A4Au rt, Ap-ok, ti Cut, vtu

Transcriptie

1 Scan nummer 2 van 3 - Scanpagina 1 van 34 A4Au rt, Ap-ok, ti Cut, vtu ll atu IS Openbare Vergadering WI LANDSVERORDENING tot wijziging van de Landsverordening winstbelasting (AB 1988 no. GT 47), de Landsverordening inkomstenbelasting (AB 1991 no. GT 51), de Landsverordening dividendbelasting en imputatiebetaling (AB 2002 no. 123) en de Algemene Iandsverordening belastingen (AB 2004 no. 10) (vastlegging begunstigend beleid; invoering voldoening op aangifte winstbelasting) AANBIEDING Ii V. I De regering van Aruba biedt aan de Staten ter goedkeuring aan een ontwerp- Landsverordening tot wijziging van de Landsverordening winstbelasting (AB 1988 no. GT 47), de Landsverordening inkomstenbelasting (AB 1991 no. GT 51), de Landsverordening dividendbelasting en imputatiebetaling (AB 2002 no. 123) en de Algemene Iandsverordening belastingen (AB 2004 no. 10) (vastlegging begunstigend beleid, invoering voldoening op aangifte winstbelasting). De minister van Fi a ien eidsorganisatie, STATEN VAN ARUBA De minister van Justitie, Volgnr:

2 Scan nummer 2 van 3 - Scanpagina 2 van 34 6A,ctiti& kluri UAtti LANDSVERORDENING tot wijziging van de Landsverordening winstbelasting (AB 1988 no. GT 47), de Landsverordening inkomstenbelasting (AB 1991 no. GT 51), de Landsverordening dividendbelasting en imputatiebetaling (AB 2002 no. 123) en de Algemene Iandsverordening belastingen (AB 2004 no. 10) (vastlegging begunstigend beleid; invoering voldoening op aangifte winstbelasting) ONTVVERP IN NAAM VAN DE KONING! DE GOUVERNEUR van Aruba, In overweging genomen hebbende: dat het wenselijk is het begunstigend beleid van 28 juni 2013 van de minister, belast met financien, vast te leggen voor wat betreft de herinvesteringsreserve voor timeshareresorts, de omvorming van het IPC-regime, de temporisering van de renteaftrek bij de aankoop van een binnenlandse deelneming en de verlenging van de tijdelijke investeringsaftrek; dat het voorts in het belang van een efficiente heffing en inning van de winstbelasting wenselijk is om het heffingsysteem van de winstbelasting te vervangen door het systeem van voldoening op aangifte; Heeft, de Raad van Advies gehoord, met gemeen overleg der Staten, vastgesteld onderstaande Iandsverordening:

3 Scan nummer 2 van 3 - Scanpagina 3 van 34 Artikel I De Landsverordening winstbelasting (AB 1988 no. GT 47) wordt als volgt gewijzigd: A na artikel 2 wordt een nieuw artikel ingevoegd, luidende: Artikel 2a 1. De winst van een vennootschap, behaald met een van de bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, genoemde activiteiten verricht, wordt belast met inachtneming van artikel 15, dertiende lid. 2. Indien een vennootschap als bedoeld in het eerste lid, het bedrijf van een hotel uitoefent, wordt deze vennootschap ingedeeld in een van de volgende categorieen: - Categorie I: de vergoeding voor iedere in het door de vennootschap gedreven hotel beschikbare kamer, exclusief toeristenheffing, in een boekjaar gemiddeld ten minste Afl. 331,- per dag bedraagt; - Categorie II: de vergoeding voor iedere in het door de vennootschap gedreven hotel beschikbare kamer, exclusief toeristenheffing, in een boekjaar gemiddeld ten minste Afl. 313,- per dag bedraagt; - Categorie III: de vergoeding voor iedere in het door de vennootschap gedreven hotel beschikbare kamer, exclusief toeristenheffing, in een boekjaar gemiddeld ten minste Afl. 286,- per dag bedraagt; - Categorie IV: 4-diamond-status. 3. Een vennootschap als bedoeld in het eerste en tweede lid, kan in aanmerking komen voor toepassing van de percentages, bedoeld in artikel 15, dertiende lid, indien: a. de vennootschap in het bezit is van een earth check certificaat of een soortgelijk certificaat, en 2

4 Scan nummer 2 van 3 - Scanpagina 4 van 34 b. de vennootschap jaarlijks naar gelang de in het tweede lid genoemde categorie, een investering doet ten behoeve van de Arubaanse gemeenschap, bedragende voor: Categorie I: hotels met meer dan 100 kamers Afl ,- en hotels met 100 kamers of minder Afl ,-; Categorie II: hotels met meer dan 100 kamers Afl ,- en hotels met 100 kamers of minder Afl ,-; - Categorie III: hotels met meer dan 100 kamers Afl ,- en hotels met 100 kamers of minder Afl ,-; - Categorie IV: hotels met meer dan 100 kamers Afl ,- en hotels met 100 kamers of minder Afl ,-. 4. De in het derde lid, onderdeel b, bedoelde investering kan in het boekjaar waarin de investering is gedaan in zijn geheel ten laste van de winst komen. De investering dient voor ten minste een derde gedeelte betrekking to hebben op duurzaamheid en milieu, voor ten minste een derde gedeelte op opleidingen voor lokaal personeel en voor ten minste een derde gedeelte op het aanschaffen van lokaal vervaardigde producten. 5. Bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, kunnen de bedragen genoemd in het tweede en derde lid worden gewijzigd. De voordracht van een landsbesluit als bedoeld in de eerste volzin, wordt niet gedaan, dan nadat het ontwerp, vergezeld van de concept-nota van toelichting en het advies van de Raad van Advies daarbij, is aangeboden aan de Staten en daar twee weken ter inzage heeft gelegen. B artikel 4 wordt als volgt gewijzigd: 1. in het zesde lid vervalt de laatste volzin. 2. het tiende en elfde lid vervallen. C artikelen 5a, 5b en 5c komen als volgt luiden: Artikel 5a 3

5 Scan nummer 2 van 3 - Scanpagina 5 van indien in een boekjaar een bedrag van meer dan Afl ,- wordt geinvesteerd in bedrijfsmiddelen, wordt zes procent van het investeringsbedrag ten laste gebracht van de winst van dat jaar. 2. Onder investeren in de zin van het eerste lid wordt verstaan het aangaan van verplichtingen ter zake van de aanschaf of verbetering van een bedrijfsmiddel dat voor de uitoefening van een onderneming in Aruba wordt gebezigd, indien blijkt dat de verplichtingen voortvloeien uit rechtsbetrekkingen met natuurlijke personen of rechtspersonen, die deze rechtsbetrekkingen zijn aangegaan in het kader van de uitoefening van een in Aruba gevestigde onderneming. 3. Voor de toepassing van het eerste lid behoren niet tot de bedrijfsmiddelen: a. gronden, met inbegrip van de ondergrond van gebouwen; b. woonhuizen, daaronder begrepen tot bewoning dienende gedeelten van bedrijfspanden; c. personenautomobielen, tenzij deze bestemd zijn voor het bedrijfsmatig personenvervoer; d. pleziervaartuigen die worden gebruikt voor representatieve doeleinden; e. effecten, vorderingen, goodwill, alsmede vergunningen, ontheffingen, concessies en andere dispensaties van publiekrechtelijke aard; f. flessen, kisten en andere verpakkingsmiddelen; g. dieren; h. bedrijfsmiddelen die direct of indirect bestemd zijn om hoofdzakelijk ter beschikking te worden gesteld aan derden; i. bedrijfsmiddelen die zijn bestemd om te worden gebruikt in het kader van de exploitatie van een olieraffinaderij of olieterminal. 4. Voor de toepassing van het tweede lid worden, tenzij bij regeling van de Minister voor bepaalde gevallen anders is bepaald, niet in aanmerking genomen verplichtingen aangegaan: a. ter zake van de verwerving van een onderneming of een gedeelte van een onderneming tegen uitreiking van aandelen; 4

6 Scan nummer 2 van 3 - Scanpagina 6 van 34 b. tussen degene die middellijk of onmiddellijk voor meer dan een vierde gedeelte gerechtigd is tot het nominaal gestorte kapitaal van een vennootschap, en deze vennootschap; c. tussen vennootschappen op aandelen waarvan ten minste een aandeelhouder in beide vennootschappen middellijk of onmiddellijk voor meer dan een vierde gedeelte gerechtigd is tot het nominaal gestorte kapitaal. Artikel 5b 1. Indien in een boekjaar een bedrijfsmiddel waarop artikel 5a, eerste lid, toepassing heeft gevonden, wordt vervreemd, wordt van de overdrachtsprijs zes procent ten bate van de winst van dat jaar gebracht. 2. Het eerste lid vindt slechts toepassing, voor zover de vervreemding van het bedrijfsmiddel plaatsvindt binnen 6 jaar na aanvang van het boekjaar waarin de investering heeft plaatsgevonden, en wordt over geen hoger bedrag berekend dan het investeringsbedrag waarvoor destijds aftrek als bedoeld in artikel 5a, eerste lid, in aanmerking is genomen. 3. Voor de toepassing van het eerste lid wordt met een vervreemding gelijkgesteld: a. het onttrekken van een bedrijfsmiddel aan een onderneming; b. het zodanig wijzigen van de bestemming van een bedrijfsmiddel, dat dit gaat voldoen aan de omschrijving van artikel 5a, derde lid, onderdeel h. 4. Voor de toepassing van het derde lid geldt de waarde in het economische verkeer van het bedrijfsmiddel als overdrachtsprijs. 5. Indien een investering ongedaan wordt gemaakt of voor een investering een vermindering, teruggaaf, of vergoeding wordt genoten, geldt dat als vervreemding van het bedrijfsmiddel en geldt het bedrag van die investering, vermindering, teruggaaf of vergoeding als overdrachtsprijs. 6. Onder ongedaan maken van een investering wordt mede verstaan: 5

7 Scan nummer 2 van 3 - Scanpagina 7 van 34 a. het niet betaald zijn binnen twaalf maanden na het aangaan van de verplichtingen van ten minste 25% van het investeringsbedrag ter zake van die verplichting, tenzij het bedrijfsmiddel binnen die periode in gebruik is genomen; b. het niet in gebruik genomen zijn van een bedrijfsmiddel binnen drie jaar na het begin van het kalenderjaar waarin de investering is gedaan. Artikel 5c Artikel 5a, eerste lid, is niet van toepassing op de bedrijven, bedoeld in de Landsverordening vrije zones 2000 (AB 2000 no. 28). D artikel 6 wordt als volgt gewijzigd: 1. onder vernummering van het zesde tot en met achtste lid tot zevende tot en met negende lid, wordt een lid ingevoegd, luidende: 6. Indien het rente betreft vanwege financiering van de aankoop van een lokale deelneming, kan deze rente de eerste twee jaren na aanschaf van de deelneming niet in aftrek worden gebracht. De rente, bedoeld in de eerste volzin, kan in de drie daarop volgende jaren jaarlijks voor gelijke delen ten laste van de winst worden gebracht. 2. in het achtste lid wordt "het zesde lid" vervangen door: het zevende lid. 3. in het negende lid wordt "het zesde lid" vervangen door: het zevende lid. 4. na het negende lid worden twee leden toegevoegd, luidende: 10. In afwijking van het tweede lid, onderdeel a, kan een onderhoudsreserve worden gevormd door timeshareresorts voor de winsten die worden gerealiseerd met de bijdrage van de eigenaren voor het doen van investeringen in het kader van onderhoud. Indien de gereserveerde winsten niet binnen een periode van tien jaar zijn aangewend voor het doen van investeringen in het kader van onderhoud, valt het gedeelte van de reserve dat tien jaar daarvoor is gevormd, vrij. 6

8 Scan nummer 2 van 3 - Scanpagina 8 van In geval de timeshareresort haar activiteiten staakt, wordt de in het tiende lid bedoelde reserve aangemerkt als een voordeel in de zin van artikel 4. E in artikel 10 vervalt het tweede lid en wordt het derde lid vernummerd tot het tweede lid. F artikel 11, vierde lid, komt als volgt te luiden: 4. Het eerste lid is niet van toepassing op voordelen, behaald door vennootschappen als bedoeld in artikel 2a, eerste lid. G artikel 15 wordt als volgt gewijzigd: 1. het tweede lid komt als volgt te luiden: 2. De belasting bedraagt 25 percent van de winst. 2. het vierde lid vervalt; 3. na het twaalfde lid wordt een lid toegevoegd, luidende: 13. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid wordt over de winst van een vennootschap als bedoeld in artikel 2a, eerste lid, een percentage van 10% toegepast. In afwijking van het bepaalde in het tweede lid wordt over de winst van een vennootschap als bedoeld in artikel 2a, tweede lid, de belasting geheven naar de volgende percentages: - Categorie I: 10 %; - Categorie II: 12%; - Categorie III: 15%; - Categorie IV: 12%. H in artikel 17a wordt "6, zesde lid" telkens vervangen door "6, zevende lid". I. in artikel 17a wordt "9a, achtste en negende lid en 10, tweede lid," vervangen door: 9a, achtste en negende lid,. J artikel 25 komt als volgt te luiden: Artikel 25 7

9 Scan nummer 2 van 3 - Scanpagina 9 van 34 De belasting wordt geheven bij wege van voldoening op aangifte. K in artikel 26 wordt "de Landsverordening dividendbelasting en imputatiebetaling" vervangen door: de Landsverordening dividendbelasting. Artikel II De Landsverordening inkomstenbelasting (AB 1991 no. GT 51) wordt als volgt gewijzigd: A in artikel 5, eerste lid, eerste gedachtestreep, vervalt:, imputatiebetalingen als bedoeld in Hoofdstuk III van de Landsverordening dividendbelasting en imputatiebetaling, daaronder begrepen,. B artikelen 9a, 9b en 9c komen als volgt to luiden: Artikel 9a 1. Indien in een kalenderjaar een bedrag van meer dan Afl , - wordt geinvesteerd in bedrijfsmiddelen, wordt zes procent van het investeringsbedrag ten laste van de winst van dat jaar gebracht. 2. Onder investeren in de zin van het eerste lid wordt verstaan het aangaan van verplichtingen ter zake van de aanschaf of verbetering van een bedrijfsmiddel dat voor de uitoefening van een in Aruba gevestigde onderneming in Aruba wordt gebezigd, indien blijkt dat de verplichtingen voortvloeien uit rechtsbetrekkingen met natuurlijke personen of rechtspersonen, die deze rechtsbetrekkingen zijn aangegaan in het kader van de uitoefening van een in Aruba gevestigde onderneming in Aruba. 3. Voor de toepassing van het eerste lid behoren niet tot de bed rijfsmiddelen: a. gronden, met inbegrip van de ondergrond van gebouwen; b. woonhuizen, daaronder begrepen tot bewoning dienende gedeelten van bedrijfspanden; 8

10 Scan nummer 2 van 3 - Scanpagina 10 van 34 c. personenautomobielen, tenzij deze bestemd zijn voor het bedrijfsmatig personenvervoer; d. pleziervaartuigen die worden gebruikt voor representatieve doeleinden; e. effecten, vorderingen, goodwill, alsmede vergunningen, ontheffingen, concessies en andere dispensaties van publiekrechtelijke aard; f. flessen, kisten en andere verpakkingsmiddelen; g. dieren; h. bedrijfsmiddelen die direct of indirect bestemd zijn om hoofdzakelijk ter beschikking to worden gesteld aan derden. 4. Voor de toepassing van het tweede lid worden, tenzij bij regeling van de Minister voor bepaalde gevallen anders is bepaald, niet in aanmerking genomen verplichtingen, aangegaan tussen: a. bloed- en aanverwanten in de rechte linie en in de tweede graad van de zijlinie; b. gerechtigden tot een nalatenschap of huwelijksgemeenschap, waartoe het bedrijfsmiddel behoort; c. degene die voor meer dan een vierde gedeelte van het nominaal gestorte kapitaal middellijk of onmiddellijk aandeelhouder is in een vennootschap welker kapitaal geheel of ten deze in aandelen is verdeeld, en deze vennootschap. Artikel 9b 1. Indien in een kalenderjaar een bedrijfsmiddel waarop artikel 9a, eerste lid, toepassing heeft gevonden, wordt vervreemd, wordt van de overdrachtsprijs zes procent ten bate van de winst van dat jaar gebracht. 2. Het eerste lid vindt slechts toepassing, voor zover de vervreemding van het bedrijfsmiddel plaatsvindt binnen 6 jaar na aanvang van het kalenderjaar waarin de investering heeft plaatsgevonden, en wordt over geen hoger bedrag berekend dan het investeringsbedrag 9

11 Scan nummer 2 van 3 - Scanpagina 11 van 34 waarvoor destijds aftrek, bedoeld in artikel 9a, eerste lid, in aanmerking is genomen. 3. Voor de toepassing van het eerste lid wordt met een vervreemding gelijkgesteld: a. het ontrekken van een bedrijfsmiddel aan een onderneming; b. het zodanig wijzigingen van de bestemming van een bedrijfsmiddel, dat dit gaat voldoen aan de omschrijving van artikel 9a, derde lid, onderdeel h. 4. Voor de toepassing van het derde lid geldt de waarde in het economische verkeer van het bedrijfsmiddel als overdrachtsprijs. 5. Indien een investering ongedaan wordt gemaakt of voor een investering een vermindering, teruggaaf, of vergoeding wordt genoten, geldt dat als vervreemding van het bedrijfsmiddel en geldt het bedrag van die investering, vermindering, teruggaaf of vergoeding als overdrachtsprijs. Onder ongedaan maken van een investering wordt mede verstaan: a. het niet betaald zijn binnen twaalf maanden na het aangaan van de verplichtingen van ten minste 25% van in het investeringsbedrag ter zake van die verplichting, tenzij het bedrijfsmiddel binnen die periode in gebruik is genomen; b. het niet in gebruik genomen zijn van een bedrijfsmiddel binnen drie jaar na het begin van het kalenderjaar waarin de investering is gedaan. Artikel 9c De artikelen 9a, eerste lid, en 10, vierde lid, vinden slechts toepassing, indien de belastingplichtige een regelmatige boekhouding voert met regelmatige jaarlijkse afsluitingen. Indien de belastingplichtige ophoudt aldus boek to houden, wordt de reserve volgens artikel 10, vierde lid, opgenomen in de winst van het laatste kalenderjaar waarover een regelmatige boekhouding gevoerd is. 10

12 Scan nummer 2 van 3 - Scanpagina 12 van 34 C in artikel 17, tweede lid, onderdeel e, vervalt: - imputatiebetalingen als bedoeld in Hoofdstuk III van de Landsverordening dividendbelasting en imputatiebetaling, daaronder begrepen D in artikel 24, zesde lid, vervalt ", imputatiebetalingen als bedoeld in artikel 19, eerste lid, van de Landsverordening dividendbelasting en imputatiebetaling, daaronder begrepen,". Artikel III De Landsverordening dividendbelasting en imputatiebetaling (AB 2002 no. 123) wordt als volgt gewijzigd: A in artikel 5, eerste lid, vervalt onderdeel f en wordt de puntkomma aan het eind van onderdeel e vervangen door een punt. B in artikel 6, tweede lid, wordt de punt aan het eind van onderdeel d vervangen door een puntkomma en worden twee onderdelen toegevoegd, luidende: e. nul procent van de opbrengst, indien het middellijke of onmiddellijke uitdelingen betreft van winsten uit een vennootschap als bedoeld in artikel 2a van de Landsverordening winstbelasting en die belast zijn geweest tegen het percentage als bedoeld in artikel 15, dertiende lid, van de Landsverordening winstbelasting; f. nul procent van de opbrengst indien het middellijke of onmiddellijke uitdelingen betreft van winsten uit een vennootschap als bedoeld in de Landsverordening vrije zones 2000 (AB 2000 no. 28). C artikel 8 wordt als volgt gewijzigd: 1. in het tweede lid vervalt ", met dien verstande dat ten aanzien van een opbrengst als bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel f, inhoudingsplichtig is de naamloze vennootschap die het dividend of de uitkering verschuldigd is, ter zake waarvan aanspraak wordt gemaakt op een imputatiebetaling als bedoeld in artikel 19, eerste lid". 11

13 Scan nummer 2 van 3 - Scanpagina 13 van in het derde lid vervalt ", met dien verstande dat de opbrengst, bedoeld in artikel 5, eerste lid, onderdeel f, geacht wordt door de inhoudingsplichtige ter beschikking te zijn gesteld op hetzelfde tijdstip als het dividend of de uitkering, ter zake waarvan op de voet van artikel 19, eerste lid, is gemeld dat aanspraak op imputatiebetaling zal worden gemaakt". D artikelen 19 tot en met 24 en artikel 35 vervallen. E artikel 36, tweede lid, komt als volgt te luiden: 2. Zij kan worden aangehaald als Landsverordening dividendbelasting. Artikel IV De Algemene landsverordening belastingen (AB 2004 no. 10) wordt als volgt gewijzigd: A in artikel 2, onderdeel h, komt als volgt te luiden: h. dividendbelasting als bedoeld in de Landsverordening dividendbelasting (AB 2002 no. 123);. B na artikel 14 wordt een artikel ingevoegd, luidende: Artikel 14a 1. Voor de belastingplichtige in de winstbelasting zijn, in afwijking van artikel 8 en artikel 14, de bepalingen van dit artikel van toepassing. 2. De belastingplichtige is gehouden uiterlijk op de laatste dag van de vijfde maand na afloop van het (gebroken) boekjaar over dat jaar aangifte te doen en de belasting overeenkomstig die aangifte te betalen bij de Ontvanger. De betaling dient uiterlijk plaats te vinden op de dag van indiening van de aangifte. 3. Indien de belastingplichtige niet in staat is om binnen vijf maanden na afloop van het (gebroken) boekjaar de aangifte als bedoeld in het tweede lid te doen, dan kan uiterlijk op de laatste dag van de vijfde maand na afloop van het (gebroken) boekjaar, om uitstel worden verzocht voor het doen van aangifte bij de Inspecteur. 12

14 Scan nummer 2 van 3 - Scanpagina 14 van Indien een verzoek tot uitstel gedaan wordt aan de Inspecteur, welke is vergezeld van een voorlopige aangifte en de belasting overeenkomstig die voorlopige aangifte betaald is bij de Ontvanger, welke betaling uiterlijk plaats dient te vinden op de dag van indiening van de aangifte, dan wordt de termijn van indiening van de definitieve aangifte verlengd met zes maanden. 5. De op de in vierde lid genoemde voorlopige aangifte als verschuldigd aan te geven belasting dient ten minste gelijk te zijn aan de volgens de meest recente definitieve aangifte op grond van de Landsverordening winstbelasting over dat jaar totaal verschuldigde belasting. 6. Indien bij de definitieve aangifte de berekening van de verschuldigde belasting resulteert in een door de belastingplichtige terug te ontvangen bedrag, wordt deze binnen zes maanden na indiening van de definitieve aangifte bij een voor bezwaar vatbare beschikking verleend. 7. Indien de Inspecteur de in het zesde lid bedoelde beschikking niet oplegt binnen zes maanden na de datum van indiening van de definitieve aangifte, wordt hiervan binnen zes maanden na indiening van de definitieve aangifte aan de belastingplichtige schriftelijk en gemotiveerd mededeling gedaan. 8. De reeds op voorlopige aangifte betaalde belasting kan in mindering worden gebracht op de te betalen belasting bedoeld in het tweede en vierde lid. C in artikel 15 wordt een lid toegevoegd, luidende: 4. Een naheffingsaanslag, kan tot het bedrag dat de Inspecteur juist voorkomt, voor de winstbelasting, ook tijdens het lopende boekjaar tot het moment dat de aangifte moet worden ingediend, worden opgelegd, in de volgende gevallen: a. bij ontbinding, beeindiging, vereffening of faillietverklaring van een bedrijf, 13

15 Scan nummer 2 van 3 - Scanpagina 15 van 34 b. bij staking of aanmerkelijke inkrimping van het bedrijf, of bij vervreemding van in Aruba gelegen onroerende zaken of van daarop gevestigde rechten; c. ter zake van de winst van niet in Aruba gevestigde lichamen die slechts tijdelijk in Aruba een bedrijf uitoefenen. D in artikel 54, tweede lid, wordt na "artikel 8, tweede lid," ingevoegd: of artikel 14a, tweede of vierde lid,. E in artikel 55, eerste lid, wordt "artikel 8, tweede lid," vervangen door: artikel 14, eerste lid, of 14a, tweede of vierde lid,. Artikel V 1 Voor naamloze vennootschappen of vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid waarvan het bestuur voor inwerkingtreding van deze landsverordening aan de Inspecteur gemeld heeft dat haar aandeelhouders bij dividenduitkeringen aanspraak zullen maken op imputatiebetalingen als bedoeld in artikel 19, eerste lid van de Landsverordening dividendbelasting en imputatiebetaling (AB 2002 no. 123), blijven de volgende artikelen, zoals die golden voor inwerkingtreding van deze lansverordening, van kracht tot en met de laatste dag van het boekjaar dat aangevangen is voor 1 januari 2026: de artikelen 4, zesde lid, laatste volzin, tiende en elfde lid, 5c, 10, tweede lid, 11, vierde lid, 15, vierde lid, 17a, en 26 van de Landsverordening winstbelasting; de artikelen 5, eerste lid, eerste gedachtestreep, 17, tweede lid, onderdeel e, en 24, zesde lid, van de Landsverordening inkomstenbelasting; de artikelen 5, eerste lid, onderdeel f, 19, tweede tot en met negende lid, 20 tot en met 24 en 35 van de Landsverordening dividendbelasting en imputatiebetaling, met dien verstande dat de breuk genoemd in artikel 21 en 22, vierde lid, van de Landsverordening dividendbelasting en imputatiebetaling met ingang van 1 januari 2016, 23/75 bedraagt; artikel 2, onderdeel h, van de Algemene landsverordening belastingen; Landsbesluit aanwijzing imputatie-n.v. activiteiten 2005 (AB 2005 no. 90) 14

16 Scan nummer 2 van 3 - Scanpagina 16 van 34 Landsbesluit artikel 19, tweede lid, onderdeel d, ten 1, van de Landsverordening dividendbelasting en imputatiebetaling (AB 2003 no. 91); Landsbesluit ter uitvoering van artikel 19, tweede lid, onderdeel d, ten 2, van de Landsverordening dividendbelasting en imputatiebetaling (AB 2004 no. 2); de Ministeriele Regeling ter uitvoering van artikel 22, vierde lid, van de Landsverordening dividendbelasting en imputatiebetaling (AB 2003 no. 80), met dien verstande dat het in artikel 5 genoemde percentage voor boekjaren die beginnen op 1 januari 2016, 23% bedraagt en de breuk genoemd in artikel 7 voor de boekjaren die beginnen op 1 januari 2016, 23/75 bedraagt. 2. Indien gedurende de periode, bedoeld in het eerste lid, een keuze gemaakt wordt voor toepassing van artikel 2a van de Landsverordening winstbelasting, eindigt deze overgangsregeling voor die belastingplichtige. 3. De minister, belast met financien, stelt nadere regels voor de in het eerste lid bedoelde belastingplichtigen met betrekking tot de toepassing van artikel 14a van de Algemene landsverordening belastingen. Artikel VI Voor de toepassing van artikel I, onderdeel J, en artikel IV, onderdelen B tot en met E, geldt: - voor het boekjaar dat op of na 1 januari 2014 (boekjaar 2014) aanvangt, dat de reeds over dat boekjaar op voorlopige aanslag betaalde winstbelasting in mindering kan worden gebracht op de overeenkomstig artikel 14a van de Algemene landsverordening belastingen te betalen winstbelasting; voor het boekjaar dat op of na 1 januari 2015 (boekjaar 2015) aanvangt, dat de reeds over dat boekjaar op voorlopige aanslag betaalde winstbelasting in mindering kan worden gebracht op de overeenkomstig artikel 14a van de Algemene landsverordening belastingen te betalen winstbelasting; - voor het boekjaar dat op of na 1 januari 2014 (boekjaar 2014) aanvangt en waarvoor de termijn van vijf maanden voor indiening en betaling van de aangifte vermeld in artikel 14a, tweede lid, van de Algemene landsverordening belastingen reeds is verstreken, wordt de termijn van indiening en betaling verlengd met zes maanden. Voor deze boekjaren wordt de termijn voor indiening van de definitieve aangifte 15

17 Scan nummer 2 van 3 - Scanpagina 17 van 34 genoemd in het vierde lid van artikel 14a Landsverordening algemene belastingen vastgesteld op drie maanden; - voor het indienen van de aangifte winstbelasting voor boekjaren die aanvangen op of na 1 januari 2015 en de daarop volgende boekjaren gelden de wettelijke termijnen, bedoeld in artikel 14a Algemene landsverordening belastingen. Artikel VII Voor vennootschappen als bedoeld in de Landsverordening vrije zones 2000 (AB 2000 no. 28) blijft het tot 28 juni 2013 geldende artikel 6 van de Landsverordening dividendbelasting en imputatiebetaling van kracht ten aanzien van dividenden die afkomstig zijn van winsten uit boekjaren die voor 28 juni 2013 eindigen. Artikel VIII Deze landsverordening treedt inwerking met ingang van de dag na die van haar plaatsing in het Afkondigingsblad van Aruba, met dien verstande dat: artikel I, onderdelen C, D, ten 1 tot en met ten 3, en H, en artikel II, onderdeel B, terugwerken tot en met 1 januari 2013; artikel I, onderdelen A, E, F, G, ten 2 en ten 3, K, en artikel III, onderdeel B, terugwerken tot en met 28 juni 2013; artikel I, onderdeel J, en artikel IV, onderdelen B, C, D en E, zijn van toepassing op de boekjaren 2014 en volgende; artikel I, onderdeel D, ten 4, in werking treedt met ingang van de eerste dag van de maand volgend op die van haar plaatsing in het Afkondigingblad van Aruba; - artikel I, onderdeel G, ten 1, in werking treedt met ingang van 1 januari Gegeven to Oranjestad, De minister van Financien en Overheidsorganisatie, De minister van Justitie, 16

18 Scan nummer 2 van 3 - Scanpagina 18 van 34 4,tuwr.i Artutd kv.aaa,9a Duu-ki mcru is - tl LANDSVERORDENING tot wijziging van de Landsverordening winstbelasting (AB 1988 no. GT 47), de Landsverordening inkomstenbelasting (AB 1991 no. GT 51), de Landsverordening dividendbelasting on imputatiebetaling (AB 2002 no. 123) on de Algemene landsverordening belastingen (AB 2004 no. 10) (vastlegging be- gunstigend beleid; invoering voldoening op aangifte winstbelasting) MEMORIE VAN TOELICHTING Algemene toelichting De regering heeft onder andere met het oog op de verbetering van het investeringsklimaat van Aruba het begunstigend beleid van 28 juni 2013 afgekondigd en toegepast. Het is derhalve wenselijk om dat begunstigend beleid wettelijk vast te stellen. ontwerp beoogt ten eerste om die onderdelen van dat beleid, namelijk de herinvesteringsreserve voor timeshareresorts, de omvorming van het IPCregime, de temporisering van de renteaftrek bij aankoop van een binnenlandse deelneming en de verlenging van de tijdelijk investeringsaftrek, vast te stellen. Met het begunstigend beleid van 28 juni 2013 en derhalve dit ontwerp ter vaststelling van bepaalde onderdelen van dat beleid, beoogt de regering haar visie te realiseren. In dat kader zijn kwaiiteit en duurzaamheid belangrijke speerpunten van het kabinet Mike Eman. De regering probeert deze in alle projecten die zij onderneemt steeds te eerbiedigen, na te leven en als hoofddoelstelling te maken. Het gaat erom om een duurzame groei van het land te bewerkstelligen, door middel van economische groei gecombineerd met sociale gelijkheid, bewust omgaan met de omgeving op een zodanige wijze dat er niet alleen een beter product Aruba ontstaat maar ook een hogere kwaliteit van het leven en de waarborging hiervan voor toekomstige generaties. Omdat deze doelstellingen voor het welzijn van de gemeenschap zijn, dienen deze ook door de gemeenschap gedragen te worden. Uit dat idee is de sociale dialoog voortgekomen. Voorafgaan aan het vaststellen van het begunstigend beleid is een sociale dialoog gehouden. Tijdens die dialoog zijn door de sociale partners een aantal doelstellingen

19 Scan nummer 2 van 3 - Scanpagina 19 van 34 geformuleerd, die gericht zijn op het voeren van een financieel en sociaaleconomisch beleid, het bevorderen van het investeringsklimaat, het creeren van goede ouderdomsvoorzieningen, het invoeren van aanvullende pensioenvoorzieningen en het realiseren van een algemeen aanvaardbare ziektekostenverzekering op lange termijn. Op 9 november 2012 hebben de sociale partners het protocol inzake belastingen ondertekend. Heel belangrijk voor het kunnen behalen van deze doelstellingen is dat het investeringsklimaat wordt verbeterd. Het is belangrijk dat er naast het toerisme ook andere initiatieven gesteund worden en daar waar wel geinvesteerd wordt in het toerisme moet duurzaamheid nagestreefd worden. Ook in de voorstellen van de belastingcommissies van de afgelopen jaren is het grote belang van een internationaal goed concurrerend (fiscaal) vestigingsklimaat onderstreept. Nieuwe technologie wordt steeds belangrijker waardoor het nodig is om investeringen daarin te stimuleren. Gedacht dient dan te worden aan investeringen in het internet (digitalisering) in combinatie met nieuwe technologie, zoals 3D-printen, Internet of Things, Big Data en robottechnologie. Naast de voorgenomen wijzigingen uit het protocol uit 2012 en het begunstigend beleid heeft de commissie Vermeend voorstellen voor belastingherziening gedaan. Al deze aanpassingen in de belastingwetgeving zal in fasen plaatsvinden waarvan dit de eerste fase is en de tweede fase later, naar verwachting dit jaar, zal plaatsvinden. Met dit ontwerp beoogt de regering de volgende onderdelen van het begunstigend beleid te codificeren in die zin dat: - het IPC-regime conform het begunstigend beleid zodanig wordt gewijzigd: - het algemeen geldende percentage voor de winstbelasting wordt gesteld op 10%, bij kwalificerende activiteiten, - er geen dividendbelasting verschuldigd zal zijn bij kwalificerende activiteiten, - voor hotels aanvullende voorwaarden zullen gelden waarbij er 4 verschillende categorieen worden geintroduceerd namelijk Rev par (zijnde revenu per available room) USD 185,- of wel Afl. 331,-, belast met 10% winstbelasting, Rev par USD 175,-of wel Afl. 313,- belast met 12% winstbelasting, en Rev par USD 160,- of wel Afl. 286,- met een winstbelastingpercentage van 15% en de 4 diamond status hotels die, in aanmerking kunnen komen voor een winstbelasting van 12%. De voorwaarde dat een bijzondere audit moet plaatsvinden, alsmede de voorwaarde dat het bestuur van de IPC vennootschap uit tenminste een natuurlijk persoon moet bestaan die woonachtig moet zijn in Aruba, komen te vervallen. Ook zal het terugbetalingssysteem (imputatiesysteem) verdwijnen. In dit kader zal een overgangsregeling voor bestaande gevallen worden vastgesteld; 2

20 Scan nummer 2 van 3 - Scanpagina 20 van 34 - het mogelijk zal zijn om de rente van een lening die is aangegaan om een lokale deelneming te kunnen aankopen, of te trekken van de belastbare winst, zij het getemporiseerd en met dien verstande dat de rentekosten van de eerste twee jaar pas na twee jaar kunnen worden afgetrokken, verspreid over de volgende drie jaren, in gelijke delen.; - de investeringsaftrek over de boekjaren 2013, 2014 en latere jaren van toepassing te laten zijn; - het mogelijk zal zijn een herinvesteringsreserve voor timeshareresorts te vormen. Het onderhavige ontwerp beoogt voorts om het systeem van voldoening op aangifte (hierna: VAS) in de winstbelasting te introduceren. De belastingdienst kampt momenteel met een achterstand van circa 5 jaar bij de oplegging van aanslagen voor de winstbelasting. Deze achterstand leidt tot derving van belastinginkomsten omdat sommige bedrijven niet meer aangeslagen kunnen worden voor de winstbelasting, omdat ze het eiland inmiddels hebben verlaten (contractors) of niet meer bestaan. Ook leidt de achterstand bij het opleggen van aanslagen tot late betaling van winstbelasting, hetgeen negatieve gevolgen heeft voor de overheidsfinancien. Dit wordt verder versterkt door het feit dat er tegen veel aanslagen winstbelasting bezwaar wordt aangetekend omdat de belastingplichtige het niet eens is met de aangebrachte correcties. De procedures kunnen jaren lopen. Ook voor de financiele planning van belastingplichtigen is het vervelend dat zoveel jaar na het indienen van de aangifte nog een aanslag wordt opgelegd. In het VAS systeem dient de belastingplichtige gelijktijdig met het indienen van de aangifte winstbelasting de verschuldigde winstbelasting te voldoen. De winstbelasting wordt dus van een aanslagbelasting omgevormd naar een voldoeningsbelasting. De belastingplichtige heeft daardoor meteen de belasting betaald en hoeft in beginsel geen rekening te houden met een toekomstige aanslag winstbelasting. Ook de overheid heeft de belasting ontvangen en kan op deze manier haar inkomsten beter plannen. De belastingdienst hoeft niet meer elke aangifte aan een controle te onderwerpen maar kan gericht belastingplichtigen controleren en daardoor efficienter met haar tijd en middelen omgaan. Over het algemeen zijn de ervaringen met aangiftebelastingen op Aruba goed. Belastingplichtigen houden zich goed aan de aangifte- en betalingstermijnen. Op andere eilanden binnen het Koninkrijk bestaan goede ervaringen met het VAS systeem voor de winstbelasting. Financiele paragraaf Met het onderhavige ontwerp beoogt de regering om de inkomsten uit winstbelasting van de hotelsector te stimuleren. Door de Rev par te verlagen is het idee dat de hui- 3

21 Scan nummer 2 van 3 - Scanpagina 21 van 34 dige hotels investeringen zullen doen. Meer investeringen zorgen voor meer werkgelegenheid en op die wijze zal er uiteindelijk meer geld in landskas vloeien. Het idee is dat door deze verlaging ook andere hotels van de faciliteiten gebruik zullen maken, hetgeen uiteindelijk zal leiden tot meer inkomsten en betere hotels. Ook het systeem wordt veel eenvoudiger. De effecten laten zich echter niet makkelijk in kaart brengen. De regering vindt het belangrijk dat door middel van het bieden van de mogelijkheid van temporisering van de renteaftrek bij aankoop van een binnenlandse deelneming, de aan- en verkoop van bedrijven niet nodeloos wordt gehinderd. Hierbij staat ook weer de werkgelegenheid en het behoud daarvan voorop. Omdat het niet te overzien is wat de budgettaire consequenties zijn, is ervoor gekozen om de rentekosten dan de eerste twee jaren niet aftrekbaar te laten zijn van de belastbare winst en daarna de rentekosten ten laste te laten komen van de winst in de daarop volgende drie jaren (gelijke delen). Dit is niet alleen in Aruba zo. Ook toen de werkgroep uitholling grondslag van de vennootschapsbelasting in Nederland aan de slag ging, werd onderkend dat het toestaan van deze mogelijkheid budgettaire consequenties kon hebben, maar het was niet te voorzien hoe groot die zouden zijn. Door het systeem van de winstbelasting te veranderen van een aanslagbelasting naar een aangiftebelasting is de verwachting dat de belastingopbrengsten zullen stijgen. Belastingplichtigen worden door dit systeem gedwongen om meteen met het indienen van de aangifte de belasting te voldoen. Achterstanden kunnen hierdoor niet meer ontstaan. De belastingdienst kan gericht gaan controleren en hierdoor efficient met tijd en middelen omgaan. Omdat niet duidelijk is hoe groot de achterstanden precies zijn en wat de financiele consequenties zijn van de achterstanden is het voordeel voor de schatkist moeilijk te berekenen. Tot slot zij in dit kader opgemerkt dat de voorgestelde wijzigingen (met name de introductie van het VAS-systeem) een efficientere belastingheffing voor het belastingkantoor met zich mee zal brengen zodat voor de uitvoering geen extra capaciteit nodig is. Voor wat betreft de financiele consequenties van de verlaging van het tarief van de winstbelasting zal naar verwachting voor de jaren 2016 en 2017 een inkomstender- ving Afl ,- per jaar voordoen. 4

22 Scan nummer 2 van 3 - Scanpagina 22 van 34 Artikelsgewiize toelichting Artikel I, onderdeel A In dit onderdeel wordt een nieuw artikel, te weten artikel 2a, ingevoegd ter uitvoering van paragraaf 4 van het begunstigend beleid van 28 juni In 2003 werd de zogenaamde imputatie-vennootschap (hierna: IPC vennootschap) geintroduceerd. Het regime was zo ingericht dat er eerst 35% winstbelasting moest worden betaald, maar dat de aandeelhouder van de vennootschap uiteindelijk 33% terug zou krijgen. Dit kwam erop neer dat er in de praktijk dus een laag tarief aan winstbelasting werd betaald. Daarnaast was er wel eventueel dividendbelasting verschuldigd. Dit product werd geintroduceerd om het ondernemingsklimaat in Aruba te verbeteren. Het regime moest een alternatief bieden voor bepaalde belastingfaciliteiten die moesten worden afgeschaft onder druk van internationale organisaties. Echter, de meeste investeerders voelden zich onzeker bij het idee dat eerst 35% betaald moest worden en dat ze op een later tijdstip pas 33% terug krijgen. Ook de formaliteiten rond de IPC vennootschap leidde tot een moeilijk uitvoerbare regeling. In de praktijk is gebleken dat slechts weinig bedrijven van de mogelijkheid gebruik hebben gemaakt. Het heeft dan ook weinig zin om deze faciliteit op deze wijze in stand te houden. Derhalve wordt een nieuw artikel 2a in de Landsverordening winstbelasting (AB 1988 no. GT 47) voorgesteld met een nieuw instrument om het investeringsklimaat te verbeteren. Krachtens dat artikel kunnen vennootschappen die bepaalde reeds bestaande en nieuw bij landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te bepalen activiteiten verrichten, in aanmerking komen voor een lager winstbelastingpercentage en een vrijstelling van de dividendbelasting. Voor alle activiteiten, met uitzondering van het voeren van een hotelbedrijf, zal het percentage 10% bedragen. In het kader van de "reeds bestaande activiteiten" zullen de in artikel 1, eerste lid, van het Landsbesluit aanwijzing imputatie-n.v. activiteiten van 11 juli 2003 (AB 2003 no. 53) worden overgenomen in een landsbesluit, houdende algemene maatregelen, ter uitvoering van het voorgestelde artikel 2a, eerste lid, van de Landsverordening winstbelasting. In dat landsbesluit zullen ook nieuwe activiteiten worden opgenomen. De hotelsector heeft aangegeven dat de huidige Rev par US dollars 200 of wel Afl. 354,-, erg hoog ligt. Het maakt in principe niet uit over hoeveel kamers de hotelonderneming beschikt; zolang de gemiddeld ontvangen vergoeding per beschikbare kamer het minimum te boven gaat, kunnen ook "kleine" hotels van deze regeling gebruik maken. De Rev par wordt als te hoog ervaren waardoor dat de meeste hotels er geen gebruik van kunnen maken. Daardoor schiet de regeling eigenlijk zijn doel 5

23 Scan nummer 2 van 3 - Scanpagina 23 van 34 voorbij. Met het introduceren van 4 verschillende categorieen van hotels tegen drie verschillende winstbelastingpercentages wordt beoogd dat meer hotels in aanmerking kunnen komen voor het nieuwe regime. De verwachting is dat nu ze kans hebben om in aanmerking te kunnen voor het verlaagde tarief, zij de slag naar een betere kwaliteit zullen maken. Een nieuwe categorie van hotels die wordt voorgesteld en die, net als de Rev par, een indicatie geeft van de kwaliteit van een hotel is de 4-diamond-status. De diamond rating is een Noord-Amerikaans systeem om te bepalen wat de kwaliteit van een hotel is. Het meest luxe en kwalitatief beste hotel heeft dan de 5 diamond status. De 4-diamond-status hotels zijn hotels die op alle gebieden hoogwaardig van kwaliteit zijn. Om de 4-diamond-status te kunnen krijgen, dient een hotel aan een aantal kenmerken te voldoen. Zo dient het veel extra diensten te bieden, zoals onder anderen parkeerplaatsen, spa's, restaurants, winkels, zwembaden, gecombineerd met een hoge graad van gastvrijheid, dienstverlening en aandacht voor detail. Het predicant 4-diamant geeft dus aan dat het betreffende hotel een kwaliteitshotel is. Er is een aantal Arubaanse hotels die op deze lijst voorkomen. Een aantal van deze hotels kan de Rev par echter niet halen. Gezien het feit dat de Rev par destijds is ingevoerd als een objectieve maatstaf om te bepalen of er sprake is van een kwalitatief hoogstand hotel, maar het niet meer te beschouwen is als de enige mogelijke maatstaf, is het gerechtvaardigd dat er een andere indicator wordt geintroduceerd. De hoogte van de Rev par van USD 185 of wel Afl. 331,- USD 175,- of wel Afl. 313,- USD 160, - of wel Afl. 286,- worden op basis van de gegevens van de branche in het onderhavige ontwerp voorgesteld. Daarbij is het van belang om een niet te hoge dan wel niet te lage Rev par voor te stellen. Voor hotels die niet aan de Rev par vereiste kunnen voldoen, is er nog de categorie van 4-diamond-status. Toerisme is een belangrijke economische pijler voor Aruba. Daarom wil de regering zoveel mogelijk doen om ervoor te zorgen dat het investeringsklimaat voor het hotelbedrijf verbetert. Het is belangrijk dat hotels hun producten blijven verbeteren en daar zijn aanzienlijke investeringen mee gemoeid. Toch acht de regering het wenselijk dat er in het kader van het duurzame karakter, een balans is tussen de winst, de voordelen voor de gemeenschap en de gevolgen voor het milieu naar aanleiding van een dergelijk bedrijf. Aan de ene kant schept de regering de voorwaarden om het voor hotels mogelijk te maken om te investeren in hun producten, maar aan de andere kant is het van belang dat de toeristische sector ook iets doet voor de huidige lokale bevolking en de toekomstige generaties van het gastland. Het geld dat verdiend 6

24 Scan nummer 2 van 3 - Scanpagina 24 van 34 wordt met het toerisme zou dan ook deels aan de gemeenschap zelf ten goede moeten komen. Derhalve wordt het verlaagde tarief, daar waar het gaat om het uitoefenen van een hotelbedrijf, alleen toegestaan als er aan de twee in het derde lid voorgestelde voorwaarden wordt voldaan. Bij de eerste voorwaarde gaat het erom dat de accommodatie niet alleen van hoogwaardige kwaliteit is maar ook een duurzaam karakter heeft. Dit kan worden aangetoond door een zogenaamd earth check certificaat. Bij een hotel dat over een dergelijke certificaat beschikt, is de veronderstelling dat het er alles aan doet om het gebruik van water en energie zo efficient mogelijk te laten geschieden. Een ander belangrijk punt van duurzaam toerisme is dat het ten goede moet komen aan de gemeenschap. Daarom acht de regering het redelijk dat voor de toepassing van dit speciale regime, als eis het doen van investeringen die ten goede zullen komen aan de gemeenschap wordt gesteld. Er wordt per categorie een ander investeringsbedrag vereist dat in verhouding staat tot het belastingpercentage dat bij die categorie van toepassing is. In het kader van de investeringen die hotels op grond van het onderdeel b dienen te doen, dient het hotel een derde van het vermelde bedrag te investeren in "groene projecten" die ten goede komen aan de duurzaamheid en het milieu. Onder "investeringen ten behoeve van duurzaamheid en milieu" wordt verstaan alle kapitaalinjecties in energiezuinige of milieuvriendelijk voorziening waarmee direct of indirect schadelijke effecten op het milieu worden voorkomen. Hieronder valt ook het duurzaam bouwen. Men denke bijvoorbeeld aan het aanleggen van oplaadpunten voor elektrische auto's of de verlaging van het energiegebruik binnen of buiten de onderneming. Daarmee wordt het gebruik van elektrische auto's gefaciliteerd waardoor de uitstoot van milieuschadelijke door auto's wordt verminderd. Een derde van het bedrag van de investering dient ten goede te komen van opleidingen, zoals de opleiding van het lokale personeel en het ter beschikking stellen van stage plaatsen. Het overige gedeelte van de investering dient te worden aangewend voor het aanschaffen van lokale producten. In dit verband zij vermeld dat een gift aan een charitatieve instelling niet als een investering in de gemeenschap wordt aangemerkt. De met deze voorwaarde samenhangende kosten kunnen ten voile van de winst afgetrokken worden (zie het vierde lid). Bij twijfel of de investering kwalificeert als voorwaarde voor het kunnen toepassen van het lagere tarief, kan het desbetreffende hotel van tevoren contact opnemen met de Inspecteur. Ten slotte zij vermeld dat een hotel in zijn aangifte moet aangegeven welke categorie op hem van toepassing is. Ter onderbouwing moet de Rev par, de investeringen en het earth check certificaat worden bijgevoegd 7

25 Scan nummer 2 van 3 - Scanpagina 25 van 34 Artikel I, onderdeel B In dit onderdeel wordt paragraaf 4 van het begunstigend beleid van 28 juni 2013 over de omvorming van het IPC-regime uitgevoerd. Zoals reeds vermeld, vervalt het imputatiesysteem waardoor de bedoelde zinsdelen en artikelleden vervallen. Artikel I, onderdeel C De per 1 januari 2011 bij Landsverordening van 31 december 2010 tot wijziging van diverse belastingverordeningen (invoering tijdelijke fiscale stimulans voor de verwerving van bedrijfsmiddelen, verruiming van de fiscale aftrek van giften, alsmede wijziging van accijnsbedragen en invoerrechten) (AB 2010 no. 100) ingevoerde artikelen 5a, 5b en 5c, welke ex artikel XI juncto artikel VIII per 1 januari 2013 weer zijn vervallen, moeten niet vervallen. Voor 2013 en 2014 was reeds in paragraaf 6 van het begunstigend beleid van 28 juni 2013 vastgelegd dat die bepalingen van kracht blijven. Echter, dit dient te worden gecodificeerd voor de jaren 2013 en Aangezien dit goed is voor de lokale ondernemers is nu bepaald dat deze artikelen, die in principe een tijdelijke karakter zouden hebben, blijven bestaan. Duidelijkheidshalve zij ten aanzien van het voorgestelde artikel 5c vermeld dat de be- Iastingfaciliteit in het wederom voorgestelde artikel 5a, eerste lid, niet bedoeld is voor bedrijven in de vrije zone. Bedrijven die in de vrije zone zijn gevestigd, kunnen al gebruik maken van diverse andere faciliteiten. Artikel I, onderdeel D Onder ten 1 In het kader van verbetering van het investeringsklimaat is besloten dat de rentekosten van een financiering voor de aankoop van een lokale deelneming van de winst afgetrokken kan worden, zij het getemporiseerd. Deze bepaling zal ervoor zorgen dat een Iokaal bedrijf eerder overgenomen zal worden door een ander bedrijf. Indien het betreffende lokale bedrijf in de financiele problemen is, is de verwachting dat het kan voortbestaan. Ook kan deze bedrijfsoverdracht naar de volgende generatie of een derde faciliteren indien een ondernemer de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt. Indien de rente ter financiering van een dergelijke bedrijfsoverdracht niet aftrekbaar is, is de overdracht in bepaalde gevallen zeer moeilijk te realiseren. Op deze wijze wordt ervoor gezorgd dat er minder mensen hun baan zullen verliezen indien het bedrijf zonder overdracht niet meer levensvatbaar blijkt te zijn of gesloten zou worden omdat de ondernemer met pensioen gaat. De temporisering is nodig om de budgettaire gevolgen van deze maatregel enigszins te mitigeren. 8

26 Scan nummer 2 van 3 - Scanpagina 26 van 34 Indien rente wordt betaald vanwege de financiering van een aankoop van een lokale deelneming, kunnen deze rentekosten geheel ten laste van de winst komen, echter niet in de eerste twee jaren na aanschaf van de deelneming. Vanaf jaar drie na de aankoop, kan de rente van de eerste twee jaren in drie gelijke delen ten laste van de winst worden gebracht. Stel een deelneming wordt aangekocht in het jaar De rente bedraagt in 2016 Afl ,- en in 2017 Afl ,-. In de jaren 2016 en 2017 kan deze rente niet ten laste van de winst worden gebracht. In de jaren 2018 tot en met 2020 kan naast de in die jaren verschuldigde rente in verband met aanschaf van de deelneming, tevens de rente die betaald is in de jaren 2016 en 2017 worden afgetrokken. Waarbij in ieder jaar een bedrag ad Afl ,- aan rente kan worden afgetrokken. Onder ten 2 en 3 Aangezien het huidige artikel 6, zesde lid, wordt vernummerd tot het zevende lid, dienen de verwijzingen te worden aangepast. Deze subonderdelen beogen dat te bewerkstelligen. De subonderdelen 1 tot en met 3 voeren paragraaf 5 van het begunstigend beleid van 28 juni 2013 uit. Onder ten 4 Op Aruba zijn timeshareresorts normaal gesproken onderworpen aan de winstbelasting. Doordat de timeshareresort een "maintenance fee" vraagt van haar leden om onderhoud te kunnen plegen aan de timesharecomplexen en om de kamers opnieuw te kunnen inrichten, kan er winst ontstaan waarover vervolgens belasting verschuldigd kan zijn. Over de belastingheffing over de zogenaamde maintenance fees bestond in het verleden discussie tussen de timeshareresorts en de belastingdienst. Het is de bedoeling dat het geld dat gereserveerd wordt voor onderhoud ten goede komt aan de kwaliteit van de timesharecomplexen. De visie van de regering is immers dat er geinvesteerd dient te worden in de duurzaamheid en de kwaliteit van het product. Het is volgens de huidige de Arubaanse belastingwetgeving niet mogelijk om de gelden ontvangen middels de maintenance fee te reserveren, zodat hiermee toekomstige uitgaven konden worden gefinancierd. Gezien de doelstellingen op het gebied van toerisme en het feit dat de regering het investeringsklimaat wil verbeteren, is er voor gekozen om de mogelijkheid tot het vormen van een onderhoudsreserve voor timeshareresorts, te creeren. De eerste voorwaarde is dat alleen geld gereserveerd kan worden dat voortvloeit uit de bijdrage van de eigenaren ("maintenan- 9

27 Scan nummer 2 van 3 - Scanpagina 27 van 34 ce fees") en bijvoorbeeld niet voortkomt uit de huurinkomsten van winkels of andere activiteiten van de timeshareresort. De tweede voorwaarde is dat het gereserveerde geld voor onderhoudsdoeleinden binnen een bepaalde periode wordt gebruikt. Met onderhoud waarvoor deze reserve wordt gecreeerd, wordt zowel groot onderhoud aan het gebouw, als ook de herinrichting van de kamers en het vervangen van gebruiksvoorwerpen bedoeld. Als de reserve niet binnen 10 jaar voor deze doeleinden wordt aangewend, valt de reserve vrij voor het gedeelte dat 10 jaar daarvoor is gevormd. Ook als de timeshareresort om welke reden dan ook zijn activiteiten staakt valt de reserve vrij ten gunste van de winst. Volledigheidshalve zij vermeld dat dit subonderdeel paragraaf 3 van het voornoemd begunstigend beleid uitvoert. Artikel I, onderdeel E Het huidige artikel 10, tweede lid, van de Landsverordening winstbelasting ziet op het IPC-regime in de Landsverordening dividendbelasting en imputatiebetaling (AB 2002 no. 123). Dat systeem komt bij artikel IV, onderdel D, van het onderhavige ontwerp te vervallen waardoor het tweede lid van artikel 10 van de Landsverordening winstbelasting komt te vervallen. Artikel I, onderdeel F Het huidige artikel 11, vierde lid, van de Landsverordening winstbelasting ziet op het IPC-regime in de Landsverordening dividendbelasting en imputatiebetaling. Dat systeem komt bij artikel III, onderdel D, van het onderhavige ontwerp te vervallen. Het IPC-regime wordt vervangen door het regime opgenomen in het bij dit ontwerp voorgestelde artikel 2a van de Landsverordening winstbelasting. Artikel I, onderdeel G Het onderhavige onderdeel is grotendeels ter uitvoering van het begunstigend beleid van 28 juni 2013 ten aanzien van de omvorming van het IPC-regime. Onder ten / Het tarief van winstbelasting wordt van 28% naar 25% verlaagd om het vestigings- klimaat te stimuleren. Van de vennootschappen die een van de bij landsbesluit, houdende algemene maat- regelen, op grond van het voorgestelde artikel 2a, eerste lid, te bepalen activiteit ver- richten, zal een winstbelasting worden geheven van 10%. Het tarief geldt slechts 10

28 Scan nummer 2 van 3 - Scanpagina 28 van 34 voor de winsten van de vennootschappen behaald met de in het landsbesluit, houdende algemene maatregelen, te bepalen activiteiten. Voor winsten van de vennootschappen die behaald zijn met andere activiteiten dan voornoemd is het algemeen tarief van winstbelast geldig. Er is gekozen voor het tarief van 10% omdat dit percentage in de meeste landen als een compenserende heffing zal worden gezien. Dit is van belang omdat de meeste hotels onderdeel uitmaken van internationale concerns. Indien dividenden uitgekeerd worden naar een buitenlandse moedermaatschappij dan kan een te lage heffing er bijvoorbeeld voor zorgen dat de moedermaatschappij voor bepaalde tegemoetkomingen in het moederland, niet in aanmerking komt. Voorts is de verwachting dat ook voor de overige activiteiten vaak sprake zal zijn van interne functie binnen een concern waarbij een tarief van 10% gewenst is in verband met fiscale regelgeving in het land waar de moedermaatschappij is gevestigd. Indien in het boekjaar 2013 sprake is van sfeerovergang en meer dan een tarief van toe- passing is, wordt de winstbelasting naar tijdsgelang bepaald. Onder ten 2 Zoals reeds vermeld vervalt het IPC-regime waardoor artikel 15, vierde lid, vervalt, zij wel dat het van toepassing blijft tot Onder ten 3 Voor het uitoefenen van een hotelbedrijf gelden drie verschillende tarieven en wel alleen als er aan bepaalde in het voorgestelde artikel 2a, tweede en derde lid, genoemde voorwaarden is voldaan. De tarieven zijn als volgt tot stand gekomen. De IPC vennootschap was onderhevig aan een gecombineerd tarief van winstbelasting en dividendbelasting van ongeveer 2% tot en met ongeveer 12%, zijnde 2% (in uitzonderlijke gevallen) winstbelasting, respectievelijk 0%, 5% of 10% dividendbelasting. Voornamelijk hotels maakten gebruik van het IPC-regime. Er is nu gekozen voor een basis tarief van 10% als wordt voldaan aan de activiteitentoets. Dit betekent voor een aantal van de vennootschappen die wel in aanmerking kwamen voor het IPCregime dat zij mogelijk in een lets slechtere belastingpositie dan eerst komen. Daar staat tegenover dat alle eisen waaraan deze vennootschap moest voldoen, ook vervallen zijn. Daarbij komt dat niet meer eerst 28% winstbelasting betaald hoeft te worden om uiteindelijk 26% terugbetaald te krijgen. De nieuwe regeling is veel eenvoudiger. In de winstbelasting geldt een verlaagd tarief en voor dividendbelasting komt er een vrijstelling. Ook wordt 10% internationaal gezien beschouwd als een compenserende heffing. Dat is gemakkelijk voor die IPC vennootschappen die onderdeel uitmaken van een internationaal concern. Gezien allerlei internationale ontwikkelingen op het gebied van schadelijke belastingconcurrentie is het ook niet verstandig 11

29 Scan nummer 2 van 3 - Scanpagina 29 van 34 om het standaard tarief te laag vast te stellen. Bij het regime voor olieraffinaderijen en olieterminals is gekozen voor een tarief van 7%, maar als de nieuwe aandeelhouder van de olieraffinaderij of terminal geen beursgenoteerde maatschappij meer zou zijn, zou 12% gelden. Mede in dat licht en ook omdat er bij het olieraffinage en terminal regime jaarlijks een minimaal bedrag aan belasting betaald dient te worden van USD 10 miljoen, is het niet logisch als voor het tarief van 7% gekozen zou zijn als nieuwe basistarief voor de vennootschappen, bedoeld in het voorgestelde artikel 2a. Ten behoeve van de hotelsector is er een uitzondering gemaakt op het tarief van 10%. 10% geldt voor de eerste categorie van hotels, met een Rev par van USD 185 of wel Afl. 331,-. Zoals reeds vermeld is dit mogelijk een kleine achteruitgang voor hotels die al aan de hogere Rev par van USD 200 of wel Afl. 354,- voldeden; of er sprake is van een achteruitgang is ook afhankelijk van verschillende andere factoren. Ze hoeven nu echter niet meer te voldoen aan alle eisen die er gesteld werden om voor het voormalige IPC-regime in aanmerking te komen en vervalt de dividendbelasting. Daar staat tegenover dat met de verlaagde Rev par er nu dus meer hotels in aanmerking komen voor een verlaagd tarief. Voor hotels die gekwalificeerd worden als categorie II en IV geldt dus 12% en voor hotels van categorie III geldt dus 15%. Artikel I, onderdelen H en I In de onderhavige onderdelen wordt een tweetal wetstechnische aanpassingen voorgesteld. Aangezien het huidige artikel 6, zesde lid, in het onderhavige ontwerp wordt vernummerd tot het zevende lid en het huidige artikel 10, tweede lid, komt te vervallen, dienen de verwijzingen in artikel 17a aldus te worden aangepast. Artikel I, onderdeel J Met deze wijziging wordt overgestapt van het huidige systeem namelijk dat winstbelasting wordt geheven op basis van een aanslag en de eindafrekening, naar een systeem van aangiftebelasting. Dit houdt in dat er bij de aangifte meteen ook betaald dient te worden. Deze nieuwe wijze van innen van winstbelasting zal gelden vanaf het boekjaar Artikel I, onderdeel K Aangezien het IPC-regime komt te vervallen, dient het huidige artikel 26 te worden aangepast. 12

30 Scan nummer 2 van 3 - Scanpagina 30 van 34 Artikel II, onderdelen A, C en D Aangezien het IPC-regime vervalt, dienen de bedoelde artikelen te worden aange- past. Artikel II, onderdeel B De per 1 januari 2011 bij Landsverordening van 31 december 2010 tot wijziging van diverse belastingverordeningen (invoering tijdelijke fiscale stimulans voor de verwerving van bedrijfsmiddelen, verruiming van de fiscale aftrek van giften, alsmede wijziging van accijnsbedragen en invoerrechten) (AB 2010 no. 100) ingevoerde artikelen 9a en 9b welke ex artikel XI juncto artikel VII per 1 januari 2013 weer zijn vervallen, moeten niet vervallen. Voor 2013 en 2014 was ook ten aanzien hiervan reeds in 6 van het begunstigend beleid van 28 juni 2013 vastgelegd dat die bepalingen van kracht blijven. Derhalve dienen deze artikelen te worden gecodificeerd voor de jaren 2013 en Ook hier is het wenselijk om dat deze artikelen van kracht blijven. Artikel III, onderdelen A en B Zoals reeds vermeld, stelt het onderhavige ontwerp voor om de imputatiebetaling (het systeem waarbij eerst winstbelasting van 28% dient te worden betaald en waar- 26% wordt terugbetaald aan de aandeelhouder, zij het wel met een overgangsperiode) te laten vervallen. In de huidige situatie is de vennootschap met een IPC-status naar gelang de omstandigheden 0%, 5% of 10% dividendbelasting verschuldigd. Omdat er nu voor gekozen is om over te stappen op een eenvoudig uit te voeren regeling met een gecombineerde winst- en dividendbelasting, is het gevolg hiervan dat een hoger percentage winstbelasting verschuldigd is. Dientengevolge zijn dividenden belast naar een nultarief. Dit geldt alleen voor dividenden die voortvloeien uit winsten die belast zijn geweest tegen een tarief van 10%, 12% of 15% als bedoeld in het voorgesteld artikel 15, dertiende lid, van de Landsverordening winstbelasting. Derhalve vindt bij de overgang naar het regime, zoals is opgenomen in het nieuwe artikel 2a van de Landsverordening winstbelasting, compartimentering plaats. Voor dividenden afkomstig uit winsten die belast zijn geweest naar het oude winstbelastingtarief zijn de tarieven van toepassing zoals deze golden voor de wijziging. De in het begunstigend beleid opgenomen vrijstelling van dividendbelasting voor de speciale zone te San Nicolaas zal in het ontwerp tot vaststelling van die zone worden meegenomen zodat alles dat betrekking heeft op die zone in een ontwerp wordt geregeld. 13

31 Scan nummer 2 van 3 - Scanpagina 31 van 34 Artikel III, onderdeel C Aangezien het IPC-regime vervalt, dienen de betrokken zinsdelen te vervallen. Artikel III, onderdelen D en E Zoals reeds meerdere malen vermeld komt het IPC-regime te vervallen, zij het wel met een overgangsperiode, waardoor de artikelen in de Landsverordening dividendbelasting en imputatiebetaling die daarover gaan, dienen te vervallen (zie onderdeel D). Gezien de bedoelde landsverordening alleen over dividendbelasting zal gaan, wordt voorgesteld om de citeertitel aan te passen (zie onderdeel E). Artikel IV, onderdeel A Aangezien de citeertitel van de Landsverordening dividendbelasting en imputatiebetaling wordt aangepast, is het noodzakelijk om dat ook in de Algemene landsverordening belastingen aan te passen.. Artikel IV, onderdeel B De regering wenst mede op verzoek van het bedrijfsleven over te stappen op een systeem waarbij tegelijkertijd met het doen van de aangifte ook de belasting betaald dient te worden. Na afloop van een boekjaar moet er voor 31 mei van het daarop volgende boekjaar door de ondernemer aangifte worden gedaan. Hij moet dan ook meteen de verschuldigde winstbelasting afdragen. Indien de ondernemer dit niet haalt, dan kan hij uitstel aanvragen, waarbij dit verzoek om uitstel vergezeld moet worden van een voorlopige aangifte. De aan te geven belasting in deze voorlopige aangifte dient ten minste gelijk te zijn aan die van het laatst ingediende voorafgaande jaar. Om het systeem van voldoening op aangifte zo soepel mogelijk te laten verlopen is de belastingdienst gebaat bij het doen van definitieve aangifte door belastingplichtigen. Dan staat immers vast hoe hoog de opbrengst winstbelasting is. Om dit te stimuleren is ervoor gekozen dat weliswaar uitstel kan worden verzocht, maar onder de voorwaarde dat de belasting dient te worden aangegeven en afgedragen die in de meest recente aangifte is aangegeven. Mocht de winstverwachting voor de ondernemer lager zijn, dan is het in het belang van de ondernemer zelf om zijn definitieve aangifte te doen, waardoor hij een lager bedrag aan winstbelasting betaalt. De belastingdienst heeft dan ook niet het probleem dat zij weliswaar een bedrag aan winstbelasting heeft ontvangen, maar dat een deel daarvan na indiening van de definitieve aangifte moet worden gerestitueerd. Doordat er nog winstbelasting over de jaren 2014 en 2015 geind zal worden middels voorlopige aanslagen zullen in de overgangsperiode deze voorlopige aanslagen 14

32 Scan nummer 2 van 3 - Scanpagina 32 van 34 kunnen worden verrekend met de verschuldigde betaling bij het doen van de aangifte mits de voorlopige aanslagen zijn betaald. Artikel IV, onderdeel C In het aangiftesysteem voor de winstbelasting vervalt de mogelijkheid voor de fiscus om tijdens het lopende boekjaar een voorlopige aanslag op te leggen in urgente gevallen. Om toch deze mogelijkheid te behouden is in artikel 15, vierde lid, van de Landsverordening winstbelasting de mogelijkheid geschapen om in bepaalde situaties tijdens het lopende boekjaar en in het daaropvolgende boekjaar tot het moment dat de verplichting bestaat om aangifte te doen een naheffingsaanslag winstbelasting op te leggen. Na het moment dat de aangifte verplicht had moeten worden ingediend, kan de Inspecteur op grond van de normale regels een naheffingsaanslag winstbelasting opleggen. Ten aanzien van het voorgestelde vierde lid, onderdeel c, wordt vermeld dat indien een in het buitenland gevestigd bedrijf in Aruba tijdelijk werkzaamheden gaat verrichten - bijvoorbeeld een in het buitenland gevestigde vennootschap die in Aruba als aannemer een contract tot de bouw van een pand of aanleg van een park uitvoert - van Aruba vertrekt zonder te voldoen aan haar belastingverplichtingen, is het heel moeilijk, zo niet onmogelijk voor de belastingdienst om de belastingen achteraf te innen. Met name bij buitenlandse bedrijven die slechts tijdelijk werkzaamheden verrichten in Aruba, is dit risico vele malen groter dan bij lokale bedrijven, omdat deze vaak niet bekend zijn bij de belastingdienst. In die gevallen moet het dus mogelijk blijven om een voorlopige aanslag op te leggen. In het geval van een aangiftebelasting wordt een naheffingsaanslag opgelegd. Artikel IV, onderdelen D en E Aangezien het nieuwe artikel 14a haar eigen termijnen stelt en boetes altijd een wettelijke basis moeten hebben (nulla poena sine Iege), worden die hier vastgelegd, gelijk aan de overige aangiftebelastingen. Artikel V Conform het bovenbedoelde begunstigend beleid is de omvorming van het IPCregime in het regime zoals opgenomen in het voorgestelde artikel 2a van de Landsverordening winstbelasting, met ingang van 28 juni 2013 inwerking getreden. Vanaf die datum golden twee IPC-regimes naast elkaar. Met het onderhavige ontwerp vervalt het IPC-regime oude stiji met ingang van de dag na plaatsing van dit ontwerp in het Afkondigingsblad. De regering acht het echter wenselijk om een overgangsperio- 15

33 Scan nummer 2 van 3 - Scanpagina 33 van 34 de te regelen tot 1 januari 2026, zodat de artikelen in diverse landsverordeningen, alsmede een aantal landsbesluiten, houdende algemene maatregelen, en een ministeriele regeling die zien op het IPC-regime oude stijl, niet gelijk vervallen voor de bestaand IPC vennootschappen maar dat die tot dan van kracht blijven voor naamloze vennootschappen en vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid die voor de "dag na plaatsing van dit ontwerp" zich conform artikel 19 van de Landsverordening dividendbelasting en imputatiebetaling voor imputatiebetaling hebben aangemeld. Het onderhavige artikel beoogt dat te regelen. Artikel VI Het systeem van de voldoening op aangifte in de winstbelasting treedt in werking met ingang van de dag na plaatsing en is ook van toepassing op de boekjaren 2014 en 2015 (zie artikel VIII, derde gedachtestreep). Derhalve dient overgangsrecht voor de boekjaren 2014 en 2015 te worden vastgesteld. Dit artikel beoogt een overgangsregeling voor de boekjaren 2014 en 2015 te regelen. Voor zover reeds het aanslagsysteem voor de boekjaren 2014 en 2015 is toegepast, is artikel VI, eerste en tweede gedachtestreep, van toepassing. Indien nog geen aanslag systeem voor 2014 is toegepast, bevat artikel VI, derde gedachtestreep, een regeling zodat het systeem van voldoening op aangifte toch kan worden toegepast. De termijn aangifte en betaling voor boekjaar 2014 in de derde gedachtestreep zou uiterlijk 31 mei 2015 zijn geweest. Dat is reeds verstreken. Deze gedachtestreep verlengt die termijn met zes maanden. Artikel VII Dit artikel bevat een regeling die erin voorziet dat de heffing van 0% dividendbelasting bij uitkering van dividenden door vrije zone vennootschappen die is opgenomen in de in artikel II, onderdeel B, voorgestelde wijziging van artikel 6, tweede lid van de Landsverordening dividendbelasting en imputatiebetaling, slechts van toepassing is op dividenden die afkomstig zijn uit winsten die zijn ontstaan na 28 juni Er vindt derhalve compartimentering plaats. Het is immers niet de bedoeling om dividenden die worden uitgekeerd uit winsten uit voorgaande jaren, waarin een ander tarief gold voor de dividendbelasting, uit te keren tegen een verlaagd dividendbelastingtarief. Artikel VIII Ten aanzien van de inwerkingtreding van dit ontwerp zij opgemerkt dat deze zes inwerkingtredingsdata zal kennen die voor de verschillende artikelen en (sub)onderdelen verschillend zal zijn. 16

34 Scan nummer 2 van 3 - Scanpagina 34 van 34 De eerste datum van inwerkingtreding is met terugwerkende kracht tot en met 1 nuari 2013 en ziet op: ja- - de weder invoering van de investeringsaftrek, zij het nu voor onbepaalde tijd, en - de temporisering renteaftrek bij aankoop van een binnenlandse deelneming. Deze onderwerpen treden volgens het begunstigend beleid van 28 juni 2013 in werking met ingang van 1 januari De tweede inwerkingtredingsdatum is 28 juni 2013 en ziet op de het nieuwe regime opgenomen in het voorgestelde artikel 2a van de Landsverordening winstbelasting. Het huidige IPC-regime blijft van kracht voor de vennootschappen die zich tot "dag na plaatsing"hebben aangemeld, tot 1 januari 2026 (zie artikel V, eerste lid). In dit kader zij vermeld dat met ingang van de "dag na plaatsing" het huidige IPCregime vervalt, zodat vanaf die tijd geen nieuwe vennootschappen voor het IPCregime oude stijl kunnen worden toegelaten aangezien die niet meer bestaat. De vierde datum is de dag na plaatsing en ziet op de invoering van het systeem van voldoening op aangifte in de winstbelasting. Dit systeem is dan wel van toepassing op de boekjaren 2014 en volgende. Verder treden de nieuwe artikelleden bij artikel 6 van de Landsverordening winstbe- lasting over de onderhoudsreserve voor timeshareresorts met ingang van de eerste dag van de maand na plaatsing in het Afkondigingsblad. Ten slotte treedt het verlaagd tarief winstbelasting (te weten van 28% naar 25%) in- werking met ingang van 1 januari De minister van Financien en Overheidsorganisatie, De minis er an Justitie 17