Het College locatie Weert. Examenreglement Versie 2012

Transcriptie

1 Het College locatie Weert Examenreglement Versie

2 EXAMENREGLEMENT Het College Locatie Weert februari Algemeen In dit reglement wordt verstaan onder: kandidaat : een ieder die door het bevoegd gezag tot het eindexamen wordt toegelaten; examinator : degene die is belast met het afnemen van het examen; examenprogramma": de stof die de kandidaten moeten beheersen; 2. Organisatie van het examen 2.1. Het eindexamen bestaat voor ieder vak bestaan uit een schoolexamen, dan wel uit een schoolexamen èn een centraal examen Het schoolexamen HAVO en VWO omvat naast toetsen praktische opdrachten, handelingsdelen; en een profielwerkstuk. Het profielwerkstuk is een werkstuk, een presentatie daaronder begrepen, waarin op geïntegreerde wijze kennis, inzicht en vaardigheden aan de orde komen die van betekenis zijn in de betreffende profiel. Het profielwerkstuk heeft betrekking op één of twee vakken, beide behorende tot het desbetreffende profieldeel. De datum, waarop het profielwerkstuk, praktische opdrachten en handelingsdelen bij de examinator resp. begeleider profielwerkstukken ingeleverd en vervolgens door de examinatoren beoordeeld moeten zijn, wordt in het PTA en/of de studiegids opgenomen. De handelingsdelen moeten naar behoren afgerond. Anders kan de kandidaat niet slagen De locatiedirecteur bepaalt het tijdstip waarop het schoolexamen aanvangt. Het schoolexamen HAVO en VWO wordt afgesloten vóór de aanvang van het centraal examen. 3. Het schoolexamen 3.1. De indeling van het schoolexamen wordt beschreven in het jaarlijks vóór 1 oktober vast te stellen Programma van toetsing en afsluiting ; de bepalingen hiervan mogen niet strijdig zijn met de voorschriften die gegeven worden in het Eindexamenbesluit VWO-HAVO en dit reglement. 2

3 3.2. De vakgroepen stellen het Programma van toetsing en afsluiting op, waarin de vorm, inhoud en weging van de afzonderlijke onderdelen van het bedetreffende Programma van toetsing en afsluiting aangegeven is. De vakgroepen maken daarnaast afspraken over de beoordelingscriteria, wijze van normering en procedures Het Programma van toetsing en afsluiting wordt namens de centrale directie vastgesteld door de locatiedirecteur. 4. Onregelmatigheden Indien een kandidaat zich ten aanzien van enig deel van het eindexamen aan enige onregelmatigheid schuldig maakt of heeft gemaakt, kan de locatiedirecteur maatregelen nemen Maatregelen bedoeld in het eerste lid, die afhankelijk van de aard van de onregelmatigheid ook in combinatie met elkaar genomen kunnen worden, kunnen zijn: a. het toekennen van het cijfer 1 voor een toets of een praktische opdracht van het schoolexamen; b. het toekennen van het cijfer 1 voor een onderdeel van het centraal examen; c. het toekennen van het cijfer 1 voor een onderdeel van het centraal examen, waarbij tevens het recht op herkansing van betreffend onderdeel vervalt; d. het ontzeggen van de deelname of verdere deelname aan één of meer zittingen van het schoolexamen of het centraal examen; e. het ongeldig verklaren van één of meer toetsen van het reeds afgelegde deel van het schoolexamen of het centraal examen; f. het opleggen van een hernieuwd examen in door de locatiedirecteur aan te wijzen onderdelen. Indien het hernieuwd examen bedoeld in de vorige volzin betrekking heeft op één of meer onderdelen van het centraal examen legt de kandidaat dat examen af in het volgend tijdvak van het centraal examen, dan wel ten overstaan van de staatsexamencommissie Alvorens een beslissing als gevolg van het tweede lid b-c-d-e wordt genomen, hoort de locatiedirecteur de kandidaat. De kandidaat kan zich door een door hem aan te wijzen meerderjarige laten bijstaan. De locatiedirecteur deelt zijn beslissing mede aan de kandidaat, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk. In de schriftelijke mededeling wordt tevens gewezen op het bepaalde in het vierde lid. De schriftelijke mededeling wordt tegelijkertijd in afschrift toegezonden aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaat en aan de inspectie De kandidaat kan tegen een beslissing van de locatiedirecteur in beroep gaan. De kandidaat kan tegen de beslissing van de locatiedirecteur in beroep gaan bij de voorzitter van de Centrale Directie. Hierna is nog beroep mogelijk bij de Commissie van Beroep. De Commissie van Beroep wordt ad hoc samengesteld en heeft als voorzitter een schoolleider van Philips van Horne Scholengemeenschap. ( Deze beroepscommissie bij de Philips van Horne Scholengemeenschap 3

4 wordt voorgezeten door een schoolleider van het Het College). De Commissie van Beroep stelt een onderzoek in en beslist binnen twee weken op het beroep, tenzij zij de termijn met redenen omkleed heeft verlengd met ten hoogste twee weken. De Commissie van Beroep stelt bij haar beslissing zo nodig vast op welke wijze de kandidaat alsnog in de gelegenheid zal worden gesteld het eindexamen geheel of gedeeltelijk af te leggen onverminderd het bepaalde in de laatste volzin van het tweede lid. De Commissie van Beroep deelt haar beslissing schriftelijk mede aan de kandidaat, aan de ouders, voogden of verzorgers van de kandidaten, aan de locatiedirecteur en aan de inspectie. Opmerking: ongeoorloofde absentie bij vastgelegde toetsen e.d. kan bestraft worden met het cijfer 1. In dat geval wordt de beslissing door de locatiedirecteur aan de kandidaat meegedeeld. 5. Cijferlijst Voor de aanvang van het centraal examen HAVO of VWO maakt de locatiedirecteur aan de kandidaat bekend, voorzover van toepassing: a. welke cijfers hij heeft behaald voor het schoolexamen. b. de beoordeling van de vakken waarvoor geen cijfer wordt vastgesteld. voldoende of goed voor het deelvak Culturele en Kunstzinnige Vorming, resp. Culturele en Kunstzinnige Vorming 1 en het deelvak Lichamelijke Opvoeding 1 uit het gemeenschappelijke deel. 6. Herkansing 6.1. Uitstel toetsen schoolexamen HAVO-VWO De locatiedirecteur beslist over het verzoek tot uitstel van een toets. Een kandidaat komt voor uitstel van (een deel van) het schoolexamen in aanmerking: als hij op de dag dat de toets wordt afgelegd, ziek is. als een andere dwingende reden uitstel rechtvaardigt. De ouders of voogden van de zieke of de zieke meerderjarige kandidaat zelf stellen in een zo vroeg mogelijk stadium de school telefonisch op de hoogte. Een schriftelijke bevestiging dient binnen twee dagen te volgen. De locatiedirecteur kan bij ziekte de ouders of de meerderjarige kandidaat verzoeken een arts te consulteren die door de centrale directie daarvoor speciaal is aangewezen. De locatiedirecteur stelt het tijdstip vast, waarop de uitgestelde toets wordt ingehaald Herkansing toetsen HAVO-VWO In het examenjaar mag bij 3 vakken één cijfer vervangen worden door het gemiddelde cijfer van de toetsen. Het gemiddelde cijfer heeft dezelfde weging als die van het cijfer waarvoor het in de plaats komt. De PO( s) telt/tellen niet mee bij het vervangend cijfer en kunnen zelf ook niet door een gemiddelde vervangen worden. Het vervangende cijfer is het gemiddelde van alle T- toetsen (exclusief de PO indien die als toets in het PTA staat) inclusief het cijfer dat vervangen wordt. 4

5 7. Herexamen schoolexamen HAVO en VWO De kandidaat kan voor een vak, waarvoor het cijfer van het schoolexamen tevens eindcijfer is, een (deel van het) schoolexamen opnieuw afleggen. Het herexamen omvat een deel van of het gehele examenprogramma, te bepalen door de rector. De volgende herexamens zijn mogelijk: op HAVO de vakken: Informatica, Wiskunde D en Maatschappijleer. op VWO: de vakken Maatschappijleer, Informatica, Wiskunde D en ANW. De hoogste van de cijfers, behaald bij het herexamen en bij de eerder afgelegde toets van het schoolexamen, geldt als definitief cijfer voor de toets. De locatiedirecteur stelt het tijdstip vast, waarop het herexamen plaatsvindt. 8. Bezwaren Indien een kandidaat bezwaren heeft tegen de uitslag van een toets, kan hij deze binnen 3 dagen na de uitslag schriftelijk indienen bij de locatiedirecteur, die over de gegrondheid van de klacht beslist na de betrokken kandidaat, de examinator en eventuele bijzitters en/of surveillanten gehoord te hebben. In dit geval kunnen vakdeskundigen geraadpleegd worden. Alle beslissingen worden schriftelijk vastgesteld en ter kennis gebracht aan alle betrokken examinatoren, de betrokken leerling en zijn ouders. 9. Examendossier Het resultaat van het schoolexamen voor het HAVO en VWO wordt vastgelegd in een examendossier. In ieder geval bevat het dossier de in het PTA aangegeven onderdelen met de daarvoor behaalde cijfers/beoordelingen. 10. Het Centraal Examen(CE) Het CE wordt afgenomen op door de Minister van Onderwijs en Wetenschappen vastgestelde data en in één of meer daarvoor door de locatiedirecteur aangewezen lokalen De kandidaten maken het werk onder toezicht van zoveel personeelsleden van de school als voor een zorgvuldig verloop van het examen noodzakelijk is; het toezicht wordt nader geregeld in een door de locatiedirecteur op te stellen surveillancerooster Over het verloop van het examen wordt een door de toezichthouder ondertekend proces-verbaal opgemaakt. In dit proces-verbaal worden tenminste vermeld: de namen van de kandidaten, de namen van de toezichthouders, datum, begin- en eindtijd van het examen, het geëxamineerde vak, binnenkomst- en vertrektijden van de kandidaten, als deze afwijken van de begin- en eindtijd van het examen, en alle bijzondere gebeurtenissen die van belang zijn met het oog op de bij het afnemen van het examen vereiste zorgvuldigheid. 5

6 10.4. Vóór aanvang van het examen in enig vak leest één van de toezichthouders de op de enveloppe met examenopgaven vermelde tekst voor. Bij de aanvang opent hij in aanwezigheid van de kandidaten de enveloppe. Als de kandidaten bij het examen in meer dan één lokaal ondergebracht zijn, geschiedt voorlezen en openen in één van deze, door de rector aan te wijzen, lokalen. Als en voorzover dislocatie tot gevolg heeft, dat de kandidaten de opgaven later in hun bezit krijgen, kan de gemiste tijd aan het einde van de zitting worden ingehaald Onmiddellijk nadat de enveloppe geopend is, worden de opgaven rondgedeeld. Onder het uitdelen wordt een volledig stilzwijgen bewaard De aan de kandidaten voorgelegde opgaven voor een toets van het CE blijven in het examenlokaal tot aan het einde van die toets. Bij ministeriële regeling is het mogelijk dat dit voorschrift wordt aangepast in zoverre dat de examenopgaven en de door de kandidaten gemaakte aantekeningen buiten de examenzalen geheim blijven tot een nader te bepalen tijdstip. Bij die regeling wordt aangeven wanneer de opgaven en de aantekeningen aan de kandidaten kunnen worden teruggegeven Een kandidaat die te laat komt, mag uiterlijk tot een half uur na het tijdstip van opening van de enveloppe tot het examenlokaal worden toegelaten. Hij levert zijn werk in op het tijdstip dat voor de andere kandidaten geldt. Alleen in geval van duidelijke overmacht kan de locatiedirecteur bij wijze van uitzondering besluiten de gemiste tijd te laten inhalen In het eerste tijdvak is het de kandidaat niet toegestaan vóór de sluitingstijd van een examenzitting het lokaal te verlaten. In het tweede tijdvak kan hiervan worden afgeweken Aan het einde van een examenzitting levert de kandidaat het gemaakte werk in bij een der toezichthouders (eventueel ook de opgaven, examenwerk in klad en aantekeningen). Vervolgens controleert één der toezichthouders, of alle kandidaten hun werk hebben ingeleverd. Pas wanneer daartoe een teken gegeven is, mogen de kandidaten van hun plaats opstaan en het examenlokaal verlaten Na afloop van het examen wordt het gemaakt examenwerk tezamen met het proces-verbaal aan de coördinator van de eindexamens ter hand gesteld In het examenlokaal is een instructie voor toezichthouders aanwezig, waarin o.a. de bepalingen zijn opgenomen dat het een toezichthouder niet is toegestaan tijdens het toezicht andere werkzaamheden te verrichten en/of te roken. 6

7 11. Nadere aanwijzingen voor het examen Het werk wordt gemaakt op door de school verstrekt papier, tenzij door de commissie, belast met de vaststelling van opgaven, ander papier is verstrekt. Ook het kladpapier wordt door de school verstrekt De kandidaat plaatst zijn naam en examennummer op het in lid 1 bedoelde papier Omtrent de opgaven worden geen mededelingen of inlichtingen van welke aard of door wie ook aan de kandidaten verstrekt, behalve de officiële CEVO-mededelingen Het gebruik van boeken, logaritmentafels, tabellen en andere hulpmiddelen is de kandidaat verboden met uitzondering van die waarvan het gebruik door de commissie, belast met de vaststelling der opgaven, is toegestaan. Uitsluitend deze boeken en hulpmiddelen, alsmede het voor het maken van het examenwerk benodigde schrijfgerei mogen door de kandidaten meegenomen worden in het examenlokaal. Deze boeken, logaritmentafels, tabellen en andere hulpmiddelen worden in het examenlokaal door de toezichthouder gecontroleerd Het schrijven met potlood en het gebruik van tipp-ex (pen) is niet toegestaan. Van electronische rekenapparaten moet de hoes thuisgelaten worden. Ook walkmans, discmans, maar ook (mobiele) telefoons e.d. moeten thuisgelaten worden Een kandidaat die tijdens een zitting onwel wordt, kan onder begeleiding van een toezichthouder het examenlokaal verlaten. Na overleg met de kandidaat beslist de locatiedirecteur, of de kandidaat na enige tijd het werk kan hervatten. Hervat een kandidaat na enige tijd het werk, dan kan de locatiedirecteur bepalen, of de gemiste tijd of een deel daarvan aan het einde van de zitting wordt ingehaald. Hervat een kandidaat het werk niet, dan kan de locatiedirecteur, indien mogelijk na het horen van de kandidaat, doch uiterlijk vóór het einde van de zitting, bepalen dat het door de kandidaat gemaakte werk niet als examenwerk wordt aangemerkt. De kandidaat wordt dan geacht om een geldige reden verhinderd te zijn geweest aan het desbetreffende onderdeel deel te nemen Ziekte of een andere vorm van overmacht moet vóór de aanvang van een examenzitting gemeld worden bij de locatiedirecteur. Een mondelinge mededeling moet zo spoedig mogelijk schriftelijk bevestigd worden door de ouders, voogden of verzorgers. De locatiedirecteur bepaalt of de opgegeven reden of redenen aangemerkt kunnen worden als geldige reden bedoeld in art.45 van het Eindexamenbesluit VWO-HAVO-MAVO-VBO Het niet deelnemen aan één of twee onderdelen van het examen houdt automatisch in, dat de kandidaat verwezen moet worden naar het tweede tijdvak Indien een kandidaat niet in staat is het examen in het tweede tijdvak te voltooien (a. omdat hij in 7

8 het tweede tijdvak ziek is, of b. omdat hij in het eerste tijdvak meer dan twee examenzittingen verzuimd heeft), wordt hij in de gelegenheid gesteld het centraal examen te voltooien in het derde tijdvak ten overstaan van de staatsexamencommissie. In dit geval meldt de kandidaat zich zo spoedig mogelijk (vóór een door de minister te bepalen tijdstip, begin juli) door tussenkomst van de locatiedirecteur aan bij de voorzitter van de desbetreffende staatsexamencommissie. De locatiedirecteur deelt aan de staatsexamencommissie mee welke cijfers de kandidaat voor het schoolexamen en het eventueel reeds afgelegde gedeelte van het centraal examen heeft behaald. 12. Afwikkeling van het examen Berekening van het schoolexamencijfer Middels de gebruikelijke afrondingsregels wordt de eerste decimaal met 1 verhoogd, als de tweede decimaal 5 of hoger is Bij vakken met praktische opdrachten wordt als volgt met de weging omgegaan: eerst wordt het gemiddelde van de T s berekend in 1 decimaal en het gemiddelde van de Po s in 1 decimaal. Vervolgens wordt in de voorgeschreven verhouding tussen T en Po het eindcijfer in 1 decimaal berekend. Correctie centraal examen De coördinator van de eindexamens doet het gemaakte werk met een exemplaar van de opgaven, de correctievoorschriften, de regels voor het bepalen van de score en het procesverbaal toekomen aan de examinator in het desbetreffende vak. Deze kijkt het werk na en overhandigt het met zijn beoordeling weer aan de coördinator. De examinator past bij zijn beoordeling de voorschriften toe alsmede de regels voor het bepalen van de score die zijn voorgeschreven door de CEVO De coördinator doet de van de examinator ontvangen stukken met een exemplaar van de opgaven, de correctievoorschriften, de regels voor het bepalen van de score en het procesverbaal onverwijld aan de tweede corrector (gecommitteerde) toekomen De tweede corrector beoordeelt het werk zo spoedig mogelijk en past bij zijn beoordeling de regels voor het bepalen van de score toe De examinator en de tweede corrector stellen in onderling overleg de score voor het centraal examen vast Komen zij daarbij niet tot overeenstemming, dan wordt de score bepaald op het rekenkundig gemiddelde van de door ieder van hen voorgestelde score. Indien het gemiddelde, bedoeld in de vorige volzin, een score is die als tweede decimaal een 5 heeft, wordt de eerste decimaal met 1 verhoogd. 8

9 12.8. De omrekening van de score CE naar het cijfer CE komt tot stand door toepassing van de normeringen van de CEVO. 13. Eindcijfer eindexamen Het eindcijfer voor alle vakken van het eindexamen wordt uitgedrukt in een geheel cijfer uit de reeks 1 tot en met De examinator bepaalt het eindcijfer (SE+CE) voor een vak op het rekenkundig gemiddelde van het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen. Is dit gemiddelde niet een geheel getal, dan wordt het, indien de cijfers achter de komma 45 of minder zijn, naar beneden afgerond en, indien deze 50 of meer zijn, naar boven afgrond Indien in een vak alleen een schoolexamen is gehouden, dan is het cijfer voor het schoolexamen tevens het eindcijfer. 14. Vaststelling uitslag De locatiedirecteur en de coördinator van het eindexamen stellen de uitslag vast Indien dat nodig is om de kandidaat te laten slagen, betrekken de locatiedirecteur en de coördinator van het eindexamen één of meer eindcijfers van de vakken niet bij de bepaling van de definitieve uitslag. De overgebleven vakken dienen een eindexamen te vormen als bedoeld in het examenbesluit. 15. Uitslag HAVO/VWO Een HAVO-leerling heeft 8 cijfers die meewegen in de slaag/zakregeling: Nederlands, Engels, 4 profielvakken, een vak in de vrije ruimte en het combinatiecijfer. Op het VWO komt daar wat betreft het Atheneum de 2 de moderne vreemde taal bij en wat betreft het Gymnasium een Klassieke Taal: in z n geheel 9 vakken. Op de HAVO worden de cijfers voor maatschappijleer en voor het profielwerkstuk samengevoegd tot één cijfer; dit wordt het combicijfer genoemd en telt als zodanig als één cijfer mee voor de bepaling van de uitslag.. Op het VWO komt daar nog ANW bij. Een kandidaat is geslaagd als: - alle eindcijfers 6 of hoger zijn, of - er 1x5 behaald is en voor de overige vakken een 6 of hoger, of - er 1x4 of 2x5 of 1x5 en 1x4 is behaald en voor de overige vakken een 6 of hoger, waarbij het gemiddelde minstens 6,0 is. CKV en LO moeten gewaardeerd zijn als voldoende of goed. 9

10 Voor geen enkel vak mag het eindcijfer lager zijn dan een 4. Dat geldt ook voor de vakken in het combinatiecijfer. Voor een VWO-leerling met een diploma HAVO wordt het cijfer maatschappijleer behaald op het HAVO beschouwd als het VWO-cijfer maatschappijleer; dit geldt tenzij de leerling het vak over wil doen. 16. Recht op inzage bij het centraal examen Elke kandidaat heeft het recht van inzage in zijn examenwerk. Om van dit recht gebruik te kunnen maken wordt een verzoek gericht aan de locatiedirecteur. De wijze waarop deze inzage geregeld is, staat beschreven in het protocol Inzage centraal examen Het protocol kan worden opgevraagd bij de examencoördinator. 17. Herkansing centraal examen a. elke kandidaat heeft het recht, nadat de uitslag is vastgesteld, deel te nemen aan de herkansing in één vak. Deze herkansing vindt plaats in het tweede tijdvak of als artikel 45, eerste lid Eindexamenbesluit) van toepassing is in het derde tijdvak; b. het hoogste van de cijfers, behaald bij de herkansing en bij het eerder afgelegde centraal examen, geldt als definitief cijfer voor het centraal examen; a. de kandidaat doet een schriftelijk verzoek tot herkansing aan de locatiedirecteur vóór een door de locatiedirecteur te bepalen dag en tijdstip. Hij geeft daarbij aan, in welk vak hij wil herkansen. Door het vragen van een herkansing wordt de uitslag een voorlopige uitslag. De kandidaten die herkansing vragen leveren de cijferlijst en de gewaarmerkte kopieën in bij de onderwijsadministratie. Na afloop van de herkansing wordt de uitslag definitief vastgesteld. 18. Diploma en cijferlijst De locatiedirecteur reikt, op grond van de definitieve uitslag, aan elke kandidaat die eindexamen heeft afgelegd een lijst uit waarop zijn vermeld: de cijfers voor het schoolexamen, indien dat zich voordoet volgens welk programma elk vak is geëxamineerd en de cijfers voor het centraal examen, de eindcijfers voor de examenvakken, alsmede de uitslag van het examen. De locatiedirecteur reikt, op grond van de definitieve uitslag, aan elke voor het eindexamen geslaagde kandidaat een diploma uit. Daarop staat daarop vermeld, volgens welke leerweg, resp. welk profiel de kandidaat het examen aflegt. Duplicaten van diploma s worden niet uitgereikt. Indien een kandidaat examen heeft afgelegd in méér dan het voorgeschreven aantal vakken, worden de eindcijfers van de vakken, die niet bij de bepaling van de uitslag zijn betrokken, vermeld op de cijferlijst, tenzij de kandidaat daartegen bezwaar heeft. De locatiedirecteur en de secretaris van het eindexamen tekenen de diploma s en de cijferlijsten. 19. Certificaten De definitief voor het eindexamen afgewezen kandidaat, die de school verlaat, kan zijn cijferlijst tevens gebruiken als certificatenlijst. 10

11 20. Gegevensverstrekking aan de Minister Zo spoedig mogelijk na de vaststelling van de uitslag stuurt de centrale directie aan de Minister en aan de inspectie een lijst waarop voor alle kandidaten zijn vermeld: de vakken waarin examen is afgelegd; de cijfers van het schoolexamen; de cijfers van het centraal examen; de eindcijfers; de uitslag van het examen of het deelexamen. 21. Bewaren examenwerk Het werk van het schoolexamen en het centraal examen der kandidaten en hun examendossier wordt tenminste tot 1 januari van het kalenderjaar na de vaststelling van de uitslag bewaard door de locatiedirecteur. Inzage is uitsluitend mogelijk op school voor de betreffende leerling onder toezicht van de locatiedirecteur. Tevens worden bewaard de in artikel 19 genoemde lijst en een volledig stel van de bij het centrale examen gebruikte opgaven. 22. Afwijking wijze van examineren De locatiedirecteur kan toestaan dat een gehandicapte kandidaat het examen geheel of gedeeltelijk aflegt op een wijze die is aangepast aan de mogelijkheden van die kandidaat. In dat geval bepaalt de locatiedirecteur de wijze waarop het examen zal worden afgelegd. Hij doet hiervan zo spoedig mogelijk mededeling aan de inspectie. De locatiedirecteur kan in verband met onvoldoende beheersing van de Nederlandse taal afwijken van de voorschriften gegeven bij of krachtens dit besluit, ten aanzien van een kandidaat die met inbegrip van het schooljaar waarin hij eindexamen aflegt, ten hoogste zes jaren onderwijs in Nederland heeft gevolgd en voor wie het Nederlands niet de moedertaal is. De in de eerste volzin bedoelde afwijking kan betrekking hebben op: het vak Nederlands; enig ander vak waarbij het gebruik van de Nederlandse taal van overwegende betekenis is. 23. Spreiding examen dagschool De locatiedirecteur kan, de inspectie gehoord hebbend, toestaan dat ten aanzien van kandidaten die in het laatste leerjaar langdurig ziek zijn en ten aanzien van kandidaten die lange tijd, ten gevolge van bijzondere van de wil van de kandidaat onafhankelijke omstandigheden, niet in staat zijn geweest onderwijs in het laatste leerjaar te volgen, het eindexamen gespreid over twee schooljaren worden afgenomen. 24. Slotbepaling In alle gevallen geldt het gewijzigde Inrichtingsbesluit en het gewijzigde Eindexamenbesluit van 15 november 1997 en daarop aangebrachte aanvullingen/wijzigingen. 11

12 12