Montage- en onderhoudsvoorschriften

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Montage- en onderhoudsvoorschriften"

Transcriptie

1 /2000 NL Voor de installateur Montage- en onderhoudsvoorschriften Gasgestookte verwarmingsketel Logano G234 Zorgvuldig lezen alvorens het apparaat te monteren en onderhouden

2 Voorwoord Belangrijke algemene toepassingsvoorschriften Het apparaat dient uitsluitend voor de daartoe bestemde toepassing te worden ingezet, met inachtneming van de montage- en onderhoudsvoorschriften. Onderhouds- en reparatiewerkzaamheden dienen uitsluitend door daartoe geautoriseerd en deskundig personeel te worden uitgevoerd. Het apparaat dient uitsluitend te worden toegepast in de combinaties en met de appendages en de reservedelen zoals beschreven in de montage- en onderhoudsvoorschriften. Andere combinaties, appendages en slijtdelen dienen uitsluitend te worden gebruikt indien deze uitdrukkelijk bestemd zijn voor de beoogde toepassing en geen nadelige invloed hebben op zowel de capaciteitskenmerken als de veiligheidseisen. Technische wijzingen voorbehouden! Vanwege de voortschrijdende ontwikkelingen kunnen afbeeldingen, werking en technische specificaties in geringe mate afwijken. Deze montage- en onderhoudsvoorschriften gelden voor: Buderus gasgestookte verwarmingsketel Logano G234 2

3 Inhoudsopgave Voorschriften, richtlijnen Afmetingen en aansluitingen Leveringsomvang Opstelling Installatie Elektrische aansluiting en montage van de schakelkast Inbedrijfstelling Voorbereiding voor inbedrijfstelling Inbedrijfstellingsrapport Inbedrijfstellingswerkzaamheden Buitenbedrijfstelling Onderhoud Onderhoudsrapport Onderhoudswerkzaamheden Ombouwen naar een andere gassoort Verhelpen van storingen Technische gegevens Karakteristieke gegevens en overdracht van de installatie Wijzigingen vanwege technische verbeteringen voorbehouden 3

4 Voorschriften, richtlijnen Voorschriften, richtlijnen De Buderus verwarmingsketel Logano G234 met atmosferische brander voldoet ten aanzien van de constructie en werking aan de fundamentele eisen van de richtlijn voor gasapparatuur 90/396/EEG, met inachtneming van EN 297. Aan de eisen van de richtlijn inzake het rendement 92/42/EE (lagetemperatuurketels) wordt voldaan. Tijdens de montage en het bedrijf van de installatie dienen de regels van de techniek, de bepalingen van het bouw- en woningtoezicht en de wettelijke bepalingen (bijv. NEN 078 (GAVO), NEN 3028 en NEN 00) in acht te worden genomen. AWAARSCHUWING! De montage, de aansluiting van de gas- en rookgasafvoerleidingen, de eerste inbedrijfstelling, de elektrische aansluiting alsmede de service en het onderhoud mogen alleen door een installatiebedrijf worden uitgevoerd. Werkzaamheden aan gasvoerende delen mogen uitsluitend door een erkend installatiebedrijf worden uitgevoerd. JLET OP! Reiniging en onderhoud dienen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd. Daarbij dient het totale systeem te worden getest op een storingsvrije werking. Geconstateerde gebreken dienen onmiddellijk te worden verholpen. Opstellings-/stookruimte AVOORZICHTIG! De luchttoevoer- en afvoeropeningen mogen niet verkleind of afgesloten worden. Ontvlambare materialen of vloeistoffen mogen niet in de buurt van de verwarmingsketel worden opgeslagen of gebruikt. Ter voorkoming van beschadiging van de ketel moet verontreiniging van de verbrandingslucht met halogeenkoolwaterstoffen (bijvoorbeeld aanwezig in spuitbussen, oplos- en reinigingsmiddelen, verf en lijm) of veel stof worden uitgesloten. De opstelling-/stooksruimte van de verwarmingsketel, moet vorstvrij en goed geventileerd zijn. AWAARSCHUWING! De verwarmingsketel is voorzien van een thermische terugslagbeveiliging. De thermische terugslagbeveiliging mag niet buiten werking worden gesteld, ook niet in noodsituaties. Het buiten werking stellen van de thermische terugslagbeveiliging zou, indien rookgas in de opstellingsruimte stroomt, kunnen resulteren in levensgevaarlijke situaties. Als de thermische terugslagbeveiliging vaak aanspreekt, dient de storing te worden verholpen en dient de werking te worden gecontroleerd. Bij het vervangen van onderdelen mogen uitsluitend originele reservedelen worden gemonteerd. De verwarmingsketel mag niet worden uitgerust met een thermisch gestuurde rookgasklep na de valwindafleider/trekonderbreker. De ketel kan zijn uitgerust met het regelsysteem Logamatic 2000 of Het inspectiedeksel mag ten behoeve van de visuele inspectie van de vlam slechts kortstondig worden geopend. Gebruiksmogelijkheden van de verwarmingsketel: Toegestane aanvoertemperatuur: C Toegestane totale overdruk: bar Max. tijdconstante bij maximaalthermostaat: sec. regelthermostaat: sec. Type B BS Categorie NL II 2L3P 25;50 mbar Stroomsoort V AC, 50 Hz, IP 40 De gegevens op het typeplaatje zijn maatgevend en moeten in acht worden genomen. 4

5 Afmetingen en aansluitingen 2 2 Afmetingen en aansluitingen. B 204 Regelsysteem Regelsysteem 2000 C VK VS GAS EL/RS øaa VSL RK/RS Afb. Voor-, zij- en achteraanzicht Afmetingen Keteltype Nominaal vermogen [kw] B [mm] Afmetingen C [mm] Ø AA [mm] Gas- en verwarmingszijdige aansluitingen Soort NW Aansluitposities GAS R¾ Gasaansluiting VK Rp½ Ketelaanvoer RK Rp½ Ketelretour VSL Rp¼ Expansieaanvoer RSL R/G Expansieretour EL R/G Aftappen van de ketel VS R/G Boileraanvoer RS Rp½ Boilerretour 5

6 3 Leveringsomvang 3 Leveringsomvang Ketel wordt met aangebouwde valwindafleider/ trekonderbreker, gemonteerde ketelmantel en ingebouwde gasbrander aangeleverd. Schakelkast met technische documentatie in de doos. 4 Opstelling Bij aansluiting op een onder of naast de ketel geplaatste warmwaterboiler dient de bij de pijpverbinding gevoegde montage-instructie in acht te worden genomen. Verwijder de transportpallet en stel de ketel op. Bij het opstellen van de verwarmingsketel dienen de aangegeven minimale afmetingen (waarden tussen haakjes) te worden aangehouden. Om het uitvoeren van montage-, onderhouds- en servicewerkzaamheden te vereenvoudigen, dienen de aanbevolen afstanden tussen de ketel en de wanden te worden aangehouden (afb.2). Het opstellingsvlak moet vlak en horizontaal zijn. Lijn de ketel zowel verticaal als horizontaal uit. Gebruik daartoe, indien noodzakelijk, metalen spieën of vulsegmenten ter opvulling. 400 (00) (00) 400 Afb. 2 Opstellingsruimte 6

7 Installatie 5 5 Installatie Ketel aansluiten op het leidingwerk van de verwarmingsinstallatie. JLET OP! Om de juiste werking van de ketel te waarborgen, moeten alle leidingen op de daarvoor bedoelde plaatsen worden aangesloten (afb.3). De aansluitleidingen moeten spanningsvrij op de ketel worden aangesloten. Het overstortventiel kan op de expansieaanvoer (Afb. 3, pos. 4) worden aangesloten. JLET OP! Ter bescherming van de hele installatie raden wij aan om een vuilfilter in de retourleiding in te bouwen. De verwarmingsinstallatie met water vullen. Tijdens het vullen dient de installatie te worden ontlucht. Het ontluchtingsventiel dient op het hoogste punt van de verwarmingsinstallatie te worden gemonteerd (op de ketel bevindt zich geen ontluchtingsvoorziening). Dichtheidsproef uitvoeren. JLET OP! Bij installaties met een gesloten drukexpansievat moeten daarbij het overstortventiel en het drukexpansievat worden losgekoppeld. De boileraanvoer (Afb. 3, pos 2) dient extern te worden afgesloten wanneer de ketel niet wordt gecombineerd met een boiler. Afb Waterzijdige aansluiting Legenda voor afb. 3 Pos. : Expansieretour, aftappen Pos. 2: Boileraanvoer Pos. 3: Ketelaanvoer Pos. 4: Expansieaanvoer Pos. 5: Ketelretour, boilerretour 4 5 JLET OP! De gegevens op het keteltypeplaatje moeten in acht worden genomen. 7

8 6 Elektrische aansluiting en montage van de schakelkast 6 Elektrische aansluiting en montage van de schakelkast Borgschroeven onder in de ketelvoorwand eruit draaien (afb. 4). Ketelvoorwand omhoog tillen en naar voren verwijderen (afb.4). Afb. 4 Ketelvoorwand verwijderen De beide bevestigingsschroeven van de achterste bovenmantelplaat eruit draaien. Achterste bovenmantelplaat omhoog tillen en naar achteren verwijderen (afb.5). Afb. 5 Achterste bovenmantelplaat verwijderen De beide plaatschroeven (Afb. 6, pos ) van boven uit de klemmenafdekkap draaien en de klemmenafdekkap verwijderen (afb.6). Kantel de schakelkast een beetje naar voren en positioneer deze zodanig dat de inschuifhaakjes aan de voorzijde in de ovale gaten vallen. Schakelkast naar voren schuiven en aan de achterzijde kantelen totdat de elastische haken rechts en links inhaken (pijlen -afb. 6). Capillaire leiding door de kabeldoorvoering (Afb. 6, pos 2) geleiden en op de gewenste lengte afrollen. 2 Afb. 6 Regelsysteem Logamatic 4000 openen en positioneren 8

9 Elektrische aansluiting en montage van de schakelkast 6 Schakelkast aan de achterzijde rechts en links in de kabeldoorvoering met behulp van 2 plaatschroeven (Afb. 7, pos. 3) op de voorste bovenmantelplaat vastschroeven. J Let op! Regelsysteem Logamatic 4000: Indien noodzakelijk het losbreekdeel (Afb. 7, pos ) aan de achterwand (Afb. 7, pos. 2) losbreken resp. uitsnijden. Voer de elektrische aansluiting uit volgens het electrische schema. Kabelklemmen met ingelegde aansluitkabel in het klemframe plaatsen en de kabels bevestigen door het omzetten van de hendel (Afb. 7, pos. 4). Alleen regelsysteem Logamatic 4000: De beide onderste haken rechts en links aan de achterwand (Afb. 7, pos. 2) dienen met de sleuf in de bovenste rand van het klemframe te worden geplaatst (afb. 7). De beide bovenste elastische inschuifhaken iets naar binnen drukken (pijl) en de achterwand (Afb. 7, pos 2) zodanig monteren dat de beide haken inhaken (afb.7). Klemmenafdekkap monteren en met behulp van twee plaatschroeven (Afb. 7, pos. 3) vastzetten. Afb. 7 Regelsysteem Logamatic 4000 vastschroeven Legenda voor afb. 7 Pos. : Losbreekdeel Pos. 2: Achterwand Pos. 3: Plaatschroeven Pos. 4: Hendel J LET OP! Zorg ervoor dat kabels en capillaire leidingen zorgvuldig door de openingen worden geleid! Er moet een vaste aansluiting op het net volgens EN tot stand worden gebracht. De plaatselijke voorschriften moeten in acht worden genomen! Afdekking van de kabelnis (Afb. 8, pos ) losschroeven. Capillaire leidingen van de temperatuursensoren en, bij "Logamatic"-regeling, de leiding van de ketelwatertemperatuursensor onder de voorste bovenmantelplaat door naar voren naar het meetpunt (Afb. 8, pos 3) leiden. Slechts zo ver afrollen als nodig. Branderkabel (Afb. 8, pos. 2) door de kabelnis en onder de voorste bovenmantelplaat naar achteren, naar de aansluitzijde van de schakelkast leiden. Afb. 8 Voorzijde van de ketel 2 3 Legenda voor afb. 8 Pos. : Kabelnis Pos. 2: Branderkabel Pos. 3: Meetpunt 9

10 6 Elektrische aansluiting en montage van de schakelkast Temperatuursensor tot tegen de aanslag in de dompelhuls (Afb. 9, pos. ) steken. De kunststof spiraal (Afb. 9, pos. 2) schuift daarbij automatisch terug. De compensatieveer (Afb. 9, pos. 3) moet mee in de dompelhuls (Afb. 9, pos. ) worden geschoven. Vergrendeling van de sensor (Afb. 9, pos 4) (meegeleverd met schakelkast) van opzij of van boven op de dompelhuls drukken (zie pijlen) Afb. 9 Dompelhuls en temperatuursensor Legenda voor afb. 9 Pos. : Dompelhuls Pos. 2: Kunststof spiraal Pos. 3: Compensatieveer Pos. 4: Vergrendeling van de sensor Externe elektrische aansluitkabels van achteren door de kabelinvoer (Afb. 0, pos ) in het kabelkanaal (Afb. 0, pos 2) naar de schakelkast leiden. JLET OP! De kabels mogen geen hete delen van de ketel of delen van de trekonderbreker/valwindafleider raken. Voor de algemene elektrische installatie moet een vaste aansluiting op het net volgens EN tot stand worden gebracht. De plaatselijke voorschriften moeten in acht worden genomen. Insteekverbinding van de branderkabel volgens het electrische schema tot stand brengen. Externe elektrische aansluitingen volgens het electrische schema aan de insteekverbindingen van de schakelkast tot stand brengen (afb.0). 2 Afb. 0 Kabelgeleiding en insteekverbindingen JLET OP! De stekers kunnen met behulp van een schroevendraaier gemakkelijk van de klemmenstrook worden losgemaakt. Alle leidingen met kabelklemmen vastzetten: Kabelklem met daarin gelegde leiding van boven in de groef van het klemframe plaatsen; de hendel moet daarbij naar boven wijzen. Kabelklem naar beneden schuiven en vastdrukken. Hendel naar boven omzetten, zie afb. 7, pos. 4. Overlengte van de capillaire en andere leidingen in de kabelnis leggen. Capillaire leidingen niet knikken! 0

11 Elektrische aansluiting en montage van de schakelkast 6 Alleen bij regelsysteem Logamatic 2000: Display in de gewenste stand draaien. Bij combinatie met een onder de ketel geplaatste boiler wordt aangeraden het display recht te zetten (afb.). Afdekking van de kabelnis, de klemmenafdekkap van de schakelkast en de achterste bovenmantelplaat weer vastschroeven. Als de ketel niet onmiddellijk na de montage in gebruik wordt genomen, adviseren wij om de ketelvoorwand aan te brengen en de ketel te beschermen door de doos van de verpakking erover heen te zetten. Afb. Regelsysteem Logamatic Display

12 7 Inbedrijfstelling 7 Inbedrijfstelling 7. Voorbereiding voor inbedrijfstelling A VOORZICHTIG! In situaties met overmatige hoeveelheden stof, bijvoorbeeld door bouwwerkzaamheden in de opstellingsruimte, mag de ketel niet worden gebruikt. J LET OP! Als de brander door bouwwerkzaamheden vuil is geworden, moet deze voor de inbedrijfstelling worden gereinigd (zie hoofdstuk 9: "Onderhoud"). De gasaansluiting dient conform de lokale voorschriften tot stand te worden gebracht. De gasleiding moet spanningsvrij op de gasaansluiting (Afb. 2, pos. ) worden aangesloten. Gasafsluiter in de gasaanvoerleiding installeren. J LET OP! Wij adviseren om, conform de plaatselijke lokale voorschriften, een gasfilter in de gasleiding in te bouwen. 2 Bij Propaan de met de ombouwdelen geleverde gasdrukschakelaar vlakbij de gasaansluiting van de verwarmingsketel met de instelschijf naar boven of naar buiten in de gasleiding opnemen en afdichten (afb. 2). Breng de elektrische aansluiting tot stand volgens het electrische schema. Afb. 2 Gasaansluiting Legenda voor afb. 2 Pos. : Gasaansluiting Pos. 2: Gasdrukschakelaar (alleen noodzakelijk bij Propaan; kan ook 90 worden gedraaid) 2

13 Inbedrijfstelling 7 Voor de inbedrijfstelling het nieuwe leidinggedeelte inclusief de afdichtingsplaats bij het gasblok op externe dichtheid controleren. Daarbij mag de overdruk bij de ingang van het gasblok maximaal 50 mbar bedragen. J LET OP! Indien bij deze druktest een lekkage wordt geconstateerd, moeten alle verbindingen met behulp van een schuimvormend middel op lekkages worden gecontroleerd. Dit middel moet zijn goedgekeurd voor het controleren op gasdichtheid. Het middel niet op elektrische aansluitleidingen aanbrengen. Bij open installaties dient de rode markering van de manometer op de voor de installatie noodzakelijke druk te worden ingesteld. Bij gesloten installaties dient de wijzer van de manometer zich binnen de groene markering te bevinden. Waterpeil van de installatie controleren. Indien noodzakelijk water bijvullen en de hele installatie ontluchten. Bij waterverlies tijdens het ketelbedrijf langzaam water bijvullen en hele installatie ontluchten. Bij vaak voorkomend waterverlies oorzaak vaststellen en probleem onmiddellijk verhelpen. Gasafsluiter langzaam openen. Gasaanvoerleiding ontluchten: Sluitschroef van de controlenippel voor voordruk en ontluchting (afb. 3, pos. resp. afb. 4, pos. ) bij het gasblok twee slagen losdraaien. Nadat de aanwezige lucht volledig ontsnapt is, de sluitschroef van de controlenippel weer sluiten. Gasafsluiter sluiten. Afb. 3 Gasblok "BM" Afb. 4 Gasblok "Honeywell" VR 460 3

14 7 Inbedrijfstelling 7.2 Inbedrijfstellingsrapport Vink de uitgevoerde inbedrijfstellingswerkzaamheden af en vul de gemeten waarden in. Volg daarbij beslist de aanwijzingen op de volgende pagina's. Inbedrijfstellingswerkzaamheden. Karakteristieke gaswaarden noteren:wobbe-index Bedrijfsverbrandingswaarde Opmerkingen of meetwaarden kwh/m³ kwh/m³ 2. Dichtheidscontrole uitgevoerd? 3. Controle: Luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen en rookgasaansluiting 4. Controle van de uitrusting van het toestel (juiste branderinspuiters?) Indien noodzakelijk, gassoort wijzigen 5. Brander in bedrijf stellen 6. Gasvoordruk (stroomdruk) meten mbar 7. Branderdruk meten mbar 8. Dichtheidscontrole in bedrijfstoestand 9. Meetwaarden noteren Schoorsteentrek Pa Rookgastemperatuur bruto t A C Luchttemperatuur t L C Rookgastemperatuur netto t A - t L C Koolstofdioxidegehalte (CO 2 ) zonder zuurstofgehalte (O 2 ) % Schoorsteenverliezen q A % Koolmonoxidegehalte (CO), luchtvrij ppm 0. Functiecontroles Ionisatiestroom meten µa. Voorwand monteren 2. Gebruiker informeren, technische documentatie overhandigen 3. Inbedrijfstelling bevestigen 4

15 Inbedrijfstelling Inbedrijfstellingswerkzaamheden Ad.: Karakteristieke gaswaarden noteren Informeer bij het gasbedrijf naar de karakteristieke gaswaarden. Ad 2.: Dichtheidscontrole uitgevoerd? Bevestig hier de uitvoering van de dichtheidscontrole voor de inbedrijfstelling van de verwarmingsketel,(zie hoofdstuk 7.: "Voorbereiding voor inbedrijfstelling"). Gassoort Aardgas L (G25) Fabrieksvoorinstelling Bij levering gebruiksklaar ingesteld. Branderinstelling niet nodig. Drukregelaar ingesteld en verzegeld. Wobbe-index voor 5 C, 03 mbar: Ingesteld op,5 kwh/m 3 Inzetbaar van 0,9 tot 2,4 kwh/m 3 Ad 3.: Controle van de luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen alsmede van de rookgasaansluiting Om een storingsvrije werking te waarborgen, zijn luchttoevoer- en luchtafvoeropeningen van voldoende omvang nodig. Overtuig u ervan dat deze aanwezig zijn en correct functioneren, dat wil zeggen dat deze niet afgesloten of verstopt zijn. Wijs de gebruiker van de installatie op eventuele ongunstige omstandigheden en verzoek hem, deze te verbeteren. Overtuig u ervan dat de rookgasafvoer voldoet aan de volgende voorwaarden: De diameter van de rookgasafvoer dient volgens de berekening te voldoen aan de van toepassing zijnde voorschriften. Het rookgaskanaal dient zo kort mogelijk te zijn. De rookgasafvoer dient stijgend naar de schoorsteen te verlopen. Het is niet toegestaan om thermisch gestuurde rookgaskleppen in de rookgasafvoeren te monteren. Zorg ervoor dat ongunstige omstandigheden onmiddellijk worden verbeterd. Ad 4.: Controle van de uitrusting van het apparaat Bepaal aan de hand van de bij het gasbedrijf verkregen karakteristieke gaswaarden alsmede de gegevens in Tab. en Tab. 2, welke inspuiters passen bij uw gassoort. Controleer of de markering van de inspuiters daarmee overeenkomt. De brander mag uitsluitend met de juiste inspuiters in bedrijf worden gesteld. Indien noodzakelijk, gassoort wijzigen (zie hoofdstuk 0: "Ombouwen naar een andere gassoort"). Propaan P (G3) Tab. Keteltype Tab. 2 Fabrieksvoorinstellingen gasbrander Aantal inspuiters inspuiters Wobbe-index voor 0 C, 03 mbar: Ingesteld op 2,2 kwh/m 3 Inzetbaar van,5 tot 3, kwh/m 3 Na ombouw (zie hoofdstuk 0: "Ombouwen naar een andere gassoort") geschikt voor propaan. Aardgas L (G25) inspuiters Markering Propaan P (G3) F E E D E

16 7 Inbedrijfstelling Ad 5.: Brander in bedrijf stellen Installatie elektrisch inschakelen, bijvoorbeeld door de buiten de stookruimte gemonteerde verwarmingsnoodschakelaar in te schakelen. Bedrijfsschakelaar Functie (Afb. 5, pos, resp. afb. 6, pos.) in stand "I" (AAN) zetten. Ketelwatertemperatuurregelaar (Afb. 5, pos. 2, resp. afb. 6, pos.2) op "AUT" zetten. De meegeleverde bedieningsvoorschriften voor de ketel- en verwarmingscirculatieregeling moeten in acht worden genomen. Gasafsluiter langzaam openen. 2 Afb. 5 Regelsysteem Logamatic 4000 I 0 2 Storing: Indien de signaallamp bij de resetknop oplicht (Afb. 7, pos ), dient de resetknop te worden ingedrukt. Bij een storing verschijnt bij de regelsystemen 2000 en 4000 een branderstoringsmelding op het display van de schakelkast of de afstandsbediening. Als na meermaals indrukken van de resetknop de brander niet start, (zie hoofdstuk : "Verhelpen van storingen"). Afb. 6 Regelsysteem Logamatic 2000 Afb. 7 Resetknop 6

17 Inbedrijfstelling 7 Ad 6.: Gasvoordruk (stroomdruk) meten Sluitschroef van de controlenippel voor voordruk bij het gasblok (afb. 8, pos. resp. afb. 9, pos. ) twee slagen losdraaien. Schuif de meetslang van de U-buismanometer om de controlenippel(afb. 8, pos. resp. afb. 9, pos. ). Meet de voordruk terwijl de brander in werking is en noteer de waarde in het inbedrijfstellingsrapport. De gasvoordruk moet bij Aardgas L (G25): min. 20 mbar, max. 30 mbar, nominale voordruk 25 mbar, Propaan P (G3): min. 42,5 mbar, max. 57,5 mbar, nominale voordruk 50 mbar Afb. 8 Gasblok "BM" bedragen. J LET OP! Als de noodzakelijke gasvoordruk niet beschikbaar is, moet overleg worden gevoerd met het betreffende gasbedrijf. J LET OP! Bij een hogere gasvoordruk dient een extra gasdrukregelaar voor het gasblok te worden gemonteerd. Trek de meetslang weer los en schroef de sluitschroef van de controlenippel (Afb. 8, pos. resp. afb. 9, pos. )vervolgens zorgvuldig vast. Afb. 9 Gasblok "Honeywell" VR 460 7

18 7 Inbedrijfstelling Ad 7.: Branderdruk meten Sluitschroef van de controlenippel bij de gasverdeelbuis (Afb. 20, pos ) twee slagen losdraaien. Schuif de meetslang van de U-buismanometer om de controlenippel(afb. 20, pos ). Lees de branderinspuiterdruk op de U- buismanometer af en vergelijk deze met de waarden in Tab. 3. JLET OP! Bij een afwijking van de gewenste waarde van meer dan ± mbar branderdruk corrigeren. Ad 8.: Dichtheidscontrole in bedrijfstoestand Controleer terwijl de brander in werking is alle afdichtingsplaatsen in de hele gasstraat van de brander, zoals controlenippels, branderinspuiters, schroefverbindingen etc., met een schuimvormend middel. Dit middel moet zijn goedgekeurd voor het controleren op gasdichtheid. Het middel niet op elektrische aansluitleidingen aanbrengen. Afb. 20 Keteltype Controlenippel bij de gasverdeelbuis Nominale branderdruk bij een gastemperatuur van 5 C en 03 mbar Aardgas L Propaan P (G25) [mbar] (G3) [mbar] ,5 27, ,6 27, ,2 29, ,7 34, ,0 28,4 Tab. 3 Nominale branderdruk Ad 9.: Meetwaarden opnemen Boor een gat in de rookgasafvoer, ca. 2x ØAA na de valwindafleider/trekonderbreker aan de van de ketel afgekeerde zijde (Afb. 2, pos ). JLET OP! Als de installatie vlak na de valwindafleider/ trekonderbreker met een bochtstuk is aangesloten, dient vóór de bocht te worden gemeten. øaa 2 x ø AA Alle metingen aan het meetpunt in de rookgasafvoer (Afb. 2, pos ) uitvoeren. Afb. 2 Meetpunt in rookgasafvoer 8

19 Inbedrijfstelling 7 Schoorsteentrek JLET OP! De aanbevolen waarden liggen tussen 3 Pa (0,03 mbar) en 5 Pa (0,05 mbar). Een hogere schoorsteentrek leidt tot vermijdbare warmteverliezen, hetgeen resulteert in hogere stookkosten. Bij de schoorsteenverliesmeting kunnen daardoor bovendien meetfouten optreden. Bij waarden hoger dan 0 Pa (0, mbar) adviseren wij om een nevenbeluchtingstoestel te monteren. Schoorsteenverlies JLET OP! Het schoorsteenverlies mag niet hoger zijn dan 9%. Koolmonoxidegehalte JLET OP! Luchtvrije CO-waarden moeten onder 400 ppm resp. 0,04 vol% liggen. Waarden in de buurt van of boven 400 ppm duiden op een verkeerde instelling van de brander, verkeerde instelling van het toestel, vervuiling van de gasbrander of warmtewisselaar, of op defecten van de brander. De oorzaak moet beslist worden vastgesteld en verholpen. Ad 0.: Functiecontroles AVOORZICHTIG! Bij de inbedrijfstelling en bij het jaarlijks onderhoud moeten alle regel-, besturings- en veiligheidsvoorzieningen op hun juiste werking en, als verstelling mogelijk is, op hun juiste instelling worden gecontroleerd. 9

20 7 Inbedrijfstelling Maximaalthermostaat controleren J LET OP! Zie documentatie ketel- en verwarmingscirculatieregeling. Vlambeveiliging controleren Installatie stroomloos maken, bijvoorbeeld door de buiten de stookruimte gemonteerde verwarmingsnoodschakelaar uit te schakelen. Beveiliging tegen aanraken (Afb. 22, pos ) van de ionisatiekabel (Afb. 22, pos. 2) verwijderen en insteekverbinding losmaken. Installatie weer elektrisch inschakelen, bijv. verwarmingsnoodschakelaar inschakelen. Na ca. 2 seconden wordt het magneetventiel geopend, herkenbaar door een zachte klik. Na ca. 0 seconden moet de brander overgaan naar de storingstoestand. De signaallamp bij de resetknop gaat dan branden. Ionisatiestroom meten Installatie stroomloos maken. Afb. 22 Ionisatiekabel 2 Meetapparaat aan ionisatiekabel (Afb. 22, pos 2) en ionisatie-elektrode in serie aansluiten (afb.23). Op meetapparaat het µa-gelijkstroombereik kiezen. Installatie weer elektrisch inschakelen en ionisatiestroom meten. Een storingsvrije werking is alleen mogelijk als de ionisatiestroom ten minste 2 µa bedraagt terwijl de aansteekbrander brandt en de hoofdvlam niet brandt. Een storingsuitschakeling vindt plaats bij ca. µa. Meetwaarde invullen in het rapport. Installatie stroomloos maken. Meetapparaat verwijderen, insteekverbinding vastzetten en beveiliging tegen aanraken aanbrengen. Installatie weer elektrisch inschakelen. Afb. 23 Ionisatiestroom meten 20

21 Inbedrijfstelling 7 Thermisch gestuurde rookgasklep (toebehoren) controleren Bij warmtevraag moet de thermisch gestuurde rookgasklep (Afb. 24, pos. ) in de stand "OPEN" gaan. Controleer dit aan de hand van de beweging van de stelhendel (Afb. 24, pos. 2). De brander mag pas in bedrijf gaan nadat de eindpositie "OPEN" is bereikt. Open Dicht 2 Thermische terugslagbeveiliging controleren Rookgastemperauursensor (Afb. 25, pos ) van de valwindafleider/trekonderbreker afschroeven. Bij regelsysteem 2000 en 4000 op toets Q drukken en deze gedurende ca. sec. ingedrukt houden. Bij een constante regeling de ketelregelthermostaat op maximumtemperatuur instellen. Punt van de rookgastemperatuursensor (Afb. 25, pos ) in de kern van de rookgasstroom houden terwijl de brander in werking is. De gastoevoer wordt na maximaal 20 seconden onderbroken, en de brander wordt uitgeschakeld. Na een vertraging van ca. 5 minuten wordt de brander automatisch weer ingeschakeld, indien er warmtevraag is. Rookgastemperatuursensor (Afb. 25, pos. ) weer monteren. Bij de regelsystemen 2000 en 4000 x op toets Q drukken om te resetten. Bij een constante regeling weer op de gewenste temperatuur instellen. Afb. 24 Afb. 25 Thermisch gestuurde rookgasklep Rookgastemperatuursensor 2

22 7 Inbedrijfstelling Ad.: Ketelvoorwand monteren Ketelvoorwand boven inhangen en borgschroeven (Afb. 26, pos ) onderin de ketelvoorwand draaien. Doorzichtige map met de technische documentatie zichtbaar op een zijwand van de ketel aanbrengen. Ad 2. Gebruiker informeren, technische documentatie overhandigen Maak de gebruiker vertrouwd met de installatie en met de bediening van de verwarmingsketel. Overhandig hem tevens de technische documentatie. Ad 3.: Inbedrijfstelling bevestigen Vul het formulier achter in dit montage- en onderhoudsvoorschrift in. U bevestigt daarmee de deskundige installatie en inbedrijfstelling alsmede de overdracht van de installatie. Afb. 26 ketelvoorwand monteren 22

23 Buitenbedrijfstelling 8 8 Buitenbedrijfstelling Bedrijfsschakelaar(Afb. 27, pos. ) in stand "0" (UIT) zetten. Gasafsluiter sluiten. Regelsysteem 4000 J LET OP! Als de verwarmingsinstallatie tijdens de wintermaanden (vorstgevaar) niet in bedrijf is, of bijv. ten gevolge van een storing automatisch uitschakelt, dienen maatregelen getroffen te worden om bevriezing van de installatie te voorkomen. Het verwarmingswater dient op het laagste punt van de installatie met behulp van een aftapventiel te worden afgetapt. Daarbij moet het ontluchtingsventiel op het hoogste punt van de verwarmingsinstallatie zijn geopend. Regelsysteem 2000 Afb. 27 Regelsystemen Logamatic 2000 en

24 9 Onderhoud 9 Onderhoud 9. Onderhoudsrapport Vink de uitgevoerde onderhoudswerkzaamheden af en vul de gemeten waarden in. Volg daarbij beslist de aanwijzingen op de volgende pagina's. Onderhoudswerkzaamheden (Datum):. Reinigen van de verwarmingsketel 2. Reinigen van de gasbrander 3. Controle op interne dichtheid 4. Gasvoordruk meten mbar mbar mbar 5. Branderdruk meten mbar mbar mbar 6. Dichtheidscontrole in bedrijfstoestand 7. Meetwaarden noteren Schoorsteentrek Pa Pa Pa Rookgastemperatuur bruto t A C C C Luchttemperatuur t L C C C Rookgastemperatuur netto t A - t L C C C Kooldioxidegehalte (CO 2 ) of zuurstofgehalte (O 2 ) % % % Schoorsteenverliezen q A % % % Koolmonoxidegehalte (CO), luchtvrij ppm ppm ppm 8. Functiecontrole Ionisatiestroom meten µa µa µa 9. Onderhoud bevestigen Bevestiging dat onderhoud op deskundige wijze is uitgevoerd (bedrijfsstempel en handtekening) 24

25 Onderhoud 9 mbar mbar mbar mbar mbar mbar mbar mbar mbar mbar Pa Pa Pa Pa Pa C C C C C C C C C C C C C C C % % % % % % % % % % ppm ppm ppm ppm ppm µa µa µa µa µa 25

26 9 Onderhoud 9.2 Onderhoudswerkzaamheden Bij het vervangen van onderdelen mogen uitsluitend originele reservedelen worden gemonteerd. Ad.: Reiniging van de verwarmingsketel De verwarmingsketel kan worden gereinigd met een borstel of door sproeien. a) Reiniging met een borstel: Gasafsluiter in de gasaanvoerleiding sluiten. Installatie stroomloos maken, bijvoorbeeld door de buiten de stookruimte gemonteerde verwarmingsnoodschakelaar uit te schakelen. Ketelvoorwand verwijderen Demontage van de gasbrander Gasbrander bij de schroefverbinding (Afb. 28, pos 2) van de gasaanvoerleiding losmaken. De schroef aan de branderstekker (Afb. 28, pos ) losdraaien en de branderstekker lostrekken. Insteekverbinding aan de ontsteking (Afb. 28, pos 4) losmaken. Beveiliging tegen aanraken (Afb. 28, pos 3) van de ionisatiekabel verwijderen en insteekverbinding losmaken. Afb. 28 Gasbrander met gasblok "BM" Legenda voor afb. 28 Pos. : Branderstekker Pos. 2: Schroefverbinding Pos. 3: Beveiliging tegen aanraken Pos. 4: Ontstekingstrafo Bevestigingsmoeren (Afb. 29, pos. ) aan de branderplaat losdraaien en gasbrander uit de ketel verwijderen. Zorg er tijdens het demonteren van de gasbrander voor dat de vulringen op de stiftbouten (Afb. 29, pos 2) blijven zitten. 2 Afb. 29 Demontage van de gasbrander 26

27 Onderhoud 9 Achterste bovenmantelplaat losschroeven en verwijderen. Reinigingsdeksel van rookgasverzamelaar losschroeven. Rookgaskanalen schoonborstelen (afb.30). Vuurhaard en vloerplaat reinigen. Reinigingsdeksel op de rookgasverzamelaar leggen en vastschroeven. Achterste bovenmantelplaat aanbrengen en vastschroeven. b) Sproeireiniging of gecombineerde reiniging: Reinigingsmiddel kiezen afhankelijk van de aard van de vervuiling (roet of vastgekoekt vuil). Gebruiksvoorschriften voor reinigingsapparaat en reinigingsmiddel in acht nemen! In bepaalde omstandigheden moet de sproeireiniging anders dan hier beschreven plaatsvinden. De ketel tot een ketelwatertemperatuur van ca. 50 C verwarmen. Gasafsluiter in de gasaanvoerleiding sluiten. Installatie stroomloos maken, bijvoorbeeld door de buiten de stookruimte gemonteerde verwarmingsnoodschakelaar uit te schakelen. Ketelvoorwand verwijderen Gasbrander demonteren. Zie bij a) "Reiniging met een borstel" Achterste bovenmantelplaat losschroeven en verwijderen. Reinigingsdeksel van rookgasverzamelaar losschroeven. Als veel vuil is vastgekoekt, rookgaskanalen schoonborstelen. Schakelkast met folie afdekken; er mag geen sproeinevel in de schakelkast binnendringen. Leg een dweil op de vloerplaat om wegdruipend sproeimiddel op te nemen. Rookgaskanalen van boven af gelijkmatig met het reinigingsmiddel besproeien (afb.3). Alleen in de rookgaskanalen sproeien! Afb. 30 Reiniging met een borstel Afb. 3 Sproeireiniging 27

28 9 Onderhoud Reinigingsmiddel ca. 5 minuten laten inwerken. Dweil verwijderen. Folie van schakelkast verwijderen. Reinigingsdeksel op de rookgasverzamelaar leggen en vastschroeven. Gasbrander inbouwen en inschakelen (schoorsteenvegerknop) totdat het ketelwater de maximale temperatuur heeft bereikt. Na het afdrogen van het verwarmd oppervlak de gasbrander demonteren. Schoonborstelen van de rookgaskanalen is aan te raden. In dat geval moet eerst het reinigingsdeksel van de rookgasverzamelaar worden geschroefd en daarna weer worden gemonteerd. Vuurhaard en vloerplaat reinigen. Warmte-isolatie naar beneden klappen en de achterste bovenmantelplaat aanbrengen en vastschroeven. Stookruimte goed ventileren. Ad 2.: Reinigen van de gasbrander Insteekverbindingen van de ontstekingskabels (Afb. 32, pos 2) bij de ontsteking (Afb. 32, pos. ) losmaken. Aansteekgasleiding (Afb. 32, pos 3) bij de aansteekbrander (Afb. 32, pos. 4) losmaken. Aansteekgasinspuiter (aardgas L (G25): Ø0, 5mm, markering: 5; propaan P (G3): Ø 0,3 mm, markering: 3) en luchtzeef uitnemen en doorblazen. De beide schroeven bij de aansteekbrander losmaken en de aansteekbrander (Afb. 32, pos 4) voorzichtig naar buiten trekken. Branderstaven in water met reinigingsmiddel dompelen en afborstelen. Let er daarbij op dat de warmte-isolatie bij de branderplaat en de ontsteking (Afb. 32, pos ) niet nat worden! Ontsteking eventueel losschroeven. Afb Gasbrander Legenda voor afb. 32 Pos. : Ontsteker Pos. 2: Insteekverbinding ontstekingskabel Pos. 3: Aansteekgasleiding Pos. 4: Aansteekbrander

29 Onderhoud 9 Branderstaven met een waterstraal afspoelen; gasbrander daarbij zo houden, dat het water in alle brandersleuven kan binnendringen en weer naar buiten kan lopen. Achterblijvend water verwijderen door de branderstaven heen en weer te bewegen. Brandersleuven op vrije doorgang controleren; waterfilm en vuilresten uit de sleuven verwijderen. Als er brandersleuven beschadigd zijn, moet de brander worden vervangen. Bij montage en inbouw van de brander omgekeerde volgorde van uitbouw en demontage aanhouden. Zorg er tijdens het monteren van de gasbrander voor dat de vulringen zich op de stiftbouten bevinden. Bij het vastschroeven van de branderplaat de vier schroeven niet al te vast aandraaien. Indien nodig pakkingen vervangen. Ad 3.: Controle op interne dichtheid Gasblok aan de ingangszijde met een proefdruk van min. 00 mbar en max. 50 mbar op interne dichtheid controleren. Na een minuut mag de drukdaling max.0mbar bedragen. Bij een grotere drukdaling moet bij alle afdichtingsplaatsen voor het gasblok met behulp van een schuimvormend middel naar een lek worden gezocht. Als geen lek wordt vastgesteld, controle met behulp van druk herhalen. Als opnieuw een grotere drukdaling dan 0mbar per minuut wordt gemeten, gasblok vervangen. Ad 4.: Gasvoordruk meten Ad 5.: Branderdruk meten Ad 6.: Dichtheidscontrole in bedrijfstoestand Ad 7.: Meetwaarden opnemen Ad 8.: Functiecontroles (zie hoofdstuk 7.3: "Inbedrijfstellingswerkzaamheden") Ketelvoorwand weer monteren. Ad 9.: Onderhoud bevestigen Onderteken het onderhoudsrapport in dit document. 29

30 0 Ombouwen naar een andere gassoort 0 Ombouwen naar een andere gassoort Ombouwen naar een andere gassoort De aangegeven volgorde moet beslist worden gevolgd! Bedrijfsschakelaar in de stand "0" (UIT) zetten, gasafsluiter sluiten en ketelvoorwand verwijderen. Gasdrukschakelaar installeren resp. wijzigen: JLET OP! De gasdrukschakelaar (afb.33) moet bij bedrijf op propaan geïnstalleerd zijn (leveringsomvang ombouwset); bij bedrijf op aardgas kan deze worden toegepast (toebehoren). Bij ombouwen op propaan: Gasdrukschakelaar (afb. 33) vlakbij de gasaansluiting van de verwarmingsketel met de instelschijf (Afb. 33, pos ) naar boven of naar buiten in de gasleiding opnemen en afdichten. Breng de elektrische aansluiting tot stand volgens het elektrische schema. Instelling van de gasdrukschakelaar controleren resp. corrigeren: Afb. 33 Gasdrukschakelaar Aardgas L (G25): Propaan P (G3): 5 mbar 40 mbar Schroeven losdraaien en de afdekkap verwijderen om de instellingen te wijzigen. Met behulp van de instelschijf (Afb. 33, pos ) instelling wijzigen en vervolgens de afdekkap weer monteren. Inspuiters verwisselen: Inspuiters vervangen door voor de nieuwe gassoort geschikte inspuiters. Daarbij tevens nieuwe pakkingen monteren en de inspuiters controleren aan de hand van de markeringen (zie Tab.4). Aansteekgasinspuiter vervangen door een voor de nieuwe gassoort geschikte inspuiter. Inspuitermarkering: Aardgas L (G25): 5 Propaan P (G3): 3 Inbedrijfstellingswerkzaamheden tot 6 uitvoeren, daarbij tevens het inbedrijfstellingsrapport invullen. Keteltype Tab. 4 Aantal inspuiters inspuiters inspuiters Markering Aardgas L (G25) Propaan P (G3) F E E D E

31 Ombouwen naar een andere gassoort 0 Aansteekgas instellen Bij "BM" : Gasafsluiter openen. Sluitschroef van de controlenippel bij de gasverdeelbuis twee slagen losdraaien en de meetslang van de U-buismanometer aansluiten. Bedrijfsschakelaar in stand "I" (AAN) zetten. Ongeveer 6 seconden na het verschijnen van de waakvlam de ontluchtingsopening (Afb. 34, pos ) met bijv. een vinger afsluiten. Ca. 0 seconden nadat het gasblok is geopend, herkenbaar door een zachte klik, de druk van de trap op de U-buismanometer aflezen en deze door de aansteekgasschroef (Afb. 34, pos. 2) in plus- of minrichting te draaien op ca. 6 mbar bij aardgas L (G25), ca. 8 mbar bij propaan P (G3) instellen. De druk van de trap kan alleen bij een afgesloten ontluchtingsopening (Afb. 34, pos. ) worden ingesteld. Bij "Honeywell" VR 460: Bedrijfsschakelaar in stand "0" (UIT) zetten. Gasafsluiter sluiten. Bij ombouwen op propaan de beschermkap (Afb. 35, pos 3) op de aansteekgasopening (Afb. 35, pos 2) verwijderen en de propaan-adapter (Afb. 35, pos ) (markering: 230) met pakking erin schroeven. Indien de propaan-adapter (Afb. 35, pos. ) niet is voorzien van een eigen beschermingskap (Afb. 35, pos. 4), moet de beschermingskap (Afb. 35, pos 3) van de aansteekgasopening op de propaan-adapter (Afb. 35, pos ) worden gemonteerd. Bij ombouwen op aardgas de adapter eruit draaien en de beschermkap op de aansteekgasopening monteren(afb. 35). AVOORZICHTIG! Uit veiligheidsoverwegingen is het absoluut noodzakelijk dat de beschermkap wordt gemonteerd! Gasafsluiter openen. Bedrijsschakelaar in stand "I" (AAN) zetten. Afb. 34 Gasblok "BM" Afb. 35 Gasblok "Honeywell" VR 460 Legenda voor afb. 35 Pos. : Propaan-adapter met pakking Pos. 2: Aansteekgasopening Pos. 3: Beschermkap aansteekgasopening Pos. 4: Beschermkap propaan-adapter 3

32 0 Ombouwen naar een andere gassoort Brandervermogen instellen volgens de inspuiterdrukmethode: JLET OP! Ook bij propaan! Lees de branderdruk op de U-buismanometer af en vergelijk deze met de waarden in Tab. 5. Keteltype Nominale branderdruk bij een gastemperatuur van 5 C en 03 mbar Aardgas L (G25) [mbar] Propaan P (G3) [mbar] ,5 27, ,6 27, ,2 29, ,7 34, ,0 28,4 Tab. 5 Nominale branderdruk Bij afwijking van de gewenste waarde: Beschermdop van de instelschroef voor de branderdruk verwijderen ( Afb. 36, pos. resp. Afb. 37, pos. ). De Branderdruk corrigeren door de instelschroef in plus- of min-richting te draaien (Afb. 36, pos. resp. Afb. 37, pos. ). Beschermdop weer op de instelschroef aanbrengen. Beschermdop resp. instelschroef verzegelen. Inbedrijfstelling: Meetslang verwijderen en sluitschroef van de controlenippel weer vastdraaien. Inbedrijfstellingswerkzaamheden 8 tot 3 uitvoeren, daarbij tevens het inbedrijfstellingsrapport invullen. Controleer daarbij tevens alle bij de ombouw betrokken afdichtingsplaatsen tijdens het bedrijf! Plak de sticker voor de nieuwe gassoort op het typeplaatje van de ketel. Afb. 36 Gasblok "BM" JLET OP! Gedemonteerde onderdelen bewaren! Afb. 37 Gasblok "Honeywell" VR

33 Verhelpen van storingen Verhelpen van storingen Storing Oorzaak Oplossing Verwarmingsketel treedt niet in werking Verwarmingsketel gaat over op storing (Aansteekbrander treedt niet in werking) Verwarmingsketel gaat over op storing (Aansteekbrander slaat aan en gaat na 0 sec. over op storing) Aansteekbrander brandt, hoofdvlam brandt niet Brander rookt Rookgaslucht in opstellingsruimte Brander maakt veel lawaai tijdens bedrijf Geen spanning aanwezig. Ketelregelthermostaat defect. Maximaalthermostaat aangesproken. Thermische terugslagbeveiliging aangesproken Gasafsluiter gesloten. Lucht in de gasleiding. Aansteekgasleiding of aansteekbranderinspuiter vervuild. Ontstekingsinrichting defect. Aansteekgasklep gaat niet open. Besturingseenheid defect. Elektrische aansluiting: N en L verwisseld Geen aarding aanwezig Ionisatiestroom kleiner dan ma. Aardsluiting ionisatie-elektrode. Besturingseenheid defect. Hoofdgasmagneetventiel gaat niet open. Geen spanning op klem 2. Besturingseenheid defect. Verkeerde inspuiters Branderdek beschadigd. Venturibuizen vervuild. Branderstaven van binnen vervuild. Ventilatieopeningen te klein. Ketelblok vervuild. Rookgasafvoeraansluiting vervuild. Stuwing of terugstroming in de schoorsteen. Ketelblok vervuild. Openingen in de branderstaven sterk vervuild met pluisjes, vezels of stof ten gevolge van bouwwerkzaamheden. Stand van de verwarmingsnoodschakelaar, van de bedrijfsschakelaar en zekeringen controleren. Elektrische aansluiting volgens elektrischschema controleren. Ketelregelthermostaat vervangen Maximaalthermostaat ontgrendelen; indien defect, vervangen. Na max. 5 minuten wachten wordt de ketel automatisch weer ingeschakeld, indien er warmte vraag is. Indien vaker geactiveerd, rookgasafvoerinstallatie controleren en thermische terugslagbeveiliging op juiste werking controleren. Indien defect, vervangen. Gasafsluiter openen. Gasleiding ontluchten. Aansteekgasleiding en aansteekbranderinspuiter reinigen. Ontstekingseenheid vervangen. Gasblok en besturingseenheid controleren; indien defect, vervangen. Besturingseenheid vervangen. N en L wisselen Aarding tot stand brengen Elektrode of besturingseenheid vervangen, Elektrode vervangen resp. aardsluiting verhelpen. Besturingseenheid vervangen. Gasblok en besturingseenheid controleren; indien defect, vervangen. Bedrading controleren. Besturingseenheid vervangen. Inspuiters controleren, eventueel vervangen. Brander vervangen. Brander reinigen. Brander reinigen. Controleren en gebruiker van de installatie hiervan op de hoogte brengen. Ketel reinigen. Rookgasafvoer reinigen. Dwarsdoorsnede van schoorsteen en schoorsteentrek controleren. Ketel reinigen. Reinigen van de branderstaven Verhelp de oorzaak van de vervuiling. 33

34 2 Technische gegevens 2 Technische gegevens Keteltype Nominaal vermogen [kw] Nominale belasting [kw] Stilstands verliezen %** Rookgastemperatuur [ C]* Rookgasmassastroom [kg/s]* CO 2 - gehalte %* Schoorsteentrek [Pa] ,, ,045 3, ,3 0, ,0426 4, ,9,2 97 0,043 5, ,0 0, ,0454 5, ,,0 95 0,0530 4,9 3-0 * Gemeten na de valwindafleider/trekonderbreker, bij een ruimtetemperatuur van 20 C en m rookgasafvoer zonder schoorsteen. ** Bij een ruimtetemperatuur van 25 C, een ketelwatertemperatuur van 75 C en m rookgasafvoer zonder schoorsteen. De waarden zijn bepaald onder de omstandigheden zoals voorgeschreven in EN 297. Afwijkende installatie-omstandigheden kunnen resulteren in afwijkingen. Inspuiters en nominale branderdruk Keteltype Aantal inspuiters Aardgas L Inspuiters Markering Propaan P Nominale branderdruk bij een gastemperatuur van 5 C en 03 mbar Aardgas L Propaan P (G25) (G3) (G25) [mbar] (G3) [mbar] F ,5 27, E ,6 27, E ,2 29, D ,7 34, E ,0 28,4 34

35 Karakteristieke gegevens en overdracht van de installatie 3 3 Karakteristieke gegevens en overdracht van de installatie Type Gebruiker Fabricage-nr. Locatie Installateur De bovenstaande installatie is volgens de regels van de techniek, de bepalingen van het bouw- en woningtoezicht en de wettelijke bepalingen geïnstalleerd en in bedrijf genomen. Aan de gebruiker is de technische documentatie overhandigd. De gebruiker werd vertrouwd gemaakt met de veiligheidsvoorschriften, de bediening en het onderhoud van de bovenstaande installatie. Datum, handtekening (installateur) Datum, handtekening (gebruiker) hier afknippen Voor de installateur Type Gebruiker Fabricage-nr. Locatie Aan de gebruiker is de technische documentatie overhandigd. De gebruiker werd vertrouwd gemaakt met de veiligheidsvoorschriften, de bediening en het onderhoud van de bovenstaande installatie. Datum, handtekening (gebruiker) 35

36 Notities 36

37 Notities Wijzigingen vanwege technische verbeteringen voorbehouden 37

38 Notities 38

39 Notities Wijzigingen vanwege technische verbeteringen voorbehouden 39

40 Verwarmingsinstallatiebedrijf: Buderus Heiztechnik GmbH, Wetzlar

Bedieningsvoorschriften

Bedieningsvoorschriften 6300 5507 05/2000 NL Voor de gebruiker Bedieningsvoorschriften Gasgestookte verwarmingsketel Logano G124 / G124 V Zorgvuldig lezen alvorens het apparaat te gebruiken Voorwoord Geachte klant, De Buderus

Nadere informatie

Bedieningsvoorschriften

Bedieningsvoorschriften 6300 5517 05/2000 NL Voor de gebruiker Bedieningsvoorschriften Gasgestookte verwarmingsketel Logano G334 / G334 Duo Zorgvuldig lezen alvorens het apparaat te gebruiken Voorwoord Geachte klant, De Buderus

Nadere informatie

Montage- en onderhoudsvoorschriften

Montage- en onderhoudsvoorschriften 6300 5509 05/2000 NL Voor de installateur Montage- en onderhoudsvoorschriften Gasgestookte verwarmingsketel Logano G24 / G24 V Zorgvuldig lezen alvorens het apparaat te monteren en onderhouden Voorwoord

Nadere informatie

Montage- en onderhoudsvoorschriften

Montage- en onderhoudsvoorschriften 6300 559 05/2000 NL Voor de installateur Montage- en onderhoudsvoorschriften Gasgestookte verwarmingsketel Logano G334 / G334 Duo Zorgvuldig lezen alvorens het apparaat te monteren en onderhouden Voorwoord

Nadere informatie

Inbedrijfstellings- en onderhoudsvoorschriften

Inbedrijfstellings- en onderhoudsvoorschriften 6300 5529 09/2000 NL Voor de installateur Inbedrijfstellings- en onderhoudsvoorschriften Gasgestookte verwarmingsketel Logano GE434 Zorgvuldig lezen alvorens het apparaat in bedrijf te nemen en te onderhouden

Nadere informatie

Bedieningsvoorschrift

Bedieningsvoorschrift 6300 4749 05/2000 BE (NL) Voor de gebruiker Bedieningsvoorschrift Specifieke gasketel Logano G234 Zorgvuldig lezen vóór bediening Voorwoord Geachte klant, de specifieke gasketel Logano G234 van Buderus

Nadere informatie

Geachte klant, de specifieke gasketel Logano G234X TH van Buderus werd volgens de laatste technologische ontwikkelingen en de meest recente veiligheid

Geachte klant, de specifieke gasketel Logano G234X TH van Buderus werd volgens de laatste technologische ontwikkelingen en de meest recente veiligheid 6301 4923-09/01 BE (NL) Bedieningsvoorschrift Specifieke gasketel Logano G234X TH met Logamatic 2105 Zorgvuldig bewaren Geachte klant, de specifieke gasketel Logano G234X TH van Buderus werd volgens de

Nadere informatie

1. Voorschriften, richtlijnen. Het gebruik van de ketel: Inhoud Pagina De verwarmingsinstallatie moet eenmaal per jaar

1. Voorschriften, richtlijnen. Het gebruik van de ketel: Inhoud Pagina De verwarmingsinstallatie moet eenmaal per jaar 6301 4925-09/01 BE (NL) Montage- en onderhoudsvoorschrift Gasverwarmingsketel Logano G234X TH Brander bedrijfsklaar afgesteld voor aardgas met Logamatic 2105 Zorgvuldig bewaren Inhoud Pagina De verwarmingsinstallatie

Nadere informatie

Kortsluiting van de aanvoer- Defecte of niet (goed) aangesloten aanvoer- of retourtemperatuursensor. Geen doorstroming

Kortsluiting van de aanvoer- Defecte of niet (goed) aangesloten aanvoer- of retourtemperatuursensor. Geen doorstroming 4 STORINGEN 4.1 Algemeen De Remeha Avanta is uitgerust met een geavanceerde besturingsautomaat. Het hart van de besturing is een microprocessor, de Comfort Master, die de ketel zowel beveiligt als bestuurt.

Nadere informatie

Montage-en onderhoudsvoorschrift

Montage-en onderhoudsvoorschrift 6300 4756 05/2000 BE (NL) Voor de vakman Montage-en onderhoudsvoorschrift Specifieke gasketel Logano G24 / G24 V Zorgvuldig lezen voor de montage en het onderhoud Voorwoord Belangrijke algemene toepassingsaanwijzingen

Nadere informatie

Bedieningsvoorschrift

Bedieningsvoorschrift 6302 0071 11/2001 NL Voor de gebruiker Bedieningsvoorschrift Specifieke ketel voor stookolie / gas Logano G215 en Logano G215 met brander Logatop Zorgvuldig lezen vóór de bediening Voorwoord Over dit voorschrift

Nadere informatie

Gasdiafragma vervangen

Gasdiafragma vervangen Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Omschakeling gastype naar G 31 voor Vitodens 100-W, type WB1B Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl VIESMANN Vitoplex 200 type SX2A, 700 tot 1950 kw Olie-/gasketel VITOPLEX 200 5/2011 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Montage- en onderhoudsvoorschrift

Montage- en onderhoudsvoorschrift 6304 6237 04/99 NL Montage- en onderhoudsvoorschrift Boiler Logalux SM 400 en SM 500 Bewaren a.u.b. Inhoudsopgave 1 Algemeen............................................................. 3 2 Afmetingen

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Blusinrichting voor Vitoligno 300-H Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

Handleiding voor ombouw van Aardgas naar Propaan

Handleiding voor ombouw van Aardgas naar Propaan Handleiding voor ombouw van Aardgas naar Propaan EHLE 17, EHLE 23 EHLE 27, EHLE 34 EHLE 39 6.720.67.216 (T30.3216.04) (200812) Aanbevelingen Inhoudsopgave Uitleg van de symbolen 2 1 Aanbevelingen 2 2 Verandering

Nadere informatie

Bedieningsvoorschrift

Bedieningsvoorschrift 6302 2236 06/2000 NL Voor de gebruiker Bedieningsvoorschrift Regeltoestel Logamatic 4212 80 105 TEST STB Zorgvuldig lezen vóór de bediening Voorwoord Belangrijke algemene gebruiksaanwijzingen Gebruik het

Nadere informatie

/2004 NL

/2004 NL 7 747 004 4 06/004 NL Voor de vakman Montagevoorschrift Vervanging keteldeur stookolie-/gasketel Logano S65 en Logano S75 Zorgvuldig lezen vóór de montage Inhoudsopgave Algemeen..................................................

Nadere informatie

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS BOUWJAAR 2000-2004 URA-20 URA-25 URA-35 URA-45 URA-55 URA-65 URA-80 URA-95 Werking Voor men begint met de in bedrijfstelling is het raadzaam te controleren

Nadere informatie

/2000 BE (NL)

/2000 BE (NL) 300 90 10/2000 BE (NL) Voor de vakman Montagevoorschrift Aansluitset voor sanitair S-Flex voor HT0/HT110, H0/H110 en S120 Logamax plus GB122 Logamax U112/U114/U122/U124 Zorgvuldig lezen vóór de montage

Nadere informatie

Inbedrijfstellings- en onderhoudsvoorschrift

Inbedrijfstellings- en onderhoudsvoorschrift 6304 1727 09/2005 NL Voor de vakman Inbedrijfstellings- en onderhoudsvoorschrift Specifieke gasketel Logano GE434 Zorgvuldig lezen vóór de inbedrijfstelling en het onderhoud Voorwoord Over dit voorschrift

Nadere informatie

Montage- en onderhoudsvoorschrift

Montage- en onderhoudsvoorschrift 6300 3877 09/000 NL Voor de vakman Montage- en onderhoudsvoorschrift Boiler Logalux SL 300-1/300- tot 500- Zorgvuldig lezen vóór de montage en het onderhoud Voorwoord Belangrijke algemene gebruiksaanwijzingen

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl. voor de vakman. Vitoplex 200 type SX2A, 90 tot 560 kw Olie-/gasketel

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl. voor de vakman. Vitoplex 200 type SX2A, 90 tot 560 kw Olie-/gasketel Montagehandleiding voor de vakman Voor meer informatie: www.kuiperzn.nl VIESMANN Vitoplex 200 type SX2A, 90 tot 560 kw Olie-/gasketel VITOPLEX 200 5/2011 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Invoer voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Invoer voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

Montage- en onderhoudsvoorschrift

Montage- en onderhoudsvoorschrift 60 507 /004 NL Voor de vakman Montage- en onderhoudsvoorschrift Specifieke ketel voor stookolie / gas Logano G5 en Logano G5 met brander Logatop Zorgvuldig lezen vóór de montage en het onderhoud Voorwoord

Nadere informatie

Bedieningsvoorschrift

Bedieningsvoorschrift 6302 5477 02/2003 NL Voor de gebruiker Bedieningsvoorschrift Specifieke gasketel Logano GE434 Logano plus GB434 Zorgvuldig lezen vóór de bediening Voorwoord Het toestel voldoet aan de basisvereisten van

Nadere informatie

Inbedrijfstellings- en onderhoudsvoorschrift

Inbedrijfstellings- en onderhoudsvoorschrift 6304 1968 09/2005 NL Voor de vakman Inbedrijfstellings- en onderhoudsvoorschrift Specifieke gasketel Logano plus GB434 Zorgvuldig lezen vóór de inbedrijfstelling en het onderhoud Voorwoord Over dit voorschrift

Nadere informatie

/2000 NL Voor de vakman. Montagevoorschrift. Snelmontagesysteem voor verwarmingskring Logano G115. Zorgvuldig lezen vóór de montage

/2000 NL Voor de vakman. Montagevoorschrift. Snelmontagesysteem voor verwarmingskring Logano G115. Zorgvuldig lezen vóór de montage 630 0908 11/000 NL Voor de vakman Montagevoorschrift Snelmontagesysteem voor verwarmingskring Logano G115 Zorgvuldig lezen vóór de montage Voorwoord Belangrijke algemene gebruiksaanwijzingen Het technische

Nadere informatie

/2000 BE (NL)

/2000 BE (NL) 7204 400-09/2000 BE (NL) %HGLHQLQJVYRRUVFKULIW &RQGHQVDWLHJDVNHWHO /RJDPD[SOXV*% =RUJYXOGLJEHZDUHQ Beste klant, De Buderus condensatie-gasketels Logamax plus GB2-24/29/43/60 zijn geconstrueerd en geproduceerd

Nadere informatie

Bedieningsvoorschrift

Bedieningsvoorschrift 7208 7200 10/2003 BE (NL) Voor de gebruiker Bedieningsvoorschrift Condensatie-gasketel Logamax plus GB112-24/29/43/60 Logamax plus GB112-29T25 Vóór gebruik zorgvuldig lezen Voorwoord Belangrijke algemene

Nadere informatie

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE 2.1 Aflevering 2.2 Voorschriften 2.3 Opstelling 2.4 Montage beveiligingen 2.5 Montage rookgasafvoer 2.6 Montage

Nadere informatie

Bedieningsvoorschrift

Bedieningsvoorschrift 7 747 000 976 04/2006 NL (BE) Voor de gebruiker Bedieningsvoorschrift Stookolieketel Logano SC115/SC115T met brander Logatop BE Zorgvuldig lezen vóór de bediening Inhoudsopgave 1 Voor uw veiligheid............................................

Nadere informatie

Inbedrijfstellings- en onderhoudsvoorschrift

Inbedrijfstellings- en onderhoudsvoorschrift 6302 6400 02/2003 NL Voor de vakman Inbedrijfstellings- en onderhoudsvoorschrift Specifieke gasketel Logano GE434 Zorgvuldig lezen vóór de inbedrijfstelling en het onderhoud Voorwoord Over dit voorschrift

Nadere informatie

NE1.1. Neutralisatie-eenheid. Voor gebruik bij condensatieketels voor gas. Installatie- en onderhoudshandleiding voor de installateur

NE1.1. Neutralisatie-eenheid. Voor gebruik bij condensatieketels voor gas. Installatie- en onderhoudshandleiding voor de installateur Installatie- en onderhoudshandleiding voor de installateur Neutralisatie-eenheid NE1.1 Voor gebruik bij condensatieketels voor gas 6 720 643 494 (2010/01) BE/NL Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Toelichting

Nadere informatie

Gebruikers- en installatie- handleiding SUNWOOD MARINO. Propaan

Gebruikers- en installatie- handleiding SUNWOOD MARINO. Propaan Gebruikers- en installatie- handleiding SUNWOOD MARINO Versie: Aardgas Propaan Specificaties Fabrikant Sunderman Openhaarden V.O.F. / Sunwood Contactgegevens Christiaan Huygensstraat 10 2665 KX Bleiswijk

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN MatriX-stralingsbrander type VMIII Gas-ventilatorbrander voor Vitocrossal 300, type CM3 Nominaal vermogen 87 tot 142 kw MatriX-stralingsbrander 11/2014 Na montage

Nadere informatie

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels voor Vitocrossal type CM2 vanaf 400 kw en type CT3U Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Nederland. Condenserende gaswandketels. Calenta. Serviceset instructies 119292-AA

Nederland. Condenserende gaswandketels. Calenta. Serviceset instructies 119292-AA Nederland NL Condenserende gaswandketels Calenta Serviceset instructies 119292-AA Calenta Inhoud 1 Controle en onderhoud...2 1.1 Controle en onderhoud...2 1.1.1 Algemeen...2 1.1.2 Preventief onderhoud

Nadere informatie

Bedieningsvoorschrift

Bedieningsvoorschrift Bedieningsvoorschrift Condensatieketel voor stookolie Logano GB125 met brander Logatop BE Voor de installateur Zorgvuldig lezen vóór de montage en het onderhoud 7 747 014 530 (03/2007) BE Inhoudsopgave

Nadere informatie

Montagehandleiding voor de vakman VITOFLAME 100

Montagehandleiding voor de vakman VITOFLAME 100 Montagehandleiding voor de vakman Vitoflame 100 Ventilatorbrander op gas (type VG III) voor Vitoplex 100, 200 en 300 nominaal vermogen 80 tot 225 kw voor Vitorond 200 nominaal vermogen 125 tot 195 kw VITOFLAME

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrans 300 rookgas-/water-warmtewisselaar voor Vitoplex met 575 tot 2000 kw nom. vermogen en voor Vitorond met 630 tot 1080 kw nom. vermogen. VITOTRANS 300

Nadere informatie

Bedieningsvoorschrift

Bedieningsvoorschrift Buderus 704 00 0/005 BE(NL) Voor de gebruiker Bedieningsvoorschrift Gaswandketel Logamax U(K) / U4(K) Vóór gebruik zorgvuldig lezen Belangrijke algemene gebruiksaanwijzigingen Het apparaat uitsluitend

Nadere informatie

Montagevoorschrift. Snelmontagesysteem voor verwarmingskring en veiligheidsset Logano G /2000 NL Voor de vakman

Montagevoorschrift. Snelmontagesysteem voor verwarmingskring en veiligheidsset Logano G /2000 NL Voor de vakman 0 090 /000 NL Voor de vakman Montagevoorschrift Snelmontagesysteem voor verwarmingskring en veiligheidsset Logano G Zorgvuldig lezen vóór de montage Impressum Aanwijzing! Voor de montage en de werking

Nadere informatie

Bedieningsvoorschrift

Bedieningsvoorschrift Bedieningsvoorschrift Specifieke ketel voor stookolie / gas Logano G125 ECO en Logano G125 ECO met brander Logatop BE ECO Voor de gebruiker Zorgvuldig lezen voor de bediening. 6 720 617 636-04/2007 NL/BE

Nadere informatie

DuoControl CS. NL Inbouwhandleiding Pagina 2

DuoControl CS. NL Inbouwhandleiding Pagina 2 DuoControl CS NL Inbouwhandleiding Pagina 2 DuoControl CS Inhoudsopgave Gebruikte symbolen... 2 Inbouwhandleiding Leveringsomvang... 3 Veiligheidsrichtlijnen... 3 Bescherming tegen vervuiling / verontreiniging

Nadere informatie

Gasdiafragma vervangen

Gasdiafragma vervangen Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Omschakeling gastype naar G 31 voor Vitodens 100-W, type WB1C Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

Inbedrijfstellings- en onderhoudsvoorschrift

Inbedrijfstellings- en onderhoudsvoorschrift 6301 2103 04/2001 NL Voor de vakman Inbedrijfstellings- en onderhoudsvoorschrift Specifieke gasketel Logano plus GB434 Zorgvuldig lezen vóór de inbedrijfstelling en het onderhoud Impressum Het toestel

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Lamellenrooster. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. Voor Vitoligno 300-C, 8 en 12 kw

VIESMANN. Montagehandleiding. Lamellenrooster. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. Voor Vitoligno 300-C, 8 en 12 kw Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Lamellenrooster Voor Vitoligno 300-C, 8 en 12 kw Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel

Nadere informatie

Bedieningsvoorschrift

Bedieningsvoorschrift Bedieningsvoorschrift Condenserende gasketel Logano plus GB312 Voor de gebruiker Zorgvuldig lezen vóór de bediening. 7 747 007 480 01/2007 NL Inhoudsopgave 1 Voor uw veiligheid...............................................3

Nadere informatie

Bedieningsvoorschrift

Bedieningsvoorschrift 6303 6959 09/2003 NL Voor de gebruiker Bedieningsvoorschrift Specifieke stookolieketel Logano G125 met brander Logatop BE Zorgvuldig lezen vóór de bediening Inhoudsopgave 1 Voor uw veiligheid............................................

Nadere informatie

Bedieningsvoorschrift

Bedieningsvoorschrift 6301 9027 11/2001 NL Voor de gebruiker Bedieningsvoorschrift Specifieke ketel voor stookolie / gas Logano G115 en Logano G115 met Logatop-brander Zorgvuldig lezen vóór de bediening Voorwoord Over dit voorschrift

Nadere informatie

Montagevoorschrift. UBA3-module xm10 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage /2004 NL Voor de vakman

Montagevoorschrift. UBA3-module xm10 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage /2004 NL Voor de vakman 60 84 06/004 NL Voor de vakman Montagevoorschrift UBA-module xm0 voor montage in de verwarmingsketel evenals voor wandmontage Zorgvuldig lezen vóór de montage Inhoudsopgave Veiligheid.......................................

Nadere informatie

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS

STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS STORINGSHANDLEIDING GASGESTOOKTE LUCHTVERWARMERS BOUWJAAR 1997-2000 URA-10 URA-15 URA-19 Werking Door het inschakelen van externe regelapparatuur wordt een elektrisch circuit tot stand gebracht en de rookgasventilator

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. voor de vakman. Vitoplex 200 type SX2A, 700 tot 1950 kw Olie-/gasketel

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. voor de vakman. Vitoplex 200 type SX2A, 700 tot 1950 kw Olie-/gasketel Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitoplex 200 type SX2A, 700 tot 1950 kw Olie-/gasketel VITOPLEX 200 11/2013 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Geisers 8 719 002 411 0 / 8 719 002 412 0 / 8 719 002 413 0

Geisers 8 719 002 411 0 / 8 719 002 412 0 / 8 719 002 413 0 Ombouwset Geisers 8 719 002 411 0 / 8 719 002 412 0 / 8 719 002 413 0 1 Injector 2 Voorinjector 3 Sluitklep 4 O-ring 5 Ring 6 Pakking 7 Afdichtkit 6 720 608 651 (2007.04) RA Inhoudsopgave Inhoudsopgave

Nadere informatie

Inbedrijfstellings- en onderhoudsvoorschrift

Inbedrijfstellings- en onderhoudsvoorschrift 6302 6399 02/2003 NL Voor de vakman Inbedrijfstellings- en onderhoudsvoorschrift Specifieke gasketel Logano plus GB434 Zorgvuldig lezen vóór de inbedrijfstelling en het onderhoud Voorwoord Over dit voorschrift

Nadere informatie

Vervanging aanvoerleiding, warmtewisselaar en retourleiding. voor Vitodens, Vitosolar 200-F, Vitotwin 300-W en Vitovalor 300-P

Vervanging aanvoerleiding, warmtewisselaar en retourleiding. voor Vitodens, Vitosolar 200-F, Vitotwin 300-W en Vitovalor 300-P Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vervanging aanvoerleiding, warmtewisselaar en retourleiding voor Vitodens, Vitosolar 200-F, Vitotwin 300-W en Vitovalor 300-P Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Gascombiregelaar vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Gascombiregelaar vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Gascombiregelaar vervangen voor Vitodens 100-W en Vitodens 111-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van

Nadere informatie

Bedieningsvoorschrift

Bedieningsvoorschrift 6301 8857 11/2001 NL Voor de gebruiker Bedieningsvoorschrift Specifieke ketel voor stookolie / gas Logano GE515 Zorgvuldig lezen vóór de bediening Voorwoord Over dit voorschrift Het toestel voldoet aan

Nadere informatie

Bedieningsvoorschrift

Bedieningsvoorschrift 7 747 000 429 01/2002 NL Voor de gebruiker Bedieningsvoorschrift Specifieke gasketel Logano plus SB615 Zorgvuldig lezen vóór de bediening Voorwoord Over dit voorschrift Het toestel voldoet aan de basisvereisten

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Accessoires voor gesloten werking. Aanwijzingen voor de installatie. Veiligheidsvoorschriften. Luchttoevoersystemen

VIESMANN. Montagehandleiding. Accessoires voor gesloten werking. Aanwijzingen voor de installatie. Veiligheidsvoorschriften. Luchttoevoersystemen Montagehandleiding voor de installateur VIESMANN Accessoires voor gesloten werking voor Vitocrossal 100, type CI1 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming

Nadere informatie

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-H. voor de vakman. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-H. voor de vakman. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter Servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter Geldigheidsverwijzing zie laatste pagina VITOCELL 100-H 3/2012 Bewaren a.u.b.! Veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels

Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Rookgascollector voor een installatie met 2 ketels voor Vitocrossal 200, type CM2 en type CT2 Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig

Nadere informatie

Bedieningshandleiding

Bedieningshandleiding edieningshandleiding Condensatieketel op gas Logano plus G312 Voor de gebruiker Zorgvuldig lezen vóór de bediening 6 720 801 310 (2012/02) E Inhoudsopgave 1 Voor uw veiligheid............................................

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrans 300 Rookgas-/water-warmtewisselaar voor Vitoplex 200, Vitoplex 300 en Vitorond 200 met nom. vermogen 575 tot 1950 kw resp. 1080 kw Vitorond VITOTRANS

Nadere informatie

Montage-instructie. Branderset Hoog rendement Gaswandketel

Montage-instructie. Branderset Hoog rendement Gaswandketel Voor de installateur Montage-instructie Branderset Hoog rendement Gaswandketel 6 70 6 09-00.TD 6 70 6 09 (0/009) nl Nefit TopLine Compact HRC (5 en 30 kw) Nefit TopLine HR (5 en 30 kw) Nefit TopLine AquaPower

Nadere informatie

Montage- en onderhoudsvoorschrift

Montage- en onderhoudsvoorschrift 630 350 04/00 BE (NL) Voor de vakman Montage- en onderhoudsvoorschrift Tapwaterboiler Logalux SU 400, 500, 750 en 000 Zorgvuldig lezen vóór de montage en het onderhoud Inhoudsopgave Opmerking! Voor de

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Gascombiregelaar vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman

VIESMANN. Montagehandleiding. Gascombiregelaar vervangen. Veiligheidsvoorschriften. Vitodens openen. voor de vakman Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Gascombiregelaar vervangen voor Vitodens 100-W en Vitodens 111-W Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van

Nadere informatie

Bedieningsvoorschrift Logano GE515. Vervangingstoestel voor Logano G505, G515, GE515, GK505. Zorgvuldig lezen vóór de bediening

Bedieningsvoorschrift Logano GE515. Vervangingstoestel voor Logano G505, G515, GE515, GK505. Zorgvuldig lezen vóór de bediening Specifieke ketel voor stookolie / gas 6 720 818 193 (2018/01) NL Bedieningsvoorschrift Logano GE515 Vervangingstoestel voor Logano G505, G515, GE515, GK505 Zorgvuldig lezen vóór de bediening Voorwoord

Nadere informatie

h Aanwijzing! NL; BENL Bedienings- en installatiehandleiding VRT 50 Kamer(klok)thermostaat Bedieningshandleiding Aanwijzingen bij de documentatie

h Aanwijzing! NL; BENL Bedienings- en installatiehandleiding VRT 50 Kamer(klok)thermostaat Bedieningshandleiding Aanwijzingen bij de documentatie Voor de installateur 00200077_00 NL; BENL 0 2006 Bedienings- en installatiehandleiding VRT 50 Kamer(klok)thermostaat NL; BENL Aanwijzingen bij de documentatie Bedieningshandleiding De volgende aanwijzingen

Nadere informatie

8 Bij storing. 8.1 Storingscodes

8 Bij storing. 8.1 Storingscodes Calenta 25s - 28c - 35s - 40c 8. Bij storing 8 Bij storing 8.1 Storingscodes De ketel is uitgevoerd met een elektronische regel- en besturingsautomaat. Het hart van de besturing is een microprocessor,

Nadere informatie

Vervanging aanvoerleiding, warmtewisselaar en retourleiding. voor Vitodens, Vitosolar 200-F, Vitotwin 300-W en Vitovalor 300-P

Vervanging aanvoerleiding, warmtewisselaar en retourleiding. voor Vitodens, Vitosolar 200-F, Vitotwin 300-W en Vitovalor 300-P Montagehandleiding voor de vakman VIESMNN Vervanging aanvoerleiding, warmtewisselaar en retourleiding voor Vitodens, Vitosolar 200-F, Vitotwin 300-W en Vitovalor 300-P Veiligheidsvoorschriften Volg deze

Nadere informatie

Model 42 Verschildrukregelaar (sluitend) Type type Type A type A Type B type B

Model 42 Verschildrukregelaar (sluitend) Type type Type A type A Type B type B Model 42 Verschildrukregelaar (sluitend) Type 42-14 type 42-18 Type 42-24 A type 42-28 A Type 42-24 B type 42-28 B Type 42-24 A Type 42-28 A figuur 1 Verschildrukregelaar 1. Constructie en werking De verschildrukregelaar

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrans 300 Rookgas-/water-warmtewisselaar voor Vitomax 100-LW, Vitomax 200-LW en Vitomax 300-LT met 1860 tot 6600 kw nom. vermogen. VITOTRANS 300 5/2007 Na

Nadere informatie

COMBIFORT. Storingen en blokkeringen

COMBIFORT. Storingen en blokkeringen COMBIFORT Storingen en blokkeringen INHOUDSOPGAVE Storingen en blokkeringen 1 Algemeen 2 Overzicht meldingen 2.1 Waarschuwingsmeldingen 4 2.2 Blokkeringsmeldingen 4 2.3 Storingsmeldingen 5 3 Oorzaken van

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. voor de vakman. Vitoplex 200 type SX2, 700 tot 1950 kw Olie-/gasketel

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. voor de vakman. Vitoplex 200 type SX2, 700 tot 1950 kw Olie-/gasketel Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitoplex 200 type SX2, 700 tot 1950 kw Olie-/gasketel VITOPLEX 200 4/2007 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. voor de vakman. Vitoplex 200 type SX2A, 700 tot 1950 kw Olie-/gasketel

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. voor de vakman. Vitoplex 200 type SX2A, 700 tot 1950 kw Olie-/gasketel Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitoplex 200 type SX2A, 700 tot 1950 kw Olie-/gasketel VITOPLEX 200 2/2010 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsvoorschriften Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur Montagehandleiding voor de installateur VIESMANN Verwarmingswater-doorstroomtoestel Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk letsel en materiële

Nadere informatie

Aanvullingsblad solar

Aanvullingsblad solar 600 8 0/000 BE (NL) Voor de vakman Aanvullingsblad solar Regeltoestel Logamatic 07 (M) en zonnemudule FM Zorgvuldig lezen vóór montage en onderhoud Voorwoord Belangrijke algemene gebruiksaanwijzingen Gebruik

Nadere informatie

voorschrift Voor de installateur Interface 0-10 V --> ebus AAN DE INSTALLATEUR

voorschrift Voor de installateur Interface 0-10 V --> ebus AAN DE INSTALLATEUR Installatie voorschrift AAN DE INSTALLATEUR Voor de installateur Installatiehandleiding Met het toestel dat u gaat plaatsen, installeert u een kwaliteitsproduct. Ondanks de bekendheid met het AWBconcept

Nadere informatie

Onderhoudshandleiding

Onderhoudshandleiding Onderhoudshandleiding HR-gaswandketel CGB-75 CGB-100 Gasketel Gasketel WolfGmbH Postfach1380 D-84048Mainburg Tel. +49 (0)8751/74-0 Fax: +49 (0)8751/74-1600 Internet:www.wolf-heiztechnik.de Art.-nr. 3064697_201601

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 100. voor de vakman. Vitoplex 100 type PV1B 780 tot 2000 kw 08 tot 13 Olie-/gasketel

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 100. voor de vakman. Vitoplex 100 type PV1B 780 tot 2000 kw 08 tot 13 Olie-/gasketel Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitoplex 100 type PV1B 780 tot 2000 kw 08 tot 13 Olie-/gasketel VITOPLEX 100 5/2014 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Periodiek Onderhoud Akkoord

Periodiek Onderhoud Akkoord Periodiek Onderhoud - PO SCOPE 1 - ATMOSFERISCH TOESTEL - AARDGAS SCIOS identificatiecode : XYZ001 Inspectie referentie : 2718KE-149-11-XYZ001-I-PO_G Naam : Demo locatie Adres : Marineblauw 149 Postcode

Nadere informatie

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Uitvoer met veerbladen. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Uitvoer met veerbladen. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H Montage- en servicehandleiding voor de vakman Viesmann Uitvoer met veerbladen voor Vitoligno 300-H Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

Rolkachel infrarood Chauffage mobile infrarouge Gasheizung Mobil infrarot Mobile gasheater infrared. Model: GRT-508

Rolkachel infrarood Chauffage mobile infrarouge Gasheizung Mobil infrarot Mobile gasheater infrared. Model: GRT-508 Rolkachel infrarood Chauffage mobile infrarouge Gasheizung Mobil infrarot Mobile gasheater infrared Model: GRT-508 Handleiding Mode d emploi Gebrauchsanweisung Manual Lees deze handleiding aandachtig door

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300 Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitotrans 300 Rookgas-/water-warmtewisselaar voor Vitoplex 200, Vitoplex 300 en Vitorond 200 met 80 tot 560 kw nom. vermogen. VITOTRANS 300 5/2011 Na montage

Nadere informatie

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 300. voor de vakman. Vitoplex 300 type TX3A, 90 tot 500 kw Olie-/gasketel

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 300. voor de vakman. Vitoplex 300 type TX3A, 90 tot 500 kw Olie-/gasketel Montagehandleiding voor de vakman VIESMANN Vitoplex 300 type TX3A, 90 tot 500 kw Olie-/gasketel VITOPLEX 300 3/2013 Na montage deze handleiding recyclen! Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften

Nadere informatie

Montage handleiding Broilfire 4 Poot powerfire/gas komfoor 4p-01p

Montage handleiding Broilfire 4 Poot powerfire/gas komfoor 4p-01p Montage handleiding Broilfire 4 Poot powerfire/gas komfoor 4p-01p Instructies voor het monteren en gebruik van de Powerfire: Technische data: Gas type Butaan Propaan Werk druk: mbar 30-50 37-52 Categorie

Nadere informatie

Gebruikers- en service-instructie

Gebruikers- en service-instructie 7163 7600 05/2004 NL(NL) Gebruikers- en service-instructie Kamerthermostaat ModuLine 100 Zorgvuldig lezen voor u de thermostaat gebruikt Beknopt overzicht Beknopt overzicht bedieningsmogelijkheden Pos.

Nadere informatie

Regeltoestel. Montagehandleiding Logamatic MC (2013/05) NL/BE. Voor montage a.u.b. zorgvuldig lezen.

Regeltoestel. Montagehandleiding Logamatic MC (2013/05) NL/BE. Voor montage a.u.b. zorgvuldig lezen. Regeltoestel 6 720 641 037 (2013/05) NL/BE Montagehandleiding Logamatic MC10 Voor montage a.u.b. zorgvuldig lezen. Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen....

Nadere informatie

VIESMANN. Montageaanwijzing VITOROND 200. voor de vakman. Vitorond 200 Type VD2A, 125tot270kW Verwarmingsketel op olie of gas

VIESMANN. Montageaanwijzing VITOROND 200. voor de vakman. Vitorond 200 Type VD2A, 125tot270kW Verwarmingsketel op olie of gas Montageaanwijzing voor de vakman VIESMANN Vitorond 200 Type VD2A, 125tot270kW Verwarmingsketel op olie of gas VITOROND 200 4/2007 Na montage deze aanwijzing recycleren! Veiligheidsaanwijzingen Volg deze

Nadere informatie

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Uitvoer met veerbladen. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Uitvoer met veerbladen. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H Montage- en servicehandleiding voor de vakman VIESMANN Uitvoer met veerbladen voor Vitoligno 300-H Veiligheidsinstructies Volg deze veiligheidsvoorschriften nauwkeurig op ter voorkoming van lichamelijk

Nadere informatie

/2005 BE (NL)

/2005 BE (NL) 60 989 0/00 BE (NL) Voor de vakman Montagevoorschrift Verbindingsset voor ketel en boiler Logano G/G Logalux LT60/LT00 Zorgvuldig lezen vóór de montage Inhoudsopgave Opstelling.................................................

Nadere informatie

/94 NL. Montagevoorschrift. voor de warmwatervoorraadboilers ST 150/2, 200/2, 300/2. Goed bewaren

/94 NL. Montagevoorschrift. voor de warmwatervoorraadboilers ST 150/2, 200/2, 300/2. Goed bewaren 5644450 10/94 NL Montagevoorschrift voor de warmwatervoorraadboilers ST 150/2, 200/2, 300/2 Goed bewaren 1. Algemeen De warmwatervoorraadboilers ST 150/2, 200/2, 300/2 worden gemonteerd geleverd. De meegeleverde

Nadere informatie

Erratablad Comfort Classic

Erratablad Comfort Classic Erratablad Dit document is een wijziging van resp. aanvulling op de : Gebruikershandleiding (07.98.92.009.2) Installatiehandleiding (07.98.92.010.2) De Itho Daalderop cv-ketels zijn vanaf 1/8/2015 op enkele

Nadere informatie

Terugstroombeveiliging voor ecotec/5

Terugstroombeveiliging voor ecotec/5 Installatiehandleiding Voor de installateur Installatiehandleiding Terugstroombeveiliging voor ecotec/5 VLT/VGA -systeem Uitgever/fabrikant Vaillant GmbH Berghauser Str. 40 D -42859 Remscheid Tel. +49

Nadere informatie

Model 240 Pneumatisch open-/dicht-regelventiel Type 3351

Model 240 Pneumatisch open-/dicht-regelventiel Type 3351 Model 240 Pneumatisch open-/dicht-regelventiel Type 3351 Fig. 1 Type 3351 1. Constructie en werking Het pneumatische regelventiel type 3351 bestaat uit een open-/dichtventiel en een membraanaandrijving,

Nadere informatie

SERVICEHANDLEIDING HDC1200i HDC1500i K26i

SERVICEHANDLEIDING HDC1200i HDC1500i K26i SERVICEHANDLEIDING HDC1200i HDC1500i K26i 2-15 1 WERKING... 1 2 TECHNISCHE GEGEVENS... 2 3 DIP SCHAKELAARS... 3 4 INSTELLEN BRANDERDRUK... 5 5 ELEKTRISCH SCHEMA HDC1200i / K26i... 6 6 ELEKTRISCH SCHEMA

Nadere informatie