ADVIES. Sociaal- Economische Raad. Profiel tweede fase voortgezet onderwijs 91/13 SER

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "ADVIES. Sociaal- Economische Raad. Profiel tweede fase voortgezet onderwijs 91/13 SER"

Transcriptie

1 Sociaal- Economische Raad ADVIES Profiel tweede fase voortgezet onderwijs 91/13 SER

2 Advies Profiel tweede fase voortgezet onderwijs Advies over de nota 'Profiel van de tweede fase voortgezet onderwijs Uitgebracht door de Commissie Onderwijszaken aan de staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen Publikatie nr juli 1991 SER Sociaal- Economische Raad

3 Sociaal-Economische Raad De Sociaal-Economische Raad (SER) is in 1960 ingesteld bij de Wet op de bedrijfsorganisatie (Wet BO). Hij is representatief samengesteld uit vertegenwoordigers van ondernemers en van werknemers en uit onafhankelijke deskundigen. De SER is op grand van de Wet BO belast met bestuurlijke en toezichthoudende taken met betrekking tot de publiekrechtelijke bedrijfsorganisaties (produktschappen en bedrijfschappen). Tot de taken van de SER behoren verder: de regering adviseren over sociale en economische vraagstukken, richting geven aan (nieuwe) ontwikkelingen in hetbedrijfsleven (bijvoorbeeld beleidsonderbouwend onderzoek, fusiecode) en uitvoering geven aan bepaalde wetten (zoals de Wet assurantiebemiddeling. de Vestigingswet bedrijven en de Wet op de ondernemingsraden). De SER wordt bij de uitvoering van zijn functies bijgestaan door vaste en tijdelijke commissies, waarvan sommige onder bepaalde voorwaarden oak zelfstandig werkzaam zijn. De belangrijkste adviezen die de SER uitbrengt. warden in boekvorm uitgegeven. Zij zijn tegen kostprijs verkrijgbaar. Een overzicht van recente publikaties wordt op aanvraag gratis toegezonden. Het maandelijkse SER-bulletin geeft uitgebreid nieuws en informatie over de SER. Dienst Bestuurszaken & Voorlichting Sociaal-Economische Raad Bezuidenhoutseweg 60 Postbus LK 's-gravenhage Telefoon: Telefax: Viditel *67806n ISBN / CIP 2

4 Inhoudsopgave Samenvatting 5 1. Inleiding 9 2. De nota 'Profiel van de tweede fase voortgezet onderwijs' De maatregelen voor de tweede fase Inleiding Doorstroomprogramma's in de eerste fase Het keuzemoment in het derde leerjaar have De doorstroomprofielen in havo en vwo De kwalificatiestructuur in het leerlingwezen en het middelbaar beroepsonderwijs Voortijdig schoolverlaten Inleiding Maatregelen om het voortijdig schoolverlaten terug te dringen De instrumenten en randvoorwaarden 29 Bijiagen: 1 Adviesaanvraag van de staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen, d.d. 8 mei Samenstelling van de Commissie Onderwijszaken 35 3 Samenvatting van de nota 'Profiel van de tweede fase voortgezet onderwijs' 37 4 Overzicht van SER-adviezen die direct of indirect betrekking hebben op de tweede fase van het voortgezet onderwijs 41

5

6 Samenvatting Inleiding Op 8 mei 1991 heeft de staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen de Sociaal-Economische Raad (SER) gevraagd advies uit te brengen over de nota 'Profiel van de tweede fase voortgezet onderwijs'. In de nota is de kabinetsreactie op het door de raad uitgebrachte Advies rendement van het onderwijs verwerkt. Over een aantal uitwerkingen van (aanbevelingen uit) dat advies wordt de reactie van de raad gevraagd. Het betreft: de doorstroomprofielen in havo en vwo, het keuzemoment in havo-3, de doorstroomprogramma's in de eerste fase en de voorstellen tot verbetering van de kwalificatiestructuur in het leerlingwezen en het mbo. Daarnaast wordt advies gevraagd over de voorstellen in de nota om het voortijdig schoolverlaten terug te dringen en over de positie van werkgevers bij het voortijdig schoolverlaten. Het dagelijks bestuur van de SER heeft de Commissie Onderwijszaken gemachtigd het advies namens de raad uit te brengen. De nota 'Profiel van de tweede fase voortgezet onderwijs' De commissie constateert dat de grote lijn in de nota aansluit bij de aanbevelingen die de raad eerder heeft gedaan in zijn Advies rendement van het onderwijs. Gewezen kan worden op de aanbeveling van de raad het havo en het vwo te profileren als voorbereiding op respectievelijk hbo en wo en de vakkenpakketten te stroomlijnen overeenkomstig de stromen in het hbo en het wo. Ook de aanbeveling van de raad om in havo-3 een evaluatiemoment (advies voortzetting havo of overstap naar het mbo) in te bouwen is in de nota terug te vinden. De in de nota voorgestelde vervanging van het vakurensysteem door het studielastsysteem vergemakkelijkt de door de raad aanbevolen didactische differentiatie. In het rendementsadvies heeft de raad, gelet op de doorstroom naar het ho en de daarmee verbonden problemen, gepleit voor een landelijk overleg tussen havo-hbo en vwo-wo. In de nota wordt een dergelijk overleg aangekondigd. In het rendementsadvies is voorts gewezen op de wenselijkheid van een leerlingvolgsysteem, versterking van het school management, nascholing van docenten en verbetering van de studie- en beroepskeuzevoorlichting. Deze ondervyerpen worden in vergelijkbare zin ook in de nota aan de orde gesteld, evenals de aanbeveling van de raad om scholen en instellingen een jaarverslag te laten publiceren. Doorstroomprogramma's in de eerste fase In de nota worden drie typen doorstroomprogramma's genoemd. Twee daarvan maken het mogelijk zonder diploma de overstap te maken van mavo en vbo naar havo en mbo. De commissie wijst op het gevaar dat een ongediplomeerde overstap

7 in latere instantie tot ongediplomeerde schooluitval kan leiden, zodat een leerling zonder 66n enkel diploma op de arbeidsmarkt verschijnt. Verder vreest de commissie dat de doorstroomprogramma's de positie van mavo en vbo zullen uithollen omdat het behalen van een diploma (dat nog niet de gewenste minimumkwalificatie van beginnend beroepsbeoefenaar opievert) niet langer nodig is. De commissie is daarom geen voorstander van deze doorstroomprogramma's; versterking van de selectie- en kwalificatiefunctie van het mavo en het vbo voor het vervolgtraject zou gestalte moeten krijgen in een systeem dat zoveel mogelijk leerlingen leidt tot het behalen van een diploma. Ook aan een doorstroomprogramma van havo-3 naar het mbo heeft de commissie geen behoefte. Keuzemoment in havo-3 De commissie onderschrijft het belang van een adviesmoment aan het eind van het derde leerjaar havo/vwo zoals dat in de nota wordt voorgesteld. Het havo/vwo krijgt dan evenals bij de afsluiting van mavo en vbo een tweede keuzemoment na het keuzemoment aan het einde (van het tweede jaar) van de basisvorming. De commissie bepleit dat aanvullend op de eigen activiteiten van het schooldecanaat en op contractbasis, een belangrijke rol kan worden ingeruimd voor de regionale dienstencentra voor studie- en beroepskeuzevoorlichting door het geven van voorlichting en ondersteuning. De commissie meent dat de door de staatssecretaris voorgestelde uitbreiding van de toelatingsregelingen tot ook het mavo ertoe leidt dat het vbo in de onterechte en ongewenste positie van restonderwijs zou worden geplaatst. Bovendien worden in toelatingsregelingen alleen cognitieve aspecten en niet de praktisch-technische vaardigheden en de belangstelling van leerlingen gemeten. De commissie beveelt aan te onderzoeken of en zo ja, op weike wijze de toelatingsregelingen zodanig kunnen worden verbeterd dat zij naast het schooladvies (mede) kunnen fungeren als steun voor ouders en leerlingen in het schoolkeuzeproces. De doorstroomprofielen in havo en vwo De commissie onderschrijft de introductie van doorstroomprofielen. Zij zou het echter betreuren als de profielen niet meer zouden worden dan een clustering van bestaande vakken, zonder inhoudelijke vernieuwing. Het is de commissie niet duidelijk in hoeverre de in de nota voorgestelde systematiek van clustering leidt tot een uitbreiding van het aantal examenvakken in het havo en het vwo naar zeven, respectievelijk acht, zoals de raad heeft aanbevolen in zijn Rendementsadvies. Een van de beleidsdoelen is het verminderen van het gebruik van 'omwegen'. De commissie meent dat omwegen niet moeten worden afgesloten of bemoeilijkt, maar dat het gebruik verminderd moet worden door verbetering van de aansluiting tussen schooltypen. De l(wa//ficatiestructuur in leerlingwezen en mbo De commissie wijst erop dat de kwalificatiestructuur voor het mbo en het leerlingwezen onderwerp is van overleg tussen de overheid en de sociale partners in meerdere gremia. In dit advies

8 gaat de commissie daarom niet in op deze aspecten. Wei wil de commissie nogmaals uitspreken dat zij positief staat tegenover het streven te komen tot 6n landelijke kwalificatiestructuur voor mbo en leerlingwezen. Gezien het relatieve succes van de mbo-instroom in het hbo ten opzichte van de havo-instroom stelt de commissie zich op het standpunt dat het mbo naast een opieiding gericht op toetreding tot de arbeidsmarkt ook nadrukkelijk een opieiding dient te blijven die toegang geeft tot het hbo. Voortijdig schoolverlaten Als doel van het beleid noemt de nota "alia jongeren een beroepskwalificatie te laten halen door het voortijdig schoolverlaten te voorkomen en de uitvallers op te vangen en zoveel mogelijk terug te leiden naar het onderwijs". In de nota wordt een voortijdig schoolverlater gedefinieerd als iemand die geen startkwalificatie op ten minste het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar (primair leerlingwezen of korte mbo-opleiding) heeft behaald. De commissie wijst er daarbij op dat tussen de verschillende groepen die hierin kunnen worden onderscheiden wel verschillen in beleidsprioriteit kunnen worden gesteld. De nota stelt volgens de commissie terecht dat de harde kern van de problematiek wordt gevormd door de categorie leerlingen die zonder diploma Ibo of mavo het onderwijs verlaat en dat binnen deze categorie culturele minderheden en meisjes het meest kwetsbaar zijn. Overigens mist de commissie in de nota een meer uitgewerkte probleemanalyse aangaande het voortijdig schoolverlaten. Deze analyse zou ook in een breder perspectief dienen te worden geplaatst; een vergelijkend onderzoek naar de schooluitval in relevante EG-landen is gewenst. De commissie is het met de nota eens dat, ondanks het feit dat een deel van het voortijdig schoolverlaten niet (op korte termijn) voorkomen kan worden, het zowel maatschappelijk als voor de individuele uitvaller van belang is dat er een beleid wordt ontwikkeld om voortijdige uitval zoveel mogelijk te beperken en de mogelijkheden om weer te gaan deelnemen aan het onderwijs te vergroten. Voor de school ligt er een specifieke verantwoordelijkheid om als eerste aangrijpingspunt dreigende schooluitval te signaleren. Het beleid zou volgens de commissie in gang gezet moeten worden met behulp van en door samenwerking tussen scholen, gemeenten, sociale partners en bedrijven. Ook de rdc's en de rba's kunnen hierbij een nuttige functie vervullen. Maatregelen om voortijdig schoolverlaten terug te dringen De commissie benadrukt het grote belang van een goede en vooral ook tijdige voorlichting over studie en beroep om een goede schoolkeuze van de leerling en zijn ouders te bevorderen. De commissie acht voorts een versterking van de autonomie van scholen als bijdrage tot terugdringing van het voortijdig schoolverlaten niet voldoende; ook andere instrumenten als nascholing van docenten en systematische aandacht van het schoolmanagement voor dit aspect zijn vereist. De commissie meent dat het voorgestelde jaarverslag goede diensten kan bewijzen. De scholen zouden hierin moeten aangeven hoe zij de gegeven ruimte en middelen hebben gebruikt om het voortijdig schoolverlaten terug te dringen.

9 Onder erkenning van hat belang van het opdoen van praktische vaardigheden en de bestaande mogelijkheden daartoe, wijst de commissie een, in de nota geopperde, leerweg met een combinatie van leren en werken voor nog volledig leerplichtige leerlingen af. IVlet betrekking tot de verantwoordelijkheid van werkgevers bij het voortijdig schoolverlaten waarover de adviesaanvraag een nader oordeel van de raad vraagt, wil de commissie duidelijk stellen dat de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor het voortijdig schoolverlaten bij de individuals scholier en zijn ouders/verzorgars ligt. De invloed van de arbeidsmarkt c.q. werkgevers op het voortijdig schoolverlaten zai doorgaans bascheiden zijn. Het voortijdig schoolverlaten is een complexe problematiek an een bijdrage tot aan opiossing daarvan dient dan ook door alle betrokken partijan ta wordan galeverd. Een bijdrage aan het verminderen van het verschijnsel kan worden geleverd door: de overheid (door middel van voorlichting wijzen op de slechte arbaidsmarktperspectiavan van ongediplomeerden), de scholen (contact opnemen met laerling en begeleiding bieden) en door de werkgevers- en werknemersorganisaties (benadrukken van de onwensalijkheid van het voortijdig schoolverlaten). De stallingname in de adviesaanvraag dat werkgevers niet zonder meer ongediplomeerden in dianst zouden moeten nemen acht de commissie te onganuanceerd. Behoafte aan functies waarvoor geen of weinig scholing is varaist zai er altijd bestaan. Bovendien beschouwen sociala partners het als hun gezamenlijke verantwoordelijkheid om deze problematiek aan te pakkan, zoals aangegeven in het Gemeenschappelijk Beleidskadar en onder maar tot uiting komend in recant afgesloten cao's. De instrumenten en randvoorwaarden De aansluitingsprobleman tussen het voortgezet onderwijs en het hoger onderwijs kunnen niet alleen door havo an vwo worden opgelost. Ook hogescholan an universiteiten dienan da doorstroom van havo naar hbo an van vwo naar wo te vergemakkelijken. De commissie waarschuwt voor de (te) zware belasting van de scholen als (delen van) het tweeda-fasebelaid tegelijkartijd met da basisvorming wordt ingevoerd. De commissie denkt dat het voorgestane belaid slachts aan deal van da problemen in de tweede fase zai kunnen oplossen. Dit omdat de voorgestelde maatregelen meestal slechts op indirecte wijze aangrijpen op de belangrijksta oorzakan van de problemen: de keuze van leerlingen en het gedrag van scholen. De voor- en nadelen van directe maatregelen zijn echter nog niet voldoende in beeld gebracht; daarom wil de commissie nog geen uitspraak doen over de bruikbaarheid en de wenselijkheid van die maatregelen. Wei wil zij nogmaals het belang benadrukken van studie- en beroepskeuzevoorlichting en het verbeteren van het imago van bepaalde onderwijstypen en beroepen. De commissie is ten slotte van mening dat niet op voorhand gasteld kan worden dat het beleid voor de tweede fase van hat voortgezet onderwijs zoals baoogd met deze nota al dan niet budgettair neutraal kan worden gerealisaard. Omdat de te varwachten maatschappelijke baten ten gavolge van de voorgestelde maatregelen op een breed terrein merkbaar zullen zijn, acht de commissie het aan zaak van het gehele kabinet om te bezien op welka wijze de kosten van die maatregelen kunnen worden opgebracht. 8

10 1. Inleiding Op 8 mei 1991 heeft de staatssecretaris van Onderwijs en Wetenschappen de Sociaal-Economische Raad (SER) gevraagd advies uit te brengen over de nota 'Profiel van de tweede fase voortgezet onderwijs' 1). In de adviesaanvraag deelt de staatssecretaris mee dat in de nota de reactie is verwerkt op het Advies rendement van het onderwijs, dat de raad in mei 1990 heeft uitgebracht 2). Met name over een aantal uitwerkingen van (aanbevelingen uit) dit advies wordt de reactie van de raad gevraagd. Het betreft: de doorstroomprofielen in havo en vwo, het keuzemoment in het derde leerjaar havo, de doorstroomprogramma's in de eerste fase en de voorstellen tot verbetering van de kwalificatiestructuur in het leerlingwezen en het mbo. Daarnaast wordt advies gevraagd over de voorstellen die in de nota worden gedaan om voortijdig schoolverlaten te voorkomen. De adviesaanvraag meldt in dit verband dat de staatssecretaris van mening is dat ook werkgevers een verantwoordelijkheid dragen bij het voorkomen van voortijdig schoolverlaten zonder minimale startkwalificatie en dat zij derhalve geen ongediplomeerden zouden moeten aantrekken ais werknemer, althans niet zonder afspraken omtrent verdere scholingsmogelijkheden. Een aanvullende vraag is hoe werkgevers het belang van een diploma (op het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar) in het onderwijs kunnen ondersteunen. Gevraagd wordt het advies voor 15 juli 1991 uit te brengen. 1) De adviesaanvraag is opgenomen ais bijiage 1. Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, Nota Profiel van de tweede fase voortgezet onderwija Zoetermeer, De samenvatting van deze nota is opgenomen ais bijiage 3. 2) SER, Advies rendement van het onderwija publikatienr. 90/08, 's-gravenhage, ) De samenstelling van de Commissie Onderwijszaken wordt vermeld in bijiage 2. Het advies is ais volgt opgezet. In hoofdstuk 2 wordt de nota onder meer bezien ais de reactie van de bewindslieden op het Advies rendement van het onderwijs. In het derde hoofdstuk wordt de adviesvraag over de maatregelen voor de tweede fase -de doorstroomprofielen, het keuzemoment in havo-3, de doorstroomprogramma's en de kwalificatiestructuur- behandeld. Het vierde hoofdstuk bevat de reactie van de commissie op de voorstellen om het voortijdig schoolverlaten te voorkomen. In hoofdstuk 5 ten slotte plaatst de commissie een aantal opmerkingen bij de instrumenten en de randvoorwaarden van het voorgenomen beleid. Het advies gaat hoofdzakelijk in op het avo. De reden daarvoor is dat de raad de laatste jaren meerdere malen geadviseerd heeft over het mbo. Bovendien zijn sociale partners in ander verband reeds met de overheid in gesprek over het mbo en het leerlingwezen, dit naar aanleiding van het rapport van de commissie-rauwenhoff. In zijn vergadering van 24 mei 1991 heeft het dagelijks bestuur van de Sociaal-Economische Raad de Commissie Onderwijszaken 3) gemachtigd het advies namens de raad uit te brengen. De Commissie Onderwijszaken heeft het advies vastgesteld in haar vergadering van 11 juli 1991.

11 10

12 2. De nota 'Profiel van de tweede fase voortgezet onderwijs' Met betrekking tot het voortgezet onderwijs is recent wetgeving tot stand gebracht over het middelbaar beroepsonderwijs. Wetgeving is in voorbereiding voor de basisvorming -de eerste fase van het voortgezet onderwijs-, het hoger onderwijs, het cursorisch beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie. De nota 'Profiel van de tweede fase voortgezet onderwijs' vult de leemte die in het genoemde wetgevingsproces bestaat bij de tweede fase van het voortgezet onderwijs. De nota geeft een beknopte opsomming van de knelpunten die -door velen- worden gesignaleerd in de tweede fase van het voortgezet onderwijs. De knelpunten betreffen vooral: de aansluiting tussen de eerste en de tweede fase, tussen havo/vwo en het hoger onderwijs, de aansluiting tussen het beroepsonderwijs en de arbeidsmarkt, het grote aantal leerlingen dat het onderwijs voortijdig (zonder beroepskwalificatie) verlaat, de ondoelmatige leerwegen en de ongelijke participatie aan het onderwijs door verschillende maatschappelijke groeperingen. In de nota is "gestreefd naar een zo concreet mogelijke aanpak, die zoveel mogelijk aansluit bij reeds in gang gazette ontwikkelingen in het onderwijs". Daarbij wordt zoveel mogelijk voortgebouwd op de vele notities, nota's en discussies over de tweede fase van het voortgezet onderwijs. De nota schetst nadrukkelijk geen nieuwe structuur. Gesteld wordt dat veel problemen vragen om een directe aanpak, waaraan een lange discussie over een stelselwijziging niet bijdraagt. Het beleid dat in de nota wordt voorgesteld, moet leiden tot een betere voorbereiding van jongeren op het hoger onderwijs of de arbeidsmarkt. Daarbij staat voorop dat "de kwalitatieve en kwantitatieve deelname aan het onderwijs in de tweede fase moet worden verbeterd, waarbij scholen meer ruimte krijgen om deze maatregelen uit te voeren en de overheid vooral de taak heeft de kwaliteit van het onderwijs te bewaken". Bij het onderwijs is het streven erop gericht alle jongeren naar een kwalificatie te brengen, ten minste op het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar. De nota bevat vier hoofdpunten. De eerste daarvan betreft profilering in de tweede fase van het voortgezet onderwijs. Er worden twee hoofdwegen onderscheiden. Het havo en het vwo vormen daarbij de weg die voorbereidt op het hoger onderwijs (respectievelijk het hbo en het wo), terwiji voorbereiding op de arbeidsmarkt gebeurt via de weg van het beroepsonderwijs (mbo en leerlingwezen). In het havo en het vwo zullen vier doorstroomprofielen worden ontwikkeld die zijn afgestemd op clusters van opieidingen en studierichtingen in het hbo en het wo (zie hierna paragraaf 3.4). In het beroepsonderwijs wordt een heldere kwalificatiestructuur voor de onderscheiden leerwegen ontwikkeld (zie paragraaf 3.5). Het tweede hoofdpunt omvat de verbetering van de determinatie 11

13 en aansluiting van de eerste op de tweede fase. Daartoe wordt onder andere een studieadvies aan het einde van het derde leerjaar havo/vwo geintroduceerd (voortzetting havo/vwo of overstap near het mbo, zie paragraaf 3.3). Verder worden aanpassingen van de huidige eindexamenprogramma's voor mavo en Ibo voorgesteld en een aantal doorstroomprogramma's voor mavo, Ibo en havo-3 (zie paragraaf 3.2). De derde hoofdiijn is het voorkomen van voortijdig schoolverlaten. De hiervoor aangekondigde maatregelen en instrumenten betreffen: het bevorderen van meer variatie in het aanbod van typen opleidingen (onder andere combinaties van leren en werken), een betere determinatie van leerlingen, een verbetering van de controle van de leerplicht en leerresultaten, samenwerking met partijen buiten het onderwijs en de inzet van de ervaringen van het vormingswerk (zie hoofdstuk 4). De vierde hoofdiijn ten slotte houdt in dat er meer ruimte voor scholen komt. De handelingsvrijheid van scholen zai worden vergroot door verandering van zowel de wijze van bekostiging als de inrichtingsvoorschriften. Verder zullen voor havo en vwo de vakken omschreven worden in studielast in plaats van in lessen. Het nascholingsbudget zai gefaseerd aan de scholen zelf toevallen. Bovendien zai het tijdelijk worden verhoogd. Ook de middelen voor bepaalde doelgroepen worden de scholen meer in handen gegeven. Naast het mbo zai ook voor het Ibo, mavo, havo en vwo een jaarverslag verplicht worden. Er zai onderzoek worden verricht naar de mogelijkheden (en beperkingen) van bekostigingsprikkels. De voorstellen voor de tweede fase zullen, zo meldt de nota, budgettair neutraal moeten worden gerealiseerd. De SER heeft in het recente verleden verschillende adviezen uitgebracht die direct of indirect betrekking hebben op de tweede fase van het voortgezet onderwijs 1). In dit verband kan bijvoorbeeld gewezen worden op het Advies tweede fase vervolgonderwijs dat de raad in 1983 heeft uitgebracht. Opmerkelijk is dat in de nota 'De tweede fase vervolgonderwijs' (d.d. 2 September 1982) een opsomming van knelpunten met betrekking tot de tweede fase voorkomt, die vrijwel identiek is met die in de nu voorliggende nota. Meer recent heeft de raad het Advies rendement van het onderwijs uitgebracht (SER, publikatienr. 90/08). In dit advies is een belangrijke plaats ingeruimd voor de tweede fase van het voortgezet onderwijs. De huidige nota bevat, zoals de adviesaanvraag stelt, de reactie van de bewindslieden op dit advies. Geconstateerd kan worden dat de grote lijn in de nota 'Profiel van de tweede fase voortgezet onderwijs' aansluit bij aanbevelingen die de raad heeft gedaan in dat advies. In dit verband kan bijvoorbeeld gewezen worden op de aanbeveling van de raad het havo en het vwo te profileren als voorbereiding op respectievelijk het hbo en het wo en de vakkenpakketten te stroomlijnen overeenkomstig de stromen in het hbo en het wo. Ook de aanbeveling van de raad om in havo-3 een evaluatiemoment (advies voortzetting havo of overstap naar het mbo) in te bouwen is in de nota terug te vinden. De in de nota voorgestelde vervanging van het vakurensysteem door het studielastsysteem vergemakkelijkt de door de raad aanbevolen didactische differentiatie. In het rendementsadvies heeft de raad, gelet op de doorstroom van havo/vwo naar hbo/wo en de daarmee verbonden problemen, gepleit voor een landelijk overleg ;; Een overzicht van deze adviezen wordt tussen havo-hbo en vwo-wo. In de nota wordt een dergelijk overleg gegeven in bijiage 4. aangekondigd. In het rendementsadvies is voorts gewezen op de 12

14 wenselijkheid van een leerlingvolgsysteem, versterking van het school management, nascholing van docenten en verbetering van de studie- en beroepskeuzevoorlichting. Deze zaken worden in vergelijkbare zin ook in de nota aan de orde gesteld. Ten slotte kan gewezen worden op de aanbeveling van de raad om scholen en instellingen een jaarverslag te laten publiceren. Wat het in de nota gesignaleerde knelpunt van de ongelijke participatie aan het onderwijs door verschillende maatschappelijke groeperingen betreft, merkt de commissie op dat de geringere deelname aan allerlei vormen van voortgezet onderwijs door leden van etnische groepen en door kinderen uit migrantengezinnen een probleem is dat dringend om een opiossing vraagt. Dat geldt tevens voor de deelname van kinderen uit gezinnen met een laag opleidingsniveau en voor de ongelijke deelname van meisjes aan de verschillende opieidingen. Het voortgezet onderwijs dient er volgens de commissie bovendien op voorbereid te zijn dat het aantal kinderen uit migrantengezinnen de komende jaren sterk zai toenemen. Veel aspecten uit de nota komen overeen met de, eerder kenbaar gemaakte, opvattingen van de raad. Over andere aspecten heeft de commissie echter, geheel of gedeeltelijk, afwijkende opvattingen. In het vervolg van dit advies zai de nadruk worden gelegd op dit verschil in opvattingen. 13

15 14

16 3. De maatregelen voor de tweede fase 1) Commissie Onderwijszalien, Advies inzake basisvorming en voorbereidend beroepsonderwija SER, 's-gravenhage, 15 juni ) Overigens heeft het CNV in het bedoeide raadsadvies door de overheid vast te stellen kerndoelen afgewezen. 3.1 Inleiding In de adviesaanvraag wordt de raad gevraagd een reactie te geven op een viertal voorstellen die betrekking hebben op de aansluiting tussen de eerste en de tweede fase en op de inrichting van de tweede fase. Deze voorstellen betreffen: - de doorstroomprogramma's in de eerste fase; - het keuzemoment in het derde leerjaar havo; - de doorstroomprofielen in het havo en het vwo; - de kwalificatiestructuur in het leerlingwezen en het mbo. In de volgende paragrafen zai de commissie haar oordeel geven over deze voorstellen, waarbij uitgebreid aandacht gegeven zai worden aan de overgang van de eerste naar de tweede fase van het voortgezet onderwijs. Het proces van wetgeving met betrekking tot de invoering basisvorming is bijna afgerond. De Tweede Kamer heeft op 27 juni jl. het wetsvoorstel aangenomen. In dit stadium valt over de implementatie van intenties nog niet veel te zeggen. Voorts is nog niet volledig duidelijk (onder meer het aanspitsen van kerndoelen en de soort van afronding) op weike eerste fase de tweede fase moet aansluiten. Met betrekking tot de basisvorming wil de commissie herinneren aan haar Advies Inzake basisvorming en voorbereidend beroepsonderwijs 1), waarin zij reageert op gewijzigde voorstellen voor de basisvorming. In dat advies stemt de commissie in met de keuze van het kabinet om basisvorming op e^n niveau aan te bieden, waarbij dit niveau het fundament vormt voor alle leerlingen en tempodifferentiatie mogelijk is. In de huidige voorstellen is sprake van globaal geformuleerde kerndoelen. De scholen kunnen zelf bepalen wanneer en in weike volgorde zij de leerlingen toetsen afnemen; er is daarbij geen sprake van een voor alle scholen verplichte centrale toets. In het eerder genoemde advies is de commissie ervan uitgegaan, met het oog op kwaliteitsbewaking, dat de verplichting om de door de overheid aangereikte toetsen te gebruiken gehandhaafd zou blijven. Het hanteren van door de centrale overheid vastgestelde toetsen achtte de commissie een minimale voorwaarde 2). Het geheel van toetsresultaten vormt voor de leerling het -zoals het in het huidige wetsvoorstel wordt genoemd- getuigschrift basisvorming; dit getuigschrift heeft echter geen doorstromingsbepalende werking naar het vervolgonderwijs. De leerlingen kunnen de eerste fase van het voortgezet onderwijs afsluiten door het behalen van een mavo-, Ibo- (vbo-) of mavo/vbo-diploma dan wel het afronden van het derde leerjaar van het havo of het vwo. Volgens de commissie is het voor de tweede fase van het voortgezet onderwijs van groot belang dat in de periode van de basisvorming zorgvuldige selectie en doorverwijzing van leerlingen plaatsheeft. 15

17 De totstandkoming van brede scholengemeenschappen biedt hiertoe optimale mogelijkheden, zoals de raad al in eerdere adviezen heeft gesteld. De raad vindt de vorming van brede scholengemeenschappen gewenst: - omdat daardoor het aanbod van een gemeenschappelijke basisvorming beter mogelijk wordt gemaakt; - omdat daardoor tegelijkertijd de mogelijkheid ontstaat van een gedifferentieerd onderwijsaanbod, afgestemd op een gedifferentieerde leerlingenpopulatie; - omdat daardoor in het onderwijsaanbod van een school een adequate aansluiting op de onderscheiden vervolgtrajecten in het onderwijs kan worden gerealiseerd; - omdat daardoor voorkomen kan worden dat kennis en ervaring die in het Ibo is opgebouwd verloren zou gaan voor de eerste fase voortgezet onderwijs 1). Omdat nog niet duidelijk is in hoeverre een gemeenschappelijke basisvorming c.q. vorming van brede scholengemeenschappen ook werkelijk gerealiseerd kan worden, voorziet de commissie een situatie waarin de maatregelen in de tweede fase voortgezet onderwijs vooral bepaald en ingevuld worden door het vervolgonderwijs. De commissie vindt dat nadrukkelijk ook de eerste fase hierbij betrokken dient te worden. 3.2 Doorstroonfiprogramma's in de eerste fase 1) Commissie Onderwijsiaken, Advies inzake basisvorming en voorbereidend beroepsonderwijs SER. 's-gravenhage, 15/uni J 990. p. 7. In de note Profiel van de tweede fase voortgezet onderwijs' worden drie typen doorstroomprogramma's genoemd voor de overgang van de eerste naar de tweede fase. Een eerste doorstroomprogramma betreft de overgang van havo- 3 naar het mbo. Volgens de nota zullen scholen voor havo (c.q. scholengemeenschappen met havo) in de gelegenheid worden gesteld een doorstroomprogramma aan te bieden dat voorbereidt op het traject in het beroepsonderwijs en een reele orientatie biedt op een keuze voor een bepaalde beroepssector. Het doorstroomprogramma mag maximaal 6en jaar duren, in welk jaar een niveau moet worden bereikt dat overeenkomt met havo-3. Afronding van het programme geeft recht op instroom in lange opieidingen van het mbo. De twee andere doorstroomprogramma's, die een of twee jaar kunnen duren binnen de vier jaar van de eerste fase, hebben betrekking op de overgang van het mavo en het vbo naar het havo en het mbo. E6n type doorstroomprogramma dient ter voorbereiding van een vervolgopleiding in het beroepsonderwijs of in het havo, zonder dat aandacht hoeft te worden gegeven aan (voorbereiding voor) een diploma. De doorstroomprogramma's zijn gelijkwaardig aan het mavo- of het vbo-diploma. Het tweede type doorstroomprogramma dient ter voorbereiding op de korte mbo-opleidingen of het primair leerlingwezen. De programma's zijn bestemd voor leerlingen die het vbo op het A- of B-niveau afsluiten en voor mavo-leerlingen die niet in staat zijn na het bereiken van de kerndoelen (van de basisvorming) de eerste fase af te sluiten met een diploma. Voor de doorstroomprogramma's zullen landelijke criteria worden ontwikkeld. 16

18 Met betrekking tot de eerste fase van het voortgezet onderwijs is de commissie van mening dat deze fase een selectiefunctie heeft voor de tweede-faseopleidingen en tevens dient voor orientatie op de tweede fase. Een van de beleidsdoelen die in de nota worden benadrukt, is het terugdringen van het ongediplomeerd schoolverlaten. Zowel het havo als het mbo kennen een vrij grote ongediplomeerde uitval uit het voltijdonderwijs. De commissie wijst erop dat voor diegenen die ongediplomeerd de overstap naar deze schooltypen hebben gemaakt, er een extra risico ontstaat; wanneer zij immers vervolgens zouden vallen in die vrij grote categorie leerlingen die zonder diploma het havo of het mbo verlaten, zouden zij zonder enig diploma tot de arbeidsmarkt toetreden, hetgeen de commissie een ongewenste situatie vindt. Voorts levert de afronding van het mavo en het vbo niet de, voor een ieder gewenste, kwalificatie op het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar op. Om deze kwalificatie te bereiken is in ieder geval een voortzetting van de opieiding in het kort mbo of het primair leerlingwezen nodig. In principe zou eike leerling de overstap naar de tweede fase kunnen maken via een doorstroomprogramma, zodat het behalen van een mavo- of vbo-diploma niet langer nodig zou zijn. De commissie meent dat in dat geval de introductie van doorstroomprogramma's de positie van het mavo en het vbo zai uithollen en dat de doorstroomprogramma's de in de nota bepleite profilering van het mavo en het vbo onmogelijk zullen maken. De commissie is van mening dat doorstroomprogramma's onvoldoende recht doen aan de behoefte aan een duidelijke kwalificatie van de leerlingen binnen de eerste fase. Wat de doorstroom van het vbo naar de tweede fase betreft, het mbo c.q. het leerlingwezen, meent de commissie dat de zestien afdelingen van het vbo voldoende differentiatie bieden naar interesse en mogelijkheden van de leerlingen, zeker alsdaarbij rekening wordt gehouden met de mogelijkheid het vbo op verschillende niveaus af te ronden 1). Met betrekking tot de aansluiting van het mavo op de tweede fase -havo, mbo, leerlingwezen- wil de commissie in overweging geven doorstroomprofielen te introduceren die enerzijds aansluiten bij de voor het havo te ontwikkelen doorstroomprofielen (zie hierna in paragraaf 3.4) en anderzijds bij de sectorindeling in het mbo. Samenvattend is de commissie geen voorstander van doorstroomprogramma's die het mogelijk maken ongediplomeerd over te stappen van mavo en vbo naar havo en mbo. Versterking van de selectiefunctie van het mavo en het vbo voor het vervolgtraject moet volgens de commissie gestalte krijgen in een systeem dat zoveel mogelijk leerlingen leidt tot het behalen van een diploma. Voor de groep leerlingen die niet in staat zijn de eerste fase af te ronden met een mavo- of vbo-diploma, staat de commissie individualisering van de leerweg voor en een afsluiting door middel van deelcertificaten binnen de vbo-afdelingen. 1) De mogelijkheid dat het vbo-diploma c.q. onderdelen daarvan vrijstelling geeft in het vervolgonderwijs, dient gehandhaafd te blijven. De functie en de plaats van het doorstroomprogramma havo-mbo worden volgens de commissie in de nota niet duidelijk toegelicht. De omschrijving lijkt erop te duiden dat het doorstroomprogramma gezien kan worden als een derde leerjaar van het havo dat sterk is gericht op het mbo. In deze zin kan het gezien worden als een opieiding die een mix inhoudt tussen havo, mavo en vbo. Het eindniveau van het programma dient echter gelijk te zijn aan havo-3. 17

19 De nota spreekt zich echter ook uit voor het maken van een expliciete keus tussen havo/vwo en mbo aan het einde van het derde leerjaar van de havo. Gelet op deze opzet meent de commissie dat er geen behoefte bestaat aan dit doorstroomprogramma. 3.3 Het keuzemoment in het derde leerjaar havo Het voortgezet onderwijs in het havo/vwo kent geen cesuur tussen de eerste en de tweede fase. De leerlingen behoeven daardoor niet expliciet een keuze te maken na de afronding van de eerste fase -als zodanig geldt de afronding van het derde leerjaar havo en vwo- tussen voortzetting van de havo/vwo-opleiding of voortzetting van de opieiding in het beroepsonderwijs. In dit verband wordt in de nota voorgesteld dat havo/vwo-scholen voor leerlingen aan het eind van het derde leerjaar een studieadvies inbouwen ten behoeve van een afgewogen keuze tussen voortzetting van het havo/vwo-traject of een mogelijke overstap naar het beroepsonderwijs. Expliciet wordt vermeld dat het adviesmoment niet het karakter krijgt van een toelatingsregeling voor het tweede fase deel van havo en vwo. Vooraleer in te gaan op het adviesmoment wil de commissie allereerst wijzen op het belang van structured en continue aandacht voor studie- en beroepenorientatie. In haar jongste advies over basisvorming heeft de commissie in dit verband de verplichte invoering van studie- en beroepskeuze (als een activiteit) bepleit, waarvoor kerndoelen geformuleerd moeten worden. In zijn rendementsadvies heeft de raad een evaluatiemoment voorgesteld aan het eind van havo-3. Doel daarvan was het terugdringen van de leerweg (afgerond) havo-mbo-hbo. Een evaluatie in havo-3 zou de leerlingen die daar geschikt voor zijn, kunnen wijzen op de leerweg havo-3-mbo. De commissie onderschrijft het belang van het adviesmoment aan het eind van het derde leerjaar van het havo. Ook voor het vwo vindt de commissie een adviesmoment van belang; of dat moment ook voor het vwo in het derde leerjaar zou moeten plaatsvinden, dan wel een jaar later wil de commissie in het midden laten. Het havo en het vwo krijgen dan, evenals bij de afsluiting van het mavo en het vbo, een tweede keuzemoment na het keuzemoment aan het einde (van het tweede jaar) van de basisvorming. De nota legt de verantwoordelijkheid voor het adviesmoment bij de school. Deze advisering dient zo objectief mogelijk te zijn en zich niet te beperken tot de mogelijkheden van de eigen school. De commissie bepleit dat aanvullend op de eigen activiteiten van het schooldecanaat en op contractbasis een belangrijke rol ken worden ingeruimd voor de regionale dienstencentra voor studieen beroepskeuzevoorlichting door het geven van voorlichting en ondersteuning. Om de determinatie te verbeteren wordt in de nota voorgesteld de toelatingsregeling die bestaat voor havo en vwo tijdelijk uit te breiden naar in ieder geval het mavo. De nota stelt dat deze regeling is bedoeld "om leerlingen toch op het goede spoor te kunnen zetten, tot het moment waarop de determinatie in de eerste fase van het voortgezet onderwijs reeel vorm kan krijgen binnen brede scholengemeenschappen of samenwerkingsverbanden". 18

20 Wat deze voorgenomen tijdelijke uitbreiding van de toelatingsregeling betreft tot in elk geval ook het mavo wil de commissie de problematiek van de toelatingsregelingen meer in het algemeen aan de orde stellen. In de eerste plaats is de commissie er voorstander van de definitieve keuze van leerlingen aangaande hun (verdere) studie- en beroepenorientatie later te doen plaatsvinden. In het kader van de basisvorming en het ontstaan van brede schoolgemeenschappen zou dat ook mogelijk zijn. In de tweede plaats herinnert de commissie aan het door de raad uitgebrachte rendementsadvies, waarin gesteld is dat het huidige proces van schoolkeuze zorgelijk is en verbetering behoeft. Het gaat hier onder meer om het feit dat alleen de cognitieve aspecten en niet de praktisch-technische vaardigheden en de belangstelling van leerlingen worden gemeten. In de derde plaats vindt de commissie dat er sprake zou zijn van discriminatie wanneer, zoals het geval zou zijn als het voornemen van de staatssecretaris gerealiseerd wordt, voor het vbo als enige schooltype geen toelatingsregeling zou gelden. Het vbo zou dan als restonderwijs kunnen worden gezien. De commissie vindt die uitzonderingspositie niet aanvaardbaar, maar is er juist voorstander van dat het beroepsonderwijs beter op waarde wordt geschat. Ten slotte wijst de commissie op een rapport van de inspectie inzake selectie en toelating tot het voortgezet onderwijs. Hieruit blijkt dat het selectie-instrument onvoldoende werkt. De commissie concludeert dat er ten aanzien van de toelatingsregelingen het een en ander dient te worden verbeterd. In elk geval dient het instrumentarium voor de schoolkeuze meer dan thans het geval is zowel ouders als leerlingen behulpzaam te zijn bij hun keuze. De commissie beveelt de staatssecretaris aan te onderzoeken of en zo ja, op weike wijze de toelatingsregelingen en -instrumenten zodanig kunnen worden verbeterd dat zij naast het schooladvies (mede) kunnen fungeren als steun voor ouders en leerlingen in het schoolkeuzeproces. 3.4 De doorstroomprofielen in havo en vwo In de nota wordt voorgesteld het tweede fase onderwijs in het havo en het vwo niet langer in te richten op basis van vakken en vakkenpakketten, maar volgens een beperkt aantal doorstroomprofielen. Hiermee wordt beoogd de aansluiting van het havo en het vwo op respectievelijk het hbo en het wo te verbeteren. Voor zowel het havo als het vwo worden de volgende vier profielen voorgesteld: - natuur en techniek; - natuur en gezondheidszorg; - economie en maatschappij; - cultuur en maatschappij. ^ De profielen bestaan uit een algemeen verplicht deel, een profielverplicht deel en een vrij deel. De delen worden opgebouwd uit vakken en deelvakken. De invulling van de profielen verschilt tussen het havo en het vwo, doorstroming van het havo naar het vwo blijft echter mogelijk (en zou eventueel in een jaar kunnen in plaats van de twee jaar nu). Bij de invulling van het vrije deel is het mogelijk dat havo-leerlingen vwo-vakken kiezen (vwo-leerlingen mogen geen havo-vakken kiezen). 19

21 In het Advies rendement van het onderwijs heeft de raad geadviseerd in het havo en het vwo te komen tot een stroomlijning van de vakkenpakketten om de aansluiting met het hoger onderwijs te verbeteren. De voorstellen in de nota zijn duidelijk in lijn met dit advies en de commissie stemt derhalve in met de introductie van doorstroomprofielen in het havo en het vwo. De gewenste invoering van de doorstroomprofielen in 1993 maakt het echter twijfelachtig of binnen de profielen sprake kan zijn van vakinhoudelijke wijzigingen. De commissie zou het betreuren als de doorstroomprofielen niet meer zouden worden dan een clustering van bestaande vakken. Zij stelt daarom voor om in een tweede stadium, bijvoorbeeld aansluitend bij de instroom uit de basisvorming, te komen tot een inhoudelijke aanpassing van de vakkenclusters. De commissie onderschrijft voorts de in de nota genoemde mogelijkheid voor leerlingen om naast hele vakken ook vakdelen te volgen; dit kan de flexibiliteit van het geheel vergroten. Wat de aansluiting tussen het voortgezet en het hoger onderwijs betreft is de commissie van mening dat dit niet alleen een zorg dient te zijn van het aanleverende onderwijs. Ook het hoger onderwijs zai nadrukkelijk een inspanning moeten leveren om de aansluitingsproblemen te verkleinen. Het is de commissie niet duidelijk in hoeverre de in de nota voorgestelde systematiek van clustering en deelvakken leidt tot een uitbreiding van het aantal examenvakken in het havo en vwo. De commissie verwijst in dit verband nadrukkelijk naar het pleidooi in 's raads Rendementsadvies om tot zo'n uitbreiding over te gaan. Als een van de beleidsdoelen wordt in de nota genoemd het verminderen van 'omwegen' in de tweede fase. Als omwegen in leertrajecten worden genoemd de trajecten mavo-havo-mbo, havombo-hbo en havo-vwo-hbo. In de nota wordt opgemerkt dat een dergelijke stapeling van diploma's de kansen van de leerling in het vervolgonderwijs of op de arbeidsmarkt verhoogt, maar dat het uit een oogpunt van een doelmatige besteding van overheidsmiddelen ongewenst is. In het Advies rendement van het onderwijs heeft de raad ook aandacht besteed aan omwegen in het onderwijs (havo-mbo-hbo en vwo-hbo-wo). In dat advies wijst de raad omwegen, alhoewel deze leiden tot een langere verblijfsduur in het onderwijs, nietzonder meer af. Gezien de omvang van het aantal studenten dat voor zogenoemde omwegen kiest, meent de raad in dat advies dat er kennelijk lets mis is met de door de wetgever beoogde leerroute en er reden is om de structuur en de opzet ervan aan een kritische beschouwing te onderwerpen 1). 1) SEfl, publikatienr. 90/08, pp. 88 en 89. De raad wijst daarbij tevens op de mogelijkheid dat aan het onderwijsstapelen het opieidingsniveau van de ouders van de desbetreffende studenten en de gekozen studierichting ten grondslag liggen. In de nota worden voorstellen gedaan om, door profilering en de introductie van doorstroomprofielen, de structuur en opzet van leerroutes te verbeteren. Dit beleid zou tot gevolg moeten hebben dat het aantal leerlingen dat omwegen gebruikt minder wordt. Het beleid dient er, zo meent de commissie, nadrukkelijk niet op gericht te zijn omwegen te bemoeilijken of af te sluiten. Zij wijst er in dit verband op dat maatregelen die een efficiente doorstroom van vo naar ho bevorderen, het leertraject voor een aantal leerlingen moeilijker zullen maken in weike gevallen een omweg wellicht uitkomst biedt. Daarnaast bieden omwegen de mogelijkheid een eerdere keuze te corrigeren. In beide gevallen wordt de omweg 20

22 1) De vergelijking die daarbij gemaaitt wordt tussen de niveaus in het mbo en leerlingwezen en de niveaus van de EG-onderwijsnormen is niet ge/ieel correct De lange opieiding in het mbo en de tertiaire opieiding in het leerlingwezen dienen niet gewaardeerd te warden op EG-niveau IV, maar evenals de tussenopleiding en de secundaire opieiding op EG-niveau III. 2) Zie ook: SER, Arbeidsmarktbeleid voor de jaren negentig, publikatienr. 91/17, 's-gravenhage, gebruikt cm de potentiele schoolgeschiktiieid ook te realiseren. 3.5 De kwalificatiestructuur in het leerlingwezen en het middelbaar beroepsonderwijs In de nota wordt een kwalificatiestructuur voor het mbo en het leerlingwezen geschetst. Deze is bedoeld om zowel aan leerlingen als aan arbeidsorganisaties duidelijkheid te geven op het punt van instroomeisen, eindniveau en eindeisen en doorstroommogelijkheden van de opieidingen 1). De commissie wijst erop dat de kwalificatiestructuur voor het mbo en het leerlingwezen onderwerp is van overleg tussen de overheid en de sociale partners in meerdere gremia, onder andere in het kader van de kabinetsreactie op het rapport van de commissie- Rauwenhoff. Dit beraad richt zich onder andere op de wijze waarop gekomen moet worden tot 6en kwalificatiestructuur, de rol die sociale partners daarbij vervullen en de afstemming tussen bedrijfsleven en onderwijsveld. In dit advies gaat de commissie daarom niet in op deze aspecten. Wei wil de commissie nogmaals uitspreken dat zij positief staat tegenover het streven te komen tot 6en landelijke kwalificatiestructuur voor mbo en leerlingwezen. Deze kwalificatiestructuur zou moeten bestaan uit een flexibel en gedifferentieerd aanbod van theorie- en praktijkcomponenten die de verschillende categorieen leerlingen in staat moet stellen zich voor de arbeidsmarkt te kwalificeren. Een voorwaarde is dat deze kwalificatiestructuur een doorzichtig geheei moet vormen voor zowel leerlingen als arbeidsorganisaties 2). Bij de bespreking van de structuur van het mbo wordt in de nota onderscheid gemaakt tussen de, ook nu al bestaande, lange opieidingen, de tussenopleidingen en de korte opieidingen. Met betrekking tot de tussenopleidingen doet de nota geen uitspraken over de wijze waarop deze tot stand komen. De commissie hecht eraan dat de huidige procedure gehandhaafd blijft, dat wil zeggen dat tussenopleidingen alleen worden ingesteld bij overeenstemming tussen de betrokken bedrijfstak en het onderwijs. In de nota wordt aangekondigd dat de toelating tot het hbo met een mbo-diploma zai worden aangepast en dat het referentiekader daarbij gevormd wordt door de toelating tot het hbo met een havodiploma. Een nadere uitleg ontbreekt. Het bemoeilijken van de overgang van het mbo naar het hbo wijst de commissie af. Als een keuze voor het mbo ertoe zou leiden dat het hbo vrijwel onbereikbaar wordt, zai dit ongetwijfeld de schoolkeuze nadelig bei'nvloeden en de positie van het beroepsonderwijs verslechteren. Gezien het relatieve succes van de mboinstroom in het hbo ten opzichte van de havo-instroom acht de commissie het mbo goed toegerust om een adequate doorstroming naar verwante opieidingen in het hbo mogelijk te maken. De commissie stelt zich daarom op het standpunt dat het mbo naast een opieiding gericht op toetreding tot de arbeidsmarkt, ook nadrukkelijk een opieiding dient te blijven die toegang geeft tot het hbo. 21

23 22

24 4. Voortijdig schoolverlaten 4.1 Inleiding In deze paragraaf zai in algemene zin worden ingegaan op de problematiek van het voortijdig schoolverlaten. In de tweede paragraaf zai een reactie gegeven worden op een aantal concrete beleidsvoornemens. De nota noemt het maatschappelijk onaanvaardbaar dat jaarlijks een groot aantal leerlingen het onderwijs verlaat zonder minimale startkwalificatie. Hierdoor blijven jaren van inspanning van de leerlingen, de scholen en de samenleving als geheel zonder maatschappelijk gewenst resultaat. Als doel van het beleid noemt de nota "alle jongeren een beroepskwalificatie te laten halen door het voortijdig schoolverlaten te voorkomen en de uitvallers op te vangen en zoveel mogelijk terug te leiden naar het onderwijs". In de nota wordt een voortijdige schoolverlater gedefinieerd als iemand die geen startkwalificatie op ten minste het niveau van beginnend beroepsbeoefenaar (primair leerlingwezen of korte mboopleiding) heeft behaald. Het gaat dan om: a. schoolverlaters zonder diploma Ibo, mavo, havo of vwo; b. gediplomeerde schoolverlaters Ibo, mavo, havo en vwo, die niet deelnemen aan een vervolgopleiding; c. ongediplomeerde schoolverlaters uit vervolgopleidingen. De commissie onderschrijft deze indeling, maar wijst erop dat in het beleid wel verschillen in prioriteit ten aanzien van die groepen gesteld kunnen worden. Hoewel het bijvoorbeeld voor de arbeidsmarktkansen van gediplomeerde havo- en vwo-leerlingen gewenst is dat zij vervolgens een beroepskwalificatie verwerven, kan niet gesteld worden dat in het beleid aan deze groepering een even hoge prioriteit zou dienen te worden gegeven als aan de categorie ongediplomeerde schoolverlaters uit mavo en Ibo. De nota stelt volgens de commissie dan ook terecht dat de harde kern van de problematiek wordt gevormd door de categorie leerlingen die zonder diploma Ibo of mavo het onderwijs verlaat en dat binnen deze categorie culturele minderheden en meisjes het meest kwetsbaar zijn. Met betrekking tot de oorzaken van voortijdig schoolverlaten merkt de nota op dat er sprake is van een complexe problematiek -voortijdig schoolverlaten kent vele oorzaken die te maken hebben met factoren in de samenleving, in het onderwijsstelsel, in de school, in het sociaal milieu en factoren die psychologisch van aard zijn- die slechts ten dele door extra inspanningen in het onderwijs opiosbaar is. De commissie acht de probleemanalyse in het deel van de nota dat betrekking heeft op het voortijdig schoolverlaten beperkt. Met betrekking tot de aantallen voortijdige schoolverlaters wordt geen 23

Nota Profiel van de tweede fase voortgezet onderwijs

Nota Profiel van de tweede fase voortgezet onderwijs Nota Profiel van de tweede fase voortgezet onderwijs Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen Zoetermeer, 1991 Samenvatting. In de hier gepresenteerde nota over de tweede fase v.o. worden de hoofdlijnen

Nadere informatie

Uw kenmerk VO/A d.d. 27 augustus 1996

Uw kenmerk VO/A d.d. 27 augustus 1996 Advies niet-arnbïelijke adviescommissie WOB. Aan de staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen, mevrouw T. Netelenbos, Postbus 25000, 2700 LZ Zoetermeer. Onderwijsraad Nassaulaan 6 2514 JS

Nadere informatie

VO/BOB 1998/ juli 1998

VO/BOB 1998/ juli 1998 Nassaulaan 6 2514 JS Den Haag Telefoon (070) 363 79 55 Aan de staatssecretaris van onderwijs, cultuur en wetenschappen, mw. drs. K.Y.I.J. Adelmund, Postbus 25000, 2700 LZ Zoetermeer. Fax (070) 356 14 74

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 0 03 30 079 VMBO Nr. 36 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 9 oktober

Nadere informatie

Aanbevelingen en Actieprogramma. Naar versterking van het VMBO; Bedrijfsleven over VMBO beroepsgericht

Aanbevelingen en Actieprogramma. Naar versterking van het VMBO; Bedrijfsleven over VMBO beroepsgericht Aanbevelingen en Actieprogramma Naar versterking van het VMBO; Bedrijfsleven over VMBO beroepsgericht 2 Aanbevelingen ter verbetering van (de aantrekkelijkheid van) het VMBO naar aanleiding van het VMBO

Nadere informatie

Stromen door het onderwijs

Stromen door het onderwijs Stromen door het onderwijs Vanuit het derde leerjaar van het vo 2003/2004 Erik Fleur DUO/IP Juni 2013 1. Inleiding In schooljaar 2003/2004 zaten bijna 200 duizend leerlingen in het derde leerjaar van het

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2011 2012 32 892 Wijziging van onder meer de Wet op het voortgezet onderwijs en de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met samenwerking tussen onbekostigd

Nadere informatie

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007 Landelijke Jeugdmonitor Rapportage 2e kwartaal 2007 Centraal Bureau voor de Statistiek Voorburg/Heerlen, 2007 Verklaring der tekens. = gegevens ontbreken * = voorlopig cijfer x = geheim = nihil = (indien

Nadere informatie

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP MINISTERIE VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Nr. WJZ/2005/30013 (3764) (Hoofd) Afdeling DIRECTIE WETGEVING EN JURIDISCHE ZAKEN Nader rapport inzake het voorstel van wet houdende wijziging van de Wet

Nadere informatie

Hoofdlijnenakkoord voor het inrichten van een Regionaal Arrangement Beroepsonderwijs Amsterdam

Hoofdlijnenakkoord voor het inrichten van een Regionaal Arrangement Beroepsonderwijs Amsterdam Afdeling Onderwijs, Jeugd en Educatie Team Onderwijs VO Hoofdlijnenakkoord voor het inrichten van een Regionaal Arrangement Beroepsonderwijs Amsterdam Betrokken partijen: De instellingen voor Beroepsonderwijs

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 600 VIII Vaststelling van de begrotingsstaat van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor het jaar 2003 Nr. 127 BRIEF

Nadere informatie

Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO

Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO De Overstap Let op! Informatie over de aanmeldprocedure krijgt u tijdens de informatieavonden in november en december op de vo-scholen. Inrichting

Nadere informatie

Protocol PDG en educatieve minor

Protocol PDG en educatieve minor Protocol PDG en educatieve minor 28 april 2014 Inhoud Protocol voor beoordelingen door de NVAO van de kwaliteit van de afstudeerrichtingen algemeen vormend onderwijs en beroepsgericht onderwijs, het traject

Nadere informatie

Informatieboekje Voortgezet Onderwijs

Informatieboekje Voortgezet Onderwijs Informatieboekje Voortgezet Onderwijs 1 2 Voorwoord Dit informatieboekje geeft een overzicht van de belangrijkste gegevens over het VMBO, Havo en VWO. Hoe het VMBO is opgebouwd, welke vakken in de onderbouw

Nadere informatie

Ter attentie van de leden van de Vaste Kamercommissie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Ter attentie van de leden van de Vaste Kamercommissie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap De Kinderombudsman Visie op het verlengen van de kwalificatieplicht tot 21 jaar 7 september 2015 Ter attentie van de leden van de Vaste Kamercommissie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Aanleiding De

Nadere informatie

Regeling toelating en begeleiding van 5 havo naar 5 vwo of 6 vwo.

Regeling toelating en begeleiding van 5 havo naar 5 vwo of 6 vwo. Regeling toelating en begeleiding van 5 havo naar 5 vwo of 6 vwo. Inleiding. Van toepassing is de Procedure toelating, schorsing en verwijdering van Het Erasmus (2006). Doelen en resultaten: Met de regeling

Nadere informatie

kwalificatieniveau en -status in mbo

kwalificatieniveau en -status in mbo factsheet kwalificatieniveau en -status in mbo regio Haaglanden analyse per maart 2011 op basis van peiling januari 2011 door De Loos Monitoring, op verzoek van Spirit4You inleiding Op verzoek van Spirit4You

Nadere informatie

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen?

Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie. Opbrengsten ontwikkelsessie 5. Wat zijn bouwstenen? Werkopdracht vijfde ontwikkelsessie Wat hebben onze leerlingen nodig om uit te groeien tot volwassenen die bijdragen aan de samenleving, economisch zelfstandig zijn én met zelfvertrouwen in het leven staan?

Nadere informatie

1.Inleiding. 2.Profielen per 1 augustus 2007

1.Inleiding. 2.Profielen per 1 augustus 2007 logoocw De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Den Haag Ons kenmerk VO/OK/2003/53723 Uw kenmerk Onderwerp tweede fase havo/vwo 1.Inleiding In het algemeen

Nadere informatie

Stapeling binnen Melanchthon

Stapeling binnen Melanchthon Stapeling binnen Melanchthon Na je examen doorstromen naar een ander niveau in het voortgezet onderwijs Marieke van den Vlekkert Maatje, MSc. Versie 3 februari 2013 Besproken in AD (18/12), MMT (18/12),

Nadere informatie

Optimalisering verlof na geboorte kind

Optimalisering verlof na geboorte kind ADVIES 18/01 Februari 2018 Optimalisering verlof na geboorte kind SOCIAAL-ECONOMISCHE RAAD Briefadvies Nadere bevindingen optimalisering verlof na geboorte kind Aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Nadere informatie

EXAMENBESLUIT HAVO/VWO

EXAMENBESLUIT HAVO/VWO EXAMENBESLUIT HAVO/VWO De Onderwijsraad is een onafhankelijk adviescollege, ingesteld bij wet van 15 mei 1997 (de Wet op de Onderwijsraad). De Raad adviseert, gevraagd en ongevraagd, over hoofdlijnen van

Nadere informatie

Informatieboekje Voortgezet Onderwijs

Informatieboekje Voortgezet Onderwijs Informatieboekje Voortgezet Onderwijs 1 2 Voorwoord Dit informatieboekje geeft een overzicht van de belangrijkste gegevens over het VMBO, Havo en VWO. Hoe het VMBO is opgebouwd, welke vakken in de onderbouw

Nadere informatie

- Achtergrond. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. de heer H.G.J. Kamp Postbus LV DEN HAAG. Geachte heer Kamp,

- Achtergrond. Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. de heer H.G.J. Kamp Postbus LV DEN HAAG. Geachte heer Kamp, Bezuidenhoutseweg 60 Postbus 90405 Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid T.a.v. de heer H.G.J. Kamp Postbus 9080 1 2509 LV DEN HAAG 2509 LK DEN HAAG T 070-3 499 577 F 070-3 499 796 E info@stvda.nl

Nadere informatie

Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2017) in Rijnmond

Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2017) in Rijnmond Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2017) in Rijnmond De mbo-instellingen zijn zeer terughoudend met de toelating van ongediplomeerde vmbo-leerlingen. Voor ongediplomeerde vmbo-ers loopt

Nadere informatie

Overgangsnormen Determinatie

Overgangsnormen Determinatie Overgangsnormen Determinatie 23 Overgangsnormen Rapportcijfers en eindcijfers onderbouw en middenbouw (leerjaar 1 en 2 plus 3 havo en 3 vwo) Het schooljaar wordt opgedeeld in vier perioden. Per periode

Nadere informatie

Werkopdracht vierde ontwikkelsessie

Werkopdracht vierde ontwikkelsessie Werkopdracht vierde ontwikkelsessie Wat hebben onze leerlingen nodig om uit te groeien tot volwassenen die bijdragen aan de samenleving, economisch zelfstandig zijn én met zelfvertrouwen in het leven staan?

Nadere informatie

Convenant sociale partners inzake leer-werktrajecten in het vmbo

Convenant sociale partners inzake leer-werktrajecten in het vmbo Convenant sociale partners inzake leer-werktrajecten in het vmbo Den Haag, 20 december 2001 1 Werkend leren moet worden versterkt, werkend leren is ook kansen creëren. Leerwerktrajecten bieden jongeren

Nadere informatie

Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2016) in Rijnmond

Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2016) in Rijnmond Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2016) in Rijnmond Sinds 1 augustus 2014 zijn de regels voortvloeiend uit Focus op Vakmanschap voor het mbo van kracht. Voor de vo-scholen is met name de

Nadere informatie

Regeling impuls beroepsonderwijs voor landelijke organen 2000

Regeling impuls beroepsonderwijs voor landelijke organen 2000 OCenW-Regelingen Regeling impuls beroepsonderwijs voor landelijke organen Bestemd voor: landelijke organen en de Vereniging Colo Algemeen verbindend voorschrift Datum: 14 augustus Kenmerk: BVE/B/-29879

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 30 079 VMBO 31 289 Voortgezet Onderwijs Nr. 69 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP Aan de Voorzitter van de Tweede

Nadere informatie

30079 VMBO Voortgezet Onderwijs. Brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

30079 VMBO Voortgezet Onderwijs. Brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap 30079 VMBO 31289 Voortgezet Onderwijs Nr. 69 Brief van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 11 januari 2017 Met deze

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2008 2009 32 032 Wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs ter vereenvoudiging van de wettelijke regels over de sectorvakken bij het onderwijs in

Nadere informatie

Convenant Toelating en Aansluiting overstap leerlingen vmbo naar havo

Convenant Toelating en Aansluiting overstap leerlingen vmbo naar havo Convenant Toelating en Aansluiting overstap leerlingen vmbo naar havo De Vereniging voor Voortgezet Christelijk Onderwijs in Noord- en Midden Drenthe gevestigd te Assen, Salland 4, 9405 GM ASSEN Vertegenwoordigd

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 28 000 VIII Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (VIII) voor

Nadere informatie

Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO

Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO De Overstap Let op! Informatie over de procedure aanmelding wordt tijdens de decemberavonden in het VO aan de ouders gegeven. Inrichting van

Nadere informatie

Stichting S van de Arbeid

Stichting S van de Arbeid Stichting S van de Arbeid Aan: - de centrale organisaties van werkgevers en van werknemers - de Vereniging van Bedrijfspensioenfondsen (VB) - de Stichting voor Ondernemingspensioenfondsen (OPF) - het Verbond

Nadere informatie

Oplegvel Collegebesluit

Oplegvel Collegebesluit Onderwerp Mentorenproject jongeren 2008-2011 Oplegvel Collegebesluit Portefeuille M. Divendal Auteur Mevr. J. van der Meer Telefoon 5115091 E-mail: jmeer@haarlem.nl STZ/JOS Reg.nr. 136463 Bijlagen A +

Nadere informatie

Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO

Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO De Overstap Let op! Informatie over de procedure aanmelding wordt tijdens de decemberavonden in het VO aan de ouders gegeven. Inrichting van

Nadere informatie

Algemeen vormend onderwijs, beroepsonderwijs en scholing in Nederland

Algemeen vormend onderwijs, beroepsonderwijs en scholing in Nederland Algemeen vormend onderwijs, beroepsonderwijs en scholing in Nederland 2e fase wetenschappelijk onderwijs post hoger beroepsonderwijs beroepsgerichte volwasseneneducatie OU wetenschappelijk onderwijs hoger

Nadere informatie

RMC EN VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN

RMC EN VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN RMC EN VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN VOORTIJDIG SCHOOLVERLATEN Iedere jongere tussen de 12 en 23 jaar die het onderwijs verlaat zonder een startkwalificatie wordt aangemerkt als een Voortijdige Schoolverlater.

Nadere informatie

LSVb visie op Decentrale Toelating

LSVb visie op Decentrale Toelating LSVb visie op Decentrale Toelating Dit is een uitgave van de Landelijke Studentenvakbond (LSVb). Voor vragen of extra informatie kan gemaild worden naar: lsvb@lsvb.nl Landelijke Studentenvakbond Postbus

Nadere informatie

Beleidskader RMC Regio 37 Zuidoost-Brabant Januari 2017

Beleidskader RMC Regio 37 Zuidoost-Brabant Januari 2017 Beleidskader RMC 2017-2020 Regio 37 Zuidoost-Brabant Januari 2017 Inleiding Voor u ligt het beleidskader RMC van de regio Zuidoost-Brabant. RMC staat voor Regionaal Meld- en Coördinatiepunt. Gemeenten

Nadere informatie

Uw kenmerk. BVE/B , d.d. 21 maart 1997

Uw kenmerk. BVE/B , d.d. 21 maart 1997 WOB. Onderwijst Nassaulaan 6 de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen dr ir J.M.M. Ritzen Postbus 25000 2700 LZ Zoetermeer 2514 JS Den Haag Telefoon (070) 363 79 55 Fax (070) 356 14 74 E-mail

Nadere informatie

No.W /III 's-gravenhage, 21 april 2011

No.W /III 's-gravenhage, 21 april 2011 ... No.W06.11.0108/III 's-gravenhage, 21 april 2011 Bij Kabinetsmissive van 8 april 2011, no.11.000859, heeft Uwe Majesteit, op voordracht van de Minister van Financiën, bij de Afdeling advisering van

Nadere informatie

Advies overgang vmbo naar havo Opgesteld naar aanleiding van de Monitor toelatingsbeleid vmbo-havo, tweede meting 1

Advies overgang vmbo naar havo Opgesteld naar aanleiding van de Monitor toelatingsbeleid vmbo-havo, tweede meting 1 NOTITIE Aan: de staatssecretaris van het ministerie van OCW, de heer drs. S. Dekker Van: Paul Rosenmöller, voorzitter van de VO-raad Datum: 1 juli 2015 Betreft: Advies overgang vmbo naar havo Advies overgang

Nadere informatie

Aan de leden van de Vaste Kamercommissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Tweede Kamer Postbus EA s Gravenhage

Aan de leden van de Vaste Kamercommissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Tweede Kamer Postbus EA s Gravenhage Aan de leden van de Vaste Kamercommissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Tweede Kamer Postbus 20018 2500 EA s Gravenhage Woerden, 30 mei 2017 Ons kenmerk: Doorkiesnummer: 0348-75 35 00 Onderwerp:

Nadere informatie

Opgave op grond van artikel 25, tweede en derde lid van de Leerplichtwet 1969 over schooljaar 2006-2007

Opgave op grond van artikel 25, tweede en derde lid van de Leerplichtwet 1969 over schooljaar 2006-2007 Voorlichtingspublicatie Betreft de onderwijssector(en) Informatie CFI/ICO Primair Onderwijs po 079-3232.333 Voorgezet onderwijs vo 079-3232.444 Beroepsonderwijs en Volwasseneneducatie bvh 079-3232.666

Nadere informatie

Besluit van 18 mei 2009 houdende vaststelling van kerndoelen voor het speciaal onderwijs (Besluit kerndoelen WEC)

Besluit van 18 mei 2009 houdende vaststelling van kerndoelen voor het speciaal onderwijs (Besluit kerndoelen WEC) 2009D30612 31 973 Besluit van 18 mei 2009 houdende vaststelling van kerndoelen voor het speciaal onderwijs (Besluit kerndoelen WEC) Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld d.d... Binnen de vaste

Nadere informatie

KEUZEBEGELEIDING & PROFIELKEUZE KLAS 3

KEUZEBEGELEIDING & PROFIELKEUZE KLAS 3 KEUZEBEGELEIDING & PROFIELKEUZE KLAS 3 2014-2015 Belangrijke data i.v.m. profielkeuze schooljaar 2014 2015 9 dec. Ouderavond 10 dec. Mentoravond 26-30 jan. Elke derde klas gaat één dag op keuzedag 2 feb

Nadere informatie

BIJLAGE 2: UITKOMST ONDERZOEK ESSENZO GOES BV TE GOES

BIJLAGE 2: UITKOMST ONDERZOEK ESSENZO GOES BV TE GOES BIJLAGE 2: UITKOMST ONDERZOEK ESSENZO GOES BV TE GOES INHOUD Uitkomst onderzoek Essenzo Goes BV te Goes 3 2 en oordelen per onderliggende onderzoeksvraag 5 3 Samenvattend oordeel 10 Bijlage 1A: Overzicht

Nadere informatie

Van mbo en havo naar hbo

Van mbo en havo naar hbo Van mbo en havo naar hbo Dick Takkenberg en Rob Kapel Studenten die naar het hbo gaan, komen vooral van het mbo en de havo. In het algemeen blijven mbo ers die een opleiding in een bepaald vak- of studiegebied

Nadere informatie

Commentaar van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid inzake leeftijdsgrenzen in wet- en regelgeving

Commentaar van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid inzake leeftijdsgrenzen in wet- en regelgeving Commentaar van de Raad voor het Overheidspersoneelsbeleid inzake leeftijdsgrenzen in wet- en regelgeving Advies nummer 8 's-gravenhage, 16 oktober 1996 ROP-advies nr. 8, blad 2 Commentaar gericht aan de

Nadere informatie

Beleidsregel scholingsplicht jongeren gemeente Overbetuwe 2012

Beleidsregel scholingsplicht jongeren gemeente Overbetuwe 2012 Onderwerp: Beleidsregel scholingsplicht jongeren gemeente Overbetuwe 2012 Ons kenmerk: 12BWB00015 Burgemeester en wethouders van de gemeente Overbetuwe; gelezen het advies van het cliëntenoverleg Overbetuwe

Nadere informatie

Profielkeuze 4 MAVO

Profielkeuze 4 MAVO Profielkeuze 4 MAVO 2019-2020 2 Inleiding Kiezen in de derde klas. Vorig schooljaar heb je in de tweede klas de eerste keuze gemaakt in de richting van een profiel. Doordat de meeste vakken in de derde

Nadere informatie

Gelijke kansen in het onderwijs

Gelijke kansen in het onderwijs Gelijke kansen in het onderwijs Toegankelijke tekstversie Pagina 1 Inleiding Dit is het dashboard gelijke kansen in het onderwijs. Dit dashboard monitor beschrijft voor verschillende groepen leerlingen

Nadere informatie

SCHOOLJAAR Verder na de derde klas. Voor ouders en leerlingen van de derde klas vmbo-tl. Marga Kloosterman, decaan

SCHOOLJAAR Verder na de derde klas. Voor ouders en leerlingen van de derde klas vmbo-tl. Marga Kloosterman, decaan OPENBARE SCHOLENGEMEENSCHAP VOOR VWO HAVO VMBO POSTBUS 9109 1800 GC ALKMAAR TEL.: 072 56 25 000 FAX: 072 56 20 599 SCHOOLJAAR 2018-2019 Verder na de derde klas Voor ouders en leerlingen van de derde klas

Nadere informatie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Hoger Onderwijs en Studiefinanciering IPC 2250 Rijnstraat 50 Den Haag Postbus

Nadere informatie

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA.DEN HAAG. Datum 11 januari 2017 Betreft doorstroom vmbo-havo

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA.DEN HAAG. Datum 11 januari 2017 Betreft doorstroom vmbo-havo Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA.DEN HAAG Voortgezet Onderwijs Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den

Nadere informatie

EXAMENPROGRAMMA S VMBO MAATSCHAPPIJLEER EN KUNSTVAKKEN I

EXAMENPROGRAMMA S VMBO MAATSCHAPPIJLEER EN KUNSTVAKKEN I EXAMENPROGRAMMA S VMBO MAATSCHAPPIJLEER EN KUNSTVAKKEN I De Onderwijsraad is een onafhankelijk adviescollege, ingesteld bij wet van 15 mei 1997 (de Wet op de Onderwijsraad). De Raad adviseert, gevraagd

Nadere informatie

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt

Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt Schoolverlaters tussen onderwijs en arbeidsmarkt 1999- ROA Colofon Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt (ROA). Niets uit deze uitgave mag op enige manier worden verveelvoudigd zonder voorafgaande

Nadere informatie

De TL (G) in 21 e eeuw.

De TL (G) in 21 e eeuw. De TL (G) in 21 e eeuw. Koers Platform TL 90 GTL/Mavo-scholen vormen samen het Platform TL Doelstelling: In verscheidenheid werken aan twee hoofdzaken: School is meer dan een diploma-instituut School is

Nadere informatie

Bevorderings- en instroomrichtlijnen. Carmelcollege Gouda

Bevorderings- en instroomrichtlijnen. Carmelcollege Gouda Bevorderings- en instroomrichtlijnen Carmelcollege Gouda voor ouders, leerlingen en docenten Carmelcollege Gouda, versie 3, september 2018 een bundel voor ouders, leerlingen en docenten September 2018

Nadere informatie

Gratis exemplaren van deze publicatie zijn telefonisch te bestellen bij Postbus 51-Infolijn, onder vermelding van het AOCenW-nummer.

Gratis exemplaren van deze publicatie zijn telefonisch te bestellen bij Postbus 51-Infolijn, onder vermelding van het AOCenW-nummer. Publicatie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen productie directie Voorlichting, Leo Wijnhoven vormgeving Wim Zaat, Moerkapelle fotografie Bart Versteeg, Den Haag Mood Factory, Amsterdam

Nadere informatie

Kiezen na de basisschool

Kiezen na de basisschool Kiezen na de basisschool Kiezen na de basisschool Wat staat je dan te wachten, waar kun je uit kiezen, waar kun je terecht??? In onderstaand schema is te zien hoe de leerroutes er uit zien op de middelbare

Nadere informatie

Opleidingsniveau stijgt

Opleidingsniveau stijgt Opleidingsniveau stijgt Grote doorstroom naar hogere niveaus Meer leerlingen vanuit vmbo naar havo Grote groep mbo ers naar het hbo 10 Jongens groeien gedurende hun onderwijsloopbaan Jongens na een diploma

Nadere informatie

Duurzaam toerusten voor arbeidsmarkt en

Duurzaam toerusten voor arbeidsmarkt en Duurzaam toerusten voor arbeidsmarkt en samenleving Stel hogere eisen aan het arbeidsmarktperspectief Handhaaf het startkwalificatieniveau met extra aandacht aan studiekeuze mbo niveau 2 studenten. Biedt

Nadere informatie

Datum Betreft Adviesaanvraag flexibilisering van toetsing en examinering in primair en voortgezet onderwijs.

Datum Betreft Adviesaanvraag flexibilisering van toetsing en examinering in primair en voortgezet onderwijs. >Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag Aan de voorzitter van de Onderwijsraad Voortgezet Onderwijs IPC 2650 Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl Datum Betreft

Nadere informatie

Hoofdstuk 2: De verschillende soorten onderwijsniveaus na de basisschool 3

Hoofdstuk 2: De verschillende soorten onderwijsniveaus na de basisschool 3 2012-2013 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1: Advisering en schoolkeuze 1 Hoofdstuk 2: De verschillende soorten onderwijsniveaus na de basisschool 3 Hoofdstuk 3: Overzicht van alle Utrechtse scholen en hun onderwijsniveaus

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 34 160 Wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs in verband met het regelen van keuzedelen waarop beroepsopleidingen mede worden

Nadere informatie

Welkom. Vo o r l i c h t i n g o u d e r s b a s i s s c h o o l J a n u a r i Bewust, Betrokken, Berechja

Welkom. Vo o r l i c h t i n g o u d e r s b a s i s s c h o o l J a n u a r i Bewust, Betrokken, Berechja Welkom Vo o r l i c h t i n g o u d e r s b a s i s s c h o o l J a n u a r i 2 0 1 6 Bewust, Betrokken, Berechja Programma Opening: dhr. J. Frankema, directeur Presentatie: dhr. J. Schaak, teamleider

Nadere informatie

Bevorderingsnormen Regionale Scholengemeenschap 'PANTARIJN' LOCATIE MHV WAGENINGEN

Bevorderingsnormen Regionale Scholengemeenschap 'PANTARIJN' LOCATIE MHV WAGENINGEN Bevorderingsnormen Regionale Scholengemeenschap 'PANTARIJN' LOATIE MHV WAGENINGEN Mavo klas 1 en 2, Havo/Vwo/Gym klas 1, 2, en 3 2018-2019 Inhoud -Inleiding 3 -ategorieën 3 -Bijzondere bepalingen voor

Nadere informatie

Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO

Informatie voor ouders groep 8 over: Overgang van PO naar VO Informatie voor ouders groep 8 over: D De E O Overstap V E R S T A P Overgang van PO naar VO Let op! Informatie over de procedure aanmelding wordt tijdens de decemberavonden in het VO aan de ouders gegeven.

Nadere informatie

Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2015) in Rijnmond

Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2015) in Rijnmond Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2015) in Rijnmond Sinds 1 augustus 2014 zijn nieuwe regels voor het mbo van kracht (voortvloeiend uit Focus op Vakmanschap). Voor de vo-scholen is met

Nadere informatie

NBS Boeimeer Jan Nieuwenhuijzenstraat 2 4818 RJ Breda 076-5146101 www.nbsboeimeer.nl

NBS Boeimeer Jan Nieuwenhuijzenstraat 2 4818 RJ Breda 076-5146101 www.nbsboeimeer.nl NBS Boeimeer Jan Nieuwenhuijzenstraat 2 4818 RJ Breda 076-5146101 www.nbsboeimeer.nl Opbrengsten Bijlage Schoolgids 2012-2013 Onze opbrengsten Schooljaar 2012-2013 Inleiding Of we goed onderwijs bieden

Nadere informatie

Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid. Vastgesteld d.d. Voorzitter van de commissie Tellegen

Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid. Vastgesteld d.d. Voorzitter van de commissie Tellegen 31 288 Hoger Onderwijs-, Onderzoek- en Wetenschapsbeleid Nr. Verslag van een schriftelijk overleg Vastgesteld d.d. Binnen de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben enkele fracties

Nadere informatie

Kwaliteitsborging regionaal ontwikkelde beroepsgerichte keuzevakken vmbo

Kwaliteitsborging regionaal ontwikkelde beroepsgerichte keuzevakken vmbo Kwaliteitsborging regionaal ontwikkelde keuzevakken vmbo Profielen in het vmbo; een nieuw perspectief Vanaf schooljaar 2016-2017 is er een nieuw systeem van profielen in het vmbo. Doel van het nieuwe systeem

Nadere informatie

toetsresultaten vmbo en mbo in de regio Den Haag oktober 2011

toetsresultaten vmbo en mbo in de regio Den Haag oktober 2011 TAAL EN REKENEN VAN BELANG toetsresultaten vmbo en mbo in de regio Den Haag oktober 2011 INHOUD Inleiding... 5 Hoofdstuk 1 Resultaten VMBO in de regio Den Haag... 7 1.1 Totaal overzicht van de afgenomen

Nadere informatie

OVERSTAP- en KEUZEMOMENTEN. op Christelijk College de NOORDGOUW

OVERSTAP- en KEUZEMOMENTEN. op Christelijk College de NOORDGOUW OVERSTAP- en KEUZEMOMENTEN op Christelijk College de NOORDGOUW () Op de Noordgouw kunnen leerlingen 3 verschillende diploma s halen: 1. MAVO-diploma 2. HAVO-diploma 3. Atheneum-diploma (+) VMBO-tl = MAVO

Nadere informatie

De Bilt, 4 december 2008 Ons kenmerk: JZIJIRI/99784/2008 Doorkiesnummer: Uw brief van:

De Bilt, 4 december 2008 Ons kenmerk: JZIJIRI/99784/2008 Doorkiesnummer: Uw brief van: Ministerie van OCW Mevrouw J.M. van Bijsterveldt Postbus 16375 2500 BJ DEN HAAG De Bilt, 4 december 2008 Ons kenmerk: JZIJIRI/99784/2008 Doorkiesnummer: 030-221 98 24 Onderwerp: Advies MBO Raad over invoering

Nadere informatie

TOETSINGSKADER INNOVATIEPLANNEN LERARENOPLEIDINGEN HB0 1999-2004

TOETSINGSKADER INNOVATIEPLANNEN LERARENOPLEIDINGEN HB0 1999-2004 TOETSINGSKADER INNOVATIEPLANNEN LERARENOPLEIDINGEN HB0 1999-2004 De Onderwijsraad is een onafhankelijk adviescollege, ingesteld bij wet van 15 mei 1997 (de Wet op de Onderwijsraad). De Raad adviseert,

Nadere informatie

VO Raad 5 april Is ons onderwijsbestel nog wel toegerust voor de 21e eeuwse schoolloopbaan? Louise Elffers

VO Raad 5 april Is ons onderwijsbestel nog wel toegerust voor de 21e eeuwse schoolloopbaan? Louise Elffers VO Raad 5 april 2017 Is ons onderwijsbestel nog wel toegerust voor de 21e eeuwse schoolloopbaan? Louise Elffers Waar wil ik met jullie over nadenken? Nadenken over ons onderwijsstelsel in de 21 e eeuw

Nadere informatie

Procedure schooladvies

Procedure schooladvies Procedure schooladvies Doel van de procedure: Leerkrachten, ouders en leerlingen hebben zorgvuldige en uitgebreide informatie over het traject dat gevolgd wordt op basisschool Ondersteboven om tot een

Nadere informatie

Gemeenschappelijk deel (1920 slu, was 1960) Nederlands 480 Engels 400 2 e moderne vreemde taal *) 480

Gemeenschappelijk deel (1920 slu, was 1960) Nederlands 480 Engels 400 2 e moderne vreemde taal *) 480 BIJLAGE Tabel 1: profielen vwo Gemeenschappelijk deel (1920 slu, was 1960) Nederlands 480 Engels 400 2 e moderne vreemde taal *) 480 maatschappijleer 120 lich. opvoeding 1 160 ckv 1 óf kcv 160 anw 120

Nadere informatie

Bevorderingsnormen onderbouw 2015-2016

Bevorderingsnormen onderbouw 2015-2016 Bevorderingsnormen onderbouw 2015-2016 Artikel 1 Algemene procedures 1. De schoolleiding stelt de normen vast die gehanteerd worden bij het bevorderen van leerlingen. 2. De Algemene Lerarenvergadering

Nadere informatie

ONDE RWIJS RAAD. 7 december 1967 O.R. 12 W.V.O. Bericht op het schrijven dd. 25 oktober 1967, A.V.O

ONDE RWIJS RAAD. 7 december 1967 O.R. 12 W.V.O. Bericht op het schrijven dd. 25 oktober 1967, A.V.O ONDE RWIJS RAAD SECRETARIAAT: BEZUIDENHOUTSEWEG 115 'S-GRAVENHAGE TEL. 070-83 6194 O.R. 12 W.V.O.

Nadere informatie

Preventieproject De Overstap 2015 April 2015

Preventieproject De Overstap 2015 April 2015 Preventieproject De Overstap 2015 April 2015 Gemeente Den Haag Dienst Onderwijs, Cultuur en Welzijn Afdeling Leerlingzaken Postbus 12 652 2500 DP Den Haag Bezoekadres: Spui 70, Den Haag Projectcoördinatoren

Nadere informatie

De nieuwe opzet van de AKA/Entreeopleiding in hoofdpunten (meer op http://mbo15.nl/node/327)

De nieuwe opzet van de AKA/Entreeopleiding in hoofdpunten (meer op http://mbo15.nl/node/327) Memo Ongediplomeerde uitstroom vo / instroom mbo (2014) in Rijnmond Met ingang van 1 augustus 2014 worden nieuwe regels voor het mbo van kracht (voortvloeiend uit Focus op Vakmanschap). Voor de vo-scholen

Nadere informatie

Bevorderings- en instroomrichtlijnen. Carmelcollege Gouda

Bevorderings- en instroomrichtlijnen. Carmelcollege Gouda Bevorderings- en instroomrichtlijnen Carmelcollege Gouda voor ouders, leerlingen en docenten Carmelcollege Gouda, versie 5.1 een bundel voor ouders, leerlingen en docenten September 2017 1 Inhoud 1 Bevorderingsrichtlijnen

Nadere informatie

Advies van de Raad voor het Overheidspersone inzake de Proeve van Wet houdende een verbod maken van ongerechtvaardigd onderscheid op g handicap of

Advies van de Raad voor het Overheidspersone inzake de Proeve van Wet houdende een verbod maken van ongerechtvaardigd onderscheid op g handicap of Advies van de Raad voor het Overheidspersone inzake de Proeve van Wet houdende een verbod maken van ongerechtvaardigd onderscheid op g handicap of chronische ziekte Advies nummer 20 's-gravenhage, 23 juni

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2001 2002 Nr. 199e 27 728 Wijziging van de Wet op de expertisecentra, de Wet op het primair onderwijs en de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met

Nadere informatie

Referentiekaders. Doorlopende leerlijn Taal en Rekenen (Meijerink) 2. Station en de referentiekaders 6

Referentiekaders. Doorlopende leerlijn Taal en Rekenen (Meijerink) 2. Station en de referentiekaders 6 Referentiekaders Doorlopende leerlijn Taal en Rekenen (Meijerink) 2 Station en de referentiekaders 6 1 Doorlopende leerlijnen Taal en Rekenen (Commissie Meijerink) Een beknopte samenvatting/ de belangrijkste

Nadere informatie

OP WEG NAAR KLAS 4HAVO

OP WEG NAAR KLAS 4HAVO januari 2018 INFORMATIEBOEKJE KLAS 4 OP WEG NAAR KLAS 4HAVO VMBO 4 TL 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding.blz. 3 2. Route tl-mbo-hbo vergeleken met tl-havo-hbo blz. 4 3. De tweede fase (HAVO/VWO) blz. 5 4. Welk

Nadere informatie

Leerrechten: een werkbaar begrip? Paul Zoontjens Den Haag, VARO\/NVOR, 29 maart 2018

Leerrechten: een werkbaar begrip? Paul Zoontjens Den Haag, VARO\/NVOR, 29 maart 2018 Leerrechten: een werkbaar begrip? Paul Zoontjens Den Haag, VARO\/NVOR, 29 maart 2018 In discussie 1 Eindrapport Platform Onderwijs 2032, 2016: Een toekomstgericht curriculum bestaat (..) uit een wettelijk

Nadere informatie

Datum 4 februari 2013 Betreft Voorstel van wet tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs (33 187)

Datum 4 februari 2013 Betreft Voorstel van wet tot wijziging van onder meer de Wet educatie en beroepsonderwijs (33 187) a 1 > Retouradres Postbus 16375 2500 BJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG Rijnstraat 50 Den Haag Postbus 16375 2500 BJ Den Haag www.rijksoverheid.nl

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal Vergaderjaar 1987-1988 20 639 Vakkenpakketmaatregel Nr. 1 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ONDERWIJS EN WETENSCHAPPEN Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nadere informatie

Ruimte voor leer-werktrajecten 13 juli Inleiding

Ruimte voor leer-werktrajecten 13 juli Inleiding Ruimte voor leer-werktrajecten 13 juli 2000 Inleiding In het plan van aanpak voortijdig schoolverlaten dat in juni 1999 aan de Tweede Kamer is gezonden, wordt gesteld dat samenwerking tussen vmbo en roc

Nadere informatie

Uitval zonder diploma: Aanleiding, Kansen en Toekomstintenties

Uitval zonder diploma: Aanleiding, Kansen en Toekomstintenties ROA Titel Uitval zonder diploma: Aanleiding, Kansen en Toekomstintenties ROA Fact Sheet ROA-F-2018/18 Researchcentrum voor Onderwijs en Arbeidsmarkt ROA Research Centre For Education and the Labour Market

Nadere informatie

DAG VAN DE BEROEPSKOLOM 9 O K TO B E R 20 1 5

DAG VAN DE BEROEPSKOLOM 9 O K TO B E R 20 1 5 DAG VAN DE BEROEPSKOLOM MBO-HBO 9 O K TO B E R 20 1 5 Doelen Kijken wat al goed werkt Nagaan of iets bijdraagt aan de kwaliteit van de aansluiting en doorstroom Aangeven wat kan verder worden uitgewerkt

Nadere informatie