1 Lichtbreking. afbeelding schematische tekening van Lichtbreking door een perspex blokje

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "1 Lichtbreking. afbeelding schematische tekening van Lichtbreking door een perspex blokje"

Transcriptie

1

2 -28 1 Lichtbreking Reigers jagen vaak op vis. Als ze er een zien zwemmen, grijpen ze hem razendsnel. Dat is bijzonder knap, want de vis zwemt niet waar ze hem zien. Hoe zit dat? Breking Je weet dat licht langs rechte lijnen beweegt. Maar als een lichtstraal op het oppervlak van een doorzichtige stof valt, gebeurt er iets bijzonders: het licht verandert van richting. Dit verschijnsel heet Lichtbreking. In de afbeeldingen 1 en 2 zie je enkele effecten die bij lichtbreking optreden. Hoek van inval en van breking Proef 1 In afbeelding 3 is getekend hoe een lichtstraal door een perspex blokje wordt gebroken. Perspex is plastic dat op glas lijkt. Op de plaats waar de lichtstraal op het perspex valt, is de normaal getekend. Dat is de lijn die loodrecht op het perspexoppervlak staat. De hoek tussen de invallende afbeelding 1 lichtstraal en de normaal heet de hoek van inval (Li). De hoek tussen de Dit effect ontstaat door Lichtbreking. gebroken lichtstraal en de normaal heet de hoek van breking (L r). De r van komt van het woord 'refractie', waarin het Latijnse werkwoord frangere ('breken') zit. afbeelding 2 A Zo wordt Licht door een blokje perspex gebroken (en voor een deel gereflecteerd). normaal perspex Als lichtstralen van lucht naar perspex gaan, worden ze naar de normaal toe gebroken: L r is dan altijd kleiner dan Li. Dat geldt trouwens niet alleen voor perspex, maar voor elke stof die dichter is dan lucht en waar licht doorheen kan. Deze stoffen hebben een grotere optische dichtheid dan lucht. Als lichtstralen van perspex naar lucht gaan, worden ze van de normaal af gebroken: Lr is dan altijd groter dan Li. Lichtstralen die loodrecht op het perspex vallen, veranderen niet van richting en gaan rechtdoor. afbeelding schematische tekening van Lichtbreking door een perspex blokje

3 -29 Het verband tussen Lien Lr Proef 2 In afbeelding 4 zie je hoe een Lichtstraal door een halfronde perspex schijf wordt gebroken. De lichtstraal verandert alleen van richting als hij het stuk perspex binnenkomt. Bij de ronde kant van het stuk perspex komt de lichtstraal weer in de lucht, maar wordt dan niet gebroken. Op de gradenboog (blauw-wit) kun je de hoek van inval en de bijbehorende hoek van breking aflezen. Op die manier is tabel 1 gemaakt. Je kunt de lichtstraal ook eerst op de ronde kant van de perspex schijf laten vallen (afbeelding 5). In dat geval wordt de lichtstraal alleen gebroken als hij het stuk perspex weer verlaat. Ook nu kun je weer een aantal keren Li en L r meten. De meetresultaten staan in tabel 2. Wat opvalt, is de omkeerbaarheid van de breking: de hoek van inval in tabel 1 is de hoek van breking in tabel 2. T tabel 1 L Î en ä bij lichtbreking van lucht naar perspex L Î ,9,t_r À. afbeelding 4 Zo kun je het verband bepalen tussen L.i en L r bij de overgang van lucht naar perspex. T tabel 2 Li en ä bij lichtbreking van perspex naar lucht L Î L r 7, À. afbeelding 5 Zo kun je het verband bepalen tussen L Î en L.r bij de overgang van perspex naar lucht. De gebroken lichtstraal tekenen Je kunt met een grafiek het verband tussen Lien Lr weergeven. Als een lichtstraal van lucht naar perspex gaat, moet je Li opzoeken langs de horizontale as. Je vindt Lr dan langs de verticale as. Als de lichtstraal van perspex naar lucht gaat, moet je Li opzoeken langs de verticale as. Je vindt Lr dan langs de horizontale as.

4 = - grensvlak grensvlak A normaal tekenen grensvlak grensvlak afbeelding 6.,. Zo teken je een gebroken lichtstraal. B hoek i aflezen C, D, E hoe k afpassen Met behulp van deze grafiek kun je tekenen hoe een lichtstraal door een perspex voorwerp wordt gebroken (afbeelding 6): A Teken de normaal. B Meet de hoek van inval. C Zoek in de grafiek de bijbehorende hoek van breking op. D Pas de hoek van breking af. E Teken de gebroken lichtstraal. Je mag de genoemde grafiek alleen gebruiken als het licht door een voorwerp van perspex wordt gebroken. Als het voorwerp van een andere doorzichtige stof is gemaakt, zullen lichtstralen sterker of minder sterk worden gebroken. De brekingswet van Snellius Als je L.i en L.r tegen elkaar uitzet in een diagram, is de grafiek geen rechte lijn door de oorsprong. Er is dus geen recht evenredig verband tussen L.i en L.r. Er blijkt wel een recht evenredig verband te zijn tussen sin i en sin r. Als er zo'n verband is tussen twee grootheden A en B, dan is de verhouding tussen A en B altijd hetzelfde getal. In dit geval wordt de formule: sin; --= n sin r -30 Dit verband is in de zestiende eeuw ontdekt door de Nederlander Willebrord Snellius (eigenlijk heette hij Snel van Royen, maar een verlatijnste naam was destijds gebruikelijk bij geleerden). Hij wordt ook wel de brekingswet van Snellius genoemd. Het getal n wordt de brekingsindex genoemd. Elke

5 !::: go doorzichtige stof heeft een eigen brekingsindex (tabel 3). Hoe groter de brekingsindex is, des te sterker wordt het licht gebroken. Met de wet van Snellius kun je bij elke L.i de bijbehorende L r berekenen (en omgekeerd). Je ziet in tabel 3 dat n altijd groter is dan 1. Dus sin i is altijd groter dan sin ren dus is L.i altijd groter dan L.r. Dat is alleen het geval bij de overgang van lucht naar een stof met een grotere optische dichtheid. Als de lichtstraal de andere kant op gaat, dan geldt de volgende formule: sin i 1 sin r n T tabel 3 de brekingsind ex va n enkele doorzichtige stoffen stof brekingsindex n diamant 2,4 glas 1,5 ijs 1,3 perspex 1,5 alcohol 1,36 petroleum 1,45 water 1,33 norm aa l Voorbeeld Hoe wordt de lichtstraal gebroken in afbeelding 7? Teken eerst de normaal. Meet L.i op: L.i = 40 Zoek de brekingsindex op: n = 1,5 glas sin i sin 40 sin r = -- = --- 0, n 1,5 À afbeelding 7 Hoe groot is hoe k r? Met de toets voor de inverse van sinus op je rekenmachine vind je: L.r "' 25 IJ Maak nu de opgaven. De grenshoek kan als volgt worden berekend: als, Plus Li = Lig, dan is L.r = 90 De grenshoek (zie afbeelding 8). Neem de overgang van glas naar lucht. À afbeelding 8 Als je dit invult in de wet van de grenshoek va n glas Snellius, dan volgt: Je hebt gelezen dat bij de overgang van een optisch dichtere stof naar lucht, de hoek van breking L.r altijd groter is dan de hoek van inval L.i. Maar L.r kan nooit groter worden dan 90. De waarde van Li waarbij Lr = 90, wordt de grenshoek genoemd. Je duidt deze hoek aan met Lig. Zodra de hoek van inval groter is dan de grenshoek, zullen lichtstralen niet worden gebroken, maar terugkaatsen aan het grensvlak. Er treedt dan totale reflectie op. sin ig = -- ~ sin ig = 0,67 ~ sin 90 1,5 Lig = sin- 1 (0,67) = 42 glas -31

6 -32 2 De lens Bij brildragers zie je soms de ogen verkleind en soms de ogen vergroot. Hoe kan dat? een positieve lens een negatieve lens afbeelding 9 de doorsnede va n een positieve en een negatieve lens Soorten lenzen Lenzen zijn geslepen stukken glas of perspex. Het woord lens betekende in het Latijn 'linze', een soort platte erwt. In feite is het halfronde stuk perspex uit afbeelding 4 en 5 ook een lens. Je kunt lenzen in twee groepen verdelen: lenzen kunnen positief zijn of negatief. Positieve lenzen zijn in het midden dikker dan aan de rand. Negatieve lenzen zijn in het midden dunner dan aan de rand (afbeelding 9). Positieve, of bolle, lenzen werken convergerend : je noemt dit een convergerende werking. In afbeelding 10 zie je dat getekend: een evenwijdige lichtbundel wordt convergent en het divergente licht (van bijvoorbeeld een lampje) wordt minder divergent, evenwijdig of zelfs convergent. De convergerende werking van een positieve lens wordt gebruikt in het fototoestel. Negatieve, of holle, lenzen werken divergerend: een evenwijdige bundel wordt divergent. Een divergente bundel wordt nog sterker divergent (afbeelding 11). Negatieve lenzen met hun divergerende werking worden daarom niet gebruikt voor een fototoestel, maar bijvoorbeeld wel voor brillen (zie paragraaf 4). afbeelding 10 convergerende we rking

7 - & afbeelding 11 divergerende werking & afbeelding 12 een vereenvoudigde voorstelling van een lens Lenzen en lichtbreking Je kunt de convergerende werking van een positieve lens als volgt verklaren: als een lichtstraal door de lens valt, wordt hij tweemaal gebroken. Je kunt dat beter begrijpen als je je kunt voorstellen dat een lens als het ware is opgebouwd uit prisma's. In een prisma wordt een lichtstraal gebroken. In afbeelding 12 zie je hoe een 'lens' die deels is opgebouwd uit prisma's, het licht breekt. Elk stukje glas breekt het licht dat erop valt, in een bepaalde richting. Samen breken ze het licht naar één punt. Het fototoestel Proef 3 Een fototoestel is een lichtdichte doos voor het maken van beelden. 'Foto' komt van het Griekse woord photos, de tweede naamval van phos = 'licht'. De beelden zijn bij het maken van foto's vaak veel kleiner dan de voorwerpen die worden gefotografeerd. Daarom wordt een lens gebruikt. In afbeelding 13 zie je zo'n fototoestel. Op de plaats waar het beeld wordt gevormd, bevindt zich bij digitale toestellen een beeldvormende chip en bij 'ouderwetse' (analoge) toestellen een lichtgevoelige film. De sluiter van het fototoestel is meestal dicht: er valt dan geen licht op de chip of film. Alleen als de ontspanknop wordt ingedrukt, gaat de sluiter even open en wordt er een foto gemaakt. Vlak voor de lens bevindt zich nog een verstelbare opening: het diafragma (dia betekent in het Grieks 'in twee delen uiteen'). Hoe verder het diafragma openstaat, des te meer licht valt er door de lens. elektronica chip lcd-scherm (zoeker) & afbeelding 13 Zo is een fototoestel gebouwd. -33

8 afbeelding 14 Zo maakt een positieve lens een beeld. Beelden maken met een fototoestel De (positieve) lens van een fototoestel wordt het objectief genoemd. Dankzij die lens kun je beelden maken die tegelijk scherp én Lichtsterk zijn. Een lichtsterk beeld is een beeld dat door een voldoende hoeveelheid licht wordt gevormd en daardoor goed zichtbaar is. In afbeelding 14 zie je hoe zo'n lens een beeld maakt. Vanuit elk punt van het voorwerp valt een divergente lichtbundel op de lens. De lens maakt van een divergente lichtbundel een convergente lichtbundel. De chip (of de film) moet precies op de plaats staan waar de lichtstralen bij elkaar komen. Op die manier wordt elk punt van het voorwerp ook weer als een punt ( dus scherp) afgebeeld. Je moet ervoor zorgen dat de afstand tussen lens en chip (of film) precies goed is. In het beeld zijn links en rechts, en onder en boven verwisseld (ten opzichte van het voorwerp). IJ Maak nu de opgaven. Plus Fresnellenzen Bij fotografie en bij de lichttechniek in filmstudio's worden onder andere fresnel-spotlights gebruikt voor de verlichting (afbeelding 15). Dit zijn sterke lampen waarvan de lichtbundel kan worden geregeld door de lens die voor de lamp zit. Deze lens is een fresnellens. Een fresnellens is geen massieve lens, maar een lens opgebouwd uit ringen glas of perspex. Elke ring is een stukje van een positieve lens (afbeelding 16). Een fresnellens is door zijn bouw veel lichter en dunner dan een identieke massieve lens. Door de lens (of de lamp) te verschuiven kan een brede divergente bundel worden gemaakt om het gehele podium te verlichten, maar ook een smalle bundel om iemand in het spotlight te zetten. Fresnellenzen vind je ook in vuurtorens en op de achterruit van auto's. -34 À afbeelding 15 een Fresnel spotlight ~ j ~ j À afbeelding 16 Zo ziet een fresnellens er in doorsnede uit.

9 3 Rekenen aan lenzen Het brandpunt is een belangrijke eigenschap van een lens. Waar zou die naam vandaan komen? Brandpunt Proef 4 In afbeelding 17 en 18 wordt een positieve lens gebruikt als brandglas. Een evenwijdige lichtbundel valt op de lens en alle lichtstralen komen achter de lens samen in één punt. Dat punt heet het brandpunt. Een voorwerp in zo'n brandpunt kan door de bundeling van het zonlicht erg heet worden; vandaar de naam. In tekeningen zet je bij het brandpunt de letter F (van focus, het Latijnse woord voor 'haard, vuur, gloed'). Het brandpunt ligt op de hoofdas van de lens. Dat is de lijn die door het midden van de lens gaat en loodrecht op de lens staat. De afstand tussen het midden O van de lens en het brandpunt F heet de brandpuntsafstand f. Hoe kleiner de brandpuntsafstand is, des te sterker is de lens. De brandpuntsafstand bepaalt hoe sterk een lens is..& afbeelding 17 de Lens als brandglas brandpuntsafstand f... afbeelding 18 de stralengang door een positieve Lens Projectoren Positieve lenzen kom je ook tegen in projectoren. Denk bijvoorbeeld aan de beamer. De lens in de projector beeldt een voorwerp af op een scherm. Die afbeelding heet het beeld. Bij een beamer is het voorwerp een afbeelding op een lcd (liquid crystal display). Dat is in feite een televisieschermpje. Het beeld is wat de toeschouwers zien op het projectiescherm. -35

10 -36 afbeelding 19 ~ de stralengang door een beamer De Lens van een projector doet hetzelfde als de lens van een fototoestel (afbeelding 19), alleen is het beeld nu groter dan het voorwerp. Lichtstralen uit één punt van het voorwerp worden door de lens ook weer naar één punt toe gebroken. Het scherm moet precies op de plaats staan waar de lichtstralen bij elkaar komen. Alleen dan zie je op het scherm een scherp beeld. Als we het in dit hoofdstuk over het beeld hebben, dan bedoelen we altijd het scherpe beeld. De afstand tussen de lens en het voorwerp heet de voorwerpsafstand v. De afstand tussen de lens en het beeld wordt de beeldafstand b genoemd. De lenzenformule Proef 5 en 6 Als je een voorwerp op een afstand v voor een lens zet, dan blijkt er maar één afstand b te zijn waarbij een scherp beeld ontstaat op een projectiescherm. Er is dus een verband tussen v en b. Dat verband blijkt echter voor elke lens weer anders te zijn. Blijkbaar komtf ook in het verband voor. lamp voorwerpsafstand 1 beeldafstand afbeelding 20 ~ een opstelling voor het afleiden van de lenzenformule cm-verdeling

11 -37 - Je kunt het verband tussen b, v en f onderzoeken met de opstelling van afbeelding 20. Deze opstelling heet een optische bank ('optis ch' komt va n het Griekse optas= 'gezien' en van ops = 'oog'). De dia is hier het voo r werp. De lens maakt een beeld van de dia op het scherm. Door de lens te verschuiven, verander je ven b. Uit dergelijke proeven blijkt dat voor v, b en f de volgende formule geldt: BASISSTOF Hoofdst uk 2 Licht = V b f Deze formule wordt de Lenzenformule genoemd. Als van de drie grootheden v, b en f er twee bekend zijn, kun je de derde uitrekenen. Zorg er wel voor dat je voor alle drie dezelfde eenheid neemt, bijvoorbeeld de centimeter. Voorbeeld In de beamer van lokaal 2.03 is de afstand tussen het lcd-schermpje en de lens 11 cm. De lens heeft een brandpuntsafstand van 10 cm. Op welke afstand moet de beamer van het projectiescherm worden geplaatst? Je kunt de beeldafstand als volgt berekenen: formule opschrijven: +- V b f formule invullen: b naar de andere kant brengen: - b breuken gelijknamig maken: b omkeren: b =-- = 110 cm 1 De afstand tussen de lens en de muur moet dus 110 cm zijn. Je kunt deze berekening ook met je rekenmachine uitvoeren. Gebruik daarbij de toets 1/x of x- 1 ~ Maak nu de opgaven.

12 -38 Plus De gaatjescamera - Je kunt ook lichtbeelden maken zonder lens. Dat kan met behulp van een gaatjescamera (pinhole camera). Het principe van deze camera werd al in de middeleeuwen gebruikt door schilders. In hun camera obscura ('donkere kamer') konden zij beelden van buiten door een gaatje in een van de wanden op een schildersdoek in de kamer projecteren (afbeelding 21). In afbeelding 22 is een gaatjescamera getekend. In de voorkant van een doos is een klein gaatje geprikt. In de achterwand van de doos is een doorzichtig scherm aangebracht. In de tekening zie je hoe een beeld ontstaat. In het beeld zijn onder en boven, en links en rechts verwisseld. Een gaatjescamera maakt een beeld dat erg lichtzwak is. Door het gaatje kan immers maar heel weinig licht in de doos vallen.. -~ ---=,---_: -_;-_:. ; ~ ~ ~,,,;o À afbeelding 21 een camera obscura À afbeelding 22 hoe kleiner het gaatje, des te lichtzwakker - maar ook scherper - het beeld

13 -39-4 Lichtstralen tekenen Petra heeft een mobieltje met een lens. Ze kan daarmee foto's van haar vakantie in Parijs naar huis sturen. Maar hoe kan de Eiffeltoren door zo'n klein lensje worden afgebeeld? Constructiestralen In afbeelding 23 zie je hoe het licht van een lampje L op een positieve lens valt. In de lichtbundel zijn twee lichtstralen speciaal aangegeven. Van deze twee lichtstralen is altijd precies bekend hoe ze na het passeren van de lens verder lopen: - Lichtstraal 1 gaat door het midden van de lens en verandert niet van richting. - Lichtstraal 2 loopt vóór de lens evenwijdig aan de hoofdas. Na de lens gaat deze lichtstraal door het brandpunt van de lens. Met gebruik van deze regels kun je voor elke lichtstraal die op een lens valt, bepalen hoe hij door de lens wordt gebroken. Je kunt zo ook de plaats van het beeld bepalen. Op de plaats waar de lichtstralen vanuit een punt van het voorwerp samenkomen achter de lens, bevindt zich het beeld van dat punt. Je kunt de twee lichtstralen 1 en 2 dus gebruiken om de plaats van het beeld te 'construeren'. Daarom worden ze ook wel constructiestralen genoemd. + + hoofdas hoofdas + +.,.. afbeelding 23 constructiestralen

14 -40 De plaats van het beeld tekenen Met behulp van de constructiestralen kun je het beeld tekenen van een voorwerp dat vóór een lens staat. Dat doe je zo (afbeelding 24): + afbeelding 24..,.. Zo teken je de plaats van het beeld. L2ó--== ~ 1 Teken de hoofdas van de lens en geef de twee brandpunten aan. 2 Geef in de tekening de twee uiterste punten van het voorwerp aan. Noem deze punten L 1 en L 2 3 Bepaal met behulp van de constructiestralen de plaats van de beide beeldpunten. Het beeldpunt van L 1 noem je B 1 en het beeldpunt van L 2 noem je B 2 4 Teken het beeld tussen B 1 en B 2 Soms is het voorwerp groter dan de lens. In dat geval mag je in de tekening de lens naar boven en onder denkbeeldig verlengen. Je kunt dan gewoon de constructiestralen gebruiken om de plaats van het beeld te vinden. Als L 1 op de hoofdas ligt, construeer je alleen het beeld van L 2 Daarna teken je 8 1 recht boven of onder B 2 op de hoofdas van de lens. De vergroting berekenen Als je de afmetingen van het voorwerp en van het beeld kent, kun je de vergroting N berekenen: + N = lengte beeld Lengte voorwerp b Je moet daarbij voor beide lengtes dezelfde eenheid nemen. N kan ook kleiner zijn dan 1. In het dagelijks leven spreek je dan van een verkleining, maar in de natuurkunde heet N altijd de vergroting. V Uit afbeelding 25 kun je afleiden dat voor de vergroting ook geldt: afbeelding 25 & hulpmiddel voor het afleiden van een formule voor de vergroting b N = V Deze formule gebruik je vaak in combinatie met de lenzenformule.

15 -41 Voorbeeld Lees nog eens het voorbeeld aan het einde van paragraaf 3 over de beamer. Bereken hoeveel keer het plaatje op het lcd-schermpje wordt vergroot. b = 110 cm ( berekend met de lenzenformule) v = 11 cm b 110 N = - = -- = 10 V 11 IJ Maak nu de opgaven. Plus Virtueel beeld Een loep is een positieve lens die je vlak bij een voorwerp houdt (afbeelding 26). Je ziet dan een beeld dat groter is dan het voorwerp, maar er is iets raars met dat beeld. Het lijkt aan dezelfde kant van de lens te zitten als het voorwerp. Je kunt dit beeld niet afbeelden op een projectiescherm en daarom heet het virtueel. Er ontstaat een virtueel beeld als v kleiner is dan f. Als je dan gaat rekenen met de lenzenformule, zul je voor b een negatief getal vinden! Ook een virtueel beeld kun je construeren met behulp van de al genoemde constructiestralen. Ä afbeelding 26 een loep

16 - 5 Oog en bril Kees wil de kleine lettertjes in de krant lezen. Hij zet daarbij zijn bril af om ze beter te kunnen zien. Hoe kan dat? Het oog In afbeelding 27 is een oog in doorsnede getekend. Als er licht op het oog terechtkomt, passeert het achtereenvolgens: - het hoornvlies; - de voorste oogkamer; - de pupil (een opening in de iris); - de ooglens; - het glasachtig Lichaam. hoornvlies..,.:"<c--- - horde oogvlies o-lllk'<-- --glasachtig lichaam netvlies afbeelding 27 ~ een doorsnede van het oog blinde vlek oogzenuw Ten slotte komt het licht op het netvlies terecht. Het netvlies bevat een groot aantal lichtgevoelige zintuigcellen. Als er licht op deze zintuigcellen valt, geven ze elektrische impulsen af. Deze impulsen worden door de oogzenuw doorgegeven aan de hersenen. Pas als je hersenen die impulsen ontvangen, zie je iets. netvlies lens -42 afbeelding 28 ~ de beeldvorming in het oog

17 - De werking van het oog In afbeelding 28 zie je wat er in een oog gebeurt als je ergens naar kijkt. Op het netvlies ontstaat een beeld van het voorwerp dat voor het oog aanwezig is. Het beeld staat op zijn kop en is sterk verkleind. Het licht dat in het oog terechtkomt, wordt verschillende keren gebroken: eerst door het hoornvlies, daarna door de ooglens en ten slotte door het glasachtig lichaam. De combinatie hoornvlies-ooglens-glasachtig lichaam heeft dezelfde werking als één positieve lens: het licht wordt zo gebroken dat er op het netvlies een scherp beeld ontstaat. De afstand tussen ooglens en netvlies kan niet veranderd worden: de beeldafstand is altijd even groot (ongeveer 17 mm). De hoeveelheid licht die op je netvlies valt, wordt geregeld door de iris (net als het diafragma van een fototoestel). Als er fel licht op het oog valt, is de pupil klein. In zwak licht is de pupil groot (afbeelding 29). <1111 afbeelding 29 De grootte van de pupil kan veranderen. Accommoderen Proef 7 Een ooglens is een bijzondere lens. Rond de ooglens ligt een kring van spiertjes. Deze spiertjes kunnen de ooglens platter en boller maken. Je zegt dat het oog dan accommodeert (accommoderen komt van het Latijnse ad en com, en modus= 'maat'). Als je de ooglens boller maakt, wordt hij sterker. Maak je hem platter, dan wordt hij minder sterk (afbeelding 30). Als je naar een voorwerp in de verte kijkt, is de ooglens vrij plat. Het licht dat in het oog valt, divergeert nauwelijks. Daarom hoeft de lens niet erg sterk te zijn om het voorwerp scherp af te beelden. Als je naar een voorwerp kijkt dat vlakbij is, bijvoorbeeld tijdens het lezen van een boek, is de ooglens veel boller. De lichtbundel die op het oog valt, is sterk divergent. De lens moet dan vrij sterk zijn om die lichtstralen weer te laten convergeren, zodat er een beeld op het netvlies ontstaat. Brillen Helaas werken ogen niet altijd optimaal. Mensen zijn soms bijziend, verziend of oudziend. Als je bijziend bent, zijn je ooglenzen te sterk of is de afstand tussen het hoornvlies en het netvlies te groot. Voorwerpen die wat verder weg zijn, kun je dan niet goed zien. In afbeelding 31 zie je hoe dat komt: de ooglens vormt het beeld van zo'n voorwerp niet óp, maar vóór het netvlies. Iemand die bijziend is, heeft een bril met negatieve lenzen nodig. Het licht wordt dan (in totaal) minder sterk gebroken. À afbeelding 30 het accommoderen van je oog À afbeelding 31 Bijziendheid wordt gecorrigeerd met een negatieve lens. -43

18 À afbeelding 32 Verziendheid wo rdt gecorrigeerd met een posi tieve lens. Als je verziend bent, zijn je ooglenzen te zwak (of is je oogas te kort). Voorwerpen die vlakbij zijn, kun je dan niet goed zien. In afbeelding 32 zie je hoe dat komt: de ooglens kan niet voldoende accommoderen en breekt de invallende lichtstralen niet genoeg om een scherp beeld op het netvlies te laten ontstaan. Als je in de verte wilt kijken, moeten je ooglenzen voortdurend accommoderen. Dat is nogal vermoeiend. Iemand die verziend is, heeft een bril met positieve glazen nodig. Het licht wordt dan (in totaal) sterker gebroken. Oudere mensen dragen vaak een leesbril, omdat ze oudziend zijn. Hun accommodatievermogen is afgenomen. Net als bij verzienden is het oog dan niet meer in staat de ooglens voldoende bol te maken. Daardoor kunnen oudere mensen niet meer van dichtbij scherp zien en hebben ze de hulp nodig van een bril met positieve glazen. Zo'n bril wordt ook wel een leesbril genoemd. Dioptrie Een oogarts en een opticien gebruiken de eenheid dioptrie (dpt) om de sterkte S van brillenglazen aan te geven. Je kunt de sterkte van een lens (in dioptrie) als volgt bepalen: 1 Reken, indien nodig, de waarde van de brandpuntsafstand J om in m. 2 Reken dan uit: 1 / f. 3 Het getal dat je vindt, is de lenssterkte in dpt. In formule: s = 1 f Een brillenglas met een lenssterkte van +2 dpt heeft dus een brandpuntsafstand van 50 cm. À afbeelding 33 De 'lenzen' va n de derdewereldbril hebben een speciale vorm en kunnen over elkaar heen schuiven. IJ Maak nu de opgaven. Plus Een instelbare bril Veel mensen in arme landen kunnen zich geen bril permitteren. Daardoor kunnen schoolkinderen bijvoorbeeld niet goed hun lessen volgen. Een zogenoemde multifocale bril kunnen arme mensen al helemaal niet betalen. Dat is een bril waarin lenzen van verschillende sterkte gecombineerd zijn. Daardoor kun je er zowel veraf als dichtbij scherp mee zien. -44 Een Nederlandse natuurkundige bedacht een bril waarvan je de sterkte kunt variëren tussen -6 en +3. Bovendien kan deze bril voor nog geen euro worden gemaakt! Het geheim achter de variabele sterkte is eigenlijk simpel: in elk glas kan men twee plastic 1enzen' over elkaar heen schuiven (afbeelding 33). Elke 'lens' bestaat uit een positief en een negatief deel. De juffrouw op school kan heel eenvoudig voor elk slechtziend kind de bril instellen. En 's avonds kan opa de krant ermee lezen.

19 -EXTRA 7 Digitale camera niet meer weg te denken In de laatste twintig jaar heeft er een grote doorbraak plaatsgevonden op het gebied van audio en video: de analoge techniek heeft plaatsgemaakt voor de digitale. Een van de uitgesproken voorbeelden daarvan is de digitale camera. De werking van de conventionele camera hangt alleen af van chemische en mechanische processen, terwijl het bij de digitale camera met name draait om het elektronische beeldverwerkingsysteem. In dit artikel gaan we nader in op het digitale aspect van de fotografie. afbeelding 34..,. fotograferen met een digitale camera Beeldvormende chip In de digitale camera (afbeelding 34) wordt het voorwerp door de lens afgebeeld op een beeldvormende chip of eed ( charge-coupled device). Deze chip kan per toestel sterk in grootte variëren, maar is in de regel ongeveer 12 bij 18 mm groot (afbeelding 35). Als er een lichtbeeld op de chip wordt gevormd, legt de chip het beeld vast met een groot aantal beeldpunten, pixels genaamd. Een miljoen beeldpunten wordt aangeduid met 1 megapixel. De signalen van alle beeldpunten worden in een geheugen opgeslagen. Resolutie Het kleinste detail dat een camera kan vastleggen, wordt de resolutie genoemd. De resolutie hangt af van het aantal pixels. De huidige standaard is ongeveer 4 megapixel (2240 x 1680 pixels). Een veel -46 hogere resolutie is niet zo zinvol, omdat de kwaliteit van de lens dan de beperkende factor is. Hoe hoger de resolutie is, des te beter zijn de mogelijkheden om de opname zonder kwaliteitsverlies groot af te drukken op een inkjetprinter. Sensoren zijn kleurenblind Kleuren fotograferen De sensoren van de beeldvormende chip zijn kleurenblind. Dat wil zeggen dat ze niet kunnen zien welke kleur licht ze waarnemen. Een van de manieren om dat op te lossen, is gebruik te maken van filters. Een draaibare filterhouder bevat drie filters in de primaire kleuren rood, groen en blauw (afbeelding 36). Zodra de ontspanknop wordt ingedrukt, neemt het À afbeelding 35 de chip toestel vlak na elkaar drie foto's: via het rode, groene en blauwe filter. Door de drie beelden na afloop te combineren komt het oorspronkelijke kleurenbeeld weer tevoorschijn. Het is in principe mogelijk om met de drie primaire kleuren rood, blauw en groen alle andere kleuren weer te geven. Dat heet additieve kleurmenging. Een nadeel van de hierboven beschreven techniek is dat het tijd

20 - EXTRA afbeelding 36 de draaibare filterhouder kost om alle drie kleurenopnamen te maken. Bij de nieuwste toestellen heeft men manieren bedacht om met een permanent filter en een flinke dosis computerbewerking toch het gewenste effect te krijgen. Digitale spiegelreflexcamera's zijn populair Sluitertijd en diafragma De digitale camera moet de hoeveelheid licht kunnen regelen die op de chip valt. De camera heeft twee mogelijkheden om dat te doen: - door het regelen van het diafragma. Het diafragma is een verstelbare opening voor de lens. Hiermee kan de hoeveelheid licht worden geregeld die op de chip valt. In de meeste digitale camera's gebeurt dat regelen automatisch. - door het regelen van de sluitertijd. De sluiter regelt de belichtingstijd. Beide processen vinden samen plaats om ervoor te zorgen dat de chip de juiste hoeveelheid licht krijgt. Populair bij fotografen zijn de digitale spiegelreflexcamera's. Het beeld in deze camera's wordt gevormd op een chip van 2,4 bij 3,6 cm, maar sluitertijd, diafragmaopening en beeldscherpte kunnen door de fotograaf met de hand worden ingesteld. Het te fotograferen voorwerp kan met een spiegel via de lens worden bekeken. Brandpuntsafstand De meeste digitale camera's gebruiken technieken voor automatische focusing om een scherp beeld op de chip te krijgen. Een sensor meet de voorwerpsafstand en de lens wordt automatisch zo ver van de chip gezet dat er een scherp beeld ontstaat. Omdat de chip van de digitale camera over het algemeen klein is, is de brandpuntsafstand ook klein. Zo is de brandpuntsafstand van de camera in een mobieltje ongeveer 5 mm. Meteen feedback over wat je fotografeert Beelden opslaan De meeste digitale camera's hebben aan de achterzijde een lcdscherm, waarop de te maken en gemaakte opname kan worden bekeken. Dat is een van de grote voordelen van de camera: je krijgt onmiddellijk feedback over wat je fotografeert. Je wilt natuurlijk niet alleen de opname op de camera bekijken, maar ook op bijvoorbeeld een pc. Het op de chip gevormde beeld wordt pixel voor pixel ( drie voor elke kleur) opgeslagen op een geheugenkaart. Met een kabeltje kunnen de gegevens naar de computer worden getransporteerd, en vervolgens naar een printer, dvd of harde schijf worden doorgestuurd. Met speciale software kun je foto's digitaal bewerken. Vrij naar: HowStuffWorks ~ Maak nu de opgaven.

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Licht en Lenzen

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Licht en Lenzen Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3 Licht en Lenzen Samenvatting door A. 1760 woorden 11 maart 2016 7,4 132 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova 1: Lichtbreking Een dunne lichtbundel - een lichtstraal

Nadere informatie

1 Lichtbreking. BASISSTOF Hoofdstuk 2 Licht. afbeelding 1 Dit effect ontstaat door lichtbreking. normaal

1 Lichtbreking. BASISSTOF Hoofdstuk 2 Licht. afbeelding 1 Dit effect ontstaat door lichtbreking. normaal BASISSTOF Hoofdstuk 2 Licht - 1 Lichtbreking Reigers jagen vaak op vis. Als ze er een zien zwemmen, grijpen ze hem razendsnel. Dat is bijzonder knap, want de vis zwemt niet waar ze hem zien. Hoe zit dat?

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 Licht. Wat moet je leren/ kunnen voor het PW H2 Licht?

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 2 Licht. Wat moet je leren/ kunnen voor het PW H2 Licht? Wat moet je leren/ kunnen voor het PW H2 Licht? Alles noteren met significantie en in de standaard vorm ( in hoeverre dit lukt). Eerst opschrijven wat de gegevens en formules zijn en wat gevraagd wordt.

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde H3 optica

Samenvatting Natuurkunde H3 optica Samenvatting Natuurkunde H3 optica Samenvatting door een scholier 992 woorden 19 januari 2013 5,6 22 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Natuurkunde overal Hoofdstuk 3 Optica 3.1 Zien Dit hoofdstuk

Nadere informatie

1 Lichtbreking. Hoofdstuk 2. Licht. Leerstof. Toepassing. 3 a Zie figuur 2. b Zie figuur 2. c Zie figuur t a bij B b bij A

1 Lichtbreking. Hoofdstuk 2. Licht. Leerstof. Toepassing. 3 a Zie figuur 2. b Zie figuur 2. c Zie figuur t a bij B b bij A BASISSTOF Hoofdstuk 2 Licht Hoofdstuk 2 Licht 1 Lichtbreking Leerstof 1 a de normaal b de hoek van inval c de hoek van breking 2 a Als licht van lucht naar perspex gaat, wordt het licht altijd naar de

Nadere informatie

3HAVO Totaaloverzicht Licht

3HAVO Totaaloverzicht Licht 3HAVO Totaaloverzicht Licht Algemene informatie Terugkaatsing van licht kan op twee manieren: Diffuus: het licht wordt in verschillende richtingen teruggekaatst (verstrooid) Spiegelend: het licht wordt

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 5 en 6

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 5 en 6 Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 5 en 6 Samenvatting door een scholier 1748 woorden 7 februari 2005 6 53 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Scoop Samenvatting Natuurkunde H5 Spiegels en lenzen +

Nadere informatie

3hv h2 kortst.notebook January 08, H2 Licht

3hv h2 kortst.notebook January 08, H2 Licht 3hv h2 kortst.notebook January 08, 209 H2 Licht Wanneer een lichtstraal van het ene materiaal het andere ingaat kan de richting van de lichtstraal veranderen. Hoe de straal afbuigt heeft te maken met de

Nadere informatie

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Lenzen. J. Kuiper. Transfer Database

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Lenzen. J. Kuiper. Transfer Database Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal Reader Lenzen J. Kuiper Transfer Database ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair nderwijs, Algemeen Voortgezet nderwijs, Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie

Nadere informatie

Uitwerkingen Hoofdstuk 2 Licht

Uitwerkingen Hoofdstuk 2 Licht Uitwerkingen Hoofdstuk 2 Licht Verkennen I a. Teken het gebouw met de zon in de tekening. De stand van de zon bepaalt waar de schaduw terecht komt. b. Een platte tekening. Jij staat voor de spiegel, de

Nadere informatie

Uitwerkingen. Hoofdstuk 2 Licht. Verkennen

Uitwerkingen. Hoofdstuk 2 Licht. Verkennen Uitwerkingen Hoofdstuk 2 Licht Verkennen I a. Teken het gebouw met de zon in de tekening. De stand van de zon bepaalt waar de schaduw terecht komt. b. Maak een tekening in bovenaanzicht. Jij staat voor

Nadere informatie

hoofdstuk 5 Lenzen (inleiding).

hoofdstuk 5 Lenzen (inleiding). hoofdstuk 5 Lenzen (inleiding). 5.1 Drie soorten lichtbundels Als lichtstralen een bundel vormen kan dat op drie manieren. 1. een evenwijdige bundel. 2. een convergerende bundel 3. een divergerende bundel.

Nadere informatie

hoofdstuk 5 Lenzen (inleiding).

hoofdstuk 5 Lenzen (inleiding). hoofdstuk 5 Lenzen (inleiding). 5.1 Drie soorten lichtbundels Als lichtstralen een bundel vormen kan dat op drie manieren. 1. een evenwijdige bundel. 2. een convergerende bundel 3. een divergerende bundel.

Nadere informatie

Opgave 3 De hoofdas is de lijn door het midden van de lens en loodrecht op de lens.

Opgave 3 De hoofdas is de lijn door het midden van de lens en loodrecht op de lens. Uitwerkingen 1 Opgave 1 Bolle en holle. Opgave 2 Opgave 3 De hoofdas is de lijn door het midden van de lens en loodrecht op de lens. Opgave 4 Divergente, convergente en evenwijdige. Opgave 5 Een bolle

Nadere informatie

3.0 Licht Camera 3.2 Lens 3.3 Drie stralen 3.4 Drie formules 3.5 Oog

3.0 Licht Camera 3.2 Lens 3.3 Drie stralen 3.4 Drie formules 3.5 Oog 3.0 Licht 2 www.natuurkundecompact.nl 3.1 Camera 3.2 Lens 3.3 Drie stralen 3.4 Drie formules 3.5 Oog 1 3.1 Camera www.natuurkundecompact.nl Van ongrijpbaar naar grijpbaar Spiegelbeeld (2hv 5.3) Even groot

Nadere informatie

Licht; Elektromagnetische straling een golf Licht; een deeltje (foto-elektrisch effect). Licht; als een lichtstraal Licht beweegt met de

Licht; Elektromagnetische straling een golf Licht; een deeltje (foto-elektrisch effect). Licht; als een lichtstraal Licht beweegt met de Licht; Elektromagnetische straling een golf Licht; een deeltje (foto-elektrisch effect). Licht; als een lichtstraal Licht beweegt met de lichtsnelheid ~300.000 km/s! Rechte lijn Pijl er in voor de richting

Nadere informatie

Spiegel. Herhaling klas 2: Spiegeling. Spiegel wet: i=t Spiegelen met spiegelbeelden. NOVA 3HV - H2 (Licht) November 15, NOVA 3HV - H2 (Licht)

Spiegel. Herhaling klas 2: Spiegeling. Spiegel wet: i=t Spiegelen met spiegelbeelden. NOVA 3HV - H2 (Licht) November 15, NOVA 3HV - H2 (Licht) Herhaling klas 2: Spiegeling Spiegel wet: i=t Spiegelen met spiegelbeelden Spiegelen van een object (pijl), m.b.v. het spiegelbeeld: Spiegel 1 2 H.2: Licht 1: Camera obscura (2) Eigen experiment: camera

Nadere informatie

Hoofdstuk 4: Licht. Natuurkunde Havo 2011/2012.

Hoofdstuk 4: Licht. Natuurkunde Havo 2011/2012. Hoofdstuk 4: Licht Natuurkunde Havo 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 4: Licht Natuurkunde 1. Kracht en beweging 2. Licht en geluid 3. Elektrische processen 4. Materie en energie Beweging Trillingen en

Nadere informatie

Repetitie Lenzen 3 Havo Naam: Klas: Leerstof: 1 t/m 7

Repetitie Lenzen 3 Havo Naam: Klas: Leerstof: 1 t/m 7 Repetitie Lenzen 3 Havo Naam: Klas: Leerstof: 1 t/m 7 Opgave 1 Iris krijgt een bril voorgeschreven van 4 dioptrie. Zij houdt de bril in de zon en probeert de stralen te bundelen om zodoende een stukje

Nadere informatie

7.1 Beeldvorming en beeldconstructie

7.1 Beeldvorming en beeldconstructie Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 7 7.1 Beeldvorming en beeldconstructie Opgave 1 Het beeld van een dia bij een diaprojector wordt gevormd door een bolle lens. De voorwerpsafstand is groter dan de brandpuntsafstand.

Nadere informatie

Oefen-vt vwo4 B h6/7 licht 2007/2008. Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl

Oefen-vt vwo4 B h6/7 licht 2007/2008. Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Opgaven en uitwerkingen vind je op www.agtijmensen.nl Oefen-vt vwo4 h6/7 licht 007/008. Lichtbreking (hoofdstuk 6). Een glasvezel bestaat uit één soort materiaal met een brekingsindex van,08. Laserstraal

Nadere informatie

6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht 6.2 Spiegel en spiegelbeeld

6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht 6.2 Spiegel en spiegelbeeld 6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht 6.2 Spiegel en spiegelbeeld Lichtbronnen: Directe lichtbronnen produceren zelf licht Indirecte lichtbronnen reflecteren licht. Je ziet een voorwerp als er licht

Nadere informatie

1 Bolle en holle lenzen

1 Bolle en holle lenzen Lenzen 1 Bolle en holle lenzen 2 Brandpuntsafstand, lenssterkte 3 Beeldpunten bij een bolle lens 4 Naar beeldpunten kijken (bij bolle lens) 5 Voorwerpsafstand, beeldafstand, lenzenformule 6 Voorwerp, beeld,

Nadere informatie

Deze toets bestaat uit 4 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! ZET JE NAAM OP DEZE

Deze toets bestaat uit 4 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! ZET JE NAAM OP DEZE NAAM: NATUURKUNDE KLAS 5 INHAALPROEFWERK PROEFWERK H14 11/10/2011 Deze toets bestaat uit 4 opgaven (31 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! ZET JE NAAM OP DEZE

Nadere informatie

Hoofdstuk 3: Licht. Natuurkunde VWO 2011/2012. www.lyceo.nl

Hoofdstuk 3: Licht. Natuurkunde VWO 2011/2012. www.lyceo.nl Hoofdstuk 3: Licht Natuurkunde VWO 2011/2012 www.lyceo.nl Hoofdstuk 3: Licht Natuurkunde 1. Mechanica 2. Golven en straling 3. Elektriciteit en magnetisme 4. Warmteleer Rechtlijnige beweging Trilling en

Nadere informatie

3 Licht en lenzen. 1 Lichtbreking. Nova. Leerstof. Toepassing

3 Licht en lenzen. 1 Lichtbreking. Nova. Leerstof. Toepassing 3 Licht en lenzen Lichtreking Leerstof a De normaal is de gestippelde lijn die loodrecht op het grensvlak staat. De lichtstraal wordt naar de normaal toe geroken. c De lichtstraal wordt van de normaal

Nadere informatie

Wet van Snellius. 1 Lichtbreking 2 Wet van Snellius 3 Terugkaatsing van licht tegen een grensvlak

Wet van Snellius. 1 Lichtbreking 2 Wet van Snellius 3 Terugkaatsing van licht tegen een grensvlak Wet van Snellius 1 Lichtbreking 2 Wet van Snellius 3 Terugkaatsing van licht tegen een grensvlak 1 Lichtbreking Lichtbreking Als een lichtstraal het grensvlak tussen lucht en water passeert, zal de lichtstraal

Nadere informatie

Samenvatting Hoofdstuk 5. Licht 3VMBO

Samenvatting Hoofdstuk 5. Licht 3VMBO Samenvatting Hoofdstuk 5 Licht 3VMBO Hoofdstuk 5 Licht We hebben zichtbaar licht in de kleuren Rood, Oranje, Geel, Groen, Blauw en Violet (en alles wat er tussen zit) Wit licht bestaat uit een mengsel

Nadere informatie

a) Bepaal door middel van een constructie de plaats van het beeld van de scherf en bepaal daaruit hoe groot Arno de scherf door de loep ziet.

a) Bepaal door middel van een constructie de plaats van het beeld van de scherf en bepaal daaruit hoe groot Arno de scherf door de loep ziet. NATUURKUNDE KLAS 5 ROEWERK H14-05/10/2011 PROEWERK Deze toets bestaat uit 3 opgaven (totaal 31 punten). Gebruik van eigen grafische rekenmachine en BINAS is toegestaan. Veel succes! ZET EERST JE NAAM OP

Nadere informatie

3HV H2 breking.notebook October 28, 2015 H2 Licht

3HV H2 breking.notebook October 28, 2015 H2 Licht 3HV H2 breking.notebook October 28, 2015 H2 Licht 3HV H2 breking.notebook October 28, 2015 L1 L2 Wanneer een lichtstraal van het ene materiaal het andere ingaat kan de richting van de lichtstraal veranderen.

Nadere informatie

Opgave 1: Constructies (6p) In figuur 1 op de bijlage staat een voorwerp (doorgetrokken pijl) links van de lens.

Opgave 1: Constructies (6p) In figuur 1 op de bijlage staat een voorwerp (doorgetrokken pijl) links van de lens. NATUURKUNDE KAS 5 ROEWERK H4-06/0/00 PROEWERK Deze toets bestaat uit 4 opgaven (totaal 3 punten). Gebruik van eigen grafische rekenmachine en BINAS is toegestaan. Veel succes! ZET EERST JE NAAM OP DE Opgave

Nadere informatie

1 Lichtbreking. Hoofdstuk 2. Licht

1 Lichtbreking. Hoofdstuk 2. Licht BASISSTOF Hoofdstuk 2 Licht Hoofdstuk 2 Licht Lichtreking a Zie figuur. Zie figuur c Zie figuur. d Ja, de richting is precies dezelfde. 2.t. figuur 2 a Als je recht tegenover het voorwerp staat, dus loodrecht

Nadere informatie

Exact periode 3.2. Recht evenredig Omgekeerd evenredig Lambert Beer Lenzen en toepassingen

Exact periode 3.2. Recht evenredig Omgekeerd evenredig Lambert Beer Lenzen en toepassingen Exact periode 3.2?! Recht evenredig Omgekeerd evenredig Lambert Beer Lenzen en toepassingen 1 Lo41 per 3 exact recht evenredig, oefenen presentatie recht evenredig Deze link toont uitleg over recht evenredig

Nadere informatie

6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht 6.2 Spiegel en spiegelbeeld

6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht 6.2 Spiegel en spiegelbeeld 6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht 6.2 Spiegel en spiegelbeeld Lichtbronnen: Directe lichtbronnen produceren zelf licht Indirecte lichtbronnen reflecteren licht. Je ziet een voorwerp als er licht

Nadere informatie

2. Bekijk de voorbeelden bij Ziet u wat er staat? Welke conclusie kun je hier uit trekken?

2. Bekijk de voorbeelden bij Ziet u wat er staat? Welke conclusie kun je hier uit trekken? Hoofdstuk 3 Lichtbeelden 1 Werkboek natuurkunde 3H Inleiding: Zien Op de site van het boek vind je bij Ogentest verschillende links over zien, brillen en lenzen. Je kunt er ook je ogen testen. 1. Doe een

Nadere informatie

Deze toets bestaat uit 4 opgaven (33 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! ZET JE NAAM OP DEZE

Deze toets bestaat uit 4 opgaven (33 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! ZET JE NAAM OP DEZE NAAM: NATUURKUNDE KAS 5 ROEFWERK H14 13/05/2009 PROEFWERK Deze toets bestaat uit 4 opgaven (33 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes! ZET JE NAAM OP DEZE Opgave

Nadere informatie

Basic Creative Engineering Skills

Basic Creative Engineering Skills Spiegels en Lenzen September 2015 Theaterschool OTT-2 1 September 2015 Theaterschool OTT-2 2 Schaduw Bij puntvormige lichtbron ontstaat een scherpe schaduw. Vraag Hoe groot is de schaduw van een voorwerp

Nadere informatie

Het tekenen van lichtstralen door lenzen (constructies)

Het tekenen van lichtstralen door lenzen (constructies) Het tekenen van lichtstralen door lenzen (constructies) Zie: http://webphysics.davidson.edu/applets/optics/intro.html Bolle (positieve) lens Een bolle lens heeft twee brandpunten F. Evenwijdige (loodrechte)

Nadere informatie

Thema 7Oog, oogafwijkingen en oogcorrecties

Thema 7Oog, oogafwijkingen en oogcorrecties 07-01-2005 10:27 Pagina 1 Oog, oogafwijkingen en oogcorrecties Inleiding Het oog is een zeer gevoelig en bruikbaar optisch instrument. In figuur 2.56 zie je een aantal doorsnedentekeningen van het menselijk

Nadere informatie

Overal Natuurkunde 3V Uitwerkingen Hoofdstuk 6 Licht

Overal Natuurkunde 3V Uitwerkingen Hoofdstuk 6 Licht Overal Natuurkunde 3V Uitwerkingen Hoofdstuk 6 Licht 6. Licht en beeld A a Primair licht is afkomstig uit een lichtbron en wordt ook wel direct licht genoemd. Secundair licht is niet direct afkomstig uit

Nadere informatie

Oog. Netvlies: Ooglens: Voor de stralengang in het oog van lichtstralen zijn de volgende drie onderdelen belangrijk.

Oog. Netvlies: Ooglens: Voor de stralengang in het oog van lichtstralen zijn de volgende drie onderdelen belangrijk. Oog Voor de stralengang in het oog van lichtstralen zijn de volgende drie onderdelen belangrijk. Netvlies: Ooglens: Op het netvlies bevinden zich lichtgevoelige zintuigcellen; staafjes en kegeltjes (voor

Nadere informatie

Handleiding Optiekset met bank

Handleiding Optiekset met bank Handleiding Optiekset met bank 112110 112110 112114 Optieksets voor practicum De bovenstaande Eurofysica optieksets zijn geschikt voor alle nodige optiekproeven in het practicum. De basisset (112110) behandelt

Nadere informatie

Handleiding bij geometrische optiekset 112114

Handleiding bij geometrische optiekset 112114 Handleiding bij geometrische optiekset 112114 INHOUDSOPGAVE / OPDRACHTEN Algemene opmerkingen Spiegels 1. Vlakke spiegel 2. Bolle en holle spiegel Lichtbreking en kleurenspectrum 3. Planparallel blok 4.

Nadere informatie

6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht

6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 6 6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht Opgave 1 Opgave 2 Bij diffuse terugkaatsing wordt opvallend licht in alle mogelijke richtingen teruggekaatst, zelfs als de opvallende

Nadere informatie

Suggesties voor demo s lenzen

Suggesties voor demo s lenzen Suggesties voor demo s lenzen Paragraaf 1 Toon een bolle en een holle lens. Demo convergerende werking van een bolle lens Laat een klein lampje (6 V) steeds dichter bij een bolle lens komen. Geef de verschillende

Nadere informatie

6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht 6.2 Spiegel en spiegelbeeld

6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht 6.2 Spiegel en spiegelbeeld 6.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht 6.2 Spiegel en spiegelbeeld Lichtbronnen: Directe lichtbronnen produceren zelf licht Indirecte lichtbronnen reflecteren licht. Je ziet een voorwerp als er licht

Nadere informatie

2 hoofdstuk O. Noordhoff Uitgevers bv

2 hoofdstuk O. Noordhoff Uitgevers bv O 2 hoofdstuk O Optica Lichtstralen zijn rechte lijnen die doen denken aan banen van bewegende deeltjes. Zo lijkt een lichtstraal bij een spiegel op de baan van een biljartbal die bij de band van de biljarttafel

Nadere informatie

UITWERKINGEN Examentraining (KeCo) SET-B HAVO5-Na

UITWERKINGEN Examentraining (KeCo) SET-B HAVO5-Na UITWERKINGEN KeCo-Examentraining SET-C HAVO5-Na UITWERKINGEN Examentraining (KeCo) SET-B HAVO5-Na EX.O... Lichtstraal A verplaatst zich van lucht naar water, dus naar een optisch dichtere stof toe. Er

Nadere informatie

Hoofdstuk 2 De sinus van een hoek

Hoofdstuk 2 De sinus van een hoek Hoofdstuk 2 De sinus van een hoek 2.1 Hoe hoog zit m n ventiel? Als een fietswiel ronddraait zal, de afstand van de as tot het ventiel altijd gelijk blijven. Maar als je alleen van opzij kijkt niet! Het

Nadere informatie

Newton 4vwo Natuurkunde Hoofdstuk 3 Lichtbeelden

Newton 4vwo Natuurkunde Hoofdstuk 3 Lichtbeelden Newton 4vwo Natuurkunde Hoofdstuk 3 Lichtbeelden Hoofdstukvragen: Het hoofdstuk gaat over de lichtbeelden die je met spiegels, lenzen en prisma s kunt maken. Hoe ontstaat bij een spiegel een beeld? En

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 t/m 3

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 1 t/m 3 Samenvatting door een scholier 1651 woorden 14 december 2006 7,2 182 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Nova Samenvating Natuurkunde H1 t/m H3 Hoofdstuk

Nadere informatie

Examentraining (KeCo) SET-B HAVO5-Na

Examentraining (KeCo) SET-B HAVO5-Na KeCo-Examentraining SET-C HAVO5-Na 1 Examentraining (KeCo) SET-B HAVO5-Na EX.O.1. 1. Op een wateroppervlak vallen drie rode lichtstralen op de manier zoals weergegeven in onderstaande figuur. Teken het

Nadere informatie

jaar: 1994 nummer: 12

jaar: 1994 nummer: 12 jaar: 1994 nummer: 12 Een vrouw staat vóór een spiegel en kijkt met behulp van een handspiegel naar de bloem achter op haar hoofd.de afstanden van de bloem tot de spiegels zijn op de figuur aangegeven.

Nadere informatie

Docentenhandleiding Oogfunctiemodel

Docentenhandleiding Oogfunctiemodel Docentenhandleiding Oogfunctiemodel 300132 De mogelijkheden van het oogfunctiemodel zijn: - beeldvorming, met een positieve lens - gekleurde voorwerpen zien - accommoderen; werking van de ooglens - oogafwijkingen

Nadere informatie

5.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht

5.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht Uitwerkingen opgaven hoofdstuk 5 5.1 Voortplanting en weerkaatsing van licht Opgave 10 16 x 4,03 10 a afstand = lichtsnelheid tijd; s = c t t = = = 8 c 2,9979 10 b Eerste manier 1 lichtjaar = 9,461 10

Nadere informatie

1 Lichtbreking . C B A. Leerstof. Toepassing

1 Lichtbreking . C B A. Leerstof. Toepassing BASISSTOF Hoofdstuk 2 Licht Lichtbreking Leerstof In figuur is getekend hoe een lichtstraal wordt gebroken. a Hoe heet stippellijn k? b Hoe heet hoek I? c Hoe heet hoek m? ik,,:--- 4 Als je door een dik

Nadere informatie

Basic Creative Engineering Skills

Basic Creative Engineering Skills Visuele Perceptie Oktober 2015 Theaterschool OTT-1 1 Visuele Perceptie Op tica (Gr.) Zien leer (der wetten) v.h. zien en het licht. waarnemen met het oog. Visueel (Fr.) het zien betreffende. Perceptie

Nadere informatie

Optica Optica onderzoeken met de TI-nspire

Optica Optica onderzoeken met de TI-nspire Optica onderzoeken met de TI-nspire Cathy Baars, Natuurkunde, Optica 1. Inhoud Optica... 1 1. Inhoud... 2 2. Spiegeling... 3 2.1 Algemene introductie en gebruik TI-nspire... 3 2.2 Spiegeling... 4 2.3 Definiëren

Nadere informatie

Basic Creative Engineering Skills

Basic Creative Engineering Skills Visuele Perceptie November 2016 OTT-1 1 Visuele Perceptie Op tica (Gr.) Zien leer (der wetten) v.h. zien en het licht. waarnemen met het oog. Visueel (Fr.) het zien betreffende. Perceptie 1 waarneming

Nadere informatie

0 50 100 150 200 250 300 v (in cm)

0 50 100 150 200 250 300 v (in cm) Lenzen 1 Van een lens is de beeldafstand b als functie van de voorwerpsafstand v bepaald en weergegeven in onderstaande grafiek. 300 250 200 b (in cm) 150 100 50 0 0 50 100 150 200 250 300 v (in cm) a.

Nadere informatie

R.T. Nadruk verboden 57

R.T. Nadruk verboden 57 Nadruk verboden 57 Natuurkunde. Les 29 29,1. Beeldvorming bij de bolle spiegel Fig. 29,1. Fig. 29,2. Fig. 29,3. Bij de bolle spiegel geldt eveneens de formule + =. We rekenen hierbij alle afstanden voor

Nadere informatie

Proefbeschrijving optiekset met bank 112110

Proefbeschrijving optiekset met bank 112110 112114 Optieksets voor practicum De bovenstaande optieksets zijn geschikt voor alle nodige optiekproeven in het practicum. De basisset () behandelt de ruimtelijke optiek en de uitbreidingset (112114) de

Nadere informatie

Handleiding Oogfunctiemodel

Handleiding Oogfunctiemodel Handleiding Oogfunctiemodel 300132 De mogelijkheden van het oog functiemodel zijn: - beeldvorming, met een positieve lens - gekleurde voorwerpen zien - accommoderen; werking van de ooglens - oogafwijkingen

Nadere informatie

Aan de slag met de nieuwe leerplannen fysica 2 de graad ASO GO!

Aan de slag met de nieuwe leerplannen fysica 2 de graad ASO GO! Aan de slag met de nieuwe leerplannen fysica 2 de graad ASO GO! M. Beddegenoodts, M. De Cock, G. Janssens, J. Vanhaecht woensdag 17 oktober 2012 Specifieke Lerarenopleiding Natuurwetenschappen: Fysica

Nadere informatie

Theorie beeldvorming - gevorderd

Theorie beeldvorming - gevorderd Theorie beeldvorming - gevorderd Al heel lang geleden ontdekten onderzoekers dat als licht op een materiaal valt, de lichtstraal dan van richting verandert. Een voorbeeld hiervan is ook te zien in het

Nadere informatie

Lenzen. N.G. Schultheiss

Lenzen. N.G. Schultheiss Lenzen N.G. Schultheiss Inleiding Deze module volgt op de module Spiegels. Deze module wordt vervolgd met de module Telescopen of de module Lenzen maken. Uiteindelijk kun je met de opgedane kennis een

Nadere informatie

Reflectie. Om sommen met reflectie op te lossen zijn er twee mogelijkheden: 1. Met de terugkaatsingswet: hoek van inval = hoek van terugkaatsing

Reflectie. Om sommen met reflectie op te lossen zijn er twee mogelijkheden: 1. Met de terugkaatsingswet: hoek van inval = hoek van terugkaatsing Inhoud Reflectie... 2 Opgave: Lichtbundel op cilinder... 3 Lichtstraal treft op grensvlak... 4 Opgave: Breking en interne reflectie I... 6 Opgave: Breking en interne reflectie II... 7 Opgave: Multi-Touch

Nadere informatie

Waarneming zintuig adequate prikkel fysiek of chemisch zien oog licht fysiek ruiken neus gasvormige

Waarneming zintuig adequate prikkel fysiek of chemisch zien oog licht fysiek ruiken neus gasvormige Paragraaf 7.1 prikkel Signalen die een zintuigcel uit de omgeving opvangt actiepotentiaal Verschil in elektrische lading over de membraan van een zenuwcel op het moment van een impuls adequate prikkel

Nadere informatie

Lenzen. Leerplandoel. Introductie. Voorwerps brandpunts - en beeldafstand

Lenzen. Leerplandoel. Introductie. Voorwerps brandpunts - en beeldafstand Lenzen Leerplandoel FYSICA TWEEDE GRAAD ASO WETENSCHAPPEN LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS VVKSO BRUSSEL D/2012/7841/009 5.1.2 Licht B21 De beelden bij een dunne bolle lens construeren en deze aanduiden als

Nadere informatie

Lenzen. Leerplandoel. Introductie. Voorwerps brandpunts - en beeldafstand

Lenzen. Leerplandoel. Introductie. Voorwerps brandpunts - en beeldafstand Lenzen Leerplandoel FYSICA TWEEDE GRAAD ASO WETENSCHAPPEN LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS VVKSO BRUSSEL D/2012/7841/009 5.1.2 Licht B21 De beelden bij een dunne bolle lens construeren en deze aanduiden als

Nadere informatie

N A T U U R W E T E N S C H A P P E N V O O R H A N D E L 1 Copyright

N A T U U R W E T E N S C H A P P E N V O O R H A N D E L 1 Copyright N AT U U R W E T E N S C H A P P E N V O O R H A N D E L 1 2 LICHT EN ZIEN 2.1 Donkere lichamen en lichtbronnen 2.1.1 Donkere lichamen Donkere lichamen zijn lichamen die zichtbaar worden als er licht

Nadere informatie

Om sommen met reflectie op te lossen zijn er twee mogelijkheden: 1. Met de terugkaatsingswet: hoek van inval = hoek van terugkaatsing

Om sommen met reflectie op te lossen zijn er twee mogelijkheden: 1. Met de terugkaatsingswet: hoek van inval = hoek van terugkaatsing Inhoud Reflectie...2 Opgave: bundel op cilinder...3 Opgave: Atomic Force Microscope (AFM)...3 straal treft op grensvlak...5 Opgave: door een dikke lens...8 Opgave: Stralengang door een vloeistoflens...9

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Licht als golf en als deeltje. 24 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Licht als golf en als deeltje. 24 juli 2015. dr. Brenda Casteleyn Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Licht als golf en als deeltje 24 juli 2015 dr. Brenda Casteleyn Met dank aan: Atheneum van Veurne (http://www.natuurdigitaal.be/geneeskunde/fysica/wiskunde/wiskunde.htm),

Nadere informatie

Tussen een lichtbron en een scherm staat een voorwerp. Daardoor ontstaat een schaduw van het voorwerp op het scherm. lichtbron

Tussen een lichtbron en een scherm staat een voorwerp. Daardoor ontstaat een schaduw van het voorwerp op het scherm. lichtbron Licht: Inleiding Opdracht 1. Schaduw van een lichtbrn Tussen een lichtbrn en een scherm staat een vrwerp. Daardr ntstaat een schaduw van het vrwerp p het scherm. a) Laat zien waar licht p het scherm valt

Nadere informatie

Oogheelkunde. Patiënteninformatie. Brilsterkte bij kinderen. Slingeland Ziekenhuis

Oogheelkunde. Patiënteninformatie. Brilsterkte bij kinderen. Slingeland Ziekenhuis Oogheelkunde Brilsterkte bij kinderen i Patiënteninformatie Slingeland Ziekenhuis Algemeen Uw kind heeft zojuist een druppeltest (skiascopie) gehad. Uit de test is gebleken dat uw kind een bril nodig heeft

Nadere informatie

2 Terugkaatsing en breking

2 Terugkaatsing en breking 2 Terugkaatsing en breking Instapvragen bij 2 Hoeveel weet je al van de onderstaande vragen? Noteer je voorlopig antwoord. - Voorwerpen die geen licht geven kunnen we toch zien. Hoe komt dat? - Hoe komt

Nadere informatie

Ze wordt aangeduid met het woordje uitbreiding in de titelbalk. De moeilijkheidsgraad van de opgaven is aangeduid met een kleurgradatie:

Ze wordt aangeduid met het woordje uitbreiding in de titelbalk. De moeilijkheidsgraad van de opgaven is aangeduid met een kleurgradatie: Pulsar 1 leerwerkboek 2 u is bedoeld voor het eerste jaar van de tweede graad ASO met 2 lestijden fysica per week. Het is een combinatie van een leerboek met een werkboek. De leerstof wordt telkens ingeleid

Nadere informatie

Examen Fysica: Inleiding: Wat is fysica?

Examen Fysica: Inleiding: Wat is fysica? Fysica: Chemie: Bewegen Een kracht uitoefenen Verdampen Een elektrische stroom opwekken Optica Terugkaatsing van het licht Smelten en stollen Examen Fysica: Inleiding: Wat is fysica? Roesten Omzetting

Nadere informatie

Geometrische optica. Hoofdstuk 1. 1.1 Principe van Huygens. 1.2 Weerkaatsing van lichtgolven.

Geometrische optica. Hoofdstuk 1. 1.1 Principe van Huygens. 1.2 Weerkaatsing van lichtgolven. Inhoudsopgave Geometrische optica Principe van Huygens Weerkaatsing van lichtgolven 3 Breking van lichtgolven 4 4 Totale weerkaatsing en lichtgeleiders 6 5 Breking van lichtstralen door een sferisch diopter

Nadere informatie

Fotograferen in de Berry

Fotograferen in de Berry Fotocursus op camping le Bonhomme met dank aan de HCC versie feb 2008 Deel 1 blad 1 Inleiding Iedereen schiet weleens een plaatje, maar het resultaat is niet altijd zoals verwacht. De foto is onscherp,

Nadere informatie

Niet scherp zien door een refractieafwijking.

Niet scherp zien door een refractieafwijking. Oogheelkunde Niet scherp zien door een refractieafwijking. Het Antonius Ziekenhuis vormt samen met Thuiszorg Zuidwest Friesland de Antonius Zorggroep Hoe vormt een oog een scherp beeld en wat is refractie?

Nadere informatie

Refractie-afwijking. Deze folder biedt in informatie over niet-scherp zien ten gevolge van een refractie-afwijking en de mogelijke correctiemiddelen.

Refractie-afwijking. Deze folder biedt in informatie over niet-scherp zien ten gevolge van een refractie-afwijking en de mogelijke correctiemiddelen. Refractie-afwijking Deze folder biedt in informatie over niet-scherp zien ten gevolge van een refractie-afwijking en de mogelijke correctiemiddelen. Hoe vormt een oog een scherp beeld en wat is refractie?

Nadere informatie

Niet scherp zien Als gevolg van een refractieafwijking. Poli Oogheelkunde

Niet scherp zien Als gevolg van een refractieafwijking. Poli Oogheelkunde 00 Niet scherp zien Als gevolg van een refractieafwijking Poli Oogheelkunde Hoe vormt een oog een scherp beeld, wat is refractie? Om scherp te kunnen zien is het nodig dat lichtstralen die van een voorwerp

Nadere informatie

1.1 Het oog. 1.1.1 Beschermende delen van het oog. Deel 1 Hoe verkrijgen organismen informatie over hun omgeving?

1.1 Het oog. 1.1.1 Beschermende delen van het oog. Deel 1 Hoe verkrijgen organismen informatie over hun omgeving? 1.1 Het oog 1.1.1 Beschermende delen van het oog Door welke delen worden je ogen beschermd? Vul de juiste benaming in. Geef telkens de functie van de delen. Delen Functie 1 2 3 4 5 6 1.1 Het oog 1 1.1.2

Nadere informatie

6,1. 1.3: Tabellen en diagrammen. 1.4: Meetonzekerheid. Samenvatting door een scholier 906 woorden 13 januari keer beoordeeld.

6,1. 1.3: Tabellen en diagrammen. 1.4: Meetonzekerheid. Samenvatting door een scholier 906 woorden 13 januari keer beoordeeld. Samenvatting door een scholier 906 woorden 13 januari 2005 6,1 61 keer beoordeeld Vak Natuurkunde Hoofdstuk 1. 1.3: Tabellen en diagrammen. Tabel: In de tabel komen de meet resultaten daarom heeft een

Nadere informatie

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Reflectie en breking. J. Kuiper. Transfer Database

Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal. Reader. Reflectie en breking. J. Kuiper. Transfer Database Noorderpoort Beroepsonderwijs Stadskanaal Reader Reflectie en breking J. Kuiper Transfer Database ThiemeMeulenhoff ontwikkelt leermiddelen voor Primair Onderwijs, Algemeen Voortgezet Onderwijs, Beroepsonderwijs

Nadere informatie

En toen was er licht! deel 1

En toen was er licht! deel 1 En toen was er licht! deel 1 Begrippen als ISO, Diafragma en Sluitertijd en hoe dit allemaal samenwerkt in een camera zijn voor veel beginners lastig te doorgronden. Om dit te verklaren, gaan we zelf een

Nadere informatie

Refractie afwijkingen. Niet scherp zien ten gevolge van refractie afwijkingen

Refractie afwijkingen. Niet scherp zien ten gevolge van refractie afwijkingen Refractie afwijkingen Niet scherp zien ten gevolge van refractie afwijkingen Inhoudsopgave 1 Hoe vormt een oog een scherp beeld en wat is refractie... 1 2 Wat verstaat men onder refractieafwijkingen en

Nadere informatie

Een lichtbundel kan evenwijdig, divergent (uit elkaar) of convergent (naar elkaar) zijn.

Een lichtbundel kan evenwijdig, divergent (uit elkaar) of convergent (naar elkaar) zijn. Samenvatting door R. 1705 woorden 27 januari 2013 5,7 4 keer beoordeeld Vak Natuurkunde 3.2 Terugkaatsing en breking Lichtbronnen Een voorwerp zie je alleen als er licht van het voorwerp in je ogen komt.

Nadere informatie

LENZEN. 1. Inleiding

LENZEN. 1. Inleiding LENZEN N.G. SCHULTHEISS. Inleiding Deze module volgt op de module Spiegels. Deze module wordt vervolgd met de module Telescopen o de module Lenzen maken. Uiteindelijk kun je met de opgedane kennis een

Nadere informatie

Licht. (geometrische optica) Dictaat klas 3HV

Licht. (geometrische optica) Dictaat klas 3HV Licht (geometrische optica) Dictaat klas 3HV Licht (geometrische optica) Dictaat klas 3HV Inhoud bladzijde Bronvermelding... 2 1 Inleiding.... 3 2 Wat is licht?.... 4 3 Zien terugkaatsing (reflectie)...

Nadere informatie

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Licht als golf en als deeltje. 4 november Brenda Casteleyn, PhD

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts. Fysica: Licht als golf en als deeltje. 4 november Brenda Casteleyn, PhD Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Fysica: Licht als golf en als deeltje 4 november 2017 Brenda Casteleyn, PhD Met dank aan: Atheneum van Veurne, Leen Goyens (http://users.telenet.be/toelating)

Nadere informatie

Waarom zien veel mensen onscherp?

Waarom zien veel mensen onscherp? Refractie afwijking Waarom zien veel mensen onscherp? Om scherp te zien moeten lichtstralen uit de buitenwereld precies op het netvlies van het oog samenvallen. Het hoornvlies en de lens in het oog zorgen

Nadere informatie

4.1.1 Lichtbronnen Benoem de onderstaande lichtbronnen. Opgelet, één van de figuren stelt geen lichtbron voor, welke?

4.1.1 Lichtbronnen Benoem de onderstaande lichtbronnen. Opgelet, één van de figuren stelt geen lichtbron voor, welke? Hoofdstuk 4: Licht 4.1 Voortplanting van licht 4.1.1 Lichtbronnen Benoem de onderstaande lichtbronnen. Opgelet, één van de figuren stelt geen lichtbron voor, welke? We zien allerlei dingen om ons heen,

Nadere informatie

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken http://spreekbeurten.info

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken http://spreekbeurten.info Digitale camera Voorwoord Ik doe mijn werkstuk over de digitale camera, omdat mij dat wel interessant lijkt. Verder leek het mij een onderwerp wat niemand zou kiezen en waar de meeste kinderen niet veel

Nadere informatie

T1 Wat is licht? FIG. 3 Zo teken je een lichtstraal. De pijl geeft de richting van het licht aan.

T1 Wat is licht? FIG. 3 Zo teken je een lichtstraal. De pijl geeft de richting van het licht aan. T1 Wat is licht? Lichtbron, lichtstraal en lichtsnelheid Licht ontstaat in een lichtbron. Een aantal bekende lichtbronnen zijn: de zon en de sterren; verschillende soorten lampen (figuur 1); vuur, maar

Nadere informatie

Tekstboek. VMBO-T Leerjaar 1 en 2

Tekstboek. VMBO-T Leerjaar 1 en 2 Tekstboek VMBO-T Leerjaar 1 en 2 JHB Pastoor 2015 Arnhem 1 Inhoudsopgave i-nask Tekstboek VMBO-T Leerjaar 1 en 2 Hoofdstuk 1 Licht 1.1 Licht Zien 3 1.2 Licht en Kleur 5 1.3 Schaduw 10 1.4 Spiegels 15 Hoofdstuk

Nadere informatie

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 7 en 8

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 7 en 8 Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 7 en 8 Samenvatting door een scholier 1889 woorden 28 juni 2009 6,9 73 keer beoordeeld Vak Methode Natuurkunde Systematische natuurkunde Hoofstuk 7 Paragraaf 1 Beeldvorming

Nadere informatie

Ze wordt aangeduid met het woordje uitbreiding in de titelbalk.

Ze wordt aangeduid met het woordje uitbreiding in de titelbalk. Ten geleide Ten geleide Pulsar 1 leerwerkboek 2 u is bedoeld voor het eerste jaar van de tweede graad ASO met 2 lestijden fysica per week. Het is een combinatie van een leerboek met een werkboek. De leerstof

Nadere informatie

Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Spiegels en lenzen (22-03-2013) Pagina 1 van 23

Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Spiegels en lenzen (22-03-2013) Pagina 1 van 23 Stevin vwo deel 1 Uitwerkingen hoofdstuk 5 Spiegels en lenzen (22-03-2013) Pagina 1 van 23 Opgaven 5.1 Spiegeleelden 1 B en C 2 De ander staat 2 + 5 = 7 m voor de spiegel. Haar spiegeleeld staat 7 m achter

Nadere informatie