16 April 1936, komende van Kerkrade. In Kerkrade vestigde

Transcriptie

1 Onder terugzendng van den bref, mj gezonden bj Uw apostlle dd. 25 Nov Afd. B.B. No , heb k de eer Uwer Excellente te berchten, dat bj onderzoek te Maastrcht het volgende s gebleken: De schrjver van bjgaanden bref, genaamd, Hermanus, Hendrkus Harmsen, geboren te Onstwedde den 6en Jun 1875, zonder beroep, van Kederlandsche natonaltet, wonende aan de hlarkt no. 1 te P.laastrcht, werd aldaar ngeschreven dd. 16 Aprl 1936, komende van Kerkrade. In Kerkrade vestgde hj zch op 27 Kovember 1934, komende van Schaesberg en vestgde hj zch n laatstgenoemde gemeente op den len Januar 1931, konende van Smpelveld. Verdere gegevens betreffende zjne overge woonplaatsen zjn net bekend, aoch beweert Harmsen n het jaar 1929 ut Dutschland te zjn gekomen en ' zch n Smpelveld te hebben gevestgd. Sedert zjn verbljf I te Maastrcht s hj werkloos en wordt hj vanwege de gemeente Maastrcht gesteund met een wekeljksch bedrag ad. f Volgens zjn egen verklarng heeft hj gedurende 6 jaar n Dutschland gewerkt, laatsteljk n Dusburg als husmees- / ter n een groot café-restaurant. In Schaesberg heeft hj gewerkt bj een landbouwster. Daarna s hj werkzaam geweest aan de verbouwng van het semenare te Rolduc-Kerkrade. Hj beweert tot voor 4 naanden geleden n relate te hebben gestaan met Mgr. Strater, Bsschop van Aken, met wen hj vaak samenkomsten had. Hj beschouwt zch als Bsschoppeljk gezant en b--eweert dat hj n opdracht van Mgr. StrEter de n Zud-Lmburg en 1.loresnet gelegen kloosters heeft be= zocht, om de kloosterlngen te wjzen op het gevaar van het nat onaal-socalsme. Volgens zjne utlatngen s hj fel gekant tegen het natonaal- AAN: Z.E. Den Mnster van Bnnenlandsche Zaken.

2 -2- I I natonaal-socalsme en vooral tegen de 13.S.B. Herover heeft hj wel eens een woordentwst gehad met werklooze N.S.B.-ers onder we een zekere Eykenbooo en Holtus, beden leden der N.S.B., de n de bewegng van geen noemenswaardge beteekens zjn. Hj beweert dat Holtus hem ongeveer 4 weken geleden gewaarschuwd heeft voor Eykenboom, de op straat een foto van Harmsen zoude gemaakt hebben en de foto naar de Partjledng n Dutschland zoude hebben opgezonden. Harmsen, de zulks gelooft en de voorden nog vaak naar Aken gng, durft thans net meer naar Dutschland te gaan. Hj gaat nog vaak naar Kerkrade en Vaals en vermeent hj, dat hj aan de grens door de Dutsche douane of polte bewaakt wordt. Hj beweert naar de Nederlandsch-Dutsche grens te gaan om nlchtngen n te wnnen betreffende de bewegng der Dutsche troepen, om naar aanledng daarvan den tjd te kunnen bepalen dat de Dutsche troepen een nval zullen doen n Nederland. '/Janneer hj den tjd gekomen acht, dat de Dutschers Nederland zullen bnnenvallen zal hj de Nederlandsche Regeerng waarschuwen. Voorloopg heeft hj volstaan met aan Z.E. den Idnster van BnnenlandSche Zaken eon waarschuwngsbref te zenden. Thans nu hj weet dat de klnster van Bnnenlandsche Zaken n contact staat met de polte (aldus drukt Earmsen zch ut) zal hj alle verkregen nlchtngen ter kenns van de polte brengen. Harmsen beweert er vast van overtugd te zjn dat de Dutschers Nederlanì zullen bnnenvallen en zal zulks z.. net lang meer duren. Hj beweert dan reddeloos ver loren te zjn als hj net naar Frankrjk kan utwjken. Hj wl daarom aan den Mnster van Bnnenlandsche Zaken eene aanvraag ndenen om grats n het bezt gesteld te worden van een Nederlandsch paspoort. Hj s thans n het bezt van een paspoort doch daarn komen aanteekenngen voor van resche- ques. Hj beweert met dat paspoort net n Frankrjk te worden toegelaten, n verband met vorenbedoelde aanteekenngen. Verder beweert hj, dat hj op verzoek v an den Overste van het klooster der Brune Paters n Xoresnet een bref gercht heeft aan den Presdent van de Vereengde Staten van Noord-Amerka om toestemmng te bekomen, dat de Brune Paters ut Iloresnet bj een eventueelen nval der Dutschers naar Amerka kunnen vluchten.

3 Ut een en ander s op te maken, dat Harmsen zch ere; bezorgd naakt over het lot der geesteljken bj een nval der Lutschers en dat hj handelngen verrcht, de wel eens gevaarljk voor hem zouden zjn, wanneer hj zch naar Dutsch laud zou wllen begeven. larasen ljkt een persoon, de zch bj de geesteljken en kloosterlngen verdensteljk wl maken om eventueel door hen gesteund te worden. Hj beweert n Dutschland een kaptaal verloren te hebben van 32OW.-- gulden. Dt kaptaal zou hj net werken verdend hebben, hetgeen evenwel te betwjfelen valt. Overgens maakt hj een gunstgen ndruk. ';{at betreft de bewerngen aangaande Eykenboorn en Eoltus kan aangenomen worden, dat bede personen hen ets trachten wjs te maken, aangezen Eykenboom net n staat Iran worden geacht on op straat een foto to maken.

4 .- I.

5 .. - -! t 1