wethouder R. Bergsma mevrouw J.A. Vink (Notuleerbureau Vink) 1. Opening.

Transcriptie

1 Verslag van de openbare opiniërende vergadering van de raad van de gemeente Woudrichem, gehouden op dinsdag 5 oktober 2010, aanvang uur in het gemeentehuis te Woudrichem. Voorzitter: Aanwezige collegeleden: Aanwezige raadsleden: Raadsgriffier: Verslag: de heer J. Kant wethouder B. de Peuter wethouder R. Bergsma de heer A. de Graaf (CDA) mevrouw N.G. van Ooijen -- van Breugel de heer F.H. Smits de heer R. Hoegee (GB) de heer H. Boevé (GB) mevrouw J.E. Pulle de heer F. van Kalkeren (CU) de heer I.C. Koedoot (CU) de heer G.J. Noeverman (CU) de heer J.P. Mastwijk (PvdA) mevrouw D. Khoshnaw -- Ali (PvdA) de heer IJ. Baks (PvdA) de heer D. van Driel (VVD) de heer T.J. Vink (VVD) mevrouw P. Paulides mevrouw J.A. Vink (Notuleerbureau Vink) 1. Opening. De voorzitter opent de vergadering en heet de aanwezigen welkom. Hij meldt dat burgemeester Petter zich heeft afgemeld voor deze vergadering. De voorzitter geeft aan blij te zijn dat hij weer als voorzitter mag optreden. Hij hoopt dat in de opiniërende vergaderingen het dualisme meer vorm gegeven zal worden zoals het bedoeld is en dat raadsleden meer met elkaar discussiëren en minder richting college. 2. Vaststelling agenda. De voorzitter geeft aan dat er zich geen insprekers bij de griffie hebben aangemeld. Hij vraagt of er nog iemand aanwezig is die wil inspreken

2 Er melden zich geen insprekers aan. De voorzitter vraagt of met de agenda kan worden ingestemd. De agenda wordt vastgesteld. 3. Vaststelling verslag opiniërende vergadering van 7 september De voorzitter zegt dat er geen opmerkingen zijn binnengekomen over het verslag. Het verslag van 7 september 2010 wordt conform vastgesteld. 4. Gemeenschappelijke regeling West-Brabant. De heer De Graaf (CDA) merkt m.b.t. punt 7 op dat een wethouder z.i. ook een ambtenaar is en dat in die zin het artikel gewijzigd zou moeten worden. In artikel 10 van paragraaf 3.2 is er gekozen voor een D.B. dat beter is dan de vorige keer. Z.i. zit er echter nog een addertje onder het gras. Het zou kunnen zijn dat het Land van Heusden en Altena niet vertegenwoordigd is in het D.B. van deze gemeenschappelijke regeling. Spreker vindt dat geen goede zaak. De heer Boevé (GB) zegt dat Tholen in de regeling een specifieke positie inneemt, vanwege de specifieke ligging van deze gemeente. Z.i. verkeert het Land van Heusden en Altena in eenzelfde situatie vanwege de specifieke ligging. Hij vraagt of er wel eens sprake is geweest van een serieuze oriëntatie in noordelijke of zuidoostelijke richting. De heer Van Kalkeren (CU) vraagt welk gewicht Woudrichem in de schaal gaat leggen. Op blz. 3 wordt gesproken over 19 gemeenteraden en op blz. 4 over 18. Hij vraagt toelichting op de betekenis van artikel 25 op de laatste bladzijde. De heer Baks (PvdA) zegt dat uit de financiële consequenties blijkt dat er voor Woudrichem sprake is van een verlaging van 10%. Hij vraagt hoeveel geld dit is. Wethouder Bergsma antwoordt dat een wethouder geen ambtenaar is; wethouders vallen onder de bestuurders CAO. Geprobeerd wordt om in het D.B. een bestuurder vanuit het Land van Heusden en Altena te krijgen. Burgemeester Naterop heeft zich hiervoor kandidaat gesteld. Tholen ligt in Zeeland en wil graag meedoen in de West Brabantse samenwerking, omdat er vaak dezelfde belangen worden nagestreefd. Deze gemeente neemt een klein aantal taken af en de bijdrage is daarop afgestemd. Spreker is van mening dat Woudrichem goed vertegenwoordigd is in de bezetting van deze gemeenschappelijke regeling. Hij is er van overtuigd dat de invloed sterker wordt dan in het verleden met de individuele regelingen. In de Wet op de gemeenschappelijke regelingen staat dat het college alleen maar een gemeenschappelijke regeling mag aangaan als de gemeenteraad daarvoor toestemming heeft verleend. De raad dient dan ook toestemming te geven voor het aangaan van deze regeling. In het overzicht, dat ter inzage heeft gelegen, staat dat de gemeente Woudrichem tot op dit moment heeft betaald voor gemeenschappelijke regelingen. Vanaf 2013 zal dit een bedrag zijn van Uiteindelijk zal er sprake zijn van een besparing van

3 Tweede termijn De heer Boevé (GB) zegt dat hij zich kan voorstellen dat het inhoudelijk gezien een interessante optie kan zijn voor het Land van Heusden en Altena om aan te sluiten bij een regio ten noord of ten zuidoosten. De heer De Graaf (CDA) zegt dat hij binnen zijn fractie wil spreken over het stellen van de eis dat er een vertegenwoordiger vanuit het Land van Heusden en Altena in het D.B. komt. Hij zal hierop in de besluitvormende vergadering terugkomen. Wethouder Bergsma antwoordt dat het de verantwoordelijkheid is van college en raad om voor een bepaald samenwerkingsverband te kiezen. Alle gemeenschappelijke regelingen, zoals de Veiligheidsregio, de GGD, het Kleinschalig Collectief Vervoer, liggen in West-Brabant. Bovendien participeert de provincie hierin. Het ligt derhalve niet voor de hand om voor dergelijke taken naar een samenwerkingsverband ten noorden of ten zuiden te zoeken. Zaken worden in goed overleg geregeld en daarbij is opeisen van bepaalde posities niet aan de orde. Er mag vanuit worden gegaan dat er maximale inspanning zal plaatsvinden om het Land van Heusden en Altena op dat terrein zo goed mogelijk te laten vertegenwoordigen. Z.i. maakt burgemeester Naterop een heel serieuze kans. Besloten wordt het voorstel als hamerstuk te agenderen voor aan de besluitvormende raad. 5. Brandbeveiligingsverordening gemeente Woudrichem De heer De Graaf (CDA) vraagt waar artikel 7 van toepassing kan zijn op Woudrichem. Hij stelt voor dit artikel te schrappen. De heer Van Kalkeren (CU) zegt dat in de toelichting gesproken wordt over een gebruiksvergunning voor feesttenten. Hij vraagt over welke grootte van tenten dit gaat en hoe de afzetting van wegen e.d. geregeld wordt. Wethouder Bergsma antwoordt dat voorliggende verordening gebaseerd is op de standaard VNG verordening. Het lijkt hem, vanuit het motto baadt het niet, dan schaadt het niet, beter om artikel 7 voor alle zekerheid te laten staan. Bij het gebruik van tenten is de grens gesteld op tenten die gebruikt worden voor 50 personen, zoals geregeld in artikel 1A. Vanaf dit aantal is het gebruik van een tent vergunningsplichtig en kunnen er aanvullende voorwaarden worden gesteld. Besloten wordt het voorstel als hamerstuk te agenderen voor de besluitvormende raad. 7. Afvalstoffenverordening Mevrouw Van Ooijen (CDA) vraagt wanneer de evaluatie plaatsvindt van het ophalen van plastic afval. De heer Hoegee (GB) zegt dat in artikel 5 drie inzamelingen per vier weken worden vastgesteld. Zijn fractie is van mening dat de gemeente verplicht is eenmaal per week in te zamelen. Hij vraagt waarom niet in de verordening is opgenomen dat er ook eenmaal in de vier weken plastic wordt opgehaald

4 Tevens staat niet in de verordening vermeld dat er altenerend wordt opgehaald. Bij de nu geldende verordening is dit punt juist toegevoegd. In artikel 9.2 staat dat het verboden is huishoudelijke afvalstoffen aan te bieden aan anderen dan de aangewezen inzameldienst. Spreker vraagt wat er gedaan wordt aan de 600 nulaanbieders in de gemeente. In artikel 17 wordt gesteld dat het verboden is straatafval achter te laten in de openbare ruimte. Dit is een logische stelling, maar de tekst hierover in artikel 19c en artikel 20 is z.i. strijdig met elkaar. Als er aan iemand promotiemateriaal wordt aangeboden of door iemand een frietje wordt gekocht, wat vervolgens wordt weggegooid, is die persoon op grond van artikel 17 in overtreding. Op grond van de artikel 19c en 20 worden echter anderen verplicht om deze rommel op te ruimen. In de verordening staan veel zaken vermeld die verboden zijn en wie er gerechtigd is tot handhaving. Spreker vraagt wanneer de gemeente tot handhaving overgaat. De heer Mastwijk (PvdA) zegt dat in deze verordening de zorg om het milieu is vastgelegd. Het inzamelen van afval levert echter ook vervuiling voor het milieu op. Zijn fractie is van mening dat het goed zou zijn om het afval te laten ophalen door een inzamelaar die klimaat neutraal werkt. Er worden verplichtingen opgelegd aan burgers en bedrijven en in die zin zou het goed zijn als de gemeente zelf de verplichting op zich neemt van klimaat neutrale inzameling. Wethouder De Peuter antwoordt dat het afvalbeleid in de loop van 2011 zal worden geëvalueerd. Hij merkt daarbij op dat de inzameling van plastic heel goed verloopt; er wordt iedere maand meer plastic ingezameld. Veel nulaanbieders maken gebruik van bedrijfscontainers, die geleegd worden door officiële inzamelaars. De verkoper van friet is verplicht om het afval, zoals weggegooide frietbakjes, in de omgeving van zijn verkooppunt op te ruimen. De koper van friet zou daarin ook zijn eigen verantwoordelijkheid moeten kennen. Op de letter gezien denkt hij dat de aanbieder verantwoordelijk is voor het opruimen van achtergebleven rommel. Dat is ook degene die daarop wordt aangesproken. Er staat in de verordening vermeld dat er eenmaal in de vier weken plastic afval kan worden aangeboden. Het is geen wettelijke verplichting om plastic eenmaal in de vier weken in te zamelen. Op de laatste pagina staan de doorgevoerde wijzigingen t.o.v. de huidige verordening opgesomd. In de reguliere taken van de BOA is de handhaving van genoemde zaken opgenomen. Daar waar nodig kunnen sancties worden toegepast. M.b.t. de voorbeeldfunctie van de gemeente op het gebied van duurzaam inzamelen zegt spreker dat de meerkosten hiervan afgewogen moeten worden tegen de effectiviteit van de maatregelen. De insteek is dat de mate van duurzaamheid in de toekomst bij aanbestedingen nadrukkelijk wordt meegenomen. Als voorbeeld noemt hij de aanbesteding van houtafval, waarin al een duurzaamheidelement is meegenomen. Tweede termijn De heer Hoegee (GB) zegt dat in de wet staat dat eenmaal per week nabij een perceel ingezameld moet worden. In voorliggende verordening staat vermeld dat de gemeente Woudrichem driemaal in de maand gaat inzamelen. Dat is in strijd in met de wet. Verder staat er niet in de verordening dat er altenerend wordt ingezameld. Twee jaar geleden heeft hierover een uitgebreide discussie in de raad plaatsgevonden en als gevolg daarvan is dit in de huidige verordening opgenomen. Spreker vindt het jammer als dit nu niet in de vast te stellen verordening wordt opgenomen

5 Wethouder De Peuter antwoordt dat expliciet in de verordening 2010 staat dat groente, fruit en tuinafval tenminste eenmaal per vier weken wordt ingezameld. Het komt voor dat burgers hun afval niet via hun container aanbieden, maar aanbieden op het milieustation en dat sommige burgers, om praktische redenen, hun vuil aanbieden via een bedrijfscontainer, welke opgehaald worden een gecertificeerd bedrijf. Z.i. is dit niet in strijd met de verordening. De heer Hoegee (GB) zegt, verwijzend naar artikel 9.2, dat het verboden is huishoudelijk afval aan te bieden via een bedrijfscontainer. Als de gemeente dit wil toestaan, dan dient hiervoor ruimte in de verordening te worden opgenomen. Hij komt terug op de frequentie van ophalen. In artikel 5 staat dat er eenmaal per twee weken huishoudelijk afval wordt opgehaald en eenmaal per vier weken groenafval wordt opgehaald. Dit houdt in dat er driemaal in de vier weken afval wordt opgehaald, terwijl de gemeente verplicht is dit viermaal te doen. De gemeente voldoet aan deze verplichting door het ophalen van plastic eenmaal per vier weken. Spreker vraagt waarom dat niet op de juiste manier in dit artikel van de verordening wordt vermeld. Wethouder De Peuter zegt toe dat de betreffende tekst bezien zal worden en zo nodig voor de besluitvormende raadsvergadering zal worden aangepast. De voorzitter vraagt of er een zodanige weg bewandeld kan worden dat dit stuk toch als hamerstuk aangemerkt kan worden. De heer Hoegee (GB) stelt voor het voorstel onder voorbehoud als hamerstuk aan te merken. Als de aanpassingen niet tot tevredenheid zijn, kan zijn fractie hierop terugkomen bij de vaststelling van de agenda van de besluitvormende vergadering. De voorzitter vraagt het college de raad zo spoedig mogelijk te informeren over de visie van het college m.b.t. de voorgestelde aanpassingen. Besloten wordt het voorstel als hamerstuk te agenderen voor de besluitvormende raad, met inachtneming van het voorbehoud van Gemeentebelangen. 7. Samenwerking West-Brabant en samenwerking Land van Heusden en Altena. De voorzitter zegt dat in het presidium is afgesproken dat dit agendapunt in het vervolg standaard op de agenda van de opiniërende vergadering wordt opgenomen om het college de gelegenheid te geven de raad te informeren over bepaalde ontwikkelingen. Hij deelt mee dat het college op dit moment geen nadere informatie beschikbaar heeft. 8. Rondvraag. De voorzitter zegt dat er geen vragen bij de griffie zijn aangemeld. Hij vraagt of er nog iemand gebruik wil maken van de rondvraag. De heer Vink (VVD) zegt dat er verschillende inwoners hebben geklaagd over de dichtgetimmerde winkels naast het gemeentehuis en het troosteloze aanzicht hiervan. Tevens wijst hij op mogelijk gevaar door brandstichting. Hij vraagt of er iets aan de situatie gedaan kan worden

6 De heer Mastwijk (PvdA) vraagt wanneer de sportnota aan de raad zal worden voorgelegd. Daarmee samenhangend vraagt hij of het college voornemens is het convenant te ondertekenen over de beleidsimpuls brede school, cultuur en sport (inzet van combinatiefunctionarissen). Zijn fractie heeft een brief gestuurd over de algemene uitkering en heeft hierop inmiddels antwoord gekregen. Naar aanleiding van de beantwoording vraagt de fractie naar de uitkomst van de genoemde berekening; de uitkomst van de afwijking door de areaaluitbreiding t.o.v. de algemene uitkering en wat de kosten van de inhuur waren. De heer Van Kalkeren (CU) vraagt naar de stand van zaken m.b.t. de bouwplannen t Rond. Hoeveel woningen zijn er verkocht en wanneer start de bouw? N.a.v. zijn vraag in de vorige vergadering over 60 km wegen vraagt hij of de aanpassingen al zijn doorgevoerd en in kaart gebracht. Wethouder Bergsma zegt dat het ook het college een doorn in het oog is dat de MCD en aangrenzende panden aan het verpauperen zijn. Drie weken geleden is er contact geweest met de eigenaar van de MCD en zijn er afspraken gemaakt over het opknappen van het schilderwerk. De situatie heeft de nadrukkelijke aandacht van het college. Er loopt m.b.t. t Rond een beroepszaak bij de rechtbank. Een poging om tot een minnelijke oplossing met de bezwaarmakers te komen is mislukt. De uitspraak van de rechtbank moet nu worden afgewacht. Er waren voor t Rond 7 voorlopige koopcontracten afgesloten, maar hiervan zijn er inmiddels een aantal teruggetrokken. Er worden 54 woningen gebouwd, waarvan 18 woningen worden afgenomen door Woonlinie. Er is helaas nog een duidelijkheid te geven over de startdatum van de bouw. Op het moment dat de bouwvergunning rond is zal de makelaar de woningen opnieuw in de markt zetten. Spreker verwacht dat de sportnota voor het eind van het jaar aan de raad zal worden voorgelegd. Daarin is een paragraaf opgenomen over de inzet van combinatiefuncties cultuur, recreatie en sport en over gezamenlijke aanpak met de buurgemeenten. Er wordt nog een afwachtende houding aangenomen op dit punt t.a.v. het potje wat hiervoor door het rijk beschikbaar is gesteld en of dit in stand wordt gehouden. Spreker zegt toe dat hij de gevraagde berekening van de algemene uitkering via het griffiebericht aan de raad zal toesturen. Het betreft een complexe en zeer technische berekening. Naar schatting zijn er à uitgegeven voor inhuur. Wethouder De Peuter antwoordt dat er een inventarisatie plaatsvindt van alle situaties m.b.t. 60 km wegen. Als dit beeld volledig is zullen de veranderingen op een heldere manier naar buiten toe gecommuniceerd worden. 9. Sluiting. De voorzitter sluit de vergadering om uur