Wijziging Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000 en Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten

Transcriptie

1 LNV Wijziging Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000 en Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten 20 juli 2001/Nr. TRCJZ/2001/8682 Directie Juridische Zaken De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij; Gelet op artikel 10, eerste lid, van Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en produkten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEG L 224) en op artikel 11 van Richtlijn 64/432/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens (PbEG L 121); Gelet op de artikelen 18, eerste en tweede lid en 30, eerste en vierde lid, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren, Besluit: Artikel I De Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren wordt gewijzigd als volgt: A Artikel 1 wordt gewijzigd als volgt: 1. Onderdeel e komt te luiden: e. eerste verzameling: eerste aanvoer van varkens onderscheidenlijk runderen op een varkensverzamelcentrum onderscheidenlijk runderverzamelcentrum nadat dit is ontvolkt, gereinigd en ontsmet dan wel, indien op een runderverzamelcentrum met meerdere epidemiologische bedrijfseenheden fokrunderen worden aangevoerd, eerste aanvoer van fokrunderen op een epidemiologische bedrijfseenheid nadat deze is ontvolkt, gereinigd en ontsmet; 2. Onderdeel o komt te luiden: o. blokperiode: tijdseenheid van ten hoogste 24 uur, met dien verstande dat op een runderverzamelcentrum de tijdseenheid ten hoogste 144 uur bedraagt indien de fokrunderen zijn bestemd voor export naar een lidstaat van de Europese Unie, niet zijnde Nederland, en 30 dagen bedraagt indien de fokrunderen zijn bestemd voor export naar een land niet zijnde Nederland en niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie. De blokperiode vangt aan vanaf het tijdstip van eerste verzameling; 3. In onderdeel p wordt varken of groep varkens vervangen door: varkens of groep varkens onderscheidenlijk rund of groep runderen. 4. In onderdeel z wordt drachtige vaarzen vervangen door: runderen, ouder dan 2 maanden en jonger dan 36 maanden. 5. Onderdeel bb wordt door de volgende onderdelen vervangen: bb. mesterij: bedrijf of onderdeel van een bedrijf waar runderen, jonger dan 8 maanden, worden gehouden die zijn bestemd om te worden afgevoerd naar een slachthuis; cc. starterbedrijf: bedrijf of onderdeel van een bedrijf waar runderen, jonger dan 10 weken, worden gehouden die zijn bestemd om te worden afgevoerd naar een mesterij; dd. regio: één van de regio s, bedoeld in bijlage IV bij deze regeling; ee. epidemiologische bedrijfseenheid: afgescheiden stalruimte op een runderverzamelcentrum ten behoeve van de huisvesting van een beslag dat zodanig is gesitueerd dat geen contact met de overige op het verzamelcentrum aanwezige beslagen mogelijk is, met dien verstande dat wanneer meerdere epidemiologische bedrijfseenheden zijn ondergebracht in een gebouw de voor elke epidemiologische bedrijfseenheid bestemde ruimte fysiek door middel van geheel gesloten wanden gescheiden is van de voor de overige epidemiologische bedrijfseenheden bestemde ruimten. B In artikel 4 komt het tweede lid alsmede de aanduiding 1. voor het eerste lid te vervallen. C In de artikelen 4, 5, 6, 7, 8 en 9, wordt verzamelcentrum telkens vervangen door varkensverzamelcentrum. D Artikel 6, eerste lid, onderdeel c, komt te luiden: c. op het varkensverzamelcentrum zijn tegelijk met de varkens geen andere dieren aanwezig; E Artikel 9a komt te luiden: Artikel 9a 1. Het is verboden runderen afkomstig van verschillende plaatsen op een plaats voor een kortere periode dan 30 dagen bijeen te brengen. 2. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet indien de runderen worden bijeengebracht op een runderverzamelcentrum dat op grond van artikel 9b door de Minister is erkend. 3. Het in het eerste lid bedoeld verbod geldt niet voor het bijeenbrengen van runderen op een vervoermiddel, mits vervolgens lossing van het gehele vervoermiddel geschiedt op één bedrijf, waaronder mede wordt verstaan één runderverzamelcentrum of één slachthuis. 4. Het bijeenbrengen van runderen als bedoeld in het derde lid geschiedt aan de openbare weg, grenzend aan het bedrijf van afvoer. 5. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor het bijeenbrengen van runderen op een slachthuis. 6. Het is verboden runderen af te voeren van een slachthuis. F Artikel 9b wordt gewijzigd als volgt: 1. Het tweede lid alsmede de aanduiding 1. voor het eerste lid komt te vervallen. 2. Aan de eerste volzin wordt een volzin toegevoegd: Indien het runderverzamelcentrum beschikt over meerdere epidemiologische bedrijfseenheden, bevat het besluit tot erkenning van een runderverzamelcentrum, bedoeld in de eerste volzin, een aanduiding van het aantal epidemiologische eenheden dat voldoet aan artikel 9c, onderdeel y. Uit: Staatscourant 24 juli 2001, nr. 140 / pag. 10 1

2 G Artikel 9c wordt gewijzigd als volgt: 1. In artikel 9c, onderdeel h, wordt het runderverzamelcentrum vervangen door: het runderverzamelcentrum onderscheidenlijk de epidemiologische bedrijfseenheid. 2. Onder vervanging van het leesteken punt aan het slot van onderdeel x door het leesteken puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd: y. indien een runderverzamelcentrum meerdere epidemiologische bedrijfseenheden omvat die voor het verzamelen van fokrunderen worden gebruikt overeenkomstig artikel 9d, onderdelen k tot en met o, beschikt elke epidemiologische bedrijfseenheid over een hygiënesluis die is voorzien van omkleed-, wasfaciliteiten en is in de onmiddellijke nabijheid een toilet aanwezig. Schone bedrijfskleding en laarzen zijn in de hygiënesluis aanwezig. H Artikel 9d wordt gewijzigd als volgt: 1. Onderdeel a komt te luiden: a. op het runderverzamelcentrum zijn gelijktijdig uitsluitend runderen behorende tot een van de volgende categorieën runderen aanwezig: 1) fokrunderen; 2) slachtrunderen, of 3) runderen jonger dan 8 maanden; 2. Onderdeel b komt te vervallen. 3. De onderdelen c tot en met k worden verletterd b tot en met j. 4. Onderdeel b (nieuw) komt te luiden: b. op het runderverzamelcentrum zijn, met inachtneming van onderdeel a, tegelijk met de runderen geen andere dieren aanwezig; 5. In de onderdelen g, h en j wordt het runderverzamelcentrum telkens vervangen door: het runderverzamelcentrum onderscheidenlijk de epidemiologische bedrijfseenheid. 6. Onder vervanging van het leesteken punt aan het slot van onderdeel j (nieuw) door het leesteken puntkomma, worden de volgende onderdelen toegevoegd: k. bij het gebruik van epidemiologische bedrijfseenheden voor het verzamelen van fokrunderen overeenkomstig de onderdelen l tot en met o worden de volgende eisen in acht genomen: voordat personen een epidemiologische bedrijfseenheid betreden, reinigen zij zich in de hygiënesluis en voorzien zij zich in de hygiënesluis van schone bedrijfskleding en schone laarzen; per afzonderlijke epidemiologische bedrijfseenheid worden afzonderlijke werktuigen en stalmaterieel gebruikt; het laden en lossen van een epidemiologische bedrijfseenheid vindt in tijd of plaats gescheiden plaats van het laden en lossen van andere epidemiologische bedrijfseenheden, en onverminderd de onderdelen l en m, zijn in een epidemiologische bedrijfseenheid niet zowel fokrunderen bestemd voor de export naar een lidstaat van de EU, niet zijnde Nederland, als fokrunderen bestemd voor de export naar een land, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie en niet zijnde Nederland, aanwezig; l. fokrunderen worden na binnenkomst in de epidemiologische bedrijfseenheid niet meer verplaatst, behoudens ten behoeve van: de afvoer van het verzamelcentrum overeenkomstig artikel 9e, of het overbrengen naar een andere binnen het runderverzamelcentrum gelegen epidemiologische bedrijfseenheid; m. het overbrengen van fokrunderen naar een andere epidemiologische bedrijfseenheid, bedoeld in onderdeel l, tweede gedachtestreepje, geschiedt uitsluitend van een epidemiologische bedrijfseenheid waar fokrunderen verblijven bestemd voor een lidstaat van de Europese Unie, niet zijnde Nederland: naar een epidemiologische bedrijfseenheid waar fokrunderen verblijven bestemd voor een lidstaat van de Europese Unie, niet zijnde Nederland, met dien verstande dat het desbetreffende fokrund uiterlijk 144 uur na aanvoer op het runderverzamelcentrum, overeenkomstig artikel 9e van het runderverzamelcentrum wordt afgevoerd, of een epidemiologische bedrijfseenheid waar fokrunderen verblijven bestemd voor de export naar een land niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie en niet zijnde Nederland, met dien verstande dat het desbetreffende fokrund uiterlijk 30 dagen na aanvoer op het runderverzamelcentrum, overeenkomstig artikel 9e van het runderverzamelcentrum wordt afgevoerd; n. een fokrund wordt in een periode van 30 dagen ten hoogste eenmaal overgebracht naar een andere epidemiologische bedrijfseenheid, bedoeld in onderdeel l, tweede gedachtestreepje; o. van het overbrengen naar een andere epidemiologische bedrijfseenheid, bedoeld in onderdeel l, tweede gedachtestreepje, wordt mededeling gedaan aan de Rijksdienst met gebruikmaking van een daartoe door de Directeur van de Rijksdienst ter beschikking gesteld formulier. I Artikel 9e, tweede lid, komt te luiden: 2. Indien aan het einde van een blokperiode de fokrunderen, bedoeld in artikel 9d, onderdeel a, onder 1) niet zijn afgevoerd, worden de runderen door de aanbieder, na voorafgaande kennisgeving aan de Rijksdienst met gebruikmaking van een door de Rijksdienst daartoe ter beschikking gesteld formulier: afgevoerd naar een slachthuis, of op het verzamelcentrum gedurende 30 dagen in een epidemiologische bedrijfseenheid gescheiden gehouden van de overige fokrunderen, waarna de fokrunderen wederom voor een blokperiode kunnen worden aangeboden. De termijn van 30 dagen vangt aan nadat het laatste fokrund aan de epidemiologische eenheid is toegevoegd. J Artikel 9g wordt gewijzigd als volgt: 1. Aan het eerste lid wordt onder vervanging van het leesteken punt aan het slot van onderdeel c door het leesteken puntkomma, het volgende onderdeel toegevoegd: d. hetzij een in dezelfde regio als het erkend verzamelcentrum gelegen starterbedrijf, indien het betreft runderen jonger dan 8 weken, en het starterbedrijf uitsluitend runderen rechtstreeks afvoert naar: een in Nederland gelegen mesterij, mits deze runderen vanaf de desbetreffende mesterij rechtstreeks en uitsluitend naar een slachthuis worden afgevoerd, of een slachthuis, en het starterbedrijf bij de Rijksdienst is geregistreerd, met gebruikmaking van daartoe door de Directeur van de Rijksdienst ter beschikking gesteld formulier. Uit: Staatscourant 24 juli 2001, nr. 140 / pag. 10 2

3 2. In het derde lid wordt in de provincie telkens vervangen door: in de regio. K Artikel 9h komt te luiden: 1. Het is verboden op een mesterij uit meer dan één regio van een erkend runderverzamelcentrum of van een starterbedrijf runderen, jonger dan 8 maanden, te ontvangen. De mesterij meldt eenmalig de regio van waaruit de runderen worden betrokken aan de Rijksdienst, met gebruikmaking van een daartoe door de Directeur van de Rijksdienst ter beschikking gesteld formulier. 2. Het is verboden van een starterbedrijf runderen, jonger dan 10 weken, afkomstig van een runderverzamelcentrum, af te voeren anders dan naar een mesterij of een slachthuis. 3. De afvoer van runderen van een starterbedrijf, jonger dan 10 weken, naar een mesterij vindt niet plaats dan nadat een dierenarts direct voorafgaand aan het vervoer schriftelijk heeft verklaard dat de af te voeren runderen geen verschijnselen vertonen van de in artikel 2 van het de Regeling aanwijzing besmettelijke dierziekten genoemde dierziekten. 4. Het is verboden van een mesterij runderen afkomstig van een runderverzamelcentrum of een starterbedrijf af te voeren anders dan naar een slachthuis. 5. De in het eerste lid bedoelde regio van waaruit runderen worden ontvangen kan door de mesterij worden gewijzigd nadat gedurende 30 dagen geen runderen op de desbetreffende mesterij zijn aangevoerd van een runderverzamelcentrum of een starterbedrijf en de voorgenomen wijziging van regio aan de Rijksdienst is met gebruikmaking van een daartoe door de Directeur van de Rijksdienst ter beschikking gesteld formulier. L In artikel 9i wordt de erkenning telkens vervangen door: de erkenning, bedoeld in artikel 9b,. M In artikel 10 wordt varkens vervangen door: varkens of runderen. N In bijlage I wordt Verzamelcentra vervangen door Varkensverzamelcentra en wordt verzamelcentrum telkens vervangen door: varkensverzamelcentrum. O Na bijlage III wordt de bijlage bij de onderhavige regeling toegevoegd. Artikel II De Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten 2 wordt gewijzigd als volgt: A Aan artikel 1 worden na onderdeel h de volgende onderdelen toegevoegd: i. melkveehouderijbedrijf: bedrijf waar runderen worden gehouden voor de productie van melk; j. opfokbedrijf: bedrijf waar uitsluitend runderen, jonger dan 26 maanden, worden gehouden die zijn bestemd om te worden afgevoerd naar het melkveehouderijbedrijf van herkomst; k. regio: één van de regio s, bedoeld in bijlage IV bij de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren B Artikel 10 wordt gewijzigd als volgt: 1. Het tweede lid komt te luiden: 2. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor de afvoer van evenhoevigen rechtstreeks of via een erkend runderverzamelcentrum naar een slachthuis, indien de af te voeren evenhoevigen tenminste 30 dagen op de plaats van afvoer hebben verbleven. 2. Onder vernummering van het derde lid tot zesde lid, worden na het tweede lid de volgende leden ingevoegd: 3. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor de afvoer van runderen van een opfokbedrijf naar een melkveehouderijbedrijf, mits het opfokbedrijf: a. is geregistreerd bij de Rijksdienst, met gebruikmaking van een daartoe door de Directeur van de Rijksdienst ter beschikking gesteld formulier; b. uitsluitend runderen, jonger dan 26 maanden, houdt die op ten hoogste 3 verschillende bedrijven zijn geboren; c. uitsluitend runderen afvoert naar het melkveehouderijbedrijf van herkomst of een slachthuis; d. geen andere evenhoevigen houdt dan de onder b bedoelde runderen, en e. documenten aanwezig heeft waaruit blijkt op welk bedrijf de gehouden runderen zijn geboren. 4. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor de afvoer van runderen, jonger dan 8 maanden, van een melkveehouderijbedrijf, naar: a. een op grond van het derde lid, onderdeel a, geregistreerd opfokbedrijf, indien deze runderen van het opfokbedrijf worden afgevoerd naar het melkveehouderijbedrijf van herkomst of een slachthuis, of b. een in dezelfde regio als het melkveehouderijbedrijf gelegen erkend runderverzamelcentrum. 5. Het melkveehouderijbedrijf, bedoeld in het vierde lid, is geregistreerd bij de Rijksdienst, met gebruikmaking van een daartoe door de Directeur van de Rijksdienst ter beschikking gesteld formulier. C Artikel 12 komt te luiden als volgt: 1. Het is verboden evenhoevigen, niet zijnde runderen en varkens, afkomstig van verschillende plaatsen, voor een kortere periode dan 30 dagen bijeen te brengen op een plaats, waaronder mede wordt verstaan een vervoermiddel. 2. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voor bijeenbrengen van evenhoevigen op een slachthuis. 3. Het in het eerste lid bedoelde verbod geldt niet voorzover het bijeenbrengen betrekking heeft op het bijladen van schapen en geiten op één vervoermiddel ten behoeve van het rechtstreeks vervoer naar één slachthuis. 4. Het is verboden evenhoevigen, niet zijnde runderen en varkens, af te voeren van een slachthuis. Artikel III De tekst van de paragrafen 1 en 3 van de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000 wordt in de Staatscourant geplaatst. Artikel IV De tekst van de Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten wordt in de Staatscourant geplaatst. Artikel V Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dag- Uit: Staatscourant 24 juli 2001, nr. 140 / pag. 10 3

4 tekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, L.J. Brinkhorst. 1 Stcrt. 2000, 121, laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 8 juni 2001 (Stcrt. 109). 2 Stcrt. 2001, 107; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 22 juni 2001 (Stcrt. 119). BIJLAGE Bijlage IV Regio 1 is begrensd als volgt: Vanaf de Noordzee ter hoogte van het Eierlandse Gat de provinciegrens Noord-Holland volgend in zuidoostelijke richting tot de A9. De A9 volgend in zuidelijke richting tot A2. De A2 volgend in zuidelijke richting tot de Waal. De Waal volgend in westelijke richting overgaand in Boven-Merwede volgend in westelijke richting, overgaand in Nieuwe Merwede, overgaand in Hollandsch Diep, overgaand in het Haringvliet tot de Noordzee. Vanaf de Noordzee de kustlijn volgend in noordelijke richting tot het Eierlandse Gat. Regio 2 is begrensd als volgt: Vanaf de Noordzee ter hoogte van het Eierlandse Gat de provinciegrens Noord-Holland volgend in zuidoostelijke richting tot de A9. De A9 volgend in zuidelijke richting tot A2. De A2 volgend in zuidelijke richting tot de Lek. De Lek volgend in oostelijke richting, overgaand in de Rijn, volgend tot de landsgrens. De landsgrens volgend in noordelijke richting tot de Waddenzee. Regio 3 is begrensd als volgt: Vanaf het Haringvliet de rivier volgend in oostelijke richting, overgaand in noordoostelijke richting in het Hollandsch Diep, overgaand in de Nieuwe Merwede, overgaand in de Boven-Merwede, overgaand in de Waal tot de snelweg A2. De A2 volgend in zuidelijke richting tot de A21, de A21 volgend in zuidwestelijke richting tot de landsgrens. De landsgrens volgend in westelijke richting tot de Noordzee. Regio 4 is begrensd als volgt: Vanaf de Belgische grens de A21 volgend in noordoostelijke richting tot de A2. De A2 volgend in noordwestelijke richting tot de Lek. De Lek volgend in oostelijke richting, overgaand in de Rijn, volgend tot de landsgrens. De landsgrens met Duitsland volgend in zuidelijke richting tot het drielandenpunt. Vervolgens de landsgrens met België volgend in westelijke richting tot de A21. Toelichting 1. Inleiding Op 7 juni 2001 kondigde ik in mijn brief aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal een maatregelenpakket aan om het verzamelen van runderen te reguleren (Kamerstukken II 2000/01, , nr. 65). Dit maatregelenpakket is op 8 juni 2001 geëffectueerd, bij regeling van de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 8 juni 2001, nr. TRCJZ/2001/8357, houdende wijziging van de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000, de Regeling handel levende dieren en levende producten en de regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten (Stcrt. 109). Tijdens het Algemeen Overleg met de Vaste Commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij op 14 juni is over het maatregelenpakket van gedachten gewisseld. In het licht van een aantal gesignaleerde knelpunten en tegen de achtergrond van de notie dat wenselijk geachte structuurwijzigingen niet van de een op de andere dag zullen kunnen worden doorgevoerd, is bij brief van 25 juni 2001 aan de Voorzitter van de Vaste Commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, kenmerk VVM/ een aantal nuanceringen op het maatregelenpakket aangekondigd. Deze brief is op 28 juni 2001 met de Tweede Kamer der Staten-Generaal besproken. De Tweede Kamer bleek zich, de aangekondigde nuanceringen in ogenschouw nemende, te kunnen vinden in de ten aanzien van het verzamelen van runderen getroffen maatregelen. Vervolgens is een concept van de onderhavige regeling, die er toe strekt de op 25 juni 2001 aangekondigde aanpassingen te implementeren, met het landbouwbedrijfsleven besproken. 2. Verzamelen van runderen Op grond van artikel 9a van de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000, is het verboden runderen afkomstig van verschillende plaatsen op een plaats bijeen te brengen. Met de onderhavige regeling wordt verduidelijkt dat dit verbod het verzamelen betreft voor een kortere periode dan 30 dagen (artikel I, onderdeel E, onder 1). Het verbod is niet van toepassing op het verzamelen van runderen op een erkend runderverzamelcentrum of een slachthuis. Met de onderhavige regeling worden ten aanzien van het verzamelen van runderen de volgende wijzigingen beoogd. 2.1 Verzamelcentra (algemeen) Ten aanzien van runderverzamelcentra komt te eis te vervallen dat de faciliteiten van het verzamelcentrum overeenkomstig hun functie worden gebruikt (artikel I, onderdeel H, onder 2.). Voorts komt voor runderverzamelcentra de eis te vervallen dat op verzamelcentrum geen andere soorten dieren dan runderen mogen komen. Thans wordt geëist dat indien runderen op het runderverzamelcentrum aanwezig zijn, niet op hetzelfde moment andere dieren dan runderen op het verzamelcentrum mogen komen (artikel I, onderdeel H, onder 4). De vergelijkbare eis ten aanzien van varkensverzamelcentra en varkens is naar analogie gewijzigd (artikel I, onderdeel D). 2.2 Mestkalveren a. verzamelcentrum Thans wordt toegestaan dat een runderverzamelcentrum kalveren aanvoert van een bedrijf dat in dezelfde regio als het verzamelcentrum is gelegen (artikel I, onderdeel J, onder 2.). Deze regio-indeling komt in de plaats van een onderverdeling in 12 provincies. De beschrijving van de regio s wordt opgenomen in bijlage IV bij de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren (artikel I, onderdeel O). Uit: Staatscourant 24 juli 2001, nr. 140 / pag. 10 4

5 b. starterbedrijf Starterbedrijven zijn bedrijven die kalveren opfokken voor de rosé- of stierenmesterij. Thans wordt toegestaan dat deze starterbedrijven runderen, jonger dan 8 weken, afnemen van een erkend runderverzamelcentrum, mits het runderverzamelcentrum is gelegen in dezelfde regio als waarin het starterbedrijf is gelegen (artikel I, onderdeel J, onder 1). Starterbedrijven dienen vervolgens de runderen af te voeren naar een mesterij die vervolgens de kalveren uitsluitend mag afvoeren naar een slachthuis (artikel I, onderdeel K). Voordat de runderen worden afgevoerd naar de mesterij dienen ze klinisch te worden onderzocht door een dierenarts op verschijnselen van besmettelijke dierziekten. c. mesterij Thans wordt toegestaan dat mesterijen kalveren betrekken van meer dan één runderverzamelcentrum. De runderverzamelcentra en starterbedrijven moeten evenwel in één regio zijn gelegen. Een mesterij mag 30 dagen na de laatste aanvoer van een erkend runderverzamelcentrum of van een starterbedrijf van regio wisselen. Van de regio van waaruit de mesterij kalveren betrekt doet de mesterij mededeling aan de Rijksdienst. Thans wordt voorts voorgeschreven dat de runderen die een mesterij van een runderverzamelcentrum of starterbedrijf heeft betrokken naar een slachthuis moeten worden afgevoerd. 2.2 Fokrunderen ten behoeve van de export Ten aanzien van het verzamelen van fokrunderen geldt dat indien de runderen na een blokperiode van 144 uur nog niet van het verzamelcentrum voor de export zijn afgevoerd, de dieren naar een slachthuis dienen te worden afgevoerd. Met de onderhavige regeling worden de mogelijkheden verruimd om de fokrunderen te kunnen exporteren. Daartoe wordt het gebruik van verschillende epidemiologische binnen één verzamelcentrum bij het verzamelen van fokrunderen voor de export mogelijk gemaakt. Dat betekent samengevat dat op een runderverzamelcentrum in verschillende epidemiologische bedrijfseenheden verschillende categorieën fokrunderen kunnen verblijven bestemd voor verschillende bestemmingslanden. Per epidemiologische bedrijfseenheid geldt een afzonderlijke blokperiode, die aanvangt bij de eerste aanvoer van fokrunderen in de desbetreffende epidemiologische bedrijfseenheid. Het toestaan van epidemiologische bedrijfseenheden laat overigens de eis van artikel 9d, onderdeel a, van de Regeling betreffende het bijeenbrengen van dieren 2000 onverlet dat op het verzamelcentrum niet gelijktijdig fokrunderen, slachtrunderen of kalveren mogen worden bijeengebracht. Voorts wordt mogelijk gemaakt dat fokrunderen van een epidemiologische bedrijfseenheid naar een andere epidemiologische bedrijfseenheid kunnen worden verplaatst. Daarmee wordt mogelijk gemaakt dat zogenaamde overblijvende runderen aan een andere zending kunnen worden toegevoegd. Het verplaatsen geldt voor twee situaties: 1) van een EUzending naar een andere EU-zending, zolang het desbetreffende rund vervolgens binnen 144 uur na aanvoer op het runderverzamelcentrum wordt afgevoerd en 2) van een EU-zending naar een zending bestemd voor een derde (niet-eu-)land, zolang het desbetreffende rund vervolgens binnen 30 dagen na aanvoer op het runderverzamelcentrum wordt afgevoerd. Gehandhaafd blijft de eis dat fokrunderen, die na afloop van de blokperiode van 144 uur onderscheidenlijk 30 dagen niet geëxporteerd zijn, niet naar een in Nederland gelegen bedrijf mogen terugkeren, maar naar een slachthuis moeten worden afgevoerd. Thans wordt evenwel toegestaan dat de fokrunderen gedurende 30 dagen, in een epidemiologische bedrijfseenheid apart worden gezet, waarna de runderen wederom voor export kunnen worden aangeboden. Indien gedurende deze 30 dagen runderen aan deze epidemiologische bedrijfseenheid worden toegevoegd, begint de 30-dagen termijn van voren af aan. Overigens wordt thans onder fokrunderen niet meer uitsluitend drachtige vaarzen verstaan maar alle runderen tussen 2 maanden en 36 maanden oud die kennelijk bestemd zijn voor de fokkerij in het land van bestemming (artikel I, onderdeel A, punt 4). 3. Quarantaine periode 30 dagen Op grond van artikel 10, eerste lid, van de Regeling aanvullende voorschriften besmettelijke dierziekten geldt dat op een plaats pas evenhoevigen, niet zijnde varkens, mogen worden aangevoerd 30 dagen na de laatste aanvoer van evenhoevigen. De uitzonderingen op de quarantaine periode wordt voor opfokbedrijven en melkveebedrijven en slachterijen gewijzigd (artikel II, onderdeel B). a. Opfokbedrijven Een opfokbedrijf is een bedrijf dat voor een melkveehouderijbedrijf de opfok van kalveren gedurende ongeveer anderhalf jaar ter hand neemt. Na de opfok keert het rund weer terug op het melkveehouderijbedrijf van herkomst. De quarantaine periode van 30 dagen is voor een opfokbedrijf niet van toepassing indien op een opfokbedrijf slechts runderen worden gehouden die op ten hoogste 3 verschillende bedrijven zijn geboren (artikel II, onderdeel B, onder 2). b. Melkveehouderijbedrijven De quarantaine periode behoeft door melkveehouderijbedrijven niet in acht te worden genomen bij de afvoer naar opfokbedrijven of de afvoer naar een erkend runderverzamelcentrum dat is gelegen in dezelfde regio als het melkveehouderijbedrijf (artikel II, onderdeel B, onder 2). c. Slachterijen De bestaande uitzondering van de quarantaine periode voor de afvoer naar een slachthuis wordt enigszins aangepast. Thans wordt bepaald dat de uitzondering voor de afvoer naar een slachthuis alleen geldt voor evenhoevigen die tenminste 30 dagen op de plaats van afvoer hebben verbleven. Deze wijziging strekt ertoe misbruik van de quarantaine bepaling te voorkomen (artikel II, onderdeel B, onder 1). 4. Verzamelverbod evenhoevigen (niet varkens en runderen) Ten aanzien van het verzamelen van andere evenhoevigen dan runderen en varkens, in het bijzonder schapen en geiten wordt thans verduidelijkt dat het verzamelverbod betrekking heeft op het bijeenbrengen van dieren afkomstig van verschillende plaatsen voor een kortere periode dan 30 dagen op één plaats (artikel II, onderdeel C). Op dit verbod is eerder reeds een uitzondering gemaakt voor Uit: Staatscourant 24 juli 2001, nr. 140 / pag. 10 5

6 het verzamelen van evenhoevigen op een slachthuis en voor het bijladen van schapen en geiten op een vervoermiddel ten behoeve van het vervoer naar een slachthuis. 5. Overige Artikel I, onderdelen B en F Door de onderdelen B en F komt de bepaling dat de Rijksdienst toezicht houdt op verzamelcentra te vervallen. Op grond van artikel 1 van de Regeling aanwijzing ambtenaren Gezondheids- en welzijnswet voor dieren is reeds voorzien in de aanwijzing van de ambtenaren van de Rijksdienst met het toezicht op de verzamelcentra. De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, L.J. Brinkhorst. Uit: Staatscourant 24 juli 2001, nr. 140 / pag. 10 6