de 3 bewoners van deze gemeente gaf in de enquête Sociale Staat aan één of andere beperking te ervaren. Het aandeel mensen met een beperking ligt in Tholen en Veere significant lager dan gemiddeld in Zeeland. 4.2 Gezond bewegen In tabel 4.3 is per gemeente het aandeel van de bevolking weergegeven dat voldoet aan de Nederlandse norm voor gezond bewegen (NNGB). 2 Uit deze tabel blijkt dat ruim tweederde van de Zeeuwse bevolking aan deze norm voldoet. In de gemeenten Schouwen-Duiveland en Veere ligt het percentage dat aan deze norm voldoet significant boven het Zeeuws gemiddelde. In de gemeenten Goes, Hulst, Kapelle en Tholen ligt het echter significant lager. Tabel 4.3 Percentage van de bevolking (16 jaar e.o.) dat voldoet aan de Nederlandse norm voor gezond bewegen (NNGB) % NNGB Borsele 71% Goes 65% (-) Hulst 64% (-) Kapelle 65% (-) Middelburg 67% Noord-Beveland 70% Reimerswaal 69% Schouwen-Duiveland 71% (+) Sluis 67% Terneuzen 70% Tholen 65% (-) Veere 72% (+) Vlissingen 71% Zeeland 68% Bron: Scoop, Enquête Sociale Staat van Zeeland (2009) 2 Om een goede gezondheid te behouden is het gewenst tenminste vijf dagen per week 30 minuten matig intensieve lichaamsbeweging te hebben. Voor kinderen, jongeren en mensen met overgewicht is het gewenste aantal minuten per dag tenminste 60. Of aan de norm wordt voldaan hangt af van de duur (totaal 30 of 60 minuten in blokjes van minimaal 10 minuten), de frequentie (minimaal vijf dagen per week) en de intensiteit (iets hogere hartslag en ademhaling. dus stevig doorwandelen, iets harder op de pedalen trappen, eens flink achter de hond aanrennen).(bron: 36

35 Kaart 4.1 Percentage van de bevolking (16 jaar e.o.) dat wordt belemmerd door een beperking (2009) Bron: Scoop, Enquête Sociale Staat van Zeeland 37

36 4.3 Roken Tabel 4.4 geeft voor 3 leeftijdscategorieën een overzicht van het aandeel dat rookt. Omdat hier gebruik is gemaakt van twee verschillende bronnen (Jeugdmonitor Zeeland voor 15-jarigen en GGD-Zeeland voor 19 jaar en ouder) sluiten de leeftijdscategorieën (15-jarigen versus 19 jaar en ouder) niet automatisch op elkaar aan. Opgemerkt dient ook te worden dat de meetmomenten van beide bronnen niet overeen kwamen. Tabel 4.4 Percentage jongeren/volwassenen dat rookt 15 jaar 19 t/m 64 jaar 65+ jaar Borsele 22% 26% 8% (-) Goes 19% 25% 14% (+) Hulst 24% 24% 9% (-) Kapelle 28% 21% (-) 10% Middelburg 23% 26% 9% (-) Noord- 36% (++) 26% 11% Beveland Reimerswaal 28% 26% 11% Schouwen- 27% 26% 11% Duiveland Sluis 18% (-) 24% 12% Terneuzen 16% (-) 25% 12% Tholen 30% (+) 29% (+) 11% Veere 24% 18% () 10% Vlissingen 21% 31% (+) 12% Zeeland 23% 26% 11% 4.4 Alcohol Het percentage jongeren/volwassenen dat overmatig alcohol gebruikt is weergegeven in tabel 4.5. Ook deze cijfers zijn ontleend aan twee verschillende bronnen, te weten Jeugdmonitor Zeeland (15-jarigen) en GGD-Zeeland (19 jaar en ouder) en heeft daardoor 2 verschillende meetmomenten. Tabel 4.5 Percentage jongeren/volwassenen dat overmatig alcohol gebruikt 15 jaar 19 t/m 64 jaar 65+ jaar Borsele 33% 13% (+) 8% Goes 29% 7% (-) 8% Hulst 45% (+) 12% (+) 7% Kapelle 38% 8% 7% Middelburg 30% 7% (-) 7% Noord- 51% (++) 11% 12% (++) Beveland Reimerswaal 30% 9% 6% (-) Schouwen- 38% 12% (+) 9% Duiveland Sluis 40% 8% 10% Terneuzen 29% 9% 8% Tholen 43% (+) 10% 4% (-) Veere 34% 11% 9% Vlissingen 30% 10% 9% Zeeland 34% 10% 8% Bron: Jeugdmonitor Zeeland (2011) en GGD Zeeland (2009/2010), bewerking Scoop Bron: Jeugdmonitor Zeeland (2011) en GGD Zeeland (2009/2010), bewerking Scoop Uit tabel 4.4 blijkt dat bijna een kwart (23%) van de 15-jarigen in Zeeland rookt. Van de 19 t/m 64-jarigen lag dit aandeel in 2009 iets hoger; van de 65-plussers duidelijk lager (11%). Opvallend is dat onder 15-jarigen, kinderen uit Noord-Beveland en Tholen significant vaker roken dan gemiddeld. Onder de 19 t/m 64-jarigen was dit het geval met mensen uit Tholen en Vlissingen. Onder mensen van 65 jaar en ouder rookten inwoners uit Goes in 2009 significant vaker dan gemiddeld in Zeeland. Tabel 4.5 maakt duidelijk dat van de 15-jarigen in Zeeland ruim één op de drie overmatig alcohol gebruikt jarigen uit Hulst, Noord-Beveland en Tholen onderscheiden zich door significant vaker dan gemiddeld overmatig alcohol te gebruiken. Het percentage 19 t/m 64-jarigen in Zeeland dat overmatig alcohol gebruikt lag in 2009 aanzienlijk lager dan onder 15-jarigen in Ongeveer één op de tien Zeeuwen in deze leeftijdscategorie behoorde tot deze groep. Deze waren significant vaker woonachtig in Borsele, Hulst of Schouwen-Duiveland. Van de categorie 65 jaar en ouder gebruikte 8% overmatig alcohol. Ouderen uit Noord-Beveland behoorden significant vaker tot deze categorie dan gemiddeld. 3 In de Jeugdmonitor Zeeland wordt van overmatig gesproken als men de afgelopen vier weken twee keer of meer bij één gelegenheid tenminste 5 alcoholische dranken heeft genuttigd.in de GGD-monitor voor volwassenen wordt voor mannen een grens gehanteerd van tenminste 1 keer per week 6 glazen of meer; voor vrouwen tenminste 1 keer per week 4 glazen of meer 38

37 Kaart 4.2 Percentage van de bevolking (19-64 jaar) met overgewicht (2009) Bron: GGD Zeeland 39

38 Tabel 4.6 Percentage van de bevolking met overgewicht, inclusief obesitas (BMI >= 25) 5 jaar 10 jaar 13 jaar 12 t/m 18 jaar 19 t/m 64 jaar Borsele 13% 13% (-) 11% 9% 43% 59% Goes 7% (-) 18% 15% 7% 46% 55% Hulst 12% 15% 9% (-) 9% 48% 61% Kapelle 9% (-) 13% (-) 25% (+) 10% 47% 59% Middelburg 15% (+) 17% 11% 6% (-) 42% (-) 56% Noord-Beveland 9% (-) 23% (+) 29% (++) 16% (++) 44% 57% 65+ jaar Reimerswaal 8% (-) 15% 13% 7% 46% 67% (++) Schouwen-Duiveland 12% 25% (+) 18% 11% 53% (+) 59% Sluis 12% 24% (+) 21% (+) 11% 49% 57% Terneuzen 13% 22% 16% 10% 49% 59% Tholen 15% 23% 17% 12% (+) 56% (++) 66% (++) Veere 12% 19% 12% 9% 43% (-) 53% (-) Vlissingen 16% (+) 16% 15% 13% (+) 46% 56% Zeeland 13% 19% 15% 9% 47% 58% Bron: GGD Zeeland, bewerking Scoop 4.5 Overgewicht Tabel 4.6 geeft een overzicht van de percentages overgewicht (incl. obesitas) per leeftijdscategorie per gemeente. 4 Uit tabel 4.6 blijkt dat één op de acht vijfjarigen feitelijk overgewicht heeft. In de gemeenten Middelburg en Vlissingen ligt dit aandeel significant hoger. Het percentage met overgewicht onder 10- resp. 13-jarigen ligt hoger. Van de 10-jarigen vertoont bijna één op de vijf overgewicht, van de 13-jarigen is dat iets minder. Opvallend is dat bij beide leeftijdscategorieën kinderen uit Noord-Beveland en Sluis significant vaker overgewicht hebben. Uit de zelfgerapporteerde gegevens in tabel 4.6 blijkt dat het percentage met overgewicht sterk toeneemt naarmate de leeftijd stijgt. Van alle 19 t/m 64-jarigen kampt bijna de helft met overgewicht. Dit betreft significant vaak inwoners uit Schouwen-Duiveland en Tholen. Van de inwoners van 65 jaar en ouder denkt bijna 6 op 10 overgewicht te hebben. Dit betreft significant vaak ouderen uit Reimerswaal en Tholen. 4.6 Eenzaamheid Het aandeel mensen dat aangeeft zeer eenzaam te zijn is weergegeven in tabel 4.7. Tabel 4.7 Percentage van de bevolking (16 jaar e.o.) dat zich eenzaam voelt soms (bijna) altijd Borsele 15% (-) 1% (-) Goes 21% 2% (+) Hulst 25% (++) 1% Kapelle 18% 1% (-) Middelburg 20% 1% Noord-Beveland 19% 2% Reimerswaal 18% 3% (+) Schouwen-Duiveland 19% 2% Sluis 20% 3% (+) Terneuzen 18% 2% Tholen 20% 2% Veere 13% () 1% (-) Vlissingen 19% 1% Zeeland 19% 2% Bron: Scoop, Enquête Sociale Staat van Zeeland (2009) 4 Het gaat om de totale groep die overgewicht heeft. Bij de jr, jr en 65+ zijn de gegevens afkomstig vanuit de GGD-monitors en deze zijn zelf gerapporteerd. De gegevens van de 5, 10 en 13-jarigen zijn afkomstig vanuit de Jeugdgezondheidszorg en worden feitelijk gemeten. Dit levert een verschil op in percentage, omdat uit ervaring blijkt dat zelfrapportage vaak een onderschatting geeft. Het werkelijke percentage overgewicht bij volwassenen zal dus waarschijnlijk hoger liggen. De bronnen zijn: 5, 10, 13 jr: Preventieve Gezondheidsonderzoeken JGZ : Monitor Gezondheid : Volwassenenmonitor : Ouderenmonitor

39 Tabel 4.7 maakt duidelijk dat één op de vijf Zeeuwen zich soms eenzaam voelt. Bijna 2% van de Zeeuwse bevolking, één op de vijftig, voelt zich (bijna) altijd eenzaam. Als we kijken naar de Zeeuwse gemeenten valt op dat inwoners van Hulst zich significant vaker wel eens eenzaam voelen dan gemiddeld. In Borsele of Veere zijn significant minder bewoners die zich wel eens eenzaam voelen. Als we verder inzoomen op degenen die zich bijna altijd eenzaam voelen, blijkt dat inwoners uit Goes, Reimerswaal of Sluis significant vaker tot die categorie behoren. Dit geldt juist niet voor inwoners van Borsele, Kapelle en Veere. Deze gemeenten tellen significant minder inwoners die bijna altijd eenzaam zijn. 4.7 Levensverwachting In tabel 4.8 is een overzicht weergegeven van de gemiddelde levensverwachting per gemeente bij geboorte voor zowel mannen als vrouwen. Tabel 4.8 Levensverwachting bij geboorte in jaren ( ) mannen vrouwen Borsele 80,8 (++) 85,0 (++) Goes 78,1 82,7 Hulst 78,2 82,8 Kapelle 79,5 85,9 (++) Middelburg 79,1 83,0 Noord-Beveland 79,9 (+) 82,2 (-) Reimerswaal 78,9 83,7 Schouwen-Duiveland 79,7 (+) 83,6 Sluis 78,8 83,4 Terneuzen 77,8 (-) 82,7 Tholen 78,2 81,7 (-) Veere 79,7 (+) 83,1 Vlissingen 78,1 83,6 Zeeland 78,7 83,1 Nederland 77,9 82,2 Bron: GGD Zeeland, bewerking Scoop Tabel 4.8 maakt duidelijk dat de gemiddelde levensverwachting voor zowel mannen als vrouwen in Zeeland duidelijk boven het nationaal gemiddelde uitkomt. Zowel bij de mannen als de vrouwen ligt deze vrijwel een jaar hoger. 4.8 Sterftecijfers Tabel 4.9 geeft een overzicht van de totale sterftecijfers per inwoners per gemeente, resp. de sterftecijfers veroorzaakt door hart- en vaatziekten en door kanker. Tabel 4.9 Sterfte (aantal per inwoners per jaar, ) Totale sterfte Sterfte hart- en vaatziekten Sterfte kanker Borsele 59 () 18 (-) 22 (+) Goes Hulst (+) 18 (-) Kapelle 58 () 16 () 19 Middelburg Noord-Beveland (-) 22 Reimerswaal Schouwen Duiveland Sluis Terneuzen Tholen (-) 22 Veere 62 (-) () Vlissingen (+) Zeeland Nederland Bron: GGD Zeeland, bewerking Scoop Uit tabel 4.9 blijkt dat de totale sterftecijfers voor Zeeland duidelijk lager uitvallen dan gemiddeld in Nederland. Dit is ook het geval voor de gemiddelde totale sterfte aan harten vaatziekten of aan kanker, al zijn de verschillen met Nederland hier wat minder groot. Binnen Zeeland onderscheiden Borsele, Kapelle en Veere zich door significant lagere totale sterftecijfers dan gemiddeld. Voor wat de sterfte aan hart- en vaatziekten betreft onderscheiden Borsele, Kapelle, Noord-Beveland en Tholen zich in positieve zin. Tegelijkertijd is dit cijfer in Hulst significant hoger. Deze laatste gemeente telt wel een significant lager sterftecijfer veroorzaakt door kanker. Dit geldt ook - in nog iets sterkere mate - voor de gemeente Veere. Borsele en Vlissingen onderscheiden zich op dit punt in negatieve zin. Bij de mannen onderscheiden Borsele, Noord-Beveland en Veere zich door een significant hogere levensverwachting dan gemiddeld in Zeeland. Tegelijkertijd is de levensverwachting voor mannen in Terneuzen significant lager. Bij de vrouwen zien we een significant hogere levensverwachting in de gemeenten Borsele en Kapelle; een significant lagere in Noord-Beveland en Tholen. 41

40 4.9 Belangrijkste conclusies In dit hoofdstuk is een groot aantal cijfers gepresenteerd op het gebied van de volksgezondheid. Onderstaand de belangrijkste conclusies: - - De totale sterftecijfers voor Zeeland vallen duidelijk lager uit dan gemiddeld in Nederland. Dit is ook het geval voor de gemiddelde totale sterfte aan hart- en vaatzieten of aan kanker, al zijn de verschillen hier wat minder groot. Ruim één op de vijf Zeeuwen is niet (helemaal) tevreden over de eigen gezondheid. Ruim 3% ervaart de eigen gezondheid als (zeer) slecht. Vooral in de gemeente Sluis is het aandeel inwoners dat ontevreden is over de eigen gezondheid significant hoog. Dit heeft ongetwijfeld te maken met het hoge percentage ouderen in deze gemeente. Ruim één op de vier Zeeuwen heeft last van één of meer langdurige ziekten, aandoeningen of handicaps. Bijna één op de vijf Zeeuwen wordt in het dagelijks functioneren belemmerd door een beperking. Ook hier scoort de gemeente Sluis het hoogst. Ruim tweederde van de Zeeuwse bevolking voldoet aan de norm gezond bewegen. Bijna een kwart (23%) van de 15-jarigen in Zeeland rookt. Van de 19 t/m 64-jarigen ligt dit aandeel iets hoger; van de 65-plussers duidelijk lager (11%). Van de 15-jarigen in Zeeland gebruikt ruim één op de drie overmatig alcohol. Het percentage 19 t/m 64-jarigen in Zeeland dat overmatig alcohol gebruikt ligt aanzienlijk lager dan onder 15-jarigen. Ongeveer één op de tien Zeeuwen in deze leeftijdscategorie behoort tot deze groep. Van de categorie 65 jaar en ouder gebruikt 8% overmatig alcohol. Eén op de acht vijfjarigen in Zeeland heeft feitelijk overgewicht. Van de 10-jarigen vertoont bijna één op de vijf overgewicht, van de 13-jarigen is dat iets minder. Het percentage met overgewicht neemt sterk toe naarmate de leeftijd stijgt. Van alle 19 t/m 64-jarigen kampt bijna de helft met overgewicht. Van de inwoners van 65 jaar en ouder denkt bijna 6 op 10 Zeeuwe overgewicht te hebben. Bijna één op de vijf Zeeuwen voelt zich wel eens eenzaam. Bijna 2% van de Zeeuwse bevolking, één op de vijftig, voelt zich (bijna) altijd eenzaam. De gemiddelde levensverwachting in Zeeland ligt voor zowel mannen als vrouwen bijna een jaar boven het nationale cijfer. 42

41 5. Mobiliteit In dit hoofdstuk wordt ingegaan op het thema mobiliteit. Een belangrijk cijfer hierbij is het gebruik van auto fiets of openbaar vervoer (ov). In paragraaf 5.1 ziet u een presentatie van deze gegevens. Over het aantal passagiers per bus en per Fast Ferry worden gegevens gepresenteerd in paragraaf 5.2. Niet alleen reële mobiliteit is van belang. Ook de digitale mobiliteit wordt een steeds belangrijker thema. Daarom wordt in paragraaf 5.3 aandacht besteed aan het gebruik van internet.het hoofdstuk wordt afgesloten met paragraaf 5.4, waarin de belangrijkste conclusies worden samengevat. Tabel 5.1 Percentage van de bevolking (16 jaar e.o.) dat (bijna) dagelijks gebruik maakt van de auto, de fiets en het openbaar vervoer % auto % fiets % OV Borsele 51% (+) 34% 2% Goes 33% (-) 51% (+) 2% Hulst 52% (+) 32% (-) 1% Kapelle 42% 42% 1% Middelburg 29% (-) 53% (+) 3% (+) Noord-Beveland 52% (+) 25% (-) 1% Reimerswaal 46% 38% 2% Schouwen-Duiveland 44% 38% 2% Sluis 45% 34% 2% Terneuzen 45% 36% 0% (-) Tholen 53% (+) 33% 4% (+) Veere 40% 45% 1% Vlissingen 31% (-) 37% 0% (-) Zeeland 41% 40% 2% 5.1 Gebruik van auto, fiets en OV In tabel 5.1 is een overzicht weergegeven van het aandeel van de bevolking per gemeente dat gebruik maakt van de auto, de fiets en het ov. Uit tabel 5.1 blijkt dat ruim 4 op de 10 Zeeuwen (bijna) dagelijks gebruik maakt van de auto. Dit gebruik van de auto ligt in de plattelandsgemeenten Borsele, Hulst, Noord-Beveland en Tholen significant boven het Zeeuws gemiddelde (41,2%). In de stedelijke gemeenten Goes, Middelburg en Vlissingen ligt het echter significant lager. Het dagelijks gebruik van de fiets ligt op een vergelijkbaar niveau als dat van de auto. Ongeveer 4 op de 10 inwoners van Zeeland geven aan hier (vrijwel) elke dag gebruik van te maken. In Goes en Middelburg ligt het gebruik significant boven het gemiddelde, in Hulst en Noord-Beveland significant onder het gemiddelde. Beduidend minder Zeeuwen maken dagelijks gebruik van het openbaar vervoer. Minder dan één op de vijftig (1,7%) inwoners van Zeeland maakt (vrijwel) elke dag gebruik van bus of trein. Inwoners van Middelburg en Tholen onderscheiden zich door een significant hoger gemiddeld gebruik, inwoners van Terneuzen en Vlissingen door een significant lager gebruik. Bron: Scoop, Enquête Sociale Staat van Zeeland (2009) 43

42 Kaart 5.1 Percentage van de bevolking (16 jaar e.o.) dat (bijna) dagelijks gebruik maakt van de fiets (2009) Bron: Scoop, Enquête Sociale Staat van Zeeland 44

43 In figuur 1 is een overzicht weergegeven van de ontwikkeling van het fietsverkeer per dagsoort tussen 2006 en 2010 (geïndexeerd, 2006=100). Hieruit blijkt dat er op werkdagen, na een aanvankelijke lichte toename (tussen 2009 en 2010) sprake was een daling van het fietsverkeer. In het weekend was er een sterk wisselend beeld. Op de zaterdagen was een golfbeweging te zien; op zondagen nam het fietsverkeer aanvankelijk sterk toe, maar sinds 2007 is sprake van een scherpe daling. Figuur 1 Ontwikkeling van het fietsverkeer naar dagsoort Werkdagen Zaterdagen Zondagen 5.2 Aantal reizigers in bussen In 2010 maakten in totaal ongeveer reizigers gebruik van busvervoer of van de Fast Ferries tussen Vlissingen en Breskens (tabel 5.2). Dit is ongeveer 1,5% minder dan in Deze lichte achteruitgang was vooral een gevolg van de daling van het reizigersvervoer in Noord- Zeeland van bijna 8%. Het jaar daarvoor was in deze regio nog sprake van een stijging van het aantal buspassagiers. In Midden-Zeeland en Zeeuws-Vlaanderen vond tussen 2009 en 2010 wel een lichte stijging plaats van het aantal reizigers met de bus. Het aantal reizigers met de Fast Ferries daalde tussen 2009 en 2010 met 2%. Tabel 5.2 Aantal reizigers (x 1.000) in bussen en Fast Ferries Noord-Zeeland Midden-Zeeland Zeeuws-Vlaanderen * * Fast Ferries Totaal * * Bron: Connexxion en Veolia Transport Bron: Verkeer en Vervoer 2010, Provincie Zeeland Als we de verschillende vervoerswijzen (auto, fiets, ov) samen nemen en nader analyseren blijkt dat zich de afgelopen jaren in Zeeland vooral een toename van de regionale en nationale verkeersstromen heeft gemanifesteerd. Dit vooral ten koste van de plattelandsfunctie van het Zeeuwse verkeer (figuur 2). Figuur 2 Ontwikkeling van het verkeer per verkeersplanologische functie (voertuigkilometers) Gebiedsontsluitend Nationale stroomweg Regionale stroomweg Gebiedsverbindend Plattelandsfunktie Bron: Verkeer en Vervoer 2010, Provincie Zeeland 45

44 Kaart 5.2 Percentage van de bevolking (16 jaar e.o.) dat thuis gebruik maakt van internet voor sociale media (2009) Bron: Scoop, Enquête Sociale Staat van Zeeland 46

45 5.3 Gebruik internet Meer dan 8 op de 10 Zeeuwen (84,9%) maakt thuis gebruik van internet (tabel 5.3). Opvallend is dat vooral inwoners uit de gemeente Sluis significant minder vaak gebruik maken van internet. In iets mindere mate geldt dit ook voor de gemeenten Goes, Hulst, Reimerswaal, Terneuzen en Veere. Tabel 5.3 Percentage van de bevolking (16 jaar e.o.) dat thuis gebruik maakt van internet % internet Borsele 85% Goes 80% (-) Hulst 80% (-) Kapelle 83% Middelburg 85% Noord-Beveland 82% Reimerswaal 79% (-) Schouwen-Duiveland 84% Sluis 73% () Terneuzen 80% (-) Tholen 83% Veere 82% (-) Vlissingen 82% Zeeland 85% Als we kijken naar de specifieke toepassingen voor internet (tabel 5.4) dan wordt duidelijk dat ongeveer één op de vier Zeeuwse internetters het medium gebruiken om te netwerken. Vooral inwoners van Middelburg en Tholen doen dit significant vaak dan gemiddeld in Zeeland. Meer dan vier op de tien internetgebruikers in Zeeland gebruikt internet (ook) voor het kopen van producten. Dit wordt significant vaak gedaan in Tholen en Vlissingen. Ongeveer tweederde van de internetters in Zeeland doet aan telebankieren. Vooral inwoners van Kapelle maken van deze mogelijkheid gebruik. Bron: Scoop, Enquête Sociale Staat van Zeeland (2009) Tabel 5.4 Percentage van de bevolking (16 jaar e.o.) dat thuis gebruik maakt van internet voor specifieke toepassingen % netwerken % producten kopen % telebankieren Borsele 24% 44% 69% Goes 26% 42% 63% (-) Hulst 25% 39% (-) 64% Kapelle 21% (-) 45% 72% (++) Middelburg 29% (+) 45% 69% Noord-Beveland 20% (-) 43% 64% Reimerswaal 22% 46% 65% Schouwen-Duiveland 23% 41% 67% Sluis 17% () 36% () 59% () Terneuzen 24% 43% 65% Tholen 29% (+) 48% (+) 67% Veere 20% (-) 47% 68% Vlissingen 27% 48% (+) 66% Zeeland 25% 44% 66% Bron: Scoop, Enquête Sociale Staat van Zeeland (2009) 47

46 5.4 Belangrijkste conclusies Ruim 4 op de 10 Zeeuwen maakt (bijna) dagelijks gebruik maakt van de auto. Dit gebruik van de auto ligt in de plattelandsgemeenten Borsele, Hulst, Noord- Beveland en Tholen significant boven het Zeeuws gemiddelde (41,2%). In de stedelijke gemeenten Goes, Middelburg en Vlissingen ligt het echter significant lager. Het dagelijks gebruik van de fiets ligt op een vergelijkbaar niveau als dat van de auto. Ongeveer 4 op de 10 inwoners van Zeeland geven aan hier (vrijwel) elke dag gebruik van te maken. In Goes en Middelburg ligt het gebruik significant boven het gemiddelde, in Hulst en Noord-Beveland significant onder het gemiddelde. Beduidend minder Zeeuwen maken dagelijk gebruik van het openbaar vervoer. Minder dan één op de vijftig (1,7%) inwoners van Zeeland maakt (vrijwel) elke dag gebruik van bus of trein. Inwoners van Middelburg en Tholen onderscheiden zich door een significant hoger gemiddeld gebruik, inwoners van Terneuzen en Vlissingen door een significant lager gebruik. Als we de verschillende vervoerswijzen (auto, fiets, ov) samen nemen en nader analyseren blijkt dat zich de afgelopen jaren in Zeeland vooral een toename van de regionale en nationale verkeersstromen heeft gemanifesteerd. Dit ging vooral ten koste van het plattelandsverkeer.. In 2010 maakten in totaal ongeveer reizigers gebruik van busvervoer of van de Fast Ferries tussen Vlissingen en Breskens. Dit is ongeveer 1,5% minder dan in Deze lichte achteruitgang was vooral een gevolg van de daling van het reizigersvervoer in Noord-Zeeland van bijna 8%. Meer dan 8 op de 10 Zeeuwen (84,9%) maakt thuis gebruik van internet. Opvallend is dat vooral inwoners uit de gemeente Sluis significant minder vaak gebruik maken van internet. In iets mindere mate geldt dit ook voor de gemeenten Goes, Hulst, Reimerswaal, Terneuzen en Veere. - - ls we kijken naar de specifieke toepassingen voor internet dan wordt duidelijk dat ongeveer één op de vier Zeeuwse internetters het medium gebruikt om te netwerken. 48

47 6. Wonen De kwaliteit van de woonomgeving is erg belangrijk. Hiervoor zijn uiteenlopende indicatoren te geven: van woningwaarde en bevolkingsdichtheid tot potentiële centrumfunctie. Achtereenvolgens zullen de volgende indicatoren worden besproken: woningvoorraad (6.1) woningwaarde (6.2) sociale huurwoningen (6.3) potentiële centrumfunctie (6.4) kenmerken van de woningvoorraad (6.5) verhuisgeneigdheid (6.6) vertrek- en vestigingsoverschot (6.7) Ook dit hoofdstuk zal worden afgesloten met een samenvatting van de belangrijkste conclusies (6.8). 6.1 Woningvoorraad Een woning is een tot bewoning bestemd gebouw dat, vanuit bouwtechnisch oogpunt, blijvend is bestemd voor permanente bewoning door één particulier huishouden. In tabel 6.1 is te zien hoe groot de woningvoorraad per gemeente was begin In de tabel is ook weergegeven hoe het aantal woningen zich ten opzichte van 2007 heeft ontwikkeld. Uit de cijfers blijkt dat de woningvoorraad in Zeeland in de periode met ruim 2% is toegenomen. Dit is iets minder dan het landelijk gemiddelde. In absolute aantallen zijn in Middelburg met 746 woningen de meeste woningen bijgebouwd. Gerelateerd aan de grootte van de woningvoorraad, zijn er in Kapelle de meeste woningen bijgekomen (zie ook kaart 6.1). Tabel 6.1 Stand en ontwikkeling woningvoorraad, absoluut en index Woningvoorraad 2010 Ontwikkeling Absoluut Index Borsele ,3 Goes ,3 Hulst ,1 Kapelle ,3 (++) Middelburg ,5 Noord-Beveland ,3 Reimerswaal ,1 Schouwen-Duiveland ,1 (+) Sluis ,8 (-) Terneuzen ,9 Tholen ,8 Veere ,7 Vlissingen ,3 Zeeland ,4 Nederland ,7 Bron: CBS Statline 49

48 Kaart 6.1 Ontwikkeling van de woningvoorraad (indexcijfer ) Bron: CBS Statline, bewerking Scoop 50

49 6.2 Woningwaarde Volgens de Wet waardering onroerende zaken (WOZ) moeten alle Nederlandse gemeenten één keer per vier jaar op dezelfde manier de waarde van woningen taxeren. Op basis van deze WOZ-waarde kan de gemiddelde woningwaarde per gemeente jaarlijks worden vastgesteld en vergeleken. Tabel 6.2 laat zien dat de gemiddelde woningwaarde in Zeeland in 2010 bijna 20% lager ligt dan in Nederland. Alleen in de gemeenten Veere en Kapelle ligt deze hoger dan het landelijk gemiddelde. In Terneuzen is de gemiddelde woningwaarde (nog steeds) het laagst (zie ook kaart 6.2). Wel is de gemiddelde woningwaarde in deze gemeente sinds 2008 het sterkst toegenomen. De ontwikkeling vanaf 2008 laat verder nog zien dat de woningwaarde de laatste twee jaar in Zeeland minder sterk is toegenomen dan gemiddeld in heel Nederland: een stijging in Zeeland van 3,1% ten opzichte van een stijging van 5% in Nederland. Tabel 6.2 Stand en ontwikkeling gemiddelde woningwaarde (2010), absoluut en index Gemiddelde Ontwikkeling woningwaarde 2010 Absoluut Index Borsele ,1 () Goes ,7 Hulst ,2 Kapelle ,5 Middelburg ,5 Noord-Beveland ,9 Reimerswaal ,6 Schouwen-Duiveland ,7 Sluis ,1 Terneuzen ,2 (+) Tholen ,0 Veere ,3 Vlissingen ,0 Zeeland ,1 Nederland Bron: CBS Statline 51

50 Kaart 6.2 Gemiddelde woningwaarde (2010) Bron: CBS Statline 52

51 6.3 Sociale huurwoningen Bijna een kwart van de woningen in Zeeland (24,2%) is een sociale huurwoning. Dit is iets minder dan in 2008 (25,4%). In vergelijking met het landelijk gemiddelde (31,5%) blijft het aandeel sociale huurwoningen in Zeeland duidelijk achter. Binnen Zeeland telt Vlissingen relatief de meeste sociale huurwoningen (32,9%), gevolgd door Goes (30,7%) en Middelburg (29,4%). Veere telt slechts 11,4% sociale huurwoningen. Sinds 2008 blijkt het aandeel sociale huurwoningen in alle Zeeuwse gemeenten licht te zijn afgenomen. Tabel 6.3 Aantal en percentage sociale huurwoningen van de totale woningvoorraad (2010) Aantal sociale huurwoningen % van de totale woningvoorraad Borsele ,6% Goes ,7% Hulst ,4% Kapelle ,1% Middelburg ,4% Noord-Beveland ,8% Reimerswaal ,1% Schouwen-Duiveland ,6% Sluis ,3% Terneuzen ,7% Tholen ,5% Veere ,4% Vlissingen ,9% Zeeland ,2% Nederland ,5% Bron: CFV / CBS Statline 6.4 Potentiële centrumfunctie Om een inschatting te maken van de centrumfunctie van een gemeente, is een maatstaf ontwikkeld dat het klantenpotentieel van een gebied weergeeft. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat het klantenpotentieel toeneemt met het inwonertal van een kern en afneemt met de afstand tot die kern. Het regionaal klantenpotentieel geeft het aantal klanten weer dat een kern aantrekt uit alle kernen binnen een straal van 60 kilometer. Wordt dit potentieel weergegeven als percentage van het aantal inwoners, dan geeft dat een indicatie van de centrumfunctie van een gemeente. Tabel 6.4 Regionaal klantenpotentieel en potentiële centrumfunctie (2010) Regionaal klantenpotentieel Potentiële centrum functie Borsele Goes Hulst Kapelle Middelburg Noord-Beveland Reimerswaal Schouwen-Duiveland Sluis Terneuzen Tholen Veere Vlissingen Bron: CBS Statline In de vorige atlassen is op dezelfde wijze de centrumfunctie van de Zeeuwse gemeenten bezien (Scoop, 2006, 2008). Het blijkt dat er in vijf jaar tijd niet of nauwelijks iets is veranderd. De potentiële centrumfunctie van Vlissingen is het grootst, gevolgd door Middelburg en Goes. Noord- Beveland, Tholen en Veere hebben een lage potentiële centrumfunctie. 6.5 Kenmerken van de woningvoorraad In 2009 telde Zeeland zelfstandige woningen (tabel 6.6). 85% van deze woningen waren eengezinshuizen, 15% meergezinshuizen. Ongeveer één op de vijf woningen (19%) is vooroorlogs, ongeveer de helft is jonger dan 40 jaar. Ruim 2 op de 3 woningen zijn koopwoningen, bijna 1 op de 3 is een huurwoning. 5% van de Zeeuwse woningvoorraad is een 1 of 2-kamerwoning; ongeveer 80% heeft 4 of meer kamers. Uit het rapport Om de kwaliteit van het wonen (Scoop, 2010) blijkt dat in vergelijking met Nederland de Zeeuwse woningvoorraad zich kenmerkt door: - - Meer koopwoningen, minder huurwoningen - - Meer eengezinswoningen, minder meergezinswoningen - - Meer naoorlogse woningen, minder recent gebouwde woningen - - Meer 4 en 5-kamerwoningen, minder 1, 2 en 3 kamerwoningen 53

52 Tabel 6.5 Kenmerken van de woningvoorraad per regio vooroorlogs vanaf 1971 huur koop Aantal zelfstandige woningen Eengezins Meergezins Bouwjaar Eigendom Aantal kamers Bevelanden % 12% 22% 28% 50% 31% 69% 5% 10% 41% 44% Schouwen-Duiveland % 6% 21% 29% 50% 31% 69% 7% 15% 36% 42% Tholen % 7% 24% 26% 50% 28% 72% 5% 10% 33% 52% Walcheren % 24% 17% 32% 51% 40% 60% 7% 18% 33% 42% Zeeuws-Vlaanderen % 13% 19% 33% 48% 27% 73% 3% 16% 34% 47% Zeeland % 15% 19% 31% 50% 32% 68% 5% 15% 35% 45% Bron: SYSWOV (2009) Als we inzoomen op de vijf onderscheiden regio s valt op dat Tholen in vergelijking met de andere regio s relatief veel eengezinswoningen en vooroorlogse woningen telt. In Walcheren staan relatief veel huurwoningen; in Zeeuws-Vlaanderen juist minder. In Schouwen-Duiveland en Walcheren staan relatief veel kleinere woningen (1- of 2 kamers). 6.6 Verhuisgeneigdheid Bijna 1 op de 20 Zeeuwen (4,5%) is van plan binnen een jaar te gaan verhuizen (tabel 6.6). Ongeveer 9% wil binnen twee jaar naar een andere woning; ongeveer 1 op 5 Zeeuwen binnen vijf jaar. Tabel 6.6 Percentage van de bevolking (16 jaar e.o.) dat verhuisplannen heeft binnen 1 jaar binnen 1 tot 2 jaar binnen 2 tot 5 jaar geen verhuisplannen binnen 5 jaar Borsele 4% 2% (-) 10% 83% Goes 6% 7% (++) 14% (+) 73% (-) Hulst 3% 5% 9% 82% Kapelle 9% (++) 5% 7% (-) 80% Middelburg 4% 3% 12% 80% Noord-Beveland 3% (-) 4% 11% 83% Reimerswaal 3% 4% 10% 82% Schouwen-Duiveland 5% 5% 9% 82% Sluis 3% 3% 8% (-) 86% (+) Terneuzen 4% 5% 10% 81% Tholen 4% 2% (-) 11% 83% Veere 4% 4% 9% 83% Vlissingen 7% (+) 4% 17% (++) 73% () Zeeland 5% 4% 11% 80% Bron: Scoop, Enquête Sociale Staat van Zeeland (2009) 54

53 Als we de gegevens uit tabel 6.6 nader analyseren per gemeente blijkt dat inwoners van Kapelle en Vlissingen significant vaker plannen hebben op korte termijn (binnen een jaar) te gaan verhuizen. Dit kan zowel naar een woning binnen als buiten de eigen gemeente zijn. Inwoners van Goes en Vlissingen hebben ook significant vaker plannen om op langere termijn naar een andere woning te verhuizen. 6.7 Vertrek- en vestigingsoverschot Hoe de feitelijke migratie zich in Zeeland tussen 1998 en 2008 heeft ontwikkeld is weergegeven in tabel 6.7. Uit tabel 6.7 blijkt dat zich tussen 1998 en 2008 in totaal mensen in Zeeland hebben gevestigd. Tegelijkertijd vertrokken er in die periode mensen uit Zeeland. Per saldo leidt dit tot een vestigingsoverschot van inwoners. Bij nadere analyse van de cijfers uit tabel 6.7 blijkt dat meer dan de helft (58%) van degenen die zich in Zeeland hebben gevestigd uit de rest van Nederland of het buitenland afkomstig is. Van degenen die vertrokken vestigde zich een duidelijke meerderheid (55%) in een gemeente buiten Zeeland of in het buitenland. Het vestigingsoverschot bestaat per saldo alleen uit mensen die zich vanuit de rest van Nederland of het buitenland in Zeeland vestigden. Als we de migratiecijfers analyseren per gemeente blijkt dat tussen 1998 en 2008 in 10 van de 13 Zeeuwse gemeenten sprake was van een positief vestigingsoverschot. Er vestigden zich meer nieuwe bewoners dan er ingezetenen vertrokken. Bij drie gemeenten was dit niet het geval. Er vertrokken hier meer mensen dan er zich nieuw vestigden. Dit was het geval in Borsele, Reimerswaal en Veere. Het grootste vestigingsoverschot vinden we in Middelburg, op de voet gevolgd door Sluis en Goes. Tabel 6.7 Migratie per gemeente ( ) vertrek naar vestiging uit vestigingsoverschot andere gemeenten in Zeeland overig Nederland en buitenland totaal andere gemeenten in Zeeland overig Nederland en buitenland totaal andere gemeenten in Zeeland overig Nederland en buitenland totaal Borsele Goes Hulst Kapelle Middelburg Noord-Beveland Reimerswaal Schouwen-Duiveland Sluis Terneuzen Tholen Veere Vlissingen Zeeland Bron: CBS, Centrum voor Beleidsstatistiek 55

54 6.8 Belangrijkste conclusies In dit hoofdstuk over wonen zijn diverse onderwerpen voorbij gekomen. Hier volgen de belangrijkste uitkomsten. Uit de cijfers blijkt dat de woningvoorraad in Zeeland in de periode met ruim 2% is toegenomen. Dit is iets minder dan het landelijk gemiddelde. In absolute aantallen zijn in Middelburg de meeste woningen bijgebouwd. Gerelateerd aan de grootte van de woningvoorraad, zijn er in Kapelle de meeste woningen bijgekomen. De gemiddelde woningwaarde in Zeeland lag in 2010 bijna 20% lager dan in Nederland. De ontwikkeling ten opzichte van 2008 laat zien dat de woningwaarde de laatste twee jaar in Zeeland ook minder sterk is toegenomen dan gemiddeld in heel Nederland: een stijging in Zeeland van 3,1% ten opzichte van een stijging van 5% in Nederland. Bijna een kwart van de woningen in Zeeland (24,2%) is een sociale huurwoning. Dit is iets minder dan in 2008 (25,4%). In vergelijking met het landelijk gemiddelde (31,5%) blijft het aandeel sociale huurwoningen in Zeeland duidelijk achter. Sinds 2008 blijkt in het aandeel sociale huurwoningen in alle Zeeuwse gemeenten licht te zijn afgenomen. Binnen Zeeland is de potentiële centrumfunctie van Vlissingen is het grootst, gevolgd door Middelburg en Goes. Noord-Beveland, Tholen en Veere hebben een relatief laag klantenpotentiëel. In 2009 telde Zeeland zelfstandige woningen. 85% van deze woningen waren eengezinshuizen, 15% meergezinshuizen. Ongeveer één op de vijf woningen (19%) is vooroorlogs, ongeveer de helft is jonger dan 40 jaar. Ruim 2 op de 3 woningen zijn koopwoningen, bijna 1 op de 3 is een huurwoning. 5% van de Zeeuwse woningvoorraad bestaat uit 1 of 2-kamer-woningen; ongeveer 80% heeft 4 of meer kamers. Bijna 1 op de 20 Zeeuwen (4,5%) is van plan binnen een jaar te gaan verhuizen. Ongeveer 9% wil binnen twee jaar naar een andere woning; ongeveer 1 op 5 Zeeuwen binnen vijf jaar. - - Tussen 1998 en 2008 hebben zich in totaal mensen in Zeeland gevestigd. Tegelijkertijd vertrokken er in die periode mensen uit Zeeland. Per saldo leidde dit tot een vestigingsoverschot van inwoners. 56

55 7. Leren In dit hoofdstuk wordt de stand van zaken weergegeven op het terrein van leren en onderwijs. De situatie in de Zeeuwse kinderopvang en en peuterspeelzalen wordt geschetst in de paragraaf 7.1. In paragraaf 7.2 en 7.3 worden cijfers gepresenteerd over het basisonderwijs in Zeeland; in de paragrafen 7.4 en 7.5 staan gegevens over het voortgezet onderwijs. De paragrafen 7.6 en 7.7 bevatten cijfers over respectievelijk middelbaar beroepsonderwijs en hoger beroepsonderwijs; daarna volgen enige cijfers over voortijdig schoolverlaten (par. 7.8). Het hoofdstuk wordt afgesloten in paragraaf 7.9, waarin de belangrijkste conclusies worden samengevat. 7.1 Kinderopvang In tabel 7.1 is een overzicht weergegeven van het aantal kinderen dat in 2010 gebruik maakte van de formele kinderopvang. Tevens is de ontwikkeling vermeld van de aantallen tussen 2008 en Tabel 7.1 Kinderen in de formele kinderopvang, stand 2010 en ontwikkeling (2008=100) Dagopvang in kindcentrum 2010 ontwikkeling Dagopvang bij gastouder 2010 ontwikkeling Buitenschoolse opvang in kindcentrum 2010 ontwikkeling Buitenschoolse opvang bij gastouder 2010 ontwikkeling Borsele Goes Hulst Kapelle Middelburg Noord Beveland Reimerswaal Schouwen Duiveland Sluis Terneuzen Tholen Veere Vlissingen Zeeland Nederland Bron: CBS Centrum voor Beleidsstatistiek 57

56 Het totaal aantal kinderen dat in Zeeland gebruik maakt van dagopvang en van buitenschoolse opvang in een kindcentrum nam tussen 2008 en 2010 sterk toe. In de dagopvang was de groei 22% (Nederland: 16%), in de buitenschoolse opvang 24% (Nederland 29%). Tegelijkertijd daalde het aantal Zeeuwse kinderen dat bij een gastouder werd ondergebracht. In de dagopvang was de daling hier ruim 22% (Nederland 21%), in de buitenschoolse opvang was de achteruitgang 28% (Nederland 17%). Als we de afzonderlijke ontwikkelingen bekijken blijkt dat de groei van het aantal kinderen dat gebruik maakt van dagopvang in een kindcentrum zich het sterkst manifesteerde in de gemeente Borsele (+84%). Ook Schouwen-Duiveland (+42%), Noord-Beveland (+38%) en Sluis (+35%) vertoonden een aanzienlijke groei. De groei in de buitenschoolse opvang in kindcentra deed zich het sterkst voor in Middelburg (+43%). Ook hier waren Schouwen-Duiveland (+35%) en Sluis (+35%) opnieuw sterke groeiers. Dit geldt ook voor Veere (+36%). De afname van het aantal kinderen in de dagopvang bij gastouders was het sterkst in de gemeente Borsele (-33%). Alleen in Noord-Beveland was er hier geen sprake van een daling. De daling van het aantal kinderen in de buitenschoolse opvang bij gastouders was het grootst in de gemeente Reimerswaal (-38%) en Goes (-38%), Ook in Terneuzen (-35%), Borsele (-32%) en Tholen (-31%) was de daling aanzienlijk. 7.2 Leerlingen basisonderwijs naar denominatie Vrijheid van onderwijs is in Nederland een belangrijk goed. Het bijzonder onderwijs wordt dan ook de wettelijke mogelijkheid gegeven het op de eigen wijze in te richten wat haar levensbeschouwelijke en pedagogische visie betreft. Tegelijkertijd wordt ze naar dezelfde maatstaf als het openbaar onderwijs bekostigd. Op 1 oktober 2010 bezochten kinderen een basisschoolschool in Zeeland. Dit aantal ligt ongeveer 4% lager dan 2 jaar geleden, toen kinderen naar Zeeuwse basisscholen gingen. Het dalend aantal basisschoolleerlingen is een direct gevolg van een daling van het aantal kinderen in de basisschoolleeftijd (hoofdstuk 2). In tabel 7.1 is een overzicht weergegeven van het aantal leerlingen in het basisonderwijs in Zeeland per 1 oktober 2010, uitgesplitst naar denominatie van de scholen. Bijna eenderde van de basisschoolleerlingen in Zeeland bezoekt een openbare school. Een kwart van de leerlingen gaat naar een protestants-christelijke school, bijna één op de vijf naar een rooms-katholieke school. 17% van de leerlingen bezoekt een reformatorische school. Iets minder dan één op de tien basisschoolleerlingen gaat naar het overig bijzonder onderwijs. Tabel 7.2 Leerlingen basisonderwijs naar denominatie, % van totaal aantal leerlingen per gemeente ( ) openbaar protestantschristelijk roomskatholiek reformatorisch overig bijzonder* totaal aantal leerlingen Borsele 22% 14% 31% 25% 8% Goes 31% 27% 17% 20% 5% Hulst 8% 3% 90% 0% 0% Kapelle 33% 48% 0% 20% 0% Middelburg 28% 38% 5% 15% 13% Noord-Beveland 65% 35% 0% 0% 0% 546 Reimerswaal 18% 22% 9% 51% 0% Schouwen-Duiveland 51% 32% 8% 9% 0% Sluis 52% 3% 34% 0% 11% Terneuzen 26% 34% 31% 9% 1% Tholen 37% 19% 3% 37% 5% Veere 21% 52% 0% 27% 0% Vlissingen 39% 0% 5% 3% 53% Zeeland 31% 25% 18% 17% 9% * Inclusief leerlingen van pc/rk-scholen Bron: DUO 58

57 Kaart 7.1 Dagopvang in kindcentrum (indexcijfer ) Bron: CBS Centrum voor Beleidsstatistiek 59

58 Uit tabel 7.2 blijkt dat het aantal kinderen dat openbaar basisonderwijs volgt relatief is oververtegenwoordigd in de gemeenten Noord-Beveland, Schouwen-Duiveland en Sluis. Voor het bezoek aan protestants-christelijke basisscholen geldt dat vooral voor de gemeenten Kapelle en Veere; voor bezoek aan rooms-katholieke scholen voor de gemeente Hulst. Kinderen uit Reimerswaal en Tholen volgen relatief vaak onderwijs aan een reformatorische basisschool. Het overig bijzonder basisonderwijs wordt vooral door kinderen uit Vlissingen bezocht. 7.3 Gemiddeld gewicht per basisschoolleerling In het onderwijs wordt getracht elke leerling dezelfde kansen te geven. De uitgangssituatie is echter niet voor elke leerling gelijk. Daarom is de zogenoemde gewichtenregeling in het leven geroepen. Met behulp van deze gewichtenregeling krijgen basisscholen extra gelden om onderwijsachterstanden te bestrijden. Lange tijd kende het basisonderwijs in Nederland vijf gewichten, voor 5 categorieën kinderen. Vanaf 1 oktober 2008 is een nieuwe gewichtenregeling ingevoerd. In deze nieuwe regeling wordt gewerkt met 3 gewichten: 1,20: voor leerlingen van wie één van de ouders maximaal basisonderwijs of (v)so-zmlk heeft gehad en de ander maximaal dezelfde opleiding heeft gevolgd òf maximaal lbo/vbo, praktijkonderwijs of vmbo basis- of kaderberoepsgerichte leerweg heeft gedaan. 0,30: voor leerlingen van wie beide ouders maximaal lbo/vbo, praktijkonderwijs of vmbo basis- of kaderberoepsgerichte leerweg hebben gedaan. 0,00: voor alle overige leerlingen In tabel 7.3 is een overzicht weergegeven van het aantal basisschoolleerlingen per gemeente, uitgesplitst naar gewichtscategorie. Tevens is het gemiddelde gewicht per gemeente vermeld. 87% van de leerlingen in het Zeeuwse basisonderwijs behoort tot de 0-categorie. Dit betekent dat hier geen extra onderwijsmiddelen voor beschikbaar worden gesteld. Voor 13% van de leerlingen in Zeeland is dat wel het geval. Als we bij tabel 7.3 inzoomen op de Zeeuwse gemeenten, blijkt dat de gemeente Reimerswaal het hoogste aandeel leerlingen telt (20%) dat onder een gewichtenregeling valt. Ook Terneuzen (16%), Vlissingen (15%) en Tholen (14%) tellen relatief veel gewicht -leerlingen. Het gemiddeld gewicht ligt het hoogst in Vlissingen. Dit betekent dat deze gemeente relatief de meeste extra middelen ontvangt voor het bestrijden van onderwijsachterstanden. Dit heeft te maken met het verhoudingsgewijs hoge aandeel leerlingen in de 1,2-categorie in deze gemeente. Ook de gemeenten Terneuzen en Tholen scoren relatief hoog op de gemiddelde gewichts-index. Omdat de gewichtenregeling bij de vorige regeling afweek van de huidige regeling (zie bovenstaand), is het onmogelijk de cijfers uit tabel 7.3 te vergelijken met die in Tabel 7.3 Percentage basischoolleerlingen per gewichtscategorie en gemiddeld gewicht 0 0,3 1,2 Totaal (N) gemiddeld gewicht Borsele 90% 9% 1% , Goes 90% 7% 3% , Hulst 90% 8% 2% , Kapelle 93% 6% 1% , Middelburg 88% 9% 3% , Noord-Beveland 86% 11% 3% 546 0, Reimerswaal 80% 17% 3% , Schouwen-Duiveland 89% 9% 2% , Sluis 90% 9% 1% , Terneuzen 84% 12% 4% , Tholen 86% 12% 2% , Veere 91% 9% 1% , Vlissingen 85% 9% 6% , Zeeland 87% 10% 3% , Bron: DUO 60

59 Kaart 7.2 Gemiddeld gewicht per basisschoolleerling (oktober 2010) Bron: DUO 61

60 7.4 Aantal leerlingen voortgezet onderwijs Per 1 oktober 2010 telde Zeeland leerlingen in het voortgezet onderwijs 5. Dit is een fractie minder dan in 2008, toen leerlingen werden geteld. Het aantal scholen voor voortgezet onderwijs is 13. Dat is één meer dan in Dit is een gevolg van de komst van de Isaak Beeckman Academie in Kapelle. In tabel 7.4 is een overzicht weergegeven van het aantal locaties (vestigingen) voor voortgezet onderwijs, het aantal leerlingen per 1 oktober 2010 en de ontwikkeling daarvan ten opzichte van 1 oktober Zeeland heeft 18 locaties voor voortgezet onderwijs. Als we de ontwikkeling bekijken per locatie is vooral de afname van het aantal leerlingen van het Edudelta College (-12%) en het Ostrea Lyceum (-10%) in Goes opvallend. Een aantal vestigingen voor voortgezet onderwijs maakte een groei door van het aantal leerlingen. De relatief grootste toename (+7%) was voor het Zeldenrust Steelant College in Terneuzen en het Westerpoort College in Tholen. 7.5 Leerlingen in leerjaar 3 VO naar onderwijssoort Hoe de leerlingen in het voortgezet onderwijs zijn verdeeld over de verschillende vormen van onderwijs is weergegeven in tabel 7.5. Het gaat hier om leerlingen uit de derde klas. Uit tabel 7.5 blijkt dat ruim 6 van de 10 leerlingen een VMBO-opleiding volgt. Ruim 2 op de 10 Zeeuwse leerlingen bezoekt de HAVO, een iets kleiner deel het VWO. In vergelijking met de cijfers uit 2008 nam het marktaandeel van het VWO iets toe ten koste van dat van het VMBO. Binnen het VMBO was sprake van lichte groei van het aandeel leerlingen dat praktijkonderwijs volgt (van 2% naar 3%) en VMBO-kl (van 16% naar 17%) ten koste van het percentage VMBO-bl (van 16% naar 14%) en VMBO-lg (van 12% naar 11%). Als we de gegevens analyseren per onderwijssoort en gemeente valt op dat het praktijkonderwijs relatief vaak wordt bezocht door leerlingen uit Terneuzen. De beroepsgerichte leerweg VMBO wordt verhoudingsgewijs vaak bezocht door scholieren uit Tholen. De kadergerichte leerweg VMBO is relatief populair in Noord-Beveland en Schouwen-Duiveland, de gemengde leerweg vmbo in Reimerswaal en Veere. Leerlingen uit Sluis en Terneuzen bezoeken relatief vaak de theoretische leerweg VMBO; de HAVO is relatief populair in Noord-Beveland en Terneuzen. Er zijn naar verhouding veel VWO-leerlingen in Goes. Tabel 7.4 Locaties voor voortgezet onderwijs, aantal leerlingen op 1 oktober 2010 en ontwikkeling ten opzichte van 1 oktober 2008 * school 2010 ontwikkeling Goes Calvijn College Edudelta College Ostrea Lyceum Pontes Scholengroep Hulst Reynaert College Kapelle Isaac Beeckman Academie Middelburg Calvijn College Christelijke scholengemeenschap Walcheren Nehalennia Reimerswaal Calvijn College Schouwen-Duiveland Pontes Scholengroep Sluis Zwin College Terneuzen De Rede Zeldenrust Steelantcollege Tholen Calvijn College Westerpoort College Vlissingen Christelijke scholengemeenschap Walcheren Scheldemond College Zeeland * Exclusief leerlingen die praktijkonderwijs volgen. Incl. leerlingen die uitbesteed zijn aan de VAVO VAVO = voortgezet algemeen volwassenenonderwijs Bron: DUO 5 Exclusief leerlingen die praktijkonderwijs volgen en exclusief leerlingen van het Luzac-college in Goes en het Luzac-lyceum in Goes. 62

61 Tabel 7.5 Leerlingen in leerjaar 3 van het voortgezet onderwijs naar onderwijssoort, % van het totaal aantal leerlingen per woongemeente, 1 oktober 2010 pro vmbo-bl vmbo-kl vmbo-gl vmbo-tl havo vwo Borsele 2% 11% 17% 10% 15% 21% 24% Goes 3% 11% 14% 7% 17% 21% 28% Hulst 3% 11% 18% 3% 24% 22% 19% Kapelle 3% 9% 18% 14% 15% 20% 21% Middelburg 2% 15% 13% 15% 5% 24% 26% Noord-Beveland 0% 15% 20% 6% 18% 29% 12% Reimerswaal 3% 15% 17% 23% 11% 18% 12% Schouwen-Duiveland 2% 11% 21% 3% 27% 21% 15% Sluis 2% 14% 18% 0% 26% 26% 15% Terneuzen 5% 13% 19% 5% 19% 20% 19% Tholen 2% 20% 17% 17% 13% 19% 13% Veere 1% 12% 18% 25% 4% 20% 21% Vlissingen 2% 17% 19% 15% 10% 18% 19% Zeeland 3% 14% 17% 11% 15% 21% 20% * Het beperkte aantal leerlingen dat nog in een brugjaar zit, is buiten beschouwing gelaten. ** Bij het praktijkonderwijs gaat het om leerlingen die voor het derde jaar de school bezoeken (het gaat dus om het derde verblijfsjaar in plaats van het derde leerjaar). Bron: DUO Hoort bij tabel 7.5 pro=praktijkonderwijs bl=basisberoepsgerichte leerweg kl=kadergerichte leerweg gl=gemengde leerweg tl=theoretische leerweg Hoort bij tabel 7.6 Niveau 1: assistentopleiding Niveau 2: basisberoepsopleiding Niveau 3: vakopleiding Niveau 4: middenkaderopleiding/specialistenopleiding Tabel 7.6 Aantal leerlingen middelbaar beroepsonderwijs naar woongemeente, absoluut index * * Borsele Goes Hulst Kapelle Middelburg Noord-Beveland Reimerswaal Schouwen-Duiveland Sluis Terneuzen Tholen Veere Vlissingen Zeeland * voorlopige cijfers Bron: DUO 6 Dit betreft zowel leerlingen die een opleiding binnen als buiten Zeeland volgen. 63

62 Tabel 7.7 Aantal leerlingen middelbaar beroepsonderwijs naar niveau, absoluut % % 3% 3% 4% 3% % 26% 25% 25% 24% % 28% 29% 31% 31% % 42% 42% 41% 42% Zeeland % 100% 100% 100% 100% Bron: DUO 7.6 Middelbaar beroepsonderwijs In tabel 7.6 is weergegeven hoe het aantal leerlingen in het middelbaar beroepsonderwijs in Zeeland zich tussen 2006 en 2010 heeft ontwikkeld 6. In deze tabel zijn ook de indexcijfers weergegeven (2006=100). Uit tabel 7.6 blijkt dat het aantal leerlingen in het middelbaar beroepsonderwijs tussen 2006 en 2010 in Zeeland met ongeveer 7% is gestegen. De toename vond vooral tussen 2008 en 2009 plaats. Als we kijken naar de ontwikkeling van de leerlingenaantallen per gemeente blijkt dat in vrijwel alle gemeenten een stijging plaats vond. Alleen in de gemeente Veere was sprake van een achteruitgang van het aantal MBO-leerlingen. De grootste stijging vond plaats in de gemeente Sluis (+18%). In tabel 7.7 is weergegeven hoe de verdeling van het aantal MBO-leerlingen per niveau zich heeft ontwikkeld. Uit tabel 7.7 blijkt dat de verdeling naar niveau tamelijk stabiel is. Er lijkt wel een kleine verschuiving van niveau 2 naar niveau Hoger onderwijs De ontwikkeling van het aantal studenten in het hoger beroepsonderwijs (HBO) in Zeeland is opgenomen in tabel 7.8. Ook in deze tabel zijn indexcijfers weergegeven (2006=100). Uit tabel 7.8 blijkt dat het aantal Zeeuwse HBO-studenten tussen 2006 en 2010 met ongeveer 8% is gestegen. Evenals in het middelbaar beroepsonderwijs vond de grootste toename plaats tussen 2008 en Als we kijken naar de woongemeente van de studenten blijkt dat alleen in Sluis, Veere en Vlissingen geen sprake was van groei. Het aantal HBO-studenten uit Sluis en Vlissingen nam per saldo zelfs iets af. De groei van het aantal HBO-studenten was het grootst in Noord-Beveland. Dit heeft waarschijnlijk ook te maken met de relatief kleine aantallen in deze gemeente. Tabel 7.8 Aantal studenten hoger beroepsonderwijs naar woongemeente, absoluut index 2006/ / / / / 11* 2006/ / / / / 11* Borsele Goes Hulst Kapelle Middelburg Noord-Beveland Reimerswaal Schouwen-Duiveland Sluis Terneuzen Tholen Veere Vlissingen Zeeland * voorlopige cijfers Bron: CBS 64

63 Tabel 7.9 Aantal studenten universitair onderwijs naar woongemeente, / / 08 absoluut 2008/ / / 11* 2006/ / 08 index 2008/ / 10 Borsele Goes Hulst Kapelle Middelburg Noord-Beveland Reimerswaal Schouwen-Duiveland Sluis Terneuzen Tholen Veere Vlissingen Zeeland / 11* * voorlopige cijfers Bron: CBS Hoe de ontwikkeling was van het aantal Zeeuwse studenten in het universitair onderwijs is weergegeven in tabel 7.9. De cijfers in tabel 7.9 maken duidelijk dat het aantal Zeeuwse universitaire studenten tussen 2006 en 2010 met ongeveer 17% toenam. Sinds 2006 is sprake van een continue stijging. Als we de gegevens bekijken per woongemeente van de studenten blijkt dat er per gemeente vaak sprake is van een grillige ontwikkeling. Dit heeft waarschijnlijk te maken met de lage aantallen studenten per gemeente. In sommige gemeenten vond per saldo een stijging plaats, in andere gemeenten per saldo een daling. De gemeente Middelburg vertoont een opvallende continue stijging van het aantal universitair studenten. Dit hangt ongetwijfeld samen met de komst van de Roosevelt Academy in de Zeeuwse hoofdstad. Tabel 7.10 Aantal nieuwe voortijdige schoolverlaters (vsv), schooljaren 2007/2008 en 2009/ / /2010 leerlingen/ deelnemers 1 oktober vsv totaal vsv als% van de leerlingen/ deelnemers leerlingen/ deelnemers 1 oktober vsv totaal vsv als % van de leerlingen/ deelnemers Borsele ,2% ,8% Goes ,6% ,2% Hulst ,9% ,9% Kapelle ,5% ,5% Middelburg ,6% ,4% Noord-Beveland ,9% ,1% Reimerswaal ,9% ,3% Schouwen-Duiveland ,4% ,1% Sluis ,7% ,3% Terneuzen ,9% ,8% Tholen ,6% ,2% Veere ,3% ,1% Vlissingen ,6% ,9% Zeeland ,5% ,3% Bron: DUO 65

64 7.8 Aantal voortijdig schoolverlaters In het schooljaar 2009/2010 waren er schoolverlaters in het voortgezet onderwijs in Zeeland (tabel 7.10). Dit is 3,3% van het totaal aantal leerlingen. In het schooljaar 2007/2008 was dit nog 3,5%. Als we de cijfers uit tabel 7.10 analyseren per gemeente blijkt dat de percentages voortijdige schoolverlaters per gemeente in 2009/2010 betrekkelijk dicht bij elkaar liggen. Alleen in Noord-Beveland ligt significant hoger. Dit was ook bij de vorige meting het geval. Als we de cijfers uit 2009/2010 verder vergelijken met die van 2007/2008 valt op dat vooral in Middelburg en Vlissingen er sprake was van een sterke afname van het voortijdig schoolverlaten. Borsele en Sluis werden daarentegen geconfronteerd met een relatief sterke stijging van het aandeel schoolverlaters. 7.9 Belangrijkste conclusies Het totaal aantal kinderen dat in Zeeland gebruik maakt van dagopvang en van buitenschoolse opvang in een kindcentrum nam tussen 2008 en 2010 sterk toe. In de dagopvang was de groei 22% (Nederland: 16%), in de buitenschoolse opvang 24% (Nederland 29%). Tegelijkertijd daalde het aantal Zeeuwse kinderen dat bij een gastouder werd ondergebracht. In de dagopvang was de daling hier ruim 22% (Nederland 21%), in de buitenschoolse opvang was de achteruitgang 28% (Nederland 17%). Op 1 oktober 2010 bezochten kinderen een basisschoolschool in Zeeland. Dit aantal ligt ongeveer 4% lager dan 2 jaar geleden, toen kinderen naar een Zeeuwse basisscholen gingen. Het dalend aantal basisschoolleerlingen is een direct gevolg van een daling van het aantal kinderen in de basisschoolleeftijd. Bijna eenderde van de basisschoolleerlingen in Zeeland bezoekt een openbare school. Een kwart van de leerlingen gaat naar een protestants-christelijke school; bijna één op de vijf naar een rooms-katholieke school. 17% van de leerlingen bezoekt een reformatorische school. Iets minder dan één op de tien basisschoolleerlingen gaat naar het overig bijzonder onderwijs. Per gemeente zijn er grote verschillen in deze verdeling. 87% van de leerlingen in het Zeeuwse basisonderwijs behoort tot de 0-categorie. Dit betekent dat hier geen extra onderwijsmiddelen voor beschikbaar worden gesteld. Voor 13% van de leerlingen in Zeeland is dat wel het geval. De gemeente Reimerswaal telt het hoogste aandeel leerlingen (20%) dat onder een gewichtenregeling valt. Ook Terneuzen (16%), Vlissingen (15%) en Tholen (14%) tellen relatief veel gewicht -leerlingen. Per 1 oktober 2010 telde Zeeland leerlingen in het voortgezet onderwijs. Dit is een fractie minder dan in 2008, toen leerlingen werden geteld. Het aantal scholen voor voortgezet onderwijs is 13. Dat is één meer dan in Dit is een gevolg van de komst van de Isaak Beeckman Academie in Kapelle. Binnen het voortgezet onderwijs volgen ruim 6 van de 10 leerlingen een VMBO-opleiding. Ruim 2 op de 10 Zeeuwse leerlingen bezoekt de HAVO, een iets kleiner deel het VWO. In vergelijking met de cijfers uit 2008 nam het marktaandeel van het VWO iets toe ten koste van dat van het VMBO. Het aantal leerlingen in het middelbaar beroepsonderwijs steeg tussen 2006 en 2010 in Zeeland met ongeveer 7%. De toename vond vooral tussen 2008 en 2009 plaats. De verdeling naar niveau is tamelijk stabiel. Er lijkt wel een kleine verschuiving van niveau 2 naar niveau 3. Het aantal Zeeuwse HBO-studenten is tussen 2006 en 2010 met ongeveer 8% gestegen. Evenals in het middelbaar beroepsonderwijs vond de grootste toename plaats tussen 2008 en Het aantal Zeeuwse universitaire studenten nam tussen 2006 en 2010 met ongeveer 17% toe. Dit betreft zowel studenten aan de Roosevelt Academy als studenten die buiten Zeeland naar een universiteit gaan en in Zeeland wonen. Sinds 2006 is sprake van een continue stijging. - - In het schooljaar 2009/2010 waren er vroegtijdig schoolverlaters in het voortgezet onderwijs in Zeeland. Dit is 3,3% van het totaal aantal leerlingen. In het schooljaar 2007/2008 was dit nog 3,5%. Noord- Beveland telt (nog steeds) het hoogste aandeel voortijdige schoolverlaters. 66

65 8. Werken Werk en werkgelegenheid is een essentiële voorwaarde voor de leefbaarheid van een samenleving. In dit hoofdstuk worden de belangrijkste Zeeuwse cijfers op dit terrein gepresenteerd. In de paragrafen 8.1 t/m 8.2 wordt ingegaan op (de ontwikkeling van) het aantal banen, uitgesplitst naar branche. In paragraaf 8.3 een overzicht van (de ontwikkeling van) het aantal vacatures. Op het Zeeuwse arbeidsaanbod, de beroepsbevolking, wordt ingegaan in paraaf 8.4; de arbeidsparticipatie staat centraal in paragraaf 8.5. Het thema werkloosheid wordt behandeld in paragraaf 8.6. In paragraaf 8.7 worden cijfers gepresenteerd over de jeugdwerkloosheid in Zeeland; in paragraaf 8.8 over het aantal jonggehandicapten. Uitkeringsafhankelijkheid komt ter sprake in paragraaf 8.9; in paragraaf 8.10 worden cijfers gepresenteerd over lage inkomens. Het hoofdstuk wordt afgesloten in paragraaf 8.11, waarin de belangrijkste conclusies worden samengevat. 8.1 Werkgelegenheid In 2011 telde Zeeland in totaal banen. Dit is bijna 2% minder dan in Tabel 8.1 en kaart 8.1 laten zien hoe de werkgelegenheid zich ontwikkelde in de Zeeuwse gemeenten. Hieruit blijkt dat het aantal banen sinds 2009 alleen toenam in de gemeenten Borsele, Kapelle, Middelburg, Noord-Beveland, Schouwen-Duiveland en Veere. In de overige gemeenten was sprake van een daling van de werkgelegenheid. In Hulst, Terneuzen en Vlissingen was zelfs sprake van een significante achteruitgang van het aantal banen. Aantal banen 2011 Ontwikkeling in aantal banen Tabel 8.1 Werkgelegenheid, stand en ontwikkeling Borsele Goes Hulst (-) Kapelle (+) Middelburg (+) Noord-Beveland (+) Reimerswaal Schouwen (+) Duiveland Sluis Terneuzen (-) Tholen Veere (+) Vlissingen (-) Zeeland Bron: Zeeuwse Economie in cijfers, provincie Zeeland 67

66 Kaart 8.1 Werkgelegenheid (indexcijfer ) Bron: Zeeuwse Economie in cijfers, Provincie Zeeland 68

67 8.2 Banen naar branche Waar zijn de Zeeuwse werknemers werkzaam? Wanneer de werkgelegenheid gesplitst wordt in vijf sectoren (tabel 8.2), is te zien dat de werkgelegenheid in de overige diensten 7 het grootst is, op de voet gevolgd door de sector openbaar bestuur, onderwijs en zorg. Ook de sector nijverheid biedt veel werkgelegenheid. De sector landbouw en visserij is goed voor 6,0% van de Zeeuwse werkgelegenheid. Dit is minder dan in 2009 (6,6%). 8.3 Vacatures Het aantal vacatures per gemeente op peildatum 1 januari 2011 is opgenomen in tabel 8.3. Hieruit blijkt dat in bijna alle Zeeuwse gemeenten sprake is geweest van een daling van het aantal vacatures ten opzichte van Ook landelijk was er een daling. De afname van het aantal vacatures was relatief het sterkst in de gemeenten Terneuzen en Vlissingen. Niet in elke gemeente is elke sector even belangrijk. Daarom is in tabel 8.2 de werkgelegenheid in de vijf gehanteerde sectoren uitgesplitst per gemeente. Uit tabel 8.2 blijkt dat de sector landbouw en visserij is oververtegenwoordigd in de gemeenten Borsele, Kapelle, Noord-Beveland, Reimerswaal, Sluis, Tholen en Veere. Voor de sector nijverheid geldt dit voor Borsele en Terneuzen. In de gemeenten Goes en Middelburg is de sector openbaar bestuur, onderwijs en zorg duidelijk oververtegenwoordigd. Voor de detailhandel en horeca geldt dit voor de gemeenten Hulst, Noord-Beveland, Sluis en (met name) Veere. De overige diensten zijn relatief oververtegenwoordigd in Kapelle en Reimerswaal. Tabel 8.2 Werkgelegenheid per gemeente naar sector, 2010 Landbouw en visserij Nijverheid Openbaar bestuur, onderwijs en zorg Detailhandel en horeca Overige diensten Borsele 12,2% (+) 37,7% (++) 10,8% (-) 9,2% 30,1% Goes 1,7% 13,8% 39,4% (+) 13,9% 31,2% Hulst 8,6% 14,1% 26,7% 28,4% (+) 22,2% (-) Kapelle 11,7% (+) 22,7% 16,2% (-) 15,0% 34,4% (+) Middelburg 1,3% 18,7% 44,5% (+) 13,8% 21,7% (-) Noord-Beveland 11,6% (+) 14,1% 11,5% (-) 31,8% (+) 31,0% Reimerswaal 13,2% (+) 24,7% 13,5% (-) 10,5% 38,0% (+) Schouwen-Duiveland 8,1% 16,9% 18,7% 24,8% 31,5% Sluis 13,0% (+) 11,1% (-) 19,2% 30,1% (+) 26,5% Terneuzen 3,6% 34,5% (+) 24,4% 13,2% 24,4% Tholen 13,7% (+) 23,1% 18,1% 15,8% 29,4% Veere 11,3% (+) 14,0% 13,3% (-) 42,9% (++) 18,5% (-) Vlissingen 0,6% (-) 24,4% 27,3% 15,2% 32,5% Zeeland 6,0% 21,4% 26,8% 18,1% 27,7% Bron: Zeeuwse economie in cijfers, provincie Zeeland 7 Dit betreft bijvoorbeeld banken, verzekeringsmaatscappijen, ingenieursbureaus, transport en vervoer, reclame, uitzendbranche, schoonmaakbranche, beveiliging (bron: CBS). 69

68 Tabel 8.3 Vacatures, stand per Vacatures Ontwikkeling t.o.v 2009 Als % van het aantal banen Borsele ,1% (-) Goes ,7% Hulst ,6% Kapelle ,2% (-) Middelburg ,7% Noord-Beveland 3 0 0,1% (-) Reimerswaal ,4% Schouwen-Duiveland ,9% Sluis ,9% Terneuzen ,2% (+) Tholen ,2% (-) Veere ,3% (-) Vlissingen ,1% (+) Zeeland ,7% Nederland Bron: Zeeuwse economie in cijfers, provincie Zeeland 8.4 Arbeidsaanbod Hoeveel personen zich aanbieden op de arbeidsmarkt wordt vaak gemeten door te kijken naar het aantal 15 tot 65 jarigen, de potentiële beroepsbevolking. In tabel 8.4 wordt de ontwikkeling van deze categorie weergegeven. Tabel 8.4 Potentiële beroepsbevolking 2011 Ontwikkeling Borsele ,6 Goes ,3 Hulst ,6 Kapelle ,1 Middelburg ,5 (+) Noord-Beveland ,9 (+) Reimerswaal ,8 (+) Schouwen-Duiveland ,7 Sluis ,7 Terneuzen ,2 (-) Tholen ,2 (+) Veere ,1 Vlissingen ,6 Zeeland ,3 Nederland Bron: Zeeuwse economie in cijfers, provincie Zeeland / CBS statline Uit tabel 8.4 blijkt dat de potiëntele beroepsbevolking van Zeeland sinds 2009 met bijna 1% is afgenomen. Landelijk was er de afgelopen twee jaar (nog) wel sprake van een kleine toename. Als wordt gekeken naar de ontwikkelingen per gemeente blijkt dat in de meeste gemeenten sprake was van krimp van de potentiële beroepsbevolking. In de gemeenten Middelburg, Noord-Beveland, Reimerswaal en Tholen was (nog) sprake van een stijging. Tabel 8.5 Beroepsbevolking per gemeente, afgerond op 100, dec Borsele Goes Hulst Kapelle Middelburg Noord-Beveland Reimerswaal Schouwen-Duiveland Sluis Terneuzen Tholen Veere Vlissingen Zeeland Nederland Bron: CBS Statline 70

69 Wanneer de totale bevolking in de leeftijd van 15 tot 65 jaar wordt vermenigvuldigd met de bruto participatiegraad, krijg je de beroepsbevolking. Dit zijn alle personen die werken of op zoek zijn naar werk. De beroepsbevolking in 2011 staat weergegeven in tabel Arbeidsparticipatie Het al dan niet participeren op de arbeidsmarkt is een belangrijk onderdeel van maatschappelijke participatie. Arbeid als facet van participatie kent verschillende indicatoren. Allereerst is er de bruto en netto arbeidsparticipatie: hoeveel procent van de bevolking van 15 tot 65 jaar werkt of wil werken (bruto arbeidsparticipatie) en hoeveel procent werkt daadwerkelijk (netto arbeidsparticipatie). Daarnaast en hiervan afgeleid is werkloosheid een belangrijke indicator. Hiermee hangt tot slot de uitkeringsafhankelijkheid weer samen. De bruto arbeidsparticipatie van vrouwen in Zeeland blijft (net als voorgaande jaren) nog iets achter bij die in Nederland als geheel. Met name in Schouwen-Duiveland en Veere ligt de participatiegraad van vrouwen significant lager. In Goes en Vlissingen ligt ze daarentegen significant hoger. Kapelle valt op door een hoge bruto arbeidsparticipatie van zowel mannen als vrouwen. Dit was ook in 2008 het geval. Opvallend is verder de hoge bruto arbeidsparticipatie van mannnen in de gemeente Tholen. Arbeidsparticipatie Niet elke bevolkingsgroep heeft dezelfde participatiegraad. Bekend is dat de arbeidsparticipatie van vrouwen lager is dan die van mannen. In tabel 8.6 wordt dan ook de bruto participatiegraad per gemeente uitgesplitst naar geslacht. Kaart 8.2 geeft de totale bruto participatiegraad per gemeente weer. Tabel 8.6 Bruto arbeidsparticipatie totaal en naar geslacht, % (gemiddelde over ) Totaal Mannen Vrouwen Borsele 70,0% 83,0% 55,9% Goes 71,6% 78,7% 64,5% (+) Hulst 66,7% (-) 74,6% (-) 58,4% Kapelle 74,4% (+) 86,3% (+) 59,7% Middelburg 69,1% 78,7% 59,7% Noord-Beveland Reimerswaal 69,6% 82,7% 56,2% Schouwen-Duiveland 69,1% 82,9% 55,3% (-) Sluis 68,2% 79,1% 57,5% Terneuzen 67,9% 77,3% 58,3% Tholen 72,3% 88,1% (++) 56,1% Veere 66,7% (-) 82,2% 52,3% () Vlissingen 73,4% (+) 82,2% 64,1% (+) Zeeland 70,0% 80,6% 59,1% Nederland 71,0% 79,2% 62,8% Bron: CBS Statline 71

70 Kaart 8.2 Bruto participatiegraad, % van beroepsbevolking (gemiddelde ) Bron: CBS Statline 72

71 Tabel 8.7 Netto arbeidsparticipatie totaal en naar geslacht, % (gemiddelde over ) Totaal Mannen Vrouwen Borsele 68,8% 81,7% 54,6% Goes 68,2% 75,0% 61,5% (+) Hulst 63,7% (-) 72,4% (-) 54,3% Kapelle 73,5% (++) 86,0% (+) 58,1% Middelburg 66,8% 77,0% 57,0% Noord-Beveland Reimerswaal 67,5% 81,6% 53,2% Schouwen-Duiveland 67,1% 81,6% 52,6% (-) Sluis 66,1% 77,7% 54,6% Terneuzen 64,8% 74,4% 55,0% Tholen 69,7% 86,0% (+) 53,1% Veere 63,7% (-) 79,6% 48,8% () Vlissingen 69,8% 77,6% 61,7% (+) Zeeland 67,4% 78,3% 56,3% Nederland 67,7% 75,8% 59,5% Bron: CBS Statline De netto participatiegraad ligt in zowel Zeeland als Nederland uiteraard op een iets lager niveau. Het verschil in participatie tussen Zeeland en Nederland is minimaal. Wel ligt die bij vrouwen nog iets onder het nationaal niveau; bij mannen echter iets erboven. Als we naar de afzonderlijke gemeenten kijken valt op dat Kapelle significant hoger uitkomt, Hulst en Veere significant lager. In laatstgenoemde gemeente is dat een gevolg van de significant lage deelname van de vrouwen aan het arbeidsproces. 8.6 Werkloosheid Niet-werkende werkzoekenden (nww) zijn personen die zich hebben laten inschrijven en die aangeven geen werk te hebben en op zoek te zijn naar een baan, ongeacht het aantal uur werk dat zij zoeken. In tabel 8.8 staat aangegeven hoe groot eind 2010 het aantal niet werkende werkzoekenden was per Zeeuwse gemeente. In Terneuzen was het aandeel niet- werkende werkzoekenden verreweg het grootst. Vooral Kapelle onderscheidt zich door een significant lager percentage nww. Als we kijken naar de ontwikkeling van het aantal niet-werkende werkzoekenden tussen 2008 en 2010 (Zeeland: +13%) blijkt dat de grootste toename van werkzoekenden plaats vond in Tholen (+70%). Alleen in Terneuzen (-5%) en Vlissingen (-2%) nam het aantal werkzoekenden iets af. Tabel 8.8 Niet-werkende werkzoekenden, absoluut en als % van de beroepsbevolking % (dec. 2010) NWW (absoluut) NWW (%) ontwikkeling Borsele 327 3,3% (-) 136 Goes 860 5,1% 129 Hulst 633 5,6% 116 Kapelle 133 1,9% () 117 Middelburg 920 4,3% 104 Noord ,1% (-) 129 Beveland Reimerswaal 401 3,6% 131 Schouwen ,1% (-) 153 Duiveland Sluis 420 3,8% 103 Terneuzen ,3% (+) 95 Tholen 569 5,5% 170 Veere 277 3,6% 120 Vlissingen ,3% 98 Zeeland ,6% 113 Nederland ,3% 117 Bron: UWV * Cijfer voor Noord-Beveland is een benadering op basis van de bruto participatiegraad van Zeeland In de periode december 2008 (vorige atlas) tot en met december 2010 is het aantal niet-werkende werkzoekenden toegenomen van naar (+12,9%). 73

72 Kaart 8.3 Werkloosheid, % niet-werkende werkzoekenden (nww) van beroepsbevolking (december 2010) Bron: UWV 74

73 Naast algemeen inzicht in het percentage werklozen, is inzicht in samenstelling van deze groep werklozen belangrijk. Met name het aandeel langdurig werklozen, ouderen en laagopgeleiden binnen deze groep is beleidsmatig van belang, omdat zij over het algemeen moeilijker een geschikte baan vinden. Cijfers hierover vindt u in tabel 8.9. Let wel: het betreft hier geen werkloosheidscijfers van ouderen en laagopgeleiden. Om die werkloosheidscijfers te geven, zou de arbeidsparticipatie van ouderen en laagopgeleiden bekend moeten zijn. Dat is helaas niet het geval. Uit tabel 8.9 blijkt dat Zeeland in vergelijking met Nederland relatief minder langdurig werklozen en laagopgeleide werkzoekenden kent, maar wel iets meer oudere werkzoekenden. Dat is ook in de vorige atlas reeds vastgesteld. Opvallend is verder dat Hulst en Terneuzen een significant hoger aandeel langdurig nww tellen. Verder onderscheiden Hulst, Sluis en (met name) Veere zich door een significant hoger percentage ouderen onder de nww. In Reimerswaal en Terneuzen is een significant groter deel laagopgeleid. 8.7 Jeugdwerkloosheid Het CWI heeft cijfers over het aantal niet-werkende werkzoekenden van 15 tot en met 23 jaar. Hiermee kan de jeugdwerkloosheid worden gemeten. Daarvoor is eerst inzicht nodig in de beroepsbevolking in dezelfde leeftijdscategorie. Hierover heeft het CBS informatie: het aantal inwoners van 15 tot en met 23 jaar en de bruto participatiegraad van jongeren Tabel 8.10 laat de jeugdwerkloosheid in de Zeeuwse gemeenten zien. Tabel 8.9 Langdurig werklozen, ouderen en laagopgeleiden, absoluut en als percentage van de beroepsbevolking (dec 2010) Langdurig NWW (absoluut) Langdurig NWW (%) NWW ouder dan 45 (absoluut) NWW ouder dan 45 (%) NWW laagopgeleid NWW l aagopgeleid (%) Borsele 135 1,4% ,4% 38 11,6% (-) Goes 335 2,0% ,2% ,2% Hulst 286 2,5% (+) ,6% (+) ,4% Kapelle 44 0,6% () 64 48,1% 22 16,5% Middelburg 382 1,8% ,3% ,6% Noord-Beveland 44 1,0% (-) 73 51,4% 28 19,7% Reimerswaal 175 1,6% ,9% 98 24,4% (+) Schouwen-Duiveland 140 0,9% (-) ,4% 58 12,6% (-) Sluis 172 1,6% ,3% (+) 88 21,0% Terneuzen 621 2,6% (+) ,5% ,6% (+) Tholen 231 2,2% ,6% ,0% Veere 98 1,3% ,8% (++) 27 9,7% () Vlissingen 426 2,0% ,4% ,8% Zeeland ,8% ,7% ,7% Nederland ,0% ,9% ,2% Bron: UWV * Cijfer voor Noord-Beveland is een benadering op basis van de bruto participatiegraad van Zeeland 75

74 8.10 Jeugdwerkloosheid 15 tot 25 jarigen, absoluut en % van de beroepsbevolking, 2010 Absoluut % van de beroepsbevolking Borsele 19 0,6% (-) Goes 55 1,5% Hulst 41 1,8% Kapelle 0 0,0% (-) Middelburg 79 1,6% Noord Beveland 0 0,0% (-) Reimerswaal 22 0,7% (-) Schouwen-Duiveland 48 1,4% Sluis 18 0,9% Terneuzen 171 2,9% (+) Tholen 63 2,3% Veere 17 0,8% Vlissingen 111 2,8% (+) Zeeland 688 1,7% Nederland ,0% Bron: CBS Statline Uit tabel 8.10 blijkt dat de jeugdwerkloosheid in Zeeland in 2010 iets onder het landelijk gemiddelde ligt. Binnen Zeeland onderscheiden Borsele en Reimerswaal zich door een significant lagere werkloosheid onder jongeren. In de gemeenten Kapelle en Noord-Beveland bestaat op het meetmoment geen jeugdwerkloosheid. Terneuzen en Vlissingen tellen significant meer jeugdige werklozen. 8.8 Jonggehandicapten/Wajong Om een beeld te krijgen van het aantal en aandeel jonggehandicapten in een gemeente, kan gekeken worden naar het aantal Wajong-uitkeringen dat wordt verstrekt. Een Wajong-uitkering wordt verstrekt aan jongeren die al voor zij de arbeidsmarkt opkomen langdurig arbeidsongeschikt zijn voor ten minste 25 procent. Wanneer je kijkt naar het aantal Wajong-ontvangers tot 25 jaar, en dit relateert aan het aantal 15 tot 25 jarigen, krijg je inzicht in het aandeel jonggehandicapten in een gemeente. In tabel 8.11 wordt een overzicht gegeven van het aantal Wajong-uitkeringen in het derde kwartaal van Wajong uitkeringen 15 tot 25 jarigen, absoluut en per 1000 inwoners, 2010 (3e kwartaal) Absoluut per 1000 inwoners Borsele 60 2,7 Goes 150 4,1 (+) Hulst 100 3,6 (+) Kapelle 20 1,6 (-) Middelburg 160 3,3 Noord-Beveland 20 2,7 Reimerswaal 50 2,3 Schouwen-Duiveland 70 2,1 Sluis 50 2,1 Terneuzen 160 2,9 Tholen 60 2,4 Veere 40 1,8 (-) Vlissingen 100 2,2 Zeeland ,7 Nederland ,6 Bron: CBS Statline In Zeeland lag het aandeel jonggehandicapten in het derde kwartaal van 2010 iets onder het landelijk gemiddelde. Twee gemeenten springen er echt uit: Hulst en Goes. Hier is het aandeel jonggehandicapten significant hoger. Dit heeft wellicht te maken met het feit dat de voorzieningen van bijvoorbeeld Stichting Tragel een instelling voor mensen met een verstandelijke beperking zich in deze gemeenten concentreren. De gemeenten Kapelle en Veere tellen significant minder Wajong-ontvangers dan gemiddeld in Zeeland. 8.9 Uitkeringsafhankelijkheid Personen die niet participeren op de arbeidsmarkt hebben in sommige gevallen een uitkering. Er bestaan verschillende typen uitkeringen, waarvan de belangrijkste zijn: uitkeringen in het kader van de Algemene Bijstandswet uitkeringen door arbeidsongeschiktheid uitkeringen in het kader van de Werkloosheidswet Het relatieve aantal uitkeringen per gemeente staat in tabel 8.12 weergegeven. Hierbij wordt het aantal bijstandsuitkeringen gedeeld door het aantal huishoudens. De arbeidsongeschiktheids- en werkloosheidsuitkeringen worden gerelateerd aan het aantal inwoners van 15 tot 65 jaar. 76

75 Tabel 8.12 Relatieve uitkeringsafhankelijkheid (dec. 2009) Bijstandsuitkeringen per 1000 huishoudens AO-uitkeringen per 1000 huishoudens WW-uitkeringen per 1000 huishoudens Borsele 17 (-) (-) Goes (+) 19 Hulst (+) 24 Kapelle 13 (-) 52 (-) 13 () Middelburg Noord-Beveland Reimerswaal (-) 16 (-) Schouwen-Duiveland Sluis (+) 20 Terneuzen Tholen Veere 12 (-) 52 (-) 18 Vlissingen 61 (++) (+) Zeeland Nederland Bron: CBS Statline Uit tabel 8.12 blijkt dat het percentage bijstandsuitkeringen in Zeeland duidelijk onder het landelijk gemiddelde ligt. Dit geldt ook voor de AO-uitkeringen en WW-uitkeringen, al is het verschil met het landelijke beeld hier minder. Binnen Zeeland is het aandeel bijstandsafhankelijken duidelijk het hoogst in Vlissingen. Het aantal AO-uitkeringen per 1000 huishoudens is in Goes, Hulst en Sluis significant hoger dan het Zeeuws gemiddelde. Voor WW-uitkeringen is dit het geval in Vlissingen Financieel Het hebben van voldoende financiële middelen is een belangrijke voorwaarde om volwaardig te kunnen participeren in de maatschappij. Het is daarom niet alleen van belang inzicht te hebben in het gemiddeld besteedbaar inkomen, maar ook in het percentage huishoudens dat moet rondkomen van een laag inkomen. Om hier zicht op te krijgen zijn in de Sociale Atlas Zeeland 2008 cijfers gepresenteerd van het CBS 8. Tabel 8.13 laat de cijfers van 2005 en 2008 naast elkaar zien. Tabel 8.13 Huishoudens met laag inkomen, % van huishoudens met 52 weken inkomen ( ) % met laag inkomen 2008 % met laag inkomen 2005 Borsele 4,5% (-) 6,9% (-) Goes 6,6% 8,5% Hulst 5,1% (-) 8,5% Kapelle 5,5% 6,5% (-) Middelburg 7,5% 10,0% Noord-Beveland 7,5% 7,7% Reimerswaal 5,5% 7,3% (-) Schouwen-Duiveland 5,4% 8,4% Sluis 7,1% 10,7% (+) Terneuzen 7,0% 9,5% Tholen 4,5% (-) 8,2% Veere 4,6% (-) 6,8% (-) Vlissingen 8,3% (+) 11,9% (+) Zeeland 6,4% 9,1% Nederland 7,3% 10,1% Bron: CBS Statline Naast deze cijfers van het CBS beschikt Scoop vanaf vorig jaar over de armoedecijfers van Zeeland (Armoedemonitor, 2009). Ook uit deze cijfers blijkt dat Vlissingen relatief het hoogste aandeel mensen telt met een laag inkomensniveau. 8 Het CBS heeft een maat ontwikkeld waarbij de inkomensgrens varieert met de huishoudensamenstelling. Het levert een percentage op van de huishoudens met 2 weken inkomen, dat rond moet komen van een laag inkomen. 77

76 Grenspendel Pendelen neemt in het economische verkeer in Zeeland een belangrijke plaats in. Helaas ontbreken op dit moment actuele cijfers op dit gebied. In 2008 telde Zeeland bijna inkomende pendelaars. Dit zijn bewoners die in een andere gemeente wonen dan ze werken. Ongeveer 5% daarvan was op dat moment woonachtig buiten Zeeland. Binnen Zeeland telde Tholen veruit het grootste aandeel (18%) pendelaars dat vanuit een andere provincie in deze gemeente werkzaam was. In 2005 waren er bijna in Zeeland wonenden die buiten de provincie een baan hadden. Ook hier telde Tholen, althans absoluut gezien, het grootste aandeel (uitgaande) pendelaars (5.200) Belangrijkste conclusies In 2011 telde Zeeland in totaal banen. Dit is bijna 2% minder dan in Uit cijfers blijkt dat het aantal banen sinds 2009 alleen toenam in de gemeenten Borsele, Kapelle, Middelburg, Noord-Beveland, Schouwen-Duiveland en Veere. Wanneer de werkgelegenheid gesplitst wordt in vijf sectoren blijkt dat de werkgelegenheid in de overige diensten het grootst is, op de voet gevolgd door de sector openbaar bestuur, onderwijs en zorg. In bijna alle Zeeuwse gemeenten is sprake geweest van een daling van het aantal vacatures ten opzichte van De potiëntele beroepsbevolking van Zeeland is sinds 2009 met bijna 1% afgenomen. Landelijk was er de afgelopen twee jaar nog wel sprake van een kleine toename. Als wordt gekeken naar de ontwikkelingen per gemeente blijkt dat in de meeste gemeenten sprake was van krimp van de potentiële beroepsbevolking. De bruto arbeidsparticipatie van vrouwen in Zeeland blijft (net als voorgaande jaren) nog iets achter bij die in Nederland als geheel. Het percentage werkzoekenden ligt in Zeeland eind 2010 lager dan gemiddeld in Nederland. Dit was ook eind 2008 het geval. Het percentage werkzoekenden in Terneuzen ligt beduidend hoger dan in de overige Zeeuwse gemeenten. Uit de cijfers blijkt verder dat Zeeland in vergelijking met Nederland minder langdurig werklozen en laagopgeleide werkzoekenden kent, maar wel iets meer oudere werkzoekenden. Dat is ook in de vorige atlas reeds vastgesteld. De jeugdwerkloosheid in Zeeland ligt iets onder het landelijk gemiddelde. In Zeeland lag het aandeel jonggehandicapten in het derde kwartaal van 2010 iets onder het landelijk gemiddelde. Het percentage bijstandsuitkeringen in Zeeland ligt duidelijk onder het landelijk gemiddelde. Dit geldt ook voor de Ao-uitkeringen en WW-uitkeringen, al is het verschil met het landelijke beeld hier minder. Binnen Zeeland is het aandeel bijstandsafhankelijken duidelijk het hoogst in Vlissingen. Het aantal AO-uitkeringen per 1000 huishoudens is in Goes, Hulst en Sluis significant hoger dan het Zeeuws gemiddelde. Voor WW-uitkeringen is dit het geval in Vlissingen. Uit CBS-cijfers blijkt dat het percentage huishoudens met een laag inkomen zowel in 2005 als in 2010 in Zeeland duidelijk lager ligt dan het Nederlandse gemiddelde. Dit kan ook uit de Zeeuwse Armoedemonitor worden afgeleid. Daarnaast kan worden vastgesteld dat het aandeel huishoudens met een laag inkomen zowel in Zeeland als in geheel Nederland tussen 2005 en 2008 een dalende ontwikkeling heeft doorgemaakt. Binnen Zeeland is het aandeel huishoudens met een laag inkomen zowel in 2005 als 2008 het hoogst in Vlissingen. In 2008 hadden de gemeenten Borsele en Tholen duidelijk het laagste aandeel huishoudens dat moest rondkomen van een laag inkomen. Ten opzichte van 2005 is het percentage huishoudens met een laag inkomen in alle 13 Zeeuwse gemeenten afgenomen. - - In 2008 telde Zeeland bijna inkomende pendelaars. Dit zijn bewoners die in een andere gemeente wonen dan ze werken. Ongeveer 5% daarvan was op dat moment woonachtig buiten Zeeland. In 2005 waren er bijna in Zeeland wonenden die buiten de provincie een baan hadden. 78

77 9. Zorgen De zorg is een belangrijk beleidsthema. Mede door de toenemende vergrijzing in Nederland en in Zeeland in het bijzonder, zal de zorgsector nog verder in belangrijkheid toenemen. De komst van de zorgwetgeving in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), zorgt daarnaast voor een grote behoefte aan kerngegevens op dit terrein. In dit hoofdstuk zullen de volgende onderwerpen besproken worden: ontwikkeling van de zorgvraag (9.1) zorgvoorzieningen: huisartsen, verloskundigen, fysiotherapeuten (9.2) capaciteit ziekenhuizen (9.3) capaciteit van verzorgings- en verpleeghuizen (9.4) gebruik van de thuiszorg (9.5) mantelzorg (9.6) jongeren in de jeugdhulpverlening (9.9) Ook dit hoofdstuk wordt afgesloten met een samenvatting van de belangrijkste conclusies. 9.1 Ontwikkeling zorgvraag De huidige en toekomstige zorgvraag hangt voor een belangrijk deel samen met het aantal ouderen in de levensfase van intensieve verzorging. Hier is de leeftijdsgrens van 80 jaar aan gekoppeld. Natuurlijk zijn ouderen niet de enige zorgvragers. Andere categorieën zijn bijvoorbeeld mensen met een lichamelijke dan wel een verstandelijke beperking. Helaas ontbreken exacte lokale en regionale cijfers hierover. Tabel 9.1 Bevolkingsprognose ontwikkeling aantal 80-plussers (absolute aantallen en index) (Index 2009=100) aantal index aantal index aantal index aantal index Borsele Goes Hulst Kapelle Middelburg Noord-Beveland Reimerswaal Schouwen-Duiveland Sluis Terneuzen Tholen Veere Vlissingen Zeeland Bron: CBS/Provinciale Bevolkingsprognose, bewerking Scoop 79

78 Tabel 9.1 laat de ontwikkeling van het aantal 80-plussers zien in de komende 21 jaar. In deze periode zal een stijging te zien zijn met ongeveer 70%. Dit terwijl tegelijkertijd in Zeeland de totale bevolkingsomvang zal krimpen. Het aandeel 80-plussers in de bevolking zal dan ook enorm toenemen. Als we de ontwikkeling van het aantal 80-plussers nader analyseren per gemeente blijkt dat de relatief grootste stijging wordt verwacht in de gemeente Noord-Beveland. In deze gemeente wordt uitgegaan van een verdubbeling van het aantal hoogbejaarden. De kleinste groei van het aantal inwoners van 80 jaar en ouder wordt voorzien in de gemeente Reimerswaal. De voorziene toename van het aantal 80-plussers in deze gemeente bedraagt nog altijd bijna 50%. 9.2 Huisartsen, verloskundigen en fysiotherapeuten De huisarts is een belangrijke zorgvoorziening. Het is in principe het eerste aanspreekpunt voor mensen met klachten of zorgen over hun gezondheid. Tabel 9.2 laat het absolute aantal huisartsen zien in Hierin zijn ook de aantallen verloskundigen en fysiotherapeuten weergegeven. Daarnaast worden ook de aantallen per inwoners gepresenteerd. Uit tabel 9.2 blijkt dat Zeeland in huisartsen telde. Dit is iets meer dan in 2008 (193). Afgezet tegen de bevolking heeft Zeeland 5,2 artsen per inwoners. Dit aantal is hetzelfde gebleven als een jaar eerder. Binnen Zeeland telt de gemeente Veere relatief de meeste huisartsen. Ook in Noord-Beveland zijn gemiddeld significant meer huisartsen dan gemiddeld. Hulst en Tholen tellen daarentegen significant minder huisartsen dan gemiddeld in Zeeland. Zeeland telt 23 verloskundigen. Dit is iets meer dan in 2008 (19). Afgezet tegen de bevolkingsomvang tellen Goes en Reimerswaal significant meer verloskundigen dan gemiddeld. In de gemeenten Kapelle, Noord-Beveland, Sluis en Terneuzen zijn geen verloskundigen 9. Het aantal fysiotherapeuten in Zeeland bedraagt 353. Ook dit aantal ligt iets hoger dan bij de vorige meting (329) 10. In verhouding tot de bevolking telt Kapelle de meeste fysiotherapeuten, gevolgd door Sluis. Hulst, Reimerswaal en Tholen tellen significant minder fysiotherapeuten dan gemiddeld in Zeeland. Tabel 9.2 Aantal huisartsen, verloskundigen en fysiotherapeuten absoluut en per inwoners (jan. 2010) Aantal huisartsen Per inwoners Aantal verloskundigen Per inwoners Aantal fysiotherapeuten Per inwoners Borsele 14 6,2 2 0,9 22 9,7 Goes 16 4,4 5 1,4 (+) 44 12,0 Hulst 14 5,1 1 0,4 17 6,1 (-) Kapelle 5 4,0 (-) 0 0,0 (-) 20 16,2 (++) Middelburg 27 5,6 3 0,6 46 9,6 Noord-Beveland 6 8,0 (++) 0 0,0 (-) 9 12,0 Reimerswaal 11 5,1 3 1,4 (+) 12 5,6 (-) Schouwen-Duiveland 20 5,8 2 0,6 33 9,6 Sluis 15 6,3 0 0,0 (-) 31 12,9 (+) Terneuzen 29 5,3 0 0,0 (-) 39 7,1 Tholen 10 3,9 (-) 2 0,8 15 5,9 (-) Veere 16 7,3 (+) 1 0, ,9 Vlissingen 20 4,5 4 0,9 44 9,9 Zeeland 200 5,2 23 0, ,3 Bron: Nivel, In Zeeuws-Vlaanderen zijn feitelijk meer verloskundigen dan in tabel 9.2 is weergegeven. Dit betreft verloskundigen die in dienst zijn van Zorgsaam en dus niet als vrijgevestigd te boek staan. 10 De afzonderlijke aantallen kunnen niet worden opgeteld om het totaal aantal huisartsen, verloskundigen of fysiotherapeuten voor de provincie als geheel te bepalen. Een aantal van hen is werkzaam in meer dan één gemeente en die zouden dan dubbel worden geteld. 80

79 Kaart 9.1 Huisartsen, aantal per inwoners (januari 2010) Bron: Nivel 81

80 9.3 Ziekenhuizen Alle drie de regio s in Zeeland hebben een ziekenhuislokatie. In tabel 9.3 staat aangegeven hoeveel bedden in 2010 in het ziekenhuis beschikbaar waren, hoeveel specialisten er in 2010 waren en hoe groot het verzorgingsgebied in 2010 was. Vervolgens worden in tabel 9.4 de productiecijfers van de Zeeuwse ziekenhuizen (2010) getoond. Het totaal aantal bedden in de Zeeuwse ziekenhuizen nam tussen 2008 en 2010 iets af van naar (-4%). Deze daling is een gevolg van een afname van het aantal bedden in Zeeuws-Vlaanderen, van 341 naar 320 (-6%). In de ziekenhuizen boven de Westerschelde vond eveneens een daling van de capaciteit plaats. Het aantal bedden nam hier af van 733 naar 709 (-3%). Het totaal aantal specialisten (in fte) in Zeeland steeg tussen 2008 en 2010 van 236 naar 253,5 (+7%). Deze manifesteerde zich niet in beide ziekenhuizen. Het aantal specialisten in Zeeuws-Vlaanderen daalde van 86 naar 78,6 (-9%). In het ADRZ steeg het aantal specialisten van 150 naar 174,9 (+17%). Het totaal aantal ontslagen patiënten nam eveneens toe, van naar (+6%). Deze stijging manifesteerde zich zowel in het ADRZ (+4%) als in de regio Zeeuws- Vlaanderen (+10%). Het totaal aantal dagverplegingsdagen/deeltijdbehandelingen tenslotte steeg eveneens, van naar Dit is een toename van 34%. Deze stijging vond in beide ziekenhuizen plaats. Boven de Weterschelde steeg het aantal dagverplegingsdagen zeer sterk; van naar (+49%). In Zeeuws-Vlaanderen van naar (+10%). 9.4 Capaciteit verzorging en verpleging Zeeland telt momenteel verzorgingsplaatsen en plaatsen in verpleeghuizen. (tabel 9.5) Het totaal aantal opgenomen patiënten nam tussen 2008 en 2010 licht toe, van naar (+1%). Deze stijging is een gevolg van een toename van het aantal opnamen in Zeeuws-Vlaanderen; van naar (+10%). In het ADRZ vond tegelijkertijd een daling plaats van het aantal opnamen, van naar (-4%). Tabel 9.3 Capaciteit en gebruik van ziekenhuizen en medisch specialismen in Capaciteit (aantal bedden) Aantal specialisten (fte) Verzorgingsgebied ADRZ ziekenhuis ,9 fte Zorgsaam Zeeuws-Vlaanderen ,6 fte totaal Zeeuwse Ziekenhuizen , Bron: CIBG; Jaarverslagen Zeeuwse ziekenhuizen 2010 Tabel 9.4 Productiecijfers Zeeuwse ziekenhuizen 2010 Opnamen aantal patiënten (excl. Overname/ dagverpleging) Aantal ontslagen patiënten Aantal dagverplegingsdagen of deeltijdbehandelingen ADRZ ziekenhuis Zorgsaam Zeeuws-Vlaanderen totaal Zeeuwse Ziekenhuizen Bron: CIBG; Jaarverslagen Zeeuwse ziekenhuizen De capaciteit van de ziekenhuizen betreft het totaal aantal bedden exclusief het aantal plaatsen voor psychiatrische deeltijdbehandeling en PAAZ- en PUKbedden (PUK = Psychiatrische Universiteitskliniek). 82

81 Tabel 9.5 Capaciteit verzorging en verpleging (2010) Verzorgingshuis Verpleeghuis Borsele Goes Hulst Kapelle Middelburg Noord-Beveland 86 0 Reimerswaal Schouwen Duiveland Sluis Terneuzen Tholen Veere Vlissingen Zeeland Bron: Zorgkantoor Zeeland Uit tabel 9.6 blijkt dat het aantal verzorgingsplaatsen per 1000 inwoners van 80 jaar en ouder in Goes en Noord- Beveland significant hoger is dan het Zeeuws gemiddelde (123). Borsele, Kapelle en Vlissingen tellen daarentegen significant minder plaatsen in verzorgingshuizen dan gemiddeld in Zeeland. Opvallend is verder dat Noord-Beveland geen verpleegplaatsen telt. Het relatief aantal verpleegplaatsen in Kapelle is significant minder dan gemiddeld. De gemeente Veere telt in verhouding tot de 80+ ers significant meer verpleegplaatsen dan het Zeeuws gemiddelde. 9.5 Gebruik thuiszorg Zelfstandig wonenden met een zorgbehoefte maken vaak gebruik van thuiszorg. Dit kan zowel huishoudelijke hulp als bijvoorbeeld verzorging, verpleging of begeleiding zijn. Huishoudelijke hulp is echter het meest vorkomende type thuiszorg. Hoe de bovenstaande cijfers zich verhouden tot het totaal aantal inwoners van 80 jaar en ouder is weergegeven in tabel 9.6. Tabel 9.6 Capaciteit verzorging en verpleging per plussers (2010) Verzorgingshuis Verpleeghuis Borsele 74 (-) 70 Goes 168 (+) 152 Hulst Kapelle 72 (-) 36 (-) Middelburg Noord-Beveland 219 (++) 0 () Reimerswaal Schouwen Duiveland Sluis Terneuzen Tholen Veere (+) Vlissingen 63 (-) 101 Zeeland Bron: Zorgkantoor Zeeland / CBS Statline In tabel 9.7 is een overzicht weergegeven van het aantal uren thuiszorg dat per gemeente in 2010 is geïndiceerd. Dit betreft zowel huishoudelijke hulp vanuit de wet maatschappelijke ondersteuning (wmo) als vanuit de awbz gefinancierde persoonlijk verzorging, begeleiding en verpleging (Zorg zonder Verblijf, ZzV). Tabel 9.7 Gebruik Wmo en ZzV, absoluut en per inwoner (2010) Uren x uren per inwoner Borsele 152 6,7 (-) Goes 358 9,8 Hulst ,0 Kapelle 95 7,7 Middelburg 455 9,5 Noord-Beveland 50 6,7 (-) Reimerswaal 133 6,2 (-) Schouwen-Duiveland 289 8,4 Sluis ,5 (+) Terneuzen 528 9,6 Tholen 220 8,6 Veere 152 7,0 (-) Vlissingen ,2 (+) Zeeland ,5 Nederland ,0 Bron: Centraal Administratie Kantoor, bewerking Scoop 83

82 Uit tabel 9.7 wordt duidelijk dat in Zeeland per inwoner gemiddeld een groter beroep wordt gedaan op zorg zonder verblijf (zzv) en huishoudelijke hulp dan in Nederland. Dit is ongetwijfeld een gevolg van de relatieve vergrijzing van Zeeland ten opzichte van Nederland, wat tot een hogere zorgvraag leidt. Opvallend is dat de vraag naar zzv en huishoudelijke hulp per inwoner significant hoger is in Sluis en Vlissingen. Ze ligt significant lager in de gemeenten Borsele, Noord-Beveland, Reimerswaal en Veere. Een deel van de vraag betreft huishoudelijke hulp vanuit de wmo. In tabel 9.8 is een overzicht weergegeven van het aantal geïndiceerde uren huishoudelijke hulp. Hierbij is een onderscheid gemaakt tussen enkelvoudige huishoudelijke verzorging en meervoudige huishoudelijke verzorging. Bij de laatste vorm heeft de zorgvrager naast een indicatie voor huishoudelijke verzorging ook een indicatie voor een andere vorm van thuiszorg. Als wordt onderscheiden naar gemeente blijkt dat het gebruik van huishoudelijke hulp in de gemeenten Goes (alleen enkelvoudig), Sluis en Vlissingen significant boven het provinciaal gemiddelde ligt. 9.6 Mantelzorgers Bij de toekenning van zorg wordt steeds meer naar de beschikbaarhied van hulp in de eigen omgeving gekeken. Daarom wordt mantelzorg een steeds belangrijker onderdeel van ons zorgsysteem. In tabel 9.9 is weergegeven welk percentage van de bevolking in 2009 mantelzorgtaken verrichtte. Uit tabel 9.8 blijkt dat ook het gebruik van huishoudelijke verzorging per inwoner in Zeeland gemiddeld hoger ligt dan in Nederland. Dit geldt zowel voor enkelvoudige als meervoudige huishoudelijke zorg. In vergelijking met 2008 is het aantal enkelvoudige uren huishoudelijke hulp per inwoner gedaald van 2,2 naar 2,0. Tegelijkertijd steeg het aantal uren meervoudige hulp per inwoner van 2,2 naar 2,9. Tabel 9.8 Gebruik huishoudelijke verzorging, absoluut en per inwoner (2010) Enkelvoudig Meervoudig Uren x uren per inwoner Uren x uren per inwoner Borsele 37 1,6 (-) 44 1,9 (-) Goes 86 2,4 (+) 113 3,1 Hulst 54 2, ,7 Kapelle 23 1,9 30 2,5 Middelburg 82 1, ,8 Noord-Beveland 14 1,9 14 1,9 (-) Reimerswaal 36 1,7 (-) 41 1,9 (-) Schouwen-Duiveland 69 2,0 82 2,4 Sluis 56 2,3 (+) 101 4,2 (+) Terneuzen 108 2, ,1 Tholen 46 1,8 71 2,8 Veere 33 1,5 (-) 40 1,8 (-) Vlissingen 120 2,7 (++) 179 4,0 (+) Zeeland 764 2, ,9 Nederland , ,9 Bron: Centraal Administratie Kantoor, bewerking Scoop 84

83 Kaart 9.2 Gebruik thuiszorg, uren per inwoner (2010) Bron: Centraal Administratie Kantoor, bewerking Scoop 85

84 Tabel 9.9 Percentage van de bevolking (16 jaar e.o.) dat mantelzorg verricht Borsele 19% Goes 17% Hulst 16% (-) Kapelle 21% (+) Middelburg 17% Noord-Beveland 16% Reimerswaal 16% (-) Schouwen-Duiveland 18% Sluis 21% (+) Terneuzen 19% Tholen 19% Veere 20% (+) Vlissingen 17% Zeeland 18% Bron: Scoop, Enquête Sociale Staat van Zeeland (2009) Uit tabel 9.9 blijkt dat bijna één op de vijf Zeeuwen in 2009 mantelzorgtaken verrichtte. In de gemeenten Kapelle, Sluis en Veere lag dat aandeel significant hoger. In Hulst en Reimerswaal lag het percentage mantelzorgers daarentegen significant lager. 9.7 Jongeren in de jeugdhulpverlening Stichting Jeugdzorg Zeeland verleent hulp aan kinderen en jongeren en hun ouders/verzorgers die problemen ondervinden in de opvoeding. In tabel 9.10 is te zien aan hoeveel jongeren in 2010 hulp werd verleend, onderverdeeld in vier typen: jeugdhulpverlening: het bieden van advies, hulp en ondersteuning aan jongeren van 0 t/m 23 jaar en hun ouders als er sprake is van psychosociale en pedagogische problemen; jeugdreclassering: gericht op minderjarigen (12 t/m 17 jaar) die een strafbaar feit gepleegd hebben en die hulp nodig hebben om zich weer op een normale manier te handhaven in de maatschappij; gezinsvoogdij: het ouderlijk gezag over jongeren van 0 t/m 17 jaar wordt beperkt en deels overgedragen aan jeugdbescherming; de gezinsvoogd verleent hulp en kan aanwijzingen geven voor opvoeding en verzorging; voogdij: na het overlijden van beide ouders of als een ouder uit de ouderlijke macht is ontzet, kunnen kinderen van 0 t/m 17 jaar onder gezag, voogdij, van jeugdbescherming gesteld worden; jeugdbescherming krijgt de juridische verantwoordelijkheid en de verantwoordelijkheid voor de (opvoedings)situatie en de ontwikkeling van het kind. Het aantal jongeren in de jeugdhulpverlening is toegenomen van 2013 (2008) tot 3002 (2010); een stijging van bijna 50%. Vanaf 2004 valt ook aanmelding en screening onder deze categorie. In vergelijking met drie jaar ervoor (2008, in vorige Sociale Atlas) is het gebruik van de jeugdhulpverlening in alle regio s sterk gestegen. Het totaal aantal jongeren in de jeugdreclassering in Zeeland in 2008 was 285. Tussen 2008 en 2010 vond hier een kleine afname plaats. Het aantal jongeren in de gezinsvoogdij nam daarentegen licht toe (van 553 naar 568). Het aantal jongeren onder voogdij van jeugdbescherming steeg van 91 naar 139. Tabel 9.10 Aantal jongeren in de jeugdhulpverlening naar type (2010) Jeugdhulpverlening Jeugdreclassering Gezinsvoogdij Onder voogdij Oosterschelderegio Walcheren Zeeuws-Vlaanderen Zeeland Bron: Bureau Jeugdzorg Zeeland 86

85 9.9 Belangrijkste conclusies De komende decennia zal de zorgvraag sterk toenemen. Motor achter deze ontwikkeling is de explosieve toename van het aantal inwoners van 80 jaar en ouder. Zeeland telt ruim 5 huisartsen en 9 fysiotherapeuten per inwoners. De huisartsencapaciteit bleef in vergelijking met 2008 gelijk, het relatief aantal fysiotherapeuten nam iets toe. Dit geldt ook voor het relatief aantal verloskundigen. Ook daarin zat een lichte toename. Het aantal bedden in de Zeeuwse ziekenhuizen nam de afgelopen jaren iets af. Deze daling manifesteerde zich zowel in Zeeuws-Vlaanderen als boven de Westerschelde. Het aantal specialisten steeg in die periode. Deze toename deed zich niet voor in beide ziekenhuizen. In Zeeuws-Vlaanderen was sprake van een daling. Opvallend is de grote stijging van het aantal dagbehandelingen. In verhouding tot de bevolking van 80 jaar en ouder telt Noord-Beveland het hoogste aantal plaatsen in verzorgingshuizen, gevolgd door Goes. Borsele, Kapelle en Vlissingen tellen significant minder plaatsen in verzorgingshuizen dan gemiddeld in Zeeland. Veere telt relatief het hoogste aantal verpleegplaatsen In Zeeland wordt per inwoner gemiddeld een groter beroep gedaan op thuiszorg en huishoudelijke hulp dan in Nederland. Dit is ongetwijfeld een gevolg van de relatieve vergrijzing van Zeeland ten opzichte van Nederland, wat tot een hogere zorgvraag leidt. Bijna één op de vijf Zeeuwen verrichtte in 2009 mantelzorgtaken. Het aantal jongeren in de jeugdhulpverlening is toegenomen van 2013 (2008) tot 3002 (2010); een stijging van bijna 50%. - - In vergelijking met 2008 is het gebruik van de jeugdhulpverlening in alle regio s sterk gestegen. Het totaal aantal jongeren in de jeugdreclassering in Zeeland in 2008 was 285 personen. Tussen 2008 en 2010 vond hier een kleine afname plaats. Het aantal jongeren in de gezinsvoogdij nam daarentegen licht toe (van 553 naar 568). Het aantal jongeren onder voogdij van jeugdbescherming steeg van 91 naar

86 88

87 10. Vrije tijd In dit hoofdstuk worden enige cijfers gepresenteerd over de vrijetijdsbesteding van de inwoners van Zeeland. In de paragrafen 10.1 en 10.2 wordt ingegaan op het vrijwilligerswerk. In paragraaf 10.3 is aandacht voor het bezoek aan culturele voorstellingen. Lidmaatschap aan verenigingen en sportclubs staan centraal in paragraaf 10.4; het onderwerp uitgaan in paragraaf In paragraaf 10.6 worden enige Zeeuwse cijfers gepresenteerd over toerisme. De belangrijkste conclusies uit dit hoofdstuk worden weergegeven in paragraaf Vrijwilligers Ongeveer 3 op de 10 Zeeuwen verricht vrijwilligerswerk (tabel 10.1). In vergelijking met andere Zeeuwse gemeenten wordt in Borsele en Veere vaker vrijwilligerswerk verricht, zo blijkt uit tabel In Kapelle wordt minder vaak vrijwilligerswerk verricht dan gemiddeld. Tabel 10.1 Percentage van de bevolking (16 jaar e.o.) dat vrijwilligerswerk verricht Borsele 37% (+) Goes 25% Hulst 27% Kapelle 24% (-) Middelburg 33% Noord-Beveland 31% Reimerswaal 30% Schouwen-Duiveland 29% Sluis 28% Terneuzen 28% Tholen 28% Veere 40% (++) Vlissingen 25% Zeeland 29% Bron: Scoop, Enquête Sociale Staat van Zeeland (2009) 10.2 Vrijwilligerswerk onder jongeren Uit cijfers van de Jeugdmonitor Zeeland blijkt verder dat ruim een derde van de vijftienjarige jongeren in Zeeland (36%) vrijwilligerswerk verricht (tabel 10.2). Opvallend is dat vooral in de gemeenten Sluis en Veere het percentage jeugdige vrijwilligers ruim boven het Zeeuws gemiddelde ligt. In Goes en Vlissingen ligt het er duidelijk onder. Tabel 10.2 Percentage van de jongeren (15 jaar) dat vrijwilligerswerk verricht Borsele 30% Goes 26% (-) Hulst 37% Kapelle 36% Middelburg 41% Noord-Beveland 34% Reimerswaal 32% Schouwen-Duiveland 40% Sluis 43% (+) Terneuzen 41% Tholen 33% Veere 44% (+) Vlissingen 29% (-) Zeeland 36% Bron: Jeugdmonitor Zeeland (2011) 10.3 Bezoekers culturele voorstellingen In de enquête Sociale Staat van Zeeland werd ook gevraagd hoe vaak mensen in de afgelopen 12 maanden in de vrije tijd een culturele voorstelling hebben bezocht. In tabel 10.3 staat een overzicht van de percentages Zeeuwen die tenminste één voorstelling hebben bezocht. 89

88 Kaart 10.1 Vrijwilligerswerk onder jongeren, % van alle derdeklassers in het voortgezet onderwijs (2011) Bron: Jeugdmonitor Zeeland 90

89 Tabel 10.3 Percentage van de bevolking (16 jaar e.o.) dat het afgelopen jaar minimaal één keer een culturele voorstelling heeft bezocht Borsele 73% Goes 74% Hulst 71% Kapelle 77% Middelburg 79% (+) Noord-Beveland 71% Reimerswaal 65% () Schouwen-Duiveland 74% Sluis 72% Terneuzen 71% Tholen 66% (-) Veere 78% (+) Vlissingen 79% (+) Zeeland 74% Bron: Scoop, Enquête Sociale Staat van Zeeland (2009) Uit tabel 10.3 blijkt dat in 2009 bijna driekwart van de Zeeuwen een culturele voorstelling heeft bezocht. Deze bezoekers kwamen vaak uit de 3 Walcherse gemeenten. Ze waren minder vaak afkomstig uit Reimerswaal of Tholen. Tabel 10.4 geeft een overzicht van de woongemeenten van klanten van gereserveerde kaarten voor een aantal belangrijke Zeeuwse podia 12. Hieruit blijkt dat bij alle onderscheiden locaties klanten afkomstig uit Middelburg in seizoen 2010/2011 het vaakst kaarten reserveerden, op enige afstand gevolgd door klanten uit Goes of Vlissingen. Een klein deel van de gereserveerde kaarten was bestemd voor mensen buiten Zeeland Lidmaatschap verenigingen Ongeveer tweederde van de Zeeuwse bevolking is lid van een vereniging, zo blijkt uit cijfers van de enquête Sociale Staat van Zeeland (tabel 10.5). Als we onderscheiden naar gemeente blijkt dat inwoners van de gemeenten Borsele, Hulst, Noord-Beveland en Veere vaker dan gemiddeld lid zijn van een vereniging. In Kapelle en Tholen is men minder vaak lid. Tabel 10.5 Percentage van de bevolking (16 jaar e.o.) dat lid is van een vereniging Borsele 71% (+) Goes 63% Hulst 71% (+) Kapelle 63% (-) Middelburg 69% Noord-Beveland 71% (+) Reimerswaal 70% Schouwen-Duiveland 67% Sluis 65% Terneuzen 65% Tholen 62% (-) Veere 73% (+) Vlissingen 63% Zeeland 67% Bron: Scoop, Enquête Sociale Staat van Zeeland (2009) Van de Zeeuwse bevolking van 16 jaar en ouder is bijna eenderde lid van een sportvereniging, zo blijkt uit cijfers van de enquête Sociale Staat (tabel 10.6). In de gemeente Hulst ligt het percentage significant hoger; in Kapelle, Reimerswaal en (vooral) Tholen ligt dit aandeel significant lager. Tabel 10.4 De woongemeentes van klanten voor de locaties met meest gereserveerde kaarten Middelburg Goes Vlissingen Veere Andere Zeeuwse gemeente Buiten Zeeland Onbekend Stadsschouwburg M burg 29% 15% 15% 10% 20% 6% 6% Theater de Mythe 28% 16% 14% 8% 20% 7% 7% Arsenaaltheater 27% 16% 15% 10% 20% 6% 6% Zeeuwse Concertzaal 29% 12% 12% 10% 18% 9% 10% Podium t Beest 28% 17% 14% 8% 21% 7% 5% Spiegeltheater 27% 14% 16% 11% 25% 5% 1% Bron: Theater Exploitatie Zeeland ( ) 12 Het betreft hier alleen de online-reserveringen. Hiervan is van 94,5 % te achterhalen in welke gemeente de klant woont. Van de klanten waarvan de woonplaats te achterhalen is komt 6,9% van buiten de provincie Zeeland. De meeste reserveringen van buiten de provincie komen - op volgorde van aantal gereserveerde kaarten - uit Bergen op Zoom, België, Breda, Roosendaal, Amsterdam, Middelharnis, Rotterdam en Hoorn. 91

90 Kaart 10.2 Bezoek aan culturele voorstellingen, % van alle inwoners (16 jaar e.o.) (2009) Bron: Scoop, Enquête Sociale Staat van Zeeland 92

91 In tabel 10.6 is ook het percentage leden van 10 en 15 jaar oud weergegeven. Het aandeel leden van sportverenigingen onder deze leeftijdscategorieën, vooral onder 10-jarigen, ligt duidelijk hoger dan onder de Zeeuwen van 16 jaar en ouder. Ook onder de jongeren ligt het lidmaatschap van een sportvereniging in Reimerswaal en Tholen duidelijk lager dan gemiddeld. Tabel 10.6 Percentage van de bevolking dat lid is van een sportvereniging 10 jaar 15 jaar 16 jaar e.o. Borsele 70% 57% 34% Goes 81% 62% 32% Hulst 80% 68% 35% (+) Kapelle 72% 60% 24% (-) Middelburg 75% 65% 32% Noord-Beveland 84% (+) 61% 33% Reimerswaal 68% 39% () 26% (-) Schouwen- 71% 62% 30% Duiveland Sluis 75% 65% 29% Terneuzen 70% 64% 31% Tholen 52% () 52% (-) 23% () Veere 84% (+) 70% (+) 34% Vlissingen 79% 64% 33% Zeeland 73% 61% 31% Bron: 1) 10/15 jaar: Jeugdmonitor Zeeland (2010/2011); 2) 16 jaar e.o.: Scoop, Enquête Sociale Staat van Zeeland (2009) 10.5 Uitgaan In de enquête Sociale Staat werd ook gevraagd hoe vaak mensen de afgelopen vier weken een discotheek, café, restaurant of eetcafé hebben bezocht. In tabel 10.7 een overzicht van de uitkomsten. Bijna 1 op de 3 Zeeuwen van 16 jaar en ouder gaf aan de afgelopen vier weken één of meer keren een uitgaansgelegenheid te hebben bezocht. Bij de categorie die 3 keer of vaker in een gelegenheid kwam, valt op dat inwoners van Hulst hier een significant hogere score behalen. Inwoners van Kapelle, Reimerswaal en Tholen bezochten minder vaak uitgaansgelegenheden. Tabel 10.7 Percentage van de bevolking (16 jaar e.o.) dat de afgelopen vier weken een uitgaansgelegenheid heeft bezocht 1 of 2 keer 3 keer of vaker Borsele 30% 29% Goes 32% 29% Hulst 30% 39% (++) Kapelle 29% 25% () Middelburg 30% 33% Noord-Beveland 34% 29% Reimerswaal 25% () 26% (-) Schouwen-Duiveland 34% (+) 29% Sluis 36% (+) 31% Terneuzen 31% 31% Tholen 29% 26% (-) Veere 33% 33% Vlissingen 33% 30% Zeeland 31% 31% Bron: Scoop, Enquête Sociale Staat van Zeeland (2009) 10.6 Toerisme In 2010 bezochten bijna 1,4 miljoen toeristen Zeeland. Het grootste deel daarvan, ruim 60%, vond een onderkomen op Walcheren of Schouwen-Duiveland. In vergelijking met een jaar eerder steeg het aantal vakanties met ongeveer 4%. De grootste toename tekende zich af in de Bevelanden en Tholen (+20%), gevolgd door Zeeuws-Vlaanderen (+14%). Het aantal vakanties dat werd doorgebracht op Walcheren nam met 6% af (tabel 10.7). Niet alleen het aantal vakanties in Zeeland steeg; ook het aantal overnachtingen vertoonde een opgaande lijn (+5%). De sterkste stijging van het aantal overnachtingen vond plaats in Zeeuws-Vlaanderen (+14%), gevolgd door Schouwen-Duiveland (+11%). Ook wat het aantal overnachtingen betreft was er een afname voor de regio Walcheren (-5%). Toeristen overnachtten gemiddeld 7,3 dagen in Zeeland en gaven per dag gemiddeld 23 euro uit, zo blijkt uit tabel Zeeland telt in totaal toeristische slaapplaatsen (tabel 10.8). Dit is ongeveer eentiende van de totale Nederlandse accommodatie. Bijna driekwart daarvan (71%) betreft campingplaatsen. 93

92 Tabel 10.8 Toerisme in Zeeland Schouwen- Duiveland Walcheren Bevelanden & Tholen Zeeuws- Vlaanderen Zeeland Vakanties (incl. vaste gasten) Ontwikkeling vakanties 2% -6% 20% 14% 4% Ontw. overnachtingen 11% -5% 5% 14% 5% Gem. verblijfsduur 6,6 7, ,3 Bestedingen p.p.p.d Bron: Kenniscentrum Kusttoerisme 2010/ Belangrijkste conclusies Ongeveer 3 op de 10 Zeeuwen verricht vrijwilligerswerk. Onder jongeren ligt dit iets hoger. In 2009 bezocht bijna driekwart van de Zeeuwen een culturele voorstelling. Deze bezoekers kwamen significant vaak uit de 3 Walcherse gemeenten. Ze waren significant minder vaak afkomstig uit Reimerswaal of Tholen. Ongeveer tweederde van de Zeeuwse bevolking is lid van een vereniging, zo blijkt uit cijfers van de enquête Sociale Staat van Zeeland. Van de Zeeuwse bevolking van 16 jaar en ouder is bijna eenderde lid van een sportvereniging of -club. Jongeren zijn veel vaker lid dan ouderen. Bijna 1 op de 3 Zeeuwen van 16 jaar en ouder gaf aan de afgelopen vier weken één of meer keer een uitgaansgelegenheid te hebben bezocht. Niet alleen het aantal vakanties in Zeeland steeg; ook het aantal overnachtingen vertoonde het afgelopen jaar een opgaande lijn (+5%). De sterkste stijging van het aantal overnachtingen vond plaats in Zeeuws-Vlaanderen (+14%), gevolgd door Schouwen- Duiveland (+11%). Zowel wat betreft het aantal vakanties als overnachtingen was er een afname voor de regio Walcheren. - - Toeristen overnachten gemiddeld 7,3 dagen in Zeeland en gaven per dag gemiddeld 23 euro uit. 94

93 11. Leefbaarheid In het door Scoop in februari 2011 uitgebrachte rapport Leefbaarheid, Themarapport Sociale Staat van Zeeland worden vier aspecten, dimensies onderscheiden aan het begrip leefbaarheid. Bewoners ervaren hun kern als leefbaar: 1. als men tevreden is met de eigen kern als woonplaats, 2. en/of tevreden is met de kwaliteit van de bevolkingssamestelling, 3. en/of tevreden is met de kwaliteit van de woonomgeving, 4. en/of tevreden is met de kwaliteit van de voorzieningen. In de paragrafen 11.1 t/m 11.4 worden cijfers over deze thema s gepresenteerd uit de enquête Sociale Staat van Zeeland. In paragraaf 11.5 worden uit hetzelfde rapport cijfers gepresenteerd over de vraag of bewoners vinden dat hun kern of wijk vooruit of achteruit is gegaan. In paragraaf 10.6 wordt het concept collectieve redzaamheid behandeld. In hoeverre zijn bewoners bereid samen te werken of bepaalde doelen te bereiken? Het hoofdstuk wordt afgesloten met paragraaf 11.7, waarin de belangrijkste conclusies worden samengevat Tevredenheid over buurt als woonplaats Tabel 11.1 Percentage van de bevolking (16 jaar e.o.) dat tevreden is met de kern als woonplaats Borsele 84% Goes 85% Hulst 84% Kapelle 93% (++) Middelburg 86% Noord-Beveland 82% Reimerswaal 80% Schouwen-Duiveland 86% Sluis 81% Terneuzen 81% Tholen 80% Veere 90% (+) Vlissingen 72% () Zeeland 82% Bron: Scoop, Enquête Sociale Staat van Zeeland (2009) 11.2 Tevredenheid over de samenstelling van de bevolking In tabel 11.2 is een overzicht weergegeven van het percentage van de bevolking dat tevreden is met de bevolkingssamestelling in de eigen kern/wijk. In tabel 11.1 is een overzicht weergegeven van het percentage van de Zeeuwse bevolking dat tevreden is over de eigen buurt of kern als woonplaats. Hieruit blijkt dat ruim 4 op de 5 Zeeuwen hierover tevreden is. Als we de cijfers nader analyseren per gemeente blijkt dat de inwoners van Kapelle en Veere significant vaker tevreden zijn. Inwoners van Vlissingen zijn significant minder vaak tevreden dan gemiddeld. 95

94 Tabel 11.2 Percentage van de bevolking (16 jaar e.o.) dat tevreden is met de bevolkingssamenstelling in de eigen kern/wijk Borsele 68% Goes 64% Hulst 66% Kapelle 74% (++) Middelburg 66% Noord-Beveland 69% (+) Reimerswaal 63% Schouwen-Duiveland 65% Sluis 62% Terneuzen 63% Tholen 65% Veere 72% (+) Vlissingen 55% (-) Zeeland 64% Bron: Scoop, Enquête Sociale Staat van Zeeland (2009) Uit tabel 11.2 blijkt dat bijna tweederde van de Zeeuwen tevreden is over de samenstelling van de bevolking in de eigen kern/wijk. In Kapelle, Noord-Beveland en Veere ligt het aandeel dat hierover tevreden is significant boven dit gemiddelde. In de gemeente Vlissingen ligt het daarentegen significant onder het Zeeuwse cijfer. Tabel 11.3 Gemiddelde waardering voor woonomgeving in de eigen kern/wijk (bevolking 16 jaar e.o.) op schaal 1-10 Borsele 7,0 (+) Goes 6,9 Hulst 6,8 Kapelle 7,2 (++) Middelburg 6,7 Noord-Beveland 6,8 Reimerswaal 7,0 Schouwen-Duiveland 6,8 Sluis 6,7 Terneuzen 6,7 Tholen 6,8 Veere 7,1 (+) Vlissingen 6,4 (-) Zeeland 6,8 Bron: Scoop, Enquête Sociale Staat van Zeeland (2009) 11.3 Tevredenheid met kwaliteit van de woonomgeving In de enquête Sociale Staat van Zeeland werd gevraagd een rapportcijfer te geven voor verschillende onderdelen van de woonomgeving. Dit had betrekking op de gebouwen, de bestrating, de groenvoorziening, parken, fiets- en wandelpaden, het buitengebied, de verkeersveiligheid, de openbare verlichting en de geschiktheid van de omgeving om kinderen te laten opgroeien. In tabel 11.3 zijn de resultaten weergegeven van de uitkomsten. Uit tabel 11.3 blijkt dat inwoners van Zeeland gemiddeld een ruime voldoende (6,8) geven voor de kwaliteit van de woonomgeving. Als we de cijfers onderscheiden naar gemeente blijkt dat inwoners van Borsele, Kapelle en Veere gemiddeld een significant hoger cijfer geven dan de gemiddelde Zeeuw. Inwoners van Vlissingen waarderen hun woonomgeving echter significant lager dan gemiddeld Tevredenheid met de kwaliteit van de voorzieningen In de enquête Sociale Staat van Zeeland werd ook gevraagd een rapportcijfer te geven voor de in de eigen kern of wijk aanwezige voorzieningen. De gemiddelde scores zijn weergegeven in tabel Tabel 11.4 Gemiddelde waardering voor voorzieningen in de eigen kern/wijk (bevolking 16 jaar e.o.) op schaal 1-10 Borsele 7,2 Goes 6,9 (-) Hulst 7,0 Kapelle 7,5 (++) Middelburg 7,1 Noord-Beveland 7,1 Reimerswaal 7,2 Schouwen-Duiveland 7,1 Sluis 7,3 (+) Terneuzen 7,1 Tholen 7,1 Veere 7,3 (+) Vlissingen 7,0 Zeeland 7,1 Bron: Scoop, Enquête Sociale Staat van Zeeland (2009) 96

95 Kaart 11.1 Tevredenheid met de eigen woonplaats, % van alle inwoners (16 jaar e.o.) (2009) Bron: Scoop, Enquête Sociale Staat van Zeeland 97

96 Kaart 11.2 Waardering voor voorzieningen, gemiddeld cijfer (schaal 1-10) (2009) Bron: Scoop, Enquête Sociale Staat van Zeeland 98

Sociale Atlas Zeeland 2013

Sociale Atlas Zeeland 2013 Middelburg, december 2013 Colofon SCOOP 2013 Samenstelling Wim van Gorsel SCOOP Zeeuws instituut voor sociale en culturele ontwikkeling Kousteensedijk 7 Postbus 407 Middelburg Telefoon (0118) 682500 www.scoopzld.nl

Nadere informatie

Sociale Atlas Zeeland 2009

Sociale Atlas Zeeland 2009 Middelburg, december 2009 Colofon Scoop 2009 Samenstelling Erik Bakker Linda Franken Jolanda van Overbeeke - van SLuijs in opdracht van provincie Zeeland Scoop Zeeuws instituut voor sociale en culturele

Nadere informatie

Griffier van de Staten. Geleidebrief informatief. Brief Zeeuwse Bibliotheek over Statische Atlas Zeeland Naam voorstel

Griffier van de Staten. Geleidebrief informatief. Brief Zeeuwse Bibliotheek over Statische Atlas Zeeland Naam voorstel Griffier van de Staten Geleidebrief informatief Naam voorstel 16006181 Brief Zeeuwse Bibliotheek over Statische Atlas Zeeland 2015 Betreft vergadering Commissie Economie 22 april 2016 Te verzenden aan

Nadere informatie

JEUGDMONITOR ZEELAND Jongvolwassenen Rapport Veere

JEUGDMONITOR ZEELAND Jongvolwassenen Rapport Veere JEUGDMONITOR ZEELAND Jongvolwassenen 2012 Rapport Veere Middelburg, oktober 2012 1 Colofon SCOOP 2012 Samenstelling Jolanda van Overbeeke Wim van Gorsel SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407 4330 AK Middelburg

Nadere informatie

Lezen, bibliotheek en jongeren

Lezen, bibliotheek en jongeren Lezen, bibliotheek en jongeren www.dezb.nl Cijfers uit de Jeugdmonitor Zeeland Kousteensedijk 7 4331 JE Middelburg Postbus 8004 4330 EA Middelburg T 0118 654000 info@dezb.nl Cijfers uit de Jeugdmonitor

Nadere informatie

Zeeuwse Verhuisatlas deel II. Waar gaan mensen van buiten Zeeland wonen?

Zeeuwse Verhuisatlas deel II. Waar gaan mensen van buiten Zeeland wonen? Zeeuwse Verhuisatlas deel II Waar gaan mensen van buiten Zeeland wonen? Middelburg, maart 2012 Sociale Staat van Zeeland Colofon Scoop 2012 Samenstelling Ankie Smit Han Schellekens Scoop Zeeuws instituut

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-013 17 februari 2009 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald Minder sterke daling werkloosheid niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012

fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe  Aantal senioren sterk gestegen Aantal 65-plussers in Fryslân, /2012 Vergrijzing in Fryslân fluchskrift Vergrijzing in Fryslân neemt toe In Fryslân wonen op 1 januari 2011 647.282 inwoners. De Friese bevolking groeit nog jaarlijks. Sinds 2000 is het aantal inwoners toegenomen

Nadere informatie

JEUGDMONITOR ZEELAND Jongvolwassenen Rapport Sluis

JEUGDMONITOR ZEELAND Jongvolwassenen Rapport Sluis JEUGDMONITOR ZEELAND Jongvolwassenen 2012 Rapport Sluis Middelburg, oktober 2012 1 Colofon SCOOP 2012 Samenstelling Esther Spuesens Han Schellekens SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407 4330 AK Middelburg

Nadere informatie

WoON-themarapport. Woningbouwplanningen van kwantiteit naar kwaliteit

WoON-themarapport. Woningbouwplanningen van kwantiteit naar kwaliteit Woningbouwplanningen van kwantiteit naar kwaliteit Middelburg, december 2013 Colofon SCOOP 2013 Samenstelling Dick van der Wouw Nadet Somers SCOOP Zeeuws instituut voor sociale en culturele ontwikkeling

Nadere informatie

JEUGDMONITOR ZEELAND Jongvolwassenen Rapport Goes

JEUGDMONITOR ZEELAND Jongvolwassenen Rapport Goes JEUGDMONITOR ZEELAND Jongvolwassenen 2012 Rapport Goes Middelburg, oktober 2012 1 Colofon SCOOP 2012 Samenstelling Wim van Gorsel Jolanda van Overbeeke SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407 4330 AK Middelburg

Nadere informatie

JEUGDMONITOR ZEELAND Jongvolwassenen Rapport Schouwen-Duiveland

JEUGDMONITOR ZEELAND Jongvolwassenen Rapport Schouwen-Duiveland JEUGDMONITOR ZEELAND Jongvolwassenen 2012 Rapport Schouwen-Duiveland Middelburg, oktober 2012 1 Colofon SCOOP 2012 Samenstelling Jolanda van Overbeeke Ankie Smit SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407 4330

Nadere informatie

Zeeuwse Verhuisatlas deel III

Zeeuwse Verhuisatlas deel III Zeeuwse Verhuisatlas deel III Verhuizen meer mensen naar de stad of naar het platteland? Walcheren - Vlissingen Middelburg, augustus 2012 Sociale Staat van Zeeland Colofon SCOOP 2012 Samenstelling Ankie

Nadere informatie

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011 Sociaal-economische schets van Zuidwest 2011 Zuidwest is onderdeel van het en bestaat uit de buurten Haagwegnoord en -zuid, Boshuizen, Fortuinwijk-noord en -zuid en de Gasthuiswijk. Zuidwest heeft een

Nadere informatie

Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011

Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011 Onderzoek Diversiteit in Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en Eerste Kamer in 2011 Het Huis voor democratie en rechtsstaat heeft na de verkiezingen van 2 maart 2011 de diversiteit in de nieuwe Provinciale

Nadere informatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005 Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB06-015 13 februari 2006 9.30 uur Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005 In 2005 is de werkloosheid onder niet-westerse allochtonen

Nadere informatie

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming

Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming Leidenincijfers Beleidsonderzoek draagt bij aan de kwaliteit van beleid en besluitvorming - Internationalisering Leidse regio www.leidenincijfers.nl BELEIDSONDERZOEK 071-516 5123 I info@leidenincijfers.nl

Nadere informatie

Nalevingsonderzoek verkoop alcohol Zeeuwse gemeenten 2016

Nalevingsonderzoek verkoop alcohol Zeeuwse gemeenten 2016 Middelburg, juni 2016 Colofon ZB 2016 Samenstelling José van den Boomgaard Ankie Smit Esther van Sprundel ZB Planbureau en Bibliotheek van Zeeland Kousteensedijk 7 4331 JE Middelburg Postbus 8004 4330

Nadere informatie

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers.

WijkWijzer De tien Utrechtse wijken in cijfers. WijkWijzer 2011 De tien Utrechtse wijken in cijfers www.onderzoek.utrecht.nl Inleiding Voor u ligt de WijkWijzer 2011; een bron aan informatie over de tien Utrechtse wijken. Aan de hand van vijf belangrijke

Nadere informatie

Onderzoek naar vervoersarmoede: BEVINDINGEN - VROUWEN VAN 60 JAAR EN OUDER

Onderzoek naar vervoersarmoede: BEVINDINGEN - VROUWEN VAN 60 JAAR EN OUDER 1 Onderzoek naar vervoersarmoede: BEVINDINGEN - VROUWEN VAN 60 JAAR EN OUDER In opdracht van: Ruben de Cuyper December 2016 2 2 Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Vervoersarmoede: hoe groot is het probleem

Nadere informatie

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n)

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n) Raadsinformatiebrief (openbaar) gemeente Maassluis Aan de leden van de gemeenteraad in Maassluis Postbus 55 3140 AB Maassluis T 010-593 1931 E gemeente@maassluis.nl I www.maassluis.nl ons kenmerk 2010-4748

Nadere informatie

Zeeuwse Verhuisatlas deel III

Zeeuwse Verhuisatlas deel III Zeeuwse Verhuisatlas deel III Verhuizen meer mensen naar de stad of naar het platteland? Zeeuws-Vlaanderen Middelburg, augustus 2012 Sociale Staat van Zeeland Colofon SCOOP 2012 Samenstelling Ankie Smit

Nadere informatie

Sociaal Rapport en de Jeugdmonitor Provincie Groningen

Sociaal Rapport en de Jeugdmonitor Provincie Groningen Groningen, 1 maart 2011 Persbericht nr. 34 Sociaal Rapport en de Jeugdmonitor Provincie Groningen SPECIALE AANDACHT VOOR KRIMPGEBIEDEN EN VOOR JEUGD De Groninger bevolking groeit nog door tot 2020, en

Nadere informatie

Samenvatting WijkWijzer 2017

Samenvatting WijkWijzer 2017 Samenvatting WijkWijzer 2017 Bevolking & wonen Inwoners Op 1 januari 2017 telt Utrecht 343.134 inwoners. Met 47.801 inwoners is Vleuten-De Meern de grootste wijk van Utrecht, gevolgd door de wijk Noordwest.

Nadere informatie

Auteur: Gemeente Dronten Datum: 4 april 2017 Voor vragen: Feiten en cijfers 2016 Bevolking

Auteur: Gemeente Dronten Datum: 4 april 2017 Voor vragen: Feiten en cijfers 2016 Bevolking Auteur: Gemeente Dronten Datum: 4 april 2017 Voor vragen: h.van.eijken@dronten.nl Feiten en cijfers 2016 Bevolking Inleiding Wat is Dronten feiten en cijfers Dit document is een jaarlijks rapport met

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Augustus 2014 Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Augustus 214 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 229-282555 Rapportnummer 214-248 Datum Augustus 214 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

Diversiteit in de Provinciale Staten

Diversiteit in de Provinciale Staten Onderzoek Diversiteit in de Provinciale Staten Het Huis voor democratie en rechtsstaat heeft na de verkiezingen van 2 maart 2011 de diversiteit in de nieuwe Provinciale Staten (PS) onderzocht. Het gaat

Nadere informatie

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs Esther van Kralingen Tussen studiejaar 1995/ 96 en 21/ 2 is het aandeel van de niet-westerse allochtonen dat in het hoger onderwijs

Nadere informatie

DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELING

DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELING Rapport DEMOGRAFISCHE ONTWIKKELING 2014-2040 Gemeente Bergen 2014 www.ioresearch.nl COLOFON Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn 0229-282555 Rapportnummer 2015/concept Datum Januari 2015

Nadere informatie

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen

Sterke toename alleenstaande moeders onder allochtonen Carel Harmsen en Joop Garssen Terwijl het aantal huishoudens met kinderen in de afgelopen vijf jaar vrijwel constant bleef, is het aantal eenouderhuishoudens sterk toegenomen. Vooral onder Turken en Marokkanen

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn Augustus 2014 Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn Augustus 214 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 229-282555 Rapportnummer 214-245 Datum Augustus 214 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

Overzichtsrapport SER Gelderland

Overzichtsrapport SER Gelderland Overzichtsrapport SER Gelderland Bevolking en participatie In opdracht van SER Gelderland September 2008 Drs. J.D. Gardenier L.T. Schudde CAB Martinikerkhof 30 9712 JH Groningen 050-3115113 cab@cabgroningen.nl

Nadere informatie

Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2018 Voor vragen: Feiten en cijfers 2017 Bevolking

Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2018 Voor vragen: Feiten en cijfers 2017 Bevolking Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2018 Voor vragen: h.van.eijken@dronten.nl Feiten en cijfers 2017 Bevolking Inleiding Wat is Dronten feiten en cijfers Dit document is een jaarlijks rapport met

Nadere informatie

Gemengd Amsterdam * in cijfers*

Gemengd Amsterdam * in cijfers* Gemengd Amsterdam * in cijfers* Tekst: Leen Sterckx voor LovingDay.NL Gegevens: O + S Amsterdam, bewerking Annika Smits Voor de viering van Loving Day 2014 op 12 juni a.s. in de Balie in Amsterdam, dat

Nadere informatie

Pendel in Zeeland

Pendel in Zeeland Pendel in Zeeland 1997-2003 Pendel in Zeeland 1997-2003 Figuur 1. Inhoudsopgave 1. Inleiding en Leeswijzer 3 2. Samenvatting en conclusies 4 3. Pendel in Zeeland 7 3.1. Pendel naar regio binnen de provincie

Nadere informatie

Een aantal gegevens over de wijken is bijeengebracht in het onderliggende rapport. Hierin zijn de volgende onderwerpen opgenomen:

Een aantal gegevens over de wijken is bijeengebracht in het onderliggende rapport. Hierin zijn de volgende onderwerpen opgenomen: Ruim zestien jaar is er ervaring met het bevorderen van leefbaarheid in de wijken in Dordrecht via wijkbeheer. Leefbaarheid in wijken heeft veel dimensies. Enkele trefwoorden zijn: schoon, heel, veilig,

Nadere informatie

JEUGDMONITOR ZEELAND Jongvolwassenen Rapport Reimerswaal

JEUGDMONITOR ZEELAND Jongvolwassenen Rapport Reimerswaal JEUGDMONITOR ZEELAND Jongvolwassenen 2012 Rapport Reimerswaal Middelburg, oktober 2012 1 Colofon SCOOP 2012 Samenstelling Wim van Gorsel Ankie Smit Esther van Sprundel SCOOP Kousteensedijk 7 Postbus 407

Nadere informatie

rapport WistUdata, Zuid bij de Hand In dit wijkbeeld worden gegevens van de wijk Zuid gepresenteerd over diverse onderwerpen.

rapport WistUdata, Zuid bij de Hand In dit wijkbeeld worden gegevens van de wijk Zuid gepresenteerd over diverse onderwerpen. rapport WistUdata, 11-5-2017 bij de Hand In dit wijkbeeld worden gegevens van de wijk gepresenteerd over diverse onderwerpen. Bevolking Op 1 januari 2017 telt 27.163 inwoners. Ten opzichte van 2004 steeg

Nadere informatie

De grijze golf. Demografische ontwikkeling Drechtsteden tot Figuur 1 Bevolking Drechtsteden , totaal

De grijze golf. Demografische ontwikkeling Drechtsteden tot Figuur 1 Bevolking Drechtsteden , totaal De grijze golf Demografische ontwikkeling Drechtsteden tot 23 In deze factsheet rapporteren we over de uitkomsten van de bevolkings- en huishoudensprognose en de gevolgen ervan voor de Drechtsteden. De

Nadere informatie

Buurtprofiel: Heugemerveld hoofdstuk 11

Buurtprofiel: Heugemerveld hoofdstuk 11 Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Koggenland Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Koggenland Augustus 2014 Demografische ontwikkeling Gemeente Koggenland Augustus 214 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 229-282555 Rapportnummer 214-246 Datum Augustus 214 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

Aantal medewerkers Noordoost-Brabant

Aantal medewerkers Noordoost-Brabant Regio Noordoost-Brabant 1 1. Werkgelegenheid Zorg en Welzijn Noordoost-Brabant In dit katern volgt een overzicht van diverse arbeidsmarktfactoren in de sector zorg en welzijn in de regio Noordoost-Brabant.

Nadere informatie

de Makassarbuurt De Staat van

de Makassarbuurt De Staat van De Staat van de Makassarbuurt De Makassarbuurt ligt in de Indische Buurt tussen de de Zeeburgerdijk, Molukkenstraat, Insulindeweg en het Flevopark. De buurt beslaat 115 hectare, waarvan meer dan de helft

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Stede Broec

Demografische ontwikkeling Gemeente Stede Broec Demografische ontwikkeling Gemeente Stede Broec Andijk Opmeer Medemblik Wervershoof Enkhuizen Stede Broec Koggenland Hoorn Drechterland Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners

Nadere informatie

Jeugdmonitor Zeeland: OPGROEIEN EN OPVOEDEN IN HET GEZIN

Jeugdmonitor Zeeland: OPGROEIEN EN OPVOEDEN IN HET GEZIN 1 Jeugdmonitor Zeeland: OPGROEIEN EN OPVOEDEN IN HET GEZIN Ouders van jonge kinderen Maart 2018 2 2 Colofon Ruben De Cuyper Jolanda van Overbeeke Esther Spuesens Deze factsheet is samengesteld door ZB

Nadere informatie

Factsheet Demografische ontwikkelingen

Factsheet Demografische ontwikkelingen Factsheet Demografische ontwikkelingen 1. Inleiding In deze factsheet van ACB Kenniscentrum aandacht voor de demografische ontwikkelingen in Nederland en in het bijzonder in de provincie Noord-Holland.

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer 211-225 Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners 1 1.2 Componenten van de groei 3 2. Jong en oud 6 3. Huishoudens 8 Uitgave I&O Research

Nadere informatie

Auteur: Onderzoek en statistiek gemeente Dronten Datum: 28 januari 2016 Voor vragen: Feiten en cijfers 2015 Bevolking

Auteur: Onderzoek en statistiek gemeente Dronten Datum: 28 januari 2016 Voor vragen: Feiten en cijfers 2015 Bevolking Auteur: Onderzoek en statistiek gemeente Dronten Datum: 28 januari 2016 Voor vragen: h.van.eijken@dronten.nl Feiten en cijfers 2015 Bevolking Inleiding Wat is Dronten feiten en cijfers Dit document is

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Drechterland

Demografische ontwikkeling Gemeente Drechterland Demografische ontwikkeling Gemeente Drechterland 211-225 Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners 1 1.2 Componenten van de groei 3 2. Jong en oud 6 3. Huishoudens 8 Uitgave I&O

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik Augustus 2014 Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik Augustus 214 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 229-282555 Rapportnummer 214-247 Datum Augustus 214 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009 FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 29 Groei van werkloosheid onder zet door! In het 2 e kwartaal van 29 groeide de werkloosheid onder (niet-westers)

Nadere informatie

Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie

Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie Bijlage 1, bij 3i Wijkeconomie INHOUD 1 Samenvatting... 3 2 De Statistische gegevens... 5 2.1. De Bevolkingsontwikkeling en -opbouw... 5 2.1.1. De bevolkingsontwikkeling... 5 2.1.2. De migratie... 5 2.1.3.

Nadere informatie

Dordrecht in de Atlas 2013

Dordrecht in de Atlas 2013 in de Atlas Een aantrekkelijke stad om in te wonen, maar sociaaleconomisch kwetsbaar Inhoud:. Conclusies. Positie van. Bevolking. Wonen. De Atlas voor gemeenten wordt jaarlijks gepubliceerd. In mei is

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Wervershoof

Demografische ontwikkeling Gemeente Wervershoof Demografische ontwikkeling Gemeente Wervershoof Andijk Opmeer Medemblik Wervershoof Enkhuizen Stede Broec Koggenland Hoorn Drechterland Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Koggenland

Demografische ontwikkeling Gemeente Koggenland Demografische ontwikkeling Gemeente Koggenland 211-225 Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners 1 1.2 Componenten van de groei 3 2. Jong en oud 6 3. Huishoudens 8 Uitgave I&O

Nadere informatie

Buurtprofiel: Nazareth hoofdstuk 5

Buurtprofiel: Nazareth hoofdstuk 5 Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in

Nadere informatie

Buurtprofiel: Wyckerpoort hoofdstuk 10

Buurtprofiel: Wyckerpoort hoofdstuk 10 Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in

Nadere informatie

Bevolking in Nederland

Bevolking in Nederland Bevolking in Nederland Ontwikkelingen in omvang en structuur Inleiding Institutionele Personen De in Nederland woonachtige bevolking kan op verschillende manieren worden beschreven. Onderzoekers onderscheiden

Nadere informatie

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt s op de arbeidsmarkt Moniek Coumans De arbeidsdeelname van alleenstaande moeders is lager dan die van moeders met een partner. Dit verschil hangt voor een belangrijk deel samen met een oververtegenwoordiging

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer

Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Demografische ontwikkeling Gemeente Opmeer Andijk Opmeer Medemblik Wervershoof Enkhuizen Stede Broec Koggenland Hoorn Drechterland Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners 1

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen Augustus 2014 Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen Augustus 214 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 229-282555 Rapportnummer 214-244 Datum Augustus 214 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2019 Voor vragen: Feiten en cijfers 2018 Bevolking

Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2019 Voor vragen: Feiten en cijfers 2018 Bevolking Auteur: Gemeente Dronten Datum: Februari 2019 Voor vragen: h.van.eijken@dronten.nl Feiten en cijfers 2018 Bevolking Inleiding Wat is Dronten feiten en cijfers Dit document is een jaarlijks rapport met

Nadere informatie

Allochtonen, 2012 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (http://www.clo.nl)

Allochtonen, 2012 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (http://www.clo.nl) Indicator 13 februari 2013 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2012 woonden er in Nederland

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Drechterland Augustus 2014

Demografische ontwikkeling Gemeente Drechterland Augustus 2014 Demografische ontwikkeling Gemeente Drechterland Augustus 214 Colofon Uitgave I&O Research Van Dedemstraat 6c 1624 NN Hoorn Tel.nr. 229-282555 Rapportnummer 214-243 Datum Juli 214 Opdrachtgever De Westfriese

Nadere informatie

Buurtprofiel: Limmel hoofdstuk 7

Buurtprofiel: Limmel hoofdstuk 7 Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik

Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik Demografische ontwikkeling Gemeente Medemblik Andijk Opmeer Medemblik Wervershoof Enkhuizen Stede Broec Koggenland Hoorn Drechterland Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen

Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen Andijk Opmeer Medemblik Wervershoof Enkhuizen Stede Broec Koggenland Hoorn Drechterland Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners

Nadere informatie

2. Groei allochtone bevolking fors minder

2. Groei allochtone bevolking fors minder 2. Groei allochtone bevolking fors minder In 23 is het aantal niet-westerse allochtonen met 46 duizend personen toegenomen, 19 duizend minder dan een jaar eerder. De verminderde groei vond vooral plaats

Nadere informatie

Wijk- en buurtmonitor 2018 Vinkel

Wijk- en buurtmonitor 2018 Vinkel Wijk- en buurtmonitor 2018 Vinkel Vinkel grenst in het noorden aan de rijksweg A59 tussen s-hertogenbosch en Oss. Na een herindeling in 1993 viel het grootste gedeelte onder de gemeente Maasdonk. Begin

Nadere informatie

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2018

Empel. Wijk- en buurtmonitor 2018 Wijk- en buurtmonitor 2018 Empel Empel ligt ten noordoosten van s-hertogenbosch. De wijk bestaat uit een ouder en een nieuwer gedeelte. De eerste woningen zijn in 1946 gebouwd. Deze oorspronkelijke kern

Nadere informatie

Sociaal-economisch wijkprofiel: De Wierden en gebied 1354

Sociaal-economisch wijkprofiel: De Wierden en gebied 1354 In het gebied groeit meer dan de helft van de kinderen op in een minimasituatie. Daarnaast groeit in De Wierden bijna de helft op in een eenoudergezin. De combinatie van relatief lage doorstroming en relatief

Nadere informatie

Buurtprofiel: Wittevrouwenveld hoofdstuk 3

Buurtprofiel: Wittevrouwenveld hoofdstuk 3 Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in

Nadere informatie

Onderzoek. Diversiteit in de Tweede Kamer 2012

Onderzoek. Diversiteit in de Tweede Kamer 2012 Onderzoek Diversiteit in de Tweede Kamer 2012 Nederland heeft een stelsel met evenredige vertegenwoordiging. Op 12 september 2012 waren er vervroegde verkiezingen voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal:

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen

Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen Demografische ontwikkeling Gemeente Enkhuizen 211-225 Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners 1 1.2 Componenten van de groei 3 2. Jong en oud 6 3. Huishoudens 8 Uitgave I&O

Nadere informatie

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2008

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2008 Sociaal-economische schets van Zuidwest 2008 Zuidwest is onderdeel van het en bestaat uit de buurten Haagwegnoord en -zuid, Boshuizen, Fortuinwijk-noord en -zuid en de Gasthuiswijk. Zuidwest heeft een

Nadere informatie

Stefan Teeling Leeuwarden, november 2015 FACTSHEET METSLAWIER

Stefan Teeling Leeuwarden, november 2015 FACTSHEET METSLAWIER Stefan Teeling Leeuwarden, november 2015 FACTSHEET METSLAWIER Inhoud Inleiding... 3 Demografie... 4 Wonen... 7 Bronvermelding... 8 Inleiding In 2011 ging het experiment Duurzame beschermde dorpsgezichten

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Andijk

Demografische ontwikkeling Gemeente Andijk Demografische ontwikkeling Gemeente Andijk Andijk Opm eer Medem blik Wervershoof Enkhuizen Stede Broec Koggenland Hoorn Drechterland Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners

Nadere informatie

Vooronderzoek: Foto van Haaksbergen

Vooronderzoek: Foto van Haaksbergen Vooronderzoek: Foto van Haaksbergen Versie 15-11-2016 Opgesteld door Futureconsult in opdracht van de gemeente Haaksbergen in het kader van de Strategische Visie Haaksbergen 2030 1 Inhoudsopgave 1. Bevolkingssamenstelling...

Nadere informatie

Aantal medewerkers West-Brabant

Aantal medewerkers West-Brabant Regio West-Brabant 1. Werkgelegenheid Zorg en Welzijn West-Brabant In dit katern volgt een overzicht van diverse arbeidsmarktfactoren in de sector zorg en welzijn in de regio West-Brabant. Waar mogelijk

Nadere informatie

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Zeeland, maart 2016

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Zeeland, maart 2016 Nieuwsflits Arbeidsmarkt Zeeland, maart 2016 Doorstroom van WW naar bijstand in grotere gemeenten hoger Het aantal mensen dat na afloop van de WW in de bijstand terecht komt groeide de afgelopen jaren.

Nadere informatie

Bevolkingsprognose van Amersfoort 2013-2030 Gemeente Amersfoort Marc van Acht en Ben van de Burgwal maart 2013

Bevolkingsprognose van Amersfoort 2013-2030 Gemeente Amersfoort Marc van Acht en Ben van de Burgwal maart 2013 Bevolkingsprognose van Amersfoort 213-23 Gemeente Amersfoort Marc van Acht en Ben van de Burgwal maart 213 In april verwacht Amersfoort haar 15.ste inwoner te mogen begroeten. Ondanks de recessie in de

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn Andijk Opmeer Medemblik Wervershoof Enkhuizen Stede Broec Koggenland Hoorn Drechterland Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners 1 1.2

Nadere informatie

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners?

Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun buurtbewoners? Zijn autochtonen en allochtonen tevreden met hun? Martijn Souren en Harry Bierings Autochtonen voelen zich veel meer thuis bij de mensen in een autochtone buurt dan in een buurt met 5 procent of meer niet-westerse

Nadere informatie

Nalevingsonderzoek verkoop alcohol Zeeuwse gemeenten 2016

Nalevingsonderzoek verkoop alcohol Zeeuwse gemeenten 2016 Nalevingsonderzoek verkoop alcohol Zeeuwse gemeenten 2016 Inleiding Het Zeeuwse project Laat Ze Niet Verzuipen! (LZNVZ) 1 en de 13 Zeeuwse gemeenten willen inzicht in de mate waarin alcoholverstrekkers

Nadere informatie

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn 2011-2025

Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn 2011-2025 Demografische ontwikkeling Gemeente Hoorn 211-225 Inhoud blz. Colofon 1. Bevolkingsontwikkeling 1 1.1 Aantal inwoners 1 1.2 Componenten van de groei 3 2. Jong en oud 6 3. Huishoudens 8 Uitgave I&O Research

Nadere informatie

Wijktoets Aandachtswijk Gesworen Hoek 2016 Analyse

Wijktoets Aandachtswijk Gesworen Hoek 2016 Analyse Wijktoets Aandachtswijk Gesworen Hoek 21 Analyse Figuur 1: subwijken Gesworen Hoek Inleiding Met ingang van 214 voeren we 1 keer per 2 jaar de wijktoets uit in de gemeente Tilburg. De wijktoets is een

Nadere informatie

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 7 e editie. Opzet en inhoud

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 7 e editie. Opzet en inhoud 7 e editie Economische monitor Voorne PutteN Opzet en inhoud Deze factsheet is de zevende editie van de Economische Monitor en presenteert recente economische ontwikkelingen van als regio en de vier gemeenten.

Nadere informatie

Prognose van de bevolking naar herkomst,

Prognose van de bevolking naar herkomst, Prognose van de bevolking naar herkomst, 6 Lenny Stoeldraijer en Joop Garssen In 6 zal Nederland ruim 7,7 miljoen inwoners tellen,, miljoen meer dan op dit moment. De samenstelling van de bevolking zal

Nadere informatie

Buurtprofiel: Pottenberg hoofdstuk 9

Buurtprofiel: Pottenberg hoofdstuk 9 Buurtprofiel: hoofdstuk. Inleiding In dit hoofdstuk worden de kenmerken van het buurtprofiel voor gepresenteerd. Over de jaren, en worden de ontwikkelingen weergegeven en tevens wordt de leefbaarheid in

Nadere informatie

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid Veiligheid kernthema: De criminaliteitscijfers en de slachtoffercijfers laten over het algemeen een positief beeld zien voor Utrecht in. Ook de aangiftebereidheid van Utrechters is relatief hoog (29%).

Nadere informatie

De Eindhovense Veiligheidsindex. Eindhoven, oktober 11

De Eindhovense Veiligheidsindex. Eindhoven, oktober 11 De Eindhovense Eindhoven, oktober 11 Inhoud 1 Inleiding 1 2 Objectieve index: 3 2.I Inbraak 3 2.II Diefstal 4 2.III Geweld 4 2.IV Overlast/vandalisme 4 2.V Veilig ondernemen (niet in index) 5 3 Subjectieve

Nadere informatie

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010

Allochtonen op de arbeidsmarkt 2009-2010 FORUM Maart Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt 9-8e monitor: effecten van de economische crisis In steeg de totale werkloosheid in Nederland met % naar 26 duizend personen. Het werkloosheidspercentage

Nadere informatie

2. De niet-westerse derde generatie

2. De niet-westerse derde generatie 2. De niet-westerse derde generatie Op 1 januari 23 woonden in Nederland tussen de 34 duizend en 36 duizend personen met ten minste één grootouder die in een niet-westers land is geboren. Dit is ruim eenderde

Nadere informatie

Personen met een uitkering naar huishoudsituatie

Personen met een uitkering naar huishoudsituatie Personen met een uitkering naar huishoudsituatie Ton Ferber Ruim 1 miljoen personen van 15 tot 65 jaar ontvingen eind 29 een werkloosheids-, bijstands- of arbeidsongeschiktheidsuitkering. Gehuwden zonder

Nadere informatie

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Voorstad Deventer

IJsselland. Wijkgezondheidsprofiel Voorstad Deventer IJsselland Wijkgezondheidsprofiel Deventer Januari 2015 Wijkgezondheidsprofiel Dit wijkgezondheidsprofiel bestaat uit gegevens afkomstig van diverse bronnen, registraties en (bewoners)onderzoeken. Voor

Nadere informatie

Bevolkingsprognose Purmerend 2011-2026

Bevolkingsprognose Purmerend 2011-2026 Bevolkingsprognose Purmerend 2011-2026 Uitgevoerd door: Jan van Poorten Team Beleidsonderzoek & Informatiemanagement Gemeente Purmerend mei 2011 Informatie: Gemeente Purmerend Team Beleidsonderzoek & Informatiemanagement

Nadere informatie

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging

Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Kinderen in Nederland - Bijlage B Respons, representativiteit en weging Respons thuiszorgorganisaties en GGD en In deden er tien thuiszorgorganisaties mee aan het, verspreid over heel Nederland. Uit de

Nadere informatie

FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid,

FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid, FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid, @ FORUM, Instituut voor Multiculturele Ontwikkeling, september 29 Samenvatting De werkloosheid onder de 1 tot 2 jarige Nederlanders is in het 2 e kwartaal van 29 met

Nadere informatie

Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 2019

Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 2019 Monitor Veiligheidsbeleid Groningen januari tot april 19 JUNI 19 Elke vier maanden verzamelt de afdeling Onderzoek, Informatie en Statistiek informatie over de stand van zaken op het gebied van veiligheid

Nadere informatie

Allochtonen, 2013 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (http://www.clo.nl)

Allochtonen, 2013 Gepubliceerd op Compendium voor de Leefomgeving (http://www.clo.nl) Allochtonen, 2013 Indicator 22 januari 2014 U bekijkt op dit moment een archiefversie van deze indicator. De actuele indicatorversie met recentere gegevens kunt u via deze link [1] bekijken. In 2013 woonden

Nadere informatie