FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 3 Datum: 15 april 2016

Transcriptie

1 FAILLISSEMENTSVERSLAG Nummer: 3 Datum: 15 april 2016 Gegevens onderneming : MT Milano Holding B.V., statutair gevestigd te Elspeet en kantoorhoudende te (3846 AL) Harderwijk aan de Pascalstraat 7C, KvK-nummer: Faillissementsnummer : C/05/15/743 F Datum uitspraak : 15 september 2015 Curator : mr. I.J.M. Willems Rechter-commissaris : mr. J.A. Verspui Activiteiten onderneming : Volgens de bedrijfsomschrijving in het handelsregister: Groothandel in bovenkleding. Detailhandel via postorder en internet in kleding en mode-artikelen. Omzetgegevens : Niet bekend. Personeel gemiddeld aantal : 1 werkzame persoon (volgens uittreksel Kamer van Koophandel) Verslagperiode : 15 januari 2016 t/m 15 april 2016 Bestede uren in verslagperiode : 14,3 uren Bestede uren totaal : 67,4 uren Faillissementsactief einde verslagperiode : 830, Inventarisatie 1.1 Directie en organisatie De curator verwijst naar verslag 1, waarin is ingegaan op de directie en organisatie van de besloten vennootschap MT Milano Holding B.V., hierna genoemd: gefailleerde. 1.2 Winst en verlies Verslag 3: De curator verwijst naar hetgeen zij heeft vermeld in de voorgaande verslagen. 1.3 Balanstotaal Verslag 3: De curator verwijst naar hetgeen zij heeft vermeld in de voorgaande verslagen. 1.4 Lopende procedures Er waren per datum faillissement voor zover de curator bekend geen lopende procedures aanhangig.

2 1.5 Verzekeringen Verslag 3: Er wordt verwezen naar voorgaande verslagen. Alle lopende verzekeringen ten name van gefailleerde zijn beëindigd tegen de vroegst mogelijke datum. Dit heeft niet geleid tot een premierestitutie. 1.6 Huur Afgewikkeld. De curator is met de verhuurder overeengekomen dat de huurovereenkomst ter zake van de bedrijfsruimte, gelegen te (3846 AL) Harderwijk aan de Pascalstraat 7c, met terugwerkende kracht per datum faillissement is beëindigd. Voor nadere informatie verwijst de curator naar verslag Oorzaken en achtergronden faillissement Verslag 3: In de voorgaande verslagen is de curator relatief uitgebreid ingegaan op feiten en omstandigheden die een mogelijke oorzaak van het faillissement zouden kunnen zijn. Naar de mening van de curator zou, in aansluiting op hetgeen is aangegeven in verslag 2, daaraan worden toegevoegd dat de (administratieve en financiële) verwevenheid tussen enerzijds gefailleerde en haar dochter Milano Fashion B.V. en anderzijds gefailleerde en de eenmanszaak van haar middellijk bestuurder, Van den Brink Fashion, aanvullend een oorzaak kunnen zijn van het faillissement van gefailleerde. Concrete aanwijzingen zijn daarvoor echter niet aangetroffen. Verwezen wordt tevens naar volgnummer 7.5. Gelet op het vorenstaande zal dit onderwerp in de komende verslagen niet meer aan de orde komen. 2. Personeel 2.1 Aantal ten tijde van faillissement Ten tijde van het faillissement waren er geen werknemers in dienst van gefailleerde. 2.2 Aantal in jaar voor faillissement Volgens opgave door de bestuurder was een jaar voorafgaand aan het faillissement één werknemer in dienst van gefailleerde. Uit het publicatierapport inzake de jaarrekening 2013 volgt dat er gedurende de boekjaren 2012 en 2013 één werknemer in dienst was op basis van een volledig dienstverband. 2.3 Datum ontslagaanzegging Dit is niet van toepassing. 2

3 3. Activa Onroerende zaken 3.1 t/m 3.4 Beschrijving, verkoopopbrengst, hoogte hypotheek, boedelbijdrage De gefailleerde bezat voor zover bekend geen onroerende zaken. Bedrijfsmiddelen 3.5 Beschrijving Verslag 3: Ten aanzien van de bedrijfsmiddelen die de curator heeft aangetroffen verwijst de curator naar verslagen 1 en 2. In verslagperiode 3 vond de afhandeling van de afspraken plaats ter zake van de bedrijfsauto van gefailleerde die zich bevond bij een garagebedrijf in Duitsland. De curator verwijst verder naar volgnummer 5.7 inzake retentierechten. 3.6 Verkoopopbrengst Verslag 3: In verslagperiode 3 werd de koopsom voor de inventaris ad 150,- (exclusief BTW) voldaan. 3.7 Boedelbijdrage Met de pandhouder (bank) is een boedelbijdrage afgesproken ad 10% van de opbrengst, een en ander conform de separatistenregeling. 3.8 Bodemvoorrecht fiscus De inventaris behoort tot de bodemzaken overeenkomstig het bepaalde in artikel 21 jo. 22 lid 3 Invorderingswet De curator zal indien nodig opkomen voor de rechten van de Belastingdienst op grond van haar bodemvoorrecht zoals bedoeld in artikel 57 lid 3 Faillissementswet. Verslag 3: In verslagperiode 3 zijn alle werkzaamheden ten aanzien van de bedrijfsmiddelen afgerond. Voorraden (a)/ onderhanden werk (b) 3.9 Beschrijving a. Voorraden 3

4 Verslag 3: Ten aanzien van de geringe voorraad die de curator heeft aangetroffen in de bedrijfsruimte van gefailleerde en de afhandeling daarvan verwijst de curator kortheidshalve naar de voorgaande verslagen. b. Onderhanden werk 3.10 Verkoopopbrengst a. Voorraden Verslag 3: In verslagperiode 3 werd de koopsom voor de voorraden ad 250,- (exclusief BTW) voldaan. b. Onderhanden werk 3.11 Boedelbijdrage Met de pandhouder (bank) is een boedelbijdrage afgesproken ad 10% van de opbrenst, een en ander conform de separatistenregeling. Verslag 3: In verslagperiode 3 zijn alle werkzaamheden van de curator ten aanzien van het onderwerp voorraden afgerond. Andere activa 3.12 en 3.13 Beschrijving en verkoopopbrengst Niet aan de orde. 4. Debiteuren 4.1 t/m 4.3 Omvang debiteuren, opbrengst en boedelbijdrage Verslag 3: Ten aanzien van dit onderwerp verwijst de curator naar de voorgaande verslagen. Afgerond. 4

5 5. Bank / Zekerheden 5.1 Vordering van bank(en) Verslag 3: a. In verslagperiode 3 is de vordering van de huisbankier van gefailleerde, Rabobank Noord Veluwe, hierna aangeduid als de bank, welke oorspronkelijk groot was ,05, verminderd tot een totaalbedrag ad ,71. Deze (verdere) vermindering van de vordering van de bank is een gevolg van de voldoening door de heer H. van den Brink aan zijn verplichtingen uit hoofde van zijn borgtocht. De curator verwijst daarvoor naar hetgeen is aangegeven onder verslag 2. De bank had als zekerheid tevens een borgstelling ontvangen verleend door de middellijk bestuurder van gefailleerde, de heer M. van den Brink. In verslagperiode 3 heeft de heer Van den Brink met de bank afgesproken dat hij de voorraden in zijn eensmanszaak ten behoeve van de bank zou gaan uitverkopen, alsmede dat de opbrengsten die daarmee zouden worden gegenereerd zouden worden aangewend tot voldoening van zijn voornoemde borgtochtverplichting. Daarnaast werd in verslagperiode 3 de opbrengst na verkoop van de verpande voorraad onder aftrek van de overeengekomen boedelbijdrage aan de bank voldaan ad totaal 209,75. b. Daarnaast waren ten name van gefailleerde een betaalrekening en een spaarrekening gesteld bij ING Bank N.V. Deze bank heeft een vordering aangemeld van totaal 98,95 ter zake van het tekort op de betaalrekening. Het saldo op de spaarrekening was op datum faillissement nihil. 5.2 Leasecontracten De curator heeft geen leasovereenkomsten aangetroffen. 5.3 Beschrijving zekerheden De door gefailleerde aan de bank gestelde zekerheid bestaat uit: - Verpanding inventaris; - Verpanding van transportmiddelen; - Verpanding van voorraden; - Verpanding van vorderingen op derden. 5.4 Separatistenpositie Het pandrecht van bank is door de curator onderzocht en erkend. 5.5 Boedelbijdragen Met de pandhouder (bank) is een boedelbijdrage afgesproken ad 10% van de opbrengst, een en ander conform de separatistenregeling. 5

6 5.6 Eigendomsvoorbehoud Er is geen beroep gedaan op een eigendomsvoorbehoud. 5.7 Retentierechten Verslag 3: Een garagebedrijf in Duitsland, alwaar de bedrijfsauto van gefailleerde zich op datum faillissement bevond, had een beroep gedaan op retentierecht. Voor een uitvoerige beschrijving van de door haar aangemelde vordering (welke gedeeltelijk is betwist), alsmede de voorgestelde wijze van afhandeling door de curator van het retentierecht wordt verwezen naar voorgaande verslagen. In verslagperiode 3 werd de afhandeling afgerond. Met de koopsom van de bedrijfsauto werd de reparatiefactuur van het garagebedrijf ad 2.480,76 vermeerderd met rente gereduceerd tot nihil. Deze erkende vordering is derhalve van de lijst met voorlopig erkende concurrente crediteuren verwijderd. De afwikkeling van het retentierecht had onverhoopt door allerlei omstandigheden meer voeten in aarde dan gehoopt. De curator heeft een boedelbijdrage van het garagebedrijf bedongen en voldaan gekregen ad 200, Reclamerechten Er is geen beroep gedaan op een recht van reclame. Verslag 3: Afgerond. 6. Doorstart / voortzetten Voortzetten 6.1 en 6.2 Exploitatie / zekerheden en financiële verslaglegging Voor datum faillissement waren, naar eigen zeggen door de bestuurder van gefailleerde, alle bedrijfsactiviteiten van gefailleerde gestaakt. Doorstart 6.3 Beschrijving Er heeft zich geen serieus gegadigde gemeld bij de curator die de activiteiten van gefailleerde in het kader van een doorstart wilde voortzetten. 6.4 t/m 6.6 Verantwoording, opbrengst en boedelbijdrage 6

7 7. Rechtmatigheid 7.1 Boekhoudplicht Er is een matig bijgehouden boekhouding aangetroffen. 7.2 Depot jaarrekeningen De jaarrekening 2012 en het publicatierapport inzake de jaarrekening 2013 zijn in het bezit van de curator. De jaarrekening over het boekjaar 2013 van gefailleerde werd op 8 december 2014 gedeponeerd. De jaarrekening over het boekjaar 2012 werd op 24 juni 2013 gedeponeerd. 7.3 Goedkeuringsverklaring accountant Niet aan de orde. 7.4 Stortingsverplichting aandelen 7.5 Onbehoorlijk bestuur Verslag 3: De curator heeft geen concrete aanknopingspunten gevonden op basis waarvan zou kunnen worden gesteld dat onbehoorlijk bestuurlijk handelen aan de orde is. Tot heden is daarvan derhalve niet gebleken. 7.6 Paulianeus handelen Verslag 3: Van enig paulianeus handelen is tot heden geen sprake. Verslag 3: Afgerond. 8. Crediteuren 8.1 Boedelvorderingen Naast de faillissementskosten (waaronder salaris curator) zijn er op dit moment geen andere boedelvorderingen. 8.2 Preferente vordering van de fiscus De fiscus heeft een vordering aangemeld ad totaal 1.187,00. Deze vordering heeft betrekking op loonheffingen en kosten, alsmede omzetbelasting. 7

8 8.3 Preferente vordering van het UWV 8.4 Andere preferente crediteuren Er zijn op dit moment geen andere preferente crediteuren bekend. 8.5 Aantal concurrente crediteuren Verslag 3: 9. In verslagperiode 3 is de concurrente vordering van de bank als gevolg van mutaties op basis van de borgtocht door de middellijk bestuurder van gefailleerde verder verminderd. De curator verwijst naar hetgeen is opgemerkt onder volgnummer 5.1. Daarnaast is de erkende concurrente vordering van garage Herbrand GmbH als gevolg van verkoop van de bedrijfsauto gereduceerd tot nihil. De curator verwijst naar hetgeen is aangegeven onder volgnummer Bedrag concurrente crediteuren Verslag 3: Totaal ,50. Zie volgnummer Verwachte wijze van afwikkeling Zie volgnummer 10.1 en Bij de ABN AMRO Bank N.V. is voor gefailleerde een boedelrekening geopend met nummer NL27 ABNA Verslag 3: Het saldo op de boedelrekening bedraagt heden 830,36. Voortgang inventariseren en beoordelen. 9. Procedures De curator verwijst naar volgnummer Overig 10.1 Termijn afwikkeling faillissement Verslag 3: Alle werkzaamheden in dit faillissement zijn door de curator afgerond. Dit faillissement zal thans aan de rechter-commissaris worden voorgedragen voor beëindiging Plan van aanpak Verslag 3: Gelet op de hoogte van het op de boedelrekening aanwezige boedelactief, zal het faillissement worden beëindigd op grond van het bepaalde in artikel 16 Faillissementswet, dat wil zeggen een opheffing wegens gebrek aan baten. 8

9 10.3 Indiening volgend verslag 15 juli 2016, tenzij het faillissement dan is beëindigd op grond van artikel 16 Faillissementswet. In dat geval dient dit verslag te woren beschouwd als een eindverslag. De curator verwijst naar hetgeen is opgemerkt onder volgnummer 10.2 (plan van aanpak). Apeldoorn, 15 april 2016 I.J.M. Willems curator 9