Handboek Dataverzameling

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Handboek Dataverzameling"

Transcriptie

1 Handboek Dataverzameling 2015

2 Versie: Datum: 30 maart 2015 Voor informatie neem contact op met: Saskia Houterman Manager Datamanagement Marloes Marteijn Business Analyst Stichting Meetbaar Beter Postbus ZA Eindhoven E: T: I: wwwmeetbaarbetercom 2015 Stichting Meetbaar Beter Dit is een handboek van de stichting Meetbaar Beter De stichting stelt zich tot doel het bijdragen aan de verdere verbetering van de kwaliteit van zorg voor hartpatiënten door het ontwikkelen, verspreiden en implementeren van een kwaliteitssysteem op basis van patiëntrelevante uitkomstindicatoren Foto voorkant: Amphia Ziekenhuis 2

3 Inhoudsopgave 1 Inleiding 5 2 Definities 7 3 Coronairlijden Geconsolideerd coronairlijden Coronaire bypasschirurgie (CABG) Definitie Uitkomstindicatoren Initiële condities Percutane coronaire interventie (PCI) Definitie Uitkomstindicatoren Initiële condities Conservatieve behandeling Definitie Uitkomstindicatoren Initiële condities 25 4 Aortakleplijden Geconsolideerd aortakleplijden Aortaklepvervanging (AVR) Definitie Uitkomstindicatoren Initiële condities Transkatheter aortaklepimplantatie (TAVI) Definitie Uitkomstindicatoren Initiële condities Conservatieve behandeling Definitie Uitkomstindicatoren Initiële condities 32 5 Gecombineerd coronairlijden en aortakleplijden CABG + AVR Definitie Uitkomstindicatoren Initiële condities 34 6 Atriumfibrilleren Geconsolideerd atriumfibrilleren Katheter pulmonaal venen isolatie Definitie Uitkomstindicatoren Initiële condities Minimaal invasieve chirurgische pulmonaal venen isolatie Definitie Uitkomstindicatoren Initiële condities 39 3

4 7 Codeboek Coronairlijden Coronaire bypasschirurgie (CABG) Percutane coronaire interventie (PCI) Conservatieve behandeling Aortakleplijden Aortaklepvervanging (AVR) Transkatheter aortaklepimplantatie (TAVI) Conservatieve behandeling Gecombineerd coronairlijden en aortakleplijden CABG + AVR Atriumfibrilleren Katheter pulmonaal venen isolatie Minimaal invasieve chirurgische pulmonaal venen isolatie 64 8 Overzicht wijzigingen 66 Bijlage: Bijdrage handboek 81 4

5 1 Inleiding 1 Inleiding Achtergrond Meetbaar Beter is een wetenschappelijk onderbouwd programma dat met behulp van patiëntrelevante uitkomstindicatoren op een arts gedreven én patiëntgerichte manier werkt aan de verbetering van kwaliteit en transparantie van zorg in de deelnemende hartcentra en interventiecentra zonder cardiochirurgie (IZC) Binnen Meetbaar Beter worden de voor de patiënt meest relevante uitkomstindicatoren aan de hand van een evidence based methodologie geselecteerd (Value Based Healthcare (VBHC) theorie) De gemeten resultaten worden volledig transparant gecommuniceerd De inzichten in de resultaten van zorg die hierdoor verkregen worden, bieden de basis voor kwaliteits en verbetercycli op basis van deze uitkomstindicatoren Medische condities Voor patiënten met de medische condities coronairlijden, aortakleplijden, gecombineerd coronairlijden en aortakleplijden, en atriumfibrilleren zijn uitkomstindicatoren geselecteerd Alle medische condities, medische behandelingen en uitkomstindicatoren zijn voorzien van een concrete definitie Omdat de resultaten van zorg niet alleen bepaald worden door de kwaliteit van de behandeling, maar ook door de gezondheidstoestand van de patiënt vóór de behandeling, zijn naast de uitkomstindicatoren ook de meest belangrijke initiële condities geselecteerd voor de betreffende patiëntgroepen Deze initiële condities maken het mogelijk meer specifiek inzicht te krijgen in de resultaten van zorg Ook de initiële condities zijn van een concrete definitie voorzien Generieke regels dataverzameling Er geldt een aantal generieke regels voor alle medische condities: 1 De follow up start op het moment van de interventie, cq start conservatieve behandeling 2 Gedurende de gehele follow up blijft de patiënt in eenzelfde cohort, tenzij er een specifieke uitzondering geldt zoals bij de specifieke interventie/behandeling staat beschreven Ondergaat een patiënt een andere interventie/behandeling die buiten het huidige cohort valt, dan start ook voor die interventie/behandeling de follow up in het andere cohort De follow up gaat dan door in beide cohorten (tenzij er een specifieke uitzondering geldt, zoals bij de specifieke interventie/behandeling staat beschreven) 4 Ondergaat de patiënt in een cohort voor de tweede keer een zelfde interventie, dan wordt dat geteld als reïnterventie (tenzij er een specifieke uitzondering geldt zoals bij de specifieke interventie staat beschreven) en start de follow up niet opnieuw Eventuele uitkomsten worden toegerekend aan de eerste interventie 5 Per uitkomstindicator kan een event maar één keer voorkomen per patiënt, waarbij het eerst opgetreden event telt binnen die betreffende uitkomstindicator Dataverzameling In 2013 is de stichting Meetbaar Beter opgericht Deelnemende hartcentra en interventiecentra zonder cardiochirurgie organiseren allen vanuit het eigen ziekenhuis de dataverzameling en zijn hier zelf verantwoordelijk voor Vanuit de stichting Meetbaar Beter wordt een standaard Excel bestand aangeleverd waarin de gegevens voor de verschillende uitkomstindicatoren en initiële condities voor de betreffende medische behandeling verzameld kunnen worden Ook kan gebruik gemaakt worden van een elektronisch CRF dat speciaal gebouwd is voor deze studie middels het datamanagementprogramma GLEAN Op deze manier wordt gewaarborgd dat alle gegevens in het gewenste format worden aangeleverd 5

6 1 Inleiding Leeswijzer In dit handboek vindt u alle gegevens betreffende de dataverzameling voor Meetbaar Beter In hoofdstuk 2 staan alle definities die generiek binnen Meetbaar Beter gehanteerd worden In hoofdstuk 3 t/m 6 worden per medische conditie de geselecteerde uitkomstindicatoren en initiële condities weergegeven die voor de betreffende medische behandelingen verzameld dienen te worden Elk hoofdstuk is zo opgebouwd dat eerst de inclusiecriteria van de medische conditie worden weergegeven, gevolgd door een definitie van de medische behandeling, vervolgens de uitkomstindicatoren genoemd worden en tot slot de initiële condities In hoofdstuk 7 is er per medische behandeling een codeboek opgenomen (deze variabele namen zijn gelijk aan die in de Excel bestanden gehanteerd worden) In hoofdstuk 8 wordt een overzicht gegeven van alle wijzigingen die doorgevoerd zijn in deze nieuwste versie van het handboek ten opzichte van de eerdere versie van de aparte manuals die op 16 mei 2014 verschenen zijn Tenslotte wordt in de bijlage een overzicht gegeven van de outcomes teams, de medisch experts en het programma team die hebben meegewerkt aan de totstandkoming en verbetering van de indicatorensets Via de website wwwmeetbaarbetercom is tevens een totaal overzicht van de indicatorensets beschikbaar gesteld met daarin alle uitkomstindicatoren en initiële condities, uitgesplitst naar de medische condities en behandelingen met daarbij de gehanteerde definities Vanwege de aansluiting van de interventiecentra zonder cardiochirurgie moet geregistreerd worden in welk ziekenhuis de interventie cq de behandeling heeft plaatsgevonden (variabele ziekenhuis), welk ziekenhuis de patiënt heeft verwezen (variabele ziekenhuis_verwezen) en met welk hartcentrum de hartteam bespreking heeft plaatsgevonden (variabele ziekenhuis_hartteam) Indien een hartteam bespreking binnen een hartcentrum, dus zonder deelname van een interventiecentrum zonder cardiochirurgie, heeft plaatsgevonden, dan is het ziekenhuis waar de interventie heeft plaatsgevonden hetzelfde als het ziekenhuis waar de hartteam bespreking heeft plaatsgevonden Bijvoorbeeld: 1) voor een patiënt die een PCI ondergaat in een interventiecentrum zonder cardiochirurgie (IZC) wordt bij ziekenhuis het betreffende IZC geregistreerd en bij ziekenhuis_hartteam dient het hartcentrum geregistreerd te worden waarmee de patiënt in het hartteam besproken wordt; 2) voor een patiënt die een PCI ondergaat in een hartcentrum en binnen dat hartcentrum besproken is, dient voor zowel ziekenhuis als ziekenhuis_hartteam hetzelfde hartcentrum geregistreerd te worden, en 3) voor een patiënt die na bespreking in het gezamenlijke hartteam van het hartcentrum en het IZC verwezen wordt vanuit een IZC naar een hartcentrum en daar een PCI ondergaat, wordt bij ziekenhuis het betreffende hartcentrum geregistreerd, bij ziekenhuis_hartteam het betreffende hartcentrum waarmee de hartteam bespreking heeft plaatsgevonden en bij ziekenhuis_verwezen dient het IZC geregistreerd te worden 6

7 2 Definities 2 Definities Het is belangrijk dat alle aangesloten ziekenhuizen een uniforme definitie hanteren voor alle geselecteerde uitkomstindicatoren en initiële condities Daarbij sluiten we zoveel mogelijk aan bij de definities die gehanteerd worden in (inter)nationale vooraanstaande bronnen Hierbij is de volgende prioritering aangehouden: I Nationale bronnen (richtlijnen, beroepsverenigingen (NVVC, NVT) II Europese bronnen (European Society for Cardiology (wwwescardioorg)) III Internationale bronnen (Amerikaanse verenigingen en/of registraties) In dit hoofdstuk worden alle algemene definities (in alfabetische volgorde) gepresenteerd die binnen Meetbaar Beter bij de verschillende medische condities gehanteerd worden Anti aritmica (AAD) Anti aritmica (in het Engels anti arrhythmic drugs AAD) zijn geneesmiddelen welke antiaritmische eigenschappen hebben en daarom gebruikt worden in de behandeling van ritmestoornissen, zoals atriumfibrilleren AAD s worden onderverdeeld in 4 verschillende klassen naar Vaughan Williams, gebaseerd op hun werkingsmechanisme Klasse I: membraanstabiliserende middelen (quinidine, procainamide, disopyramide en flecainide) Klasse II: bèta receptor blokkerende sympathicomimetica (beta blokkers) Klasse III: actiepotentiaalverlengende middelen (amiodaron, ibutilide, sotalol) Klasse IV: calciuminstroom remmende medicatie (calcium blokkers diltiazem en verapamil) = Belangrijk: bèta blokkers uit klasse II en anti aritmica uit klasse IV volgens Vaughan Williams worden bij de behandeling van atriumfibrilleren niet beschouwd als een antiaritmicum Gebruik van bèta blokkers na zowel een katheter PVI als chirurgische PVI wordt daarom niet beschouwd als gebruik van een AAD (bèta blokkers zijn klasse II AAD volgens de Vaughan Williams classificatie maar worden binnen de elektrofysiologie niet als zodanig beschouwd) Bronvermelding: Vaughan Williams EM Classification of antidysrhythmic drugs Pharmacol Ther B 1975; 1: Farmacotherapeutisch kompas (wwwfkcvznl) Atriumfibrilleren Betreft een ritmestoornis welke gekenmerkt wordt door: 1 Irregulair RR interval (zonder de aanwezigheid van een repetitief patroon), en 2 Afwezigheid van P golven op het oppervlakte ECG, en 3 Variabele atriale cycluslengte (indien zichtbaar) en wordt op grond van de tijdsduur ingedeeld in volgende types: Eerste episode van atriumfibrilleren: elke patiënt die zich voor het eerst presenteert met de diagnose atriumfibrilleren, ongeacht de duur en/of aanwezigheid van symptomen en die geen eerdere katheter of chirurgische PVI heeft ondergaan Paroxysmaal atriumfibrilleren: het voorkomen van meer dan één episode van atriumfibrilleren welke spontaan beëindigt binnen 7 dagen ( 7 dagen) 7

8 2 Definities Bloeding Persisterend atriumfibrilleren: het persisteren van atriumfibrilleren meer dan 7 dagen en korter dan 1 jaar (7 dagen < atriumfibrilleren < 365 dagen); ook een elektrische of farmacologische cardioversie binnen 7 dagen (< 7 dagen) wordt als persisterend geclassificeerd Langdurig persisterend: atriumfibrilleren bestaat sinds 1 jaar ( 365 dagen) of langer op het moment dat een ritmecontrole strategie wordt toegepast Permanent atriumfibrilleren: atriumfibrilleren bestaat sinds 1 jaar ( 365 dagen) of langer en wordt door patiënt en arts geaccepteerd Er wordt geen poging tot cardioversie (meer) ondernomen Bronvermelding: Camm AJ, Kirchhof P, Lip GY et al Guidelines for the management of atrial fibrillation: the task force for the management of atrial fibrillation of the European Society of Cardiology Eur Heart J 2010; 31: PMID Calkins H, Kuck KH, Cappato R et al 2012 HRS/EHRA/ECAS expert consensus statement on catheter and surgical ablation of atrial fibrillation: recommendations for patient selection, procedural techniques, patient management and follow up, definitions, endpoints and research trial design Heart Rhythm 2012; 9: PMID Bloedingen worden naar gelang hun ernst ingedeeld volgens de gestandaardiseerde Bleeding Academic Research Consortium (BARC) classificatie De volgende categorieën worden onderscheiden: BARC type 1: bloeding waarvoor patiënt geen medische hulp zoekt en welke geen verdere actie, follow up of behandeling behoeft Voor Meetbaar Beter worden enkel bloedingen geregistreerd vanaf BARC type 2 BARC type 2: elke zichtbare bloeding die niet in categorie 3 tot en met 5 valt, maar wel voldoet aan tenminste één van volgende criteria: vereist niet chirurgische, medische behandeling door een zorgverlener, en/of leidt tot ziekenhuisopname of extra behandeling, en/of vereist medische nazorg of evaluatie BARC type 3a: elke zichtbare bloeding gepaard gaande met 2 tot 3 mmol/l hemoglobine daling en/of bloedtransfusie BARC type 3b: elke zichtbare bloeding gepaard gaande met 3 mmol/l hemoglobine daling en/of harttamponade en/of bloeding die chirurgische interventie vereist (uitgezonderd tanden, neus, huid en hemorroïden) en/of toediening van vasoactieve intraveneuze medicatie BARC type 3c: intracraniële bloeding (uitgezonderd microbloeding of hemorragische transformatie) en/of intra oculaire bloeding BARC type 4: CABG gerelateerde bloeding met ofwel peri operatieve intracraniële bloeding binnen 48h en/of re sternotomie voor hemostase en/of transfusie 5 eenheden volbloed of packed cells binnen 48h en/of thoraxdrainproductie 2l binnen 24h BARC type 5a: waarschijnlijk fatale bloeding zonder bevestiging bij autopsie of beeldvorming BARC type 5b: bewezen fatale bloeding door middel van autopsie of beeldvorming Bronvermelding: Mehran R, Rao SV, Bhatt DL et al Standardized bleeding definitions for cardiovascular clinical trials: a consensus report from the Bleeding Academic Research Consortium Circulation 2011; 123: PMID

9 2 Definities Cardiale tamponade De aanwezigheid van >5 mm pericardvocht al dan niet met klinische (CVD verhoging, pulsus paradoxus, hypotensie) en/of echocardiografische (wijde, niet collaberende vena cava inferior, diastolische collaps van rechter atrium en/of ventrikel, >25% respiratoire variatie in mitralisklep inflowpatroon, >50% variatie in tricuspidalisklep inflow patroon) tekenen van tamponade Het betreft een cardiale tamponade als een interventie (drainage) noodzakelijk is Bronvermelding: Maisch B, Seferovic PM, Ristic AD et al Guidelines on the diagnosis and management of pericardial disease executive summary Eur Heart J 2004; 25: PMID CHA 2 DS 2 VASc score Stratificatiescore op een schaal van 0 tot en met 9, gebaseerd op leeftijd, geslacht en het voorkomen van hartfalen, hypertensie, diabetes, cerebrovasculair accident en vaatlijden De score geeft een inschatting van het risico op trombo embolische complicaties bij atriumfibrilleren Risicofactor Score C Congestief hartfalen/linker kamer dysfunctie 1 H Hypertensie 1 A 2 Leeftijd 75 jaar 2 D Diabetes mellitus 1 S 2 CVA/TIA/trombo embolie 2 V Vaatlijden 1 A Leeftijd jaar 1 Sc Vrouwelijk geslacht 1 Bij het tot stand komen van deze stratificatiescore werd uitgegaan van de volgende definities: Hartfalen: aanwezigheid van tekenen of symptomen van ofwel rechter (verhoogde centraal veneuze druk, hepatomegalie, oedeem) ofwel linker (inspanningsafhankelijke kortademigheid, hoesten, vermoeidheid, orthopnoe, paroxysmale nachtelijke dyspnoe (als orthopnoe dan ook dyspnoe), cardiomegalie, crepitaties, gallop ritme, pulmonale veneuze congestie) hartfalen of beiden Deze tekenen of symptomen zijn bevestigd door middel van (non)invasieve methoden welke objectief aantonen dat er cardiale dysfunctie is Hypertensie: zie definitie hypertensie Diabetes mellitus: zie definitie diabetes mellitus Perifeer vaatlijden: de aanwezigheid van één of meer van volgende aandoeningen: intermitterende claudicatio, voorgeschiedenis van chirurgische of percutane interventie van abdominale aorta of onderste ledematen, abdominale of thoracale vaatheelkundige chirurgie, arteriële of veneuze trombose Bronvermelding: Lip GY, Nieuwlaat R, Pisters R et al Refining clinical risk stratification for prediction stroke and thromboembolism in atrial fibrillation using a novel risk factor based approach: the EuroHeart Survey on atrial fibrillation Chest 2010; 137: PMID Camm AJ, Kirchhof P, Lip GY et al Guidelines for the management of atrial fibrillation: the task force for the management of atrial fibrillation of the European Society of Cardiology Eur Heart J 2010; 31: PMID

10 2 Definities Chronische Totale Occlusie (CTO) Atherosclerotische occlusie van een kransslagader die tenminste 3 maanden bestaat en waarbij een TIMI flow 0 of 1 bestaat Cerebro Vasculair Accident (CVA) Door een neuroloog vastgestelde permanente, neurologische dysfunctie als gevolg van focale ischemie van hersenen, ruggenmerg of retina, veroorzaakt door een acuut infarct van het neurologische weefsel ten gevolge van trombose, embolie, systemische hypoperfusie of bloeding Bronvermelding: Sacco RL, Kasner SE, Broderick JP et al An updated definition of stroke for the 21st century: a statement for healthcare professionals from the American Heart Association/American Stroke Association Stroke 2013; 44: PMID Diabetes mellitus Diabetes mellitus wordt gekarakteriseerd door terugkerende of persisterende hyperglycaemie en wordt gediagnosticeerd door het aantonen van één van de volgende criteria: Nuchter plasmaglucosespiegel 7,0 mmol/l ( 126 mg/dl) Plasmaglucose 11,1 mmol/l ( 200 mg/dl) twee uur na inname van 75g orale glucose als in de glucosetolerantietest Symptomen van hyperglycaemie en terloops gemeten plasmaglucose 11,1 mmol/l (=200 mg/dl) Geglycosyleerd hemoglobine (HbA1c) 6,5% Er zijn twee types diabetes mellitus, maar voor Meetbaar Beter wordt daarin geen onderscheid gemaakt Diabetes mellitus type 1: terugkerende of persisterende hyperglycemie ten gevolge van een absoluut insulinetekort waarbij de behandeling bestaat uit insuline Diabetes mellitus type 2: terugkerende of persisterende hyperglycemie ten gevolge van insulineresistentie waarbij de behandeling bestaat uit dieet, orale medicatie en/of insuline NB: Zwangerschapsdiabetes ten tijde van de interventie uitsluiten Bronvermelding: American Diabetes Association Diagnosis and classification of diabetes mellitus Diabetes Care 2013; 36 (Suppl 1): S67 S74 PMID Rydén L, Grant P, Anker SD et al ESC guidelines on diabetes, pre diabetes and cardiovascular diseases developed in collaboration with the EASD Eur Heart J 2013; 34: PMID

11 2 Definities Diepe sternumwondinfectie Endocarditis Diepe sternumwondproblemen mediastinitis die zich ontwikkelen binnen 30 dagen na de interventie: omvat spier, sternum, mediastinum en is positief als er sprake is van één of meer van de onderstaande criteria: Chirurgische drainage/refixatie Positieve wondkweken AB therapie vanwege de sternumwond Bronvermelding: BHN Handboek v 40 (1 januari 2014) Infectieuze ontsteking van het endocardium waarbij de diagnose gesteld wordt op basis van de gemodificeerde Duke criteria (zie tabel); deze criteria zijn gebaseerd op de aanwezigheid van micro organismen in de bloedbaan en/of het voorkomen van een vegetatie, abces of dehiscentie van een klepprothese bij echocardiografie al dan niet in aanwezigheid van klinische kenmerken (predisponerende hartafwijking, koorts, vasculaire afwijkingen en/of immunologische fenomenen) Major Duke criteria Microbiologie Ten minste twee positieve bloedkweken van micro organismen die typisch zijn voor infectieuze endocarditis, zoals: a Streptococcen, met name Streptococcus viridans (S sanguis, S mutans, Smitis); β hemolytische Streptococcen (S pyogenes, S agalactiae) en nonhemolytische Streptococcen (S bovis) b Stafylococcen, met name Stafylococcus aureus en coagulase negatieve stafylococcen (voornamelijk S epidermidis) c Enterococcen (Enterococcus faecium, E faecalis) d Microorganismen uit de HACEK group (Haemophilus spp, Actinobacillus actinomycetemcomitans, Cardiobacterium hominis, Eikenella corrodens, Kingella kingae), Coxiella burnetii, Gram negatieve micro organismen en schimmels Micro organismen overeenkomend met endocarditis verwekkers die herhaaldelijk geïsoleerd zijn uit de bloedkweken Met herhaaldelijk wordt het hebben afgenomen van twee positieve bloedkweken bedoeld (minimaal twaalf uur na elkaar) of het hebben afgenomen van minimaal drie positieve bloedkweken of meerdere positieve bloedkweken (met een minimale tijdspanne van 1 uur) Een enkele positieve bloedkweek waaruit Coxiella burnetii wordt geïsoleerd of een fase I IgG antilichaam titer voor C burnetii groter is dan 1:800 Echocardiografie Positieve echocoardiografische bevindingen, te weten a Een (discrete) echorijke oscillerende intracardiale massa gelokaliseerd aan dezelfde zijde als de endocardiale laesie b Een peri annulair abces c Nieuwe dehiscentie van een kunstklepprothese d Een nieuwe klepinsufficiëntie/lekkage (toename van een reeds bestaande insufficiëntie/lekkage is niet voldoende om als criterium gebruikt te worden) 11

12 2 Definities Minor Duke criteria Predispositie voor endocarditis, zoals bij bepaalde hartaandoeningen of intraveneus druggebruik Koorts >38,0 C Vasculaire verschijnselen (splinterbloedingen, conjunctivale bloedingen, Janeway laesies) Immunologische verschijnselen (glomerulonefritis, Osler s noduli, Roth spots, reumafactor) Positieve bloedkweken van niet typische micro organismen De definitieve diagnose infectieuze endocarditis wordt gesteld bij de aanwezigheid van tenminste: 2 major criteria 1 major en 3 minor criteria 5 minor criteria voor de waarschijnlijke diagnose zijn tenminste noodzakelijk: 1 major en 1 minor criterium 3 minor criteria Bronvermelding: Li JS, Sexton DJ, Mick N et al Proposed modification to the Duke criteria for the diagnosis of infective endocarditis Clin Infect Dis 2000; 30: Mylokanis E, Calderwood SB Infective endocarditis in adults N Engl J Med 2001; 345: Habib G, Hoen B, Tornos P et al Guidelines on the prevention, diagnosis and treatment of infective endocarditis Eur Heart J 2009; 30: PMID Ejectiefractie (= linkerventrikelejectiefractie) Ejectiefractie (EF) wordt in de fysiologie gedefinieerd als het quotiënt van slagvolume (einddiastolisch volume eindsystolisch volume) gedeeld door het einddiastolisch volume Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen gebruikte methode om de ejectiefractie vast te stellen (linker kamer angiografie, SPECT, echocardiografie, MRI of CT) De geregistreerde ejectiefractie mag niet langer dan 6 maanden vóór de interventie/behandeling zijn vastgesteld De laatst gemeten waarde vóór de interventie/behandeling wordt geregistreerd EF > 50% goed 30 t/m 50% matig < 30% slecht EuroSCORE (logistisch) The European System for Cardiac Operative Risk Evaluation (EuroSCORE) biedt een risicostratificatie om de operatieve mortaliteit van cardiochirurgische procedures in te schatten Afhankelijk van de gekozen EuroSCORE (I of II), hangt de score af van een aantal kenmerken, te weten leeftijd, geslacht, chronisch obstructief longlijden, extracardiale atherosclerose, neurologische dysfunctie, vroegere cardiale chirurgie, serum kreatinine, actieve endocarditis, kritieke pre operatieve toestand, onstabiele angina pectoris, linkerkamerdysfunctie, recent myocardinfarct, pulmonale hypertensie, spoedingreep, aantal cardiale ingrepen, gelijktijdige aortachirurgie en postinfarct septumruptuur 12

13 2 Definities Hypertensie Voor definities en/of berekening van de EuroSCORE wordt verwezen naar de website EuroSCORE I < 10 % laag 10 t/m 20% middel > 20% hoog Systolische bloeddruk 140 mmhg en/of diastolische bloeddruk 90 mmhg gemeten gedurende 3 of meer opeenvolgende momenten, onder rustomstandigheden, en/of Voorgeschiedenis van hypertensie waarvoor behandeling met medicatie, dieet of lichamelijke inspanning, en/of Actueel gebruik van antihypertensieve medicatie Bronvermelding: Cannon CP, Battler A, Brindis RG et al American College of Cardiology key data elements and definitions for measuring the clinical management and outcomes of patients with acute coronary syndromes J Am Coll Cardiol 2001; 38: PMID Mancia G, Fagard R, Narkiewicz K et al 2013 ESH/ESC Guidelines for the management of arterial hypertension J Hypertens 2013, 31: PMID Linkeratriumvolume index Het linkeratriumvolume wordt gemeten aan het einde van de ventriculaire systole, op het moment dat het atrium het grootst in volume is Het volume gemeten met behulp van ECHO, CT of MRI en wordt berekend op basis van de biplane area length methode Deze methode is gebaseerd op het linkeratriumoppervlakte gemeten in apicale 4 en 2 kamer opnames en de kortste lengte van het atrium (in ofwel apicale 4 dan wel apicale 2 kamer opname) Het linkeratriumvolume bedraagt dan 8/3 π ((A1 A2)/L) De linkeratriumvolume index wordt gemeten in ml/m 2 (geïndexeerd naar het lichaamsoppervlakte) Bronvermelding: Lang RM, Bieriq M, Devereux RB et al Recommendations for chamber quantification Eur J Echocardiogr 2006; 7: PMID Meervatslijden Coronaire atherosclerose met ofwel de aanwezigheid van een hoofdstamstenose ofwel de aanwezigheid van een stenose in tenminste twee kransslagaders; de stenose dient tot tenminste 50% diameterreductie te leiden of tot een drukverval (FFR) <80% Mitraalkleplijden In geval van insufficiëntie van de mitralisklep functioneert het sluitmechanisme van de hartklep onvoldoende, waardoor er tijdens de contractiefase van de linkerhartkamer (systole) een gedeelte van het bloed terug lekt naar de linkerboezem De mitralisklep is een complex apparaat, bestaande uit linkeratrium, annulus, klepbladen, chordae, papillairspieren en linkerventrikel myocardium Indien er afwijkingen bestaan in één of meerdere van deze componenten, kan er een insufficiëntie optreden 13

14 2 Definities De ernst van mitraalkleplijden wordt bepaald volgens de echocardiografische criteria, zoals vermeld in het richtlijndocument van de European Society of Cardiology (zie bronvermelding) Omdat er verschillende nomenclatuur in den lande gebruikt wordt, onderscheiden we de volgende equivalenten: Graad graad 0 graad I graad II graad III graad IV Ernst geen mitraalkleplijden tracé/trivial mild moderate severe Bronvermelding: Vahanina A, Alfieri O, Andreotti et al Guidelines on the management of valvular heart disease (version 2012) Eur Heart J 2012; 33: PMID Myocardinfarct Stijging en/of daling van een of meerdere cardiale biomarkers (bij voorkeur troponine) met ten minste één waarde boven het 99 e percentiel van de bovengrens waarbij tenminste één van de volgende symptomen: Symptomen passende bij ischemie (pijn op de borst; misselijkheid/braken/transpiratie; kortademigheid tgv linkerkamerfalen; duizeligheid/lichthoofdigheid/syncope), en/of Nieuwe significante ST segment of T golf afwijkingen of bundeltakblok, en/of Ontwikkelen van pathologische Q golven op het elektrocardiogram, en/of Met beeldvorming aangetoond nieuw verlies van viabel myocardinfarct of nieuwe wandbewegingsstoornissen, en/of Identificatie van intracoronaire trombus bij angiografie of autopsie Speciale situaties (waaronder het periprocedurele infarct) zijn: Myocardinfarct binnen 48 uur na PCI (type 4 myocardinfarct): (voor diagnose van een myocardinfarct ná 48 uur is de algemene definitie van toepassing) De waarde van het troponine moet >5 keer de bovengrens van normaal (99 e percentiel) zijn (indien de uitgangswaarde van het troponine normaal was) óf de waarde van het troponine moet >20% stijgen ten opzicht van de uitgangswaarde (indien de uitgangswaarde van het troponine verhoogd is) waarbij tevens één van volgende symptomen: a Pijn op de borst gedurende 20 minuten b ST segment afwijkingen passende bij ischemie of nieuwe pathologische Q golven c Angiografisch bewijs voor verminderde flow in één der kransslagaders d Met beeldvorming aangetoond nieuw verlies van viabel myocardinfarct of nieuwe wandbewegingsstoornissen Myocardinfarct binnen 48 uur na CABG (type 5 myocardinfarct): (voor diagnose van een myocardinfarct ná 48 uur is de algemene definitie van toepassing) De waarde van het troponine moet >10 keer de bovengrens van normaal (99 e percentiel) zijn (indien de uitgangswaarde van het troponine normaal was) waarbij tevens één van volgende symptomen: a Nieuwe pathologische Q golven of linkerbundeltakblok b Angiografisch bewijs voor nieuwe occlusie van graft of natieve kransslagader c Met beeldvorming aangetoond nieuw verlies van viabel myocardinfarct of nieuwe wandbewegingsstoornissen 14

15 2 Definities Overlijden aan cardiale oorzaak zonder beschikbare biomarkers: nieuwe pijn op de borst of nieuwe ST elevatie volstaat voor de diagnose van myocardinfarct Herinfarct: heeft betrekking op een acuut myocardinfarct binnen 28 dagen na een eerder acuut myocardinfarct Indien de uitgangswaarde van het troponine verhoogd is, dient er een stijging van >20% plaats te vinden Voor wat betreft de electrocardiografische bevindingen, gelden enkel ST elevatie 01 mv of nieuwe pathologische Q golven als criterium (en dus niet ST depressie of nieuw linkerbundeltakblok) Bronvermelding: Cannon CP, Battler A, Brindis RG et al American College of Cardiology key data elements and definitions for measuring the clinical management and outcomes of patients with acute coronary syndromes J Am Coll Cardiol 2001; 38: PMID Thygesen K, Alpert JS, Jaffe AS et al Third universal definition of myocardial infarction Eur Heart J 2012; 33: PMID Nierinsufficiëntie Het voorafgaand aan de ingreep aanwezig zijn van verminderde geschatte Glomerular Filtration Rate (egfr) <60 ml/min/1,73 m 2, gemeten met behulp van de Modification of Diet in Renal Disease (MDRD) formule De geregistreerde GFR mag niet langer geleden dan 3 maanden vóór de interventie/behandeling zijn vastgesteld De laatst gemeten waarde vóór de interventie/behandeling wordt geregistreerd Bij acute patiënten mag ook serum kreatinine tot 24 uur ( 24 uur) na de interventie geregistreerd worden Bronvermelding: Stevens PE, Levin A et al Evaluation and management of chronic kidney disease: synopsis of the kidney disease: improving global outcomes 2012 clinical practice guideline Ann Intern Med 2013; 158: PMID NYHA functionele classificatie Classificatie opgesteld door de New York Heart Association (NYHA) is gebaseerd op het inspanningsvermogen van de patiënt De volgende categorieën worden onderscheiden: Klasse I: Geen beperking van het inspanningsvermogen Voor leeftijd normale lichamelijke activiteit veroorzaakt geen overmatige vermoeidheid, palpitaties of dyspnoe Klasse II: Enige beperking van het inspanningsvermogen In rust geen klachten maar voor leeftijd normale lichamelijke inspanning veroorzaakt overmatige vermoeidheid, palpitaties of dyspnoe Klasse III: Ernstige beperking van het inspanningsvermogen In rust geen of weinig klachten maar lichte lichamelijke inspanning veroorzaakt overmatige vermoeidheid, palpitaties of dyspnoe Klasse IV: Geen enkele lichamelijke inspanning mogelijk zonder klachten; ook klachten in rust 15

16 2 Definities Overgewicht en obesitas De definitie van overgewicht en obesitas wordt afgeleid van de Body Mass Index (BMI) De BMI is het quotiënt van het gewicht (in kg) en het kwadraat van de lengte (in meter) Afhankelijk van de waarde van het BMI is de door de WHO voorgestelde classificatie: BMI < 18,5 kg/m 2 ondergewicht 18,5 kg/m 2 BMI < 25,0 kg/m 2 normaal gewicht 25,0 kg/m 2 BMI < 30,0 kg/m 2 overgewicht BMI 30 kg/m 2 obesitas Bronvermelding: Obesity: preventing and managing the global epidemic Report of a WHO consultation World Health Organ Tech Rep Ser 2000; 894: PMID Reanimatie Shock Hartstilstand welke cardiorespiratoire reanimatie (tenminste 2 borstcompressies, of open hart massage) en/of urgente defibrillatie vereist De reanimatie vindt plaats in de periode tussen het begin van de klachten en vóór het uitvoeren van de interventie, ongeacht de plaats waar de reanimatie gestart is (dit wil zeggen binnen of buiten het ziekenhuis) Bronvermelding: NCDR USA Data elements CathPCI Registry ( Het voorkomen van hypotensie (systolische bloeddruk 90 mmhg gedurende tenminste 30 minuten óf noodzaak tot ondersteunende maatregelen om de systolische bloeddruk 90 mmhg te behouden) waarbij tekenen aanwezig zijn van hypoperfusie van eindorganen (koude extremiteiten en/of oligurie <30 ml/u en/of hartfrequentie 60 slagen per minuut) Het betreft shock op het moment van aanvang van de interventie Dit betreft alleen de nietelectieve patiënten Bronvermelding: Cannon CP, Battler A, Brindis RG et al ACC Key data elements for measuring the clinical management and outcome of patients with acute coronary syndromes J Am Coll Cardiol 2001; 38: Target vessel revascularisatie (TVR) Revascularisatie (gedefinieerd als behandeling door middel van PCI of CABG) die heeft plaatsgevonden in hetzelfde vat (of vaten) die behandeld zijn bij de PCI Een geplande CABG of PCI welke onderdeel is van het initiële behandelingsplan (=staged procedure) met als doel het opheffen van dezelfde laesie wordt niet als TVR geregistreerd Bij staged procedures start de follow up vanaf de eerste interventie 16

17 2 Definities Transient Ischaemic Attack (TIA) Door een neuroloog vastgestelde tijdelijke neurologische dysfunctie, als gevolg van focale ischemie van hersenen, ruggenmerg of retina, veroorzaakt door een acuut infarct van het neurologische weefsel ten gevolge van trombose, embolie, systemische hypoperfusie of bloeding Bronvermelding: Sacco RL, Kasner SE, Broderick JP et al An updated definition of stroke for the 21st century: a statement for healthcare professionals from the American Heart Association/American Stroke Association Stroke 2013; 44: PMID Trombo embolie Urgentie Plotse vasculaire insufficiëntie geassocieerd met klinische, radiologische en/of pathologische aanwijzingen voor occlusie van een bloedvat, in afwezigheid van andere verklarende aandoeningen zoals atherosclerose Bronvermelding: McNamara RL, Brass LM, Drozda JP et al ACC/AHA Key data elements and definitions for measuring the clinical management and outcomes of patients with atrial fibrillation J Am Coll Cardiol 2004; 44: PMID De urgentie van een ingreep wordt ingedeeld in 4 verschillende categorieën: Electief: een procedure waarvoor een opname via de polikliniek gepland wordt of gepland kan worden zonder een significant risico op morbiditeit of mortaliteit Als het een stabiel opgenomen patiënt betreft, dan wordt de procedure tijdens opname uitgevoerd voor comfort en gemak en niet omdat de procedure niet uitgesteld kan worden tot na het ontslag vanwege de toestand van de patiënt Urgent: een procedure die wordt uitgevoerd bij een opgenomen patiënt vóór ontslag uit het ziekenhuis, omdat de patiënt anders een significant verhoogd risico loopt op morbiditeit of mortaliteit Patiënten die zich presenteren op de spoedeisende hulp of polikliniek op het moment dat de indicatie voor de ingreep wordt vastgesteld, moeten worden opgenomen omdat hun toestand of klinische presentatie dit vereist Spoed: een procedure die zo snel mogelijk wordt uitgevoerd vanwege een sterk verhoogd risico op morbiditeit of mortaliteit Zo snel mogelijk wil zeggen in de eerst beschikbare ruimte tijdens kantooruren of op afroep van het behandelend team tijdens wachtdiensten Redding: een procedure die als laatste redmiddel wordt beschouwd De patiënt is bij aankomst op de interventiekamer in cardiogene shock en heeft voorafgaand aan de procedure externe cardiale massage gehad, of de patiënt wordt (niet electief) cardiorespiratoir ondersteund middels beademing of extracorporele bypass gedurende het transport naar de operatiekamer NB: Voor de registratie binnen Meetbaar Beter worden de categorieën spoed en redding samengevoegd Bronvermelding: NCDR USA Data elements CathPCI Registry (wwwncdrcom/webncdr/cathpci/home/datacollection) 17

18 2 Definities Vasculaire complicaties Major vasculaire complicaties Elke aortadissectie, aortaruptuur, annulusruptuur, linkerventrikelperforatie, of een nieuwe apicale aneurysma / pseudoaneurysma OF Incisie of incisie gerelateerde vasculaire schade (dissectie, stenose, perforatie, ruptuur, arterioveneuze fistel, pseudoaneurysma, hematoom, onomkeerbaar zenuwletsel, compartiment syndroom, falen van het apparaat waarmee geprobeerd wordt de bloeding percutaan tot staan te brengen) die tot de dood, levensbedreigende of ernstige bloedingen, viscerale ischemie, of neurologische stoornissen leidt OF Distale embolisatie (non cerebraal) van een vasculaire bron waarbij operatie noodzakelijk is of resulterend in amputatie of onomkeerbare schade van een eindorgaan OF Het plaatsvinden van een niet geplande endovasculaire of chirurgische ingreep geassocieerd met de dood, grote bloedingen, viscerale ischemie of neurologische stoornissen OF Elke nieuwe ipsilaterale ischemie in de onderste extremiteiten welke blijkt uit symptomen, lichamelijk onderzoek en / of verminderde of afwezige bloedtoevoer op het onderste extremiteitenangiogram OF Chirurgie voor incisie gerelateerde zenuwschade OF Permanente door een incisielocatie gebonden zenuwletsel Minor vasculaire complicaties Incisie of incisie gerelateerde vasculaire schade (dissectie, stenose, perforatie, ruptuur, arterioveneuze fistel, pseudoaneuysma, hematoom, falen van het hulpmiddel waarmee geprobeerd wordt de bloeding percutaan te stelpen), welke niet tot de dood, levensbedreigende of grote bloedingen, viscerale ischemie, of neurologische stoornis leidt OF Distale embolisatie behandeld met embolectomie en / of trombectomie en die niet leidt tot amputatie of onomkeerbare schade van een eindorgaan OF Elke niet geplande endovasculaire of chirurgische interventie die niet aan de criteria voor een belangrijke vasculaire complicatie voldoet OF Vasculair herstel of de noodzaak voor vasculair herstel (via chirurgie, ultrasoundguided compressie, transkatheter embolisatie, of stent graft) Bronvermelding: Kappetein AP, et al Updated standardized endpoint definitions for transcatheter aortic valve implantation: the Valve Academic Research Consortium 2 consensus document J Thorac Cardiovasc Surg 2013;145:

19 3 Coronairlijden 3 Coronairlijden Coronairlijden is gedefinieerd als coronaire atherosclerose welke leidt tot progressieve lumenvernauwing van één of meerdere kransslagaderen (coronairen) met myocardiale ischemie tot gevolg Dit betreft patiënten met coronairlijden waarbij een CABG of PCI is uitgevoerd en patiënten met coronairlijden die besproken zijn in een hartteam 31 Geconsolideerd coronairlijden Patiënten die gediagnosticeerd zijn met coronairlijden en in het rapportagejaar ( ) een CABG, PCI of conservatieve behandeling hebben ondergaan, worden geïncludeerd in het cohort coronairlijden (geconsolideerd coronairlijden) Het totaal overzicht van de indicatorensets is te verkrijgen via de website wwwmeetbaarbetercom Dit overzicht geeft alle gehanteerde uitkomstindicatoren en initiële condities weer voor zowel de medische behandelingen als voor de geconsolideerde dataset De geconsolideerde dataset wordt door Meetbaar Beter zelf samengevoegd uit de aangeleverde cohorten voor PCI, CABG en conservatieve behandeling, en hoeft niet door de ziekenhuizen zelf als dataset aangeleverd te worden 32 Coronaire bypasschirurgie (CABG) 321 Definitie Definitie CABG = elke patiënt die voor de eerste keer een geïsoleerde coronaire bypasschirurgie (CABG) ondergaat binnen de vastgestelde rapportageperiode ( ), zonder gelijktijdige klepof ritmechirurgie of andere vormen van chirurgie zoals bijvoorbeeld aortabifurcatieprothese, carotischirurgie, ventrikelaneurysma of longopera e = Een patiënt waarbij naast de CABG een gelijktijdige Bentall procedure of linker hartooramputatie wordt uitgevoerd, wordt niet geïncludeerd in het CABG cohort NB: Patiënt mag maar één keer voorkomen in het CABG cohort, ontdubbelen dient het ziekenhuis zelf te doen 322 Uitkomstindicatoren 120 daagse mortaliteit Patiënten die ongeacht doodsoorzaak binnen 120 dagen ( 120 dagen) na de interventie overlijden Inclusieperiode: daagse over /ondersterfte Verschil tussen verwachte en werkelijke cumulatieve sterfte binnen 30 dagen ( 30 dagen) na de interventie Verwachte sterfte is gebaseerd op de risico inschatting gebaseerd op de logistische EuroSCORE I Inclusieperiode: jaars mortaliteit Patiënten die ongeacht doodsoorzaak binnen 1 jaar ( 365 dagen) na de interventie overlijden Inclusieperiode: Lange termijn overleving Patiënten die overleven als functie van het aantal verstreken dagen na de interventie met een maximale follow up duur van 5 jaar Inclusieperiode:

20 3 Coronairlijden Kwaliteit van leven Kwaliteit van leven van de patiënt gemeten vóór en na de interventie Meting vóór interventie = gemeten niet langer geleden dan maximaal 2 maanden vóór de interventie Meting na interventie = gemeten tussen maanden na de interventie Bij voorkeur gemeten met de SF36 2, anders de SF12 2 Van spoedpatiënten kan géén kwaliteit van leven vlak voor de interventie gemeten worden Inclusieperiode: Chirurgische reëxploratie Iedere rethoracotomie na het initieel sluiten van de thorax binnen 30 dagen ( 30 dagen) na de interven e Bloeding / cardiale tamponade * : rethoracotomie tgv een bloeding, tamponade (hieronder valt ook het subxyphoïdaal opheffen van een tamponade door de thoraxchirurg) Punctie valt hier niet onder Cardiale problemen: waarvoor operatie met of zonder gebruikmaking van extracorporele circulatie (ECC) Hieronder valt revisie van anastomose, reperfusie en dergelijke Ook het verrichten van een nieuwe ingreep binnen 30 dagen (bijvoorbeeld een CABG patiënt die na enkele dagen toch een klepvervanging of nieuwe CABG krijgt) Anders: alle andere oorzaken, uitgezonderd het openen van het sternum ivm drainage vanwege mediastinitis = Hierbij wordt er van uitgegaan dat de pa ënt teruggaat naar het behandelcentrum 3 categorieën: 0) geen chirurgische reëxploratie; 1) chirurgische reëxploratie en 9) onbekend Inclusieperiode: Diepe sternumwondinfectie * Diepe sternumwondinfectie die zich ontwikkelt binnen 30 dagen ( 30 dagen) na de interventie = Hierbij wordt er van uitgegaan dat de pa ënt teruggaat naar het behandelcentrum 3 categorieën: 0) geen diepe sternumwondinfectie; 1) diepe sternumwondinfectie en 9) onbekend Inclusieperiode: CVA * Patiënten waarbij zich een postoperatieve CVA ontwikkelt binnen 72 uur ( 72 uur) na de interventie 3 categorieën: 0) geen CVA; 1) CVA en 9) onbekend Inclusieperiode: Periode vrij van coronaire reïnterventie Patiënten die vrij zijn van reïnterventie (zowel CABG als PCI (in hetzelfde vat of een ander vat)) als functie van het aantal verstreken dagen na de interventie Inclusieperiode: Periode vrij van myocardinfarct * Patiënten die vrij zijn van een recidief myocardinfarct als functie van het aantal verstreken dagen na de interventie Inclusieperiode:

21 3 Coronairlijden 323 Initiële condities Diabetes mellitus * Patiënten die diabetes mellitus type 1 of type 2 hebben 3 categorieën: 0) geen diabetes mellitus; 1) diabetes mellitus en 9) onbekend Ernstige linkerventrikeldysfunctie De linkerventrikelfunctie wordt uitgedrukt als ejectiefractie (EF) * Spoedpatiënten worden geëxcludeerd 4 categorieën: 1) EF > 50%; 2) EF 30 50%; 3) EF < 30% en 9) onbekend Geslacht 3 categorieën: 1) man; 2) vrouw en 9) geen geslacht/onbekend (bv transgenders en androgyne personen) Leeftijd Leeftijd in jaren op het moment van start interventie Logistische EuroSCORE I * Laatst bepaalde logistische EuroSCORE I gemeten vóór de interventie (continu gemeten in % met 2 decimalen nauwkeurig, bijv 25,03%) Nierinsufficiëntie * Nierinsufficiëntie wordt gedefinieerd als een verminderde glomerular filtration rate (GFR) <60 ml/min/1,73 m 2 De GFR wordt door Meetbaar Beter berekend volgens de MDRD formule Urgentie van de procedure * 4 categorieën: 1) electief; 2) urgent; 3) spoed+redding en 9) onbekend * Uitgebreide definitie is terug te vinden in hoofdstuk 2 Definities 33 Percutane coronaire interventie (PCI) 331 Definitie Definitie PCI = elke patiënt waarbij binnen de vastgestelde rapportageperiode ( ) een percutane coronaire interventie (PCI) wordt uitgevoerd met behulp van ballondilatatie en/of stentplaatsing Regels met betrekking tot PCI: Wanneer een patiënt een herhaalde PCI na 365 dagen (>365 dagen) ondergaat, dan start nieuwe follow up 332 Uitkomstindicatoren 30 daagse mortaliteit Patiënten die ongeacht doodsoorzaak binnen 30 dagen ( 30 dagen) na de interventie overlijden Inclusieperiode: jaars mortaliteit Patiënten die ongeacht doodsoorzaak binnen 365 dagen ( 365 dagen) na de interventie overlijden Inclusieperiode:

22 3 Coronairlijden Kwaliteit van leven Kwaliteit van leven van de patiënt gemeten vóór en na de interventie Meting vóór interventie = gemeten niet langer geleden dan maximaal 2 maanden vóór de interventie Meting na interventie = gemeten tussen maanden na de interventie Bij voorkeur gemeten met de SF36 2, anders de SF12 2 Van spoedpatiënten kan géén kwaliteit van leven vlak voor de interventie gemeten worden Inclusieperiode: Angiografisch succesvol Patiënten waarbij de PCI klinisch succesvol was (= bij elk behandeld segment is het percentage reststenose, geschat op basis van de angiobeelden, 20%) Alleen succesvol als alle behandelde segmenten succesvol behandeld zijn 3 categorieën: 0) angiografisch niet succesvol; 1) angiografisch succesvol en 9) onbekend Ook totaal aantal behandelde segmenten registreren en aantal behandelde segmenten met reststenose 20% Ieder segment dat behandeld wordt tellen, er kunnen dus meerdere segmenten per bloedvat zijn Inclusieperiode: Optreden van TVR * Patiënten waarbij revascularisatie (gedefinieerd als behandeling door PCI of CABG) heeft plaatsgevonden in hetzelfde vat (of vaten) die behandeld waren bij de PCI, binnen 1 jaar ( 365 dagen) na de PCI Elke CABG uitgevoerd 24 uur na PCI telt als TVR (urgente CABG uitgevoerd 24 uur dient geregistreerd te worden als uitkomstindicator urgente CABG) Een geplande CABG of PCI welke onderdeel is van het initiële behandelingsplan (=staged procedure) met als doel het opheffen van dezelfde laesie wordt niet als TVR geregistreerd 3 categorieën: 0) geen TVR; 1) TVR en 9) onbekend Inclusieperiode: Urgente CABG Patiënten waarbij een CABG binnen 24 uur ( 24 uur) na de interventie wordt verricht ten gevolge van acute complicaties (zoals tamponade) of voortdurende ischemie, ongeacht de vaten die zijn behandeld Een geplande CABG welke onderdeel is van het initiële behandelingsplan (=staged procedure) met als doel het opheffen van dezelfde laesie wordt niet als urgente CABG geregistreerd 3 categorieën: 0) geen urgente CABG; 1) urgente CABG en 9) onbekend Inclusieperiode: Optreden van myocardinfarct * Patiënten die een STEMI of non STEMI ondergaan binnen 30 dagen ( 30 dagen) na de interventie Patiënten die een myocardinfarct krijgen tijdens de interventie worden ook meegeteld In geval van meerdere myocardinfarcten, dan alleen het eerste myocardinfarct tellen 3 categorieën: 0) geen myocardinfarct; 1) myocardinfarct en 9) onbekend Inclusieperiode: Initiële condities Chronische totale occlusie * Een chronische totale occlusie van het behandelde vat, waar een geplande interventie voor geldt 3 categorieën: 0) geen chronische totale occlusie; 1) chronische totale occlusie en 9) onbekend Diabetes mellitus * Patiënten die diabetes mellitus type 1 of type 2 hebben 3 categorieën: 0) geen diabetes mellitus; 1) diabetes mellitus en 9) onbekend 22

23 3 Coronairlijden Eerdere CABG Patiënten die een CABG hebben gehad voorafgaande aan de interventie gedurende het hele leven 3 categorieën: 0) geen eerdere CABG; 1) eerdere CABG en 9) onbekend Eerder myocardinfarct * Patiënten die een myocardinfarct hebben gehad nog voor start interventie gedurende het hele leven 3 categorieën: 0) geen eerder myocardinfarct; 1) eerder myocardinfarct en 9) onbekend Ernstige linkerventrikeldysfunctie De linkerventrikelfunctie wordt uitgedrukt als ejectiefractie (EF) * Spoedpatiënten worden geëxcludeerd 4 categorieën: 1) EF > 50%; 2) EF 30 50%; 3) EF < 30% en 9) onbekend Geslacht 3 categorieën: 1) man; 2) vrouw en 9) geen geslacht/onbekend (bv transgenders en androgyne personen) Leeftijd Leeftijd in jaren op het moment van start interventie Meervatslijden * Patiënten met meervatslijden 3 categorieën: 0) geen meervatslijden; 1) meervatslijden en 9) onbekend Nierinsufficiëntie * Nierinsufficiëntie wordt gedefinieerd als een verminderde glomerular filtration rate (GFR) <60 ml/min/1,73 m 2 De GFR wordt door Meetbaar Beter berekend volgens de MDRD formule Reanimatie * De reanimatie vond plaats in de periode tussen het begin van de klachten en vóór het uitvoeren van de interventie, ongeacht de plaats waar de reanimatie gestart is (dit wil zeggen binnen of buiten het ziekenhuis) 3 categorieën: 0) geen reanimatie; 1) reanimatie en 9) onbekend Shock * Het betreft shock op het moment van aanvang van de interventie Dit betreft alleen de nietelectieve patiënten 3 categorieën: 0) geen shock; 1) shock en 9) onbekend Urgentie van de procedure * 4 categorieën: 1) electief; 2) urgent; 3) spoed+redding en 9) onbekend * Uitgebreide definitie is terug te vinden in hoofdstuk 2 Definities 23

Indicatorensets Meetbaar Beter

Indicatorensets Meetbaar Beter Indicatorensets Meetbaar Beter 2015 Uitkomstindicatoren Uitkomstindicator Definitie Coronairlijden Aortakleplijden Atriumfibrilleren PCI CB AVR TAVI CB Procedurele 30-daagse 120-daagse 1-jaars 30-daagse

Nadere informatie

Indicatorensets Meetbaar Beter

Indicatorensets Meetbaar Beter Indicatorensets Meetbaar Beter 2016 2015 Uitkomstindicatoren Uitkomstindicator PCI CB AVR TAVI CB Procedurele mortaliteit 30-daagse mortaliteit 120-daagse mortaliteit 1-jaars mortaliteit Lange-termijn

Nadere informatie

Definitieboek Meetbaar Beter

Definitieboek Meetbaar Beter Definitieboek Meetbaar Beter Definitieboek Meetbaar Beter - versie 16 mei 2014 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Definities 4 Definitieboek Meetbaar Beter - versie 16 mei 2014 2 1. Inleiding Meetbaar Beter

Nadere informatie

Handboek Dataverzameling: Asymptomatisch aortakleplijden

Handboek Dataverzameling: Asymptomatisch aortakleplijden Handboek Dataverzameling: Asymptomatisch aortakleplijden 2016 Versie: 2016.1 Datum: 09 juni 2016 Voor informatie neem contact op met: Saskia Houterman Manager Datamanagement Marloes Marteijn Business Analyst

Nadere informatie

CORONAIRLIJDEN. Hiërarchie gecombineerd voor Coronairlijden

CORONAIRLIJDEN. Hiërarchie gecombineerd voor Coronairlijden Coronairlijden CORONAIRLIJDEN is binnen Meetbaar Beter gedefinieerd als coronaire atherosclerose welke leidt tot progressieve lumenvernauwing van één of meerdere kransslagaderen (coronairen) met myocardiale

Nadere informatie

MANUAL. Dataverzameling Meetbaar Beter. Atriumfibrilleren. Manual dataverzameling Meetbaar Beter - Atriumfibrilleren versie 16 mei

MANUAL. Dataverzameling Meetbaar Beter. Atriumfibrilleren. Manual dataverzameling Meetbaar Beter - Atriumfibrilleren versie 16 mei MANUAL Dataverzameling Meetbaar Beter Atriumfibrilleren Manual dataverzameling Meetbaar Beter - Atriumfibrilleren versie 16 mei 2014 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Definities 4 3. Atriumfibrilleren

Nadere informatie

MANUAL. Dataverzameling Meetbaar Beter. Coronairlijden. Manual dataverzameling Meetbaar Beter - Coronairlijden versie 16 mei

MANUAL. Dataverzameling Meetbaar Beter. Coronairlijden. Manual dataverzameling Meetbaar Beter - Coronairlijden versie 16 mei MANUAL Dataverzameling Meetbaar Beter Coronairlijden Manual dataverzameling Meetbaar Beter - Coronairlijden versie 16 mei 2014 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Definities 4 3. Coronairlijden 5 3.1 Uitkomstindicatoren

Nadere informatie

Handboek Dataverzameling: AV knoop afhankelijke tachycardie

Handboek Dataverzameling: AV knoop afhankelijke tachycardie Handboek Dataverzameling: AV knoop afhankelijke tachycardie 2016 Versie: 2016.1 Datum: 13 juni 2016 Voor informatie neem contact op met: Saskia Houterman Manager Datamanagement Marloes Marteijn Business

Nadere informatie

5.4. Atriumfibrilleren

5.4. Atriumfibrilleren 5.4 Atriumfibrilleren 112 5.4 Atriumfibrilleren Atriumfibrilleren is binnen Meetbaar Beter gedefinieerd als een ritmestoornis die gekenmerkt wordt door een irregulair RR interval (zonder de aanwezigheid

Nadere informatie

6ATRIUMFIBRILLEREN. Hiërarchie gecombineerd voor Atriumfibrilleren

6ATRIUMFIBRILLEREN. Hiërarchie gecombineerd voor Atriumfibrilleren ATRIUMFIBRILLEREN Atriumfibrilleren is binnen Meetbaar Beter gedefinieerd als een ritmestoornis die gekenmerkt wordt door een irregulair RR interval (zonder de aanwezigheid van een repetitief patroon),

Nadere informatie

5.3. Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden

5.3. Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden 5.3 Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden 98 5.3 Gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden Patiënten die de diagnose gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden krijgen, kunnen worden

Nadere informatie

Handboek Dataverzameling

Handboek Dataverzameling Handboek Dataverzameling 2016 Versie: 20162 Datum: 7 maart 2016 Voor informatie neem contact op met: Saskia Houterman Manager Datamanagement Marloes Marteijn Business Analyst Stichting Meetbaar Beter Postbus

Nadere informatie

GECOMBINEERD AORTAKLEPLIJDEN EN 5CORONAIRLIJDEN

GECOMBINEERD AORTAKLEPLIJDEN EN 5CORONAIRLIJDEN GECOMBINEERD AORTAKLEPLIJDEN EN CORONAIRLIJDEN Patiënten die de diagnose gecombineerd aortakleplijden en coronairlijden krijgen, kunnen worden behandeld middels coronaire bypasschirurgie (CABG) en een

Nadere informatie

AORTAKLEPLIJDEN. Hiërarchie gecombineerd voor Aortakleplijden

AORTAKLEPLIJDEN. Hiërarchie gecombineerd voor Aortakleplijden AORTAKLEPLIJDEN Aortakleplijden is binnen Meetbaar Beter gedefinieerd als een medische conditie waarbij een patiënt symptomatisch is en ernstige aorta klep stenose en/of aortaklepinsufficiëntie heeft.

Nadere informatie

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting

Nederlanse Samenvatting. Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 197 198 Samenvatting In het proefschrift worden diverse klinische aspecten van primaire PCI (Primaire Coronaire Interventie) voor de behandeling van een hartinfarct onderzocht.

Nadere informatie

MANUAL. Dataverzameling Meetbaar Beter. Aortakleplijden. Manual dataverzameling Meetbaar Beter Aortakleplijden versie 16 mei

MANUAL. Dataverzameling Meetbaar Beter. Aortakleplijden. Manual dataverzameling Meetbaar Beter Aortakleplijden versie 16 mei MANUAL Dataverzameling Meetbaar Beter Aortakleplijden Manual dataverzameling Meetbaar Beter Aortakleplijden versie 16 mei 2014 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Definities 4 3. Aortakleplijden 5 4. Aortakleplijden

Nadere informatie

5-jaars Follow-up van de FAME studie

5-jaars Follow-up van de FAME studie 5-jaars Follow-up van de FAME studie WCN Congres 2015, Amsterdam 20-11-2015 Drs. L.X. van Nunen namens de FAME studiegroep Potential conflicts of interest Ik, Lokien X. van Nunen, heb GEEN conflicts of

Nadere informatie

5.1 Coronairlijden 32

5.1 Coronairlijden 32 5.1 Coronairlijden 32 5.1 Coronairlijden Coronairlijden is binnen Meetbaar Beter gedefinieerd als coronaire atherosclerose welke leidt tot progressieve lumenvernauwing van één of meerdere kransslagaderen

Nadere informatie

Handboek Dataverzameling

Handboek Dataverzameling Handboek Dataverzameling 207 Versie: 2072 Datum: 0 januari 207 Voor informatie neem contact op met: Saskia Houterman Manager Datamanagement Marloes Marteijn Business Analyst Stichting Meetbaar Beter Postbus

Nadere informatie

Gender differences in heart disease. Dr Danny Schoors

Gender differences in heart disease. Dr Danny Schoors Gender differences in heart disease Dr Danny Schoors Women are meant to be loved, not to be understood Oscar Wilde (1854-1900) 2 05/01/16 Inleiding Cardiovasculaire ziekte 7 tot 10 jaar later dan bij mannen

Nadere informatie

Zorgpad Atriumfibrilleren (AF)

Zorgpad Atriumfibrilleren (AF) Zorgpad Atriumfibrilleren (AF) Highlights Ziekenhuizen 2017 Hans Ros, ziekenhuisapotheker Inhoud Wat is AF? Hoe ontstaat een CVA (beroerte)? Behandeling AF: 4 peilers Orale antistolling 1 2016 ESC Guidelines

Nadere informatie

Peer Review. Hartrevalidatie

Peer Review. Hartrevalidatie Peer Review Hartrevalidatie Inhoudstafel Inleiding Inleidende kennistest Toelichting Intercollegiaal overleg INLEIDENDE KENNISTEST 1. Welke van onderstaande eigenschappen is geen cardiovasculaire risicofactor?

Nadere informatie

Aortadissecties. Wie A zegt. H.P. Lok, cardio-thoracale chirurgie OLVG

Aortadissecties. Wie A zegt. H.P. Lok, cardio-thoracale chirurgie OLVG Aortadissecties Wie A zegt Definitie Dissectie: middeleeuws latijn dissectio, van dissecare (verl. deelw. dissectum), van dis- [uiteen] + secare [snijden]. Dissectie: proces waarbij de lagen van de aorta

Nadere informatie

Inhoud. Verpleegkunde Cardiologie. Symptomen. Diagnose. Verpleegkunde Cardiologie 1. Indeling New York Heart Association (NYHA)

Inhoud. Verpleegkunde Cardiologie. Symptomen. Diagnose. Verpleegkunde Cardiologie 1. Indeling New York Heart Association (NYHA) Inhoud Verpleegkunde Cardiologie Han van der Borgh Verpleegkundige aspecten bij: Angina Pectoris Acuut coronair syndroom Prinz Metal Decompensatie cordis Cardiogene shock P.C.I./STENT/ spoed CABG in perifeer

Nadere informatie

Prof. dr. F. C. Visser Cardioloog Erasmus Medisch Centrum. Electrocardiografische & fysiologische veranderingen tijdens inspanning

Prof. dr. F. C. Visser Cardioloog Erasmus Medisch Centrum. Electrocardiografische & fysiologische veranderingen tijdens inspanning Prof. dr. F. C. Visser Cardioloog Erasmus Medisch Centrum Electrocardiografische & fysiologische veranderingen tijdens inspanning Indicaties voor inspannings ECG Evaluatie van patienten met pijn op de

Nadere informatie

ACUTE CORONAIRE SYNDROMEN

ACUTE CORONAIRE SYNDROMEN ACUTE CORONAIRE SYNDROMEN Definitie, pathofysiologie, symptomatologie en diagnostiek Dr. Marcel Daniëls Jeroen Bosch Ziekenhuis s-hertogenbosch ACUTE CORONAIRE SYNDROMEN pathofysiologie Definitie symptomatologie

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Acute en Electieve PCI registratie (NHR) Versie:

Factsheet Indicatoren Acute en Electieve PCI registratie (NHR) Versie: Factsheet Indicatoren Acute en Electieve PCI registratie (NHR) Versie: 2017.2 Datum Versie Mutatie Eigenaar 31-01-2017 2017.1 Eerste concept NVVC 11-10-2017 2017.2 Definitieve versie verslagjaar 2018 NVVC

Nadere informatie

TAVI (Un) limited. transcatheter aorta valve implantation. NVVC 1 April 2016. Anjo van Staaveren Verpleegkundig specialist TAVI team

TAVI (Un) limited. transcatheter aorta valve implantation. NVVC 1 April 2016. Anjo van Staaveren Verpleegkundig specialist TAVI team TAVI (Un) limited transcatheter aorta valve implantation NVVC 1 April 2016 Anjo van Staaveren Verpleegkundig specialist TAVI team Disclosure (potentiële) belangenverstrengeling geen Zijn er grenzen aan

Nadere informatie

Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel

Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel Belangrijke Veiligheidsinformatie over prasugrel Prasugrel behoort tot de farmacotherapeutische groep van de bloedplaatjesaggregatieremmers (heparine niet meegerekend), een groep waaronder ook clopidogrel

Nadere informatie

Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel)

Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel) Belangrijke Veiligheidsinformatie over EFIENT (prasugrel) EFIENT (prasugrel) behoort tot de farmacotherapeutische groep van de bloedplaatjesaggregatieremmers (heparine niet meegerekend), een groep waaronder

Nadere informatie

Hierbij gaat voor de delegaties document D043528/02 Annex.

Hierbij gaat voor de delegaties document D043528/02 Annex. Raad van de Europese Unie Brussel, 8 maart 2016 (OR. en) 6937/16 ADD 1 TRANS 72 BEGELEIDENDE NOTA van: de Europese Commissie ingekomen: 7 maart 2016 aan: Nr. Comdoc.: Betreft: het secretariaat-generaal

Nadere informatie

Atriumfibrilleren, je zou er hartkloppingen van krijgen!

Atriumfibrilleren, je zou er hartkloppingen van krijgen! Atriumfibrilleren, je zou er hartkloppingen van krijgen! ATRIUMFIBRILLEREN EN ANTISTOLLING RECENTE ONTWIKKELINGEN WETENSCHAPPELIJKE BIJEENKOMST 2012 Drs. S Rutten- de Jong, cardioloog Elkerliek ziekenhuis

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Bariatrische Chirurgie (DATO) 2016

Factsheet Indicatoren Bariatrische Chirurgie (DATO) 2016 Factsheet en Bariatrische Chirurgie (DATO) 2016 Start registratie: 2015 Inclusie & exclusie criteria DATO Inclusie De patiënten die geregistreerd dienen te worden zijn die patiënten die een chirurgische

Nadere informatie

Troponine bij ACS in 1 e en 2 e lijn. Tom van Loenhout interventiecardioloog Ede - Arnhem

Troponine bij ACS in 1 e en 2 e lijn. Tom van Loenhout interventiecardioloog Ede - Arnhem Troponine bij ACS in 1 e en 2 e lijn Tom van Loenhout interventiecardioloog Ede - Arnhem Indeling Troponinebepaling op de EHH Troponine door ambulance en huisarts: verstandig, wanneer? Moet troponinebepaling

Nadere informatie

Nieuwe guidelines voor preventie. Cardio 2013 Johan Vaes

Nieuwe guidelines voor preventie. Cardio 2013 Johan Vaes Nieuwe guidelines voor preventie Cardio 2013 Johan Vaes Waarom is preventie nodig? CV ziekten blijven belangrijkste doodsoorzaak Zowel mannen als vrouwen Overlijden voor 75 j is ten gevolge van CV ziekten

Nadere informatie

Nederlandse samenvatting

Nederlandse samenvatting 198 Het eerste deel van dit proefschrift beschrijft de effectiviteit van clopidogrel en tirofiban in patiënten met een acuut hart infarct verwezen voor een spoed dotter behandeling. In hoofdstuk 1 werd

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Bariatrische Chirurgie (DATO) Start registratie: 2014

Factsheet Indicatoren Bariatrische Chirurgie (DATO) Start registratie: 2014 Factsheet en Bariatrische Chirurgie (DATO) 2017 Start registratie: 2014 Inclusie & exclusie criteria DATO Inclusie De patiënten die geregistreerd dienen te worden zijn die patiënten die een chirurgische

Nadere informatie

Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar

Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar Obesitas bij ortopedische ingrepen: challenge of contra-indicatie? Co-assistent: Philippe Leire Promotor: Dr. A. Kumar Kaart toenemende demografie obesitas The influence of obesity on total joint arthroplasty.

Nadere informatie

Meetbaar Beter Boek Deelnemende hartcentra 2014

Meetbaar Beter Boek Deelnemende hartcentra 2014 Meetbaar Beter Boek 2014 Inzicht in kwaliteit van zorg voor mensen met hartaandoeningen Meetbaar Beter heeft zich in 2014 in meerdere dimensies succesvol doorontwikkeld. Het aantal hartcentra dat zich

Nadere informatie

Acute behandeling van atriumfibrilleren en atriumflutter. Ad Oomen Cardioloog Amphia Ziekenhuis

Acute behandeling van atriumfibrilleren en atriumflutter. Ad Oomen Cardioloog Amphia Ziekenhuis Acute behandeling van atriumfibrilleren en atriumflutter Ad Oomen Cardioloog Amphia Ziekenhuis 5-6-2019 Inhoud Introductie Instabiele patiënten Stabiele patiënten Rhythm control vs rate control ECV vs

Nadere informatie

Handleiding NHR data-aanlevering DOTTERCENTRA - PCI. Definitief / 20 juni 2018 / versie

Handleiding NHR data-aanlevering DOTTERCENTRA - PCI. Definitief / 20 juni 2018 / versie Handleiding NHR data-aanlevering 2013-2017 DOTTERCENTRA - PCI Definitief / 20 juni 2018 / versie 2018.0.4 Versie: 2018.0.4 Datum: 20 juni 2018 Voor informatie neem contact op met: Nederlandse Hart Registratie

Nadere informatie

casus presentatie Rob Roudijk, Keuzecoschap intensive care 12-1-2015

casus presentatie Rob Roudijk, Keuzecoschap intensive care 12-1-2015 Ventrikel septum ruptuur casus presentatie Rob Roudijk, Keuzecoschap intensive care 12-1-2015 Casus 70 jarige man RVO: post operatief na VSR correctie en triscuspidalisplastiek Dyspneu verdenking pneumonie,

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle   holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/32654 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Nucifora, Gaetano Title: Clinical applications of non-invasive imaging techniques

Nadere informatie

Thoracale pijn:het acute coronaire syndroom. Marielle Eefting-Koper Interventiecardioloog

Thoracale pijn:het acute coronaire syndroom. Marielle Eefting-Koper Interventiecardioloog Thoracale pijn:het acute coronaire syndroom Marielle Eefting-Koper Interventiecardioloog Indeling Cardiale oorzaken thoracale pijn Stabiele AP IAP/Acuut coronair syndroom (ACS) Pericarditis Small-vessel

Nadere informatie

Minimaal invasieve aortaklepchirurgie NVHVV Het hart in handen, van klein tot groot

Minimaal invasieve aortaklepchirurgie NVHVV Het hart in handen, van klein tot groot Minimaal invasieve aortaklepchirurgie NVHVV Het hart in handen, van klein tot groot Idserd Klop Arts-onderzoeker Cardio-Thoracale Chirurgie St. Antonius Ziekenhuis, Nieuwegein 9 April 2019 2 Anatomie 3

Nadere informatie

Bloedingen onder antitrombotische medicatie

Bloedingen onder antitrombotische medicatie Bloedingen onder antitrombotische medicatie Timing van herstarten Marieke Gimbel, arts-onderzoeker cardiologie 06-11-2018 Disclosure belangen spreker Marieke Gimbel - St. Antonius ziekenhuis Geen (potentiële)

Nadere informatie

Behandeling van atrium fibrilleren op de IC. Mirjam Wikkerink, ANIOS IC

Behandeling van atrium fibrilleren op de IC. Mirjam Wikkerink, ANIOS IC Behandeling van atrium fibrilleren op de IC Mirjam Wikkerink, ANIOS IC AF op IC 15% van de patiënten, meestal in de eerste 72 uur na ontstaan van sepsis Verminderde atriale contractie, hoge ventriculaire

Nadere informatie

CASE REPORT FORM. (1) Bronovo (2) MCH (3) Haga Ziekenhuis (4) LUMC (5) Maasstad zks (6) Lucas Andreas (7) St. Antonius Nieuwegein.

CASE REPORT FORM. (1) Bronovo (2) MCH (3) Haga Ziekenhuis (4) LUMC (5) Maasstad zks (6) Lucas Andreas (7) St. Antonius Nieuwegein. CASE REPORT FORM Patientgegevens Ziekenhuis (1) Bronovo (2) MCH (3) Haga Ziekenhuis (4) LUMC (5) Maasstad zks (6) Lucas Andreas (7) St. Antonius Nieuwegein Studienummer patient Patientidentificatie in

Nadere informatie

Hartkatheterisatie, dotter of omleidingen

Hartkatheterisatie, dotter of omleidingen Van harte welkom! Hartkatheterisatie, dotter of omleidingen 20.00 Opening door Wendy de Valk 20.05 Harteraad en Hartezorg 20.15 Presentie Leo Gerhards, arts ass cardiologie 20.40 Henk Drent, ervaringsdeskundige

Nadere informatie

Duitsland 1,7 miljoen patiënten met hartfalen 2. Europa 6,5 miljoen patiënten met hartfalen 3. VS 5,1 miljoen patiënten met hartfalen 1

Duitsland 1,7 miljoen patiënten met hartfalen 2. Europa 6,5 miljoen patiënten met hartfalen 3. VS 5,1 miljoen patiënten met hartfalen 1 Functionele mitrale regurgitatie VS 5,1 miljoen patiënten met hartfalen 1 Duitsland 1,7 miljoen patiënten met hartfalen 2 Europa 6,5 miljoen patiënten met hartfalen 3 Hartfalen is een aandoening die wereldwijd

Nadere informatie

Symptomen bij hartfalen 24 november M. Aertsen Verpleegkundig specialist hartfalen Diakonessenhuis Utrecht/Zeist

Symptomen bij hartfalen 24 november M. Aertsen Verpleegkundig specialist hartfalen Diakonessenhuis Utrecht/Zeist Symptomen bij hartfalen 24 november 2017 M. Aertsen Verpleegkundig specialist hartfalen Diakonessenhuis Utrecht/Zeist Hartfalen Hartfalen is een complex van klachten en verschijnselen bij een structurele

Nadere informatie

Samenvatting en conclusies

Samenvatting en conclusies Samenvatting en conclusies 080237 Henneman boek.indb 171 03-11-2008 10:57:48 172 Samenvatting en conclusies In de algemene introductie van dit proefschrift worden de verschillende niet-invasieve technieken

Nadere informatie

Staken antihypertensiva bij ouderen. Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie

Staken antihypertensiva bij ouderen. Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie Staken antihypertensiva bij ouderen Groot Haags Geriatrie Referaat oktober 2016 Marielle Hofman, aios geriatrie 2 Vragen Zou u antihypertensiva staken bij een geriatrische patiënt met hypertensie en een

Nadere informatie

Nieuwe Richtlijn Herseninfarct en Hersenbloeding: wat verandert er in de zorg vanuit neurologisch perspectief?

Nieuwe Richtlijn Herseninfarct en Hersenbloeding: wat verandert er in de zorg vanuit neurologisch perspectief? Nieuwe Richtlijn Herseninfarct en Hersenbloeding: wat verandert er in de zorg vanuit neurologisch perspectief? Dr. R.M. van den Berg-Vos, neuroloog Vergroot endovasculaire behandeling de kans op een goed

Nadere informatie

CRF. Ladies trial. Randomisatienummer

CRF. Ladies trial. Randomisatienummer CRF de Ladies trial Laparoscopische peritoneale lavage of resectie voor gegeneraliseerde peritonitis voor geperforeerde diverticulitis: een landelijke multicentrum gerandomiseerde trial Sandra Vennix (AMC/Erasmus

Nadere informatie

Clinical outcome in high-risk STEMI patients with multivessel disease: towards recanalization of CTOs following primary PCI van der Schaaf, R.J.

Clinical outcome in high-risk STEMI patients with multivessel disease: towards recanalization of CTOs following primary PCI van der Schaaf, R.J. UvA-DARE (Digital Academic Repository) Clinical outcome in high-risk STEMI patients with multivessel disease: towards recanalization of CTOs following primary PCI van der Schaaf, R.J. Link to publication

Nadere informatie

Chronisch Atriumfibrilleren

Chronisch Atriumfibrilleren Chronisch Atriumfibrilleren Wanneer terugverwijzen naar de huisarts? Dr. C.J.H.J. Kirchhof, cardioloog Alrijne Zorggroep, Leiderdorp Disclosure potential conflicts of interest Geen Atriumfibrilleren 165

Nadere informatie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Cover Page. The handle  holds various files of this Leiden University dissertation. Cover Page The handle http://hdl.handle.net/1887/42799 holds various files of this Leiden University dissertation. Author: Haeck, M.L.A. Title: Right ventricular function assessment in cardiopulmonary

Nadere informatie

Versie juni

Versie juni HARTFALEN Apeldoornse/Zutphen TWA Inleiding Hartfalen is een veel voorkomende aandoening. Tussen 20 en 30% van de bevolking krijgt te maken met hartfalen, meestal als zij ouder zijn dan 70 jaar. Momenteel

Nadere informatie

Hart: ischemie en kleppen. Prof. Paul Herijgers

Hart: ischemie en kleppen. Prof. Paul Herijgers Hart: ischemie en kleppen Prof. Paul Herijgers Coronary artery disease Pathofysiologie Maximaal onttrekken zuurstof aan coronair bloed Toename enkel via coronaire vasodilatatie en vooral door openen van

Nadere informatie

Triage van pijn op de borst en uitsluiten van een ACS in de ambulancezorg door middel van de HEART-score en het high sensitive Troponine T

Triage van pijn op de borst en uitsluiten van een ACS in de ambulancezorg door middel van de HEART-score en het high sensitive Troponine T Triage van pijn op de borst en uitsluiten van een ACS in de ambulancezorg door middel van de HEART-score en het high sensitive Troponine T Rudolf Tolsma Verpleegkundig specialist acute zorg Perspectief

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren CVA (CVAB) 2016

Factsheet Indicatoren CVA (CVAB) 2016 Factsheet en CVA (CVAB) 2016 Registratie gestart: 2014 In- en exclusiecriteria Definities: - CVA (Beroerte): intracerebrale bloeding of herseninfarct. - Intracerebrale bloeding: spontane bloeding in het

Nadere informatie

ACUUT CORONAIR SYNDROOM

ACUUT CORONAIR SYNDROOM ACUUT CORONAIR SYNDROOM Doelen ACS pathofysiologie begrijpen Risicofactoren voor ACS kunnen herkennen Diagnostische stappen kunnen volgen 12 februari 2015 Esther de Haan, verpleegkundig specialist cardiologie

Nadere informatie

Samenvatting, Conclusies en Toekomstperspectief

Samenvatting, Conclusies en Toekomstperspectief Samenvatting, Conclusies en Toekomstperspectief Samenvatting, Conclusies en Toekomstperspectief Samenvatting De introductie (Hoofdstuk 1) van dit proefschrift geeft een overzicht van de epidemiologie

Nadere informatie

Ventrikelstorm. Hoe zorg je dat de storm gaat liggen. J.G. van der Hoeven

Ventrikelstorm. Hoe zorg je dat de storm gaat liggen. J.G. van der Hoeven Ventrikelstorm Hoe zorg je dat de storm gaat liggen J.G. van der Hoeven Definitie Minimaal 3 gescheiden episoden van sustained VT of VF binnen 24 uur of VT die minimaal 12 uur aanhoudt Bij aanwezigheid

Nadere informatie

Disclosure belangenverstrengeling voor de sprekers van de AZO scholingsavond

Disclosure belangenverstrengeling voor de sprekers van de AZO scholingsavond Disclosure belangenverstrengeling voor de sprekers van de AZO scholingsavond (Potentiële) belangenverstrengeling Voor bijeenkomst mogelijk relevante relaties met bedrijven Geen Geen Sponsoring of onderzoeksgeld

Nadere informatie

CEL 2010 0049. Indicatorenset DM

CEL 2010 0049. Indicatorenset DM CEL 2010 0049 Indicatorenset DM Deze indicatorenset Diabetes Melitus is vervaardigd in opdracht van ZN en wordt ingebracht bij Zichtbare Zorg als de door zorgverzekeraars gewenste indicatorenset. Zorgverzekeraars

Nadere informatie

Rapid Access Raadpleging. Prof. dr. C. Vrints Diensthoofd cardiologie UZA

Rapid Access Raadpleging. Prof. dr. C. Vrints Diensthoofd cardiologie UZA Rapid Access Raadpleging Prof. dr. C. Vrints Diensthoofd cardiologie UZA 1 Waarom een rapid access raadpleging? Wat zal de toekomst brengen? - Vergrijzing van de bevolking aantal 65 plussers x2 aantal

Nadere informatie

BIJLAGE 2: DEFINITIES Postoperatieve wondinfecties Module incidentie surveillance Postoperatieve wondinfecties PREZIES versie: 2019

BIJLAGE 2: DEFINITIES Postoperatieve wondinfecties Module incidentie surveillance Postoperatieve wondinfecties PREZIES versie: 2019 BIJLAGE 2: DEFINITIES Postoperatieve wondinfecties Module incidentie surveillance Postoperatieve wondinfecties PREZIES versie: 2019 Documentversie: 1.0 Samenvatting van wijzigingen De volgende wijzigingen

Nadere informatie

Hartfalen. Duo-avonden 20-4-2015. Jaco Houtgraaf, cardioloog

Hartfalen. Duo-avonden 20-4-2015. Jaco Houtgraaf, cardioloog Hartfalen Duo-avonden 20-4-2015 Jaco Houtgraaf, cardioloog Opbouw presentatie Inleiding Wat is het? Hoe ziet het eruit? Hoe ontstaat het? Behandeling Waar op te letten? Symptomen / klachten / dieet / vocht

Nadere informatie

Inspanningsgerelateerde hypertensie: geruststellend of onheilspellend? Dr. Joost H.W. Rutten Internist-vasculair geneeskundige

Inspanningsgerelateerde hypertensie: geruststellend of onheilspellend? Dr. Joost H.W. Rutten Internist-vasculair geneeskundige Inspanningsgerelateerde hypertensie: geruststellend of onheilspellend? Dr. Joost H.W. Rutten Internist-vasculair geneeskundige Overzicht Casussen inspanningsgerelateerde hypertensie Achtergrond Hoe en

Nadere informatie

INHOUDELIJKE ONTWIKKELING

INHOUDELIJKE ONTWIKKELING VERSIEBEHEER Documentnummer Boek Coronairlijden Versienummer 1.0 Status DEFINITIEF Datum 07-09-2018 Auteur Paul Cremers INHOUDELIJKE ONTWIKKELING HUISARTSEN Annekien Jongbloet huisarts, zorggroep PoZoB

Nadere informatie

Programma. Atriumfibrilleren (AF) Ketenzorg. Welkom en inleiding NHG standaard AF. Hoofdbehandelaar 1 e en 2 e lijn 2014

Programma. Atriumfibrilleren (AF) Ketenzorg. Welkom en inleiding NHG standaard AF. Hoofdbehandelaar 1 e en 2 e lijn 2014 Atriumfibrilleren (AF) Ketenzorg Programma Welkom en inleiding NHG standaard AF de standaard en ontwikkelingen Hoofdbehandelaar 1 e en 2 e lijn 2014 resultaten van pilot studie Diagnostiek en behandeling

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren CVA (CVAB) 2016

Factsheet Indicatoren CVA (CVAB) 2016 Factsheet en CVA (CVAB) 2016 Registratie gestart: 2014 In- en exclusiecriteria Definities: - CVA (Beroerte): intracerebrale bloeding of herseninfarct. - Intracerebrale bloeding: spontane bloeding in het

Nadere informatie

Jan G Grandjean. Cardiothoracaal Chirurg

Jan G Grandjean. Cardiothoracaal Chirurg Jan G Grandjean Cardiothoracaal Chirurg Coronary Artery Bypass Grafting ECC MECC Off Pump benadering EndoCab Gebruik van Arterieel en/of veneus materiaal 1.Arterieel LIMA, RIMA, Radialis en Gastroepiploica

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren CVA (CVAB) 2017 Versie: 2017 Registratie gestart: 2014

Factsheet Indicatoren CVA (CVAB) 2017 Versie: 2017 Registratie gestart: 2014 Factsheet en CVA (CVAB) 2017 Versie: 2017 Registratie gestart: 2014 Versie 2017 pagina 1 van 8 enoverzicht CVAB 2017 Nr. Type Uitvraag Bron indicator over (jaar) 1. Aantal klinisch opgenomen CVA-patiënten,

Nadere informatie

Perioperatieve Cardiale Complicaties. BJ Amsel 12 januari 2008

Perioperatieve Cardiale Complicaties. BJ Amsel 12 januari 2008 Perioperatieve Cardiale Complicaties BJ Amsel 12 januari 2008 Simple ideas for the simple-minded De patiënt moet een [naam ingreep] ondergaan Cardiale Complicaties Preoperatieve screening Preventie Postoperatieve

Nadere informatie

Behandeling van Voorkamerfibrillatie anno 2014 Dr Peter Geelen

Behandeling van Voorkamerfibrillatie anno 2014 Dr Peter Geelen Behandeling van Voorkamerfibrillatie anno 2014 Dr Peter Geelen Arrhythmia Unit, Hartcentrum OLV Aalst Atriale Fibrillatie Atriale fibrillatie is de meest voorkomende hartritmestoornis: Eén kans op 4 om

Nadere informatie

Factsheet Indicatoren Bariatrische chirurgie (DATO) 2016

Factsheet Indicatoren Bariatrische chirurgie (DATO) 2016 Factsheet en Bariatrische chirurgie (DATO) 2016 Start registratie: 2014 Inclusiecriteria Inclusie De patiënten die geregistreerd dienen te worden zijn die patiënten die een chirurgische interventie ondergaan

Nadere informatie

Claudicatio intermittens

Claudicatio intermittens V-III Claudicatio intermittens Inleiding Deze richtlijnen betreffen alleen de arteriële claudicatio intermittens en niet de veneuze en neurogene claudicatio intermittens. Ze zijn gebaseerd op de consensus

Nadere informatie

Hypertensieve Crisis de nieuwe richtlijn

Hypertensieve Crisis de nieuwe richtlijn Hypertensieve Crisis de nieuwe richtlijn Bert-Jan van den Born, MD, PhD Amsterdam University Medical Centres, location AMC Amsterdam, the Netherlands Disclaimer: nieuwe richtlijn in ontwikkeling doi:10.1093/ehjcvp/pvy032,

Nadere informatie

Appendix 2. Nederlandse samenvatting. Jeroen Slikkerveer

Appendix 2. Nederlandse samenvatting. Jeroen Slikkerveer Appendix 2 Nederlandse samenvatting Jeroen Slikkerveer Appendix 2 In de afgelopen tientallen jaren heeft de echo zich ontwikkeld tot een ruim beschikbaar en makkelijk toepasbaar diagnosticum voor de dagelijkse

Nadere informatie

Syncope met betrekking tot cardiologie

Syncope met betrekking tot cardiologie Syncope met betrekking tot cardiologie 20 maart 2018 Frank Brouwers AIOS cardiologie Gepubliceerd op 19 maart 2018! Inhoud Definitie Epidemiologie Classificatie Risico-stratificatie Kliniek en aanvullend

Nadere informatie

Verplichte indicatoren die moeten worden aangeleverd aan Zorginstituut Nederland

Verplichte indicatoren die moeten worden aangeleverd aan Zorginstituut Nederland Zorginstituut Nederland Kwaliteitsinstituut Eekholt 4 1112 XH Diemen Postbus 320 1110 AH Diemen www.zorginstituutnederland.nl T +31 (0)20 797 89 20 Transparantiekalender@zinl.nl Oplegger indicatorenset

Nadere informatie

HSMR en SMRs per diagnosegroep Cijfers 2015 IJsselmeerziekenhuizen

HSMR en SMRs per diagnosegroep Cijfers 2015 IJsselmeerziekenhuizen en SMRs per diagnosegroep Cijfers 2015 IJsselmeerziekenhuizen De Praktijk Index Rembrandtlaan 31 3723 BG Bilthoven 030-244 0326 www.depraktijkindex.nl maart 2016 Introductie In deze rapportage worden de

Nadere informatie

Nederlandse Samenvatting

Nederlandse Samenvatting Nederlandse Samenvatting 100 In dit proefschrift worden diverse klinische en angiografische aspecten belicht die invloed hebben op de prognose en het klinische beloop van patienten, die zich presenteren

Nadere informatie

Case Record Form (CRF)

Case Record Form (CRF) Case Record Form (CRF) POINTER trial: postponed or immediate catheter drainage of infected necrotizing pancreatitis Studiearm UITGESTELDE katheterdrainage / Studienummer POINT Datacenter Pancreatitis Werkgroep

Nadere informatie

Volumenormen cardiologie 2016

Volumenormen cardiologie 2016 Volumenormen cardiologie 2016 Nederlandse Vereniging voor Cardiologie Nederlandse Vereniging voor Cardiologie Auteur: Moniek Elsendoorn, beleidsmedewerker kwaliteit Vastgesteld: 14 september 2016 Evaluatiedatum:

Nadere informatie

Chapter 8. Samenvatting en conclusie

Chapter 8. Samenvatting en conclusie Chapter 8 Samenvatting en conclusie 110 Doel van het promotieonderzoek was (1) evaluatie van het resultaat van vroege abciximab toediening vóór primaire percutane coronaire interventie (PPCI) in patiënten

Nadere informatie

Classificatie Post-Operatieve Pancreas Fistel (POPF) vanaf 2016

Classificatie Post-Operatieve Pancreas Fistel (POPF) vanaf 2016 Classificatie Post-Operatieve Pancreas Fistel (POPF) vanaf 2016 POPF: amylase-gehalte in elke hoeveelheid drainvocht > 3x bovengrens van bovengrens normaalwaarde serum (dus normaal 0-220, dan verhoogd

Nadere informatie