Archeologisch onderzoek

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Archeologisch onderzoek"

Transcriptie

1

2

3 59 Bijlage 6 Archeologisch onderzoek Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

4 Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven Uitbreidingsplan Goudswaard Oost, Goudswaard, Gemeente Korendijk L. R. van Wilgen

5

6 Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven Uitbreidingsplan Goudswaard Oost, Goudswaard, Gemeente Korendijk L. R. van Wilgen

7 Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven Uitbreidingsplan Goudswaard Oost, Goudswaard, Gemeente Korendijk L. R. van Wilgen SOB Research, Instituut voor Archeologisch en Aardkundig Onderzoek SOB Research Heinenoord, augustus 2011 ISBN/EAN: Projectnummer:

8 Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven Uitbreidingsplan Goudswaard Oost, Goudswaard, Gemeente Korendijk Inhoud 1. Inleiding Planontwikkeling Archeologisch onderzoek Opdrachtverlening Doel van het onderzoek Fasering Onderzoeksteam 7 2. Onderzoekssysteem: gehanteerde methoden en technieken Strategie Fysisch-geografisch onderzoek Methoden en technieken Structuren en grondsporen Artefacten Resultaten vooronderzoek Resultaten IVO-P Uitvoering onderzoek Bodemopbouw Grondsporen Archeologisch vondstmateriaal Synthese Waardering Samenvatting, conclusies en aanbeveling Samenvatting en conclusies Aanbeveling 29 Literatuur 31 Verklarende woordenlijst 33

9 Bijlage 1: Administratieve gegevens 35 Bijlage 2: Archeologische en geologische tijdschaal 37 Bijlage 3: Profielkolommen IVO-P Uitbreidingsplan Goudswaard Oost 39 Bijlage 4: Overzicht aangelegde vlak in of op top Hollandveen 47 Bijlage 5: Fotolijst 53 Bijlage 6: Tekeningenlijst 55 Bijlage 7: SOB Research: Gegevens 57 2

10 1. Inleiding 1.1 Planontwikkeling Aanleiding tot het archeologisch onderzoek vormt de procedure tot wijziging van het bestemmingsplan ten behoeve van de aanleg van een nieuwe woonwijk aan de oostzijde van de huidige bebouwde kom van Goudswaard (Gemeente Korendijk). Ten tijde van het onderzoek waren geen gegevens voorhanden met betrekking tot de aard en omvang van toekomstige inrichtings- en bouwwerkzaamheden en de daarmee gepaard gaande bodemverstoring(en). De oppervlakte van het plangebied bedraagt circa 6.2 hectare. Ter plaatse van de meest noordelijke randzone (circa 50 meter) van het plangebied zullen geen inrichtingswerkzaamheden plaatsvinden. De oppervlakte van het onderzoeksgebied bedraagt circa 5.4 hectare. Afbeelding 1. Ligging van het onderzoeksgebied (rode stip) in Nederland. 1.2 Archeologisch onderzoek In 2010 is door SOB Research een Archeologisch Bureauonderzoek en een Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen (IVO-Overig, verkennend) uitgevoerd. 1 Dit onderzoek had tot doel de geologische opbouw, de intactheid van de bodem en de kans op de aanwezigheid van archeologische en cultuurhistorische waarden in het plangebied vast te stellen. Bij dit onderzoek werd vastgesteld dat de bodemopbouw ter plaatse van het plangebied intact is en dat hier archeologische resten uit de IJzertijd tot en met de Late Middeleeuwen aanwezig kunnen zijn. Op basis van de uit het vooronderzoek verkregen resultaten werd de aanbeveling gedaan om in het onderzoeksgebied een Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven te laten uitvoeren, dit om meer duidelijkheid te verkrijgen over de daadwerkelijke aan- of afwezigheid van archeologische resten. Deze aanbeveling werd door het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Korendijk overgenomen en besloten werd dat in het kader van de planprocedure een deel van het plangebied met een oppervlakte van circa 5.4 hectare middels een Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven nader op de aanwezigheid van archeologische waarden onderzocht moest worden. 1 Ras,

11 Afbeelding 2. De globale ligging van het onderzoeksgebied (rode stip) in de Hoeksche Waard. 1.3 Opdrachtverlening Op basis van de door SOB Research opgestelde offerte (Aanvraag Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven Uitbreidingsplan Goudswaard Oost, Goudswaard, d.d. 18 mei 2011) heeft het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Korendijk op 14 juni 2011 aan SOB Research opdracht verleend om het Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven uit te voeren. Het onderzoeksgebied betrof een kleiner deel van het plangebied, zoals dit is aangegeven door de opdrachtgever (zie Afbeelding 4). 1.4 Doel van het onderzoek Het doel van het Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven was om na te gaan of er in het onderzoeksgebied behoudenswaardige archeologische vindplaatsen aanwezig zijn. Bij het aantreffen van archeologische resten dienden deze te worden gedocumenteerd en gewaardeerd. Dit betreft het vaststellen van de aard, de ouderdom, de globale omvang, de diepteligging, de gaafheid en de conservering van archeologische vindplaatsen, voor zover aanwezig binnen het onderzoeksgebied. De waardering en het daarop gebaseerde selectieadvies moesten voldoende basis bieden voor een door de bevoegde overheid daarop te baseren selectiebesluit. 4

12 In het Programma van Eisen 2 zijn ten aanzien van dit IVO-p de volgende specifieke onderzoeksvragen geformuleerd: 1. De horizontale c.q. verticale spreiding van de aanwezige archeologische resten. 2. De ouderdom, c.q. fasering van de aanwezige archeologische resten. 3. De aard van de aanwezige archeologische resten en de relatie met eerder ontdekte archeologische vindplaatsen in de omgeving van het onderzoeksgebied 4. De aanwezigheid van cultuur- en/of leeflagen, structuren en/of funderingen en muurwerk. 5. De aanwezigheid van ophooglagen. 6. De conserveringstoestand van organisch- en ecologisch materiaal en van metaal. 7. De gaafheid van de aanwezige archeologische resten en de aanwezigheid van bodemverstoringen 8. De geologische context van de aanwezige archeologische resten. 9. Het lokale, regionale c.q. nationale belang van de aanwezige archeologische resten. 10. De waardering van de archeologische vindplaatsen. 11. De noodzaak tot het uitvoeren van aanvullend archeologisch onderzoek. 12. De eventueel te nemen maatregelen of te treffen voorzieningen voor behoud in situ van behoudenswaardige archeologische vindplaatsen. Afbeelding 3. Ligging van het plangebied (rood omkaderd) geprojecteerd op een uitsnede van de Topografische Kaart. Schaal 1: Bron: Grote provincie Atlas 1: Zuid-Holland, Wolters-Noordhoff Atlasprodukties;Groningen: Van den Bosch,

13 Afbeelding 4. Ligging van het onderzoeksgebied (rood omkaderd), geprojecteerd op een uitsnede van de Grootschalige Basiskaart Nederland (GBKN). Het met blauw omkaderde deel van het plangebied behoefde niet te worden onderzocht, omdat hier geen inrichtingswerkzaamheden zullen gaan plaatsvinden. Schaal 1: Topografische Dienst Kadaster, Emmen [2011]. 1.5 Fasering Na de opdrachtverlening is er een begin gemaakt met het onderzoek. Eerst is gewerkt aan de voorbereiding van het onderzoek. De uitvoering van het veldwerk vond plaats van 25 tot en met 27 juli Hierna is, op basis van de verkregen gegevens, een overzicht samengesteld van de aangetroffen archeologische, cultuurhistorische en aardkundige waarden. De verkregen gegevens, de daaraan verbonden conclusies, alsmede de op basis hiervan tot stand gekomen adviezen zijn uitgewerkt in het nu voorliggende rapport. 6

14 1.6 Onderzoeksteam Het onderzoeksteam van SOB Research bestond uit: G. M. H. Benerink veldwerk, digitalisatie A. C. Mientjes veldwerk C. A. Prins veldwerk L. R. van Wilgen voorbereiding veldwerk, veldwerk en rapportage 7

15 8

16 2. Onderzoekssysteem: gehanteerde methoden en technieken 2.1 Strategie Het onderzoek werd uitgevoerd in overeenstemming met de KNA, versie 3.2 (2010), protocol IVO-P. Voorafgaand aan het IVO-P werd door de uitvoerende archeologen grondig kennis genomen van het rapport 'Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Uitbreidingsplan Goudswaard Oost, Goudswaard, Gemeente Korendijk' (Ras, 2011) en van het Programma van Eisen (van den Bosch, 2011). Het onderzoeksgebied diende te worden onderzocht door middel van 10 proefsleuven van 15 x 3 meter (zie Afbeelding 5). Bij iedere proefsleuf diende eerst een controlevlak te worden aangelegd net onder de bouwvoor, dit met het oog op mogelijk aanwezige archeologische resten uit de Late Middeleeuwen. Er werd in principe één vlak aangelegd in de top van het Hollandveen. Bij de proefsleuf ter plaatse van Boring nr.: 34 diende een tussenvlak te worden aangelegd op het niveau waar tijdens het booronderzoek houtskool was aangetroffen (circa meter beneden het maaiveld). Bij de aanleg van de vlakken werd laagsgewijs (per 10 centimeter) verdiept. 2.2 Fysisch-geografisch onderzoek Bij de aanwezigheid van sporen in het vlak diende een volledig lengteprofiel van de proefsleuf te worden gedocumenteerd. Bij het ontbreken van sporen kon worden volstaan met het documenteren van twee kolomopnamen op de beide uiteinden van de proefsleuf. 2.3 Methoden en technieken Alle archeologische sporen en structuren dienden te worden ingemeten in overeenstemming met de KNA 3.2, protocol IVO-P. Bij de aanleg van vlakken en het afwerken van sporen werd gebruikt gemaakt van een metaaldetector voor het opsporen van metaalvondsten. Bij de aanleg van het vlak zou vondstmateriaal per stratigrafische laag, per spoor of - indien het vlakvondsten betroffen - in vakken van 5 x 3 meter worden verzameld. Bij de aanwezigheid van sporen diende minimaal één raai hoogtematen te worden genomen van het vlak, dit om de vijf meter. Tevens diende één raai hoogtematen te worden genomen van het maaiveld, eveneens om de vijf meter. Van sporen en coupes dienden in het vlak hoogtematen te worden genomen, zo ook van de onderzijde van het spoor of de coupe. Van bijzondere vondsten diende apart een hoogtemaat te worden genomen. Bijzondere vondsten (o.a. metaalvondsten) dienden individueel te worden ingemeten. Van iedere sleuf diende het vlak te worden getekend op schaal 1: 50. Profielen en coupes dienden te worden getekend op schaal 1: 20. Bijzondere sporen in het vlak en in coupe dienden te worden getekend op schaal 1: 10. Vlakken, profielen, relevante sporen, structuren en coupes dienden fotografisch te worden vastgelegd. Sporen, coupes en profielen dienden te worden voorzien van een noordpijl, een schaalstok en een fotobordje. In het geval van de aanwezigheid van muurwerk diende van de bovenzijde, de onderzijde en van iedere versnijding een hoogtemaat te worden genomen. Hoogtematen dienden in ieder geval ook aan het begin en het eind van de betreffende muur, alsmede op de hoeken en aanhechtingen te worden genomen. Bouwkundige details, zoals reparaties of faseringen, dienden nauwgezet te worden vastgelegd op tekening en foto. 9

17 Van alle aanwezige afzonderlijke baksteenmaten zou een baksteen worden bemonsterd. Het baksteenmateriaal diende te worden beschreven en de baksteenformaten opgemeten. Tevens diende, indien mogelijk, een vijf-lagenmaat te worden genoteerd. Tenslotte diende het metselverband en de relatie met aangrenzend muurwerk te worden beschreven. Afbeelding 5. De op Afbeelding 4 in het PvE voorgestelde positie van de te graven proefsleuven, geprojecteerd op een verkleinde weergave van de boorpuntenkaart van het IVO-Overig. Schaal 1:

18 Kwetsbare vondsten moesten in afwachting van nadere evaluatie en selectie te worden geconsolideerd, in overeenstemming met de Archeologie, Leidraad 1, Veldhandleiding archeologie (CvAK). De datering van sporen moest worden gebaseerd op de datering van het aangetroffen artefacten (met name aardewerkfragmenten en/of bouwmateriaal). Indien dit niet mogelijk bleek te zijn, diende er te worden bemonsterd met het oog op een absolute datering (eventuele dendrodatering en/of een eventuele C14-datering). 2.4 Structuren en grondsporen Alle sporen dienden te worden gecoupeerd en daarna volledig te worden afgewerkt. 2.5 Artefacten Bij de aanleg van vlakken werd vondstmateriaal per stratigrafische laag, per spoor of -indien het vlakvondsten betroffen- in vakken van 5 x 3 meter verzameld. Tevens dienden belangwekkende of kwetsbare vondsten in situ gefotografeerd en als puntvondsten gedocumenteerd te worden. Bij het couperen zouden vondsten per spoor en/of spoorlaag verzameld worden. Uit de profielen zou vondstmateriaal verzameld worden per stratigrafische eenheid. 11

19 12

20 3. Resultaten vooronderzoek In opdracht van het College van Burgemeesters en Wethouders van de Gemeente Korendijk werd door SOB Research in het kader van de procedure tot wijziging van het bestaande bestemmingsplan ter plaatse van het plangebied een Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen (IVO-Overig) uitgevoerd. 3 Op basis van het bureauonderzoek werd een Archeologisch Verwachtingsmodel opgesteld. In de directe omgeving van het onderzoeksgebied is slechts in beperkte mate eerder onderzoek uitgevoerd. Direct ten westen en ten zuiden van het plangebied werden in 1998 door SOB Research archeologische onderzoeken uitgevoerd. 4 Hierbij werden geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen aangetroffen. Verder ten westen van het plangebied bevindt zich een Terrein van hoge archeologische waarde (Monumentnr.: 16149, 43B-002). Op deze locatie werd aardewerk, bot en houtskool aangetroffen uit de Late IJzertijd en de Romeinse tijd. Tevens werd het voorkomen van een brandlaag waargenomen. In het kader van het uitgevoerde IVO-Proefsleuven wordt hier volstaan met een integrale weergave van het archeologisch verwachtingsmodel voor het plangebied: Op basis van de beschikbare geologische, archeologische en historische gegevens kan worden ingeschat dat er binnen het onderzoeksgebied archeologische sporen uit de Prehistorie tot en met de Nieuwe Tijd zouden kunnen worden aangetroffen. Ter plaatse van het onderzoeksgebied kan een profiel van (kom-)afzettingen van Duinkerke IIIb 5, ontstaan tussen circa 1070 A.D en de 17 de eeuw, op Hollandveen 6, op Afzettingen van Calais 7 worden aangetroffen. In de top van de Afzettingen van Calais kunnen, theoretisch gezien, archeologische resten uit het Neolithicum worden aangetroffen. Vanwege het wadachtige milieu wordt deze kans echter klein geacht. De top van de Afzettingen van Calais kan op een diepte van 3.5 meter -NAP worden gevonden. In en op de top van het Hollandveen kunnen archeologische resten uit de IJzertijd tot de Late Middeleeuwen worden aangetroffen. De top van het Hollandveen kan al op een diepte van circa 1.5 meter -NAP worden aangetroffen. Ter plaatse van voormalige geulsystemen is sprake van erosie van de top van het Hollandveen, en hier kunnen archeologische resten door zijn aangetast, of verdwenen. Archeologische sporen uit de Late Middeleeuwen (vanaf de dertiende eeuw) tot de Nieuwe Tijd kunnen op de Afzettingen van Duinkerke IIIb aanwezig zijn. Op basis van historisch onderzoek zou er sprake zijn van bebouwing ter plaatse van het noordoostelijke deel van het onderzoeksgebied. Deze bebouwing stond er reeds in 1575, en was in 1681 weer afgebroken. Mogelijk houdt deze afbraak verband met overstroming in de zeventiende eeuw. Archeologische sporen uit de periode tussen 1070 en 1246 A.D. worden niet verwacht, omdat het onderzoeksgebied toen deel uitmaakte van een waddengebied. Voor alle vindplaatsen geldt dat het complextype divers is, het kan gaan om nederzettingsterreinen, activiteitenzones, grafvelden, maar ook om een akkerlaag. De omvang van mogelijk aan te terffen archeologische sporen is op dit moment nog niet bekend. Archeologische vindplaatsen kunnen herkend worden aan de hand van de aanwezigheid van een bewoningsniveau of een akkerlaag, door middel van vuursteen, fragmenten aardewerk, houtskool of bijvoorbeeld botmateriaal. In hoeveree het bodemprofiel (en daarmee mogelijk archeologische resten) nog intact aanwezig zal zijn, is niet bekend. 3 Ras, Van den Bosch & Ras, Naar de Mulder et. al. (2003) te benoemen als Laagpakket van Walcheren van de Formatie van Naaldwijk 6 Naar de Mulder et. al. (2003) te benoemen als Hollandveen Laagpakket van de Formatie van Nieuwkoop 7 Naar de Mulder et. al. (2003) te benoemen als Laagpakket van Wormer van de Formatie van Naaldwijk 13

21 Dit geldt ook voor de invloed van post-depositionele processen op het aanwezige bodemarchief. In het tweede deel van bovengenoemde rapportage worden de resultaten besproken van het booronderzoek dat is uitgevoerd om het archeologisch verwachtingsmodel te toetsen: Op basis van de onderzoeksgegevens kan worden gesteld dat ter plaatse van het onderzoeksgebied een bouwvoor op klei en zand van de Afzettingen van Duinkerke IIIb, mogelijk op oudere Afzettingen van Duinkerke, op Hollandveen, op klei van de Afzettingen van Calais aanwezig is. De Afzettingen van Duinkerke IIIb zijn ontstaan tussen circa 1070 A.D. en de zeventiende eeuw. Deze afzettingen bestaan uit klei, met inschakelingen van zand. In een aantal boringen werd onderin de Afzettingen van Duinkerke een meer organisch kleilaagje aangetroffen. Mogelijk betreft het hier oudere Afzettingen van Duinkerke, maar met zekerheid is dit niet te stellen. Direct onder de Afzettingen van Duinkerke is veen aangetroffen. Dit betreft Hollandveen. Het Hollandveen lijkt grotendeels intact te zijn. Over het algemeen werd de bovenzijde van het veen op een redelijk constante diepte aangetroffen, zo rond 2 meter -NAP. In een klein aantal boringen lag de top van het veen dieper. Dit was het geval in Boring nr.: 1, 9, 14, 19. Waarschijnlijk is hier sprake van erosie door geulinsnijding na 1070 A.D.. De top van de Afzettingen van Calais werd op een diepte tussen 3.5 en 4.5 meter -NAP aangetroffen. Het aangetroffen bodemprofiel lijkt overal grotendeels intact te zijn. Tevens zijn er geen aanwijzingen gevonden voor grootschalige erosie van het Hollandveen. Op basis van de bevindingen van het booronderzoek werd de volgende aanbeveling geformuleerd 8 : Er zijn geen aanwijzingen dat het bodemprofiel dusdanig verstoord is dat er geen kans meer bestaat op de aanwezigheid van archeologische waarden. Onduidelijk is wat voor type archeologische vindplaats kan worden aangetroffen. Er dient bij een verdere kartering dus te worden uitgegaan van het minst gunstige scenario, dat wil zeggen de aanwezigheid van een archeologische vindplaats met een lage vondstdichtheid, of het ontbreken van een vondstlaag. Karterend booronderzoek is, volgens de aan de KNA gelieerde Leidraad Karterend Booronderzoek 9, alleen een geschikte prospectiemethode wanneer per definitie sprake is van de aanwezigheid van een archeologische laag en/of een vondstdichtheid die matig hoog of hoog is. Bij vindplaatsen met een lage vondstdichtheid, of bij gebrek aan een vondstlaag, is het graven van proefsleuven de enige geschikte prospectiemethode. Daarom zou moeten worden aanbevolen om ter plaatse van het onderzoeksgebied door middel van een Inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven meer duidelijkheid te verkrijgen over de daadwerkelijke aan- of afwezigheid van archeologische resten. Deze proefsleuven dienen tot in het intacte Hollandveen te worden aangelegd, 8 Ras, 2011, 54 9 Tol et al.,

22 4. Resultaten IVO-P 4.1 Uitvoering onderzoek In het kader van het IVO-p was door het College van Burgemeester van Wethouders van de Gemeente Korendijk bepaald dat de proefsleuven aangelegd dienden te worden ter plaatse van de archeologisch meest kansrijke zones binnen het onderzoeksgebied. Dit betrof zones met hoger liggend Hollandveen, met de top van het veen op of hoger dan 2.10 meter -NAP, ter plaatse van en rondom de Boringen nr.: 4, 7/8, 12, 13, 16/17, 20, 24/29/30 en 31/37/38/43 van het IVO-Overig. Tevens diende een proefsleuf te worden aangelegd ter plaatse van de locatie waar in Boring nr.: 34 houtskool was aangetroffen in de Afzettingen van Duinkerke. Er dienden tien proefsleuven van 15 x 3 meter te worden aangelegd, met een gezamenlijke oppervlakte van circa 450 m² (circa 0.85% van het onderzoeksgebied). Ter plaatse van het onderzoeksgebied zijn tien proefsleuven aangelegd, in lengte variërend van tot meter. De proefsleuven werden aangelegd met behulp van een graafmachine met een platte bak, waarbij laagsgewijs is afgegraven. De vlakken zijn aangelegd zoals voorgeschreven in het PvE. Het eerste controlevlak werd aangelegd onder de bouwvoor in het kleipakket dat overeenkomt met de Afzettingen van Duinkerke IIIb. Dit vlak diende als een controlevlak om de mogelijke aanwezigheid van sporen uit de Late Middeleeuwen te kunnen vaststellen. Met uitzondering van Proefsleuf 8 werd in alle overige proefsleuven het tweede vlak aangelegd op of net in de top van de veenbodem (het Hollandveen). In Proefsleuf 8 werd nog een tussenvlak aangelegd op een diepte van 1.55 meter beneden het maaiveld, dit omdat in Boring nr.: 34 van het IVO-Overig op het niveau tussen meter beneden het maaiveld houtskool was aangetroffen. Een tweetal van de gegraven proefsleuven moest getrapt worden aangelegd. Dit betrof het westelijke deel van Proefsleuf 3 en geheel Proefsleuf 6. Het getrapt aanleggen van de proefsleuven was hier noodzakelijk vanwege de sterke instabiliteit van de putwanden, daar waar er sprake was van zand of sterk zandige afzettingen of waar plastic drainagebuizen in de ondergrond lagen. Proefsleuf Lengte Breedte (gemiddeld) Aantal m² m 3.00 m m² m 2.75 m m² m 2.40 m m² m 3.70 m m² m 3.25 m m² m 2.10 m m² m 3.10 m m² m 3.55 m m² m 3.45 m m² m 3.45 m m² Totaal m² Tabel 1. De lengte en breedte en het aantal gegraven vierkante meters per proefsleuf. Zoals uit bovenstaande tabel 1 kan worden afgeleid, moesten in het geval van het getrapt aanleggen van Proefsleuf 3 en Proefsleuf 6 concessies met betrekking tot de uiteindelijke breedte van proefsleuf op het eindvlak worden gedaan. In deze beide sleuven werd het beoogde aantal van circa 45 vierkante meters dan ook niet gehaald. Dit verlies werd bij andere proefsleuven ruimschoots gecompenseerd. Uiteindelijk werd een totaal van ruim 497 vierkante meters onderzocht. Afbeelding 6 (zie volgende pagina). Overzicht van de aangelegde proefsleuven. Schaal 1:

23 16

24 In totaal werden bij het onderzoek verdeeld over de tien proefsleuven 21 vlakken aangelegd (zie Tabel 2). Proefsleuf Vlak 1 Vlak 2 Vlak 3 meter -mv meter -NAP meter -mv meter -NAP meter -mv Meter -NAP Tabel 2. Overzicht van de per proefsleuf aangelegde vlakken. Vanwege het ontbreken van archeologische sporen en vondsten werd in geen van de aangelegde proefsleuven het direct onder de bouwvoor aangelegde controlevlak fotografisch of op tekening gedocumenteerd. Hetzelfde geldt voor het in Proefsleuf 8 (nabij Boring nr.: 34 van het IVO-Overig) op een diepte van beneden het maaiveld aangelegde tussenvlak. Van elk op of in de top van het Hollandveen aangelegde vlak zijn fotografische opnamen gemaakt, alsmede veldtekeningen (schaal 1: 50) vervaardigd. In iedere proefsleuf werden twee profielkolommen gefotografeerd en beschreven. Voor de veldtekeningen werd gebruik gemaakt van de symbolen volgens de KNA, versie 3.2 (Bijlage III). Tijdens de aanleg van de vlakken is de te ontgraven grond vooraf onderzocht met een metaaldetector. Van de gedocumenteerde vlakken en het maaiveld zijn met behulp van een GPS-systeem hoogtematen genomen, telkens om de 5 meter, en de profielkolommen zijn dusdanig vastgelegd dat een directe koppeling met het NAP gewaarborgd werd. De afwezigheid van archeologisch relevante sporen maakte dat het nemen van monsters niet nodig was. 4.2 Bodemopbouw De bodemopbouw in het onderzoeksgebied was reeds voorafgaand aan het onderzoek zorgvuldig in kaart gebracht. De resultaten van dit waarderend onderzoek hebben het uit het vooronderzoek verkregen beeld van de bodemopbouw bevestigd. Van alle sleuven zijn 2 profielkolommen gedocumenteerd op de einden van de proefsleuven. Ter plaatse van het onderzoeksgebied bestond de bodemopbouw uit een laag opgebrachte grond op Afzettingen van Duinkerke III (inclusief bouwvoor), op oudere Afzettingen van Duinkerke, op Hollandveen. De in het bodemprofiel te onderscheiden stratigrafische eenheden zullen navolgend van onder naar boven worden beschreven. Organisch pakket A Organisch pakket A betrof donkerbruin, bruin tot lichtbruin, matig amorf veen met zichtbare plantenresten, hoofdzakelijk rietwortels en bladeren. Soms was er sprake van een zwak veraarde top, zoals kon worden vastgesteld in de Proefsleuven 4 en 7. Dit veen betreft subboreaal veen uit de periode tussen circa 3000 en 500 voor Chr. De veengroei was een gevolg van vernatting in het gebied. Deze vernatting werd veroorzaakt door een stagnerende waterafvoer van de rivieren door het sluiten van de kustbarrière omstreeks 3000 voor Chr. en het afnemen van het verval van de rivieren. 17

25 Klastisch pakket 1 In alle uitgevoerde proefsleuven werd, soms over de gehele lengte van de proefsleuf, soms ook in slechts een beperkt deel van de proefsleuf, op het Hollandveen een klastische laag aangetroffen van grijsbruine, matig gerijpte, zwak tot matig siltige, soms humeuze of zwak venige klei met plantenresten. Deze klastische laag behoort tot Afzettingen uit de fase Duinkerke I, te plaatsen tussen circa 500 en 200 voor Chr.. Aanvankelijk ontwaterde onder invloed van deze transgressie (fase Duinkerke Ia) het veengebied en vond er bodemvorming plaats op het veen, hetgeen het mogelijk maakte het gebied te koloniseren en zich er te vestigen. In de meer agressievere Duinkerke Ib-fase schuurden geulen en zijgeultjes meer uit en werd over (delen van) het (veen)landschap een kleidek afgezet, de Afzettingen van Duinkerke I. In Proefsleuf 10 werd de aanwezigheid van een geultje uit de fase Duinkerke I vastgesteld, dat zich hier in de veenbodem had ingesneden (zie Afbeeldingen 15, 16). Klastisch pakket 2 Dit pakket werd in alle uitgevoerde proefsleuven op de voorafgaande afzettingen aangetroffen. Het betrof afzettingen van grijze tot bruingrijze klei, afgewisseld met afzettingen van grijs, fijn, veelal aan de basis sterk roestig zand. Deze afzettingen kunnen worden toegeschreven aan Afzettingen van Duinkerke III en zijn te plaatsen in de periode tussen 1070 en de 17 de eeuw. Hoewel een onderscheid moeilijk te maken valt, zeker ook vanwege het ontbreken van dateerbaar vondstmateriaal, bestaat in de proefsleuven 2, 4, 7 en 8 het onderste segment van dit pakket afzettingen mogelijk uit vroege Duinkerke IIIb-Afzettingen. In de Proefsleuven 5 en 6 werd de aanwezigheid van een geultje uit de fase Duinkerke IIIb vastgesteld. Dit geultje had de voorafgaande Duinkerke I-afzettingen geërodeerd en zich tot in de veenbodem ingesneden. Bij het onderzoek werden in het onderzoeksgebied een drietal te onderscheiden profielen aangetroffen. Het betrof: 1. Afzettingen van Duinkerke IIIb op Hollandveen De bijbehorende beschrijving van de profielopbouw luidt (zie Afbeelding 7): Profiel 1: hoogte maaiveld: NAP klei, donkergrijs, gerijpt, heterogeen, vermengd met lichtbruingrijze klei, graszode in top (ophoog + bouwvoor) klei, lichtbruingrijs, gerijpt, veel roestvlekken, onderin zandig (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, grijs, matig gerijpt, roestvlekken (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, donkergrijs, matig gerijpt, enkel roestvlekje, zandig in top (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) veen, donkerbruin, matig amorf, rietresten (Hollandveen Laagpakket, Formatie van Nieuwkoop/ Hollandveen) 18

26 Afbeelding 7. Profiel 1 in Proefsleuf 3. De begrenzing van de top van het Hollandveen (1) is met een onderbroken, lichtgroene lijn gemarkeerd. Het daarboven gelegen pakket van klei- en zandafzettingen (2) behoort tot de Afzettingen van Duinkerke IIIb. Foto (Fotonummer 8) genomen naar het zuiden. 2. Afzettingen van Duinkerke IIIb op Afzettingen van Duinkerke I, op Hollandveen De bijbehorende beschrijving van de profielopbouw luidt (zie Afbeelding 8): Profiel 1: hoogte maaiveld: NAP opgebracht + bouwvoor klei, lichtbruingrijs, sterk gerijpt, naar onderen roestvlekken (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) zand, grijs, matig fijn, schelpresten, in top sterk zandige, ongerijpte klei met plantenresten, afgewisseld met zandbandjes (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, grijsbruin, matig gerijpt, licht organisch, plantenresten, organische vlekjes (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke I) veen, donkerbruin, matig amorf, rietresten (Hollandveen Laagpakket, Formatie van Nieuwkoop/ Hollandveen) 19

27 Afbeelding 8. Profiel 1 in Proefsleuf 6. De begrenzing van de top van het Hollandveen (1) is met een onderbroken, lichtgroene lijn gemarkeerd. De begrenzing van het daarboven gelegen klastische pakket, bestaande uit Afzettingen van Duinkerke I (2), is met een onderbroken, gele lijn gemarkeerd Het daarboven gelegen pakket van klei- en zandafzettingen (3) behoort tot de Afzettingen van Duinkerke IIIb. Foto (Fotonummer 14) genomen naar het zuidwesten. 3. Afzettingen van Duinkerke IIIb, op Afzettingen van Duinkerke I, op Hollandveen. De bijbehorende beschrijving van de profielopbouw luidt (zie Afbeelding 9): Profiel 1: hoogte maaiveld: NAP opgebracht + bouwvoor klei, lichtbruingrijs, gerijpt, zwak siltig (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) zand, bruingrijs, naar onderen sterk roestig (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, lichtgrijsbruin, gerijpt, naar onderen roestvlekken (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, donkergrijsbruin, gerijpt, roestvlekken (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, groengrijs, matig gerijpt, licht organisch, plantenresten (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke I) veen, donkerbruin, matig amorf, rietresten (Hollandveen Laagpakket, Formatie van Nieuwkoop/ Hollandveen) 20

28 Afbeelding 9. Profiel 1 in Proefsleuf 7. De begrenzing van de top van het Hollandveen (1) is met een onderbroken, lichtgroene lijn gemarkeerd. De begrenzing van het daarboven gelegen klastische pakket, bestaande uit Afzettingen van Duinkerke I (2), is met een onderbroken, gele lijn gemarkeerd De begrenzing van het daarboven gelegen klastische pakket, bestaande uit Afzettingen van Duinkerke IIIb (3), is met een onderbroken, oranje lijn gemarkeerd Het daarboven gelegen pakket van klei- en zandafzettingen (4) behoort tot de Afzettingen van Duinkerke IIIb. Foto (Fotonummer 21) genomen naar het noordoosten. Het eindvlak (Vlak 2), in het geval van Proefsleuf 8 Vlak 3, werd aangelegd op of in de top van het Hollandveen. Proefsleuf Top Hollandveen in meters -mv Top Hollandveen in meters t.o.v. NAP Tabel 3. Hoogteligging van de top van het Hollandveen in meters beneden het maaiveld en ten opzichte van het NAP, op basis van de gedocumenteerde profielkolommen op beide uiteinden van de proefsleuven. De top van het Hollandveen lag in meters beneden het maaiveld het hoogst in Proefsleuf 4 op 1.51 meter beneden het maaiveld en het diepst in Proefsleuf 6 op 2.42 meter beneden het maaiveld. Ten opzichte van het Normaal Amsterdams Peil (NAP) lag de top van het veen het hoogst in Proefsleuf 4 op 1.70 meter -NAP en het diepst in Proefsleuf 8 op 2.48 meter -NAP. 21

29 In de Proefsleuven 2 en 5 was er sprake van geen tot nauwelijks verschil in de hoogteligging van de top van het veen. In de Proefsleuven 1, 4, 8 liep de top van het veen van oost naar west op. In de Proefsleuven 3, 6, 7 en 10 was het omgekeerde het geval en vertoonde de top van het veen in oostelijke richting een oplopende tendens. In Proefsleuf 9 liep de top aanvankelijk naar het westen op om vervolgens naar de westzijde van de proefsleuf weer af te lopen. Extrapolerend zou hieruit kunnen worden afgeleid dat in het centraal zuidelijke deel van het onderzoeksgebied er sprake kan zijn van een zone met een hoger gelegen veentop ( veeneiland ). Eenzelfde voorzichtige conclusie zou kunnen gelden voor een zone ten westen van Proefsleuf 8 en ten oosten van Proefsleuf 10, met een westelijke begrenzing ter plaatse van de westkant van Proefsleuf 9 (zie Afbeelding 10). Afbeelding 10. Weergave van het verloop van de top van het Hollandveen. Schaal 1:

30 4.3 Grondsporen Er werden bij het onderzoek slechts enkele grondsporen waargenomen, die alle natuurlijk van karakter waren. Het betrof een Duinkerke IIIb-geultje in Proefsleuf 5 (zie Afbeeldingen 11 en 12) en Proefsleuf 6 (zie Afbeeldingen 13, 14 en 15). In Proefsleuf 10 werd het voorkomen van een geultje uit de fase Duinkerke I vastgesteld (zie Afbeeldingen 16 en 17). 10 In Proefsleuf 8 werden in oudere Duinkerkeafzettingen twee donkergekleurde vegetatiehorizonten (laklaag) aangetroffen (zie Afbeelding 18). Afbeelding 11. Overzichtsfoto van Vlak 2 in Proefsleuf 5. Het verloop van de Duinkerke IIIb-geul is met rode lijnen gemarkeerd. Foto (Fotonummer 16) genomen naar het zuidoosten. Afbeelding 12. Vlaktekening Proefsleuf 5, Vlak 2. De posities van de gedocumenteerde profielkolommen zijn met rood aangeduid. Schaal 1: De vlaktekeningen en overzichtsfoto s van het op of in de top van het Hollandveen aangelegde vlak (Vlak 2, in Proefsleuf 8 Vlak 3) van de overige proefsleuven worden in Bijlage 3 weergegeven. 23

31 Afbeelding 13. Overzichtsfoto van Vlak 2 in Proefsleuf 6. Het Duinkerke IIIb-geultje wordt met rode pijlen gemarkeerd. Foto (Fotonummer 13) genomen naar het zuidoosten. Afbeelding 14. Proefsleuf 6, Profiel 2. In dit profiel is zichtbaar dat een Duinkerke IIIb-geultje (1) zich tot in het Hollandveen heeft ingesneden en daarbij de voorafgaande Afzettingen van Duinkerke I (2) geërodeerd heeft. Aan de oever van het geultje heeft zich een bescheiden oeverwalletje (3) gevormd. 24

32 Afbeelding 15. Vlaktekening Proefsleuf 6, Vlak 2. De posities van de gedocumenteerde profielkolommen zijn met rood aangeduid. Schaal 1: Afbeelding 16. Overzichtsfoto van Vlak 2 in Proefsleuf 10. Het verloop van de Duinkerke I-geul is met rode lijnen gemarkeerd. Foto (Fotonummer 29) genomen naar het zuidoosten. 25

33 Afbeelding 17. Vlaktekening Proefsleuf 10, Vlak 2. De posities van de gedocumenteerde profielkolommen zijn met rood aangeduid. Schaal 1: 150. Afbeelding 18. Overzicht van profiel 3 in Proefsleuf 8. De beide zichtbare vegetatiehorizonten zijn met een rood pijltje gemarkeerd. Foto (Fotonummer 25) genomen naar het noordoosten. In het westelijke deel van Proefsleuf 8 werd in vroege Duinkerke IIIb-afzettingen een restant van een donkergekleurde, voormalige vegetatiehorizont (laklaag) aangetroffen. Dit dunne laagje betreft het restant van een niveau met begroeiing en soms ook enige bodemvorming in de klei, herkenbaar aan een relatief donkere kleur, waarschijnlijk ontstaan gedurende een minder actieve fase of een stilstand in de opslibbing. De horizont representeert een voormalig loopniveau. Op een iets dieper niveau werd op Afzettingen van Duinkerke I nog een voormalige vegetatiehorizont aangetroffen. De houtskool die in Boring nr.: 34 van het vooronderzoek op deze locatie was aangetroffen, is zeer waarschijnlijk uit een van deze voormalige vegetatiehorizonten afkomstig. Er werden in deze horizonten geen aanwijzingen voor de aanwezigheid van menselijke bewoning en/of menselijke activiteiten aangetroffen. 26

34 Mogelijk is het houtskool afkomstig van nabij gelegen bewoning, maar de aanwezigheid ervan zou ook als gevolg van een natuurlijk fenomeen, bijvoorbeeld een natuurbrand als gevolg van blikseminslag, kunnen worden verklaard. In Proefsleuf 4 werd in de Afzettingen van Duinkerke IIIb een uiterst dun bandje met wat houtskoolresten aangetroffen (zie Afbeelding 19). De aanwezigheid van het houtskool kan hier als gevolg van een natuurlijk fenomeen worden verklaard, maar de mogelijkheid dat het houtskool hier door verspoeling terecht is gekomen kan niet worden uitgesloten. Afbeelding 19. Overzicht van profiel 1 in Proefsleuf 4. Het niveau met wat houtskool is met een rood pijltje gemarkeerd. Foto (Fotonummer 10) genomen naar het noordoosten. 4.4 Archeologisch vondstmateriaal Bij het onderzoek werd geen archeologisch vondstmateriaal aangetroffen. 4.5 Synthese Tijdens het onderzoek werden geen archeologische sporen of vondsten aangetroffen. De verwachtte niveaus waarop sporen van menselijke bewoning en/of activiteiten vermoed konden worden, bleken geen archeologisch sporen of vondsten te bevatten. Aangezien er geen archeologische resten zijn aangetroffen, vervallen de specifieke onderzoeksvragen zoals geformuleerd in het Programma van Eisen (zie Paragraaf 1.4). 27

35 4.6 Waardering Het waarderen van een vindplaats in overeenstemming met de KNA 3.2, deelproces Waarderen (VS06), houdt in dat de kwaliteit van het bodemarchief wordt bepaald. Het vaststellen van de kwaliteit geschiedt op basis van belevingsaspecten, fysieke criteria en inhoudelijke criteria, die elk een score toegekend krijgen. In de eerste stap wordt nagegaan of een vindplaats vanwege zijn belevingswaarde, op basis van zijn schoonheid of herinneringswaarde, als behoudenswaardig kan worden getypeerd. Bij de fysieke waardebepaling van een vindplaats wordt getoetst op basis van gaafheid en conservering. Wanneer deze criteria samen bovengemiddeld (vijf of zes punten) scoren wordt de vindplaats als behoudenswaardig aangemerkt. Bij de laatste stap, op basis van inhoudelijke criteria, wordt de vindplaats gewaardeerd op wetenschappelijk belang. Deze wetenschappelijke waarde wordt gemeten aan de hand van zeldzaamheid, informatiewaarde, ensemblewaarde en representativiteit. Zo kunnen vindplaatsen die middelmatig tot laag scoren op fysieke kwaliteit toch als behoudenswaardig geacht worden op basis van hun grote inhoudelijke belang, wanneer zij zeven punten of meer scoren. Aangezien er bij het onderzoek geen sporen zijn aangetroffen en er geen sprake is van een archeologische vindplaats, kan in dit geval van een waardering conform de KNA 3.2, deelproces Waarderen (VSO06) worden afgezien. 28

36 5. Samenvatting, conclusies en aanbeveling 5.1 Samenvatting en conclusies Aanleiding tot het archeologisch onderzoek vormt de procedure tot wijziging van het bestemmingsplan ten behoeve van de aanleg van een nieuwe woonwijk aan de oostzijde van de huidige bebouwde kom van Goudswaard (Gemeente Korendijk). Door toekomstige inrichtings- en bouwwerkzaamheden zouden mogelijk aanwezige archeologische waarden kunnen worden aangetast. In 2010 werd door SOB Research een Archeologisch Bureauonderzoek en een Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen (IVO-Overig, verkennend) uitgevoerd. Bij dit onderzoek werd vastgesteld dat de bodemopbouw ter plaatse van het plangebied intact is en dat hier archeologische resten uit de IJzertijd tot en met de Late Middeleeuwen aanwezig kunnen zijn. De aanbeveling werd gedaan om in het onderzoeksgebied een Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven te laten uitvoeren, dit om meer duidelijkheid te verkrijgen over de daadwerkelijke aan- of afwezigheid van archeologische resten. Door het College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Korendijk werd besloten dat in het kader van de planprocedure een deel van het plangebied met een oppervlakte van circa 5.4 hectare middels een Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven nader op de aanwezigheid van archeologische waarden onderzocht moest worden. Ter plaatse van het onderzoeksgebied werden tien proefsleuven aangelegd. In de proefsleuven werd net onder de bouwvoor een controlevlak aangelegd, dit met het oog op de mogelijke aanwezigheid van middeleeuwse bewoning. Vervolgens werd laagsgewijs verdiept en werd een tweede vlak aangelegd op of net in de top van het Hollandveen. In Proefsleuf 8 werd nog een tussenvlak aangelegd op een diepte tussen meter beneden het maaiveld, omdat hier bij het vooronderzoek in Boring nr.; 34 in de afzettingen houtskool was aangetroffen. Tijdens het onderzoek werden geen archeologische sporen en/of vondsten aangetroffen. Aangezien er geen archeologische vindplaats is aangetroffen, kan van een beantwoording van de specifieke onderzoeksvragen, zoals geformuleerd in het Programma van Eisen (zie Paragraaf 1.4), en van een waardering conform het deelproces Waarderen (VS06) in de KNA 3.2 worden afgezien. 5.2 Aanbeveling Bij de uitvoering van het onderzoek zijn in het onderzoeksgebied geen archeologische vindplaatsen, sporen van menselijke activiteiten of vondsten aangetroffen. De uitvoering van een archeologisch vervolgonderzoek wordt dan ook niet noodzakelijk geacht. 29

37 30

38 Literatuur - Bosch, J. E. van den: Programma van Eisen Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven Uitbreidingsplan Goudswaard Oost, Goudswaard, Gemeente Korendijk, versie ; SOB Research, Heinenoord: Bosch, J. E. van den, en J. Ras: Inventariserend Archeologisch Onderzoek Gemeente Korendijk, 1998: Heinenoord: Mulder, E. F. J. de, M.C. Geluk, I. L. Ritsema, W. E. Westerhof en T. E. Wong: De ondergrond van Nederland; Groningen: Tol, A.J., et al.: Leidraad inventariserend veldonderzoek; Deel: karterend booronderzoek; Amsterdam: Topografische Dienst: Grote Provincie Atlas 1: Zuid-Holland; Groningen/Emmen: Ras, J.: Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Uitbreidingsplan Goudswaard Oost, Goudswaard, Gemeente Korendijk; SOB Research, Heinenoord:

39 32

40 Verklarende woordenlijst antropogeen C14 datering erosie Hollandveen in situ Pleistoceen transgressiefase door menselijk handelen bepaling van het gehalte aan radioactieve koolstof (C14) van organisch materiaal (hout, houtskool, schelpen, etc.) waaruit de ouderdom kan worden afgeleid. Deze ouderdom wordt opgegeven in jaren voor 1950 A.D. verzamelnaam voor processen die het aardoppervlak aantasten en los materiaal afvoeren. Dit vindt voornamelijk plaats door wind, ijs en stromend water alle veenpakketten die gedurende het Holoceen zijn ontstaan met uitzondering van het basisveen. De definitie van Hollandveen betreft dus in feite bijna alle veenpakketten die gedurende de afgelopen 8000 jaar zijn ontstaan bewaard gebleven op de oorspronkelijke plaats. Dit met name met betrekking tot onverstoorde archeologische sporen en vondsten geologisch tijdperk dat ongeveer 2 miljoen jaar geleden begon. De tijd van de IJstijden, maar ook van gematigd warme perioden. Het Pleistoceen eindigt met het begin van het Holoceen fase waarin de invloed van de zee zich in het binnenland uitbreidt (als gevolg van stijging van de zeespiegel of als gevolg van erosie van het strandwallencomplex) 33

41 34

42 Bijlage 1 Administratieve gegevens Projectnaam: Opdrachtgever: Uitvoerder: Bevoegde Overheid: Datum opdracht: 14 juni 2011 Datum conceptrapport: 4 augustus 2011 Datum definitief rapport: 9 augustus 2011 Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven Uitbreidingsplan Goudswaard Oost, Goudswaard, Gemeente Korendijk College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Korendijk Postbus ZG Piershil Contactpersoon: de heer A. W. Brand Tel.: aw.brand@korendijk.nl SOB Research Hofweg 13, Heinenoord Postbus 5060, 3274 ZK Heinenoord Tel.: Fax: sobresearch@wxs.nl College van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Korendijk Postbus ZG Piershil Contactpersoon: de heer A. W. Brand Tel.: aw.brand@korendijk.nl Plaats: Goudswaard Gemeente: Korendijk Provincie: Zuid-Holland Toponiem: Vaartweg/Molendijk Huidig grondgebruik: Akkerland, infrastructuur, groenvoorzieningen Toekomstige situatie: bebouwing Kaartblad: 43B Geologie: Afzettingen van Duinkerke IIIb, op oudere Duinkerkeafzettingen, op Hollandveen Geomorfologie: welvingen in getij-afzettingen Bodemtype: zeekleigronden Grondwatertrap: V NAP-hoogte maaiveld: meter -NAP Coördinaten plangebied: ZW: / NW: / ZO: / NO: / Kadastrale gegevens: Kadastrale gemeente Goudswaard, Sectie E, nummer 1113 Oppervlakte plangebied: Circa 6.2 hectare Oppervlakte onderzoeksgebied: Circa 5.4 hectare Kaart plangebied: zie Afbeelding 2 en Afbeelding 3 CMA/ AMK-status: N.v.t. CAA -nr.: N.v.t. CMA -nr.: N.v.t. ARCHIS -monument nr.: N.v.t. 35

43 ARCHIS -waarneming nr.: N.v.t. Onderzoeksmeldingsnummer: SOB Research-projectnummer: Datering(en) van de nieuw N.v.t. aangetroffen vindplaatsen: Complextype(n) van de nieuw N.v.t. aangetroffen vindplaatsen: Nieuw aangetroffen vindplaatsen: N.v.t. Archis-vondstmeldingsnummer(s) of Archis-waarnemingsnummer(s) Deponering documentatie: Provinciaal Depot Zuid-Holland Kalkovenweg LJ Alphen aan de Rijn Documentalist: de heer F. Kleinhuis Tel. : Deponering digitale documentatie: e-depot ( 36

44 Bijlage 2 Archeologische en geologische tijdschaal Op het hierbij geboden overzicht worden de geologische en archeologische hoofdperioden weergegeven. De dateringen in de linkerkolom (voor en na Chr.) zijn gekalibreerd en geven de betrouwbaarste dateringen. Bron: ROB,

45 38

46 Bijlage 3 Profielkolommen IVO-P Uitbreidingsplan Goudswaard Oost Proefsleuf 1 Profiel 1: hoogte maaiveld: NAP zand, lichtbruingrijs, heterogeen, puinbrokjes (opgebracht) klei, bruingrijs, puinbrokjes, houtresten, wortels (bouwvoor) klei, lichtbruingrijs, naar onderen steeds sterker zandig, naar de basis sterk roestig (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) zand, grijs, sterk kleiig, roestvlekken (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, donkergrijs, sterk zandig, met schelpresten en schelpen nog in leefstand, veengruis (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) veen, donkerbruin, matig amorf, rietresten (Hollandveen Laagpakket, Formatie van Nieuwkoop/ Hollandveen) Profiel 2: hoogte maaiveld: NAP opgebracht + bouwvoor (grens tussen beide niet te bepalen, omdat hier getrapt is aangelegd) klei, grijs, matig gerijpt, roestvlekken, naar onderen sterker zandig (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, donkergrijs, sterk zandig, roestvlekken, zandbandjes, schelpen en schelpresten (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, grijsbruin, matig gerijpt, matig siltig, plantenresten (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke I) veen, donkerbruin, matig amorf, rietresten (Hollandveen Laagpakket, Formatie van Nieuwkoop/ Hollandveen) Proefsleuf 2 Profiel 1: hoogte maaiveld: NAP opgebracht + bouwvoor (grens tussen beide niet te bepalen, omdat hier getrapt is aangelegd) klei, grijs, sterk gerijpt, enkele roestvlekjes, matig zandig (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) zand, grijs, fijn, zwak kleiig, roestvlekken (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, grijs, matig gerijpt, roestvlekken, op 1.32 uiterst dun bandje houtskool(resten) (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, grijsbruin, matig gerijpt, zwak siltig, enkele humeuze bandjes, plantenresten (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke I) veen, donkerbruin, matig amorf, rietresten (Hollandveen Laagpakket, Formatie van Nieuwkoop/ Hollandveen) 39

47 Profiel 2: hoogte maaiveld: NAP opgebracht + bouwvoor (grens tussen beide niet te bepalen, omdat hier getrapt is aangelegd) klei, lichtbruingrijs, sterk zandig, roestvlekken (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, grijs, matig gerijpt, roestvlekken (naar basis toenemend), enkele vlekken zand (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, grijsbruin, matig gerijpt, zwak siltig, enkele humeuze bandjes, plantenresten (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke I) veen, donkerbruin, matig amorf, rietresten (Hollandveen Laagpakket, Formatie van Nieuwkoop/ Hollandveen) Proefsleuf 3 Profiel 1: hoogte maaiveld: NAP klei, donkergrijs, gerijpt, heterogeen, vermengd met lichtbruingrijze klei, graszode in top (ophoog + bouwvoor) klei, lichtbruingrijs, gerijpt, veel roestvlekken, onderin zandig (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, grijs, matig gerijpt, roestvlekken (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, donkergrijs, matig gerijpt, enkel roestvlekje, zandig in top (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) veen, donkerbruin, matig amorf, rietresten (Hollandveen Laagpakket, Formatie van Nieuwkoop/ Hollandveen) Profiel 2: hoogte maaiveld: NAP klei, donkergrijs, gerijpt, heterogeen, vermengd met lichtbruingrijze klei, met puinbrokken, baksteenresten, graszode in top (ophoog + bouwvoor) klei, lichtbruingrijs, gerijpt, licht zandig aan basis, sterk roestig (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, grijs, matig gerijpt, roestvlekken, onderin schelpresten, veelal in leefstand (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, bruingrijs, matig gerijpt, licht organisch, veenresten, onderin enkele rietwortels (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke I) veen, donkerbruin, matig amorf, rietwortels, in top veen scheuren gevuld met bovenliggende klei (Hollandveen Laagpakket, Formatie van Nieuwkoop/ Hollandveen) 40

48 Proefsleuf 4 Profiel 1: hoogte maaiveld: NAP klei, bruingrijs (opgebracht) klei, donkerbruingrijs, heterogeen, met puinbrokjes (bouwvoor) klei, lichtgrijs, roestvlekken, zandig, naar onderen overgaand in grijs zand (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, grijs, gerijpt, roestvlekken, op 1.41 organisch bandje (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, donkergrijs, matig gerijpt, matig siltig (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, grijsbruin, matig gerijpt, zwak venig/organisch, plantenresten (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke I) veen, donkerbruin, matig amorf, rietresten (Hollandveen Laagpakket, Formatie van Nieuwkoop/ Hollandveen) Profiel 2: hoogte maaiveld: NAP opgebracht + bouwvoor klei, grijs, matig gerijpt, roestvlekken, licht zandig, naar onderen meer roestvlekken en sterker zandig (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, grijs, gerijpt, roestvlekken, zwak siltig (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, donkergrijs, matig gerijpt, matig siltig (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) veen, donkerbruin, matig amorf, rietresten, top zwak veraard (Hollandveen Laagpakket, Formatie van Nieuwkoop/ Hollandveen) Proefsleuf 5 Profiel 1: hoogte maaiveld: NAP opgebracht + bouwvoor klei, lichtbruingrijs, gerijpt, weinig roestvlekken, zwak siltig (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, grijs, matig gerijpt, roestvlekken, zwak zandig, in top sterker zandig (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, donkergrijs, matig gerijpt, zwak zandig, roestvlekken (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) veen, donkerbruin, matig amorf, rietresten (Hollandveen Laagpakket, Formatie van Nieuwkoop/ Hollandveen) 41

49 Profiel 2: hoogte maaiveld: NAP opgebracht + bouwvoor klei, grijs, matig gerijpt, zwak siltig, enkele roestvlekken (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, grijs, matig gerijpt, zwak zandig, veel roestvlekken (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, bruin, matig gerijpt, matig siltig, zwarte organische vlekjes, zwak venig, top grijze klei, zwak zandig (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke I) veen, donkerbruin, matig amorf, rietresten (Hollandveen Laagpakket, Formatie van Nieuwkoop/ Hollandveen) Proefsleuf 6 Profiel 1: hoogte maaiveld: NAP opgebracht + bouwvoor klei, lichtbruingrijs, sterk gerijpt, naar onderen roestvlekken (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) zand, grijs, matig fijn, schelpresten, in top sterk zandige, ongerijpte klei met plantenresten, afgewisseld met zandbandjes (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, grijsbruin, matig gerijpt, licht organisch, plantenresten, organische vlekjes (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke I) veen, donkerbruin, matig amorf, rietresten (Hollandveen Laagpakket, Formatie van Nieuwkoop/ Hollandveen) Profiel 2: hoogte maaiveld: NAP opgebracht + bouwvoor klei, lichtbruingrijs, sterk gerijpt, naar onderen roestvlekken (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) zand/klei-laminatie, veengruis, schelpresten (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb- geul) klei, grijsbruin, matig gerijpt, licht organisch, plantenresten (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke I) veen, donkerbruin, matig amorf, rietresten (Hollandveen Laagpakket, Formatie van Nieuwkoop/ Hollandveen) 11 Het maaiveld ligt hier hoger dan omringende metingen van de hoogte van het maaiveld aangeven, omdat de opgebrachte laag en de top van de bouwvoor hier door de bak van de graafmachine iets omhoog zijn geduwd. Het oorspronkelijke maaiveld ligt tussen 0.01 en 0.05 meter -NAP. 42

50 Proefsleuf 7 Profiel 1: hoogte maaiveld: NAP opgebracht + bouwvoor klei, lichtbruingrijs, gerijpt, zwak siltig (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) zand, bruingrijs, naar onderen sterk roestig (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, lichtgrijsbruin, gerijpt, naar onderen roestvlekken (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, donkergrijsbruin, gerijpt, roestvlekken (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, groengrijs, matig gerijpt, licht organisch, plantenresten (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke I) veen, donkerbruin, matig amorf, rietresten (Hollandveen Laagpakket, Formatie van Nieuwkoop/ Hollandveen) Profiel 2: hoogte maaiveld: NAP opgebracht + bouwvoor zand, grijs, gelamineerd, enkel roestvlekje (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) zand, (licht)grijs, fijn, gelamineerd naar onderen sterk roestig (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, lichtgrijsbruin, matig gerijpt-gerijpt, in top zwarte organische vlekjes (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, grijsbruin, matig gerijpt, licht organisch, plantenresten (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb of Duinkerke I) klei, grijs, matig gerijpt, zwak organisch, weinig plantenresten (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke I) klei, groengrijs, matig gerijpt, zwak organisch, weinig plantenresten (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke I) veen, donkerbruin, matig amorf, rietresten (Hollandveen Laagpakket, Formatie van Nieuwkoop/ Hollandveen) Proefsleuf 8 Profiel 1: hoogte maaiveld: NAP opgebracht + bouwvoor klei, lichtbruingrijs, sterk zandig, roestvlekken (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, grijs, sterk gerijpt, roestvlekken, zandvlekjes (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, donkergrijs, matig gerijpt, roestvlekken, zandvlekjes (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, grijsbruin, matig gerijpt, zwak siltig, rietresten (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke I) veen, donkerbruin, matig amorf, riet- en wat houtresten (Hollandveen Laagpakket, Formatie van Nieuwkoop/ Hollandveen) 43

51 Profiel 2: hoogte maaiveld: NAP opgebracht + bouwvoor zand, lichtbruingrijs, matig fijn, afgewisseld met dunne kleibandjes (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) zand, lichtgrijs, matig fijn, roestvlekken (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, donkergrijsbruin, matig gerijpt, organische vlekjes, in top roestvlekken (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, donkergrijs, matig gerijpt, veel rietresten (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, grijsbruin, matig rijp, zwak venig, plantenresten (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke I) veen, donkerbruin, matig amorf, riet- en wat houtresten (Hollandveen Laagpakket, Formatie van Nieuwkoop/ Hollandveen) Profiel 3: NW-zijde, basis profiel op NAP klei, grijs, gerijpt, roestvlekken (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, donkergrijs, matig gerijpt, roestvlekken (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/Duinkerke IIIb) klei, grijsbruin, matig gerijpt, matig siltig, plantenresten, veenbrokjes, organische vlekjes (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke I) veen, donkerbruin, sterk kleiig, organisch (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke I) klei, grijsbruin, matig rijp, zwak venig, plantenresten (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke I) veen, donkerbruin, matig amorf, riet- en wat houtresten (Hollandveen Laagpakket, Formatie van Nieuwkoop/ Hollandveen) Profiel 3: ZO-zijde, basis profiel op NAP klei, grijs, gerijpt, roestvlekken (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, donkergrijs, matig gerijpt, roestvlekken (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/Duinkerke IIIb) veen, donkerbruin, sterk kleiig, organisch (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke I) klei, grijsbruin, matig rijp, matig siltig, plantenresten, veenbrokjes, organische vlekjes (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke I) veen, donkerbruin, matig amorf, riet- en wat houtresten (Hollandveen Laagpakket, Formatie van Nieuwkoop/ Hollandveen) 44

52 Proefsleuf 9 Profiel 1: hoogte maaiveld: NAP opgebracht + bouwvoor klei, bruingrijs, matig gerijpt, matig zandig, enkele roestvlekjes (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, lichtbruingrijs, gerijpt, sterk zandig, roestvlekken (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, donkergrijs tot zwart, sterk gerijpt, organisch (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, grijs, sterk gerijpt, roestvlekken (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, donkergrijs, matig rijp, roestvlekken, zwak siltig, enkel zandbandje (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) veen, donkerbruin, matig amorf, riet- en wat houtresten (Hollandveen Laagpakket, Formatie van Nieuwkoop/ Hollandveen) Profiel 2: hoogte maaiveld: NAP opgebracht + bouwvoor zand, lichtbruingrijs, matig fijn, enkele roestvlekjes (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) zand, lichtgrijs, matig fijn, roestvlekken (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, lichtbruingrijs, matig gerijpt, roestvlekken, zwarte organische vlekjes, op 1.31 zeer dun laklaagje (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, donkergrijs, matig gerijpt, plantenresten, enkele roestvlekken (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, grijsbruin, matig rijp, zwak venig, rietresten (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke I) veen, donkerbruin, matig amorf, riet- en wat houtresten (Hollandveen Laagpakket, Formatie van Nieuwkoop/ Hollandveen) Proefsleuf 10 Profiel 1: hoogte maaiveld: /-NAP opgebracht + bouwvoor zand, bruingrijs, enkele roestvlekjes (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) zand, grijsbruin, roestvlekken, gelamineerd, zwak kleiig (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, donkergrijs, matig gerijpt, zwak siltig, zwak zandig (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, donkergrijs, matig rijp, sterk zandig, schelpresten (in leefstand) (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke I) veen, donkerbruin, matig amorf, riet- en wat houtresten (Hollandveen Laagpakket, Formatie van Nieuwkoop/ Hollandveen) 45

53 Profiel 2: hoogte maaiveld: NAP opgebracht + bouwvoor zand, bruingrijs, enkele roestvlekjes (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, bruingrijs, gerijpt, aan basis roestvlekken (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) klei, donkergrijs, matig gerijpt, zwak siltig, enkele zandbandjes (Laagpakket van Walcheren, Formatie van Naaldwijk/ Duinkerke IIIb) veen, donkerbruin, matig amorf, riet- en wat houtresten (Hollandveen Laagpakket, Formatie van Nieuwkoop/ Hollandveen) 46

54 Bijlage 4 Overzicht aangelegde vlak in of op top Hollandveen Proefsleuf 1, Vlak 2. Schaal 1: 150. Proefsleuf 2, Vlak 2. Schaal 1:

55 Proefsleuf 3, Vlak 2. Schaal 1: 150. Proefsleuf 4, Vlak 2. Schaal 1:

56 Proefsleuf 5, Vlak 2. Schaal 1: 150 Proefsleuf 6, Vlak 2. Schaal 1:

57 Proefsleuf 7, Vlak 2. Schaal 1: 150 Proefsleuf 8, Vlak 3. Schaal 1:

58 Proefsleuf 9, Vlak 2. Schaal 1: 150. Proefsleuf 10, Vlak 2. Schaal 1:

59 52

60 Bijlage 5 Fotolijst Foto Put Vlak Spoor Profiel/Coup Fotorichting Datum Fotograaf Omschrijving Z RvW profiel ZO RvW vlakoverzicht NO RvW profiel ZO RvW vlakoverzicht NO RvW profiel 1, 1-2 m NO RvW profiel 2, m NW RvW vlakoverzicht Z RvW profiel ZW KP profiel NO SB profiel NW SB vlakoverzicht NO SB profiel ZO RvW vlakoverzicht ZW RvW profiel ZW RvW profiel ZO RvW vlakoverzicht ZW SB profiel ZW SB profiel ZO RvW vlakoverzicht NO RvW profiel NO RvW profiel ZO RvW vlakoverzicht ZW RvW profiel ZW RvW profiel NO RvW profiel ZO SB vlak overzicht 53

61 Foto Put Vlak Spoor Profiel/Coup Fotorichting Datum Fotograaf Omschrijving ZW SB profiel ZW SB profiel ZO RvW vlakoverzicht ZW RvW profiel ZW RvW profiel 2 54

62 Bijlage 6 Tekeningenlijst Tekening nr. Datum Put Vlak Spoor Profiel Schaal Tekenaar Omschrijving t/m 10 2, 3 1, 2, 3 1:50/ RvW, SB, vlak en profielen putten : 20 KP 55

63 56

64 Bijlage 7 SOB Research: Gegevens Naam: Bezoekadres: SOB Research Instituut voor Archeologisch en Aardkundig Onderzoek B.V. Hofweg 13, Heinenoord Postadres: Postbus ZK Heinenoord Telefoon: Fax: sobresearch@wxs.nl Directeur: Raad van Advies: jhr. J. E. van den Bosch J. van de Erve (Voorzitter) Prof. dr. ir. J. T. Fokkema (Vice-Voorzitter) J. van Kerchove (Secretaris) Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rotterdam Inschrijvingsnummer Register: BTW nummer: NL B.01 Bankrelatie: Rabobank Graafschap-Noord Rekeningcourant: Nr.:

65 61 Bijlage 7 Eindverslag Inspraak Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg

66 KNDK/2012/. Eindverslag Inspraak Uitbreidingen de kernen Goudswaard, Nieuw-Beijerland, Piershil en Zuid-Beijerland Augustus 2012

67 GEMEENTE KORENDIJK Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Doel van de notitie 3. Organisaties elke in kennis gesteld zijn ingevolge artikel Besluit ruimtelijke ordening 4. Samenvatting en beantwoording van de ontvangen inspraakreacties 5. Noot 2

68 GEMEENTE KORENDIJK 1. Inleiding De voorontwerpen bestemmingsplannen voor de uitbreidingen van de kernen Goudswaard, Nieuw-Beijerlend, Piershil en Zuid-Beijerland hebben in het kader van artikel van het Besluit ruimtelijke ordening, de inspraakverordening Gemeente Korendijk en artikel 3:12 van de Algemene wet bestuursrecht vanaf 18 juni 2012 tot en met 31 juli 2012 ter inzage gelegen. De voorontwerpen zijn eveneens raadpleegbaar via internet. Het betreft hier vier aparte bestemmingsplannen die tegelijkertijd in procedure zijn gegaan. In deze periode zijn ingezetenen van de Gemeente Korendijk en belanghebbenden in de gelegenheid gesteld een reactie in te dienen op alle vier de voorontwerpen. Ingevolge de inspraakverordening worden ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid betrokken door middel van een inspraakprocedure. Echter, hiervan is bij besluit van het college van burgemeester en wethouders d.d. 4 juni 2012 afgeweken in die zin dat afgezien wordt van het houden van een informatieavond. De reden hiervoor is dat de gemeente eerder, in januari 2012 een informatieavond en in maart, april en mei 2011 per kern diverse inloopavonden gehouden heeft voor de bewoners en belanghebbenden (zie communicatieplan bijlage 2). Derhalve vindt zij dat een inspraakprocedure welke start met een inspraakavond geen meerwaarde vertegenwoordigt ten opzichte van de door de gemeente eerder gehouden informatie-, dan wel inloopavonden. Daarnaast heeft de geselecteerde ontwikkelaar zijn plan tijdens een informatieavond toe- gelicht. De bewoners en belanghebbenden zijn wel in staat gesteld om gedurende de periode van de ter inzage legging hun inspraakreacties in te dienen. De voorontwerpen bestemmingsplannen Goudswaar, Nieuw-Beijerland, Piershil en Zuid-Beijerland hebben dan ook ingevolge de wettelijke termijn van 6 weken, vanaf 18 juni 2012 tot en met 31 juli 2012 ter inzage gelegen. 2. Doel van de notitie Deze notitie heeft tot doel belangstellenden de gelegenheid te geven kennis te nemen van de inspraakreacties en het standpunt van de Gemeente Korendijk hierover. In deze notitie zijn, gezien het feit dat alle vier de bestemmingsplannen tegelijkertijd in procedure gegaan zijn, alle reacties op de vier verschillende plannen samengevoegd. De reden hiervoor is dat de overlegreacties zich uitspreken over alle vier de bestemmingsplannen. Daarnaast zijn er vier inspraakreacties ontvangen, waarvan drie tegen het voorontwerpbestemmingsplan Nieuw-Beijerland en één tegen alle vier de voorontwerpbestemmingsplannen. 3. Organisaties welke in kennis gesteld zijn ingevolge artikel Besluit ruimtelijke ordening Hieronder volgt een overzicht van de organisaties welke in kennis gesteld zijn van de voorontwerpen bestemmingsplannen Uitbreidingen kernen Goudswaard, Nieuw- Beijerlend, Piershil en Zuid-Beijerland ingevolge artikel van het Besluit ruimtelijke ordening juncto artikel 3.8 van de Wet ruimtelijke ordening. 3

69 GEMEENTE KORENDIJK Gemeenten: - gemeente Binnenmaas Postbus ZH te Maasdam; - gemeente Cromstrijen Posbus AE Numansdorp; - gemeente Oud-Beijerland Postbus EA Oud-Beijerland; - gemeente Strijen Postbus EA Strijen. Alleen van de gemeente Strijen is een reactie ontvangen. De volgende organisaties hebben eerder te kennen gegeven de kennisgeving en de daarbij behorende stukken slechts digitaal te willen ontvangen. Waterschappen en Diensten van het Rijk en provincie: - Waterschap Hollandse Delta - Provinciaal Planologische Commissie kennisgevingroplan@pzh.nl; - Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed infor@racm.nl; - Ministerie van I&M/Rijkswaterstaat Zuid-Holland rowszh@rws.nl; - Ministerie van Defensie dvddwrom@mindef.nl. Alleen van de provincie Zuid-Holland is een reactie ontvangen. Overige organisaties welke in het kader van het vooroverleg aangeschreven zijn: - Tennet TSO B.V. Postbus AS Arnhem; - N.V. Nederlandse Gasunie Postbus AK Waddinxveen; - Kamer van Koophandel Rotterdam Postbus AL Rotterdam; - Regionale Brandweer Zuid-Holland Zuid Postbus AJ Dordrecht. Alleen van de Kamer van Koophandel is geen reactie ontvangen. 4. Samenvatting en beantwoording van de ontvangen inspraakreacties In deze notitie wordt een samenvatting gegeven van de ontvangen inspraakreacties. Tevens vindt per ingediende inspraakreactie een beantwoording plaats. Wegens het feit dat het vleermuizenonderzoek niet volledig ter inzage heeft gelegen, is aan één belanghebbende een verlenging van de termijn van indiening van een inspraakreactie verleend. Belanghebbende heeft een verlenging van de termijn van indiening gekregen tot 10 september Ontvangen reacties: 1. Regionale Brandweer/ Veiligheidsregio Zuid-Holland-Zuid Postbus AJ Dordrecht. Reactie d.d. 16 augustus ontvangen d.d. 22 augustus 2012; 2. N.V. Nederlandse Gasunie Postbus MA Groningen. Reactie d.d. 11 juli ontvangen d.d. 12 juli 2012; 3. Tennet Postbus AS Arnhem. Reactie d.d. 21 juni 2012 ontvangen d.d. 26 juni 2012; 4. Gemeente Strijen Postbus EA Strijen. Reactie d.d. 11 juli 2012 ontvangen d.d. 12 juli 2012; 5. Provincie Zuid-Holland Postbus LP Den Haag. Reactie d.d. 20 juli 2012 ontvangen d.d.d 23 juli 2012; 6. indiener 6 Kreekkant LB Piershil. Reactie d.d. 2 maart 2012 ontvangen d.d. 7 maart 2012; 7. indiener 7 Van Wassenhovenstraat AS Nieuw-Beijerland. Reactie d.d. 27 juli 2012 ontvangen d.d. 30 juli 2012; 4

70 GEMEENTE KORENDIJK 8. indiener 8 Van Wassenhovenstraat AS Nieuw-Beijerland. Reactie d.d. 23 juli 2012 ontvangen d.d. 24 juli 2012; 9. indiener 9 p/a Lange Hille Oud-Beijerland. Reactie d.d. 28 juli 2012 ontvangen d.d. 30 juli Regionale Brandweer/ Veiligheidsregio Zuid-Holland-Zuid Samenvatting reactie Met betrekking tot de plannen zijn er geen relevante externe veiligheidsaspecten geconstateerd. Echter geadviseerd wordt om bij de ontwikkeling van de plangebieden in contact te treden met de lokale brandweer voor wat betreft de advisering over de brandveiligheid van de bouwwerken, de bereikbaarheid en de bluswatervoorziening in het plangebied. Beantwoording Met betrekking tot de plannen is naast de Regionale Brandweer ook de lokale brandweer betrokken bij de advisering hierover. 2. N.V. Nederlandse Gasunie Samenvatting reactie De voorgenomen plannen zijn door de N.V. Nederlandse Gasunie getoetst aan het huidige externe veiligheidsbeleid van het Ministerie van I&M voor de aardgastransportleidingen, zoals bepaald in het per 1 januari 2011 in werking getreden Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). Op grond van deze toetsing is de conclusie dat het plangebied buiten de 1% letaliteitgrens van de dichts bij gelegen leiding valt. Daarmee staat vast dat deze leiding geen invloed heeft op de verdere planontwikkeling. Beantwoording De conclusie wordt voor kennisgeving aangenomen. 3. Tennet Samenvatting reactie In de plangebieden zijn geen eigendommen van Tennet betrokken. Beantwoording De reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. 4. Gemeente Strijen Samenvatting reactie Voor wat betreft de regionale afstemming over het woningbouwprogramma wordt opgemerkt dat het Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard bij uitstek het orgaan gevonden wordt waar deze regionale afstemming dient plaats te vinden. Een belangrijke voorwaarde voor het wel slagen van een regionaal woningbouwprogramma is dat gemeenten bereid zijn hun eigen lokale programma en de vertaling daarvan in nieuwe bestemmingsplannen voldoende flexibel maken qua fasering en typologie. Het is niet duidelijk of het Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard over de afstemming van de uitbreidingsplannen in bovengenoemd woningbouwprogramma vooraf is geraadpleegd. In overweging wordt hierbij gegeven hierover het Samenwerkingsorgaan in een vroegtijdig stadium te raadplegen. 5

71 GEMEENTE KORENDIJK Beantwoording Zoals verwoord in de toelichting behorende bij de plannen is aangegeven dat rekening gehouden is met de Structuurvisie Hoeksche Waard. Met deze structuurvisie laat de regio (bestaande uit vijf gemeenten) zien wat haar visie is op de toekomst. In deze Structuurvisie wordt een visie gegeven op de gewenste ruimtelijke ontwikkeling van de regio tot Deze Structuurvisie is in het voorjaar van 2009 definitief vastgesteld door de vijf gemeenteraden. Het Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard is dus op de hoogte van de plannen. 5. Provincie Zuid-Holland Samenvatting reactie Het provinciale beoordelingkader is vastgelegd in de Provinciale Structuurvisie en de Verordening Ruimte. Het plan houdt onvoldoende rekening met het provinciaal belang en is op de volgende punten niet conform dit beleid, te weten: A- Regionale afstemming en toepassing SER-ladder woningbouw. Het Samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard zal voor het einde van 2012 de regionale woningbouwprogrammering actualiseren. De bestemmingsplannen zullen hiermee in overeenstemming dienen te zijn. Verzocht wordt om: a. de vaststelling van het plan aan te houden tot na de actualisatie van de regionale woningbouwprogrammering of b. op andere wijze expliciet de instemming van het samenwerkingsorgaan te verkrijgen voor de in de bestemmingsplannen opgenomen woningen en c. de plancapaciteit van de gemeente dient minder dan 130% van de woningbehoefteraming (WBR) van de provincie Zuid-Holland te bedragen. B- in de toelichting op de bestemmingsplannen wordt niet ingegaan op de toepassing van de SER-ladder, zoals bedoeld in artikel 6 van de Verordening Ruimte. Verzocht wordt dit alsnog te doen. C- In de toelichting van de bestemmingsplannen ontbreekt een beeldkwaliteitsparagraaf zoals bedoeld in artikel 2, lid 7 van de Verordening Ruimte. Verzocht wordt dit alsnog aan te vullen. D- Tussen de uitbreiding van Zuid-Beijerland en de bestaande bebouwing ligt een ecologische verbinding (de Kreekzone) die deel uitmaakt van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Op grond van artikel 5, lid 2 van de Verordening Ruimte mogen geen bestemmingen worden vastgesteld die de instandhouding en ontwikkeling van de wezenlijke kenmerken en waarden hiervan significant beperken. Volgens de plantoelichting zal worden voorzien in natuurlijk ingerichte oevers. De gronden krijgen op de verbeelding echter de bestemming Groen. Verzocht wordt om de gronden de bestemming Natuur te geven. E- Een deel van de gronden in de uitbreiding van Goudswaard behoud (voorlopig) de agrarische bestemming. Op grond van de begripsomschrijving en de bestemmingsregels wordt hier onder andere de oprichting van glastuinbouw-, boomen sierteeltbedrijven toegestaan. Dit is in strijd met artikel 4 van de Verordening 6

72 GEMEENTE KORENDIJK Ruimte. Verzocht wordt om de vestiging van dit type bedrijf uit te sluiten. Beantwoording A- Op 12 mei 2009 is de Structuurvisie Hoeksche Waard vastgesteld door de vijf gemeenteraden en de provincie. Met de structuurvisie wil de Commissie Hoeksche Waard sturing geven aan de ruimtelijke ontwikkeling van de regio. Deze commissie wordt vertegenwoordigd door alle gemeenteraden van de regio. De structuurvisie is nauw opgesteld met het maatschappelijk middenveld en met de Provincie Zuid-Holland. Overeenstemming is over het feit dat het unieke polderlandschap behouden moet blijven maar dat er ook ruimte moet zijn voor dynamiek mensen moeten prettig kunnen wonen, werken en recreëren. Uitgangspunten van de structuurvisie zijn de versterking van de ruimtelijke kwaliteit, de leefbaarheid en de economische vitaliteit van het Nationaal Landschap Hoeksche Waard. Daarbij dient voldaan te worden aan de woningbehoefte van de eigen bevolking, m.a.w. bouwen voor de eigen behoefte. De daarbij behorende woningbouwprogrammering is uitgewerkt in de Regionale Woonvisie. Het contourenbeleid zoals dat is geformuleerd in de Structuurvisie, vormt hiervoor het uitgangspunt op basis van migratiesaldo 0. De woonvisie is een regionaal kader waarmee de samenwerkende gemeenten op strategisch niveau sturen op kwaliteit van het wonen en met elkaar de gang van zaken in de regio in de gaten houden. Regionale sturing, met veel ruimte voor lokale invulling. Lokale invulling op gemeentelijk niveau omdat daar de democratische legitimering ligt en invulling op niveau van de kernen omdat de burgers zich op dat niveau gebonden voelen. De conclusie is dat de Hoeksche Waard een nationaal landschap is. Daarmee is bescherming tegen oprukkende verstedelijking en verrommeling van het landschap een belangrijk thema. Dit is in de contourenvoorstel van de Structuurvisie concreet gemaakt, nl. de fysieke kwaliteit van dorpen en landschap zijn geborgd in de Structuurvisie vastgestelde contouren. Dit bied kracht: het biedt ruimte voor behoud van waardevol landschap én ruimte voor noodzakelijke ontwikkelingen op het gebied van wonen (nieuwbouw en herstructurering), werken en recreëren. In de woningbouwprogrammering is rekening gehouden met de mogelijkheid dat plannen vertraging oplopen, ingrijpend gewijzigd worden, dan wel helemaal geen doorgang vinden. Om rekening te houden met deze zogenaamde planuitval wordt een woningbouwprogrammering van 130% van het gewenste aantal woningen aangehouden. Tevens vindt er een gelijkmatige spreiding plaats van de bouwproductie over de jaren. Zowel de Regionale Woonvisie alsmede de Structuurvisie Hoeksche Waard zijn in samenwerking met de vijf gemeenten, het Samenwerkingsverband Hoeksche Waard, tot stand gekomen en de in de voorontwerpbestemmingsplannen opgenomen woningbouwaantallen hebben daarbij de instemmin van het Samenwerkingsorgaan. In de Structuurvisie is als uitgangspunt geaccepteerd dat in de periode 2005 tot woningen aan de voorraad worden toegevoegd. Er worden volgens de woningbouwprogrammering van de gemeenten zo n woningen toegevoegd 7

73 GEMEENTE KORENDIJK aan de voorraad. Het saldo van het toe te voegen aantal woningen komt uit op omdat er 400 woningen worden onttrokken aan de voorraad (vooral in de huursector). Het getal valt hoger uit dan de behoefte doordat bij het aantal zachte plannen geen rekening is gehouden met planuitval. Wanneer hier wel rekening mee gehouden wordt, komt het totale woningbouwprogramma voor de Hoeksche Waard uit op een saldo van ongeveer toevoegingen. Daarmee koerst de Hoeksche Waard af op een gemiddelde van ongeveer 250 woningen per jaar. Wat houdt dit in voor de gemeente Korendijk? In de Structuurvisie Hoeksche Waard is opgenomen dat de gemeente Korendijk op basis van het migratiesaldo 0 tot woningen kan bouwen. Tevens mag de gemeente rekenen met 30% planuitval. Het totaal komt daarmee op 545 te bouwen woningen. De gemeente Korendijk blijft met haar uitbreidingen van de kernen ver onder dit aantal van 545 te bouwen woningen. De inzet van de provincie is dat regionale woonvisies een minimale looptijd van 10 jaar hebben en eens in de vijf jaar worden geactualiseerd. De woonvisie van het samenwerkingsorgaan Hoeksche Waard is in maart 2010 vastgesteld en voldoet in beginsel aan dit criterium. Uit deze woonvisie blijkt de totale woningcapaciteit per gemeente. Voor de gemeente Korendijk is de totale capaciteit 545 woningen, uitgesplitst aan 65 woningen aan inbreiding en afronding binnen bestaande contouren en 480 woningen binnen de nieuwe contouren, voorzien. Deze capaciteit is berekend door de totaal benodigde woningen voor de regio de Hoekse Waard (3.250 woningen) op grond van migratiesaldo 0 te verdelen over de gemeentes naar rato van het inwonerstal. Voorts is er rekening gehouden met een marge van 30% vanwege planuitval, flexibiliteit en dergelijke. In het kader van een herijking van het regionaal woningbouwprogramma, de actualisering van de regionale woonvisie en goed risicomanagement zijn alle plannen in de regio die in uitvoering of voorbereiding zijn beoordeeld op risico's. De vier plannen zijn beoordeeld als kansrijke plannen die goed aansluiten bij de actuele markt. De bestemmingsplannen zijn voor het ter visie leggen opnieuw voorgelegd aan het Samenwerkingsorgaan. In afwachting van de formele bestuurlijke reacties zijn de ambtelijk gemaakte opmerkingen zoveel mogelijk reeds verwerkt. B- Overheden en marktpartijen nemen op diverse momenten allemaal beslissingen, die invloed hebben op de ruimtelijke inrichting van Nederland. Een aantal jaar geleden heeft de SER een denkrichting geformuleerd, die gebruikt kan worden bij de sturing van de ruimtelijke beslissingen. Die denkrichting neemt de beslisser over ruimte mee door hem drie stappen vandaar de naam SER-ladder te laten doorlopen alvorens hij een definitief besluit heeft genomen. Het gedachtegoed van de SER-ladder is in 2005 overgenomen door het kabinet met de vaststelling van de Nota Ruimte. De SER-ladder wordt dan ook gezien als een instrument om verrommeling van het landschap tegen te gaan. De zogenaamde SER-ladder is een methode om tot een goede afweging te komen. In het ontwerp van de bestemmingsplannen komt dit terug in de desbetreffende paragraaf hierover. C- Het klopt dat in de toelichting van de bestemmingplannen een beeldkwaliteitparagraaf ontbreekt. Deze wordt alsnog toegevoegd. 8

74 GEMEENTE KORENDIJK D- De gronden die de ecologische verbinding vormen tussen de uitbreiding van Zuid- Beijerland en de bestaande bebouwing en deel uitmaken van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS) hebben nu de bestemming Groen. Deze bestemming zal ingevolge artikel 5, lid 2 van de Verordening Ruimte gewijzigd worden naar de bestemming Natuur. E- Een deel van de gronden in de uitbreiding van Goudswaard heeft de Agrarische bestemming met daarbij de mogelijkheid tot het oprichten van glastuinbouw-, boom- en sierteeltbedrijven. In verband met strijdigheid met artikel 4 van de Verordening Ruimte wordt de mogelijkheid tot het oprichten van glastuinbouw-, boom- en sierteeltbedrijven uitgesloten en verwijderd. 6. Indiener 6 Samenvatting reactie De reactie richt zich tegen de herziening van de bestemmingsplannen Kern Nieuw- Beijerland en kern Nieuw-Beijerland Oost II. De inspraakreacties richten zich tot de volgende punten: a. door de keuze van de locatie voor de bouw van de kerk ontstaat er een vertroebeling van het landschappelijk uitzicht wat nu genoten wordt. b. de aanleg van een waterberging aan de achterzijde van de woning. De kans is groot dat dit een broedplek c.q. verblijfplaats wordt van allerlei insecten. Deze kunnen het woongenot, vooral in de zomer, aanzienlijk verpesten voor mens en meerdere aanwezige paarden op het adres Kreekkant 1. c. de aanleg van de ontsluitingsweg. Deze is kort geprojecteerd achter het perceel en sluit aan op de bestaande randweg rondom het dorp, zijnde de Wilhelminastraat. Gelet op de ontwikkeling van de kerk en de functie die de weg zal gaan vervullen, zal dit veel verkeerslawaai geven. De geluidsbelasting in tuin en woning zal toenemen waardoor het woongenot aanzienlijk zal verminderen ten opzichte van de huidige situatie. d. de mogelijkheid om aan de achterzijde van het perceel woningen te bouwen. De kans op inkijk in mijn tuin en woning is aanwezig. Hierdoor ontstaat schending van privacy en aantasting van woongenot. Beantwoording Vooruitlopend op de mogelijkheid tot het indienen van inspraakreacties hebben de heer De Groot en mevrouw Meijer op 2 maart 2012 hun inspraakreacties schriftelijk kenbaar gemaakt. Gezien de inhoud van de inspraakreacties, alsmede het moment van indiening hiervan, is besloten de inspraakreacties tegen de herziening van de bestemmingsplannen Kern Nieuw-Beijerland en Kern Nieuw-Beijerland Oost II op te vatten als een inspraakreactie tegen de Uitbreiding van de kern Nieuw-Beijerland en deze, vooruitlopend op de planologische procedure, aan te houden. Besloten is de ingediende inspraakreacties mee te nemen bij de beantwoording van de overige ingediende inspraakreacties. 9

75 GEMEENTE KORENDIJK a. In het plangebied zijn een kerk en 124 woningen voorzien. Dit aantal komt overeen met het aantal genoemd in de Algemene Notitie Uitgangspunten en Randvoorwaarden Uitbreidingsgebieden Korendijk en valt binnen de afspraken van de Regionale Woonvisie Samen voor kwaliteit. Aan de hand van extra onderzoeksgegevens en rekening houdende met de woningbouwverdeling over de kernen in de Hoeksche Waard is het woningbouwprogramma verder verfijnd. Naast de Regionale Woonvisie is het beleid van de Gemeente Korendijk gericht op kwaliteitsverbetering en een optimale benutting van het bestaande gebied binnen de bebouwingscontour van de provincie. Daarnaast richt het beleid van de Gemeente Korendijk zich op de instandhouding van de openheid van het buitengebied. In de nieuwbouwplannen aan de rand van de Kern Nieuw-Beijerland, maar ook aan de randen van de overige kernen, dient hiermee rekening gehouden te worden. Daarbij staat voorop dat de internationale zeldzame en unieke kenmerken van het landschap van de Hoeksche Waard ook voor de toekomst behouden moet blijven. Dit brengt met zich mee dat door alle partijen omtrent plaats en vormgeving goed nagedacht is en dat ervoor gekozen is om onder andere de kerk op een ruime kavel vorm te geven, waarbij de kavel wordt omzoomd met water en groen. Er is er dan ook voor gekozen om op deze nieuwe, in het oog springende plek bij de entree van het dorp een voor het oog een representatief kerkgebouw dat los in de ruimte staat. De kerk wordt ontworpen als beeldmerk en accentueert deze plek als belangrijke entree van het dorp. De kerk staat in de zichtlijn vanuit de Wilhelminastraat en is een ankerpunt aan de overzijde van de Kreekzone. Op deze wijze wordt de nieuw kerk ruimtelijk bij de bestaande kern getrokken. In het zuidelijke deel van de kavel is plaats voor een ruime, vrijstaande woning op een grote landschappelijke kavel. De kerk en de woning worden ontsloten via de Dorpsweg en de nieuwe ontsluitingsweg. De kerk en de woning hebben een terreinoppervlakte van ca m2. Op deze wijze ontstaat er geen vertroebeling van het landschap maar vindt er een verantwoorde en een samenhangende inpassing plaats van de kerk en de woningbouw. b. Aan de zuidzijde wordt water gerealiseerd. Dit is geen stilstaand water. Derhalve zal er geen broedplaats kunnen ontstaan van allerlei insecten, anders dan nu het geval is. c. Het kerkgebouw voorziet in parkeren op eigen terrein. Bij een worsecasebenadering zijn 160 parkeerplaatsen nodig. Er is echter rekening gehouden met 200 parkeerplaatsen. Op basis van het aantal parkeerplaatsen is de verkeersaantrekkende werking van het kerkgebouw bepaald. Hierdoor is gekeken naar de maximale verkeersbewegingen aan de hand van het maximaal aantal bezoekers. Het maximale aantal verkeersbewegingen op zondag bedraagt 680 mvt/etmaal. Voor de overige dagen bedraagt dit 50 mvt/etmaal. Het kerkgebouw wordt bij voorkeur ontsloten op de Dorpsweg. Op de piekmomenten, met name na afloop van de kerkdienst, is het echter wenselijk om het parkeerterrein van de Kerk te ontsluiten via twee uitgangen, zodat zo min mogelijk stagnatie ontstaat op het parkeerterrein. Aanvullend kan op zondag worden voorzien in een ontsluiting naar de nieuwe verbindingsweg via de 10

76 GEMEENTE KORENDIJK Kreekkant. Hier is slechts rechtsafslaand verkeer toegestaan om het overige verkeer op deze weg zo min mogelijk te hinderen. Een aansluiting op de nieuwe verbindingsweg naar de Buitenom, zijnde de Kreekkant, heeft hierbij niet de voorkeur gekregen, maar is wel een alternatief. Het verkeer op de Kreekkant zal echter alleen op zondag en dan slechts ten tijde dat de kerkdienst afloopt, op enigerwijze kunnen toenemen. Deze toename is van zo n beperkte omvang dat van enig overlast geen sprake is. Langs alle wegen met uitzondering van 30 km/h-wegen en woonerven bevinden zich op grond van de Wet geluidhinder geluidzones waarbinnen de geluidshinder vanwege de weg moet worden getoetst. De breedte van de geluidszone is afhankelijk van het aantal rijstroken en van binnen- en buitenstedelijke ligging. Voor de geluidsbelasting aan de buitengevel van woningen binnen de wettelijke geluidszone van een weg geldt een voorkeursgrenswaarde van 48 db. De geluidswaarde binnen de geluidsgevoelige bestemming dient in alle gevallen te voldoen aan de in het Bouwbesluit neergelegde norm van 33 db. In tabel 4.1 op bladzijde 33 van het voorontwerp bestemmingsplan Nieuw- Beijerland zijn de geluidscontouren weergegeven van onder andere de 48 dbcontour. Voor de 48dB-contour is gerekend op een waarneemhoogte van 1,5 m, 4,5 m en 7,5 m. De gevel van de woning aan de Kreekkant ligt voor de 48 db-contour, gemeten op een hoogte van 4,5 m en van 7,5 m, op een afstand van 22 meter van de nieuwe ontsluitingsweg, dit betreft een zodanige afstand dat gesproken kan worden van en acceptabel akoestisch klimaat. d. Tussen de Dorpsweg en Buitenom wordt een ruime kavel uitgegeven waarop een nieuwe kerk gerealiseerd wordt. Deze kavel wordt omzoomd met water en groen. Derhalve wordt aan de achterzijde van de woning geen nieuwe woningen gebouwd en is er geen sprake van inkijk, schending van privacy en aantasting van het woongenot. 7. indiener 7 Samenvatten reactie De inspraakreactie richt zich tegen de het voorontwerp bestemmingsplan uitbreiding Nieuw-Beijerland, nieuwbouw Kreekkant en wel tot de volgende punten: a. De economische haalbaarheid (in hoofdstuk 6.1) wordt erg summier gevonden, gezien de grootte van het project van ca. 30 tot 35 miljoen en een kerk. Het is van belang te wegen hoe de dekking van de kosten geregeld is. Mede gezien het feit dat er financiering nodig is voor wegen, riolering, telefoon etc. b. De mogelijke risico s. indien er geen belangstelling voor de vrije kavels is, zijn er dan alternatieve plannen. Wie loopt hierbij het risico, dit, mede gezien het feit dat er al veel huizen in Nieuw-Beijerland te koop staan. c. Is er voldoende capaciteit om de hoeveelheid afvalwater te verwerken van de nieuw te bouwen en de bestaande woningen. Deze vraag geldt tevens voor de levering van stroom, water en de telefooncentrale. Welk risico treft de gemeente als niet aan de benodigde capaciteit voldaan wordt. 11

77 GEMEENTE KORENDIJK d. Verzocht wordt inzicht te geven in de regeling van het onderhoud op termijn. Beantwoording a. Inzicht in de financieel-economische haalbaarheid wordt onderstreept en is natuurlijk nodig om uitspraken te kunnen doen of onderhavig bestemmingsplan vanuit planeconomisch perspectief uitvoerbaar is. Zoals ook in de toelichting in hoofdstuk 6 aangegeven is, is de gemeente met de private partijen voor die gronden die niet in eigendom zijn van de gemeente in overleg inzake het afsluiten van een overeenkomst waarbij het kostenverhaal verzekerd is, zijnde een anterieure overeenkomst. Mocht echter blijken dat er geen overeenstemming hierover bereikt wordt, dan dient de gemeente een exploitatieplan op te stellen. Het exploitatieplan binnen de daarvoor geldende wettelijke regelgeving ter inzage gelegd te worden, dan wel een zakelijke beschrijving van de anterieure overeenkomst. b. Zie hiervoor het antwoord onder punt a. Echter, in eerste instantie ligt het risico hiervoor bij de ontwikkelaar. Wel kan hierbij opgemerkt worden dat mocht er geen belangstelling zijn voor de vrije kavels de gemeente flexibilisering van het plan ingebouwd heeft, waarbij aanpassing van het plan qua woningbouw mogelijk is. c. In vooroverleg zijn de diverse diensten betrokken bij de Uitbreiding van onderhavige plannen. Derhalve bestond de mogelijkheid dat deze diensten vroegtijdig een signaal konden afgeven waar eventuele toekomstige problematiek zou kunnen ontstaan. De diverse diensten hebben geen probleem gesignaleerd dat zij eventuele diensten niet zouden kunnen gaan leveren. d. Zodra het openbaar gebied ingericht is, zal dit in eigendom worden overgedragen aan de gemeente. Het onderhoud hiervan zal verder door de gemeente gedaan worden. 8. indiener 8 Samenvatting reactie De inspraakreactie richt zich tegen de het voorontwerp bestemmingsplan uitbreiding Nieuw-Beijerland, nieuwbouw Kreekkant en wel tot de volgende punten: a. Item 20 Openbare ruimte. - het wandelpad graag zo ver mogelijk van de Kreekkant aanleggen; - bij aanvang bouw eerste woningen ook de aanvang van het planten van beplanting van de oeverkant starten; - Geen vis- en bootsteigers aan de Kreekkant; - verbod voor speedboten door middel van het plaatsen van borden wegens overlast; b. Jongerenhangplek - er is nooit in eerdere plannen sprake geweest van een hangplek voor jongeren tussen de 12 en 18 jaar van ca. 700 m2. Niet duidelijk is waar deze plek gesitueerd is. c. item 21 Woningbouwprogramma en fasering - de duur van de bebouwing is onacceptabel. Hierdoor ontstaat overlast van vele 12

78 GEMEENTE KORENDIJK jaren met vervelende gevolgen. Verzoek om aanpassing bouwplan zodat rommel en overlast beperkt blijft. d. Geconstateerd is dat de bebouwing per ha krapper is geworden, waarom? e. Item 22/23 Verkeer en parkeren. Bij een regelmatig volle kerk is de geplande parkeerruimte te weinig. Hierdoor zullen kerkbezoekers hun auto in de wijk parkeren. Dit geeft overlast voor de zittende bewoners. f. Verkeer. De maximale snelheid in en rond het dorp Nieuw-Beijerland wordt niet altijd gerespecteerd. De berekening van geluidsoverlast door verkeerheeft hier geen rekening mee gehouden. Verzocht wordt het onderzoek opnieuw te doen met deze rekenschap. Beantwoording a. Openbare Ruimte - De uitbreiding van Nieuw-Beijerland wordt rondom door water en groen begrensd. Aan de noordzijde ligt de kreekzone. Deze zone wordt, zoals vermeld staat in het voorontwerp, ca. 25 m. verbreed. In deze zone wordt een wandelpad aangelegd dat via een nieuwe, langzame verkeersbrug de oude kern, de uitbreiding en de kerk met elkaar verbindt. - Beplanting zal plaats vinden binnen de daarvoor bestemde plantseizoen. Het bestemmingsplan is niet het geëigende middel om dit te regelen. - De kreek en de kreekkant hebben de bestemming natuur. De mogelijkheid voor het aanmeren van ongemotoriseerde vaartuigen blijft hier dan ook mogelijk. - het bestemmingsplan is niet het middel waarin een verbod geregeld kan worden. b. Jongerenhangplek In eerdere bijeenkomsten over de plannen is aangegeven dat in de uitbreiding zal worden voorzien in de nodige plekken voor kinderen en jeugd. De gemeente heeft een analyse gemaakt van de huidige plekken in de kern Nieuw-Beijerland. Bovendien zal er ook in nieuwe plekken moeten worden voorzien voor de toekomstige bewoners van de uitbreiding. Dit heeft geresulteerd in een wenselijk programma ten aanzien van nieuwe plekken voor kinderen en jeugd. Onderdeel van dit programma is een hangplek voor jongeren tussen 12 en 18 jaar van circa 700 m². De exacte locatie van deze plek wordt bepaald bij de verdere uitwerking van de plannen in definitieve verkavelingtekeningen. Deze plek kan in ieder geval niet worden gerealiseerd binnen de bestemming Natuur, die zuidelijk langs de Kreek loopt. Ook dient voorkomen te worden dat deze plek tussen de (semi)vrijstaande woningen in de zone ten zuiden van deze Natuurbestemming kan worden gerealiseerd. Naast het bestemmingsplan zal een beeldkwaliteitplan worden opgesteld, waarin dit als uitgangspunt zal worden vastgelegd. Verder is één en ander in de toelichting als zodanig verwoord. Artikel 3 van de regels inzake de bestemming Groen is de mogelijkheid mede aangegeven. Echter hier wordt voor de aanleg van een eventueel jongeren ontmoetingsplek een oppervlakte van ca 30 m2. vermeld. Dit strookt niet met de toelichting. Artikel 3 13

79 GEMEENTE KORENDIJK van de regels zal aangepast worden conform de in de toelichting vermeldde oppervlakten. c. Woningbouwprogramma en fasering - Het woningbouwprogramma verloopt in fases, waarbij de fasering in goed overleg tot stand komt bij de uitwerking tussen gemeente en ontwikkelaar. Op dit moment is de fasering van de bouw nog niet bekend. - Ten tijde van het bouwproces worden te allen tijde afspraken gemaakt met de bouwer inzake het goed en veilig achterlaten van het bouwterrein. Door het gefaseerd uitvoeren van de bouw wordt overlast voor omwonenden beperkt. d. Financiële en ruimtelijke motieven hebben ten grondslag gelegen aan het feit om de bebouwing per hectare te wijzigen. e. Verkeer en parkeren De kerk voorziet in parkeren op eigen terrein. Zoals aangegeven in hoofdstuk 3.3. van de toelichting behorende bij het voorontwerpplan De uitbreidingen kern Goudswaard is voor de parkeergetallen uitgegaan van de Crownorm Daarin wordt voor een kerk uitgegaan van 0,1 tot 0,2 parkeerplaatsen per zitplaats. Gezien het autogebruik van de kerkgangers en de parkeerruimte bij het huidige kerkgebouw, is het niet aannemelijk dat de maximale parkeerbehoefte benodigd zal zijn. Echter, uitgaande van een worsecasebenadering, waarbij de uitbreidingsmogelijkheid bestaat tot maximaal 200 zitplaatsen (in totaal komt dit neer op zitplaatsen) ontstaat er een parkeerbehoefte van 200 parkeerplaatsen. Een parkeerplaats neemt ca. 25 m2 in beslag waardoor circa m2 beschikbaar moet zijn om een maximale parkeercapaciteit te realiseren. Deze ruimte is op het terrein aanwezig, zodat in de maximale parkeerbehoefte van 200 parkeerplaatsen wordt voorzien. Derhalve is er geen sprake van overlast voor de zittende bewoners. f. Het bestemmingsplan regelt geen zaken betreffende automobilisten die zich niet aan de snelheid houden. Dit valt onder de Wegenverkeerswet. De uitvoering van de naleving van de wet valt onder andere onder de Politie. 9. Stichting tot Behoud van de Hoeksche Waard als Polderlandschap (St. BHWP) Samenvatting reactie Algemeen wordt de verbazing uitgesproken over het feit dat in de huidige financiële tijden de Gemeente Korendijk het één na het andere plan publiceert waarbij kosten gemaakt worden voor het inschakelen van externe bureaus. In de huidige financiële tijd zou enige terughoudendheid betracht moeten worden. In de reactie wordt aangegeven dat de aantekeningen die bij een bepaalde kern staan tevens gelden voor de andere kernen. Gezien deze opmerking zijn alle aantekeningen geïnventariseerd en van toepassing verklaard op elke kern. Het betreffende volgende aantekeningen: Goudswaard: Pagina 11, 2.1 In de structuurvisie Infrastructuur en Ruimte formuleert het Rijk drie hoofddoelen om Nederland concurrerend, bereikbaar, leefbaar & veilig te houden 14

80 GEMEENTE KORENDIJK voor de middellange termijn (2028): - het vergroten van de concurrentiekracht van Nederland door het versterken van de ruimtelijk-economische structuur van Nederland; - het verbeteren, in stand houden en ruimtelijk zekerstellen van de bereikbaarheid waarbij de gebruiker voorop staat; - het waarborgen van een leefbare en veilige omgeving waarin unieke natuurlijke en cultuurhistorische waarden behouden zijn. Wij zien geen verband tussen woningbouw en het verwezenlijken van bovenstaande doelen. Pagina 12: Intensief benutten, meervoudig ruimtegebruik, herstructurering en transformatie De provincie Zuid-Holland wil dat voor alle stedelijke ontwikkelingen het principe geldt: eerst intensiveren van bestaand gebruik, vervolgens nagaan of door herstructureren de beschikbare ruimte in het bestaand bebouwd gebied beter benut kan worden en pas dan uitbreiden. Intensiveren betekent in de praktijk vaak het combineren van verschillende functies. Dit kan door stapeling of bestaande bebouwing voor meerdere functies geschikt te maken. Volgens ons is er momenteel genoeg aanbod op de woningmarkt, zodat wij de indruk hebben dat nieuwbouw op dit moment niet noodzakelijk is. Dit heeft gezien bovenstaande stelling de voorkeur. Waarom dan toch nieuwbouw? Pagina 14: de crisis de woningmarkt voor een groot gedeelte heeft veranderd van een aanbod naar een vraagmarkt. Dat geldt echter niet voor iedereen. Mensen met een inkomen net boven modaal worden ernstig beperkt in hun mogelijkheden een passende woning te vinden: sociaal huren is niet meer mogelijk en er zijn voor hen geen betaalbare koopwoningen beschikbaar. In juli 2012 stonden er 12 woningen te koop onder de Daarnaast vragen wij of extra woningbouw een oplossing biedt voor dit probleem. Zolang er nog zoveel leegstand is zijn wij van mening dat woningbouw op dit moment niet verantwoord is. Men is voornemens om 6 starterswoningen te bouwen terwijl wij nergens kunnen vinden hoeveel vraag er totaal is voor deze woningen. Mogelijk dat de vraag voldoet aan het aantal wat er te koop staat. Pagina 15: Herijking van het nieuwbouw- en herstructureringsprogramma is nodig om in 2020 de gewenste voorraad te hebben. Wij missen de onderbouwing voor deze stelling. Waarop baseert men dat de woningvoorraad in Goudswaard in 2020 moet zijn uitgebreid? Mogelijk dat er nog meer leegstand tegen die tijd is? Pagina 15: Regionale Woonvisie In de regionale woonvisie 'Samen voor kwaliteit', welke is vastgesteld in maart 2010, is een uitwerking op kernniveau beschreven. Over de koers voor Goudswaard is het volgende opgenomen: - Er zijn voor Goudswaard geen grootschalige uitbreidingsplannen. In de bestaande kern wordt in het centrum kleinschalig gebouwd voor starters. Aan de oostzijde is ruimte voor een bescheiden uitbreiding van maximaal 100 woningen. Deze zullen, net als de bestaande bouw, bestaan uit eengezinswoningen in een ruime, groene 15

81 GEMEENTE KORENDIJK opzet. - Aansluiten bij regionale differentiatie, geen sterker accent op bepaalde doelgroepen. - Ook het ontwikkelen van grootschaliger seniorenhuisvesting is gezien het lage voorzieningenniveau niet realistisch. - Richtsnoer: 15 woningen per ha bij uitbreiding en daarnaast ook nadruk op wonen in een groene setting. Op 14 juli stonden er 45 woningen in Goudswaard en naaste omgeving te koop. Hoe kan men dan toch verklaren dat uitbreiding van woningen noodzakelijk is? Een uitbreiding van maximaal 100 woningen lijkt ons wel heel erg ruim. Pagina 19: Het beleid is gericht op kwaliteitsverbetering en een optimale benutting van het bestaand gebied binnen de bebouwingscontour van de provincie. Tevens richt het beleid zich op de instandhouding van de openheid van het buitengebied. In de nieuwbouwplannen aan de rand van de kern Goudswaard zal hier rekening mee moeten worden gehouden. Hierbij moeten de internationaal zeldzame/unieke kenmerkende landschapskwaliteiten van de Hoeksche Waard behouden blijven. Deze conclusie ondersteunen wij geheel! Pagina 20: De bouwhoogte van de woningen zal aan moeten sluiten bij de bestaande bouwhoogte in het dorp. De grondgebonden woningen worden daarom uitgevoerd in maximaal twee bouwlagen en een kap. De hoogte van een kleinschalig appartementengebouw bestaat uit twee bouwlagen. Wij onderschrijven bovenstaande richtlijn. Pagina 22, openbaar vervoer. Volgens uw definitie is deze redelijk. Wij zouden graag zien, dat u deze verbeterd om het autogebruik terug te dringen. Pagina 23: Verkeersgeneratie en verkeersafwikkeling Deze toenames zijn naar verwachting af te wikkelen op de omliggende wegen. De maximaal aanvaardbare verkeersintensiteiten voor deze wegen worden naar verwachting niet overschreden. Mochten de woningen verkocht en bewoond worden, dan brengt dit extra verkeersbewegingen met zich mee. De ontsluiting van Goudswaard kunnen wij niet goed noemen. De omliggende (dijk)wegen zijn zwaar belast. Deze dijkwegen zijn ook niet ingericht als ontsluitingswegen. Daarnaast brengt woningbouw veel zwaar verkeer met zich mee. En voor dit verkeer zijn er op dit moment geen goede aan- en afvoerwegen. De Molendijk wordt zelfs door de projectgroep RVVP als probleemdijk gezien mede als Zwartsluisje. En dit is de gebiedsontsluitingsroute van onder andere Goudswaard. Nog meer verkeersbewegingen vinden wij onaanvaardbaar. Mede omdat er ook nog eens drie andere dorpskernen worden uitgebreid en dit alles samen zorgt voor een nog grotere verkeersoverlast. Op pagina 30 wordt de geluidshinder beschreven. Wat wij hierbij missen is het geluid dat de bouw en het bijbehorende verkeer met zich meebrengen. Er is geen rekening gehouden met geluidsoverlast bij bestaande woningen, ook die van de aan- en afvoerwegen. Pagina 31: Bij de realisatie van de nieuwe woningen dient voldaan te worden aan de contour van de voorkeursgrenswaarde van 48 db, zoals vermeld in tabel 4.1. Indien 16

82 GEMEENTE KORENDIJK binnen dezegeluidscontour geluidsgevoelige functies mogelijk worden gemaakt, dient het college vanburgemeester en wethouders hogere waarden vast te stellen. Wij vinden het onwenselijk om nieuwe functies mogelijk te maken die de voorkeursgrenswaarde van 48 db overschrijden. Pagina 31, 4.7: Voor vogels blijft voldoende geschikt leefgebied in de omgeving aanwezig, negatieve effecten treden niet op. Er zijn vogels die hun eigen territorium door de bouw moeten verlaten. Niet alleen om hun hun nestplaats hun wordt afgenomen maar ook door het bouwlawaai en dergelijke. Ons lijk de uitspraak dat negatieve effecten niet optreden onjuist. Pagina 31, 4.7: In de watergangen komen de beschermde kleine modderkruiper en bittervoorn voor. Voor het dempen en/of vergraven van watergangen dienen maatregelen getroffen te worden om de aanwezige vissen, maar ook amfibieën en andere organismen te beschermen. De aanwezige vissen en amfibieën kunnen daartoe voorafgaand aan de werkzaamheden worden weggevangen en uitgezet in de directe omgeving in een soortgelijke watergang. Voor deze werkzaamheden dient ontheffing van de Ffw te worden aangevraagd. Waarom wordt er een watergang verbreed waardoor het noodzakelijk is om bovenstaande actie te moeten ondernemen? Is het niet mogelijk om met het plan rekening te houden met de huidige watergangen en deze te respecteren? Pagina 39: 6.1 Economische uitvoerbaarheid: Kunnen wij hiermee concluderen dat wanneer er geen projectontwikkelaar wordt gevonden, er geen nieuwbouw zal plaatsvinden? Bijlage 1 Duurzaamheid Goudswaard. Tabel profit: Duurzaamheidsthema: Functiemenging: Beroepen aan huis mogelijk conform beleid /bestemmingsplan. Houdt men dan ook rekening met de verkeersbewegingen, parkeerplaatsen en andere overlast-aspecten? Bijlage 4, Quickscan natuurwaarden De veldinventarisatie van het gebied heeft op 17 en 18 mei 2011 plaatsgevonden. Wij vinden dit een wel heel korte periode om te kunnen vaststellen welke dieren en planten er wel en niet voorkomen. Op basis van slechts twee dagen in een heel kalenderjaar is deze conclusie wel heel slecht onderbouwd. Onze vraag is of de telling gedurende volledige etmalen zijn gedaan of slechts een paar uur? Pagina 17 en 18. Wij zijn van mening dat u het advies om te starten na september en bij voorkeur na november moet respecteren. Daarnaast geen gebruik maken van kunstlicht in de periode van april tot en met november. Ook zijn wij van mening dat u de aanbevelingen uit paragraaf 6.2, compensatie moet overnemen. Wat wij hier nog aan zouden willen toevoegen is dat men de bij de aanleg van siertuinen, verharding beperkt en gevarieerde beplanting stimuleert. Als voorbeeld dat bij de projecten schuttingen zoveel mogelijk beperkt worden en bijvoorbeeld (beuken)hagen verplicht stelt als onderdeel van de architectuur van het project. 17

83 GEMEENTE KORENDIJK Regels Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels: Uit het stuk is niet te achterhalen waarop deze regels gebaseerd zijn? In sommige gevallen moeten wij concluderen dat er regels zijn opgesteld specifiek voor dit project gezien plaatsaanduidingen maar waarop zijn andere regels gebaseerd? Zijn dit bijvoorbeeld provinciale regels of heeft de gemeente Korendijk deze opgesteld? In dit zelfde hoofdstuk staat met regelmaat dat het bevoegd gezag kan besluiten van deze regels af te wijken. Wij zijn van mening dat regels dan minder waard zijn omdat zonder motivatie gewoon kan worden afgeweken indien je het bevoegd gezag achter je hebt staan. Dit is ons te willekeurig. Pagina 61 Artikel 3 agrarisch: Hier worden de kaders van agrarische bestemming beschreven. In het plan wordt nergens aangegeven dat er ook ruimte voor agrarische bedrijven is binnen het bestemmingsplan. Het is ons dan ook niet duidelijk waarom deze kaders hier toch beschreven worden. Pagina 63 Artikel 4. groen: Paragraaf 4.2: de bouwhoogte van antennes, vlaggenmasten en lantaarnpalen bedraagt ten hoogste 9 m; Wij vinden dat er zorgvuldig moet worden afgewogen of zulke hoge bouwwerken wel noodzakelijk zijn in groenvoorzieningen. Dit past ons inzien niet in ons nationaal landschap. Pagina 65 Artikel 6 woongebied, paragraaf 6.1: het wonen, met daaronder begrepen aan huis gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten Houdt men hierbij ook rekening met de eventuele verkeersbewegingen en parkeeroverlast die deze kleinschalige bedrijven met zich mee kunnen brengen? Pagina 74 Artikel 11, algemene afwijkingsregels. Wij vinden het niet logisch dat als je regels opstelt, deze niet gewoon gehandhaafd kunnen worden. Waarom moet er ook nog een artikel over afwijkingsregels worden toegevoegd? Zo haal je de eerder gestelde regels onderuit, mits het bevoegd gezag hiermee instemt. Volgens ons schept dit onduidelijkheid en willekeur. Paragraaf F. de bouw van lantaarnpalen, vlaggenmasten en antennemasten, mits deze voorzieningen van geringe horizontale afmetingen zijn en mits de hoogte niet meer dan 15 m bedraagt. Op pagina 63, hoofdstuk 2 heeft men het over 9 meter, wat wij al erg hoog vinden. Een hoogte van 15 meter vinden wij onacceptabel. De omgevingsvergunning voor het afwijken wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken. Dit gegeven lijkt ons niet meetbaar en is volgens ons subjectief. Wat zijn de criteria van onevenredige afbreuk? Pagina 77, hoofdstuk 4, artikel Kunnen wij hieruit concluderen dat als de bestemming agrarisch was, dit gehandhaafd blijft indien er niet gebouwd wordt? En geldt dit dan voor het gehele plan of gelden deze regels ook per perceel? 18

84 GEMEENTE KORENDIJK Opmerkingen bij voorontwerp Korendijk uitbreiding Nieuw-Beijerland Blz Aanleiding en doel. Waarom worden er 124 woningen bij gebouwd terwijl het inwoneraantal in de Hoeksche Waard terugloopt? Zo ver als wij weten wordt nieuwbouw niet meer gestimuleerd door de provincie. Het grootste deel van deze woningen lijkt niet overeen te komen met het type woningen dat op blz. 15 onder Regionale Woonvisie wordt genoemd. Blz Provinciaal en regionaal beleid. Tot de gebiedsspecifieke landschapskenmerken van de Hoeksche Waard behoort ook de openheid. Blz Gemeentelijk beleid. Wij denken dat wij met ons nationaal landschap mensen veel aan natuur te bieden hebben. Daarbij denken wij aan kleinschalige recreatieve voorzieningen die het karakter van ons landschap niet aantasten. Wij denken aan een concentratie van bedrijven op het regionale bedrijventerrein. Blz Planopzet. Het is ons niet duidelijk waarom er nieuwe woningen gebouwd moeten worden. Blz Planbeschrijvingen. Hoofdplanopzet. Als er woningen komen zijn ook wij er voor dat de hoogte van de bebouwing aansluit bij de bestaande bebouwing. Blz Openbare ruimte. Autovrije gebieden zijn mooi, maar een belangrijke doelgroep voor de woningen zijn ouderen en helaas neemt bij het ouder worden het percentage mensen met een handicap toe. Zijn de woningen wel goed bereikbaar? Blz Woningbouw en fasering. Het lijkt ons zinvol om tussendoor te bekijken of het plan bijgesteld moet worden omdat er geen/minder behoefte aan woningen is. Nieuwe woningen en elders leegstand lijkt ons niet zinvol. Blz Verkeer en parkeren. De ontsluiting voor openbaar vervoer is matig. Wij zijn voorstander van openbaar vervoer en hebben bezwaar tegen het verbreden en aanleggen van wegen om de toenemende druk van het verkeer op te vangen. Asfalt trekt wielen aan. Autorijden hoeft o.i. niet gestimuleerd te worden. Blz Verkeer en parkeren. Er is sprake van de mogelijkheid om 200 parkeerplaatsen bij de kerk aan te leggen. Veel mensen gaan lopend naar de kerk. Waarom wordt hier zo n hoog aantal genoemd. Gaat het om een geheel nieuwe kerk met veel mensen die van buiten het dorp komen of is het een verplaatsing van een bestaande kerk? Als dat het geval is waarom wordt de kerk dan verplaatst? Wij zien zo veel parkeerplaatsen niet zitten, We zien liever groen als auto s.. Daarbij belemmeren (grote) verharde oppervlakken de afvoer van water. Blz. 24 tabel 3.2 parkeernormen. Waarom kan er niet meer op eigen terrein geparkeerd worden?blz Verkeersgeneratie en verkeersafwikkeling. Op zondag worden extra 680 mvt bewegingen ingecalculeerd. De zondagsrust wordt hierdoor ernstig verstoord. De verwachte geluidsbelasting (blz. 34) in de 19

85 GEMEENTE KORENDIJK Wilhelminastraat neemt al toe met 1,83 db tot boven de 50 db. Op zondag zal dat nog hoger zijn. Let wel dit zijn logaritmische waarden. Blz Verkeer en parkeren. Verkeersgegevens. Waar is een autonome groei van 1,4% per jaar op gebaseerd. Kan de groei niet terug gedrongen worden? blz Externe veiligheid. Beleid en normstelling. het bevoegd gezag heeft een verantwoordingsplicht als het GR toeneemt en/of de oriëntatiewaarde overschrijdt. O.i. zou het bevoegd gezag ook een inspanningsverplichting hebben om te trachten toename en overschrijding te voorkomen. Blz Bodem Onderzoek en conclusie. Is de plek die in het bodemloket genoemd wordt Dorpsweg 5? Dat is in de tekst niet duidelijk. Er is sprake van matig tot sterk verontreinigde spots. Het kan zijn dat daarom heen ten hoogste lichte verontreinigingen aangetoond zijn en dat het slechts om enkele kuubs gaat maar o.i. dient bodemverontreiniging gesaneerd te worden en gelukkig wordt dat ook geadviseerd. Blz Luchtkwaliteit. Wanneer een project een bijdrage heeft van minder dan 3% van de jaargemiddelde grenswaarden hoeft het niet aan de grenswaarden getoetst te worden. Door het plan zal de verkeersintensiteit toenemen. Een oude meting op de N217 kan dan toch niet maatgevend zijn voor de nieuwe situatie? Blz Wegverkeerslawaai Normstelling. Het kan zijn dat de Europese dosismaat acceptabel is maar als er sprake is van grote verschillen gedurende het etmaal kan het geluid toch uiterst storend zijn. Wij zijn tegen het eventueel vaststellen van een hogere grenswaarde. Blz Wegverkeerslawaai. Reconstructies. In de wet geluidshinder zal de waarde van 1,5 db toch niet afgerond worden tot 2 db? Zo n afronding is o.i. niet logisch. Pas 10 jaar na reconstructie kan gesproken worden over een reconstructiesituatie in de zin van de Wet geluidhinder. In de eerste alinea is sprake van een reconstructie bij toename van 1,5 db en in de derde alinea staat dat de geluidsbelasting in principe niet met meer dan maximaal 5 db mag toenemen. Deze verschillende getallen maken o.i. dat niet duidelijk is hoeveel de geluidsbelasting mag toenemen. Het feit dat de geluidsbelasting meer dan 5 db mag toenemen wanneer als gevolg van de reconstructie de geluidsbelasting van een tenminste gelijk aantal woningen langs andere wegen met een tenminste gelijke waarde daalt doet ons denken aan Zwarte Pieten. Een aardig spelletje maar in deze situatie o.i. niet acceptabel. Wanneer wordt een reconstructieonderzoek gedaan? Toch niet pas na 10 jaar? En wat als de stijging te hoog blijkt te zijn? Blz Wegverkeerslawaai Onderzoek. Welke wegen hebben een binnen- en welke een buitenstedelijke ligging? Blz Ecologie. Wat is de definitie van voldoende zorg m.b.t. in het wild levende planten en dieren? Dit lijkt een subjectief begrip en zal o.i. niets voorstellen in een gebied waar gebouwd gaat worden. 20

86 GEMEENTE KORENDIJK Er staat eerst dat de bomenrij niet aangetast wordt door de ontwikkeling en 2 zinnen later staat indien de bomenrij niet behouden kan blijven. Dit is tegenstrijdig en o.i. niet acceptabel. Vogels kunnen wel een territorium hebben en dat door de bouw kwijtraken.. Kan er bij het plan gekeken worden hoe de watergangen zoveel mogelijk gespaard kunnen blijven? Handhaven tenzij. Indien handhaven niet mogelijk is lijkt het vangen en uitzetten van vissen en amfibieën ons een goed idee. Bijlage 1 Uitvoer akoestisch onderzoek Zie eerder en zie bij aantekeningen Zuid-Beijerland. Bijlage 2 Duurzaamheid Nieuw-Beijerland Waar we opmerkingen hebben zijn die al eerder vermeld Bijlage 3 Bodemonderzoek Dorpsweg 5 Bijlage 4 Quick scan natuurwaarden Blz. 4/22 Hoe wordt bepaald/beslist of voldoende mitigerende maatregelen worden genomen om de negatieve effecten van de uitvoeringswerkzaamheden op beschermde soorten te voorkomen zodat een ontheffing in het kader van de Flora en Faunawet niet nodig is. Blz. 8/22 De boomgaard is weliswaar verwaarloosd, maar zeer karakteristiek en (zeker potentieel maar ook actueel al) een landschappelijk en qua natuurwaarden zeer waardevol element.! In oostelijke gebied een elzen singel: een oud,mooi ontwikkeld en landschappelijk karakteristiek en waardevol element. Naast de kreek zijn ook de (noordelijke delen van de) sloten rondom het kleine deelgebied (tussen Dorpsweg en Buitenom) goed ontwikkeld qua oever- en watervegetatiestructuur en hebben hoge ecologische potenties. Wij zijn het eens met deze opmerkingen en zien deze elementen graag terug in het plan. Blz. 13/ Zoogdieren. Gezien de biotopen en de regio gaat het om algemene muizensoorten. Hoe kan dat met zekerheid vastgesteld worden? Hoogstamboomgaard met bouwval geschikt als tijdelijke verblijfplaats. Met kreek en opgaande begroeiing in omgeving ook geschikt als foerageerbiotoop voor vleermuissoorten Dus handhaven. Blz. 13/ Vogels. De veldinventarisatie van het gebied heeft op 17 en 18 mei 2011 plaatsgevonden. Het feit dat er toen geen nest gevonden is en geen geluiden van jongen waargenomen zijn is o.i. niet voldoende om vast te stellen dat een broedgeval überhaupt niet aannemelijk is. Nesten van zwaluwen kunnen ook in de zomer voorkomen. Blz. 15/ Habitatsoorten. Vissen. In de verspreidingsgegevens wordt naast de bittervoorn die ook aangetroffen is de kleine modderkruiper vermeld. Blz. 15/ Niet broedvogels. Het feit dat niet broedvogels in de wintermaanden bij voorkeur op of aan grote wateren verblijven sluit niet uit dat ze ook aan kleinere wateren kunnen voorkomen (groter water is wel in de buurt). 21

87 GEMEENTE KORENDIJK Blz. 17/ Zoogdieren. Door projecten op meerdere plaatsen verdwijnt leefgebied voor de grondgebonden zoogdieren. Hoe wordt bepaald of er voldoende leefgebied overblijft? Bestaat daar een formule/berekening voor of is het nattevingerwerk? Hetzelfde geldt voor 5.2. vogels; 5.3 amfibieën; 5.4 vissen.. Het gebied van de vleermuizen mag niet verstoord of vernietigd worden. Bij de bouw zal dit altijd gebeuren. In het broedseizoen mogen o.i. i.v.m. de extra kwetsbaarheid van dieren geen bouwactiviteiten plaatsvinden. Blz. 18/22 Mochten de biotopen hoogstamboomgaard en (elzen)singel verdwijnen, dan raken echter veel vogelsoorten hun broedmogelijkheden kwijt. Dat mag o.i. niet gebeuren. Blz. 23/22 7 Advies vervolgtraject. Een veldonderzoek van 2 dagen is o.i. te beperkt. Nader onderzoek is o.i. nodig Bijlage 1. m.b.t. rode lijst. Wij missen een onderzoek naar alle inmiddels 17 soortgroepen met een rode lijst. In bijlage 3 ontbreekt de kaart. Bijlage 5 Vleermuisonderzoek Dorpsweg In stuk ontbraken de even pagina s. Volgens de brief van het college van B en W te Korendijk met kenmerk KNDK/2012/1801 hebben we voor onze inspraakreactie op het vleermuisonderzoek uitstel gekregen tot 10 september Bijlage 6 Archeologisch onderzoek Blz tabel. In de tabel wordt onder de kop diepteligging sporen zowel de maat t.a.v. NAP als die t.a.v. het maaiveld gebruikt. Helaas staat er niet hoe de verhouding maaiveld en NAP is. Dit maakt het lezen van de tabel nodeloos moeilijk. Op blz. 5 wordt een boring van 265 cm beneden maaiveld genoemd -> hoeveel is dat beneden NAP. In welke laag is die boring uitgevoerd, wat kan daar evt. verwacht worden? Als de lagen van de bronstijd en vorige periodes dieper liggen dan de laag waarin geboord is kan toch niet gesteld worden dat de lage verwachting voor deze periode gehandhaafd kan worden? Er zou toch in een diepere laag wel iets te vinden kunnen zijn? Blaz. 11/28 Ter plaatse van de kreek zal er erosie van het Hollandveen Laagpakket plaatsgevonden hebben. De kreek is een gedeelte van het gebied. Eerder is de conclusie getrokken dat door de erosie resten uit de ijzertijd tot en met de vroege middeleeuwen verdwenen zijn. Als de erosie alleen bij de kreek heeft plaatsgevonden lijkt/is deze conclusie voorbarig. Blz. 22/28 3 Inventariserend Veldonderzoek 3.1 methode.. Er is tot max. 4 m beneden maaiveld geboord. Hoe kan dan gesteld worden dat het onderzoek verkennend is voor alle archeologische perioden? Volgens afbeelding 2.3 ligt het plangebied max. 0,5 0,2 m NAP. Volgens tabel 2.1 lag de top ven het Hollandveen Laagpakket circa 5 m NAP en hoorde dat bij de ijzertijd tot de vroege middeleeuwen. 22

88 GEMEENTE KORENDIJK Regels. Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels: Uit het stuk is niet te achterhalen waarop deze regels gebaseerd zijn? In sommige gevallen moeten wij concluderen dat er regels zijn opgesteld specifiek voor dit project gezien plaatsaanduidingen maar waarop zijn andere regels gebaseerd? Zijn dit bijvoorbeeld provinciale regels of heeft de gemeente Korendijk deze opgesteld? In dit zelfde hoofdstuk staat met regelmaat dat het bevoegd gezag kan besluiten van deze regels af te wijken. Wij zijn van mening dat regels dan minder waard zijn omdat zonder motivatie gewoon kan worden afgeweken indien je het bevoegd gezag achter je hebt staan. Dit is ons te willekeurig. Blz. 69 Artikel 3, groen 3.2: de bouwhoogte van antennes, vlaggenmasten en lantaarnpalen bedraagt ten hoogste 9 m; Wij vinden dat er zorgvuldig moet worden afgewogen of zulke hoge bouwwerken wel noodzakelijk zijn in groenvoorzieningen. Dit past ons inzien niet in ons nationaal landschap. Blz. 70 Artikel 4, maatschappelijk / religie, 4.2. Hier wordt toestemming gegeven voor een bouwhoogte van 30 meter. Wij vinden zo n hoog bouwwerk, ongeacht de bestemming, in een nationaal landschap veel te hoog. Blz. 75 Artikel 9 woongebied, 9.1: het wonen, met daaronder begrepen aan huis gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten Houdt men hierbij ook rekening met de eventuele verkeersbewegingen en parkeeroverlast die deze kleinschalige bedrijven met zich mee kunnen brengen? Blz. 81 Artikel 13, algemene afwijkingsregels. Wij vinden het niet logisch dat als je regels opstelt, deze niet gewoon gehandhaafd kunnen worden. Waarom moet er ook nog een artikel over afwijkingsregels worden toegevoegd? Zo haal je de eerder gestelde regels onderuit, mits het bevoegd gezag hiermee instemt. Volgens ons schept dit onduidelijkheid en willekeur. Paragraaf F. de bouw van lantaarnpalen, vlaggenmasten en antennemasten, mits deze voorzieningen van geringe horizontale afmetingen zijn en mits de hoogte niet meer dan 15 m bedraagt. Op pagina 69, hoofdstuk 2 heeft men het over 9 meter, wat wij al erg hoog vinden. Een hoogte van 15 meter vinden wij onacceptabel. De omgevingsvergunning voor het afwijken wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken. Dit gegeven lijkt ons niet meetbaar en is volgens ons subjectief. Wat zijn de criteria van onevenredige afbreuk? Pagina 85, hoofdstuk 4, artikel Kunnen wij hieruit concluderen dat als de bestemming bijvoorbeeld agrarisch was, dit gehandhaafd blijft indien er niet gebouwd wordt? En geldt dit dan voor het gehele plan of gelden deze regels ook per perceel? Opmerkingen bij voorontwerp Korendijk uitbreiding Zuid-Beijerland Blz Aanleiding en doel. Waarom worden er 74 woningen bij gebouwd terwijl het inwoneraantal in de Hoeksche Waard terugloopt? Zo ver als wij weten wordt 23

89 GEMEENTE KORENDIJK nieuwbouw niet meer gestimuleerd door de provincie. Een besluit van 2005 (blz. 9) lijkt ons achterhaald. blz Rijksbeleid. Nationale belangen. 1. Een excellent en internationaal bereikbaar vestigingsklimaat in de stedelijke regio s met een concentratie van topsectoren. In dit kader blijft het Rijk gebiedsgerichte afspraken maken met de stedelijke regio's over de programmering van verstedelijking(woningbouw), zowel kwantitatief als kwalitatief. Dit punt is o.i. absoluut niet van toepassing op het plangebied. Blz Provinciaal beleid. Gebiedsopgaven Hoeksche Waard. Wij denken dat wij met ons nationaal landschap mensen veel aan natuur te bieden hebben. Daarbij denken wij aan kleinschalige recreatieve voorzieningen die het karakter van ons landschap niet aantasten. Blz Provinciaal beleid. Regionale woonvisie. Ontwikkelingen richten zich ook op inbreiding en herstructurering van de bestaande voorraad. Dit is o.i. het belangrijkste punt en hier dient o.i. dan ook in eerste instantie alle aandacht op gericht te zijn. Blz Gemeentelijk beleid. Wij denken aan een concentratie van bedrijven op het regionale bedrijventerrein.. Blz Woningbouwprogramma en fasering. Het lijkt ons zinvol om tussendoor te bekijken of het plan bijgesteld moet worden omdat er geen/minder behoefte aan woningen is. Nieuwe woningen en elders leegstand lijkt ons niet zinvol Blz Verkeer en parkeren. Openbaar vervoer. De ontsluiting voor het openbaar vervoer wordt redelijk genoemd. Op blz. 15 staat dat een sterker accent gelegd kan worden op de doelgroepen starters en ouderen. Er is ruimte voor grootschaliger woningbouw voor senioren. Bij het ouder worden neemt de kans op lichamelijke beperkingen sterk toe 500 m lopen naar een halte zal voor mensen met een handicap te ver zijn. Wij zijn voor het stimuleren avn OV. Blz. 22 tabel 3.2. Parkeernormen. Kan er niet meer op eigen grond geparkeerd worden? Blz Verkeer en parkeren. Verkeersgegevens. Waar is een autonome groei van 1,4% per jaar op gebaseerd. Kan de groei niet terug gedrongen worden? Blz Bodem De grond is gezien aard van gebruik verdacht. Nader onderzoek is nodig/ Blz Luchtkwaliteit. Onderzoek. Om een oordeel over de luchtkwaliteit te kunnen geven is het zinnig als de waarden van de in 2011 jaargemiddelde concentraties stikstofdioxide en fijn stof direct langs de A29 (als maatgevende doorgaande weg langs het plangebied) gegeven worden. Ruimschoots onder de grenswaarde is o.i. te vaag. 24

90 GEMEENTE KORENDIJK Blz. 28 Wegverkeerslawaai. Normstelling. Het kan zijn dat de Europese dosismaat acceptabel is maar als er sprake is van grote verschillen gedurende het etmaal kan het geluid toch uiterst storend zijn. Wij zijn tegen het eventueel vaststellen van een hogere grenswaarde Blz. 29 Wegverkeerslawaai. Reconstructies. In de wet geluidshinder zal de waarde van 1,5 db toch niet afgerond worden tot 2 db? Zo n afronding is o.i. niet logisch. Pas 10 jaar na reconstructie kan gesproken worden over een reconstructiesituatie in de zin van de Wet geluidhinder. In de eerste alinea is sprake van een reconstructie bij toename van 1,5 db en in de derde alinea staat dat de geluidsbelasting in principe niet met meer dan maximaal 5 db mag toenemen. Deze verschillende getallen maken o.i. dat niet duidelijk is hoeveel de geluidsbelasting mag toenemen. Het feit dat de geluidsbelasting meer dan 5 db mag toenemen wanneer als gevolg van de reconstructie de geluidsbelasting van een tenminste gelijk aantal woningen langs andere wegen met een tenminste gelijke waarde daalt doet ons denken aan Zwarte Pieten. Een aardig spelletje maar in deze situatie o.i. niet acceptabel. Wanneer wordt een reconstructieonderzoek gedaan? Toch niet pas na 10 jaar? En wat als de stijging te hoog blijkt te zijn? Blz. 30 Wegverkeerslawaai. Aftrek ex artikel 3.6 RMG. Het zou mooi zijn motorvoertuigen in de toekomst stiller worden. Het zou ook mooi zijn als iedereen daar van kan profiteren. Dat is niet mogelijk als vooruitlopend op stillere auto s de toelaatbare grens voor geluid verhoogd mag worden. En wat als auto s niet stiller worden? Blz Ecologie. Vogels kunnen wel een territorium hebben en dat door de bouw kwijtraken. Kan er bij het plan gekeken worden hoe de watergangen zoveel mogelijk gespaard kunnen blijven? Handhaven tenzij. Indien handhaven niet mogelijk is lijkt het vangen en uitzetten van vissen en amfibieën ons een goed idee Blz Water. Waterkwantiteit. Heeft de gemeente er wel eens aan gedacht om de burgers voor te lichten over de nadelen van het verharden van hun grondgebied en de voordelen van regentonnen? Bijlage 1 Duurzaamheid Zuid-Beijerland Tabel Planet Autovrije gebieden zijn mooi, maar een belangrijke doelgroep voor de woningen zijn ouderen en helaas neemt bij het ouder worden het percentage mensen met een handicap toe. Zijn de woningen wel goed bereikbaar? Bijlage 2 Vooronderzoek bodemkwaliteit De bodemonderzoeken zijn wel verontrustend. Het betreft bodemverontreiniging met bestrijdingsmiddelen, met asbest, en verdachte parameters uit het standaardpakket bodem als o.a. organochloorbestrijdingsmiddelen, zware metalen, minerale olie en polycyclische aromatische koolwaterstoffen. Het op blz. 27 van de toelichting voorgestelde verkennend bodemonderzoek lijkt een eufemisme. Gedegen onderzoek en saneren/schoonmaken lijkt nodig. 25

91 GEMEENTE KORENDIJK Bijlage 3 Uitvoer akoestisch onderzoek De geluidstabellen met contouren in meters zijn op dezelfde basis berekend als in andere kernen. Volgens de berekeningen, die verder niet worden toegelicht, blijft alles binnen de (te manipuleren) grenzen. Een goed voorbeeld is de Marijkelaan. De verwachte geluidstoename voor de Marijkelaan is 1,47 db (dat is dan weer minder dan 1,5 db) en het verwachte geluidsniveau in 2023 is 47,42 db (en dat is dan weer net minder dan 48 db).eigenlijk is het 52,42 db, maar volgens artikel 110g Wgh kan er dan weer 5 db vanaf getrokken worden. Zo zou er niets aan de hand zijn maar wij voorzien dat van een vraagteken. Bijlage 4 Quickscan natuurwaarden Blz. 4/ Flora en faunawet in het kort. Hoe wordt bepaald/beslist of voldoende mitigerende maatregelen worden genomen om de negatieve effecten van de uitvoeringswerkzaamheden op beschermde soorten te voorkomen zodat een ontheffing in het kader van de Flora en Faunawet niet nodig is? De maatregelen hoeven volgens de tekst op 5/22 niet beoordeeld te worden. Blz. 9/ Aanwijzende natuurwaarden en instandhoudingsdoelen Natura gebied. Hoe kan er sprake zijn van een zoetwaterbekken als er sprake is van brakke boden en zilte grond? Zilt en brak wijzen toch beide op de aanwezigheid van zout. Blz. 12/ Uitgevoerde veldinventarisatie. O.i. is een veldonderzoek alleen uitgevoerd op 2 opeenvolgende dagen te beperkt. Blz. 13/ Aanwezige of te verwachte soorten. Bijgevoegd de namen van de Nederlandse rode lijsten:. De soorten waar vraagtekens achterstaan vinden wij niet terug in het onderzoek. Deze opmerking geldt ook voor de andere kernen. Blz. 17/ Zoogdieren. Door projecten op meerdere plaatsen verdwijnt leefgebied voor de grondgebonden zoogdieren. Hoe wordt bepaald of er voldoende leefgebied overblijft? Bestaat daar een formule/berekening voor of is het nattevingerwerk? Hetzelfde geldt voor 5.2. vogels; 5.3 amfibieen; 5.4 vissen.. Het gebied van de vleermuizen mag niet verstoord of vernietigd worden. Bij de bouw zal dit altijd gebeuren. In het broedseizoen mogen o.i. i.v.m. de extra kwetsbaarheid van dieren geen bouwactiviteiten plaatsvinden. Blz. 19/ Compensatie. Wij zijn voorstander van natuurvriendelijke akkerranden maar de gemeente heeft toch geen zeggenschap over de aangrenzende landbouwpercelen? 21/22 7 Advies vervolgtraject. Een veldonderzoek van 2 dagen is o.i. te beperkt. Nader onderzoek is o.i. nodig. Bijlage 1 Rode lijsten. Wij hebben voor 17 soortgroepen een rode lijst gevonden. (zie eerder). Bijlage 3 de kaart ontbreekt. 26

92 GEMEENTE KORENDIJK Bijlage 5 Archeologisch onderzoek Blz. 5/29 In de tabel wordt bij diepteligging sporen niet aangegeven hoever deze lagen zich beneden het maaiveld bevinden. Het is dan niet te beoordelen of tijdens de boringen mogelijk was geweest om sporen te vinden. Blz. 7/ Onderzoekskader. Het lijkt ons zinvol dat bij het toetsen van de resultaten van het onderzoek specialisten op archeologisch gebied betrokken worden. Deze uitspraak geldt ook voor de andere kernen. Blz. 22/29 3 Inventariserend veldonderzoek 3.1 Methode. Het verkennend onderzoek kan niet verkennend zijn voor alle archeologische perioden als er tot max. 4 m beneden maaiveld geboord is (1 boring per ha.). Het plangebied ligt rond NAP en de top van het Hollandveen Laagpakket ligt circa 5 m NAP. Deze laag die hoort bij de ijzertijd tot de vroege middeleeuwen zal dus niet aangeboord zijn tenzij de diepte van de lagen niet goed vermeld is. Regels Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels: Uit het stuk is niet te achterhalen waarop deze regels gebaseerd zijn? In sommige gevallen moeten wij concluderen dat er regels zijn opgesteld specifiek voor dit project gezien plaatsaanduidingen maar waarop zijn andere regels gebaseerd? Zijn dit bijvoorbeeld provinciale regels of heeft de gemeente Korendijk deze opgesteld? In dit zelfde hoofdstuk staat met regelmaat dat het bevoegd gezag kan besluiten van deze regels af te wijken. Wij zijn van mening dat regels dan minder waard zijn omdat zonder motivatie gewoon kan worden afgeweken indien je het bevoegd gezag achter je hebt staan. Dit is ons te willekeurig. Blz. 61 Artikel 3, groen 3.2: de bouwhoogte van antennes, vlaggenmasten en lantaarnpalen bedraagt ten hoogste 9 m; Wij vinden dat er zorgvuldig moet worden afgewogen of zulke hoge bouwwerken wel noodzakelijk zijn in groenvoorzieningen. Dit past ons inzien niet in ons nationaal landschap. Blz. 63 Artikel 5 woongebied, 5.1: het wonen, met daaronder begrepen aan huis gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten Houdt men hierbij ook rekening met de eventuele verkeersbewegingen en parkeeroverlast die deze kleinschalige bedrijven met zich mee kunnen brengen? Blz. 68 Artikel 9, algemene afwijkingsregels. Wij vinden het niet logisch dat als je regels opstelt, deze niet gewoon gehandhaafd kunnen worden. Waarom moet er ook nog een artikel over afwijkingsregels worden toegevoegd? Zo haal je de eerder gestelde regels onderuit, mits het bevoegd gezag hiermee instemt. Volgens ons schept dit onduidelijkheid en willekeur. Paragraaf F. de bouw van lantaarnpalen, vlaggenmasten en antennemasten, mits deze voorzieningen van geringe horizontale afmetingen zijn en mits de hoogte niet meer dan 15 m bedraagt. Op pagina 61, hoofdstuk 2 heeft men het over 9 meter, wat wij al erg hoog vinden. Een hoogte van 15 meter vinden wij onacceptabel. De omgevingsvergunning voor het afwijken wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven 27

93 GEMEENTE KORENDIJK gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken. Dit gegeven lijkt ons niet meetbaar en is volgens ons subjectief. Wat zijn de criteria van onevenredige afbreuk? Blz. 71, hoofdstuk 4, artikel Kunnen wij hieruit concluderen dat als de bestemming bijvoorbeeld agrarisch was, dit gehandhaafd blijft indien er niet gebouwd wordt? En geldt dit dan voor het gehele plan of gelden deze regels ook per perceel? Opmerkingen bij voorontwerp Korendijk uitbreiding Piershil. Blz. 14. Ontwerp Woonvisie Inmiddels is het wel zover duidelijk dat de woningmarkt niet zo zeer stagneert maar totaal op slot zit.. Het verbeteren van de bestaande woningvoorraad en vraag- en aanbod op elkaar afstemmen lijkt bij lange na niet voldoende om de woningmarkt vlot te trekken. Hier ligt ook een taak voor het Rijk. Het inwoneraantal in de Hoeksche Waard loopt terug..nieuwbouw lijkt dus niet zinnig.. Blz. 15 Regionale Woonvisie: De aandacht gaat uit naar de versterking van de bestaande structuur en het voorzieningenniveau in het centrum van het dorp.. Het voorzieningenniveau staat mede gezien de ongezonde financiële situatie van de gemeente Korendijk ernstig onder druk. Dit maakt een eventuele doorstroom op de woningmarkt ook al weer een stuk lastiger. Blz Gemeentelijk beleid structuurvisie Korendijk, duurzame omgeving. Een extensieve recreatieve ontwikkeling past bij de aanwijzing van de Hoeksche Waard als nationaal landschap. Dit is wel een hele ruime omschrijving aangaande de recreatieve ontwikkeling.. Wij denken dat wij met ons nationaal landschap mensen veel aan natuur te bieden hebben. Daarbij denken wij aan kleinschalige recreatieve voorzieningen die het karakter van ons landschap niet aantasten. Blz Gemeentelijk beleid structuurvisie Korendijk, leefbaarheid. Het voorzieningenniveau en de leefbaarheid staan mede gezien de ongezonde financiële situatie van de gemeente Korendijk ernstig onder druk. Dit maakt een eventuele doorstroom op de woningmarkt ook al weer een stuk lastiger. Blz Gemeentelijk beleid structuurvisie Korendijk, vitaliteit, Het lijkt ons dat de eerst komende jaren er absoluut geen sprake is van een economisch gezonde gemeente. Wij zijn tegen de concentratie van bedrijven op een centraal bedrijventerrein Bedrijven dienen o.i. geconcentreerd te worden op het regionale bedrijventerrein. Blz Planbeschrijving, speelvoorzieningen. De doelgroep voor speelvoorzieningen/ ontmoetingspunt is erg ruim opgesteld, een speelgelegenheid of ontmoetingspunt voor een 6 jarige is anders van aard dan voor een 18 jarige. Het gevaar ligt hier op de loer dat er een hangplek voor jongeren gecreëerd wordt. Blz Verkeer en parkeren, verkeer. De ontsluiting voor het autoverkeer is derhalve goed. Is deze weg ingericht conform duurzaam veilig, weg is behoorlijk smal, en in matige staat van onderhoud. In het 60 km gebied is geen enkele vorm van belijning aangebracht. 28

94 GEMEENTE KORENDIJK Blz Verkeer en parkeren, verkeersgeneratie en verkeersafwikkeling. Waarom is er niet gekeken naar het verkeer wat via de Sluisjesdijk rijdt. Het is bekend dat verkeer naar Rotterdam bij voorkeur over de Sluisjesdijk gaat en NIET via Oud- Beijerland, de N217. Tevens moet hier dan ook gekeken worden naar de uitbreidingen in Goudswaard en Nieuw-Beijerland, ook dit verkeer, m.n. het verkeer uit Goudswaard en in mindere mate uit Nieuw-Beijerland zal gebruik maken van de reeds overbelaste Sluisjesdijk. Ook op de Sluisjesdijk en verder op het Zwartsluisje staat de leefbaarheid van de aanwonenden zwaar onder druk. Blz Ecologie, onderzoek en conclusies. In het plangebied zijn geen vaste verblijfplaatsen van vleermuizen en broedvogels aanwezig, wel kan het plangebied dienen als foerageergebied voor deze soorten. Vleermuizen genieten de hoogste beschermingsstatus binnen de Flora- en Faunawet. Blz Water, waterbeheer en watertoets. Wat wordt bedoeld met overleg in een vroeg stadium? De eerste woningbouw zou al in 2014 dienen plaats te vinden. Blz Maatschappelijke uitvoerbaarheid. Is er rekening gehouden met de woningmarkt in zijn huidige, totaal vastgelopen vorm? Bijlage 3 Verkennend bodemonderzoek blz. 8/13 en 9/13. Waarom is het bodemonderzoek Sluisjesdijk van betrokken in dit plan? Het ligt buiten het plangebied. Op blz. 9/13 staat: Een bodemonderzoek kan normaal circa 2 tot 5 jaar worden gebruikt (richtlijn Vereniging van Nederlandse Gemeenten). Waarom dan geen nieuw bodemonderzoek Sluisjesdijk? Regels Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels: Uit het stuk is niet te achterhalen waarop deze regels gebaseerd zijn? In sommige gevallen moeten wij concluderen dat er regels zijn opgesteld specifiek voor dit project gezien plaatsaanduidingen maar waarop zijn andere regels gebaseerd? Zijn dit bijvoorbeeld provinciale regels of heeft de gemeente Korendijk deze opgesteld? In dit zelfde hoofdstuk staat met regelmaat dat het bevoegd gezag kan besluiten van deze regels af te wijken. Wij zijn van mening dat regels dan minder waard zijn omdat zonder motivatie gewoon kan worden afgeweken indien je het bevoegd gezag achter je hebt staan. Dit is ons te willekeurig. Blz. 63 Artikel 3, groen, 3.2: de bouwhoogte van antennes, vlaggenmasten en lantaarnpalen bedraagt ten hoogste 9 m; Wij vinden dat er zorgvuldig moet worden afgewogen of zulke hoge bouwwerken wel noodzakelijk zijn in groenvoorzieningen. Dit past ons inzien niet in ons nationaal landschap. Blz. 67 Artikel 7 woongebied, 7.1: het wonen, met daaronder begrepen aan huis gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten Houdt men hierbij ook rekening met de eventuele verkeersbewegingen en parkeeroverlast die deze kleinschalige bedrijven met zich mee kunnen brengen? 29

95 GEMEENTE KORENDIJK Blz. 74 Artikel 11, algemene afwijkingsregels. Wij vinden het niet logisch dat als je regels opstelt, deze niet gewoon gehandhaafd kunnen worden. Waarom moet er ook nog een artikel over afwijkingsregels worden toegevoegd? Zo haal je de eerder gestelde regels onderuit, mits het bevoegd gezag hiermee instemt. Volgens ons schept dit onduidelijkheid en willekeur. De omgevingsvergunning voor het afwijken wordt niet verleend, indien daardoor onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven aangrenzende gronden en bouwwerken. Dit gegeven lijkt ons niet meetbaar en is volgens ons subjectief. Wat zijn de criteria van onevenredige afbreuk? Paragraaf F. de bouw van lantaarnpalen, vlaggenmasten en antennemasten, mits deze voorzieningen van geringe horizontale afmetingen zijn en mits de hoogte niet meer dan 15 m bedraagt. Op pagina 63, hoofdstuk 2 heeft men het over 9 meter, wat wij al erg hoog vinden. Een hoogte van 15 meter vinden wij onacceptabel. Blz. 77, hoofdstuk 4, artikel Kunnen wij hieruit concluderen dat als de bestemming agrarisch was, dit gehandhaafd blijft indien er niet gebouwd wordt? En geldt dit dan voor het gehele plan of gelden deze regels ook per perceel? Pagina 77, hoofdstuk 4, artikel Kunnen wij hieruit concluderen dat als de bestemming bijvoorbeeld agrarisch was, dit gehandhaafd blijft indien er niet gebouwd wordt? En geldt dit dan voor het gehele plan of gelden deze regels ook per perceel? Beantwoording In de inspraakreactie wordt aangegeven dat de aantekeningen die bij een bepaalde kern staan tevens gelden voor de andere kernen. Dit geldt tevens voor de beanwoording van de inspraakreacties. Goudswaard: Het Rijk geeft in haar beleid aan Deze Nota Ruimte bevat de visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en de belangrijkste bijbehorende doelstellingen voor de komende decennia. Het kabinet gaat daarbij uit van een dynamisch, op ontwikkeling gericht ruimtelijk beleid en een heldere verdeling van verantwoordelijkheden tussen rijk en decentrale overheden. Deze nota bevat de ruimtelijke bijdrage aan een sterke economie, een veilige en leefbare samenleving en een aantrekkelijk land. Deze aan het Hoofdlijnenakkoord ontleende inzet, ligt aan de basis van de ruimtelijke visie die in hoofdlijnen tot uitdrukking komt in dit eerste hoofdstuk: in beleidsopgaven, doelen en uitgangspunten. In het verleden werd het rijksbeleid voor ruimtelijke onderwerpen in afzonderlijke nota s verwoord. Dit kabinet kiest ervoor het rijksbeleid zoveel mogelijk in één nota onder te brengen. Eén Nota Ruimte helpt de overlap tussen de verschillende beleidsterreinen en het aantal aparte nota s terug te dringen, biedt meer helderheid voor burgers, decentrale overheden en maatschappelijke organisaties en zorgt voor meer samenhang in het ruimtelijk relevante (sector)beleid. Op deze manier worden 30

96 GEMEENTE KORENDIJK gelijktijdig gunstige randvoorwaarden gecreëerd voor een grotere uitvoeringsgerichtheid van het rijksbeleid. De Nota Ruimte is een strategische nota op hoofdlijnen waarin een duidelijk onderscheid is gemaakt tussen rijksverantwoordelijkheden en die van anderen. Hiermee keert het kabinet terug naar de eigenlijke uitgangspunten van het ruimtelijk rijksbeleid en verschuift het accent van ordening naar ontwikkeling. De Nota Ruimte richt zich op de belangen en verantwoordelijkheden waar het rijk voor staat en op de doelen die het daarbij hanteert. Elk hoofdstuk begint met deze doelen. Daarnaast is er bij deze nota een overzicht van de voornaamste gehanteerde doelen gevoegd (bijlage 1). Ook maakt de nota duidelijk welke beleidsruimte aan anderen wordt gegeven en welke instrumenten deze daarvoor ter beschikking krijgen. Hiermee is de nota korter en bondiger dan verschillende eerdere ruimtelijke beleidsdocumenten. De bij de nota horende Uitvoeringsagenda biedt inzicht in de belangrijkste bij het beleid horende ruimtelijke investeringen en uitvoeringsacties. Bij de ruimtelijke beleidsopgaven en doelen, maar ook bij de verdere uitwerking daarvan, is in deze nota aangegeven in welke mate en op welke wijze het kabinet zich daarmee wil bemoeien. In de nota wordt duidelijk welke waarden overal ten minste gegarandeerd worden en voor welke ruimtelijke structuren het rijk een grotere verantwoordelijkheid heeft: het eerste komt in deze nota tot uitdrukking onder de noemer basiskwaliteit, het tweede in de nationale Ruimtelijke Hoofdstructuur. Alle beleidsuitspraken van het rijk in deze nota zijn met één van beide begrippen te verbinden. De in dit hoofdstuk verwoorde ruimtelijke visie vormt het aangrijpingspunt voor de beleidsstrategieën in de daarop volgende hoofdstukken en de daaraan verbonden maatregelen en instrumenten. Die hebben met name betrekking op economie, infrastructuur en verstedelijking en op water, natuur en landschap. Deze Nota Ruimte bevat niet alleen de hoofdlijnen van het ruimtelijk beleid voor Nederland als geheel, maar ook voor een aantal specifieke gebieden. Tot de ruimte van Nederland behoren zowel de bovengrondse als de ondergrondse ruimte en (het Nederlandse deel van) de Noordzee. Deze nota vormt tevens het ruimtelijk kader voor alle ruimtelijke investeringen van het rijk en de andere overheden, zoals die aan de orde kunnen komen in sectorale nota s, notities of beleidslijnen en brieven of andere sectorale beleidsdocumenten. Pagina 12: Wat de provincie hiermee heeft bedoeld, is het volgende: De provincie heeft een integrale structuurvisie voor de ruimtelijke ordening in Zuid- Holland vastgesteld. In deze visie op Zuid-Holland beschrijft de provincie haar doelstellingen en provinciale belangen. De structuurvisie geeft de provincie de visie tot 2020 met bijbehorende uitvoeringsstrategie en een doorkijk naar De Kern van de visie op Zuid-Holland is het versterken van samenhang, herkenbaarheid en diversiteit binnen Zuid-Holland. Dit draagt bij aan een goede kwaliteit van leven en sterke economische concurrentiepositie. Duurzame ontwikkeling en klimaatbestendigheid zijn belangrijke pijlers. Dit wil Zuid-Holland bereiken door realisering van een samenhangend stedelijk en landschappelijk netwerk. Goede bereikbaarheid, een divers aanbod aan woon- en werkmilieus in een 31

97 GEMEENTE KORENDIJK aantrekkelijk landschap met ruimte voor water, landbouw en natuur, zijn daarin kenmerkende kwaliteiten. Om het stedelijk netwerk te versterken kiest de provincie het uitgangspunt om verstedelijking zoveel mogelijk in bestaand bebouwd gebied te concentreren. Hiermee wordt de kwaliteit van het bebouwd gebied behouden en versterkt. Om dit te bereiken zijn het stedelijk netwerk en alle daarbuiten gelegen kernen in Zuid-Holland voorzien van bebouwingscontouren. Deze geven de grens an de bebouwingsmogelijkheden voor wonen en werken weer. Betreffende het huidige aanbod op de woningmarkt merken wij het volgende op. In het plangebied zijn een kerk en 124 woningen voorzien. Dit aantal komt overeen met het aantal genoemd in de Algemene Notitie Uitgangspunten en Randvoorwaarden Uitbreidingsgebieden Korendijk en valt binnen de afspraken van de Regionale Woonvisie Samen voor kwaliteit. Aan de hand van extra onderzoeksgegevens en rekening houdende met de woningbouwverdeling over de kernen in de Hoeksche Waard is het woningbouwprogramma verder verfijnd. Naast de Regionale Woonvisie is het beleid van de Gemeente Korendijk gericht op kwaliteitsverbetering en een optimale benutting van het bestaande gebied binnen de bebouwingscontour van de provincie. Daarnaast richt het beleid van de Gemeente Korendijk zich op de instandhouding van de openheid van het buitengebied. In de nieuwbouwplannen aan de rand van de Kern Nieuw-Beijerland, maar ook aan de randen van de overige kernen, dient hiermee rekening gehouden te worden. Daarbij staat voorop dat de internationale zeldzame en unieke kenmerken van het landschap van de Hoeksche Waard ook voor de toekomst behouden moet blijven. Pagina 14 Ieder plan geeft een diversiteit aan van woningbouw, bereikbaar voor de diverse bewoners in onze samenleving. Verder verwijzen wij hier naar het Woonbehoefteonderzoek en de Regionale Woonvisie. In een eerder stadium was het mogelijk hierop te reageren. Dit is echter niet meer mogelijk daar de Regionale Woonvisie al is vastgesteld. Voor de goede orde merken wij hierbij nog op dat te koop staande woningen geen leegstand betreft. Pagina 15 Voor beantwoording verwijzen wij naar ons eerdere antwoord onder Pagina 14. Pagina 19: Wij nemen dit voor kennisgeving aan. Pagina 20: Wij nemen dit voor kennisgeving aan. Pagina 22: Het bestemmingsplan is hiervoor niet het geschikte middel om dit te regelen. Pagina 23 Uit onderzoek is gebleken dat de ontsluiting van de verschillende vervoerswijzen goed is. Als gevolg van de ontwikkeling zal de verkeersintensiteit op de wegen rondom het plangebied beperkt toenemen, zonder dat dit noemenswaardige problemen geeft omdat 32

98 GEMEENTE KORENDIJK uit onderzoek is gebleken dat de maximale hoeveelheid verkeersbewegingen van de wegen hoger ligt dat de verwachte toename. Daar de weg in eigendom behoort bij het waterschap is hierover contact opgenomen met het waterschap. Het waterschap heeft mede gedeeld dat de weg de toename aan verkeer aan kan. Navraag inzake het standpunt van de RVVP heeft niet tot een andere conclusie geleid. Pagina 30: Met de projectontwikkelaar/bouwer worden afspraken gemaakt over de inrichting van de bouwplek en de aan- en afvoer van zwaar materieel. Echter, het totaal wegnemen van mogelijk overlast is niet mogelijk. Echter dit is slechts tijdelijk. Pagina 31: De Gemeente Korendijk streeft ernaar om zoveel als mogelijk te voldoen aan de gestelde eisen. Volgens onderzoek is er ter plaatse van de gevels van bestaande woningen geen sprake van reconstructie en zijn geen vervolgprocedures inzake de Wet geluidhinder noodzakelijk. Ecologisch onderzoek heeft uitgewezen dat er in het plangebied geen vaste verblijfplaatsen van vleermuizen en broedvogels aanwezig is. Wel dient het plangebied als foeragegebied voor deze soorten. Uiteraard blijft de algemene zorgplicht bestaan. Dit betekent dat iedereen voldoende zorg in acht moet nemen voor alle in het wild voorkomende planten en dieren in hun leefomgeving. De verbreding van de watergang vindt plaats omdat door Rijk en provincie voorgeschreven is dat aan een bepaalde hoeveelheid waterberging voldaan moet worden, de zogenaamde compensatieregeling, ook wel de watertoets. Daarnaast dient er een betere doorstroming plaats te vinden om te voorkomen dat de kwaliteit van het water dusdanig wordt, dat dit onder andere stankoverlast zal gaan geven. Daarnaast geeft verbreding van de watergang een betere, ruimtelijke en planologisch aansluiting op het Hoeksche Waardse landschap. Pagina 39: Dit is het uitgangspunt. Bijlage 1: Ja. Dit maakt onderdeel uit van de uitvoerbaarheid. Bijlage 4: Bij de voorbereiding van een ruimtelijk plan dient onderzocht te worden of de Floraen Faunawet, de Natuurbeschermingswet 1998 en het beleid van de provincie ten aanzien van de Ecologische Hoofdstructuur de uitvoering van het plan niet in de weg staan. Er zijn geen zaken gevonden die de uitvoering in de weg staan. Betreffende het mogelijk stimuleren van gevarieerde beplanting in private tuinen. Het bestemmingsplan is hiervoor niet het instrument. Regels: Voor de uitleg van de regels en de status hiervan wordt verwezen naar hoofdstuk 5 van de toelichting van onderhavig bestemmingsplan. 33

99 GEMEENTE KORENDIJK De verbeelding geeft aan welke bestemming er rust op welk perceel. De regels geven de voorwaarden en (on-)mogelijkheden aan voor de op de percelen rustende bestemmingen. Eén en ander dient in samenhang bekeken te worden. De hoogtes zoals aangegeven in artikel 4 betreffen gebruikelijke gangbare hoogtes welke landelijk gehanteerd worden. Deze zijn door zorgvuldige afweging tot stand gekomen. Betreffende de eventuele verkeersaantrekkende bewegingen: zie antwoord onder pagina 23. Een bestemmingsplan wordt voor de lange termijn, 10 jaar, opgesteld en dient flexibel te zijn naar de toekomst toe. Afwijking op de regels is mogelijk, maar alleen binnen aangegeven grenzen en voorwaarden en voorzien van een goede motivatie. Daarbij kan geen sprake zijn van willekeur en onduidelijkheid. Artikel 14.2 betreft het overgangsrecht voor het gebruik. Uw conclusie is in deze juist. Nieuw-Beijerland Pagina 7: De Regionale Woonvisie Hoeksche Waard is in 2010 vastgesteld en is het toetsingskader. Intussen hebben zich op de woningmarkt diverse ontwikkelingen voorgedaan. Naar aanleiding van deze ontwikkelingen is een vervolgonderzoek gepleegd en is een woonbehoefteonderzoek uitgevoerd, c.q. heeft er een herijking van het regionaal woningbouwprogramma plaats gevonden. Dit heeft geleid tot een actualisatie van de regionale woonvisie. Ingevolge voor het voeren van een goed risicomanagement zijn de vier bestemmingsplannen op risico s beoordeeld. De conclusie is dat de vier bestemmingsplannen beoordeeld zijn als kansrijke plannen die goed aansluiten bij de actuele markt. Belangrijke overweging daarbij is de opname van een evenwichtige mix van koop en huur, betaalbaar, middelduur en duur in de verschillende plannen. De woonkwaliteiten in de plannen sluiten goed aan bij de door het Samenwerkings Orgaan Hoeksche Waard vastgestelde Woonmonitor Hoeksche Waard 2011, die de basis vorm voor de geplande actualisering van de regionale Woonvisie. Pagina 13: Voor kennisgeving aangenomen. Pagina 17: Voor kennisgeving aangenomen. Pagina 19: Zie hiervoor onder pagina 7 en eerste antwoord onder kopje Goudswaard. Pagina 20 Voor kennisgeving aangenomen. Alle woningen zijn goed bereikbaar. 34

100 GEMEENTE KORENDIJK Pagina 22: Gezien de hoeveelheid plannen en woningen is een goede fasering noodzakelijk. Flexibiliteit van de plannen is hierbij een noodzaak en als zodanig ook ingebouwd. De totale realisatieperiode van de bestemmingsplannen 10 jaar ( ). De totale realisatieperiode van de woningbouwplannen is 7 jaar ( ). Hierdoor wordt tegemoet gekomen aan de vraag van de eigen inwoners. De Gemeente Korendijk streeft naar een gelijkmatige productie van woningen over jaren, waarbij zoveel mogelijk rekening gehouden wordt met de locale vraag. Pagina 23: Ten eerste wordt door indiener gesteld dat met het ouder worden het percentage wensen met een handicap toenemen. Opgemerkt wordt dat de woningen hierdoor goed bereikbaar moeten zijn. Dit geldt o.i. mede voor de kerk. Aangenomen wordt dat de indiener dit tevens vindt gelden voor de kerk. Voor het overige wordt verwezen naar het antwoord onder indiener 8 onder punt e. Wel wordt hierbij opgemerkt dat voor het verharden van oppervlakte compensatiewater gegraven dient te worden. Hiervoor dient onder andere de verbreding van de watergangen binnen het plangebied. Pagina 24: Er wordt geparkeerd op eigen terrein zoals vermeld staat op pagina 24.zie verder het antwoord onder c onder indiener 6. Pagina 25: Het bestemmingsplan is niet het instrument om dit te regelen. Pagina 28: Het bestemmingsplan is niet het instrument om dit te regelen. Pagina 29: Voor kennisgeving aangenomen. Pagina 30: Het betreft hier geen oude regeling. De berekening is uitgevoerd in 2011 volgende wettelijke regeling. Het betreft een toename van nog geen 3%. Volgens dezelfde wettelijke regeling is dit een te verwaarlozen toename. Pagina 31: Voor kennisgeving aangenomen. Pagina 32: In tabel 4.1 zijn de geluidscontouren weergegeven bij diverse hoogtes. In tabel 4.2. zijn de afstanden weergegeven per weg qua geluidsbelasting. Deze blijven binnen de daarvoor wettelijk gestelde normeringen in de komende 10 jaar, de geldigheid van het bestemmingsplan. De conclusie is dat er geen sprake is van een reconstructiesituatie ingevolge de Wet geluidhinder. Daar een bestemmingsplan een houdbaarheid heeft van 10 jaar, zal eventueel na 10 jaar wederom een reconstructieonderzoek gedaan kunnen worden. 35

101 GEMEENTE Pagina 33: Binnenstedelijke wegen zijn wegen binnen de bebouwde kom. Buitenstedelijke wegen zijn de overige wegen. Pagina 35: Zie het antwoord onder Bijlage 4 onder Goudswaard. Bijlage 1: Zie het antwoord onder bijlage 1 onder Goudswaard. Bijlage 2: De opmerkingen zijn door ons van een antwoord voorzien. Bijlage 3: Niet duidelijk is wat hier bedoeld wordt. KORENDIJK Bijlage 4: Voor kennisgeving aangenomen. Zie verder het antwoord onder bijlage 4 onder Goudswaard. Voor het overige verwijzen wij naar de samenvatting en het advies zoals genoemd in het rapport van RPS advies- en ingenieursbureau b.v. uit Leerdam. Ten overvloede wijzen wij erop dat de rode lijst vermeld staat in de bijlage. De inventarisatiekaart wordt inderdaad gemist. Deze is opgevraagd en wordt Toegevoegd. Het ontbreken van deze kaart is van ondergeschikt belang en niet van invloed op het gedane onderzoek, de bevindingen, alsmede op het uitgebrachte advies. Bijlage 5: Aan indiener is inderdaad vanwege het ontbreken van bepaalde bladzijden in het onderzoek uitstel verleend van het indienen van een eventuele reactie tot 10 september 2012, zoals eerder vermeld is. Bijlage 6: Het maaiveld is een aanduiding voor de (hoogte van) het grondoppervlak. Maaiveldhoogte wordt vaak opgegeven ten opzichte van een nationaal nul-niveau. In Nederland is dat het Normaal Amsterdams Peil (NAP). Dieptemeting van monsters uit een grondboring of peilbus wordt in eerste instantie gedaan ten opzichte van het maaiveld of een punt wat hiernaar refereert. Regels: Zie voor de beantwoording van de reacties de beantwoording onder het kopje Regels onder Goudswaard. Voor het overige kunnen wij opmerken dat in de toelichting de ruimtelijk, de planologische en de architectonische reden uiteengezet is waarom de kerk hier een hoogte heeft van 30 m. Wij zien geen onderbouwing van de reactie waarom hier vanaf geweken zou moeten worden. 36

102 GEMEENTE KORENDIJK Zuid-Beijerland Pagina 7: Zie beantwoording onder pagina 7 onder Goudswaard en Nieuw-Bijerland. Pagina 12: Het betreft hier de verwoording van de hoofddoelen van het Rijksbeleid, waarbij het irrelevant is of indiener hier nu wel dan niet mee eens is. Pagina 13: Voor kennisgeving aangenomen. Pagina 15: Zie de beantwoording onder pagina 2 onder Goudswaard. Pagina 17: Voor kennisgeving aangenomen. Pagina 20: Zie de beantwoording onder pagina 22 onder Nieuw-Beijerland. Pagina 22: Nee. Pagina 23: Zie beantwoording onder pagina 23 onder Goudswaard. Pagina 27: Op deze pagina staat vermeld dat een verkennend bodemonderzoek nodig is om de mogelijke verontreiniging verder te bepalen. Dit wordt ter harte genomen. Pagina 28: Zie beantwoording pagina 31 onder Nieuw-Beijerland. Pagina 29: Zie beantwoording pagina 32 onder Nieuw-Beijerland. Pagina 30 Voor kennisgeving aangenomen. Pagina 32: Zie beantwoording pagina 18 onder Nieuw-Beijerland. Pagina 34: Het bestemmingsplan is niet het instrument om dit te regelen. Bijlage 1: Zie beantwoording onder Goudswaard en Nieuw-Beijerland. 37

103 GEMEENTE KORENDIJK Bijlage 2: Zie onder pagina 27 Zuid-Beijerland. Reactie is dubbel en al beantwoord. Bijlage 3: Niet gemotiveerd is aangegeven door indiener op welke gronden de gegevens in het bestemmingsplan niet juist zouden zijn. Bijlage 4: Zie beantwoording van Bijlage 4 onder Goudswaard. Verder wordt in de bijlage van dit rapport vermeld dat Na voltooiing van de Haringvlietsluizen in 1970 het voormalige getijdegebied van brak naar zoet ging tot aan de sluizen. Er wordt niet gesproken over brakke bodem en zilte grond. Verder is de rode lijst verwoord in tabel 4.2 in paragraaf 4.5. De inventarisatiekaart wordt inderdaad gemist. Deze is opgevraagd en wordt toegevoegd. Het ontbreken van deze kaart is van ondergeschikt belang en niet van invloed op het gedane onderzoek, de bevindingen, alsmede op het uitgebrachte advies. Bijlage 5: Voor kennisgeving aangenomen. Regels: Zie voor beantwoording hiervan onder Goudswaard en Nieuw-Beijerland. Piershil: Pagina 14: Wordt voor kennisgeving aangenomen. Pagina 15: Dit staat haaks op voorgaande inspraakreacties van indiener. Want, zoals men weet: geen nieuwe woningen, geen doorstroming en dan trekken jongeren weg met gevolg wegkwijnend voorzieningenniveau. Pagina 17 Extensieve recreatieve ontwikkelingen staan haaks op kleinschalige recreatieve voorzieningen. Extensief is uitgebreid en veelomvattend. Dit bezien staat in stil contrast met door indiener eerdere inspraakreacties op de andere uitbreidingsgebieden. Pagina 20 Op de verbeelding en in de bestemmingsplanregels is aangegeven waar deze plekken gesitueerd kunnen worden. Pagina 21: De weg voldoet aan de normen, eisen en wettelijke kaders hiervoor. Pagina 23: Niet bekend is of de leefbaarheid van Zwartsluisje zwaar onder druk staat. Wel is in het onderzoek naar de berekening van de verkeersafwikkeling alle binnen de wettelijke 38

104 GEMEENTE KORENDIJK kaders genoemde voorwaarden meegenomen. Pagina 33: Ingevolge de Wet ruimtelijke ordening dient voorafgaande aan het plan overleg met diverse instanties plaats te vinden. Pagina 41: Zie hiervoor eerdere antwoorden over de status van de Regionale Woonvisie en het woonbehoefteonderzoek Bijlage 3: Op pagina 7/13 is aangegeven dat het hier de in het verleden uitgevoerde bodemonderzoeken betreffen en wat toen der tijd de bevindingen waren.. Mochten er toen der tijd al verdachte bevindingen zijn geweest, dan zijn dit extra Aandachtpunten voor nu en in de toekomst. Regels: Zie eerdere beantwoording onder regels. Noot: Zoals hiervoor vermeld is, zal een reactie van de gemeente op de eventueel nog in te dienen inspraakreactie op het vleermuizenonderzoek nagezonden worden in verband met de verlenging van de termijn van indiening hiervan tot 10 september

55 Bijlage 4 Uitvoer geluidsberekeningen Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg 56 Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg uitbreiding 48 db-contour Goudswaard Ontvanger : 1,5 m Waarneemhoogte [m] :

Nadere informatie

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden

Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden Bijlage 1 Aanvullend advies archeologisch onderzoek, Wozoco Giessenburg, Neerpolderseweg 19, Giessenburg, Gemeente Giessenlanden 0 SOB Research, 26 juni 2014 1 1. Archeologisch onderzoek 1.1 Inleiding

Nadere informatie

Archeologisch veldonderzoek Hoogheemraadschap van Delfland

Archeologisch veldonderzoek Hoogheemraadschap van Delfland Delftse Archeologische Notitie 101 Archeologisch veldonderzoek Hoogheemraadschap van Delfland Proefsleuvenonderzoek aan de Phoenixstraat 32 te delft Jorrit van Horssen Delftse Archeologische Notitie 101

Nadere informatie

memo Locatiegegevens: Inleiding

memo Locatiegegevens: Inleiding memo van Bram Silkens afdeling RB Datum Contact 28-04-2016 Walcherse Archeologische Dienst (gemeenten Middelburg, Veere en Vlissingen) postbus 70 4330 AB Middelburg b.meijlink@middelburg.nl (06-52552925)

Nadere informatie

Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel)

Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel) Delftse Archeologische Notitie 122 Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel) Een verkennend booronderzoek Bas Penning Delftse Archeologische Notitie 122 Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel) Een verkennend

Nadere informatie

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek

Bijlage 4 Archeologisch onderzoek 39 Bijlage 4 Archeologisch onderzoek Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) Wijzigingsplan "Emmastraat Pijnacker" (vastgesteld) 40 Bodemverstoringsvergu nning Archeologie Plangebied: Gemeente:

Nadere informatie

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Archeologie Deventer Briefrapport 27 November 2013 Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494) Briefrapport Controleboringen Cellarius / De Hullu, Colmschate (project 494) Behorende bij bureaustudie

Nadere informatie

Heenvliet, Steenhoeck-Welleweg Gem. Bernisse (ZH.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /11Z

Heenvliet, Steenhoeck-Welleweg Gem. Bernisse (ZH.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /11Z Heenvliet, Steenhoeck-Welleweg Gem. Bernisse (ZH.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Steekproefrapport 2013-05/11Z Heenvliet, Steenhoeck-Welleweg Gem. Bernisse (ZH.) Een Inventariserend Archeologisch

Nadere informatie

-concept- Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven, Plan Tureluur, Deelgebied 12, Zierikzee, Gemeente Schouwen-Duiveland

-concept- Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven, Plan Tureluur, Deelgebied 12, Zierikzee, Gemeente Schouwen-Duiveland -concept- Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven, Plan Tureluur, Deelgebied 12, Zierikzee, Gemeente Schouwen-Duiveland H. H. J. Uleners -concept- Inventariserend Veldonderzoek door

Nadere informatie

Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven AZC-locatie, Papendrecht, Gemeente Papendrecht. F. M. J. Delporte

Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven AZC-locatie, Papendrecht, Gemeente Papendrecht. F. M. J. Delporte Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven AZC-locatie, Papendrecht, Gemeente Papendrecht F. M. J. Delporte Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven AZC-locatie, Papendrecht,

Nadere informatie

Archeologische Opgraving door middel van grondboringen Nieuwbouw Kerk van de Gereformeerde Gemeente, Sportlaan, Puttershoek, Gemeente Binnenmaas

Archeologische Opgraving door middel van grondboringen Nieuwbouw Kerk van de Gereformeerde Gemeente, Sportlaan, Puttershoek, Gemeente Binnenmaas Archeologische Opgraving door middel van grondboringen Nieuwbouw Kerk van de Gereformeerde Gemeente, Sportlaan, Puttershoek, Gemeente Binnenmaas J. Ras Archeologische Opgraving door middel van grondboringen

Nadere informatie

INFORMATIERAPPORT EN SELECTIEADVIES

INFORMATIERAPPORT EN SELECTIEADVIES INFORMATIERAPPORT EN ELECTIEADVIE Proefsleuvenonderzoek Bedrijventerrein fase 2 (Homoetsestraat), Maurik, gemeente Buren Archis onderzoekmeldingsnummer 4120 Inleiding Tussen 14 en 23 februari 2011 is door

Nadere informatie

Rotterdamseweg 202 in Delft

Rotterdamseweg 202 in Delft Delftse Archeologische Notitie 117 Rotterdamseweg 202 in Delft Een archeologische begeleiding en waarneming Bas Penning Delftse Archeologische Notitie 117 Rotterdamseweg 202 in Delft Een archeologische

Nadere informatie

Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Bedrijventerrein Harregat 2, Zuidland, Gemeente Bernisse

Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Bedrijventerrein Harregat 2, Zuidland, Gemeente Bernisse Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Bedrijventerrein Harregat 2, Zuidland, Gemeente Bernisse J. Ras L. R. van Wilgen Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek

Nadere informatie

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.) Laagland Archeologie Rapport 11 Inventariserend veldonderzoek karterende fase Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.) Opdrachtgever: gemeente Steenwijkerland april 2016 Versie 1 Inventariserend

Nadere informatie

Archeologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat

Archeologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat Archeologisch onderzoek te Macharen Kerkstraat T.D. Hamburg Archol briefrapport 15 Inleiding In opdracht van de gemeente Oss heeft Archeologische Onderzoek Leiden (Archol bv) op maandag 26 augustus een

Nadere informatie

PLAN VAN AANPAK Waarderend booronderzoek

PLAN VAN AANPAK Waarderend booronderzoek 11-8-2010 Pagina 1 van 5 PLAN VAN AANPAK Waarderend booronderzoek LOCATIE Haelen, Wienboomweg PROJECT 2010/383 OPSTELLER Projectleider Medeopstellers drs. A.J. Wullink Postbus 66, 4190 CB Geldermalsen

Nadere informatie

Locatie Zandoerleseweg, perceel 845 Datum onderzoek 21 Juni 2010 Datum evaluatieverslag 21 juni 2010 Opstelier evaluatieverslag

Locatie Zandoerleseweg, perceel 845 Datum onderzoek 21 Juni 2010 Datum evaluatieverslag 21 juni 2010 Opstelier evaluatieverslag Locatie Zandoerleseweg, perceel 845 Datum onderzoek 21 Juni 2010 Datum evaluatieverslag 21 juni 2010 Opstelier evaluatieverslag Mirjam Brouwer Goedkeuring evaluatieverslag Jos van der Weerden Locatie.

Nadere informatie

Bureau voor Archeologie Rapport 273

Bureau voor Archeologie Rapport 273 Driekoppenland, Noorden, gemeente Nieuwkoop: een inventariserend veldonderzoek in de vorm van boringen, karterende fase 2 Colofon titel: auteur:. Driekoppenland, Noorden, gemeente Nieuwkoop: een inventariserend

Nadere informatie

Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid. Een archeologische begeleiding aan de Trappenberglaan te Rijnsburg. A. Porreij-Lyklema. Archol.

Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid. Een archeologische begeleiding aan de Trappenberglaan te Rijnsburg. A. Porreij-Lyklema. Archol. Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid Een archeologische begeleiding aan de Trappenberglaan te Rijnsburg Archol A. Porreij-Lyklema 313 Archol Een leidingsleuf in Katwijk Klei-Oost Zuid Een archeologische

Nadere informatie

Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554

Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554 Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554 NOTITIE TML554 Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht, (gemeente Zuidplas).

Nadere informatie

: Archeologische begeleiding in Katwijk, Tweede Mientlaan

: Archeologische begeleiding in Katwijk, Tweede Mientlaan Bodemshop Dhr. Roosendaal s-gravendijckseweg 45 A 2201 CZ Noordwijk Noordwijk, 16 juni 2008 Kenmerk : 09840508/29047 Contactpersoon : drs. Edwin Hoven E-mail : ehoven@beckerenvandegraaf.nl Betreft : Archeologische

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies V E R K E N N E N D E N K A R T E R E N D B O O R O N D E R Z O E K Stadsweg 51, Onderdendam (Gemeente Bedum) Een verkennend en karterend booronderzoek Afbeelding

Nadere informatie

Archeologische Begeleiding Plangebied Plofsluis Gemeente Nieuwegein

Archeologische Begeleiding Plangebied Plofsluis Gemeente Nieuwegein Ex-Situ Archeologierapport 1 Archeologische Begeleiding Plangebied Plofsluis Gemeente Nieuwegein Auteur: drs. Y. Raczynski-Henk Status: Eindversie Datum: 25-08-2016 Ex-Situ Archeologierapport 1 Archeologische

Nadere informatie

Bijlage 4 Bepaling archeologische verwachtingswaarden

Bijlage 4 Bepaling archeologische verwachtingswaarden Bijlage 4 Bepaling archeologische verwachtingswaarden Hieronder worden de resultaten van de archeologische toets per deelgebied weergegeven. Drieschouwen Binnen de grenzen van het deelgebied Drieschouwen

Nadere informatie

4 Archeologisch onderzoek

4 Archeologisch onderzoek 4 Archeologisch onderzoek 99044462 Inhoudsopgave ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK 1 Inleiding... 2 1.1 Algemeen... 2 1.2 Aanleiding en doelstelling... 2 2 Bureauonderzoek... 3 2.1 Werkwijze... 3 2.2 Resultaten

Nadere informatie

Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA

Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA Gemeente Breda Bureau Cultureel Erfgoed ErfgoedBesluit 2009-30 Selectiebesluit archeologie Breda, Molengracht JEKA Controle BCE Johan Hendriks Bureau Cultureel Erfgoed, Naam Afdeling/bedrijf Datum Paraaf

Nadere informatie

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas QUICKSCAN ARCHEOLOGIE KLAVER 8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente 8 2017 Horst aan de Maas Gemeente Horst aan de Maas 20 APRIL 2017 20 APRIL 2017 Contactpersonen KOOS MOL Arcadis Nederland B.V.

Nadere informatie

ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING VAN DE SANERING VAN ZINKASSEN HEIJERSTRAAT 26 TE WESTERHOVEN GEMEENTE BERGEIJK

ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING VAN DE SANERING VAN ZINKASSEN HEIJERSTRAAT 26 TE WESTERHOVEN GEMEENTE BERGEIJK ARCHEOLOGISCHE BEGELEIDING VAN DE SANERING VAN ZINKASSEN HEIJERSTRAAT 26 TE WESTERHOVEN GEMEENTE BERGEIJK Archeologische begeleiding van de sanering van zinkassen Heijerstraat 26 te Westerhoven in de gemeente

Nadere informatie

Archeologische Quickscan

Archeologische Quickscan Document: Archeologische Quickscan versie 2 Plangebied: Polderpark, Oudesluis, gemeente Schagen Adviesnummer: 16185 Opsteller: drs. C.M. Soonius (senior archeoloog) & drs. S. Gerritsen (senior archeoloog)

Nadere informatie

CHECKLIST. 1. Het IVO-verkennend (voorzover booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt over een opgravingsvergunning

CHECKLIST. 1. Het IVO-verkennend (voorzover booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt over een opgravingsvergunning ARCHEOLOGIE CHECKLIST Beoordeling standaard rapport IVO-verkennend Algemene vragen 1. Het IVO-verkennend (voorzover booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt over een opgravingsvergunning

Nadere informatie

Plangebied Best Hoofdstraat 28 - Sint Odulphusstraat. Archeologische begeleiding conform protocol proefsleuvenonderzoek. M.E. Hemminga. Archol.

Plangebied Best Hoofdstraat 28 - Sint Odulphusstraat. Archeologische begeleiding conform protocol proefsleuvenonderzoek. M.E. Hemminga. Archol. Plangebied Best Hoofdstraat 28 - Sint Odulphusstraat Archeologische begeleiding conform protocol proefsleuvenonderzoek M.E. Hemminga Archol 409 Archol Plangebied Best Hoofdstraat 28 - Sint Odulphusstraat

Nadere informatie

Archeologisch Onderzoek Uitbreiding Bestemmingsplan De Poel II, Goes, Vindplaats 10: een geactualiseerd overzicht. J. Ras

Archeologisch Onderzoek Uitbreiding Bestemmingsplan De Poel II, Goes, Vindplaats 10: een geactualiseerd overzicht. J. Ras Archeologisch Onderzoek Uitbreiding Bestemmingsplan De Poel II, Goes, Vindplaats 10: een geactualiseerd overzicht J. Ras Archeologisch Onderzoek Uitbreiding Bestemmingsplan De Poel II, Goes, Vindplaats

Nadere informatie

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.

Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1. 1. ALGEMENE GEGEVENS Titel Auteur(s) Autorisatie Gemeente Papendrecht, Westeind 25, gemeente Papendrecht (ZH). Archeologisch en cultuurhistorisch bureauonderzoek. Transect-rapport 528 (concept 1.0) H.

Nadere informatie

Waterberging Ackerdijksepolder in Pijnacker (gemeente Pijnacker-Nootdorp)

Waterberging Ackerdijksepolder in Pijnacker (gemeente Pijnacker-Nootdorp) Delftse Archeologische Notitie 82 Waterberging Ackerdijksepolder in Pijnacker (gemeente Pijnacker-Nootdorp) Een verkennend booronderzoek Bas Penning Delftse Archeologische Notitie 82 Waterberging Ackerdijksepolder

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies V E R K E N N E N D B O O R O N D E R Z O E K Dorpsstraat 861/863 Assendelft (Gemeente Zaanstad) Een verkennend booronderzoek ArGeoBoor rapport 1213 status:

Nadere informatie

Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen, waarderende fase, Plangebied Kovelsweg 5, Haaren, Gemeente Haaren

Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen, waarderende fase, Plangebied Kovelsweg 5, Haaren, Gemeente Haaren Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen, waarderende fase, Plangebied Kovelsweg 5, Haaren, Gemeente Haaren J. Ras J. E. van den Bosch Inventariserend Veldonderzoek door middel van

Nadere informatie

Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68

Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68 Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68 Archeologische begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68 Definitief ISSN 1573-5710

Nadere informatie

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop Plan van Aanpak Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek Opdrachtgever: Van Wengerden en Visser B.V. Plangebied: Dorpsstraat 63 / Vijverhofpad 4 in Nieuwkoop, gemeente Nieuwkoop

Nadere informatie

Archeologisch Advies Fietsverbinding Ottoland - Groot-Ammers, Locatie A, Gemeente Molenwaard. J. E. van den Bosch

Archeologisch Advies Fietsverbinding Ottoland - Groot-Ammers, Locatie A, Gemeente Molenwaard. J. E. van den Bosch Archeologisch Advies Fietsverbinding Ottoland - Groot-Ammers, Locatie A, Gemeente Molenwaard J. E. van den Bosch Archeologisch Advies Fietsverbinding Ottoland - Groot-Ammers, Locatie A, Gemeente Molenwaard

Nadere informatie

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen Bijlage 3 bij Nota van Uitgangspunten Strijpsche Kampen Definitief Gemeente Oirschot Grontmij Nederland bv Eindhoven, 11 mei 2007 Verantwoording Titel :

Nadere informatie

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap Adviesdocument 768 Project: Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht Projectcode: HOOM2 Opdrachtgever: Brabants Landschap Datum: 12 juni 2015 1 ARCHEOLOGIE & DE ORANJERIE MATTEMBURGH Inleiding

Nadere informatie

Gageldijk. GAG: Archeologische begeleiding rond de aanleg van een fietsviaduct aan de Gageldijk, gemeente Utrecht. Basisrapportage Archeologie 109

Gageldijk. GAG: Archeologische begeleiding rond de aanleg van een fietsviaduct aan de Gageldijk, gemeente Utrecht. Basisrapportage Archeologie 109 Ruimtelijke en Economische Ontwikkeling Gageldijk GAG: Archeologische begeleiding rond de aanleg van een fietsviaduct aan de Gageldijk, gemeente Utrecht Basisrapportage Archeologie 109 www.utrecht.nl Basisrapportage

Nadere informatie

J. Ras. L. R. van Wilgen

J. Ras. L. R. van Wilgen -Concept- Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven Plangebied Beukenstraat- Populierenstraat, Goes, Gemeente Goes J. Ras L. R. van Wilgen -Concept- Inventariserend Veldonderzoek door

Nadere informatie

Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen, verkennend, Plangebied Achter Noordweg 10, Oostvoorne, Gemeente Westvoorne

Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen, verkennend, Plangebied Achter Noordweg 10, Oostvoorne, Gemeente Westvoorne Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen, verkennend, Plangebied Achter Noordweg 10, Oostvoorne, Gemeente Westvoorne L. R. van Wilgen Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen,

Nadere informatie

Quickscan Archeologie. Forellenvisvijvers De Huif Aan de Uilenweg 2 Lelystad, gemeente Lelystad

Quickscan Archeologie. Forellenvisvijvers De Huif Aan de Uilenweg 2 Lelystad, gemeente Lelystad Quickscan Archeologie Forellenvisvijvers De Huif Aan de Uilenweg 2 Lelystad, gemeente Lelystad Steller Versie Drs. A.A. Kerkhoven Definitief-2 Projectcode 12110029 Datum 04-02-2013 Opdrachtgever Uitvoerder

Nadere informatie

Dordrecht Ondergronds Waarneming 6 VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT

Dordrecht Ondergronds Waarneming 6 VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT VEST 124, GEMEENTE DORDRECHT Een waarneming tijdens een bodemsanering J.A. Nipius 2011 Gemeente Dordrecht Bureau Monumentenzorg & Archeologie Colofon ISSN n.v.t. ISBN n.v.t. Tekst J.A. Nipius Redactie

Nadere informatie

CHECKLIST. en Wetenschap aan instellingen die hebben aangetoond bekwaam te zijn tot het doen van

CHECKLIST. en Wetenschap aan instellingen die hebben aangetoond bekwaam te zijn tot het doen van ARCHEOLOGIE CHECKLIST Beoordeling standaard rapport IVO-karterend Algemene vragen 1. Het IVO-karterend (voorzover booronderzoek en proefsleuven) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt

Nadere informatie

no-hoek: / zw-hoek: / zo-hoek: /

no-hoek: / zw-hoek: / zo-hoek: / Archeologisch Inventariserend Veldonderzoek middels proefsleuven (IVO-P) Plangebied Laan naar Emiclaer dd. 01-09-2015 Onderzoeksgegevens Onderzoek: Amersfoort Laan naar Emiclaer 2 Meldingnummer: 2683574100

Nadere informatie

ArcheoPro Archeologische rapporten nr Archeologische bouwbegeleiding Klimmen gemeente Voerendaal. Souterrains Partner of ArcheoPro

ArcheoPro Archeologische rapporten nr Archeologische bouwbegeleiding Klimmen gemeente Voerendaal. Souterrains Partner of ArcheoPro ArcheoPro Archeologische rapporten nr. 602 Archeologische bouwbegeleiding Klimmen gemeente Voerendaal Souterrains Partner of ArcheoPro Joep Orbons Richard Exaltus juni 2006 ArcheoPro Archeologische bouwbegeleiding

Nadere informatie

Bureauonderzoek Archeologie

Bureauonderzoek Archeologie Bijlage 9 Bureauonderzoek Archeologie (voorontwerp) Ommen Oost NL.IMRO.0175.20131005003-VO01 197-236 !"#$%&&""%'$!"( )#*"( -( "( -%*0(!( )%"( +, +., /* 12 3 4 30#5! 657 7$58 9": 5 "%:$:%"%%;&$:%%%% %"$5$:$%:#'%$5%%%&0%#$

Nadere informatie

Figuur 4.1 Stroomschema archeologie gemeente Terneuzen

Figuur 4.1 Stroomschema archeologie gemeente Terneuzen Gemeentelijk beleid Algemeen Op 27 januari 2011 is door de gemeenteraad van Terneuzen het interim beleid archeologie vastgesteld. De insteek van dit beleid is het regelen van archeologie in ruimtelijke

Nadere informatie

V&L. Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg. Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1

V&L. Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg. Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1 Gemeente Breda Ruimtelijke Ontwikkeling Bureau Cultureel Erfgoed Erfgoedbesluit 2009-22 V&L Bijlage 5 bij besluit 2017/2000-V1 Selectiebesluit archeologie Breda, Klokkenberg Ruimtelijke Ontwikkeling Controle

Nadere informatie

Oude Amersfoortseweg 99 te Hilversum rapport 2022

Oude Amersfoortseweg 99 te Hilversum rapport 2022 Oude Amersfoortseweg 99 te Hilversum rapport 2022 Een Inventariserend Veldonderzoek in de vorm van een verkennend en karterend booronderzoek J.A.G. van Rooij A.G. de Boer 2 Colofon ADC Rapport 2022 Een

Nadere informatie

CHECKLIST. Beoordeling standaard rapport IVO-waarderend

CHECKLIST. Beoordeling standaard rapport IVO-waarderend ARCHEOLOGIE CHECKLIST Beoordeling standaard rapport IVO-waarderend Algemene punten 1. Het IVO-waarderend (voorzover proefsleuven- of booronderzoek) dient te zijn uitgevoerd door een instelling die beschikt

Nadere informatie

Bijlage 11 bij toelichting Bestemmingsplan Verbreding N444 en reconstructie Nagelbrug, Voorhout

Bijlage 11 bij toelichting Bestemmingsplan Verbreding N444 en reconstructie Nagelbrug, Voorhout Bijlage 11 bij toelichting Bestemmingsplan Verbreding N444 en reconstructie Nagelbrug, Voorhout Notitie Referentienummer Datum Kenmerk 326324-Htn- WVB-aanv. 11 december 214 326324 Betreft Aanvullende archeologische

Nadere informatie

Het bevoegd gezag is het bestuursorgaan dat het besluit neemt of de vergunning verleent.

Het bevoegd gezag is het bestuursorgaan dat het besluit neemt of de vergunning verleent. Archeologische Monumentenzorg stapsgewijs Proces Archeologische Monumentenzorg (AMZ) Het opsporen en waarderen van archeologische vindplaatsen in het kader van ruimtelijke ingrepen vindt plaats in stappen.

Nadere informatie

Monumentenhuis Brabant bv

Monumentenhuis Brabant bv Beoordeling en advies archeologische onderzoeksrapporten Monumentenhuis Brabant bv Titel rapport Soort onderzoek Inventariserend Veldonderzoek, karterende fase Natuurbegraafplaats op Landgoed De Utrecht

Nadere informatie

J. Ras J. E. van den Bosch

J. Ras J. E. van den Bosch Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen, verkennende fase, Bestemmingsplan Sportpark Kethel, Schiedamseweg 87, Kethel, Gemeente Schiedam J. Ras J. E. van den Bosch Inventariserend

Nadere informatie

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013 NAW plan: Plan: Opp plangebied: RO-procedure: Opsteller: Aanvrager: Inrichting openbare ruimte plangebied Pantarhei aanleg ontsluitingsweg, parkeergelegenheid, openbaar groen ca. 5000 m² (locatie Pantarhei);

Nadere informatie

Verkennend archeologisch onderzoek IVO Vorstenbosch-Bergakkers fase 2. R. Jansen, L.G.L. van Hoof

Verkennend archeologisch onderzoek IVO Vorstenbosch-Bergakkers fase 2. R. Jansen, L.G.L. van Hoof Verkennend archeologisch onderzoek IVO Vorstenbosch-Bergakkers fase 2 R. Jansen, L.G.L. van Hoof Colofon Archol Rapport nummer 41 Verkennend archeologisch onderzoek Vorstenbosch-Bergakkers fase 2 Uitvoering:

Nadere informatie

Verkennend en waarderend archeologisch. onderzoek. R. de Leeuwe. Erp Aa, plangebied EVZ Leigraaf, deeltraject Veluwe

Verkennend en waarderend archeologisch. onderzoek. R. de Leeuwe. Erp Aa, plangebied EVZ Leigraaf, deeltraject Veluwe Verkennend en waarderend archeologisch onderzoek Erp Aa, plangebied EVZ Leigraaf, deeltraject Veluwe R. de Leeuwe Colofon Archol Rapport 58 Titel: Verkennend en waarderend archeologisch onderzoek Erp Aa,

Nadere informatie

RAAP-NOTITIE 1378. Plangebied Weideveld. Gemeente Bodegraven Een archeologische begeleiding

RAAP-NOTITIE 1378. Plangebied Weideveld. Gemeente Bodegraven Een archeologische begeleiding RAAP-NOTITIE 1378 Plangebied Weideveld Gemeente Bodegraven Een archeologische begeleiding Colofon Opdrachtgever: gemeente Bodegraven Titel: Plangebied Weideveld, gemeente Bodegraven; een archeologische

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies B O O R O N D E R Z O E K Oldebroek, Vierhuizenweg, gemeente Oldebroek (Gld.) Een inventariserend veldonderzoek verkennende fase ArGeoBoor rapport 1379 auteur:

Nadere informatie

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand 12 augustus 2010 Inleiding Het plangebied ligt in het noorden van de bebouwde kom van Kaatsheuvel in de

Nadere informatie

Programma van Eisen Locatie

Programma van Eisen Locatie Programma van Eisen Locatie Veestraat/ Schoorweg/ Rijksweg N271, Linne/ Herten. Projectnaam Plaats binnen archeologisch proces o o o o IVO Proefsleuven (IVO-P) IVO Overig (IVO-O) Opgraven (AO) Archeologische

Nadere informatie

30 sept 2014 65848 OU2010006

30 sept 2014 65848 OU2010006 Verkennend archeologisch booronderzoek Grolseweg 19 te Beltrum, gemeente Berkelland (GE) Behoort bij besluit van burgemeester en wethouders van Berkelland datum: zaaknr: nr: 30 sept 2014 65848 OU2010006

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies K A R T E R E N D B O O R O N D E R Z O E K Klazienaveen, Dordsedijk (Gemeente Emmen) Een karterend booronderzoek Plangebied op een kaart van het Actueel

Nadere informatie

Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Agrarisch Bedrijventerrein, Ysselsteyn, Gemeente Venray

Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Agrarisch Bedrijventerrein, Ysselsteyn, Gemeente Venray - CONCEPT - Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Agrarisch Bedrijventerrein, Ysselsteyn, Gemeente Venray J. Ras - CONCEPT - Archeologisch Bureauonderzoek

Nadere informatie

G. M. H. Benerink. SOB Research, Instituut voor Archeologisch en Aardkundig Onderzoek. SOB Research Heinenoord, maart 2010 ISBN/EAN: 978-90-5801-816-8

G. M. H. Benerink. SOB Research, Instituut voor Archeologisch en Aardkundig Onderzoek. SOB Research Heinenoord, maart 2010 ISBN/EAN: 978-90-5801-816-8 Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Plangebied Florastraat, Boven-Leeuwen, Gemeente West Maas en Waal G. M. H. Benerink Archeologisch Bureauonderzoek

Nadere informatie

Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Bouwlocatie Reeweg Zuid 54, Dordrecht, Gemeente Dordrecht

Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Bouwlocatie Reeweg Zuid 54, Dordrecht, Gemeente Dordrecht Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Bouwlocatie Reeweg Zuid 54, Dordrecht, Gemeente Dordrecht J. Ras Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend

Nadere informatie

Archeologisch booronderzoek Eefselerweg 13a te Lievelde, gemeente Oost Gelre (GLD)

Archeologisch booronderzoek Eefselerweg 13a te Lievelde, gemeente Oost Gelre (GLD) Archeologisch booronderzoek Eefselerweg 13a te Lievelde, gemeente Oost Gelre (GLD) opdrachtgever Hamaland Advies datum projectleider mevrouw T.N. Krol MA status concept ISSN-nummer 1875-5313 MUG-publicatie

Nadere informatie

-Rapporten. Een inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven (IVO-P) op de locatie Wienboomweg te Haelen, gemeente Leudal (L)

-Rapporten. Een inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven (IVO-P) op de locatie Wienboomweg te Haelen, gemeente Leudal (L) Een inventariserend veldonderzoek door middel van proefsleuven (IVO-P) op de locatie Wienboomweg te Haelen, gemeente Leudal (L) -Rapporten B. Klooster & N. van Malssen ARC-Rapporten 2011-24 Groningen 2011

Nadere informatie

Slingeraklaan. Utrecht.nl

Slingeraklaan. Utrecht.nl Slingeraklaan LR77: Een inventariserend veldonderzoek (IVO-proefsleuven) naar inheems-romeinse bewoning aan de Slingeraklaan, De Meern, Utrecht Basisrapportage Archeologie 103 Utrecht.nl Basisrapportage

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies K A R T E R E N D B O O R O N D E R Z O E K Winschoten, Lijnbaan 1 (gemeente Oldambt ) Een karterend booronderzoek ArGeoBoor rapport 1287 auteur: L.C. Nijdam

Nadere informatie

PLAN VAN AANPAK. Pagina 1 van 7 LOCATIE. Knegsel, gemeente Eersel PROJECT

PLAN VAN AANPAK. Pagina 1 van 7 LOCATIE. Knegsel, gemeente Eersel PROJECT Pagina 1 van 7 PLAN VAN AANPAK LOCATIE Knegsel, gemeente Eersel PROJECT Bomen fietspad Knegsel-Steensel PLAATS BINNEN ARCHEOLOGISCH PROCES Archeologische begeleiding OPSTELLER Naam, adres, telefoon, e-mail

Nadere informatie

Nieuw Delft veld 6, 8 (oostelijk deel), 9 en kademuur Nieuwe Gracht Zuid

Nieuw Delft veld 6, 8 (oostelijk deel), 9 en kademuur Nieuwe Gracht Zuid Delftse Archeologische Notitie 126 Nieuw Delft veld 6, 8 (oostelijk deel), 9 en kademuur Nieuwe Gracht Zuid Een verkennend booronderzoek Bas Penning Delftse Archeologische Notitie 126 Nieuw Delft veld

Nadere informatie

Burgwerd, De Hemert 13 Gem. Wûnseradiel (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /02

Burgwerd, De Hemert 13 Gem. Wûnseradiel (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /02 Burgwerd, De Hemert 13 Gem. Wûnseradiel (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek Steekproefrapport 2010-05/02 Burgwerd, De Hemert 13 Gem. Wûnseradiel (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch

Nadere informatie

6500 voor Chr. RAAP-NOTITIE 4478 Plangebied Noorderweg 27 te Noordwijk 3750 voor Chr. Gemeente Marum Archeologisch vooronderzoek: een verkennend veldo

6500 voor Chr. RAAP-NOTITIE 4478 Plangebied Noorderweg 27 te Noordwijk 3750 voor Chr. Gemeente Marum Archeologisch vooronderzoek: een verkennend veldo 6500 voor Chr. RAAP-NOTITIE 4478 Plangebied Noorderweg 27 te Noordwijk 3750 voor Chr. Gemeente Marum Archeologisch vooronderzoek: een verkennend veldonderzoek 2200 voor Chr. 700 voor Chr. 150 na Chr. 320

Nadere informatie

Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Plangebied Tureluur, Deelgebied 10, Gemeente Schouwen-Duiveland. J. E.

Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Plangebied Tureluur, Deelgebied 10, Gemeente Schouwen-Duiveland. J. E. Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Plangebied Tureluur, Deelgebied 10, Gemeente Schouwen-Duiveland J. E. van den Bosch Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies V E R K E N N E N D B O O R O N D E R Z O E K Gieterveen, Streek 17 (Gemeente Aa en Hunze) Een verkennend booronderzoek. Plangebied (paars) op een topografische

Nadere informatie

Archeologische Begeleiding Natuurvriendelijke Oevers Linies van Axel, Matthijsstraat, Koewacht, Gemeente Terneuzen. F. J. H.

Archeologische Begeleiding Natuurvriendelijke Oevers Linies van Axel, Matthijsstraat, Koewacht, Gemeente Terneuzen. F. J. H. Archeologische Begeleiding Natuurvriendelijke Oevers Linies van Axel, Matthijsstraat, Koewacht, Gemeente Terneuzen F. J. H. Kasbergen Archeologische Begeleiding Natuurvriendelijke Oevers Linies van Axel,

Nadere informatie

Dordrecht Ondergronds Waarneming 2 DORDRECHT, SPUIBOULEVARD

Dordrecht Ondergronds Waarneming 2 DORDRECHT, SPUIBOULEVARD DORDRECHT, SPUIBOULEVARD 273-287 Waarneming van een deel van de stadsmuur M.C. Dorst De stadsmuur met de Beulstoren op een tekening van Schouman uit 1747 (Erfgoedcentrum DIEP, inventarisnr. 551_30093).

Nadere informatie

J. E. van den Bosch A. C. Mientjes

J. E. van den Bosch A. C. Mientjes Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Plangebied Emelissedijk 12, Colijnsplaat, Gemeente Noord-Beveland J. E. van den Bosch A. C. Mientjes Archeologisch

Nadere informatie

Gemeente Haarlem. Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport

Gemeente Haarlem. Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport Gemeente Haarlem Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport Archeologisch onderzoek en waardestellend rapport Om archeologisch erfgoed te beschermen, kan bij een vergunningsaanvraag een waardestellend

Nadere informatie

Dhr. T. Meewsen Postbus AA Hellevoetsluis. Becker & Van de Graaf bv Noordwijk, april 2010 ISSN Protocol 4003

Dhr. T. Meewsen Postbus AA Hellevoetsluis. Becker & Van de Graaf bv Noordwijk, april 2010 ISSN Protocol 4003 Inventariserend Veldonderzoek, karterende en waarderende fase, d.m.v. proefsleuven Oostdijk 5, Hellevoetsluis Gemeente Hellevoetsluis Colofon Projectnummer 19800210 Auteurs Ing. N.W.J van der Feest, E.

Nadere informatie

Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Crommentuynstraat, Meterik, Gemeente Horst aan de Maas

Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Crommentuynstraat, Meterik, Gemeente Horst aan de Maas Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Crommentuynstraat, Meterik, Gemeente Horst aan de Maas J. Ras Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend

Nadere informatie

Nota van wijziging 2: Aanvulling op Programma van Eisen (Transect- PvE A.A. Kerhoven/ A. Hakvoort)

Nota van wijziging 2: Aanvulling op Programma van Eisen (Transect- PvE A.A. Kerhoven/ A. Hakvoort) Nota van wijziging 2: Aanvulling op Programma van Eisen (Transect- PvE 11-05-2015 - A.A. Kerhoven/ A. Hakvoort) voor de hoofdstukken 5, 6 en 10 + afbeelding 1. Locatie Projectnaam Plaats binnen archeologisch

Nadere informatie

Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven Plangebied Molenstraat 47-53, Zundert, Gemeente Zundert. L.R.

Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven Plangebied Molenstraat 47-53, Zundert, Gemeente Zundert. L.R. Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven Plangebied Molenstraat 47-53, Zundert, Gemeente Zundert L.R. van Wilgen Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven Plangebied

Nadere informatie

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst

Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst Quick scan archeologie, gemeente Loon op Zand, Kaatsheuvel Van Heeswijkstraat / Horst Opsteller: B. van Sprew Opdrachtgever: H. de Jongh (H. de Jongh Advies) Datum: 22-8-2012 Aanleiding en doelstelling

Nadere informatie

Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven Tuincentrum Zoelensestraat, Kapel-Avezaath, Gemeente Tiel

Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven Tuincentrum Zoelensestraat, Kapel-Avezaath, Gemeente Tiel Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van proefsleuven Tuincentrum Zoelensestraat, Kapel-Avezaath, Gemeente Tiel G. M. H. Benerink Inventariserend Veldonderzoek door

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies V E R K E N N E N D B O O R O N D E R Z O E K Vinkeveen, Herenweg 286-288 (Gemeente De Ronde Venen) Een verkennend booronderzoek Afbeelding 1. Ligging van

Nadere informatie

-concept- Aanvullend Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Van Heemstraweg 42, Beneden-Leeuwen, Gemeente West Maas en Waal

-concept- Aanvullend Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Van Heemstraweg 42, Beneden-Leeuwen, Gemeente West Maas en Waal -concept- Aanvullend Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Van Heemstraweg 42, Beneden-Leeuwen, Gemeente West Maas en Waal J. Ras -concept- Aanvullend Inventariserend Veldonderzoek

Nadere informatie

Gemeente Ede Plangebied Kerkhoflaan te Bennekom

Gemeente Ede Plangebied Kerkhoflaan te Bennekom Gemeente Ede Plangebied Kerkhoflaan te Bennekom Auteur: W.A. Bergman Inventariserend veldonderzoek (verkennende fase) Status: definitief BAAC Rapport V-12.0283 augustus 2012 Inventariserend veldonderzoek

Nadere informatie

Plangebied Wytsmastraat te Burdaard Gemeente Ferwerderadiel Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Plangebied Wytsmastraat te Burdaard Gemeente Ferwerderadiel Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek RAAP-NOTITIE 2197 Plangebied Wytsmastraat te Burdaard Gemeente Ferwerderadiel Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek Colofon Opdrachtgever: gemeente Ferwerderadiel Titel:

Nadere informatie

J. Ras. SOB Research, Instituut voor Archeologisch en Aardkundig Onderzoek. SOB Research Heinenoord, februari 2008 ISBN/EAN:

J. Ras. SOB Research, Instituut voor Archeologisch en Aardkundig Onderzoek. SOB Research Heinenoord, februari 2008 ISBN/EAN: -concept- Archeologisch Bureauonderzoek en Inventariserend Veldonderzoek door middel van grondboringen Plangebied s Heer Hendrikskinderendijk 98, Goes, Gemeente Goes J. Ras -concept- Archeologisch Bureauonderzoek

Nadere informatie

Programma van Eisen. 3880 AK PUTTEN T (0341) 359 732 E mstruijs@putten.nl. Naam, adres, telefoon, e-mail datum paraaf. Regio Noord-Veluwe

Programma van Eisen. 3880 AK PUTTEN T (0341) 359 732 E mstruijs@putten.nl. Naam, adres, telefoon, e-mail datum paraaf. Regio Noord-Veluwe Programma van Eisen Locatie Putten, Hoge Einderweg 19 Projectnaam Hoge Einderweg 19 Plaats binnen archeologisch proces 0 Archeologische begeleiding (AB) onder het protocol opgraven Opsteller Naam, adres,

Nadere informatie

Heemsteedsekanaaldijk/Overeindse weg

Heemsteedsekanaaldijk/Overeindse weg RAAP-NOTITIE *nummer* Heemsteedsekanaaldijk/Overeindse weg Gemeente Nieuwegein Archeologisch vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek (karterende fase) Versie 6.4 Colofon Opdrachtgever: De gemeente

Nadere informatie

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies VERKENNEND EN KARTEREND BOORONDERZOEK Bodegraven, Meije 115 (Gemeente Bodegraven Reeuwijk) Een verkennend en karterend booronderzoek Afbeelding 1: Ligging

Nadere informatie

Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven Bouwlocatie Napoleonsweg, Neer, Gemeente Leudal. A. C. Mientjes

Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven Bouwlocatie Napoleonsweg, Neer, Gemeente Leudal. A. C. Mientjes Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven Bouwlocatie Napoleonsweg, Neer, Gemeente Leudal A. C. Mientjes Inventariserend Veldonderzoek door middel van Proefsleuven Bouwlocatie Napoleonsweg,

Nadere informatie