NL Art. Nr

Transcriptie

1 NL Art. Nr

2 De Lumina 21 is een klimaatregelaar voor varkensstallen. De regelcomputer is breed inzetbaar en geschikt voor sterk uiteenlopende klimaten. De regelcomputer ondersteunt de volgende ventilatiesystemen: PowerFlow EasyFlow NatuFlow CentralFlow Kenmerken van de Lumina 21: Volledig geautomatiseerde klimaatbeheersing op basis van de levenscyclus van de dieren. Diermanagement: registratie van het inleggen, afleveren en uitvallen van dieren. Aansturing van externe apparatuur met schakelklokken. Registreren van verbruik (bijvoorbeeld gas of elektriciteit) op basis van terugmelding. Uitgebreide (en deels instelbare) alarmering, zodat u direct kunt ingrijpen als een proces niet verloopt zoals verwacht. Inclusief EasyFeed voor efficiënte sturing van eenvoudige droogvoerinstallaties. Algemeen Gebruikersvriendelijke gebruikersinterface, grafisch beeldscherm (320 x 240 pixels), met variabel menu. Eenvoudige, rechtstreekse bediening van de belangrijkste klimaat- en beheersfuncties. Toegang via een optionele wachtwoordbeveiliging met tot 3 verschillende niveaus (normaal gebruiker, ervaren gebruiker en installateur), de zogenaamde Multi-level databescherming. Alarmering o.a. op basis van temperatuur, RV, RTTM en spanningsuitval. Totaal 28 externe alarmingangen, 4 centraal en 24 voor de afdelingen (1 per afdeling). Detectie van temperatuurverschillen voor het sturen van een signaal aan een externe automatische brandmeldinstallatie (BMI). Klimaat per afdeling Sensoren Meting van de vertrektemperatuur met behulp van maximaal 2 sensoren en temperatuurinstelling in stappen van 0,1 ºC. Verwarming en koeling met maximaal 2 sensoren per regeling. Dit kunnen dezelfde sensoren zijn als voor de omgevingstemperatuur, maar dit kunnen ook andere sensoren zijn (bijv. vloerverwarming). 1 RV-meting met behulp van 1 elektronische RV-sensor, instelling per %. 1 Drukmeting met behulp van een onderdruksensor, instelling per Pa. 1 Kooldioxidemeting met behulp van een CO2-sensor, instelling in ppm (max ppm), of 1 Ammoniakmeting met behulp van een NH3-sensor, instelling in ppm (max. 100 ppm). Lumina 21 2

3 Ventilatie De ventilatie wordt berekend op basis van het diergewicht en het aantal dieren m3/kg/uur of op basis van %. Maximaal 2 ventilatiezones. Ventilatieregeling op basis van staltemperatuur, met beïnvloeding door hoge en lage buitentemperatuur en relatieve vochtigheid. Zeer uitgebreide combitabel met 20 setpoints, 1 regelbare groep, 3 extra groepen parallel aan de eerste regelbare groep, 5 combirelais, 1 inlaatregeling (te gebruiken voor 2 inlaten links/rechts), 1 extra inlaatregeling en onderdrukinstelling. Afzuiging Variabele toerentalregeling voor een regelbare ventilatiegroep (via I-fans, ITM of frequentieregelaar) via het I/O-netwerk of met behulp van analoge uitgang, met of zonder terugkoppeling van het toerental door de ventilator of de meetwaaier. Bijschakelen van maximaal 3 extra regelbare ventilatiegroepen, via het I/O-netwerk of met behulp van analoge uitgang, gebaseerd op dezelfde regelwaarde als de eerste groep. Met of zonder terugkoppeling van het toerental door de ventilator of de luchtstroomtransmitter. Schakelen van maximaal 5 AAN-/UIT-ventilatiegroepen, met relais. Modulerende AAN-/UIT-ventilatoren. Bij modulerende ventilatie (wisselen van ventilatoren) kan een roulatie worden toegepast tussen de ventilatoren. Afzonderlijke smoorklepregeling, via een instelbare factor en een minimale stand gekoppeld aan de lineaire afzuiging of smoorklepregeling via Proflow- of NatuFlow-concept. Inlaatregeling 2 Inlaatregelingen (2 zones) voor het besturen van de luchtinlaten, kleppen of gordijnen met behulp van dezelfde instelling. De luchtinlaten kunnen onderling worden gecorrigeerd op basis van temperatuurverschil. 1 Extra inlaatregeling. Te gebruiken voor de regeling van een zomerinlaat, tunnelinlaat of gordijn. Airmix ventilatieregeling: verse lucht wordt automatisch door een ifan vermengd met de lucht in de afdeling. Verwarming 4 Verwarmingsregelingen per afdeling, AAN/UIT, modulerend op basis van tijd, analoog. Op basis van de eigen sensor of vertreksensor en gekoppeld aan de staltemperatuur (omgevingsverwarming / zoneverwarming) of op basis van de eigen temperatuurinstelling (vloerverwarming of biggennestverwarming). Koeling 1 Koelregeling per afdeling, AAN/UIT of modulerend op basis van tijd. Op basis van de eigen sensor of vertreksensor en gekoppeld aan de staltemperatuur, of op basis van de eigen temperatuurinstelling. Bij gebruik als verdampingskoeling (dripcooling), met schakelklok, minimale instelling en P-band. Beheer per afdeling Curve Per afdeling kan een van de 5 beschikbare klimaatcurves worden gekozen. Diergegevens Invoer van het aantal dieren, leveringen en de uitval met bijbehorende diergewichten. Lumina 21 3

4 Schakelklok 1 Schakelklok per afdeling met maximaal 24 star- en stoptijden. Deze schakelklokken zijn toepasbaar voor verschillende doeleinden. Zonder registratiefunctie. Voerklok 1 EasyFeed voerklok per afdeling voor het voeren van een soort voer Maximaal 8 starttijden Instelling voor maximale looptijd Sensoringang voor het detecteren van voer in de voerlijn Historische waarden (een week) van de looptijden van de voerlijn Alarmering bij maximale looptijd, vulsensor (vertraagd) en handmatige stop Registratie 2 Registratiegroepen per afdeling, bijvoorbeeld, voor waterverbruik. Historische waarden (een week) van bijv. temperaturen, RV, etc., inclusief minimale en maximale waarden. Centrale functies Buitencondities Aansluiting voor weerstation (buitentemperatuur, buiten-rv, windrichting en windsnelheid). Curve Er zijn 5 curven beschikbaar. Per afdeling kan een van de curven worden geselecteerd. De volgende instellingen kunnen in een curve (maximaal 20 setpoints) worden geprogrammeerd: Dagnummer Staltemperatuur Extra temperatuur (bijv. voor verwarming) Gewenste RV Diergewicht Minimale ventilatie (in m3/dier/h) Maximale ventilatie (in %) Centrale ventilatieregeling 4 Centrale ventilatieregelingen die kunnen worden gebruikt voor de regeling van de centrale afzuiging of de luchtinlaten. Afdelingen kunnen worden toegewezen aan een centrale afzuiging en een centrale inlaatregeling. De regelingen van de centrale ventilatie werken op basis van de combi-instellingen, vergelijkbaar met de combiregeling van de afdelingsventilatie. Centrale regeling op basis van de afdeling met de hoogste vraag met optionele correctie van en bewaking op negatieve druk. Via FNet kan maximaal 1 aanvraag voor centrale ventilatie worden doorgegeven. Lumina 21 4

5 Centrale verwarmingsregeling 4 Voorregelingen voor de centrale verwarmingsregeling. Per voorregeling kunnen 6 boilers worden aangestuurd op basis van een stooklijn en warmtevraag. Via FNet worden maximaal 2 aanvragen voor centrale verwarming doorgegeven. Schakelklokken 4 Schakelklokken per afdeling met maximaal 24 start- en stoptijden. Deze schakelklokken zijn toepasbaar voor verschillende doeleinden. Zij hebben geen registratiefunctie. Voerklok 4 EasyFeed voerklokken voor het voeren van een soort voer Maximaal 8 starttijden Instelling voor maximale looptijd Sensoringang voor het detecteren van voer in de voerlijn Historische waarden (een week) van de looptijden van de voerlijn Alarmering bij maximale looptijd, vulsensor (vertraagd) en handmatige stop Registratie 4 Centrale registratiegroepen, bijvoorbeeld, voor waterverbruik. Lumina 21 5

6 FDP45 Netspanning Netfrequentie Maximaal opgenomen vermogen 90 Vac 264 Vac 50/60 Hz 45 VA IOB.4 Beschikbare voeding voor sensoren en randapparatuur 24 Vdc (kortsluitvast) max. 500 ma 12 Vdc, kortsluitvast max. 70 ma 4 Analoge uitgangen (AO) Spanningsbereik 0 10 Vdc Maximale belasting 1 ma Uitgangsweerstand Analoge ingangen (AI) Types selecteerbaar met behulp van jumpers weerstand of spanning Weerstand: Temperatuurbereik voeler type S.7-50C tot +110C - nauwkeurigheid (-25C tot +100C) <0.5C - nauwkeurigheid (0C tot +60C) <0.2C Meetbereik voor positieterugmelding 0-20k Spanning: Meetbereik (ingangsweerstand 100 k 0 10 Vdc Nauwkeurigheid +/-15 mvdc 4 Digitale ingangen (DI) Nullastspanning 12 Vdc Laag peil <1,0 Vdc Toepassing: Telleringang, min. pulsbreedte 25 ms max. frequentie 20 Hz Toepassing: Frequentie-ingang max. frequentie 5 khz 5 Digitale uitgangen (relais) Relais 1, 2, 3 (wisselcontact) en 4: potentiaalvrij max. 2 A, 60 Vdc / 30 Vac Relais 5 (alarmrelais): potentiaalvrij max. 2 A, 60 Vdc / 30 Vac Extra digitale uitgangen (DO) Aansluiting voor optioneel relais (FRM.8 print). Communicatie IO-net voor extra in- en uitgangen met behulp van I/O-modules. FNet, Fancom netwerk voor onderlinge communicatie van regelcomputers en koppeling met PC. Behuizing Kunststof behuizing met schroefklep Afmetingen (l b h) Gewicht (onverpakt) Omgevingsklimaat Bereik bedrijfstemperatuur Bereik opslagtemperatuur Relatieve vochtigheid IP mm 3,0 kg 0 C tot +40 C 10 C tot 50 C <95%, niet-condenserend Lumina 21 6