RAPPORT. Ruimtelijke onderbouwing tijdelijk bezoekerscentrum zeesluis IJmuiden. Provincie Noord Holland

Transcriptie

1 RAPPORT Ruimtelijke onderbouwing tijdelijk bezoekerscentrum zeesluis IJmuiden Klant: Provincie Noord Holland Referentie: BE8390 Versie: 02/Concept Datum: 18 aug. 2016

2 HASKONINGDHV NEDERLAND B.V. Entrada AA Amsterdam-Duivendrecht Netherlands Transport & Planning Trade register number: royalhaskoningdhv.com T E W Titel document: Ruimtelijke onderbouwing tijdelijk bezoekerscentrum zeesluis IJmuiden Ondertitel: ROB SHIP Referentie: BE8390_R001_C1.0 Versie: 02/Concept Datum: 18 aug Projectnaam: Ruimtelijke onderbouwing bezoekerscentrum zeesluis IJmuiden Projectnummer: BE8390 Opgesteld door: Gecontroleerd door: Gecontroleerd door: T. Monshouwer (Royal HaskoningDHV) A. Koopman, M. ten Dam (Royal HaskoningDHV) V. Schaap, A. Been (Provincie Noord- Holland) Classificatie Projectgerelateerd Disclaimer No part of these specifications/printed matter may be reproduced and/or published by print, photocopy, microfilm or by any other means, without the prior written permission of HaskoningDHV Nederland B.V.; nor may they be used, without such permission, for any purposes other than that for which they were produced. HaskoningDHV Nederland B.V. accepts no responsibility or liability for these specifications/printed matter to any party other than the persons by whom it was commissioned and as concluded under that Appointment. The quality management system of HaskoningDHV Nederland B.V. has been certified in accordance with ISO 9001, ISO and OHSAS aug ROB SHIP BE8390_R001_C1.0 i

3 Inhoud 1 Voornemen, locatie en procedure Voornemen Locatie Procedure afwijken van het inpassingsplan 2 2 Ruimtelijke onderbouwing Beleidskader Omgevingsaspecten Verkeer en vervoer Luchtkwaliteit Geluid Bodem Niet gesprongen explosieven Externe veiligheid Ecologie, landschap, cultuurhistorie en archeologie Natuur: Stikstofdepositie Waterkeringveiligheid Economische uitvoerbaarheid Maatschappelijke uitvoerbaarheid Conclusie en afweging 8 Bijlagen Bijlage 1 Synopsis SHIP (Podium, ) Bijlage 2 Schets SHIP (Wiebing Architekten, ) 18 aug ROB SHIP BE8390_R001_C1.0 ii

4 1 Voornemen, locatie en procedure Provincie Noord-Holland is voornemens een bezoekerscentrum zeetoegang IJmuiden genaamd: Sluis Haven Informatiepunt (SHIP) te bouwen, zoals bedoeld in het Provinciaal Inpassingsplan (PIP) Zeetoegang IJmond (2014). Om het bezoekerscentrum te kunnen realiseren, is een omgevingsvergunning handelen in strijd met de regels ruimtelijke ordening nodig, zodat van de bepalingen van het inpassingsplan kan worden afgeweken. Hiertoe dient een goede ruimtelijke onderbouwing te worden opgesteld. Provincie Noord Holland heeft Royal HaskoningDHV gevraagd de aanvraag omgevingsvergunning te verzorgen, inclusief het opstellen van voorliggende ruimtelijke onderbouwing. 1.1 Voornemen In het Provinciaal Inpassingsplan (PIP) Zeetoegang IJmond (2014) is bezoekerscentrum SHIP bestemd. Vanwege het afbranden van het gebouw, is Provincie Noord-Holland voornemens het bezoekerscentrum opnieuw te bouwen. Doel van het nieuwe tijdelijke bezoekerscentrum SHIP, is hetzelfde als in het PIP Zeetoegang IJmond staat beschreven. Het gaat om een tijdelijk bezoekerscentrum, voor een periode van vijf jaar. Er is bij het ontwerp gekozen voor plaatbouw, waardoor het gebouw snel is te demonteren en de materialen hergebruikt kunnen worden. Met het bezoekerscentrum/ship wil de Provincie voorzien in de behoefte aan informatie over de zeesluis, de regio en carrière mogelijkheden in de regio NZKG. Hiermee wil zij tevens draagvlak creëren, voor de realisatie van de nieuwe zeesluis, de haven en de bedrijvigheid in het gebied rond het Noordzeekanaalgebied en de daarbij behorende beroepen. In de bijgevoegde synopsis, Podium 25 november 2015 (bijlage 1) staan de doelen en doelgroepen van het SHIP nader uitgewerkt. Ten opzichte van het vroegere bezoekerscentrum, is het SHIP hoger. De hoogte van het gebouw is 9,30 meter; ter plaatse van de liftkoker wordt de hoogte 12 meter. Deze bouwhoogte komt niet overeen met de toegestane 8 meter, zoals in het PIP is vastgelegd (zie ook Beleidskader). Door het toepassen van nieuwe media (dit vraagt om extra bekabeling die weggewerkt moet worden in de verdiepingsvloeren) en de bouw van de exhibits van het sluizencomplex, waar bezoeker zowel doorheen kunnen lopen als erop kunnen staan, vraagt de tentoonstelling om een andere plafondhoogte. Door het verhoogde plafond van de exhibit sluizencomplex was het niet mogelijk om een uitkijkterras te creëren anders dan op het dak. Tevens zorgt de lift voor extra bouwhoogte. In de oude situatie was geen lift noodzakelijk omdat mindervaliden via de waterkering op de eerste etage in het gebouw konden komen en er geen dakterras was. 1.2 Locatie Zoals te zien is in Figuur 1, bevindt het bezoekerscentrum zich in directe nabijheid van een primaire waterkering, in beheer bij Rijkswaterstaat. Er moet bij de bouw van het bezoekerscentrum dan ook rekening gehouden worden met vigerend beleid van Rijkswaterstaat. Het oude gebouw stond in de kering; vanwege strengere eisen van Rijkswaterstaat is herbouw in de waterkering niet mogelijk en is het nodig voor de herbouw de locatie iets te wijzigen ten opzichte van wat in het PIP is vastgelegd (zie ook Figuur 2). In de nieuwe situatie bevindt het gebouw zich direct achter de waterkering (binnen de kernzone). 18 aug ROB SHIP BE8390_R001_C1.0 1

5 Figuur 1: globale weergave van de directe omgeving van het nieuwe bezoekerscentrum met zichtlijnenrichting de bouw van de nieuwe zeesluis Figuur 2 geeft het nieuwe SHIP weer ten opzichte van het oorspronkelijke bezoekerscentrum en de bestemmingen uit het PIP. Op deze situatietekening is te zien dat de nieuwe locatie afwijkt van de bestemming horeca van het PIP (zie ook Beleidskader). 1.3 Procedure afwijken van het inpassingsplan Zoals nader wordt toegelicht onder het kopje Beleidskader, is het voor het tijdelijke SHIP (periode van 5 jaar) nodig om af te wijken van het PIP. Volgens de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is het verboden om zonder omgevingsvergunning gronden te gebruiken in strijd met een inpassingsplan. Het realiseren van het tijdelijke SHIP is dus alleen mogelijk met een omgevingsvergunning voor afwijking van het inpassingsplan. Op grond van de kruimellijst (Bijlage II, artikel 4, lid 11, Besluit Omgevingsrecht (Bor)) is het mogelijk om tijdelijk af te wijken. Het gaat dan om een periode van maximaal 10 jaar. Gezien de verwachte periode van 5 jaar voor instandhouding van het tijdelijke SHIP (ruim) onder de 10 jaar blijft, kan van het inpassingsplan worden afgeweken op grond van artikel 2.12 lid 1 onder a sub 2. Er dient dan wel aangetoond te worden dat het voornemen "niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening en de motivering van het besluit een goede ruimtelijke onderbouwing bevat". 18 aug ROB SHIP BE8390_R001_C1.0 2

6 Figuur 2: Situatietekening nieuwe bezoekerscentrum t.o.v. oude locatie en bestemmingen PIP 2 Ruimtelijke onderbouwing In de voorliggende ruimtelijke onderbouwing wordt toegelicht dat het voornemen van de Provincie om een tijdelijk SHIP te realiseren aan de Noordersluisweg, aansluit bij de eisen van Rijkswaterstaat met betrekking tot waterkeringveiligheid, het ruimtelijk beleid van relevante overheden en in overeenstemming is met een goede ruimtelijke ordening. Dit gebeurt door een beschrijving te geven van het voornemen en de relevante ruimtelijke beleidsuitgangspunten. De nieuwe situatie wordt beoordeeld aan de hand van de relevante omgevingsaspecten en er wordt ingegaan op de maatschappelijke en economische uitvoerbaarheid van het plan. Veel aspecten zijn reeds onderzocht/afgewogen in het kader van het PIP en wijzigen niet. Voorliggende notitie betreft dan ook een aanvulling ten opzichte van de reeds in het PIP vastgestelde situatie. 2.1 Beleidskader Het voornemen tot realisatie van het SHIP heeft geen directe relatie met Rijks- of Provinciaal beleid. Het bezoekerscentrum SHIP sluit aan bij de Visie Noordzeekanaalgebied en is als een van de uitvoeringsprojecten benoemd in het uitvoeringsprogramma NZKG. Tevens is het realiseren van het SHIP benoemd in het coalitieakkoord Ruimte voor groei het coalitie programma van de Provincie Noord- Holland aug ROB SHIP BE8390_R001_C1.0 3

7 Het beleidskader bestaat uit het vigerende Provinciaal Inpassingsplan (PIP) Zeetoegang IJmond, vastgesteld op 22 september 2014 en onherroepelijk geworden op 8 december Een bijlage bij dit PIP is het milieueffectrapport (MER) Zeetoegang IJmond (provincie Noord-Holland, 17 januari 2014). Dit MER beschrijft de effecten van het PIP op het milieu. De gronden ter plaatse van de nieuwe locatie aan de Noordersluisweg hebben de bestemming horeca en vrijwaringszone waterstaatswerk en water-sluizencomplex. Binnen deze bestemmingen zijn de gronden bestemd voor het realiseren van het bezoekerscentrum, zoals nog onderstreept wordt in de Toelichting bij het PIP onder 4.7: In dit inpassingsplan wordt ter plaatse van de horecavestiging tevens een informatieen educatiecentrum toegestaan. Het gebied rond de functieaanduiding horeca is reeds ingericht als parkeerplaats. In verband met strengere eisen van Rijkswaterstaat wordt in het nieuwe ontwerp gekozen voor een andere locatie, net buiten de functieaanduiding horeca. Daarmee past het voornemen niet binnen de bestemmingen van het PIP. Daarnaast is de hoogte van het gebouw in strijd met de regels van het PIP. De hoogte van het gebouw (9,30 meter en ter plaatse van de liftkoker 12 meter) komt niet overeen met de toegestane 8 meter, zoals in het PIP is vastgelegd. 2.2 Omgevingsaspecten Het bouwen van het bezoekerscentrum is mogelijk met een omgevingsvergunning voor afwijking regels ruimtelijke ordening. Het belang van het realiseren van het tijdelijke bezoekerscentrum op de beoogde locatie sluit aan bij het beleid van de Provincie en de andere partners van het Bestuursplatform NZKG (te weten de gemeenten Velsen, Beverwijk, Zaanstad, Amsterdam, Haarlemmerliede Spaarnwoude, Rijkswaterstaat, Zeehavens IJmuiden, Tata Steel en Havenbedrijf Amsterdam) om te willen voorzien in behoefte aan informatie over de zeesluis, de regio en haar carrièremogelijkheden. Hiermee wil zij tevens draagvlak creëren voor de realisatie van de nieuwe zeesluis, de haven en de bedrijvigheid in het gebied rond het Noordzeekanaalgebied Het voornemen is daarmee niet anders dan het vorige bezoekerscentrum; de functie van het SHIP blijft gelijk en de locatie nagenoeg gelijk ten opzichte van de situatie zoals omschreven in het PIP. De ruimtelijke onderbouwing voorziet in een afwijking van het PIP 'Zeetoegang IJmond. In het kader van dit provinciaal inpassingsplan heeft reeds een toets plaatsgevonden van de invloed van de zeesluis waarvan de bezoekersfunctie onderdeel uitmaakt aan de verschillende omgevingsaspecten. Deze toets is omschreven in hoofdstuk 5 'Omgevingsaspecten' van het provinciaal inpassingsplan en voor een volledige toets aan de omgevingsaspecten wordt hiernaar verwezen. Onderstaand wordt kort toegelicht welke invloed het realiseren van het SHIP heeft op de (relevante) omgevingsaspecten Verkeer en vervoer De invloed van de bezoekersfunctie op de omgeving is onderzocht in het kader van het PIP. Daarbij is geconstateerd dat de bezoekersfunctie geen substantiële verkeersaantrekkende werking heeft (zie Toelichting bij het PIP onder 4.7). Ten opzichte van het oude bezoekerscentrum, blijft de functie van het SHIP gelijk en de locatie nagenoeg gelijk. Met de bouw van het nieuwe tijdelijke bezoekerscentrum worden dan ook geen veranderingen in bezoekersaantallen verwacht. De realisatie en het gebruik van het tijdelijke bezoekerscentrum SHIP heeft dan ook geen veranderende invloed op de onderzochte verkeersafwikkeling tot gevolg. 18 aug ROB SHIP BE8390_R001_C1.0 4

8 Daarnaast geldt dat het aandeel bezoekers van het SHIP ten opzichte van de totale verkeersstromen zeer klein is: auto s ten opzichte van 1,4 miljoen auto s op jaarbasis het sluizencomplex passeren. Dagelijks passeren er auto s (hoofdzakelijk woon-werkverkeer) het sluizencomplex om van Zuid naar Noord te gaan en andersom. Het betreft hier personenauto s en transportbusjes. Zwaar verkeer kan geen gebruik maken van het complex. Op jaarbasis gerekend zijn dat 1,4 miljoen auto s (uitgaande van 1 dag in het weekend i.v.m. woon-werkverkeer TATA Steel). Het SHIP verwacht tussen de bezoekers op jaarbasis. In de regio richt het SHIP zich vooral op scholieren die bezig zijn met hun beroepskeuze, waarbij berekend is dat circa scholieren komen. Deze groep, aangevuld met ongeveer andere regionale bezoekers, komen vooral met de fiets. Uitgaande van bezoekers blijven er bezoekers over die per auto of bus komen. Uitgaande van een auto met een bezettingsgraad van 2,5 personen per auto betekent dat dit auto s op jaarbasis zijn. Met oog op verkeer en vervoer is het voornemen planologisch uitvoerbaar Luchtkwaliteit De invloed van het SHIP op het omgevingsaspect luchtkwaliteit, heeft met name te maken met het verkeer en vervoer van en naar het bezoekerscentrum. In het kader van het PIP is de invloed van het bezoekerscentrum op de omgeving beschreven. Daarbij is geconstateerd dat de bezoekersfunctie geen substantiële verkeersaantrekkende werking heeft en past binnen de wettelijke kaders voor o.a. het omgevingseffect fijn stof van de nieuwe sluis en de bedrijfsactiviteiten in de omgeving (zie Toelichting bij het PIP onder 4.7 e.v.). Ten opzichte van het oude bezoekerscentrum, zoals beschreven in het PIP, blijft de functie van het SHIP gelijk en de locatie nagenoeg gelijk en worden geen veranderingen in verkeersaantrekkende werking (zie ook 2.2.1) verwacht. De realisatie en het gebruik van het tijdelijke SHIP zullen dan ook geen veranderende invloed hebben wat betreft het aspect luchtkwaliteit. Daarnaast maakt het aandeel van de auto s op jaarbasis van bezoekers van het SHIP ten opzichte van de totale verkeersstroom van 1,4 miljoen auto s (zie ook kader onder 2.2.1) aannemelijk dat sprake is van een voornemen dat niet in betekenende mate bijdraagt aan de milieubelasting. Daar komt bij dat het tijdelijke SHIP er staat gedurende de bouwfase van de nieuwe zeesluis, terwijl in het MER bij het PIP (dat uitgaat van een worst case scenario wat betreft stikstofbelasting als gevolg van de komst van de nieuwe zeesluis) omschreven wordt dat de toename van de stikstofbelasting plaatsvindt nadat de nieuwe zeesluis in bedrijf wordt gesteld Geluid Het SHIP is geen geluidgevoelig object en er bevinden zich geen geluidgevoelige objecten in de nabijheid van de locatie. Er vindt geen toename van het verkeer plaats (zie ook 2.2.1) en daardoor is geen sprake van geluidstoename als gevolg van de ontwikkeling. Doordat de functie van het SHIP gelijk blijft, zorgt het object ook niet voor extra geluid naar de omgeving toe. Het voornemen is vanuit het omgevingsaspect geluid uitvoerbaar. 18 aug ROB SHIP BE8390_R001_C1.0 5

9 2.2.4 Bodem De invloed van een bezoekerscentrum op de omgeving is onderzocht in het kader van het PIP. De wijzigingen ten opzichte van het voornemen zijn beperkt. Voor de bouw van het tijdelijke SHIP bestaan de grondwerkzaamheden uit het graven van een sleuf voor kabels en leidingen, waarbij de uitgenomen grond weer wordt verwerkt in de sleuf. Verder is het niet nodig te graven en/of grond af te voeren. Bij bouwactiviteiten is overigens ook in het kader van de omgevingsvergunning onderzoek naar de kwaliteit van de bodem benodigd. Bouw kan pas plaatsvinden als de bodem geschikt is (of geschikt is gemaakt) voor het beoogde doel. Daarom dient bij iedere nieuwe bouwactiviteit de bodemkwaliteit door middel van onderzoek in beeld te worden gebracht. De bodemonderzoeken voor eventuele nieuwe (vervangende) bouwactiviteiten mogen niet te oud zijn en moeten een vastgestelde informatiekwaliteit bieden. Indien aan die voorwaarden niet kan worden voldaan, dient aanvullend onderzoek plaats te vinden. Wanneer uit het onderzoek blijkt dat de bodem niet geschikt is voor het beoogde doel, dient vóór aanvang van de bouwwerkzaamheden een bodemsanering te worden uitgevoerd om de bodem wel geschikt te maken, of dient de omgevingsvergunning te worden geweigerd. Met het oog op de bodemkwaliteit is het voornemen planologisch uitvoerbaar Niet gesprongen explosieven Er geldt geen verplichting om bij ruimtelijke projecten onderzoek te verrichten naar niet gesprongen explosieven. Het opsporen en ruimen van niet gesprongen explosieven gebeurt vanuit het oogpunt van openbare orde en veiligheid. Er kunnen als gevolg van gevechtshandelingen conventionele explosieven in het plangebied zijn achtergebleven. Er ontstaat bij het spontaan aantreffen van conventionele explosieven uit de Tweede Wereldoorlog mogelijk een verhoogd veiligheidsrisico. Onbedoelde detonaties kunnen bij de uitvoering van werkzaamheden in het ergste geval leiden tot dodelijk letsel en zware schade aan materieel en omgeving. Spontane vondsten van conventionele explosieve kunnen daarnaast resulteren in kosten bij de uitvoeringswerkzaamheden waardoor het plan mogelijk financieel niet uitvoerbaar is. In verband met de grondwerkzaamheden die ter plaatse plaats zullen vinden zullen de graafwerkzaamheden onder begeleiding van een daartoe gespecialiseerd bedrijf plaatsvinden. Ter plaatse hebben recent graafwerkzaamheden (ruimen oude pand en verleggen van kabels en leidingen nieuwe zeesluis) plaatsgevonden. Voor het opsporen en ruimen van conventionele explosieven kan onder voorwaarden door de Rijksoverheid een bijdrage worden toegekend op basis van het Bijdragebesluit kosten opsporing en ruiming conventionele explosieven Tweede Wereld Oorlog Kosten voor eventueel toekomstig te treffen maatregelen brengen de economische uitvoerbaarheid van het inpassingsplan niet in gevaar. Het inpassingsplan is voor wat betreft het aspect niet gesprongen explosieven dan ook uitvoerbaar Externe veiligheid Het aspect Externe veiligheid is onderzocht in het kader van het PIP Zeetoegang IJmond (zie Toelichting PIP onder 5.6 en MER Zeetoegang IJmond, deelrapport externe veiligheid). Ten opzichte van het oude bezoekerscentrum, zoals beschreven in het PIP, blijft de functie van het SHIP gelijk en de locatie nagenoeg gelijk. De realisatie en het gebruik van het tijdelijke SHIP hebben geen ander effect op de externe veiligheid als omschreven in het PIP. 18 aug ROB SHIP BE8390_R001_C1.0 6

10 In het kader van het PIP is geconstateerd dat door de realisatie van de nieuwe sluis en het bezoekerscentrum het groepsrisico van het Noordzeekanaal beperkt toeneemt. Gezien het beperkte aantal personen dat tegelijkertijd in het bezoekerscentrum aanwezig zal zijn, zal de toename van het groepsrisico niet leiden tot een overschrijding van de oriëntatiewaarde. Uit de verantwoording van het groepsrisico en het overleg met de Veiligheidsregio is gebleken dat de toename van het groepsrisico aanvaardbaar is. Maatregelen m.b.t. verhogen zelfredzaamheid en optimaliseren blusmogelijkheden zijn als eisen opgenomen in het DBFM-contract met de partij die de nieuwe sluis zal realiseren. Vanuit het aspect externe veiligheid is in het PIP reeds aangetoond dat het voornemen uitvoerbaar is Ecologie, landschap, cultuurhistorie en archeologie De invloed van de zeesluis is onderzocht in het kader van het PIP Zeetoegang IJmond. De bezoekersfunctie maakt onderdeel uit van het studiegebied van de zeesluis. Daarbij zijn geen planologische belemmeringen voor de realisatie en het gebruik van een tijdelijk bezoekerscentrum benoemd. Voor ecologie, landschap, cultuurhistorie en archeologie is er geen sprake van wijzigingen ten opzichte van hetgeen destijds is onderzocht. Het voornemen is dan ook planologisch uitvoerbaar Natuur: Stikstofdepositie [semi kwantitatieve beschrijving volgt] Waterkeringveiligheid Overleg heeft plaatsgevonden tussen Provincie Noord-Holland en Rijkswaterstaat over de voorgenomen plannen. Rijkswaterstaat heeft daarbij aangegeven welke eisen gelden met betrekking tot waterkeringveiligheid (dit betreft strengere eisen dan die ten tijde van de bouw van het oorspronkelijke bezoekerscentrum). Daarnaast is in dit overleg een inschatting gemaakt van de te verwachten invloed van het SHIP op de omgeving. Het initiatief heeft geen invloed op de hoogte van de kering; de beoogde locatie is achter de kruin van de dijk. De inschatting is dat het nieuwe gebouw door toepassing van lichtere materialen (plaatbouw) minder belasting genereert dan het verwijderde stenen bouwwerk op dezelfde locatie in de waterkering. Gezien de nieuwe locatie en de toepassing van lichtere materialen ten opzichte van de oude situatie wordt de stabiliteit van de waterkering niet aangetast. Het initiatief heeft invloed op de erosiebestendigheid van de bekleding van waterkering. Rijkswaterstaat zal in de vergunning die eisen aan uitvoering en onderhoud bekleding opnemen zodat uitspoeling wordt voorkomen. Ten opzichte van de oorspronkelijke locatie is sprake van een verbetering van waterkeringveiligheid. 18 aug ROB SHIP BE8390_R001_C1.0 7

11 2.3 Economische uitvoerbaarheid In artikel van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is vastgelegd dat inzicht gegeven moet worden over de uitvoerbaarheid van een inpassingsplan. In het kader van de omgevingsvergunning voor afwijken van het inpassingsplan, bevat deze ruimtelijke onderbouwing voor de volledigheid enkele opmerkingen over de uitvoerbaarheid van het voornemen. Het voornemen moet (economisch) uitvoerbaar zijn en gerealiseerd kunnen worden. De ontwikkelingen die concreet mogelijk gemaakt worden via een omgevingsvergunning voor afwijken van het inpassingsplan zijn economisch uitvoerbaar. De kosten die gemoeid zijn met de aanleg van het tijdelijke bezoekerscentrum zijn gefiatteerd door de partners van het Noordzeekanaalgebied. Alle partners van het Bestuursplatform NZKG dragen financieel bij aan de realisatie en de provincie heeft besloten dat onder haar verantwoordelijkheid het SHIP wordt gerealiseerd, besluit Provinciale Staten 23 februari Maatschappelijke uitvoerbaarheid Op grond van artikel 3.7 Wabo, gelezen in samenhang met artikel 3.10 Wabo, kan worden vastgesteld dat op de voorbereiding van een omgevingsvergunning, zoals bedoeld in artikel 2.12, lid 1, onder a, sub 2, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), de reguliere voorbereidingsprocedure van toepassing is. De beslistermijn is 8 weken en kan door het bevoegd gezag eenmaal met 6 weken worden verlengd. Tegen de vergunning kan bezwaar worden gemaakt en er is vervolgens ook beroep en hoger beroep mogelijk. 2.5 Conclusie en afweging Het project is zowel ruimtelijk als uit het oogpunt van milieu passend in de omgeving en heeft geen negatieve effecten op de in de omgeving aanwezige waarden en belangen. Gelet op voornoemde en het algemeen belang dat is gediend met deze ontwikkeling, kan op grond van deze ruimtelijke onderbouwing geoordeeld worden dat er sprake is van een goede ruimtelijke ordening. 18 aug ROB SHIP BE8390_R001_C1.0 8

12 Bijlage 1 Synopsis SHIP (Podium, )

13 18 aug BIJLAGE BE8390_R001_C1.0 A10

14 Bijlage 2 Schets SHIP (Wiebing Architekten, ) 18 aug BIJLAGE BE8390_R001_C1.0 A11