Het vernieuwde Nederlandse huwelijksvermogensrecht, in het bijzonder de wettelijke regeling van de vergoedingsrechten

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "Het vernieuwde Nederlandse huwelijksvermogensrecht, in het bijzonder de wettelijke regeling van de vergoedingsrechten"

Transcriptie

1 Tijdschrift voor Fiscaal Ondernemingsrecht, Het vernieuwde Nederlandse huwelijksvermogensrecht, in het bijzonder de wettelijke regeling van de vergoedingsrechten Klik hier om het document te openen in een browser venster Vindplaats: TFO 2013/130.1 Bijgewerkt tot: Auteur: Mr. J.B. Vegter [1] Het vernieuwde Nederlandse huwelijksvermogensrecht, in het bijzonder de wettelijke regeling van de vergoedingsrechten 1.Inleiding Op 1 januari 2012 is de zogenoemde derde tranche inzake de vernieuwing van het huwelijksvermogensrecht in werking getreden. De eerste tranche trad in werking op 22 juni Door de betreffende wetswijzigingen verviel de verplichting van de echtgenoten tot samenwoning en bepaald werd onder meer ook dat van de regeling inzake de draagplicht voor de kosten van de huishouding (art. 1:84 BW) niet alleen bij huwelijkse voorwaarden maar in het algemeen bij schriftelijke overeenkomst kan worden afgeweken. De tweede tranche introduceerde op 1 september 2002 een wettelijke regeling inzake verrekenbedingen (art. 1:132 e.v. BW) en de wettelijke regeling van het wettelijke deelgenootschap werd bij die gelegenheid geschrapt. De derde tranche geeft met ingang van 1 januari 2012 een vernieuwde regeling inzake vergoedingsrechten en een aanpassing van de wettelijke regeling van onderdelen van de wettelijke gemeenschap van goederen. Ook zijn per 1 januari 2012 de wettelijke keuzestelsels van de gemeenschappen van vruchten en inkomsten en van winst en verlies als wettelijke stelsels geschrapt. Zoals wellicht bekend, stelde de regering oorspronkelijk voor de wettelijke gemeenschap van goederen te transformeren tot een soort wettelijke gemeenschap van winst en verlies door voor te stellen dat aanbrengsten ten huwelijk en erfenissen en schenkingen geen onderdeel zouden uitmaken van de wettelijke gemeenschap van goederen. [2] Door de aanvaarding van het zogenoemde amendement Anker [3] kwam vast te staan dat ook erfenissen en schenkingen in beginsel onderdeel zouden blijven uitmaken van de gemeenschap van goederen. Wenst een erflater of schenker dat zijn nalatenschap of schenking geen onderdeel gaat uitmaken van de gemeenschap van goederen waarin de erfgenaam of begiftigde is gehuwd, dan zal de erflater of schenker een uitsluitingsclausule aan de erfenis of de schenking moeten toevoegen. In de praktijk is dit gebruikelijk. Deze bijdrage geeft in de eerste plaats een globaal overzicht van het huwelijksvermogensrecht met als doel het kader aan te geven waarbinnen de problematiek van de vergoedingsrechten speelt. Vervolgens wordt op de nieuwe regeling van de vergoedingsrechten nader ingegaan. 2.Korte inleiding relevante onderdelen van het huidige huwelijksvermogensrecht 1

2 Traditioneel wordt onder de noemer huwelijksvermogensrecht begrepen de materie die thans in de zesde, zevende en achtste titel van het eerste boek van het Burgerlijk Wetboek is geregeld Titel 6 van boek 1 BW De zesde titel heeft als opschrift rechten en verplichtingen van echtgenoten. Deze titel is van toepassing ongeacht het concrete huwelijksvermogensregime dat tussen echtgenoten of geregistreerde samenlevers van toepassing is. In het hierna volgende is onder de benaming echtgenoot ook de geregistreerde partner begrepen. Een centrale plaats neemt art. 1:81 BW in. In dit artikel is onder meer bepaald dat echtgenoten verplicht zijn elkaar het nodige te verschaffen. Daarom is in art. 1:83 BW bepaald dat echtgenoten elkaar desgevraagd inlichtingen verschaffen over het door hen gevoerde bestuur alsmede over de stand van hun goederen of schulden. Deze informatieplicht is van belang met het oog op de hierna te noemen regeling van de draagplicht voor de kosten van de huishouding maar zij is ook van belang voor een ordelijke uitvoering van de meeste huwelijksgoederenstelsels. Het bepaalde in art. 1:81 BW vindt verdere uitwerking in de wettelijke regeling van art. 1:84 BW inzake de draagplicht voor de kosten van de huishouding. Met de term draagplicht wordt gedoeld op het vermogen ten laste waarvan de kosten van de huishouding uiteindelijk moeten komen. De term kosten van de huishouding moet ruim worden opgevat in die zin dat zij alle kosten omvat die in een concrete huwelijksverhouding door het bestaan van het huwelijk worden opgeroepen. In art. 1:84 geldt als uitgangspunt dat de kosten van de huishouding worden gedragen door het gemene inkomen. Van gemene inkomsten zal slechts sprake kunnen zijn in een geval waarin deze inkomsten in een huwelijksvermogensrechtelijke gemeenschap vallen. Kunnen de kosten niet ten laste komen van gemene inkomsten, dan komen zij ten laste van de eigen inkomsten in evenredigheid en vervolgens ten laste van eventueel gemeen vermogen dan wel de eigen vermogens in evenredigheid daarvan. Worden in de praktijk de kosten van de huidhouding niet voldaan overeenkomstig de wettelijke norm, dan ontstaat een vergoedingsvordering van de echtgenoot die meer heeft voldaan dan zijn draagplicht voorschrijft op de andere echtgenoot. Op grond van de rechtspraak van de Hoge Raad moet worden aangenomen dat voor dergelijke vergoedingsvorderingen een korte vervaltermijn van toepassing is. [4] Volgens het in art. 4:84 lid 3 bepaalde kunnen echtgenoten bij schriftelijke overeenkomst van de wettelijke draagplichtregeling afwijken. Deze afwijkende overeenkomst is niet aan de notariële vorm gebonden. [5] Van de zesde titel maakt ook art. 1:88 BW deel uit. Dit beschermt de echtgenoten tegen elkaar door een echtgenoot de bevoegdheid te verlenen een in art. 1:88 BW genoemde rechtshandeling te vernietigen als deze rechtshandeling zonder de toestemming van de andere echtgenoot heeft plaatsgevonden. Als voorbeelden van dergelijke rechtshandelingen noemen wij hier slechts overeenkomsten tot vervreemding van de echtelijke woning en het verrichten van giften. Art 1:88 lid 4 BW bevat een uitzondering op het toestemmingsvereiste bij giften. Geen toestemming is vereist voor giften die de strekking hebben dat zij pas zullen worden uitgevoerd na het overlijden van degene die de gift doet en niet reeds tijdens diens leven zijn uitgevoerd. Van belang is verder dat de zesde titel een omschrijving geeft van het begrip bestuur. Het bestuur van een goed omvat volgens art. 1:90 lid 2 BW de uitoefening van de aan het goed verbonden bevoegdheden waaronder begrepen zijn de bevoegdheid tot beschikking en tot beheer en ook de bevoegdheid om ten aanzien van dat goed feitelijke handelingen te verrichten en toe te laten. Uitgangspunt is dat ieder van de echtgenoten zijn/haar eigen goederen bestuurt. Behoren goederen tot een gemeenschap van goederen dan geeft art. 1:97 BW een regeling wie van de echtgenoten bevoegd is tot het bestuur van de goederen van de gemeenschap. Art. 1:87 BW bevat het nieuwe artikel inzake vergoedingsrechten. Op dit artikel wordt hierna nader ingegaan Titel 7 van boek 1 BW Titel 7 draagt als opschrift de wettelijke gemeenschap van goederen. De bepalingen van titel 7 zijn van toepassing tenzij de echtgenoten bij overeenkomst van de bepalingen van titel 7 zijn afgeweken. In een enkel geval volgt uit de aard van de bepalingen dat daarvan niet bij overeenkomst kan worden afgeweken (art. 193 BW). De wetgever noemt de volgende bepalingen als bepalingen waar niet bij overeenkomst van kan worden afgeweken: art. 1:94 lid 7, 96 lid 1 en 5, 96b laatste zin, 97 lid 3, 99 en 101 tot en met

3 De wettelijke gemeenschap van goederen en de omvang daarvan Vanaf het moment van de voltrekking van het huwelijk bestaat tussen de echtgenoten van rechtswege een gemeenschap van goederen (art. 1:94 BW). Deze gemeenschap omvat wat haar baten betreft in beginsel alle goederen (inclusief toekomstige goederen) van de echtgenoten. De volgende baten worden echter van de werking van de huwelijksgemeenschap in art. 1:94 BW uitgezonderd: - goederen ten aanzien waarvan een uitsluitingsclausule van toepassing is; - pensioenrechten waarop de wet verevening pensioenrechten van toepassing is en met die pensioenrechten verband houdende rechten op nabestaandenpensioen.; - vruchtgebruiken als genoemd in art. 4:29, 30, 34 BW. - goederen en schulden die aan een van de echtgenoten op enigerlei bijzondere wijze verknocht zijn vallen slechts in de gemeenschap voor zover die verknochtheid zich daartegen niet verzet; - vruchten van goederen die niet in de gemeenschap vallen.; - hetgeen wordt geïnd op een vordering die buiten de gemeenschap valt alsmede een vordering tot vergoeding die in de plaats van een eigen goed van een echtgenoot treedt waaronder begrepen een vordering ter zake van waardevermindering van zulk een goed. De gemeenschap omvat verder alle schulden van ieder van de echtgenoten met uitzondering van: - schulden betreffende van de gemeenschap uitgezonderde goederen; - schulden uit door een van de echtgenoten gedane giften, gemaakte bedingen en aangegane omzettingen als bedoeld in art. 4:126 lid 1 en lid 2 onder a en c van boek 4. [6] Als hoofdregel geldt dus dat alle goederen en schulden deel uitmaken van de gemeenschap. Bij deze hoofdregel sluit het bepaalde in art. 1:94 lid 6 BW aan. Als tussen de echtgenoten een geschil bestaat aan wie van hen een goed toebehoort en geen van beiden zijn recht op dit goed bewijzen kan, dan wordt dat goed als gemeenschapsgoed aangemerkt. Zaaksvervanging en vergoedingsrechten Een belangrijke bepaling met het oog op de samenstelling van de gemeenschap en die bepalend is voor de omvang van bij gemeenschapsstelsels ontstane vergoedingsrechten is art. 1:95 BW. In dit artikel is bepaald dat een goed dat een echtgenoot anders dan om niet verkrijgt buiten de gemeenschap blijft als de tegenprestatie voor dat goed bij de verkrijging voor meer dan de helft van de tegenprestatie ten laste van zijn eigen vermogen komt. Er is dan sprake van zaaksvervanging omdat het nieuwe goed dat de plaats inneemt van de verdwenen privé goederen ook buiten de gemeenschap blijft. Van belang is dat de tegenprestatie bij de verkrijging moet zijn voldaan. Met de woorden bij de verkrijging wordt gedoeld op het moment dat de echtgenoot in juridische zin rechthebbende wordt van het goed (de levering). Bij die gelegenheid moet de tegenprestatie dus voor meer dan de helft uit het eigen vermogen zijn voldaan. Is dat niet het geval, dan gaat het nieuwe goed tot de gemeenschap van goederen behoren. Deze bepaling maakt ook duidelijk dat het niet mogelijk is dat een echtgenoot eigen goederen verkrijgt met geleend geld. Geleend geld gaat immers tot de gemeenschap behoren en als gevolg daarvan kan art. 1:95 BW geen toepassing meer vinden. Art. 1:125 (oud) BW dat bij de gemeenschap van vruchten en inkomsten van een ander standpunt uitging keert in de nieuwe regeling niet terug. Art. 1:95 BW bepaalt verder dat voor zover de tegenprestatie ten laste van de gemeenschap komt (bijvoorbeeld voor 30%) de echtgenoot gehouden is tot vergoeding aan de gemeenschap. Er ontstaat dan een vergoedingsrecht dat récompense wordt genoemd. Op de vaststelling van het beloop van deze vergoeding is art. 1:87 van toepassing. In het omgekeerde geval, een goed gaat tot de gemeenschap behoren dat deels ten laste van het eigen vermogen is gefinancierd, ontstaat een vergoedingsrecht tegen de gemeenschap, réprise genoemd. Ook nu wordt het beloop van deze vergoeding bepaald aan de hand van art. 1:87 BW (art. 95 lid 2 BW). Art. 1:96a geeft gestalte aan een specifiek vergoedingsrecht als een echtgenoot aan een derde een gift heeft gedaan door middel van een begunstiging bij een sommenverzekering die tot uitkering komt bij zijn 3

4 overlijden. Als dan ten laste van de gemeenschap premies zijn voldaan is de echtgenoot gehouden tot vergoeding aan de gemeenschap. De vergoeding beloopt dan een deel van de waarde van de uitkering evenredig aan het uit de gemeenschap afkomstige aandeel in de premies. Als alle premies uit de gemeenschap zijn voldaan beloopt de vergoeding dus het bedrag van de uitgekeerde som. De wetgever acht deze bepaling gewenst omdat de toestemming voor een dergelijke gift op grond van art. 1:88 BW niet vereist is (art. 1:88 lid 4 BW) en premies in beginsel gemeenschapsschulden zijn. De wetgever vindt het niet redelijk dat voor een dergelijke gift ten koste van de andere echtgenoot premies aan de gemeenschap worden onttrokken. Het past in de nieuwe beleggingsgedachte bij vergoedingsrechten de omvang van het vergoedingsrecht niet te relateren aan de nominale waarde van de aan de gemeenschap onttrokken premies maar wel aan de uitgekeerde verzekerde som. Verhaalsaansprakelijkheid privé en gemeenschapsschulden Hoewel in een eerdere fase van het wetgevingsproces de regeling van de verhaalsaansprakelijkheid op de schop dreigde te gaan, is deze uiteindelijk toch ongewijzigd gebleven. Daarom geldt dat zowel bij privéschulden als bij gemeenschapsschulden een schuldeiser zijn vordering op de goederen van de gemeenschap kan verhalen alsmede op het eigen vermogen van de schuldenaar (art. 1:96 lid 1 BW). Ter zijde is van belang op te merken dat het omvatten van de gemeenschap van schulden niet impliceert dat de niet schulden makende echtgenoot ook schuldenaar van de betreffende gemeenschapsschuldeiser wordt. Als een privé schuldeiser zich op de gemeenschap wil verhalen is de echtgenoot die geen schuldenaar is bevoegd eigen goederen van de schuldenaar aan te wijzen die voldoende verhaal bieden (art. 1:96 lid 2 BW). Deze bevoegdheid bestaat uiteraard niet bij gemeenschapsschulden omdat voor deze schulden de gemeenschap draagplichtig is. De echtgenoot wiens privé schuld uit goederen van de gemeenschap is voldaan, is verplicht tot vergoeding aan de gemeenschap (récompense) en de echtgenoot uit wiens eigen goederen een schuld van de gemeenschap is voldaan heeft recht op vergoeding uit de goederen van de gemeenschap (réprise). Op het beloop van deze vergoedingsvorderingen is het bepaalde in art. 1:87 van overeenkomstige toepassing (art. 1:96 lid 3 en 4 BW). De echtgenoten kunnen bij overeenkomst het beloop van de vergoedingen anders bepalen. Kan de vergoeding niet nauwkeurig worden vastgesteld dan wordt zij geschat (art. 1:96b BW). Bestuur en tijdstip ontbinding gemeenschap In art. 1:97 BW is de bestuursregeling opgenomen die van toepassing is op het bestuur van gemeenschapsgoederen. Hoofdregel is dat een goed dat op naam van een echtgenoot staat door die echtgenoot met uitsluiting van de andere echtgenoot wordt bestuurd. Voor het overige is ieder van de echtgenoten bevoegd tot het bestuur over de goederen van de gemeenschap. Voor goederen die krachtens erfrecht of gift verkregen zijn geldt dat de verkrijger van die goederen met uitsluiting van de andere echtgenoot bevoegd is tot het bestuur daarvan. Het zou het bestek van deze bijdrage te buiten gaan als nog nader op de wettelijke bestuursregeling zou worden ingegaan. Art. 99 BW noemt de rechtsfeiten die van rechtswege ontbinding van de gemeenschap tot gevolg hebben. Wij noemen hier overlijden, echtscheiding en opheffing bij latere huwelijkse voorwaarden en verwijzen voor de overige ontbindingsgronden naar de tekst van de wet. Ontbinding van de gemeenschap door overlijden vindt plaats op het moment van het overlijden van een echtgenoot. Bij echtscheiding wordt de gemeenschap ontbonden op het moment van het indienen van het verzoek tot echtscheiding. Als sprake is van opheffing van de gemeenschap bij latere huwelijkse voorwaarden, vindt ontbinding in beginsel plaats op de dag volgende op die waarop de akte van huwelijkse voorwaarden is verleden (art. 1:120 BW). Van belang is nog dat een rechtskeuze voor buitenlands huwelijksvermogensrecht geen grond voor de ontbinding van de gemeenschap oplevert omdat de wetgever zich op het standpunt stelt dat vanaf het moment van de rechtskeuze het Nederlandse huwelijksvermogensrecht niet meer van toepassing is. 4

5 3.Titel 8 van Boek 1 BW Deze titel draagt als opschrift huwelijkse voorwaarden. Op de inhoud van titel 8 wordt in dit artikel niet nader ingegaan met dien verstande dat hierna bij de bespreking van de vergoedingsrechtenproblematiek ook art. 1:136 BW in de beschouwingen moet worden betrokken. Wij volstaan daarom met een korte weergave van de wijzigingen die per 1 januari 2012 in titel 8 zijn aangebracht. De belangrijkste wijzigingen betreffen het vervallen van de wettelijke keuzestelsels van de gemeenschappen van vruchten en inkomsten en van winst en verlies en de afschaffing van de rechterlijke goedkeuring bij het aangaan van huwelijkse voorwaarden tijdens huwelijk. Als argument voor de afschaffing van de wettelijke keuzestelsels noemt de wetgever het feit dat deze stelsels in de praktijk nauwelijks voorkomen. De genoemde rechterlijke goedkeuring kan volgens de wetgever vervallen omdat de positie van schuldeisers in het kader van het ontwerp opnieuw is bezien en op de juiste maat is gesneden. [7] Deze nieuwe snit heeft in het nieuwe art. 1:102 BW gestalte gekregen. Onder het oude recht gold dat de niet schulden makende echtgenoot na ontbinding van de gemeenschap voor de helft hoofdelijk aansprakelijk werd voor de gemeenschapsschulden die de andere echtgenoot was aangegaan. Achtergrond van deze hoofdelijke aansprakelijkheid was dat door de verdeling van de gemeenschap het verhaalsrecht voor gemeenschapsschuldeisers in beginsel voor de helft teniet ging omdat door de verdeling van de gemeenschap de helft daarvan overging in het eigen vermogen van de niet schuldenaar. De wetgever is van mening dat deze regeling te ver doorslaat in het belang van gemeenschapsschuldeisers omdat de betreffende echtgenoot ook met eigen vermogen voor de helft aansprakelijk wordt. Daarom is thans in art. 1:102 BW bepaald dat de niet schulden makende echtgenoot voor het geheel aansprakelijk wordt voor de gemeenschapsschulden van de andere echtgenoot maar dat zijn/haar verhaalsaansprakelijkheid is beperkt tot de goederen die deze echtgenoot in het kader van de verdeling heeft ontvangen. De verhaalsaansprakelijkheid van het vermogen van deze echtgenoot heeft dus geen betrekking meer op het eigen vermogen van deze echtgenoot dat niet in het kader van de verdeling is ontvangen. De in de praktijk gehanteerde zogenoemde Dozyclausules, waarbij beide echtgenoten zich hoofdelijk aansprakelijk stellen tegenover schuldeisers van de andere echtgenoot gaan volgens de wetgever verder dan passend is en kunnen beter achterwege blijven. Ten slotte is de wetgever van oordeel dat in de wet geen regeling getroffen hoeft te worden voor de belangen van privéschuldeisers na ontbinding en verdeling van de gemeenschap. Deze schuldeisers zijn aangewezen op het vragen van de benoeming van een vereffenaar (art. 3:193 BW) of zij kunnen in voorkomend geval een verdeling aantasten met een beroep op de actio Pauliana (art. 3:45 BW). 4.De nieuwe wettelijke regeling inzake vergoedingsrechten De nieuwe regeling inzake vergoedingsrechten heeft gestalte gekregen in art. 1:87 BW. Bij het redigeren van deze bepaling is uitgangspunt geweest de situatie dat echtgenoten met uitsluiting van iedere gemeenschap gehuwd zijn en vermogen op naam van de ene echtgenoot in meer of mindere mate is gefinancierd met vermogen van de andere echtgenoot. Wij zagen en zullen ook hierna nog zien dat deze vergoedingsrechtenproblematiek tevens van groot belang is bij het bestaan van een (wettelijke) gemeenschap van goederen. Zoals wij verder zullen zien is art. 1:136 BW bij de uitleg van art. 1:87 BW van groot belang. Wij beginnen met het weergeven van de tekst van art. 1:87 BW: 1. Indien een echtgenoot ten laste van het vermogen van de andere echtgenoot een goed dat tot zijn eigen vermogen zal behoren, verkrijgt of indien ten laste van het vermogen van de andere echtgenoot een schuld ter zake van een tot zijn eigen vermogen behorend goed wordt voldaan of afgelost, ontstaat voor de eerst genoemde echtgenoot een plicht tot vergoeding. 2. De vergoeding beloopt een gedeelte van de waarde van het goed op het tijdstip waarop de vergoeding wordt voldaan. Dit gedeelte: a. is in het geval van een verkrijging ten laste van het vermogen van de andere echtgenoot evenredig aan het uit diens vermogen afkomstige aandeel in de tegenprestatie voor het goed; b. komt in het geval van een voldoening of aflossing ten laste van het vermogen van de andere 5

6 echtgenoot overeen met de verhouding tussen het uit diens vermogen voldane of afgeloste bedrag ten opzichte van de waarde van het goed op het tijdstip van die voldoening of aflossing. 3. Ten aanzien van de vergoeding gelden voorts de volgende regels: a. tenzij de echtgenoot het vermogen van de andere echtgenoot met diens toestemming heeft aangewend op de wijze als bedoeld in het eerste lid beloopt de vergoeding ten minste het nominale bedrag dat ten laste van het vermogen van de andere echtgenoot is gekomen; b. ter zake van goederen die naar hun aard bestemd zijn om te worden verbruikt, beloopt de vergoeding steeds het nominale bedrag dat ten laste van het vermogen van de andere echtgenoot is gekomen; c. ter zake van goederen die inmiddels zijn vervreemd zonder dat daarvoor andere goederen in de plaats zijn gekomen, wordt in plaats van de waarde, bedoeld in de aanhef van het tweede lid, uitgegaan van de waarde ten tijde van de vervreemding. Met een vervreemding wordt gelijk gesteld het onherroepelijk worden van een begunstiging bij een sommenverzekering of een andere begunstiging bij een beding ten behoeve van een derde. 4. Echtgenoten kunnen bij overeenkomst afwijken van het eerste lid tot en met het derde lid. Geen vergoeding is verschuldigd voor zover door de verkrijging, voldoening of aflossing ten laste van het vermogen van de andere echtgenoot wordt voldaan aan een op die echtgenoot rustende verbintenis. 5. Kan de vergoeding overeenkomstig het eerste tot en met het vierde lid niet nauwkeurig worden vastgesteld, dan wordt zij geschat. Voor 1 januari 2012 gold bij het vaststellen van vergoedingsvorderingen het nominaliteitsbeginsel. Volgens dit beginsel was voor de omvang van het vergoedingsrecht bepalend de nominale waarde van het bedrag dat aan het vermogen van de andere echtgenoot ten goede was gekomen. Deze nominale waarde werd vastgesteld op het moment dat de vermogensverschuiving plaatsvond. Vergoedingsvorderingen waren verder in beginsel renteloos. Een uitzondering op dit nominaliteitsbeginsel was volgens de Hoge Raad niet geheel uitgesloten, maar van een dergelijke uitzondering op grond van de redelijkheid en de billijkheid kon niet snel sprake zijn. [8] Vanaf 1 januari 2012 heeft de wetgever in het huwelijksvermogensrecht het nominaliteitsbeginsel verlaten en de zogenoemde beleggingsvisie omarmd. In de memorie van toelichting merkt de wetgever op dat de nominalistische visie in het huwelijksvermogensrecht over het algemeen als onbillijk wordt ervaren en in de literatuur sterk is bekritiseerd. [9] De wetgever kiest nu als uitgangspunt dat als vermogen op naam van de ene echtgenoot in meer of mindere mate is gefinancierd met vermogen van de andere echtgenoot, deze andere echtgenoot in economische zin gerechtigd wordt tot de waardeontwikkeling van het betreffende vermogen van de ene echtgenoot. Hierdoor deelt deze echtgenoot niet alleen in eventuele waardestijgingen maar in beginsel ook in waardedalingen. Het nieuwe artikel laat zich het beste toelichten aan de hand van enkele voorbeelden. Deze voorbeelden ontlenen wij voor een belangrijk deel aan de memorie van antwoord aan de Eerste Kamer. Voorbeeld 1 (financiering aankoopsom) A koopt een huis voor en betaalt hiervan uit eigen privé middelen en uit door zijn echtgenoot B ter beschikking gestelde privé middelen. A wordt eigenaar van de woning. B heeft volgens het bepaalde in art. 1:87 lid 2 onder a recht op ¼ van de waarde van de woning op het moment waarop de vergoedingsvordering wordt afgerekend. Voorbeeld 2 (aflossing kosten van verbouwing) A is eigenaar van een woning ter waarde van De woning wordt verbouwd voor De verbouwing wordt voldaan uit het vermogen van B. De waarde van de woning is 1 miljoen op het moment dat de vergoedingsvordering van B wordt voldaan. Volgens art. 1:87 lid 2 onder b beloopt de vergoedingsvordering van B dan 1/6* 1 miljoen = In dit voorbeeld draagt B niet bij aan de tegenprestatie voor de woning maar B verricht, zo merkt de wetgever op, een investering in de woning. In dat geval is van belang de waarde van de woning te bepalen op het moment van de investering en de dan bestaande evenredigheid tussen de gevonden waarde van de woning en de omvang van de investering in aanmerking te nemen. Zou de waarde van de woning op het moment van de verbouwing dus zijn geweest dan zou de 6

7 vergoedingsvordering in dit voorbeeld 1/9* 1 miljoen = hebben bedragen. Aflossing draagt bij aan oorspronkelijke investering De in voorbeeld 2 gevolgde benadering zou volgens de wetgever onjuist zijn als een aflossing of betaling van een schuld niet gezien moet worden als een extra investering in het goed maar met de aflossing wordt bijgedragen aan de oorspronkelijke investering. Hoewel de tekst van art. 1:87 lid 2 onder b letterlijk gezien ook op deze situatie van toepassing is, moeten wij volgens de wetgever thans niet lid 2 onder b maar lid 2 onder a toepassen. [10] Het gaat dan om een aflossing op een schuld die is aangegaan in verband met de financiering van een goed. Een wetsbepaling die met deze situatie uitdrukkelijk rekening houdt is art. 1:136 BW. Art. 1:136 BW maakt deel uit van de tweede afdeling van titel 8, een afdeling met het opschrift verrekenbedingen. Paragraaf 1 geeft algemene regels voor verrekenbedingen terwijl paragraaf 2 een regeling geeft die van toepassing is op periodieke verrekenbedingen. In beginsel is paragraaf 1, waarvan art. 1:136 BW onderdeel uitmaakt, ook van toepassing op periodieke verrekenbedingen. Bij niet uitgevoerde periodieke verrekenbedingen is het vaste rechtspraak van de Hoge Raad dat de verrekenplicht blijft bestaan en de tot verrekening gerechtigde echtgenoot recht heeft op de waarde van het vermogen dat met behulp van de bespaarde inkomsten in de loop van de jaren is gevormd. [11] De Hoge Raad heeft dus, kort gezegd, bij niet uitgevoerde periodieke verrekenbedingen afstand genomen van de nominalistische benadering en de beleggingsvisie geaccepteerd. Deze beleggingsvisie vormt ook de wettelijke basis van de regeling inzake verrekenbedingen. Art. 1:136 BW bepaalt het volgende: Indien een goed onder aanwending van te verrekenen vermogen is verkregen, wordt het verkregen goed tot het te verrekenen vermogen gerekend voor het aandeel dat overeenkomt met het bij de verkrijging uit het te verrekenen vermogen aangewende gedeelte van de tegenprestatie gedeeld door de totale tegenprestatie. Indien een echtgenoot in verband met de verwerving van een goed een schuld is aangegaan wordt het goed op de voet van de eerste volzin tot het te verrekenen vermogen gerekend voor zover de schuld daartoe wordt gerekend of daaruit is afgelost of betaald. Voor de uitleg van art. 1:87 BW bij aflossingen die kwalificeren als bijdrage aan de oorspronkelijke investering is volgens de wetgever met name van belang de wending in art. 1:136 BW dat het goed tot het te verrekenen vermogen wordt gerekend voor zover de schuld daaruit is afgelost of betaald. Evenals bij art. 1:136 BW het geval is, ligt het volgens de wetgever bij de toepassing van art. 1:87 BW voor de hand dat als met de aflossing wordt bijgedragen aan de oorspronkelijke investering de vergoeding te relateren aan de met de oorspronkelijke investering gecreëerde waarde. Voor de bepaling van de vergoedingsvordering dient dan de waarde van het goed op het moment van de aflossing van de schuld dus geen enkele rol te spelen. Het volgende op de werking van art. 1:136 BW gebaseerde voorbeeld uit de parlementaire geschiedenis mag dit verduidelijken. A heeft tijdens het huwelijk een vakantiewoning verkregen ter waarde van Hiervan is voldaan met geërfd vermogen en met behulp van een lening. Op de lening wordt afgelost met te verrekenen vermogen. Als niet slechts op het tijdstip van de verkrijging maar ook later uit te verrekenen vermogen is bijgedragen aan de aflossing, dan komt de vakantiewoning daardoor voor een groter deel te behoren tot het te verrekenen vermogen. Het totaal bedrag van de bijdragen wordt dan opgeteld en vastgesteld wordt vervolgens welk aandeel dit vormt in de totale tegenprestatie. Volgens de wetgever is de in art. 1:87 BW gekozen benadering goed vergelijkbaar met die op grond van art. 1:136 BW. Ik citeer: Voor de vaststelling van de beleggingswaarde van gedane aflossingen op een schuld ter verwerving van een goed is niet van belang op welke tijdstippen de aflossingen zijn gedaan. Die tijdstippen zijn wel van belang als wordt bijgedragen aan de kosten van een verbouwing. In dat geval is ook van belang hoeveel het goed waard is ten tijde van de verbouwing. Is dat laatste in een concreet geval bij gebreke aan precieze gegevens niet goed mogelijk, dan kan worden gewerkt met een globale benadering. Voor deze globale benadering biedt art. 1:87 lid 5 BW een wettelijke basis. Hier is namelijk bepaald dat als de vergoeding niet nauwkeurig kan worden vastgesteld, zij wordt geschat. 7

8 Beleggingsvisie ook buiten het strikte toepassingsgebied van artikel 1:87 BW van belang De hiervoor besproken beleggingsvisie is niet alleen van belang bij vergoedingsvorderingen die tussen de privé vermogens van de echtgenoten ontstaan. Ook als op de voet van het in art. 1:95 BW bepaalde bij gebreke van zaaksvervanging vergoedingsrechten ontstaan wordt het beloop van de vergoeding bepaald overeenkomstig het in art. 1:87 BW lid 2 en 3 bepaalde. Op art. 1:87 lid 3 BW zal hierna nog worden ingegaan. Hetzelfde geldt als uit het privé vermogen van een echtgenoot een schuld van de gemeenschap is voldaan ter zake van een tot een gemeenschap behorend goed of uit goederen van de gemeenschap een privé schuld is voldaan betreffende een tot het privé vermogen behorend goed (art. 1:96 lid 3 en 4 BW). Toelichting op het bepaalde in artikel 1:87 lid 3 tot en met 5 Allereerst gaan wij nader in op hetgeen in art. 1:87 lid 3 BW is bepaald. In de eerste plaats is wettelijk geregeld dat de vergoedingsvordering ten minste het nominale bedrag bedraagt tenzij het vermogen van de andere echtgenoot is aangewend met diens toestemming. Is deze toestemming gegeven, dan is de waarde van de vergoedingsvordering dus minder dan het nominale bedrag als het goed waaraan de vergoeding is gerelateerd (substantieel) in waarde is gedaald. Volgens de wetgever ligt het op de weg van de echtgenoot die zich op de toestemming beroept, om deze zo nodig te bewijzen. De andere echtgenoot kan er blijkbaar mee volstaan zich op het standpunt te stellen dat zijn/haar toestemming niet is verleend. Terzijde merken wij op dat de vraag gerechtvaardigd lijkt in hoeverre een dergelijke specifieke bepaling bij de aard van de huwelijksverhouding past. Met name als echtscheiding aan de orde is kan de genoemde bewijslastverdeling in voorkomende gevallen eenvoudig onredelijk uitpakken. Wellicht zal echter in veel gevallen in de praktijk sprake zijn van overlaten van bestuur van privé goederen dan wel van gemeenschapsgoederen. Strikt genomen is art. 1:87 lid 3 BW dan niet van toepassing omdat het overlaten van bestuur de in art. 1:87 lid 3 BW vereiste toestemming lijkt te impliceren. Bij het overlaten van bestuur door de ene echtgenoot aan de andere echtgenoot geldt art. 1:90 lid 3 BW. De bepalingen omtrent opdracht zijn dan van overeenkomstige toepassing met inachtneming van de aard van de huwelijksverhouding en de aard van de goederen. Als een vergoedingsvordering ontstaat met betrekking tot goederen die naar hun aard bestemd zijn om te worden verbruikt, dan beloopt de vergoedingsvordering steeds het nominale bedrag dat ten laste van het vermogen van de andere echtgenoot is gekomen (art. 1:87 lid 3 sub b). Het belang van deze regeling moet waarschijnlijk niet worden overschat omdat veel goederen die bestemd zijn om te worden verbruikt worden aangeschaft met een huishoudelijke bestemming. De aanschafkosten kwalificeren dan als kosten van de huishouding. Art. 1:84 BW geeft een regeling van de draagplicht van de kosten van de huishouding. Deze regeling prevaleert boven het bepaalde in art. 1:87 lid 3 BW. Zoals hiervoor al is opgemerkt volgt uit de rechtspraak van de Hoge Raad dat vergoedingsvorderingen die op grond van art. 1:84 BW ontstaan onderworpen zijn aan een korte vervaltermijn. De regel dat de vergoeding wordt berekend naar de waarde van het goed op het tijdstip van de voldoening daarvan schept onduidelijkheid in gevallen waarin het betreffende goed is vervreemd. Twee casusposities kunnen hier worden onderscheiden. In de eerste plaats is het mogelijk dat een ander goed voor het vervreemde goed in de plaats is gekomen, bijvoorbeeld een woning wordt verkocht en een andere woning wordt in de plaats daarvan verworven. In deze gevallen zal voor de vergoeding mede de waardeontwikkeling van het vervangende goed bepalend zijn. In de tweede plaats is denkbaar dat een goed is vervreemd zonder dat daarvoor een ander goed in de plaats is gekomen, bijvoorbeeld als het betreffende goed is geschonken aan een derde. In dat geval wordt voor de bepaling van de omvang van het vergoedingsrecht uitgegaan van de waarde van het goed ten tijde van de vervreemding (art. 1:87 lid 3c BW). Ten slotte is van belang op te merken dat de regeling inzake vergoedingsrechten van regelend recht is. In lid 4 van art. 1:87 BW is bepaald dat echtgenoten bij overeenkomst kunnen afwijken van lid 1 tot en met lid 3 (zie ook art. 1:96b BW). Een dergelijke afwijkende overeenkomst is niet aan enige vorm gebonden zodat zij zelfs mondeling tot stand kan komen. Uiteraard verdient het de voorkeur een dergelijke overeenkomst schriftelijk aan te gaan. Als echtgenoten huwelijkse voorwaarden aangaan behoort het tot de taak van de notaris de echtgenoten te wijzen op de regeling inzake vergoedingsrechten en kunnen in overleg met de echtgenoten 8

9 eventueel van de wet afwijkende bepalingen in de huwelijkse voorwaarden worden opgenomen. Aandachtspunt hierbij is dat als een bepaald vergoedingsrecht krachtens de wet is ontstaan en een echtgenoot van het vergoedingsrecht in meerdere of mindere mate afstand doet, er sprake is van een gift die aanleiding kan zijn tot heffing van schenkbelasting. 5.Overgangsrecht Ten aanzien van vergoedingsvorderingen is het nieuwe recht van toepassing als zij ontstaan op grond van verkrijgingen, voldoeningen of aflossingen die op of na 1 januari 2012 plaatsvinden. Art. 1:96a (vergoedingsrecht bij gift door sommenverzekering) is niet van toepassing op begunstigingen die op 1 januari 2012 al onherroepelijk waren. Op begunstigingen die na dat tijdstip onherroepelijk worden is de nieuwe regeling dus van toepassing. De regel dat de vruchtgebruiken van art. 4:29, 30 en 34 BW privé zijn en de in art. 1:94 lid 5 sub c BW genoemde schulden uit daar genoemde rechtshandelingen ter zake des doods privé schulden zijn, is niet van toepassing op huwelijksgemeenschappen die voor 1 januari 2012 zijn ontstaan. In art. 1:94 lid 4 BW is bepaald dat vruchten van goederen die niet in de gemeenschap vallen evenmin in de gemeenschap vallen. Dit uitgangspunt is nieuw omdat voor 1 januari 2012 dergelijke vruchten wel in de gemeenschap vielen. Het is dus van belang bij bestaande gemeenschappen in het oog te houden dat voor 1 januari 2012 ontstane vruchten van privé goederen in de gemeenschap vallen [12] en vruchten van privé goederen die op of na 1 januari 2012 ontstaan tot het privé vermogen behoren. Met betrekking tot het tijdstip van de ontbinding van de gemeenschap door echtscheiding geldt dat de ontbinding door indiening van het verzoek tot echtscheiding plaatsvindt als het verzoek op of na 1 januari 2012 is gedaan. Verder merken wij op dat de nieuwe regeling van art. 1:102 BW van toepassing is op hoofdelijke aansprakelijkheid die is ontstaan door ontbinding van een huwelijksgemeenschap op of na 1 januari Tenslotte vermelden wij dat de afschaffing van de rechterlijke goedkeuring van huwelijkse voorwaarden tijdens huwelijk alleen geldt voor huwelijkse voorwaarden die op of na 1 januari 2012 worden aangegaan en dat de regeling die van toepassing was op de thans afgeschafte gemeenschappen van vruchten en inkomsten op deze gemeenschappen na 31 december 2011 van toepassing blijft. 6.Tot slot Dit artikel geeft een overzicht van het huwelijksvermogensrecht voor zover het begrip daarvan van belang is voor het verstaan van de nieuwe regeling inzake vergoedingsrechten. Tevens bevat deze bijdrage een bespreking van het wettelijk kader dat op de nieuwe regeling inzake vergoedingsrechten van toepassing is. Voetnoten Voetnoten [1] Mr. J.B. Vegter is specialist (internationale) estate planning, werkzaam bij EY Belastingadviseurs. [2] Bij tweede nota van wijziging (Kamerstukken II 2005 /06, 28867, 9) werd het voorstel om aanbrengsten van de werking van de huwelijksgemeenschap uit te zonderen teruggenomen. [3] Kamerstukken II 2007/08, 28867, 14. [4] HR 29 april 1994, NJ 1995/561 (WMK). [5] Zie nader over de mogelijkheid tot afwijking bij schriftelijke overeenkomst Asser-De Boer, Personen- en familierecht, 2010, 212. [6] Dit zijn kort gezegd schulden uit schenkingen ter zake des doods, verblijvensbedingen en overnemingsbedingen die leiden tot een bevoordeling van een derde bij dode en omzettingen van natuurlijke verbintenissen bij dode in afdwingbare verbintenissen. De nakoming bij dode van dergelijke verbintenissen mag volgens de wetgever niet mede voor rekening van de andere echtgenoot geschieden (zie nader tweede nota van wijziging, Kamerstukken II 2005 /06, 28867, 9, p. 16 e.v.). 9

10 [7] Met betrekking tot de afweging of de huwelijkse voorwaarden strijdig zijn met dwingende wetsbepalingen, de goede zeden of de openbare orde meent de wetgever dat hier de verantwoordelijkheid van de notaris voorop moet staan. [8] HR 12 juni 1987, NJ 1988/150, m.nt. van E.A.A. Luijten. [9] Kamerstukken II 2002/03, 28867, 3, p. 1. [10] Het spreekt vanzelf dat het de voorkeur had verdiend dit ook in de tekst van de wet tot uitdrukking te laten komen. Er wordt door de huidige redactie van de wet nu een erg zware wissel op het incasseringsvermogen van de rechtstoepasser getrokken. [11] Voor een recente bespreking van de wetgeving en overvloedige jurisprudentie op het gebied van de verrekenbedingen zie men M.J.A. van Mourik, Huwelijksvermogensrecht, twaalfde druk, 2013, hoofdstuk 11. [12] Voor erfenissen en schenkingen die onder uitsluitingsclausule zijn gedaan geldt dat de uitsluitingsclausule veelal ook betrekking heeft op de vruchten van het geërfde of geschonken vermogen. 10

Artikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83

Artikelen 81 en 82. Ongewijzigd. Artikel 83 Doorlopende tekst van de gewijzigde artikelen van de titels 1.6, 1.7 en 1.8 BW (nieuw), alsmede van artikel V (overgangsbepaling), zoals deze luidt volgens Kamerstukken I 2008/09, 28 867, A (gewijzigd

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2011 205 Wet van 18 april 2011 tot wijziging van de titels 6, 7 en 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (aanpassing wettelijke gemeenschap van

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 867 Wijziging van de titels 6, 7 en 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen) Nr. 1 KONINKLIJKE

Nadere informatie

Doorlopende tekst van Titel 7 van Boek I per

Doorlopende tekst van Titel 7 van Boek I per Doorlopende tekst van Titel 7 van Boek I per 1-1-2018 Artikel 1:93 BW Bij huwelijkse voorwaarden kan uitdrukkelijk of door de aard der bedingen worden afgeweken van bepalingen van deze titel, behalve voor

Nadere informatie

Huwelijksvermogensrecht en verzekeringen, moet je ze gescheiden zien?

Huwelijksvermogensrecht en verzekeringen, moet je ze gescheiden zien? Huwelijksvermogensrecht en verzekeringen, moet je ze gescheiden zien? 18 november 2014 Huwelijksvermogensrecht en verzekeringen, moet je ze "gescheiden" zien? 1 Wijziging van de titels 6, 7 en 8 van Boek

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2000 2001 27 554 Wijziging van titel 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (regels verrekenbedingen) Nr. 1 KONINKLIJKE BOODSCHAP Aan de Tweede Kamer der

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 152 Wet van 14 maart 2002 tot wijziging van titel 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (regels verrekenbedingen) Wij Beatrix, bij de gratie

Nadere informatie

Lijst van verkort aangehaalde literatuur 17. Enkele afkortingen 19. Deel 1 Rechten en verplichtingen van echtgenoten 25

Lijst van verkort aangehaalde literatuur 17. Enkele afkortingen 19. Deel 1 Rechten en verplichtingen van echtgenoten 25 Inhoud Lijst van verkort aangehaalde literatuur 17 Enkele afkortingen 19 Inleiding 21 Deel 1 Rechten en verplichtingen van echtgenoten 25 1 Rechten en verplichtingen van echtgenoten 27 1.1 Algemeen 27

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2015 2016 33 987 Voorstel van wet van de leden Swinkels, Recourt en Van Oosten tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet

Nadere informatie

Masterclass Beperkte Gemeenschap van Goederen. 22 maart Drs. J.O. Horsthuis MFP RFEA (Jasper)

Masterclass Beperkte Gemeenschap van Goederen. 22 maart Drs. J.O. Horsthuis MFP RFEA (Jasper) Masterclass Beperkte Gemeenschap van Goederen 22 maart 2017 Drs. J.O. Horsthuis MFP RFEA (Jasper) 1 Wetsvoorstel beperking gemeenschap van goederen Initiatief Wetsvoorstel 33 987 Swinkels (D66) / Recourt

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/53752

Nadere informatie

12 Huwelijksvermogensrecht

12 Huwelijksvermogensrecht Monografieën Privaatrecht 12 Huwelijksvermogensrecht Prof. mr. M.J.A. van Mourik Elfde druk Kluwer - Deventer - 2009 INHOUDSOPGAVE Lijst van afkortingen / XIII Enige verkort aangehaalde werken / XV I.

Nadere informatie

Jouw schuld, mijn schuld?

Jouw schuld, mijn schuld? TILBURG UNIVERSITY Jouw schuld, mijn schuld? Een onderzoek naar de verhaalsmogelijkheden van schuldeisers en de draagplicht van schulden in een huwelijksgoederengemeenschap Naam: Eva Jongenelen ANR: 473883

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2014 2015 33 987 Voorstel van wet van de leden Berndsen-Jansen, Recourt en Van Oosten tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek en de Faillissementswet

Nadere informatie

Huwelijksvermogensrecht. Goed geregeld

Huwelijksvermogensrecht. Goed geregeld Huwelijksvermogensrecht Goed geregeld 2 De veranderingen van het huwelijksvermogensrecht vanaf 1 januari 2018: de beperkte gemeenschap van goederen als de nieuwe standaard van het Nederlandse huwelijksvermogensrecht.

Nadere informatie

Nieuw huwelijksvermogensrecht

Nieuw huwelijksvermogensrecht Nieuw huwelijksvermogensrecht 23 februari 2012 Nieuw huwelijksvermogensrecht: vergoedingsrechten, met ongewenste fiscale gevolgen Per 1 januari 2012 is de wet Aanpassing van de wettelijke gemeenschap van

Nadere informatie

Op het downloaden en gebruik van dit model zijn onze Algemene Voorwaarden van toepassing.

Op het downloaden en gebruik van dit model zijn onze Algemene Voorwaarden van toepassing. HUWELIJKSVOORWAARDEN023FAMWEBVERSIE Model: akte van huwelijkse voorwaarden voor huwelijk Dit model gaat uit van: - het huwelijk wordt gesloten tussen een man en een vrouw; - zowel bij einde van het huwelijk

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2005 2006 28 867 Wijziging van de titels 6, 7 en 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen) Nr. 12 DERDE NOTA

Nadere informatie

1 De gemeenschap van goederen

1 De gemeenschap van goederen 1 De gemeenschap van goederen De gemeenschap van goederen is het stelsel dat de wet aan het huwelijk verbindt ter regeling van de vermogensrechtelijke verhouding van de echtgenoten, indien daar niet bij

Nadere informatie

HUWELIJK EN GEREGISTREERD PARTNERSCHAP

HUWELIJK EN GEREGISTREERD PARTNERSCHAP HUWELIJK EN GEREGISTREERD PARTNERSCHAP Gevolgen huwelijk en geregistreerd partnerschap Sinds 1 april 2001 is het huwelijk een samenlevingsverband van een man en een vrouw, twee mannen of twee vrouwen.

Nadere informatie

Estate Planning Specialist 1 (Traject 19) Wettelijke gemeenschap van goederen algemeen. Wettelijke gemeenschap van goederen

Estate Planning Specialist 1 (Traject 19) Wettelijke gemeenschap van goederen algemeen. Wettelijke gemeenschap van goederen Estate Planning Specialist 1 (Traject 19) Docent: Prof. Mr. Fons Stollenwerck Dag 1: Wettelijke gemeenschap van goederen algemeen Wet aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen 28 867 Ingediend TK

Nadere informatie

De wet aanpassing gemeenschap van goederen

De wet aanpassing gemeenschap van goederen Dr. mr. B. Breederveld 1 De wet aanpassing gemeenschap van goederen 16 Op 1 januari 2012 is in werking getreden de Wet aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen tot wijziging van de titels 6, 7 en

Nadere informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging van het besluit van 5 juli 2010, nr. DGB2010/872M, Stcrt. 2010, nr.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Wijziging van het besluit van 5 juli 2010, nr. DGB2010/872M, Stcrt. 2010, nr. STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 18050 30 maart 2018 Wijziging van het besluit van 5 juli 2010, nr. DGB2010/872M, Stcrt. 2010, nr. 10783 Belastingdienst/Directie

Nadere informatie

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN Jaargang 2013 No. 14 Landsverordening van de 9 de januari 2014 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (Landsverordening herziening huwelijksvermogensrecht)

Nadere informatie

Nieuw huwelijksvermogensrecht

Nieuw huwelijksvermogensrecht 02.11.17 Nieuw huwelijksvermogensrecht Huwelijkse voorwaarden van nog groter belang! Advieswijzer In deze advieswijzer: Voor de ondernemer die na 1 januari 2018 gaat trouwen, verandert er veel ten opzichte

Nadere informatie

Huwelijkse voorwaarden

Huwelijkse voorwaarden Huwelijkse voorwaarden het verrekenbeding in de praktijk Smit en de Wolf Scheveningseweg 10 2517 KT Den Haag 070 356 07 95 www.smitwolf.nl Geachte relatie, Bent u gehuwd? En, zo ja, heeft u huwelijkse

Nadere informatie

Vereniging voor Estate Planners in het Notariaat, ALV Amersfoort, 8 september Insolventie, verhaal en familievermogen

Vereniging voor Estate Planners in het Notariaat, ALV Amersfoort, 8 september Insolventie, verhaal en familievermogen Vereniging voor Estate Planners in het Notariaat, ALV Amersfoort, 8 september 2016 Insolventie, verhaal en familievermogen Prof.mr. Jan Biemans Hoogleraar Burgerlijk recht, i.h.b. Goederenrecht en Notarieel

Nadere informatie

Aanpassing. op een oor na gevild. wettelijke gemeenschap van goederen. In mei 2003 is het Wetsvoorstel tot aanpassing van de algehele gemeenschap

Aanpassing. op een oor na gevild. wettelijke gemeenschap van goederen. In mei 2003 is het Wetsvoorstel tot aanpassing van de algehele gemeenschap HELMY SCHELLENS Aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen op een oor na gevild foto: Jet Budelman Mr. W.P.G.M. Schellens-Stoks is advocate en partner bij Hekkelman Advocaten te Nijmegen In mei 2003

Nadere informatie

PARTNERSCHAPSVOORWAARDEN

PARTNERSCHAPSVOORWAARDEN PARTNERSCHAPSVOORWAARDEN Heden, @, verschijnen voor mij, mr. @, notaris te Utrecht: 1. @; 2. @; hierna samen ook te noemen: de Partners. De Partners verklaren met elkaar een geregistreerd partnerschap

Nadere informatie

Huwelijksvermogensrecht

Huwelijksvermogensrecht St u d i epockets p r i vaatrech t Huwelijksvermogensrecht 9e druk Prof. mr. M.J.A. van Mourik 1998 W.E.J. Tjeenk Willink Deventer Inhoud Lijst van afkortingen Enige verkort aangehaalde werken XIII XV

Nadere informatie

A 2011 N 64 PUBLICATIEBLAD

A 2011 N 64 PUBLICATIEBLAD A 2011 N 64 PUBLICATIEBLAD LANDSVERORDENING van de 15 de december 2011 tot wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (Landsverordening herziening huwelijksvermogensrecht). In overweging genomen hebbende:

Nadere informatie

Renovatie van de derde tranche tot herziening van het huwelijksvermogensrecht (Wet aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen)

Renovatie van de derde tranche tot herziening van het huwelijksvermogensrecht (Wet aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen) Renovatie van de derde tranche tot herziening van het huwelijksvermogensrecht (Wet aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen) Omslagtekst In deze bijdrage wordt ingegaan op de tweede nota van wijziging,

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2009-2010 28867 Wijziging van de titels 6, 7 en 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen) E NADERE MEMORIE

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2009 2010 28 867 Wijziging van de titels 6, 7 en 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek (aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen) E NADERE MEMORIE

Nadere informatie

Voorbeelden Schenkbelasting Voorbeeld 1

Voorbeelden Schenkbelasting Voorbeeld 1 Onderstaande voorbeelden zijn afkomstig uit de Artikelsgewijze toelichting bij het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2018 De volledige tekst kunt u vinden via onderstaande link https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2017/09/19/overige-fiscale-maatregelen-

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 - Het huwelijksvermogensrecht

Hoofdstuk 1 - Het huwelijksvermogensrecht Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 - Het huwelijksvermogensrecht Wat is het belang van het huwelijksvermogensrecht?... 5 Gemeenschap van goederen... 5 Verdeling... 5 Wat behoort tot het gemeen schappelijk vermogen?...

Nadere informatie

HUWELIJKSE VOORWAARDEN EN PARTNERSCHAPSVOORWAARDEN SAMENLEVINGSVORMEN

HUWELIJKSE VOORWAARDEN EN PARTNERSCHAPSVOORWAARDEN SAMENLEVINGSVORMEN HUWELIJKSE VOORWAARDEN EN PARTNERSCHAPSVOORWAARDEN SAMENLEVINGSVORMEN Sinds 1 april 2001 is het huwelijk een samenlevingsverband van twee personen van gelijk of verschillend geslacht. De vermogensrechtelijke

Nadere informatie

3. Trouwen zonder huwelijkse voorwaarden: van een algehele naar een beperkte gemeenschap van goederen... 13

3. Trouwen zonder huwelijkse voorwaarden: van een algehele naar een beperkte gemeenschap van goederen... 13 Inhoudsopgave Voorwoord 1 1 Samenwoners 2 11 Inleiding 2 12 Een samenlevingscontract 2 13 Wat regelt u in een samenlevingscontract? 2 131 Voor de periode waarin u samenwoont 2 132 Voor het geval u besluit

Nadere informatie

TOELICHTING OP JE SAMENLEVINGSOVEREENKOMST EN TESTAMENTEN

TOELICHTING OP JE SAMENLEVINGSOVEREENKOMST EN TESTAMENTEN TOELICHTING OP JE SAMENLEVINGSOVEREENKOMST EN TESTAMENTEN Samenlevingsovereenkomst: Gemeenschappelijke huishouding In de overeenkomst staat vermeld dat je de kosten van de gemeenschappelijke huishouding

Nadere informatie

In- of uitsluiten: that s the question

In- of uitsluiten: that s the question In- of uitsluiten: that s the question MR. P.J.T. (ELLE) VAN GOMPEL 1 Op 1 januari 2018 treedt het wetsvoorstel 33 987 tot beperking van de wettelijke gemeenschap van goederen in werking. 2 Eén van de

Nadere informatie

Werkgroepopdrachten -vennootschappen en rechtspersonenrecht DEEL B

Werkgroepopdrachten -vennootschappen en rechtspersonenrecht DEEL B Werkgroepopdrachten -vennootschappen en rechtspersonenrecht DEEL B Voorwoord Beste student(e), Voor u liggen de uitwerkingen van de voorgeschreven werkgroepopdrachten (week 5 t/m week 8) voor het vak Relatievermogensrecht.

Nadere informatie

Vragenlijst effectief verdelen huwelijkse voorwaarden

Vragenlijst effectief verdelen huwelijkse voorwaarden Vragenlijst effectief verdelen huwelijkse voorwaarden Rechtbank s-gravenhage Vragenlijst 1. Wanr is het huwelijk gesloten? Inleiding Deze vragenlijsten zijn gericht aan de advocaten van partijen. Vandaar

Nadere informatie

- OVEREENKOMST - Schenking onder bewind van effecten ouder aan een meerderjarig kind

- OVEREENKOMST - Schenking onder bewind van effecten ouder aan een meerderjarig kind - OVEREENKOMST - Schenking onder bewind van effecten ouder aan een meerderjarig kind ONDERGETEKENDEN: De heer/mevrouw, geboren op. 19 te, wonende aan de.., ( ).., hierna ook te noemen "de Schenker", en

Nadere informatie

Estate Planning. Leo Brunt FFP

Estate Planning. Leo Brunt FFP Estate Planning Leo Brunt FFP 1.900.000.000 Miljoenen Nota 150.000 Door welke bril bekijk je het? Juridisch Fiscaal En wanneer bekijk je het? Tijdens het leven Inventarisatie is noodzakelijk Juridisch

Nadere informatie

Dukers & Baelemans. Invloed huwelijksvermogensrecht op inkomen ondernemer

Dukers & Baelemans. Invloed huwelijksvermogensrecht op inkomen ondernemer Dukers & Baelemans Invloed huwelijksvermogensrecht op inkomen ondernemer Programma Intro: nieuw huwelijksvermogensrecht Zaaksvervanging waardemutaties Achtergrond bepaling redelijke vergoeding Finaal verrekenbeding

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2002 2003 28 867 Wijziging van de titels 6, 7 en 8 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek(aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen) B ADVIES RAAD VAN

Nadere informatie

Inhoud. Relatievormen. Inleiding Huwelijk en geregistreerd partnerschap; de verschillen. Vindplaatsen relatievermogensrecht

Inhoud. Relatievormen. Inleiding Huwelijk en geregistreerd partnerschap; de verschillen. Vindplaatsen relatievermogensrecht Inhoud I 1 2 II 3 4 5 6 7 III 8 9 10 IV 11 12 Relatievormen Inleiding Huwelijk en geregistreerd partnerschap; de verschillen Vindplaatsen relatievermogensrecht Boek 1 en Boek 3 Burgerlijk Wetboek Pensioenwetgeving

Nadere informatie

Invoering beperkte gemeenschap van goederen. Inleiding; voorgeschiedenis. Moderniseringswetgeving huwelijksvermogensrecht

Invoering beperkte gemeenschap van goederen. Inleiding; voorgeschiedenis. Moderniseringswetgeving huwelijksvermogensrecht 23-1-2018 1 Invoering beperkte gemeenschap van goederen Rijksuniversiteit Groningen Notarieel Instituut Groningen (NIG, zie: www.notarieelinstituut.nl) Prof. mr. Leon Verstappen 23-1-2018 2 Inleiding;

Nadere informatie

Van dat stelsel gaan wij dus binnenkort afscheid nemen en wel op 1 januari 2018 wanneer de nieuwe Wet in werking treedt.

Van dat stelsel gaan wij dus binnenkort afscheid nemen en wel op 1 januari 2018 wanneer de nieuwe Wet in werking treedt. Deel 1 Er gaat wat wijzigen in 2018 op het gebied van het huwelijksvermogensrecht. Met ingang van 1 januari 2018 trouw je in Nederland niet meer automatisch in algehele gemeenschap van goederen maar blijft

Nadere informatie

Kluwer Online Research

Kluwer Online Research Land- en Tuinbouwbulletin De een is failliet en de ander niet Kluwer Online Research Auteur: Mr. M.J. Tolsma[1] Regelmatig vraagt de ondernemer zich af of hij vermogen op naam van zijn/haar echtgenoot

Nadere informatie

Uitsluiting gemeenschap van goederen

Uitsluiting gemeenschap van goederen Uitsluiting gemeenschap van goederen Datum Naam partner 1 Naam partner 2 Beschrijving goederen en schulden Berekening onderling vergoedingsrecht Op grond van nominaliteitsleer Op grond van beleggingsleer

Nadere informatie

THEORIE-EXAMEN FFP ONDERDEEL: MINICASES

THEORIE-EXAMEN FFP ONDERDEEL: MINICASES THEORIE-EXAMEN FFP ONDERDEEL: MINICASES Minicase Ada en Bert Ada (61 jaar) en Bert (48 jaar) zijn in 2018 gehuwd op huwelijkse voorwaarden (zie bijlage 1). Voor Bert was dit de eerste keer dat hij in het

Nadere informatie

Gemeenschap van woning

Gemeenschap van woning Gemeenschap van woning Datum Naam partner 1 Naam partner 2 Beschrijving goederen en schulden Zaaksvervanging Krachtens erfrecht en gift verkregen gezamenlijk bewoonde woning Alleen gemeenschappelijk bij

Nadere informatie

Huwelijksvermogensrecht journaal. September 2015

Huwelijksvermogensrecht journaal. September 2015 Huwelijksvermogensrecht journaal September 2015 Items Vinger aan de pols: Voorstel van wet 33 987, Literatuur en wetgevingsproces Ongehuwde samenlevers en vermogensregime Ongehuwden en alimentatie Pensioen

Nadere informatie

Onder voorwaarden getrouwd of geregistreerd

Onder voorwaarden getrouwd of geregistreerd Onder voorwaarden getrouwd of geregistreerd Van Kaam Notarissen Someren, Witvrouwenbergweg 8a, tel. (0493) 49 43 52 Wat is... Wie gaat trouwen of een geregistreerd partnerschap wil aangaan en de verdeling

Nadere informatie

VERMOGENSDELING BIJ ECHTSCHEIDING

VERMOGENSDELING BIJ ECHTSCHEIDING VERMOGENSDELING BIJ ECHTSCHEIDING VFP VERMOGEN Mr. M. Veenstra is als kandidaat-notaris werkzaam bij De Haan AGW Advocaten en Notarissen te Leeuwarden. Mr. V. Wegter is als advocaat werkzaam bij De Haan

Nadere informatie

Gemeenschap van woning en inboedel

Gemeenschap van woning en inboedel Gemeenschap van woning en inboedel Datum Naam partner 1 Naam partner 2 Beschrijving goederen en schulden ALS Beschrijving goederen en schulden = Ja * In beschrijving vermelde roerende zaken Gemeenschappelijk

Nadere informatie

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN

BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN BEGINSELEN VAN EUROPEES FAMILIERECHT BETREFFENDE VERMOGENSRECHTELIJKE RELATIES TUSSEN ECHTGENOTEN PREAMBULE Erkennende dat ondanks de bestaande verschillen in de nationale familierechten er evenwel een

Nadere informatie

A. Ondernemer en huwelijk

A. Ondernemer en huwelijk A. Ondernemer en huwelijk Iedere ondernemer die met een partner samen woont, is vrij om zijn of haar in komen te innen en om een bankrekening te openen. Het maakt daarbij niets uit voor welke samenlevingsvorm

Nadere informatie

Advies Netwerk Notarissen m.b.t. wetsvoorstel beperking wettelijke gemeenschap van goederen

Advies Netwerk Notarissen m.b.t. wetsvoorstel beperking wettelijke gemeenschap van goederen Advies Netwerk Notarissen m.b.t. wetsvoorstel beperking wettelijke gemeenschap van goederen Op 31 oktober 2013 hebben de indieners van een wetsvoorstel dat tot doel heeft een beperkte gemeenschap van goederen

Nadere informatie

Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting

Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting, Stcrt. 2009, 20619 HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN Reikwijdte Artikel 1. Reikwijdte en definitie 1. Deze regeling

Nadere informatie

Alumni-Mfp. Actualiteiten estate planning. Theo Hoogwout woensdag 12 februari 2014

Alumni-Mfp. Actualiteiten estate planning. Theo Hoogwout woensdag 12 februari 2014 Alumni-Mfp Actualiteiten estate planning Theo Hoogwout woensdag 12 februari 2014 1 Programma Fiscaal partnerschap Huwelijks vermogensrecht Erven & AWBZ Erven of schenken woning & WOZ Schenken Uniform partnerbegrip

Nadere informatie

Hoofdstuk 1 Inleiding; het huwelijk en de ontbinding daarvan Het huwelijk 1 2. De informele relatie 4

Hoofdstuk 1 Inleiding; het huwelijk en de ontbinding daarvan Het huwelijk 1 2. De informele relatie 4 Inhoudsopgave Hoofdstuk 1 Inleiding; het huwelijk en de ontbinding daarvan 1 1. Het huwelijk 1 2. De informele relatie 4 Hoofdstuk 2 Huwelijksvermogensrecht algemeen 7 1. Algemene inleiding 7 2. Wetsgeschiedenis

Nadere informatie

Het nieuwe huwelijksvermogensrecht

Het nieuwe huwelijksvermogensrecht Het nieuwe huwelijksvermogensrecht mr. CA. Kraan tweede druk Gouda Quint bv (S. Gouda Quint - D. Brouwer en zn.) Arnhem 1994 Inhoudsopgave Lijst van verkort aangehaalde literatuur 11 Enkele afkortingen

Nadere informatie

Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 4 april 2018) Inleiding

Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 4 april 2018) Inleiding Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 4 april 2018) Inleiding Op 1 april 2017 zijn de maatregelen van de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen in werking

Nadere informatie

12-03- 2014. Split Online Congres CIVIELE ASPECTEN VAN DE EIGEN WONING IN DE ECHTSCHEIDING MR. DR. E.W.J. EBBEN MAART 2014

12-03- 2014. Split Online Congres CIVIELE ASPECTEN VAN DE EIGEN WONING IN DE ECHTSCHEIDING MR. DR. E.W.J. EBBEN MAART 2014 Split Online Congres CIVIELE ASPECTEN VAN DE EIGEN WONING IN DE ECHTSCHEIDING MR. DR. E.W.J. EBBEN MAART 2014 HUWELIJK ZONDER HUWELIJKSVOORWAARDEN GEMEENSCHAP VAN GOEDEREN BOEDELMENGING OPVOLGING ONDER

Nadere informatie

Expert Meeting 6 oktober Invoering beperkte huwelijksgemeenschap. mr. Margot E. Burger MfN RFEA Chantal M. Scherpenhuijzen MfN RFEA

Expert Meeting 6 oktober Invoering beperkte huwelijksgemeenschap. mr. Margot E. Burger MfN RFEA Chantal M. Scherpenhuijzen MfN RFEA Expert Meeting 6 oktober 2016 Invoering beperkte huwelijksgemeenschap mr. Margot E. Burger MfN RFEA Chantal M. Scherpenhuijzen MfN RFEA Cd van jou, cd van mij Cd van ons allebei gekregen van mijn moeder,

Nadere informatie

Nieuwe conflicten door gewijzigde voorwaarden

Nieuwe conflicten door gewijzigde voorwaarden Huwelijkse voorwaarden na 1 januari 2018 Nieuwe conflicten door gewijzigde voorwaarden echtscheiding Door Daniëlle van Iperen-Roepers en Nickey Smelt Illustratie: Tamar Rubinstein Op 1 januari 2018 is

Nadere informatie

2. Onder vernummering van het zevende tot en met negende lid tot achtste tot en met tiende lid wordt na het zesde lid een lid ingevoegd, luidende:

2. Onder vernummering van het zevende tot en met negende lid tot achtste tot en met tiende lid wordt na het zesde lid een lid ingevoegd, luidende: ARTIKEL I De Wet inkomstenbelasting 2001 wordt als volgt gewijzigd: A. Artikel 4.17a wordt als volgt gewijzigd: 1. In de aanhef van het vijfde lid wordt een belang heeft vervangen door: direct of indirect

Nadere informatie

Het finale verrekenbeding in huwelijkse voorwaarden

Het finale verrekenbeding in huwelijkse voorwaarden Rotterdam Institute of Private Law Accepted Paper Series Het finale verrekenbeding in huwelijkse voorwaarden Een aantekening bij HR 1 februari 2008, LJN: BB9781 A.J.M. Nuytinck Published in WPNR, 2008,

Nadere informatie

Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 13 oktober 2017)

Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 13 oktober 2017) Handreiking ODV-aanspraken en overlijden (versie 13 oktober 2017) Inleiding Op 1 april 2017 zijn de maatregelen van de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen in

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2010 2011 32 870 Wijziging van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek tot aanpassing van artikel 97 en reparatie van enkele technische onvolkomenheden die zijn

Nadere informatie

Huwelijkse. voorwaarden. www.netwerknotarissen.nl

Huwelijkse. voorwaarden. www.netwerknotarissen.nl Huwelijkse voorwaarden www.netwerknotarissen.nl Als u gaat trouwen, regelt de wet automatisch veel zaken. Bijvoorbeeld dat uw echtgenoot van u erft als u overlijdt of dat uw echtgenoot begunstigde wordt

Nadere informatie

Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1

Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1 Een pleidooi voor aanpassing van het Besluit Huwelijksgoederenregister 1969 1 Prof. mr. A.J.M. Nuytinck, hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder personen-, familie- en erfrecht, aan de Erasmus Universiteit

Nadere informatie

Vragenlijst voor het opstellen van huwelijksvoorwaarden of partnerschapsvoorwaarden 1

Vragenlijst voor het opstellen van huwelijksvoorwaarden of partnerschapsvoorwaarden 1 Vragenlijst voor het opstellen van huwelijksvoorwaarden of partnerschapsvoorwaarden 1 I. Personalia MAN/VROUW Familienaam Voornamen Adres Geboorteplaats en -datum Legitimatiebewijs Nummer Legitimatiebewijs

Nadere informatie

Een nieuw standaardstelsel huwelijksvermogensregime: allemaal naar de notaris! S.A.M. de Wijkerslooth de Weerdesteijn-Lhoëst

Een nieuw standaardstelsel huwelijksvermogensregime: allemaal naar de notaris! S.A.M. de Wijkerslooth de Weerdesteijn-Lhoëst Een nieuw standaardstelsel huwelijksvermogensregime: allemaal naar de notaris! S.A.M. de Wijkerslooth de Weerdesteijn-Lhoëst In het huidige huwelijksvermogensrecht geldt als standaardstelsel de gemeenschap

Nadere informatie

Het Nederlandse huwelijksvermogensrecht op de schop

Het Nederlandse huwelijksvermogensrecht op de schop Het Nederlandse huwelijksvermogensrecht op de schop Een onderzoek naar de gevolgen van Wetsvoorstel 33 987 voor Aitton notarissen Student Melissa van Koolwijk Studentnummer 2047929 Afstudeerorganisatie

Nadere informatie

t voorbij? Toepassing van de Wet W aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen Afstudeerscriptie HBO-Rechten van Aben & Slag Advocaten

t voorbij? Toepassing van de Wet W aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen Afstudeerscriptie HBO-Rechten van Aben & Slag Advocaten Crisis in het huwelijksvermogensrech h t voorbij? Toepassing van de Wet W aanpassing wettelijke gemeenschap van goederen Afstudeerscriptie HBO-Rechten In opdracht o van Aben & Slag Advocaten Aniek Kuppens

Nadere informatie

SCHEIDEN EN SCHULDEN

SCHEIDEN EN SCHULDEN SCHEIDEN EN SCHULDEN FAMILIEVERMOGENSRECHT IN TIJDEN VAN CRISIS cursus 6 februari 2014 mr. drs. J.H. (Jan Hein) Lieber Jan Hein Lieber Scheiden en Schulden 1 ONDER WATER: EEN METAFOOR IS WERKELIJKHEID

Nadere informatie

Ontwerp d.d. *** TESTAMENT D GEHUWDEN OF SAMENWONENDEN MET MEERDERJARIGE KINDEREN (UIT HUIDIGE RELATIE). TWEETRAPSMAKING

Ontwerp d.d. *** TESTAMENT D GEHUWDEN OF SAMENWONENDEN MET MEERDERJARIGE KINDEREN (UIT HUIDIGE RELATIE). TWEETRAPSMAKING Ontwerp d.d. *** TESTAMENT D GEHUWDEN OF SAMENWONENDEN MET MEERDERJARIGE KINDEREN (UIT HUIDIGE RELATIE). TWEETRAPSMAKING Op *** verscheen voor mij, mr. ***, notaris te Rotterdam:-----------------------------

Nadere informatie

Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:146, Gevolgd

Uitspraak. Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 14/ Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:146, Gevolgd Instantie Hoge Raad Datum uitspraak 01-05-2015 Datum publicatie 01-05-2015 Zaaknummer 14/03358 Formele relaties Rechtsgebieden Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:146, Gevolgd Personen- en familierecht Bijzondere

Nadere informatie

Familie en Scheiding Ontbijtseminar 13 november 2014

Familie en Scheiding Ontbijtseminar 13 november 2014 Familie en Scheiding Ontbijtseminar 13 november 2014 ONTBIJTSEMINAR Donderdag 13 november 2014 Mr. Marc Heuvelmans [welkomstwoord] Mr. Jacqueline van de Wiel Mr. Mathilde Becking Ontbijtseminar 13 november

Nadere informatie

/ / 1. Huwelijkse voorwaarden 2011/nr

/ / 1. Huwelijkse voorwaarden 2011/nr / / 1 Huwelijkse voorwaarden 2011/nr Op * verschenen voor mij, *, notaris te *: 1. de heer JOHANNES BRUINSMA, geboren te Haskerland op vierentwintig maart negentienhonderd achtenvijftig, (rijbewijs nummer

Nadere informatie

Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht

Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht Levering juridische eigendom na economische eigendomsoverdracht en de onherroepelijke volmacht In deze bijdrage wordt ingegaan op de problematiek van een levering van juridische eigendom van een woning

Nadere informatie

Vernieuwing van het Nederlandse huwelijksvermogensrecht: grote stappen, gauw thuis.

Vernieuwing van het Nederlandse huwelijksvermogensrecht: grote stappen, gauw thuis. Vernieuwing van het Nederlandse huwelijksvermogensrecht: grote stappen, gauw thuis. Maakt de wetgever de juiste keuze om het huwelijksvermogensrechtelijke stelsel te veranderen in een beperkte gemeenschap

Nadere informatie

1.1. Lijst van gebruikte begrippen en afkortingen. Successiewet Successiewet 1956. Burgerlijk Wetboek

1.1. Lijst van gebruikte begrippen en afkortingen. Successiewet Successiewet 1956. Burgerlijk Wetboek Schenk- en erfbelasting. Overdrachtsbelasting. Verwerping van een nalatenschap. Ongelukkige redactie testament. Vergeten testament. Informele wil Belastingdienst/ Directie Vaktechniek Belastingen. Besluit

Nadere informatie

De huwelijksgemeenschap bij echtscheiding De omvang, ontbinding en verdeling door de rechter

De huwelijksgemeenschap bij echtscheiding De omvang, ontbinding en verdeling door de rechter VRIJE UNIVERSITEIT De huwelijksgemeenschap bij echtscheiding De omvang, ontbinding en verdeling door de rechter ACADEMISCH PROEFSCHRIFT ter verkrijging van de graad Doctor aan de Vrije Universiteit Amsterdam,

Nadere informatie

Afkortingen. Hoofdstuk 1 Zelfstandig ondernemer/beroepsbeoefenaar 1

Afkortingen. Hoofdstuk 1 Zelfstandig ondernemer/beroepsbeoefenaar 1 Inhoudsopgave Afkortingen XIX Hoofdstuk 1 Zelfstandig ondernemer/beroepsbeoefenaar 1 1. Inleiding 1 2. Ondernemer en wettelijke gemeenschap van goederen 2 2.1. Voorzieningen in het zicht van scheiding

Nadere informatie

VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN

VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN VERGELIJKING HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMEWONEN HUWELIJK WETTELIJK SAMENWONEN FEITELIJK SAMENWONEN = verbintenis tussen 2 ongehuwde personen van verschillend of hetzelfde geslacht die een

Nadere informatie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen The following full text is a publisher's version. For additional information about this publication click this link. http://hdl.handle.net/2066/74072

Nadere informatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2001 2002 19 529 Vaststelling van titel 7.17 (verzekering) en titel 7.18 (lijfrente) van het nieuwe Burgerlijk Wetboek Nr. 7 NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET

Nadere informatie

Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten

Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten Overdrachtsbelasting. Belastbaar feit Belastingdienst/Landelijk Kantoor Belastingregio s, Brieven en beleidsbesluiten Besluit van 14-12-2011, nr. BLKB/2011/1803M, Staatscourant 2011, nr. 23104 De staatssecretaris

Nadere informatie

Inhoud. 1 Uw bedrijf en uw familie: uw familiezaak? 2 Spelregels om te trouwen. Inhoud

Inhoud. 1 Uw bedrijf en uw familie: uw familiezaak? 2 Spelregels om te trouwen. Inhoud Inhoud 1 Uw bedrijf en uw familie: uw familiezaak? 1.1. INLEIDING.................................................... 1 1.1.1. Welke vorm van samenleven past bij u?..................... 1 1.1.2. Dat speelt

Nadere informatie

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal Eerste Kamer der Staten-Generaal 1 Vergaderjaar 2000 2001 Nr. 297 26 822 Invoering Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, derde gedeelte (Overgangsrecht) GEWIJZIGD VOORSTEL VAN

Nadere informatie

Dit artikel uit AdvoTip is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker. Afl september 2017

Dit artikel uit AdvoTip is gepubliceerd door Boom juridisch en is bestemd voor anonieme bezoeker. Afl september 2017 Onder redactie van: Prof. mr. dr. B.M.E.M. Schols Prof. mr. dr. W. Burgerhart Prof. mr. dr. F.W.J.M. Schols Mr. F.M.H. Hoens Mr. dr. J.W.A. Rheinfeld Mr. G.A. Tuinstra Mr. J.Th.M. Diks Mr. M.J.P. Schipper

Nadere informatie

DE INVLOED VAN ART. 1:87 BW (VERGOEDINGSVORDERINGEN

DE INVLOED VAN ART. 1:87 BW (VERGOEDINGSVORDERINGEN 678 Weekblad fiscaal recht. 6954. 17 mei 2012 DE INVLOED VAN ART. 1:87 BW (VERGOEDINGSVORDERINGEN TUSSEN ECHTGENOTEN) OP TBS-RESULTAAT EN AB-INKOMEN PROF. MR. DR. P.G.H. ALBERT 1 1 Inleiding Per 1 januari

Nadere informatie

De aansprakelijkheid voor schulden der nalatenschap bij de wettelijke verdeling

De aansprakelijkheid voor schulden der nalatenschap bij de wettelijke verdeling De aansprakelijkheid voor schulden der nalatenschap bij de wettelijke verdeling 1. Inleiding Wanneer men de problematiek van aansprakelijkheid voor en verhaalbaarheid van schulden van de nalatenschap bij

Nadere informatie

Blok 4/dag 7 Berry van Zuidam

Blok 4/dag 7 Berry van Zuidam Blok 4/dag 7 Berry van Zuidam 1 Agenda van de dag Terugblik vorige blok Rechten en plichten echtgenoten Relatievermogensrecht Evaluatie lesdag 2 1 Eerlijk delen 3 Rechten en plichten van echtgenoten Titel

Nadere informatie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 2002 229 Wet van 18 april 2002 tot vaststelling van de Invoeringswet Boek 4 en Titel 3 van Boek 7 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek, derde gedeelte

Nadere informatie

Wettelijke beperkte gemeenschap van goederen

Wettelijke beperkte gemeenschap van goederen Wettelijke beperkte gemeenschap van goederen Datum Naam partner 1 Naam partner 2 Beschrijving goederen en schulden Verkrijgingen krachtens erfrecht en gift, tenzij uitsluitingsclausule Alleen gemeenschappelijk

Nadere informatie