Datum Uw kenmerk Ons kenmerk In behandeling bij 13 juli T. Kortlever tel

Transcriptie

1 WW w gemeente QoSteiïlOUt Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus LV 'S-G RAVEN HAG E 1 4 JULI 2016 Datum Uw kenmerk Ons kenmerk In behandeling bij 13 juli T. Kortlever tel Onderwerp Uitvoering kerntaken bijstandsuitvoering Geachte mevrouw Klijnsma, Op 2 mei 2016 heeft u ons een brief gezonden met betrekking tot het verbod op uitbesteding van kerntaken op het terrein van de bijstandsuitvoering. In deze brief stelt u dat u van mening bent dat er in onze gemeente sprake is van een ongeoorloofde uitbesteding van kerntaken in het kader van de uitvoering van de bijstand. Op basis hiervan stelt u dat er sprake is van een contra legem-uitvoering en draagt u ons op om deze uiterlijk per 1 september 2016 te beëindigen. Naar aanleiding van uw brief delen wij u mede dat er naar onze mening geen sprake is van een contra legem-uitvoering. De wijze waarop in de gemeente Oosterhout uitvoering wordt gegeven aan de kerntaken van de Participatiewet, de IOAW en de IOAZ is in overeenstemming met de wettelijke bepalingen hierover. Hierbij willen wij nader ingaan op wat u in uw brief van 2 mei 2016 heeft gesteld en willen wij weerleggen dat er in de gemeente Oosterhout sprake is van een contra legem-uitvoering. Met uw brief van 18 november 2015 heeft u ons al verzocht om nadere informatie over de uitbesteding van kerntaken op het terrein van de bijstandsuitvoering. Met onze brief van 16 december 2015 hebben wij u geïnformeerd over de werkwijze in onze gemeente. Wij hebben hierbij aangegeven dat wij twee Fraudespecialisten Sociale Zekerheid hebben ingehuurd en hebben aangesteld als onbezoldigd ambtenaar van de gemeente Oosterhout. Tevens zijn deze personen aangewezen als toezichthouder op grond van artikel 76a van de Participatiewet, artikel 53 van de IOAW en artikel 53 van de IOAZ. Wij zijn van oordeel dat deze werkwijze geheel in overeenstemming is met de wettelijke bepalingen. In uw brief van 2 mei 2016 stelt u dat het toezicht op de naleving van de Participatiewet op grond van artikel 76a van die wet is voorbehouden aan ambtenaren. Wij onderschrijven dit en om deze reden zijn de ingehuurde Fraudespecialisten benoemd als onbezoldigd ambtenaar van de gemeente Oosterhout. postadres Postbus 10150,4900 GB Oosterhout internetwww.oosterhout.nl BTWnr: NL B.01 bezoekadres SlotjesveLd 1 Oosterhout telefoon U 0162 KvK nr:

2 In uw brief stelt u dat een onbezoldigd ambtenaar op grond van artikel 1:2, eerste lid, onderdeel g, van de CAR-UWO niet kan worden aangemerkt als ambtenaar. Dit standpunt bestrijden wij. In de eerste plaats wordt door u een onjuist artikel van de CAR-UWO aangehaald. Het gaat bij de door ons ingehuurde Fraudespecialisten Sociale Zekerheid namelijk niet om een toezichthouder met opsporingsbevoegdheid. De Fraudespecialisten zijn toezichthouder zonder opsporingsbevoegdheid en dus is artikel 1:2, lid 1, onderdeel f, van de CAR-UWO van toepassing. Artikel 1:2, lid 1, onderdeel f, van de CAR-UWO is bedoeld om externe medewerkers onder het gezag van het college te brengen zonder dat op hen de CAR-UWO van toepassing wordt. Het niet kunnen aanmerken als ambtenaar geldt voor deze categorie uitsluitend voor de CAR-UWO. In de aanhef van artikel 1:2, van de CAR-UWO staat immers: "Voor de toepassing van deze regeling en de uitwerkingsovereenkomst wordt niet als ambtenaar beschouwd...". Dit betekent dat de arbeidsvoorwaarden van ambtenaren niet kunnen gelden voor onbezoldigd gemeenteambtenaren. Voor het overige - dus buiten de CAR-UWO - dienen onbezoldigd gemeenteambtenaren aangemerkt te worden als gemeenteambtenaren. De gecreëerde mogelijkheid om medewerkers aan te stellen als onbezoldigd gemeenteambtenaar is juist bedoeld om de door die medewerkers te verrichten werkzaamheden binnen het publieke domein te brengen. Dit komt ook duidelijk naar voren in de toelichting bij deze bepaling. Het College voor Arbeidszaken van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten geeft namelijk de volgende toelichting op artikel 1:2, lid 1, onderdeel f, van de CAR-UWO: "Gemeenten kunnen voor de uitoefening van handhavingstaken toezichthouders aanstellen. Er zijn toezichthouders zonder opsporingsbevoegdheid en toezichthouders met opsporingsbevoegdheid, deze laatste worden buitengewoon opsporingsambtenaar (BOA) genoemd. Artikel 1:2, lid 1, sub f, CAR-UWO is van toepassing op de toezichthouder zonder opsporingsbevoegdheid, die volgens wet- en regelgeving dient te worden aangemerkt als ambtenaar. Dit artikel maakt het mogelijk om deze toezichthouders als onbezoldigd ambtenaar aan te stellen zonder dat de CAR-UWO op hen van toepassing wordt en zonder dit te moeten melden aan het LOGA. Hierdoor wordt het voor gemeenten mogelijk om deze toezichthouders in te huren via particuliere bureaus." De toelichting bij artikel 1:2, van de CAR-UWO hebben wij als bijlage bij deze brief gevoegd. Zoals hiervoor en in onze brief van 16 december 2015 al aangegeven zijn de ingehuurde Fraudespecialisten Sociale Zekerheid bij collegebesluit aangesteld als onbezoldigd ambtenaar van de gemeente Oosterhout en aangewezen als toezichthouder zonder opsporingsbevoegdheid op grond van artikel 76a van de Participatiewet, artikel 53 van de IOAW en artikel 53 van de IOAZ. Dit past volledig binnen het kader dat is gesteld in de toepasselijke wet- en regelgeving en er wordt dus gehandeld conform artikel 7, lid 4, van de Participatiewet. De betreffende Fraudespecialisten worden ingehuurd via een inleenovereenkomst via Flex-West-Brabant en de werkzaamheden die zij verrichten moeten daarom worden gezien als werkzaamheden die door het bestuursorgaan zelf zijn verricht. In uw brief spreekt u over samenwerking van de gemeente Oosterhout met een privaat bedrijf. Wij willen echter benadrukken dat er geen sprake is van een daadwerkelijke samenwerking, maar enkel van inhuur van tijdelijk personeel, te weten twee Fraudespecialisten Sociale Zekerheid. Deze inhuur vindt plaats via Flex-West-Brabant. In onze brief van 16 december 2015 zijn wij al uitgebreid ingegaan op de wijze waarop inhuur van tijdelijk personeel plaatsvindt via Flex-West-Brabant. Uitdrukkelijk is bepaald dat de werkzaamheden van de ingeleende Fraudespecialisten Sociale Zekerheid plaatsvinden onder toezicht en aansturing van de unitleider Werk en Inkomen van de gemeente Oosterhout. De Fraudespecialisten worden ingehuurd voor een overeengekomen aantal uren per week en zowel facturering als betaling vindt plaats via Flex-West-Brabant. Inhuur en detachering is mogelijk op basis van de wetgeving. Artikel 7, lid 4, van de Participatiewet bepaalt dat het college de uitvoering van deze wet, behoudens de vaststelling van de rechten en

3 plichten van de belanghebbende en de daarvoor noodzakelijke beoordeling van zijn omstandigheden, door derden kan laten verrichten. Het college kan de in de eerste volzin bedoelde vaststelling en beoordeling mandateren aan bestuursorganen. In de Memorie van Toelichting (Kamerstukken II, , 28870, nr. 3, blz. 29) bij artikel 7 Participatiewet wordt het volgende vermeld: "Hef vijfde lid (sinds 1 januari 2006 is de tekst opgenomen in het vierde lid) geeft aan welke uitvoeringstaken daarbij wel en niet aan derden kunnen worden uitbesteed. Onder derden wordt in dit verband niet verstaan personen die bijvoorbeeld via een uitzendbureau of organisatiebureau zijn ingehuurd, omdat de door hen verrichte werkzaamheden aangemerkt kunnen worden als werkzaamheden die door het bestuursorgaan zijn verricht". Dit laatste is het geval bij de gemeente Oosterhout en er is dus geen sprake is van uitbesteding van kerntaken op het gebied van bijstandsverlening. De bevoegdheden van de ingehuurde Fraudespecialisten Sociale Zekerheid zijn gelijk aan die van een Fraudespecialist Sociale Zekerheid in vaste dienst van de gemeente Oosterhout. Er is hiermee dus op grond het bepaalde in de Memorie van Toelichting bij artikel 7, lid 4, Participatiewet geen sprake van ongeoorloofde uitbesteding van kerntaken. De rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft in zijn uitspraak van 12 april 2016 (zaaknummer: BRE 15/4468 PW) ten aanzien van vorenstaande geoordeeld dat: "Eiser heeft ter zitting aangevoerd dat het onderzoek van het college lijkt te zijn uitgevoerd door een commercieel bureau, evenals het onderzoek in bezwaar. Eiser stelt dat daarmee teveel van de kerntaken van de gemeente in commerciële handen zijn gegeven, hetgeen in strijd is met de jurisprudentie. Het college heeft, na daartoe door de rechtbank in de gelegenheid te zijn gesteld, gemotiveerd bestreden dat bij het onderzoek ongeoorloofd maakt van de diensten van een commercieel bedrijf. Het college heeft in dat verband toegelicht dat het tijdelijk personeel, te weten twee fraudespecialisten sociale zekerheid, heeft ingehuurd via Flex-West-Brabant. Gezien de tussen het college en FlexWest-Brabant gekozen constructie en de vorm waarin het college gebruik maakt van de diensten van Flex-West-Brabant is de rechtbank van oordeel dat geen sprake is van uitbesteding van een kerntaak aan een privaat bedrijf. De fraudespecialisten verrichten hun werkzaamheden onder toezicht en aansturing van de unitleider Werk en Inkomen. Zij voeren opdrachten uit en hebben geen beslissingsmandaat. De rechtbank concludeert dat hier sprake is van een wezenlijk andere situatie dan die aan de orde was in de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRVB) van 16 september 2014, ECLI:NL:CRVB:2014:2947 en dat de resultaten van het onderzoek, zoals neergelegd in het rapport van 12 januari 2015 aan het besluit ten grondslag mochten worden gelegd." De uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft geen betrekking op de gemeente Oosterhout, maar op een andere gemeente die dezelfde werkwijze hanteert. De uitspraak laat zien dat de werkwijze die de gemeente Oosterhout hanteert, voldoet aan de wettelijke bepalingen. Er is derhalve bij de gemeente Oosterhout geen sprake van een contra legem-uitvoering, die in overeenstemming met artikel 7, lid 4, van de Participatiewet gebracht zou moeten worden. Invulling toezichthouders Tot 1 juli 2016 hadden wij vier medewerkers aangewezen als toezichthouder. Naast twee medewerkers in vaste dienst betreft het de twee ingehuurde Fraudespecialisten. Zoals hiervoor al aangegeven hebben we deze twee ingehuurde tijdelijke medewerkers tevens benoemd als onbezoldigd ambtenaar. De keuze om naast de twee toezichthouders in gemeentelijke dienst ook twee tijdelijke medewerkers in te huren is ingegeven door de toename van het aantal uitkeringen. Om de rechtmatigheid van de uitkeringsverstrekking voldoende te kunnen borgen en misbruik en oneigenlijk gebruik van uitkeringen zoveel mogelijk te voorkomen, hebben wij gemeend dat het wenselijk was om de toezichtscapaciteit (tijdelijk) te verhogen. Overigens kunnen wij u nog mededelen dat de contractperiode met de aanbieder waarvan wij de twee betrokken medewerkers inhuren op 1 juli 2016 is afgelopen en wij deze niet hebben verlengd.

4 Wij beraden ons op dit moment op de wijze waarop wij vanaf heden verdere invulling geven aan de toezichtscapaciteit. Gelet op het feit dat het uitkeringsvolume nog steeds op een hoog niveau is, sluiten wij niet uit dat wij opnieuw tijdelijk personeel zullen inhuren. Ook deze inhuur van tijdelijk personeel zal weer plaatsvinden via Flex-West-Brabant. Uiteraard zullen wij er voor zorgdragen dat het contract en de afspraken in overeenstemming zijn met de wettelijke bepalingen. Indien u nog verdere vragen heeft over de wijze waarop wij uitvoering geven aan de Participatiewet, de IOAW en de IOAZ zijn wij uiteraard bereid om onze werkwijze nader toe te lichten. Wij vertrouwen erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Oosterhout i burgemeester, secretaris. 1

5 Artikelen pagina 1 van 2 Artikel 1:2 1. Voor de toepassing van deze regeling en de uitwerkingsovereenkomst wordt niet als ambtenaar beschouwd: a. het onderwijzend personeel bij een inrichting van openbaar onderwijs; b. het onderwijsondersteunend personeel bij een inrichting van openbaar onderwijs, indien zij belanghebbenden zijn in de zin van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel; c. de (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand als zodanig; d. de onbezoldigd gemeenteambtenaar als genoemd in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, c, d en e van de Gemeentewet; e. de directeur van de RDW Dienst Wegverkeer die tevens is benoemd tot onbezoldigd ambtenaar der gemeentelijke belastingen; f. de onbezoldigd gemeenteambtenaar die toezichthouder is zonder opsporingsbevoegdheid; g. de onbezoldigd gemeenteambtenaar die toezichthouder is met opsporingsbevoegdheid; h. hij die een indicatie heeft voor de sociale werkvoorziening en op grond daarvan op basis van een arbeidsovereenkomst in dienst is van de gemeente, met uitzondering van de geïndiceerde die werkzaam is bij de gemeente in het kader van begeleid werken als bedoeld in artikel 7 van de Wet sociale werkvoorziening; i. de ambtenaar als bedoeld in artikel 1.1, onder "medewerker", van de sector-cao Ambulancezorg. 2. Voor toepassing van onderdeel f of g van het eerste lid is, afhankelijk van de lokale bevoegdheidsverdeling tussen het georganiseerd overleg en de ondernemingsraad, overeenstemming vereist is in het georganiseerd overleg of instemming vereist van de ondernemingsraad. 3. Op de ambtenaar die aangesteld is als vrijwilliger bij de gemeentelijke brandweer is alleen hoofdstuk 19 en hoofdstuk 19a van toepassing. briefnummer: U , U , U , U , U Lid 1 onderdeel a De rechtspositie van het onderwijzend personeel bij een inrichting van openbaar onderwijs is onder andere geregeld in het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel. Grondslag voor dit besluit ligt in de diverse onderwijswetten. Onderwijzend personeel bij het bij zonder onderwijs is op arbeidsovereenkomst werkzaam bij die instellingen en dus daarom al is de CAR-UWO niet op hen van toepassing. De gemeente treedt hier immers niet als werkgever op. onderdeel b Het onderwijsondersteunend personeel is belanghebbende in de zin van het Rechtspositiebesluit onderwijspersoneel als het rechtstreeks bij de school is aangesteld. Wanneer bijvoorbeeld een schoolschoonmaker bij de gemeente is aangesteld, is de CAR-UWO onverkort van toepassing. onderdeel c Ook de (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand, die als zodanig optreedt, is geen ambtenaar in de zin van het CAR. Wanneer het gaat om een ambtenaar die in hoofdfunctie bij de gemeente werkzaam is, geldt de uitzondering dus uitsluitend indien de ambtenaar - in nevenfunctie - functioneert in de hoedanigheid van (buitengewoon) ambtenaar van de burgerlijke stand. onderdeel d Alle onbezoldigde gemeenteambtenaren die conform artikel 231 van de Gemeentewet zijn belast met de heffing en invordering van gemeentelijke belastingen worden voor de toepassing van de CAR-UWO niet als ambtenaar beschouwd. onderdeel f en g Gemeenten kunnen voor de uitoefening van bepaalde taken toezichthouders aanstellen. Een :

6 Artikelen pagina 2 van 2 toezichthouder is volgens artikel 5:11 van de Awb: 'Een persoon, bij of krachtens wettelijk voorschrift belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrifť. Er zijn toezichthouders zonder opsporingsbevoegdheid en toezichthouders met opsporingsbevoegdheid. Aan deze laatste groep wordt door het Ministerie van Justitie een BOAakte verleend. Gemeenten krijgen door het toevoegen van onderdeel f aan artikel 1:2 CAR-UWO de mogelijkheid om toezichthouders zonder opsporingsbevoegdheid, maar die volgens wet- en regelgeving aangesteld dienen te zijn als ambtenaar om hun toezichthoudende werkzaamheden te mogen uitoefenen, onbezoldigd aan te stellen zonder dat de CAR-UWO op hen van toepassing wordt. Op basis van dit artikel kunnen gemeenten dus toezichthouders zonder opsporingsbevoegdheid inhuren via particuliere bureaus en aanstellen als onbezoldigd ambtenaar. Met het toevoegen van onderdeel g aan artikel 1:2 CAR-UWO krijgen gemeenten de mogelijkheid om toezichthouders met opsporingsbevoegdheid aan te stellen als onbezoldigd ambtenaar zonder dat de CAR-UWO op hen van toepassing wordt. Belangrijk hierbij is dat dit alleen toegepast kan worden op ambtenaren in functies die door het ministerie van Justitie zijn uitgezonderd van de hoofdregel dat BOA-aktes alleen worden toegekend als de ambtenaar in bezoldigde dienst is van de overheid. De gemeentelijke functies van parkeercontroleur en APV-controleur zijn de twee uitzonderingen. Dit is geregeld in een functielijst in de circulaire van het ministerie van Justitie, Directoraat-Generaal Rechtshandhaving, Bureau Juridische en Beleidsondersteunende Aangelegenheden, 2 december 2004, onderwerp: functielijst buitengewoon opsporingsambtenaar, kenmerk /504 en de aanvulling daarop van 7 februari 2006, kenmerk /506/CBK. Onderdeel h Veelal laten gemeenten de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) uitvoeren door een gemeenschappelijke regeling. Gemeenten kunnen er echter ook voor kiezen om de Wet sociale werkvoorziening zelf uit te voeren en geïndiceerden voor de sociale werkvoorziening zelf in dienst te nemen. In het kader van de wet dienen geïndiceerden op basis van een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht in dienst te worden genomen. Deze mensen vallen onder de CAO sociale werkvoorziening. Op grond van onderdeel h, eerste zinsdeel, worden deze personen uitgezonderd van de toepassing van de CAR-UWO. Hiermee wordt voorkomen dat deze personen zowel aanspraken kunnen ontlenen aan de CAO sociale werkvoorziening als aan de CAR-UWO. Uitzondering op de regel zijn degenen die werkzaam zijn bij de gemeenten in het kader van begeleid werken. Zij vallen wel onder de CAR-UWO. Deze uitzondering is geregeld in het tweede (en laatste zinsdeel) van onderdeel h. Onderdeeli Per 1 januari 2011 is voor de gehele ambulancesector één arbeidsvoorwaardenregeling van toepassing: de sector-cao Ambulancezorg. De directe aanleiding voor de totstandkoming van de cao vormt de inwerkingtreding van de Wet ambulancezorg. De sector-cao Ambulancezorg heeft geen rechtstreekse doorwerking naar de publieke ambulancediensten. Dat wordt ook niet gerealiseerd door de voorgenomen algemeenverbindendverklaring van de sector-cao. Tussen alle bij de Cao betrokken partijen is afgesproken dat de publieke diensten de sector-cao Ambulancezorg als rechtspositionele regeling zullen vaststellen en daarin boek 7, titel 10, van het Burgerlijk Wetboek van overeenkomstige toepassing zullen verklaren. Deze afspraak wordt neergelegd in een apart en bindend convenant dat alle betrokken ambulancediensten ondertekenen. Lid 2 Voordat ambtenaren zoals genoemd in onderdeel f of g van het eerste lid kunnen worden uitgesloten van de toepasselijkheid van de CAR-UWO dient er overeenstemming over te zijn bereikt in het GO of met de OR. Of dit in het GO of met de OR besproken moet worden is afhankelijk van de lokale bevoegdheidsverdeling tussen het GO en de OR. Lid 3 Niet als ambtenaar in de zin van de CAR-UWO wordt beschouwd de vrijwilliger bij de gemeentelijke brandweer. De rechtspositie voor deze categorie is geregeld in hoofdstuk 19 en hoofdstuk 19a van de UWO. Het personeel van de beroepsbrandweer is wel ambtenaar in de zin van de CAR-UWO. Briefnummer: U en U en U Aan de informatie op deze site kunnen geen rechten worden ontleend. :