INSTALLATIETIPS INGENUA

Transcriptie

1 INSTALLATIETIPS INGENUA

2 Paal 75/90 Geanodiseerd Alu profiel met een lengte van 2m60. Wordt steeds geleverd voorzien van een schuifgeleider voor het aanhaken en instellen van de hoogte van een Ingenua schaduwzeil. Ook een aansluitstuk is voorzien. Dit is enkel nuttig is als de paal op een 90 bodemanker wordt geplaatst. Paalmontage 90 op rechte steun Paalmontage 75 op betonanker Aansluitstuk overbodig 2 m 60 Aansluitstuk 90 Steeds meegeleverd, enkel te gebruiken om schuine onderzijde van de paal aan te sluiten tegen de bodem als gevolg van het gebruik van een rechte (90 ) bodembevestiging.

3 Installatie ronde steun en basisplaat De Ingenua ronde steun is verkrijgbaar in twee uitvoeringen: 1. Steun Steun 90 Optioneel is ook een basisplaat verkrijgbaar. Toepassing van de steunen: De Ingenua steunen kunnen enkel worden toegepast op een zeer stevige en vormvaste ondergrond. (bv: bodem in beton) Voor een goede bevestiging op beton kan gebruik gemaakt worden van speciale schroeven met uitzetflenzen of keilhulzen met dito metrische metaalschroeven. Gebruik geen plastic pluggen. In geval van twijfel raadpleeg een specialist in bevestigingsmaterialen.

4 Toepassing optionele basisplaat. De Ingenua steunen kunnen eveneens op een houten plankenvloer worden vastgemaakt indien minstens 2 van de 4 schroeven tot in de onderliggende stevige constructie reiken (draagbalk of zwaar metalen frame) Wordt de steun rechtstreeks aan het beton of aan de constructie vastgeschroefd, dan is die moeilijk tijdelijk weg te nemen. (vb: tijdens winterperiode) Desgewenst kan gebruik gemaakt worden van de basisplaat om het verwijderen van de steun te vereenvoudigen. Zodoende kan de basisplaat aan het beton of constructie worden bevestigd met de speciale bevestigingsmaterialen om nadien de steun met eenvoudig te verwijderen metaalschroeven op de basisplaat te monteren. Tijdens de winter blijft dan enkel de basisplaat, die omwille van de beperkte dikte (8 mm) noch esthetisch noch fysisch als hinderlijk wordt ervaren, liggen. Steun op basisplaat: Bolkopschroeven M10 x 16 meegeleverd met basisplaat. Basisplaat op beton: Gebruik M8 x 60 met conische kop en keilhuls (niet meegeleverd) Let op: Om een schuine steun (75 ) in de goede richting te monteren t.o.v. het zeilpunt (zie richting betonanker) moet de basisplaat 45 verdraaid worden. De steun is klaar voor gebruik.

5 Installatie betonanker Het Ingenua betonanker bestaat uit 3 delen: - A: grondstuk (in te betoneren) - B: inschuifpaal 75 Of - C: inschuifpaal 90 - D: afdekkapje (winterperiode) Werkwijze om het grondstuk in de grond te bevestigen: 1. Maak put van +/- 50 x 50 x 40 cm (l x b x diepte) Merk op: Hoe makkelijker de put kan gedolven worden, hoe groter hij moet zijn, of omgekeerd: hoe moeilijker de put te maken is, hoe kleiner hij ook mag zijn. 2. Met tape wordt de zij-opening van het grondstuk dichtgemaakt om te vermijden dat deze gevuld wordt met beton Een vast staafje wordt langs het grondstuk gekleefd om dit grondstuk in de grond te kunnen prikken

6 Opmerking: niet de grootte van de put, noch de hoeveelheid beton, noch het gewicht zijn van doorslaggevend belang, wel moet vermeden worden dat het beton loskomt in de ondergrond n.a.v. de zijdelingse trekkrachten op de paal die er naderhand zal op vastgemaakt worden. Vandaar wordt aangeraden een aantal metalen staven (of buizen) in de ondergrond te kloppen waarvan het uiteinde deels met de beton zal verankerd worden. Op die manier wordt het loskomen of kantelen van het beton verhinderd. 3. Prik het grondstuk met staafje op de gewenste plaats en verifieer de diepte ervan. 4. Breng het grondstuk in de juiste richting. (i.f.v. Later aan te brengen Ingenua paal en zeildoek) Wordt een paal op 75 geplaatst, dan moet de schuine kant gericht te zijn naar de bissectrice of deelijn. (denkbeeldige lijn die een hoek in twee gelijke delen verdeelt). Merk op: Indien meer dan één zeilpunt op één paal wordt aangehaakt, moet deze paal op een betonanker 90 worden gemonteerd.

7 5. Vul de gemaakte put met klaargemaakte beton (eventueel tot een 8-tal cm van de bovenrand) Verifieer det loodrechte stand met een waterpas vóór het beton volledig uithard! Hoe beton aanmaken? 1. Zelf mengen: De verhouding cement/zand/grind voor beton is 1:2:3. Meng dus 1 deel cement, 2 delen zand en 3 delen grind. Een deel is bijvoorbeeld een schep, een emmer of een zak. De benodigde hoeveelheid schoon water is niet exact aan te geven, omdat die afhankelijk is van het soort cement, zand en grind dat je gebruikt. Gemiddeld is het aantal liters water op 25 kg betonmortel 2,5 liter. De mix levert dan circa 12 liter betonspecie op. 2. Klaargemaakt mengsel aankopen: Je kunt betonmortel ook in kant -en klare zakken kopen. Je hoeft dan alleen maar water toe te voegen. De hoeveelheid staat op de verpakking aangegeven. 3. Hoeveel beton nodig per betonanker? Indien we een put voorzien hebben van 50 x 50 x 40 cm ( l x b x diepte) komt dit overeen met +/- = 1/10m3 of = 100 liter of = 10 emmers of = 1,2 volle kruiwagens

8 6. Vul aan naar wens met graszoden, tegels of andere zaken en verwijder de vooraf aangebrachte tape. 7. Het betonanker is klaar voor gebruik.

9 Installatie grondschroef De Ingenua grondschroef bestaat uit 2 delen: A: grondschroef compleet B: staaf als hulpstuk om in de grond te schroeven Werkwijze om de grondboor in de bodem te bevestigen: 1. Positioneer de grondschroef op de gewenste plaats en schuif de hulpstang door het voorziene gat in de vierkant paal.

10 2. Moet de paal op 75 dient geplaatst worden, hel dan de grondboor op +/- 75 achterwaarts tegenover de denkbeeldige lijn (bissectrice of deellijn ) die de hoek van het op te spannen schaduwzeil in twee gelijke delen verdeelt. 3. Draai met behulp van de hulpstang de grondschroef op de aangewezen plaats in de grond tot enkel nog de vierkante paal boven de grond uitsteekt. Maak vooraf met behulp van een staaf en hamer, en door een draaiende beweging een opening in de grond zodat de schroef voldoende grip krijgt

11 4. Uw grondschroef is klaar voor gebruik. Wanneer kan de grondschroef gebruikt worden? Er wordt ervaren dat de grondschroef ten zeerste geschikt is in een min of meer vaste bodemstructuur. De grondschroef kan dus niet gebruikt worden in zandbodems (vb: strand), rotsige bodems of ondergronden met de aanwezigheid van veel stenen, of plaatsen waar de grond sterk werd aangereden door zwaar verkeer (bv: parkings en bouwwerven) Extra voordelen grondschroef: - Kan gemakkelijk uitgeschroefd en eventueel herplaatst worden. - Kan dus ook gebruikt worden voor tijdelijke opstellingen. - Aanmaken beton wordt overbodig ( t.o.v. betonanker) Nadelen grondschroef: - De grondboor zoekt ondergronds de gemakkelijkste weg en is dus moeilijk heel precies loodrecht of onder een welbepaalde hoek te plaatsen. - Onder invloed van de spanning die nadien op de paal wordt uitgeoefend zal mogelijks de positie lichtjes wijzigen. - Indien de positie van de grondboor t.o.v. het grondoppervlak op 90 moet geplaatst worden (als gevolg van het gebruik van meer dan 1 zeilopspanning op deze paal) wordt geadviseerd om bij het inschroeven daarop te anticiperen door reeds een lichte helling te voorzien in de tegenovergestelde richting van latere trekkracht.

12 Driehoek 400x400x400 of 500 x 500 x500 Algemene regel: afstand tussen palen of bevestigingspunten = zijde + 80 cm. resulteert in een nuttige touwlengte van 50 à 60 cm (afstand tussen zeilpunt en bevestigingspunt) Bevestigingspunten gelegen op bissectrice (= denkbeeldige lijn die de hoek in twee gelijke delen verdeelt: zie stippellijn) Indien bevestigd op schuine palen (75 ) mag de afstand tussen de bevestigingspunten eventueel verkleind worden tot minimaal side + 40 cm. Belangrijke opmerking: als aan een paal twee zeilen worden bevestigd, moet deze paal steeds op 90 gepositioneerd worden. De palen zijn niet geschikt om meer dan twee zeilen te bevestigen. een vlotte afwatering en wordt eventuele zakvorming voorkomen. Pagina 1

13 Specifiek voor bevestiging van één of meer zeilpunten aan een vaste, stevige wand. Enkele voorbeelden - Indien bestaande constructies gebruikt worden om het zeil te bevestigen, start dan bij het uitzetten steeds met één of twee punten vertrekkend van de bestaande constructie. Bepaal vervolgens een driehoek met de gewenste zijde en bepaal eveneens de bissectrices. Bevestigen en opspannen zeil aan de Ingenua paal 1. Bajonethaak A. Touw inkorten volgens noodzaak 2. Spanner B. Spannen 3. Spantouw C. Ontspannen 4. Hoek schaduwzeil 5. Schuifeenheid een vlotte afwatering en wordt eventuele zakvorming voorkomen. Pagina 2

14 Bevestigen en opspannen zeil aan stevige wand (bvb baksteen) Opspannen zeil in de praktijk. Breng eerst de moeilijk bereikbare spantouwen op lengte en doe vervolgens hetzelfde voor de spantouwen die bevestigd zijn aan een (eventueel) rechte paal. Breng tot slot het spantouw dat bevestigd is aan een schuine paal (75 ) onder spanning d.m.v. de op schouderhoogte gepositioneerde spanner en schuifstuk en schuif die nadien naar boven. Deze laatste beweging brengt het touw onder extra spanning omdat de afstand tussen zeil en paal vergroot (zie figuur). een vlotte afwatering en wordt eventuele zakvorming voorkomen. Pagina 3

15 Mogelijke afwijkingen voor de positie van de bevestigingspunten Indien gewenst, mag of mogen één of meerdere bevestigingspunten verschoven worden t.o.v. de initieel bepaalde positie, op voorwaarde dat het bevestigingspunt steeds op de bissectrice ligt. - Lengte spantouw = min 50 à 60 cm - A: kan met standaard geleverd touw verlengd worden tot 1,5 meter (geleverde touwlengte = 2 meter {min} retour touw voor touwspanner) - B: kan naar wens met extra touw verlengd worden Kan bijvoorbeeld nuttig zijn als de paal bevestigd moet worden net buiten verhard terras. - Opgelet: Hoe langer het touw hoe minder windbestendigheid (flapperen van zeil onder invloed van de wind) en hoe minder de mogelijkheid van hoogte-instelling bestaat (door afstand van zeilpunt tot bevestiging) een vlotte afwatering en wordt eventuele zakvorming voorkomen. Pagina 4

16 2. - Per zeil mag één zeilpunt rechtstreeks gekoppeld worden aan een bevestigingspunt zonder touw, op voorwaarde dus dat de overige zeilpunten wél d.m.v. een touw onder spanning kunnen gebracht worden. een vlotte afwatering en wordt eventuele zakvorming voorkomen. Pagina 5

17 Vierkant 300x300 of 400x400 Algemene regel: afstand tussen palen of bevestigingspunten = zijde + 80 cm. resulteert in een nuttige touwlengte van 50 à 60 cm (afstand tussen zeilpunt en bevestigingspunt) Bevestigingspunten gelegen op bissectrice (= denkbeeldige lijn die de hoek in twee gelijke delen verdeelt: zie stippellijn) Indien bevestigd op schuine palen (75 ) mag de afstand tussen de bevestigingspunten eventueel verkleind worden tot minimaal side + 40 cm. Belangrijke opmerking: als aan een paal twee zeilen worden bevestigd, moet deze paal steeds op 90 gepositioneerd worden. De palen zijn niet geschikt om meer dan twee zeilen te bevestigen. een vlotte afwatering en wordt eventuele zakvorming voorkomen. Pagina 1

18 Specifiek voor bevestiging van één of meer zeilpunten aan een vaste, stevige wand. Enkele voorbeelden - Indien bestaande constructies gebruikt worden om het zeil te bevestigen, start dan bij het uitzetten steeds met één of twee punten vertrekkend van de bestaande constructie. Bepaal vervolgens een vierkant met de gewenste zijde en bepaal eveneens de bissectrices. Bevestigen en opspannen zeil aan de Ingenua paal 1. Bajonethaak A. Touw inkorten volgens noodzaak 2. Spanner B. Spannen 3. Spantouw C. Ontspannen 4. Hoek schaduwzeil 5. Schuifeenheid een vlotte afwatering en wordt eventuele zakvorming voorkomen. Pagina 2

19 Bevestigen en opspannen zeil aan stevige wand (bvb baksteen) Opspannen zeil in de praktijk. Breng eerst de moeilijk bereikbare spantouwen op lengte en doe vervolgens hetzelfde voor de spantouwen die bevestigd zijn aan een (eventueel) rechte paal. Breng tot slot het spantouw dat bevestigd is aan een schuine paal (75 ) onder spanning d.m.v. de op schouderhoogte gepositioneerde spanner en schuifstuk en schuif die nadien naar boven. Deze laatste beweging brengt het touw onder extra spanning omdat de afstand tussen zeil en paal vergroot (zie figuur). een vlotte afwatering en wordt eventuele zakvorming voorkomen. Pagina 3

20 Mogelijke afwijkingen voor de positie van de bevestigingspunten Indien gewenst, mag of mogen één of meerdere bevestigingspunten verschoven worden t.o.v. de initieel bepaalde positie, op voorwaarde dat het bevestigingspunt steeds op de bissectrice ligt. - Lengte spantouw = min 50 à 60 cm - A: kan met standaard geleverd touw verlengd worden tot 1,5 meter (geleverde touwlengte = 2 meter {min} retour touw voor touwspanner) - B: kan naar wens met extra touw verlengd worden Kan bijvoorbeeld nuttig zijn als de paal bevestigd moet worden net buiten verhard terras. - Opgelet: Hoe langer het touw hoe minder windbestendigheid (flapperen van zeil onder invloed van de wind) en hoe minder de mogelijkheid van hoogte-instelling bestaat (door afstand van zeilpunt tot bevestiging) een vlotte afwatering en wordt eventuele zakvorming voorkomen. Pagina 4

21 2. - Per zeil mag één zeilpunt rechtstreeks gekoppeld worden aan een bevestigingspunt zonder touw, op voorwaarde dus dat de overige zeilpunten wél d.m.v. een touw onder spanning kunnen gebracht worden. een vlotte afwatering en wordt eventuele zakvorming voorkomen. Pagina 5

22 Rechthoek 300 x 500 of 300 x 400 Algemene regel: afstand tussen palen of bevestigingspunten = zijde + 80 cm. resulteert in een nuttige touwlengte van 50 à 60 cm (afstand tussen zeilpunt en bevestigingspunt) Bevestigingspunten gelegen op bissectrice (= denkbeeldige lijn die de hoek in twee gelijke delen verdeelt: zie stippellijn) Indien bevestigd op schuine palen (75 ) mag de afstand tussen de bevestigingspunten eventueel verkleind worden tot minimaal side + 40 cm. Belangrijke opmerking: als aan een paal twee zeilen worden bevestigd, moet deze paal steeds op 90 gepositioneerd worden. De palen zijn niet geschikt om meer dan twee zeilen te bevestigen. een vlotte afwatering en wordt eventuele zakvorming voorkomen. Pagina 1

23 Specifiek voor bevestiging van één of meer zeilpunten aan een vaste, stevige wand. Enkele voorbeelden - Indien bestaande constructies gebruikt worden om het zeil te bevestigen, start dan bij het uitzetten steeds met één of twee punten vertrekkend van de bestaande constructie. Bepaal vervolgens een rechthoek met de gewenste zijde en bepaal eveneens de bissectrices. Bevestigen en opspannen zeil aan de Ingenua paal 1. Bajonethaak A. Touw inkorten volgens noodzaak 2. Spanner B. Spannen 3. Spantouw C. Ontspannen 4. Hoek schaduwzeil 5. Schuifeenheid een vlotte afwatering en wordt eventuele zakvorming voorkomen. Pagina 2

24 Bevestigen en opspannen zeil aan stevige wand (bvb baksteen) Opspannen zeil in de praktijk. Breng eerst de moeilijk bereikbare spantouwen op lengte en doe vervolgens hetzelfde voor de spantouwen die bevestigd zijn aan een (eventueel) rechte paal. Breng tot slot het spantouw dat bevestigd is aan een schuine paal (75 ) onder spanning d.m.v. de op schouderhoogte gepositioneerde spanner en schuifstuk en schuif die nadien naar boven. Deze laatste beweging brengt het touw onder extra spanning omdat de afstand tussen zeil en paal vergroot (zie figuur). een vlotte afwatering en wordt eventuele zakvorming voorkomen. Pagina 3

25 Mogelijke afwijkingen voor de positie van de bevestigingspunten Indien gewenst, mag of mogen één of meerdere bevestigingspunten verschoven worden t.o.v. de initieel bepaalde positie, op voorwaarde dat het bevestigingspunt steeds op de bissectrice ligt. - Lengte spantouw = min 50 à 60 cm - A: kan met standaard geleverd touw verlengd worden tot 1,5 meter (geleverde touwlengte = 2 meter {min} retour touw voor touwspanner) - B: kan naar wens met extra touw verlengd worden Kan bijvoorbeeld nuttig zijn als de paal bevestigd moet worden net buiten verhard terras. - Opgelet: Hoe langer het touw hoe minder windbestendigheid (flapperen van zeil onder invloed van de wind) en hoe minder de mogelijkheid van hoogte-instelling bestaat (door afstand van zeilpunt tot bevestiging) een vlotte afwatering en wordt eventuele zakvorming voorkomen. Pagina 4

26 2. - Per zeil mag één zeilpunt rechtstreeks gekoppeld worden aan een bevestigingspunt zonder touw, op voorwaarde dus dat de overige zeilpunten wél d.m.v. een touw onder spanning kunnen gebracht worden. een vlotte afwatering en wordt eventuele zakvorming voorkomen. Pagina 5

27 Penta 3,5 Algemene regel: Gelijkzijdige vijfhoek = 5 gelijke zijden. afstand tussen palen of bevestigingspunten = zijde + 70 cm. resulteert in een nuttige touwlengte van 50 à 60 cm (afstand tussen zeilpunt en bevestigingspunt) Bevestigingspunten gelegen op bissectrice (= denkbeeldige lijn die de hoek in twee gelijke delen verdeelt: zie stippellijn) Indien bevestigd op schuine palen (75 ) mag de afstand tussen de bevestigingspunten eventueel verkleind worden tot minimaal side + 40 cm. Belangrijke opmerking: als aan een paal twee zeilen worden bevestigd, moet deze paal steeds op 90 gepositioneerd worden. De palen zijn niet geschikt om meer dan twee zeilen te bevestigen. een vlotte afwatering en wordt eventuele zakvorming voorkomen. Pagina 1

28 Specifiek voor bevestiging van één of meer zeilpunten aan een vaste, stevige wand. Enkele voorbeelden - Indien bestaande constructies gebruikt worden om het zeil te bevestigen, start dan bij het uitzetten steeds met één of twee punten vertrekkend van de bestaande constructie. Bepaal vervolgens een penta met de gewenste zijde en bepaal eveneens de bissectrices. Bevestigen en opspannen zeil aan de Ingenua paal 1. Bajonethaak A. Touw inkorten volgens noodzaak 2. Spanner B. Spannen 3. Spantouw C. Ontspannen 4. Hoek schaduwzeil 5. Schuifeenheid een vlotte afwatering en wordt eventuele zakvorming voorkomen. Pagina 2

29 Bevestigen en opspannen zeil aan stevige wand (bvb baksteen) Opspannen zeil in de praktijk. Breng eerst de moeilijk bereikbare spantouwen op lengte en doe vervolgens hetzelfde voor de spantouwen die bevestigd zijn aan een (eventueel) rechte paal. Breng tot slot het spantouw dat bevestigd is aan een schuine paal (75 ) onder spanning d.m.v. de op schouderhoogte gepositioneerde spanner en schuifstuk en schuif die nadien naar boven. Deze laatste beweging brengt het touw onder extra spanning omdat de afstand tussen zeil en paal vergroot (zie figuur). een vlotte afwatering en wordt eventuele zakvorming voorkomen. Pagina 3

30 Mogelijke afwijkingen voor de positie van de bevestigingspunten Indien gewenst, mag of mogen één of meerdere bevestigingspunten verschoven worden t.o.v. de initieel bepaalde positie, op voorwaarde dat het bevestigingspunt steeds op de bissectrice ligt. - Lengte spantouw = min 50 à 60 cm - A: kan met standaard geleverd touw verlengd worden tot 1,5 meter (geleverde touwlengte = 2 meter {min} retour touw voor touwspanner) - B: kan naar wens met extra touw verlengd worden Kan bijvoorbeeld nuttig zijn als de paal bevestigd moet worden net buiten verhard terras. - Opgelet: Hoe langer het touw hoe minder windbestendigheid (flapperen van zeil onder invloed van de wind) en hoe minder de mogelijkheid van hoogte-instelling bestaat (door afstand van zeilpunt tot bevestiging) een vlotte afwatering en wordt eventuele zakvorming voorkomen. Pagina 4

31 2. - Per zeil mag één zeilpunt rechtstreeks gekoppeld worden aan een bevestigingspunt zonder touw, op voorwaarde dus dat de overige zeilpunten wél d.m.v. een touw onder spanning kunnen gebracht worden. een vlotte afwatering en wordt eventuele zakvorming voorkomen. Pagina 5