Nota Investerings- en Afschrijvingsbeleid 2007

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Nota Investerings- en Afschrijvingsbeleid 2007"

Transcriptie

1 Nota Investerings- en Afschrijvingsbeleid 2007 Herijking investerings- en afschrijvingsbeleid 2005 Investerings- en afschrijvingsbeleid

2 versie raad vastgesteld door het college van B&W op 2 oktober Investerings- en afschrijvingsbeleid 2007

3 Inhoudsopgave 1. ALGEMEEN Inleiding Bestuurlijke samenvatting WETTELIJK KADER Investeringen Investeringen met economisch nut (art. 59, lid 1 BBV) Investeringen met maatschappelijk nut (art. 59, lid 4 BBV) Kosten van onderzoek en ontwikkeling (art. 60 BBV) Bijdragen aan activa in eigendom van derden (art. 61 BBV) BELEIDSREGELS AANMELDEN EN UITVOEREN INVESTERINGEN Vervangingsinvesteringen Nieuwe investeringen Afzonderlijke besluitvorming over investeringen Voorbereidingskredieten Overschrijding of onderschrijding van het krediet Termijn beschikbaarheid kredieten WAARDERING EN AFSCHRIJVING Algemeen Afschrijvingsbasis Afschrijvingsmethode Methode raming kapitaallasten eerste jaar Onderuitputting Rentetoerekening Minimale ondergrens van activeren Onderhoud versus activeren Afschrijvingstermijnen Restwaarde en inruilwaarde Afschrijving op gronden Sloopkosten Kunstvoorwerpen Extra afschrijven DEKKING VAN INVESTERINGEN Dekking van (een deel van) de investering door reserves Dekking van (een deel van) de investering door bijdrage van derden Dekking van de kapitaallasten BIJLAGEN...25 Waardering, activering en afschrijving (art 59 t/m 65 BBV2004) Procedure vrijgave van kredieten Tabel van activa met afschrijvingstermijnen Investerings- en afschrijvingsbeleid

4 4 Investerings- en afschrijvingsbeleid 2007

5 1. Algemeen 1.1. Inleiding In deze nota wordt binnen de kaders van het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten 2004, kortweg BBV genoemd, een herijking van het beleid ten aanzien van investeringen en afschrijving aan de raad voorgelegd. De laatste herijking van het activabeleid stamt uit 2005, en is dus nog van recente datum. In de afgelopen 2 jaar is echter gebleken, dat enkele uitgangspunten bijstelling behoeven. Deze bijstellingen zijn enerzijds ingegeven vanuit een beheersmatige achtergrond: met de huidige systematiek blijkt het voorspellen en tussentijds bijstellen van de kapitaallasten een moeilijk te beheersen activiteit. Hierdoor ontstaan jaarlijks (soms grote) verschillen in de jaarrekening. Door andere keuzes te maken ten aanzien van het moment waarop met afschrijven wordt begonnen, denken wij de voorspellende waarde in begroting en rekening beter te kunnen beheersen. Anderzijds is in praktijk gebleken dat het onderscheid tussen groot onderhoud en investeringen binnen het huidige activabeleid onvoldoende is afgebakend. Kosten van groot onderhoud mogen volgens het BBV niet worden geactiveerd. Consequentie daarvan is dat de lasten van groot onderhoud niet zonder meer over de gehele levensduur uitgesmeerd kunnen worden; in plaats daarvan moeten (bij voorkeur) onderhoudsvoorzieningen worden getroffen. Om die reden heeft de raad, via de Rekening en Kadernota, besluiten genomen tot het instellen van dergelijke voorzieningen. Denk aan baggeren, houten bruggen en onderhoud gebouwen. In de nu voorliggende nota is het onderscheid tussen groot onderhoud en investeringen nader uitgewerkt, en wordt aangegeven hoe hiermee in Hoorn wordt omgegaan. Daarbij is gebruik gemaakt van een notitie van de commissie BBV inzake de verkrijging/vervaardiging en onderhoud van kapitaalgoederen. Een derde reden tot wijziging betreft het onderscheid tussen bijzondere investeringen en nieuw beleid. In praktijk blijkt dat er een grijs gebied is ontstaan tussen bijzondere investeringen en nieuw beleidsinvesteringen (zoals investeringen masterplan infrastructuur en onderwijshuisvesting, die op beide lijsten voorkomen). Daarom wordt in deze nota voorgesteld de benaming bijzondere investeringen te wijzigen in nieuwe investeringen. Wanneer de noodzaak en/of het autonome karakter van nieuwe investeringen bij de Kadernota zijn aangetoond, worden deze investeringen (en de lasten daarvan) geraamd op de betreffende programma s in begroting en meerjarenraming. De begrenzing van komt daarbij te vervallen. Is dat niet het geval, dan worden nieuwe investeringen als wenselijk afgewogen bij de ruimte voor nieuw beleid. De nadere uitwerking van deze werkwijze zal in de Kadernota 2008 zijn beslag krijgen. Om bovengenoemde redenen is ervoor gekozen de nota uit 2005 te actualiseren. Naast eerdergenoemde aspecten is daarbij ook kritisch gekeken naar: - spelregels omtrent de vrijgave van investeringen; - beschikbaarheid (termijn) van kredieten (niet benutte kredieten vallen vrij na 2 jaar); - minimale ondergrens van activeren (blijft gehandhaafd op ); - afschrijvingstermijnen (de tabel met afschrijvingstermijnen is geactualiseerd); - specifieke onderwerpen, zoals sloopkosten, restwaarde, afschrijven op gronden zijn nader uitgewerkt. Inwerkingtreding Na vaststelling van de nota treedt het beleid in werking met ingang van Dit is van belang om de wijzigingen in de waarderingsgrondslagen te kunnen verwerken in de jaarrekening Daarmee wordt voldaan aan de gestelde kaders in de Financiële verordening ex. art 212 van de Gemeentewet. De voorgestelde wijzigingen in deze nota hebben op langere termijn geen financiële gevolgen. Voor de jaren 2007 en 2008 zal wel sprake zijn van incidentele (verschuivings)- Investerings- en afschrijvingsbeleid

6 effecten. Het effect in de jaarrekening 2007 en de meerjarenraming wordt via een begrotingswijziging aan de raad voorgelegd. In de nota wordt eerst in hoofdstuk 2 ingegaan op het begrippenkader rond investeringen. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op de beleidregels: welke regels zijn er voor het aanmelden van investeringen en het vrijgeven van kredieten door raad en college. In hoofdstuk 4 komen de afschrijvingsmethoden, -termijnen en het vraagstuk activeren versus (groot) onderhoud aan de orde. Tenslotte wordt in hoofdstuk 5 ingegaan op de verschillende dekkingsmethoden van investeringslasten Bestuurlijke samenvatting In deze paragraaf wordt een samenvatting gegeven van de kaders die in deze nota zijn verwoord. In de achterliggende hoofdstukken worden de begrippen, achtergronden en spelregels uitgebreid toegelicht. Soorten investeringen: - Alle investeringen met economisch nut worden geactiveerd en dus afgeschreven. - Investeringen met maatschappelijk nut worden in beginsel geactiveerd en afgeschreven. Deze investeringen mogen ook (deels) uit de reserves worden betaald. Definities investeringen: - Vervangingsinvesteringen zijn bedoeld ter vervanging van bestaande voorzieningen, zonder de oorspronkelijke hoedanigheid van de voorziening wezenlijk te veranderen. Het nut van deze investeringen strekt zich uit over meer dan één jaar. - Nieuwe investeringen zijn investeringen die een verandering, aanvulling of uitbreiding betekenen van een bestaande situatie of omgeving (bijv. een rotonde, een herinrichting winkelgebied of een nieuwe school). Autorisatie en vrijgave: - De autorisatie door de raad van de investeringskredieten geschiedt formeel bij vaststelling van de Kadernota en Begroting van het eerstvolgende jaar. De kapitaallasten van deze investeringen maken onderdeel uit van de lasten op de programma s. - De stelpost bijzondere investeringen met bijbehorende begrenzing van komt te vervallen. - De vrijgave van vervangingsinvesteringen gedurende het jaar is gemandateerd aan de budgethouder, mits binnen het opgenomen investeringskrediet wordt gebleven. Voor de aanbesteding van investeringen wordt de inkoopmatrix gehanteerd die in de Beleidsnotitie Inkoopmanagement staat beschreven. - De vrijgave van nieuwe investeringen geschiedt door het college. Bij ontoereikendheid van het investeringskrediet groter dan dient een aanvullend voorstel te worden voorgelegd aan de raad. - Bij de aanvraag van voorbereidingskredieten wordt de financiële dekking nog niet formeel geregeld. Bij aanvraag van het uitvoeringskrediet worden de gemaakte voorbereidingskosten integraal meegenomen in de totale kredietaanvraag. - Beschikbaar gestelde kredieten worden zo snel mogelijk afgesloten. Indien een beschikbaar gesteld krediet na maximaal 2 jaar niet (volledig) is benut, valt het restantkrediet vrij. Een 6 Investerings- en afschrijvingsbeleid 2007

7 krediet kan alleen langer open blijven indien de noodzaak daartoe voldoende en tijdig in een advies aan het college wordt aangetoond, ten tijde van het opmaken van de jaarrekening. Waardering en afschrijving: - Volgens de lineaire methode vindt afschrijving plaats op basis van de volgende berekening: Afschrijving = totale aanschaf (netto kostprijs) / afschrijvingstermijn in jaren - Ongeacht de methode wordt bij het bepalen van het afschrijvingsbedrag geen rekening gehouden met restwaarde. Bij verkoop wordt een eventuele restant boekwaarde in het jaar van verkoop afgeschreven ten laste van de exploitatie. Eventuele inruil wordt als incidentele bate verantwoord. - In principe worden alle activa lineair afgeschreven. Alleen bij voldoende argumenten (bijv. in gevallen waar sprake is van huur, verhuur, jaarlijkse gelijke exploitatiekosten) kan voorgesteld worden om af te schrijven op annuïtaire basis. - De afschrijvingstabel dient als basis voor de te hanteren afschrijvingstermijnen. Indien van de tabel wordt afgeweken, dan dient dit gefundeerd bij de kredietaanvraag te worden gemotiveerd. Uitgangspunt is dat de afschrijvingstermijnen zo goed als mogelijk aansluiten bij de gemiddelde levensduur. - Als ingangsdatum van de afschrijving geldt het jaar volgend op het jaar, waarin de investering is geraamd. Op dat moment wordt begonnen met de gebruiksduur van het betreffende actief. Op rekeningsbasis worden de kapitaallasten berekend op basis van de verworven (in gebruik genomen) investeringen van het jaar daarvoor. Op reeds verwerkte afschrijvingen t/m boekjaar 2006 worden geen correcties doorgevoerd. - In de meerjarenraming wordt rekening gehouden met onderuitputting van kapitaallasten als gevolg van uitstel. Bijstelling van de geraamde onderuitputting vindt elk jaar plaats in de Kadernota, zowel voor het huidige jaar (op basis van uitkomsten jaarrekening) als in de meerjarenraming. - Jaarlijks wordt berekend wat de geraamde rentekosten voor de gemeente zijn en wat de boekwaarde van de hiermee te financieren activa is. Bij investeringen waarvan de uitvoering over meerdere jaren loopt, wordt rekening gehouden met rente tijdens de bouw. Dit betekent dat rente wordt berekend, indien het (uitvoerings-) krediet een boekwaarde heeft per 1 januari. - Op investeringen boven de wordt afgeschreven. Investeringen met een lagere waarde worden in het jaar van aanschaf ten laste van de exploitatiebudgetten gebracht. - Kosten van klein onderhoud worden in het jaar van uitvoering ten laste van de exploitatie gebracht. - Kosten van groot onderhoud worden in het jaar van uitvoering ten laste van de exploitatie gebracht, of ten laste van een hiervoor gevormde voorziening (op basis van een actueel beheerplan). - Levensduurverlengende investeringen worden geactiveerd en afgeschreven. In voorkomende gevallen kan de raad kiezen voor de componentenbenadering. - Er vindt geen afschrijving plaats op gronden (grond slijt niet). Dit geldt voor ondergrond van economisch nuttige investeringen. Voor (onder-)gronden in de openbare ruimte geldt dat die Investerings- en afschrijvingsbeleid

8 gezien kunnen worden als (onderdeel van) investeringen met maatschappelijk nut, die bij voorkeur niet geactiveerd zouden moeten worden. Ze mógen echter wel worden geactiveerd. Grondaankopen kleiner dan komen ten laste van de exploitatie. - Voor de onderhanden werken (als onderdeel van de categorie gronden en terreinen van de materiële vaste activa) inzake de grondexploitatie, wordt de verkrijgingsprijs- c.q vervaardigingsprijs gevormd door de kosten van grondverwerving, bouw- en woonrijpmaken en rentebijschrijving. De opbrengsten van de grondverkopen en de ontvangen bijdragen zijn hierop in mindering gebracht. Dekking van investeringen: - Uitgangspunt is dat structurele lasten worden gedekt door structurele budgetten. - Het in mindering brengen van de reserves op een investering is alleen toegestaan bij investeringen met maatschappelijk nut in de openbare ruimte. - De dekking van deze kapitaallasten kan op verschillende manieren geregeld worden: A. Dekking door verlaging van één of meer andere budgetten. B. Dekking door het verkrijgen van inkomsten. C. Dekking door structureel beslag op een reserve (niet zijnde de Algemene Reserve). D. Dekking door verlaging van de stelpost Onvoorzien structureel. E. Dekking door verlaging van het begrotingsresultaat. 8 Investerings- en afschrijvingsbeleid 2007

9 2. Wettelijk kader 2.1. Investeringen Jaarlijks worden door gemeenten grote bedragen geïnvesteerd in kapitaalgoederen. Onder een investering wordt verstaan, het vastleggen van vermogen in een object waarvan het nut zich over meerdere jaren uitstrekt. Conform het BBV worden investeringen onderscheiden in: Investeringen met economisch nut Investeringen hebben economisch nut indien ze verhandelbaar zijn (er een markt voor is) en/of indien ze kunnen bijdragen aan het genereren van middelen, bijvoorbeeld door het vragen van rechten, heffingen, leges of tarieven. Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut genereren geen middelen, maar vervullen wel duidelijk een publieke taak. Het betreft investeringen in bijvoorbeeld wegen, bruggen, water en groenvoorzieningen. Naast bovengenoemde investeringen van materiële aard, kan sprake zijn van immateriële activa (kosten van onderzoek en ontwikkeling) en financiële activa (bijdragen aan activa in eigendom van derden). Hieronder wordt ingegaan op de verschillende investeringen en de mogelijkheid tot activeren ervan. Een schematische voorstelling hiervan is voor de volledigheid als bijlage bij deze notitie gevoegd. Het is goed om bij elke nieuwe investering van tevoren te bedenken wat voor soort investering het is. Indien dit goed is onderbouwd, worden veel onduidelijkheden voorkomen Investeringen met economisch nut (art. 59, lid 1 BBV) Alle investeringen met economisch nut worden geactiveerd en dus afgeschreven. Een investering is van economisch nut als het activum verhandelbaar is of wanneer er opbrengsten mee kunnen worden gegenereerd. Daarbij valt te denken aan gebouwen, maar ook sporthallen en parkeergarages vallen er onder. De investering moet in dit geval bruto in de administratie worden opgenomen. Subsidies en bijdragen van derden mogen er op in mindering worden gebracht, maar (een beschikking over) eigen reserves niet. Kunstvoorwerpen met een cultuurhistorische waarde vormen een uitzondering: deze voorwerpen mogen niet worden geactiveerd, tenzij ze in het bezit zijn om later verkocht te worden. Resultaat afhankelijk afschrijven (als het rekeningsresultaat in enig jaar meevalt, kan er besloten worden een deel van het resultaat te bestemmen voor extra afschrijving) is niet toegestaan volgens het BBV Investeringen met maatschappelijk nut (art. 59, lid 4 BBV) Dit zijn investeringen met een meerjarig maatschappelijk nut in de openbare ruimte, zoals wegen, pleinen, bruggen etc. Van deze investeringen kan de gemeente zelf bepalen of zij wil activeren (afschrijven) of niet. Wel is het zo dat het de voorkeur 1 verdient om dergelijke investeringen niet 1 Volgens de toelichting op de wet van de minister betreffen deze investeringen typisch investeringen die niet worden vervangen en niet verhandelbaar zijn. Aan de andere kant betekent niet activeren dat gemeenten deze investeringen in enig jaar in één keer ten laste van de begroting (exploitatie) moeten brengen, hetgeen tot financiële dekkingsproblemen kan leiden. Om die reden mogen deze investeringen wel worden afgeschreven. Investerings- en afschrijvingsbeleid

10 te activeren. Als er wel wordt gekozen voor activeren, dan wordt aangeraden de afschrijvingstermijn zo kort mogelijk te houden. Hoorns beleid is dat deze investeringen in beginsel altijd worden geactiveerd en afgeschreven, conform de bij deze notitie gevoegde afschrijvingstabel. Het argument daarvoor is dat de lasten evenredig worden toegerekend volgens de economische levensduur (gebruiksduur) van de objecten. Op deze investeringen mogen wel (beschikkingen over) reserves in mindering worden gebracht, net als bijdragen van derden. Ook is resultaat afhankelijk afschrijven toegestaan bij dit soort investeringen Kosten van onderzoek en ontwikkeling (art. 60 BBV) Deze kosten kunnen alleen worden geactiveerd als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: De gemeente is voornemens het actief waarvoor de kosten worden gemaakt te gebruiken of te verkopen. De technische uitvoerbaarheid om het actief te voltooien staat vast. Het actief zal in de toekomst economisch of maatschappelijk nut opleveren. De uitgaven die gemaakt worden en aan het actief worden toegerekend zijn betrouwbaar. Bij het opstellen van plannen, denk bijvoorbeeld aan het Masterplan infrastructuur en het professioneel marketingplan voor toeristische promotie, dient hier terdege rekening mee gehouden te worden. Op dergelijke plannen kan niet worden afgeschreven, tenzij wordt voldaan aan de hierboven genoemde normen. De onderzoekskosten moeten in dat geval binnen vijf jaar worden afgeschreven Bijdragen aan activa in eigendom van derden (art. 61 BBV) Deze bijdragen kunnen alleen worden geactiveerd als wordt voldaan aan de volgende voorwaarden): Er is sprake van een investering door een derde. De investering draagt bij aan de publieke taak. De derde verplicht zich tot het daadwerkelijk investeren op een wijze zoals overeengekomen. De bijdrage kan worden teruggevorderd als de derde in gebreke blijft, of de gemeente anders recht kan doen gelden op de activa die samenhangen met de investering. Om een beeld te verkrijgen van deze bijdragen: de bijdragen die de gemeente bijvoorbeeld doet in de investeringen van zwembad De Wijzend kunnen als "bijdrage aan activa in eigendom van derden" worden geclassificeerd, en mogen daarom worden geactiveerd. Bij de vaststelling van deze bijdragen vereist het BBV, dat contractueel wordt vastgelegd dat de gemeente de betreffende activa kan opeisen, wanneer niet voldaan is aan bovengenoemde voorwaarden. 10 Investerings- en afschrijvingsbeleid 2007

11 3. Beleidsregels aanmelden en uitvoeren investeringen Elk jaar worden vervangingsinvesteringen en nieuwe investeringen geïnventariseerd en opgenomen in de Kadernota. Bij de begrotingsbehandeling vindt hierop zonodig een actualisatie plaats. Er vindt echter ook tussentijdse besluitvorming over investeringen plaats. Dit laatste is vooral aan de orde in situaties waarbij investeringen moeten worden gedaan die ten tijde van de begroting niet waren voorzien. In dit hoofdstuk wordt het onderscheid tussen vervangings- en nieuwe investeringen nader uitgewerkt Vervangingsinvesteringen Onder vervangingsinvesteringen wordt verstaan: Vervangingsinvesteringen zijn bedoeld ter vervanging van bestaande voorzieningen, zonder de oorspronkelijke hoedanigheid van de voorziening wezenlijk te veranderen. Het nut van deze investeringen strekt zich uit over meer dan één jaar. Vervangingsinvesteringen worden in de Kadernota telkens voor de komende 4 jaar aangemeld. Dit wordt gedaan om een financieel goede meerjarenraming te verkrijgen. Ter illustratie: in de Kadernota 2008 worden de vervangingsinvesteringen van 2009 tot en met 2012 aangemeld. Bij de behandeling van de Kadernota wordt besloten welke (lasten van) investeringen worden opgenomen in de begroting van het volgende jaar. Deze aanmeldingen zijn voorzien van een zo nauwkeurig mogelijke toelichting. De vervangingsinvesteringen voor de jaren erna worden voor kennisgeving aangenomen maar vormen wel de basis van de besprekingen in de volgende Kadernota. In principe worden de lasten van vervangingsinvesteringen gedekt uit de vrijval van kapitaallasten van bestaande activa. Vrijgave vervangingskredieten De autorisatie (door de raad) van de kredieten voor vervangingsinvesteringen geschiedt formeel bij vaststelling van de begroting van het eerstvolgende jaar. De kapitaallasten van deze investeringen maken onderdeel uit van de lasten op de programma s. Voor de aanbesteding van vervangingsinvesteringen worden de richtlijnen gehanteerd die in de Beleidsnotitie Inkoopmanagement, door de gemeenteraad op 11 februari 2004 vastgesteld, zijn beschreven. In zijn algemeenheid beslist het college over de aanbesteding en gunning, tenzij die beslissing is gemandateerd aan een portefeuillehouder of budgethouder (volgens de geldende inkoopmatrix). (zie ook de bijgevoegde procedure vrijgave van kredieten ) Nieuwe investeringen Onder nieuwe investeringen (voorheen bijzondere investeringen) wordt verstaan: Nieuwe investeringen zijn investeringen die een verandering, aanvulling of uitbreiding betekenen van een bestaande situatie of omgeving (bijv. een rotonde, een herinrichting winkelgebied of een nieuwe school). Investerings- en afschrijvingsbeleid

12 Tot heden wordt in Hoorn gewerkt met een jaarlijks gelimiteerd budget van aan kapitaallasten voor bijzondere investeringen. In de Kadernota zijn deze investeringen gerangschikt naar noodzaak en autonoom. De criteria die hieraan ten grondslag liggen zijn als volgt: A. Er is sprake van noodzaak indien: - Uitstel van investeren betekent dat er verhoogd risico ontstaat en (mogelijk) slachtoffers kunnen gaan vallen; - Er onherstelbare, dan wel grotere, schade ontstaat bij uitblijven van investeren. B. Er is sprake van een autonoom karakter, indien de gemeente wordt geconfronteerd met hogere lasten of baten, zonder dat daar invloed op kan worden uitgeoefend. Onderscheid nieuwe investeringen en wensen nieuw beleid In de begroting 2007 is het begrip vrije beleidsruimte geïntroduceerd. Nieuwe ruimtevragers waarvan nadere besluitvorming door de raad moet plaatsvinden, waarbij het zowel gaat om exploitatiebudgetten als lasten van nieuwe investeringen, worden verzameld en integraal afgewogen bij de vaststelling van de begroting. Gedurende het begrotingsjaar worden de uitwerkingsvoorstellen aan de raad voorgelegd. In de praktijk blijkt dat er een grijs gebied is ontstaan tussen bijzondere investeringen en nieuwe beleidsinvesteringen. Denk bijvoorbeeld aan investeringen masterplan infrastructruur, Nieuwbouw bureau Riolering en Wegen en onderwijshuisvesting, die op beide lijsten staan vermeld. Ook zijn bijzondere investeringen aangemeld voor nieuw beleid, omdat geen ruimte meer kon worden gevonden binnen het taakstellende budget van Daarom wordt in deze nota voorgesteld de benaming bijzondere investeringen te wijzigen in nieuwe investeringen. Uitsluitend wanneer de noodzaak en/of het autonome karakter van nieuwe investeringen bij de Kadernota zijn aangetoond, worden deze investeringen (en de lasten daarvan) geraamd op de betreffende programma s in begroting en meerjarenraming. De stelpost bijzondere investeringen met bijbehorende begrenzing van komt daarmee te vervallen. Investeringen die niet voldoen aan de gestelde criteria noodzaak/autonoom kunnen uitsluitend als wens worden afgewogen bij de voorstellen voor nieuw beleid, hetzij in de Kadernota of de Begroting. Overigens dient onverminderd de mogelijkheid te blijven bestaan dat het college de bij de Kadernota vastgestelde investeringen opnieuw ter discussie stelt, in relatie tot de beschikbare financiële ruimte. Voordelen van deze werkwijze zijn: - 2 soorten investeringen in plaats van 3: dus vervangings- en nieuwe; - nieuwe investeringen met een noodzakelijk en/of autonoom karakter worden direct vertaald in begroting en meerjarenraming, op basis van het besluit bij de Kadernota; - niet uitgeven van de investering binnen 2 jaar leidt tot schrappen (zie par. 3.6); - geen stelpost meer met (onbenutte) bijzondere investeringen uit voorgaande jaren; - krampachtige begrenzing van vervalt. Wie beslist over vrijgave van nieuwe investeringen? De huidige werkwijze ten aanzien van de bijzondere investeringen is dat het college (ten behoeve van de uitvoering) besluit over vrijgave in het betreffende begrotingsjaar. Dit blijft ongewijzigd. In gevallen waarbij het investeringskrediet niet toereikend is (bedrag groter dan ), dient een aanvullend (ordentelijk) voorstel te worden voorgelegd aan de raad. Beneden dit bedrag is het college gemachtigd een besluit te nemen, inclusief de dekking van de kapitaallasten. 12 Investerings- en afschrijvingsbeleid 2007

13 Ongewijzigd blijft het principe dat ten tijde van de Kadernota de nieuwe investeringen voor de jaren ná het eerstvolgende begrotingsjaar indicatief worden vastgesteld. De nadere uitwerking van deze werkwijze zal in de Kadernota 2008 zijn beslag krijgen. Samengevat: - 2 soorten investeringen: vervangingsinvesteringen en nieuwe investeringen; - Vaststelling van nieuwe investeringen in de categorie noodzaak/autonoom vindt plaats bij de Kadernota; - De lasten van vervangings- en nieuwe investeringen worden in het eerstvolgende begrotingsjaar geraamd op de programma s; - Vrijgave van vervangingsinvesteringen gedurende het jaar is gemandateerd aan de budgethouder, mits binnen het opgenomen investeringskrediet wordt gebleven. - Vrijgave van nieuwe investeringen geschiedt door het college. Bij ontoereikendheid van het investeringskrediet groter dan dient een aanvullend voorstel te worden voorgelegd aan de raad Afzonderlijke besluitvorming over investeringen Indien aanmelding en vaststelling van een investering bij de Kadernota niet mogelijk is, wordt er een afzonderlijk collegevoorstel en eventueel een raadsvoorstel gemaakt. Dit geldt uitsluitend voor investeringen in de loop van het jaar waarvan het zicht op de uitvoeringskosten ten tijde van de Kadernota nog niet bekend was. Daarnaast kan sprake zijn van onvoorziene omstandigheden, zoals het noodzakelijkerwijs slopen en herbouwen van een gebouw waarbij asbest is vrijgekomen. In het raadsvoorstel wordt duidelijk gemaakt wat de financiële consequenties inclusief een voorstel van dekking zijn 2. Gelijktijdig met het voorstel wordt een begrotingswijziging ter vaststelling aangeboden Voorbereidingskredieten In geval van meer complexe investeringsvraagstukken kan het noodzakelijk zijn om een voorbereidingskrediet te vragen aan de raad. Een voorbereidingskrediet moet gezien worden als voorschot op het uitvoeringskrediet. Onder een voorbereidingskrediet mogen alleen die kosten vallen, die nodig zijn om de (technische) voorbereiding te kunnen uitvoeren, zoals het maken van een bestek, tekeningen, grondverwerving, subsidieaanvraag en kostenraming. Juist deze zaken zijn nodig om het uiteindelijke uitvoeringskrediet (inclusief de gemaakte voorbereidingskosten) te kunnen bepalen. Voor alle duidelijkheid gaat het om kosten die rechtstreeks in verband staan met de investering. Dit betekent dat kosten voor (algemeen verkennend) onderzoek geen onderdeel mogen uitmaken van een voorbereidingskrediet. Dit zijn immers kosten die gezien moeten worden als immateriële activa, die in een periode van maximaal 5 jaar moeten worden afgeschreven. Een voorbeeld daarvan is een haalbaarheidsstudie naar een fietsoversteekvoorziening of een onderzoek naar een geschikte locatie voor een nieuwe begraafplaats. In die gevallen dient geen voorbereidingskrediet maar een onderzoekskrediet te worden gevraagd. Bij de aanvraag van het voorbereidingskrediet wordt de financiële dekking nog niet formeel geregeld. Er vindt dus nog geen raming van afschrijving en rente plaats. Wel dient naar college en 2 de verschillende dekkingsmogelijkheden van de kapitaallasten zijn uitgewerkt in hoofdstuk 5. Investerings- en afschrijvingsbeleid

14 raad toe aangegeven te worden aan welke dekkingsmogelijkheden wordt gedacht, ook als deze nog onzeker zijn. Te denken valt aan subsidies of bijdragen van derden waarvan de hoogte gedurende het voorbereidingstraject nog moeten worden bepaald. Bij de aanbieding van het raadsvoorstel wordt een begrotingswijziging ter vaststelling aangeboden. In deze wijziging wordt uitsluitend het voorbereidingskrediet (als balansmutatie) geraamd. De structurele kapitaallasten worden op dat moment nog buiten beschouwing gelaten. Uitvoeringskrediet Bij aanvraag van het uitvoeringskrediet worden de gemaakte voorbereidingskosten integraal meegenomen in de totale kredietaanvraag. In het raadsvoorstel wordt in ieder geval duidelijk gemaakt wat de financiële consequenties inclusief een voorstel van dekking zijn 3. Gelijktijdig met het voorstel wordt een begrotingswijziging ter vaststelling aangeboden Overschrijding of onderschrijding van het krediet In de Nota Budgethouderschap zijn afspraken vastgelegd over de wijze waarop wordt omgegaan met een overschrijding van een krediet. In deze nota wordt beschreven dat schuiven tussen kredieten onder voorwaarden wordt toegestaan. Letterlijk staat er: "Wij stellen u voor om ermee in te stemmen dat bij wijze van uitzondering, na goedkeuring van de portefeuillehouder en na accorderen (door het college van B&W) van de begrotingswijziging, tussen kredieten kan worden geschoven." De volgende regels zijn van toepassing op het verschuiven van restantkredieten: 1. De portefeuillehouder geeft zijn of haar goedkeuring; 2. De begrotingswijziging wordt akkoord bevonden door het college; 3. De kapitaallasten van beide kredieten vallen binnen hetzelfde programma; 4. De kredieten waren oorspronkelijk bedoeld voor hetzelfde doel. Ter illustratie: hiermee wordt bedoeld dat middelen voor het verbeteren van wegen niet kunnen worden ingezet bij een investering in brandwerende maatregelen bij het stadhuis. Indien er geld wordt overgehouden bij een krediet voor de plaatsing van een rotonde in Risdam- Noord mag dat wel worden gebruikt bij een budgetoverschrijding van een krediet om een kruising in de Grote Waal veiliger te maken Termijn beschikbaarheid kredieten Het toekennen van een maximale geldigheidsduur voorkomt een stuwmeer aan kredieten voor lopende dan wel niet opgestarte investeringswerken. Beschikbaar gestelde kredieten worden zo snel mogelijk afgesloten. Indien een beschikbaar gesteld krediet na maximaal 2 jaar niet (volledig) is benut, valt het restantkrediet vrij. Een krediet kan alleen langer open blijven indien de noodzaak daartoe voldoende en tijdig in een advies aan het college wordt aangetoond. Screening van investeringen bij de jaarrekening Het screenen van de kredieten vindt plaats bij het opmaken van de jaarrekening. Kredieten ouder dan 2 jaar worden aan de vakafdelingen voorgelegd, met het verzoek de noodzaak aan te tonen, indien deze kredieten open moeten blijven staan. Deze lijst wordt afzonderlijk bij het aanbieden van de jaarrekening aan het college voorgelegd. Bij instemming van het college wordt het krediet meegenomen naar het volgende jaar. 3 de verschillende dekkingsmogelijkheden van de kapitaallasten zijn uitgewerkt in hoofdstuk Investerings- en afschrijvingsbeleid 2007

15 4. Waardering en afschrijving 4.1. Algemeen Afschrijving is het in de boekhouding tot uitdrukking brengen van de waardevermindering van een goed, dat als een investering is geactiveerd. De afschrijving op de investering wordt in de begroting en rekening tot uitdrukking gebracht en verantwoord. Of mag worden afgeschreven en wat de hoogte van de jaarlijkse afschrijving is, wordt in hoofdzaak bepaald door wettelijke factoren (zie hoofdstuk 2), de afschrijvingsbasis, de afschrijvingsmethode en afschrijvingstermijn. Verder is van belang dat sprake is van een duurzame waardevermindering of levensduurverlengende maatregel. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de verschillende aspecten Afschrijvingsbasis In het BBV is verplicht voorgeschreven dat investeringen worden gewaardeerd op basis van de historische kostprijs, dus de werkelijke verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Dit betekent dat: a. Bij investeringen met een maatschappelijk nut in de openbare ruimte eventuele bijdragen van derden, subsidies én reserves in mindering mogen worden gebracht op de bruto verkrijgingsprijs (kostprijs); b. Bij activa met een economisch nut uitsluitend bijdragen van derden en subsidies in mindering mogen worden gebracht Afschrijvingsmethode Wat betreft afschrijvingsmethoden komen in Hoorn zowel de lineaire als de annuïtaire methode voor. Lineaire methode Volgens de lineaire methode vindt afschrijving plaats op basis van de volgende berekening: Afschrijving = totale aanschaf (netto kostprijs) / afschrijvingstermijn in jaren De afschrijvingstermijn wordt in hele jaren weergegeven en negatieve boekwaarden mogen niet voorkomen. Annuïtaire methode Bij de annuïtaire methode blijft de annuïteit, zijnde de component rente en afschrijving, gelijk. De afschrijving neemt jaarlijks toe en de rente neemt jaarlijks af. Tegenover een annuïteit staat meestal een gelijk bedrag aan inkomsten. Dit is bijvoorbeeld aan de orde in gevallen waar sprake is van huur of verhuur, de exploitatie van parkeergarages en investeringen voor producten waar een kostendekkend tarief wordt berekend. Uitgangspunt: lineair, tenzij In principe worden alle activa lineair afgeschreven. Alleen indien er voldoende argumenten zijn om hier van af te wijken, wordt in het kredietvoorstel als onderdeel van de besluitvorming aangegeven waarom er niet lineair wordt afgeschreven. Daarbij wordt het op dat moment geldende renteomslagpercentage gehanteerd. Dit percentage blijft ongewijzigd voor de gehele loop- Investerings- en afschrijvingsbeleid

16 tijd van de investering. Ook hiervan kan worden afgeweken, mits dit bij de besluitvorming met redenen wordt onderbouwd Methode raming kapitaallasten eerste jaar Afschrijven hangt samen met de ingebruikname van het actief. Voor het bepalen van het moment waarop in de begroting rekening wordt gehouden met de kapitaallasten zijn er meerdere keuzes mogelijk: 1. Volledige rente en afschrijving in het jaar waarin de investering is geraamd; 2. Gedeeltelijke rente en afschrijving in het begrotingsjaar waarin de investering is geraamd (bijvoorbeeld 50% rente en afschrijving 1 e jaar, daarna 100%); 3. Volledige rente en afschrijving in het begrotingsjaar dat volgt op het jaar waarin de investering is geraamd. Het BBV laat gemeenten vrij in het maken van een keuze. Tot nu is in Hoorn de eerste methode gehanteerd, waarbij in het eerste jaar van investeren de volledige kapitaallasten worden geraamd. Hierbij wordt de rente berekend tegen het in het begrotingsjaar geldende renteomslagpercentage. Deze methode levert in de jaarrekening per definitie een onderuitputting op: bij kredietaanvragen in bijvoorbeeld november worden voor een heel jaar kapitaallasten berekend en in de begroting verwerkt, terwijl op rekeningsbasis niet af nauwelijks sprake is van kapitaallasten. Dit leidt in de rekening op de programma s tot grote verschillen. Weliswaar houden we hier middels stelposten rekening mee, maar de praktijk wijst uit dat de voorspelbaarheid van de werkelijke kapitaallasten moeilijk te bepalen is, en tussentijdse bijstellingen tot veel administratieve druk leiden. Voorgesteld wordt daarom om met ingang van 2007 in Hoorn te kiezen voor methode 3: Als ingangsdatum van de afschrijving geldt het jaar volgend op het jaar, waarin de investering is geraamd (wordt verworven). Op dat moment wordt begonnen met de gebruiksduur van het betreffende actief. Verwerking bij de jaarrekening Bij het opmaken van de jaarrekening betekent dit dat in het lopende jaar (nu 2007) de kapitaallasten worden berekend op basis van de gereedgekomen en in gebruik genomen investeringen van het jaar daarvoor (2006). Voordeel van deze werkwijze is, dat dit de beheersbaarheid en voorspellende waarde van de kapitaallasten ten goede komt. Gebruik is bepalend In praktijk kan de situatie zich voordoen dat een investering technisch gezien in gebruik is genomen, maar waarvan de werkelijke (financiële) afwikkeling afhangt van een juridisch of procedureel geschil. Ook kan sprake zijn van het in gebruik nemen van een gebouw waarvan de eindafrekening nog wordt opgesteld. In die gevallen vindt afschrijving plaats, om een getrouw beeld te geven van de balans en de waardevermindering van het actief. Het gebruik is dus bepalend. Afschrijvingslasten oude stelsel Bij invoering van deze stelselwijziging in 2007 heeft dit tot gevolg dat volgens het oude stelsel al een deel afschrijving heeft plaatsgevonden op investeringen die in 2006 (of later) zijn gereedgekomen, en waarvan de afschrijving volgens het nieuwe stelsel ingaat vanaf het jaar 2007 (of later). Op de afschrijving van deze investeringen worden geen correcties doorgevoerd, omdat dit tot veel administratief werk zou leiden. In die gevallen zijn de betreffende investeringen eerder afgeschreven. 16 Investerings- en afschrijvingsbeleid 2007

17 Ter illustratie: Een investering met een aanschaf van die in 2006 gereed komt wordt vanaf 2007 in 10 jaar afgeschreven. Wanneer al in 2005 en 2006 hierop afschrijving heeft plaatsgevonden, betekent dit dat de investering (vanaf 2007) na 8 jaar volledig is afgeschreven. Financiële effecten Opgemerkt wordt dat het kiezen van deze methode tot een incidenteel verschuivingseffect in de begroting 2007 en 2008 leidt. Het moment van afschrijven verschuift immers 1 jaar naar achteren. Enerzijds is daardoor sprake van een aanzienlijk voordeel doordat in 2007 geen afschrijvingslasten worden berekend op investeringen die pas in de loop van 2007 geheel zijn afgerond, zoals kazerne Nieuwe Wal, het bedrijfsverzamelgebouw en de kunstijsbaan. Anderzijds moeten in 2007 ook nog de nodige inhaalafschrijvingen worden gedaan van activa met een aanschaf kleiner dan (zie par. 4.7). Het incidentele verschuivingseffect is echter op langere termijn neutraal. Het effect in de jaarrekening 2007 en de meerjarenraming wordt via een begrotingswijziging aan de raad voorgelegd Onderuitputting Bij de vervangingsinvesteringen en bijzondere investeringen wordt jaarlijks in de begroting rekening gehouden met stelposten voor onderuitputting van kapitaallasten, wegens uitstel en latere uitvoering van investeringen. Dit planningsvraagstuk doet zich voor in vrijwel alle gemeenten, doordat investeringsplannen en daaraan ten grondslag liggende politieke ambities niet volledig worden gerealiseerd in enig jaar. Elk jaar worden deze stelposten beoordeeld en bijgesteld. In praktijk blijkt dat 50% tot 75% van de investeringen niet tot (volledige) uitvoering komt in het 1 e jaar. Dit betekent dat de afschrijving en rente ook op een later moment op de exploitatie drukken. Door de vakafdelingen dient jaarlijks bij de aanmelding van investeringen kritisch beoordeeld te worden in welk jaar de daadwerkelijke uitvoering van de investering plaatsvindt. Een ideaalsituatie zal echter alleen al door externe factoren nooit ontstaan. Daarom blijft het noodzakelijk om in de meerjarenraming rekening te houden met stelposten voor onderuitputting: Van de geraamde investeringen in enig jaar (t) wordt in de meerjarenraming rekening gehouden met 50% kapitaallasten in jaar t+1, 75% in jaar t+2 en 100% vanaf jaar t+3: Voorbeeld: investering van in 2007, afschrijving 10 jaar, rente 3,5%: boekwaarde lasten totaal jaar 01-jan afschrijving rente lasten raming % % % Opgemerkt wordt dat bovengenoemde percentages zijn gebaseerd op ervaringscijfers. Het is niet ondenkbaar dat deze percentages zullen wijzigen door een betere uitvoeringsplanning. Bijstelling van de geraamde onderuitputting vindt elk jaar plaats in de Kadernota, zowel voor het huidige jaar (op basis van uitkomsten jaarrekening (t-1) als voor de meerjarenreeks. Investerings- en afschrijvingsbeleid

18 4.6. Rentetoerekening In Hoorn wordt al jaren het systeem van een jaarlijks vast te stellen renteomslagpercentage toegepast. Bij toepassing van het renteomslagstelsel wordt jaarlijks berekend wat de geraamde rentekosten voor de gemeente zijn en wat de boekwaarde van de hiermee te financieren activa is. Jaarlijks wordt dit percentage vastgesteld in de Kadernota en Begroting (voor 2007 en ,5%). Toerekenen over boekwaarde begin dienstjaar Afhankelijk van aard en omvang van de investering, kan de uitvoeringsperiode van een investering soms lange tijd in beslag nemen. Factoren als complexiteit, juridische procedures, inspraak en politiek zijn hierop van invloed. De onderstaande basisregel is van toepassing: Bij investeringen waarvan de uitvoering over meerdere jaren loopt, wordt rekening gehouden met rente tijdens de bouw. Dit betekent dat rente wordt berekend, indien het (uitvoerings-) krediet een boekwaarde heeft per 1 januari Minimale ondergrens van activeren Op investeringen boven de wordt afgeschreven. Investeringen met een lagere waarde worden in het jaar van aanschaf ten laste van de exploitatiebudgetten gebracht. Bestendige gedragslijn In de Nota afschrijvingsbeleid 2005 is deze ondergrens ingevoerd, waarbij de interpretatie is gevolgd dat dit geldt voor nieuwe investeringen vanaf Activa van kleine omvang tot en met 2005 zijn om die reden nog afgeschreven conform de oorspronkelijke besluitvorming. In praktijk leidt dit tot interpretatieverschillen bij zowel de interne als externe controle door de accountant. Voorgesteld wordt om de minimale ondergrens daarom ook van toepassing te verklaren op investeringen van vóór het jaar De noodzakelijke inhaalafschrijving van meerdere kleine activa die hiertoe moet worden gedaan, wordt via een begrotingswijziging aan de raad voorgelegd en toegelicht in de jaarrekening Onderhoud versus activeren Met de invoering van het BBV is het niet langer toegestaan om onderhoudskosten te activeren. De ingestelde commissie BBV die verantwoordelijk is voor een eenduidige uitvoering en toepassing van het BBV heeft hieromtrent een aantal richtlijnen ( stellige uitspraken ) uitgevaardigd in de notitie verkrijging/vervaardiging en onderhoud van kapitaalgoederen. Een belangrijke vraag is in welke gevallen sprake is van onderhoud en hoe omgegaan moet worden met de verantwoording van onderhoudskosten. Klein onderhoud Bij klein onderhoud is sprake van periodieke kosten, die nodig zijn om het object in goede staat te houden. Kosten van klein onderhoud keren in principe jaarlijks terug, en worden om die reden in het jaar van uitvoering ten laste van de exploitatie gebracht. Groot onderhoud Groot onderhoud betreft veelal maatregelen van ingrijpende aard die op een groot deel van het object worden uitgevoerd en na een langere gebruiksperiode worden verricht. Bij groot onderhoud kan gedacht worden aan het vernieuwen van de bitumenlaag van het dak van een gebouw, het 18 Investerings- en afschrijvingsbeleid 2007

19 vervangen van pompen van een rioolstelsel en het periodiek vervangen van asfaltlagen van een weg. De kosten van groot onderhoud kunnen op 2 manieren worden verwerkt: 1. Kosten in het jaar van uitvoering direct ten laste van de exploitatie brengen; 2. Kosten in het jaar van uitvoering ten laste van een vooraf gevormde voorziening brengen. Bij punt 1 is de werkwijze gelijk aan klein onderhoud. Bij punt 2 kan gekozen worden tot het instellen van een voorziening. Daarbij geldt als voorwaarde dat kosten van groot onderhoud alleen dan ten laste van een gevormde voorziening worden gebracht, indien er een recent beheerplan van het desbetreffende kapitaalgoed aanwezig is. Indien er geen (recent) beheerplan aanwezig is, kunnen de kosten van groot onderhoud wel door een (daartoe gevormde) reserve worden gedekt. In het laatste geval komen de kosten ten laste van de exploitatie, waartegenover een onttrekking plaatsvindt aan een reserve. De keuzes zijn samengevat in onderstaand overzicht: Kosten van onderhoud Klein onderhoud Groot onderhoud Kosten in jaar van uitvoering t.l.v. de exploitatie Kosten in jaar van uitvoering t.l.v. de exploitatie Kosten in jaar van uitvoering t.l.v. de onderhoudsvoorziening (mits onderbouwd door beheerplan) Egalisatieprincipe bij voorzieningen In geval van een onderhoudsvoorziening dient jaarlijks een gelijk bedrag in de begroting te worden geraamd, welke toereikend is om de toekomstige uitgaven te kunnen opvangen. Ter illustratie een simpel voorbeeld van de voorziening houten bruggen: saldo begin storting uitgaven saldo eind In dit voorbeeld wordt gedurende 4 jaar gestort ( 1 mln.), terwijl het werkelijke uitgavenpatroon jaarlijks fluctueert op basis van het onderhoudsbeheerplan. Indien echter in enig jaar blijkt dat de uitgaven hoger zijn dan het beschikbare saldo, dan dient een extra dotatie te worden gedaan, om te voorkomen dat een negatief saldo van de voorziening ontstaat. Voor de kapitaalgoederen wegen, riolering, (houten) bruggen en gebouwen zijn voorzieningen ingesteld. De volgende stap is het actualiseren van de omvang op basis van recente beheerplannen. In de actualisatie van de Nota Reserves en Voorzieningen zal hier nader op worden ingegaan. Investerings- en afschrijvingsbeleid

20 Levensduurverlengende investeringen Dit zijn investeringen die worden gepleegd ten behoeve van een bestaand actief en expliciet leiden tot een substantiële levensduurverlenging van het betreffend actief. Uitsluitend in die gevallen mag geactiveerd worden. Voorbeelden zijn: het renoveren van een gebouw, het restaureren van een kademuur, enzovoorts. Het gaat hier dus niet om (groot) onderhoud. Onderhoud is niet levensduurverlengend, maar dient om het actief gedurende zijn levensduur in goede staat te houden. Componentenbenadering De componentenbenadering houdt in dat verschillende samenstellende delen van een investering afzonderlijk worden afgeschreven op basis van het individuele waardeverloop van die delen. Te denken valt aan een liftinstallatie met een levensduur van 25 jaar, binnen een gebouw dat in 40 jaar wordt afgeschreven. Het BBV staat toe om de componentenbenadering te hanteren. In praktijk kan deze benadering vooral bij gebouwen worden toegepast, waarbij onderdelen, zoals dakbedekking e.d., wordt vervangen. Praktijksituaties Het kan in praktijk voorkomen dat niet altijd even duidelijk is aan te geven of een uitgave is aan te merken als groot onderhoud dan wel als een investering. Er is sprake van een grijs gebied waarbij maatregelen met het karakter van groot onderhoud een dusdanig effect kunnen hebben op de levensduur van een actief, waardoor activeren van deze kosten gerechtvaardigd is. In die gevallen is het noodzakelijk dat in het betreffende kredietvoorstel een goede motivatie wordt gegeven waarom de kosten worden geactiveerd. Indien hierdoor een tegenstrijdigheid ontstaat met de uitspraken van de commissie BBV, dan wordt dit met gegronde redenen in de jaarrekening vermeld in de toelichting op de balans. Samengevat geldt: - Kosten van klein onderhoud worden in het jaar van uitvoering ten laste van de exploitatie gebracht. - Kosten van groot onderhoud komen direct ten laste van de exploitatie, of ten laste van een hiervoor gevormde voorziening (op basis van een actueel beheerplan) - Levensduurverlengende investeringen worden geactiveerd en afgeschreven. - In voorkomende gevallen kan de raad kiezen voor de componentenbenadering Afschrijvingstermijnen Volgens artikel 64 van het BBV dient op activa jaarlijks te worden afgeschreven volgens een stelsel dat is afgestemd op de verwachte toekomstige gebruiksduur. Bij deze notitie is een tabel opgenomen, waarin de meest voorkomende activa zijn voorzien van een standaard afschrijvingstermijn. Deze tabel dient als basis voor de te hanteren afschrijvingstermijnen. Indien van de tabel wordt afgeweken (dat kan bijvoorbeeld het geval zijn bij investeringen van maatschappelijk nut, waarvan het wenselijk is om deze sneller af te schrijven), dan dient dit gefundeerd bij de kredietaanvraag te worden gemotiveerd. Uitgangspunt is dat de afschrijvingstermijnen zo goed als mogelijk aansluiten bij de gemiddelde technische c.q. economische levensduur van het activum. De tabel is niet uitputtend. In de gevallen waarin geen afschrijvingstermijn is opgenomen voor een bepaald activum, dient in het investeringsvoorstel aangegeven te worden waarom is gekozen voor een bepaalde termijn. Uitgangspunt is een reële termijn, waarbij de periode dusdanig wordt gekozen dat in alle redelijkheid kan worden aangenomen dat het activum na die periode niet meer van dienst kan zijn. 20 Investerings- en afschrijvingsbeleid 2007

21 Het spreekt voor zich dat de voor de verschillende activa tot en met het jaar 2006 gehanteerde afschrijvingstermijnen onveranderd van kracht blijven. De nieuw vast te stellen afschrijvingstabel zal met ingang van het begrotingsjaar 2007 in werking treden Restwaarde en inruilwaarde Restwaarde Het is bij gemeenten niet gebruikelijk om bij het bepalen van de afschrijving rekening te houden met een restwaarde aan het eind van de gebruiksduur van het actief. Ongeacht de methode wordt bij het bepalen van het afschrijvingsbedrag dus geen rekening gehouden met restwaarde. Inruilwaarde De restwaarde moet los gezien worden van de inruilwaarde. Indien een actief nog een inruilwaarde heeft als deze wordt vervangen, bijvoorbeeld bij vervoersmiddelen, dan zal de restant boekwaarde extra worden afgeschreven ten laste van de exploitatie (als lasten). De inruilwaarde die daar tegenover staat wordt als incidentele bate verantwoord. Indien het actief volledig is afgeschreven (dus geen boekwaarde meer heeft), dan mag de inruilwaarde in mindering worden gebracht op de verkrijgingsprijs van het nieuwe actief Afschrijving op gronden Grond slijt niet, en wordt om die reden dus niet afgeschreven. Dit geldt voor ondergrond van economisch nuttige investeringen. Voor (onder-)gronden in de openbare ruimte geldt dat die gezien kunnen worden als (onderdeel van) investeringen met maatschappelijk nut, die bij voorkeur niet geactiveerd zouden moeten worden. Ze mógen echter wel worden geactiveerd. Als voorbeeld kunnen de kosten van grond die samenhangen met wegen tot de totale investeringskosten van de weg worden gerekend, door de onlosmakelijke verbondenheid van weg met ondergrond. In lijn met het Hoorns beleid blijft de mogelijkheid om op investeringen met maatschappelijk nut af te schrijven. Het is daarom toegestaan om de grondcomponent als onderdeel van de betreffende investering, en tegen dezelfde afschrijvingstermijn, af te schrijven. Grondaankopen kleiner dan komen ten laste van de exploitatie. Grondexploitaties: Voor de onderhanden werken (als onderdeel van de categorie gronden en terreinen van de materiële vaste activa) op het gebied van de grondexploitatie, wordt de verkrijgingsprijs- c.q vervaardigingsprijs gevormd door de kosten van grondverwerving, bouw- en woonrijpmaken en rentebijschrijving. De opbrengsten van de grondverkopen en de ontvangen bijdragen zijn hierop in mindering gebracht Sloopkosten Indien grond van derden is verworven met het oogmerk een zich daarop bevindende oude opstal te slopen, dan zullen de sloopkosten in de koopprijs verdisconteerd zijn. In dat geval zijn de sloopkosten activeerbaar. Als het gaat om vervangende herbouw op eigen grond is dit niet vanzelfsprekend. In dat geval ligt het voor de hand om de sloopkosten als last te nemen Kunstvoorwerpen Kunstvoorwerpen met een cultuurhistorische waarde nemen een bijzondere positie in. Dergelijke kunstvoorwerpen mogen op grond van het BBV niet geactiveerd worden. Dat geldt onverkort ook indien het om goed verhandelbare stukken zou gaan. Voor kunst zonder cultuurhistorische waar- Investerings- en afschrijvingsbeleid

NOTA INVESTERINGEN, WAARDERINGEN EN AFSCHRIJVINGEN RECREATIESCHAP ROTTEMEREN

NOTA INVESTERINGEN, WAARDERINGEN EN AFSCHRIJVINGEN RECREATIESCHAP ROTTEMEREN NOTA INVESTERINGEN, WAARDERINGEN EN AFSCHRIJVINGEN RECREATIESCHAP ROTTEMEREN Opgesteld door: G.Z-H In opdracht van: Recreatieschap Rottemeren Postbus 341 3100 AH Schiedam Tel.: 010-2981010 Fax: 010-2981020

Nadere informatie

Nota Activa, investerings- en afschrijvingsbeleid 2011

Nota Activa, investerings- en afschrijvingsbeleid 2011 Nota Activa, investerings- en afschrijvingsbeleid 2011 Vastgesteld door de raad op 26 september 2011 Inhoudsopgave 1. Algemeen... 5 1.1 Inleiding... 5 1.2 Bestuurlijke samenvatting... 5 2. Wettelijk kader...

Nadere informatie

VOORSTEL DRECHTRAAD CARROUSEL MIDDELEN 5 NOVEMBER 2013 VOORSTEL DRECHTRAAD 3 DECEMBER 2013

VOORSTEL DRECHTRAAD CARROUSEL MIDDELEN 5 NOVEMBER 2013 VOORSTEL DRECHTRAAD 3 DECEMBER 2013 Bijlage M1 VOORSTEL DRECHTRAAD CARROUSEL MIDDELEN 5 NOVEMBER 2013 VOORSTEL DRECHTRAAD 3 DECEMBER 2013 Portefeuillehouder Datum Status behandeling Carrousel R.T.A. Korteland 3 oktober 2013 opiniërend Steller

Nadere informatie

Gemeente Stadskanaal: nota Waardering en afschrijving vaste activa

Gemeente Stadskanaal: nota Waardering en afschrijving vaste activa GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Stadskanaal. Nr. 182641 23 december 2016 Gemeente Stadskanaal: nota Waardering en afschrijving vaste activa 2016-2019 De raad van de gemeente Stadskanaal; gelezen

Nadere informatie

VOORSTEL DRECHTRAAD 3 DECEMBER 2013

VOORSTEL DRECHTRAAD 3 DECEMBER 2013 Bijlage 6 VOORSTEL DRECHTRAAD 3 DECEMBER 2013 Portefeuillehouder Datum R.T.A. Korteland 6 november 2013 Steller E-mail Telefoonnummer J. van Dijk Jvan.dijk@drechtsteden.nl (078) 7703954 Onderwerp Nota

Nadere informatie

Richtlijnen van de commissie BBV

Richtlijnen van de commissie BBV Richtlijnen van de commissie BBV Stellige uitspraken gelden met ingang van begrotingsjaar T+1, het jaar nadat de uitspraak is gepubliceerd. 1. Notitie Software, mei 2007 1.1 Software (als afzonderlijk

Nadere informatie

Eemsmond en nota activabeleid gemeente Eemsmond

Eemsmond en nota activabeleid gemeente Eemsmond Nummer : 11-12.2011 Onderwerp : Wijziging artikel 10, lid 2 van de Financiële verordening gemeente Eemsmond en nota activabeleid gemeente Eemsmond Korte inhoud : Actualisatie nota activabeleid gemeente

Nadere informatie

Collegevoorstel onder verantwoordelijkheid van : Onderwerp. : onderbouwing voorziening gemeentelijke accommodaties. Programma.

Collegevoorstel onder verantwoordelijkheid van : Onderwerp. : onderbouwing voorziening gemeentelijke accommodaties. Programma. Collegevoorstel onder verantwoordelijkheid van : Onderwerp Programma : onderbouwing voorziening gemeentelijke accommodaties : Financiën Voorstelnummer : 18.32 Info bij afdelingshoofd : J.W.A. van der Heijden

Nadere informatie

NOTA VASTE ACTIVA 2010

NOTA VASTE ACTIVA 2010 NOTA VASTE ACTIVA 2010 Vaste activa Doel van de nota In de financiële verordening gemeente Asten 2010 zijn de uitgangspunten van het financieel beleid vastgelegd. De bepalingen uit deze verordening vormen

Nadere informatie

Inhoudsopgave nota activabeleid 2013

Inhoudsopgave nota activabeleid 2013 NOTA ACTIVABELEID 2013 Inhoudsopgave nota activabeleid 2013 1 Inleiding 2 1.1 Wettelijk kader 3 1.2 Begripsbepaling 4 2 Activering van activa 6 2.1 Materiële vaste activa 6 2.2 Immateriële vaste activa

Nadere informatie

Nota Waardering, Activering & Afschrijving RUD NHN 2018 pagina 1 / 8

Nota Waardering, Activering & Afschrijving RUD NHN 2018 pagina 1 / 8 Nota Waardering, Activering & Afschrijving 2018 Regionale Uitvoeringsdienst NHN Te behandelen door het Dagelijks Bestuur : 15 november 2018 Vast te stellen door het Algemeen Bestuur : 12 december 2018

Nadere informatie

Nota waarderings- en afschrijvingsbeleid Gemeente Buren

Nota waarderings- en afschrijvingsbeleid Gemeente Buren Nota waarderings- en afschrijvingsbeleid 2014 2018 Gemeente Buren 20 februari 2014 1 Inhoudsopgave Hoofdstuk Bladzijde 1. Inleiding 3 2. Begrippen 4 3. Welke investeringen mogen of moeten worden geactiveerd

Nadere informatie

NOTITIE RICHTLIJNEN ACTIVEREN EN AFSCHRIJVEN VASTE ACTIVA MGR RIJK VAN NIJMEGEN

NOTITIE RICHTLIJNEN ACTIVEREN EN AFSCHRIJVEN VASTE ACTIVA MGR RIJK VAN NIJMEGEN NOTITIE RICHTLIJNEN ACTIVEREN EN AFSCHRIJVEN VASTE ACTIVA MGR RIJK VAN NIJMEGEN INLEIDING Aanleiding De financiële verordening is in de vergadering van het algemeen bestuur van de MGR Rijk van Nijmegen

Nadere informatie

NOTITIE RICHTLIJNEN ACTIVEREN EN AFSCHRIJVEN VASTE ACTIVA MGR RIJK VAN NIJMEGEN

NOTITIE RICHTLIJNEN ACTIVEREN EN AFSCHRIJVEN VASTE ACTIVA MGR RIJK VAN NIJMEGEN NOTITIE RICHTLIJNEN ACTIVEREN EN AFSCHRIJVEN VASTE ACTIVA MGR RIJK VAN NIJMEGEN INLEIDING Aanleiding De financiële verordening is in de vergadering van het algemeen bestuur van de MGR Rijk van Nijmegen

Nadere informatie

Provincie Zuid-Holland. Beleidsnota Investeringen, Waarderingen en Afschrijvingen 2017

Provincie Zuid-Holland. Beleidsnota Investeringen, Waarderingen en Afschrijvingen 2017 Provincie Zuid-Holland Beleidsnota Investeringen, Waarderingen en Afschrijvingen 2017 Inleiding Deze nota gaat in op het beleid ten aanzien van het investeren, waarderen en afschrijven van de provincie

Nadere informatie

ONDERWERP: Vaststellen notitie activerings- en afschrijvingenbeleid

ONDERWERP: Vaststellen notitie activerings- en afschrijvingenbeleid Agendapunt: 19 No. 55/'10 Dokkum, 20 april 2010 ONDERWERP: Vaststellen notitie activerings- en afschrijvingenbeleid Aan de gemeenteraad, Op grond van de financiële verordening, laatst vastgesteld op 29

Nadere informatie

NOTA WAARDERING EN AFSCHRIJVINGSBELEID VASTE ACTIVA GEMEENTE DOETINCHEM

NOTA WAARDERING EN AFSCHRIJVINGSBELEID VASTE ACTIVA GEMEENTE DOETINCHEM NOTA WAARDERING EN AFSCHRIJVINGSBELEID VASTE ACTIVA GEMEENTE DOETINCHEM augustus 2008 1 Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 1. Inleiding 3 2. Investeren 4 2.1 Materiële vaste activa 4 2.2 Immateriële vaste activa

Nadere informatie

Inhoudsopgave. Nota activabeleid 2

Inhoudsopgave. Nota activabeleid 2 Nota Activabeleid Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 1.1 Inleiding...3 1.2 Opbouw nota...3 2. Begrippen...4 2.1 Definities...4 2.3 Wijzigingen activabeleid als gevolg van gewijzigde regelgeving...5 2.1.1 Wijzigingen

Nadere informatie

Regeling waardering en afschrijving activa 2016 Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR)

Regeling waardering en afschrijving activa 2016 Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR) Regeling waardering en afschrijving activa 2016 Belastingsamenwerking Gouwe-Rijnland (BSGR) Artikel 1. Definities In deze regeling wordt verstaan onder: Activa De bezittingen van de BSGR, deze zijn ingedeeld

Nadere informatie

Notitie software Mei 2007

Notitie software Mei 2007 Notitie software Mei 2007 2 1 Inleiding 1.1 Algemeen De taak van de commissie Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (hierna: BBV) is om een eenduidige toepassing van het BBV te bevorderen.

Nadere informatie

Dordrecht. Gemeentebestuur

Dordrecht. Gemeentebestuur Gemeentebestuur Dordrecht Aan de Gemeenteraad Nr. SBC/2006/153 Datum 6 maart 2006 Onderwerp nota Waardering en afschrijving 1. Inleiding Op 9 november 2004 heeft u de nota Waardering en afschrijving vastgesteld.

Nadere informatie

Nota investerings,- waarderingsen. afschrijvingsbeleid 2013

Nota investerings,- waarderingsen. afschrijvingsbeleid 2013 Nota investerings,- waarderingsen afschrijvingsbeleid 2013 Versie november 2013 Inhoudsopgave Pagina 1. Algemeen 3 1.1 Inleiding 3 1.2 Doel van de Nota 3 1.3 Leeswijzer 3 2. Wettelijk kader 4 2.1 Algemeen

Nadere informatie

Nota Reserves en Voorzieningen

Nota Reserves en Voorzieningen Nota Reserves en Voorzieningen 1 2 Inhoud 1 Visie en wettelijke kaders 5 1.1 1.2 Visie Wettelijke kaders 2 Reserves 7 2.1 Soorten reserves 8 2.1.1 Algemene reserves 2.2 2.3 2.4 3 Voorzieningen 11 3.1 3.2

Nadere informatie

Nota Investerings- &Afschrijvingsbeleid. Gemeente Rhenen

Nota Investerings- &Afschrijvingsbeleid. Gemeente Rhenen 03/09/2015 Nota Investerings- &Afschrijvingsbeleid Gemeente Rhenen 2016-1 - - 2 - INHOUDSOPGAVE 1.1 Inleiding 5 1.2 Leeswijzer 5 2.1 Investeringen onderverdeling in activa 7 2.1.1 materiële vaste activa,

Nadere informatie

Aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Laren

Aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Laren Aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Laren 21 maart 2016 Onderwerp: Begrotingswijziging BEL 2016 (BW), agendapunt 7.5 vergadering cie. M&F Technische vragen t.b.v. de behandeling

Nadere informatie

Toelichting op de artikelen Financiële Verordening gemeente Groningen

Toelichting op de artikelen Financiële Verordening gemeente Groningen Toelichting op de artikelen Financiële Verordening gemeente Groningen Artikel 1 Definities Voor de gehanteerde begrippen in de verordening gelden de definities uit de Gemeentewet, de Wet Fido, het besluit

Nadere informatie

Provincie Zuid-Holland Beleidsnota kostprijsberekening en rentetoerekening 2017

Provincie Zuid-Holland Beleidsnota kostprijsberekening en rentetoerekening 2017 Provincie Zuid-Holland Beleidsnota kostprijsberekening en rentetoerekening 2017 1 1. Inleiding en achtergrond De Financiële verordening van de provincie Zuid-Holland schrijft voor dat Provinciale Staten

Nadere informatie

PlusTeam. Hofstraat 4 5664 HT Geldrop KvK: 61974528 Bankrekening: Financiële verordening

PlusTeam. Hofstraat 4 5664 HT Geldrop KvK: 61974528 Bankrekening: Financiële verordening Financiële verordening Het Algemeen Bestuur van gelet op artikel 17 eerste lid van de regeling openbaar lichaam en artikel 212 van de Gemeentewet; zoals luidend vanaf de inwerkingtreding van de Wet dualisering

Nadere informatie

Raadsvoorstel Stelselwijziging: activeren investeringen Maatschappelijk Nut

Raadsvoorstel Stelselwijziging: activeren investeringen Maatschappelijk Nut TER EERSTE LEZING gemeente Eindhoven Raadsnummer 15R6508 Inboeknummer 15bst01152 Beslisdatum B&W 1 september 2015 Dossiernummer 15.36.652 Raadsvoorstel Stelselwijziging: activeren investeringen Maatschappelijk

Nadere informatie

H.C. Noppen secretaris

H.C. Noppen secretaris Voorstel : Vergadering Algemeen Bestuur d.d.: 25 september 2014 Agendapunt : 5.b Vertrouwelijk : Nee Aan het Algemeen Bestuur, In artikel 5 van de Financiële Verordening Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant

Nadere informatie

Notitie Activabeleid

Notitie Activabeleid Notitie Activabeleid Gemeente Peel en Maas Vastgesteld: 28 maart 2017 1 2 1. Inleiding In artikel 7 van de Financiële verordening gemeente Peel en Maas van 20 april 2010 is vastgelegd dat we in een aparte

Nadere informatie

Nota reserves en voorzieningen

Nota reserves en voorzieningen Nota reserves en voorzieningen 2019 INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 1 1. INLEIDING... 3 1.1 Waarom een nota reserves en voorzieningen?... 3 1.2 Inhoud van de nota... 3 2 Regelgeving en definities reserves

Nadere informatie

Gemeente Breda ~Q~ ~,,~ Registratienr: [ 40523] Raadsvoorstel

Gemeente Breda ~Q~ ~,,~ Registratienr: [ 40523] Raadsvoorstel ~,,~ Raadsvoorstel Agendapuntnummer: Registratienr: [ 40523] Onderwerp Instemmen met het doonoeren van een stelselwijziging voor de verantwoording- en dekkingswijze van investeringen met maatschappelijk

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr Beleidsnotitie Activabeleid

GEMEENTEBLAD. Nr Beleidsnotitie Activabeleid GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Peel en Maas Nr. 129958 26 juli 2017 Beleidsnotitie Activabeleid Immateriële vaste activa Kosten verbonden aan het sluiten van een geldlening en het saldo

Nadere informatie

Nota investeren, waarderen en afschrijven Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant Versie 2

Nota investeren, waarderen en afschrijven Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant Versie 2 Nota investeren, waarderen en afschrijven Omgevingsdienst Zuidoost-Brabant 2019 Versie 2 Inhoud 1 Inleiding... 4 1.1 Aanleiding... 4 1.2 Doelstelling... 4 1.3 Relevante wet- en regelgeving... 4 1.4 Leeswijzer...

Nadere informatie

NOTA RENTEBELEID GEMEENTE BERGEN OP ZOOM

NOTA RENTEBELEID GEMEENTE BERGEN OP ZOOM l lllllll llll lllll llll llllll 111111111111111111111111111111111 815-023068 NOTA RENTEBELEID 2015 GEMEENTE BERGEN OP ZOOM Bergen op Zoom, oktober 2015 1. INLEIDING.""""""""""""""""""""""""""""""""""

Nadere informatie

NOTA INVESTERINGS- EN AFSCHRIJVINGSBELEID GEMEENTE

NOTA INVESTERINGS- EN AFSCHRIJVINGSBELEID GEMEENTE Bijlage bij artikel 6.3 van de Financiële Verordening NOTA INVESTERINGS- EN AFSCHRIJVINGSBELEID GEMEENTE BERGAMBACHT Afschrijvingsbeleid 1 2 Afschrijvingsbeleid INHOUDSOPGAVE 1 INLEIDING... 5 2 ALGEMEEN...

Nadere informatie

BBV en Vastgoedmanagement. Bijeenkomst Vastgoedprofessionals te s-hertogenbosch, 14 oktober 2011 H. Philippens

BBV en Vastgoedmanagement. Bijeenkomst Vastgoedprofessionals te s-hertogenbosch, 14 oktober 2011 H. Philippens BBV en Vastgoedmanagement Bijeenkomst Vastgoedprofessionals te s-hertogenbosch, 14 oktober 2011 H. Philippens Besluit Begroting en Verantwoording Gemeentewet (art 186) bepaalt dat begroting, meerjarenraming

Nadere informatie

Wijzigingen artikelsgewijs financiële verordening 212 nieuw versus huidig Bijlage 2

Wijzigingen artikelsgewijs financiële verordening 212 nieuw versus huidig Bijlage 2 Wijzigingen artikelsgewijs financiële 212 nieuw versus huidig Bijlage 2 Algemeen Bij de opstelling van de financiële, zoals deze ter besluitvorming voorligt in de raad van 14 februari 2017, is het uitgangspunt

Nadere informatie

Beleidsregels investeringen en afschrijving 2017

Beleidsregels investeringen en afschrijving 2017 Beleidsregels investeringen en afschrijving 2017 Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Medemblik; gelet op het bepaalde in artikel 9 van de Financiële verordening 2017; besluit vast

Nadere informatie

Nota Waarderen, activeren en afschrijven vaste activa

Nota Waarderen, activeren en afschrijven vaste activa Nota Waarderen, activeren en afschrijven vaste activa 1 Inhoudsopgave Inleiding en aanleiding... 3 Samenvatting belangrijkste wijzigingen... 4 1. Uiteenzetting vaste activa... 5 1.1 Materiele vaste activa...

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van de gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Eindhoven Nr. 628 6 november 2017 Beleidsregels reserves en voorzieningen 2018 1. Inleiding Binnen de

Nadere informatie

Notitie activeringsen. afschrijvingsbeleid. Gemeente Ferwerderadiel

Notitie activeringsen. afschrijvingsbeleid. Gemeente Ferwerderadiel Notitie activeringsen afschrijvingsbeleid 2010 Gemeente Ferwerderadiel Inhoudsopgave 1. Inleiding 3 2. Waardering van activa 4 Inleiding 4 Activeren investeringen 4 Waarderingsgrondslagen 4 Vaststellen

Nadere informatie

Beleidsnota activeren en afschrijven gemeente Hollands Kroon 2018

Beleidsnota activeren en afschrijven gemeente Hollands Kroon 2018 GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Hollands Kroon Nr. 514 14 augustus 1 Beleidsnota activeren en afschrijven gemeente Hollands Kroon 1 1. Inleiding 1.1. Aanleiding In de Financiële verordening

Nadere informatie

Naam en telefoon. Coen van den Hout (9300) Afdeling. Portefeuillehouder

Naam en telefoon. Coen van den Hout (9300) Afdeling. Portefeuillehouder Onderwerp Invoering nieuwe voorschriften Besluit Begroting & Verantwoording (BBV). Datum 25 mei 2016 Naam en telefoon Coen van den Hout (9300) Afdeling F&C Portefeuillehouder Frank den Brok Waarover wil

Nadere informatie

Waarderings- en afschrijvingsbeleid Gemeentelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht 2015

Waarderings- en afschrijvingsbeleid Gemeentelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht 2015 Waarderings- en afschrijvingsbeleid Gemeentelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht 2015 Het algemeen bestuur van de Gemeentelijke Gezondheidsdienst regio Utrecht gelet op artikel 10 van de Financiële verordening

Nadere informatie

ECFE/U Lbr. 16/070

ECFE/U Lbr. 16/070 Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad informatiecentrum tel. (070) 373 8393 betreft Modelverordening ex artikel 212 Gemeentewet uw kenmerk ons kenmerk ECFE/U201601248 Lbr. 16/070 bijlage(n)

Nadere informatie

FINANCIEEL PERSPECTIEF KADERNOTA

FINANCIEEL PERSPECTIEF KADERNOTA FINANCIEEL PERSPECTIEF KADERNOTA 2019-2022 BIJLAGE BIJ DE KADERNOTA 2019-2022 1 Inhoudsopgave COALITIEAKKOORD... 3 MAARTCIRCULAIRE EN MEICIRCULAIRE 2018... 4 INTERNE REKENRENTE... 4 LOON-/PRIJSBIJSTELLING...

Nadere informatie

Toelichting op de Financiële verordening gemeente Maassluis 2011

Toelichting op de Financiële verordening gemeente Maassluis 2011 Toelichting op de Financiële verordening gemeente Maassluis 2011 Toelichting Artikel 1. Definities Voor de gehanteerde begrippen in de verordening gelden de definities uit de Gemeentewet, de Wet Fido,

Nadere informatie

Notitie Afschrijvingsbeleid Reusel-De Mierden 2012

Notitie Afschrijvingsbeleid Reusel-De Mierden 2012 Notitie Afschrijvingsbeleid Reusel-De Mierden 2012 Inhoudsopgave 1. Inleiding 1 2. Huidige situatie en doel 1 3. Algemene uitgangspunten en voorschriften 2 4. Uitwerking 3 4.1 Methode van afschrijven 3

Nadere informatie

Wijzigingen nota financieel beleid 2018 tov 2013: Samenvatting. Hoofdstuk 1 Activeren, waarderen en afschrijven

Wijzigingen nota financieel beleid 2018 tov 2013: Samenvatting. Hoofdstuk 1 Activeren, waarderen en afschrijven Wijzigingen nota financieel beleid 2018 tov 2013: Samenvatting Weerstandvermogen: BBV wijziging verplichte kerngetallen toegevoegd. Hoofdstuk 1 Activeren, waarderen en afschrijven 1. Inleiding De volgende

Nadere informatie

NOTA ONDERHOUD. Maassluis, oktober 2007.

NOTA ONDERHOUD. Maassluis, oktober 2007. NOTA ONDERHOUD Maassluis, oktober 2007. Maassluis, oktober 2007 Afdeling Financiën & Control Team Advies, Beheer & Control LK/TJ 2 Nota Onderhoud 2007 Inhoud 1. Inleiding 5 2. Kader en definitie 6 2.1

Nadere informatie

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING Officiële uitgave van de gemeenschappelijke regeling Metropoolregio Eindhoven Nr. 626 6 november 2017 Financiële Verordening 2018 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsbepaling

Nadere informatie

Financiële verordening gemeente Beesel Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording

Financiële verordening gemeente Beesel Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen. Hoofdstuk 2. Begroting en verantwoording Financiële verordening gemeente Beesel 2017 De raad van de gemeente Beesel gelet op artikel 212 van de Gemeentewet; besluit vast te stellen de Financiële verordening gemeente Beesel 2017 Hoofdstuk 1. Algemene

Nadere informatie

Informatienota KENNISNEMEN VAN: Neerijnen

Informatienota KENNISNEMEN VAN: Neerijnen Datum : 16 december 2013 Van : College Bijlagen : Onderwerp : Financiën Kulturhus Haaften Zaak- / Docnummer : 06/09892 KENNISNEMEN VAN: Financiële tussenstand Kulturhus Haaften Inleiding Op 11 februari

Nadere informatie

VASTE ACTIVA

VASTE ACTIVA NOTA ACTIVERING, WAARDERING EN AFSCHRIJVING VASTE ACTIVA 2013-2016 Sluis, 27 september 2012 Inhoudsopgave 1. Algemeen 1.1 Inleiding 3 1.2 Definities 4 1.3 Recapitulatie beslispunten 6 2. Activering en

Nadere informatie

B en W - advies. Bouwen 81 Milieu. Jans Drost en Hettie Tychon. Financiën en Personeel Nummer. Ter bespreking. Ter besluitvorming

B en W - advies. Bouwen 81 Milieu. Jans Drost en Hettie Tychon. Financiën en Personeel Nummer. Ter bespreking. Ter besluitvorming B en W - advies Gemeente Elburg Afdelingshoofd Portefeuillehouder Afdeling Advies van Datum advies Advies O.R. I.o.m. afdeling(en) I.o.m. wijkcontactambtenaar M. Boukema Bouwen 81 Milieu Jans Drost en

Nadere informatie

NOTA RESERVES EN VOORZIENINGEN. Gemeente Nieuwkoop

NOTA RESERVES EN VOORZIENINGEN. Gemeente Nieuwkoop NOTA RESERVES EN VOORZIENINGEN Gemeente Nieuwkoop Afdeling Bedrijfsvoering April 2017 1 Inhoud 1. BEGRIPPEN EN KADERS... 4 ARTIKEL 1.1 RESERVES... 4 ARTIKEL 1.2 VOORZIENINGEN... 4 ARTIKEL 1.3 RENTE...

Nadere informatie

Bijlage 4. WORDT WAS Verschillen. Financiële verordening Gemeente Ridderkerk 2014 Ridderkerk 2012. Financiële verordening

Bijlage 4. WORDT WAS Verschillen. Financiële verordening Gemeente Ridderkerk 2014 Ridderkerk 2012. Financiële verordening Hoofdstuk 1 inleidende bepalingen Artikel 1. Definities art. 1 Niet meer opgenomen: - afdeling - Administratieve organisatie - Financieel beheer Deze definities hebben betrekking op de GR-BAR en zijn daarom

Nadere informatie

GEMEENTEBLAD. Nr

GEMEENTEBLAD. Nr GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Hoogeveen. Nr. 102079 2 november 2015 Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van

Nadere informatie

Notitie Rentebeleid 2007

Notitie Rentebeleid 2007 Notitie Rentebeleid 2007 Inhoudsopgave Inleiding 3 De positie van de nota rentebeleid 3 De werking van het marktconform percentage 3 Totaalfinanciering versus project- of objectfinanciering 4 Rentetoerekening

Nadere informatie

Nota activa en afschrijving Gemeente Beesel

Nota activa en afschrijving Gemeente Beesel Nota activa en afschrijving Gemeente Beesel Januari 2015 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Doelstelling 3 1.3 Wettelijk kader 3 1.4 Leeswijzer 3 2 Activeren van Vaste Activa 4 2.1 Algemeen 4 2.2

Nadere informatie

b e s l u i t : 1 Inleidende bepaling 2 Begroting en verantwoording Nr: 07-104a De raad van de gemeente Barneveld;

b e s l u i t : 1 Inleidende bepaling 2 Begroting en verantwoording Nr: 07-104a De raad van de gemeente Barneveld; Nr: 07-104a De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr. 07-104; gelet op artikel 212 van de Gemeentewet; overwegende dat de verordening op de uitgangspunten

Nadere informatie

Artikel 1. Definities

Artikel 1. Definities Verordening 212 Het algemeen bestuur van de ISD Bollenstreek besluit, gelet op artikel 212 van de Gemeentewet, vast te stellen: Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor

Nadere informatie

Financiële verordening ex. artikel 212 Gemeentewet Bedrijfsvoeringsorganisatie Reinigingsdienst Waardlanden

Financiële verordening ex. artikel 212 Gemeentewet Bedrijfsvoeringsorganisatie Reinigingsdienst Waardlanden Financiële verordening ex. artikel 212 Gemeentewet Bedrijfsvoeringsorganisatie Reinigingsdienst Waardlanden 1 Het Bestuur van de Bedrijfsvoeringsorganisatie Reinigingsdienst Waardlanden gelet op artikel

Nadere informatie

geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven.

geautoriseerde investeringskredieten en de actuele raming van de totale uitgaven weergegeven. GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Blaricum. Nr. 40785 5 april 2016 Financiële verordening BEL Combinatie Het Algemeen Bestuur van de Werkorganisatie BEL-Gemeenten, overwegende dat een gemeenschappelijke

Nadere informatie

Notitie verkrijging/vervaardiging en onderhoud van kapitaalgoederen

Notitie verkrijging/vervaardiging en onderhoud van kapitaalgoederen Notitie verkrijging/vervaardiging en onderhoud van kapitaalgoederen Mei 2007 2 Inhoudsopgave 1 Inleiding...5 1.1 Algemeen...5 1.2 Richtlijnen commissie...5 1.3 De paragraaf onderhoud kapitaalgoederen...8

Nadere informatie

Nota investeringsbeleid

Nota investeringsbeleid Nota investeringsbeleid Nota investeringsbeleid INHOUDSOPGAVE HOOFDSTUK 1: INLEIDING... 5 1.1 AANLEIDING... 5 1.2 DOELSTELLING... 5 1.3 WETTELIJK KADER... 5 1.4 INTERNE REGELGEVING... 5 1.5 BEGRIPPEN...

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Nota vaste activa 2014 2

INHOUDSOPGAVE. Nota vaste activa 2014 2 Nota Vaste Activa INHOUDSOPGAVE 1. Inleiding... 3 1.1 Aanleiding... 3 1.2 Doelstelling... 3 1.3 Wettelijk kader... 3 2. Activeren... 4 2.1 Soorten Activa... 4 2.1.1 Materiële vaste activa... 4 2.1.2 Immateriële

Nadere informatie

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 7. Doetinchem, 22 mei 2013. Bijstellen begroting rentekosten met ingang van begrotingsjaar 2014

Aan de raad AGENDAPUNT NR. 7. Doetinchem, 22 mei 2013. Bijstellen begroting rentekosten met ingang van begrotingsjaar 2014 Aan de raad AGENDAPUNT NR. 7 Bijstellen begroting rentekosten met ingang van begrotingsjaar 2014 Voorstel: 1. Met ingang van de programmabegroting 2014-2017 een bijstelling doorvoeren van de wijze van

Nadere informatie

Besluit: vast te stellen navolgende Financiële Verordening RUD Utrecht

Besluit: vast te stellen navolgende Financiële Verordening RUD Utrecht STAATSCOURANT 16 Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814 Nr. 59288 oktober 2017 Financiële Verordening RUD Utrecht Besluit van het Algemeen Bestuur van de RUD Utrecht Overwegende

Nadere informatie

Financiële verordening 2017 gemeente Gemert-Bakel. gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 juni 2017;

Financiële verordening 2017 gemeente Gemert-Bakel. gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 juni 2017; GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van de gemeente Gemert-Bakel Nr. 152657 4 september 2017 Financiële verordening 2017 gemeente Gemert-Bakel De raad van de gemeente Gemert-Bakel, gezien het voorstel van burgemeester

Nadere informatie

Onderwerp : Financiële verordening 2018

Onderwerp : Financiële verordening 2018 Raadsvoorstel *Z04F440B9E1* Aan de raad Documentnummer : INT-18-45031 Afdeling : Bedrijfsvoering Onderwerp : Financiële verordening 2018 Inleiding Door de wijzingen in het Besluit begroting en verantwoording

Nadere informatie

Begrotingswijziging. Saldo primitieve begroting (2016 is incl. onvoorzien)

Begrotingswijziging. Saldo primitieve begroting (2016 is incl. onvoorzien) Raadsvoorstel Agendanummer: Datum raadsvergadering: 30 juni 2016 Onderwerp: Begrotingswijziging Gevraagde Beslissing: Te besluiten om: 1. De wijzigingen van de budgetten te autoriseren; 2. De wijzigingen

Nadere informatie

Nota reserves en voorzieningen 2017 Eijsden-Margraten

Nota reserves en voorzieningen 2017 Eijsden-Margraten GEMEENTEBLAD Officiële uitgave van gemeente Eijsden-Margraten. Nr. 180003 20 december 2016 Nota reserves en voorzieningen 2017 Eijsden-Margraten 1 Inleiding De nota reserves en voorzieningen dient conform

Nadere informatie

Inhoud. 2 Waarderen. 1.1 Soorten activa. 4 Financiële regels grondbeleid. 1.1.2 Materiële vaste activa. 1 Activeren 1.2 1.3 1.4 1.5 2.1 2.2 2.

Inhoud. 2 Waarderen. 1.1 Soorten activa. 4 Financiële regels grondbeleid. 1.1.2 Materiële vaste activa. 1 Activeren 1.2 1.3 1.4 1.5 2.1 2.2 2. Nota Activabeleid 1 2 Inhoud 1 Activeren 5 1.1 Soorten activa 6 1.1.1 Immateriële vaste activa 6 1.1.2 Materiële vaste activa 6 1.2 1.3 1.4 1.5 2 Waarderen 9 2.1 2.2 2.3 Waarderingsgrondslag Componentenbenadering

Nadere informatie

JAARSTUKKEN 2017 BATEN EN LASTEN

JAARSTUKKEN 2017 BATEN EN LASTEN BATEN EN LASTEN Jaarrekening Begroting Jaarrekening 2017 2017 2016 Opbrengsten Lumpsum Rijk 2.361.057 2.361.058 2.230.440 DVO prv Gelderland 493.269 497.599 492.282 Lumpsum Arnhem 1.090.970 1.090.970 1.128.779

Nadere informatie

Nota afschrijvings- en activeringsbeleid. Gemeente Leeuwarderadeel

Nota afschrijvings- en activeringsbeleid. Gemeente Leeuwarderadeel Nota afschrijvings- en activeringsbeleid 2012 Gemeente Leeuwarderadeel Inhoudsopgave 1. Inleiding...3 2. Activeren...4 2.1 Definities...4 2.2. Soorten investeringen...4 2.2.1 Immateriële vaste activa...4

Nadere informatie

Financiële verordening gemeente Achtkarspelen

Financiële verordening gemeente Achtkarspelen Financiële verordening gemeente Achtkarspelen De raad van de gemeente Achtkarspelen; gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van @; gelet op artikel 212 van de gemeentewet en

Nadere informatie

Bijlage 2. Financiële verordening gemeente Asten (inclusief nota vaste activa 2010 en nota reserves en voorzieningen 2010)

Bijlage 2. Financiële verordening gemeente Asten (inclusief nota vaste activa 2010 en nota reserves en voorzieningen 2010) Bijlage 2 Financiële verordening gemeente Asten 2010 (inclusief nota vaste activa 2010 en nota reserves en voorzieningen 2010) 2 TITEL 1 BEGROTING EN VERANTWOORDING Artikel 1 Begroting 1. De raad stelt

Nadere informatie

Ad 1: De kosten voor het sluiten van geldleningen en het saldo van (dis)agio worden geactiveerd.

Ad 1: De kosten voor het sluiten van geldleningen en het saldo van (dis)agio worden geactiveerd. 3. Waarderen 3.1 Algemeen Dit hoofdstuk bevat een uiteenzetting van het begrip waarderen. Er wordt een onderverdeling gemaakt naar soorten activa. Daarna wordt de waarderingsmethode uitgelegd. Vervolgens

Nadere informatie

Nota Reserves en. Voorzieningen. Gemeente Ferwerderadiel

Nota Reserves en. Voorzieningen. Gemeente Ferwerderadiel Nota Reserves en Voorzieningen 2004 Gemeente Ferwerderadiel Inhoudsopgave Blz. 0. Inleiding 1. Doelstelling van deze nota 2. Functies reserves en voorzieningen. Onderscheid reserves en voorzieningen 4.

Nadere informatie

Nota Waarderen en afschrijven vaste activa gemeente Papendrecht 2015

Nota Waarderen en afschrijven vaste activa gemeente Papendrecht 2015 Nota Waarderen en afschrijven vaste activa gemeente Papendrecht 2015 Inhoud 1. Inleiding... 3 1.1 Aanleiding... 3 1.2 Doelstelling... 3 1.3 Wettelijk kader... 3 1.4 Leeswijzer... 3 2. Samenvatting uitgangspunten...

Nadere informatie

Regeling Financieel Beheer Belastingsamenwerking Gouwe- Rijnland

Regeling Financieel Beheer Belastingsamenwerking Gouwe- Rijnland Regeling Financieel Beheer Belastingsamenwerking Gouwe- Rijnland Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke regeling Gouwe-Rijnland (BSGR), gelet op: Artikel 212 van de Gemeentewet; Het Waterschapsbesluit;

Nadere informatie

Raadsstuk. Onderwerp: Actualisatie financiële verordening Haarlem BBV nr: 2016/593253

Raadsstuk. Onderwerp: Actualisatie financiële verordening Haarlem BBV nr: 2016/593253 Raadsstuk Onderwerp: Actualisatie financiële verordening Haarlem BBV nr: 2016/593253 1. Inleiding De gemeenteraad stelt kaders vast o.a. in de vorm van gemeentelijke verordeningen. De financiële verordening

Nadere informatie

Nota activa en afschrijving Gemeente Beesel

Nota activa en afschrijving Gemeente Beesel Nota activa en afschrijving Gemeente Beesel Oktober 2016 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Aanleiding 3 1.2 Doelstelling 3 1.3 Wettelijk kader 3 1.4 Leeswijzer 3 2 Activeren van Vaste Activa 4 2.1 Algemeen 4 2.2

Nadere informatie

Gemeente fi Bergen op Zoom

Gemeente fi Bergen op Zoom Gemeente fi Bergen op Zoom Voorlegger Onderwerp Nummer voorstel Datum voorstel Portefeuillehouder(s) Contactpersoon Afdeling Contactpersoon Email Contactpersoon Telefoon Programmanummer en -naam Nota Investeren

Nadere informatie

ACTIVERING AFSCHRIJVING

ACTIVERING AFSCHRIJVING KADERNOTA WAARDERING ACTIVERING AFSCHRIJVING 2008 Herijking Kadernota waardering, activering en afschrijving 2003 GEMEENTE ALKMAAR Bijlage 24 behorend bij Raadsbesluit dd 7 februari 2008 Inhoudsopgave

Nadere informatie

Nota Activa en afschrijving 2017

Nota Activa en afschrijving 2017 Nota Activa en afschrijving 2017 Inhoud 1 Inleiding 3 1.1 Opzet van de Nota Activa en afschrijving 3 2 Activeren van activa 4 2.1 Immateriële vaste activa (artikel 34 Bbv) 4 2.2 Materiële vaste activa

Nadere informatie

Kadernota Activeringsbeleid. Activeren, waarderen, afschrijven en financieren. C. Brugman, J. Kerssens januari

Kadernota Activeringsbeleid. Activeren, waarderen, afschrijven en financieren. C. Brugman, J. Kerssens januari Activeren, waarderen, afschrijven en financieren Auteur C. Brugman, J. Kerssens Registratienummer 14.0045376 Versie 2.0 Status concept Afdeling Financiºn, Control & Belastingen Inhoudsopgave 1 Inleiding

Nadere informatie

Hoe financieel gezond is uw gemeente?

Hoe financieel gezond is uw gemeente? Hoe financieel gezond is uw gemeente? drs. R.M.J.(Rein-Aart) van Vugt RA A.(Arie)Elsenaar RE RA 1 Hoe financieel gezond is uw gemeente? In dit artikel geven de auteurs op hoofdlijnen aan welke indicatoren

Nadere informatie

Doorkiesnummer : (0495) 57 50 00 Agendapunt: - ONDERWERP VOORSTEL COLLEGE

Doorkiesnummer : (0495) 57 50 00 Agendapunt: - ONDERWERP VOORSTEL COLLEGE Meijer, Jacco FIN S3 RAD: RAD150701 woensdag 1 juli 2015 BW: BW150526 voorstel gemeenteraad Vergadering van de gemeenteraad van 1 juli 2015 Portefeuillehouder : H.A. Litjens Behandelend ambtenaar : Jacco

Nadere informatie

November Nota Activabeleid

November Nota Activabeleid November 2017 Nota Activabeleid Inhoudsopgave 1. Visie, kaders en begrippen... 2 1.1 Visie... 3 1.2 Soorten activa... 3 1.1.1 Immateriële vaste activa... 3 1.1.2 Materiële vaste activa... 3 1.1.3 Financiële

Nadere informatie

Financiële verordening RUD Zuid-Limburg

Financiële verordening RUD Zuid-Limburg Financiële verordening RUD Zuid-Limburg 1 Inhoud Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen... 3 Artikel 1 Begrippenkader... 3 Hoofdstuk 2 Begroting en verantwoording... 4 Artikel 2 Opstellen begroting en verantwoording...

Nadere informatie

Nota waardering en afschrijving vaste activa

Nota waardering en afschrijving vaste activa Nota waardering en afschrijving vaste activa Concept Datum 30 maart 2012 Opgemaakt door afdeling Bedrijfskundige Ondersteuning Blad 2 van 6 Inhoudsopgave 1. Inleiding... 3 1.1. Algemeen... 3 1.2. Ingangsdatum...

Nadere informatie

Haarlem, 23 augustus 2011. Onderwerp: Begroting 2012. Bijlagen: ontwerpbesluit, begroting

Haarlem, 23 augustus 2011. Onderwerp: Begroting 2012. Bijlagen: ontwerpbesluit, begroting Haarlem, 23 augustus 2011 2011 77 Onderwerp: Begroting 2012 Bijlagen: ontwerpbesluit, begroting 1 Inleiding De voor u liggende begroting 2012-2015 is de eerste begroting van het nieuwe college na de verkiezingen

Nadere informatie

Raadsvoorstel agendapunt

Raadsvoorstel agendapunt Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Zaaknummer : 489473 Datum : 10 oktober 2017 Programma : Alle Blad : 1 van 6 Commissie : Bestuur Portefeuillehouder: mr. P.J.M. van Domburg

Nadere informatie

Het digitale Gemeenteblad Officiële uitgave van gemeente De Wolden

Het digitale Gemeenteblad Officiële uitgave van gemeente De Wolden Het digitale Gemeenteblad Officiële uitgave van gemeente De Wolden Nummer 2, 9 maart 2017 Nr. IV / 7 De raad van de gemeente De Wolden; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 13 maart

Nadere informatie

Financiële verordening Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant

Financiële verordening Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant gelet op: de Gemeenschappelijke Regeling Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant artikel 212 van de Gemeentewet;

Nadere informatie