EVALUATIE MINIMABELEID GEMEENTE OVERBETUWE
|
|
- Bart de Wilde
- 7 jaren geleden
- Aantal bezoeken:
Transcriptie
1 EVALUATIE MINIMABELEID GEMEENTE OVERBETUWE
2 Evaluatie minimabeleid gemeente Overbetuwe Een onderzoek naar de effecten van het minimabeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens en werkenden met lage inkomens in de gemeente Overbetuwe. Colofon Opdrachtgever gemeente Overbetuwe Datum juni 2016 Auteurs Tessa Schoot Uiterkamp Bert van Putten Stavangerweg JC Groningen Uitgave Deze publicatie is een uitgave van B.V.. Het overnemen van cijfers en / of teksten is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld. Niets uit deze publicatie mag worden verveelvoudigd en / of openbaar gemaakt worden in welke vorm dan ook zonder voorafgaande toestemming van B.V..
3 Inhoudsopgave Inleiding... 2 Samenvatting... 3 Scenario s voor beleid Minimahuishoudens in Overbetuwe Bevolkingssamenstelling Overbetuwe Kenmerken minimahuishoudens Gebruik inkomensondersteunende voorzieningen Kwijtschelding gemeentelijke belastingen Individuele bijzondere bijstand Persoonlijk minimabudget Collectieve zorgverzekering Gelrepas De inkomenseffecten Vrije bestedingen Effect gemeentelijke inkomensondersteuning Inkomenseffecten na werkaanvaarding vanuit uitkeringssituatie Inkomenseffect na werkaanvaarding algemeen Inkomenseffect na werkaanvaarding huishoudens die langer dan 1 jaar op het minimum leven Eigen bijdrage Wmo Systematiek Gevolgen voor het inkomen Scenario s voor beleid Ontwikkelingen in doelgroepen Trends in de maatschappij Gevolgen voor doelgroep van het armoedebeleid Scenario: verruimen inkomensgrenzen naar 120 procent Wsm Scenario: uitbreiding collectieve zorgverzekering Scenario: wijziging toegang Gelrepas voor kinderen van echtparen Bijlage: tabellen inkomenseffectrapportage
4 Inleiding Met de komst van de Participatiewet hebben lokale overheden meer mogelijkheden gekregen om hun armoede en re-integratiebeleid in samenhang vorm te geven. Instrumenten die hiervoor ingezet kunnen worden zijn het aanpassen van de inkomensgrenzen van lokale voorzieningen, de draagkrachtgrenzen voor bijzondere bijstand en het premiebeleid bij de uitstroom naar werk. Gemeenten hebben de zorgplicht om de leefsituatie en het toekomstperspectief van kwetsbare burgers die in armoede verkeren, te verbeteren. De gemeente Overbetuwe (ruim inwoners) heeft in 2013 een nieuw beleidsplan opgesteld en wil deze twee jaar na de invoering evalueren om erachter te komen of het beleid op punten moet worden bijgesteld. De gemeente wil weten wat de omvang en de samenstelling van de doelgroep voor het armoedebeleid is. Tevens wil zij weten wat de consequenties zijn voor de programma- en uitvoeringskosten als er wijzigingen optreden in de grondslagen voor het minimabeleid en het eventueel invoeren van nieuwe regelingen. Daarbij wenst de gemeente inzicht te hebben in de effecten van het landelijke en lokale beleid op de inkomens van de minima; dit mede in verband met de stapeling van eigen bijdragen. Hierbij is het eveneens van belang om inzicht te hebben in de armoedeval, indien burgers door werkaanvaarding geen recht meer hebben op de minimaregelingen. In deze rapportage worden de volgende onderzoeksvragen beantwoord: Wat is de omvang en samenstelling van de doelgroep voor het armoedebeleid? Welke typen huishoudens en inkomenscategorieën zijn hierbij te onderscheiden? Hoeveel kinderen groeien op in armoede? Wat is het bereik van de verschillende minimaregelingen? Wat zijn de effecten van het nieuwe lokale en landelijke beleid op het besteedbare inkomen van de diverse minimadoelgroepen en inkomenscategorieën? Hoe groot is de groep die geconfronteerd wordt met een armoedeval doordat men vanwege een hoger inkomen (bijvoorbeeld na werkaanvaarding) bepaalde voorzieningen gaat missen? Welke scenario s zijn er te berekenen voor de eigen bijdragen en wat betekent dit voor de programma- en uitvoeringskosten? Inhoud van de rapportage In het eerste hoofdstuk van deze rapportage wordt de doelgroep voor het minimabeleid in beeld gebracht. In hoofdstuk 2 gaan we in op het gebruik van inkomensondersteunende voorzieningen. Het derde hoofdstuk brengt de inkomenseffecten van het beleid nader in beeld. We beginnen met een managementsamenvatting van de rapportage. 2
5 Samenvatting Van de bijna huishoudens in de gemeente Overbetuwe moet 4,2 procent rondkomen van een inkomen tot 105 procent Wsm. Dit zijn in totaal 802 huishoudens. Het landelijke percentage huishoudens met een dergelijk inkomen ligt op bijna 10 procent. In totaal hebben 937 huishoudens in de gemeente een inkomen tot 110 procent Wsm en huishoudens moeten rondkomen van een inkomen tot 125 procent Wsm. De doelgroep voor het lokale minimabeleid (huishoudens met een inkomen tot 110 procent van het Wsm) bestaat voor meer dan de helft uit bijstandsgerechtigden en voor een kwart uit huishoudens met een ander hoofdinkomen uit bijvoorbeeld werk of een WW of WIA uitkering. In ruim een zesde van de huishoudens met een minimuminkomen is het oudste gezinslid 65 jaar of ouder. Alleenstaanden vormen met 53 procent de grootste groep minimahuishoudens in Overbetuwe. Dit aandeel ligt iets onder het landelijke gemiddelde van 60 procent. Daarnaast zijn ook huishoudens met kinderen, die 41 procent van de primaire doelgroep vormen, prominent aanwezig. Met name het aandeel eenoudergezinnen is met 24 procent relatief hoog: landelijk is gemiddeld 20 procent van de huishoudens tot 110 procent Wsm eenoudergezin. Kinderen Van alle opgroeiende jongeren tot 18 jaar in de gemeente Overbetuwe leeft 3,6 procent in een huishouden met een inkomen tot maximaal 110 procent van het voor dat huishouden geldende wettelijke sociale minimum. Het gaat om 386 kinderen. Gebruik inkomensondersteunende voorzieningen De volgende tabel zet de doelgroep en het bereik per regeling op een rij. Tabel S1 Inkomensgrenzen voorzieningen in 2015, doelgroep en bereik Categorie Inkomensgrens Doelgroep Regelgeving Kwijtschelding 100% 802 landelijk/gemeentelijk Bijzondere bijstand 110% 937 landelijk/gemeentelijk Persoonlijk minimabudget 110% 693 landelijk/gemeentelijk School xtra 110% 225 kinderen gemeentelijk Collectieve zorgverzekering 110% 937 gemeentelijk Gelre Pas 110% 937 gemeentelijk Het bereik van de kwijtschelding is met 91 procent zeer hoog te noemen. Bij de meeste gemeenten is het bereik circa 80 procent. In 2015 zijn er betalingen bijzondere bijstand geweest. Vanwege de inrichting van het systeem in Overbetuwe kregen wij de gegevens niet tijdig aangereikt en was het niet mogelijk het bereik van de bijzondere bijstand te berekenen. Het bereik van het Persoonlijk minimabudget is 72 procent. Vergelijking met landelijk cijfers rond bereik is lastig, omdat het een afwijkende regeling is. Veel gemeenten hebben een individuele inkomenstoeslag met een referteperiode van 3 jaar. Tot de doelgroep voor de collectieve zorgverzekering behoren alle 937 huishoudens met een inkomen tot maximaal 110 procent Wsm en een vermogen binnen de bijstandsnormen. Het bereik van de regeling is 48 procent. Het bereik van de zorgverzekering ligt landelijk gezien rond de 30 procent van de doelgroep. Het bereik is derhalve behoorlijk hoog. Met de Gelrepas krijgt men korting op activiteiten op het gebied van sport en cultuur. In 2015 zijn passen verstrekt, 81 procent onder de doelgroep. Van de verstrekte passen zijn er 381 daadwerkelijk gebruikt: dat is 26 procent van de doelgroep. Voor een geld terug regeling geldt dat een bereik van 40 tot 50 procent op jaarbasis gangbaar is. Het gebruik van deze voorziening in Overbetuwe ligt dus onder het verwachte bereik. De inkomenseffecten Alle huishoudens jonger dan de pensioengerechtigde leeftijd met een inkomen tot 120 procent Wsm komen maandelijks geld tekort ten opzichte van de norm die het Nibud heeft gesteld. Bij 3
6 de ouderen hebben echtparen maandelijks minder over dan de NIBUD-norm voor vrije bestedingen, alleenstaande ouderen houden wel voldoende geld over ten opzichte van deze norm. Echtparen (met en zonder kinderen) jonger dan 65 jaar komen maandelijks het meest tekort ten opzichte van de norm voor vrije bestedingen. Zij hebben maandelijks de minste financiële ruimte voor vrije uitgaven. Zij hebben bijvoorbeeld hogere kosten als het gaat om huishoudelijke- en reserveringsuitgaven 1 dan de andere huishoudens en deze extra kosten worden niet volledig door hun hogere inkomsten gecompenseerd. Alle huishoudens houden maandelijks wel geld over om vrije bestedingen van te doen. Het zijn echter deze bestedingen waardoor ze in de rode cijfers terecht komen. Het bedrag als ook het effect aan gemeentelijke bijdragen verschilt per huishoudtype. Omdat gezinnen met kinderen ook aanspraak kunnen maken op de school xtra regeling is het effect van de bijdrage voor deze huishoudens het grootst. Inkomenseffecten na werkaanvaarding vanuit uitkeringssituatie Een hoger inkomen kan ten koste gaan van bijvoorbeeld de hoogte van de huur- en zorgtoeslag. Daarnaast kan een huishouden het recht op gemeentelijke voorzieningen verliezen. Hierdoor gaat een huishouden er bij een inkomensstijging per saldo niet of slechts in beperkte mate op vooruit. Dit wordt ook wel de armoedeval genoemd. De tabel S2 geeft weer in hoeverre het maandelijkse besteedbare inkomen stijgt of daalt na werkaanvaarding vanuit een uitkeringssituatie. Het gaat om huishoudens die korter dan 1 jaar op het sociaal minimum zitten. Tevens gaan we uit van een optimaal gebruik van alle regelingen: elk huishouden maakt dus gebruik van de lokale en landelijke regelingen waar men recht op heeft. Tabel S2 Vergelijking maandelijkse inkomenspositie in euro s Toename inkomen tov 100% Wsm 110% 120% 130% Alleenstaande <65 jaar 4% 10% 14% Echtpaar zonder kinderen 4% 5% 7% Alleenstaande ouder, 2 kinderen 4% 6% 11% Echtpaar, 2 kinderen 3% 4% 5% Voor de meeste huishoudens stijgt het netto inkomen wel: zodra iemand meer verdient dan een bijstandsuitkering houdt hij onder de streep ook meer over. Gezinnen met kinderen die gaan werken tegen een inkomen van 130 procent Wsm houden per maand 97 euro extra over: 5 procent meer dan wanneer zij een bijstandsuitkering ontvangen. Bovenstaande berekening is op basis van optimaal gebruik van de regelingen. Indien een meerpersoonshuishouden met kinderen bijvoorbeeld geen gebruik maakt van de Gelrepas, dan zal de armoedeval vrijwel niet optreden omdat er dan geen regeling weg valt. Inkomenseffect na werkaanvaarding huishoudens die langer dan 1 jaar op het minimum leven Het persoonsgebonden minimabudget heeft gevolgen voor het inkomen na werkaanvaarding. Het netto inkomen stijgt boven de 110 procent aanzienlijk minder hard dan bij huishoudens die korter dan een jaar op het sociaal minimum zitten. Bij alle huishoudens zien we een netto daling van het inkomen indien men van 110 procent Wsm naar 120 procent Wsm gaat. Eigen bijdrage Wmo Huishoudens die gebruik maken van de Wmo betalen een eigen bijdrage. Het CAK berekent en incasseert de eigen bijdrage voor de Wmo voor de gemeente. Op basis van het verzamelinkomen van een huishouden berekent het CAK de eigen bijdrage per huishouden. De te betalen eigen bijdrage hangt vanzelfsprekend sterk af van de aard van de voorziening en de 1 Het Nibud hanteert voor deze huishoudens hoge(re) normbedragen. 4
7 uurprijs waarop de eigen bijdrage is gebaseerd. Het kan echter nooit meer worden dan de maximale bedragen zoals die zijn vastgelegd. Minima in de gemeente Overbetuwe kunnen gebruik maken van de collectieve zorgverzekering. Binnen deze regeling kan elke verzekerde maximaal 400,- vergoeding krijgen voor de te betalen eigen bijdrage. De regeling is toegankelijk voor minima tot 110 procent Wsm. Dit bedrag is hoger dan de maximale eigen bijdrage die een dergelijk huishouden hoeft te betalen. Bij het bepalen van de gevolgen van de eigen bijdrage op het inkomen is het van belang of een persoon wel of geen gebruik maakt van de collectieve zorgverzekering. Indien een huishouden een eigen bijdrage Wmo dient te betalen en geen collectieve zorgverzekering heeft via de gemeente, scheelt dat een alleenstaande op 100 procent Wsm bijna 50,- per maand ten opzichte van iemand die wel gebruikmaakt van de collectief. Dit komt door de eigen bijdrage en het missen van de korting die de gemeente op het verzekeringspakket. Bij echtparen is dit verschil ruim 70,- per maand. Scenario s voor beleid Ontwikkelingen in doelgroepen De komende jaren zal naar verwachting de doelgroep van het armoedebeleid gaan dalen. De aantrekkende economie vergroot de kansen op duurzame uitstroom uit de uitkering. De prognose voor de bevolkingsontwikkeling in de komende jaren in de gemeente Overbetuwe onderschrijft dit. Het aantal kinderen zal de komende jaren gaan dalen en het aantal ouderen zal sterk stijgen. De inkomenspositie van die ouderen is in het algemeen een stuk beter in vergelijking met enige jaren geleden. Daarnaast is er een groep die qua besteedbaar inkomen weliswaar voldoet aan de eisen van het armoedebeleid maar teveel vermogen heeft (bijvoorbeeld in de vorm van een eigen huis). Deze groep komt niet in aanmerking voor een voorziening uit het armoedebeleid. Er is een aantal kanttekeningen bij deze ontwikkeling te plaatsen. Het aantal nieuwe Nederlanders zal toenemen: deze groep is waarschijnlijk langdurig afhankelijk van een uitkering en de voorzieningen voor een laag inkomen. De verwachting is dat een groeiende groep werkenden het steeds lastiger zal krijgen om voldoende inkomen te verwerven. Burgers die te maken hebben met bijvoorbeeld de Wmo kunnen te maken krijgen met een stijging in de te betalen eigen bijdrage. Indien men niet deelneemt aan het collectief kan het gebeuren dat men netto onder de armoedegrens komt te vallen, terwijl men formeel niet aan de criteria van het armoedebeleid voldoet. Scenario s Het verruimen van de inkomensgrenzen naar 120 procent Wsm leiden tot aan extra programmakosten. De meeste extra kosten zijn gemoeid met het Persoonsgebonden Minimabudget. De uitvoeringskosten stijgen naar schatting met : een totale stijging van de kosten met bijna Een uitbreiding van de collectieve zorgverzekering tot 130 procent Wsm voor de groep chronisch zieken en gehandicapten en ouderen leidt tot circa aan extra programmakosten. De uitvoeringskosten stijgen met circa Een ander scenario is het toegankelijk maken van de Gelrepas voor meerpersoonshuishoudens met kinderen.tot een inkomen van 130 Wsm. De reden voor het berekenen van dit scenario is dat het aanvaarden van werk voor deze groep tot de grootste armoedeval leidt. De kosten stijgen dan met ruim euro. Het effect van werkaanvaarding indien echtparen met kinderen geen aanspraak kunnen doen op de Gelrepas is dat echtparen er netto meer op vooruit gaan. Wel hebben ze minder te besteden op het moment dat ze minima zijn door het wegvallen van de voordelen van de Gelrepas. 5
8 1. Minimahuishoudens in Overbetuwe In dit hoofdstuk beschrijven we de omvang en samenstelling van de groepen huishoudens met inkomens tot 130 procent van het wettelijke sociale minimum in de gemeente Overbetuwe 2. Vervolgens geven we het bereik van het huidige pakket aan inkomens ondersteunende voorzieningen weer Bevolkingssamenstelling Overbetuwe Onderstaand geven we de belangrijkste kenmerken van de bevolkingspopulatie in 2016 in de gemeente Overbetuwe weer. Tabel Aantal huishoudens en inwoners Overbetuwe, peildatum maart 2016 Categorie Aantal huishoudens Aantal personen Gemiddelde huishoudgrootte 2,47 In de gemeente Overbetuwe wonen ruim personen, waarvan bijna jonger dan 18 jaar zijn (ruim 20 procent). In de gemeente wonen huishoudens. De gemiddelde huishoudgrootte komt daarmee uit op 2,47 personen. Dat is hoger dan het landelijke gemiddelde van 2,2. Huishoudtype Naar huishoudtype zien we de volgende verdeling. Tabel Huishoudens naar type 2016 Huishoudtype Aantal Aandeel Aandeel landelijk Alleenstaand % 36% Eenoudergezin % 7% Meerpersoons zonder kinderen % 27% Meerpersoons met kinderen % 30% Totaal % 100% In Overbetuwe wonen minder alleenstaanden dan gemiddeld in Nederland. Er wonen relatief meer meerpersoonshuishoudens met en zonder kinderen Kenmerken minimahuishoudens De volgende tabel bevat een overzicht van het actuele aantal en aandeel minimahuishoudens in de gemeente. Het gaat om huishoudens met een laag vermogen. 2 Alle bevolkings- en inkomensgegevens in deze rapportage zijn afkomstig van het CBS. De inkomensgegevens van het CBS zijn van De inkomensgegevens zijn door bewerkt, geactualiseerd en gecorrigeerd voor de vermogensnormen van de Participatiewet. 6
9 Tabel Huishoudens naar inkomen in Overbetuwe Inkomen Laag vermogen Aantal Aandeel Tot 105 % Wsm 802 4,2% 105% tot 110% Wsm 135 0,7% 110% tot 120% Wsm 192 1,0% 120% tot 125% Wsm 144 0,8% Subtotaal ,7% 0,0% Overig ,3% Totaal % Van alle huishoudens in de gemeente moet 4,2 procent rondkomen van een inkomen tot 105 procent Wsm. Dit zijn in totaal 802 huishoudens. Het landelijke percentage minima met een dergelijk inkomen ligt op bijna 10 procent. In totaal hebben 937 huishoudens een inkomen tot 110 procent Wsm en huishoudens moeten rondkomen van een inkomen tot 125 procent Wsm. In het vervolg van de analyse richten we ons op de doelgroep met een laag vermogen met een inkomen tot 110 procent. Inkomensbron Het inkomensondersteunend beleid van de gemeente Overbetuwe is primair gericht op de doelgroep met inkomens tot 110 procent Wsm. In deze groep ziet de verdeling van de minimapopulatie naar inkomensbron er als volgt uit. Voor de volledigheid hebben we ook de doelgroep tot 120 procent van het Wsm in beeld gebracht. Tabel Inkomensbron minima 2015 Inkomensbron 110% Wsm 120% Wsm Aantal Aandeel Aantal Aandeel Bijstand inkomen % % Ander inkomen % % AOW inkomen % % Totaal % % De doelgroep voor het lokale armoedebeleid bestaat voor meer dan de helft uit bijstandsgerechtigden en voor een kwart uit huishoudens met een ander hoofdinkomen uit bijvoorbeeld werk en of een WW of WIA uitkering. In ruim een zesde van de huishoudens met een minimuminkomen is het oudste gezinslid 65 jaar of ouder. Landelijk is 64 procent van de huishoudens met een inkomen tot 110 procent Wsm afhankelijk van een bijstandsinkomen. Het aandeel ligt in Overbetuwe dus iets lager. Huishoudtype Het volgende overzicht geeft het huishoudtype van de minimahuishoudens met inkomens tot 110 procent, 120 en 125 procent Wsm weer. 3 Dit betreft huishoudens met een laag vermogen. Een laag vermogen is voor alleenstaanden een vermogen lager dan en voor meerpersoonshuishoudens ,- 7
10 Tabel Huishoudtype minima, inkomen tot 110% Wsm 2015 Huishoudtype 110% 120% 125% Aantal Aandeel Alleenstaand % 53% 53% Eenoudergezin % 24% 21% Meerpersoons zonder kinderen 81 7% 7% 8% Meerpersoons met kinderen % 17% 17% Totaal % Alleenstaanden vormen met 53 procent de grootste groep minimahuishoudens in Overbetuwe. Dit aandeel ligt iets onder het landelijke gemiddelde van 60 procent. Daarnaast zijn ook huishoudens met kinderen, die 41 procent van de primaire doelgroep vormen, prominent aanwezig. Met name het aandeel eenoudergezinnen is relatief hoog: landelijk is gemiddeld 20 procent van de huishoudens tot 110 procent Wsm eenoudergezin tegenover 24 procent in Overbetuwe. Kinderen Van alle opgroeiende jongeren tot 18 jaar in de gemeente Overbetuwe wonen er 386 in een huishouden met een inkomen tot maximaal 110 procent van het voor dat huishouden geldende wettelijke sociale minimum. Met elkaar maken zij 3,6 procent van de jeugdpopulatie in Overbetuwe uit. In huishoudens met een inkomen tot respectievelijk 120 en 125 procent leven 412 en 437 kinderen. 8
11 2. Gebruik inkomensondersteunende voorzieningen In dit hoofdstuk gaan we in op het gebruik en bereik van de inkomensondersteunende en participatie bevorderende voorzieningen die de gemeente Overbetuwe kent. De volgende tabel geeft de regelingen en inkomensgrenzen van voorzieningen voor minimahuishoudens weer. Tabel 2.1 Inkomensgrenzen voorzieningen in 2015 en omvang doelgroep Categorie Inkomensgrens Doelgroep Regelgeving Kwijtschelding 100% 802 landelijk/gemeentelijk Bijzondere bijstand 110% 937 landelijk/gemeentelijk Persoonlijk minimabudget 110% 693 landelijk/gemeentelijk School xtra 110% 225 kinderen gemeentelijk Collectieve zorgverzekering 110% 937 gemeentelijk Gelre Pas 110% 937 gemeentelijk Onder de landelijke voorzieningen voor het minimabeleid vallen de kwijtschelding en de bijzondere bijstand. De landelijke regeling individuele inkomenstoeslag is ondergebracht onder het Persoonlijk Minimabudget. De School xtra regeling is ook onderdeel van het persoonlijk minimabudget. Voor elk van deze voorzieningen kunnen, binnen bepaalde grenzen, lokale uitvoeringsregels gelden. Daarnaast kunnen huishoudens gebruik maken van twee lokale minimaregelingen, namelijk de Collectieve zorgverzekering en de GelrePas. Voor elke lokale minimaregeling hanteert Overbetuwe dezelfde inkomensgrens Kwijtschelding gemeentelijke belastingen De doelgroep voor de kwijtschelding bestaat uit huishoudens met een inkomen tot maximaal 100 procent van het voor dat huishoudtype geldende sociale minimum. Tabel Bereik kwijtschelding 2015 Categorie Doelgroep 802 Gebruik kwijtschelding 730 Percentage bereik 91% In het jaar 2015 is aan 730 huishoudens geheel of gedeeltelijk kwijtschelding van lokale heffingen verstrekt. Het bereik van deze voorziening is met 91 procent zeer hoog te noemen. Bij de meeste gemeenten is het bereik circa 80 procent Individuele bijzondere bijstand Het bijzondere bijstandsbeleid van de gemeente Overbetuwe is erop gericht om mensen die bijzondere noodzakelijke kosten hebben en deze niet zelf kunnen betalen, te ondersteunen. De gemeente beoordeelt bij iedere aanvraag of er sprake is van bijzondere omstandigheden. De doelgroep bestaat uit 937 huishoudens met inkomens tot 110 procent van de bijstandsnorm. Daarnaast is de draagkrachtregeling van toepassing: die is 35 procent bij een inkomen boven de 110 procent van het Wsm. Vermogen telt 100 procent mee als draagkracht. In 2015 zijn er betalingen bijzondere bijstand geweest. Vanwege de inrichting van het systeem in Overbetuwe kregen wij de gegevens niet tijdig aangereikt en was het niet mogelijk het bereik van de bijzondere bijstand te berekenen. 9
12 2.3. Persoonlijk minimabudget In Overbetuwe behoort iedereen ouder dan 21 jaar, die gedurende 12 maanden een inkomen heeft tot maximaal 110 procent van de bijstandsnorm tot de doelgroep van het persoonlijk minimabudget. Men kan één keer per jaar een vast bedrag krijgen om noodzakelijke uitgaven te kunnen doen. Dit bedrag kan worden besteed aan schoolkosten voor kind(eren), een computer, een nieuwe eettafel of voor het vervangen van een kapotte wasmachine. De doelgroep van de regeling bestaat feitelijk uit diverse groepen. Basis is dat een huishouden langer dan 1 jaar onafgebroken aangewezen is op een inkomen van minder dan 110 procent van het Wsm. Daarbij wordt in de regeling een onderscheid gemaakt naar: Alleenstaanden; die krijgen een budget van 370,-, Gezinnen: gezinnen zijn paren met en zonder kinderen en alleenstaande ouders; zij krijgen een budget van 529,-, Mensen zonder arbeidsplicht of met een Wmo-voorziening; dit is inclusief gepensioneerden; zij krijgen een toelage van 100,- Voor kinderen is er een specifieke toelage: school xtra. School xtra is een onderdeel van het Persoonlijk minimabudget. Het is extra geld voor ouders en bedoeld om de kosten van schoolgaande kinderen tot 18 jaar te kunnen betalen. Het is te gebruiken voor bijvoorbeeld de vrijwillige ouderbijdrage, schoolreisjes en uitjes. Voor een kind op de basisschool krijgt men 50 en voor een kind op het voortgezet onderwijs 100. De primaire doelgroep voor deze regeling bestaat uit huishoudens met kinderen. In deze huishoudens wonen naar schatting 225 kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 18 jaar. De doelgroep voor deze regeling bestaat dus uit verschillende groepen. In het onderstaande brengen we deze nader in beeld. In totaal hebben 924 huishoudens tussen de 21 jaar en de pensioengerechtigde leeftijd een inkomen tot 110 procent Wsm. Van hen is naar schatting 75 procent langer dan 1 jaar op dit inkomen aangewezen. De doelgroep bestaat dan uit 693 huishoudens. Tabel Bereik Persoonlijk Minimabudget 2015 Persoonsgebonden minimabudget Aantal tot 110% % > 1 jaar Doelgroep Totale doelgroep % 693 Gebruik PMB 504 Percentage gebruik 72% In 2015 hebben 504 huishoudens gebruik gemaakt van deze toeslag. Afgezet tegen het aantal huishoudens in de groep die langer dan één jaar een inkomen tot 110 procent Wsm heeft, is dit een bereik van 72 procent. Vergelijking met landelijk cijfers rond bereik is lastig, omdat het een afwijkende regeling is. Veel gemeenten hebben een individuele inkomenstoeslag met een referteperiode van 3 jaar Collectieve zorgverzekering Tot de doelgroep voor de collectieve zorgverzekering behoren alle 937 huishoudens met een inkomen tot maximaal 110 procent Wsm en een vermogen binnen de bijstandsnormen. Omdat we niet beschikken over gebruik op huishoudniveau maar over het aantal premiebetalers op persoonsniveau, zetten we ook het bereik van de regeling af tegen het aantal personen met een minimuminkomen (1.095). 10
13 Tabel Bereik collectieve zorgverzekering 2015 Categorie Doelgroep volwassenen Aantal premiebetalers 523 Percentage gebruik 48% In het jaar 2015 hebben 523 personen gebruik gemaakt van deze regeling. Dit komt neer op een bereik van 48 procent. Het bereik van de zorgverzekering ligt landelijk gezien rond de 30 procent van de doelgroep. Het bereik is derhalve behoorlijk hoog Gelrepas Met de Gelrepas krijgt men korting op activiteiten op het gebied van sport en cultuur. Zo kunnen kinderen tot 18 jaar gratis sporten met een maximale vergoeding van 225 per jaar. Volwassenen krijgen 50% korting op hun contributie met een maximum van 225 per jaar. Men kan ook cursussen volgen. Standaard is 10% van de cursusprijs voor eigen rekening. Voor pashouders tot 18 jaar is de korting maximaal 405 per cursus, per jaar. Voor pashouders van 18 jaar en ouder is ook standaard 10% van de cursusprijs voor eigen rekening. Van de resterende cursusprijs is de korting 50% van het cursusgeld met een maximum van 185 per cursus, per jaar. De doelgroep bestaat uit huishoudens met inkomens tot maximaal 110 procent Wsm. Tabel Bereik Gelrepas Categorie Doelgroep kinderen 386 Doelgroep volwassenen Totale doelgroep Verstrekte Gelrepassen Gebruikte passen 381 Percentage gebruik 26% In 2015 zijn passen verstrekt, 81 procent onder de doelgroep. Van de verstrekte passen zijn er 381 daadwerkelijk gebruikt: dat is 26 procent van de doelgroep. Voor een geld terug regeling geldt dat een bereik van 40 tot 50 procent op jaarbasis gangbaar is. Het gebruik van deze voorziening in Overbetuwe ligt dus onder het verwachte bereik. 11
14 3. De inkomenseffecten In dit hoofdstuk wordt inzicht gegeven in de effecten van landelijke toeslagen en het lokale armoedebeleid op het inkomen van huishoudens met een inkomen tot maximaal 130 procent van het sociaal minimum. Ook geven we weer of en in welke mate het inkomen stijgt na werkaanvaarding vanuit een bijstandssituatie Vrije bestedingen De volgende tabel geeft het bedrag per huishouden weer dat maandelijks overblijft om vrije bestedingen van te doen. Het NIBUD maakt voor deze vrije bestedingen onderscheid tussen uitgaven voor sociale participatie en de overige uitgaven. Onder sociale participatie vallen de posten contributies en abonnementen, op bezoek gaan, bezoek ontvangen, vakantie en uitgaan en vervoer. Sociale participatie wordt door velen als noodzakelijk beschouwd en is ook in de gemeente Overbetuwe onderdeel van het armoedebeleid. De overige uitgaven zijn bijvoorbeeld kosten voor een huisdier, woon-werkverkeer en zakgeld voor de kinderen etc. Tabel Maandelijks beschikbaar bedrag vrije bestedingen per huishoudtype naar inkomen 4 100% 110% 120% 130% Langdurig 110% Alleenstaande (< 65) Exclusief gemeente Inclusief gemeente Alleenstaande ouder twee kinderen Exclusief gemeente Inclusief gemeente Echtpaar zonder kinderen Exclusief gemeente Inclusief gemeente Echtpaar twee kinderen Exclusief gemeente Inclusief gemeente plus alleenstaande Exclusief gemeente Inclusief gemeente plus echtpaar Exclusief gemeente Inclusief gemeente De verschillen tussen de huishoudtypes zijn behoorlijk. Tot 120 procent Wsm komen alle huishoudens onder de 65 jaar maandelijks tekort ten opzichte van de norm die het Nibud heeft gesteld. Bij de ouderen hebben echtparen maandelijks minder over dan de NIBUD-norm voor vrije bestedingen. Echtparen (met en zonder kinderen) jonger dan 65 jaar komen maandelijks het meest tekort ten opzichte van de norm voor vrije bestedingen. Zij hebben maandelijks de minste financiële ruimte voor vrije uitgaven. Zij hebben bijvoorbeeld hogere kosten als het gaat om huishoudelijke- en reserveringsuitgaven 7 dan de andere huishoudens en deze extra kosten worden niet volledig door hun hogere inkomsten gecompenseerd. 4 Gemeentelijke bedragen uit en landelijke regelingen en toeslagen gebaseerd op bedragen Dit zijn de bedragen exclusief de tegemoetkomingen die een huishouden kan krijgen vanuit het armoedebeleid van de gemeente. 6 Inclusief de maximale bedragen die het huishouden kan ontvangen in het kader van het armoedebeleid van de gemeente. 7 Het Nibud hanteert voor deze huishoudens hoge(re) normbedragen. 12
15 3.2. Effect gemeentelijke inkomensondersteuning In deze paragraaf worden de effecten van het lokale armoedebeleid weergegeven. De bedragen zijn een optelsom van gemeentelijke minimaregelingen en de kwijtschelding van gemeentelijke belastingen. Daarnaast staat voor elk huishoudtype het effect van deze bijdragen weergegeven. Dit is de verhouding tussen de inkomsten die worden verkregen vanuit de gemeentelijke regelingen en de maandelijkse uitgaven van het betreffende huishoudtype. Tabel Maandelijkse bijdrage gemeentelijke ondersteuning en het effect op de uitgaven Huishoudtype 100% Wsm 110% Wsm langjarig 110% Wsm bedrag effect bedrag effect Bedrag effect Alleenstaande <65 jaar 63 5% 24 2% 93 7% Alleenstaande ouder met kinderen 113 6% 61 3% 170 9% Echtpaar zonder kinderen 100 5% 48 3% 144 8% Echtpaar met kinderen 137 6% 85 4% 194 9% Alleenstaande % 24 2% 103 8% Echtpaar % 48 3% 152 8% Te zien is dat zowel het bedrag als ook het effect aan gemeentelijke bijdragen per huishoudtype verschilt. Omdat gezinnen met kinderen ook aanspraak kunnen maken op de school xtra regeling is het effect van de bijdrage voor deze huishoudens het grootst Inkomenseffecten na werkaanvaarding vanuit uitkeringssituatie Een hoger inkomen kan ten koste gaan van bijvoorbeeld de hoogte van de huur- en zorgtoeslag. Daarnaast kan een huishouden het recht op gemeentelijke voorzieningen verliezen. Hierdoor gaat een huishouden er bij een inkomensstijging per saldo niet of slechts in beperkte mate op vooruit. Dit wordt ook wel de armoedeval genoemd Inkomenseffect na werkaanvaarding algemeen De tabel geeft weer in hoeverre het maandelijks besteedbare inkomen stijgt of daalt na werkaanvaarding vanuit een uitkeringssituatie. Het gaat om huishoudens die korter dan 1 jaar op het sociaal minimum zitten. Tevens gaan we uit van een optimaal gebruik van alle regelingen: elk huishouden maakt dus gebruik van de lokale en landelijke regelingen waar men recht op heeft. 13
16 Tabel Vergelijking maandelijkse inkomenspositie in euro s Effect van Netto Bijdrage Bijdrage Totaal Toename Toename werkaanvaarding inkomen Rijk 8 gemeente 9 inkomen tov 100% % Alleenstaande <65 jaar 100% Wsm % Wsm % 120% Wsm % 130% Wsm % Alleenstaande ouder met twee kinderen 100% Wsm % Wsm % 120% Wsm % 130% Wsm % Echtpaar zonder kinderen 100% Wsm % Wsm % 120% Wsm % 130% Wsm % Echtpaar met twee kinderen 100% Wsm % Wsm % 120% Wsm % 130% Wsm % Voor alle huishoudens geldt dat het netto inkomen stijgt zodra hij een hoger inkomen verwerft zodra iemand meer verdient dan een bijstandsuitkering houdt hij onder de streep ook meer over. Gezinnen met kinderen die gaan werken tegen een inkomen van 130 procent Wsm houden per maand 97 euro extra over: 5 procent meer dan wanneer dit huishouden een bijstandsuitkering ontvangt. Hieronder lichten we per huishoudtype de inkomensposities nader toe. Alleenstaanden Alleenstaanden gaan er van alle huishoudens in totaal het meest op vooruit wanneer zij werk aanvaarden. Een alleenstaande die vanuit een bijstandssituatie werk aanvaardt waarbij 130 procent van het Wsm verdiend wordt, heeft maandelijks 193 meer te besteden. Deze 193 staat gelijk aan een groei van 14 procent in inkomen. Deze totale inkomensgroei is echter wel lager dan de groei van 30 procent aan netto inkomen (van 973 naar 1.265, een toename van 292). Alleenstaande ouders Alleenstaande ouders houden langer dan de andere huishoudens recht op eenzelfde bedrag aan toeslagen vanuit het Rijk. Een alleenstaande ouder met een inkomen tot 130 procent Wsm ontvangt namelijk net zoveel aan huur- en zorgtoeslag als een alleenstaande ouder met een inkomen tot 100 procent Wsm. Daarnaast heeft een alleenstaande ouder die werkt recht op heffingskortingen. 8 De bijdrage van het Rijk bestaat uit de huurtoeslag, zorgtoeslag, heffingskortingen, het kindgebonden budget en de kinderopvangtoeslag minus de kosten voor de kinderopvang. 9 De bijdrage van de gemeente bestaat uit de bijdrage vanuit de Gelrepas, de kwijtschelding van lokale belastingen en de korting op de collectieve zorgverzekering. 14
17 Meerpersoons zonder kinderen Het totale inkomen van een meerpersoonshuishouden zonder kinderen stijgt met 7 procent als een van beide partners gaat werken tegen een loon gelijk aan 130 procent Wsm. Het huishouden gaat er dan 134 in de maand in totaal op vooruit. Bij meerpersoonshuishoudens daalt de bijdrage vanuit het Rijk een stuk sneller dan bij andere huishoudtypen, zodra er in dit huishouden meer wordt verdiend. Een meerpersoonshuishouden met een bijstandsuitkering ontvangt maandelijks 424 aan landelijke toeslagen en als een van beide partners werkt tegen 130 procent Wsm ontvangt het huishouden nog maar 241 aan landelijke toeslagen. Meerpersoons met kinderen Meerpersoonshuishoudens met twee kinderen worden geconfronteerd met een armoedeval wanneer een van beide partners vanuit een bijstandssituatie gaat werken tegen een loon van 130 procent Wsm. Vooral huishoudens met (ook) oudere kinderen gaan er nauwelijks in inkomen op vooruit. Een huishoudens met twee oudere kinderen ontvangt dan maandelijks 215 minder aan landelijke toeslagen en 193 aan gemeentelijke regelingen ontvangt dan wanneer het huishoudinkomen gelijk is aan 100 procent Wsm. Bovenstaande berekening is op basis van optimaal gebruik van de regelingen. Indien een meerpersoonshuishouden met kinderen bijvoorbeeld geen gebruik maakt van de Gelrepas, dan zal de armoedeval vrijwel niet optreden Inkomenseffect na werkaanvaarding huishoudens die langer dan 1 jaar op het minimum leven De tabel gaat nader in op de situatie van huishoudens die al langer dan 12 maanden van een inkomen tot maximaal 110 procent Wsm leven. De cijfers geven weer in hoeverre het maandelijkse besteedbare inkomen stijgt of daalt na werkaanvaarding vanuit deze situatie. Tabel Vergelijking maandelijkse inkomenspositie in euro s Effect van Netto Bijdrage werkaanvaarding inkomen Rijk 10 gemeente 11 inkomen tov 100% % Alleenstaande <65 jaar 100% Wsm % Wsm % 120% Wsm % 130% Wsm % Alleenstaande ouder met twee kinderen 100% Wsm % Wsm % 120% Wsm % 130% Wsm % Echtpaar zonder kinderen 100% Wsm % Wsm % 120% Wsm % 130% Wsm % Echtpaar, 2 kinderen 100% Wsm % Wsm % 120% Wsm % 130% Wsm % 15 Bijdrage Totaal Toename 10 De bijdrage van het Rijk bestaat uit de huurtoeslag, zorgtoeslag, heffingskortingen, het kindgebonden budget en de kinderopvangtoeslag minus de kosten voor de kinderopvang. 11 De bijdrage van de gemeente bestaat uit de bijdrage vanuit de Gelrepas, persoonsgebonden minimabudget, de kwijtschelding van lokale belastingen en de korting op de collectieve zorgverzekering. Toename
18 Het persoonsgebonden minimabudget heeft gevolgen voor het inkomen na werkaanvaarding. Het netto inkomen stijgt boven de 110 procent aanzienlijk minder hard dan bij huishoudens die korter dan een jaar op het sociaal minimum zitten. Bij alle huishoudens zien we een netto daling van het inkomen indien men van 110 procent Wsm naar 120 procent Wsm gaat. Een alleenstaande gaat er netto nog steeds het meeste op vooruit. Een alleenstaande ouder houdt bij een inkomensstijging naar 130 procent Wsm netto 152 over: een stijging van 8 procent. Echtparen zonder kinderen houden van de stijging van 100 naar 130 procent netto 5 procent over, een bedrag van 90. Echtparen met 2 kinderen houden bij een dergelijke stijging 40 netto over. Indien het maandinkomen stijgt tot boven de 130 procent, dan nemen de toeslagen minder snel af. Huishoudens gaan er netto dan meer op vooruit Eigen bijdrage Wmo Systematiek Huishoudens die gebruik maken van de Wmo betalen een eigen bijdrage. Het CAK berekent en incasseert de eigen bijdrage voor de Wmo voor de gemeente. Op basis van het verzamelinkomen van een huishouden berekent het CAK de eigen bijdrage per huishouden. Het CAK vraagt deze inkomensgegevens op bij de belastingdienst. Op basis van deze gegevens wordt de maximale periodebijdrage per huishouden vastgesteld. Een huishouden betaalt per periode van vier weken nooit meer dan dit bedrag. De hoogte van de eigen bijdrage hangt af van de aard van de voorziening. Voor bijvoorbeeld Hulp bij het Huishouden en Begeleiding wordt uitgegaan van het aantal ontvangen uren in een periode vermenigvuldigd met het uurtarief (bepaald door de gemeente). Voor de andere voorzieningen bepaalt de gemeente welke bijdrage iemand moet betalen. Voor mensen die aangifte doen voor vermogensbelasting geldt dat 8 procent van de grondslag sparen en beleggen mee telt bij de berekening van uw eigen bijdrage. De maximale periode bijdrage wordt als volgt berekend: als het verzamelinkomen lager is dan het belastbaar minimuminkomen (zie tabel 3.4.1) betalen alleenstaanden maximaal 19,40 en meerpersoonshuishoudens 27,40 per periode van vier weken. Tabel Maximale eigen bijdrage per huishoudtype voor inkomens tot 120% van het verzamelinkomen (2016) 12 Categorie Maximale eigen bijdrage per jaar bij inkomen tot Van toepassing zijnde inkomensgrens 120% (verzamelinkomen) (verzamelinkomen) Alleenstaande < , ,- Alleenstaande , ,- Meerpersoons huishouden < , ,- Meerpersoons huishouden , ,- Voor huishoudens met een hoger inkomen geldt de volgende berekening: het verzamelinkomen minus het belastbare minimuminkomen. Vervolgens 15 procent van de uitkomst plus 252,20 (voor alleenstaande 13 x 19,40) delen door 13 (perioden). De uitkomst is de maximale periodebijdrage. Dat betekent dat huishoudens met een laag inkomen nu de eigen bijdrage betalen zoals opgenomen in tabel De groep met een hoger inkomen, gaat afhankelijk van de draagkrachtberekening meer betalen. In de onderstaande tabel zetten we voor de groep huishoudens tot de pensioengerechtigde leeftijd de te betalen eigen bijdrage op een rij. Hierbij houden we nog geen rekening met de vergoeding die vanuit de collectieve zorgverzekering mogelijk is. 12 Dit is de grens die het CAK hanteert voor de maximale periode bijdrage. 16
19 Tabel Maximale Eigen bijdrage Wmo niet pensioengerechtigd Inkomensgrens 65- Alleenstaand Meerpersoons 120% 252,20 361,40 130% 322,47 449,45 140% 463,01 625,56 150% 603,54 801,67 200% 1.025, ,98 In de volgende tabel staat voor de groep huishoudens vanaf de pensioengerechtigde leeftijd de te betalen eigen bijdrage op een rij. Tabel Maximale Eigen bijdrage Wmo pensioengerechtigden Inkomensgrens 65+ Alleenstaand Meerpersoons 120% 252,20 361,40 130% 304,97 431,33 140% 410,52 571,18 150% 516,06 711,04 200% 832, ,61 De werkelijke eigen bijdrage hangt vanzelfsprekend sterk af van de aard van de voorziening en de uurprijs waarop de eigen bijdrage is gebaseerd. In veel gemeenten ligt bijvoorbeeld de uurprijs van begeleiding fors hoger dan de 14 per uur waarmee in de AWBZ werd gerekend voor de eigen bijdrage. Hiermee kan de eigen bijdrage per periode behoorlijk stijgen. Het kan echter nooit meer worden dan de maximale bedragen zoals in bovenstaande tabellen. Minima in de gemeente Overbetuwe kunnen gebruik maken van de collectieve zorgverzekering. Binnen deze regeling kan elke verzekerde maximaal 400 vergoeding krijgen voor de te betalen eigen bijdrage. De regeling is toegankelijk voor minima tot 110 procent Wsm. Uit tabel blijkt dat dit bedrag hoger is dan de maximale eigen bijdrage die een dergelijk huishouden hoeft te betalen Gevolgen voor het inkomen In de onderstaande tabel zetten we de gevolgen van de eigen bijdrage voor het inkomen op een rij. We maken onderscheid tussen minima die wel gebruikmaken van de collectieve zorgverzekering en minima die daar geen gebruik van maken. Daarbij richten we ons op de 65- plus huishoudens. Het maandelijks vrij te besteden bedrag is inclusief de tegemoetkomingen vanuit de gemeente. Indien een huishouden een eigen bijdrage Wmo dient te betalen en geen collectieve zorgverzekering heeft via de gemeente, scheelt dat een alleenstaande op 100 procent Wsm bijna 50 per maand ten opzichte van iemand die wel gebruik maakt van de collectief. Dit komt door de eigen bijdrage en het missen van de korting die de gemeente op het verzekeringspakket. Bij echtparen is dit verschil ruim 70 per maand. 17
20 Tabel Maandelijks beschikbaar bedrag vrije bestedingen per huishoudtype naar inkomen Huishoudtype 100% 110% 120% 130% 65 plus alleenstaand geen collectief Vrij te besteden bedrag 152,75 223,18 297,11 402,41 Eigen bijdrage (maximum) 21,02 21,02 21,02 25,38 Saldo 131,74 202,17 276,10 377,04 65 plus alleenstaand wel collectief Vrij te besteden bedrag 178,00 237,00 321,00 425,00 Eigen bijdrage (maximum) 21,02 21,02 21,02 25,38 Vergoeding EB vanuit collectief 21,02 21,02 0,00 0,00 Saldo 178,00 237,00 299,98 399,62 65plus echtpaar geen collectief Vrij te besteden bedrag 106,98 204,26 263,82 368,12 Eigen bijdrage (maximum) 30,12 30,12 30,12 35,94 Saldo 76,86 174,14 233,70 332,17 65plus echtpaar wel collectief Vrij te besteden bedrag 151,00 236,00 317,00 420,00 Eigen bijdrage (maximum) 30,12 30,12 30,12 35,94 Vergoeding EB vanuit collectief 30,12 30,12 0,00 0,00 Saldo 151,00 236,00 286,88 384,06 18
21 4. Scenario s voor beleid In dit hoofdstuk gaan we nader in op enkele scenario s voor het beleid in de gemeente Overbetuwe Ontwikkelingen in doelgroepen Trends in de maatschappij In de maatschappij is een aantal trends te onderscheiden die van invloed zullen zijn op de omvang en samenstelling van de doelgroep van het armoedebeleid. Vergrijzing De bevolking van de gemeente Overbetuwe vergrijst. Het aantal ouderen neemt toe. Wel is de groep ouderen die nu met pensioen gaat in het algemeen gezonder en heeft een beter inkomen dan enkele jaren geleden. De instroom in het armoedebeleid van ouderen zal daarom beperkt zijn. Nieuwe burgers uit diverse landen De grote instroom van vluchtelingen heeft ook gevolgen voor de samenstelling van de bevolking van de gemeente Overbetuwe. Door verandering in herkomst van immigranten over de jaren heen stijgt daarbij de diversiteit van de allochtone bevolking. De ingestroomde groep vluchtelingen zal, na het verkrijgen van een verblijfsstatus, voor een belangrijk deel eerst tot de doelgroep van het armoedebeleid behoren. De VNG verwacht een toename van 150 procent ten opzichte van de voorgaande jaren. Kleinere huishoudens: meer alleenstaanden en nieuwe woonvormen De samenstelling van huishoudens is de afgelopen jaren meer divers geworden en er is een afname van de gemiddelde huishoudensgrootte. Het aantal eenpersoonshuishoudens neemt sterk toe en het aantal (thuiswonende) kinderen neemt af. Ook ontstaan er allerlei nieuwe woonvormen en huishoudenssamenstellingen. Tweedeling Leefstijlen: toename verschil in leefstijl en gezondheid In Nederland bestaan grote verschillen in leefstijl en gezondheidsontwikkeling gerelateerd aan sociaaleconomische status (SES). Er is een tweedeling zichtbaar waarbij mensen uit de lagere inkomensklasse zich vaak minder gezond voelen, vaker langdurige beperkingen hebben en vaker één of meer chronische aandoeningen hebben. Naarmate het verschil tussen rijk en arm toeneemt, zal ook het verschil in leefstijl en daarmee de verwachting van het aantal levensjaren in goede gezondheid toenemen. Veranderende arbeidsmarkt: minder vacatures en meer flexibel werken De Nederlandse arbeidsmarkt is de laatste jaren sterk aan het veranderen richting een flexibele arbeidsmarkt met een stijgende werkeloosheid en een toenemende instroom van arbeidsmigranten uit Midden- en Oost Europa. Daarbij worden sommige banen overbodig door technologische ontwikkeling of worden andere vaardigheden gevraagd. In de zorgsector wordt verwacht dat op lange termijn een personeelstekort gaat ontstaan. Minder rijk: afname inkomen en vermogen Het aantal huishoudens in Nederland dat in armoede leeft, neemt sinds 2010 weer toe. De kans op armoede is het hoogst bij eenoudergezinnen, alleenstaanden tot 65 jaar, lager opgeleide hoofdkostwinners, niet-westerse huishoudens en bijstandontvangers. Voor het eerst sinds jaren is er ook een toenemende tweedeling in inkomen zichtbaar, echter de tweedeling in vermogen in Nederland is scheef en neemt als gevolg van de crisis sterker toe. Zo bezit de rijkste 1 procent van ons land bijna een kwart van het totale vermogen. 19
22 Armoedesignalement CPB In het Armoedesignalement 2014 (de laatst verschenen versie) verwachtte het CPB in de jaren na 2014 een daling van het aantal personen dat in armoede leeft. Procentueel verwachtte men een daling van 7,9 procent naar 7,6 procent in 2014 en 7,5 procent in Het CPB maakt daarbij ook een onderscheid naar verschillende doelgroepen. De verwachting was dat de armoede onder werknemers, gepensioneerden en gezinnen met een uitkering licht daalt, met enkele tienden van procenten. Onder de alleenstaanden met een uitkering vermindert de armoede substantiëler. Bevond in 2013 ruim 48 procent van deze groep zich onder het niet veel-maar-toereikend criterium, in 2014 verwachtte het CPB een daling van bijna 4 procentpunten. Kinderen blijven in de ogen van het CPB een relatief kwetsbare groep waar het armoede betreft. De verwachting was dat het percentage dat in een huishouden leeft dat moet zien rond te komen van een inkomen onder het genoemde criterium in 2015 is gedaald van 11,9% naar 11,7%. Ook het relatieve aantal arme ouderen laat een lichte daling zien. Ouderen met een aanvullend pensioen genieten in het algemeen een inkomen dat zich boven het armoedecriterium bevindt Gevolgen voor doelgroep van het armoedebeleid De komende jaren zal naar verwachting de doelgroep van het armoedebeleid gaan dalen. De aantrekkende economie vergroot de kansen op duurzame uitstroom uit de uitkering. Ook het CBP verwacht dat de piek in de groep die in armoede leeft over het hoogtepunt geweest is. De bevolkingsontwikkeling de komende jaren in de gemeente Overbetuwe onderschrijft dit. Het aantal kinderen zal de komende jaren gaan dalen en het aantal ouderen zal sterk stijgen. Zoals eerder opgemerkt, is de inkomenspositie van die ouderen in het algemeen een stuk beter in vergelijking met enige jaren geleden. Daarnaast is er een groep die qua besteedbaar inkomen weliswaar voldoet aan de eisen van het armoedebeleid maar teveel vermogen heeft (bijvoorbeeld in de vorm van een eigen huis). Deze groep komt niet in aanmerking voor een voorziening uit het armoedebeleid. Er is een drietal kanttekeningen bij deze ontwikkeling te plaatsen. 1. De verwachting is dat een groeiende groep werkenden het steeds lastiger zal krijgen om voldoende inkomen te verwerven. Het gaat bijvoorbeeld om de groep mensen met wisselende hoogte in inkomen als ZZP ers en flexwerkers. Vanzelfsprekend kunnen zij, indien ze onder het minimum komen, een aanvraag doen bij de gemeente om een aanvullende uitkering. Deze keuze wordt echter in de praktijk niet altijd gemaakt. 2. Burgers die te maken hebben met bijvoorbeeld de Wmo kunnen te maken krijgen met een stijging in de te betalen eigen bijdrage. Indien men niet deelneemt aan het collectief kan het gebeuren dat men netto onder de armoedegrens komt te vallen, terwijl men formeel niet aan de criteria van het armoedebeleid voldoet Scenario: verruimen inkomensgrenzen naar 120 procent Wsm In deze paragraaf rekenen we het effect door van het gelijk trekken van de inkomensgrenzen in het armoedebeleid. De kwijtschelding rekenen we niet door, omdat de lokale overheid aan deze criteria niets kan veranderen. 20
INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HATTEM
INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HATTEM Inkomens Effect Rapportage gemeente Hattem Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens en werkenden met lage
Nadere informatieEVALUATIE MINIMABELEID GEMEENTE OLST-WIJHE
EVALUATIE MINIMABELEID GEMEENTE OLST-WIJHE Onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroep voor het minimabeleid en het gebruik van minimaregelingen in de gemeente Olst-Wijhe. Colofon Opdrachtgever
Nadere informatieBIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015
BIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015 Inkomens Effect Rapportage gemeente Noordwijk 2015 Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens
Nadere informatieINKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE OLST-WIJHE
INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE OLST-WIJHE Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens en werkenden met lage inkomens in de gemeente Olst-Wijhe.
Nadere informatieBIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015
BIJLAGE 5 INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE NOORDWIJK 2015 Inkomens Effect Rapportage gemeente Noordwijk 2015 Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens
Nadere informatieINKOMENS EFFECT RAPPORTAGE ARMOEDE BESTRIJDING GEMEENTE DOETINCHEM
INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE ARMOEDE BESTRIJDING GEMEENTE DOETINCHEM Een onderzoek naar de effecten van gemeentelijke inkomensondersteuning op de inkomenspositie van minimahuishoudens en werkenden met lage
Nadere informatieINKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE VLISSINGEN
INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE VLISSINGEN Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens en werkenden met lage inkomens in de gemeente Vlissingen.
Nadere informatieDe leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250
gemeente Haarlemmermeer De leden van de gemeenteraad van Haarlemmermeer Postbus 250 2130 AG Hoofddorp Bezoekadres: Raadhuisplein 1 Hoofddorp Telefoon 0900 1852 Telefax 023 563 95 50 Organisatieonderdeel
Nadere informatieARMOEDE-INDEX GEMEENTE KRIMPENERWAARD
ARMOEDE-INDEX GEMEENTE KRIMPENERWAARD Onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroep voor het armoedebeleid en het gebruik van minimaregelingen in de gemeente Krimpenerwaard. Colofon Opdrachtgever
Nadere informatieHERIJKING ARMOEDEBELEID GEMEENTE MONTFERLAND
HERIJKING ARMOEDEBELEID GEMEENTE MONTFERLAND Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens en werkenden met lage inkomens in de gemeente Montferland.
Nadere informatieEVALUATIE ARMOEDE EN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SOEST
EVALUATIE ARMOEDE EN RE-INTEGRATIEBELEID GEMEENTE SOEST Een onderzoek naar de effecten van het armoede- en re-integratiebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens en werkenden met lage inkomens
Nadere informatieINKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE RIDDERKERK 2018
INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE RIDDERKERK 2018 Inkomens Effect Rapportage gemeente Ridderkerk 2018 Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens
Nadere informatieINKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HEERHUGOWAARD 2018
INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE HEERHUGOWAARD 2018 Inkomens Effect Rapportage gemeente Heerhugowaard 2018 Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens
Nadere informatieINKOMENSEFFECTEN LANDELIJKE EN GEMEENTELIJKE MINIMAREGELINGEN
INKOMENSEFFECTEN LANDELIJKE EN GEMEENTELIJKE MINIMAREGELINGEN Versie 1.2 15 maart 2015 Inkomenseffecten landelijke en gemeentelijke minimaregelingen Onderzoek naar de effecten van de landelijke en gemeentelijke
Nadere informatieINVENTARISATIE DOELGROEP ARMOEDEBELEID AMELAND
INVENTARISATIE DOELGROEP ARMOEDEBELEID AMELAND Inventarisatie doelgroep armoedebeleid gemeente Ameland Colofon Opdrachtgever Gemeente Ameland Datum december 2014 Auteurs Harry Piepers Tessa Schoot Uiterkamp
Nadere informatieARMOEDEMONITOR GEMEENTE RIDDERKERK 2015
ARMOEDEMONITOR GEMEENTE RIDDERKERK 2015 Armoedemonitor gemeente Ridderkerk 2015 Een onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroepen voor het gemeentelijke armoedebeleid en het gebruik van
Nadere informatie*U * *U *
*U15.17519* *U15.17519* Raadscommissie Samenleving Postbus 1 2650 AA BERKEL EN RODENRIJS Verzenddatum 16 december 2015 Ons kenmerk U15.17519 Uw brief van Afdeling Economische & Maatschappelijke Ontwikkeling
Nadere informatieINKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE WAALWIJK 2014
INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE WAALWIJK 2014 Inkomens Effect Rapportage gemeente Waalwijk 2014 Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens in de
Nadere informatieBIJLAGE 4 ARMOEDEMONITOR 2015 GEMEENTE NOORDWIJK
BIJLAGE 4 ARMOEDEMONITOR 2015 GEMEENTE NOORDWIJK Armoedemonitor 2015 gemeente Noordwijk Onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroepen voor het gemeentelijke armoedebeleid en het gebruik
Nadere informatieINKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE WIJK BIJ DUURSTEDE 2015
INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE WIJK BIJ DUURSTEDE 2015 Inkomens Effect Rapportage gemeente Wijk bij Duurstede 2015 Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens
Nadere informatieArmoedemonitor Leidschendam-Voorburg 2012
Armoedemonitor Leidschendam-Voorburg 2012 Februari 2014 Opgesteld door te Groningen Databewerking: Wim Zijlema Redactie: Anne-Wil Hak en Tessa Schoot Uiterkamp In opdracht van de gemeente Leidschendam-Voorburg
Nadere informatieINKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE RIDDERKERK 2014
INKOMENS EFFECT RAPPORTAGE GEMEENTE RIDDERKERK 2014 Inkomens Effect Rapportage gemeente Ridderkerk 2014 Een onderzoek naar de effecten van het armoedebeleid op de inkomenspositie van minimahuishoudens
Nadere informatieArmoedemonitor 2014 gemeente Zoetermeer
Armoedemonitor 2014 gemeente Zoetermeer Een onderzoek naar de doelgroep, het beleid en de risicogroepen voor armoede in de gemeente Zoetermeer Maart 2014 Colofon Uitgave Deze publicatie is een uitgave
Nadere informatieARMOEDEMONITOR GEMEENTE RIDDERKERK 2017
ARMOEDEMONITOR GEMEENTE RIDDERKERK 2017 Armoedemonitor gemeente Ridderkerk 2017 Een onderzoek naar de grootte en samenstelling van de minimapopulatie in de gemeente Ridderkerk. Colofon Opdrachtgever Gemeente
Nadere informatieNotitie draagkracht naar 120 %
Notitie draagkracht naar 120 % 1. Aanleiding In het Algemeen Bestuur is verzocht om meer inzicht te geven in de consequenties van een eventuele verhoging van de inkomensgrens van minimaregelingen van 110%
Nadere informatieaparte regeling Bereik:40,2% (bekeken op huishoudniveau) Regeling maatschappelijke participatie +228,6% Aantal: 208
Samenvatting onderzoeken en resultaten Voorschoten In deze bijlage is kort weergegeven welke twee onderzoeken zijn uitgevoerd en wat de resultaten zijn. Voor de gehele rapportages van de onderzoeken wordt
Nadere informatieArmoedemonitor Voorschoten 2012
Armoedemonitor Voorschoten 2012 Februari 2014 Opgesteld door te Groningen Databewerking: Wim Zijlema Redactie: Anne-Wil Hak en Tessa Schoot Uiterkamp In opdracht van de gemeente Voorschoten structureert
Nadere informatieARMOEDEMONITOR GEMEENTE LOSSER 2016
ARMOEDEMONITOR GEMEENTE LOSSER 2016 Armoedemonitor gemeente Losser 2016 Een onderzoek naar de grootte en samenstelling van de minimapopulatie in de gemeente Losser. Colofon Opdrachtgever Gemeente Losser
Nadere informatieArmoedemonitor Wassenaar 2012
Armoedemonitor Wassenaar 2012 Maart 2014 Opgesteld door te Groningen Databewerking: Wim Zijlema Redactie: Anne-Wil Hak en Tessa Schoot Uiterkamp In opdracht van de gemeente Wassenaar structureert (bestaande)
Nadere informatieBetreft: Evaluatie minimaregelingen Albrandswaard Geachte raadsleden,
Gemeenteraad Albrandswaard p/a de griffie Uw brief van: Ons kenmerk: 1340109 Uw kenmerk: Contact: A. van der Plaat Bijlage(n): 3 Doorkiesnummer: +31180451569 E-mailadres: a.v.d.plaat@bar-organisatie.nl
Nadere informatieARMOEDEMONITOR GEMEENTE LEEUWARDEN 2017
ARMOEDEMONITOR GEMEENTE LEEUWARDEN 2017 Armoedemonitor gemeente Leeuwarden 2017 Een onderzoek naar de grootte en samenstelling van de minimapopulatie in de gemeente Leeuwarden. Colofon Opdrachtgever Gemeente
Nadere informatieArmoedemonitor gemeente Menterwolde 2014
Armoedemonitor gemeente Menterwolde 2014 Twee onderdelen Onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroepen voor het gemeentelijke armoedebeleid en het gebruik van inkomensondersteunende regelingen
Nadere informatieArmoedemonitor Voorschoten 2012
Armoedemonitor Voorschoten 2012 Februari 2014 Opgesteld door te Groningen Databewerking: Wim Zijlema Redactie: Anne-Wil Hak en Tessa Schoot Uiterkamp In opdracht van de gemeente Voorschoten structureert
Nadere informatieARMOEDE IN DE GEMEENTE WOUDENBERG
ARMOEDE IN DE GEMEENTE WOUDENBERG Armoede in de gemeente Woudenberg Een onderzoek naar de omvang en kenmerken van de doelgroep voor het minimabeleid en het gebruik van de minimaregelingen. Colofon Opdrachtgever
Nadere informatieARMOEDEMONITOR 2016 GEMEENTE DEN HAAG
ARMOEDEMONITOR 2016 GEMEENTE DEN HAAG Armoedemonitor 2016 gemeente Den Haag Onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroepen voor het gemeentelijke armoedebeleid en het gebruik van inkomensondersteunende
Nadere informatieARMOEDEMONITOR 2015 GEMEENTE CAPELLE AAN DEN IJSSEL
ARMOEDEMONITOR 2015 GEMEENTE CAPELLE AAN DEN IJSSEL Armoedemonitor 2015 gemeente Capelle aan den IJssel Onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroepen voor het gemeentelijke armoedebeleid
Nadere informatieARMOEDEMONITOR 2018 GEMEENTE RIDDERKERK
ARMOEDEMONITOR 2018 GEMEENTE RIDDERKERK Armoedemonitor 2018 gemeente Ridderkerk Onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroepen voor het gemeentelijke armoedebeleid en het gebruik van inkomensondersteunende
Nadere informatieArmoede in Voorschoten in beeld
Armoede in Voorschoten in beeld Gebruik en bereik van de minimaregelingen onder minimahuishoudens Gebruik en bereik bijzondere bijstand (per huishouden) 516 550 =18% =16% =15% 92 90 561 84 Daling -: -7%
Nadere informatieARMOEDEMONITOR GEMEENTE RIDDERKERK 2016
ARMOEDEMONITOR GEMEENTE RIDDERKERK 2016 Armoedemonitor gemeente Ridderkerk 2016 Een onderzoek naar de grootte en samenstelling van de minimapopulatie in de gemeente Ridderkerk. Colofon Opdrachtgever Gemeente
Nadere informatieInterne Memo nr. commissie MO G.E. Oude Kotte Datum: december 2014 Onderwerp: BOT-overleg armoedebeleid 2015 Afschrift aan: vul in
Interne Memo nr. Aan: commissie MO Van: G.E. Oude Kotte Datum: december 2014 Onderwerp: BOT-overleg armoedebeleid 2015 Afschrift aan: vul in Inleiding Per 1 januari 2015 wijzigen een aantal zaken binnen
Nadere informatieGemeenteraad van Albrandswaard p/a de griffie
Gemeenteraad van Albrandswaard p/a de griffie Uw brief van: Ons kenmerk: 90486 Uw kenmerk: Contact: A. van der Plaat Bijlage(n): Doorkiesnummer: +31180451569 E-mailadres: a.v.d.plaat@bar-organisatie.nl
Nadere informatieOnderzoek Armoedeval 2016 Zeist
Onderzoek Armoedeval 2016 Zeist 2 Onderzoek Armoedeval 2016 Zeist Sociaal Raadslieden Zeist Bergweg 1 3701 JJ Zeist T 030-6923857 M sora.zeist@planet.nl I www.sociaalraadsliedenzeist.nl 3 4 Inhoudsopgave
Nadere informatieARMOEDEMONITOR GEMEENTE WASSENAAR 2016
ARMOEDEMONITOR GEMEENTE WASSENAAR Armoedemonitor gemeente Wassenaar Een onderzoek naar de grootte en samenstelling van de minimapopulatie in de gemeente Wassenaar. Colofon Opdrachtgever Gemeente Wassenaar
Nadere informatieARMOEDEMONITOR GEMEENTE LEEUWARDEN
ARMOEDEMONITOR GEMEENTE LEEUWARDEN Armoedemonitor gemeente Leeuwarden Een onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroepen voor het gemeentelijke armoedebeleid en het gebruik van inkomensondersteunende
Nadere informatieKerncijfers armoede in Amsterdam
- Fact sheet juli 218 18 van de Amsterdamse huishoudens behoorde in 216 tot de minima: zij hebben een huishoudinkomen tot 12 van het wettelijk sociaal minimum (WSM) en hebben weinig vermogen. In deze 71.386
Nadere informatieSCENARIOANALYSE SOCIAAL DOMEIN GEMEENTE RIDDERKERK
SCENARIOANALYSE SOCIAAL DOMEIN GEMEENTE RIDDERKERK Scenarioanalyse Sociaal Domein gemeente Ridderkerk Colofon Opdrachtgever Gemeente Ridderkerk Datum Oktober 2014 Auteurs Tessa Schoot Uiterkamp Anne-Wil
Nadere informatieEEffecten minimabeleid. Nibud Corinne van Gaalen
EEffecten minimabeleid Nibud Corinne van Gaalen Wat is het Nibud? Voorlichting Consumenten Professionals Onderzoek Opleiding Consumenten Professionals Nibud en onderzoek Minimum voorbeeldbegrotingen Onderzoek
Nadere informatiePodium 6. Rechten van raadsleden (vragen, moties en dergelijke) 7. Informatie van de portefeuillehouder
Agenda 23 juni 2015 Voorbespreking Tijd Onderwerp/bedoeling bespreking 19.30-20.45 uur Inkomenseffectrapportage en scenarioanalyse (sociaal domein) Beeldvorming 19.30-20.45 uur Omgevingsvisie Kromme Rijnstreek,
Nadere informatieArmoedemonitor Ridderkerk 2009
Stavangerweg 23-5 9723 JC Groningen telefoon (050) 5252473 fax (050) 5252973 Snouckaertlaan 66 3811 MB Amersfoort Telefoon (033) 4638686 Fax (033) 4632255 Armoedemonitor Ridderkerk 2009 e-mail contact@kwiz.nl
Nadere informatieARMOEDEMONITOR GEMEENTE LANSINGERLAND 2015
^féĵh^hyil ARMOEDEMONITOR GEMEENTE LANSINGERLAND 2015 Armoedemonitor gemeente Lansingerland 2015 Een onderzoek naar de omvang en samenstelling van de doelgroepen voor het gemeentelijke armoedebeleid en
Nadere informatieBijlage 4: Werkenden met een laag inkomen
Bijlage 4: Werkenden met een laag inkomen Dit overzicht gaat in op de inzichten die de cijfers van het CBS bieden op het punt van werkenden met een laag inkomen. Als eerste zal ingegaan worden op de ontwikkeling
Nadere informatieRaadsvoorstel agendapunt
Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Datum Zaaknummer : 98220 Programma : Economie, werk en inkomen Cluster : Samenleving Portefeuillehouder: dhr. V.G.M. van den Berg Informatie
Nadere informatieMinima-effectrapportage gemeente Utrecht De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens
Minima-effectrapportage gemeente Utrecht 2013 De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage gemeente Utrecht 2013 De invloed
Nadere informatieKoopkrachtverandering van ouderen 2014-2015
Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Berekeningen Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Berekeningen Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 In opdracht
Nadere informatieARMOEDEMONITOR GEMEENTE HEERHUGOWAARD 2017
ARMOEDEMONITOR GEMEENTE HEERHUGOWAARD Armoedemonitor gemeente Heerhugowaard Een onderzoek naar de grootte en samenstelling van de minimapopulatie in de gemeente Heerhugowaard. Colofon Opdrachtgever Gemeente
Nadere informatieNaam en telefoon. Sille Dohmen 5772 Afdeling. Portefeuillehouder
Onderwerp Minima Effect Rapportage 2017 Nibud Datum 28 mei 2018 Naam en telefoon Sille Dohmen 5772 Afdeling SMO Portefeuillehouder Kees van Geffen Waarover wil je informeren? Met de Minima Effect Rapportage
Nadere informatieKoopkrachtverandering van ouderen 2014-2015
Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Berekeningen Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 Koopkrachtverandering van ouderen 2014-2015 Berekeningen Prinsjesdag 2013 Nibud, september 2014 In opdracht
Nadere informatieArmoedemonitor Leeuwarden
-s Stavangerweg 23-5 9723 JC Groningen telefoon (050) 5252473 fax (050) 5252973 Hardwareweg 4 3821 BM Amersfoort Telefoon (033) 4546665 e-mail contact@kwiz.nl website www.kwiz.nl Armoedemonitor Leeuwarden
Nadere informatieEvaluatie armoederegelingen 2017 Ridderkerk
Evaluatie armoederegelingen 2017 Ridderkerk Inhoudsopgave Inleiding... 2 Opvallende cijfers... 2 Nader inzoomen op de minimaonderdelen... 3 Kwijtschelding gemeentelijke belastingen... 3 Bijzondere bijstand
Nadere informatieArmoedemonitor Den Haag 2008
Stavangerweg 23-5 9723 JC Groningen telefoon (050) 5252473 e-mail contact@kwiz.nl website www.kwiz.nl Armoedemonitor Den Haag 2008 Nummer 2. oktober 2008 Opgesteld door KWIZ te Groningen in opdracht van
Nadere informatiePersbericht. Aantal huishoudens met kans op armoede in 2008 toegenomen. Centraal Bureau voor de Statistiek
Centraal Bureau voor de Statistiek Persbericht PB09-079 3 december 2009 9.30 uur Aantal huishoudens met kans op armoede in 2008 toegenomen Meeste kans op armoede bij eenoudergezinnen en niet-westerse allochtonen
Nadere informatieKosten naar draagkracht
Kosten naar draagkracht Eén systematiek voor alle inkomensondersteunende regelingen Totaal 374.000 per jaar beschikbaar Welke gemeentelijke voorzieningen? Korting op eigen bijdrage op algemene voorziening
Nadere informatieMinima Effect Rapportage Gemeente Apeldoorn Robin Stoof & Sanne Lamers Nibud
Minima Effect Rapportage Gemeente Apeldoorn 2016 Robin Stoof & Sanne Lamers Nibud Wat doet het Nibud? Onderzoek Voorlichting Consumenten Professionals Opleidingen Consumenten Professionals Minima-effectrapportage
Nadere informatieBijlage III Het risico op financiële armoede
Bijlage III Het risico op financiële armoede Zoals aangegeven in hoofdstuk 1 is armoede een veelzijdig begrip. Armoede heeft behalve met inkomen te maken met maatschappelijke participatie, onderwijs, gezondheid,
Nadere informatieBereik minimaregelingen onder Leidse huishoudens
Bereik minimaregelingen onder Leidse huishoudens April 2018 Uitgave 2018/01 info@leidenincijfers.nl Inleiding en aanleiding De gemeente Leiden en het CBS hebben een samenwerkingsovereenkomst gesloten om
Nadere informatieOudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO
Oudere minima in Amsterdam en het gebruik van de AIO In opdracht van: DWI Projectnummer: 13010 Anne Huizer Laure Michon Clemens Wenneker Jeroen Slot Bezoekadres: Oudezijds Voorburgwal 300 Telefoon 020
Nadere informatieBijlage: Vaststelling eigen bijdrage en besteedbaar inkomen voor een aantal categorieën.
Bijlage: Vaststelling eigen bijdrage en besteedbaar inkomen voor een aantal categorieën. Beschrijving van de eigen bijdrage systematiek Deze bijlage geeft een beschrijving van de wijze waarop de eigen
Nadere informatieArmoede in 2010 niet verminderd, toename verwacht in 2011 en 2012
Centraal Bureau voor de Statistiek Sociaal en Cultureel Planbureau Inlichtingen bij ONDER EMBARGO TOT DINSDAG 6 DECEMBER 2011 09:30 UUR Prof. dr. J.J. Latten persdienst@cbs.nl T 070 337 4444 Dr. J.C. Vrooman
Nadere informatieKERNBOODSCHAP De cijfers in de armoedemonitor laten zien dat we op de goede weg zijn. We continueren daarom de koers die is ingezet.
Gemeenteraad Albrandswaard p/a de griffie Uw brief van: Ons kenmerk: 1233099 Uw kenmerk: Contact: Mw. A. van der Plaat Bijlage(n): 1 Doorkiesnummer: +31180451569 E-mailadres: a.v.d.plaat@bar-organisatie.nl
Nadere informatieMinimamonitor Haarlem 2012
Stavangerweg 23-5 9723 JC Groningen t el e fo o n (050) 5252473 f a x (050) 5252973 Hardwareweg 4 3821 BM Amersfoort Telefoon (033) 4546665 e - m ail contact@kwiz.nl website www.kwiz.nl Minimamonitor Haarlem
Nadere informatieCUMULATIEONDERZOEK GEMEENTE EMMEN 2015
CUMULATIEONDERZOEK GEMEENTE EMMEN 2015 Cumulatieonderzoek gemeente Emmen 2015 Een onderzoek naar het gebruik en meervoudig gebruik van de Wmo, Schuldhulpverlening en het Leerlingenvervoer in de gemeente
Nadere informatieArmoedemonitor : Lage inkomens in Amsterdam
Armoedemonitor : Lage inkomens in Amsterdam Lage inkomens in Amsterdam In opdracht van: Gemeente Amsterdam, rve Participatie Projectnummer: Laure Michon Nienke Nottelman Clemens Wenneker Jeroen Slot Bezoekadres:
Nadere informatieWethouder van Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Economie
Wethouder van Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Economie Gemeente Den Haag Retouradres: Postbus 12600, 2500 DJ Den Haag De voorzitter van de Commissie Samenleving Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk BSW/2012.159
Nadere informatieInformatie 10 januari 2015
Informatie 10 januari 2015 ARMOEDE: FEITEN EN CIJFERS ARMOEDE WERELDWIJD Wereldwijd leven ongeveer 1,2 miljard mensen in absolute armoede leven: zij beschikken niet over basisbehoeften zoals schoon drinkwater,
Nadere informatieDeelplan Minimabeleid Beleidsplan sociaal domein 2015-2018
Deelplan Minimabeleid Beleidsplan sociaal domein 2015-2018 Gemeente Noordoostpolder 19 augustus 2014 Inhoudsopgave Inhoudsopgave... 2 1. Inleiding... 3 2. Doelen en doelgroep... 4 2.1. Doelen... 4 2.1.1.
Nadere informatieWMO PROGNOSE GEMEENTE HEERHUGOWAARD
WMO PROGNOSE GEMEENTE HEERHUGOWAARD Vestiging Groningen (tevens postadres) Stavangerweg 23-5 9723 JC Groningen T: (050) 525 24 73 F: (050) 525 29 73 Vestiging Amersfoort T: (033) 454 66 65 @: contact@kwiz.nl
Nadere informatieFinanciële gevolgen van het afschaffen van de buitengewone uitgavenregeling
Financiële gevolgen van het afschaffen van de buitengewone uitgavenregeling Toelichting bij de uitkomsten van de rekenvoorbeelden I Toelichting bij de Buitengewone uitgaven Het bepalen van de aftrek buitengewone
Nadere informatieOverzicht huidige minimaregelingen
Datum 10 juni 2014 1 (7) Overzicht huidige minimaregelingen Auteur Eveline Bal, Beleidsadviseur Werk & Inkomen Het huidige minimabeleid van de gemeente Nieuwegein kent verschillende instrumenten ter bestrijding
Nadere informatieArmoedemonitor Zoetermeer 2010
Armoedemonitor Zoetermeer 2010 mei 2011 Opdrachtgever: Hoofdafdeling Welzijn, afdeling WZI, beleid en implementatie Marieke Bosch Uitvoering: KWIZ, Groningen Databewerking Gemeente Zoetermeer, hoofdafdeling
Nadere informatieKoopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009
Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009 Nibud, februari 2009 In opdracht van de NVOG Koopkracht van 65-plussers met aanvullend pensioen in 2009 Nibud, februari 2009 In opdracht van de
Nadere informatieKoopkrachtberekeningen voor huishoudens met extra zorgkosten naar aanleiding van de Miljoenennota 2012
Koopkrachtberekeningen voor huishoudens met extra zorgkosten naar aanleiding van de Miljoenennota 2012 Nibud, 16 september 2011 Koopkrachtberekeningen voor huishoudens met extra zorgkosten naar aanleiding
Nadere informatieKoopkrachtverandering van chronisch zieken en gehandicapten 2014-2015. Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014
Koopkrachtverandering van chronisch zieken en gehandicapten 2014-2015 Prinsjesdag 2014 Nibud, september 2014 Koopkrachtverandering van chronisch zieken en gehandicapten 2014-2015 Prinsjesdag 2014 Nibud,
Nadere informatieMinima-effectrapportage gemeente Enschede 2015. De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens
Minima-effectrapportage gemeente Enschede 2015 De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage gemeente Enschede 2015 Effecten
Nadere informatieKoopkracht van 65-plussers
Koopkracht van 65-plussers 2009-2010 Berekeningen Prinsjesdag 2009 In opdracht van de ouderenbonden UnieKBO en PCOB Nibud, september 2009 Koopkracht van 65-plussers 2009-2010 Berekeningen Prinsjesdag 2009
Nadere informatieInkomenseffecten van het basisinkomen 2.0
Inkomenseffecten van het basisinkomen 2.0 Effect van de invoering van het basisinkomen op het inkomen van een aantal voorbeeldhuishoudens Jasja Bos, Marjan Verberk-De Kruik Inkomenseffecten van het basisinkomen
Nadere informatieVerandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in 2014. Nibud, september 2013
Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in 2014 Nibud, september 2013 Verandering van de koopkracht van chronisch zieken en gehandicapten in 2014 Nibud, september 2013 In opdracht
Nadere informatieKoopkrachtverandering van ouderen 2015-2016
Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016 Berekeningen Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015 Koopkrachtverandering van ouderen 2015-2016 Berekeningen Prinsjesdag 2015 Nibud, september 2015 In opdracht
Nadere informatieSociale index Gebiedsteam Bolsward, Platteland Bolsward en Witmarsum-Arum 1 oktober 2014
Sociale index, en 1 oktober 2014 Inleiding De sociale index is ontwikkeld voor de inzet van gebiedsteams in het kader van de decentralisatie van taken betreffende Participatie, AWBZ (en Wmo) en Jeugdzorg.
Nadere informatieVerordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2014
Onderwerp: Verordening persoonlijk minimabudget gemeente Overbetuwe 2014 Ons kenmerk: 13RB000157 Nr. 14a De raad van de gemeente Overbetuwe; gelezen het raadsvoorstel van burgemeester en wethouders van
Nadere informatie1 NU WEET IK WELKE EXTRA S IK KAN AANVRAGEN. Regelingen voor minima op een rij. HOUTEN IJSSELSTEIN LOPIK NIEUWEGEIN VIANEN
1 NU WEET IK WELKE EXTRA S IK KAN AANVRAGEN. Regelingen voor minima op een rij. HOUTEN IJSSELSTEIN LOPIK NIEUWEGEIN VIANEN DE REGELINGEN VOOR MINIMA OP EEN RIJ Heeft u bijzondere kosten waar u niet voor
Nadere informatieOnderzoek naar maatschappelijke kosten en opbrengsten bij een verschuiving inkomensgrens van 110% naar 120% op het geheel van beleidsnotities,
Onderzoek naar maatschappelijke kosten en opbrengsten bij een verschuiving inkomensgrens van 110% naar 120% op het geheel van beleidsnotities, verordeningen en uitvoeringsregelingen. Inhoudsopgave Inleiding...
Nadere informatieMinima-effectrapportage gemeente Enschede 2017
Minima-effectrapportage gemeente Enschede 2017 De invloed van landelijke en gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage gemeente Enschede
Nadere informatieMinima-effectrapportage gemeente Leidschendam- Voorburg 2013
Minima-effectrapportage gemeente Leidschendam- Voorburg 2013 De invloed van gemeentelijke maatregelen op de financiële positie van inwoners met lage inkomens Minima-effectrapportage gemeente Leidschendam-
Nadere informatieEffecten van zorgmaatregelen uit het regeerakkoord
Effecten van zorgmaatregelen uit het regeerakkoord Een doorrekening van voorgenomen bezuinigingen op de bestedingsruimte van een aantal voorbeeldhuishoudens Effecten van zorgmaatregelen uit het regeerakkoord
Nadere informatieSociale index: Gebiedsteam Sneek Noord 1 oktober 2014
Sociale index: Gebiedsteam Sneek Noord 1 oktober 2014 Inleiding De sociale index is ontwikkeld voor de inzet van gebiedsteams in het kader van de decentralisatie van taken betreffende Participatie, AWBZ(en
Nadere informatieMEMO. Lokaal. Geachte raad,
MEMO Aan: De gemeenteraad Van: Het college van B&W Onderwerp: Overzicht van minimaregelingen 3 november 2015 Bijlage: bijstandsnormen hoogbijstand Afschrift aan: snor Geachte raad, Op uw verzoek, gedaan
Nadere informatieMag ik dan nooit meer stoppen met werken?
Mag ik dan nooit meer stoppen met werken? 67 vragen over aow-vragen en uw pensioen (Uit AD van 1-11-2016) De AOW-leeftijd gaat in 2022 met drie maanden omhoog voor iedereen die na 1954 geboren is. Reden
Nadere informatiePersbericht. Armoede gedaald in 2006 en 2007, maar in 2008 vrijwel stabiel
Centraal Bureau voor de Statistiek Sociaal en Cultureel Planbureau Persbericht PB08-086 18 december 2008 9.30 uur Armoede gedaald in 2006 en 2007, maar in 2008 vrijwel stabiel In 2006 verkeerden 623 duizend
Nadere informatieInformatie over minimaregelingen 2018
Informatie over minimaregelingen 2018 1 DEZE FOLDER IS VOOR U Heeft u een laag inkomen en weinig vermogen? Dan is de kans groot dat het voor u soms moeilijk is om rond te komen. Een groot deel van het
Nadere informatieInformatie Collectieve zorgverzekering 2017
Informatie Collectieve zorgverzekering 2017 Een goede zorgverzekering is belangrijk. Voor mensen met een laag inkomen biedt Ferm Werk een collectieve zorgverzekering aan bij VGZ of Zorg en Zekerheid. Beide
Nadere informatie