Beroep De verplichtingen van externe accountants en belastingconsulenten inzake de bestrijding van witwassen na de Wet van 18 januari 2010

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Beroep De verplichtingen van externe accountants en belastingconsulenten inzake de bestrijding van witwassen na de Wet van 18 januari 2010"

Transcriptie

1 Driemaandelijks tijdschrift van het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Nr. 4 / 2010 Beroep De verplichtingen van externe accountants en belastingconsulenten inzake de bestrijding van witwassen na de Wet van 18 januari 2010 Beroep Renaissance Building: de nieuwe thuishaven van het IAB en het IBR Beroep Studievoormiddag van 30/09/2010 De nieuwe aansprakelijkheidsregeling voor economische beroepen: rechtspersonen en natuurlijke personen Fiscaliteit Energiefiscaliteit Trends Waarom duurt de crisis zo lang? Beroep Viering beroepsverenigingen AFGIFTEKANTOOR: 3000 LEUVEN I P IEC-IAB E. Jacqmainlaan 135/2 BE-1000 BRUSSEL De bestrijding van witwassen na de Wet van 18 januari 2010

2 Inhoud Accountancy&Tax Driemaandelijks tijdschrift van het IAB nr. 4 / 2010 ADMINISTRATIE EN REDACTIE IAB, Emile Jacqmainlaan 135/2, 1000 Brussel Tel.: Fax: info@iec-iab.be REDACTIECOÖRDINATOR M. Tilmant m.tilmant@iec-iab.be REDACTIECOMITÉ E. Basso, A. Bert, J. Colson, J. De Blay, A. Faljaoui, S. Ghilain, N. Hormans, C. Janssens, J.-L. Kilesse, R. Lassaux, E. Steghers, M. Tilmant, B. Vanderstichelen, K. Vandriessche UITGEVERS Intersentia, Groenstraat 31, 2640 Mortsel Anthemis, Chemin du Cyclotron 6, 1348 Louvain-la-Neuve ILLUSTRATOR COVER Rosemarie De Vos VERANTWOORDELIJKE UITGEVER A. Bert, Emile Jacqmainlaan 135/2, 1000 Brussel ISSN MEDEDELING VOOR DE LEZERS De auteurs, het redactiecomité en de uitgever streven naar betrouwbaarheid van de gepubliceerde informatie, waarvoor ze echter niet aansprakelijk kunnen worden gesteld. De opinieartikelen vertegenwoordigen de inzichten en mening van auteurs en dus niet noodzakelijk die van het Instituut of van het redactiecomité. Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten (IAB) Opgericht bij Wetten van 21 februari 1985 en 22 april Editoriaal Beroep De verplichtingen van externe accountants en belastingconsulenten inzake de bestrijding van witwassen na de Wet van 18 januari 2010 Jan Van Droogbroeck Beroep Renaissance Building: de nieuwe thuishaven van het IAB en het IBR Fabienne Cleymans Beroep Studievoormiddag van 30/09/2010 De nieuwe aansprakelijkheidsregeling voor economische beroepen: rechtspersonen en natuurlijke personen Sandrine Ghilain Fiscaliteit Energiefiscaliteit Jean Schellekens Trends Waarom duurt de crisis zo lang? Amid Faljaoui Beroep Viering beroepsverenigingen IAB in t kort Wetgeving IAB-info flashback UITVOEREND COMITÉ Voorzitter: A. Bert Ondervoorzitter: B. Vanderstichelen Secretaris-penningmeester: J. De Blay Secretaris: J.-L. Kilesse Leden: E. Degrève, B. Van Coile 50 Vakliteratuur RAAD Voorzitter: A. Bert Ondervoorzitter: B. Vanderstichelen Leden: J. Baeten, L. Ceulemans, M. Claes, C. Cloquet, J. De Blay, E. Degrève, J.-G. Didier, J. Hellin, J.-L. Kilesse, F. Schelfhaut, S. Troonbeeckx, B. Van Coile ALGEMEEN DIRECTEUR E. Steghers

3 EDITORIAAL Editoriaal Opnieuw is bijna een jaar verlopen. Afwisselend gunstige en minder gunstige berichten over de economische ontwikkeling en groei waren ons deel. De crisis in Ierland toont aan dat de financiële wereld zich nog niet hersteld heeft. De Ierse economie kende nochtans een forse ontwikkeling in de laatste decennia, mede door de lage aanslagvoet in de vennootschapsbelasting. Blijkbaar is dat geen bepalende factor om op termijn economische en financiële stabiliteit te garanderen. We constateren ook reeds enkele jaren dat IFAC (de Internationale Federatie van Accountants) meer en meer focust op de SME s en SMP s, de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en de Kleine en Middelgrote Praktijken (van Accountants). Er wordt aandacht besteed aan de specifieke problematiek die onderscheiden is van deze van de grote ondernemingen en de grote kantoren. Het is tevens een erkenning van het economisch belang dat zij vertegenwoordigen in de verschillende landen waar ook ter wereld. Wat opvalt is dat de Aziatische landen in volle ontwikkeling minder te lijden hebben gehad van de crisis. Wij waren in Kuala Lumpur voor het Wereldcongres van Accountants en hebben daar toch enkele vaststellingen kunnen doen. Het congres werd bijgewoond door deelnemers die moeiteloos werden opgevangen in het Kuala Lumpur Convention Center. Naast het groot aantal deelnemers uit Maleisië waren het vooral Afrikaanse deelnemers die prominent aanwezig waren, wat toch wijst op een sterke evolutie van het beroep in deze landen ten gevolge van een groeiend aantal ondernemingen en de aanpassing aan de internationale accountancy en auditreglementering. Een ander element dat de belangrijkheid van de emerging Asiatic countries onderstreepte was de ruime plaats die ingeruimd werd voor de bespreking van Islamic Finances, het ondernemen en bankieren volgens de regels van de Sharia of Islamitische wet. Ook de rol van de accountant in business (de interne accountant) geniet meer en meer waardering op de internationale discussiefora. De interne accountant als raadgever van de leiding van de onderneming, als behoeder van en medewerker aan de interne corporate governance, het ethisch ondernemen en als competente medestander inzake het duurzaam ondernemen. Dat duurzaam ondernemen was ten andere de rode draad doorheen het congres waarbij de prominente rol in dit proces voor de accountants steeds benadrukt werd. Ter compensatie van de ecologische voetafdruk die de congresdeelnemers nagelaten hebben, werd door IFAC in Maleisië 600 bomen geplant. André Bert, Voorzitter 2010/4 3

4

5 beroep De verplichtingen van externe accountants en belastingconsulenten inzake de bestrijding van witwassen na de Wet van 18 januari 2010 Jan Van Droogbroeck Jurist COIV 1 De Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, legt de externe leden van het IAB onder meer op om hun cliënten te identificeren en vermoedelijke witwasoperaties te melden aan de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI). Deze wet is ingrijpend gewijzigd bij Wet van 18 januari De wijzigingen zijn het gevolg van de omzetting van de derde Europese witwasrichtlijn van 26 oktober en de uitvoeringsrichtlijn 4 in het Belgische recht. De gewijzigde wetgeving trad in werking op 5 februari Deze bijdrage geeft een beknopt maar volledig overzicht van de verplichtingen die de externe accountants en de externe belastingconsulenten moeten naleven. Inleiding Een witwasoperatie impliceert de uitvoering van opeenvolgende transacties met de (geldelijke) opbrengst van een ander misdrijf om de illegale herkomst ervan te verbergen en het (legale) gebruik ervan mogelijk te maken. 56 De Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme (hierna AWW ) wil voorkomen dat een crimineel vermogen via een witwasoperatie de le- 3 Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 1 De auteur is jurist op arbeidsovereenkomst (parketjurist) bij het Centraal Orgaan voor de Inbeslagneming en de Verbeurdverklaring (COIV) en was voorheen lid van de juridische dienst van het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten (IAB). De standpunten die de auteur inneemt verbinden geenszins het Openbaar Ministerie, inclusief COIV, of het IAB. 2 Wet 18 januari 2010 tot wijziging van de Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, en het Wetboek van vennootschappen, BS 26 januari 2010, erratum, BS 29 oktober oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. 4 Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie van 1 augustus 2006 tot vaststelling van uitvoeringsmaatregelen van Richtlijn 2005/60/EG van het Europese Parlement en de Raad wat betreft de definitie van politiek prominente personen en wat betreft de technische criteria voor vereenvoudigde klantenonderzoeksprocedures en voor vrijstellingen op grond van occasionele of zeer beperkte financiële activiteiten. 5 J.-F. GODBILLE, Les aspects répressifs: l infraction de blanchiment dans le secteur financier in Blanchiment: situation des entreprises, organismes et leurs conseillers, Brussel, Kluwer, 2004, /4 5

6 beroep gale economie infiltreert (preventieve witwasbestrijding). Om dit doel te bereiken zijn bepaalde personen die beroepshalve in aanraking kunnen komen met vuil geld, wettelijk verplicht om de vermoedelijke (gepoogde) witwasoperaties die ze in de uitoefening van hun beroep hebben vastgesteld, te melden aan de overheid, meer bepaald de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI). De CFI zal de aangemelde transactie analyseren en indien er voldoende ernstige aanwijzingen van witwassen van geld bestaan, hiervan een verslag overmaken aan de procureur des Konings of de federale procureur. De gerechtelijke overheid kan daarna een strafonderzoek openen en onder meer de witgewassen illegale vermogensvoordelen in beslag nemen. De strafrechter kan de witwasser veroordelen wegens het misdrijf witwassen (art. 505 Sw.) en de verbeurdverklaring ten voordele van de Staat bevelen van alle goederen die betrokken waren bij de witwasoperatie. Indien de witwasser drugsgelden witwast via de aankoop van een onroerend goed, zal de rechter zowel de witgewassen gelden waarmee de koop is gefinancierd als het aangekochte onroerend goed verbeurd verklaren. Om het preventieve doel van de AWW te bereiken legt de wetgever aan de externe leden van het IAB de volgende maatregelen op: a) het verrichten van klantenonderzoeken: de identificatie van de cliënt, zijn eventuele lasthebbers en de uiteindelijke begunstigde van de cliënt (art. 7 en 8 AWW), de bewaring van de gegevens van de identificatie en de bewijsstukken gedurende een bepaalde termijn (art. 13 AWW), een bestendige waakzaamheid tegenover de uit te voeren opdrachten en verrichtingen en het opstellen van een schriftelijk verslag over verdachte transacties (art. 14 AWW); b) interne organisatie van het kantoor: ontwikkelen van interne controleprocedures (art. 16 AWW), het sensibiliseren van het personeel voor de witwasbestrijding via opleidingsprogramma s en het onderzoeken van de betrouwbaarheid van het aan te werven personeel (art. 17 AWW) en de aanstelling van een witwasverantwoordelijke door grote kantoren ( compliance-officer ) (art. 18 AWW); c) melding van vermoedelijke witwasoperaties aan de CFI (art AWW): alle externe accountants en externe belastingconsulenten, zowel fysieke personen als rechtspersonen (erkende professionele vennootschapen), die zijn ingeschreven op het tableau van de leden van het IAB, moeten de AWW naleven. Voor stagiairs of ereleden is dit niet het geval. Zij zijn immers niet ingeschreven op de deellijst van de externe accountants en belastingconsulenten van het IAB. Ook de interne accountants en de interne belastingconsulenten zijn niet gebonden door de verplichtingen van de AWW. De buitenlandse confraters die op basis van de Europese richtlijn erkenning beroepskwalificaties 6 gerechtigd zijn om tijdelijk en occasioneel de beroepswerkzaamheden van een extern accountant in België uit te oefenen, zijn wel onderworpen aan de AWW. Gedurende hun aanwezigheid in België en voor alles wat betrekking heeft op de uitvoering van professionele diensten in ons land zijn ze immers gehouden tot de naleving van de wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende de plichtenleer van de externe accountant, inclusief de verplichtingen van de AWW. 7 Alhoewel deze personen geen lid zijn van het IAB, staan ze wel onder het toezicht en de disciplinaire bevoegdheid van dit instituut bij de uitoefening van het beroep van externe accountant in België. De buitenlandse confraters die op basis van de Europese richtlijn erkenning beroepskwalificaties tijdelijk en occasioneel het beroep van extern accountant in België uitoefenen, moeten de verplichtingen van de Belgische antiwitwaswet naleven 6 Richtlijn 2005/36/EG van het Europees Parlement en de Raad van 7 september 2005 betreffende de erkenning van beroepskwalificaties, Pb. L. 30 september 2005, nr Art. 4 Wet 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, zoals gewijzigd bij art. 4 KB 19 november 2009 tot wijziging, wat de erkenning van sommige beroepskwalificaties betreft, van de Wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen, BS 7 december 2009, tweede editie /4

7 beroep De beroepsbeoefenaars verlenen hun volledige medewerking aan de toepassing van deze wet door alle nodige middelen in te zetten om daden van witwassen van geld te identificeren (art. 6 AWW). Het gaat hier om een middelenverbintenis en niet om een resultaatsverbintenis. 8 De wetgever heeft geopteerd voor een risicogeoriënteerde benadering bij het bestrijden van witwassen (risk-based approach). 9 De wettelijke verplichtingen zijn gemoduleerd in functie van het risico op witwassen, gelet op het profiel van de cliënt (client risk), de aard van de te leveren dienst of opdracht (service risk) en de landen waar de cliënt is gevestigd of van waaruit hij opereert (geographic of country risk). De risk-based approach (RBA) slaat vooral op de verplichtingen die verband houden met het uitvoeren van klantenonderzoeken en de organisatie van het kantoor (interne controleprocedures) (cf. infra). Wat de meldingsplicht betreft, is het niet toegelaten om de melding te laten afhangen van een inschatting van het risico op witwassen (risk assessment), het minste vermoeden van witwassen moet resulteren in een melding. 10 De wetgever heeft wel een uitgebreide meldingsplicht ingevoerd t.a.v. landen zonder of met een gebrekkige antiwitwaswetgeving (high-risk and non-cooperative jurisdictions) (art. 27 AWW). naars moeten naleven in het kader van de preventie van het witwassen van geld. 11 De Raad van het IAB stelt de toepassingsmodaliteiten vast van de wettelijke verplichtingen die de beroepsbeoefenaar moet naleven m.b.t. het klantenonderzoek en de interne organisatie van het kantoor Klantenonderzoek Identificatie van cliënt (art. 7 AWW) De overheid die bevoegd is voor de deontologische regulering van het beroep van accountant en belastingconsulent, met name de Raad van het IAB, stelt de toepassingsmodaliteiten vast voor de verplichtingen die betrekking hebben op het klantenonderzoek en de interne organisatie van het kantoor. Het IAB is verder ook bevoegd voor de controle op de naleving van deze verplichtingen door de beroepsbeoefenaars. Indien inbreuken zijn vastgesteld kunnen de tuchtgerechten bij het IAB de overtreder veroordelen tot een tuchtsanctie en/of een administratieve geldboete van 250 tot euro. Hierna volgt een beknopt en praktijkgericht overzicht van de diverse wettelijke verplichtingen die de beroepsbeoefe- 8 MvT bij het wetsontwerp tot wijziging van de Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, en het Wetboek van vennootschappen, Parl.St. Kamer , nr. 1988/1, Zie FINANCIAL ACTION TASK FORCE, Risk-Based Approach Guidance for Accountants, Te consulteren op de website van de FAG (www. fatf-gafi.org) of de CFI ( 10 Zie Toelichtingsnota CFI van 8 maart 2010 bestemd voor de externe accountants, de externe belastingconsulenten, de erkende boekhouders, Deze verplichting houdt in dat de beroepsbeoefenaar (1) de identiteit van de cliënt vaststelt en (2) de vastgestelde identiteit controleert via een bewijsstuk (verificatieplicht). De beroepsbeoefenaar moet overgaan tot de identificatie van zijn cliënt in de volgende gevallen: 1 gewone cliënt: bij het aanknopen van een (duurzame) zakenrelatie waardoor hij een gewone cliënt wordt, zoals bijvoorbeeld bij de aanvaarding van de opdracht om de boekhouding te voeren van de cliënt of om periodiek zijn fiscale aangifte en jaarrekening op te stellen; 2 occasionele cliënt: als een persoon die geen gewone cliënt is, één of meerdere verrichtingen wil uitvoeren voor een totaalbedrag van euro of hoger, zoals bijvoorde erkende boekhouders-fiscalisten beoogd in art. 3, 4 van de Wet van 11 januari 1993 (T1004), 11 Voor een uitgebreide analyse: zie C. GRIJSEELS, Artikelsgewijs overzicht en bespreking van de door de wet van 18 januari 2010 tot wijziging van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, en het Wetboek van vennootschappen, aangebrachte wijzigingen aan het preventief anti-witwasdispositief, Brussel, uitgave CFI, 2010 (te consulteren op de website CFI: /4 7

8 beroep beeld het verlenen van bijstand bij de oprichting van een vennootschap met kapitaalinbreng boven euro via het opstellen van een ontwerp van financieel plan; 3 criminele cliënt: als de beroepsbeoefenaar vermoedt dat een persoon die geen gewone of occasionele cliënt is, betrokken is bij het witwassen van geld; 4 dubieuze cliënt: als de beroepsbeoefenaar twijfelt aan de waarachtigheid of aan de correctheid van de eerder meegedeelde identificatiegegevens van een bestaande cliënt. De beroepsbeoefenaar zal de identificatie en verificatie van de identiteit van de lasthebber(s) van de gewone of occasionele cliënt uitvoeren voor de uitoefening van het mandaat om de cliënt te vertegenwoordigen en juridisch te verbinden. De vaststelling en de controle van de identiteit van de cliënt heeft betrekking op de naam, de voornaam, de geboortedatum, geboorteplaats en, indien mogelijk, het adres van de natuurlijke persoon. Voor een rechtspersoon slaat de identificatie en verificatie van de identiteit op de maatschappelijke benaming, de maatschappelijke zetel, de bestuurders en informatie over regelingen omtrent de bevoegdheid om de rechtspersoon te verbinden. Bij de identificatie verzamelt de beroepsbeoefenaar ook inlichtingen over het doel en de verwachte aard van de zakenrelatie. De AWW bepaalt niet hoe de beroepsbeoefenaar de identiteit van de cliënt en zijn lasthebbers moet vaststellen en verifiëren. Het IAB moet de toepassingsmodaliteiten van deze wettelijke verplichting nader bepalen. In de praktijk zal de beroepsbeoefenaar aan de cliënt of zijn lasthebber vragen om een identiteitskaart of een ander bewijskrachtig stuk (paspoort, rijbewijs enz.) voor te leggen. Indien de voorgelegde bewijsstukken geen adres vermelden, volstaat een eenvoudige verklaring van de cliënt. 12 Is de cliënt of lasthebber een rechtspersoon, dan zal de identiteit bijvoorbeeld blijken uit een kopie van de statuten, of in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad gepubliceerde uittreksels uit relevante vennootschapsakten. 13 De identificatie van de gewone cliënt, en zijn lasthebber(s) is een permanente verplichting. Het volstaat niet om bij de aanvang van de professionele relatie de identiteit van de cliënt en zijn lasthebber(s) vast te stellen en te verifiëren. Een nieuwe identificatie is wettelijk verplicht als blijkt dat de bestaande informatie niet langer actueel is. In dat geval verricht de beroepsbeoefenaar een nieuwe verificatie van de identiteit. Deze actualisering is enkel vereist in situaties met een hoge risicogevoeligheid. Indien de beroepsbeoefenaar geen klantenonderzoek kan verrichten, mag hij geen zakelijke relatie met de cliënt aangaan of deze nog langer in stand houden, of de gevraagde verrichting uitvoeren. De beroepsbeoefenaar moet ook nagaan of een melding aan de CFI in deze situatie aangewezen is. Identificatie van de uiteindelijke begunstigde (art. 8 AWW) Soms moet de beroepsbeoefenaar de identificatie uitbreiden tot de uiteindelijke begunstigde (bénéficiaire effectif, beneficial owner). Dit begrip dekt twee situaties: 1 De cliënt treedt op in eigen naam maar handelt in feite voor een derde, fysieke persoon, voor wiens rekening of ten voordele van wie de cliënt een zakenrelatie met de beroepsbeoefenaar aangaat of verzoekt een bepaalde verrichting uit te voeren. De cliënt handelt hier slechts op initiatief en volgens de instructies van een derde, die economisch het meeste voordeel haalt uit de te verrichten opdracht of aan te knopen zakenrelatie (stromanconstructie). 2 Een derde, fysieke persoon, fungeert als de uiteindelijke begunstigde als hij de cliënt bezit of controleert. De AWW beschouwt een fysieke persoon als de uiteindelijke begunstigde van een cliënt-vennootschap als hij uit- 12 MvT bij het wetsontwerp tot wijziging van de Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, en het Wetboek van vennootschappen, Parl.St. Kamer , nr. 1988/1, Zie J. SPREUTELS en Ph. de MEULENAERE (red.), De Cel voor financiële informatieverwerking en de voorkoming van het witwassen van geld in België, Brussel, Bruylant, 2003, /4

9 beroep eindelijk rechtstreeks of onrechtstreeks meer dan 25 % van de aandelen of stemrechten van die vennootschap bezit of controleert. Hetzelfde geldt als de fysieke persoon de controle heeft over het bestuur van de vennootschap. Het betreft een wettelijk vermoeden. Voor andere rechtspersonen, zoals vzw s en stichtingen, gelden gelijkaardige regels. De beroepsbeoefenaar moet niet overgaan tot de identificatie van de aandeelhouders van een vennootschap als de cliënt of de houder van de controledeelneming een vennootschap is die is genoteerd op een gereglementeerde markt in de zin van Richtlijn 2004/39/EG 14 in een land van de Europese Unie of de Europese Economische Ruimte (IJsland, Noorwegen en Liechtenstein). Hetzelfde geldt voor een beursgenoteerde vennootschap in een ander land waarvan de wetgeving inzake de openbaarmaking van deelnemingen verenigbaar is met het gemeenschapsrecht. Een nog te nemen KB zal op advies van de CFI de lijst van deze derde landen vaststellen. Opdat de beroepsbeoefenaar in staat zou zijn om zijn wettelijke verplichting na te komen, moeten de cliënt, vennootschappen en andere private rechtspersonen (vzw s, stichtingen ) hem de (geactualiseerde) identiteit van de uiteindelijke begunstigde meedelen. De beroepsbeoefenaar gaat na of meegedeelde inlichtingen pertinent en geloofwaardig zijn. Door een aanpassing van de regels inzake de openbaarmaking van belangrijke deelnemingen in naamloze vennootschappen kunnen de vennootschappen die aandelen aan toonder of gedematerialiseerde aandelen hebben uitgegeven, daadwerkelijk beschikken over relevante informatie over hun uiteindelijke begunstigden. Het nieuwe artikel 515bis W.Venn. bepaalt dat de betrokken vennootschap moet worden ingelicht over elke verkrijging van stemrechtverlenende effecten, als deze transactie leidt tot het bereiken of het overschrijden van de wettelijke drempel van 25 % van het totaal aantal stemrechten. De vennootschap moet ook worden ingelicht wanneer als gevolg van een overdracht van effecten het totaal aantal stemrechten dat een persoon bezit onder deze drempel zakt. Bij de identificatie en verificatie van de identiteit van de uiteindelijke begunstigde past de beroepsbeoefenaar in beginsel de regels toe die gelden t.a.v. de cliënt. Bij de identificatie onderzoekt hij dezelfde gegevens (cf. supra). Het verzamelen van informatie over de geboorteplaats- en datum is enkel vereist in de mate van het mogelijke. Het doel en de aard van de zakenrelatie moet hij echter niet opnieuw onderzoeken. Bij de verificatie van de identiteit is hij niet gehouden tot een resultaatsverbintenis. 15 De inzet van alle middelen waarover hij redelijkerwijze wettelijk en feitelijk kan beschikken om de identiteitsgegevens te verifiëren volstaat. De beroepsbeoefenaar moet ook de identificatiegegevens van de uiteindelijke begunstigde actualiseren. De te nemen maatregelen staan in verhouding tot het risico om betrokken te worden bij witwassen en kunnen dus variëren in functie van het soort cliënt en zakelijke relatie, alsook in functie van de aard van het product en de verrichting. 16 Indien de beroepsbeoefenaar geen klantenonderzoek naar de uiteindelijke begunstigde kan verrichten, mag hij geen zakelijke relatie met de cliënt aangaan, deze nog langer in stand houden of de gevraagde verrichting niet uitvoeren. Hetzelfde geldt als de cliënt weigert inlichtingen mede te delen over de identiteit van de uiteindelijke begunstigde of als de meegedeelde informatie niet pertinent of ongeloofwaardig is. De beroepsbeoefenaar moet ook nagaan of melding aan de CFI in deze situatie aangewezen is. Uitvoering van een klantenonderzoek via een derde zaakaanbrenger (art. 10 AWW) 14 Richtlijn 2004/39/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 april 2004 betreffende markten voor financiële instrumenten, tot wijziging van de Richtlijnen 85/611/EEG en 93/6/EEG van de Raad en van Richtlijn 2000/12/EG van het Europees Parlement en de Raad en houdende intrekking van Richtlijn 93/22/EEG van de Raad. 15 MvT bij het wetsontwerp tot wijziging van de Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het Om de nutteloze herhaling van identificatieprocedures te vermijden, laat de AWW toe dat de beroepsbeoefenaars rekening houden met klantenonderzoeken die zijn uitgevoerd door een derde die een cliënt aanbrengt. De beroepsbeoefenaar draagt daarbij wel nog altijd de uiteindelijke verantwitwassen van geld en de financiering van terrorisme, en het Wetboek van vennootschappen, Parl.St. Kamer , nr. 1988/1, 14 en MvT bij het wetsontwerp tot wijziging van de Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, en het Wetboek van vennootschappen, Parl.St. Kamer , nr. 1988/1, /4 9

10 beroep woordelijkheid voor de naleving van de wettelijke verplichtingen i.v.m. het klantenonderzoek. De AWW legt de volgende voorwaarden op: 1 De derde zaakaanbrenger is een bank of financiële instelling, een beoefenaar van een boekhoudkundig of fiscaal beroep, notaris of beoefenaar van een onafhankelijk juridisch beroep (bv. advocaat) die is gevestigd in België of een andere EU-lidstaat of in de EER-staten (IJsland, Noorwegen of Liechtenstein). Als deze instellingen en beroepsbeoefenaars gevestigd zijn in een ander land (derde landen), geldt de dubbele voorwaarde dat deze landen in hun wetgeving controles en verplichtingen voorzien die gelijkwaardig zijn aan de derde Europese witwasrichtlijn en de beroepsbeoefenaars onderworpen zijn aan een verplichte professionele registratie, erkend bij wet. Een KB zal op advies van de CFI een lijst vaststellen van derde landen met een equivalente antiwitwaswetgeving. In afwachting van het opstellen van deze lijst, beschouwt de wetgever de Staten die lid zijn van de Financiële Actiegroep (FAG) 17 als derde landen die beschikken over een equivalente wetgeving De derde zaakaanbrenger dient onmiddellijk alle inlichtingen over de identiteit van de cliënt, en desgevallend van de lasthebbers van de cliënt en de uiteindelijke begunstigde, mede te delen aan de externe accountant of belastingconsulent. 3 De derde zaakaanbrenger verbindt zich ertoe om onmiddellijk een kopie over te maken aan het extern lid van het IAB van de bewijsstukken die hij heeft aangewend om de identiteit vast te stellen en te controleren, als de accountant of belastingconsulent hierom zou verzoeken. Het vereenvoudigd en verscherpt klantenonderzoek (art. 11 en 12 AWW) Bij het uitvoeren van klantenonderzoeken zal de beroepsbeoefenaar het risico op het witwassen van geld evalueren in functie van het profiel van de cliënt of de aard van de te verrichten opdracht (risk-based approach). Hij zal de te nemen maatregelen inzake identificatie en verificatie van de identiteit van cliënten en de uiteindelijke begunstigde uitbreiden bij een hoog risico (verscherpt klantenonderzoek). Een versoepeld klantenonderzoek is toegestaan bij een laag risico op witwassen (vereenvoudigd klantenonderzoek). Een vereenvoudigd klantenonderzoek impliceert dat de beroepsbeoefenaar niet moet overgaan tot de identificatie en de identiteitsverificatie van bepaalde categorieën van personen (cliënten en uiteindelijke begunstigden) of verrichtingen betreffende bepaalde producten en diensten, waarvan de wetgever vermoedt dat ze een laag risicoprofiel hebben. Het klantenonderzoek blijft in die gevallen beperkt tot het nagaan of de betrokken personen, producten of verrichtingen al dan niet voorkomen op de bij AWW of KB vastgestelde lijst. De vrijstelling van het gewone klantenonderzoek geldt echter niet als er een vermoeden van witwassen bestaat. Artikel 11, 1 AWW somt op limitatieve wijze op om welke cliënten en uiteindelijke begunstigden het gaat en aan welke voorwaarden zij moeten voldoen. Het gaat om banken of financiële instellingen, beursgenoteerde vennootschappen, notarissen en andere beoefenaars van een onafhankelijk juridisch beroep (bv. advocaten) die titularis zijn van een gezamenlijke rekening, en ook Belgische overheidsinstanties. Een KB zal op advies van de CFI vaststellen voor welke Europese overheden en instellingen en overige cliënten ook een vrijstelling van het klantenonderzoek geldt. Artikel 11, 2 AWW stelt de beroepsbeoefenaar vrij van een gewoon klantenonderzoek voor onder meer levensverzekeringen en pensioenfondsen. Een KB zal op advies van de CFI een lijst vaststellen van producten en verrichtingen waarvoor eveneens een vrijstelling van het gewone klantenonderzoek geldt. 18 Een verscherpt klantenonderzoek is aangewezen in situaties die omwille van hun aard een hoger risico op witwassen inhouden. In tegenstelling tot het vereenvoudigd klantenonderzoek heeft de wetgever deze situaties niet beperkt tot een limitatieve opsomming vastgesteld bij de AWW of een uitvoeringsbesluit van deze wet. De wetgever heeft in de AWW twee situaties expliciet voorzien waarin de beroepsbeoefenaar moet overgaan tot een verscherpt klantenonderzoek. Een eerste geval betreft de identificatie van cliënten die bij de identificatie niet fysiek aanwezig zijn of kunnen 18 MvT bij het wetsontwerp tot wijziging van de Wet van 11 januari 17 De ledenlijst van de FAG is consulteerbaar op de website van deze organisatie ( tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, en het Wetboek van vennootschappen, Parl.St. Kamer , nr. 1988/1, /4

11 beroep zijn ( identificatie op afstand ). Dit is mogelijk als een buitenlandse cliënt per of telefoon communiceert met de beroepsbeoefenaar en hem vraagt een opdracht uit te voeren. De modaliteiten van het uitgebreidere klantenonderzoek zijn niet vastgelegd door de AWW. Het IAB zal de toepassingsmodaliteiten van deze wettelijke verplichting verduidelijken. Een tweede geval betreft de uitvoering van opdrachten met of voor rekening van zogenaamde politiek prominente personen (politically exposed persons of PEP s). Het gaat om personen die in het buitenland wonen en een openbare functie uitoefenen of hebben uitgeoefend. Omwille van hun status bestaat er een verhoogd risico dat zij in België betrokken raken bij het witwassen van geld dat verband houdt met corruptieschandalen. De term politiek prominente personen verwijst onder meer naar politici (staatshoofd, minister, parlementslid), hooggeplaatste magistraten, diplomaten en centrale bankiers. Een verscherpt klantenonderzoek is aangewezen wanneer de cliënt zelf de politiek prominente persoon is maar ook als hij de uiteindelijke begunstigde van de cliënt is. De te nemen specifieke maatregelen gelden niet alleen t.a.v. de politiek prominente persoon zelf maar ook t.a.v. zijn directe familieleden 19 en zijn naaste geassocieerden, zoals zakenpartners. 20 De bijzondere maatregelen die de beroepsbeoefenaar moet nemen, slaan op (1) het in werking stellen van passende en geschikte procedures in functie van het risico om uit te maken of een cliënt of zijn uiteindelijke begunstigde een politiek prominent persoon is, (2) het nemen van passende maatregelen naargelang de risicogevoeligheid, om de herkomst van het vermogen en van de fondsen vast te stellen die bij de zakelijke relatie of verrichting worden gebruikt, en (3) het doorlopend verscherpt controleren van de zakelijke relatie. Bewaring van de bewijsstukken na identificatie (art. 13 AWW) Na de identificatie van de cliënt, zijn lasthebber(s) en de uiteindelijke begunstigde(n) moet de beroepsbeoefenaar het bewijsstuk dat is aangewend voor de verificatie van de identiteit kopiëren op papier (fotokopie) of op een elektronische informatiedrager (scanning). Het manueel over- schrijven van identiteitsgegevens vermeld op het aangewende bewijskrachtig document zonder er een kopie van te nemen, volstaat dus niet. De bewijsstukken bewaart de beroepsbeoefenaar ten minste vijf jaar na de beëindiging van de professionele relatie. Bestendige waakzaamheid (art. 14 AWW) De beroepsbeoefenaars moeten een bestendige waakzaamheid aan de dag leggen ten opzichte van de zakelijke relatie en de uitgevoerde verrichtingen en, in voorkomend geval, de oorsprong van de fondsen aandachtig onderzoeken om zich ervan te vergewissen dat die stroken met de kennis die zij hebben van de cliënt, zijn beroepsactiviteiten en risicoprofiel. Zij onderzoeken in het bijzonder aandachtig alle verrichtingen of feiten die zij bijzonder vatbaar achten voor witwassen van geld, wegens hun aard of ongebruikelijk karakter gelet op de activiteiten van de cliënt, dan wel wegens de begeleidende omstandigheden of de hoedanigheid van de betrokken personen. De beroepsbeoefenaar zal over elke vastgestelde ongebruikelijke transactie een schriftelijk verslag opstellen. Indien het kantoor een compliance officer heeft aangesteld, zal hij het verslag aan hem of haar overmaken, waarna de compliance officer desgevallend overgaat tot een melding aan de CFI. 20 Interne organisatie van het kantoor Interne controleprocedures (art. 16 AWW) De naleving van de AWW heeft een impact op de administratieve organisatie van het kantoor. De beroepsbeoefenaar moet alle passende interne maatregelen nemen en procedures ontwikkelen om het toezicht op de naleving van de verplichtingen van de AWW te controleren. Het kantoor moet ook procedures invoeren voor communicatie en informatiecentralisatie om alle verrichtingen die verband houden met het witwassen van geld te voorkomen, op te sporen en te verhinderen. De beroepsbeoefenaar moet daarbij vooral rekening houden met situaties die een verhoogd risico op witwassen impliceren. 19 Bijvoorbeeld de kinderen, ouders en echtgenote(n) van de politiek prominente persoon. 20 Voor een omschrijving van dit begrip: zie art. 12, 3 AWW. 2010/4 11

12 beroep Recrutering en opleiding van het personeel (art. 17 AWW) De beroepsbeoefenaars nemen passende maatregelen om hun werknemers en vertegenwoordigers te sensibiliseren voor de bepalingen van de AWW. Deze maatregelen houden in dat de betrokken werknemers en vertegenwoordigers deelnemen aan speciale opleidingsprogramma s om de verrichtingen en de feiten te leren onderkennen die met witwassen van geld verband kunnen houden en te vernemen wat de te volgen procedures zijn in die gevallen. De externe leden van het IAB voeren passende procedures in om bij de aanwerving en aanstelling van hun werknemers of bij de aanwijzing van hun vertegenwoordigers na te gaan of deze blijk geven van passende betrouwbaarheid, in functie van de risico s die gepaard gaan met de uit te voeren opdrachten en functies. Aanstelling van een compliance officer (art. 18 AWW) De externe leden van het IAB moeten één of meer personen aanstellen die verantwoordelijk zijn voor de toepassing van de AWW in hun kantoor (compliance officer). Tot de opdrachten van de compliance officer behoren onder meer de uitvoering van de beleidslijnen en interne controleprocedures, het onderzoek van de schriftelijke verslagen over verdachte transacties en de organisatie van de opleiding van het kantoorpersoneel en het screenen van het aan te werven personeel op hun betrouwbaarheid inzake witwasbestrijding. De compliance officer is wettelijk ook bevoegd om vermoedelijke (gepoogde) witwasoperaties te melden aan de CFI. Voor de cijferberoepen geldt deze verplichting wanneer de omvang van de structuur waarbinnen zij hun activiteiten uitoefenen dit verantwoordt. De Raad van het IAB legt de kwantitatieve criteria vast waaraan het kantoor van de beroepsbeoefenaar moet voldoen bij de aanstelling van een compliance officer, zoals bijvoorbeeld de omzet van het kantoor, het aantal personeelsleden of het aantal cliënten. 21 De beroepsbeoefenaars moeten slechts een compliance officer aanstellen waneer de omvang van de structuur waarbinnen zij hun activiteiten uitoefenen dit verantwoordt. De Raad van het IAB legt de kwantitatieve criteria vast waaraan het kantoor van de beroepsbeoefenaar moet voldoen bij de aanstelling van een compliance officer Melding van witwasoperaties aan de Cel voor Financiële Informatieverwerking (CFI) Wanneer moet de beroepsbeoefenaar melden? De leden van het IAB, die zijn ingeschreven op de deellijst van de externe accountants en de deellijst van de externe belastingconsulenten, moeten enkel (gepoogde) witwasoperaties melden aan de CFI, waarvan ze kennis hebben gekregen in de uitoefening van hun beroep (art. 26 AWW). Als privépersoon zijn ze niet gehouden tot een meldingsplicht aan de CFI. De beroepswerkzaamheden van de accountant en de belastingconsulent zijn omschreven in de artikelen 34, 37 en 38 van de Wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen. 21 MvT bij het wetsontwerp tot wijziging van de Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, en het Wetboek van vennootschappen, Parl.St. Kamer , nr. 1988/1, /4

13 beroep De werkzaamheden van extern accountant bestaan erin, in privé-ondernemingen, openbare instellingen of voor rekening van elke belanghebbende persoon of instelling, de volgende opdrachten uit te voeren: 1 alle boekhoudstukken nazien en corrigeren; 2 zowel privé- als gerechtelijke expertise met betrekking tot de boekhoudkundige organisatie van ondernemingen alsook de analyse met boekhoudtechnische procédés, van de positie en werking van ondernemingen vanuit het oogpunt van hun kredietwaardigheid, rentabiliteit en risico s; 3 boekhoudkundige en administratieve diensten bij ondernemingen organiseren en advies verstrekken inzake boekhoudkundige en administratieve organisatie bij ondernemingen; 4 de boekhouding van derden organiseren en voeren; 5 advies verstrekken in alle belastingaangelegenheden; 6 belastingplichtigen bijstaan bij de nakoming van hun fiscale verplichtingen; 7 belastingplichtigen vertegenwoordigen, tenzij hij deze activiteit uitvoert voor een onderneming waarvan hij een vennoot bijstaat of vertegenwoordigt in de uitoefening van zijn controle- en onderzoeksbevoegdheid (art. 166 W.Venn.), of waarvoor hij een monopolieopdracht uitvoert; 8 de opdrachten andere dan deze bedoeld in 1 tot 7 en waarvan de uitvoering hem bij of krachtens de wet is voorbehouden (monopolieopdrachten), zoals het opstellen van het controleverslag bij de vereffening van vennootschappen (art. 181 W.Venn.). De functie van belastingconsulent bestaat erin: 1 advies te verstrekken in alle belastingaangelegenheden; 2 belastingplichtigen bij te staan bij de nakoming van hun fiscale verplichtingen; 3 belastingplichtigen te vertegenwoordigen. 22 Deze opsomming is niet limitatief. De externe leden van het IAB oefenen eveneens hun beroep uit als zij andere wettelijke of contractuele opdrachten uitvoeren of functies uitoefenen die verenigbaar zijn met hun professionele hoedanigheid en waarbij zij optreden in hun hoedanigheid van accountant of belastingconsulent. Zo verlenen de accoun- tants bijstand aan de oprichters van vennootschappen via het opstellen van een financieel plan. Het feit dat andere meldingsplichtige beroepen ook weet hebben van de witwasoperatie, ontheft de beroepsbeoefenaar niet van zijn wettelijke verplichting. Bij de oprichting van een vennootschap zijn verschillende beroepsbeoefenaars betrokken: de notaris verlijdt de oprichtingsakte, de bedrijfsrevisor waardeert de inbreng in natura, de accountant stelt een financieel plan op enz. Alle beroepsbeoefenaars zijn gehouden tot de meldingsplicht. Het betreft een individuele verplichting eigen aan elke beroepsbeoefenaar. 22 De meldingsplicht blijft ook bestaan als de beroepsbeoefenaar erin zou slagen om zijn cliënt te overtuigen om de uitvoering van de witwasoperatie stop te zetten. In dat geval moet hij een poging tot witwassen aanmelden bij de CFI. 23 Wat moeten de beroepsbeoefenaars melden? Algemene meldingsplicht (art. 26 AWW) De beroepsbeoefenaars dienen alle feiten die zij in de uitoefening van hun beroep hebben vastgesteld en waarvan zij weten of vermoeden dat ze verband houden met het witwassen van geld, te melden aan de CFI. Onder het witwassen van geld verstaat de AWW: de omzetting of overdracht van geld of activa met de bedoeling de illegale herkomst ervan te verbergen of te verdoezelen of een persoon die betrokken is bij een misdrijf waaruit dit geld of deze activa voortkomen, te helpen ontkomen aan de rechtsgevolgen van zijn daden; het verhelen of verhullen van de aard, oorsprong, vindplaats, vervreemding, verplaatsing of eigendom van geld of activa waarvan men de illegale herkomst kent; de verwerving, het bezit of het gebruik van geld of activa waarvan men de illegale herkomst kent; de deelneming aan, de medeplichtigheid tot, de poging tot, de hulp aan, het aanzetten tot, het vergemakkelijken van of het geven van raad betreffende een van de in de drie voorgaande punten bedoelde daden. 22 Zie Toelichtingsnota CFI van 8 maart 2010 bestemd voor de externe accountants, de externe belastingconsulenten, de erkende boekhouders, de erkende boekhouders-fiscalisten beoogd in art. 3, 4 van de Wet van 11 januari 1993 (T1004), 23 Zie voetnoot /4 13

14 beroep In tegenstelling tot het repressieve luik van de strijd tegen het witwassen, is de beroepsbeoefenaar slechts verplicht tot het melden van witwassen van de opbrengst van ernstige strafbare feiten. Artikel 505 Sw. stelt het witwassen van geld strafbaar, ongeacht de aard van het onderliggende misdrijf dat het witgewassen criminele vermogen heeft gegenereerd (basismisdrijf). In is weliswaar onder bepaalde voorwaarden het witwassen van geld afkomstig van gewone fiscale fraude niet langer strafbaar gesteld. Wat het preventieve luik betreft, moet de beroepsbeoefenaar slechts witwasoperaties melden aan de CFI als ze betrekking hebben op activa en geld die zijn voortgebracht door de criminele fenomenen omschreven in artikel 5 AWW, zoals onder meer georganiseerde misdaad, illegale drugshandel, fraude ten nadele van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen, ernstige en georganiseerde fiscale fraude waarbij bijzonder ingewikkelde mechanismen of procédés van internationale omvang worden aangewend, oplichting, misbruik van vennootschapsgoederen of een faillissementsmisdrijf (bv. wegmaking boekhouding gefailleerde). Deze lijst heeft een limitatief karakter. De AWW verwijst op een meer algemene wijze naar bepaalde vormen van criminaliteit die worden omschreven door termen te gebruiken uit de omgangstaal, te interpreteren in hun gewone betekenis. De melder moet niet verwijzen naar een specifieke strafrechtelijke kwalificatie of naar een artikel van de strafwet maar wel naar het illegale karakter van de gelden of activa zoals gedefinieerd in de AWW. Bij de toetsing van de vastgestelde feiten aan het begrip witwassen van geld kan de beroepsbeoefenaar eventueel rekening houden met de typologieën die zijn ontwikkeld door de CFI en internationale organisaties die het witwassen bestrijden, zoals de Financiële Actiegroep (FAG) en de Egmontgroep. 25 Uit de operationele analyse van aangemelde witwasoperaties kan de CFI bepaalde trends afleiden en vaststellen welke methoden en technieken veel worden gebruikt om geld wit te wassen. De CFI stelt een lijst met algemene indicatoren op die de melders toelaten om witwasoperaties te detecteren. Deze lijsten worden geactualiseerd. De CFI publiceert ook overzichten van typologieën in haar jaarlijks activiteitenverslag. Al deze informatie is beschikbaar op de website van de CFI ( De beroepsbeoefenaar kan onder meer rekening houden met de volgende witwasindicatoren opgelijst door de CFI in 2007: 25 de cliënt lijkt boven zijn stand te leven rekening houdend met zijn beroepsactiviteiten; de middelen die voortvloeien uit de beroepsactiviteit van de cliënt, staan niet in verhouding tot de economische sector waarin de cliënt actief is; de vennootschap heeft geen werknemers, wat voor de Het feit dat één van de witwasindicatoren is vastgesteld, volstaat niet om automatisch over te gaan tot een melding aan de CFI betrokken economische sector niet normaal is; de vennootschap doet verschillende aankopen (boten, luxevoertuigen enz.) die geen verband houden met de activiteiten van de vennootschap. Deze witwasindicatoren zijn op zich niet juridisch bindend maar slechts een nuttig hulpmiddel in de besluitvorming van de beroepsbeoefenaar. De zorgvuldige en voorzichtige beroepsbeoefenaar zal er wel rekening mee houden in zijn besluitvorming. Het louter detecteren van een dergelijke indicator leidt niet automatisch tot een melding aan de CFI. De beroepsbeoefenaar moet steeds rekening houden met alle concrete, feitelijke omstandigheden en deze toetsen aan de AWW. Na advies van de CFI kan de meldingsplicht bij een nog te nemen KB worden uitgebreid tot verrichtingen en feiten waarin natuurlijke of rechtspersonen zijn betrokken die gedomicilieerd, geregistreerd of gevestigd zijn in een Staat of een gebied waarvan de wetgeving als ontoereikend wordt erkend door een bevoegde internationale instantie voor het overleg en de coördinatie of waarvan door deze instantie wordt aangenomen dat hun gebruiken een hinderpaal vor- 24 Art. 2 Wet 10 mei 2007 houdende diverse maatregelen inzake de heling en inbeslagneming, BS 22 augustus Zie de website van deze organisaties: en www. egmontgroup.org /4

15 beroep men in de strijd tegen het witwassen van geld (art. 27 AWW). Dit KB kan het type van de beoogde verrichtingen en feiten, alsook hun minimumbedrag, bepalen. Bij het ter perse gaan van deze bijdrage, was dit KB nog niet uitgevaardigd. De CFI beveelt de beroepsbeoefenaars aan om rekening te houden met de door de Financiële Actiegroep (FAG) gepubliceerde lijsten van landen die niet voldoen aan de internationale normen inzake het bestrijden van witwassen (high-risk and non-cooperative jurisdictions). 26 Meldingsplicht inzake het witwassen van geld afkomstig van ernstige en georganiseerde fiscale fraude (art. 28 AWW) De beroepsbeoefenaar vermoedt dat een feit of verrichting verband kan houden met het witwassen van geld afkomstig uit ernstige en georganiseerde fiscale fraude waarbij bijzonder ingewikkelde mechanismen of procédés van internationale omvang worden aangewend, inclusief zodra hij minstens een van de indicatoren opspoort die voorkomen op de bij KB vastgestelde lijst. Het begrip ernstige en georganiseerde fiscale fraude is niet omschreven in de AWW of in de fiscale wetboeken. Een schoolvoorbeeld van zware fiscale fraude is de btw-carrousel. In de parlementaire voorbereiding van de programmawet van 27 april , omschrijft de wetgever dit concept als het onwettig ontwijken of een onwettige terugbetaling van belastingen, door middel van valsheid in geschrifte, gepleegd ter uitvoering van een constructie die hiervoor in het leven werd geroepen, met een opeenvolging van verrichtingen en/of de tussenkomst van een of meerdere tussenpersonen, alsook het aanwenden, op nationaal of internationaal niveau, van simulatie- of verbergingsmechanismen, zoals vennootschapstructuren of juridische constructies. Het ernstige karakter van de fraude slaat voornamelijk op de aanmaak en/of het gebruik van valse stukken en het omvangrijke bedrag van de verrichting en het abnormaal karakter van dit bedrag gelet op de activitei- ten of het eigen vermogen van de cliënt. Het georganiseerd karakter van de fiscale fraude blijkt uit het gebruik van een constructie die opeenvolgende verrichtingen voorziet en/of tussenkomst van een of meerdere tussenpersonen, waarin hetzij complexe mechanismen worden gebruikt, hetzij procedés van internationale omvang (ook al worden ze gebruikt op nationaal niveau). De complexe mechanismen blijken uit het gebruik van simulatie- of verbergingsmechanismen die onder andere een beroep doen op vennootschapsstructuren of juridische constructies. 29 Om de melder te helpen bij het toetsen van vastgestelde feiten en verrichtingen aan het abstracte begrip ernstige en georganiseerde fiscale fraude, als onderliggend crimineel fenomeen van het witwassen van geld, heeft de wetgever beslist om bij KB een lijst van indicatoren te laten vaststellen die het ernstige en georganiseerde karakter van de fraude zal verduidelijken. Dit zal volgens de wetgever een einde maken aan de dubbelzinnige situatie waarbij de beroepsbeoefenaar niet overgaat tot een melding aan de CFI, terwijl hij dit eigenlijk wettelijk is verplicht. 28 Conform artikel 28 AWW moeten de cijferberoepers die vermoeden dat een feit of een verrichting verband houdt met het witwassen van geld afkomstig van ernstige en georganiseerde fiscale fraude waarbij bijzonder ingewikkelde mechanismen of procédés van internationale omvang worden aangewend dit ter kennis brengen van de CFI, inclusief zodra zij minstens een van de witwasindicatoren die voorkomen op de bij KB vastgestelde lijst, ontdekken. Een lijst van 13 witwasindicatoren is vastgesteld bij het KB van 3 juni 2007 (indicatoren-kb). 29 De politieke overheid heeft zich voorgenomen om, om de twee jaar, in overleg met de CFI, de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen (CBFA) en de Belgische federatie van de financiële sector (Febelfin) de lijst van witwasindicatoren te evalueren. 30 Hoewel de meeste meldingen aan de CFI uit- 29 KB 3 juni 2007 tot uitvoering van art. 14quinquies van de Wet van 26 Zie Toelichtingsnota CFI van 8 maart 2010 bestemd voor de externe accountants, de externe belastingconsulenten, de erkende boekhouders, de erkende boekhouders-fiscalisten beoogd in art. 3, 4 van de Wet van 11 januari 1993 (T1004), 27 MvT bij het ontwerp van programmawet, Parl.St. Kamer , nr. 3058/1, 51 en MvT bij het ontwerp van programmawet, Parl.St. Kamer , nr. 3058/1, 51 en januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, BS 13 juni MvT bij het ontwerp van programmawet, Parl.St. Kamer , nr. 3058/1, 52. Zie ook motivering in de aanhef van het KB van 3 juni 2007 tot uitvoering van art. 14quinquies van de Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, BS 13 juni /4 15

16 beroep gaan van de bancaire en financiële ondernemingen is het niet duidelijk waarom de politieke overheid in de aanhef van het KB van 3 juni 2007 overweegt enkel overleg te willen plegen met de controleoverheid en de beroepsorganisatie van de financiële sector en niet met de beroepsorganisaties en tuchtoverheden van de cijferberoepen (IAB, BIBF en IBR). De advocatuur heeft de meldingsplicht inzake het witwassen van geld afkomstig van ernstige en georganiseerde fiscale fraude fel betwist. Het beroep tot nietigverklaring van artikel 28 AWW (oud art. 14quinquies AWW) ingesteld door de Orde van Vlaamse balies, de Ordre des barreaux francophones et germanophone, de Nederlandstalige Orde van advocaten te Brussel en de Ordre des avocats du barreau de Liège is op 10 juni 2008 afgewezen door het Grondwettelijk Hof. 31 De Raad van State verwierp nadien ook het annulatieberoep van de Orde van Vlaamse balies en de Nederlandstalige Orde van Advocaten te Brussel tegen het indicatoren-kb. 32 Het indicatoren-kb is nadien gewijzigd bij het KB van 28 september Het betreft een louter juridisch-technische wijziging van het indicatoren-kb. De verwijzing in de tekst van het indicatoren-kb naar artikel 14quinquies AWW is aangepast aan de Wet van 18 januari 2010, die het artikel 14quinquies AWW hernummerde tot artikel 28. De lijst van de witwasindicatoren is echter niet herzien. De meldingsplicht kan op twee manieren geïnterpreteerd worden. 1 Strekking: autonoom karakter van de indicator Deze interpretatie houdt in dat de loutere vaststelling van één van de op de lijst voorkomende objectieve indicatoren op zich een melding aan de CFI rechtvaardigt. De beroepsbeoefenaar moet niet meer in concreto onderzoeken of de vastgestelde indicator al dan niet verband houdt met het witwassen van geld afkomstig van ernstige en georganiseerde fiscale fraude. Het antwoord van de toenmalige minister van Justitie ONKELINX op de mondelinge parlementaire vraag 34 van volksvertegenwoordiger VAN DER MAELEN bevestigt de autonomistische interpretatie. De minister verklaarde in de Commissie Justitie dat ( ) de aanwezigheid van één van de indicatoren opgesomd in het KB van 27 april moet worden beschouwd als een wettelijk vermoeden dat het een feit of verrichting betreft die verband kan houden met het witwassen van geld in de zin van de preventieve witwaswet en waarvoor men dus een melding moet doen aan de Cel voor Financiële Informatieverwerking. Bepaalde gezaghebbende rechtsleer sluit zich aan bij het standpunt van de minister Strekking: complementair karakter van de indicator Volgens deze interpretatie, die wordt verdedigd door bepaalde fiscale advocaten (CLAES 37 en GOYVAERTS 38 ) is de bij KB vastgestelde lijst met witwasindicatoren niets meer dan een louter hulpmiddel dat de beroepsbeoefenaar toelaat 31 GwH nr. 102/2008 van 10 juli 2008, BS 6 augustus 2008 en www. const-court.be. 32 RvS nr van 2 juli 2010, 33 KB 28 september 2010 tot wijziging van het koninklijk besluit van 3 juni 2007 tot uitvoering van art. 14quinquies van de Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, BS 7 oktober Mondelinge vraag nr. 107 van de heer Dirk VAN DER MAELEN van 17 oktober 2007 aan de minister van Justitie, Kamer van Volksvertegenwoordigers, Commissie voor de Justitie, , Beknopt Verslag, afl. 13, 1-2 en Integraal Verslag, afl. 13, Te lezen als KB van 3 juni De minister verwart hier blijkbaar de datum van de programmawet van 27 april 2007, die het art. 14quinquies in de AWW invoegt, met de datum van het uitvoeringsbesluit van deze wettelijke bepaling. 36 Zie F. DESTERBECK, Aanwezigheid van fraude-indicator moet steeds aan CFI gemeld worden, Fisc. Act. 2007, afl. 37, 1-3; F. DESTERBECK, De nieuwe regeling inzake het witwassen en fiscale fraude (noot onder Corr. Hasselt 4 april 2007), TFR 2007, 856 en F. DESTERBECK, Kritische randbemerkingen bij de strafrechtelijke vervolging van het vernieuwd witwasmisdrijf ingevolge de Wet van 10 mei 2007 in Het financieel strafrecht in opmars, Antwerpen, Intersentia, 2009, 146 (voetnoot nr. 3). 37 A. CLAES, De fiscaal adviseur en de preventieve en repressieve antiwitwaswetgeving, T. Fin. R. 2007, nr. 81., Zie ook A. CLAES, Witwassen en fiscale fraude: het indicatoren-kb dan toch autonoom te interpreteren?, Accountancy & fiscaliteit 2007, afl. 36, Zie G. GOYVAERTS, De meldingsplicht wegens ernstige en georganiseerde fiscale fraude en de symbiose met de fiscale regularisatie, TFR 2007, 542 e.v /4

17 beroep om na te gaan of een concreet feit al dan niet verband houdt met het witwassen van geld verkregen via ernstige en georganiseerde fiscale fraude. De loutere vaststelling van één van de op de lijst voorkomende indicatoren volstaat op zich niet om een melding aan de CFI te rechtvaardigen. De beroepsbeoefenaar moet altijd in concreto nagaan of de feiten die hij heeft vastgesteld, verband houden met het witwassen van geld afkomstig van ernstige en georganiseerde fiscale fraude. Het IAB gaat akkoord met deze stelling 39 en bevestigde recent zijn standpunt. 40 In zijn recente toelichtingsnota aan de externe leden van het IAB 42, stelt de CFI dat de opgelijste witwasindicatoren een bijkomend hulpmiddel zijn om ernstige en georganiseerde en fiscale fraude op te sporen. In geval een daadwerkelijk vermoeden bestaat dat er geld wordt witgewassen voortkomend uit ernstige en georganiseerde fiscale fraude, moet dit ter kennis worden gebracht van de CFI. Volgens de CFI volstaat het feit dat één van de indicatoren voorkomt niet om automatisch aanleiding te geven tot een melding aan de CFI. Minister van Financiën Didier REYNDERS, die samen met de minister van Justitie bevoegd is voor de CFI, heeft, in een interview toegestaan aan het tijdschrift Accountancy & Tax 41, zijn visie, die aanleunt bij de visie van de complementaristen, uiteengezet: Mijn kabinet, maar ook de CFI en de CBFA zijn van oordeel dat die dertien criteria complementaire criteria zijn. Maar de vorige minister van Justitie dacht daar klaarblijkelijk anders over. Daarom zou ik graag samen met het kabinet van Justitie de functie en de toepassing van die criteria vastleggen. En om dat te kunnen vastleggen, moet er duidelijkheid zijn: als ik zeg dat die aanwijzingen complementair zijn, wat wil dat dan zeggen? Als één van die aanwijzingen zwaar doorweegt, dan mag het duidelijk zijn dat die aanwijzing zal tellen. Maar weegt een criterium wat lichter, dan lijkt het me duidelijk dat daar nog iets anders moet bijkomen. En als verscheidene aanwijzingen in dezelfde richting gaan, dan spreekt het uiteraard voor zich dat ze elkaar zullen aanvullen. Ik zou dat allemaal graag verduidelijkt zien. Maar dan liefst zonder een automatisch karakter aan die aanwijzingen toe te kennen. Ik sta daar des te meer achter omdat ik niet wil dat de CFI verdrinkt in irrelevante informatie Geen meldingsplicht bij het verstrekken van juridisch advies aan de cliënt De nieuwe AWW stelt de cijferberoepen vrij van de meldingsplicht als zij in het kader van de uitoefening van hun beroep de rechtspositie van hun cliënt bepalen. Onder juridisch advies verstaat de wetgever, verwijzend naar rechtspraak van het Grondwettelijk Hof 43, het informeren van de cliënt over de staat van de wetgeving die van toepassing is op zijn persoonlijke situatie of op de verrichting die hij overweegt, of hem te adviseren over de wijze waarop die verrichting binnen het wettelijk kader kan worden uitgevoerd. De vrijstelling geldt echter niet in alle gevallen. Het verstrekte juridisch advies valt niet onder het beroepsgeheim wanneer de juridisch adviseur deelneemt aan het witwassen van geld, het advies voor witwasdoeleinden wordt verstrekt of als hij weet dat de cliënt juridisch advies wenst voor witwasdoeleinden. In deze gevallen blijft de meldingsplicht gewettigd. 44 Voorheen genoten enkel advocaten deze vrijstelling. Deze regeling is nu uitgebreid tot de notarissen, de externe accountants en belastingconsulenten, de bedrijfsrevisoren en 42 Toelichtingsnota CFI van 8 maart 2010 bestemd voor de externe 39 IAB, Memorandum van het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Vertrouwen, Competentie & Moderniteit, Brussel, 2007, Interview met minister van Justitie Stefaan DE CLERCK, getiteld Witwassen van geld: de anonimiteit van de melder moet worden gewaarborgd!, Accountancy & Tax 2009, afl. 3, Interview met vicepremier en minister van Financiën Didier REYNDERS, getiteld Beperkte aansprakelijkheid van de accountants? Dat is denkbaar!, Accountancy & Tax 2008, afl. 4, 5. accountants, de externe belastingconsulenten, de erkende boekhouders, de erkende boekhouders-fiscalisten beoogd in art. 3, 4 van de Wet van 11 januari 1993 (T1004), 43 Considerans B.9.5 GwH nr. 10/2008 van 23 januari 2008, BS 11 februari 2008 en 44 MvT bij het wetsontwerp tot wijziging van de Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, en het Wetboek van vennootschappen, Parl.St. Kamer , nr. 1988/1, /4 17

18 beroep de leden van het BIBF. De wetgever heeft zich daarbij laten inspireren door considerans nr. 21 bij de Derde Witwasrichtlijn 45 : Het verdient aanbeveling rechtstreeks vergelijkbare diensten op dezelfde wijze te behandelen, ongeacht welke onder deze richtlijn vallende beroepsbeoefenaren de diensten verstrekken. Met het oog op de waarborging van de eerbiediging van de rechten van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en het Verdrag betreffende de Europese Unie mag, in het geval van bedrijfsrevisoren, externe accountants en belastingadviseurs, die in sommige lidstaten een cliënt in rechte kunnen verdedigen of vertegenwoordigen, of zijn rechtspositie bepalen, de informatie die zij bij de uitoefening van deze taken ontvangen, niet onder de meldingsplicht van deze richtlijn vallen. De uitbreiding van de vrijstelling tot de cijferberoepen is kritisch onthaald door de Orde van Vlaamse Balies. 46 De situatie van de cijferberoepen is nochtans tot op zekere hoogte vergelijkbaar met die van de advocaat, in het bijzonder in fiscale zaken. De leden van het IBR, het IAB en het BIBF zijn weliswaar niet gerechtigd om hun cliënt in rechte te vertegenwoordigen of ter zitting te verdedigen voor de fiscale rechter. In België zijn, behoudens de wettelijke uitzonderingen, uitsluitend advocaten bevoegd om de belangen van hun cliënten te verdedigen voor een rechter. De wetgever wil echter het pleitmonopolie van de (fiscale) advocaat niet inperken ten voordele van de cijferberoepen. De doorgevoerde wetswijziging betreft enkel de uitbreiding van de vrijstelling van meldingsplicht bij het verstrekken van juridisch advies. De bestaande wetgeving bepaalt uitdrukkelijk dat de leden van het IAB gerechtigd zijn om advies te verstekken in fiscale aangelegenheden. 47 De accountants en belastingcon- sulenten treden, voornamelijk, maar niet uitsluitend, op in fiscale geschillen. In de administratieve fase van het fiscaal contentieux, het administratief beroep voor de gewestelijke directeur van de belastingen, is de cijferberoeper bevoegd voor het verstrekken van fiscale adviezen, het opstellen van een bezwaarschrift en de vertegenwoordiging van zijn cliënt voor de fiscale administratie om zijn standpunt te verdedigen. In de gerechtelijke fase van het fiscaal contentieux zal de belastingplichtige zich weliswaar laten vertegenwoordigen door een advocaat voor de fiscale rechter, maar in de praktijk zal de accountant of belastingconsulent de cliënt dikwijls verder blijven adviseren als beoefenaar van het fiscaal en boekhoudrecht. Op uitdrukkelijk verzoek van de belastingplichtige, of van zijn advocaat, kan de fiscale rechter de door de belastingplichtige gekozen accountant horen in zijn schriftelijke of mondelinge toelichting ter terechtzitting (artikel 728, 2bis Ger.W.). De wetgever heeft deze bevoegdheid niet toegekend aan de belastingconsulent. De rechter kan het advies van de accountant inwinnen over elementen die betrekking hebben op feiten en rechtsvragen die verband houden met de toepassing van het boekhoudrecht. Dit advies wordt uitgebracht door de accountant die zich gewoonlijk bezighoudt met de boekhouding van de belastingplichtige of die heeft meegewerkt aan het opstellen van de betwiste belastingaangifte of die de belastingplichtige heeft bijgestaan in de administratieve bezwaarprocedure. Hieruit blijkt dat de administratieve bezwaarprocedure en het rechtsgeding voor de fiscale rechter een ondeelbaar geheel vormen. De wet vereist trouwens dat voor betwistingen inzake inkomstenbelastingen de belastingplichtige eerst de administratieve bezwaarprocedure moet doorlopen om eventueel nadien zijn grieven voor te leggen aan de fiscale rechter (art decies Ger.W.). Verder kan de accountant of belastingconsulent tijdens een gerechtelijke procedure ook zijn cliënt bijstaan als 48 technisch raadsman. Uit het 45 Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor witwassen van geld en de financiering van terrorisme, Pb. L. 25 november 2005, nr Zie Orde van Vlaamse Balies, Standpunten en amendementen van de Orde van Vlaamse Balies bij het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, en het Wetboek van vennootschappen, Brussel, 2009, Zie ook de uiteenzetting van de voorzitter van de Orde van Vlaamse Balies tijdens de hoorzitting in het parlement bij de bespreking van het wetsontwerp (Verslag over het wetsontwerp tot wijziging van de Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, en het Wetboek van vennootschappen, Parl.St. Kamer , nr. 1988/4, 13-19) en J. STEVENS, Pro bono publico. Nieuwjaarsrede voorzitter van de Orde van Vlaamse balies, Ad Rem 2010, nr. 1, 8 en J. STEVENS, Nieuwe witwaspreventiewet. Meer lasten, minder zorgen?, Ad Rem 2010, nr. 2, Art. 34 en 38 Wet 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen. 48 Zie ook uiteenzetting van de voorzitter van de CFI tijdens de hoorzitting in het parlement bij de bespreking van het wetsontwerp (Verslag over het wetsontwerp tot wijziging van de Wet van 11 januari /4

19 beroep voorgaande blijkt dat de cijferberoepen zich in dezelfde positie als de (fiscale) advocaat bevinden wat het verstrekken van juridisch advies betreft voor, tijdens of na een gerechtelijke procedure. In België is het de beoefenaars van cijferberoepen toegestaan om juridisch advies te verstrekken aan hun cliënten. 48 ben bovendien in België geen monopolie op het verlenen van juridisch advies. Juridische adviezen worden ook door beoefenaars van andere beroepen dan dat van advocaat gegeven Hoe moet de beroepsbeoefenaar melden? De AWW bepaalt dat de vrijstelling van de meldingsplicht beperkt blijft tot de gevallen waarin de beroepsbeoefenaars juridisch advies verlenen binnen het kader van hun beroepsuitoefening. Uit de parlementaire voorbereiding van de nieuwe AWW blijkt dat de wetgever het juridisch advies niet in abstracto wou beschermen, maar wel in het kader van de uitoefening van het beroep, waarbij de achterliggende wetgeving de grenzen en de omstandigheden bepaalt waarin het beroepsgeheim kan worden aangevoerd. 49 Als vuistregel geldt dat de adviezen van de accountant en belastingconsulent betrekking hebben op een juridische materie die rechtstreeks verband houdt met de uitoefening van een professionele opdracht. Verder moet de accountant en belastingconsulent, conform de deontologie, nagaan of hij over de vereiste bekwaamheid beschikt om zelf het advies te verstrekken, en desgevallend vaststellen dat het integendeel aangewezen is om de cliënt door te verwijzen naar een juridisch deskundige. 50 De voorzitter van de Orde van Vlaamse balies acht het ondenkbaar dat de bescherming van het beroepsgeheim, die een boekhouder geniet bij een advies over boekhoudrecht, ook geldt bij een advies over een arbeidscontract. 51 De adviesbevoegdheid van de leden van het IAB is echter niet beperkt tot het boekhoudrecht of het fiscaal recht. De leden van het IAB zullen bij het verlenen van boekhoudkundige en fiscale diensten vaak ook advies verlenen over de rechtspositie van hun cliënt in andere relevante materies, zoals het vennootschapsrecht, het sociaal recht, het handelsrecht en andere rechtstakken. 52 Advocaten heb- De beroepsbeoefenaars die in de uitoefening van hun beroep bepaalde feiten of verrichtingen vaststellen waarvan ze weten of vermoeden dat ze verband houden met een (gepoogde) witwasoperatie, moeten onmiddellijk de CFI hierover inlichten. De beroepsbeoefenaar moet zich onthouden van de uitvoering van de illegale transactie. De CFI kan eventueel de voorgenomen transactie tijdelijk bevriezen (max. 2 werkdagen) om het parket toe te laten gerechtelijk beslag te leggen op de wit te wassen gelden of activa. De wetgever heeft niet geopteerd voor een systeem waarbij de melder de illegale transactie eerst mag uitvoeren en vervolgens de melding aan de CFI verricht (controlled money laundering). Een uitgestelde melding is soms aangewezen, omdat de voorgenomen transactie wegens zijn aard onmiddellijk moet worden uitgevoerd, of indien dit in het belang is van de vervolging van de begunstigde van de witwasoperatie. In België is controlled money laundering enkel toegelaten voor de melders uit de financiële sector (art. 24 AWW). 53 Enkel de beroepsbeoefenaar is gerechtigd om te melden aan de CFI. De werknemers of vertegenwoordigers van de beroepsbeoefenaars zijn niet meer gerechtigd om te melden als de beroepsbeoefenaar zelf niet wil of kan melden aan de CFI. De nieuwe AWW schaft deze mogelijkheid af, hoewel artikel 22 van de Derde Witwasrichtlijn dit toelaat. Het 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, en het Wetboek van vennootschappen, Parl.St. Kamer , nr. 1988/4, 20-21). 49 Zie verklaring van de regering (Verslag over het wetsontwerp tot wijziging van de Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, en het Wetboek van vennootschappen, Parl.St. Senaat , nr /4, Zie art. 28, 2, 1 Wet 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen. 51 J. STEVENS, Pro bono publico. Nieuwjaarsrede voorzitter van de Orde van Vlaamse balies, Ad Rem 2010, nr. 1, 8 en J. STEVENS, Nieuwe witwaspreventiewet. Meer lasten, minder zorgen?, Ad Rem 2010, nr. 2, Zie verklaring van de regering (Verslag over het wetsontwerp tot wijziging van de Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, en het Wetboek van vennootschappen, Parl.St. Senaat , nr /4, Zie verklaring van de regering (Verslag over het wetsontwerp tot wijziging van de Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, en het Wetboek van vennootschappen, Parl.St. Senaat , nr /4, 12 en /4 19

20 beroep Grondwettelijk Hof 54 vernietigde eerder de bepaling van de AWW die toelaat dat werknemers of vertegenwoordigers van advocaten overgaan tot een melding bij gebrek aan initiatief van hun werkgever of opdrachtgever. De nieuwe AWW breidt de rechtspraak van het Grondwettelijk Hof inzake de meldingsplicht van de advocaat uit tot de andere beroepscategorieën met een beroepsgeheim. Naast de beroepsbeoefenaar mag eventueel ook de compliance officer informatie over een (gepoogde) witwasoperatie meedelen aan de CFI. De melding verloopt schriftelijk of elektronisch. De beroepsbeoefenaar kan daarbij gebruik maken van het modelformulier dat de CFI ter beschikking stelt via zijn website. 55 De melding wordt rechtstreeks gericht aan de CFI, zonder tussenkomst van het IAB. De wetgever heeft niet geopteerd voor het inschakelen van een zelfregulerende beroepsorganisatie, zoals het IAB, als filter tussen de melder en de CFI. De Derde Witwasrichtlijn 56 laat toe dat de lidstaten een regeling invoeren waarbij de beroepsbeoefenaars eerst melden aan de zelfregulerende beroepsorganisatie, die controleert of de informatie al dan niet betrekking heeft op de vrijstelling van de meldingsplicht bij het verstrekken van juridisch advies. Is dit niet het geval, dan deelt de zelfregulerende beroepsorganisatie de informatie onverwijld en ongefilterd mee aan de financial intelligence unit, in België de CFI. In België geldt een dergelijk meldsysteem enkel voor advocaten, die aan de CFI melden via tussenkomst van de stafhouder van de Orde van Advocaten. 57 Na de melding moet de beroepsbeoefenaar op verzoek van de CFI bijkomende informatie meedelen die de CFI nuttig acht voor de vervulling van zijn wettelijke opdrachten, tenzij de informatie betrekking heeft op een juridisch advies dat hij aan zijn cliënt heeft verstrekt en gedekt is door des- betreffende vrijstelling (cf. supra). Na melding geldt een verbod om aan de cliënt of derden mede te delen dat aan de CFI is gemeld of een strafonderzoek is geopend na de melding (tipping off-verbod) (art. 30 AWW). De beroepsbeoefenaar mag onder meer de advocaat van de cliënt niet contacteren. 57 De Wet van 18 januari 2010 heeft het tipping off-verbod enigszins versoepeld. Het is niet verboden dat de beroepsbeoefenaar, in de mate van het mogelijke, probeert de cliënt te overtuigen om af te zien van de voorgenomen illegale transactie. Indien de beroepsbeoefenaar zijn cliënt niet kan overtuigen, is het aangewezen om de professionele samenwerking stop te zetten. 58 Het verbod is ook niet van toepassing op mededelingen aan het IAB. De melder mag ook mededelingen doen voor strafrechtelijke doeleinden. Deze uitzondering laat toe dat de melder zijn medewerking kan verlenen aan het gerechtelijk onderzoek dat volgt op de overmaking van het dossier door de CFI aan het parket. De rechtspraak nam vroeger reeds aan dat de mededeling van het aan de CFI overgemaakte dossier aan de politie, niet strijdig is met het tipping off-verbod. 59 De accountant of belastingconsulent die meewerkt aan een strafonderzoek, kan enkel binnen de perken van zijn beroepsgeheim (en discretieplicht) inlichtingen meedelen aan de gerechtelijke overheid. Zijn tuchtrechtelijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid is alleszins gedekt wanneer hij als getuige onder ede wordt verhoord door de 59 onderzoeksrechter. 60 Informatieuitwisseling is ook toegelaten tussen beroepsbeoefenaars. Zo kunnen accountants en belastingconsulenten die hun beroep uitoefenen via dezelfde professionele vennootschap of structuur samen het dossier van de cliënt beheren. De rechtsleer verdedigde reeds vóór de Wet van 18 januari 2010 dat de melder wel een en ander mag bespreken met de collega s van het kantoor met wie hij samen het dossier van de betrokken cliënt heeft behandeld. 61 Uitwisseling van informatie is verder ook mogelijk met andere beroepsbeoefenaars 54 GwH nr. 10/2008 van 23 januari 2008, BS 11 februari 2008 en www. const-court.be. 55 Zie (rubriek melders ). 56 Art. 23 Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2005 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme. 57 Ph. De KOSTER, La déclaration de soupçons à la Cellule de traitement des informations financières: pratique et développements, in A. KILESSE en J.-C. DELEPIERE (ed.), De strijd tegen het witwassen en de financiering van het terrorisme, Brugge, die Keure, 2005, Zie nieuw art. 7, 4 AWW en art. 9 Derde Witwasrichtlijn. Zie ook MvT bij het wetsontwerp tot wijziging van de Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, en van het Wetboek van vennootschappen, Parl.St. Kamer , nr. 1988/1, Cass. 17 april 2007, AR P N, 60 Art. 458 Sw. en art. 58 Wet 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen (beroepsgeheim) en art. 32 KB 1 maart 1998 tot vaststelling van het reglement van plichtenleer der accountants (beroepsdiscretieplicht). 61 M. DE SAMBLANX, Analyse van het wettelijk kader aangaande het witwassen van geld en de economische beroepen, in Accountancy in beweging. Liber Amicorum Hilda Theunisse, Leuven-Apeldoorn, Garant, 2001, /4

21 beroep van dezelfde beroepscategorie. Een accountant of belastingconsulent kan informatie uitwisselen met belastingconsulenten en met beoefenaars van andere niet-financiële beroepen, met name juridische beroepen (advocaten en notarissen) en cijferberoepen (erkende boekhouders-fiscalisten of bedrijfsrevisoren). De AWW vereist wel dat de informatie betrekking heeft op dezelfde cliënt en verrichting. De andere beroepsbeoefenaar moet ook een gelijkwaardige witwaswetgeving naleven en is gebonden aan een equivalente regeling inzake beroepsgeheim en bescherming van persoonsgegevens (data protection). De informatie mag uitsluitend worden gebruikt voor de preventie van witwassen. Zo mag een belastingconsulent die bijstand verleent aan een cliënt die een vennootschap wil oprichten met inbreng van illegale vermogensbestanddelen, informatie uitwisselen met de andere betrokken beroepsbeoefenaars, zoals de externe accountant die het financieel plan opstelt, de notaris die de oprichtingsakte verlijdt en de bedrijfsrevisor die de inbreng in natura moet waarderen. Het delen van informatie met banken is echter juridisch niet mogelijk. Geen enkele burgerlijke rechtsvordering, straf- of tuchtvordering kan worden ingesteld en geen professionele sanctie kan worden uitgesproken tegen de beroepsbeoefenaar wegens een te goeder trouw gedane melding (art. 32 AWW). Gebrek aan goede trouw kan onder meer blijken uit het feit dat de melder enkel informatie heeft meegedeeld aan de CFI om een persoon opzettelijk en onrechtmatig schade te berokkenen of indien de melding enkel is ingegeven om straffeloosheid te bekomen voor eigen misdrijven. Veiligheid van de melder Vóór de Wet van 18 januari 2010 bestonden er al bepaalde wettelijke en administratieve maatregelen om de veiligheid van de melder te garanderen. In een antwoord op een parlementaire vraag gaf de minister van Justitie 63 een overzicht van de maatregelen die zijn genomen om de veiligheid van de melder te waarborgen. Zo zal de CFI nooit een ontvangen melding voegen bij het verslag dat zij opstelt over de aangemelde witwasoperatie en vervolgens overmaakt aan het parket. 64 De beroepsbeoefenaar kan zich bovendien in zijn melding beperken tot het opgeven van zijn professionele adres. Bijkomende financiële, fiscale en/of gerechtelijke informatie die de CFI heeft verzameld, laat toe om de oorspronkelijke melding te vervolledigen en om de oorsprong ervan verborgen te houden. 65 Indien de melder tijdens het strafonderzoek of bij de gerechtelijke vervolging van de witwasser door de rechter wordt verhoord als getuige, kan de beroepsbeoefenaar het statuut van anonieme getuige 66 of beschermde getuige 67 aanvragen. Het is inderdaad een vaste praktijk dat de CFI geen kopie van de melding overmaakt aan het parket om te vermijden dat dit document bij het strafdossier wordt gevoegd zodat de persoon die wordt vervolgd voor witwassen de identiteit van de melder kan achterhalen. Het is echter wel mogelijk dat de CFI samen met het onderzoeksverslag een side letter overmaakt aan de procureur des Konings of de federale 67 procureur. 68 Het betreft een afzonderlijk en vertrouwelijk document met bepaalde gevoelige informatie over de verrichte melding. De side letter maakt geen deel uit van het strafdossier om te vermijden dat de verdachte of zijn advocaat er via hun recht van inzage kennis van kunnen nemen. Het kan ook voorkomen dat de CFI in het onderzoeksverslag de identiteit en de 62 Zie Ph. de KOSTER, La déclaration de soupçons à la Cellule de traitement des informations financières: pratique et développements in De strijd tegen het witwassen en de financiering van het terrorisme, Brugge, die Keure, 2005, en J. SPREUTELS en C. SCOHIER, La place des professions comptables, fiscales et révisorales dans le dispositif préventif de lutte contre le blanchiment de capitaux: un premier état de lieux, C & FP 2000, Mondelinge vraag nr van de heer Servais VERHERSTRAETEN van 29 september 2004 aan de vice-eerste minster en de minister van Justitie, Kamer van Volksvertegenwoordigers, Commissie voor de Justitie, , Beknopt Verslag, afl. 346, en Integraal Verslag, afl. 346, Zie ook CFI, 15de Activiteitenverslag 2008, Brussel, 2009, Zie ook CFI, 15de Activiteitenverslag 2008, Brussel, 2009, Wet 8 april 2002 betreffende de anonimiteit van de getuigen, BS 31 mei Wet 7 juli 2002 houdende een regeling voor de bescherming van bedreigde getuigen en andere bepalingen, BS 10 augustus Verslag over het wetsontwerp tot wijziging van de Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, en het Wetboek van vennootschappen, Parl.St. Senaat , nr /4, /4 21

22 beroep professionele coördinaten van de witwasverantwoordelijke (compliance officer) van de meldende onderneming vermeldt, als hij of zij hiermee instemt. 69 Naast de maatregelen die de minister opsomt, bestaan er nog andere wettelijke regelingen die toelaten om de identiteit van de melder te beschermen. Artikel 32 Gw. en de Wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur kennen aan elke burger het recht toe om bestuursdocumenten te raadplegen en om er een kopie van te nemen. Deze wet is van toepassing op alle federale administratieve overheden, dus ook op de CFI. De CFI moet echter elk verzoek tot inzage van de ontvangen melding afwijzen door haar beroepsgeheim in te roepen. 70 Ten slotte is de inzage van de persoonsgegevens die de CFI verwerkt bij de uitoefening van de bevoegdheden die de AWW haar toekent niet mogelijk op basis van de privacywet. 71 De oude AWW bevatte reeds een aantal maatregelen die bijdragen tot een afscherming van de identiteit. De leden van de CFI en haar personeelsleden zijn gehouden tot een versterkt beroepsgeheim (cf. infra). Verbod om de melding of de bijkomende informatie uitgaande van de melder te voegen bij het strafdossier (art. 36, eerste lid AWW) Indien de CFI een spontane melding van een witwasoperatie ontvangt of indien de melder op verzoek van de CFI bijkomende informatie meedeelt over de aangemelde feiten, en de CFI vervolgens zijn (aanvullende) verslag overmaakt aan het Openbaar Ministerie, maakt de initiële melding en de aanvullende door de melder verstrekte informatie geen deel uit van het dossier teneinde de anonimiteit van de melder te garanderen. Het verbod slaat niet alleen op informatie meegedeeld aan de procureur des Konings of de federale procureur maar ook op de andere overheden aan wie de CFI inlichtingen mag meedelen, zoals onder meer het Europees bureau voor fraudebestrijding (OLAF), de Sociale Inlichtingen- en Opsporingsdienst (SIOD), de arbeidsauditoraten, de FOD Financiën, de buitenlandse tegenhangers van de CFI en de Staatsveiligheid. 71 Wanneer de CFI zijn onderzoeksverslag meedeelt aan de procureur des Konings maakt de melding van de beroepsbeoefenaar geen deel uit van het dossier om de anonimiteit van de melder te garanderen De Wet van 18 januari 2010 heeft de bestaande bescherming bevestigd en zelfs nog versterkt. De AWW verbiedt niet dat de CFI de van de melder ontvangen informatie overmaakt aan het OM. De CFI zal deze informatie analyseren, verifiëren en eventueel aanvullen met inlichtingen die ze zelf heeft ingewonnen. De CFI kan onder meer politiediensten, administratieve diensten van de Staat en gerechtelijke overheden bevragen. Deze diensten of overheden mogen ook op eigen initiatief inlichtingen meedelen aan de CFI. Eventueel kan de CFI ook informatie, meegedeeld door andere beroepsbeoefenaars betreffende dezelfde feiten, verwerken in haar onderzoek van de feiten. De CFI zal ten slotte een synthese maken van de informatie die is meegedeeld door de accountant of belastingconsulent en van de gegevens die afkomstig zijn van andere bronnen. Indien de CFI op basis van de verzamelde informatie concludeert dat er ernstige aanwijzingen bestaan van een witwasoperatie zal de CFI een onderzoeksverslag overmaken aan het Openbaar Ministerie. Hetgeen de AWW verbiedt is de onthulling van de identiteit van de melder via de toevoeging aan het strafdossier van de informatiedragers (faxen, s enz.) die de melder heeft overgemaakt aan de CFI bij de initiële melding of de meedeling van bijkomende informatie. 69 J. SPREUTELS, en P. DE MUELENAERE (red.), De Cel voor financiële informatieverwerking en de voorkoming van het witwassen van geld in België, Brussel, Bruylant, 2003, Art. 35 AWW juncto art. 6 Wet 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur. Zie ook CFI, 8ste Activiteitenverslag , Brussel, 2002, Art. 3, 5, 4 Wet 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens /4

23 beroep Verbod om de identiteit van de melder te onthullen bij een getuigenverhoor in rechte van de CFI (art. 36, tweede lid, AWW) het gerechtelijk onderzoek over de aangemelde (gepoogde) witwasmisdrijven kan desnoods het wettelijk statuut van anonieme getuige aanvragen. 73 De leden van de CFI, zijn personeelsleden, de leden van de politiediensten en andere ambtenaren die bij de Cel zijn gedetacheerd en de externe deskundigen waarop de CFI een beroep doet, zijn gehouden tot een strafrechtelijk sanctioneerbaar beroepsgeheim (art. 35 AWW). Behoudens de wettelijke uitzonderingen mogen al deze personen geen ruchtbaarheid geven aan informatie waarvan ze bij de uitoefening van hun beroep kennis hebben gekregen. Er is zelfs sprake van een versterkt beroepsgeheim. Artikel 29 Sv. betreffende de verplichting voor ambtenaren om de procureur des Konings te informeren over de wanbedrijven en misdaden waarvan ze weet hebben tijdens de uitoefening van hun ambt (ambtelijke aangifte van misdrijven), is niet van toepassing op de CFI. Dit impliceert dat de CFI inlichtingen over strafbare feiten die de AWW niet beschouwt als witwassen van geld, bijvoorbeeld gewone fiscale fraude, niet mag aangeven bij het Openbaar Ministerie. Op basis van artikel 458 Sw. mag de CFI als getuige in rechte wel informatie onthullen die is gedekt door het beroepsgeheim. Een getuigenverhoor in rechte impliceert een verklaring onder ede afgelegd voor een rechter. Een verhoor afgenomen door een parketmagistraat of een politieambtenaar is geen getuigenverhoor in rechte. De AWW legt nu de CFI expliciet het verbod op om tijdens een getuigenverhoor in rechte de identiteit van de melder te onthullen. Deze maatregel is geïnspireerd op het Franse 72, 73 witwaspreventiesysteem. De anonimiteit sluit niet uit dat de melder na mededeling van het (geanonimiseerde) onderzoeksverslag van de CFI aan de procureur des Konings of de federale procureur, zelfs louter toevallig, door een onderzoeksrechter wordt verhoord als getuige in rechte. Het tipping off-verbod vormt geen beletsel voor een kennisgeving van de gedane melding aan derden voor repressieve doeleinden (art. 30 AWW), zijnde het onderzoek en de vervolging van witwasmisdrijven. De melder die als getuige in rechte wil meewerken aan Besluit Uit de bespreking van de verplichtingen van de AWW die de beroepsbeoefenaar moet naleven, blijkt overduidelijk dat de strijd tegen het witwassen van geld een reële impact heeft op de uitoefening van het beroep van accountant en belastingconsulent en op de organisatie van zijn kantoor. Hij neemt de preventieve maatregelen die nodig zijn voor een optimale toepassing van de AWW. Hij zal een administratieve procedure ontwikkelen die hem in staat stelt om op een efficiënte wijze over te gaan tot de identificatie van zijn cliënten en de uiteindelijke begunstigde, het bewaren van bewijsstukken, het detecteren en melden van verdachte transacties en de permanente opleiding van zijn personeel. De Wet van 18 januari 2010 heeft de bestaande verplichtingen verder uitgebreid. De grote kantoren moeten een compliance officer aanstellen. De beroepsbeoefenaar moet soms een verscherpt klantenonderzoek uitvoeren en de verplichting tot identificatie heeft een permanent karakter gekregen (actualiseringen). Voortaan geldt de verplichting om een schriftelijk verslag op te stellen over ongebruikelijke transacties ook voor de cijferberoepen. De Wet van 18 januari 2010 heeft echter ook de bestaande regels versoepeld: vrijstelling van de meldingsplicht bij het verstrekken van juridisch advies, uitvoering van een klantenonderzoek via de derde zaakaanbrenger en het vereenvoudigd klantenonderzoek. De veiligheid van de melders is bovendien wettelijk gewaarborgd. De administratieve en financiële lasten die deze maatregelen ongetwijfeld met zich meebrengen wegen echter niet op tegen het maatschappelijk belang van de strijd tegen het witwassen van geld. De strijd tegen het witwassen is nodig om criminele organisaties op een efficiënte wijze te bestrijden. Deze criminele organisaties zijn in staat om het democratische politieke systeem, de legale economie en de gerechtelijke overheid te infiltreren en te destabiliseren. Zij maken daartoe gebruik van corruptie, chantage en fysiek geweld en beschikken over enorme fi- 72 Zie art. L , eerste lid, Code monétaire et financier: Dans le cas où le service mentionné à l article L saisit le procureur de la République, la déclaration mentionnée à l article L ou l information transmise en application des articles L , L , L ou L ne figure pas au dossier de procédure, afin de préserver l anonymat de ses auteurs. 73 Zie verantwoording bij het amendement nr. 9 (H. VANDENBERGHE en W. BEKE) op het wetsontwerp tot wijziging van de Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme, en het Wetboek van vennootschappen, Parl.St. Senaat , nr /2, /4 23

24 beroep nanciële middelen, afkomstig van witgewassen misdaadgeld. De externe leden van het IAB dienen daarom loyaal samen te werken met de CFI en de gerechtelijke overheid in de strijd tegen het witwassen. Wat de uitvoering van de nieuwe wetgeving betreft, moeten er nog tal van uitvoeringsbesluiten worden uitgevaardigd en moet het IAB aan zijn leden richtlijnen meedelen ter verduidelijking van de toepassingsmodaliteiten van het klantenonderzoek en de interne organisatie op het kantoor. Wordt ongetwijfeld vervolgd Opmerking IAB: de drie instituten van de economische beroepen (IAB, IBR en BIBF) werken een richtlijn uit voor de beroepsbeoefenaars om de gevolgen van de nieuwe antiwitwaswetgeving toe te passen in hun kantoor. EVA online Uw online boekhoudingen facturatiepakket vanaf 1,5 euro per dag EVA online software is het ideale basissoftwarepakket voor de starter, de zelf standige of het kleinbedrijf 24 uur op 24 beschikbaar via internet Geen extra investering in hardware Dagelijks automatische back-up Rechtstreekse toegang voor uw accountant Lage prijs Ontdek uw voordeel: bel snel of surf naar /4

25 Beroep Renaissance Building: de nieuwe thuishaven van het IAB en het IBR Fabienne Cleymans Adjunct-directeur IAB Maanden geleden beslisten het IAB en het IBR om, na een grondige en langdurige marktstudie, samen hun intrek te nemen in de Renaissance Building, een volledig gerenoveerd gebouw gelegen in het noorden van de Brusselse vijfhoek. Sinds eind augustus zijn beide Instituten dan ook gehuisvest in dit gebouw gelegen aan de Emile Jacqmainlaan. Ter gelegenheid van de eerste vergadering van de Consultatieve commissie in het nieuwe gebouw, en na een korte inleiding door de heer Robert Moreaux, voorzitter van de commissie, gaf de heer Bert tekst en uitleg over de twee moderne en functioneel ingerichte verdiepingen, samen met het Instituut van de Bedrijfsrevisoren. Na de toespraken Een aantal elementen waren bepalend bij de keuze van het gebouw. Vooreerst is het centraal gelegen in een zich snel ontwikkelende wijk dichtbij de voornaamste Belgische en regionale instellingen en organisaties. Het gebouw is ook vlot bereikbaar, zowel met de wagen als met het openbaar vervoer. De Renaissance Building werd opgetrokken volgens de meest strikte regels wat duurzame ontwikkeling betreft, waardoor een lage energiekost wordt gegarandeerd. De nieuwe lokalen werden functioneel ingericht met de nodige aandacht voor een efficiënt oppervlaktegebruik. Deze nieuwe huisvesting laat ons toe om het onthaal van en de dienstverlening naar de leden toe te verbeteren. Voorzitter André Bert met past-presidents Johan De Leenheer en Roger Vandelanotte Eén week voor de officiële inhuldiging, op 20 september ll., verwelkomde het IAB de vertegenwoordigers van de beroepsverenigingen, van het Nederlandstalig Overlegcomité en van het Franstalig Overlegcomité in de nieuwe lokalen. André Bert, voorzitter van het Instituut, was bijzonder verheugd om een 50-tal vertegenwoordigers uit de beroepsverenigingen een kijkje te gunnen achter de schermen van de Renaissance Building. volgde een rondleiding, begeleid door de verschillende Raadsleden van het Instituut. Eerst van de zesde verdieping, doorheen de vergaderzalen en de nieuwe bibliotheek, daarna van de vijfde verdieping, waar zowel de diensten van het IAB als van het IBR, samen goed voor een 60-tal werknemers, hun intrek hebben genomen. 2010/4 25

26 Beroep Als geschenk voor de verhuis, mocht het Instituut uit handen van de heer Cogen, voorzitter van het Nederlandstalig Overlegcomité, een cheque ontvangen met als opdracht deze te besteden aan een kunstwerk voor de nieuwe lokalen. De heer Bert drukte hiervoor zijn bijzondere dank uit. Op 28 september volgde dan de officiële inhuldiging waarop contacten uit de politieke en institutionele omgeving van de beide Instituten werden uitgenodigd. Een 80-tal aanwezigen luisterden aandachtig naar de toespraken van de heer André Bert, voorzitter van het IAB, en de heer Michel De Wolf, voorzitter van het IBR. Voorzitter André Bert en IBR-voorzitter Michel De Wolf Beide voorzitters onderstreepten de voordelen van dit nieuwe gebouw en de gezamenlijke huisvesting die een efficiëntere dienstverlening lijk onthaal, een efficiënt gebruik van de functioneel ingerichte vergaderzalen, schaaleconomieën bij onze leveran- naar de leden toe mogelijk moet maken. Hierbij wordt een nauwe samenwerking nagestreefd met respect voor de eigen ciers en een meer complete en toegankelijkere bibliotheek. bevoegdheden, waarbij ieder Instituut ook zijn autonomie en aparte juridische structuur bewaart. Dankzij de nagestreefde synergieën was de verbeterde dienstverlening naar voor de Economische Beroepen, verzekerde de aanwezigen De heer Jean-Paul Servais, voorzitter van de Hoge Raad de leden toe onmiddellijk zichtbaar: een gemeenschappe- dat hij uitermate verheugd is met deze evolutie waarbij de Instituten tot een toenadering komen in het voordeel van de verschillende economische beroepen en uiteindelijk ook van hun cliënten. Hij benadrukte dat de Hoge Raad steeds bereid blijft om voorafgaand overleg te plegen over een nieuwe regelgeving van de Instituten. We mochten ter gelegenheid van deze opening bijzonder enthousiaste reacties en vele felicitaties ontvangen. De nieuwe wind die door het Instituut waait, werd zeer positief onthaald. De heren Jean-Paul Servais, Michel De Wolf en André Bert /4

27 Beroep Studievoormiddag van 30/09/10 De nieuwe aansprakelijk heidsregeling voor economische beroepen: rechtspersonen en natuurlijke personen Sandrine Ghilain Juridische dienst IAB Met als doel de uitoefening in vennootschapsvorm aan te moedigen en te bevorderen, wat een scheiding mogelijk maakt van het professioneel en privévermogen en de zekerheid van de ondernemer versterkt, formuleerde het kmoplan dat werd goedgekeurd door de regering in 2008 op initiatief van minister Laruelle, een voorstel om de uitoefening van gereglementeerde beroepen (advocaten, notarissen, gerechtsdeurwaarders, landmeters, ingenieurs, artsen ) in vennootschapsvorm toe te laten. Een eerste toepassing van dit plan heeft geleid tot een belangrijke hervorming van de uitoefening van het beroep van architect. De Wet van 18 januari 2010 betreffende de uitoefening van een vrij en gereglementeerd cijferberoep door een rechtspersoon, gestemd op initiatief van minister Laruelle, vormt het tweede luik daarvan. Deze wet beantwoordt ook aan de vraag van het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten en het Beroepsinstituut van Erkende Boekhouders en Fiscalisten, die werd geformuleerd kort na de parlementsverkiezingen van 2007, om het verbod voor hun leden om de burgerlijke beroepsaansprakelijkheid contractueel te beperken, op te heffen, naar aanleiding van de Wet van 23 december 2005 houdende diverse bepalingen die deze mogelijkheid wel bood aan bedrijfsrevisoren. De terugkeer naar het gemeenrecht van de aansprakelijkheid, dat zo wordt ingeburgerd voor de economische beroepen, wordt evenwel een werk van lange adem. De algemene lijnen daarvan uittekenen vulde ruimschoots het programma van de studievoormiddag die daartoe door de drie instituten werd georganiseerd op 30 september jongstleden, onder het voorzitterschap van Meester Pierre Van Ommeslaghe. De heer André Bert opende de studievoormiddag in zijn hoedanigheid van voorzitter van het Interinstitutencomité. In zijn inleiding onderlijnde hij dat de mogelijkheid om de omvang van de risico s die door een beroepsbeoefenaar worden gedragen via een contract aan te passen, een antwoord vormt op de markt die soms de neiging heeft om aanzienlijke risico s te laten dragen door de beroepsbeoefenaars zonder hen de middelen te bieden om hun opdracht optimaal uit te voeren. 2010/4 27

28 Beroep Om zijn aansprakelijkheid te beperken, moet men echter over een document beschikken. Op de websites van de drie instituten zijn er modellen van contracten ter beschikking van de beroepsbeoefenaars. Daarna volgde een verhelderende samenvatting door Meester Van Ommeslaghe van de algemene principes van de burgerlijke contractuele aansprakelijkheid en van de aansprakelijkheid door onrechtmatige daad, van gevallen van cumul en van samenloop van deze twee soorten aansprakelijkheid. André Bert, Mr. Pierre Van Ommeslaghe, Michel De Wolf en Etienne Verbraeken Vervolgens werd het woord gegeven aan twee eminente juristen die het onderzoek voerden naar de gevolgen van de nieuwe wet op de aansprakelijkheidsregeling van cijferberoepsbeoefenaars. Hun uiteenzettingen waren gebaseerd op twee grote pijlers. Enerzijds, op de toepassing van de leer van de immuniteit van het orgaan op zelfstandige beroepsbeoefenaars die hun activiteiten uitoefenen als bedrijfsleider: wanneer de opdracht wordt toevertrouwd aan de vennootschap, is het in principe de rechtspersoon (en dus niet (meer) de beroepsbeoefenaar natuurlijke persoon ) die de verantwoordelijkheid en de financiële gevolgen draagt in geval van een eventuele niet-uitvoering of foutieve uitvoering. Overeenkomstig het gemeenrecht is deze immuniteit slechts van toepassing op de contractuele aansprakelijkheid van de vennootschap, binnen de grenzen die traditioneel worden aanvaard door de rechtspraak en de rechtsleer. De bestuurder, de zaakvoerder of de vaste vertegenwoordiger natuurlijke persoon behoudt dus een volledige aansprakelijkheid voor quasi-delictuele fouten (dat wil zeggen een tekortkoming tegenover het gedrag van een goede, normaal bekwaam en toegewijde beroepsbeoefenaar in dezelfde omstandigheden) die hij zou begaan in handelingen namens en voor rekening van de vennootschap. Meestal betreft het fouten die schade berokkenen aan derden (dat wil zeggen personen met wie de vennootschap geen contractuele band heeft). De beroepsbeoefenaar draagt ook, net zoals elke andere bestuurder of zaakvoerder van een rechtspersoon, de aansprakelijkheid voor eventuele fouten begaan in het bestuur van de vennootschap. Tot slot blijft hij gehouden tot de strafrechtelijke gevolgen van zijn handelingen, eventueel samen met de rechtspersoon voor wiens rekening hij optreedt. Anderzijds heeft de Wet van 18 januari 2010 het vroegere verbod opgeheven, in het bijzonder voor externe accountants en externe belastingconsulenten, om hun professionele aansprakelijkheid contractueel te beperken /4

29 Beroep Daarmee heeft deze wet een echte verandering teweeggebracht voor alle externe leden van het Instituut, of ze nu hun activiteiten uitoefenen via een rechtspersoon of niet. en dat ze het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de cliënt niet aanzienlijk verstoort. Voortaan kunnen ze in hun contracten voorzien dat hun aansprakelijkheid beperkt wordt tot een vooraf bepaald bedrag, ofwel kunnen zij bijvoorbeeld bepalen dat alleen specifieke vormen van schade desgevallend aanleiding zullen geven tot een schadevergoeding. Deze vrijheid is niet absoluut: overeenkomstig het gemeenrecht zijn clausules tot beperking van de aansprakelijkheid die tot gevolg hebben dat aan een verbintenis alle inhoud wordt ontnomen, nietig. Men kan zich evenmin vrijstellen van zijn aansprakelijkheid voor opzettelijke fouten: de Wet van 18 januari 2010 verbiedt aan externe accountants en externe belastingconsulenten om hun aansprakelijkheid te beperken in geval van fout gepleegd met bedrieglijk opzet of met het oogmerk om te schaden. 16 En dan nog moet men kijken naar de hoedanigheid van de cliënt: betreft het toevallig een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die handelt met doeleinden die niet in het kader van zijn beroepsactiviteit passen, dan is er een wet van toepassing van het type bescherming van de consument 2, die een eventuele clausule tot beperking van de aansprakelijkheid enkel toelaat op voorwaarde: 7 dat deze clausule de wettelijke rechten van de cliënt ten aanzien van de beroepsbeoefenaar in geval van volledige of gedeeltelijke wanprestatie of van gebrekkige uitvoering van één van diens contractuele verplichtingen, niet op ongepaste wijze uitsluit of beperkt, dat er over deze clausule afzonderlijk is onderhandeld, Na deze schitterende interventies richtte minister Laruelle zich tot de aanwezigen om te getuigen van het vertrouwen dat ze stelde in de economische beroepen, een vertrouwen dat zich heeft vertaald in de recente toekenning van twee nieuwe opdrachten in de procedure om Initio -leningen te verkrijgen en bij de oprichting van een Starters -bvba. De minister herhaalde haar visie op de rol van beroepsbeoefenaars, wiens interventie wordt beschouwd als een essentiële schakel in de keten van het succes van ondernemingen. De beperking van de aansprakelijkheid betekent volgens haar geen totale vrijheid: de beroepsbeoefenaar blijft verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn handelingen. Deze evolutie vormt evenwel een stap in de richting van een grotere professionalisering van de sector en van de vrije beroepen in het algemeen, en moet het in het bijzonder mogelijk maken om de overdracht van kantoren te vergemakkelijken. Een spreker uit de verzekeringssector herinnerde vervolgens aan de fundamentele kenmerken van de collectieve polissen, aangeboden door de drie instituten aan hun leden (verzekerde bedragen, activiteiten en personen). Om te eindigen, illustreerde een deskundige in het beheer van schadegevallen burgerlijke beroepsaansprakelijkheid van economische beroepen, aan de hand van enkele concrete voorbeelden eenvoudige aanbevelingen uit de praktijk die toelaten de gevallen van aansprakelijkheidstelling te beperken. De voormiddag werd afgerond met een debat onder leiding van André Kilesse, met onder andere Jan Sap, algemeen directeur van UNIZO, en Philippe Lambrecht, bestuurder algemeen secretaris van de VBO. 1 Artikel 33 van de wet van 22 april 1999 met betrekking tot boekhoudkundige en fiscale beroepen, zoals gewijzigd door de wet van 18 januari 2010 betreffende de uitoefening van een vrij en gereglementeerd cijferberoep door een rechtspersoon. 2 Wet van 2 augustus 2002 betreffende de misleidende reclame, de onrechtmatige bedingen en de op afstand gesloten overeenkomsten inzake de vrije beroepen (BS, 20/11/2002). Aan de heer Jean-Luc Kilesse, die het IAB vertegenwoordigde, werd gevraagd om zijn mening te geven over de manier waarop efficiënt een beperking van de aansprakelijkheid tot een specifiek bedrag kan worden gerealiseerd. 2010/4 29

30 Beroep De deelnemers aan het panelgesprek onder leiding van de heer André Kilesse De gemakkelijkste oplossing zou zijn om beroepsaansprakelijkheid te beperken tot het bedrag dat wordt gedekt door het verzekeringscontract via een type clausule in de algemene of bijzondere voorwaarden. Dergelijke contractuele bepalingen worden, bijvoorbeeld, door bepaalde ordes van advocaten toegelaten. een veelvoud van de erelonen. Naast de eenvoud van de berekening, benadrukt deze methode het verband waarover gesproken wordt in de inleiding, tussen het risico dat de beroepsbeoefenaar op zich neemt, en de middelen die hem worden gegeven om een bepaalde opdracht tot een goed einde te brengen. Vandaag is het bedrag van de waarborg van het verzekeringscontrat BA dat door het IAB werd onderhandeld, en dat door talrijke externe accountants en externe belastingconsulenten wordt onderschreven, EUR per verzekeringsjaar en per schadegeval. Maar van welke erelonen wordt er eigenlijk gesproken? Gaat het over de erelonen die in de loop van een kalenderjaar jaar worden gefactureerd of over de erelonen die betrekking hebben op de diensten geleverd voor een bepaald boekjaar? Een beperking van de beroepsaansprakelijkheid tot een lager bedrag kan bijgevolg van nut zijn aangezien op die manier een eventuele overschrijding van het gewaarborgde bedrag, ingeval van opeenvolging van belangrijke schadegevallen in eenzelfde verzekeringsjaar, kan worden vermeden. Hoe dient deze beperking dan te worden bepaald? Een mogelijkheid die vaak ter sprake komt, is om het bedrag van de aansprakelijkheidbeperking vast te leggen op Voor bepaalde opdrachten is het dus niet zo eenvoudig als het lijkt. Het contract zal nochtans duidelijk moeten zijn, om uitvoering te krijgen: een nauwkeurige opstelling dringt zich op. Wat het veelvoud van de erelonen betreft dat zou kunnen worden toegepast, bestaat er geen gouden regel. Dat aantal moet in elk geval zo worden bepaald dat het bedrag van de aansprakelijkheid dat door de beroepsbeoefenaar uiteindelijk wordt aanvaard, niet onder een peil komt te staan, waardoor /4

31 Beroep aan de verbintenis van de beroepsbeoefenaar alle inhoud wordt ontnomen. Dit zou bovendien ook als een tekortkoming ten aanzien van de beginselen van waardigheid, kiesheid en rechtschapenheid kunnen worden beschouwd. Tenslotte dient eraan te worden herinnerd dat deze mogelijkheid van contractuele beperking van de beroepsaansprakelijkheid niet bestaat voor de opdrachten waarvan de uitvoering door of krachtens de wet aan de externe accountant of bedrijfsrevisor wordt toevertrouwd, bij gebrek aan een commissaris. Deze opdrachten zijn sowieso onderworpen aan een wettelijk aansprakelijkheidsplafond van EUR of EUR wanneer de opdracht bij een beursgenoteerde vennootschap wordt uitgevoerd. 38 We stellen na dit volledige programma vast, dat het laatste woord nog niet is gezegd over deze complexe materie. Het zal aan de beroepsbeoefenaars zijn om zich te positioneren en, in tweede instantie, aan de hoven en rechtbanken om te arbitreren. Met een aanwezigheid van ongeveer 700 personen en de terbeschikkingstelling van documentatie, die elke geïnteresseerde in de mogelijkheid zal stellen de veranderingen op te nemen, en de manier te bepalen waarop hij ze ten uitvoer zal brengen, lijkt de doelstelling die de instituten hadden vooropgesteld bij de organisatie van deze voormiddag in elk geval behaald. Wanneer u VROEGER een professioneel krediet wilde aanvragen, moest u een afspraak maken vrij nemen naar de bank gaan stilstaan in t verkeer door de regen lopen het kantoor binnengaan het bureau binnenstappen uw verhaal vertellen naar huis gaan terugkeren met bijkomende documenten op de beslissing wachten... NU, belt u gewoon onze kredietspecialisten: Of u nu klant bent of niet, ING maakt u het leven een stuk makkelijker. U krijgt vanaf vandaag immers de mogelijkheid een professioneel krediet aan te vragen via telefoon, web en natuurlijk ook in uw ING kantoor. Uw aanvraag wordt bovendien razendsnel behandeld door de kredietspecialisten van het ING BusinessCredit Center, zodat u geen kostbare tijd verliest. Want daar gaat het u als zelfstandige toch om? Uw aanvraag van een professioneel krediet per telefoon, via web of in uw ING-kantoor verbindt noch ING België, noch uzelf, zolang u geen kredietcontract hebt ondertekend in uw ING-kantoor (onder voorbehoud van voorafgaande aanvaarding van uw dossier door ING België). Krediet met professioneel doel onder voorbehoud van aanvaarding door ING België en mits wederzijds akkoord. ING België NV Kredietgever/Bank Marnixlaan 24, B-1000 Brussel RPR Brussel Btw BE BIC (SWIFT): BBRUBEBB Rekening: (IBAN: BE ). Verantwoordelijk uitgever: Philippe Wallez Marnixlaan 24, B-1000 Brussel. 3 Artikel 17 van de wet van 22 juli 1953 houdende oprichting van een Instituut van de Bedrijfsrevisoren en organisatie van het publiek toezicht op het beroep van bedrijfsrevisor, gecoördineerd op 30 april /4 31

32 Fiscaliteit Energiefiscaliteit Jean Schellekens Belastingconsulent In deze bijdrage worden 22 fiscale bepalingen besproken die specifiek betrekking hebben op de energie in de vorm van elektriciteit of gas, waarbij de vennootschapsbelasting, de onroerende voorheffing op gebouwen en outillering en de btw buiten beschouwing worden gelaten. Die fiscaliteit wordt gekenmerkt door een extreme complexiteit, te wijten aan de bevoegdheidsverdeling tussen de federale staat en de gewesten, de techniciteit van de vaststelling van de belastbare grondslag, de inning van de belasting, de aanwending van de opbrengst ervan en de volatiliteit van de wetteksten. U zult merken dat een aanzienlijk deel van de diverse fiscale heffingen die in dit artikel worden opgesomd, betrekking heeft op gewestelijke belastingen die in de personenbelasting en de vennootschapsbelasting niet als beroepskosten aftrekbaar zijn. Die complexiteit leidt tot een gebrek aan transparantie in verband met de reële kost van deze fiscaliteit in de aan de eindverbruiker gefactureerde prijs. Wegens de omvang van de materie beperkt de bijdrage zich tot een opsomming van de diverse maatregelen en het vermelden van de voornaamste kenmerken ervan. Tal van bepalingen beogen zowel de elektriciteit als het gas. Aangezien de nadruk wordt gelegd op de maatregelen in verband met de elektriciteit, werden de paragrafen die zijn gewijd aan het gas minder omstandig uitgewerkt. Hoewel ze niet uitsluitend betrekking hebben op de energiesector, worden in fine van het artikel twee soorten fiscale bepalingen vermeld wegens de kost ervan. 1. Energiefiscaliteit: elektriciteit 1.1. De energiebijdrage Bron De bijdrage op de energie is ontstaan uit de Wet van 22 juli 1993 tot instelling van een bijdrage op de energie ter vrijwaring van het concurrentievermogen en de werkgelegenheid. In 2004, bij de omzetting in België van Richtlijn 2003/96/ EG tot herstructurering van de communautaire regeling voor de belasting van energieproducten en elektriciteit, werd ze onder de accijnzen opgenomen (KB van 29 februari 2004 tot wijziging van de Wet van 22 oktober 1997 betreffende de structuur en de accijnstarieven inzake minerale olie; art. 414 van de Programmawet van 27 december 2004). Schuldenaars Deze accijns beoogt de gebruikers van het laagspanningsnet (lager dan 1 kilovolt). Ze wordt opeisbaar ten name van de distributeur op het tijdstip van de levering aan de verbruiker. Onder distributeur wordt verstaan de onderneming die voor eigen rekening of voor rekening van derden elektriciteit verkoopt. Feitelijk zijn alle hierna opgenomen bepalingen een grondige studie waard Oproep tot de aficionado s van de fiscaliteit en de studenten die op zoek zijn naar een onderwerp voor een scriptie! Tarief Het tarief bedraagt 0 EUR voor professionele klanten die zijn aangesloten op een net met een hogere spanning dan /4

33 Fiscaliteit kv en gelijkgestelde klanten. Laatstgenoemden zijn eindverbruikers gevoed via een zelfgefinancierde geïndividualiseerde kabel vanuit een transformatorcabine die deel uitmaakt van het hoogspanningsnetwerk. Ook professionele klanten aangesloten op een net met een lagere spanning dan 1 kv genieten het tarief van 0 EUR, wanneer zij de hoedanigheid hebben van energie-intensief bedrijf met een overeenkomst milieudoelstelling. Voor professionele klanten aangesloten op een net met een hogere spanning dan 1 kv en met de hoedanigheid van energie-intensief bedrijf met een overeenkomst milieudoelstelling, bedraagt de accijns 0,9544 EUR per MWh verbruik. Voormelde energie-intensieve bedrijven moeten in het bezit zijn van een bijzondere erkenning, afgeleverd door de leverancier die zelf erkend moet zijn om aan dergelijke klanten te leveren. Voor alle andere, al dan niet professionele, klanten bedraagt de accijns 1,9088 EUR per MWh verbruik. Vrijstellingen Op deze accijns gelden tal van vrijstellingen, bijvoorbeeld: elektriciteit gebruikt voor de gecombineerde productie van warmte en energie; elektriciteit gebruikt voor het vervoer van personen en goederen per trein; elektriciteit gebruikt voor werkzaamheden in de landbouw, tuinbouw, visserij en bosbouw; elektriciteit gebruikt voor de chemische reductie of elektrolyse. Vermelding op de factuur aanwending De energiebijdrage wordt op de factuur aan de verbruiker vermeld en maakt deel uit van het bedrag dat aan de btw wordt onderworpen De federale bijdrage op de elektriciteit Bron en aanwending Deze bijdrage is ontsproten uit artikel 21bis van de Wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt, dat werd ingevoegd bij de Wet van 20 juli Hoewel het een enige bijdrage is, omvat ze zes componenten, toeslagen genoemd, die dienen voor de financiering van zes speciale fondsen. De Commissie voor de regulering van de elektriciteit, waaraan de opbrengst van deze bijdrage wordt gestort, zorgt voor de verdeling ervan volgens criteria vastgesteld bij koninklijk besluit: de toeslag denuclearisatie van de nucleaire sites van Mol-Dessel. Dit deel van de federale bijdrage wordt evenwel volledig gedragen door de ondernemingen die tot de elektriciteitssector behoren (KB van 21 oktober 2008); de toeslag werkingskosten van de CREG (het KB van 9 maart 2010 stelt het bedrag voor 2010 vast op 15,1 miljoen EUR); de zogenaamde toeslag speciaal fonds ocmw ; de toeslag beschermde klanten ter vergoeding van de leveranciers die de sociale tarieven toepassen (KB van 21 januari 2004); de toeslag Kyotofonds ; de toeslag verwarmingspremie (voor 2009 vastgesteld op 6,9 miljoen EUR; dit bedrag wordt sindsdien jaarlijks geïndexeerd). Schuldenaars en inning De federale bijdrage wordt toegepast op alle eindverbruikers, inclusief de gebruikers van het hoogspanningsnet. Sinds 2009 wordt ze geïnd door de netbeheerder (Elia). De inning gebeurt in feite in cascade, door tussenkomst van de netbeheerders, de distributienetbeheerders en de leveranciers. Tarief, facturering en btw De opbrengst van deze bijdrage wordt aangewend voor de algemene begroting van de Staat. In 2010 bedroeg de federale bijdrage (totale toeslag) 4,0685 EUR per MWh verbruik. Er zijn een aantal degressieve regels voorzien en een maximumbedrag in geval van hoger verbruik dan MWh per jaar en per site. Voor het gedeelte van de elektriciteit geleverd aan eindafnemers en geproduceerd met aanwending van hernieuwbare ener- 2010/4 33

34 Fiscaliteit giebronnen of door eenheden van kwalitatieve warmtekrachtkoppeling geldt een vrijstelling van de Kyoto- en denuclearisatietoeslagen. Het bedrag van de federale bijdrage wordt vermeld op de factuur die aan de eindverbruiker wordt uitgereikt. Artikel 21bis van de Wet van 29 april 1999 bepaalt uitdrukkelijk dat de federale bijdrage onderworpen is aan de btw De toeslag voor de financiering van de aansluiting van de offshore windmolenparken Bron 1.4. Federale toeslag groenestroomcertificaten Bron Deze heffing is ontsproten aan artikel 7, 1 van de Wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt (ingevoegd bij Wet van 20 juli 2005) en het KB van 16 juli 2002 betreffende de instelling van mechanismen voor de bevordering van elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen. Het systeem van de groenestroomcertificaten verplicht de netbeheerder een aantal groenestroomcertificaten, afgeleverd door de federale en gewestelijke overheden, aan te kopen tegen een minimumprijs. Die certificaten vertegenwoordigen elektriciteit geproduceerd met hernieuwbare energiebronnen. De toeslag dient om het verschil tussen de aankoopprijs van die certificaten en de prijs ervan op de markt te compenseren. Deze belasting is gebaseerd op artikel 7, 2 van de Wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en het koninklijk besluit van 8 juni 2007 betreffende de regels met betrekking tot de vaststelling van en de controle op het totaal inkomen en de billijke winstmarge, de algemene tariefstructuur, het saldo tussen kosten en ontvangsten en de basisprincipes en procedures inzake het voorstel en de goedkeuring van de tarieven, van de rapportering en kostenbeheersing door de beheerder van het nationaal transmissienet. De nationale beheerder van het elektriciteitstransmissienet (Elia) krijgt daardoor de mogelijkheid om de financieringskosten van de aansluiting van de offshore windmolenparken in de tarieven door te rekenen. Schuldenaars en inning De toeslag wordt door de nationale netbeheerder in zijn tarief opgenomen en via facturering in cascade bij de eindverbruiker geïnd. Tarief Voor 2010 bedroeg de toeslag 0,1414 EUR per MWh verbruik. Schuldenaars en inning De toeslag wordt ingesloten in de transmissiekosten van de netbeheerder die in cascade, via de distributeurs en de leveranciers, aan de eindverbruiker worden doorgerekend. Tarief Voor 2010 bedraagt de toeslag 0,1286 EUR per MWh verbruik Toeslag voor de kost van de niet-gekapitaliseerde aanvullende pensioenen Bron en aanwending Wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt (art. 12 en 12quinquies; BS 11 mei 1999) en koninklijk besluit van 11 juli 2002 betreffende de algemene tariefstructuur en de basisprincipes en procedures inzake de tarieven voor de aansluiting op de distributienetten en het gebruik ervan, de ondersteunende diensten geleverd door de beheerders van deze netten en inzake de boekhouding van de beheerders van de distributienetten voor elektriciteit (BS 27 juli 2002). De opbrengst van deze toeslag dient om de kosten te dekken van de pensioenen van de voormalige en huidige werknemers van de distributienetbeheerders en/of van de werknemers die zijn toegewezen aan een netbeheerder /4

35 Fiscaliteit Schuldenaars en inning De eindverbruiker, via facturering in cascade door de netbeheerder en de leverancier. Het bedrag van deze toeslag is in de distributiekosten vervat en komt niet afzonderlijk tot uiting op de factuur. Tarief Het tarief van deze toeslag wordt berekend per MWh verbruik en varieert naargelang de netbeheerder. Het hangt ook af van de hoedanigheid van de klant laagspanning of hoogspanning of rechtstreekse klant De zogenaamde ioniserende stralingsheffing Bron en aanwending Deze bepaling staat in de Wet van 15 april 1994 betreffende de bescherming van de bevolking en van het leefmilieu tegen de uit ioniserende stralingen voortspruitende gevaren en betreffende het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle. De heffing dient om de kosten van het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle te dekken. Schuldenaars en inning De heffing wordt door het Federaal Agentschap voor Nucleaire Controle rechtstreeks bij de exploitanten van kerninstallaties geïnd. Tarief De toepasselijke tarieven variëren naargelang de betrokken kerninstallaties en zijn vermeld in artikel 30bis van de wet. Voor een kernreactor, bestemd voor de productie van elektrische energie, bedraagt de heffing voor het jaar 2010, bijvoorbeeld, EUR per megawatt geïnstalleerd vermogen. De heffing voor de kerncentrales van Doel en Tihange, bijvoorbeeld, bedraagt ongeveer 14 miljoen EUR. Het betreft een aansporende heffing, ingesteld door de Wet van 8 december 2006 (BS 13 december 2006) gewijzigd door de Programmawet van 8 juni 2008 (BS 16 juni 2008). De heffing beoogt de bestraffing van de eigenaars van sites die eenheden voor elektriciteitsproductie kunnen bevatten, in de mate dat een installatie voor elektriciteitsproductie met een productiecapaciteit van minstens 400 MW voor een gascentrale of met een productiecapaciteit van minstens 250 MW voor een koleninstallatie of een productieinstallatie werkend op basis van hernieuwbare energiebronnen of warmtekrachtkoppeling met een productiecapaciteit van minstens 250 MW kan worden gebouwd op een nietbenutte of onderbenutte site voor de productie van elektriciteit in de zin van artikel 2 van de wet. De heffing was oorspronkelijk vastgesteld op EUR per MW potentiële capaciteit per site. Overeenkomstig de Wet van 8 juni 2008 wordt de heffing sindsdien berekend op basis van 125 EUR per niet-benutte of onderbenutte m² van de site. Tegen de Wet van 8 december 2006 werd bij het Grondwettelijk Hof een beroep tot vernietiging ingediend. Dit beroep werd afgewezen bij arrest nr. 72/2008 van 24 april De betrokken schuldenaars van de heffing moeten voor elke niet-benutte of onderbenutte site jaarlijks een aangifte indienen bij de Algemene Directie van Energie van de FOD Economie, Kmo s, Middenstand en Energie. Over de belastbare sites zijn geschillen ontstaan. Met betrekking tot de heffingen gevestigd onder de gelding van de Wet van 8 december 2008 werd op 7 februari 2010 vonnis gewezen door de rechtbank van eerste aanleg. De rechtbank besliste onder meer dat, voor de inaanmerkingneming van de belastbare sites, rekening moest worden gehouden met concrete en technische eisen inzake de oprichting van een centrale van het door de wet opgelegde type De repartitiebijdrage gevestigd ten laste van de kernexploitanten 1.7. De heffing ter bestrijding van het niet benutten van een site voor de productie van elektriciteit door een producent Deze heffing werd ingesteld door de Programmawet van 22 december 2008 (BS 29 december 2008), die in de Wet van 11 april 2003 betreffende de voorzieningen aangelegd voor de ontmanteling van de kerncentrales en voor het beheer van splijtstoffen bestraald in deze kerncentrales een artikel 14, 8 invoegde. 2010/4 35

36 Fiscaliteit Op grond van deze bepaling kan de Staat jaarlijks een repartitiebijdrage van de kernexploitanten vorderen, waarvan het bedrag vrij door de Staat kan worden bepaald. Voor de jaren 2008 en 2009 werd dat bedrag vastgesteld op 250 miljoen EUR. Het wordt onder de betrokken exploitanten verdeeld in verhouding tot hun aandeel in de productie op basis van kernenergie van het verstreken jaar. In 2009 droeg één enkele schuldenaar (Electrabel nv) 85 % van het bedrag van deze heffing. Een bijzonderheid van deze wet is dat zij de kernexploitanten verbiedt de kost van deze heffing in hun productiekosten door te rekenen. Tegen de bepalingen van de Programmawet van 22 december 2008 betreffende deze bijdrage werd bij het Grondwettelijk Hof een beroep tot vernietiging ingediend. Dit beroep werd afgewezen bij arrest nr. 32/2010 van maart Het betreft een retributievergoeding die ertoe strekt de gemeenten die lid zijn van bepaalde Vlaamse distributie-intercommunales te vergoeden voor het ongemak ingevolge de distributieactiviteit van deze intercommunales op hun grondgebied, voor zover de betrokken gemeenten zijn aangesloten op de distributienetten van deze intercommunales. Over het bedrag ervan wordt tussen de verbonden gemeenten en de betrokken intercommunales een akkoord gesloten. Schuldenaars en tarief De schuldenaars zijn de distributienetbeheerders, waaraan de betrokken gemeenten een afrekening sturen op basis van het voorvermelde reglement dat voorziet in een variabele retributie voor de grote werken en een forfaitaire retributie voor de kleine werken. Deze retributie wordt in de distributiekosten opgenomen, en wordt op de factuur niet afzonderlijk vermeld Vlaamse Gewest: toeslag rationeel energiegebruik Bron en aanwending Deze toeslag houdt verband met de verplichtingen die de netbeheerders in Vlaanderen wordt opgelegd op grond van het decreet van 17 juli 2000 houdende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en het uitvoeringsbesluit van 26 september 2003 inzake de openbaredienstverplichtingen ter bevordering van het rationeel energiegebruik. De kosten die uit deze verplichtingen voortvloeien, worden aan de klanten van de netbeheerders doorgerekend via hun basistarief, met uitzondering van Elia, dat voor haar klanten (aangesloten op het net 70/36/30 kv) een transparant tarief toepast. Schuldenaars en tarief Vlaamse Gewest: toeslag voor de tussenkomst in de aansluitingskosten aan het net van installaties voor de productie van hernieuwbare energie Bron en aanwending Deze toeslag is gegrond op artikel 19 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 maart 2004 inzake de bevordering van elektriciteitsopwekking uit hernieuwbare energiebronnen. De toeslag dient voor de financiering van het gedeelte van de kosten in verband met de aansluiting op het distributienet van de installaties voor hernieuwbare energiebronnen. De kosten vallen in principe ten laste van de netbeheerder waaraan aansluiting is gemaakt. Ze worden evenwel beschouwd als kosten ingevolge openbaredienstverplichtingen waartoe deze beheerder is gehouden. De schuldenaars zijn de netbeheerders die de kosten op hun klanten verhalen. Het tarief van de toeslag bedraagt ongeveer 0,74 EUR per geleverde kwh Vlaamse Gewest: ongemakkenbelasting Bron en aanwending Schuldenaars en tarief De schuldenaars zijn de gebruikers van het Vlaamse net met een lagere spanning dan 70 kv. De inning wordt verricht via de distributienetbeheerders, door de toeslag op te nemen in de transmissiekosten. Het tarief bedraagt 0,085 EUR per MWh /4

37 Fiscaliteit Waalse Gewest: redevance pour occupation du domaine public (retributie voor de bezetting van het openbaar domein) Bron en aanwending Deze heffing is gegrond op het Waalse decreet van 12 april 2001 betreffende de organisatie van de gewestelijke elektriciteitsmarkt (BS 1 mei 2001) en het besluit van de Waalse Regering van 28 november 2002 betreffende de retributie voor de bezetting van het openbaar domein (BS 28 december 2002). wordt rechtstreeks aangewend voor het Waalse Energiefonds, dat zorgt voor de financiering van: de uitgaven van de CWAPE (Waalse Energiecommissie); studies en acties met het oog op de bewustmaking van het energiebeheer in Wallonië; premies en maatregelen ten gunste van het rationeel energieverbruik; de steun aan de productie van groene energie ; de gedeeltelijke of volledige tenlasteneming van de aanvullende kosten in verband met de regeringsmaatregelen en de openbaredienstverplichtingen met het oog op de bescherming van het milieu. Deze heffing beoogt de Waalse gemeenten te vergoeden voor de derving van de immateriële dividenden die ze, vóór de liberalisering van de markt, van de distributie-intercommunales plachten te innen. Schuldenaars en tarief De schuldenaars zijn de eindverbruikers. Wel wordt een onderscheid gemaakt tussen klanten bediend door een post aangesloten op een net met een spanning van meer dan 30 kv (zogenaamde Eliaklanten ) en de klanten bediend door een post aangesloten op een net met een spanning van 15 kv. Eliaklanten betalen een eenmalige retributie van ongeveer 0,2339 EUR/MWh ( Eliaretributie ). Aan 15 kv-klanten wordt, naast de Eliaretributie een bedrag retributie distributienetwerkbeheerder van ongeveer 1,89 EUR/MWh aangerekend. De Eliaretributie wordt apart op de factuur vermeld, terwijl de retributie distributienetwerkbeheerder deel uitmaakt van een post met als opschrift tarief systeembeheer en wegenisretributie. Schuldenaars en tarief bijzonderheid op het stuk van de btw Alle Waalse elektriciteitsverbruikers, ongeacht hun aansluitingsspanning. De eerste component van de heffing is een vast bedrag van 0,75 EUR voor de eerste kwh. Daar bovenop wordt de heffing berekend per MWh: laagspanningsklant: 0,75 EUR/MWh; hoogspanningsklant beneden de 10 GWh: 0,6 EUR/ MWh; hoogspanningsklant boven de 10 GWh: 0,3 EUR/MWh. Deze toeslag is vrijgesteld van de btw Brussels Hoofdstedelijk Gewest: wegenisretributie Bron en aanwending Deze heffing is gebaseerd op de ordonnantie van 1 april 2004 (BS 26 april 2004). Ze beoogt de Brussels gemeenten te compenseren voor de derving van de immateriële dividenden die ze vóór de vrijmaking van de markt plachten te innen Waalse Gewest: redevance de raccordement au réseau électrique (retributie voor de aansluiting op het elektriciteitsnetwerk, ook redevance de voirie wegenisretributie genoemd) Bron en aanwending Deze heffing is gebaseerd op het besluit van de Waalse regering van 19 juni 2003 (BS 15 juli 2003). De opbrengst Schuldenaars en tarief Alle laagspannings- en hoogspanningsklanten die in aanmerking komen zijn onderworpen aan deze heffing, die geïnd wordt via de netbeheerders en de leveranciers. De heffing is opgenomen in het tarief van de distributienetbeheerder. De heffing verschilt naargelang de klant is aangesloten op het laagspanningsnet (ongeveer 5,7 EUR per MWh) dan wel op het hoogspanningsnet (ongeveer 2,9 EUR/MWh). 2010/4 37

38 Fiscaliteit Brussels Hoofdstedelijk Gewest: toeslag voor de openbaredienstverplichtingen Bron en aanwending Deze heffing is gegrond op artikel 26 van de ordonnantie van 19 juli 2001, en meer bepaald op het besluit van de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk gewest van 10 juni 2004 (BS 29 juni 2004). Ze dient voor de financiering van de openbaredienstopdrachten die worden toevertrouwd aan Sibelga, de enige netbeheerder van het Gewest. Die opdrachten zijn: het ter beschikking stellen van een ononderbroken levering van elektriciteit aan particulieren; de levering van elektriciteit aan een sociaal tarief; de afkoop van elektriciteit geproduceerd door cogeneratie; de constructie, het onderhoud en de vernieuwing van de installaties van openbare verlichting en de bevoorrading ervan; de promotie van het rationeel elektriciteitsverbruik. Schuldenaars en tarief Deze heffing is maandelijks verschuldigd en wordt berekend op basis van het op de eerste dag van de maand ter beschikking gehouden vermogen. Voor de hoogspanningsklanten is dit vermogen gelijk aan de aansluitingscapaciteit. Voor de laagspanningsklanten wordt het vermogen bepaald op basis van het kaliber van zijn beveiligingen, uitgedrukt in kva. Er geldt een algemeen maximumvermogen, vastgesteld op 5 MVA per jaar. Voor de laagspanningsklanten schommelt het bedrag van de heffing tussen 0,70 EUR per maand (voor een vermogen tot 6 kva) tot 9,15 EUR per maand (voor een vermogen van 56 tot 100 kva). Voor de hoogspanningsklanten bedraagt het bedrag van de heffing 0,79 EUR/kVA/maand. Het bedrag van deze toeslag wordt afzonderlijk op de factuur vermeld. het concurrentievermogen en de werkgelegenheid. Ze maakt sinds 2004 deel uit van de accijnzen (Programmawet van 27 december 2004, BS 31 december 2004). Schuldenaars Alle eindverbruikers van aardgas. Tarief Het tarief is afhankelijk van het gasverbruik, het type onderneming en het al dan niet voorhanden zijn van een milieuvergunning. Het stelsel vertoont veel gelijkenis met het stelsel dat van toepassing is op de elektriciteit De federale bijdrage Bron Wet van 12 april 1965 betreffende het vervoer van gasachtige producten en andere door middel van leidingen, en KB van 24 maart 2003 tot vaststelling van een federale bijdrage bestemd voor de financiering van bepaalde openbare dienstverplichtingen en van de kosten verbonden aan de regulering van en controle op de aardgasmarkt (BS 28 maart 2003). Schuldenaars Alle eindverbruikers van aardgas. Tarief Voor 2010 bedraagt de heffing 0,1490 EUR per MWh verbruik. De opbrengst van deze heffing dient voor de financiering van de werkingskosten van de CREG, het sociaal fonds en het fonds forfaitaire verminderingen voor verwarming met aardgas en elektriciteit Toeslag beschermde klanten 2. Energiefiscaliteit: aardgas Bron 2.1. De energiebijdrage Koninklijk besluit van 22 december Bron Schuldenaars Deze heffing is gebaseerd op de Wet van 22 juli 1993 tot instelling van een bijdrage op de energie ter vrijwaring van Alle eindverbruikers van aardgas /4

39 Fiscaliteit Tarief btw-bijzonderheid Voor 2010 bedraagt de heffing 0,1777 EUR per MWh verbruik. Deze heffing dient voor de financiering van de reële nettokost die voortvloeit uit de toepassing van maximumprijzen voor de levering van aardgas aan zogenaamde beschermde klanten. Deze toeslag wordt bij de facturering niet aan de btw onderworpen. De retributie dient voor de financiering van het Energiefonds. Ze is afzonderlijk vermeld op de aan de klant uitgereikte factuur, maar is niet aan de btw onderworpen Brusselse Gewest: retributie wegens bezetting van het openbaar domein door het gasnet Bron Ordonnantie van 1 april 2004 (BS 26 april 2004) Waalse Gewest: retributie wegens bezetting van het openbaar domein door het gasnet Bron Decreet van 19 december 2002 betreffende de organisatie van de gewestelijke gasmarkt (art. 20, BS 11 februari 2003); besluit van de Waalse regering van 15 juli 2010 (BS 16 augustus 2010). Schuldenaars De eindverbruikers. Tarief Voor 2010 bedraagt de heffing 1,0510 EUR per MWh verbruik. Deze retributie is opgenomen in de door Sibelga aangerekende distributiekosten. Schuldenaars De beheerders van een gasdistributienet op het Waalse grondgebied die de kosten ervan op hun klanten verhalen Vlaamse Gewest: heffing op de exploitatie van een aardgasdistributienet Bron Tarief De retributie is nogal technisch. Ze omvat een verbruiksfactor, vastgesteld op 1,91 EUR per MWh verbruik. Ze wordt in 2010 voor het eerst toegepast Waalse Gewest: retributie voor de aansluiting op het gasnet Het decreet van 6 juli 2001 houdende organisatie van de gasmarkt in het Vlaamse Gewest voorziet in de mogelijkheid om in Vlaanderen een heffing ten laste van de exploitanten van een gasdistributienet in te voeren. Hoewel het decreet alle bepalingen in verband met deze heffing bevat (art. 29 tot 44), voorziet het ook dat die bepalingen op een latere datum in werking zullen treden. Bron Tot dusver is de heffing nog niet van toepassing. Besluit van de Waalse regering van 19 juni 2003 (BS 15 juli 2003). Schuldenaars De eindverbruikers. 3. Andere fiscale maatregelen Om zo volledig mogelijk te zijn, vermelden wij nog de hiernavolgende heffingen wegens de kost ervan, hoewel ze niet uitsluitend betrekking hebben op de ondernemingen uit de energie- en de gassector. Tarief btw-bijzonderheid 3.1. Vlaamse Gewest Een vaste retributie voor een verbruik tot 100 kwh/jaar. Voor een verbruik van meer dan 10 GWh/jaar, is de retributie begrensd tot 0,03 EUR/MWh. Hier vermelden we de heffing op de waterverontreiniging die de lozing van afvalwater beoogt. In de elektriciteitssector gaat het om het water dat tijdens de productiecy- 2010/4 39

40 Fiscaliteit clus in de waterlopen wordt geloosd (Decreet van 25 juni 1992, BS 11 juli 1992). In bepaalde gevallen wordt deze heffing, als een retributie, met toepassing van de btw, gefactureerd door de vennootschap Zeekanaal en Waterwegen of door de Dienst Scheepvaart Waalse Gewest Hier vermelden we de heffing op het lozen van afvalwater en de heffing op de winplaatsen van water (Decreet betreffende Boek I van het Waalse Milieuwetboek, BS 23 september 2004). Het principe van deze heffing is hetzelfde als dat van de in het Vlaamse Gewest geldende heffing Belasting op de drijfkracht Het betreft een zeer oude belasting die door de gemeenten wordt geheven op de op hun grondgebied geïnstalleerde motoren. Elke gemeente heeft een bijzonder reglement en de bedragen kunnen van de ene gemeente tot de andere fors variëren. Zowel het Vlaamse Gewest als het Waalse Gewest hebben toezeggingen gedaan om deze belasting af te schaffen en de gemeenten te vergoeden voor de gederfde inkomsten. Die beloften werden tot dusver evenwel nog niet hard gemaakt. talent Boekhouders en accountants halen er meer uit op ikbenboekhouder.be acerta.be Acerta: HR-diensten, adviezen, tools en administratieve ondersteuning voor starters, zelfstandigen & vrije beroepen, kmo s en HR-professionals ONDERNEMINGSLOKET SOCIAAL VERZEKERINGSFONDS SOCIAAL SECRETARIAAT KINDERBIJSLAGFONDS CONSULT /4

41 Trends Waarom duurt de crisis zo lang? Amid Faljaoui Belastingconsulent Hoewel de crisis begon in 2007 en het nu al eind 2010 is, heerst de algemene indruk dat het, voorzichtig uitgedrukt, nog niet voorbij is Eigenlijk blijft de crisis voortduren omdat de motor van de wereldeconomie grieperig is. De Verenigde Staten hebben de grootste economie ter wereld. Zij vertegenwoordigen 20 % van het BBP, of met andere woorden, van de wereldrijkdom. Zonder hen is een ernstig herstel onmogelijk Nochtans zijn de Amerikaanse consumenten terughoudend. Ze blijven thuis en sparen; de vergelijking kan opgaan met een stripper met pensioen: ze weten dat het vanaf dan alleen maar erger kan worden! Dit zijn de oorzaken van de angst die leeft binnen de Amerikaanse gezinnen. De consumptie van de Amerikanen vertegenwoordigt ongeveer driekwart van het BBP van de Verenigde Staten, waarmee meteen duidelijk is waarom de belangrijkste economische motor van onze planeet tegenstribbelt. Nobelprijs De Amerikanen hebben zeer goede redenen om zich terughoudend op te stellen: zij beleven nu twee situaties die minder dan een jaar geleden ondenkbaar leken. Eerste omwenteling: de Amerikaanse gezinnen worden massaal met werkloosheid geconfronteerd, met een nooit geziene omvang. Het werkloosheidscijfer steeg van 5 tot 10 %, een niveau waarmee Europa wel vertrouwd is, met dat verschil weliswaar dat in Amerika na 99 weken geen uitkering meer wordt uitbetaald. Meer dan 1,4 miljoen Amerikanen bevindt zich in een dergelijke situatie! Tweede omwenteling: de legendarische mobiliteit van de Amerikaanse werknemers heeft zijn grenzen bereikt. Bij voorgaande crisissen verlieten vele Amerikanen de noodlijdende Staat waarin zij woonden om werk te vinden in een Staat die het hoofd kon bieden aan de crisis. Door de neergang van de immobiliënprijzen kunnen ze dit echter niet meer doen. Niet vergeten dat 11 miljoen eigenaars een huis bezit waarvan de waarde lager ligt dan het ontleende bedrag. Evenveel mensen zitten hierdoor in een straatje zonder eind, aangezien zij hun vastgoed niet kunnen verkopen om te verhuizen, tenzij met verlies Mettertijd komen de tongen los en komen we eindelijk te weten wanneer de crisis, die drie jaar geleden begon, zal eindigen. Een Nobelprijswinnaar Economie bestudeerde 14 recessies. Zijn conclusie? Telkens gaat het herstel van de immobiliënsector het herstel van de andere sectoren vooraf. De Amerikaanse immobiliënsector stelt het nog steeds niet goed, wat bepaalde commentatoren er niet van weerhoudt om ondanks alles toch hoop te koesteren. Laten we realistisch blijven: deze hoop overleeft de ervaring niet. We moeten ons er dus op voorbereiden dat de Verenigde Staten pas een uitweg uit de crisis zullen vinden als de immobiliënsector het beter doet. Tot zover de belangrijkste economie van de wereld. Ook in Europa zal het herstel nog tijd vergen, in dit geval door de slechte toestand van de bankensector. Niemand wil het toegeven, maar Ierland bijvoorbeeld, is letterlijk insolvent. De Ierse bankensector redden zou 30 % van het BBP kosten. Met andere woorden: een derde van de rijkdom die in een jaar tijd door het land werd gecreëerd, 2010/4 41

42 Trends zou moeten dienen om de Ierse banken te redden. Over een mission impossible gesproken! Wat de Duitse banken betreft, gaf een van de leiders van de Duitse Centrale Bank toe dat de sector het niet goed stelt. Aan de andere kant van de Rijn spreekt men nu van herkapitalisatie van de sector. In minder verbloemde woorden betekent dit de sluiting en fusie van banken, met name van banken uit de openbare sector. Als al deze elementen op een rijtje worden gezet, stellen we vast dat we verdrinking konden voorkomen, maar dat de oever nog ver weg is en dat we zeker tot 2012 of 2013 zullen moeten roeien. Tegen dan zullen de Amerikaanse gezinnen eindelijk hun schulden hebben afgelost. IMF: een vrees Wat op het vlak van de macroeconomische statistieken? Ziet het er echt zo slecht uit als wordt gezegd? Dominique Strauss-Kahn, algemeen directeur van het Internationaal Monetair Fonds, maakte zijn visie voor de wereldeconomie bekend. In essentie komt het hierop neer: er is eerst goed nieuws, gevolgd door verbazing en tot slot een vrees die de kop opsteekt. Laten we beginnen met het goede nieuws. De wereldeconomie herstelt zich. Op de kaart van het IMF staan slechts drie landen in het rood, d.w.z. in recessie: Venezuela, Roemenië en Griekenland. Andere landen maken dus een groeiperiode door, hoewel soms zeer zwak of wankel. De verbazing onstaat uit een a priori paradoxale vaststelling. Het IMF berekende tussen 2008 en 2014 dat de gemiddelde overheidsschuld van 80 % tot 120 % van het BBP zal oplopen. In tegenstelling tot wat we hieruit kunnen opmaken, volgt de verhoging van de overheidsschuld niet uit de economische herstelplannen die elk land invoerde om een depressie te vermijden. Deze herstelplannen maken slechts 10 % uit van de verhoging van de overheidsschuld. De overige stijging is te wijten aan de crisis, de daling van de belastinginkomsten en de kosten voor de redding van de banken. Het IMF vreest een wisselkoersoorlog tussen de grote landen. Dominique Strauss-Kahn herhaalde helaas tevergeefs dat volgens zijn instelling, de wereldeconomie 2,5 punten zou winnen op het vlak van groei, indien landen zouden samenwerken in plaats van allemaal afzonderlijk te handelen. Er zouden zo 30 miljoen bijkomende jobs worden gecreëerd. Het probleem dat zich stelt is dat de regeringen aan het begin van de crisis weliswaar solidair waren, maar nu de crisis afzwakt, nationale oplossingen opnieuw de bovenhand nemen. Desnoods door collectief armer te worden Nogmaals een bewijs dat de politieke leiders het geheugen van een goudvis hebben. De euro stijgt Ondertussen stijgt de euro sinds enkele maanden tegenover de dollar, op vier maanden tijd al met 18 % (nvdr: deze tekst werd opgesteld in oktober 2010). Dit geeft aanleiding tot minstens twee vragen. Is het gevaarlijk voor de uitvoer? Ja. Als de stijging van de euro blijft duren, dreigen de uitvoerders van de eurozone marktaandelen te verliezen. Hoewel de ondernemingen al enkele jaren veel inspanningen leveren en hebben geleverd om hun kosten te beperken en competitiever uit de hoek te komen, kan dit teniet worden gedaan door een stijging van de euro op amper enkele maanden tijd. Maar laten we geen overhaaste conclusies trekken. In juni 2008 bereikte de euro het peil van 1,60 dollar, en de wereld stortte niet in! Meer nog dan de pariteit euro/dollar, is de vluchtigheid van de euro tegenover de dollar zeer vervelend voor onze uitvoerende ondernemingen, want dit zorgt voor foutieve berekeningen. Een euro die langdurig sterk staat kan uiteraard wel voor delokalisatie zorgen. Officieel zouden ondernemingen die zich in een dollarzone zouden vestigen, aanhalen dat zij dit doen om zo dicht mogelijk bij de markten te staan. In werkelijkheid zouden ze zich er ook vestigen om de enorme koersschommelingen te vermijden. Tot besluit kunnen we stellen dat bij een wisselkoersoorlog zoals vandaag het geval is de correctievariabele, met andere woorden het slachtoffer, de werkgelegenheid is door de mogelijke delokalisatie /4

43 Trends Waarom stijgt de euro zo veel hoewel het enkele maanden geleden nog wegkwijnend werd genoemd, met de problemen in Griekenland, en recenter, in Ierland? Antwoord: omdat de Amerikaanse Centrale Bank heeft toegegeven dat zij de Amerikaanse overheidsschuld zou overnemen indien geen overnemer wordt gevonden op de markt. Dit betekent dat de federale reserve massaal biljetten zal drukken om obligaties te kopen van de Amerikaanse Staat en dat deze dollars, die kunstmatig mogen worden genoemd, minder waarde zullen hebben. Daarom wantrouwen investeerders de dollar en verkiezen zij andere valuta, zoals de euro. Daaraan kan nog worden toegevoegd dat de Amerikanen hun munt bewust laten wegvloeien, omdat ze hun uitvoer in minder dan tien jaar tijd willen verdubbelen. Welteverstaan, ten nadele van de andere landen. In tegenstelling tot de Beurs betekent de daling van de ene wisselkoers op de markt dat de andere stijgt. We kunnen dus stellen dat de wisselkoersoorlog enkel een monetaire vertaling is van Ieder voor zich, God voor ons allen. Handboek waarderen van ondernemingen (tweede editie) Due diligence en waarderingstechnieken Roger Tiest 2009 ISBN xxii blz. paperback prijs: 185,00 euro Het waarderen van een onderneming is geen exacte wetenschap. Afhankelijk van de specifieke kenmerken en omstandigheden gebruikt men een andere waarderingsmethode en/of komt men tot een andere waardering. Dit handboek benadert de verschillende onderdelen van het waarderingsproces op een duidelijke en gestructureerde wijze: het verzamelen van de informatie, de due diligence, de risicoanalyse en de waardering zelf. Vanuit een sterk theoretisch kader wordt voortdurend de link met de praktijk gelegd en verduidelijkt de auteur welke waarderingsmethode en techniek in welke omstandigheden het meest aangewezen zijn. Het boek biedt de specialist diepgang in de waarderingsproblematiek en een belangrijke ruggensteun in de praktijk. De auteur reikt praktische oplossingen aan binnen een wetenschappelijk verantwoord kader. Het boek is ook voor de niet-specialist met een minimum aan financieel-economische kennis een nuttig naslagwerk. De toegankelijkheid wordt verhoogd omdat doorheen het boek de verschillende principes en methoden geïllustreerd worden met een uitgewerkte gevalstudie. Roger Tiest is bedrijfsrevisor, bestuurder bij Callens Pirenne & co, en erkend commissaris CBFAverzekeringen. Hij doceert aan de Lessius Hogeschool. Groenstraat 31 BE-2640 Mortsel - België T F mail@intersentia.be /4 43

44 beroep Viering beroepsverenigingen 60 jaar MAB De Mechelse Beroepsvereniging van Accountants, Bedrijfsrevisoren, Boekhouders en Belastingconsulenten (MAB) vierde op 10 september 2010 haar 60-jarig bestaan. Naast het behartigen van de belangen en het verzorgen van een kwalitatieve permanente vorming voor haar leden, richt MAB ook speciale sessies in voor de stagiairs van IAB en BIBF ter voorbereiding van de respectievelijke bekwaamheidsexamens. De viering vond plaats in het Lamotcenter te Mechelen met volgende gastsprekers: Freddy Caluwaerts, voorzitter MAB Luc Dufresne, verantwoordelijke Balanscentrale (NBB) Johan De Leenheer, voorzitter FVIB André Bert, voorzitter IAB, ondervoorzitter MAB Het geheel werd gepresenteerd door Denise Bauwens, bestuurslid MAB. Na de academische zitting konden de deelnemers een bezoek brengen aan de tentoonstelling 175 jaar NMBS, waarna de dag werd afgesloten met een zeer gesmaakt feestmaal. 60 jaar MAB /4

45 beroep 15 jaar APCH Tournai De beroepsvereniging Association des professionnels de la comptabilité du Hainaut, kortweg APCH Tournai, vierde op 15 september op gepaste wijze haar vijftiende verjaardag. Naast de bijdrage tot permanente beroepsopleiding en de bijstand aan het IAB inzake het toezicht op de rechtschapenheid, bekwaamheid en onafhankelijkheid van de leden, wil het APCH vooral zeer toegankelijk zijn voor de beroepsbeoefenaars. Mevrouw Colette Moriaux, voorzitter van APCH, nodigde de aanwezige gasten uit op een feestmaal in restaurant Au Reposoir in Kain. Verschillende vertegenwoordigers uit de economische sector waren aanwezig, waaronder IAB-voorzitter André Bert, die met zijn aanwezigheid blijk gaf van zijn interesse voor de activiteiten die de dynamiek van de economische beroepsbeoefenaars uit de regio Doornik onderlijnen. 15 jaar APCH Tournai 2010/4 45

46 iab IAB in t kort In deze rubriek vindt u de nevenactiviteiten waaraan het IAB heeft deelgenomen. Augustus /08: Vergadering met Febelfin in het kader van de oprichting van het platform Financiering van Ondernemingen, Brussel, Febelfin 23-24/08: Verhuis IAB naar de Renaissance Building, Emile Jacqmainlaan 135/2, 1000 Brussel September /09: Viering 60 jaar Mechelse Accountants, Bedrijfsrevisoren, Boekhouders en Belastingconsulenten (MAB) Beroepsvereniging, Mechelen, Lamotcenter 15/09: Viering 15 jaar Association des Professionnels de la Comptabilité du Hainaut (APCH), Kain 16/09: Interinstitutencomité, Brussel, Renaissance Building 20/09: Inhuldiging Renaissance Building voor vertegenwoordigers van beroepsverenigingen en Overlegcomité, Brussel, Renaissance Building 28/09: Officiële inhuldiging Renaissance Building IAB-IBR Persconferentie Samenwerking van de economische beroepsbeoefenaars, Brussel, Renaissance Building 30/09: Studievoormiddag Nieuwe aansprakelijkheidsregeling voor economische beroepen, Brussel, Auditorium 2000 Heizelpaleizen Strategische Raad IAB, Spa Wetgeving Juli 2010 Besluit van 1 juli 2010 van de Waalse Regering tot wijziging van artikel 97ter, 2, van het Wetboek van de met inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen (BS 13/07/2010) Koninklijk besluit van 9 juli 2010 betreffende de toepassingsmodaliteiten van de vrijstelling van de minderwaarden bedoeld in artikel 48/1 van het Wetboek op de inkomstenbelastingen 1992 (BS 16/07/2010) Koninklijk besluit van 19 juli 2010 tot vaststelling van het bedrag van het inschrijvingsrecht in het register van de vervangende ondernemers en de vergoeding voor de erkende ondernemingsloketten (BS 29/07/2010) Koninklijk besluit van 19 juli 2010 tot bepaling van de praktische gebruiksvoorwaarden voor het register van vervangende ondernemers (BS 29/07/2010) /4

47 iab Augustus 2010 Koninklijk besluit van 20 juli 2010 tot bepaling van de voorschriften met betrekking tot de inschrijving, de hernieuwing en de uitschrijving in het register van vervangende ondernemers (BS 02/08/2010) Koninklijk besluit van 20 juli 2010 tot bepaling van de gegevens opgenomen in het register van vervangende ondernemers (BS 02/08/2010) Koninklijk besluit van 18 augustus 2010 tot vastlegging van het model van het aangifteformulier inzake belasting van nietinwoners (natuurlijke personen) voor het aanslagjaar 2010 en van de voorwaarden die het mogelijk maken om de in dat formulier gevraagde gegevens bij middel van computerafdrukken te verstrekken (1) (BS 23/08/2010) September 2010 Koninklijk besluit van 26 augustus 2010 tot vastlegging van het model van het aangifteformulier inzake belasting van niet-inwoners (vennootschappen, verenigingen enz.) voor het aanslagjaar 2010 en van de voorwaarden die het mogelijk maken om de in dat formulier gevraagde gegevens bij middel van computerafdrukken te verstrekken (1) (BS 02/09/2010) Koninklijk besluit van 3 september 2010 betreffende de inschrijving van auditors en auditorganisaties van derde landen in het openbaar register van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren en het publiek toezicht, de kwaliteitscontrole en het toezicht op auditors en auditorganisaties van derde landen (BS 15/09/2010) Koninklijk besluit van 10 september 2010 tot wijziging van het KB/WIB 92 op het stuk van de belastingvermindering voor energiebesparende uitgaven in een woning (BS 22/09/2010) 2010/4 47

48 iab IAB-info flashback De hot topics uit de actua-rubriek van de website Renaissance Building Elektronische identiteitskaart en pincode: nuttige informatie! 02/07/2010 Tax shelter en verbod om commissielonen te ontvangen 13/07/20010 Nieuw op de website: bestuursmandaten in handelsvennootschappen of vennootschappen met handelsvorm 13/07/2010 Afscheid van de Livornostraat 03/08/2010 Het IAB is verhuisd! 30/08/2010 De juridische dienst: administratieve en juridische bijstand bij de uitoefening van het beroep 13/09/2010 De stagedienst: maak kennis met het beroep! 20/09/2010 Nieuwe samenwerking documentatiedienst IAB-IBR 28/09/2010 Samenwerking van de economische beroepsbeoefenaars 28/09/2010 Heet van de naald CBN-advies over toepassingsgebied van het koninklijk besluit van 10 augustus /07/2010 Code deugdelijk bestuur 2009 voor genoteerde ondernemingen 09/07/2010 Circulaire: Voorwaarde van aftrekbaarheid van een beroepsverlies 13/07/2010 CBN-ontwerpadvies: Invloed van de gerechtelijke reorganisatie op de schulden en vorderingen 13/07/2010 Teruggaaf buitenlandse btw: periode voor indiening van teruggaafverzoeken wordt verlengd tot maart /07/2010 Summiere gebruiksvoorwaarden voor register van vervangende ondernemers 30/07/2010 Febelfin en Assuralia helpen bij klantenonderzoek 03/09/2010 De fiscale bemiddelingsdienst in werking 14/09/2010 Verlenging tot en met 31 december 2010 van de anticrisismaatregelen voor de zelfstandigen 15/09/2010 Belastingkrediet voor onderzoek en ontwikkeling: boekhoudkundige verwerking en fiscale behandeling 16/09/2010 Ten Gronde Oude berichten van wijziging: aanslagen ongeldig want de facto geen antwoordtermijn? 07/07/2010 Energiebesparende investeringen: overzicht 07/07/2010 Witwassen en zwarte vermogens bezorgen (nog altijd) grijze haren 04/08/2010 Wist u al dat de btw op taxikosten en kosten van openbaar vervoer volledig aftrekbaar is? 01/09/2010 Onduidelijkheid op aangifte: hoe vak XV invullen? 08/09/2010 Facturatie: nieuwe richtlijn gepubliceerd 08/09/2010 Bekendmaking van een statutenwijziging in een nv 15/09/2010 Wet van 19 maart 2010 ter bevordering van een objectieve berekening van de door de ouders te betalen onderhoudsbijdragen voor hun kinderen 22/09/2010 Geen aftrek voor doeloverschrijdende kosten (bis) 29/09/2010 Papieren en elektronische facturen eindelijk op voet van gelijkheid 29/09/2010 Meer info: /4

49 Handboek Boekhouden Volledig herwerkt in een vernieuwde uitgave Hét overzichtswerk voor elke boekhoudprofessional Fax deze antwoordkaart naar Intersentia Handboek boekhouden - Belgisch boekhoudrecht Erik De Lembre, Patricia Everaert en Jan Verhoeye 2011 ISBN paperback Prijs: 75,00 Handboek boekhouden - Enkelvoudig boekhouden NIEUW Boekhouden voor de zelfstandige ondernemer en de kleine vzw Erik De Lembre, Patricia Everaert en Jan Verhoeye 2010 ISBN xvi blz. paperback Prijs: 45,00 Handboek boekhouden - Dubbel boekhouden VERSCHENEN Basisbeginselen (2de herwerkte editie) Erik De Lembre, Patricia Everaert en Jan Verhoeye 2010 ISBN xxiii blz. paperback Prijs: 95,00 Handboek boekhouden - Vennootschapsboekhouden NIEUW (inclusief verenigingen en stichtingen) Erik De Lembre, Patricia Everaert en Jan Verhoeye 2010 ISBN xxxviii blz. paperback Prijs: 125,00 Handboek Boekhouden - IFRS VERSCHENEN De IFRS-standaarden boekhoudkundig vertaald Erik De Lembre en Philippe Van Cauwenberge 2009 ISBN xxvi blz. paperback Prijs: 125,00 Handboek boekhouden - Consolidatie VERSCHENEN Erik De Lembre en Sadi Podevijn 2010 ISBN xiii blz. paperback Prijs: 95,00 Bij aankoop van de volledige reeks ontvang ik 10% korting op de totaalprijs, en betaal ik 504 euro in plaats van 560 euro. Dhr./Mevr. Voornaam: Naam: Bedrijf: Btw-nr.: Straat: Nr.: Postcode: Gemeente: Telefoon: Fax: Datum: Handtekening: Groenstraat 31 B-2640 Mortsel T F mail@intersentia.be Bus: Bestel snel en eenvoudig via Alle prijzen zijn incl. btw, excl. verzendkosten. Alle titels zijn ook verkrijgbaar in de boekhandel. Intersentia nv respecteert uw privacy. De persoonsgegevens die u doorgeeft, mag Intersentia gebruiken om u op de hoogte te houden van haar uitgaven. Wilt u geen commerciële informatie van Intersentia? Kruis dan dit vakje aan:. U kunt uw gegevens ook opvragen en laten verbeteren via fax of per brief. Bij aankoop van de volledige reeks krijgt u 10% korting op de totaalprijs. 2010/4 49

50 vakliteratuur Aanvullende pensioenen voor zelfstandigen. Tips voor een sterke pensioenstrategie / P. Van Eesbeeck en L. Vereycken Kluwer, 2010, 420 p. Dit boek analyseert eerst het Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ) om nadien in te gaan op de instrumenten voorbehouden voor zelfstandige bedrijfsleiders van vennootschappen. Zo komen kort groepsverzekeringen, de arbeidsongeschiktheidsdekkingen (gewaarborgd inkomen) en hospitalisatieverzekeringen aan bod. De fameuze 80 %-regel wordt afzonderlijk behandeld omdat deze limiet de aftrekbaarheid van alle instrumenten van de tweede pijler overkoepelt. Ook de pensioeninstrumenten van de derde pijler worden onderzocht, zoals het pensioensparen en het langetermijnsparen die allebei goed zijn voor een belastingvermindering van 30 à 40 %. Daarnaast bekijken de auteurs ook de mogelijkheden om de verschillende pensioenregelingen te gebruiken als financieringsinstrument bij vastgoedoperaties. Aangezien vele van de pensioenregelingen de vorm aannemen van een levensverzekering geeft dit boek een kort overzicht van de beleggingswijzen die daarin bestaan. Om af te sluiten formuleren de auteurs enkele praktische overwegingen die het keuzeproces tussen de verschillende voorzorgsinstrumenten helpen sturen en een samenvattend beeld verschaffen van de belangrijkste kenmerken van de verschillende formules. De redactie werd afgesloten op 1 september Een gedetailleerde inhoudstafel is te vinden op Prijs: 85 Bestellen: Tel La loi relative à la continuité des entreprises à l épreuve de sa première pratique / A. Zenner, J.-Ph. Lebeau en C. Alter Larcier, 2010, 241 p. (Les Dossiers du Journal des tribunaux ; 76) La loi relative à la continuité des entreprises, entrée en vigueur le 1er avril 2009, connaît un franc succès : en neuf mois, 622 procédures de réorganisation judiciaire ont été ouvertes, là où, sous le régime du concordat judiciaire, le nombre annuel de procédures n avait jamais dépassé les 180, pour tomber à 78 en Et le nombre de requêtes en réorganisation est toujours en hausse croissante. Ce dossier propose un panorama commenté de la doctrine consacrée à la loi nouvelle et de la jurisprudence, souvent inédite, qu elle a déjà suscitée. Il apporte ainsi une réponse aux interrogations du praticien et lui fournit un premier fil conducteur indispensable pour engager avec succès les mesures préventives préprocédurales ainsi que les procédures de réorganisation judiciaire que propose la loi nouvelle. Contenu : I. Introduction contexte II. Structure et philosophie de la loi III. Commentaire des articles IV. Loi du 26 janvier 2010 modifiant le Code judiciaire Conclusion : Faire évoluer les mentalités Bibliographie Table de la jurisprudence citée Une table des matières complète est disponible sur http ://editions.larcier.com. Prix : 85 Commander : http ://editions.larcier.com Tél De effectenrekening / L. Van den Steen Intersentia, 2009, 880 p. (Instituut Financieel Recht; 10) Dit omvangrijke boek behandelt op een bijzonder grondige wijze de problematiek van de effectenrekeningen, van zowel de gedematerialiseerde als de geïmmobiliseerde effecten. Na een omschrijving van het begrip effect en de structuur en werking van een effectenrekening, komt de rechtspositie van de titularis van een effectenrekening aan bod. Vervolgens wordt de contractuele relatie tussen de rekeninghouder en de titularis van de effectenrekening onderzocht. Daarna worden diverse problemen aangaande de opening van de effectenrekening aangekaart. Ook de inhoud van de rekeningovereenkomst wordt grondig geanalyseerd. Daarbij wordt bijzondere aandacht besteed aan de vraag in welke mate de rekeninghouder gehouden is tot informatie betreffende gebeurtenissen rond de in bewaring gegeven effecten. Tot slot volgt een analyse van de creditboeking (met o.m. kwalificatie van de overboekingsopdracht, vraag naar herroepbaarheid van de opdracht, het tijdstip van de eigendomsoverdracht, analyse toepassing art BW), alsook een analyse van een aantal rechtshandelingen met betrekking tot effecten op rekening (bv. schenking, zekerheden op effecten op rekening). De gedetailleerde inhoudstafel is te raadplegen op Prijs: 175 (reeksprijs: 148,75) Bestellen: Tel /4

51 vakliteratuur Mémento IFRS 2010 / Rédigé par PricewaterhouseCoopers. 3 e édition Editions Francis Lefebvre, 2010, 1260 p. (Mémento expert) Rédigée dans un style «Questions/ Réponses», cette nouvelle édition facilite la compréhension générale des IFRS, permet une maîtrise des nouveaux textes et renseigne sur l évolution de l environnement économique des comptes IFRS. Au total, Questions/Réponses IFRS couvrent des thèmes majeurs : le contexte et l environnement des IFRS ; les IFRS applicables ; les thèmes essentiels de la comptabilisation des éléments des états financiers ; des spécificités sectorielles (entreprises d assurance, agriculture) ; des problématiques liées à la publication de la norme IFRS pour PME ; des nouvelles normes et interprétations applicables pour la première fois en Pour permettre une compréhension des principes majeurs, ce mémento intègre un «Essentiel de la norme» pour plus de 20 nouvelles normes. En outre, 50 Questions/Réponses présentent la nouvelle norme IFRS 9 et les projets relatifs à la refonte des normes consacrées aux instruments financiers. À jour au 1 er avril Avec une table alphabétique à la fin du livre. Prix : 157,25 Commander : Patrimoine, rue du Noyer 168, 1030 Bruxelles Tél Artikel 7 W.Succ.: Schenking of natuurlijke verbintenis? Een analyse van de rechtspraak en proeve van synthese / L. Voet Larcier, 2010, 79 p. (Handboek Estate Planning Bijzonder deel) Artikel 7 W.Succ. stelt dat schenkingen die gedaan zijn binnen de drie jaar vóór het overlijden van de schenker en die niet aan registratierechten onderworpen zijn geweest, geacht worden deel uit te maken van de nalatenschap, zodat hierop successierechten verschuldigd zijn. Na een beknopte uiteenzetting van de regeling van artikel 7 W.Succ. in het eerste hoofdstuk, gaat het tweede hoofdstuk na wat onder de begrippen schenking en natuurlijke verbintenis begrepen moet worden. Hier wordt tevens onderzocht in welke gevallen de rechtspraak in burgerlijke zaken het bestaan van een natuurlijke verbintenis erkend heeft. Het derde hoofdstuk staat stil bij de vraag op wie de bewijslast rust met betrekking tot de kwalificatie als schenking dan wel als natuurlijke verbintenis: de fiscale administratie of de belastingplichtige. In het vierde hoofdstuk wordt nagegaan hoe deze principes inzake de natuurlijke verbintenis en de bewijslast concreet toegepast worden in fiscale zaken betreffende artikel 7 W.Succ. Ten slotte worden in een laatste hoofdstuk de alternatieven besproken van de voormelde rechtsfiguren (schenking natuurlijke verbintenis), in het bijzonder met betrekking tot de verzorging van de erflater. De volledige inhoudstafel is te raadplegen op Prijs: 55 Bestellen: Tel Regionale belastingen en fiscus. Wegwijs in bevoegdheden en procedures / Th. Lauwers Kluwer, 2010, 129 p. Regionale belastingen zijn een hot item, zeker in het kader van de politieke hervormingen over de nieuwe staatshervorming. Het is dan ook het ideale moment om een stand van zaken op te maken over de fiscale bevoegdheden van de gemeenschappen en gewesten. De auteur bespreekt in dit boek de verschillende categorieën van fiscale bevoegdheden en hun beperkingen. Zo komen de autonome regionale fiscale bevoegdheden, de oneigenlijke gewestbelastingen en de toegekende financieringsmiddelen aan bod. De bevoegdheid tot het regelen van de fiscale voorzieningen en de gerechtelijke procedures inzake regionale belastingen worden uiteengezet. Zo weet u precies hoe de procedure in elkaar zit en wat u moet doen om uw rechten ten volle te kunnen verdedigen. In het laatste hoofdstuk worden een reeks relevante regionale belastingen besproken én per gewest vergeleken. En, wat meer is: dit boek is zeer actueel en bevat alle recente wijzigingen en aanpassingen. In het snel wijzigende regionale fiscale landschap biedt dit boek dan ook een houvast. Prijs: 65 eenmalige aankoop 55 abonnementsprijs (u ontvangt dan automatisch elke nieuwe editie) Bestellen: Tel /4 51

De verplichtingen van externe accountants en belastingconsulenten inzake de bestrijding van witwassen na de Wet van 18 januari 2010

De verplichtingen van externe accountants en belastingconsulenten inzake de bestrijding van witwassen na de Wet van 18 januari 2010 De verplichtingen van externe accountants en belastingconsulenten inzake de bestrijding van witwassen na de Wet van 18 januari 2010 Jan Van Droogbroeck Jurist COIV 1 De Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming

Nadere informatie

De verplichtingen van de leden van het. BIBF inzake de bestrijding van witwassen

De verplichtingen van de leden van het. BIBF inzake de bestrijding van witwassen BIBF Beroepsinstituut van erkende boekhouders en Fiscalisten INHOUD p.1/ De verplichtingen van de leden van het BIBF inzake de bestrijding van witwassen na de wet van 18 januari 2010 De verplichtingen

Nadere informatie

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten Bron : Koninklijk besluit van 4 mei 1999 betreffende het Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten

Nadere informatie

Cliquez pour modifier les styles du texte du masque. Deuxième niveau Troisième niveau Quatrième niveau. Cinquième niveau

Cliquez pour modifier les styles du texte du masque. Deuxième niveau Troisième niveau Quatrième niveau. Cinquième niveau Cliquez Institut et des modifiez Réviseurs d Entreprises le titre Norm en omzendbrief van het IBR inzake anti- Cliquez pour modifier les styles du texte du masque 29 juni 2011 Deuxième niveau Troisième

Nadere informatie

29/09/ seminarie stagiairs 1

29/09/ seminarie stagiairs 1 DE PREVENTIEVE ANTIWITWASWETGEVING : & DE BOEKHOUDER BIBF Een inleiding Frank Haemers Juridische dienst BIBF INLEIDING WITWASSEN BESTRIJDEN Repressief luik Preventief luik Art 505 Strafwetboek Wet 11 januari

Nadere informatie

Identiteit van de uiteindelijk begunstigden van een vennootschap

Identiteit van de uiteindelijk begunstigden van een vennootschap Identiteit van de uiteindelijk begunstigden van een vennootschap Argenta Spaarbank nv Dienst Personenbeheer Belgiëlei 49-53, 2018 ANTWERPEN FSMA 27316 RPR Antwerpen btw BE 0404.453.574 Kenmerk: PBUBOA

Nadere informatie

Verklaring betreffende de identiteit van de uiteindelijke begunstigde(n) van een vennootschap of vereniging

Verklaring betreffende de identiteit van de uiteindelijke begunstigde(n) van een vennootschap of vereniging Verklaring betreffende de identiteit van de uiteindelijke begunstigde(n) van een vennootschap of vereniging De wet ter voorkoming van witwassen van geld en terrorismefinanciering verplicht de banken tot

Nadere informatie

FIDUCIA ACCOUNTANTS-BELASTINGCONSULENTEN BVBA - PRIVACYBELEID

FIDUCIA ACCOUNTANTS-BELASTINGCONSULENTEN BVBA - PRIVACYBELEID 1 FIDUCIA ACCOUNTANTS-BELASTINGCONSULENTEN BVBA - PRIVACYBELEID Inleiding Als accountantskantoor staan wij in voor de verwerking van heel wat gegevens. Een deel van deze gegevens hebben betrekking op persoonsgegevens

Nadere informatie

Betreft: Koninklijk besluit van 30 juli 2018 betreffende de werkingsmodaliteiten van het UBO-register

Betreft: Koninklijk besluit van 30 juli 2018 betreffende de werkingsmodaliteiten van het UBO-register MEDEDELING 1 2018/20 VAN DE RAAD VAN HET INSTITUUT VAN DE BEDRIJFSREVISOREN Correspondent Onze referte Datum sg@ibr-ire.be TD/MB/DS/jv 30.10.2018 Geachte Confrater, Betreft: Koninklijk besluit van 30 juli

Nadere informatie

NIEUWE WET VERPLICHT ADVOCATEN, AC- COUNTANTS EN BELASTINGADVISEURS TOT CLIËNTENONDERZOEK

NIEUWE WET VERPLICHT ADVOCATEN, AC- COUNTANTS EN BELASTINGADVISEURS TOT CLIËNTENONDERZOEK NIEUWE WET VERPLICHT ADVOCATEN, AC- COUNTANTS EN BELASTINGADVISEURS TOT CLIËNTENONDERZOEK Niet alleen banken vragen vaker om uw paspoort of rijbewijs. Sinds 2003 doen advocaten, accountants en belastingadviseurs

Nadere informatie

Privacy en bescherming van de persoonsgegevens.

Privacy en bescherming van de persoonsgegevens. Privacy en bescherming van de persoonsgegevens. A & D Boekhoudkantoor staat in voor de verwerking van heel wat gegevens. Een deel van deze gegevens hebben betrekking op persoonsgegevens en in dit kader

Nadere informatie

DE PREVENTIEVE ANTIWITWASWETGEVING : & DE BOEKHOUDER BIBF. Een inleiding. Frank Haemers Juridische dienst BIBF

DE PREVENTIEVE ANTIWITWASWETGEVING : & DE BOEKHOUDER BIBF. Een inleiding. Frank Haemers Juridische dienst BIBF DE PREVENTIEVE ANTIWITWASWETGEVING : & DE BOEKHOUDER BIBF Een inleiding Frank Haemers Juridische dienst BIBF INLEIDING WITWASSEN BESTRIJDEN Repressief luik Preventief luik Art 505 Strafwetboek Wet 11 januari

Nadere informatie

Verklaring m.b.t. de identiteit van de uiteindelijke begunstigde(n) van rechtspersonen en andere juridische constructies

Verklaring m.b.t. de identiteit van de uiteindelijke begunstigde(n) van rechtspersonen en andere juridische constructies Verklaring m.b.t. de identiteit van de uiteindelijke begunstigde(n) van rechtspersonen en andere juridische constructies De wet ter voorkoming van witwassen van geld en terrorismefinanciering, verplicht

Nadere informatie

1. Verantwoordelijke voor de verwerking van de persoonsgegevens.

1. Verantwoordelijke voor de verwerking van de persoonsgegevens. Privacybeleid DB-accountancy bvba / Bouckaert Dominique Inleiding Als accountantskantoor staan wij in voor de verwerking van heel wat gegevens. Een deel van deze gegevens hebben betrekking op persoonsgegevens

Nadere informatie

Privacybeleid. De verantwoordelijke voor de verwerking van de persoonsgegevens is de Abd bv CVBA

Privacybeleid. De verantwoordelijke voor de verwerking van de persoonsgegevens is de Abd bv CVBA Privacybeleid Inleiding Als accountantskantoor staan wij in voor de verwerking van heel wat gegevens. Een deel van deze gegevens hebben betrekking op persoonsgegevens en in dit kader delen wij u het volgende

Nadere informatie

Privacybeleid JDSF Accountancy & Tax bvba

Privacybeleid JDSF Accountancy & Tax bvba 1 Privacybeleid JDSF Accountancy & Tax bvba Inleiding Als accountantskantoor staan wij in voor de verwerking van heel wat gegevens. Een deel van deze gegevens hebben betrekking op persoonsgegevens en in

Nadere informatie

Auteur. Onderwerp. Datum

Auteur. Onderwerp. Datum Auteur Alain Claes Onderwerp De nabije toekomst: derde Europese antwitwasrichtlijn Datum Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document onderworpen kan zijn aan rechten

Nadere informatie

Nota 1 m.b.t. de organisatie van het toelatingsexamen tot de stage van accountant

Nota 1 m.b.t. de organisatie van het toelatingsexamen tot de stage van accountant Nota 1 m.b.t. de organisatie van het toelatingsexamen tot de stage van accountant De Wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen biedt de houders van een diploma opgenomen

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Cel voor Financiële Informatieverwerking Onderwerp Toelichtingsnota bestemd voor advocaten Datum 24 maart 2004 Copyright and disclaimer Gelieve er nota van te nemen dat de inhoud van dit document

Nadere informatie

Helsen & partners bvba / Fiduciaire Helsen bvba 1 Privacy en bescherming van de persoonsgegevens.

Helsen & partners bvba / Fiduciaire Helsen bvba 1 Privacy en bescherming van de persoonsgegevens. Helsen & partners bvba / Fiduciaire Helsen bvba 1 Als boekhoudkantoor staan wij in voor de verwerking van heel wat gegevens. Een deel van deze gegevens hebben betrekking op persoonsgegevens. In dit kader

Nadere informatie

Nota 1 m.b.t. de organisatie van het toelatingsexamen tot de stage van accountant

Nota 1 m.b.t. de organisatie van het toelatingsexamen tot de stage van accountant Nota 1 m.b.t. de organisatie van het toelatingsexamen tot de stage van accountant De Wet van 22 april 1999 betreffende de boekhoudkundige en fiscale beroepen biedt de houders van een diploma opgenomen

Nadere informatie

De zetel van de verantwoordelijke is gelegen te Torhout, Ieperleestraat 1 met als ondernemingsnummer

De zetel van de verantwoordelijke is gelegen te Torhout, Ieperleestraat 1 met als ondernemingsnummer Privacyverklaring Privacy en bescherming van de persoonsgegevens Als boekhoudkantoor staan wij in voor de verwerking van heel wat gegevens. Een deel van deze gegevens hebben betrekking op persoonsgegevens

Nadere informatie

Strijd tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme

Strijd tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme Strijd tegen het witwassen van geld en de financiering van terrorisme 12 oktober 2017 Recente ontwikkelingen omtrent de meldingsplicht van financiële instellingen De begrippen «vermoeden» en «goede trouw»

Nadere informatie

De zetel van de verantwoordelijke is gelegen te Wingene, Oude Bruggestraat 99 a, met als het ondernemingsnummer

De zetel van de verantwoordelijke is gelegen te Wingene, Oude Bruggestraat 99 a, met als het ondernemingsnummer 1 Privacy en bescherming van de persoonsgegevens. Inleiding : Als boekhoudkantoor staan wij in voor de verwerking van heel wat gegevens. Een deel van deze gegevens hebben betrekking op persoonsgegevens

Nadere informatie

Privacy beleid Mon3aan

Privacy beleid Mon3aan Privacy beleid Mon3aan Als accountantskantoor verzamelen wij heel wat gegevens teneinde onze dienstverlening te kunnen uitoefenen. Deze gegevens worden op rechtmatige wijze verzameld en verwerkt met het

Nadere informatie

De Voorzitter Correspondent Onze referte Uw referte Datum 18/12/2017

De Voorzitter Correspondent Onze referte Uw referte Datum 18/12/2017 MEDEDELING 1 2017/15 VAN HET INSTITUUT VAN DE BEDRIJFSREVISOREN De Voorzitter Correspondent Onze referte Uw referte Datum sg@ibr-ire.be TD/EV/DS/fb 18/12/2017 Geachte Confrater, Betreft: Wet van 18 september

Nadere informatie

De implementatie van het UBO-register

De implementatie van het UBO-register De implementatie van het UBO-register Stefan De Plus, manager en Stef Van Eysendeyk, consultant, Private Wealth PwC België / Bart Vanstaen, advocaat-vennoot en Laura Schuurmans, advocaat, PwC Legal Naar

Nadere informatie

PRIVACY EN BESCHERMING VAN DE PERSOONSGEGEVENS

PRIVACY EN BESCHERMING VAN DE PERSOONSGEGEVENS PRIVACY EN BESCHERMING VAN DE PERSOONSGEGEVENS Inleiding Als bedrijfsrevisorenkantoor staan wij in voor de verwerking van heel wat gegevens. Een deel van deze gegevens hebben betrekking op persoonsgegevens

Nadere informatie

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : Koninklijk besluit van 15 februari 2005 betreffende de uitoefening van het beroep van erkend boekhouder en erkend boekhouder-fiscalist in het kader van een rechtspersoon Bron : Koninklijk besluit van 15

Nadere informatie

Aanvraagformulier openen Rabo Business Account voor vennootschappen of VZW

Aanvraagformulier openen Rabo Business Account voor vennootschappen of VZW Aanvraagformulier openen Rabo Business Account voor vennootschappen of VZW 1. Identificatie vennootschap: Sociale benaming: Vennootschapsvorm: Handelsbenaming: Aard van de activiteit: Ondernemingsnummer:

Nadere informatie

Belastingdienst/Bureau Toezicht Wwft. Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme. Handleiding voor Verkopers van goederen

Belastingdienst/Bureau Toezicht Wwft. Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme. Handleiding voor Verkopers van goederen Belastingdienst/Bureau Toezicht Wwft Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme Handleiding voor Verkopers van goederen Versie: 04-07-2013 Inleiding Vanaf 1 augustus 2008 is de Wet

Nadere informatie

I. METHODOLOGIE. 1. Algemene presentatie van de vragenlijst. De verkorte vragenlijst is onderverdeeld in twee hoofdstukken.

I. METHODOLOGIE. 1. Algemene presentatie van de vragenlijst. De verkorte vragenlijst is onderverdeeld in twee hoofdstukken. 1. Centrale contactpunten van agenten- en distributeursnetwerken in België van betalingsinstellingen en instellingen voor elektronisch geld waaraan een vergunning is verleend in andere lidstaten van de

Nadere informatie

Bestuur en aandeelhouderschap van erkende professionele vennootschappen

Bestuur en aandeelhouderschap van erkende professionele vennootschappen Bestuur en aandeelhouderschap van erkende professionele vennootschappen L. DHAENE I. Inleiding Een accountant en/of een belastingconsulent kan zich, met het oog op een gezamenlijke uitoefening van professionele

Nadere informatie

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : Koninklijk besluit van 15 februari 2005 betreffende de uitoefening van het beroep van erkend boekhouder en erkend boekhouder-fiscalist in het kader van een rechtspersoon Bron : Koninklijk besluit van 15

Nadere informatie

IAB-Info. Inhoud. Beroep. Economie

IAB-Info. Inhoud. Beroep. Economie Nummer 4 16 29 februari 2004 IAB-Info Inhoud 16e jaargang Beroep c Bestuur en aandeelhouderschap van erkende professionele vennootschappen Deze bijdrage strekt ertoe een overzicht te bieden van zowel de

Nadere informatie

Vandaar dat in huidig reglement tevens aandacht besteed wordt aan: Interne organisatie van de beroepsbeoefenaars.

Vandaar dat in huidig reglement tevens aandacht besteed wordt aan: Interne organisatie van de beroepsbeoefenaars. Reglement inzake de toepassing van de Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme INLEIDING De Wet van

Nadere informatie

INLEIDING. Interne organisatie van de beroepsbeoefenaars.

INLEIDING. Interne organisatie van de beroepsbeoefenaars. I. Reglement inzake de toepassing van de Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme INLEIDING De Wet

Nadere informatie

FiMiS 1. AML_CIS - AML for Self Managed CIS - 31/12/ Open / Initial. 1. Onderneming

FiMiS 1. AML_CIS - AML for Self Managed CIS - 31/12/ Open / Initial. 1. Onderneming 1. Onderneming Algemene informatie Naam van de ICB 1.1 FiMiS 1 KBO-nummer 1.2 0000000099 Naam van de persoon die deze vragenlijst invult 1.10 Functie 1.11 Is de instelling een zelfbeheerde ICB? 1.50 Verhandelt

Nadere informatie

De verplichtingen van de externe accountants en de externe belastingconsulenten in het kader van de wet van 11 januari 1993

De verplichtingen van de externe accountants en de externe belastingconsulenten in het kader van de wet van 11 januari 1993 De verplichtingen van de externe accountants en de externe belastingconsulenten in het kader van de wet van 11 januari 1993 J. De Blay Accountant en Belastingconsulent Docent Fiscale Hogeschool Nederlandstalig

Nadere informatie

Instelling. Onderwerp. Datum

Instelling. Onderwerp. Datum Instelling Taxforius Imposto Advocaten www.taxforius.be Onderwerp De invoering van het begrip ernstige fiscale fraude naar een strengere aanpak van de fiscale fraude! Datum 6 juni 2013 Copyright and disclaimer

Nadere informatie

De wetgeving inzake witwassen van geld

De wetgeving inzake witwassen van geld De wetgeving inzake witwassen van geld In 1993 beoogde de anti-witwaswet preventieve maatregelen te installeren ten aanzien van ondernemingen en personen die een financieel beroep uitoefenen. Deze wet

Nadere informatie

Advies van 4 maart 2010 omtrent een ontwerp van koninklijk besluit betreffende de inschrijving van auditors

Advies van 4 maart 2010 omtrent een ontwerp van koninklijk besluit betreffende de inschrijving van auditors North Gate III 6 e verdieping Koning Albert II laan 16 1000 Brussel Tel. 02/277.64.11 Fax 02/201.66.19 E-mail : CSPEHREB@skynet.be Internet : www.cspe-hreb.be Advies van 4 maart 2010 omtrent een ontwerp

Nadere informatie

De nieuwe WID / MOT wet ter bestrijding van witwassen en financieren van terrorisme

De nieuwe WID / MOT wet ter bestrijding van witwassen en financieren van terrorisme De nieuwe WID / MOT wet ter bestrijding van witwassen en financieren van terrorisme 31 juli 2008 Implementatie derde witwasrichtlijn Per vrijdag 1 augustus 2008 wijzigt de integriteitswetgeving. De Eerste

Nadere informatie

De Raad van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren,

De Raad van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren, Ontwerp van norm inzake de toepassing van de wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en de financiering van terrorisme 29.10.2010 De

Nadere informatie

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2013/5 - De aandeelhoudersstructuur van ondernemingen: opname in de toelichting van de jaarrekening

COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN. CBN-advies 2013/5 - De aandeelhoudersstructuur van ondernemingen: opname in de toelichting van de jaarrekening COMMISSIE VOOR BOEKHOUDKUNDIGE NORMEN CBN-advies 2013/5 - De aandeelhoudersstructuur van ondernemingen: opname in de toelichting van de jaarrekening I. Inleiding Advies van 4 maart 2013 1. Zowel het volledig

Nadere informatie

Rol van de CFI, samenwerking en doelstellingen

Rol van de CFI, samenwerking en doelstellingen Rol van de CFI, samenwerking en doelstellingen Kris Meskens, Secretaris-generaal CFI Conferentie 8 december 2016 «Strijd tegen het witwassen van geld» Structuur, doelstellingen en huidige werkwijze CFI

Nadere informatie

AANVRAAG TOT INSCHRIJVING VAN EEN RECHTSPERSOON (Terug te sturen per aangetekend schrijven ter attentie van de voorzitter van de Uitvoerende Kamer)

AANVRAAG TOT INSCHRIJVING VAN EEN RECHTSPERSOON (Terug te sturen per aangetekend schrijven ter attentie van de voorzitter van de Uitvoerende Kamer) BIV AANVRAAG RECHTSPERSOON / 2018 pagina 1/5 (Wet van 11 februari 2013 B.S. 22 augustus 2013) 1 Luxemburgstraat 16 B - 1000 BRUSSEL - Tel. 02/505.38.50 - Fax 02/503.42.23 - www.biv.be AANVRAAG TOT INSCHRIJVING

Nadere informatie

Toelichting bij de verplichtingen van de vastgoedmakelaar in het kader van de antiwitwaswetgeving BIV

Toelichting bij de verplichtingen van de vastgoedmakelaar in het kader van de antiwitwaswetgeving BIV Toelichting bij de verplichtingen van de vastgoedmakelaar in het kader van de antiwitwaswetgeving BIV In 1993 beoogde de antiwitwaswet 1 preventieve maatregelen te installeren ten aanzien van ondernemingen

Nadere informatie

b. De vertegenwoordiger-natuurlijke persoon... 20 c. De andere aangestelden... 27 d. Het bestuur... 27

b. De vertegenwoordiger-natuurlijke persoon... 20 c. De andere aangestelden... 27 d. Het bestuur... 27 INHOUD Voorwoord: De uitoefening van een vrij en gereglementeerd cijferberoep door een rechtspersoon (wet van 18 januari 2010) door Sabine Laruelle, Minister van KMO s, Zelfstandigen, Landbouw en Wetenschapsbeleid.......................................

Nadere informatie

Het witwassen van illegale vermogensvoordelen uit misdrijven via het ereloon van de accountants en belastingconsulenten

Het witwassen van illegale vermogensvoordelen uit misdrijven via het ereloon van de accountants en belastingconsulenten Het witwassen van illegale vermogensvoordelen uit misdrijven via het ereloon van de accountants en belastingconsulenten Jan Van Droogbroeck Juridische Dienst IAB Deze bijdrage onderzoekt in welke mate

Nadere informatie

De antiwitwaswetgeving : Reglement. en Toelichtingsnota voor de leden van het BIBF

De antiwitwaswetgeving : Reglement. en Toelichtingsnota voor de leden van het BIBF BIBF Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten INHOUD p. 1/ De antiwitwaswetgeving : Reglement en Toelichtingsnota voor de leden van het BIBF p. 5/ Btw maatstaf van heffing niet-belastbare

Nadere informatie

BERAADSLAGING RR Nr 32 / 2005 VAN 15 JUNI 2005

BERAADSLAGING RR Nr 32 / 2005 VAN 15 JUNI 2005 KONINKRIJK BELGIE Brussel, Adres : Hoogstraat, 139, B-1000 Brussel Tel. : +32(0)2/213.85.40 E-mail : commission@privacy.f gov.be Fax. : +32(0)2/213.85.65 http://www.privacy.fgov.be/ COMMISSIE VOOR DE BESCHERMING

Nadere informatie

Belastingdienst/Bureau Toezicht Wwft. Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme. Handleiding voor Makelaars in onroerende zaken

Belastingdienst/Bureau Toezicht Wwft. Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme. Handleiding voor Makelaars in onroerende zaken Belastingdienst/Bureau Toezicht Wwft Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme Handleiding voor Makelaars in onroerende zaken Versie: 04-07-2013 Inleiding Vanaf 1 augustus 2008 is

Nadere informatie

FiMiS 2. AML_INBABR - AML Survey for Intermediaries in banking and investment services - 31/12/ Open / Error. 1.

FiMiS 2. AML_INBABR - AML Survey for Intermediaries in banking and investment services - 31/12/ Open / Error. 1. 1. Tussenpersoon 1. Algemene Informatie Naam van de tussenpersoon 1.1 FiMiS 2 KBO-nummer 1.2 0000000012 Heeft u, binnen het wettelijk bestuursorgaan (raad van bestuur, zaakvoerder, directiecomité), een

Nadere informatie

Overwegende dat deze norm is gebaseerd op het gemeenschappelijk reglement tot stand gekomen in overleg met de drie Instituten;

Overwegende dat deze norm is gebaseerd op het gemeenschappelijk reglement tot stand gekomen in overleg met de drie Instituten; ONTWERP - Norm van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren d.d... 2018 inzake de toepassing van de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 19 juli 2007

No.W /III 's-gravenhage, 19 juli 2007 ................................................................................... No.W06.07.0169/III 's-gravenhage, 19 juli 2007 Bij Kabinetsmissive van 21 juni 2007, no.07.001943, heeft Uwe Majesteit,

Nadere informatie

Bijlage 1 bij de circulaire NBB_2016_43

Bijlage 1 bij de circulaire NBB_2016_43 de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel tel. +32 2 221 38 12 fax + 32 2 221 34 01 ondernemingsnummer: 0203.201.340 RPR Brussel www.nbb.be Brussel, 26 octobre 2016 Bijlage 1 bij de circulaire NBB_2016_43 Toepassingsveld

Nadere informatie

INSTITUUT VAN DE ACCOUNTANTS EN DE BELASTINGCONSULENTEN (I.A.B.)

INSTITUUT VAN DE ACCOUNTANTS EN DE BELASTINGCONSULENTEN (I.A.B.) INSTITUUT VAN DE ACCOUNTANTS EN DE BELASTINGCONSULENTEN (I.A.B.) Instituut opgericht bij wetten van 21 februari 1985 en van 22 april 1999 Belgisch Staatsblad van 28 februari 1985 en 11 mei 1999 Zetel:

Nadere informatie

De evolutie van de economische beroepen. Intentieverklaring met betrekking tot de voorstellen aan de Regering

De evolutie van de economische beroepen. Intentieverklaring met betrekking tot de voorstellen aan de Regering De evolutie van de economische beroepen Intentieverklaring met betrekking tot de voorstellen aan de Regering 1. Oe principes 1.1. De organisatie en de werking van de economische beroepen moeten een federale

Nadere informatie

REGLEMENT VAN DE NATIONALE KAMER VAN NOTARISSEN INZAKE HET WITWASSEN VAN GELD EN DE FINANCIERING VAN TERRORISME

REGLEMENT VAN DE NATIONALE KAMER VAN NOTARISSEN INZAKE HET WITWASSEN VAN GELD EN DE FINANCIERING VAN TERRORISME REGLEMENT VAN DE NATIONALE KAMER VAN NOTARISSEN INZAKE HET WITWASSEN VAN GELD EN DE FINANCIERING VAN TERRORISME Aangenomen door de algemene vergadering van 26 april 2011, gewijzigd door de algemene vergadering

Nadere informatie

POLITIEK PROMINENTE PERSONEN Trends en aanwijzingen

POLITIEK PROMINENTE PERSONEN Trends en aanwijzingen Cel voor Financiële Informatieverwerking Gulden Vlieslaan 55 bus 1 1060 Brussel Tel. : +32 2 533 72 11 Fax : +32 2 533 72 00 E-mail : info@ctif-cfi.be POLITIEK PROMINENTE PERSONEN s en aanwijzingen NLtypoPEP

Nadere informatie

UITNODIGING VOOR GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS

UITNODIGING VOOR GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS Naamloze vennootschap De Gerlachekaai 20 te 2000 Antwerpen BTW BE 0860 409 202 RPR Antwerpen UITNODIGING VOOR GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS De raad van bestuur heeft de eer de aandeelhouders

Nadere informatie

(Voor de EER relevante tekst)

(Voor de EER relevante tekst) L 125/4 GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/758 VAN DE COMMISSIE van 31 januari 2019 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen

Nadere informatie

Privacybeleid en bescherming van de persoonsgegevens BV BVBA COMAC BOEKHOUDING & FISCALITEIT

Privacybeleid en bescherming van de persoonsgegevens BV BVBA COMAC BOEKHOUDING & FISCALITEIT Privacybeleid en bescherming van de persoonsgegevens BV BVBA COMAC BOEKHOUDING & FISCALITEIT Als boekhoudkantoor staan wij in voor de verwerking van heel wat gegevens. Een deel van deze gegevens hebben

Nadere informatie

(5) Dit gemeenschappelijk reglement behandelt in het bijzonder:

(5) Dit gemeenschappelijk reglement behandelt in het bijzonder: ONTWERP - Norm van het Instituut van de Bedrijfsrevisoren d.d... 2018 inzake de toepassing van de wet van 18 september 2017 tot voorkoming van het witwassen van geld en de financiering van terrorisme en

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 31 237 Wijziging van de Wet identificatie bij dienstverlening en de Wet melding ongebruikelijke transacties ter uitvoering van richtlijn nr. 2005/60/EG

Nadere informatie

AANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave

AANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave Europees Parlement 204-209 AANGENOMEN TEKSTEN Voorlopige uitgave P8_TA-PROV(208)049 Bescherming van de financiële belangen van de EU - Terugvordering van geld en activa van derde landen in fraudegevallen

Nadere informatie

AWW : een last of een zegen?

AWW : een last of een zegen? AWW : een last of een zegen? Frank Haemers - Juridische dienst BIBF WITWASSEN BESTRIJDEN Repressief luik Preventief luik Art 505 Strafwetboek Wet 11 januari 1993 ANTIWITWASWETGEVING FAG: Financiële ActieGroep

Nadere informatie

Bezorg uw Belgische diamantleverancier daarom de benodigde documenten, inclusief het ingevulde onderstaande formulier :

Bezorg uw Belgische diamantleverancier daarom de benodigde documenten, inclusief het ingevulde onderstaande formulier : Geachte heer, mevrouw, Gelieve er rekening mee te houden dat Belgische diamanthandelaars onderworpen zijn aan de Belgische antiwitwaswetgeving 1 en verplicht zijn om hun volledige medewerking te verlenen

Nadere informatie

COMPLIANCE RICHTLIJNEN

COMPLIANCE RICHTLIJNEN Meldpunt Ongebruikelijke Transacties Afdeling Toezicht COMPLIANCE RICHTLIJNEN Ter bevordering van de naleving en handhaving van de Wet MOT en WID, voor een effectieve bestrijding van Money Laundering en

Nadere informatie

OPROEPING VOOR DE BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS TE HOUDEN OP 18 DECEMBER 2013 VANAF 17 UUR

OPROEPING VOOR DE BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS TE HOUDEN OP 18 DECEMBER 2013 VANAF 17 UUR RealDolmen Naamloze vennootschap A. Vaucampslaan 42, 1654 Huizingen BTW BE / RPR 0429.037.235 Brussel (België) OPROEPING VOOR DE BUITENGEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN AANDEELHOUDERS TE HOUDEN OP 18 DECEMBER

Nadere informatie

Corporate Governance Charter

Corporate Governance Charter Corporate Governance Charter Dealing Code Hoofdstuk Twee Euronav Corporate Governance Charter December 2005 13 1. Inleiding Op 9 december 2004 werd de Belgische Corporate Governance Code door de Belgische

Nadere informatie

PRIVACY BELEID BOEKHOUDKANTOOR VAN ROY BVBA

PRIVACY BELEID BOEKHOUDKANTOOR VAN ROY BVBA 1 PRIVACY BELEID BOEKHOUDKANTOOR VAN ROY BVBA Privacy en bescherming van de persoonsgegevens. I. Inleiding Als boekhoudkantoor staan wij in voor de verwerking van heel wat gegevens. Een deel van deze gegevens

Nadere informatie

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE [IC - 2013/11538]

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE [IC - 2013/11538] FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE [IC - 2013/11538] 7 OKTOBER 2013. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het reglement genomen in uitvoering van de wet van 11 januari

Nadere informatie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2000 (11.10) (OR. en) 12089/00 Interinstitutioneel dossier: 1999/0152 (COD) LIMITE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 oktober 2000 (11.10) (OR. en) 12089/00 Interinstitutioneel dossier: 1999/0152 (COD) LIMITE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 6 oktober 2000 (11.10) (OR. en) 12089/00 Interinstitutioneel dossier: 1999/0152 (COD) LIMITE EF 76 ECOFIN 269 CRIMORG 137 CODEC 744 NOTA van: nr. Comv.: Betreft: het

Nadere informatie

Bijlage bij het memorandum over het verkrijgen van een vergunning als onafhankelijk financieel planner naar Belgisch recht

Bijlage bij het memorandum over het verkrijgen van een vergunning als onafhankelijk financieel planner naar Belgisch recht Bijlage bij het memorandum over het verkrijgen van een vergunning als onafhankelijk financieel planner naar Belgisch recht De wetgeving over de onafhankelijk financieel planners 1 bepaalt dat de personen

Nadere informatie

Volmacht Buitengewone Algemene vergadering van aandeelhouders van 17 mei 2011

Volmacht Buitengewone Algemene vergadering van aandeelhouders van 17 mei 2011 Naamloze vennootschap De Gerlachekaai 20 te 2000 Antwerpen BTW BE 0860 409 202 RPR Antwerpen Volmacht Buitengewone Algemene vergadering van aandeelhouders van 17 mei 2011 Ondergetekende : Eigenaar van...aandelen

Nadere informatie

Recente ontwikkelingen op het vlak van witwaspreventie

Recente ontwikkelingen op het vlak van witwaspreventie Circulaire FSMA_2013_20 d.d. 18/12/2013 Recente ontwikkelingen op het vlak van witwaspreventie Toepassingsveld: Alle ondernemingen die onder toezicht staan van de Nationale Bank van België en de Autoriteit

Nadere informatie

Identificatieformulier van uw uiteindelijke begunstigden Formulier voor Belgische vzw s

Identificatieformulier van uw uiteindelijke begunstigden Formulier voor Belgische vzw s Identificatieformulier van uw uiteindelijke begunstigden Formulier voor Belgische vzw s Om het witwassen van geld en de financiering van terrorisme te voorkomen, bent u wettelijk verplicht om uw uiteindelijke

Nadere informatie

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen

Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Eigenschappen Titel : Circulaire 2018/C/37 betreffende de invoering van een nieuwe vrijstelling van de taks op de beursverrichtingen Samenvatting : vrijstelling van de TOB met betrekking tot verrichtingen

Nadere informatie

ANTIWITWASWETGEVING De vragenlijst van A tot Z. Jos DE BLAY, lid Uitvoerend Comité IAB Frank HAEMERS, BIBF

ANTIWITWASWETGEVING De vragenlijst van A tot Z. Jos DE BLAY, lid Uitvoerend Comité IAB Frank HAEMERS, BIBF ANTIWITWASWETGEVING De vragenlijst van A tot Z Jos DE BLAY, lid Uitvoerend Comité IAB Frank HAEMERS, BIBF 2 ONTMOETING BEROEPSVERENIGINGEN 3 INLEIDING WITWASSEN BESTRIJDEN REPRESSIEF LUIK PREVENTIEF LUIK

Nadere informatie

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014.

A. Inleiding. beroepen. 2 Hervorming verschenen in het Publicatieblad van de Europese Unie L158 van 27 mei 2014. Advies van 7 september 2017 over het ontwerp van koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 november 2012 met betrekking tot de beheervennootschappen van instellingen voor collectieve

Nadere informatie

TABEL VAN DE KNIPPERLICHTEN

TABEL VAN DE KNIPPERLICHTEN BIJLAGE 6 TABEL VAN DE KNIPPERLICHTEN Belangrijk Onderliggende tabel van de knipperlichten is exemplatief en niet exhaustief. Zij heeft tot doel de waakzaamheid van de verzekeringstussenpersoon en de verzekeringsonderneming

Nadere informatie

Studiedag Journée d études

Studiedag Journée d études Studiedag Journée d études Beroepsgeheim en onafhankelijkheid: de deontologie van de bedrijfsrevisor Secret professionnel et indépendance : la déontologie du réviseur d entreprises Isabelle MEUNIER, Bedrijfsrevisor,

Nadere informatie

BIJLAGE 1 TAAKVERDELINGSSCHEMA. Witwaspreventie Samenwerking tussen verzekeraars en verzekeringsbemiddelaars. Versie 5 februari 2013

BIJLAGE 1 TAAKVERDELINGSSCHEMA. Witwaspreventie Samenwerking tussen verzekeraars en verzekeringsbemiddelaars. Versie 5 februari 2013 BIJLAGE 1 TAAKVERDELINGSSCHEMA Witwaspreventie Samenwerking tussen verzekeraars en verzekeringsbemiddelaars Versie 5 februari 2013 Stappen/Taken Identificatie en identiteitsverificatie + actualisering

Nadere informatie

PRIVACY REGELGEVING. De zetel van de verantwoordelijke is gelegen te Izegem, Baronstraat nr. 98 met als het ondernemingsnummer

PRIVACY REGELGEVING. De zetel van de verantwoordelijke is gelegen te Izegem, Baronstraat nr. 98 met als het ondernemingsnummer 1 PRIVACY REGELGEVING Inleiding : Als accountantskantoor en boekhoudkantoor staan wij in voor de verwerking van heel wat gegevens. Een deel van deze gegevens hebben betrekking op persoonsgegevens en in

Nadere informatie

FSMA_2011_01 dd. 27 april 2011

FSMA_2011_01 dd. 27 april 2011 Mededeling FSMA_2011_01 dd. 27 april 2011 Mededeling inzake de wet van 20 december 2010 betreffende de uitoefening van bepaalde rechten van aandeelhouders van genoteerde vennootschappen Toepassingsveld:

Nadere informatie

Circulaire. Toepassingsveld. Samenvatting/Doelstelling. Brussel, 18 december 2013. Recente ontwikkelingen op het vlak van witwaspreventie

Circulaire. Toepassingsveld. Samenvatting/Doelstelling. Brussel, 18 december 2013. Recente ontwikkelingen op het vlak van witwaspreventie Circulaire Nationale Bank van België n.v. de Berlaimontlaan 14 BE-1000 Brussel tel. +32 2 221 35 88 fax + 32 2 221 31 04 ondernemingsnummer: 0203.201.340 RPR Brussel www.nbb.be FSMA Congresstraat 12-14

Nadere informatie

Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld*

Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld* Wet van 11 januari 1993 tot voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld* HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen Artikel 1. Deze wet past de richtlijn toe van de Raad 91/308/EEG

Nadere informatie

N Registratie A2 Brussel, 16 mei 2017 MH/AB/AS ADVIES. over

N Registratie A2 Brussel, 16 mei 2017 MH/AB/AS ADVIES. over N Registratie A2 Brussel, 16 mei 2017 MH/AB/AS 761-2017 ADVIES over EEN VOORONTWERP VAN WET TOT REGISTRATIE VAN DE AANBIEDERS VAN VENNOOTSCHAPSRECHTELIJKE DIENSTEN (goedgekeurd door het bureau op 21 maart

Nadere informatie

DE CIJFERBEROEPEN & HET BEROEPSGEHEIM

DE CIJFERBEROEPEN & HET BEROEPSGEHEIM DE CIJFERBEROEPEN & HET BEROEPSGEHEIM DE WETGEVING ALGEMEEN ART 458 SW : Geneesheren, heelkundigen, officieren van gezondheid, apothekers, vroedvrouwen en alle andere personen die uit hoofde van hun staat

Nadere informatie

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst)

VERORDENINGEN. (Voor de EER relevante tekst) L 203/2 VERORDENINGEN GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2018/1108 VAN DE COMMISSIE van 7 mei 2018 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen

Nadere informatie

INSTITUUT VAN DE ACCOUNTANTS EN DE BELASTINGCONSULENTEN

INSTITUUT VAN DE ACCOUNTANTS EN DE BELASTINGCONSULENTEN INSTITUUT VAN DE ACCOUNTANTS EN DE BELASTINGCONSULENTEN AANVRAAG TOT TOEGANG TOT HET BEKWAAMHEIDSEXAMEN OP BASIS VAN TEN MINSTE ZEVEN JAAR ERVARING MET HET OOG OP DE VERKRIJGING VAN DE HOEDANIGHEID VAN

Nadere informatie

Standpunt van het IAB inzake knelpunten in de toepassing van de

Standpunt van het IAB inzake knelpunten in de toepassing van de Standpunt van het IAB inzake knelpunten in de toepassing van de antiwitwaswetgeving Jos De Blay Accountant belastingconsulent Lid uitvoerend comité IAB Jan Van Droogbroeck Jurist 1. Inleiding Witwassen

Nadere informatie

TRANSPARANTIEVERSLAG 2013

TRANSPARANTIEVERSLAG 2013 TRANSPARANTIEVERSLAG 2013 1. Inleiding Dit verslag bevat de informatie zoals bepaald in artikel 15 van de wet van 22 juli 1953 houdende de oprichting van een Instituut van de Bedrijfsrevisoren, aangepast

Nadere informatie

Self-certification document voor verzekeringsnemers die rechtspersonen zijn voor producttype IPT

Self-certification document voor verzekeringsnemers die rechtspersonen zijn voor producttype IPT Self-certification document voor verzekeringsnemers die rechtspersonen zijn voor producttype IPT Gelieve de passende vakjes aan te kruisen en in drukletters te schrijven. Namen dienen overgenomen te worden

Nadere informatie

In België geldt er voortaan een nieuwe beroepsnorm Wat en waarom? Frequently Asked Questions

In België geldt er voortaan een nieuwe beroepsnorm Wat en waarom? Frequently Asked Questions Norm met betrekking tot de contractuele controle van KMO s en kleine (i)vzw s en stichtingen en de gedeelde wettelijk voorbehouden opdrachten bij KMO s en kleine (i)vzw s en stichtingen In België geldt

Nadere informatie

OPROEPING VOOR DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN 8 MEI 2018

OPROEPING VOOR DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN 8 MEI 2018 F L U X Y S B E L G I U M Naamloze Vennootschap Kunstlaan 31-1040 Brussel BTW BE 0402 954 628 RPR Brussel OPROEPING VOOR DE GEWONE ALGEMENE VERGADERING VAN 8 MEI 2018 De raad van bestuur van Fluxys Belgium

Nadere informatie

ADVIES (1) 2015/02 VAN DE RAAD VAN HET INSTITUUT VAN DE BEDRIJFSREVISOREN

ADVIES (1) 2015/02 VAN DE RAAD VAN HET INSTITUUT VAN DE BEDRIJFSREVISOREN De Voorzitter ADVIES (1) 2015/02 VAN DE RAAD VAN HET INSTITUUT VAN DE BEDRIJFSREVISOREN Correspondent sg@ibr-ire.be Onze referte EV/VY/vs/sdb Uw referte Datum 02 maart 2015 Geachte Confrater, Betreft:

Nadere informatie